Duur van de uitkering. De duur van de uitkering kan ten hoogste 23 maanden bedragen plus het aantal dagen van de 1e van de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt tot de dag waarop de AOW-leeftijd wordt bereikt.’
Duur van de uitkering. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot aan de eerste dag van de maand volgend op de 18-de verjaardag van het kind respectievelijk tot en met de maand van overlijden van het kind.
Duur van de uitkering. De duur van de aansluitende uitkering wordt vastgesteld op drie maanden, vermeerderd voor de betrokkene:
Duur van de uitkering. De duur van de uitkering hangt af van hoe lang je arbeidsongeschikt blijft en welke uitkeringsduur je gekozen hebt. De uitkering loopt door zolang je arbeidsongeschikt bent, maar stopt wanneer je de afgesproken eindleeftijd bereikt, of als de maximale uitkeringsduur is bereikt. Je kiest zelf de maximale uitkeringsduur: tot de afgesproken eindleeftijd of een uitkering die na een bepaald aantal jaar altijd eindigt.
Duur van de uitkering. De duur van de aansluitende uitkering is afhankelijk van de diensttijd en de leeftijd van de oud-medewerker. - Als de medewerker op de dag van ontslag jonger is dan 21 jaar, is de duur van de uitkering gelijk aan 3 maanden; én 19,5% van de diensttijd. - Als de medewerker op de dag van ontslag ouder is dan 21 jaar, is de duur van de uitkering gelijk aan 3 maanden; én 19,5% van de diensttijd; én 1,5 % van de diensttijd per leeftijdsjaar ná het 21e levensjaar. Hiervan wordt de duur van de aanvullende uitkering afgetrokken. Een uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet wordt in mindering gebracht op de aansluitende uitkering.
Duur van de uitkering. De uitkering wordt gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid verstrekt, behoudens overige bepalingen uit deze voorwaarden. Bij het aangaan van de verzekering heeft de verzekerde de keuze voor een maximale uitkeringsduur. De uitkering zal altijd eindigen als de gekozen uitkeringsduur is verstreken, of indien de gekozen dekkingsduur van de verzekering eerder verstreken is, per die datum. Indien gekozen is voor een beperkte uitkeringsduur, worden reeds ontvangen uitkeringen in mindering gebracht op de resterende uitkeringsduur. De uitkering bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 15% tot 35% eindigt altijd na 5 jaar. Tevens zal de uitkering altijd eindigen in de in artikel 12 genoemde gevallen.
Duur van de uitkering. 1. De duur van de aansluitende uitkering wordt vastgesteld op drie maanden, vermeerderd voor de betrokkene:
a. die op de dag van ontslag de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt met een duur gelijk aan 18% van de diensttijd;
b. die op de dag van ontslag 21 jaar oud is met een duur van 19,5% van de diensttijd en zo vervolgens per leeftijdsjaar opklimmende met 1,5%.
2. De in het eerste lid berekende duur wordt verminderd met:
a. de duur van de uitkering krachtens de Werkloosheidswet, zoals deze is vastgesteld op de eerste dag van de werkloosheid en
b. twee jaar.
3. Ter bepaling van de duur van de aansluitende uitkering voor betrokkene, genoemd in artikel 10a:15, achtste lid wordt uitgegaan van de datum van het ontslag.
4. De betrokkene die op het tijdstip van ontslag de leeftijd van 55 jaren of ouder heeft bereikt, heeft recht op een aansluitende uitkering tot de eerste dag waarop hij de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Duur van de uitkering. 1. De uitkeringsduur is 6 maanden, met ingang van de dag waarop het ontslag ingaat.
2. Indien de betrokkene:
a. in de periode van 5 jaar onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag ten minste gedurende 3 jaar als werknemer als bedoeld in artikel 3 van de Werkloosheidswet en in dienstbetrekking van 8 of meer uren per week werkzaam is geweest of
b. onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag recht heeft op een uitkering op grond van de WAJONG of de WAZ; wordt de duur van de uitkering verlengd met: 3 maanden bij een arbeidsverleden van ten minste 5 jaar; 0,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 10 jaar; 1 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 15 jaar; 1,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 20 jaar; 2 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 25 jaar; 2,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 30 jaar; 3,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 35 jaar, en 4,5 jaar bij een arbeidsverleden van ten minste 40 jaar.
3. Het arbeidsverleden, bedoeld in het tweede lid wordt vastgesteld door samentelling van:
a. perioden, gelegen in de 5 jaar onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag, waarover de betrokkene aantoont als werknemer als bedoeld in artikel 3 van de Werkloosheidswet en in dienstbetrekking van 8 of meer uren per week werkzaam te zijn geweest, en
b. de periode gelegen tussen de 18e verjaardag van de betrokkene en de dag, gelegen 5 jaar voor het ontslag.
4. Perioden, waarin een betrokkene:
a. recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschikt- heidsverzekering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%;
b. ter zake van een dienstbetrekking op grond waarvan hem door het Rijk invaliditeitspensioen was verzekerd, recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80%, of een toelage ontvangt die naar aard en strekking overeenkomt met een toelage als bedoeld onder a, die al dan niet vermeerderd met de arbeidsongeschiktheidsuitkering 73% of meer bedraagt van de middelsom, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;
c. een uitkering ontvangt op grond van hoofdstuk III van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 80% of een toelage op grond van dat hoofdstuk, die al dan niet vermeerderd met de arbeidsongeschiktheidsuitkering 70% of meer bedraagt van het dagloon, waarnaar de arbeidsongeschiktheidsuitkering is of zou zijn berekend;
d...
Duur van de uitkering. De duur van de Inkomensaanvulling WW wordt als volgt vastgesteld:
Duur van de uitkering. De duur van de uitkering kan ten hoogste 23 maanden bedragen plus het aantal dagen van de 1e van de maand waarin de deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt tot de dag waarop de 65-jarige leeftijd wordt bereikt.’