CONTRAT DE GESTION

CONTRAT DE GESTION

ENTRE L'ETAT BELGE ET INFRABEL

BEHEERSCONTRACT TUSSEN DE BELGISCHE STAAT

EN INFRABEL

Entre l'Etat belge, représenté par Madame Xxxx Xxxxxxxx, Ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques, et Monsieur Xxxxxxx Xxxxxxxx, Secrétaire d'Etat à la Mobilité,

ci-après dénommé "l'Etat", et

Infrabel, société anonyme de droit public, située rue Bara 110 à 0000 Xxxxxxxxx, représentée par MM. Xxx Xxxxxxxxx, administrateur délégué, et Xxx Xxxxxxxxxxxxx, directeur général,

ci-après dénommée "Infrabel",

il est conclu un contrat relatif à l'exécution de missions de service public.

Ce contrat constitue un contrat de gestion au sens de l'article 3 de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques. Il entre en vigueur au 1er janvier 2008 et vient à échéance le 31 décembre 2012.

Il précise la manière dont Infrabel exécute les missions de service public qui lui sont confiées en vertu de l'article 199 de ladite loi. Il fixe le montant des dotations accordées par l'Etat pour l'exécution de ces missions de service public.

Tussen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door mevrouw Xxxx Xxxxxxxx, Minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven, en de heer Xxxxxxx Xxxxxxxx, Staatssecretaris voor Mobiliteit,

hierna genoemd “de Staat”, en

Infrabel, naamloze vennootschap van publiek recht, gevestigd Xxxxxxxxxx 000 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door de heren Xxx Xxxxxxxxx, gedelegeerd bestuurder, en Xxx Xxxxxxxxxxxxx, directeur-generaal,

hierna genoemd “Infrabel”,

wordt een contract gesloten over de uitvoering van opdrachten van openbare dienst.

Dit contract vormt een beheerscontract in de zin van artikel 3 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Het contract wordt van kracht op 1 januari 2008 en neemt een einde op 31 december 2012.

Het preciseert de wijze waarop Infrabel de opdrachten van openbare dienst uitvoert, die haar toegewezen zijn door artikel 000 xxx xxxxxxxx wet. Het bepaalt het bedrag van de toelagen die de Staat verleent voor de uitvoering van deze opdrachten van openbare dienst.

En vertu des dispositions contenues à l’article 5, § 3, 2ème alinéa de la loi du 21 mars 1991 portant réforme de certaines entreprises publiques économiques, le présent contrat de

Volgens de bepalingen van artikel 5, § 3, 2e alinea van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, wordt dit beheerscontract van rechtswege

gestion est prorogé de plein droit jusqu’à l’entrée en vigueur d’un nouveau contrat de gestion.

Sauf mention explicite, l’ensemble des objectifs et cadres de référence mentionné dans le présent contrat de gestion est prolongé mutatis mutandis en 2013.(4)

verlengd tot op het ogenblik dat een nieuw beheerscontract in werking is getreden.

Tenzij anders vermeld, worden de doelstellingen en referentiekaders van dit beheerscontract mutatis mutandis verlengd in 2013. (4)

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

Introduction

Infrabel travaille jour après jour à l'amélioration de la qualité de son service. Le souci de la qualité est, après la sécurité, la première préoccupation de l'entreprise et de tous ses collaborateurs. Chaque cheminot, femme ou homme, se met au service des clients et inversement, les clients ressentiront que chaque cheminot(e) est disposé(e) à les aider. La gestion d'Infrabel est basée sur des objectifs mesurables prédéfinis qui sont fixés au niveau de l'entreprise, de chaque direction et des différents services. Un suivi systématique de la réalisation de ces objectifs a été mis au point.

Dans une entreprise publique, offrir un service de qualité signifie aussi informer, garantir la transparence et demander des comptes. Les actionnaires, l'Etat, les clients, les voyageurs, les collaborateurs et le grand public ont droit à une justification publique de l'usage qu'Infrabel fait des deniers mis à sa disposition par l'Etat.

Infrabel soutient une évolution de sa culture d'entreprise vers une meilleure orientation client, une plus grande responsabilité, une plus grande ouverture et une approche plus ciblée, et met tout en oeuvre pour montrer à ses collaborateurs comment ils peuvent réaliser ces objectifs.

Infrabel développe ses activités dans cette perspective.

En sa qualité de gestionnaire de l’infrastructure ferroviaire, Infrabel s’engage à exercer ce rôle dans le respect de son statut d’entreprise publique autonome et du système adopté par l’Union européenne, ainsi que des critères d’indépendance y prévalant, afin de garantir un accès équitable et non

Inleiding

Infrabel werkt dag in dag uit aan de verbetering van de kwaliteit van haar dienstverlening. De zorg voor kwaliteit is, na de veiligheid, de eerste bekommernis van het bedrijf en van al haar medewerkers. Iedere spoorman of – vrouw stelt zich ten dienste van de klanten, en omgekeerd zullen de klanten aanvoelen dat elke spoorman of –vrouw klaar staat om hen te helpen. De bedrijfsvoering van Infrabel wordt aangestuurd door vooraf bepaalde meetbare doelstellingen, die vastgelegd werden op het niveau van het bedrijf, van elke directie, en van de diverse diensten. Een stelselmatige opvolging van de realisatie van die doelstellingen werd op punt gesteld.

Kwalitatieve dienstverlening in een overheidsbedrijf betekent ook informeren, transparantie garanderen en rekenschap afleggen. De aandeelhouders, de overheid, de klanten, de reizigers, de medewerkers en het brede publiek hebben recht op een openbare verantwoording van het gebruik dat Infrabel maakt van de publieke middelen die de Staat haar ter beschikking stelt.

Infrabel ondersteunt een evolutie van haar bedrijfscultuur naar meer klantgerichtheid, meer verantwoordelijkheid, meer openheid en meer doelgerichtheid, en spant zich in om aan al haar medewerkers te tonen hoe zij dit kunnen waarmaken.

Infrabel ontwikkelt haar activiteiten vanuit dat oogpunt.

Infrabel verbindt zich ertoe om haar rol van beheerder van de spoorweginfrastructuur op zich te nemen met inachtneming van haar statuut van autonoom overheidsbedrijf en van het systeem dat door de Europese Unie is aangenomen, inclusief de daarbij geldende onafhankelijkheidscriteria, om een billijke

discriminatoire à l’infrastructure ferroviaire et d’assurer l’utilisation optimale de celle-ci.

Dans sa gestion, Infrabel se comporte comme une entreprise sociétalement responsable et applique les principes de Corporate Governance.

Infrabel est responsable du bon emploi des moyens financiers de l’entreprise. Elle exerce ses activités au moindre coût en recherchant constamment à améliorer l’efficacité et la productivité.

Indication pour la lecture:

L'annexe 1 comprend une liste reprenant la définition des termes fréquemment utilisés, ainsi qu'une liste de toutes les abréviations employées.

en niet-discriminerende toegang tot de spoorweginfrastructuur te waarborgen en het optimaal gebruik ervan te verzekeren.

Infrabel houdt in haar bedrijfsvoering rekening met diverse aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen, en past de principes van Corporate Governance toe.

Infrabel is verantwoordelijk voor het correcte gebruik van de financiële middelen van de onderneming. Ze oefent haar activiteiten uit tegen de laagste kostprijs door voortdurend te streven naar het verbeteren van de doeltreffendheid en de productiviteit.

Leeswijzer:

Een lijst met de definitie van vaak gebruikte termen, evenals een lijst met alle gebruikte afkortingen, bevinden zich in bijlage 1.

I. Les missions d'Infrabel I. De opdrachten van Infrabel

A. Objectifs de croissance A. Groeidoelstellingen

1. Objectifs généraux de croissance 1. Algemene groeidoelstellingen

Art. 1

La qualité, la disponibilité et la fiabilité de l'infrastructure ferroviaire, de même que la gestion du trafic et la qualité de la régulation en cas de perturbations seront telles que la SNCB ne rencontre aucun problème, de ce point de vue, pour faire augmenter de 25 % au cours de la période 2006-2012 le nombre de voyageurs en service intérieur, en ce compris ou non les voyageurs Toute Gare Belge/Tarif Commun Voyageur (TGB/TCV).

Au cours de la période 2006-2012, le nombre de voyageurs internationaux doit enregistrer une croissance de 34 % et le nombre de tonnes- km de marchandises, une croissance de 35 %.

L'infrastructure gérée par Infrabel et qui sert à l'accueil des voyageurs, au transfert des voyageurs (quais et passages sous voies) ou à la formation de trains de marchandises (faisceaux de triage) est gérée de manière économiquement efficace et présente une qualité et une capacité telles que les entreprises ferroviaires ne rencontrent aucune difficulté pour réaliser les objectifs de croissance susmentionnés du fait de l'infrastructure.

En 2010, dans le cadre de la préparation du nouveau plan pluriannuel d'investissement, l'Etat et Infrabel, sur la base des résultats enregistrés en 2008 et en 2009 (nombre de voyageurs transportés tel que fixé ci-dessus), évalueront les objectifs de croissance précités et les ajusteront si nécessaire; ils établiront un scénario de croissance 2012-2017 et adapteront le plan d'investissement.

Dans xxx xxx mois suivant la signature de ce contrat, le Groupe SNCB présentera un rapport concernant:

- les adaptations organisationnelles et autres

Art. 1

De kwaliteit, beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de spoorweginfrastructuur en de verkeersleiding en de kwaliteit van de bijsturing bij verstoringen garanderen dat de NMBS vanuit deze oogmerken geen hinder ondervindt om, over de periode 2006-2012 gespreid, het aantal binnenlandse treinreizigers, zowel inclusief als exclusief de reizigers Elk Belgisch Station/Gemeenschappelijk Tarief Reiziger (EBS/GTR), te doen groeien met 25 %.

Het aantal internationale treinreizigers moet gespreid over de periode 2006-2012 groeien met 34 % en het aantal ton-km goederen met 35 %.

De infrastructuur die beheerd wordt door Infrabel die dienstig is voor het onthaal van de reizigers, voor transfervoorzieningen van de reizigers (perrons en onderdoorgangen) of voor de vorming van goederentreinen (rangeerbundels) wordt kostenefficiënt beheerd en is van zodanige kwaliteit en capaciteit dat vanuit dit oogmerk, de spoorwegondernemingen zonder problemen bovenstaande groeidoelstellingen kunnen realiseren.

In het kader van de voorbereiding van het nieuwe meerjareninvesteringsplan zullen de Staat en Infrabel in 2010, op basis van de in 2008 en 2009 gerealiseerde cijfers (aantal vervoerde reizigers zoals hierboven bepaald), hoger vermelde groeidoelstellingen evalueren en zo nodig bijstellen, een groeiscenario 2012- 2017 vastleggen en het investeringsplan aanpassen.

De NMBS-groep zal binnen de zes maanden na de ondertekening van dit contract een rapport voorleggen over:

- de organisatorische en andere aanpassingen

nécessaires si un pourcentage plus élevé de croissance annuel moyen devait être réalisé;

- les mesures qui s'imposeraient pour respecter les objectifs de qualité fixés dans le présent contrat de gestion si la croissance du trafic intérieur de voyageurs s'avérait supérieure aux 25 % précités.

Ce rapport, auquel Infrabel contribue, est rédigé sous la coordination de la SNCB Holding qui le transmet aux Ministres des Entreprises publiques et de la Mobilité et à la DGTT.

2. Etude des besoins à long terme

die nodig zijn indien een hoger gemiddeld jaarlijks groeipercentage zou moeten gerealiseerd worden;

- de maatregelen die zich zouden opdringen om de kwaliteitsdoelstellingen afgesproken in dit beheerscontract na te leven als de groei van het binnenlands reizigersvervoer hoger uitvalt dan 25 %.

Dit rapport, waaraan Infrabel meewerkt, wordt opgesteld onder de coördinatie van de NMBS- Holding, die het overmaakt aan de Ministers van Overheidsbedrijven en van Mobiliteit en aan DGVL.

2. Studie over de behoeften op lange termijn

Art. 2

Infrabel fera effectuer une étude analysant le double défi que constitue la réalisation simultanée d'une meilleure ponctualité et d'une croissance du trafic ferroviaire.

Cette étude se basera sur une analyse du marché du transport ferroviaire et sera focalisée sur le moyen et le long terme (2020-2030). Elle partira des projets existants d'extension de capacité et examinera quelles adaptations de l'infrastructure et quels concepts opérationnels du gestionnaire d'infrastructure permettront une meilleure utilisation du réseau avec à la clé une plus grande régularité malgré une utilisation croissante. Il sera pour cela tenu compte de toutes les formes actuelles et futures de transport ferroviaire.

L'analyse comprendra aussi une large consultation réunissant au moins les entreprises ferroviaires, la SNCB Holding, les sociétés régionales de transport, les organisations représentatives des voyageurs et du secteur industriel et les gestionnaires d'infrastructure des pays voisins. L'intermodalité entre le transport ferroviaire et les autres modes de transport et le rôle du rail dans la mobilité globale à moyen et long terme devront faire l'objet d'une attention particulière. La DGTT est étroitement impliquée dans le lancement et le

Art. 2

Infrabel zal een studie laten uitvoeren die de dubbele uitdaging analyseert van hoe tegelijkertijd een grotere stiptheid en een groei van het treinverkeer gerealiseerd kan worden.

Deze studie zal vertrekken van een marktanalyse voor het spoorvervoer en is gericht op de middellange en lange termijn (2020-2030). Ze zal uitgaan van de bestaande plannen voor bijkomende capaciteit en onderzoeken welke infrastructuuraanpassingen en operationele concepten van de infrastructuurbeheerder een betere benutting van het net toelaten met een grotere stiptheid bij stijgend gebruik. Daarbij zal rekening gehouden worden met alle huidige en toekomstige vormen van spoorvervoer.

De analyse zal eveneens een ruime consultatie omvatten van ten minste de spoorwegondernemingen, van de NMBS- Holding, van de gewestelijke vervoersmaatschappijen, van de representatieve organisaties van de reizigers en van de industriële sector, en van de infrastructuurbeheerders in de buurlanden. De intermodaliteit van het spoorvervoer met andere vervoerwijzen en de rol van het spoor in de globale mobiliteit op middellange en lange termijn moeten speciale aandacht krijgen.

déroulement de cette étude. DGVL wordt nauw betrokken bij de opzet en het verloop van deze studie.

Les résultats de cette étude déboucheront sur:

- jusqu'à 2012: des mesures ayant surtout un impact sur une utilisation plus efficace et plus efficiente du réseau ferroviaire;

- pour la période à partir de 2013: la définition des adaptations du réseau pour en étendre la capacité, et la justification de l'aménagement de nouvelles infrastructures en complément de la poursuite de l'optimalisation de l'utilisation.

L'étude se déroulera comme suit:

- établir un plan d'approche en concertation avec la DGTT, en ce compris un cahier des charges pour l'adjudication de l'étude (dans les trois mois suivant la signature du contrat de gestion);

- finaliser la procédure d'adjudication;

- une description de l'état actuel du réseau, de la quantité et de la qualité de la production, ainsi que du plan d'investissement 2008- 2012;

- une description de l'évolution attendue du marché du transport ferroviaire à l'horizon 2020-2030, ce compte tenu des différentes perspectives économiques et des différentes options politiques en matière de réglementation;

- examiner à quels endroits et quand on pourra s'attendre à des points faibles; comment ces points faibles pourront être évités à court terme via une meilleure utilisation et sans investissements supplémentaires majeurs; et enfin, comment pourra-t-on remédier à l'avenir à ces points faibles grâce à la poursuite de l'optimalisation de l'utilisation et grâce à de nouveaux investissements;

- formuler des propositions d'actions à court terme: optimalisation de l'utilisation de la capacité, inventaire des mesures et points

De resultaten van deze studie zullen leiden tot:

- voor de jaren tot en met 2012: maatregelen die vooral impact hebben op een meer effectieve en meer efficiënte benutting van het spoornet;

- voor de periode vanaf 2013: beoordeling van aanpassingen aan het netwerk, van uitbreiding van de capaciteit, en motivering van de aanleg van nieuwe infrastructuren aanvullend op een verdere optimalisering van de benutting.

De studie zal als volgt verlopen:

- een plan van aanpak opstellen in overleg met DGVL, met inbegrip van een lastenboek voor de aanbesteding van de studie (binnen drie maanden na de ondertekening van het beheerscontract);

- de aanbestedingsprocedure afwerken;

- een beschrijving van de huidige toestand van het net, van de kwantiteit en kwaliteit van de productie, en van het investeringsplan 2008-2012;

- een beschrijving van de verwachte evolutie van de markt voor spoorvervoer met horizon 2020-2030, waarbij rekening gehouden wordt met verschillende economische vooruitzichten en verschillende beleidsopties met betrekking tot de regelgeving;

- onderzoeken waar en wanneer knelpunten kunnen verwacht worden; hoe deze knelpunten op korte termijn kunnen vermeden worden via een betere benutting en zonder belangrijke bijkomende investeringen; en tenslotte, hoe de knelpunten op lange termijn opgevangen kunnen worden via verdere optimalisering van de benutting en via nieuwe investeringen;

- voorstellen formuleren voor acties op korte termijn: optimalisatie van de benuttiging van de capaciteit, inventaris van

d'attention susceptibles de déboucher sur un service des trains plus ponctuel, benchmarking avec l'étranger, gestion de la capacité et gestion du trafic, et ajustement limité du plan d'investissement 2008-2012;

- formuler des propositions d'actions à long terme: si possible, poursuite de l'optimalisation de la capacité et des méthodes de travail, et élaboration d'un plan d'investissement 2013-2025.

Les résultats de cette étude devront être disponibles au plus tard dix-huit mois après la signature du présent contrat.

maatregelen en aandachtspunten die tot een stiptere treindienst kunnen leiden, benchmarking met het buitenland, capaciteitsbeheer en verkeersleiding en beperkte bijsturing van het investeringsplan 2008-2012;

- voorstellen formuleren voor acties op lange termijn: verdere optimalisatie van de capaciteit en de werkwijzen waar mogelijk, en ontwerp van een investeringsplan 2013- 2025.

De resultaten van deze studie moeten beschikbaar zijn uiterlijk achttien maanden na ondertekening van dit contract.

B. Les cinq missions de service public d'Infrabel

Art. 3

Infrabel assume les missions de service public qui lui sont imparties par l’article 199 de la Loi sur les entreprises publiques et la réglementation en vigueur:

1° l’acquisition, la construction, le renouvellement, l’entretien et la gestion de l’infrastructure ferroviaire;

2° la gestion des systèmes de régulation et de sécurité de cette infrastructure;

3° la fourniture aux entreprises ferroviaires des services tels que définis par la Loi sur l’infrastructure;

4° la répartition des capacités de l’infrastructure ferroviaire disponibles, dans le respect des principes et procédures définis par la Loi sur l’infrastructure et ses arrêtés d’exécution;

5° la tarification, la facturation et la perception des redevances d’utilisation de l’infrastructure ferroviaire et des services visés au 3°, dans le respect des principes et procédures définis par la loi et ses arrêtés d’exécution.

À titre transitoire et jusqu’à l’achèvement des dossiers en cours, en application de l’article 60 de la Loi sur la sécurité de l’exploitation, Infrabel continue à assumer la certification du personnel des entreprises ferroviaires et du matériel roulant amenés à circuler sur l’infrastructure ferroviaire belge.

1. Première mission: Garantir une infrastructure performante

B. De vijf opdrachten van openbare dienst van Infrabel

Art. 3

Infrabel neemt de opdrachten van openbare dienst op zich die haar zijn toegewezen in artikel 199 van de Wet Overheidsbedrijven en in de geldende reglementering:

1° de verwerving, de bouw, de vernieuwing, het onderhoud en het beheer van de spoorweginfrastructuur;

2° het beheer van de regel- en veiligheidssystemen van die infrastructuur;

0x xxx xxxxxxx xxx xxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx zoals bepaald in de Wet Infrastructuur;

4° de verdeling van de beschikbare capaciteiten van de spoorweginfrastructuur, met inachtneming van de principes en procedures die door de Wet Infrastructuur en haar uitvoeringsbesluiten zijn vastgelegd;

5° de tarifering, de facturering en de inning van de vergoedingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur en diensten onder 3°, volgens de principes en de procedures die door de wet en haar uitvoeringsbesluiten zijn vastgelegd;

Bij wijze van overgang en tot de dossiers in behandeling afgerond zijn, blijft Infrabel volgens artikel 60 van de Wet Exploitatieveiligheid instaan voor de certificering van het personeel van de spoorwegondernemingen en van het rollend materieel dat op de Belgische spoorweginfrastructuur zal rijden.

1. Eerste opdracht:

Zorgen voor een performante infrastructuur

a. Infrastructure

Art. 4

La description de l'infrastructure ferroviaire

a. Infrastructuur

Art. 4

De omschrijving van de spoorinfrastructuur

figure en annexes 6 et 6.1. bevindt zich in de bijlagen 6 en 6.1.

b. Entretien et gestion de l'infrastructure

Art. 5

Les travaux d'entretien courant sont programmés dans le cadre de blancs-travaux. Les blancs-travaux sont des capacités réservées lors de l'élaboration des horaires. Une vue d'ensemble des blancs-travaux est disponible dans le document de référence du réseau.

Infrabel s'efforce de faire coïncider au mieux les blancs-travaux avec le temps effectif nécessaire pour l'exécution de l'entretien afin que la capacité puisse être utilisée de manière optimale par les entreprises ferroviaires.

Les travaux effectués en vue du maintien (travaux de renouvellement des voies) ou de l'accroissement de la capacité et les travaux ayant une forte incidence sur le trafic sont programmés dans l'horaire sous forme de réservations de capacité. L'incidence de ces réservations de capacité sur le trafic peut être incorporée dans l'horaire des trains ou si nécessaire, faire l'objet d'une modification temporaire de l'horaire.

Infrabel se concerte avec les entreprises ferroviaires concernées afin de déterminer les modifications d'horaire requises pour l'exécution des travaux.

Infrabel met tout en œuvre afin que ces modifications soient compatibles avec les objectifs stratégiques de ces entreprises. Elle informe le Régulateur du résultat des négociations éventuelles avec les entreprises ferroviaires et des mesures qu’elle met en œuvre.

b. Onderhoud en beheer van de infrastructuur

Art. 5

De werken voor gewoon onderhoud worden geprogrammeerd aan de hand van werkvensters. De werkvensters zijn capaciteiten die worden gereserveerd bij het opstellen van de dienstregeling. Een overzicht van de werkvensters is beschikbaar in de Netverklaring.

Infrabel streeft ernaar om de werkvensters zo goed mogelijk te laten samenvallen met de effectieve tijd nodig om het onderhoud uit te voeren zodat de capaciteit optimaal kan worden gebruikt door de spoorwegondernemingen.

De werken die worden uitgevoerd met het oog op het behoud (spoorvernieuwingswerken) of de uitbreiding van de capaciteit en de werken die een grote weerslag hebben op het verkeer worden in de dienstregeling geprogrammeerd in de vorm van capaciteitsvoorzieningen. De weerslag van die capaciteitsvoorzieningen op het verkeer kan verwerkt zijn in de treindienstregeling of indien nodig het voorwerp zijn van een tijdelijke wijziging van de dienstregeling.

Infrabel overlegt met de betrokken spoorwegondernemingen om de wijzigingen in de dienstregeling te bepalen die nodig zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden.

Infrabel stelt alles in het werk opdat die wijzigingen in overeenstemming zouden zijn met de strategische doelstellingen van die ondernemingen. Ze informeert de Regulator over de resultaten van de eventuele onderhandelingen met de spoorwegonder- nemingen en over de maatregelen die ze treft.

2. Deuxième mission:

Garantir un trafic ferroviaire fluide et sûr

a. Régulation du réseau

Art. 6

Infrabel est chargée de gérer le trafic ferroviaire de manière sûre en évitant les conflits de circulation, et de commander le fonctionnement des éléments de l'infrastructure (aiguillages et signalisation) à cet effet. Infrabel prend toutes dispositions pour assurer et améliorer la régularité et la fiabilité du trafic.

Afin de garantir le niveau de service et de qualité de l’infrastructure ferroviaire et la compatibilité avec les circulations programmées des trains, Infrabel se concerte avec les entreprises ferroviaires.

Des normes minimales à respecter sont établies pour la mise en place d’un service des trains robuste pour le service public. Les accords à ce sujet, qui concernent donc exclusivement le transport intérieur de voyageurs, sont repris de commun accord dans une convention entre Infrabel et la SNCB. (4)

b. Application et contrôle des normes techniques et règles de sécurité

Art. 7 Abrogé(1)

c. Ordre de priorité en temps réel

Art. 8

Infrabel gère la répartition effective des sillons en temps réel de manière à atteindre une régularité et une fluidité optimales des

2. Tweede opdracht:

Vlot en veilig treinverkeer verzekeren

a. Regulering van het net

Art. 6

Infrabel is verantwoordelijk voor het conflictvrij en veilig leiden van het treinverkeer en het daartoe bedienen van de infrastructuur (wissels en seinen). Infrabel treft alle maatregelen om de stiptheid en de betrouwbaarheid van het verkeer te verzekeren en te verbeteren.

Om het niveau van dienstverlening en kwaliteit van de spoorweginfrastructuur te waarborgen en te zorgen voor een compatibiliteit met het geprogrammeerde treinverkeer, pleegt Infrabel overleg met de spoorwegondernemingen.

Minimaal te respecteren normen worden vastgelegd voor de opmaak van een robuuste treindienst voor publieke dienstverlening. De afspraken dienaangaande - die dus exclusief betrekking hebben op nationaal reizigersvervoer - worden in gemeenschappelijk overleg in een overeenkomst vastgelegd tussen Infrabel en de NMBS. (4)

b. Toepassing en controle van de technische normen en veiligheidsregels

Art. 7 Opgeheven(1)

c. Voorrangsregels in realtime

Art. 8

Infrabel beheert de effectieve verdeling van de rijpaden in realtime opdat een optimale stiptheid en vlotheid van het verkeer op het net

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

circulations sur le réseau, en veillant à ce que les circulations de types différents s’intègrent harmonieusement. Elle s’assure constamment que sa gestion en temps réel des sillons est compatible avec la bonne exécution des missions de service public du Groupe SNCB.

wordt bereikt, en waarbij erover gewaakt wordt dat de verschillende verkeerstypes harmonieus geïntegreerd worden. Ze verzekert zich er constant van dat haar beheer in realtime van de rijpaden verenigbaar is met de goede uitvoering van de opdrachten van openbare dienst van de NMBS-groep.

3. Troisième mission:

Fournir des services ferroviaires aux sociétés de chemin de fer

3. Derde opdracht:

Spoorgebonden diensten leveren aan spoorwegondernemingen

Art. 9

La teneur des services fournis par le gestionnaire de l’infrastructure aux entreprises ferroviaires est définie à l’annexe I de la Loi sur l’infrastructure et reprise dans le document de référence du réseau.

Infrabel aidera toute entreprise ferroviaire ayant une demande spécifique concernant un service ferroviaire non offert par Infrabel à trouver une solution adaptée. Les noms des personnes de contact sont mentionnés dans le Document de Référence du Réseau.

4. Quatrième mission:

Attribuer la capacité aux entreprises ferroviaires de manière équitable et non discriminatoire

Art. 9

De inhoud van de diensten die de infrastructuurbeheerder aan de spoorwegondernemingen levert is in bijlage I van de Wet Infrastructuur bepaald en in de Netverklaring overgenomen.

Infrabel zal elke spoorwegonderneming die een specifieke vraag heeft over een spoorgebonden dienst die niet door Infrabel aangeboden wordt, helpen bij het vinden van een geschikte oplossing. De namen van de contactpersonen worden vermeld in de Netverklaring.

4. Vierde opdracht:

Capaciteit toewijzen aan spoorwegondernemingen op een billijke en niet-discriminerende wijze

Art. 10

Infrabel répartit les capacités disponibles de l’infrastructure ferroviaire de manière équitable et non discriminatoire en visant une utilisation optimale de cette infrastructure et la satisfaction des besoins raisonnables des entreprises ferroviaires. Elle informe le Régulateur des mesures prises.

Infrabel peut désigner des infrastructures spécifiques à utiliser pour des types déterminés de services de transport ferroviaire après avoir organisé une concertation avec la DGTT.

Art. 10

Infrabel verdeelt de beschikbare capaciteit van de spoorweginfrastructuur op een billijke en niet-discriminerende wijze met het oog op een optimaal gebruik van deze infrastructuur en om aan de redelijke behoeften van de spoorwegondernemingen te voldoen. Ze informeert de Regulator over de getroffen maatregelen.

Infrabel kan na overleg met DGVL specifieke infrastructuren aanduiden die voor bepaalde types van spoorvervoerdiensten gebruikt moeten worden.

Infrabel s’efforce de satisfaire toutes les demandes de capacités de l’infrastructure ferroviaire dans le respect des dispositions réglementaires et en tenant compte du calendrier du processus de répartition défini dans le document de référence du réseau.

Infrabel prend toute mesure pour faciliter l’introduction des demandes de capacités des entreprises ferroviaires ainsi que l’établissement de sillons qui empruntent le réseau de plusieurs gestionnaires d’infrastructures ferroviaires. À cette fin, elle s’efforce d’utiliser les technologies de l’information les plus avancées et contribue à assurer la meilleure coordination des systèmes de répartition des capacités pour le trafic international.

Infrabel répartira la capacité dans les faisceaux de formation des trains de voyageurs de façon à ce que cette répartition n'entrave pas l'exécution de la mission de service public transport de voyageurs en service national.

Infrabel répond à toute demande d’information de la DGTT et du Régulateur relative à l’exercice de la présente mission de service public.

5. Cinquième mission:

Fixer le tarif des sillons et des services

a. Tarification

Art. 11

Infrabel fixe les redevances d’utilisation de l’infrastructure ferroviaire pour les services qu’elle rend dans le respect des règles fixées dans la Loi sur l’infrastructure.

Infrabel spant zich in om te voldoen aan elke vraag naar spoorweginfrastructuurcapaciteit met inachtneming van de reglementaire bepalingen en rekening houdend met het tijdpad van het toewijzingsproces zoals beschreven in de Netverklaring.

Infrabel neemt alle maatregelen om het indienen van de capaciteitsaanvragen door de spoorwegondernemingen, alsook het opstellen van rijpaden die over de netten van verschillende spoorweginfrastructuurbeheerders lopen, te vergemakkelijken. Ze spant zich in om de meest geavanceerde informatietechnologie in te zetten en draagt bij tot een betere coördinatie van de stelsels voor toewijzing van capaciteiten voor het internationaal verkeer.

Infrabel zal de capaciteit in de vormingsbundels van de reizigerstreinen zodanig verdelen dat deze verdeling de uitvoering van de opdracht van openbare dienst reizigersvervoer in nationale dienst niet in het gedrang brengt.

Infrabel antwoordt op elke vraag om informatie van DGVL en de Regulator over de uitvoering van deze opdracht van openbare dienst.

5. Vijfde opdracht:

Het tarief voor rijpaden en diensten vastleggen

a. Bepaling van de tarieven

Art. 11

Infrabel bepaalt de vergoedingen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur voor de door haar geleverde diensten in naleving van de regels vastgelegd in de Wet Infrastructuur.

La manière dont Infrabel fixe la redevance d'utilisation doit être transparente.

L'application de la redevance vis-à-vis des différents exploitants doit être non discriminatoire. Infrabel doit être capable de prouver que les redevances d'utilisation de l'infrastructure qui sont réellement facturées à

De wijze waarop Infrabel de gebruiksvergoeding bepaalt, moet transparant zijn.

De toepassing van de gebruiksvergoeding t.o.v. de verschillende exploitanten moet niet- discriminerend zijn. Infrabel moet kunnen aantonen dat de vergoedingen voor het gebruik van de infrastructuur die aan elke exploitant

chaque exploitant conformément aux articles 49 à 60 de la Loi sur l’infrastructure et ses arrêtés d'exécution, sont conformes à la méthode, à la réglementation et, le cas échéant, aux barèmes définis dans le document de référence du réseau.

