Duur van de uitkering Voorbeeldclausules

Duur van de uitkering. De duur van de uitkering kan ten hoogste 23 maanden bedragen plus het aantal dagen van de 1e van de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt tot de dag waarop de AOW-leeftijd wordt bereikt.’
Duur van de uitkering. 8. Het wezenpensioen wordt uitgekeerd tot aan de eerste dag van de maand volgend op de 18-de verjaardag van het kind respectievelijk tot en met de maand van overlijden van het kind.
Duur van de uitkering. De uitkering wordt gedurende de periode van arbeidsongeschiktheid verstrekt, behoudens overige bepalingen uit deze voorwaarden. Bij het aangaan van de verzekering heeft de verzekerde de keuze voor een maximale uitkeringsduur. De uitkering zal altijd eindigen als de gekozen uitkeringsduur is verstreken, of indien de gekozen dekkingsduur van de verzekering eerder verstreken is, per die datum. Indien gekozen is voor een beperkte uitkeringsduur, worden reeds ontvangen uitkeringen in mindering gebracht op de resterende uitkeringsduur. De uitkering bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 15% tot 35% eindigt altijd na 5 jaar. Tevens zal de uitkering altijd eindigen in de in artikel 12 genoemde gevallen.
Duur van de uitkering. De duur van de uitkering kan ten hoogste 23 maanden bedragen plus het aantal dagen van de 1e van de maand waarin de werknemer de AOW-leeftijd bereikt tot de dag waarop de AOW-leeftijd wordt bereikt.’ Dictum II Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht. ’s-Gravenhage, 3 januari 2017
Duur van de uitkering. Indien werkloosheid conform deze bijzondere voorwaarden is meeverzekerd, bestaat recht op een uitkering, zolang en voor zover de verzekerde onvrijwillig werkloos is, voor een duur van totaal maximaal 24 maanden. Periodes, waarin een uitkering wordt verstrekt worden opgeteld voor de berekening van de maximale uitkeringsduur.
Duur van de uitkering. 1. De duur van de aansluitende uitkering is afhankelijk van de diensttijd en de leeftijd van de oud-medewerker. - Als de medewerker op de dag van ontslag jonger is dan 21 jaar, is de duur van de uitkering gelijk aan 3 maanden; én 19,5% van de diensttijd. - Als de medewerker op de dag van ontslag ouder is dan 21 jaar, is de duur van de uitkering gelijk aan 3 maanden; én 19,5% van de diensttijd; én 1,5 % van de diensttijd per leeftijdsjaar ná het 21e levensjaar. Hiervan wordt de duur van de aanvullende uitkering afgetrokken. Een uitkering op basis van de Algemene Ouderdomswet wordt in mindering gebracht op de aansluitende uitkering.
Duur van de uitkering. Hoofdstuk 10a is niet van toepassing op de ambtenaar die op of na 1 juli 2008 wordt ontslagen. (Zie ook artikel 10a:38 lid 1.)
Duur van de uitkering. Hoofdstuk 1 is niet van toepassing op de ambtenaar of arbeidscontractant die ontslagen is met ingang van 1 januari 2001 of later. (Zie ook artikel 11:32 lid 1.)
Duur van de uitkering. De duur van de uitkering hangt af van hoe lang je arbeidsongeschikt blijft en welke uitkeringsduur je gekozen hebt. De uitkering loopt door zolang je arbeidsongeschikt bent, maar stopt wanneer je de afgesproken eindleeftijd bereikt, of als de maximale uitkeringsduur is bereikt. Je kiest zelf de maximale uitkeringsduur: tot de afgesproken eindleeftijd of een uitkering die na een bepaald aantal jaar altijd eindigt.
Duur van de uitkering. De duur van de Inkomensaanvulling WW wordt als volgt vastgesteld: