Common use of Dossiervorming Clause in Contracts

Dossiervorming. 1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen dient te bevatten; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets bedoeld in Artikel B8; d. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting: a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen dient te bevatten; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets bedoeld in Artikel B8B9; d. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting: a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever geldverstrekker is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever geldverstrekker de op het moment van het offreren de datum bindend aanbod van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomengenomen met inachtneming van Norm 1.1.3. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen conform Bijlage 2 dient te bevattenbevatten ; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever geldverstrekker waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets als bedoeld in Artikel B8; d. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse (onderhandse) executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde waarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien sprake is van overname van een borgtocht conform Artikel B3 dient het dossier, in afwijking van het gestelde onder lid 2 sub a van dit artikel, de documenten conform Bijlage 2A te bevatten. 4. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever geldverstrekker verplicht het volledige dossier aan de stichting: a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever geldverstrekker de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen dient te bevatten; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets het overleg bedoeld in Artikel B8; d. c. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. d. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting: a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen.; 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing toepas- sing zijnde Normen dient te bevatten; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets het overleg bedoeld in Artikel artikel B8; d. c. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt opge- maakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde onder- handse verkoopwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. d. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel artikel B13.; 3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting: a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen dient te bevatten; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets het overleg bedoeld in Artikel B8; d. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting:stichting:‌‌ a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever geldverstrekker is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever geldverstrekker de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen conform Bijlage 2 dient te bevattenbevatten ; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever geldverstrekker waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets als bedoeld in Artikel B8; d. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse (onderhandse) executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde waarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien sprake is van overname van een borgtocht conform Artikel B3 dient het dossier, in afwijking van het gestelde onder lid 2 sub a van dit artikel, de documenten conform Bijlage 2A te bevatten. 4. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever geldverstrekker verplicht het volledige dossier aan de stichting: a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever geldverstrekker de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen dient te bevatten; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets het overleg bedoeld in Artikel B8; d. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting: a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.

Dossiervorming. 1. De geldgever is verplicht ten behoeve van iedere lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldgever de op het moment van het offreren van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen. 2. In het dossier dient in ieder geval te worden opgenomen: a. de documenten die het dossier volgens de van toepassing zijnde Normen dient te bevatten; b. alle in- en uitgaande stukken (correspondentie, e-mails en telefoonnotities) van de geldgever waaruit het contact met de geldnemer(s) blijkt; c. een stuk waaruit de uitkomst blijkt van de toets het overleg bedoeld in Artikel B8; d. bij gedwongen onderhandse verkoop en onderhandse executie van de woning: een rapport van de woning opgemaakt door een taxateur, waarin is vermeld de marktwaarde vrij van huur en gebruik van de woning en de executiewaarde vrij van huur en gebruik van de woning, opgemaakt ten vroegste zes maanden voor de datum van verkoop; e. nota’s van de kosten zoals bedoeld in Artikel B13. 3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldgever verplicht het volledige dossier aan de stichting:stichting:‌ a. ter controle ter beschikking te stellen; b. over te dragen, indien de geldgever de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, zulks mede in verband met het regresrecht van de stichting.