L’indexation des prix unitaires a lieu chaque année au 1er janvier. Cette indexation correspond à une moyenne pondérée de

« l’indice santé » (65%) et de « l’indice services » (35%) des prix à la consommation. L’indice de référence est celui du mois de novembre qui précède l’adaptation de l’indice.

Infrabel met à disposition sur son site Internet (business corner) un outil de simulation des prix grâce auquel une entreprise ferroviaire peut encoder un trajet spécifique - national ou international – et obtenir l'ordre de prix attendu pour ce trajet. Si l'entreprise ferroviaire souhaite des informations tarifaires complémentaires, Infrabel lui fournira ces informations dans les meilleurs délais.

b. Etude concernant les paramètres tarifaires

Art. 12

Infrabel a entamé une étude visant à objectiver les paramètres utilisés dans le calcul des redevances. Cette étude vise également à mieux structurer les redevances dans la perspective d'une optimalisation de l'usage de l'infrastructure. Dans ce contexte, Infrabel a établi un modèle d'attribution des coûts aux divers produits selon la méthodologie générale définie dans la décision du 6 décembre 2007 du Régulateur. Le modèle sera affiné et adapté progressivement. Sur la base des résultats émanant de ce modèle, Infrabel justifiera et calibrera la valeur des différents paramètres utilisés dans les formules de calcul de la redevance d'utilisation. Infrabel proposera une adaptation des paramètres utilisés dans la formule de tarification afin de les accorder aux

daadwerkelijk gefactureerd worden overeenkomstig de artikels 49 tot 60 van de Wet Infrastructuur en haar uitvoeringsbesluiten, conform zijn met de methodologie, de voorschriften en, indien van toepassing, met de parameters van de Netverklaring.

De indexering van de eenheidsprijzen gebeurt elk jaar op 1 januari. Deze indexering stemt overeen met een gewogen gemiddelde van de “gezondheidsindex” (65%) en de “dienstenindex” (35%) van de consumptieprijzen. De referentie-index is deze van de maand november die aan de indexaanpassing voorafgaat.

Infrabel voorziet op haar website (business corner) een prijssimulatietool aan de hand waarvan een spoorwegonderneming een specifiek - nationaal of internationaal - traject kan ingeven en hiervoor de verwachte grootteorde van prijs kan terugvinden. Indien bijkomende prijsinformatie gewenst wordt door de spoorwegonderneming, verleent Infrabel alle nodige informatie binnen een zo kort mogelijke termijn.

b. Studie over de tariefparameters

Art. 12

Infrabel heeft een studie aangevat om de bij de berekening van de vergoedingen gebruikte parameters objectiever te maken. Deze studie is tevens bedoeld om de vergoedingen beter te structureren met het oog op een optimaal gebruik van de infrastructuur. In dit kader heeft Infrabel een model opgesteld voor de toerekening van de kosten aan de diverse producten, overeenkomstig de algemene methodologie die in de beslissing van 6 december 2007 van de Regulator is bepaald. Het model zal verfijnd en gaandeweg aangepast worden. Op basis van de uit dat model voortvloeiende resultaten zal Infrabel de waarde van de verschillende parameters in de berekeningsformules voor de gebruiksvergoeding onderbouwen en verfijnen.

notions des coûts proposées par la réglementation européenne ainsi qu’aux meilleures pratiques internationalement reconnues dans ce domaine.

Les étapes suivantes ont déjà été franchies :

− le 1/1/2010: introduction du système ERP SAP;

− 2010: conversion du modèle de coûts développé en 2007 vers SAP;

− 31/12/2010: rapport sur la méthodologie du modèle de coûts dans SAP et mise en œuvre de ce modèle;

− 31/12/2012: rapport global sur une première évaluation de l'objectivation possible des paramètres.

Infrabel poursuit les études en cours, en tenant également compte d’éventuelles modifications de la réglementation européenne et des meilleures pratiques internationalement reconnues. Le SPF Mobilité et Transports reste étroitement impliqué dans cette étude et reçoit annuellement un rapport sur l'état d'avancement de cette dernière. Une fois par an, une réunion de concertation est organisée entre le SPF Mobilité et Transports et Infrabel pour discuter de ces évolutions. (4)

Infrabel zal een aanpassing voorstellen van de parameters die in de tariferingsformule gebruikt worden, zodat er overeenstemming wordt bereikt met de kostenbegrippen die in de Europese regelgeving zijn vooropgesteld alsook met internationaal erkende best practices in deze materie.

Volgende stappen werden reeds verwezenlijkt:

− op 1/1/2010: invoering van het ERP- systeem SAP;

− 2010: omzetting van het in 2007 ontwikkeld kostentoerekeningsmodel naar SAP;

− 31/12/2010: rapport over de methodologie van het kostenmodel in SAP en de invulling van dit model;

− 31/12/2012: uitgebreid rapport m.b.t. een eerste evaluatie van de mogelijke objectivering van de parameters.

Infrabel zet de lopende studies verder, tevens rekening houdend met de mogelijke evoluties in de Europese regelgeving en de internationaal erkende best practices. De FOD Mobiliteit en Vervoer blijft van nabij betrokken bij deze studie en zal jaarlijks een rapport ontvangen over de voortgang van de studie. Eén keer per jaar zal een overlegvergadering tussen de FOD Mobiliteit en Vervoer en Infrabel worden georganiseerd om deze voortgang te bespreken.

(4)

c. Surveillance

Art. 13

La DGTT et le Régulateur peuvent consulter tous les éléments qui interviennent dans le calcul de la redevance. À sa demande, le Régulateur a un droit de regard sur les factures établies par Infrabel concernant la redevance d'utilisation de l'infrastructure.

c. Toezicht

Art. 13

DGVL en de Regulator mogen alle elementen raadplegen die medebepalend zijn bij het berekenen van de vergoeding. Op zijn verzoek heeft de Regulator inzagerecht in de facturen die Infrabel opstelt aangaande de vergoeding voor het gebruik van de infrastructuur.

(4)

II. Sécurité II. Veiligheid

A. Sécurité d'exploitation

1. Gestion de crise

A. Exploitatieveiligheid

1. Crisisbeheer

Art. 14

Le plan d’urgence et d’intervention est un élément essentiel du système de gestion de la sécurité d’Infrabel. Infrabel gère les situations de crise conformément aux dispositions de ce plan et en accord avec les autorités publiques compétentes.

2. Mise en service des sous-systèmes

Art. 14

Het nood- en interventieplan is een essentieel element van het veiligheidsbeheersysteem van Infrabel. Infrabel beheert de noodsituaties conform de bepalingen van dat plan en in overleg met de bevoegde overheden.

2. Indienststelling van subsystemen

Art. 15

Dans le cas de projets d’investissement ferroviaire nécessitant une autorisation de mise en service de sous-systèmes par le SSICF, Infrabel constituera depuis le début de l’étude du projet, un dossier de mise en service à adapter en fonction des évolutions.

Afin de répondre au mieux aux dispositions du Titre IV de l’arrêté royal du 28 décembre 2006 relatif à l’interopérabilité du système ferroviaire européen à grande vitesse et du système européen conventionnel, Infrabel et le SSICF se sont concertés pour mettre en place les procédures les plus adéquates. Un schéma de procédure adopté en commun est publié sur le site du SPF Mobilité et Transports.

Chaque trimestre, Infrabel transmettra à la DGTT un rapport expliquant l'état d'avancement de tous les dossiers en cours.

3. Sécurité des passages à niveau

Art. 15

Bij investeringsprojecten waarvoor de toelating tot indienststelling van subsystemen vereist is vanwege DVIS, stelt Infrabel van bij het begin van de studie een indienststellingsdossier op dat wordt aangepast volgens de evolutie.

Om zo goed mogelijk te beantwoorden aan de bepalingen van Titel IV van het koninklijk besluit van 28 december 2006 betreffende de interoperabiliteit van het trans-Europese hogesnelheidsspoorwegsysteem en van het conventionele spoorwegsysteem, hebben Infrabel en DVIS overleg gepleegd om de efficiëntste procedures toe te passen. Er wordt een gemeenschappelijk aanvaarde procedure gepubliceerd op de website van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

Ieder kwartaal zal Infrabel een verslag overmaken aan DGVL waarin de status van alle lopende dossiers toegelicht wordt.

3. Veilige overwegen

Art. 16

Infrabel établit un plan "Passages à niveau 2008-2015" visant à améliorer de manière structurelle la sécurité aux passages à niveau et met en oeuvre ce plan comme il se doit.

Art. 16

Infrabel stelt een plan “Overwegen 2008-2015” op om de veiligheid aan de overwegen structureel te verbeteren en voert dit plan naar behoren uit.

Ce plan vise, pour la fin 2015, à réduire de 25% par rapport à 2007 le nombre annuel d'accidents aux passages à niveau et le nombre de personnes contusionnées, blessées et décédées lors d'accidents aux passages à niveau situés sur des voies gérées par Infrabel et en dehors des zones portuaires. Infrabel se concertera avec les autorités portuaires afin de réduire également les accidents dans les zones portuaires. Le plan s'inscrit dans une vision à long terme, le but étant de poursuivre encore après 2015 cette tendance à la baisse du nombre d'accidents.

Lors de l'établissement de ce plan, Infrabel tient compte des expériences vécues lors du "Plan stratégique 2005-2007 relatif aux passages à niveau". La suppression de passages à niveau, la diminution du nombre de passages à niveau de 3ème et de 4ème catégorie, l'exécution d'adaptations de la voirie et des voies (notamment adaptation de la signalisation) et l'organisation de campagnes de sensibilisation, qui constituaient le coeur du plan 2005-2007, continuent à faire partie du nouveau plan.

Le nouveau plan "Passages à niveau 2008- 2015" sera cependant étayé par les résultats des analyses de risques qui ont été réalisées au moyen du modèle de calcul qu'Infrabel s'est procuré en 2007. Le plan prévoira ensuite un projet-pilote pour l'installation de poteaux- radars dotés de caméras électroniques aux passages à niveau dont on sait que la signalisation est fréquemment négligée par les usagers de la route. Pour l’installation de ces poteaux-radars et le traitement des données, Infrabel se concertera avec les autorités compétentes en la matière. En cas d'évaluation positive de ce projet-pilote, l'installation de ces poteaux-radars sera reprise de manière standard dans le plan pour une série de passages à niveaux.(1)

Le plan mentionne les moyens financiers qu'Infrabel inscrit chaque année à son budget

Dit plan streeft ernaar om tegen eind 2015 het jaarlijks aantal ongevallen aan overwegen en het aantal gekneusde, gekwetste en dodelijke slachtoffers bij ongevallen aan overwegen - gelegen op de sporen beheerd door Infrabel en buiten de havengebieden - met 25 % te doen afnemen ten opzichte van deze aantallen in 2007. Infrabel zal overleg plegen met de havenautoriteiten om de ongevallen in de havengebieden eveneens te beperken. Het plan kadert in een langetermijnvisie om deze vooropgestelde dalende trend van xxx xxxxxx xxxxxxxxxx xxx xx 0000 xxxxxx xx xxxxxx.

Bij het opstellen van dit plan houdt Infrabel rekening met de ervaringen opgedaan met het ”Strategisch Plan 2005-2007 inzake overwegen”. Het afschaffen van overwegen, het verminderen van het aantal overwegen van 3de en 4de categorie, het uitvoeren van weg- en spoorwegaanpassingen (o.a. aanpassing signalisatie) en het organiseren van sensibiliseringscampagnes, die de essentie vormden van het plan 2005-2007, blijven onderdeel uitmaken van het nieuwe plan.

Het nieuwe plan “Overwegen 2008-2015” zal echter onderbouwd zijn met de resultaten van de risicoanalyses, uitgevoerd met het in 2007 door Infrabel aangeschafte rekenmodel. Voorts zal het plan voorzien in een proefproject voor de plaatsing van flitspalen met elektronische camera’s aan overwegen waarvan geweten is dat de weggebruiker courant de signalisatie negeert. Voor de installatie van deze flitspalen en de verwerking van de gegevens zal Infrabel overleg plegen met de voor deze materie bevoegde overheden. Bij een positieve evaluatie van dit proefproject zal de plaatsing van dergelijke flitspalen aan een aantal geselecteerde overwegen in het plan opgenomen worden.

Het plan maakt melding van de financiële middelen die Infrabel jaarlijks inschrijft in haar budget voor de uitvoering ervan.

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

pour l'exécution de cette mesure.

Le plan "Passages à niveau 2008-2015" est présenté à la validation de la DGTT et à l'approbation des Ministres de la Mobilité et des Entreprises publiques au plus tard six mois après signature du présent contrat.

Infrabel rédige chaque année un rapport d'avancement relatif à l'exécution de ce plan. Le premier rapport est envoyé aux Ministres de la Mobilité et des Entreprises publiques via la DGTT au plus tard un an après la présentation du plan pour validation. Le rapport mentionne non seulement les activités réalisées au cours de l'année écoulée, mais les confronte aussi au planning. Le rapport mentionnera au moins les indicateurs de prestation suivants: le nombre de campagnes de sensibilisation réalisées, le nombre de passages à niveau supprimés, le nombre de changements de catégorie réalisés, le nombre d'adaptations de la voirie et des voies, le nombre d'accidents, de personnes contusionnées, blessées et décédées, le budget utilisé/prévu.

4. Lignes touristiques

Het plan “Overwegen 2008-2015” is beschikbaar ter validatie door DGVL en goedkeuring door de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven uiterlijk zes maanden na ondertekening van dit contract.

Infrabel maakt jaarlijks een voortgangsrapport op over de uitvoering van het plan. Het eerste rapport wordt via DGVL aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven gestuurd uiterlijk één jaar na voorlegging ter validatie van het plan. Het rapport vermeldt niet alleen de in het afgelopen jaar uitgevoerde activiteiten, maar toetst ze eveneens aan de planning. Minstens volgende prestatie-indicatoren worden in dit rapport vermeld: het aantal gerealiseerde sensibiliseringscampagnes, het aantal afgeschafte overwegen, het aantal gerealiseerde categorieverhogingen, xxx xxxxxx xxx- xx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx, xxx xxxxxx xxxxxxxxxx, xxxxxxxxx, gekwetste en dodelijke slachtoffers, het uitgegeven/geplande budget.

4. Toeristische lijnen

Art. 17

Au moment de la signature du présent contrat, les cinq lignes suivantes sont exploitées par des tiers à des fins touristiques:

a) ligne 132 Mariembourg – Treignes;

b) ligne 21A/21B Winterslag – Genk;

c) ligne 128 Ciney - Spontin;

d) ligne 00 Xxxxxxxx – Eeklo;

e) ligne 52 Baasrode – Dendermonde.

A la demande du SSICF, préalablement à chaque saison touristique et en toutes hypothèses au minimum une fois par an, Infrabel, en tant qu’assistant technique du SSICF, contrôle la conformité des lignes touristiques précitées aux normes nationales de sécurité.

De tels contrôles s’effectuent sous l’autorité du SSICF auquel un rapport final sur l’état de l’infrastructure est remis par Infrabel dans les

Art. 17

Bij het ondertekenen van dit contract, worden de volgende vijf lijnen uitgebaat door derden voor toeristische doeleinden:

a) lijn 132 Mariembourg – Treignes;

b) lijn 21A/21B Winterslag – Genk;

c) lijn 128 Ciney – Spontin;

d) lijn 00 Xxxxxxxx – Eeklo;

e) lijn 52 Baasrode – Dendermonde.

Op verzoek van DVIS controleert Infrabel, in de hoedanigheid van technisch assistent van DVIS, vóór de aanvang van ieder toeristisch seizoen en hoe dan ook eenmaal per jaar de conformiteit van de voormelde toeristische lijnen met de nationale veiligheidsnormen.

Zulke controles worden uitgevoerd onder het gezag van DVIS, aan wie Infrabel binnen vijftien dagen na de controle een eindverslag

quinze jours de la visite.

Les prestations de contrôle d’Infrabel sont à la charge du tiers qui occupe les infrastructures contrôlées.

over de staat van de infrastructuur bezorgt.

De controleprestaties van Infrabel zijn ten laste van de derde die de gecontroleerde infrastructuren gebruikt.

5. Plan d'action en vue de prévenir les dépassements de signaux (3)

5. Actieplan preventie

seinvoorbijrijdingen (3)

Art. 17bis.

Infrabel développe en collaboration avec les entreprises ferroviaires un "Plan d'action en vue de prévenir les dépassements de signaux 2012-2015".

Ce plan d’action sera complété si nécessaire, en tenant compte de l’analyse et des recommandations relatives aux dépassements de signaux du SSICF.

Le plan d’action contient des indicateurs clé de prestation objectivement vérifiables qui permet- tent le monitoring de son application; son objectif est de réduire annuellement au cours de la période 2012-2015 le nombre de dépassements de signaux pour lesquels le point critique a été dépassé, par train-kilomètre parcouru sur les voies principales et sur les voies secondaires qui donnent accès aux voies principales. Le nombre de dépassements de signaux (tels que définis précédemment) au cours de l’année 2010 sert de référence.

L’Etat belge demande à Infrabel de viser d’ici 2015, conjointement avec les opérateurs ferroviaires et le SSICF, une diminution globale du niveau de risque conformément à ce que prévoit l’article 59 bis.

Infrabel envoie ce plan d'action aux Ministres des Entreprises publiques et de la Mobilité, au Service Entreprises publiques et Politique ferroviaire du SPF Mobilité et Transports (ci- après: « SEPPF ») et au SSICF dans les 4 mois

Art. 17bis.

Infrabel stelt, in samenwerking met de spoorwegondernemingen, een "Actieplan preventie seinvoorbijrijdingen 2012-2015" op.

Dit actieplan zal zo nodig aangevuld worden, rekening houdend met de analyse en de aanbevelingen over seinvoorbijrijdingen van DVIS.

Het actieplan bevat objectief verifieerbare kernprestatie-indicatoren die de monitoring van de uitvoering mogelijk maken en streeft na dat het aantal seinvoorbijrijdingen per gereden treinkm in hoofdspoor en in bijspoor dat toegang geeft tot hoofdspoor, waarbij het gevaarlijke punt bereikt wordt, jaarlijks daalt over de periode 2012-2015. Hierbij worden het aantal seinvoorbijrijdingen (zoals hierboven gedefinieerd) in het jaar 2010 als referentie genomen.

De Belgische Staat vraagt aan Infrabel om samen met de spoorwegondernemingen en DVIS tegen 2015 een globale vermindering van het risiconiveau te beogen, in overeenstemming met hetgeen bepaald is in artikel 59 bis.

Infrabel stuurt, dit actieplan aan de Ministers van Overheidsbedrijven en van Mobiliteit, de Dienst Overheidsbedrijven en Spoorbeleid van de FOD Mobiliteit en Vervoer (hierna: “DOS”) en DVIS uiterlijk vier maanden na de

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

suivant l’entrée en vigueur du présent alinéa. inwerkingtreding van de huidige alinea.

Les éventuels compléments apportés au plan sont envoyés à ces mêmes parties.

Infrabel réalise sa propre part dudit plan en tant que gestionnaire d’infrastructure et en tant qu’utilisateur de l'infrastructure ferroviaire.

Infrabel rapporte chaque trimestre, via le rapportage existant sur son Plan global de Sécurité, sur la réalisation de ce plan d'action aux Ministres des Entreprises publiques et de la Mobilité, au SEPPF et au SSICF. Le rapport comprend, si nécessaire, les mesures correctrices prises par les différentes parties concernées pour atteindre l'objectif commun.

Infrabel dispose d'un point de contact auquel tous les opérateurs ferroviaires peuvent communiquer des problèmes affectant la sécurité, notamment des difficultés au niveau de la signalisation. Ce point de contact vient compléter les prescriptions de sécurité existantes. Il est accessible via une application sur le site web Railaccess.

Infrabel fournit dans les 14 jours, à toutes les entreprises ferroviaires, un feedback sur la légitimité de toute communication reçue via cette application et sur les possibles démarches ultérieures.

En collaboration avec les entreprises ferroviaires et le SSICF, Infrabel réalise, pour tous les signaux dépassés plus d'une fois au cours d'une période de 24 mois, une action spécifique, en cohérence avec le « Plan d'action en vue de prévenir les dépassements de signaux 2012-2015 ».

Cette action spécifique doit être définie dans les trois mois qui suivent la constatation du deuxième dépassement du même signal et doit fixer un délai de mise en œuvre réaliste et vérifiable.

S’il s’agit d’un dépassement de signal pour lequel le point critique a été dépassé, une action sera prise aussi vite que possible.

Eventuele aanvullingen van het plan worden aan dezelfde partijen toegestuurd.

Infrabel voert zijn eigen aandeel van dit plan, in zijn hoedanigheid van infrastructuurbeheerder en van gebruiker van de spoorweginfrastructuur, uit.

Infrabel rapporteert elk kwartaal, via de reeds bestaande rapportering over haar Globaal Veiligheidsplan, over de uitvoering van dit actieplan aan de Ministers van Overheidsbedrijven, en van Mobiliteit, DOS en DVIS. Het rapport bevat desgevallend de corrigerende maatregelen die de verschillende betrokken partijen nemen om het gemeenschappelijke streefdoel te halen.

Infrabel beschikt over een meldpunt, waar alle spoorwegondernemingen en hun treinbestuurders veiligheidsproblemen, waaronder moeilijkheden op het vlak van seininrichting, kunnen melden. Dit meldpunt vormt een aanvulling op de bestaande veiligheidsvoorschriften. De melding gebeurt via een toepassing op de website Railaccess.

Infrabel geeft aan alle spoorwegondernemingen binnen de 14 dagen feedback betreffende de gerechtvaardigheid en de mogelijke volgende stappen voor elke melding die via deze toepassing wordt ontvangen.

Infrabel voert, in samenwerking met de spoorwegondernemingen en DVIS, voor alle seinen die meer dan eenmaal voorbijgereden werden in een periode van 24 maanden, een specifieke actie uit, coherent met het globale

« Actieplan preventie seinvoorbijrijdingen 2012-2015 ».

Deze specifieke actie wordt gedefinieerd binnen de drie maanden na de vaststelling van de tweede seinvoorbijrijding en zal een realistische en controleerbare uitvoertermijn voorop stellen.

Indien het een seinvoorbijrijding betreft waarbij het gevaarlijke punt werd bereikt, zal er zo snel mogelijk actie ondernomen worden.

Infrabel rapporte chaque trimestre, via le Infrabel rapporteert elk kwartaal, via de reeds

rapportage existant sur son Plan global de Sécurité, au SEPPF et au SSICF sur les communications reçues, les actions entreprises, les plans d'action spécifiques et leur mise en place.(3)

bestaande rapportering over haar Globaal Veiligheidsplan, aan DOS en DVIS over de geregistreerde meldingen en de ondernomen acties, de specifieke actieplannen en hun uitvoering.(3)

6. Culture de la sécurité (3) 6. Veiligheidscultuur (3)

Art. 17ter.

Infrabel établit un "Plan d'action pour une culture et une discipline de sécurité applicables opérationnellement".

Ce plan d'action décrit de quelle manière Infrabel peut évoluer vers une organisation en apprentissage avec une culture d'entreprise axée sur la prévention et l'apprentissage par l'expérience.

Infrabel recherche la possibilité de faire concorder ce plan d’action avec ses clients et les autres parties prenantes pertinentes.

Ce plan d'action fait l’objet d’un premier audit effectué par le SSICF afin de fixer une mesure de référence du niveau actuel de la culture de la sécurité existante au sein de l’entreprise. Cet audit comportera également un benchmarking portant sur les cultures et disciplines de sécurité qui existent dans d'autres secteurs sensibles en matière de sécurité et qui sont transposables opérationnellement.

Trois ans après la réalisation de l’audit initial, le SSICF effectuera un audit de suivi qui doit permettre de mesurer les résultats obtenus.

Au plus tard le 30 juin 2013, Infrabel envoie ce plan d'action et, dès qu'ils seront disponibles, le benchmarking et les résultats des audits aux Ministres des Entreprises publiques et de la Mobilité, au SEPPF et au SSICF. (3)

Art. 17ter.

Infrabel stelt een “Actieplan operationeel toepasbare veiligheidscultuur en veiligheidsdiscipline” op.

In dit actieplan wordt aangegeven op welke wijze Infrabel kan evolueren naar een lerende organisatie met een bedrijfscultuur gericht op preventie en leren uit ervaring.

Infrabel onderzoekt de mogelijkheid om dit actieplan af te stemmen met zijn klanten en andere relevante stakeholders.

Dit actieplan wordt een eerste maal door DVIS geauditeerd om een nulmeting op te stellen van het huidige niveau van de aanwezige veiligheidscultuur. Deze audit zal eveneens een benchmarking bevatten over operationeel toepasbare veiligheidscultuur en veiligheidsdiscipline in andere veiligheidsgevoelige sectoren.

Drie jaar na afloop van de initiële audit zal DVIS een opvolgingsaudit uitvoeren die moet toelaten om de bereikte resultaten te meten.

Infrabel stuurt uiterlijk op 30 juni 2013 dit actieplan en, van zodra deze beschikbaar zijn, de resultaten van de audits en de benchmarking, aan de Ministers van Overheidsbedrijven en van Mobiliteit, DOS en DVIS. (3)

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

B. Plan d'action relatif aux suicides

Art. 18

Sur la base des statistiques d'accidents des dix dernières années, Infrabel établit une liste des endroits qui, plus que d'autres, sont exposés aux suicides ou tentatives de suicide (par ex. ligne de chemin de fer située à proximité d'un centre psychiatrique). Cette liste est accompagnée d'un plan d'action préalablement concerté avec différentes parties concernées (centres psychiatriques, ministres communautaires concernés, autorités locales telles que les administrations communales et les zones de police) et qui énumère les mesures visant à réduire le nombre de suicide ou de tentatives de suicides à ces endroits.

Infrabel transmet cette liste et le plan d'action correspondant aux Ministres de la Mobilité et des Entreprises publiques via la DGTT au plus tard six mois après la signature du présent contrat.

En collaboration avec toutes les parties concernées, Infrabel exécute ce plan d'action comme il se doit dans un délai de trois ans suivant la date de signature du présent contrat.

B. Actieplan met betrekking tot zelfdodingen

Art. 00

Xxx xx xxxx xxx xx xxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxx xx xxxxxxx tien jaar stelt Infrabel een lijst op van de plaatsen die, meer dan andere, gevoelig zijn voor zelfdodingen of pogingen daartoe (vb. spoorweg in de nabijheid van een psychiatrisch centrum). Deze lijst gaat vergezeld van een actieplan dat vooraf besproken werd met diverse betrokken partijen (psychiatrische centra, de betrokken gemeenschapsministers, plaatselijke autoriteiten zoals gemeentebesturen en politiezones) en dat voorstellen van maatregelen opsomt om op deze plaatsen het risico tot zelfdoding of poging daartoe te verlagen.

Infrabel stuurt deze lijst en bijbehorend actieplan via DGVL aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven, uiterlijk zes maanden na ondertekening van dit contract.

Infrabel voert samen met alle betrokken partijen dit actieplan naar behoren uit binnen een termijn van drie jaar na datum van ondertekening van dit contract.

C. Sécurité sociétale C. Sociale veiligheid

1. Services de sécurité 1. Veiligheidsdiensten

Art. 19

La sécurité des voyageurs et du personnel requiert une approche coordonnée entre l'intervention des pouvoirs publics et celle du Groupe SNCB.

L'intervention doit porter sur des mesures liées aux installations fixes, à leur aménagement ainsi que sur la manière dont le personnel est affecté sur le terrain.

2. Plan de sûreté

Art. 19

De veiligheid van de reizigers en het personeel vergt een gecoördineerde aanpak tussen het optreden van de overheden en dat van de NMBS-groep.

Het optreden moet slaan op maatregelen die betrekking hebben op de vaste installaties, hun inrichting, alsmede op de wijze waarop het personeel wordt ingezet op het terrein.

2. Veiligheidsplan

Art. 20

Pour le plan stratégique Corporate Security à rédiger et à réaliser par la SNCB Holding (en concertation avec la SNCB et Infrabel), qui définit les objectifs stratégiques pour l'approche de la problématique globale de la sûreté sur le domaine ferroviaire, Infrabel connaît et assume son rôle, tout comme elle apporte son soutien à l'élaboration et à l'implémentation de ce plan. Ce plan stratégique couvrira tant la sécurité sociétale du personnel et des voyageurs que la protection de l'infrastructure affectée au transport de voyageurs et au transport de marchandises. En ce qui concerne le plan d'action qui y est repris à titre de prévention des attaques terroristes, celui-ci est conforme aux directives des plans de sûreté élaborés au sein du Comité fédéral pour la Sûreté du Transport ferroviaire.

Infrabel respectera le planning qui a été convenu avec la SNCB Holding (coordinateur) pour mettre au point et implémenter le plan stratégique Corporate Security. Le plan stratégique sera évalué chaque année par la SNCB Holding en collaboration avec la SNCB et Infrabel.

Art. 20

Bij het door de NMBS-Holding op te stellen en aan te sturen strategisch beleidsplan Corporate Security (dat afgestemd is met de NMBS en Infrabel), waarin de strategische doelstellingen bepaald worden voor de aanpak van de globale veiligheidsproblematiek op het spoorwegdomein, kent en vervult Infrabel haar rol en treedt ondersteunend op bij de uitwerking en de implementatie ervan. In dit strategische beleidsplan komen zowel de sociale veiligheid van het personeel en de reizigers als de beveiliging van de infrastructuur van het reizigers- en goederenvervoer aan bod. Wat het daarin opgenomen actieplan ter preventie van terroristische aanslagen betreft, is het conform aan de richtlijnen van en de beveiligingsplannen uitgewerkt binnen het Federaal Comité voor de Beveiliging van het Spoorwegvervoer.

Infrabel zal zich houden aan de planning die wordt overeengekomen met de NMBS-Holding (coördinator) om het strategische beleidsplan Corporate Security op punt te stellen en te implementeren. Het strategische beleidsplan zal jaarlijks door de NMBS-Holding worden geëvalueerd, in samenwerking met de NMBS en Infrabel.

III. Qualité du service

III. Kwaliteit van de

dienstverlening

A. Principes généraux de la mesure de la qualité

Art. 21

Infrabel mesure la qualité des services offerts, à la fois sur base de critères objectifs et subjectifs. La mesure de la qualité est soit confiée à un organisme extérieur, soit validée par la DGTT et certifiée par un organisme extérieur. Cette certification est organisée à l’initiative de la DGTT.

Les objectifs et les résultats sont communiqués au public.

La DGTT et le Comité Consultatif des Usagers (CCU) sont associés à l’ensemble du processus de mesure de la qualité.

Infrabel est responsable de la mesure de la qualité pour ses propres missions. Cependant, les trois entreprises coopèrent, notamment par le biais de la conclusion de Service Level Agreements (SLA), pour optimiser les mesures, coordonner leurs procédures et lorsque c’est nécessaire, pour limiter les désagréments pour le public. Plus spécifiquement, la mesure de la qualité subjective, au moyen du baromètre qualité, est coordonnée pour éviter des procédures parallèles.

Les résultats de l'évolution des indicateurs objectifs et des indicateurs subjectifs (baromètre de qualité) seront présentés chaque année aux Ministres des Entreprises publiques et de la Mobilité, à la DGTT, aux autres sociétés du Groupe SNCB, au CCU et aux autres associations d'usagers concernées.

A. Algemene principes van de kwaliteitsmeting

Art. 21

Infrabel meet de kwaliteit van de dienstverlening op basis van objectieve en subjectieve criteria. De kwaliteitsmeting wordt hetzij toevertrouwd aan een extern organisme, hetzij gevalideerd door DGVL en gecertificeerd door een extern organisme. Die certificering wordt georganiseerd op initiatief van DGVL.

De doelstellingen en resultaten worden aan het publiek meegedeeld.

DGVL en het Raadgevend Comité van de Gebruikers (RCG) zijn bij het gehele kwaliteitsmetingsproces betrokken.

