Bevindingen en overwegingen Voorbeeldclausules

Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg.
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn niet opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. De handelingen zijn echter onlosmakelijk verbonden met het uiteindelijke gebruik van de toestellen en bronnen. Voor de eindgebruiker zijn de handelingen gerechtvaardigd onder categorie II.A.1 therapie en II.A.2 onderzoek van personen op medische indicatie. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. De handelingen ten behoeve van installatie, onderhoud en reparatie worden uitgevoerd om de kwaliteit en het veilige gebruik van de lineaire versnellers, toestellen en afterloaders te borgen. De handelingen worden door of onder verantwoordelijkheid van werknemers van Varian volgens strikte protocollen en procedures uitgevoerd. Handelingen ten behoeve van onderhoud en reparatie aan lineaire versnellers worden in overleg met de klant uitgevoerd, onder voorwaarde dat de versneller 48 uur uit heeft gestaan voor aanvang van de werkzaamheden aan de versneller. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De RI&E die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. De RI&E is integraal met de vergunningaanvraag beoordeeld op basis van de bij de aanvraag aangeleverde informatie. De volledigheid van de RI&E, als zelfstandig document, ten aanzien van de punten benoemd in bijlage A van de Regeling stralingsbescherming beroepsmatige blootstelling 2018, is gelet op het toetsingskader voor vergunningverlening niet door de ANVS beoordeeld. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van radioactieve stoffen en/of ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. In paragraaf 1.3 onder II.1 is beschreven dat voor de hand...
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie II.B.1., Diagnostiek bij dieren. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van diagnostiek bij dieren waarvoor geen alternatieve mogelijkheid is.
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie II.A.2: Onderzoek van personen op medische indicatie en I.A.3, Analyse en I.C.2, Doorlichten van objecten met behulp van ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die worden uitgevoerd in het kader van het optimaliseren en automatiseren van processen waarvoor geen alternatieve methoden beschikbaar zijn. Daarbij betreft handelingen die nodig zijn in het kader van tandheelkundige diagnostiek en die volgens de laatste stand van de medische wetenschap worden uitgevoerd.
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie II.B.1, veterinaire diagnostiek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen.
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Regeling basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Rbs). Het gaat om categorie I.C.1. Analyse en onderzoek door middel van ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die nodig zijn in het kader van materiaalanalyse die volgens laatste stand der techniek worden uitgevoerd. Uit de aanvraag is gebleken dat de aanvrager in voldoende mate stralingshygiënische maatregelen treft. De risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E) die bij de aanvraag is aangeleverd laat zien dat de blootstelling van de werknemers geoptimaliseerd is. Uit de aanvraag, met name uit de milieu-analyse, blijkt dat de blootstelling van personen buiten de locaties kleiner is dan het secundair niveau (SN). De stralingshygiënische maatregelen en de aan de vergunning verbonden voorschriften bieden voldoende waarborgen, dat mensen, dieren, planten en goederen ten gevolge van de toepassing van ioniserende straling, zo weinig schade of hinder daarvan zullen ondervinden als redelijkerwijs mogelijk is. Uit bovengenoemde RI&E en de milieu-analyse blijkt ook dat de dosislimieten voor leden van de bevolking en werknemers niet overschreden zullen worden. Tenslotte blijkt uit de aanvraag ook dat de aanvrager beschikt over voldoende deskundigheid, namelijk minstens een geregistreerde stralingsbeschermingsdeskundige en toezichthoudend medewerkers stralingsbescherming.
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie I.C.1 Analyse en onderzoek d.m.v. ioniserende straling en om categorie I.A.1 Meet en –regeltechniek. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. De rechtvaardiging van de handelingen is, met uitzondering van de handelingen met XRF toestellen, in het kader van de eerdere vergunningprocedures al beoordeeld en positief bevonden. Er is geen reden in het kader van onderhavige vergunningprocedure anders te oordelen over de rechtvaardiging. In de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn de handelingen gerechtvaardigd. Voor de handelingen met XRF geldt dat er geen alternatieven beschikbaar zijn waarmee eenzelfde of beter resultaat behaald kan worden. De gebruikte ingekapselde bronnen kunnen in deze casus niet voldoen aan de eisen in ISO-2919:12. Op het moment dat aan deze eis niet voldaan kan worden geeft de Vbs in artikel 4.9 onder e aan dat de ondernemer dient aan te tonen dat de ingekapselde bron zodanig is dat verspreiding van radioactiviteit wordt voorkomen. De ondernemer heeft aangegeven door middel van een jaarlijkse visuele controle en een controle op aanwezige afwrijfbare activiteit aan te tonen dat er geen sprake is van verspreiding van radioactiviteit. Daarnaast worden er door operator veiligheidsinspectie rondes gelopen waarbij de ingekapselde bronnen visueel gecontroleerd worden.
