Algemene toekenningsmodaliteiten Voorbeeldclausules

Algemene toekenningsmodaliteiten. De duur van de jaarlijkse vakantie en de toekenningsmodaliteiten voor deze vakantie worden vastgesteld op basis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers en hun uitvoeringsbesluiten : - Jaarlijkse vakantie moet effectief binnen de 12 maanden van het vakantiejaar genomen worden. Dagen die niet opgenomen worden binnen het vakantiejaar, vervallen. - Een ononderbroken vakantieperiode van drie weken moet in ieder geval verzekerd worden, zonder afbreuk te doen aan de algemene reglementering inzake de jaarlijkse vakantie. Deze toekenning kan uitzonderlijk beperkt worden wegens organisatorische noodwendigheden. Onder organisatorische noodwendigheden wordt verstaan het verzekeren van de onontbeerlijke personeelsomkadering voor het functioneren van de dienst, nadat alle beschikbare ondersteunings- of vervangingsmogelijkheden binnen het huidig organisatorisch kader zijn ingezet tijdens de betrokken vakantieperiode - Bovendien moet tussen de periode van 1 mei en 31 oktober van het vakantiejaar, behalve andersluidende vraag van de betrokken werknemer, een ononderbroken periode van 3 weken voor de jongeren die op het einde van het vakantiedienstjaar minder dan 18 jaar zijn en van 2 weken voor de andere werknemers, gewaarborgd worden. - Buiten de hoofdvakantie worden de andere vakantiedagen vastgesteld in onderling overleg rekening houdend met een maximum aan kwaliteit en continuïteit van de dienstverlening en de werkorganisatie. Indien mogelijk worden deze dagen in periodes van mindere activiteit of ter gelegenheid van regionale, lokale of andere feesten genomen. - De werknemer die zijn recht op vakantie moet rechtvaardigen op basis van prestaties uitgevoerd bij een andere werkgever of als gevolg van de specifieke gelijkstelling voor jongeren van minder dan 25 jaar (jeugdvakantie), moet onmiddellijk bij de indiensttreding de nodige attesten overhandigen. Bij gebrek hieraan wordt zijn recht op jaarlijkse vakantie enkel op basis van zijn prestaties in de onderneming onderzocht. - De werknemer ontvangt een beslissing over het ja of neen aanvaarden van de aanvraag ten laatste binnen 7 kalenderdagen volgend op de aanvraag.