Infrabel is verantwoordelijk voor de kwaliteitsmeting van haar eigen opdrachten. Niettemin werken de drie vennootschappen van de NMBS-groep, meer bepaald door middel van Service Level Agreements (SLA), samen voor het optimaliseren van de metingen, het coördineren van hun procedures en wanneer nodig voor het beperken van de hinder voor het publiek. In het bijzonder wordt de subjectieve kwaliteitsmeting, door middel van de kwaliteitsbarometer, gecoördineerd om parallelle procedures te vermijden.

Jaarlijks zullen de resultaten van de evolutie van de objectieve indicatoren en van de subjectieve indicatoren (kwaliteitsbarometer) meegedeeld worden aan de Minister van Overheidsbedrijven en de Minister van Mobiliteit, DGVL, de andere vennootschappen van de NMBS-groep, het RCG en andere betrokken gebruikersverenigingen.

X. Xxxxxx xx xxxxxxx

1 Généralités

B. Kwaliteitshandboek

1 Algemeen

Art. 22

Infrabel rédigera un manuel de qualité. Ce manuel permettra à Infrabel d’assurer la qualité de ses services offerts, et il permettra à la DGTT d’évaluer la qualité des prestations fournies sur la base de mesures objectives, et qu’elle confrontera aux niveaux de qualité prédéterminés souhaités.

Le manuel:

− indiquera les aspects de qualité considérés comme pertinents;

− déterminera les indicateurs qui constituent un bon critère pour ces aspects de qualité (« key performance indicators »);

− déterminera la manière dont ces indicateurs seront mesurés;

− examinera les processus sous-jacents avec les systèmes de soin et de contrôle de la qualité qui les accompagnent;

− si possible, déterminera les objectifs à poursuivre pour les aspects de qualité et les perspectives de croissance pour les indicateurs concernés;

déterminera comment et dans quel délai, les plaintes, des entreprises ferroviaires et des voyageurs, devront être traitées.

Le manuel définira également les aspects les plus descriptifs qui pourraient avoir un impact sur la qualité, sans qu’ils ne soient un objectif en soi ou influencés par Infrabel. Le manuel décrira comment ils seront mesurés et à quelle fréquence ils seront rapportés. Ces aspects feront partie du reporting de statistique à la DGTT.

Infrabel soumet son manuel pour approbation à la DGTT au plus tard douze mois après la signature du présent contrat.

Art. 22

Infrabel zal een kwaliteitshandboek opstellen. Dit handboek zal Infrabel toelaten de kwaliteit van de door haar aangeboden diensten te waarborgen en zal DGVL toelaten de kwaliteit van de geleverde prestaties te beoordelen op grond van objectieve metingen, en ze te toetsen aan vooraf bepaalde gewenste kwaliteitsniveaus.

Het handboek zal:

− aangeven welke kwaliteitsaspecten als relevant beschouwd worden;

− de indicatoren bepalen die voor deze kwaliteitsaspecten een goede maatstaf vormen (“key performance indicators”);

− bepalen op welke manier deze indicatoren gemeten worden;

− inzicht geven in de onderliggende processen en de daarmee gepaard gaande systemen van kwaliteitszorg en -controle;

− waar mogelijk na te streven doelstellingen bepalen voor de kwaliteitsaspecten en een groeipad voor de betreffende indicatoren;

bepalen hoe en binnen welke termijn de klachten, van spoorwegondernemingen en van reizigers, zullen behandeld worden.

Het handboek zal ook de meer beschrijvende aspecten definiëren die een impact kunnen hebben op de kwaliteit zonder dat ze op zich een doel vormen of beïnvloedbaar zijn door Infrabel. Het handboek zal beschrijven hoe deze zullen gemeten worden en met welke frequentie hierover zal gerapporteerd worden. Deze aspecten zullen deel uitmaken van de statistische rapportage aan DGVL.

Infrabel legt haar handboek ter goedkeuring voor aan DGVL, uiterlijk twaalf maanden na ondertekening van dit contract.

Le manuel fait l’objet:

− d’une approbation par la DGTT et le CCU, sous réserve de certification;

d’une certification par un auditeur de qualité externe et agréé, qui est désigné par la DGTT pour l’ensemble du Groupe SNCB.

Si le manuel ne peut pas être certifié, la DGTT en informera Infrabel. Infrabel dispose ensuite d’une période de six mois pour adapter le manuel, et à nouveau le soumettre pour approbation et certification.

L’auditeur veille à la bonne application du manuel, et rapporte annuellement sur le sujet à la DGTT. Si l'auditeur constate que l'application n'est pas satisfaisante, Infrabel dispose d'un délai de deux mois pour procéder à un ajustement.(1)

Infrabel fait annuellement rapport au SEPPF, pour le 30 avril, sur les statistiques reprises dans son manuel de la qualité.(3)

2. Aspects qualitatifs

Het handboek is voorwerp van:

− goedkeuring door DGVL en door het RCG, onder voorbehoud van certificering;

certificering door een erkende, externe kwaliteitsauditor, die aangesteld wordt door DGVL voor het geheel van de NMBS-groep.

Indien het handboek niet kan gecertificeerd worden, zal DGVL Infrabel hiervan op de hoogte brengen. Infrabel beschikt dan over een periode van zes maanden om het handboek bij te stellen, en opnieuw ter goedkeuring en certificering voor te leggen.

De auditor waakt over de goede toepassing van het kwaliteitshandboek, en brengt daarover jaarlijks verslag uit aan DGVL. Indien de auditor vaststelt dat de toepassing niet voldoet, heeft Infrabel twee maanden de tijd voor bijstelling.”(1)

Infrabel rapporteert jaarlijks, voor 30 april, aan DOS over de statistieken opgenomen in haar kwaliteitshandboek.(3)

2. Kwaliteitsaspecten

Art. 23

Le manuel de qualité traite au moins des aspects qualitatifs suivants. Pour les aspects marqués d’un astérisque, l'indicateur à appliquer est développé à l'annexe 4.

1. Fiabilité et régularité

• Non disponibilité imprévue

• Ajustement en cas de perturbation

• Rétablissement du fonctionnement après un dérangement important

• Ajustements de l'itinéraire

• Ponctualité*

Art. 23

Het kwaliteitshandboek behandelt ten minste de hierna opgesomde kwaliteitsaspecten. Voor de aspecten die aangeduid zijn met een asterisk, is de toe te passen indicator uitgewerkt in bijlage 4.

1. Betrouwbaarheid en stiptheid

• Ongeplande niet-beschikbaarheid

• Bijsturing in geval van verstoring

• Functieherstel na belangrijke verstoring

• Rijweginstellingen

• Stiptheid*

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

2. Disponibilité*

3. Utilisation*

4. Optimalisation de l'offre

• Vitesse de référence

• Sillons, délais d'attente, ...

5. Information

• La diffusion de l'information en temps réel pour le public (annonces vocales et via les écrans) ainsi que celle des préposés des entreprises ferroviaires via les techniques les plus avancées. Attention particulière pour les incidents ou accidents provoquant une importante perturbation (médias)

• La programmation des travaux d’entretien du réseau non intégrés dans l’horaire de service, et les conséquences sur le trafic (Internet, affiches,…)

• La programmation et la réalisation des investissements de rénovation et d’extension du réseau, non intégrés dans l’horaire de service, et les conséquences sur le trafic (Internet, affiches,…)

• Les informations relatives à la ponctualité

• Les statistiques relatives à l’évolution du trafic et à la vitesse commerciale telles qu’elles sont détaillées à l’annexe 5. (Internet, affiches,…)

6. Facilités de transfert

• Conformité aux normes REVALOR*

• Propreté*

• Remplacement ou réparation durable et dans les meilleurs délais d’équipements présentant des dysfonctionnements chroniques

2. Beschikbaarheid*

3. Benutting*

4. Optimaliseren aanbod

• Refertesnelheid

• Rijpaden, wachttijden, …

5. Informatie

• Realtime-informatievoorziening voor het publiek via omroep en via schermen, alsook voor de personeelsleden van de spoorwegondernemingen via de meest geavanceerde technieken. Bijzondere aandacht voor incidenten of ongevallen die een grote verstoring veroorzaken (media)

• De programmering van onderhoudswerken van het net die niet in de dienstregeling opgenomen zijn, en de gevolgen voor het verkeer (Internet, affiches, …)

• De programmering en verwezenlijking van de investeringen voor vernieuwing en uitbreiding van het net die niet in de dienstregeling opgenomen zijn, en de gevolgen voor het verkeer (Internet, affiches, …)

• De informatie over de stiptheid

• De statistieken met betrekking tot de evolutie van het verkeer en de commerciële snelheid zoals opgesomd in bijlage 5 (Internet, affiches, …)

6. Transfervoorzieningen

• Voldoen aan de REVALOR- normen*

• Netheid*

• De uitrustingen die chronische defecten vertonen (liften, roltrappen, verlichting, …) zo spoedig mogelijk vervangen of duurzaam herstellen

(ascenseurs, escalators, éclairage,…)

• Remise en état des dégradations causées par le vandalisme

7. Accessibilité

• Nombre de gares et de points d'arrêt entièrement accessibles au moyen d'ascenseurs ou de rampes d'accès

• Pourcentage de voyageurs montés dans ces gares et points d'arrêt

• Nombre de gares et de points d'arrêt avec hauteur de quai standardisée

• Nombre de gares et de points d'arrêt où des lignes de sécurité ont été tracées sur les quais en dur

• Nombre de gares et de points d'arrêt où des dalles d'avertissement ont été posées le long du bord des quais, en se fixant un objectif par étapes, tant géographique que du point de vue du pourcentage de voyageurs et du type d’infrastructure concerné

8. Intermodalité marchandises

• Nombre de raccordements industriels

• Liste des terminaux multimodaux raccordés au réseau

• Liste des tronçons non compatibles avec le profil de chargement P70

9. Intermodalité personnes

• Correspondance avec les transports publics régionaux, en ce qui concerne la responsabilité d'Infrabel

• Quais accessibles aux vélos

• Hauteur de quai

10. Relation avec les entreprises ferroviaires clientes

11. Gestion des plaintes

12. Autres aspects tels qu'une couverture de

• De beschadigingen herstellen die worden veroorzaakt door vandalisme

7. Toegankelijkheid

• Aantal stations en stopplaatsen dat volledig toegankelijk is met liften of toegangshellingen

• Procentueel aandeel opstappende reizigers in deze stations en stopplaatsen

• Aantal stations en stopplaatsen met gestandaardiseerde perronhoogte

• Aantal stations en stopplaatsen waar veiligheidslijnen werden aangebracht op de verharde perrons

• Aantal stations en stopplaatsen waar waarschuwingstegels werden aangebracht langs de perronboorden waarbij een gefaseerde doelstelling voorop wordt gesteld, zowel geografisch als wat betreft het percentage reizigers en het betrokken type infrastructuur

8. Intermodaliteit goederen

• Aantal industriële aansluitingen

• Lijst van de multimodale terminals aangesloten op het net

• Lijst van de baanvakken niet compatibel met het laadprofiel P70

9. Intermodaliteit personen

• Overstap regionaal openbaar vervoer, voor wat betreft verantwoordelijkheid Infrabel

• Perrons toegankelijk met fietsen

• Perronhoogte

10. Relatie met de klanten spoorwegondernemingen

11. Klachtenbeheer

qualité du réseau GSM et Internet. 12. Overige aspecten zoals kwaliteitsvol

GSM-gebruik en Internet.

C. Baromètre de qualité

Art. 24

La perception de la qualité par le client est mesurée au moyen d'enquêtes qui constituent le baromètre de qualité. Ce baromètre de qualité permet d'évaluer les indicateurs subjectifs pertinents et importants pour l'entreprise. Le baromètre de qualité n'analyse donc pas la qualité technique réellement produite, mais l'expérience subjective des voyageurs.

Le baromètre qualité est réalisé à la demande d'Infrabel et effectué quatre fois par an par un organisme externe. Pour Infrabel, le baromètre de qualité se concentre sur le niveau de satisfaction des voyageurs lors de l'utilisation de facilités de transfert.

Infrabel transmet à la DGTT:

- les résultats de chaque mesure (trimestriellement);

- un rapport contenant les résultats globaux sur une base annuelle, le 30 avril au plus tard.

Dès que des mesures de référence seront disponibles pour douze mois successifs, des valeurs limites seront déterminées en concertation. Si un indicateur est, de façon significative ou répétée, en deçà de la valeur limite, Infrabel procède à une étude plus détaillée afin d'en déterminer les causes possibles. La DGTT est tenue informée de cette étude.

C. Kwaliteitsbarometer

Art. 24

De perceptie door de klant van de kwaliteit wordt gemeten door enquêtes, de zogenaamde kwaliteitsbarometer. Door middel van deze kwaliteitsbarometer worden de relevante subjectieve indicatoren met betrekking tot de voor de onderneming belangrijke kwaliteitsaspecten beoordeeld. De kwaliteitsbarometer analyseert dus niet de reëel gepresteerde technische kwaliteit, maar wel de subjectieve beleving van de treinreizigers.

De kwaliteitsbarometer wordt opgesteld in opdracht van Infrabel en vier keer per jaar opgemaakt door een externe opdrachtnemer. Voor Infrabel spitst de kwaliteitsbarometer zich toe op de graad van tevredenheid van de reizigers bij het gebruik van de transfervoorzieningen.

Infrabel bezorgt aan DGVL:

- de resultaten van xxxx xxxxxx (xxx xxxxxxxx);

- een rapport met de globale resultaten op jaarbasis uiterlijk op 30 april.

Zodra er referentiemetingen zijn voor twaalf opeenvolgende maanden zullen in overleg de grenswaarden vastgelegd worden. Indien een indicator op betekenisvolle wijze of herhaaldelijk onder de grenswaarde ligt, voert Infrabel verder onderzoek naar de mogelijke oorzaken hiervan. DGVL wordt op de hoogte gehouden van dit onderzoek.

D. Fiabilité, ponctualité et informations sur la ponctualité

Art. 25

Infrabel met au point avec la SNCB, pour le suivi du transport national de passagers, une organisation commune "suivi de la régularité" basée sur l'organisation actuelle avec les comités de suivi régionaux et une cellule de suivi centrale. Les résultats de ces réunions servent d'apport pour la Task Force Régularité.

En concertation avec les stakeholders (le CCU, les organisations de voyageurs, la SNCB, la DGTT, …), Infrabel évolue d'une mesure de la ponctualité des trains à une mesure de la ponctualité pour les voyageurs.

Outre le taux global de ponctualité calculé pour pouvoir suivre l'évolution, Infrabel publie les statistiques complémentaires suivantes en matière de ponctualité:

- la ponctualité aux heures de pointe, aux heures creuses et les week-ends;

- la ponctualité sur les dix grandes lignes à l'arrivée à Bruxelles;

- la ponctualité en fonction du type de train (IC, IR, L, P).

Le taux global de ponctualité est calculé avec et sans neutralisation. La neutralisation concerne les conséquences des grands travaux programmés, les cas de force majeure et les retards de longue durée liés à des raisons de sécurité. La DGTT reçoit chaque jour tous les rapports “Relazen – Relations” qui lui permettent d'établir quels retards sont imputables à la force majeure. Elle rédige, en collaboration avec Infrabel, un rapport annuel sur les différents types de force majeure qui sont intervenus l’année précédente. Ce rapport est envoyé aux Ministres de la Mobilité et des Entreprises publiques, avant fin mars de chaque année.

A partir du 1er janvier 2008, Infrabel complètera

D. Betrouwbaarheid, stiptheid en informatie over de stiptheid

Art. 25

Infrabel werkt voor de opvolging van het nationaal reizigersvervoer samen met de NMBS een gemeenschappelijke organisatie "opvolging van de stiptheid" uit, gebaseerd op de huidige organisatie met regionale opvolgingscomités en een centrale opvolgingscel. De resultaten van deze vergaderingen dienen als input voor de “Task Force Regelmaat”.

Infrabel evolueert in overleg met de stakeholders (het RCG, de reizigersorganisaties, de NMBS, DGVL, …) van een meting van de stiptheid van treinen naar een meting van de stiptheid voor reizigers.

Infrabel publiceert, naast het bestaande globale stiptheidscijfer dat behouden wordt om de evolutie te kunnen opvolgen, bijkomende statistieken over de stiptheid:

- de stiptheid tijdens de piekuren, de daluren en in de weekends;

- de stiptheid op de tien grote lijnen bij aankomst in Brussel;

- de stiptheid naargelang het type trein (IC, IR, L, P)

Het globale stiptheidscijfer wordt berekend met en zonder neutralisatie. De neutralisatie heeft betrekking op de gevolgen van de geprogrammeerde grote werken, de gevallen van overmacht en de langdurige vertragingen die te maken hebben met veiligheidsredenen. DGVL ontvangt dagelijks alle rapporten “Relazen – Relations” teneinde erop toe te zien welke vertragingen aan overmacht toegewezen worden. Het stelt, in samenwerking met Infrabel, jaarlijks een rapport op over de verschillende types van overmacht die zich het voorbije jaar voor hebben gedaan. Dit rapport wordt, voor einde maart van ieder jaar, overgemaakt aan de Ministers van Mobiliteit en van Overheidsbedrijven.

Vanaf 1 januari 2008 zal Infrabel dit verder

ses chiffres avec des données concernant:

- la ponctualité de 8 grandes relations: IC A (Oostende – Eupen), IC B (Bruxelles – Amsterdam), IC C (Antwerpen – Kortrijk), IC D (Herstal – Tournai), IC E (Knokke/Blankenberge – Tongeren), IC H (Schaerbeek – Mouscron), IC I (Antwerpen

– Charleroi) et IC J (Bruxelles – Luxembourg);

- un taux de ponctualité supplémentaire tenant compte des résultats relevés dans un certain nombre de points de mesure intermédiaires situés le long du trajet du train;

- la ponctualité à l'arrivée dans plusieurs grandes gares situées en dehors de Bruxelles: Antwerpen-Centraal, Gent-Sint- Pieters, Leuven, Liège-Guillemins, Namur et Charleroi-Sud;

- un taux de ponctualité supplémentaire tenant compte du nombre de voyageurs à bord des trains;

- le nombre de correspondances assurées dans quelques grandes gares de correspondance: Brugge, Gent-Sint-Pieters, Zottegem, Antwerpen-Centraal, Mechelen, Leuven, Mons, Charleroi-Sud, Namur et Liège- Guillemins.

La publication – au moins sur le site web d'Infrabel – a lieu chaque trimestre, et la première fois en avril 2008 pour ce qui concerne les résultats du premier trimestre de 2008.

Infrabel fournit chaque mois au SEPPF les données de ponctualité, selon les modalités décrites à l'annexe 5. (3)

aanvullen met gegevens over:

- de stiptheid op 8 grote verbindingen: IC A (Oostende – Eupen), IC B (Brussel – Amsterdam), IC C (Antwerpen – Kortrijk), IC D (Herstal – Tournai), IC E (Knokke/Blankenberge – Tongeren), IC H (Schaarbeek – Moeskroen), IC I (Antwerpen – Charleroi) en IC J (Brussel – Luxemburg);

- een bijkomend stiptheidscijfer dat rekening houdt met de resultaten opgetekend op een aantal tussenmeetpunten langs het treintraject;

- de stiptheid bij aankomst in enkele grote stations buiten Brussel: Antwerpen- Centraal, Gent-Sint-Pieters, Leuven, Liège- Guillemins, Namur en Charleroi-Sud;

- een bijkomend stiptheidscijfer dat rekening houdt met het aantal reizigers in de treinen;

- het aantal geslaagde aansluitingen in enkele belangrijke overstapstations: Brugge, Gent-Sint-Pieters, Zottegem, Antwerpen- Centraal, Mechelen, Leuven, Mons, Charleroi-Sud, Namur en Liège-Guillemins.

De publicatie - minstens op de website van Infrabel - gebeurt per kwartaal, en de eerste keer in april 2008 voor wat betreft de resultaten van het eerste kwartaal van 2008.

Infrabel bezorgt DOS elke maand de stiptheidsgegevens op de wijze beschreven in bijlage 5. (3)

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

E. Marchandises

Art. 26

1. Infrastructure mise à la disposition des entreprises ferroviaires

Infrabel met à la disposition des entreprises ferroviaires une infrastructure et des installations correspondantes d'un haut niveau de qualité. Elle veille à la qualité du paquet d'accès minimum offert, à la qualité de l'accès aux dispositifs et aux équipements, ainsi qu'à celle des services complémentaires et d'appui.

Infrabel conclut des SLA avec les entreprises ferroviaires de fret.

2. Relations avec les entreprises ferroviaires

E. Goederen

Art. 26

1. Infrastructuur die ter beschikking wordt gesteld van de spoorwegondernemingen

Infrabel stelt de spoorwegondernemingen een infrastructuur en bijbehorende installaties ter beschikking van een hoog kwaliteitsniveau. Ze waakt over de kwaliteit van het aangeboden minimale toegangspakket, de kwaliteit van de toegang tot de installaties en de uitrustingen, alsook die van de aanvullende en ondersteunende dienstverleningen.

Infrabel sluit SLA’s af met de spoorwegondernemingen die actief zijn in het goederenvervoer.

2. Relaties met de spoorwegondernemingen

Infrabel a développé une approche client/fournisseur à l’égard des entreprises ferroviaires afin de répondre rapidement et le plus efficacement possible à leurs demandes. A cette fin, elle a mis en place un système de gestion personnalisée des relations clients (account management). Infrabel poursuit le développement d’une gamme de services attractifs visant à attirer de nouveaux clients.

3. Régularité et fiabilité du trafic

Infrabel s’engage à optimiser la régularité et la fiabilité du trafic marchandises, la vitesse commerciale et la gestion des trafics en situation normale et en cas de perturbation.

4. Informations communiquées aux entreprises ferroviaires

Une attention particulière est accordée aux informations destinées aux exploitants et à leurs clients en cas de perturbation du trafic.

Voir annexe 4 pour les aspects liés à la qualité.

Infrabel heeft ten opzichte van de spoorwegondernemingen een benadering klant/leverancier ontwikkeld om hun vragen snel en zo doeltreffend mogelijk te beantwoorden. Daartoe heeft ze een gepersonaliseerd beheersysteem voor de klantrelaties (account management) ingevoerd. Infrabel werkt voort aan het ontwikkelen van een gamma van aantrekkelijke diensten met het oog op het aantrekken van nieuwe klanten.

3. Stiptheid en betrouwbaarheid van het verkeer

Infrabel verbindt zich tot het optimaliseren van de stiptheid en betrouwbaarheid van het goederenverkeer, de commerciële snelheid en het beheer van de verkeersstromen in normale omstandigheden en bij verstoord verkeer.

4. Informatie aan de spoorwegondernemingen

Er wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de informatie voor de exploitanten en hun klanten bij verstoord verkeer.

Zie bijlage 4 voor kwaliteitsaspecten.

IV. Relations avec les tiers IV. Relaties met derden

A. Relations avec clients et riverains

1. Relations avec les entreprises ferroviaires

A. Relaties met klanten en omwonenden

1. Relaties met de spoorwegondernemingen

Art. 27

Infrabel adopte une attitude proactive dans ses relations avec les clients pour offrir un service de haute qualité.

Dans cette perspective, elle optimise sa collaboration avec les autres gestionnaires de l’infrastructure ferroviaire européenne de manière à améliorer la position concurrentielle des transports intérieurs et internationaux de voyageurs ainsi que celle des transports de marchandises.Voir annexe 4 pour l’indicateur.

Art. 27

Infrabel neemt in haar relaties met de klanten een proactieve houding aan om een kwalitatief hoogstaande dienstverlening aan te bieden.

In die optiek optimaliseert ze de samenwerking met de andere Europese spoorinfrastructuurbeheerders om de concurrentiepositie van het nationale en internationale vervoer van reizigers en goederen te verbeteren. Zie bijlage 4 voor de indicator.

2. Concertation et publication 2. Overleg en publicatie

Art. 28

Infrabel veille à ce que les entreprises ferroviaires puissent exercer et développer leurs activités au maximum. Les droits octroyés par Infrabel à une ou plusieurs entreprises ne peuvent pas, pour autant que cela soit raisonnablement possible, avoir pour conséquence de limiter ou d'entraver le développement de l'activité d'une entreprise ferroviaire tierce.

Par le biais de son account management, Infrabel prend en considération les remarques des entreprises ferroviaires relatives à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire.

Infrabel publie le document de référence du réseau en version intégrale sur le site xxx.xxxxxxxx.xx. (4) Les informations contenues dans ce document sont claires, précises et transparentes. Ce document est maintenu dans

Art. 28

Infrabel ziet erop toe dat de spoorwegondernemingen hun activiteiten maximaal kunnen uitoefenen en ontwikkelen. De toegangsrechten die Infrabel toekent aan een of meerdere ondernemingen mogen, voor zover dat redelijkerwijze mogelijk is, niet tot gevolg hebben dat de ontwikkeling van de activiteit van een derde spoorwegonderneming wordt beperkt of bemoeilijkt.

Via haar account management houdt Infrabel rekening met de opmerkingen van de spoorwegondernemingen betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur.

Infrabel publiceert de integrale versie van de Netverklaring op de site xxx.xxxxxxxx.xx. (4) De informatie in dat document is duidelijk, nauwkeurig en transparant. Dit document wordt in gebruiksvriendelijke en aantrekkelijke vorm

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

une forme conviviale et attractive et de la plus grande facilité d’utilisation possible pour les entreprises ferroviaires.

3. Information aux riverains

aangeboden en moet voor de spoorwegondernemingen zo eenvoudig mogelijk te gebruiken zijn.

3. Informatie aan de omwonenden

Art. 29

Lors de la réalisation de travaux, Infrabel s'engage à informer au préalable et de manière adéquate les riverains en clarifiant les conséquences prévisibles. A cette fin, Infrabel produira notamment diverses publications spécifiques, organisera si nécessaire des séances d'information régulières et mettra en place un système de gestion des plaintes et questions des riverains.

B. Relations avec d'autres instances

1. Aliénation ou acquisition des biens

Art. 30

Infrabel décide librement de l'utilisation et de l'aliénation des immobilisations corporelles et incorporelles dont elle est propriétaire et qui ne sont pas nécessaires à l'exercice de ses missions de service public.

Avant l’aliénation d’un bien immobilier, Infrabel est tenue d’examiner l’opportunité que représente celui-ci pour les deux autres sociétés du Groupe SNCB dans le cadre de leurs missions de service public, le secteur du transport public ainsi que pour d’autres secteurs publics si ceux-ci ne sont pas sur un marché concurrentiel. La SNCB Holding, la SNCB et Infrabel concluent, dans xxx xxx mois de la signature du présent contrat, une convention par laquelle elles s’accorderont mutuellement un droit de préemption. Si ce droit n’est pas exercé et si Infrabel soupçonne un intérêt potentiel pour le secteur public, qui n’est pas sur un marché concurrentiel, Infrabel publiera un avis au Moniteur belge pour annoncer son intention, en identifiant de manière précise le bien qu’elle entend aliéner et en communiquant le prix

Art. 29

Bij de uitvoering van de werken verbindt Infrabel zich ertoe, de omwonenden vooraf en op passende wijze te informeren door de voorzienbare gevolgen te verduidelijken. Daartoe moet Infrabel in het bijzonder voor diverse specifieke publicaties zorgen, zo nodig regelmatig informatiesessies organiseren en een beheersysteem invoeren voor de klachten en vragen van de omwonenden.

B. Relaties met andere instanties

1. Vervreemden of verwerven van goederen

Art. 30

Infrabel beslist vrij over het gebruik en de vervreemding van materiële en immateriële vaste activa waarvan ze eigenaar is en die niet noodzakelijk zijn voor de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst.

Vóór de vervreemding van een onroerend goed dient Infrabel de opportuniteit hiervan te onderzoeken voor de twee andere vennootschappen van de NMBS-groep in het kader van hun opdrachten van openbare dienst, de sector van het openbaar vervoer alsook voor andere openbare sectoren als deze zich niet in een concurrentiële markt bevinden. De NMBS- Holding, de NMBS en Infrabel sluiten, binnen de zes maanden na ondertekening van dit contract, een overeenkomst af waarmee ze elkaar een voorkooprecht toekennen. Als dat recht niet wordt uitgeoefend en als Infrabel een potentieel belang vermoedt voor de openbare sector, die zich niet op een concurrentiële markt bevindt, publiceert Infrabel een bericht in het Belgisch Staatsblad om haar voornemen kenbaar te maken, waarbij op precieze wijze wordt aangegeven welk goed zij zich

minimal qui est attendu.

Toute entité du secteur public visé ci-dessus, disposera d’un délai de deux mois pour signaler son intérêt. Au cas où plusieurs candidats se seraient ainsi manifestés, une seconde consultation sera organisée entre eux pour déterminer le mieux disant, auquel le bien sera attribué. Au cas où aucun candidat ne se serait manifesté, la procédure sera poursuivie librement par Infrabel. Cette procédure sera systématiquement appliquée pour toutes les ventes d’un montant estimé supérieur à cinq millions €2008.

Dans le respect de l’article 10, § 1, 2ème alinéa de la Loi sur les entreprises publiques, toute décision, si elle porte sur un montant supérieur à douze millions €2008, d’acquérir un immeuble ou un droit immobilier qui n’est pas utile à l’exercice des missions ferroviaires est soumise à l’autorisation préalable du Ministre des Entreprises publiques qui dispose de soixante jours pour se prononcer.

2. Comité Consultatif des Usagers

voorneemt te vervreemden, met mededeling van de minimale prijs die ervoor verwacht wordt.

Elke entiteit van de hierboven bedoelde openbare sector zal over een termijn van twee maanden beschikken om haar belangstelling kenbaar te maken. Indien er zich meerdere kandidaten aanmelden, zullen deze opnieuw geraadpleegd worden om de meest biedende te bepalen, aan wie het goed zal worden toegewezen. Indien er zich geen enkele kandidaat aanmeldt, zal Infrabel de procedure vrij verder zetten. Die procedure is systematisch van toepassing bij alle verkopen waarvan het bedrag boven vijf miljoen €2008 wordt geraamd.

Krachtens artikel 10, § 1, 2e lid van de Wet Overheidsbedrijven, is elke beslissing, als ze betrekking heeft op een bedrag dat hoger is dan twaalf miljoen €2008, tot verwerving van een onroerend goed of een onroerend recht dat niet nuttig is voor de uitvoering van de spoorwegopdrachten, onderworpen aan de voorafgaande machtiging van de Minister van Overheidsbedrijven, die over zestig dagen beschikt om zich uit te spreken.

2. Raadgevend Comité van de Gebruikers

Art. 31

A partir du 1er janvier 2013, le SPF Mobilité et Transports assure le secrétariat et l’appui technique du CCU. La SNCB Holding reste responsable de la centralisation des relations du Groupe SNCB avec le CCU. (4)

Infrabel s’engage notamment:

- à répondre, via la SNCB Holding, de façon complète et motivée à tous les avis émis par le CCU concernant ses activités;

Art. 31

Vanaf 1 januari 2013 verzekert de FOD Mobiliteit en Vervoer het secretariaat van en biedt technische ondersteuning aan het RCG. De NMBS-Holding blijft verantwoordelijk voor de centralisatie van de relaties van de NMBS- groep met het RCG. (4)

Infrabel verbindt er zich meer bepaald toe:

- om via de NMBS-Holding, een volledig en gemotiveerd antwoord te formuleren op alle adviezen die het RCG over haar activiteiten uitbrengt;

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

- dans un délai d’un mois, quand il s’agit de fournir des informations disponibles au sein de l’entreprise;

- dans un délai de deux mois, quand la réponse nécessite des recherches préalables;

- dans un délai raisonnable, quand il s’agit de matières touchant à la stratégie de l’entreprise;

- si Infrabel n’est pas en mesure de répondre à la question dans le délai d’un mois, elle en informera endéans le mois, via la SNCB Holding, le CCU en motivant la nécessité de disposer d’un délai de réponse plus long;

- à inviter régulièrement (nombre à fixer conjointement) le CCU à des réunions d’information ou de concertation sur la politique suivie;

- à établir une feuille de route et de suivi de réalisation des suggestions du CCU qui ont été retenues.