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om de categorieën I.C.2, doorlichten van objecten m.b.v. ioniserende straling. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. Het betreft handelingen die worden uitgevoerd in het kader van het optimaliseren en automatiseren van processen waarvoor geen alternatieve methoden beschikbaar zijn.
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De aanvraag heeft betrekking op het uitvoeren van handelingen met materialen met van nature voorkomende radionucliden die vrijkomen bij de winning van aardwarmte. Onder handelingen wordt in de aanvraag verstaan, het nemen van monsters, het uitvoeren van metingen, sorteerwerkzaamheden en het tijdelijk opslaan van radioactief besmette materialen in een bergplaat of een afgescheiden deel van de locatie zoals bedoeld in artikel 4.8 van de Vbs. De aanvraag wordt gelezen als een aanvraag voor het voorhanden hebben, toepassen of zich ontdoen van materialen met van nature voorkomende radionucliden, voor zover deze radionucliden niet worden of zijn bewerkt wegens hun radioactieve eigenschappen. De specifieke voorschriften in deze vergunning voor handelingen met van nature voorkomende radionucliden die vrijkomen bij de winning van aardwarmte zijn, ten opzichte van de eerdere vergunning, opnieuw geformuleerd. Dit is gedaan om te zorgen voor een betere handhaafbaarheid en samenwerking tussen de verschillende inspecties en het verlagen van de regeldruk voor de ondernemer. In voorschrift III.A.6 derde punt staat “de opslag vindt plaats in een bergplaats of afgescheiden deel van de locatie”. Artikel 4.6 van het Bbs schrijft voor dat open stoffen en ingekapselde bronnen in een bergplaats worden opgeslagen als ze niet gebruikt worden. Het tweede lid van dit artikel geeft de Autoriteit de bevoegdheid om hier nadere regels voor op te stellen. In artikel 4.8 tweede lid van de Vbs heeft de ANVS deze bevoegdheid gebruikt om, specifiek voor de opslag van materialen en objecten die van nature voorkomende radionucliden bevat, opslag op een afgescheiden deel van de locatie toe te staan. In de aanvraag staat beschreven dat, gezien de aard en de omvang van de opslag, opslag voorzien is op een afgescheiden deel van de locatie die voldoet aan de eisen zoals gesteld in artikel 4.8 tweede lid van de Vbs. Artikel 4.35, tweede lid, van de Vbs geeft de vereiste deskundigheid weer voor specifieke handelingen en taken met van nature voorkomend radioactief materiaal met registratieplichtige activiteitsconcentratie. Aangezien enkel de activiteitsconcentratie bij een vergunning hoger is en deze niet van invloed is op de procedures voor specifieke handelingen, is de complexiteit van de handeling vergelijkbaar met de handelingen bed...
Bevindingen en overwegingen. Met inachtneming van paragraaf 2.3 heb ik de aanvraag getoetst aan artikel 3.7 van het Bbs. Geen van de daarin genoemde bepalingen staat vergunningverlening in de weg. De in de aanvraag bedoelde handelingen zijn opgenomen in bijlage 2.1, onderdeel A, van de Rbs. Het gaat om categorie I.A.8, exploratieonderzoek, I.B.1, procesindustrie en I.B.2, energieopwekking. Derhalve is sprake van gerechtvaardigde handelingen. Ook in de situatie die is beschreven in de aanvraag zijn deze handelingen gerechtvaardigd. De handelingen in het kader van geofysische metingen aan ondergrondse formaties en het uitvoeren van tests in of aan olie-, gas en/of waterputten met een neutronengenerator (inclusief een ingekapselde bron) op wisselende locaties door hele Nederland en het Nederlandse deel van het continentaal plat, zijn nodig om informatie over de put-condities en/of de productie van olie, gas en/of water te kunnen aanleveren. Een ander doel van deze handelingen is om de toekomstige productie van olie, gas en/of water op economische wijze te vergroten en/of te optimaliseren en de ecologische gevolgen zo klein mogelijk te houden.