- binnen een termijn van één maand, wanneer er informatie moet worden verschaft die binnen de onderneming beschikbaar is;

- binnen een termijn van twee maanden, wanneer het antwoord voorafgaande opzoekingen vergt;

- binnen een redelijke termijn wanneer het materies betreft die betrekking hebben op de strategie van de onderneming;

- indien Infrabel niet binnen de termijn van één maand kan antwoorden op de vraag, moet zij dit, via NMBS-Holding, binnen de maand ter kennis brengen van het RCG, met motivatie van de noodzaak om over een langere antwoordtermijn te beschikken;

- om het RCG geregeld (aantal gezamenlijk vast te leggen) uit te nodigen op informatie- of overlegvergaderingen over het gevolgde beleid;

- een routing- en opvolgingskaart op te stellen aangaande de verwezenlijking van de suggesties van het RCG die weerhouden werden.

3. Service de médiation 3. Ombudsdienst

Art. 32

La SNCB Holding centralise les relations du Groupe SNCB avec le service de médiation. Le service de médiation étant considéré comme une instance de recours qui ne peut se substituer aux services propres des sociétés de droit public chargés des plaintes de la clientèle, la SNCB Holding organisera dans ce cadre les modalités pratiques de reporting et de concertation entre les organes de gestion de la SNCB Holding et Infrabel et le service de médiation.

4.   Fonds   de   l’infrastructures ferroviaires (FIF)

Art. 32

De NMBS-Holding centraliseert de relaties van de NMBS-groep met de Ombudsdienst. Aangezien de Ombudsdienst wordt beschouwd als een instelling van beroep, die zich niet in de plaats kan stellen van de eigen diensten van de vennootschappen van publiek recht die belast zijn met de klachten van de klanten, zal de NMBS-Holding in dat kader de praktische modaliteiten organiseren inzake rapportering en overleg tussen de beheersorganen van de NMBS- Holding en Infrabel en de Ombudsdienst.

4. Fonds voor Spoorweginfrastructuur (FSI)

Art. 33

Relations avec la s.a. FIF-FSI

Infrabel négocie avec la s.a. FIF-FSI en vue de conclure, au plus tard quatre mois après la publication au Moniteur belge du premier avenant au contrat de gestion portant sur la période 2008-2012, conclu entre l’Etat et la s.a. Infrabel, un accord concernant l’utilisation par Infrabel des terrains appartenant à la s.a. FIF- FSI.(1)

Art. 33

Relaties met de n.v. FIF-FSI

Infrabel voert besprekingen met de n.v. FIF-FSI met het oog op het afsluiten, uiterlijk vier maanden na publicatie in het Belgisch Staatsblad van het eerste bijvoegsel bij het beheerscontract voor de periode 2008-2012, afgesloten tussen de Staat en de n.v. Infrabel, van een overeenkomst met betrekking tot het gebruik door Infrabel van terreinen toebehorend aan de n.v. FIF-FSI.(1)

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

V. Intermodalité V. Intermodaliteit

A. Généralités

Art. 34

Le regroupement de grands volumes à transporter sur de longues distances constitue l'atout principal du rail. La desserte fine du territoire ne peut être valablement assurée que par le biais de correspondances ou du transbordement vers des moyens de transport plus appropriés.

C'est en particulier dans le domaine du transport de passagers que des améliorations considérables doivent être réalisées pour faciliter les conditions de transport et rendre plus aisés les transferts modaux. Dans le cadre de cette politique d'intermodalité entre les différents systèmes de transport, Infrabel développe l'infrastructure ferroviaire qui lui a été attribuée afin de parvenir aux meilleures conditions d'utilisation du rail en complémentarité avec les autres modes de transport.

Infrabel contribue au passage aisé du train vers les autres modes de transport de personnes en assurant le suivi des aspects cités ci-dessous.

B. Algemeen

Art. 34

De bundeling van grotere vervoerhoeveelheden over langere afstand vormt de voornaamste troef van het spoor. Een fijnmazige bediening van alle gebieden is slechts haalbaar via een overstap/overslag naar hiertoe meer geschikte vervoermiddelen.

In het bijzonder in het domein van reizigersvervoer moeten aanzienlijke verbeteringen worden gerealiseerd om de vervoersvoorwaarden en de modale aansluitingen te vergemakkelijken. In het kader van dit intermodaliteitsbeleid tussen de verschillende vervoersystemen ontwikkelt Infrabel de spoorweginfrastructuur die haar werd toegewezen, om de beste gebruiksvoorwaarden voor het spoor als vervoerswijze te bewerkstelligen in complementariteit met de andere vervoersmodi.

Infrabel draagt bij tot een naadloze overgang tussen de trein en de andere vervoerswijzen voor het personenvervoer door de hieronder genoemde aspecten op te volgen.

B. Transport de marchandises

Art. 35

En matière de raccordements ferroviaires industriels et dès lors qu'une perspective de trafic suffisant existe, Infrabel se chargera de relier les entreprises et les sites de production au réseau ferroviaire principal. Elle supportera les coûts de liaison jusqu'à environ 18 mètres au delà de la liaison. Les coûts d'installation sont pris en charge par les entreprises/sites de production. L'aménagement de voies et d'installations sur les terrains des entreprises raccordées est à charge du demandeur.

Cf. chapitre III et annexe 4 pour les aspects qualitatifs.

C. Transport de personnes

1. Evaluation et amélioration du système ARIbus

B. Goederenvervoer

Art. 35

Op het vlak van industriële spooraansluitingen zal Infrabel, mits er voldoende verkeersvolume in het vooruitzicht is, instaan voor de verbinding van de ondernemingen en/of productiesites met het hoofdspoornet. De kosten van xxx xxx xx xxxxxx xxxxxxxxx (xxxxxx x 00x xxxxx xx xx xxxxxx) zijn ten laste van Infrabel. De installatiekosten worden gedragen door de ondernemingen/productiesites. De verdere aanleg van sporen en installaties op de terreinen van de aangesloten bedrijven is ten laste van de aanvrager.

Zie hoofdstuk III en bijlage 4 voor kwaliteitsaspecten.

C. Personenvervoer

1. Evaluatie en verbetering van het ARIbussysteem

Art. 36

En collaboration avec la SNCB et les sociétés régionales de transport, Infrabel doit évaluer le système ARIbus et éliminer les points faibles identifiés afin d'améliorer la fonctionnalité du système dans son ensemble.

Cela signifie qu'Infrabel:

- dresse un inventaire des endroits où ARIbus est opérationnel;

- analyse les points faibles;

- indique dans un plan d'action les possibilités d'extension et d'amélioration de la fonctionnalité du système;

- réalise le plan d'action selon un timing à convenir.

L'inventaire des points faibles, l'analyse et le plan d'action seront disponibles et transmis au Ministre des Entreprises publiques via la DGTT au plus tard six mois après la signature du présent contrat. Une décision concernant

Art. 36

Infrabel moet samen met de NMBS en de regionale vervoersmaatschappijen het ARIbussysteem evalueren en de aan het licht gekomen knelpunten wegwerken om de functionaliteit van het systeem in zijn geheel te verbeteren.

Dit betekent dat Infrabel:

- een inventaris opmaakt van de plaatsen waar ARIbus operationeel is;

- de knelpunten analyseert;

- de mogelijkheden tot uitbreiding en verbetering van de functionaliteit van het systeem aangeeft in een actieplan;

- het actieplan uitvoert volgens een afgesproken timing.

De inventaris van de knelpunten, de analyse en het actieplan zullen beschikbaar en via DGVL aan de Minister van Overheidsbedrijven overgemaakt zijn, uiterlijk zes maanden na ondertekening van dit contract. Binnen de twee

l'exécution et le calendrier du plan d'action est prise dans les deux mois qui suivent.

2. Information en temps réel au voyageur

daarop volgende maanden wordt over de uitvoering en de timing van het actieplan een beslissing genomen.

2. Realtime-informatie aan de reiziger

Art. 37

Infrabel veille à ce que la SNCB puisse offrir à ses voyageurs des informations en temps réel concernant le service des trains via un service SMS ciblé et via le site web de la SNCB. Infrabel conclut à cette fin les contrats et accords nécessaires avec la SNCB et met tout en oeuvre pour que ce système soit opérationnel en 2010 au plus tard.

3. Garantir un accès aux vélos

Art. 37

Infrabel zorgt ervoor dat de NMBS informatie kan bieden aan de treinreizigers over de treindienst in realtime via een gerichte SMS- service en via de website van de NMBS. Infrabel maakt hiervoor de nodige overeenkomsten en afspraken met de NMBS en stelt alles in het werk opdat dit systeem operationeel is uiterlijk in 2010.

3. Verzekeren van toegang met de fiets

Art. 38 Infrabel:

- veille à ce que les quais soient accessibles aux vélos;

- prévoit des passages adéquats pour les cyclistes lors de la suppression de passages à niveau si l'enquête publique précédente a montré qu'il existait une demande suffisante;

- fait en sorte que les nouveaux quais soient aussi accessibles aux vélos en prévoyant un caniveau ou une rigole aux endroits non dotés d'autres dispositifs adéquats;

- collabore avec la SNCB Holding lorsque celle-ci étudie à quels endroits des assiettes de voies ou des terrains désaffectés situés à côté d'assiettes de voies en service pourraient être mis à la disposition des régions ou des communes en vue de l'aménagement de pistes cyclables, plus particulièrement afin de favoriser l'accessibilité de la gare à vélo; Infrabel met si nécessaire et si possible des terrains à disposition à cet effet.

Cf. Chapitre III et annexe 4 pour les aspects qualité.

Art. 38 Infrabel:

- zorgt ervoor dat de perrons toegankelijk zijn met de fiets;

- zorgt voor passende doorgangen voor fietsers bij het afschaffen van overwegen indien uit het voorafgaand openbaar onderzoek gebleken is dat er voldoende vraag naar is;

- maakt aanvullend de nieuwe perrons voor fietsen toegankelijk door een richel of fietsgoot waar geen andere voorzieningen zijn die dit toelaten;

- werkt samen met de NMBS-Holding wanneer deze onderzoekt waar verlaten spoorbeddingen of de terreinen naast spoorbeddingen ter beschikking kunnen gesteld worden aan de gewesten of gemeenten voor het aanleggen van fietspaden, meer in het bijzonder om de toegankelijkheid van het station met de fiets te bevorderen. Infrabel stelt hiertoe zonodig en indien mogelijk terreinen ter beschikking.

Zie Hoofdstuk III en bijlage 4 voor de kwaliteitsaspecten.

4. Noeuds de correspondance intermodaux

4. Intermodale overstapknooppunten

Art. 39

En collaboration avec les sociétés régionales de transport public, la SNCB réalise un projet- pilote en vue de la certification des noeuds de correspondance intermodaux. Le projet piloté par la STIB concernera quelques haltes desservies par le réseau RER autour de Bruxelles. Infrabel participe à cette certification.

Art. 39

De NMBS realiseert samen met de regionale openbare vervoermaatschappijen een proefproject inzake certificering van intermodale overstapknooppunten. Het project, dat aangestuurd wordt door de MIVB, zal betrekking hebben op enkele bediende haltes van het GEN-netwerk rond Brussel. Infrabel neemt deel aan deze certificering.

VI. Accessibilité VI. Toegankelijkheid

A. Généralités

Art. 40

Le transport public doit être simple et facile à utiliser pour chacun, même pour les personnes souffrant de problèmes fonctionnels ou de santé. Infrabel veille dès lors à ce que l'accès aux quais et aux points d'arrêt relevant de sa gestion tienne compte de divers éléments importants pour les personnes à mobilité réduite afin que celles-ci puissent voyager de la manière la plus digne et la plus autonome possible.

Dans les directives générales d'aménagement de gares et de facilités d'accueil, dites normes REVALOR, une partie est consacrée à l'équipement des quais et à leur accessibilité. Les normes REVALOR sont actualisées en concertation avec la DGTT pour le 31 décembre 2008 au plus tard, après avoir été évaluées par un bureau d'accessibilité au niveau des mesures importantes relatives aux personnes à mobilité réduite et après avis du Conseil National Supérieur des Handicapés, qui peut se faire assister dans cette tâche par des instances spécialisées.

B. Extension méthodique de l'accessibilité

Art. 41

Infrabel soumettra en collaboration avec la SNCB Holding et la SNCB, un planning coordonné des travaux qui la concernent à l'approbation du Ministre des Entreprises publiques, du Ministre de la Mobilité et de la DGTT pour le 31 janvier 2009 au plus tard. Les gares accueillant le plus grand nombre de voyageurs auront la priorité dans ce planning. Les trois sociétés coordonnent leurs plannings respectifs en matière d'accessibilité et d'accompagnement des personnes à mobilité réduite.

A. Algemeen

Art. 40

Het openbaar vervoer moet eenvoudig en gemakkelijk bruikbaar zijn voor iedereen, ook voor mensen met functionele problemen of gezondheidsproblemen. Daarom zorgt Infrabel ervoor dat de toegang tot de perrons en tot de stopplaatsen onder haar beheer rekening houdt met diverse elementen die van belang zijn voor personen met een beperkte mobiliteit, zodat zij op een waardige en zo zelfstandig mogelijke wijze kunnen reizen.

Binnen de algemene richtlijnen voor inrichting van stations en onthaalvoorzieningen, de zogenaamde REVALOR-normen, is een deel gewijd aan de uitrusting van de perrons en aan hun toegankelijkheid. De REVALOR-normen worden in overleg met DGVL geactualiseerd uiterlijk op 31 december 2008, na te zijn getoetst door een toegankelijkheidsbureau voor die punten die van belang zijn voor personen met een beperkte mobiliteit en na advies van de Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap, die zich daarin kan laten bijstaan door gespecialiseerde instanties.

B. Planmatige uitbreiding van de toegankelijkheid

Art. 41

Infrabel zal, samen met de NMBS-Holding en met de NMBS, ieder voor wat hun deel betreft, een gecoördineerde planning van de werken ter goedkeuring voorleggen aan de Minister van Overheidsbedrijven, aan de Minister van Mobiliteit, en aan DGVL uiterlijk op 31 januari 2009. De stations met het belangrijkste reizigersaantal hebben voorrang bij de planning. De drie vennootschappen stellen hun planning inzake toegankelijkheid en inzake begeleiding van personen met beperkte mobiliteit op elkaar af.

Ce planning mentionne par année:

(a) le nombre de gares et de points d'arrêt qui seront rendus accessibles au moyen d'ascenseurs ou de rampes d’accès et le pourcentage de voyageurs montés utilisant ces gares;(1)

(b) le nombre de gares et de points d'arrêt dont les quais seront pourvus de lignes d'avertissement et de guidage et le pourcentage de voyageurs montés utilisant ces gares;

(c) le nombre de gares et de points d'arrêt où tous les quais seront amenés à une hauteur standard et le pourcentage de voyageurs montés utilisant ces gares.

Ce planning doit être strictement respecté par Infrabel. Si un projet ne peut pas être effectué pendant l'année prévue, d'autres projets sont effectués cette année-là de telle sorte qu'à la fin de l'année en question, on ait au moins adapté un nombre de gares équivalant au même pourcentage de voyageurs montés.

Il est entendu que les tâches ci-après feront partie de ce plan.

Deze planning vermeldt per jaar:

(a) het aantal stations en stopplaatsen dat toegankelijk zal worden gemaakt door middel van liften of oprijhellingen en het procentueel aandeel van de opstappende reizigers die deze stations gebruiken;

(b) het aantal stations en stopplaatsen waarvan de perrons zullen voorzien worden van waarschuwings- en geleidelijnen en het procentueel aandeel van de opstappende reizigers die deze stations gebruiken;

(c) het aantal stations en stopplaatsen waar alle perrons op standaardhoogte worden gebracht en het procentueel aandeel van de opstappende reizigers die deze stations gebruiken.

Deze planning wordt door Infrabel strikt nageleefd. Indien een project niet gedurende het voorziene jaar kan worden uitgevoerd, worden dat jaar andere projecten uitgevoerd zodat op het einde van dat jaar minstens evenveel stations zijn aangepast die goed zijn voor eenzelfde procentueel aandeel in opstappende reizigers.

Er wordt nu reeds afgesproken dat de hierna volgende taakstellingen deel zullen uitmaken van dit plan.

C. Tâches

1. Ascenseurs et rampes d’accès

C. Taakstellingen

1. Liften en oprijhellingen

Art. 42

En équipant les gares d'ascenseurs ou de rampes d’accès, les quais seront facilement accessibles. Les grandes gares auront la priorité. Au cours de la première période, le nombre de gares restera ainsi limité, mais le nombre de voyageurs concernés sera élevé et une bonne répartition géographique sera également assurée.(1)

Planning:

- pour fin 2008: 27 gares;

- pour fin 2012: 38 gares représentant 51 % du nombre total de voyageurs;

- pour fin 2018: 50 gares formant ainsi un réseau de gares accessibles dans un rayon de 30 km;

- pour fin 2028: 100 gares formant ainsi un réseau de gares accessibles dans un rayon de 15 km.

2. Quais

Art. 42

Door het uitrusten van stations met liften of oprijhellingen zullen de perrons vlot toegankelijk zijn. De aanpak van de grotere stations heeft voorrang. Hierdoor blijft het aantal stations in de eerste periode gering, maar is het aantal betrokken reizigers wel groot en is ook de geografische spreiding verzekerd.

Planning:

- xxxxx xxxx 0000: 27 stations;

- tegen eind 2012: 38 stations, goed voor 51 % van het totale aantal reizigers;

- xxxxx xxxx 0000: 50 stations, zodat een netwerk ontstaat van toegankelijke xxxxxxxx xxxxxx xxx xxxxxx xxx 00 xx;

- tegen eind 2028: 100 stations zodat een netwerk ontstaat van toegankelijke stations binnen een straal van 15 km.

2. Perrons

Art. 43

En mars 2008, les quais de 115 gares et points d'arrêt seront mis à une hauteur standard. Pour 2018, Infrabel veillera à rehausser les quais de 160 gares et points d'arrêts supplémentaires.

Dans chaque gare ou point d'arrêt où ont lieu des rénovations, des dalles d'avertissement (dalles antidérapantes) seront posées sur le bord des quais, de même que des dalles de guidage.

Chaque fois qu'un quai sera doté d'un revêtement, des dalles d'avertissement (dalles antidérapantes) seront posées.

Art. 43

In maart 2008 zijn de perrons in 115 stations en stopplaatsen op standaardhoogte. Infrabel xxx xxxxx 0000 xxxxxx voor de verhoging van de perrons in 160 bijkomende stations en stopplaatsen.

In elk station of stopplaats waar renovaties gebeuren, zullen waarschuwingstegels (noppentegels) langs de perronboord en geleidetegels aangebracht worden.

Telkens een perron wordt verhard, zullen waarschuwingstegels (noppentegels) worden geplaatst.

Sur tous les quais déjà dotés d'un revêtement en matériaux durs mais dépourvus de dalles antidérapantes, des lignes de sécurité seront tracées dans l'année suivant la signature du présent contrat.

D. Monitoring

Art. 44

Pour le 30 avril de chaque année au plus tard, Infrabel, en collaboration avec la SNCB Holding et la SNCB, transmet au Ministre des Entreprises publiques, au Ministre de la Mobilité ainsi qu'à la DGTT, un rapport concernant les réalisations de l'année précédente. A cette occasion, il sera fourni une justification détaillée à propos des éléments du planning prévu qui n'ont pas pu être réalisés à temps.

Les prestations fournies sont mesurées au moyen des indicateurs suivants:

- le nombre de gares et de points d'arrêt entièrement accessibles au moyen d'ascenseurs ou de rampes d'accès;

- le pourcentage de voyageurs montés dans ces gares et points d'arrêt;

- le nombre de gares et de points d'arrêt avec hauteur de quai standardisée;

- le nombre de gares et de points d'arrêt où des lignes de sécurité ont été posées sur les quais dallés;

- le nombre de gares et de points d'arrêt où des dalles d'avertissement ont été posées le long des bordures de quais.

Op alle reeds verharde perrons zonder noppentegels zullen veiligheidslijnen aangebracht worden binnen het jaar na de ondertekening van dit contract.

D. Monitoring

Art. 44

Uiterlijk op 30 april van elk jaar zal Infrabel, samen met de NMBS-Holding en de NMBS, aan de Minister van Overheidsbedrijven, aan de Minister van Mobiliteit en aan DGVL een verslag zenden over de realisaties van het voorbije jaar. Daarbij zal een omstandige verantwoording gegeven worden over de elementen uit het geplande traject die niet tijdig gerealiseerd werden.

De geleverde prestaties worden gemeten met de volgende indicatoren:

- het aantal stations en stopplaatsen dat volledig toegankelijk is met liften of toegangshellingen;

- het procentueel aandeel opstappende reizigers in deze stations en stopplaatsen;

- het aantal stations en stopplaatsen met gestandaardiseerde perronhoogte;

- het aantal stations en stopplaatsen waar veiligheidslijnen werden aangebracht op de verharde perrons;

- het aantal stations en stopplaatsen waar waarschuwingstegels werden aangebracht langs de perronboorden.

VII. Respect de

l’environnement

VII. Zorg voor het milieu

A. Politique générale en matière d'environnement

Art. 45

En ce qui concerne la gestion de l'environnement et le développement durable, Infrabel prendra toutes les mesures appropriées pour appliquer correctement les lois et règlements européens, fédéraux, régionaux et communaux. Infrabel entretient un dialogue avec tous les niveaux politiques concernant l'impact environnemental de ses activités.

Infrabel contribue à un système de transport plus durable en offrant une infrastructure ferroviaire de qualité afin que la part du train dans la demande de déplacements sans cesse croissante puisse augmenter au cours des prochaines années. L'Etat contribue à un système de transport plus durable en s'efforçant d'instaurer des conditions de concurrence équitables entre les différents modes de transport, si possible dans un cadre européen.

Au plus tard douze mois après la signature de ce contrat, Infrabel soumettra un plan de politique environnementale pour approbation au Ministre des Entreprises publiques, au Ministre de la Mobilité, au Ministre fédéral compétent pour l’environnement ainsi qu'à la DGTT. L'établissement de ce plan de politique environnementale a lieu en concertation avec la SNCB-Holding, qui joue un rôle pionnier en la matière. Ce plan cite les actions choisies et les objectifs à atteindre et comprend un plan par étapes, y compris le planning relatif à une certification ISO 14001.

Dans le cadre de ce système de management environnemental ISO 00000 Xxxxxxxx évalue régulièrement les résultats et l'efficience de ses initiatives environnementales et identifie systématiquement les" bonnes pratiques "internes. Sur cette base, Infrabel fixe ses objectifs environnementaux et tend de cette

A. Algemeen milieubeleid

Art. 45

Infrabel zal met betrekking tot milieubeheer en duurzame ontwikkeling alle gepaste maatregelen nemen om de geldende Europese, federale, gewestelijke en gemeentelijke wetten en reglementen correct toe te passen. Infrabel onderhoudt een dialoog met alle beleidsniveaus omtrent de milieu-impact van haar activiteiten.

Infrabel draagt bij tot een meer duurzaam transportsysteem door een degelijke spoorweginfrastructuur aan te bieden, zodat het aandeel van de trein in de steeds toenemende vraag naar verplaatsingen, zowel van mensen als van goederen, in de komende jaren kan stijgen. De Staat draagt bij tot een meer duurzaam transportsysteem door gelijke concurrentievoorwaarden tussen de diverse vervoersmodi na te streven, waar mogelijk in een Europees kader.

Uiterlijk twaalf maanden na de ondertekening van dit contract zal Infrabel een milieubeleidsplan aan de Minister van Overheidsbedrijven, aan de Minister van Mobiliteit, aan de federale Minister bevoegd voor het milieu en aan DGVL ter goedkeuring voorleggen. Het opstellen van dit milieubeleidsplan gebeurt in overleg met de NMBS-Holding xxx xxxxxxxxxxx is in deze. Dit plan somt de gekozen acties en de te bereiken doelstellingen op en bevat een stappenplan incl. planning voor een ISO 14001 certificering.

In xxx xxxxx xxx xxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxx XXX- 00000 evalueert Infrabel periodiek de resultaten en de efficiëntie van haar milieu- initiatieven en identificeert ze systematisch interne “goodpractices”. Op basis hiervan stelt Infrabel haar milieudoelstellingen bij en streeft

manière vers une amélioration continue de sa performance environnementale.

D'après ce plan par étapes, toutes les activités importantes d'Infrabel recevront au moins une certification XXX 00000 pour fin 2012. Infrabel s'engage à respecter la date limite ci-dessus pour autant que les permis environnementaux requis pour la certification XXX 00000 puissent être obtenus et pour autant que la certification ISO 14001 ne soit pas compromise par d’autres processus de certification liés à la sécurité (par exemple OHSAS 18001).

Selon ce plan, et en tenant compte des exigences imposées par xx xxxxx XXX 00000:

− l'atelier de Xxxxxxx reçu une confirmation de la certification XXX 00000 en cours d'ici la fin de 2012;

− l'atelier de Schaerbeek (y compris l’atelier de Roeselare) obtient cette certification d'ici la mi 2014;

− les Centres Logistiques Infrastructure existants (CLI) obtiennent leur certification d'ici la fin de 2013;

− les nouveaux CLI et ceux en construction obtiennent leur certification dans un délai de trois ans après leur mise en service. (4)

ze op die manier naar een continue verbetering van haar milieuprestaties.

Volgens dit stappenplan zullen alle belangrijke activiteiten van Infrabel tegen eind 2012 minstens een ISO 14001-certificering bekomen. Infrabel engageert zich tot bovenvermelde streefdatum voor zover de, voor de ISO 14001- certificatie noodzakelijke, milieuvergunningen tijdig kunnen bekomen worden en voor zover de ISO 14001-certificatie geen andere, aan veiligheid gerelateerde certificatieprocessen (bv. OHSAS 18001) in het gedrang brengt.

Volgens dit stappenplan en rekening houdend met de eisen opgelegd door de ISO 14001- norm:

− zal de werkplaats Bascoup een herbevestiging ontvangen van het huidig ISO 00000-xxxxxxxxxxx xxxxx xxxx 0000;

− zal de werkplaats Schaarbeek (incl. werkplaats Roeselare) dergelijke certificering bekomen tegen midden 2014;

− zullen de bestaande Logistieke Centra Infrastructuur (LCI) hun certificering bekomen xxxxx xxxx 0000;

− zullen de nieuwe en in aanbouw zijnde LCI de certificering bekomen uiterlijk drie jaar na hun indienststelling. (4)

B. Aspects liés à la politique environnementale

1. Limiter la consommation d'énergie

B. Aspecten milieubeleid

1. Energieverbruik beperken

Art. 46

Infrabel s'est engagée à contribuer à la réduction de la consommation globale d'énergie (hors énergie de traction) dans les bâtiments et installations du Groupe SNCB

- de 7,5 % à l'horizon 2012 et

- de 20 % à l'horizon 2020 par rapport à 2005. (4)

Art. 46

Infrabel heeft zich geëngageerd om ertoe bij te dragen dat het globale energieverbruik (exclusief tractie-energie) in de gebouwen en installaties van de NMBS-groep

- tegen 2012 met 7,5 % en

- tegen 2020 met 20 %

zal verminderen in vergelijking met 2005. (4)

L'attention des collaborateurs d'Infrabel sera attirée sur leur responsabilité en matière d'utilisation rationnelle de l'énergie et ils recevront des conseils concrets à ce sujet.

Pour les nouvelles constructions, on optera pour des projets économes en énergie. Dans les bâtiments existants, des économies substantielles seront réalisées grâce à l'optimalisation des installations de chauffage, à l'amélioration de l'isolation et à la modernisation des installations d'éclairage.

Dans le cadre du renouvellement de son parc automobile, Infrabel s'efforce de réduire sa consommation de carburant et ses émissions nocives. Lors de l'achat de nouveaux véhicules, la norme "EURO4" est au moins reprise dans le cahier des charges.

En collaboration avec les entreprises ferroviaires, Infrabel examinera comment il pourrait être possible de réduire la consommation d'énergie pour le trafic ferroviaire proprement dit.

De medewerkers van Infrabel worden attent gemaakt op hun verantwoordelijkheid om zuinig om te springen met energie en krijgen concrete tips daarvoor.

Bij nieuwbouw wordt gekozen voor een energiezuinig ontwerp. In bestaande gebouwen zal veel bespaard worden door optimalisatie van de verwarmingsinstallaties, door verbetering van de isolatie en door modernisering van verlichtingsinstallaties.

Bij vernieuwing van haar autopark streeft Infrabel naar een lager brandstofverbruik en lagere schadelijke emissies. Bij aanschaf van nieuwe wagens wordt minstens de “EURO4”- norm in het bestek opgenomen.

Samen met de spoorwegondernemingen zal onderzocht worden hoe het energieverbruik voor het eigenlijke spoorwegverkeer kan beperkt worden.

2. Limiter les émissions de CO2 2. CO2-uitstoot beperken

Art. 47

Afin de réaliser les objectifs généraux du protocole de Kyoto, le secteur des transports devra apporter une contribution importante. Un transfert des autres modes de transport vers le transport ferroviaire (transfert modal) est crucial de ce point de vue. Par conséquent, le transport ferroviaire ne doit pas tendre vers des objectifs qui viseraient à limiter le volume absolu d'émissions de CO2.

Dans le respect des accords conclus au sein du secteur ferroviaire européen, Infrabel s'attèlera à réduire les émissions de CO2 spécifiquement causées par le transport ferroviaire. En concertation avec la SNCB et la SNCB Holding, Infrabel établira un plan visant à réduire les émissions moyennes de CO2 par voyageur-kilomètre et par tonne-kilomètre. Les actions qu'Infrabel entreprend dans ce cadre doivent être en toutes circonstances non discriminatoires vis-à-vis des entreprises ferroviaires.

3. Utiliser des sources d'énergie alternatives

Art. 47

Om de algemene doelstellingen van het Kyotoprotocol te bereiken, zal de transportsector een belangrijke bijdrage moeten leveren. Een verschuiving van andere transportmodi naar het spoorvervoer (modal shift) is daarbij cruciaal. Het spoorvervoer dient daarom geen objectieven na te streven die het absoluut volume CO2-uitstoot zouden beperken.

In lijn met de afspraken binnen de Europese spoorwegsector, zal Infrabel zich wel inspannen om de specifieke door spoortransport veroorzaakte CO2-uitstoot te verminderen. Infrabel zal in overleg met de NMBS en de NMBS-Holding een plan opstellen om de gemiddelde CO2-uitstoot per treinkilometer, per reizigerskilometer en per tonkilometer te verminderen. De acties die Infrabel in dit kader onderneemt, moeten in alle omstandigheden niet-discriminerend zijn ten opzichte van de spoorwegondernemingen.

3. Energie opwekken uit alternatieve bronnen

Art. 48

Infrabel étudie les partenariats possibles pour la construction d'installations utilisant des sources d'énergie alternatives, telles que la cogénération, l'énergie solaire, l’énergie éolienne, ... Il est également étudié de quelle manière les anciennes traverses peuvent être transformées en énergie d'une manière écologiquement acceptable.

Infrabel étudie des partenariats possibles pour l'installation de panneaux à cellules photovoltaïques, par exemple sur le toit de grands bâtiments, sur certaines marquises de quais ou sur des tunnels.

Infrabel étudie également des partenariats possibles afin d'installer des éoliennes à des endroits appropriés.

Art. 48

Infrabel onderzoekt mogelijke partnerschappen voor de bouw van installaties die gebruik maken van alternatieve energiebronnen, zoals warmtekrachtkoppeling, zonne-energie, windenergie, ... Tevens wordt onderzocht hoe oude dwarsliggers op ecologisch verantwoorde wijze in energie kunnen omgezet worden.

Infrabel onderzoekt mogelijke partnerschappen voor de installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen, bijvoorbeeld op het dak van grote gebouwen, op sommige perronoverkappingen of op tunnelkokers.

Infrabel onderzoekt eveneens mogelijke partnerschappen om windturbines te installeren op plaatsen die daartoe geschikt zijn.

4. Limiter le bruit et les vibrations 4. Lawaai en trillingen beperken

Art. 49

Infrabel collabore à l'application de la directive européenne 2002/49/CE, qui vise à limiter l'exposition au bruit ambiant. Les données relatives au transport ferroviaire seront transmises à cet effet aux autorités compétentes et une concertation avec les régions concernant l'établissement d'un plan d'action aura lieu.

Sur son site web, Infrabel consacrera une page à un commentaire de cette directive et à sa transposition dans la réglementation régionale. Cette page comprendra des renvois aux cartes de nuisances sonores telles qu'elles sont et/ou seront publiées par les régions.

Infrabel se concerte avec les entreprises ferroviaires pour conclure des accords en matière de nuisances sonores et de nuisances dues aux vibrations. Infrabel veille à ce que les entreprises ferroviaires respectent la STI Bruit.

Infrabel se concerte en particulier avec l'Etat, la SNCB Holding et les opérateurs utilisant le réseau Infrabel pour le transport de marchandises à propos des possibilités de financement visant à soutenir l'insonorisation des wagons marchandises existants. Cela se fera dans le cadre des initiatives prises par la Commission européenne.

En cas d'extension ou de renouvellement de l'infrastructure ferroviaire, Infrabel optera pour des concepts et des matériaux réduisant le bruit à la source conformément aux prescriptions des autorités compétentes.

Lors du renouvellement de l'infrastructure ferroviaire, Infrabel optera pour des concepts et des matériaux réduisant le bruit à la source, pour autant que cela soit budgétairement justifié.

Art. 49

Infrabel werkt mee aan de toepassing van de Europese richtlijn 2002/49/EG die de blootstelling aan omgevingslawaai wil beperken. Daartoe zullen de nodige gegevens over het spoorvervoer aan de bevoegde overheden bezorgd worden, en zal met de gewesten overlegd worden over de opmaak van een actieplan.

Infrabel zal op haar website een pagina wijden aan een toelichting van deze richtlijn en haar omzetting in gewestelijke regelgeving. Deze pagina zal verwijzingen bevatten naar de geluidsbelastingskaarten zoals deze door de gewesten gepubliceerd zijn en/of zullen worden.

Infrabel overlegt met de spoorwegondernemingen om afspraken te maken inzake geluids- en trillingshinder. Infrabel ziet erop toe dat de spoorwegondernemingen de TSI Geluid naleven.

In het bijzonder overlegt Infrabel met de Staat, de NMBS-Holding en de van het Infrabel-net gebruik makende operatoren voor goederenvervoer over de mogelijkheden om de financiering voor het geluidsarmer maken van de bestaande goederenwagens te ondersteunen. Dit zal gebeuren in het kader van de door de Europese Commissie genomen initiatieven.

Bij uitbreiding of vernieuwing van de spoorweginfrastructuur zal Infrabel concepten en materialen kiezen die het lawaai aan de bron verminderen conform de voorschriften van de bevoegde overheden.

Bij vernieuwing van de spoorweginfrastructuur zal Infrabel concepten en materialen kiezen die het lawaai aan de bron verminderen, voor zover dit budgettair verantwoord is.

5. Commission d’accompagnement environnement

5. Commissie milieubegeleiding

Art. 50

Infrabel participe activement à la commission d’accompagnement environnement qui a été créée au niveau de la SNCB Holding.

6. Assainissement du sol

Art. 50

Infrabel neemt actief deel aan de commissie milieubegeleiding die op het niveau van de NMBS-Holding werd opgericht.

6. Bodemzorg

Art. 51

Infrabel participe à l'inventaire des terrains historiquement pollués, aux études de sol nécessaires et au planning des travaux d'assainissement, ce en exécution des accords conclus avec les régions à l'occasion de la restructuration du Groupe SNCB en 2005. Les provisions nécessaires pour réaliser ces travaux d'assainissement sont programmées. Infrabel réalisera ces travaux en fonction des obligations légales, du programme d’investissement et de la politique de valorisation des actifs immobiliers, en visant une distribution raisonnable de ces travaux sur l’ensemble du domaine ferroviaire.

7. Respecter la nature et le paysage

Art. 51

Infrabel werkt mee aan de inventarisatie van de historische bodemverontreiniging, aan de noodzakelijke bodemonderzoeken en aan de planning van de saneringswerken, in uitvoering van de afspraken die daarover met de gewesten gemaakt werden naar aanleiding van de herstructurering van de NMBS-groep in 2005. De nodige voorzieningen worden gepland om deze saneringswerken te realiseren. Infrabel zal deze werken uitvoeren in functie van de wettelijke verplichtingen, het investeringsprogramma en het verkoopbeleid van onroerende activa, met de bedoeling een redelijke verdeling van de uitvoering van deze werken over het ganse spoorwegdomein te bekomen.

7. Natuur en landschap respecteren

Art. 52

Infrabel poursuit ses efforts afin de procéder au désherbage des voies avec des produits et des méthodes moins nuisibles à l'environnement.

Infrabel entretiendra les espaces verts relevant de sa gestion selon les "best practices" et en bon voisinage avec les riverains.

Une attention particulière sera accordée aux talus ferroviaires jouxtant une zone naturelle afin de préserver ou d'améliorer leur valeur écologique. Si possible, la gestion des talus sera confiée contractuellement à une association de protection de l'environnement sur la base d'un

Art. 52

Infrabel zet haar inspanningen verder om de onkruidbestrijding in de sporen uit te voeren met producten en methoden die minder schadelijk zijn.

Infrabel zal de groene ruimtes onder haar beheer onderhouden volgens “best practices” en in goed nabuurschap met de omwonenden.

Aan ecologisch waardevolle spoorwegbermen die aan een natuurgebied grenzen wordt bijzondere aandacht besteed om hun natuurwaarde te bewaren of te verbeteren. Waar mogelijk wordt het bermbeheer contractueel toevertrouwd aan een milieuvereniging, op

cahier des charges précis. basis van een concreet lastenboek.

8. Gestion des déchets 8. Afvalbeheer

Art. 53

La politique d'achat d'Infrabel veillera à réduire la quantité de déchets et, en particulier, de déchets dangereux. Un système général de recyclage et de tri des déchets sera développé. Infrabel réduira la consommation d'eau où cela est possible.

Le 30 septembre 2008 au plus tard, les quais des gares d’Antwerpen-Centraal, Bruxelles- Central, Bruxelles-Nord, Bruxelles-Midi, Charleroi-Sud, Gent-Sint-Pieters, Leuven, Liège-Guillemins, Namur, Oostende et Ottignies seront équipées de poubelles de tri pour la collecte sélective respectivement des emballages PMC, du papier/carton, du verre et des déchets. Cette expérience sera évaluée fin 2008 en vue d'une extension de ce type d'équipement à d'autres gares.(1)

Art. 53

Het aankoopbeleid van Infrabel zal oog hebben voor de vermindering van de hoeveelheid afval en het gevaarlijk afval in het bijzonder. Een algemeen stelsel van recyclage en afvalsortering zal ontwikkeld worden. Infrabel zal het waterverbruik waar mogelijk verminderen.

De perrons van de stations Antwerpen-Centraal, Brussel-Centraal, Brussel-Noord, Brussel-Zuid, Charleroi-Sud, Gent-Sint-Pieters, Leuven, Liège-Guillemins, Namur, Oostende en Ottignies worden uitgerust met gescheiden afvalbakken voor de selectieve inzameling van PMD-verpakkingen, papier/karton, glas en restafval uiterlijk op 30 september 2008. Eind 2008 zal dit experiment geëvalueerd worden met het oog op een verdere uitbreiding ervan.

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

VIII. Investissements VIII. Investeringen

A. Plan d'investissement pluriannuel

Art. 54

Infrabel met tout en œuvre, pour la partie qui la concerne, pour exécuter les investissements ferroviaires comme programmé dans le plan d'investissement pluriannuel consolidé 2008- 2012 approuvé par le Gouvernement.

Ce plan, joint en annexe 2.1, et ses adaptations ultérieures, font intégralement partie du présent contrat de gestion.

L’Etat s’engage à fournir les moyens financiers précisés dans ce contrat.

Pour fin novembre 2011 au plus tard, Infrabel établit un projet de plan d'investissement couvrant la période 2013-2025, après avoir effectué les consultations des entreprises ferroviaires actives sur le réseau belge, comme prévu à l’article 200, § 3 de la Loi sur les entreprises publiques.

Ce projet de plan 2013-2025 est établi compte tenu de l'étude relative aux besoins à long terme dont question à l'article 2 du présent contrat.

Pour la même date, Infrabel transmet ce projet à la SNCB Holding, qui rédige une version consolidée pour le Groupe SNCB. La SNCB Holding la transmet au Ministre des Entreprises publiques, avec copie à la DGTT pour le 31 janvier 2012 au plus tard. Le Ministre informe le Conseil des ministres de ce projet de plan pluriannuel.

Dans chaque cas de développement ou d’extension de l’infrastructure ferroviaire, l’importance et l’intérêt des projets sont évalués au regard de la politique de mobilité du Gouvernement.

Avant de prendre une décision sur la mise en œuvre de nouveaux grands projets d'importance stratégique (avec un coût de plus de 25 millions €2012), une analyse coûts-bénéfices

A. Meerjareninvesteringsplan

Art. 54

Infrabel zal alles in het werk stellen, voor het gedeelte dat haar betreft, om de spoorweginvesteringen zoals geprogrammeerd in het door de Regering goedgekeurde geconsolideerde meerjareninvesteringsplan 2008-2012 uit te voeren.

Dat plan, bijgevoegd in bijlage 2.1, en zijn latere aanpassingen, maken integraal deel uit van dit beheerscontract.

De Staat verbindt zich ertoe de in dit contract vermelde financiële middelen te leveren.

Uiterlijk eind november 2011 stelt Infrabel een ontwerp van investeringsplan op voor de periode 2013-2025, nadat ze de op het Belgische net actieve spoorwegondernemingen heeft geraadpleegd, zoals bepaald in artikel 200, § 3 van de Wet Overheidsbedrijven.

Dit ontwerpplan 2013-2025 komt tot stand rekening houdend met de studie over de behoeften op lange termijn, waarvan sprake in artikel 2 van dit contract.

Tegen dezelfde datum bezorgt Infrabel dit ontwerp aan de NMBS-Holding die een geconsolideerde versie opmaakt voor de NMBS-groep. De NMBS-Holding maakt die over aan de Minister van Overheidsbedrijven, met afschrift aan DGVL, uiterlijk op 31 januari 2012. De Minister licht de Ministerraad in over dit ontwerp van meerjareninvesteringsplan.

In elk geval van ontwikkeling of uitbreiding van de spoorweginfrastructuur worden het belang en het voordeel van de projecten getoetst aan het mobiliteitsbeleid van de Regering.

Alvorens een beslissing wordt genomen over de uitvoering ervan, wordt voor nieuwe omvangrijke voorgestelde projecten van strategisch belang (met een kostprijs van meer

est réalisée, pour laquelle il est de préférence opté pour une approche pragmatique. (4)

Les panneaux d’information des projets financés par l’Etat font clairement référence à l’origine du financement.

Pour les projets impliquant différents intervenants, comme la SNCB Holding dans le cas de travaux dans les gares ou comme une ou plusieurs communes et/ou une ou plusieurs régions, Infrabel met tout en œuvre pour garantir une parfaite coordination des travaux de sorte que, le cas échéant, les travaux à réaliser par Infrabel commencent au plus tard dès que les travaux réalisés ou financés par d’autres intervenants sont terminés.

Pour préserver la sécurité du réseau ferroviaire belge et garantir un niveau de qualité suffisant, les investissements relatifs aux rubriques sécurité et maintien de capacité doivent atteindre au moins 343 millions €2008 par an.

Infrabel met tout en oeuvre pour finaliser le partenariat public-privé pour le Liefkenshoek Rail Link en 2008. Infrabel respectera les engagements convenus dans les contrats relatifs aux projets de préfinancement et de partenariat public-privé.

Le contenu et la forme du plan pluriannuel d'investissement, des procédures de révision et d'actualisation, ainsi que des modalités de rédaction des rapports et de suivi sont ceux fixés à l'annexe 3. La DGTT et les trois sociétés examineront cependant la possibilité de réactualiser et de simplifier les procédures et documents décrits dans cette annexe.

Le 30 juin au plus tard de chaque année, Infrabel envoie à la DGTT et à la SNCB

dan 25 miljoen €2012) een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd, waarbij bij voorkeur wordt geopteerd voor een pragmatische aanpak. (4)

De informatieborden van de door de Staat gefinancierde projecten verwijzen duidelijk naar de herkomst van de financiering.

Voor de projecten waarbij verschillende actoren betrokken zijn, zoals de NMBS-Holding bij werken in de stations of zoals een of meerdere gemeenten en/of een of meerdere gewesten, stelt Infrabel alles in het werk om een perfecte coördinatie van de werken te waarborgen zodat, in voorkomend geval, de door Infrabel uit te voeren werken uiterlijk kunnen starten zodra de door andere actoren uitgevoerde of gefinancierde werken beëindigd zijn.

Om de veiligheid van het Belgische spoorwegnet in stand te houden en een toereikend kwaliteitsniveau te garanderen, moeten de investeringen met betrekking tot de rubrieken veiligheid en capaciteitsbehoud ten minste 343 miljoen €2008 per jaar bereiken.

Infrabel stelt alles in het werk om de publiek- private samenwerking voor de Liefkenshoek Rail Link in 2008 af te ronden. Infrabel zal de verplichtingen naleven die werden aangegaan in de overeenkomsten betreffende de projecten met prefinanciering en met publiek-private samenwerking.

De inhoud en de vorm van het meerjareninvesteringsplan, van de procedures voor herziening en actualisering, en van de modaliteiten voor het opstellen van de verslagen en de opvolging, zijn vastgelegd in bijlage 3. DGVL en de drie vennootschappen zullen niettemin de mogelijkheid onderzoeken om de in die bijlage beschreven procedures en documenten te actualiseren en te vereenvoudigen.

Uiterlijk op 30 juni van elk jaar bezorgt Infrabel een jaarlijks voortgangsrapport over de uitvoering van het meerjarenplan aan DGVL en

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

Holding un rapport annuel d'avancement relatif à l'exécution du plan pluriannuel. Cette dernière rédige une version consolidée pour le Groupe SNCB et l'envoie, via la DGTT, au Ministre des Entreprises publiques pour le 31 juillet.

Infrabel s'engage à fournir à la SNCB Holding les données nécessaires, dans un format à convenir avec la SNCB Holding, pour permettre à cette dernière d'élaborer de manière efficiente et conforme le rapport consolidé susmentionné.

B. Programme annuel d'investissement

Art. 55

Infrabel établit chaque année, sur base du plan d'investissement pluriannuel, un programme d'investissement annuel. Ce programme d'investissement annuel est élaboré conformément aux dispositions de l’annexe 3. La DGTT et les trois sociétés examineront cependant la possibilité de réactualiser et de simplifier les procédures et documents décrits dans cette annexe.

Après accord au sein du comité d'investissement, Infrabel envoie le projet de programme annuel d'investissement à la DGTT et à la SNCB Holding, qui rédige une version consolidée pour le Groupe SNCB et qui, via la DGTT, la soumet au Ministre des Entreprises publiques pour approbation, et ce le 15 novembre au plus tard de l'année qui précède celle à laquelle les investissements se rapportent.

L’Etat dispose d’un délai de quarante-cinq jours calendrier, à compter de la date de réception du projet consolidé par la DGTT, pour faire connaître sa position. Passé ce délai, le programme d'investissement annuel soumis à l’Etat est considéré comme étant accepté.

Le 30 septembre au plus tard de chaque année, Infrabel envoie un rapport d’avancement intermédiaire sur l’exécution du programme annuel d’investissement en cours de réalisation

de NMBS-Holding. Deze laatste maakt voor de NMBS-groep een geconsolideerde versie op en stuurt deze voor 31 juli via DGVL aan de Minister van Overheidsbedrijven.

Infrabel verbindt zich ertoe aan de NMBS- Holding de nodige gegevens te bezorgen, in een formaat dat met de NMBS-Holding wordt overeengekomen, opdat deze laatste het voormelde geconsolideerde rapport efficiënt en conform kan opmaken.

B. Jaarlijks investeringsprogramma

Art. 55

Infrabel maakt elk jaar op basis van haar meerjareninvesteringsplan een jaarlijks investeringsprogramma op. Dat jaarlijks investeringsprogramma wordt conform de bepalingen van bijlage 3 uitgewerkt. DGVL en de drie vennootschappen zullen niettemin de mogelijkheid onderzoeken om de in die bijlage beschreven procedures en documenten te actualiseren en te vereenvoudigen.

Na afstemming in het investeringscomité bezorgt Infrabel het ontwerp van jaarlijks investeringsprogramma aan DGVL en aan de NMBS-Holding, die een voor de NMBS-groep geconsolideerde versie opmaakt en via DGVL ter goedkeuring voorlegt aan de Minister van Overheidsbedrijven. Dit moet gebeuren uiterlijk op 15 november van het jaar voorafgaand aan het jaar van de investeringen.

De Staat beschikt over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen om zijn standpunt bekend te maken, te rekenen vanaf de datum dat DGVL het geconsolideerde ontwerp ontvangt. Na die termijn wordt het aan de Staat voorgelegde jaarlijks investeringsprogramma als aanvaard beschouwd.

Uiterlijk op 30 september van elk jaar verstuurt Infrabel aan DGVL en aan de NMBS-Holding een tussentijds voortgangsrapport over de uitvoering van het lopende jaarlijks

à la DGTT et à la SNCB Holding. La SNCB Holding se charge d'établir une version consolidée pour le Groupe SNCB et la transmet à la DGTT pour le 31 octobre.

Le 30 avril au plus tard de chaque année, Infrabel envoie un rapport d’évaluation définitif sur l’exécution du programme annuel d’investissement (rapport annuel) de l'année écoulée à la DGTT et à la SNCB Holding. La SNCB Holding se charge également de rédiger une version consolidée pour le Groupe SNCB et la transmet à la DGTT pour le 31 mai.

Infrabel s'engage à fournir à la SNCB Holding les données nécessaires, dans un format à convenir avec la SNCB Holding, pour permettre à cette dernière d'élaborer de manière efficiente et conforme les rapports consolidés susmentionnés. Dans ce cadre, Infrabel s'engage à communiquer à la SNCB Holding des informations exactes et complètes.

Une fois par an, Infrabel peut amender le programme d'investissement annuel en vigueur afin de tenir compte de l’évolution de son exécution. Cet amendement sera consolidé avec celui des deux autres sociétés, au sein du comité d’investissement, en vue de son approbation par le Ministre des Entreprises publiques. Le projet d’amendement est transmis à la DGTT le 31 juillet au plus tard de l’année concernée par l’amendement. L’Etat dispose d’un délai de quarante-cinq jours calendrier, à compter de la date de réception du projet consolidé par la DGTT, pour faire connaître sa position. Passé ce délai, l’amendement du programme d'investissement annuel soumis à l’Etat est considéré comme étant accepté.

investeringsprogramma. De NMBS-Holding zorgt voor een voor de NMBS-groep geconsolideerde versie en maakt deze voor 31 oktober over aan DGVL.

Uiterlijk op 30 april van elk jaar stuurt Infrabel aan DGVL en aan de NMBS-Holding een definitief evaluatierapport over de uitvoering van het jaarlijks investeringsprogramma (jaarlijks rapport) voor het afgelopen jaar. De NMBS-Holding zorgt voor een voor de NMBS- groep geconsolideerde versie en maakt deze aan DGVL over voor 31 mei.

Infrabel verbindt zich ertoe aan de NMBS- Holding de nodige gegevens te bezorgen, in een formaat dat met de NMBS-Holding wordt overeengekomen, opdat deze laatste de voormelde geconsolideerde rapporten efficiënt en conform kan opmaken. In dit verband verbindt Infrabel zich ertoe, aan de NMBS- Holding juiste en volledige gegevens mee te delen.

Eén keer per jaar kan Infrabel haar vigerende investeringsprogramma amenderen om rekening te houden met de evolutie van de uitvoering ervan. Die amendering zal geconsolideerd worden met die van de twee andere vennootschappen, in het investeringscomité, met het oog op de goedkeuring ervan door de Minister van Overheidsbedrijven. Het ontwerp van wijziging wordt aan DGVL bezorgd uiterlijk op 31 juli van het jaar waarvoor de wijziging geldt. De Staat beschikt over een termijn van vijfenveertig kalenderdagen om zijn standpunt bekend te maken, te rekenen vanaf de datum dat DGVL het geconsolideerde ontwerp ontvangt. Na die termijn wordt de aan de Staat voorgelegde amendering van het jaarlijks investeringsprogramma als aanvaard beschouwd.

C. Dossiers de projet, dossiers collectifs, fiches de projet et fiches collectives

Art. 56

Infrabel met en oeuvre l'approche de planification et de monitoring par projet d'investissement, conformément à la méthodologie définie dans l'annexe 3. La DGTT et les trois sociétés examineront cependant la possibilité de réactualiser et de simplifier les procédures et documents décrits dans cette annexe. On utilise à cet effet les "dossiers de projet " et les "dossiers collectifs", dont le format est convenu entre la DGTT et les trois sociétés du Groupe SNCB.

Chaque dossier de projet ou dossier collectif donne, sous forme synthétique, une image aussi fidèle que possible du projet d'investissement en matière d'objectifs, de contenu, de planification et d'état d'avancement.

Infrabel transmet à la DGTT:

- sur base trimestrielle, au plus tard le 30 juin (Q1), le 15 octobre (Q2) et le 31 décembre (Q3) et le 15 avril (Q4) de chaque année: la version actualisée de tous les dossiers de projet et dossiers collectifs. Les dates précitées peuvent être modifiées de commun accord entre la DGTT et Infrabel;

- sur une base annuelle, au plus tard le 30 juin de chaque année: les fiches de projet et les fiches collectives destinées à la communication externe, notamment vers les régions.

Bien que le contenu minimal et le format des dossiers de projet, des dossiers collectifs, des fiches de projet et des fiches collectives soient convenus entre la DGTT et les trois sociétés du Groupe SNCB, ils peuvent encore être adaptés de commun accord.

La DGTT se basera principalement sur les dossiers de projet et les dossiers collectifs afin d'assurer, pour le compte de l'Etat, le suivi et le

C. Projectdossiers, verzameldossiers, projectfiches en verzamelfiches

Art. 56

Infrabel past de benadering van planning en monitoring toe per investeringproject, conform de methodologie zoals vastgelegd in bijlage 3. DGVL en de drie vennootschappen zullen niettemin de mogelijkheid onderzoeken om de in die bijlage beschreven procedures en documenten te actualiseren en te vereenvoudigen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de ‘projectdossiers’ en ‘verzameldossiers’, waarvan het formaat overeengekomen is tussen DGVL en de drie vennootschappen van de NMBS-groep.

Elk projectdossier of verzameldossier levert, in synthetische vorm, een zo getrouw mogelijk beeld van het investeringsproject op het gebied van doelstellingen, inhoud, planning en voortgang van de uitvoering.

Ze bezorgt aan DGVL:

- xxx xxxxxxxx, uiterlijk op 30 juni (Q1), 15 oktober (Q2) en 31 december (Q3) en 15 april (Q4) van elk jaar: de geactualiseerde versie van alle project- en verzameldossiers. De voornoemde datums kunnen worden gewijzigd in onderling akkoord tussen DGVL en Infrabel;

- op jaarbasis, uiterlijk op 30 juni van elk jaar: de projectfiches en verzamelfiches, die bestemd zijn voor de externe communicatie, met name naar de gewesten.

Hoewel de minimale inhoud en het formaat van de projectdossiers, de verzameldossiers, de projectfiches en de verzamelfiches zijn overeengekomen tussen DGVL en de drie vennootschappen van de NMBS-groep, kan dit verder in onderling akkoord bijgestuurd worden.

DGVL zal zich, in hoofdzaak, op de projectdossiers en verzameldossiers baseren om, voor rekening van de Staat, in te staan voor

contrôle de l’exécution des plans et des programmes d’investissement. La DGTT est autorisée à procéder à toutes les vérifications et tous les contrôles supplémentaires nécessaires sur le terrain et au sein de l'entreprise. Cela peut se faire via la consultation de documents et d'informations complémentaires, des contrôles de dépenses, des réunions avec les Project Management Officers (PMO), les chefs de projets et les fonctionnaires dirigeants, etc., sans perturber le déroulement normal de la mission de service public.

Après chaque actualisation trimestrielle des dossiers, la DGTT transmet au Ministre des Entreprises publiques un rapport sur l'état d'avancement des différents projets. Une copie de ce rapport est envoyée à Infrabel.

de opvolging en de controle van de uitvoering van de investeringsplannen en –programma’s. DGVL is evenwel gemachtigd om op het terrein en bij de onderneming alle bijkomende verificaties en controles uit te voeren. Dit kan gebeuren door het opvragen van bijkomende documenten en informatie, uitgavencontroles, terreinbezoeken, vergaderingen met de Project Management Officers (PMO’s), de projectleiders en de leidende ambtenaren, enz. zonder de normale openbare dienstverlening te verstoren.

Na elke actualisering per kwartaal van de dossiers bezorgt DGVL aan de Minister van Overheidsbedrijven een rapport over de stand van zaken van de verschillende projecten. Een kopie van dat rapport wordt naar Infrabel gestuurd.

D. Transition vers les dossiers de projet

Art. 57

Pour le 31 août 2008 au plus tard, Infrabel devra avoir terminé la migration vers le système de planification, de monitoring et de suivi basé sur les dossiers de projet et les dossiers collectifs, et ce, pour les projets dont Infrabel ou TUC RAIL assurent la gestion du projet. A partir de cette date, Infrabel ne peut plus présenter de décisions d'investissement à la DGTT selon le système des "feux verts".

Le système connu des "feux verts" reste néanmoins d'application jusqu'au 31 décembre 2008 au plus tard pour les coûts datant d'avant la date de transition et qui ont été constatés lors de la migration d'un projet vers le nouveau système de suivi.

Dans ce cas, il faut encore introduire une demande de "feux verts", pour autant que ces coûts ne soient pas encore couverts par un "feu vert" antérieur et que le montant soit supérieur à

10.000 €.

E. Spécificités

1. Etude relative au matériel pendulaire

D. Overgang naar projectdossiers

Art. 57

Infrabel zal uiterlijk op 31 augustus 2008 de migratie naar het plannings-, monitoring- en opvolgingssysteem gebaseerd op project- en verzameldossiers, voltooid hebben, voor de projecten waar Infrabel of TUC RAIL de projectleiding hebben. Vanaf die datum mag Infrabel geen investeringsbeslissingen onder het stelsel van de “groene lichten” meer voorleggen aan DGVL.

Nochtans blijft het gekende stelsel van de "groene lichten" nog uiterlijk tot 31 december 2008 van kracht voor de kosten die dateren van vóór de overgangsdatum, die vastgesteld werd bij de migratie van een project naar het nieuwe opvolgingsysteem.

In dit geval moet nog een aanvraag "groene lichten" ingediend worden, in zoverre deze kosten nog niet gedekt zijn door een eerder "groen licht", en voor zover het bedrag hoger is dan 10.000 €.

E. Specifieke elementen

1. Studie kantelbakmaterieel

Art. 58

Compte tenu de la libéralisation du trafic international de voyageurs à partir de 2010 et de la perspective d'une relation Bruxelles - Luxembourg – Strasbourg - Bâle assurée grâce à du matériel pendulaire, Infrabel évaluera au moyen d'une actualisation des études effectuées précédemment, quels travaux d'infrastructure et investissements seraient requis sur le territoire belge. Cette évaluation sera soumise à la DGTT au plus tard trois mois après la signature du présent contrat.

Art. 58

Rekening houdend met de liberalisering van het internationale reizigersverkeer vanaf 2010 en de verwachting dat er voor de verbinding Brussel – Luxemburg – Straatsburg - Basel vraag zal zijn om deze dienst te verzorgen met kantelbakmaterieel, zal Infrabel, door een actualisering van eerder uitgevoerde studies, evalueren welke bijkomende infrastructuurwerken en investeringen dit zou vergen op Belgisch grondgebied. Deze evaluatie zal aan DGVL voorgelegd worden uiterlijk drie maanden na ondertekening van dit contract.

2. Etude lightrail 2. Studie lightrail

Art. 59

Infrabel participe à une étude relative à l'application possible du lightrail sur l'infrastructure existante, sur une éventuelle nouvelle infrastructure, ainsi qu'en trafic mixte (heavyrail/lightrail). Cette étude est réalisée par la SNCB Holding. Infrabel apportera son expertise pour des aspects tels que la compatibilité technique du matériel lightrail avec l'infrastructure ferroviaire et la signalisation, et les analyses de risques en matière de trafic mixte.

Art. 59

Infrabel werkt mee aan een onderzoek naar de mogelijke toepassing van lightrail op bestaande en eventueel nieuwe spoorweginfrastructuur en in gemengd verkeer (heavyrail/lightrail). Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de NMBS- Holding. Infrabel zal haar expertise aanbrengen voor aspecten als de technische compatibiliteit van het lightrailmaterieel met de spoorinfrastructuur en de seininrichting, en de risicoanalyses inzake gemengd verkeer.

Art. 00 xxx

Xxxxxxxxxxxxxxx dans la sécurité de l'exploitation

L'Etat et Infrabel planifient l'installation de l'ETCS sur l'ensemble du réseau ferré d'ici fin 2022.

Infrabel confirme que respecter cette échéance est faisable, tel que décrit dans son "Plan directeur pour le déploiement de l'ERTMS" et en tenant compte des risques qui y sont repris.

Pour le 31 décembre 2015 au plus tard, Infrabel installe le système TBL1+ sur l'ensemble de son réseau et respecte, comme prévu dans son Plan directeur mentionné ci- dessus, le calendrier suivant en ce qui concerne la couverture en termes d'efficacité:

68 % fin 2011;

87 % fin 2012;

99,9 % fin 2015.

La contribution de l'équipement de chaque nœud ferroviaire à la couverture en termes d'efficacité est expliquée dans l'annexe 9 au présent contrat.

Dès que le taux maximal de couverture en termes d’efficacité sera atteint, le niveau de risque pourra être réduit de 75% par rapport à 2010, l’année de référence.

Art. 00 xxx

Xxxxxxxxxxxxx in de exploitatieveiligheid

De Staat en Infrabel plannen de installatie van ETCS op het volledige spoornet tegen einde 2022.

Infrabel bevestigt dat deze einddatum haalbaar is, zoals beschreven in haar “Masterplan Implementatie ERTMS” en rekening houdend met de daarin opgenomen risico’s.

Infrabel rust uiterlijk tegen 31 december 2015 haar volledige netwerk uit met TBL1+ en leeft daarbij, zoals voorzien in haar boven vermelde Masterplan, de volgende planning wat betreft de efficiëntiedekking na:

68 % tegen einde 2011;

87 % tegen einde 2012;

99,9 % tegen einde 2015.

De bijdrage van de uitrusting van elk knooppunt aan de efficiëntiedekking is toegelicht in bijlage 9 aan dit contract.

Zodra de maximale efficiëntiedekkingsgraad bereikt is, zal het risiconiveau met 75% kunnen verminderd worden ten opzichte van het referentiejaar 2010.

Infrabel rapporte chaque trimestre, via le rapportage existant sur son Plan global de Sécurité, au SEPPF et au SSICF sur l'état d'avancement de l'installation de systèmes de protection automatiques des trains sur l'infrastructure. Le rapport décrit l’avancement physique du projet.

Infrabel se concerte avec les entreprises ferroviaires afin de faire concorder au mieux l'installation des systèmes de sécurité sur l'infrastructure et le matériel roulant, de sorte que le niveau de sécurité visé soit atteint.

Infrabel continue et intensifie ses efforts en vue de réaliser, parallèlement au déploiement du TBL1+, la concentration des cabines de signalisation, qui est techniquement indispensable pour le déploiement d’ETCS. (3)

Infrabel rapporteert elk kwartaal, via de reeds bestaande rapportering over haar Globaal Veiligheidsplan, aan DOS en DVIS over de voortgang van de installatie van automatische treinbeveiligingssystemen op de infrastructuur. Het rapport beschrijft de fysische vooruitgang van het project.

Infrabel overlegt met de spoorwegondernemingen om de installatie van veiligheidssystemen in de infrastructuur en rollend materieel optimaal af te stemmen zodanig dat het beoogde veiligheidsniveau nagestreefd wordt.

Infrabel vervolgt en versterkt zijn inspanningen, parallel aan de uitrol van TBL1+, voor de concentratie van de seinhuizen, die technisch noodzakelijk is voor de uitrol van ETCS. (3)

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

IX.Relations financières entre IX. Financiële relaties tussen l’Etat et Infrabel de Staat en Infrabel

A. Dotations d'investissement

Art. 60

Pour la réalisation des investissements prévus dans le plan pluriannuel d'investissement 2008- 2012, Infrabel reçoit une dotation annuelle d'investissement à charge du budget de l'Etat et une dotation du Fonds RER dont les montants sont mentionnés ci-après.

Un aperçu indicatif des dotations telles que connues ou estimées au moment de la signature du présent contrat figure en annexe 7.

1. Le Fonds RER

A. Investeringstoelagen

Art. 60

Voor de uitvoering van de in het meerjareninvesteringsplan 2008-2012 geplande investeringen ontvangt Infrabel een jaarlijkse investeringstoelage ten laste van de Rijksbegroting en een toelage uit het GEN- fonds waarvan de bedragen hierna worden vermeld.

Een indicatief overzicht van de toelagen zoals gekend of geraamd bij de ondertekening van dit contract is opgenomen in bijlage 7.

1. Het GEN-fonds

Art. 61

Infrabel s’engage à affecter les montants versés au Fonds RER ainsi que les intérêts générés par le Fonds RER exclusivement à la réalisation du projet RER. L'Etat a confié la gestion du Fonds RER à la SNCB Holding. Infrabel s’engage à effectuer les travaux dans la mesure où le fonds est suffisamment alimenté pour faire face aux travaux de l’année en cours.

Infrabel, en bonne coordination avec la SNCB Holding, se tiendra à l’enveloppe exclusivement réservée pour les travaux d’infrastructure de 2.098.140 k€2008 (1.556.000 k€2001).

Les surcoûts éventuels, quelles qu’en soient les causes, devront être financés dans les limites de la dotation d’investissement classique du SPF Mobilité et Transports. A partir de 2009, Infrabel et la SNCB Holding, chacune pour ce qui la concerne, fourniront un rapport annuel comprenant une actualisation de la prévision de coût total du projet RER et une évaluation des risques budgétaires subsistants.

Ce rapport est transmis au Ministre des

Art. 61

Infrabel verbindt zich ertoe de in het GEN- fonds gestorte bedragen alsook de interesten opgebracht door het GEN-fonds exclusief te besteden aan de verwezenlijking van het GEN- project. De Staat heeft het beheer van het GEN- fonds aan de NMBS-Holding toevertrouwd. Infrabel verbindt zich ertoe de werken uit te voeren in de mate dat het Fonds voldoende gespijsd is om de werken van het lopende jaar aan te gaan.

Infrabel zal zich, in coördinatie met de NMBS- Holding, houden aan de enveloppe die uitsluitend voor de infrastructuurwerken bestemd is en die 2.098.140 k€2008 (1.556.000 k€2001) bedraagt.

De eventuele meerkosten, ongeacht de oorzaken ervan, zullen gefinancierd moeten worden binnen de beschikbare klassieke investeringstoelage van de FOD Mobiliteit en Vervoer. Vanaf 2009 zullen Infrabel en de NMBS-Holding, elk voor wat hen aanbelangt, een jaarlijks rapport leveren dat een geactualiseerde raming van de totale kosten van het GEN-project bevat en een evaluatie van de nog bestaande budgettaire risico's.

Entreprises publiques et à la DGTT au plus tard le 30 avril de chaque année.

Infrabel met tout en oeuvre pour obtenir la délivrance des derniers permis d’urbanisme pour le RER dans les meilleurs délais; Infrabel actualisera le planning de mise en service de l’infrastructure RER dès que les derniers permis principaux auront été obtenus.

Le Fonds RER est affecté aux financements d'une liste de projets d'investissement destinés à la réalisation du RER.

Les investissements à réaliser par Infrabel sont les suivants:

- la mise à quatre voies de la ligne 50A (tronçon Sint-Xxxxxxxxx-Lombeek - Bruxelles Petite Ile), de la ligne 124 (tronçon Nivelles - Uccle Moensberg) et de la ligne

161 (tronçon Ottignies - Bruxelles- Schuman);

- la construction d'un tunnel à Bruxelles entre Schuman et Josaphat;

- l'aménagement de la courbe de Nossegem (déjà réalisé);

- l'aménagement des quais, des couloirs sous voies et des passerelles dans les gares qui, dans le périmètre RER, sont situées sur les trois lignes qui seront mises à quatre voies (ligne 50A, ligne 124 et ligne 161), ainsi que sur la ligne 36 (tronçon Louvain - Bruxelles- Nord).

Infrabel introduit chaque mois une demande de paiement des moyens provenant du Fonds RER qui lui sont alloués. La SNCB Holding met à la disposition d'Infrabel les moyens disponibles du Fonds RER qui lui ont été confiés, ce sur la base de relevés détaillés des factures d'entreprises et des dépenses réelles en régie relatives aux projets RER. Infrabel justifie l'utilisation des moyens qu'elle reçoit du Fonds RER par une rubrique spécifique dans le rapport annuel relatif à l'exécution du plan d'investissement tel que visé à l'article 54.

Dit rapport wordt uiterlijk op 30 april van elk jaar aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL overgemaakt.

Infrabel stelt alles in het werk om de laatste stedenbouwkundige vergunningen voor het GEN zo snel mogelijk te verkrijgen; Infrabel zal de planning voor de indienststelling van de GEN-infrastructuur actualiseren zodra ze de laatste belangrijke vergunningen verkregen heeft.

Het GEN-fonds is bestemd voor de financiering van een lijst investeringsprojecten bestemd voor de realisatie van het GEN.

De investeringen door Infrabel uit te voeren zijn de volgende:

- het viersporig maken xxx xx xxxx 00X (xxxxxxx Sint-Xxxxxxxxx-Lombeek – Brussel Xxxxx Xxxxxx), xx xxxx 000 (xxxxxxx Xxxxxx – Xxxxx Xxxxxxxxx) en de lijn 161 (baanvak Ottignies – Brussel Schuman);

- een tunnel bouwen in Brussel tussen Schuman en Josaphat;

- de bocht van Nossegem aanleggen (reeds gerealiseerd);

- perrons, onderdoorgangen en voetgangersbruggen inrichten in de stations die zich, binnen de GEN-perimeter, bevinden op de drie lijnen die op vier sporen zullen worden gebracht (lijn 00X, xxxx 000 en lijn 161) alsook xx xx xxxx 00 (xxxxxxx Leuven – Brussel-Noord).

Infrabel dient maandelijks een aanvraag in tot betaling van de middelen uit het GEN-fonds die haar toekomen. De NMBS-Holding stelt de beschikbare middelen van het GEN-fonds die aan haar werden toevertrouwd, ter beschikking van Infrabel op basis van gedetailleerde staten van effectieve aannemingsfacturen en van uitgaven in eigen beheer met betrekking tot investeringen voor GEN-projecten. Infrabel verantwoordt het gebruik van de middelen die ze ontvangt uit het GEN-fonds door een specifieke rubriek in het jaarlijks verslag over de uitvoering van het investeringsplan, zoals

Infrabel recevra les montants suivants du Fonds RER:

2008: 174.700 k€2008

2009: 244.835 k€2008

2010: 314.710 k€2008

2011: 346.510 k€2008

2012: 290.550 k€2008

Ces montants prévus dans le plan d'investissement 2008-2012 et exprimés en

€2008, peuvent être révisés dans le cadre de l'approbation des budgets annuels d'investissement et de leurs amendements.

En 2013, le montant reçu par Infrabel du Fonds RER ne dépassera pas 213.299 k€2013. (4)

2. Dotation d'investissement classique

bedoeld in artikel 54.

Infrabel zal de volgende bedragen uit het GEN- fonds ontvangen:

2008: 174.700 k€2008

2009: 244.835 k€2008

2010: 314.710 k€2008

2011: 346.510 k€2008

2012: 290.550 k€0000

Xxxx bedragen, voorzien in het investeringsplan 2008-2012 en uitgedrukt in €2008, kunnen worden herzien in het kader van de goedkeuring van de jaarlijkse investeringsbudgetten en hun amendering.

In 2013 zal het ontvangen bedrag uit het GEN- fonds niet hoger zijn dan 213.299 k€2013.(4)

2. Klassieke investeringstoelage

Art. 62

L'Etat garantit une dotation d'investissement globale pour les trois entités du Groupe SNCB à concurrence des montants suivants:

2008: 1.208.172 k€2008

2009: 1.246.175 k€2008

2010: 1.288.989 k€2008

2011: 1.323.455 k€2008

2012: 1.366.457 k€2008

2013 : 1.366.457 k€2008, soit 1.579.028

k€2013 (4)

Art. 62

De Staat waarborgt een globale investeringstoelage voor de drie entiteiten van de NMBS-groep voor de volgende bedragen:

2008: 1.208.172 k€2008

2009: 1.246.175 k€2008

2010: 1.288.989 k€2008

2011: 1.323.455 k€2008

2012: 1.366.457 k€2008

2013 : 1.366.457 k€2008, hetzij 1.579.028

k€2013 (4)

Conformément au plan d'investissement 2008- 2012, la partie suivante de ces montants est affectée à Infrabel:

2008: 719.518 k€2008

2009: 715.434 k€2008

Conform het investeringsplan 2008-2012, is van deze bedragen het volgende deel voor Infrabel bestemd:

2008: 719.518 k€2008

2009: 715.434 k€2008

2010: 785.418 k€2008

2011: 694.498 k€2008

2012: 795.430 k€2008

2013 : 817.791 k€2008, soit 945.010

k€2013 (4)

Le montant total attribué aux trois sociétés pour leurs investissements pour 2009 est diminué de 346.000 k€2009(1)

Le montant attribué à Infrabel pour 2009 est diminué de 200.000 k€2009 (4)

Le montant total attribué aux trois sociétés pour leurs investissements à partir de 2010 est diminué de 60.792 k€2010 en raison de l’application des normes IFRS. Le montant attribué à Infrabel est diminué de 69.616 k€2010 à partir de 2010.(2)

En 2010, le montant total alloué aux trois sociétés pour les investissements est diminué de

15.000 k€2010, dont 9.140 k€2010 pour Infrabel, en exécution de mesures d’économies appliquées à l’ensemble du Groupe SNCB. (4)

En 2012, le montant alloué à Infrabel pour les investissements sera diminué une seule fois de

95.000 k€2012. Cette diminution doit être compensée par la trésorerie dont dispose Infrabel pour financer ces investissements.

2010: 785.418 k€2008

2011: 694.498 k€2008

2012: 795.430 k€2008

2013 : 817.791 k€2008, hetzij 945.010

k€2013 (4)

Het totaal bedrag dat voor 0000 xxx xx xxxx xxxxxxxxxxxxxxx voor investeringen is toegekend, wordt verminderd met 346.000 k€2009(1)

Het bedrag dat aan Infrabel voor 2009 is toegekend, wordt verminderd met 200.000 k€2009 (4)

Vanaf 2010 wordt het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor investeringen verminderd 60.792 k€2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen. Het aan Infrabel toegekende bedrag wordt verminderd met 69.616 k€2010 vanaf 2010. (2)

In 2010 wordt het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor de investeringen verminderd met 15.000 k€2010, waarvan 9.140 k€2010 voor Infrabel, in uitvoering van de besparingsmaatregelen die van toepassing zijn voor het geheel van de NMBS-groep. (4)

In 2012 wordt het bedrag dat aan Infrabel wordt toegekend voor de investeringen eenmalig verminderd met 95.000 k€2012. Deze vermindering moet worden gecompenseerd door de thesaurie waarover Infrabel beschikt om deze investeringen te financieren.

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009) (1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009) (1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009) (2) AR/KB 26/10/2010 (MB/BS 18/11/2010) (1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

En outre, en 2012, le montant total alloué aux trois sociétés pour les investissements est réduit de 50.000 k€2012 dont 18.162 k€2012 pour Infrabel.

Pour réaliser ces économies:

- le Groupe SNCB devra faire des économies qui ne mettent pas en péril la sécurité du rail;

- un montant d'au moins 15.000 k€2012 doit être économisé sur les dépenses du Groupe en matière d’ICT. (3)

En 2013, le montant total alloué aux trois sociétés pour les investissements est diminué de

125.000 k€2013, dont 50.838 k€2013 pour Infrabel, en exécution de mesures d’économies appliquées à l’ensemble du Groupe SNCB. (4)

Bovendien wordt in 2012 het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor investeringen verminderd met 50.000 k€2012, waarvan 18.162 k€2012 voor Infrabel.

Om deze besparing uit te voeren:

- zal de NMBS-groep besparingen doorvoeren die de spoorwegveiligheid niet in het gedrang brengen;

- zal er voor minstens 15.000 k€ 2012 op de ICT- uitgaven van de Groep worden bespaard. (3)

In 2013 wordt het totale toegekende bedrag aan de drie vennootschappen voor de investeringen verminderd met 125.000 k€2013, waarvan 50.838 k€2013 voor Infrabel, in uitvoering van de besparingsmaatregelen die van toepassing zijn voor het geheel van de NMBS-groep. (4)

La loi du 22 mars 2002 portant approbation de l’accord de coopération du 11 octobre 2001 définit les règles concernant la clé de répartition régionale à appliquer aux montants globaux susmentionnés et aux investissements RER visés à l’article 61.

Les principes d’application de cette clé de répartition et, plus particulièrement, la liste des investissements “délocalisés” se trouvent à l’annexe 2.2.

De wet van 22 maart 2002 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord van 11 oktober 2001 bepaalt de regels met betrekking tot de gewestelijke verdeelsleutel die moeten worden toegepast op de hierboven vermelde globale bedragen en op de GEN- investeringen die beoogd zijn in artikel 61.

De principes van toepassing van deze verdeelsleutel en, meer bepaald, de lijst van “gedelokaliseerde” investeringen, zijn terug te vinden in bijlage 2.2.

Ces montants sont associés à un programme d’investissement dans le cadre duquel Infrabel détermine des enveloppes budgétaires pour tout nouveau projet d’extension de capacité avec une réserve de risques pour son exécution.

Infrabel s’engage à tout mettre en oeuvre pour respecter le niveau des dépenses

Die bedragen gaan samen met een investeringsprogramma in het kader waarvan Infrabel de budgettaire enveloppes bepaalt voor elk nieuw project van capaciteitsuitbreiding met een risicoreserve voor de uitvoering ervan.

Infrabel verbindt zich ertoe alles in het werk te stellen om het niveau van de

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

d’investissement pour ses missions de service public que lui assurent les moyens mis à sa disposition.

investeringsuitgaven voor haar opdrachten van openbare dienst na te leven dat haar verzekerd wordt door de haar ter beschikking gestelde middelen.

Article 62 bis Financement des investissements dans la sécurité d’exploitation

Artikel 00 xxx Xxxxxxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxxxxxx in de exploitatieveiligheid

La dotation d’investissement classique d’Infrabel, prévue à l’article 62, comprend en 2013 un montant de 122.100 k€2013 pour le financement de d’équipement ETCS de l’infrastructure, tel que prévue par l’article 59 bis.

De klassieke investeringstoelage van Infrabel, voorzien in artikel 62, omvat in 2013 een bedrag van 122.100 k€2013 voor de financiering van de ETCS-uitrusting van de infrastructuur zoals voorzien in artikel 59 bis.

Infrabel s’engage à affecter ce montant, ainsi que les intérêts éventuellement générés exclusivement à la réalisation du projet d’équipement ETCS de l’infrastructure.

Infrabel verbindt zich ertoe dit bedrag alsook de eventuele opgebrachte interesten exclusief te besteden aan de verwezenlijking van het project van de ETCS-uitrusting van de infrastructuur.

Les surcoûts éventuels, quelles qu’en soient les causes, devront être financés dans les limites de la dotation d’investissement classique du SPF Mobilité et Transports.

De eventuele meerkosten, ongeacht de oorzaken ervan, zullen gefinancierd moeten worden binnen de beschikbare klassieke investeringstoelage van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

Infrabel justifie l'utilisation des moyens financiers mis à sa disposition pour ses investissements ETCS par une rubrique spécifique dans le rapport annuel relatif à l'exécution du plan d'investissement tel que visé à l'article 55. Infrabel fournit simultanément une actualisation de la prévision de coût total du projet et une évaluation des risques budgétaires subsistants. (4)

Infrabel verantwoordt het gebruik van de middelen die ze ontvangt voor de investeringen in ETCS door een specifieke rubriek in het jaarlijks verslag over de uitvoering van het investeringsplan, zoals bedoeld in artikel 55. Infrabel bezorgt gelijktijdig een geactualiseerde raming van de totale kosten van het project en een evaluatie van de nog bestaande budgettaire risico’s. (4)

3. Projets PPP 3. PPS-projecten

a. Diabolo

Art. 63

A partir de l'année 2009, le montant de la dotation globale d'investissement et de la partie de cette dotation allouée à Infrabel est réduit chaque année d'un montant de 9.000 k€2009 (ou de tout montant modifié qui pourrait être fixé à

a. Diabolo

Art. 63

Het bedrag van de globale investeringstoelage en van het deel ervan dat voor Infrabel bestemd is, wordt vanaf het jaar 2009 jaarlijks verminderd met een bedrag van 9.000 k€2009 (of elk gewijzigd bedrag dat in de toekomst zou

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

l'avenir) qui sera dû par Infrabel à la SA Northern Diabolo à titre de redevance de disponibilité en vertu du contrat de concession du 28 septembre 2007. Ce montant sera alloué à Infrabel via une dotation d’exploitation spécifique reprise à l’article 78.

kunnen vastgesteld worden) dat door Infrabel als beschikbaarheidsvergoeding verschuldigd is aan de NV Northern Diabolo, ingevolge de concessieovereenkomst van 28 september 2007. Dat bedrag zal aan Infrabel toegekend worden via een specifieke exploitatietoelage die in artikel 78 is vermeld.

x. Xxxxxxxxxxxx Rail Link

Art. 64

Le montant de la dotation globale d’investissement et de la partie de cette dotation allouée à Infrabel est chaque année réduit, à partir de 2013, du montant de la redevance de disponibilité dû par Infrabel à la

x.x. XxxxXxxx en exécution du contrat DBFM du 5 novembre 2008. Ce montant, estimé à 50.610 k€2008 sur base annuelle, sera attribué à Infrabel via une dotation d’exploitation spécifique, reprise à l’article 79.(1)

x. Xxxxxxxxxxxx Rail Link

Art. 64

Het bedrag van de globale investeringstoelage en van het deel ervan dat voor Infrabel bestemd is, wordt jaarlijks, te beginnen in 2013, verminderd met het bedrag van de beschikbaarheidsvergoeding die Infrabel verschuldigd is aan de n.v. LocoRail, in uitvoering van het DBFM-contract van 5 november 2008. Dit bedrag, geraamd op 50.610 k€2008 op jaarbasis, zal aan Infrabel toegekend worden via een specifieke exploitatietoelage, vermeld in artikel 79.(1)

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

4. Projets avec préfinancement régional

4. Projecten met gewestelijke prefinanciering

Art. 65

En exécution des décisions du Comité de Concertation du 7 décembre 2005 concernant les investissements qui sont réalisés de manière accélérée via un préfinancement par les régions, les montants suivants seront prélevés du montant de la dotation globale d'investissement avant affectation à l'une des trois sociétés du Groupe SNCB:

2008: 22.128 k€2008

2009: 60.280 k€2008

2010: 90.420 k€2008

2011: 120.560 k€2008

2012: 150.700 k€2008

Ces montants seront affectés à la SNCB Holding ou à Infrabel conformément à ce qui est stipulé ci-après:

1. Le remboursement à la SNCB Holding des intérêts et des amortissements en capital relatifs au préfinancement des cinq projets qui ont été approuvés par le Comité de Concertation du 7 décembre 2005, à savoir:

- les installations ferroviaires dans le port de Zeebrugge;

- les installations ferroviaires dans le port de Bruxelles;

- la construction d'une gare à proximité de l'aéroport de Brussels South Charleroi;

- l'aménagement d'un parking à Louvain-la- Neuve et

- la partie localisée des travaux de modernisation sur les lignes 161 et 162 à Bruxelles-Luxembourg.

2. Le remboursement à Infrabel des coûts liés à la partie délocalisée des travaux de modernisation sur les lignes 161 et 000 Xxxxxxxxx-Xxxxxxxxxx.

Art. 65

In uitvoering van de beslissingen van het Overlegcomité van 7 december 2005 over de investeringen die via een prefinanciering door de gewesten versneld gerealiseerd worden, zullen de volgende bedragen voorafgenomen worden van het bedrag van de globale investeringstoelage vóór toewijzing aan één van de drie vennootschappen van de NMBS-groep:

2008: 22.128 k€2008

2009: 60.280 k€2008

2010: 90.420 k€2008

2011: 120.560 k€2008

2012: 150.700 k€0000

Xxxx bedragen worden toegewezen aan de NMBS-Holding of Infrabel volgens hetgeen hierna bepaald is:

1. De terugbetaling aan de NMBS-Holding van de intresten en kapitaalaflossingen betreffende de prefinanciering van de vijf projecten die goedgekeurd werden door het Overlegcomité van 7 december 2005, met name:

- de spoorweginstallaties in de haven van Zeebrugge;

- de spoorweginstallaties in de haven van Brussel;

- de bouw van een station bij Brussels South Charleroi Airport;

- de aanleg van een parking in Louvain-la- Neuve en

- het gelokaliseerde deel van de moderniseringswerken op de lijnen 161 en 162 Brussel-Luxemburg.

2. De terugbetaling aan Infrabel van de kosten voor het gedelokaliseerde deel van de moderniseringswerken op de lijnen 161 en 162 Brussel-Luxemburg.

A partir de 2013, un montant de maximum Vanaf 2013 wordt jaarlijks een bedrag van

150.700 k€2008 sera chaque année prélevé du montant de la dotation globale d'investissement. Les moyens prélevés seront exclusivement affectés aux objectifs précités et à la redevance de disponibilité pour le projet Liefkenshoek Rail Link, jusqu'à l'amortissement complet de tous les préfinancements mentionnés au point 1, jusqu'à la réalisation complète des travaux mentionnés au point 2 et jusqu'à la fin des paiements de la redevance de disponibilité pour le projet Liefkenshoek Rail Link.

Tous les projets pour lesquels les régions interviennent seront réalisés sans retard, dans le respect du principe de simultanéité tel que défini par le Comité de Concertation lors de sa séance du 7 décembre 2005, compte tenu de l'état d'avancement du projet et de la disponibilité des permis nécessaires.

Les décisions du Comité de Concertation du 7 décembre 2005 seront respectées. Une augmentation de la redevance de disponibilité du Liefkenshoek Rail Link ne peut entraîner ni une augmentation des charges financières de la SNCB Holding, ni une prolongation de leur durée, via l'instrument des SPV's pour les préfinancements (prolongation du délai de remboursement). Le montant fixé à l'article 64 constitue la limite en l'état actuel des choses. Les variations importantes des données de base (tant au niveau du timing qu'au niveau des montants) feront l'objet d'une concertation entre Infrabel et la SNCB Holding et seront soumises au Ministre des Entreprises publiques.

maximaal 150.700 k€2008 voorafgenomen van het bedrag van de globale investeringstoelage. Deze voorafgenomen middelen worden uitsluitend bestemd voor bovengenoemde doeleinden en voor de beschikbaarheidsvergoeding voor het project Liefkenshoek Rail Link, tot de volledige aflossing van alle prefinancieringen onder punt 1, tot de volledige voltooiing van de werken onder punt 2 en tot het einde van de betalingen van de beschikbaarheidsvergoeding voor het Project Liefkenshoek Rail Link.

Alle projecten waarin de gewesten tussenkomen zullen zonder uitstel gerealiseerd worden, met inachtneming van het principe van gelijktijdigheid zoals bepaald door het Overlegcomité van 7 december 2005, en rekening houdend met de fase waarin het ontwerp zich bevindt, en met de beschikbaarheid van de nodige vergunningen.

De beslissingen van het Overlegcomité van 7 december 2005 zullen gerespecteerd worden. Een stijging van de beschikbaarheids- vergoeding van de Liefkenshoek Rail Link mag geen verhoging van de financiële lasten van de NMBS-Holding meebrengen noch een verlenging van de duurtijd ervan, via het instrument van de SPV’s voor de prefinancieringen (verlenging van de terugbetalingstermijn). Het bedrag bepaald in artikel 64 is de grens volgens de huidige stand van zaken. Grote variaties van de basisgegevens (zowel in timing als in bedragen) zullen het voorwerp uitmaken van overleg tussen Infrabel en de NMBS-Holding; en voorgelegd worden aan de Minister van Overheidsbedrijven.

5. Répartition des montants entre les trois entreprises

5. Verdeling van de bedragen tussen de drie vennootschappen

Art. 66

Les trois sociétés peuvent formuler de commun accord une proposition visant à modifier la répartition des dotations d'investissement. Si le Gouvernement accepte la proposition, celle-ci est reprise dans un avenant aux contrats de gestion.

6. Indexation de la dotation d'investissement

Art. 66

De drie vennootschappen kunnen in onderling akkoord een voorstel formuleren om de verdeling van de investeringstoelagen te wijzigen. Indien de Regering het voorstel aanvaardt, wordt het opgenomen in een bijvoegsel bij de beheerscontracten.

6. Indexering van de investeringstoelage

Art. 67

Les montants des dotations annuelles au financement des investissements sont exprimés en €2008. Ils sont associés à une valeur d’indice de 6037,833 pour les matériaux et de 25,600 pour les salaires. Ces indices reflètent la valeur moyenne annuelle de l’année 2006.

Le montant de chaque dotation annuelle est indexé suivant l’évolution du prix des matériaux (I) et des salaires horaires (S) et ce à concurrence respectivement de 40 % et de 60 %, par rapport aux indices de référence précités. Les nouveaux indices sont ceux de l’avant-dernière année qui la précède (par exemple, les moyennes annuelles des indices de 2007 pour déterminer la valeur indexée de la dotation de 2009).

Ces facteurs font l’objet d’une communication officielle assurée par le service Agréation des entrepreneurs de la DG Qualité et Sécurité du SPF Economie, PME, Classes moyennes et Energie. Ils servent de référence dans les formules de révision des prix des marchés de travaux et fournitures.

Formule applicable à l’indexation de la dotation pour l’année t :

Art. 67

De bedragen van de jaartoelagen voor het financieren van de investeringen zijn uitgedrukt in €2008. Ze zijn gekoppeld aan een indexwaarde van 6037,833 voor de materialen en 25,600 voor de lonen. Die indexcijfers geven de gemiddelde waarde weer voor het jaar 2006.

Het bedrag van iedere jaartoelage is geïndexeerd volgens de evolutie van de materiaalprijzen (I) en de prijzen van de uurlonen (S), en dit tot beloop van respectievelijk 40 % en 60 %, ten opzichte van de voormelde referentie-indexen. De nieuwe indexcijfers zijn die van het voorlaatste voorafgaande jaar (bijvoorbeeld de jaargemiddelden van de indexcijfers van 2007 om de geïndexeerde waarde van de toelage voor 2009 te bepalen).

Die factoren worden officieel medegedeeld door de dienst Erkenning der aannemers van het DG Kwaliteit en Veiligheid bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. Ze dienen als referentie in de herzieningsformules voor de prijzen van de opdrachten voor aanneming van werken en leveringen.

De formule van toepassing voor de indexering van de toelage voor het jaar t, is:

Dotation = Dotation contractuelle ×[ moyennne It −2 × 0,4 +  moyenne St −2 × 0,6 ] Toelage = Contractuele toelage×[  gemiddelde It −2 ×0,4 +  gemiddelde St −2 ×0,6 ]

t moyenne I

2006

moyenne S

t

2006

gemiddelde I

2006

gemiddelde S

2006

En ce qui concerne l'indexation de la dotation Voor wat betreft de indexering van de

d'investissement, le montant prévu pour le Diabolo fait l'objet d'une autre approche que celle décrite ici (cf. article 78).

Lorsque le mécanisme d'indexation contractuel- le présente un résultat supérieur à 3 % pour le calcul de la dotation de l'année t+1, Infrabel se concerte avec la SNCB et la SNCB Holding afin que cette dernière présente un rapport sur l'évolution des prix unitaires ressortant, entre autres, des adjudications ferroviaires, ainsi que le résultat de leurs dernières formules de révision de prix, portant sur les mêmes paramètres. Ce rapport est établi le 15 mai au plus tard de l'année t. Dès qu’un suivi automatique des contrats de travaux et fournitures de biens sera mis en place de manière systématique et, en tout cas, au plus tard pour l’analyse des prix pratiqués en 2012, l’évolution réelle des prix unitaires pratiqués dans l’ensemble des adjudications est alors analysée dans ce rapport.

En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs au financement des investissements sont exprimés en € d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante:

Montant contractuel * ((moy I t-2 / moy I r-2 * 0,4) + (moy S t-2 / moy S r-2 * 0,6)) (2)

7. Paiement de la dotation d'investissement

investeringstoelage, kent het bedrag voorzien voor Diabolo een andere aanpak dan deze hier beschreven (zie artikel 78).

Wanneer het contractueel indexeringsmecha- nisme een resultaat vertoont van meer dan 3 % voor de berekening van de toelage van het jaar t+1, pleegt Infrabel overleg met de NMBS en de NMBS-Holding opdat laatstgenoemde een rapport zou overleggen over de evolutie van de eenheidsprijzen van, onder andere, de spoorwegaanbestedingen, alsook het resultaat van hun laatste prijsherzieningsformules, die betrekking hebben op dezelfde parameters. Dit rapport wordt opgesteld uiterlijk op 15 mei van jaar t. Zodra een automatische opvolging van de overeenkomsten voor werken en voor leveringen systematisch is ingevoerd, en in alle geval uiterlijk voor de analyse van de gehanteerde prijzen in 2012, wordt de werkelijke evolutie van de bij alle aanbestedingen gehanteerde eenheidsprijzen in dat rapport geanalyseerd.

In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de financiering van investeringen in € van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt:

Contractuele toelage* ((gem I t-2 /gem I r-2 * 0,4) + (gem S t-2 / gem S r-2 * 0,6)) (2)

7. Betaling van de investeringstoelage

Art. 68

Le 25ème jour de chaque mois, l'Etat verse une provision équivalant à un douzième du montant annuel de la dotation d'investissement.

Le versement de la provision due en décembre est limité à 75 %. Le solde de 25 % est versé une fois qu'Infrabel a fourni les éléments

Art. 68

De Staat betaalt de 25° dag van elke maand een provisie gelijk aan een twaalfde van het jaarlijkse bedrag van de investeringstoelage.

Van de provisie die in december verschuldigd is, wordt slechts 75 % betaald. Het saldo van 25 % wordt gestort nadat Infrabel aan DGVL

(2) AR/KB 26/10/2010 (MB/BS 18/11/2010)

suivants à la DGTT:

- la clôture annuelle des comptes avec identification des dépenses d'investissement, des créances ou dettes vis- à-vis de l'Etat en rapport avec la dotation d'investissement;

- tous les documents et renseignements, entre autres les justifications relatives aux écarts entre la programmation et la réalisation des projets, à remettre par Infrabel à la DGTT conformément au présent contrat.

Si ces conditions sont respectées, le paiement du solde intervient dans les soixante jours de l'approbation des comptes annuels. Dans le cas contraire, le délai est reporté à soixante jours après fourniture de ces documents.

8. Trésorerie – Reports

de volgende elementen bezorgd heeft:

- de jaarlijkse afsluiting van de rekeningen met identificatie van de investeringsuitgaven, de schuldvorderingen of schulden bij de Staat met betrekking tot de investeringstoelage;

- alle documenten en inlichtingen, onder andere de rechtvaardigingen met betrekking tot de verschillen tussen de programmering en de verwezenlijking van de projecten, die Infrabel volgens dit contract aan DGVL moet bezorgen.

Als aan deze voorwaarden voldaan is, wordt het saldo betaald binnen zestig dagen na de goedkeuring van de jaarrekeningen. In het andere geval wordt de termijn uitgesteld tot zestig dagen na het bezorgen van deze documenten.

8. Thesaurie – Overdrachten

Art. 69

Tout écart positif ou négatif à la clôture des comptes de l'année t d'Infrabel entre sa part de la dotation d'investissement de l'année t éventuellement révisée et la réalisation effective de la partie du programme d'investissement à charge de l'Etat telle qu'elle résulte des comptes annuels, peut faire l'objet d'une régularisation entre différents exercices.

Pour pouvoir suivre la situation année après année, Infrabel rédige un rapport spécifique relatif aux dépenses d'investissement en même temps que le reporting financier annuel. Ce rapport annuel, à transmettre à la DGTT au plus tard le 31 mai de chaque année, compare les versements cumulés effectués par l'Etat et les investissements cumulés réalisés depuis le 1er janvier 2005 sur la base des investissements comptabilisés à la fin de chaque année.

Il comprend, outre le bilan, compte de résultats et annexes:

- un tableau de trésorerie mentionnant distinctement l’impact sur le bilan et le résultat des investissements ainsi que de la

Art. 69

Elk positief of negatief verschil dat bij het afsluiten van de rekeningen van het jaar t van Infrabel bestaat tussen haar deel van de eventueel herziene investeringstoelage en de eigenlijke uitvoering van het deel van het investeringsprogramma ten laste van de Staat zoals uit de jaarrekeningen blijkt, kan tussen verschillende boekjaren worden geregulariseerd.

Om de situatie jaar na jaar te kunnen volgen, stelt Infrabel tezelfdertijd met de jaarlijkse financiële rapportering ook een specifiek verslag op over de investeringsuitgaven. Dit verslag, aan DGVL over te maken uiterlijk op 31 mei van elk jaar, vergelijkt de gecumuleerde stortingen door de Staat en de sinds 1 januari 2005 gecumuleerde gerealiseerde investeringen op basis van de geboekte investeringen op het einde van elk jaar.

Het omvat, naast de balans, de resultatenrekening en bijlagen:

- een thesaurietabel die afzonderlijk de impact op de balans en het resultaat vermeldt van de investeringen, alsook van de variatie van de

variation des créances et des dettes;

- un tableau de trésorerie cumulé des investissements depuis le 1er janvier 2005.

Sans préjudice de l’exécution complète du plan pluriannuel d’investissement, le solde positif éventuel de l'année t est repris comme financement complémentaire à la dotation prévue à l’article 62 qui est octroyée pour l’année t+1 à Infrabel, et sa justification en termes de dépenses d’investissement est intégrée dans le cadre de l’amendement de l’année t+1 présenté par Infrabel.

Le solde négatif éventuel, dû à un dépassement des dépenses d'investissement d'Infrabel pour l'année t, fait l'objet d'une justification détaillée dans le cadre de l'évaluation du programme annuel de l'année t à communiquer au Ministre des Entreprises publiques. L'amendement de l'année t+1 tient compte de l'affectation d'une partie de la dotation de l'année t+1 d'Infrabel à l'apurement du surplus d'investissement de l'année t.

vorderingen en de schulden;

- een gecumuleerde thesaurietabel van de investeringen sinds 1 januari 2005.

Onverminderd de volledige uitvoering van het meerjareninvesteringsplan, wordt het eventuele positieve saldo van het jaar t als aanvullende financiering gevoegd bij de in artikel 62 voorziene toelage die aan Infrabel wordt toegekend voor het jaar t+1, en de rechtvaardiging ervan inzake investeringsuitgaven wordt opgenomen in het kader van de aanpassing van het jaar t+1 die door Infrabel wordt voorgesteld.

Het eventuele negatieve saldo, dat te wijten is aan een overschrijding van de investerings- uitgaven van Infrabel voor het jaar t, wordt in detail gerechtvaardigd in het raam van de evaluatie van het jaarprogramma van het jaar t die aan de Minister van Overheidsbedrijven moet worden meegedeeld. De aanpassing van het jaar t+1 zal rekening houden met de aanwending van een deel van de toelage van het jaar t+1 van Infrabel voor de aanzuivering van het teveel aan investeringen van het jaar t.

9. Investissements TGV 9. HST-investeringen

Art. 70

En exécution de la décision du Conseil des ministres du 27 mai 2005 concernant le financement des travaux TGV, Infrabel a fait appel à une augmentation de capital par la SNCB Holding à concurrence d'un montant maximal de 205.400 k€. L'apport en capital a lieu en tranches en fonction de l'avancement des investissements TGV. Infrabel adresse à la SNCB Holding une demande motivée donnant un aperçu détaillé des investissements, après quoi le versement de capital requis est effectué dans le mois.

10. Date de réalisation de la LGV 4

Art. 70

In uitvoering van de beslissing van de Ministerraad van 27 mei 2005 over de financiering van de HST-werken, heeft Infrabel een beroep gedaan op een kapitaalverhoging door de NMBS-Holding voor een maximaal bedrag van 205.400 k€. De kapitaalinbreng gebeurt in schijven in functie van de voortgang van de HST-investeringen. Infrabel richt een gemotiveerde aanvraag met een gedetailleerd overzicht van de investeringen aan de NMBS- Holding, waarna die binnen de maand de vereiste kapitaalvolstorting realiseert.

10. Realisatiedatum HSL 4

Art. 71

En exécution du Traité du 21 décembre 1996, conclu entre les Royaumes de Belgique et des Pays-Bas, le solde de la contribution provenant des Pays-Bas est affecté intégralement et exclusivement à la construction de la ligne à grande vitesse entre Anvers (Luchtbal) et la frontière belgo-néerlandaise.

Infrabel est redevable des indemnités qui seraient dues par l'Etat aux Pays-Bas en vertu de l'article 5, § 2 ou 3 du Traité et selon le calendrier prévu à l'article 5, § 4 du Traité, pour autant que le retard lui soit imputable au sens de l'arrêté royal du 28 mai 1999. Elle est redevable du montant que l'Etat devrait restituer aux Pays- Bas en vertu de l'article 8, § 5 de ce Traité.

Art. 71

In uitvoering van het Verdrag van 21 december 1996, afgesloten tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden, zal het saldo van de bijdrage afkomstig van Nederland, volledig en exclusief aangewend worden voor de aanleg van de hogesnelheidslijn tussen Antwerpen (Luchtbal) en de Belgisch- Nederlandse grens.

Infrabel staat in voor de vergoedingen die zouden verschuldigd zijn door de Staat aan Nederland in toepassing van artikel 5, § 2 of 3 van het Verdrag en volgens het tijdpad voorzien in artikel 5, § 4 van het Verdrag, voor zover de vertraging aan haar te wijten zou zijn in de zin van het koninklijk besluit van 28 mei 1999. Zij is het bedrag verschuldigd dat de Staat zou moeten teruggeven aan Nederland krachtens artikel 8, § 5 van dit Verdrag.

11. Fonds des Investissements ferroviaires

11. Fonds voor Spoorweginvesteringen

Art. 72

Infrabel est tenue d’alimenter le Fonds des Investissements ferroviaires, conformément aux dispositions de l’article 288 de la loi- programme du 27 décembre 2006 et de l’arrêté royal du 28 décembre 2006.

Pour ce faire, elle fournit à la SNCB Holding les éléments permettant d’établir un rapport de l’état d’avancement de l’exécution du plan d’investissement, pour le 30 septembre de chaque année au plus tard en vue d’une présentation au Conseil des ministres, du montant qui ne pourra être utilisé avant le début de l’année prochaine.

Ce rapport reprend:

- le détail des travaux qui sont confrontés à un retard et la justification;

- les montants correspondants qui seront donc reportés;

- la situation cumulée depuis le 1er janvier 2005, des crédits d’investissement alloués par l’Etat, à chacune des sociétés, leur utilisation et l’alimentation annuelle qui en a été réservée au Fonds des Investissements ferroviaires.

Au plus tard le 15 décembre de chaque année, Infrabel verse la partie non utilisée de sa dotation d’investissement à ce Fonds.

Il faut cependant noter que l’objectif poursuivi par Infrabel doit toujours être de réaliser les investissements tels qu’inscrits dans son programme annuel.

Art. 72

Infrabel dient aan het Fonds voor Spoorweg- investeringen te storten overeenkomstig de bepalingen van artikel 288 van de programmawet van 27 december 2006 en het koninklijk besluit van 28 december 2006.

Daartoe levert ze aan de NMBS-Holding de elementen waarmee een voortgangsrapport over de uitvoering van het investeringsplan kan worden opgemaakt, uiterlijk op 30 september van elk jaar met het oog op voorlegging aan de Ministerraad, met vermelding van het bedrag dat niet voor het begin van het volgende jaar gebruikt zal kunnen worden.

Dat rapport bevat:

- het detail van de werken die vertraging oplopen en de rechtvaardiging;

- de desbetreffende bedragen die derhalve overgedragen zullen worden;

- de gecumuleerde toestand sedert 1 januari 2005, van de door de Staat toegekende investeringskredieten aan elk van de vennootschappen, het gebruik ervan en de jaarlijkse storting die daarvoor gereserveerd werd bij het Fonds voor spoorweginvesteringen.

Uiterlijk op 15 december van elk jaar stort Infrabel het niet-gebruikte gedeelte van haar investeringstoelage aan dat Fonds.

Er dient evenwel opgemerkt te worden dat de door Infrabel nagestreefde doelstelling altijd de verwezenlijking van de in haar jaarprogramma ingeschreven investeringen moet zijn.

Concernant une proposition d'Infrabel quant à la scission de ce Fonds en fonds distincts pour chacune des trois entreprises du Groupe SNCB, une décision sera prise dans le cadre de celles relatives à la réforme du Fonds de l’infrastructure ferroviaire en exécution des

Over een voorstel van Infrabel tot opsplitsing van dit Fonds in afzonderlijke fondsen voor ieder van de drie vennootschappen van de NMBS-groep, zal een beslissing genomen worden in het kader van de besluitvorming rond de hervorming van het Fonds voor Spoorweg- infrastructuur in uitvoering van de beslissingen

décisions sur le budget 2008 de l'Etat. over de Rijksbegroting 2008.

B. Dotations d'exploitation

Art. 73

Un aperçu indicatif des dotations telles que connues ou estimées au moment de la signature du présent contrat figure en annexe 7.

1. Montant de la dotation d'exploitation

B. Exploitatietoelagen

Art. 73

Een indicatief overzicht van de toelagen zoals gekend of geraamd bij de ondertekening van dit contract is opgenomen in bijlage 7.

1. Bedrag van de exploitatietoelage

Art. 74

Pour l'exécution de ses missions de service public visées à l'article 3, 2° à 6°, ainsi que pour l'entretien et la gestion de l'infrastructure ferroviaire visée à l'article 3, 1°, Infrabel reçoit une dotation annuelle d'exploitation à charge du budget de l'Etat.

Art. 74

Voor de uitvoering van haar opdrachten van openbare dienst bedoeld in artikel 3, 2° tot 6°, alsook voor het onderhoud en het beheer van de spoorweginfrastructuur bedoeld in artikel 3, 1°, ontvangt Infrabel een jaarlijkse exploitatietoelage ten laste van de Rijksbegroting.

Cette dotation s'élève à: Deze toelage bedraagt:

- 430.817 k€2008 en 2008;

- 116.575 k€2008 à partir de 2009.

Cette dotation d'exploitation annuelle est majorée de 10.000 k€2009 à partir de 2010 pour compenser la diminution de la dotation d’investissements en 2009. En dérogation à l’article 77, cette majoration est versée intégralement le 8 mai de chaque année.

Cette dotation d'exploitation annuelle est diminuée de 16.300 k€2009 en 2009 et de 19.672 k€2009 à partir de 2010, pour compenser l’application à tout le Groupe SNCB de la mesure concernant l’exonération du paiement du précompte professionnel, plus particulièrement pour la partie de cette exonération pour les activités qui n’entrent pas en concurrence avec des entreprises privées. Cette mesure est prise en application du plan de relance en exécution de l’accord interprofessionnel 2009-2010. En dérogation à l’article 77, cette diminution est opérée intégralement à charge de l’échéance du 8 mai de chaque année.

- 430.817 k€2008 in 2008;

- 116.575 k€2008 vanaf 2009.

Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt opgetrokken met 10.000 k€2009 vanaf 0000, xxx xxxxxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxxxxxxxxxxxx xx 0000. In afwijking van artikel 77 wordt deze verhoging integraal gestort op 8 mei van elk jaar.

Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verminderd met 16.300 k€2009 in 2009 en met 19.672 k€2009 vanaf 2010 als compensatie van de maatregel aangaande de vrijstelling van betaling van bedrijfsvoorheffing voor de hele NMBS-groep, meer bepaald voor het aandeel in die vrijstelling voor de activiteiten die niet in concurrentie treden met private bedrijven. Deze maatregel wordt getroffen in toepassing van het herstelplan in uitvoering van het interprofessioneel akkoord 2009-2010. In afwijking van artikel 77 wordt deze vermindering integraal afgehouden van de betaalschijf die op 8 mei van elk jaar betaald wordt.

Les montants prévus ci-dessus pour cette De hierboven vermelde bedragen van de

diminution sont des estimations qui sont revues annuellement compte tenu de l’impact réel de la mesure sur les comptes d’Infrabel.(1)

Cette dotation d'exploitation annuelle est diminuée de 14.472 k€2009 en 2009, de 19.058 k€2010 en 2010 et de 19.098 k€2011 en 2011 pour compenser l’application à tout le Groupe SNCB, de la mesure concernant l’exonération du paiement du précompte professionnel, plus particulièrement pour la partie de cette exonération pour les activités qui n’entrent pas en concurrence avec des entreprises privées. En 2012, cette diminution est évaluée à 19.661 k€2012.

Cette dotation d'exploitation annuelle est augmentée de 69.616 k€2010 à partir de 2010 en raison de l’application des normes IFRS.(2)

En 2010, cette dotation d'exploitation annuelle est augmentée de 698 k€2010 en raison de la redevance pour le Service de Sécurité et d'Interopérabilité des Chemins de fer, et augmentée de 227 k€2010 en raison de la redevance pour l'Organisme d'enquête sur les accidents et incidents ferroviaires.

Ces augmentations de la dotation d'exploitation compensent en partie les redevances qu'Infrabel devait à ces services.

Une solution sera recherchée dans le cadre du prochain contrat de gestion entre l’Etat et Infrabel pour compenser la charge sur les comptes des missions de service public causée par la redevance pour le Service de Sécurité et d'Interopérabilité et la redevance pour l'Organisme d'enquête sur les accidents et incidents ferroviaires.

Cette dotation d’exploitation annuelle est diminuée de 5.000 k€2013 en 2013 en exécution des mesures d’économies appliquées à

vermindering, zijn ramingen. Deze worden jaarlijks herraamd, rekening houdend met de werkelijke impact van de maatregel op de rekeningen van Infrabel.(1)

Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verminderd met 14.472 k€2009 in 2009, met 19.058 k€2010 in 2010 en met 19.098 k€2011 in 2011 als compensatie van de maatregel aangaande de vrijstelling van betaling van bedrijfsvoorheffing voor de hele NMBS-groep, meer bepaald voor het aandeel in die vrijstelling voor de activiteiten die niet in concurrentie treden met private bedrijven. In 2012 is deze vermindering geraamd op 19.661 k€2012.

Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verhoogd met 69.616 k€2010 vanaf 2010 wegens de toepassing van de IFRS-normen. (2)

In 2010 wordt deze jaarlijkse exploitatietoelage verhoogd met 698 k€2010 wegens de heffing voor de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen en verhoogd met 227 k€2010 wegens de heffing voor het Onderzoeksorgaan voor ongevallen en incidenten op het spoor.

Deze verhogingen van de exploitatietoelage compenseren een gedeelte van de heffingen die Infrabel aan deze diensten verschuldigd was.

In het kader van het volgende beheerscontract tussen de Staat en Infrabel zal naar een oplossing gezocht worden om de last op de rekeningen van de opdrachten van openbare dienst te compenseren, veroorzaakt door de heffing voor de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit en de heffing voor het Onderzoeksorgaan voor ongevallen en incidenten op het spoor.

Deze jaarlijkse exploitatietoelage wordt verminderd met 5.000 k€2013 in 2013 in uitvoering van de besparingsmaatregelen die

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

(2) AR/KB 26/10/2010 (MB/BS 18/11/2010)

l’ensemble du Groupe SNCB. (4) van toepassing zijn voor het geheel van de

NMBS-groep. (4)

Cette dotation est indexée selon la formule mentionnée à l'article 76.

La partie variable de la dotation d'exploitation s'élevait à -1.281 k€2009 en 2009, à -2.170 k€2010

en 2010, à -3.714 k€2011 en 2011 et à -3.823

k€2012 en 2012 (3) et - 3.106 k€2013 en 2013. (4)

Le montant prévu au premier paragraphe a été fixé sur la base des recettes et dépenses estimées d'Infrabel telles que reprises dans son plan d'entreprise et dans le plan d'entreprise consolidé 2008-2012 du Groupe SNCB.

2. Montant de la dotation d'exploitation RER

Deze toelage wordt geïndexeerd volgens de formule in artikel 76.

Het variabele gedeelte van de exploitatietoelage bedroeg -1.281 k€2009 in 2009, -2.170 k€2010 in 2010, -3.714 k€2011 in

2011 en -3.823 k€2012 in 2012 (3) en - 3.106

k€2013 in 2013. (4)

Het in de eerste paragraaf voorziene bedrag werd vastgesteld op basis van de geraamde ontvangsten en uitgaven van Infrabel zoals opgenomen in haar ondernemingsplan en in het geconsolideerd ondernemingsplan 2008-2012 van de NMBS-groep.

2. Bedrag van de exploitatietoelage voor het GEN

Art. 75

A partir de 2007, Infrabel reçoit de l'Etat une dotation complémentaire qui couvre le déficit d'exploitation supplémentaire résultant de la mise en service du RER.

Art. 75

Vanaf 2007 ontvangt Infrabel van de Staat een extra toelage die het bijkomend exploitatietekort dekt dat voortvloeit uit de indienststelling van het GEN.

Pour les années 2008 à 2010, il s’agit des montants suivants:

2008: 2.291 k€2008

2009: 1.287 k€2008

2010: 1.287 k€2008

Pour les années postérieures à 2010, les montants de cette dotation seront fixés par voie d’avenant au présent contrat, sur base d’un calcul analogue à celui qui sous-tend les

Voor de jaren 2008 tot 2010 gaat het om volgende bedragen:

2008: 2.291 k€2008

2009: 1.287 k€2008

2010: 1.287 k€2008

Voor de jaren na 2010 zullen de bedragen van die toelage vastgelegd worden in een bijvoegsel bij dit contract, op basis van een berekening die analoog is met de berekeningen die geleid

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

montants établis pour la période de 2007 à 2010. Pour 2011 et 2012, ces montants sont estimés à 1.287 k€2008 par an.

Infrabel fournit chaque année à la DGTT une actualisation des coûts et profits relatifs à la nouvelle offre. Cette actualisation reprend au moins les détails qui ont été communiqués lors de l'évaluation des montants mentionnés ci- dessus. Sur la base de ce rapport, les montants ci-dessus peuvent être adaptés de commun accord.

Ces dotations sont indexées selon la formule mentionnée à l'article 76.

3. Indexation des dotations d’exploitation

hebben tot de vastgestelde bedragen voor de periode 2007 tot 2010. Voor 2011 en 2012 worden deze bedragen geraamd op 1.287 k€2008 per jaar.

Infrabel bezorgt jaarlijks aan DGVL een actualisering van de extra kosten en baten met betrekking tot het nieuwe aanbod. Die actualisering geeft ten minste de details weer die werden meegedeeld bij de evaluatie van de hierboven vermelde bedragen. Op basis van dit rapport kunnen de bovenstaande bedragen in onderling akkoord aangepast worden.

Deze toelagen worden geïndexeerd volgens de formule in artikel 76.

3. Indexering van de exploitatietoelagen

Art. 76

Les montants des dotations d’exploitation sont exprimés en €2008. Ils sont associés à une valeur d’indice de 107,44 pour l’indice santé et 106,38 pour l’indice des services. Ces indices se rapportent au mois de décembre 2007.

Le montant de chaque dotation annuelle est indexé suivant l’évolution de l’indice santé et de l’indice des services, à concurrence respectivement de 65 % et de 35 %, par rapport aux indices de référence précités. Les nouveaux indices sont ceux du mois de décembre de l’année qui précédente.

0,35

La formule applicable à l’indexation de la dotation pour l’année t est la suivante:

Art. 76

De bedragen van de exploitatietoelagen zijn uitgedrukt in €2008. Ze zijn gekoppeld aan een indexwaarde van 107,44 voor de gezondheidsindex en 106,38 voor de dienstenindex. Die indexen hebben betrekking op december 2007.

Het bedrag van iedere jaartoelage is geïndexeerd volgens de evolutie van de gezondheidsindex en de dienstenindex, tot beloop van respectievelijk 65 % en 35 %, ten opzichte van de voormelde referentie-indexen. De nieuwe indexen zijn die van december van het voorgaande jaar.

Toelage

Basistoelage

t −1   × 0,65 +  t−1   × 0,35 }

Formule van toepassing voor de indexering van de toelage voor jaar t:

Dotation

Dotation de base

  t −1  

= ×{

I Santé déc ×

+ I Service déc × } =

×{ I Gezond dec

I Dienstendec

  t −1  

0,65

t 107,44

106,38 t

107,44

106,38

En dérogation au présent article, lorsque des montants relatifs aux dotations d’exploitation sont exprimés en € d’une autre année (année r) que 2008, la formule applicable à leur indexation pour l’année t est la suivante:

Montant contractuel * ((I San déc t-1 / I San déc

In afwijking van dit artikel, wanneer de bedragen met betrekking tot de exploitatietoelagen in € van een ander jaar (jaar r) dan 2008 uitgedrukt worden, is de toepasselijke formule voor hun indexering voor het jaar t als volgt:

r-1 * 0,65) + (I Serv déc t-1 / I Serv déc r-1 * 0,35)).(2)

4. Paiement des dotations d'exploitation

Contractuele toelage * ((I gezond dec t-1 / I gezond dec r-1 * 0,65) + (I diensten dec t-1 / I diensten dec r-1 * 0,35)). (2)

4. Betaling van de exploitatietoelagen

Art. 77

La dotation générale d'exploitation visée à l'article 74 et la dotation d'exploitation RER visée à l'article 75 sont fusionnées et payées par l'Etat selon l'échéancier suivant:

- un douzième de la dotation d'exploitation est chaque fois payé au plus tard le 25 janvier, le 25 février, le 25 mars et le 25 avril de chaque année;

- quatre douzièmes de la dotation d'exploitation sont payés au plus tard le 8 mai de chaque année;

- 3,75 douzièmes de la dotation d'exploitation de l'année t sont payés au plus tard le dixième jour ouvrable de l'année t+1;

- le solde de 0,25 douzième est payé après présentation des comptes annuels détaillés.

Le crédit initial de l'année t est ajusté soit à la hausse soit à la baisse sur la base de l'indexation réelle dont il est question à l'article

76. L'ajustement positif est libéré en une fois, dans les soixante jours de la parution au Moniteur belge du budget ajusté de l’Etat. L'ajustement négatif est intégré immédiatement dans le calcul des tranches mensuelles restant à verser.

Art. 77

De algemene exploitatietoelage bedoeld in artikel 74 en de exploitatietoelage GEN bedoeld in artikel 75 worden samengevoegd en volgens onderstaand tijdschema door de Staat betaald:

- uiterlijk op 25 januari, 25 februari, 25 maart en 25 april van elk jaar wordt telkens één twaalfde van de exploitatietoelage betaald;

- uiterlijk op 8 mei van elk jaar wordt vier twaalfden van de exploitatietoelage betaald;

- uiterlijk op de tiende werkdag van jaar t+1 wordt 3,75 twaalfden van de exploitatietoelage van jaar t betaald;

- het saldo van 0,25 twaalfden wordt betaald na voorlegging van de gedetailleerde jaarrekening.

Het oorspronkelijke krediet van het jaar t wordt aangepast naar boven of naar beneden, op basis van de werkelijke indexering waarvan sprake in artikel 76. De positieve aanpassing wordt in een keer gestort, binnen zestig dagen na bekendmaking van de aangepaste Rijksbegroting in het Belgisch Staatsblad. De negatieve aanpassing wordt onmiddellijk geïntegreerd in de berekening van de nog te storten maandelijkse schijven.

(2) AR/KB 26/10/2010 (MB/BS 18/11/2010)

5. Redevance de disponibilité pour le PPP Diabolo

5. Beschikbaarheidsvergoeding voor PPS Diabolo

Art. 78

Pour la réalisation via un PPP de l'infrastructure Diabolo visant à désenclaver l'aéroport de Bruxelles, une dotation d'exploitation annuelle supplémentaire de 9.000 k€2009 (ou tout montant modifié qui pourrait être fixé à l'avenir) est allouée à Infrabel et équivaut à la redevance de disponibilité due par Infrabel à la SA Northern Diabolo en vertu du contrat de concession du 28 septembre 2007.

Cette dotation est inscrite sur une allocation de base spéciale dans le budget des dépenses. La dotation est compensée intégralement sur la dotation classique d’investissement d’Infrabel visée à l’article 62.

Cette dotation spécifique est versée par l’Etat à Infrabel le 15 mai de chaque année à commencer en 2009 pour un montant de 9.000 k€2009. Par la suite, ce montant ou tout autre montant qui devrait être fixé à l’avenir sera versé annuellement pendant 35 ans à dater de la mise à disposition de l’infrastructure Diabolo.

Cette dotation est indexée sur la base de la moyenne de l’indice santé sur douze mois courant à partir du 1er novembre de l’année t-2 jusqu’au 31 octobre de l’année t-1 par rapport à l'indice de santé d'octobre 2008, c'est-à-dire 111,29.(3)

Art. 78

Voor de realisatie via PPS van de Diabolo- infrastructuur ter ontsluiting van Brussels Airport, wordt vanaf 2009 een jaarlijkse bijkomende exploitatietoelage van 9.000 k€2009 (of elk gewijzigd bedrag dat in de toekomst zou kunnen vastgesteld worden) aan Infrabel toegekend, en die gelijk is aan de beschikbaarheidsvergoeding die Infrabel verschuldigd is aan de NV Northern Diabolo ingevolge de concessieovereenkomst van 28 september 2007.

Deze toelage wordt ingeschreven op een afzonderlijke basisallocatie in de uitgavenbegroting. De toelage wordt volledig gecompenseerd op de klassieke investeringstoelage van Infrabel waarvan sprake in artikel 62.

Die specifieke toelage wordt door de Staat aan Infrabel gestort op 15 mei van elk jaar, te beginnen vanaf 2009, voor een bedrag van

9.000 k€2009. Nadien zal dat bedrag of elk ander bedrag dat in de toekomst bepaald zou worden, jaarlijks gestort worden gedurende 35 jaar vanaf de terbeschikkingstelling van de Diabolo- infrastructuur.

Deze toelage wordt geïndexeerd op basis van het gemiddelde van de gezondheidsindex over een periode van twaalf maanden vanaf 1 november van jaar t-2 tot 31 oktober van jaar t-1 ten opzichte van de gezondheidsindex van oktober 2008, namelijk 111,29. (3)

L’indexation est d’application à partir de 2010. De indexering is van toepassing vanaf 2010.

(3) AR/KB xx/xx/2012 (MB/BS xx/xx/2012)

6. Redevance de disponibilité pour le PPP Liefkenshoek Rail Link

6. Beschikbaarheidsvergoeding voor PPS Liefkenshoek Rail Link

Art. 79

A compter de l'année de livraison du Liefkenshoek Rail Link dans le port d'Anvers, une dotation d'exploitation supplémentaire est allouée à Infrabel à concurrence de la redevance de disponibilité due par Infrabel à la

x.x. XxxxXxxx selon les modalités du contrat DBFM du 5 novembre 2008.(1)

Cette dotation est inscrite sur une allocation de base spéciale dans le budget des dépenses, et est compensée intégralement sur la dotation classique d’investissement visée à l’article 62.

Cette dotation est versée la première année, au terme du premier trimestre suivant la date de mise à disposition de l’infrastructure. Les dotations annuelles suivantes sont versées le 30 juin de chaque année.

Cette dotation est due pendant 38 ans à partir de la date de mise à disposition de l’infrastructure.

Art. 79

Vanaf het jaar van oplevering van de Liefkenshoek Rail Link in de haven van Antwerpen, wordt een bijkomende exploitatietoelage aan Infrabel toegekend, die gelijk is aan de beschikbaarheidsvergoeding die Infrabel verschuldigd is aan de n.v. LocoRail volgens de modaliteiten in het DBFM-contract van 5 november 2008.(1)

Deze toelage wordt ingeschreven op een afzonderlijke basisallocatie in de uitgavenbegroting, en wordt volledig gecompenseerd op de klassieke investeringstoelage waarvan sprake in artikel 62.

Deze toelage wordt in het eerste jaar gestort na afloop van het eerste kwartaal volgend op de datum van terbeschikkingstelling van de infrastructuur. De volgende jaarlijkse toelagen worden op 30 juni van elk jaar gestort.

Die toelage is gedurende 38 jaar verschuldigd vanaf de datum van terbeschikkingstelling van de infrastructuur.

(1) AR/KB 21/08/2009 (MB/BS 29/09/2009)

C. Autres dotations (pas d'application)

D. Règles budgétaires

Art. 80

Les modalités de paiement citées aux articles 74 à 79 sont respectées dans les limites des dispositions légales et réglementaires relatives au budget de l'Etat.

E. Remboursement de subventions européennes

Art. 81

Au cas où l'Etat serait tenu de rembourser tout ou partie d’une subvention versée par la Commission européenne au profit d'Infrabel, cette dernière procède elle-même à ce remboursement et à l'exécution de toute autre disposition qui y serait liée.

C. Andere toelagen (niet van toepassing)

D. Begrotingsregels

Art. 80

De betalingsmodaliteiten van de artikelen 74 tot en met 79 worden nageleefd binnen de grenzen van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de Rijksbegroting.

E. Terugbetaling EU-subsidies

Art. 81

Wanneer de Staat gehouden is tot een gedeeltelijke of volledige terugbetaling van een door de Europese Commissie gestorte subsidie ten gunste van Infrabel, zal Infrabel zelf overgaan tot de terugbetaling en tot de uitvoering van enig andere beschikking in dit verband.

X. Autres aspects financiers X. Andere financiële aspecten

A. Stabilisation de la dette financière nette du Groupe SNCB

Art. 82

L'Etat considère que la dette financière nette d’Infrabel et la dette financière nette consolidée au niveau du Groupe SNCB, sans tenir compte de financements spécifiquement convenus et si les normes comptables restent inchangées, seront stabilisées au niveau de juin 2008, et n’augmenteront plus à partir de cette date.

La définition et le mode de calcul de la dette nette consolidée qui fait l’objet de cette stabilisation figure en annexe 8.

Infrabel souscrit à cet objectif et fournit les informations nécessaires à la SNCB Holding.

Le plan d'entreprise consolidé est conforme à cet objectif.

Durant l’année 2013, et pendant l’ensemble de la période de transition vers la nouvelle structure du Groupe SNCB (réforme des structures approuvée au Conseil des ministres du 10 janvier 2013), Infrabel n’effectue aucune opération qui augmenterait la dette consolidée du Groupe SNCB, à l’exclusion d’opérations approuvées par Conseil des ministres.

Le Groupe SNCB rapporte trimestriellement à l’Etat et à l’administration sur l’évolution de sa dette. Trimestriellement, Infrabel se réunit avec son commissaire du gouvernement pour élaborer un document de « monitoring de la dette et l’envoie à la SNCB Holding pour consolidation avant le 15 de chaque mois suivant un trimestre (15 avril, 15 juillet, 15 octobre et 15 janvier). Le monitoring porte sur la situation à la fin du trimestre précédent. (4)

A. Stabilisatie van de netto financiële schuld van de NMBS- groep

Art. 82

De Staat stelt voorop dat de netto financiële schuld van Infrabel en de geconsolideerde netto financiële schuld op het niveau van de NMBS- groep, buiten specifiek overeengekomen financieringen en bij onveranderde boekhoudnormen, gestabiliseerd worden op het niveau van juni 2008, en vanaf dan niet langer aangroeien.

De bepaling en de berekeningswijze van de geconsolideerde nettoschuld die het voorwerp vormt van deze stabilisatie, zijn opgenomen in bijlage 8.

Infrabel onderschrijft die doelstelling en levert de nodige informatie aan de NMBS-Holding.

Het geconsolideerd ondernemingsplan is in overeenstemming met deze doelstelling.

Tijdens het jaar 2013, en gedurende de volledige overgangsperiode naar de nieuwe structuur van de NMBS-groep (hervorming van de structuren goedgekeurd door de Ministerraad van 10 januari 2013), voert Infrabel geen enkele operatie uit die de geconsolideerde schuld van de NMBS-groep zou kunnen verhogen, met uitzondering van de door de Ministerraad goedgekeurde operaties.

De NMBS-groep rapporteert driemaandelijks aan de Staat en aan de administratie over de evolutie van de schuld. Infrabel vergadert driemaandelijks met haar regeringscommissaris om een document « monitoring van de schuld » op te stellen en stuurt dit naar de NMBS-Holding ter consolidering vóór de 15e van elke maand volgend op het kwartaal (15 april, 15 juli, 15 oktober en 15 januari). De monitoring heeft

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

B. Normes comptables

Art. 83

Le Groupe SNCB et Infrabel en particulier prévoient de passer intégralement aux normes comptables IFRS à partir de l’exercice comptable 2010.

L’application de ces règles est susceptible d’entraîner des modifications au niveau de la qualification comptable de certaines dépenses relatives à des projets d’investissement. Ces modifications comptables n’entraîneront pas de changement dans le montant total des dotations versées à Infrabel.

Infrabel transmet à la SNCB Holding, pour le 31 mai 2009 au plus tard, un rapport portant d’une part sur la date effective de passage aux IFRS et, d’autre part, sur l’impact en terme de dotations des modifications quant à la qualification de certaines dépenses

« Investissements – Exploitation ». Ces rapports trimestriels sur l'état d'avancement des investissements dans l'ERP ne doivent plus être transmis après le 31 décembre 2012 car l’ERP est opérationnel. (4)

Ce rapport est transmis au Ministre des Entreprises publiques et à la DGTT.

Sur base de ce rapport, la SNCB Holding établit un rapport consolidé le 30 septembre 2009 au plus tard. Sur base de ce rapport consolidé, l’Etat et Infrabel conviendront éventuellement d’un avenant au contrat de gestion portant sur la date effective de passage aux IFRS et le transfert d’une dotation d’investissement vers une dotation d’exploitation.

betrekking op de situatie aan het einde van het voorafgaande kwartaal. (4)

B. Boekhoudnormen

Art. 83

De NMBS-groep en Infrabel in het bijzonder voorzien om integraal over te gaan naar de IFRS-boekhoudnormen vanaf het boekjaar 2010.

De toepassing van die regels kan wijzigingen meebrengen op het vlak van de boekhoudkundige kwalificatie van bepaalde uitgaven die betrekking hebben op investeringsprojecten. Die boekhoudkundige wijzigingen zullen geen verandering meebrengen in het totale bedrag van de aan Infrabel gestorte toelagen.

Infrabel maakt uiterlijk op 31 mei 0000 xxx xx XXXX-Xxxxxxx een verslag over betreffende enerzijds de effectieve overstapdatum naar de IFRS-normen en anderzijds over de impact, in termen van toelagen, van de wijzigingen aangaande de kwalificatie van sommige uitgaven « Investeringen – Exploitatie ». Deze kwartaalverslagen over de voortgang van de investeringen in de ERP moeten niet langer bezorgd worden na 31 december 2012 aangezien de ERP operationeel is. (4)

Dit verslag wordt overgemaakt aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL.

Op basis van dat verslag stelt de NMBS- Holding een geconsolideerd verslag op uiterlijk op 30 september 2009. Op basis van dat geconsolideerd verslag zullen de Staat en Infrabel eventueel overeenkomen over een bijvoegsel bij het beheerscontract betreffende de effectieve datum van overgang naar de IFRS-normen en de overheveling van een investeringstoelage naar een exploitatietoelage.

(4) AR/KB 21/12/2013 (MB/BS 17/01/2014)

C. Gestion financière optimalisée et transparente

Art. 84

Afin de permettre, à partir de 2012, de mettre en place une gestion financière optimisée et transparente et notamment le financement des nouveaux projets d’extension de capacité au moyen d’enveloppes financières fermées, Infrabel aura implémenté, au plus tard fin 2011 une réorganisation comptable et une planification améliorée de la gestion des projets basées sur un ERP et sur des méthodes et outils de gestion correspondant aux bonnes pratiques usuelles.

La mise en œuvre d’un système d’enveloppes financières fermées fera l’objet d’une concertation entre Infrabel et la DGTT.

Infrabel fournira au Ministre de Entreprises publiques et à la DGTT, à partir de mai 2009, des rapports trimestriels sur l’état d’avancement de l’investissement dans l’ERP et portant en particulier sur le respect du budget fixé à cet effet dans le plan d’investissement, l’introduction des bonnes pratiques de gestion et l’utilisation effective du système implémenté.

Cela signifie que fin 2011 au plus tard, l'ERP et la planification de projet améliorée d'Infrabel permettront:

- de fournir les relevés des coûts et des recettes, dans lesquels une distinction sera établie entre la gestion, l'entretien et la maintenance et l'extension de l'infrastructure. Ces relevés permettront en outre d'établir une distinction entre les prestations effectuées en régie, les prestations effectuées pour la SNCB Holding et la SNCB et les prestations effectuées pour d'autres tiers;

- de présenter les budgets selon la même ventilation de la gestion, de l'entretien et de la maintenance, et de l'extension de l'infrastructure.

C. Geoptimaliseerd en transparant financieel beheer

Art. 84

Om het vanaf 2012 mogelijk te maken, een geoptimaliseerd en transparant financieel beheer in te voeren en meer bepaald de financiering van de nieuwe projecten voor capaciteitsuitbreiding door middel van gesloten financiële enveloppes, zal Infrabel, uiterlijk eind 2011 een boekhoudkundige reorganisatie hebben geïmplementeerd alsook een verbeterde planning van het projectbeheer die gebaseerd zijn op een ERP en op beheersmethodes en - tools die stroken met de gebruikelijke goede praktijken.

Over de invoering van een systeem met gesloten financiële enveloppes zal overleg gepleegd worden tussen Infrabel en DGVL.

Infrabel zal aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL, vanaf mei 2009, kwartaalverslagen bezorgen over de voortgang van de investeringen in de ERP en in het bijzonder over de naleving van het daartoe vastgelegde budget in het investeringsplan, de invoering van de goede beheerspraktijken en de effectieve toepassing van het geïmplementeerde systeem.

Dit betekent dat uiterlijk eind 2011 de ERP en de verbeterde projectplanning Infrabel toelaten om:

- de staten met kosten en opbrengsten aan te leveren waarin het onderscheid wordt gemaakt tussen het beheer, het onderhoud en de instandhouding en de uitbreiding van de infrastructuur. Verder laten deze staten toe de prestaties in eigen beheer, de prestaties voor de NMBS-Holding en de NMBS en de prestaties voor andere derden te onderscheiden;

- de budgetten voor te stellen volgens dezelfde ventilatie van het beheer, het onderhoud en de instandhouding, en de uitbreiding van de infrastructuur.

Le plan de politique environnementale cité à Het milieubeleidsplan waarvan sprake in

l’article 45 comprendra un volet spécifique consacré aux évolutions de prix de l’énergie et aux éventuelles mesures à prendre pour se protéger financièrement contre une fluctuation excessive des prix de l’énergie.

artikel 45 zal een specifiek onderdeel bevatten gewijd aan de toekomstige prijsontwikkelingen van de energie en de eventueel te nemen maatregelen om zich financieel in te dekken tegen uitzonderlijke schommelingen van de energieprijzen.

D. Introduction d’un système d’asset management

D. Introductie systeem van asset management

Art. 84bis.

Infrabel développe pour fin 2012 un plan d’approche pour l’introduction d'un asset management amélioré en vue d'une gestion optimale de la maintenance et du renouvellement de l'infrastructure, d'une efficience des coûts maximale et d’une justification des moyens consacrés. Ce système contiendra des indicateurs clé de prestation (ICP) objectivement vérifiables.(3)

Art. 84bis.

Infrabel stelt tegen einde 2012 een plan van aanpak op voor de introductie van een verbeterd asset management met het oog op een optimaal beheer van de instandhouding en de vernieuwing van de infrastructuur, een maximale kostenefficiëntie en verantwoording van de bestede middelen. Dit systeem zal objectief verifieerbare kern prestatie- indicatoren (KPI) bevatten. (3)

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

XI. Les prestations pour les XI. De prestaties ten besoins de la Nation behoeve van de Natie

Art. 85

A la requête des institutions dûment mandatées, c’est-à-dire le SPF Intérieur, à l’intermédiaire de la DGCC (Direction Générale Centre de Crise) et le SPF Défense, par l’intermédiaire de l’Etat-major de l’Armée, Infrabel participe selon ses compétences, à la préservation des intérêts vitaux de la Nation et à la satisfaction des besoins essentiels de la population:

1. l’ordre public, c’est-à-dire la tranquillité, la salubrité et la sécurité publique;

2. le potentiel socio-économique du pays;

3. la souveraineté nationale et les institutions publiques établies par la Constitution et les lois;

4. l’intégrité du territoire national.

Infrabel exerce cette mission en temps de paix comme de guerre, dans le cadre:

- de la loi du 31 décembre 1963 sur la protection civile, l’arrêté royal du 31 janvier 2003 portant fixation du plan d’urgence pour les événements et situations de crise nécessitant une coordination ou une gestion à l’échelon national, l’arrêté royal du 16 février 2006 relatif aux plans d’urgence et d’intervention et l’accord de coopération du 21 juin 1999 entre l’Etat fédéral, les régions flamande et wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale concernant la maîtrise des dangers liés aux accidents majeurs impliquant des substances dangereuses;

- des dispositions prises par la proclamation de la mobilisation.

De manière spécifique, Infrabel contribue à

Art. 85

Infrabel neemt, volgens haar bevoegdheden, deel aan het vrijwaren van de vitale belangen van de Natie en aan de vervulling van de essentiële behoeften van de bevolking, op verzoek van de degelijk gemandateerde instellingen, namelijk de FOD Binnenlandse Zaken via de Algemene Directie CrisisCentrum (ADCC), en de FOD Defensie via de Generale Staf van het Leger:

1. de openbare orde, d.i. de openbare rust, de gezondheid en de publieke veiligheid;

2. het sociaal-economisch potentieel van het land;

3. de nationale soevereiniteit en de openbare instellingen opgericht bij de Grondwet en de wetten;

4. de integriteit van het nationale grondgebied.

Infrabel voert deze opdracht uit, zowel in vredes-, crisis als oorlogstijd, in het kader van:

- de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, het koninklijk besluit van 31 januari 2003 tot vaststelling van het noodplan voor crisisgebeurtenissen en -situaties die een coördinatie of een beheer op nationaal niveau vereisen, het koninklijk besluit van 16 februari 2006 betreffende de nood- en interventieplannen, en het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken;

- de bepalingen die voorvloeien uit de afkondiging van mobilisatie.

Specifiek draagt Infrabel bij tot het

garantir le bon état permanent de fonctionnement de l’outil ferroviaire et la continuité de la circulation des services ferroviaires. Il s’agit notamment de:

- la participation aux formations et exercices civils et militaires;

- la mise à disposition des informations relatives au réseau de référence défini dans le système GIS (Global Information System) du SPF Intérieur;

- l’identification des points critiques, vitaux et sensibles dans le dossier (Xxxxxxxx) qui est géré par la CICF (Commission Interministérielle des Chemins de Fer);

- la prise en compte des avis contraignants de la CICF, du Comité Interministériel du Renseignement et de la Sécurité et l’entretien de l’infrastructure maintenue;

- l’octroi des sillons (mouvement et stationnement) relatifs aux transports militaires, aux transports civils à haute sécurité (type matière explosives, nucléaires, …) et aux transports de population des zones concernées par des incidents ou catastrophes.

Infrabel s’engage à ne pas aliéner les lignes et les installations qui ne sont plus destinées à l’exploitation ferroviaire, mais dont le maintien est imposé par la CICF.

Infrabel s’engage à effectuer toute intervention technique nécessaire sur ces lignes et installations, les frais étant à charge du Service public fédéral ou Ministère qui en a fait la demande. Chaque demande fait l’objet d’une convention entre le Service public fédéral ou Ministère concerné et Infrabel, comme c’est le cas avec le Ministère de la Défense (Convention Défense nationale – SNCB du 08 novembre 1965 et de ses avenants conclus les 21 août 1972 et 28 octobre 1986).

waarborgen dat de spoorweginrichting permanent in goede staat van werking verkeert en dat de continuïteit van het spoorwegverkeer verzekerd wordt. Het gaat in het bijzonder om:

- de deelname aan civiele en militaire opleidingen en oefeningen;

- de terbeschikkingstelling van informatie betreffende het referentienetwerk zoals bepaald in het GIS-systeem (Global Information System) van de FOD Binnenlandse Zaken;

- de identificatie van kritieke, vitale en gevoelige punten in de gegevensbank Crivisen die beheerd wordt door de Interministeriële Commissie der Spoorwegen (ICS);

- het rekening houden met de bindende adviezen van de ICS, het Interministerieel Comité voor Inlichting en Veiligheid en het onderhoud van de in stand gehouden infrastructuur;

- de toekenning van rijpaden, (beweging en uitwijking) voor militaire transporten, civiele transporten met hoge veiligheidsgraad (type explosieve stoffen, nucleaire stoffen, …) en voor het vervoer van de bewoners van door incidenten of rampen getroffen gebieden.

Infrabel verbindt zich ertoe, de lijnen en de installaties die niet langer bestemd zijn voor de spoorwegexploitatie, maar waarvan het behoud door de ICS is opgelegd, niet te vervreemden.

Infrabel verbindt zich tot het uitvoeren van elke technische interventie die op die lijnen en installaties vereist is, waarbij de kosten ten laste zijn van de aanvragende Federale Overheidsdienst of het aanvragende Ministerie. Voor elke aanvraag wordt een overeenkomst gesloten tussen de betrokken Federale Overheidsdienst of het betrokken Ministerie en Infrabel, zoals het geval is met het Ministerie van Landsverdediging (Overeenkomst Landsverdediging – NMBS van 08 november 1965 en haar bijvoegsels

Infrabel rédige par conséquent avec la SNCB Holding et la SNCB un contrat régissant cette collaboration réciproque. Ce contrat fixe les responsabilités et les prestations qui leur incombent respectivement. Elles associent la DGTT à l'élaboration de ce contrat et portent à la connaissance de la DGTT le contrat ainsi que toutes les informations utiles à son application.

van 21 augustus 1972 en 28 oktober 1986).

Infrabel stelt bijgevolg met de NMBS- Holding en de NMBS een overeenkomst op die de onderlinge samenwerking regelt. Die overeenkomst legt de hen respectievelijk toebehorende vertegenwoordigingen en prestaties vast. Ze betrekken DGVL bij de uitwerking ervan en brengen de overeenkomst en alle informatie die nuttig is voor de toepassing ervan ter kennis van DGVL.

XII. Dispositions diverses XII. Diverse bepalingen

A. Rapport annuel d'activités

1. Rapport financier

A. Jaarlijks activiteitenverslag

1. Financieel verslag

Art. 86

Sont remis à la DGTT dans le mois suivant leur approbation par les organes de gestion:

1. le bilan et le compte de résultats (avec comparaison avec le budget) arrêtés au 31 décembre de chaque année présentés selon les normes comptables belges, ainsi que selon les normes comptables internationales IFRS lorsque celles-ci seront appliquées par l'entreprise, étant entendu qu'un tableau réconciliant le résultat en IFRS et celui obtenu selon les normes belges sera joint;

2. un relevé général des flux de trésorerie (avec comparaison avec le budget) établi selon la méthode indirecte tel que prévu par la norme IAS 7;

3. un relevé détaillé des flux de trésorerie de l'entreprise, établi suivant le modèle repris par la norme IAS 7 des IFRS. La méthode indirecte est utilisée. La rubrique investissements du relevé des flux de trésorerie est complétée:

- une scission entre, d'une part, les investissements en immobilisations corporelles et incorporelles et d'autre part, les immobilisations financières avec indication de la source de financement;

- aussi avec une indication des subsides en capital obtenus.

Art. 86

De volgende documenten worden in de loop van de maand volgend op hun goedkeuring door de beheersorganen aan DGVL bezorgd:

1. De balans en de resultatenrekening (met vergelijking met het budget), afgesloten op

31 december van elk jaar, voorgesteld overeenkomstig de Belgische boekhoudnormen en tevens overeenkomstig de internationale boekhoudnormen IFRS wanneer de onderneming deze zal toepassen, met dien verstande dat een tabel moet zijn bijgevoegd waarin het resultaat in IFRS en dat naar Belgische normen met elkaar in overeenstemming gebracht worden;

2. een algemeen kasstroomoverzicht (met vergelijking met het budget) opgemaakt volgens de indirecte methode zoals voorgeschreven door de xxxx XXX 7;

3. een gedetailleerd kasstroomoverzicht van de onderneming, opgesteld volgens het model opgenomen onder IAS 7 van de IFRS. De indirecte methode wordt gebruikt. De rubriek investeringen van het kasstroomoverzicht wordt bovendien aangevuld met:

- een uitsplitsing tussen, enerzijds, investeringen in immateriële en materiële vaste activa en, anderzijds, financiële vaste activa met vermelding van de financieringsbron;

- eveneens met vermelding van de bekomen kapitaalsubsidies.

2. Rapport d’activités 2. Activiteitenverslag

Art. 87

Le rapport annuel rédigé par Infrabel concernant la manière dont Infrabel a accompli ses missions de service public conformément à l'article 213, § 5 de la Loi sur les entreprises publiques, comprend notamment:

Art. 87

Het jaarlijks verslag dat Infrabel opstelt omtrent de wijze waarop zij haar opdrachten van openbare dienst heeft vervuld, overeenkomstig artikel 213, § 5 van de Wet Overheidsbedrijven bevat onder meer:

1. une description des efforts consentis sur le plan:

• de l'utilisation de la capacité (maillage du réseau et trafic);

• de l'extension de la capacité et de la modernisation des voies;

• de l'augmentation de la vitesse;

• de la modernisation des installations de distribution de l'énergie électrique;

• de la modernisation de la signalisation;

• de l'amélioration de la sécurité aux passages à niveau;

• de la sécurité du personnel et des clients;

• le respect des objectifs du plan d'entreprise;

2. une description de l'exécution des fonctions essentielles;

3. un commentaire quant à la manière dont elle a exécuté le plan d'entreprise;

1. een beschrijving van de inspanningen geleverd op het vlak van:

• het gebruik van de capaciteit (dichtheid van het net en verkeer);

• de uitbreiding van de capaciteit en de modernisering van de sporen;

• de verhoging van de snelheid;

• de modernisering van de installaties voor de distributie van elektrische energie;

• de modernisering van de seininrichting;

• de verbetering van de veiligheid aan de overwegen;

• de veiligheid van personeel en klanten;

• de naleving van de doelstellingen van het ondernemingsplan;

2. een beschrijving van de uitvoering van de essentiële functies;

3. een commentaar over de wijze waarop zij het ondernemingsplan heeft uitgevoerd;

4. pour les postes des comptes annuels qui enregistrent les opérations avec l'Etat ou d'autres autorités, une répartition des montants entre ceux provenant d'opérations avec l'Etat et ceux provenant d'autres opérations;

5. pour les postes des comptes annuels liés aux investissements, chaque fois une ventilation en fonction de la source de financement (fonds propres, Etat, autres autorités, emprunts, autres opérations financières);

6. un point de la situation opérationnelle et financière pour les projets PPP Diabolo et Liefkenshoek Rail Link.

7. l'état d'avancement de la mise en place du TBL1+ et de l'ETCS sur le réseau ferré qu’elle gère. (3)

Le rapport annuel doit parvenir au Ministre des Entreprises publiques et à la DGTT au plus tard le 31 mai de chaque année.

B. Relations avec la DGTT

1. Demande de renseignements et accès au domaine ferroviaire

4. voor de posten van de jaarrekening die verrichtingen met de Staat of andere overheden registreren, een uitsplitsing van de bedragen tussen deze afkomstig van verrichtingen met de overheden en deze afkomstig van andere verrichtingen;

5. voor de posten van de jaarrekening die verband houden met investeringen, telkens een uitsplitsing volgens de financieringsbron (eigen fondsen, Staat, andere overheden, leningen, andere financiële operaties);

6. een operationele en financiële stand van zaken over de PPS-projecten Diabolo en Liefkenshoek Rail Link.

7. de vorderingen aangaande de uitrusting van het door haar beheerde spoorwegnet met TBL1+ en ETCS. (3)

Het jaarlijks rapport moet ten laatste op 31 mei van elk jaar aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan DGVL worden overgemaakt.

B. Relaties met DGVL

1. Vraag om inlichtingen en toegang tot het spoorwegdomein

Art. 88

Infrabel répond aux demandes de renseignements émanant du Ministre des Entreprises publiques et du Ministre de la Mobilité, ainsi qu'aux demandes de la DGTT.

La DGTT reçoit les documents du conseil d'administration d'Infrabel en même temps que les membres de ce dernier.

Infrabel répond correctement, de manière complète et de façon pertinente dans les délais convenus aux questions posées par le SPF MT concernant la sécurité de

Art. 88

Infrabel antwoordt op de vragen om inlichtingen uitgaande van de Minister van Overheidsbedrijven en van de Minister van Mobiliteit alsook op de vragen van DGVL.

DGVL ontvangt documenten van de raad van bestuur van Infrabel tegelijkertijd met de verzending ervan aan haar leden.

Infrabel antwoordt correct, volledig en pertinent binnen de afgesproken termijnen op vragen van de FODMV met betrekking

l'exploitation.(3) tot de exploitatieveiligheid.(3)

Infrabel donne libre accès à son domaine aux fonctionnaires et agents de la DGTT et du SSICF dûment mandatés afin qu'ils puissent y exercer des contrôles de sécurité et s'assurer de la bonne exécution des investissements relatifs aux missions de service public, dans le respect des consignes de sécurité élaborées par Infrabel.

L'accès aux installations, équipements et matériels tombant sous le champ d'application des conventions trilatérales Transmanche ainsi que l'accès aux lignes à grande vitesse sont toutefois réglés par le protocole particulier du 10 janvier 2006.

Infrabel donne libre accès à son domaine aux fonctionnaires et agents du Régulateur dans le cadre de leur mission de régulation du transport ferroviaire, dans le respect des consignes de sécurité.

Infrabel donne libre accès à son domaine aux membres de l'organisme d'enquête ou à tout expert mandaté par lui auquel ce dernier fait appel.

Elle donne libre accès à son domaine à la SNCB Holding en vue de l'analyse prescrite à l'article 20, deuxième alinéa, de la Loi sur la sécurité d’exploitation, dans le cadre des enquêtes pour lesquelles l'organisme d'enquête a fait part à la SNCB Holding de sa décision de ne pas procéder lui-même à l'enquête.

2. Concession de droits réels

Infrabel geeft vrij toegang tot haar domein aan de degelijk gemandateerde ambtenaren en bedienden van DGVL en van DVIS opdat zij er veiligheidscontroles kunnen uitvoeren en zich verzekeren van de goede uitvoering van de investeringen met betrekking tot de opdrachten van openbare dienst, overeenkomstig de door Infrabel uitgewerkte veiligheidsconsignes.

De toegang tot de installaties, uitrustingen en materieel binnen het toepassingsgebied van de trilaterale overeenkomsten met betrekking tot de Kanaaltunnel alsook de toegang tot de hogesnelheidslijnen worden geregeld door het bijzonder protocol van 10 januari 2006.

Infrabel verleent vrije toegang tot haar domein aan de degelijk gemandateerde leden van de Regulator, in het kader van haar opdracht voor regulering van het spoorvervoer, overeenkomstig de veiligheidsconsignes.

Infrabel verleent vrije toegang tot haar domein aan de leden van het onderzoeksorgaan of aan elke gemachtigde deskundige waarop dit orgaan een beroep doet.

Ze verleent vrije toegang tot haar domein aan de NMBS-Holding met het oog op de analyse voorgeschreven in artikel 20, tweede lid, van de Wet Exploitatieveiligheid, in het kader van de onderzoeken waarvoor het onderzoeksorgaan aan de NMBS-Holding zijn beslissing heeft meegedeeld om niet zelf het onderzoek te voeren.

2. Verlenen van zakelijke rechten

Art. 89

Conformément à l’article 10 de la Loi sur

Art. 89

Overeenkomstig het artikel 10 van de Wet

les entreprises publiques et sans préjudice de l’article 30, Infrabel décide librement, dans les limites de son objet social, de l’acquisition, de l’utilisation et de l’aliénation de ses biens matériels et immatériels et de la constitution de droits réels sur ces biens.

Toute décision de concéder des droits réels sur des biens nécessaires à l'exercice des missions de service public d'Infrabel est soumise à l'autorisation préalable du Ministre des Entreprises publiques si elle porte sur un montant supérieur à 12 mio

€2008.

Overheidsbedrijven en zonder afbreuk te doen aan het artikel 30, beslist Infrabel, binnen de grenzen van haar maatschappelijk doel, vrij over de verwerving, het gebruik en de vervreemding van haar materiële en immateriële goederen en over de vestiging van zakelijke rechten op die goederen.

Elke beslissing tot afstand van de zakelijke rechten op goederen die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de opdrachten van openbare dienst van Infrabel, is onderworpen aan de voorafgaande toelating van de Minister van Overheidsbedrijven indien ze betrekking heeft op een bedrag van meer dan 12 mio €2008.

3. Désaffectation de lignes 3. Buitendienststelling van lijnen

Art. 90

Infrabel maintient la capacité de l’ensemble des lignes du réseau, à l’exception des voies accessoires définies dans les règles nationales de sécurité, à un niveau au moins égal à celui constaté à la date de la signature du présent contrat de gestion, les cas de force majeure et les conséquences de travaux étant neutralisés. Toute dérogation à ce maintien de capacité doit être soumise via la DGTT à l’approbation du Ministre des Entreprises publiques et du Ministre de la Mobilité.

À l’exception des voies accessoires, Infrabel ne procède pas au démontage de lignes ferroviaires désaffectées sans l’accord du Ministre des Entreprises publiques et du Ministre de la Mobilité, quelle que soit la raison de la désaffectation.

Art. 90

Infrabel behoudt de capaciteit van het geheel van de lijnen van het net, met uitzondering van de bijsporen zoals bepaald in de nationale veiligheidsregels, op een peil dat ten minste gelijk is aan dat wat werd vastgesteld op de datum van ondertekening van dit beheerscontract, waarbij de gevallen van overmacht en de weerslag van werken werden geneutraliseerd. Elke afwijking van dit behoud van capaciteit moet via DGVL ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Minister van Overheidsbedrijven en aan de Minister van Mobiliteit.

Met uitzondering van de bijsporen, zal Infrabel geen buiten dienst gestelde lijnen opbreken zonder de toestemming van de Minister van Overheidsbedrijven en de Minister van Mobiliteit, ongeacht de reden van de buitendienststelling.

4. Transfert réciproque de connaissances dans le domaine de la sécurité de l’exploitation

4. Wederzijdse kennisoverdracht exploitatieveiligheid

Art. 00 xxx

Xxxxxxxx et le SPF MT examinent de quelle manière un transfert réciproque de connaissances dans le domaine de la sécurité de l'exploitation, de la technique ferroviaire et des matières qui y sont associées, peut être assuré. Dans le cas d'un consensus, les prestations à livrer et leur paiement doivent être fixés contractuellement.(3)

Art. 00 xxx

Xxxxxxxx en de FODMV onderzoeken op welke wijze een wederzijdse kennisoverdracht in het domein van de exploitatieveiligheid, technische spoorkennis en de daaraan verbonden materies kan verzekerd worden. Indien overeenstemming bereikt wordt, worden de te leveren prestaties en de bijhorende vergoeding contractueel vastgelegd. (3)

(3) AR/KB 10/01/2013 (MB/BS 21/01/2013)

C. Suivi et exécution du contrat de gestion

1. Reporting et statistiques

C. Opvolging en uitvoering van het beheerscontract

1. Rapportering en statistieken

Art. 91

Infrabel présente à l'Etat, représenté par la DGTT, l'ensemble des statistiques dont la liste figure à l'annexe 5, permettant d'assurer un suivi de l'évolution des prestations d'Infrabel dans le cadre de l'exécution du présent contrat de gestion.

2. Suivi et adaptation

Art. 91

Infrabel legt aan de Staat, vertegen- woordigd door DGVL, alle statistieken voor waarvan de lijst voorkomt in bijlage 5, waarmee de evolutie van de prestaties van Infrabel kan worden gevolgd in het raam van de uitvoering van dit beheerscontract.

2. Opvolging en bijsturing

Art. 92

Au moins une fois par an, un groupe de travail composé d'un représentant des ministres concernés, de représentants de la DGTT et de représentants d'Infrabel, se réunit afin d'évaluer l'exécution du présent contrat de gestion.

Si, au terme d'un exercice, Infrabel n'atteint pas l'un des objectifs précisés dans le présent contrat de gestion, elle en examinera les raisons et définira les mesures propres à y remédier. Ces mesures sont soumises à l'Etat, représenté par la DGTT.

D. Benchmarks

Art. 93

Infrabel dispose d'un instrument comparatif permettant de confronter ses prestations à celles d'autres gestionnaires d'infrastructure. Les résultats de cette comparaison sont utilisés pour améliorer de façon continue ses propres prestations.

Infrabel s’appuie sur l’étude UIC “Lasting Infrastructure Cost Benchmarking” pour

Art. 92

Ten minste een keer per jaar komt een werkgroep, samengesteld uit een vertegenwoordiger van de betrokken Ministers, vertegenwoordigers van DGVL en vertegenwoordigers van Infrabel samen om de uitvoering van dit beheerscontract te evalueren.

Wanneer op het einde van een boekjaar Infrabel een van de in dit beheerscontract gepreciseerde doelstellingen niet haalt, onderzoekt ze de redenen ervan en bepaalt de maatregelen om dit te verhelpen. Die maatregelen worden voorgelegd aan de Staat, vertegenwoordigd door DGVL.

D. Benchmarks

Art. 93

Infrabel beschikt over een vergelijkend instrument dat toelaat haar prestaties te monitoren in vergelijking met andere infrastructuurbeheerders. De resultaten van deze vergelijking worden gebruikt om doorlopend de eigen prestaties te verbeteren.

Infrabel baseert zich op de UIC-studie “Lasting Infrastructure Cost