Gebruikersheffingen Voorbeeldclausules

Gebruikersheffingen. 1. Onverminderd de overgangsbepalingen in bijlage I bij deze overeenkomst zien de partijen erop toe dat hun relevante wetten, regels en procedures beantwoorden aan de regelgevende eisen en normen op het gebied van luchtvervoer, zoals gespecificeerd in deel A van bijlage II bij deze overeenkomst. 2. Elke partij ziet erop toe dat gebruikersheffingen die door haar bevoegde heffingsautoriteiten of -organen aan de luchtvaartmaatschappijen van de andere partij worden opgelegd voor het gebruik van luchtvaartnavigatie en luchtverkeersleiding kostengerelateerd en niet-discriminerend zijn. In ieder geval moeten dergelijke gebruikersheffingen aan de luchtvaartmaatschappijen van de andere partij worden opgelegd volgens voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan de gunstigste voorwaarden die iedere andere luchtvaartmaatschappij kan verkrijgen. 3. Elke partij ziet erop toe dat gebruikersheffingen die door haar bevoegde heffingsautoriteiten of -organen aan de luchtvaartmaatschappijen van de andere partij kunnen worden opgelegd voor het gebruik van luchthavendiensten en -infrastructuur, luchtvaartbeveiliging en bijbehorende infrastructuur en diensten, met uitzondering van de rechten die worden opgelegd voor de levering van de in artikel 9, lid 7, bedoelde diensten, eerlijk, redelijk, en niet ten onrechte discriminerend zijn, geen discriminatie op basis van nationaliteit inhouden en billijk gespreid zijn over de categorieën gebruikers. Onverminderd artikel 16, lid 1, moeten deze heffingen in verhouding staan tot de volledige kosten die de bevoegde heffingsautoriteiten of -organen maken voor het verlenen van de passende luchthaven- en luchtvaartbeveilingsvoorzieningen en -diensten op die luchthaven of op de luchthavens waarop een gemeenschappelijke heffingsregeling van toepassing is, maar mogen ze deze niet overschrijden. Deze heffingen mogen een redelijke winst na afschrijving omvatten. De voorzieningen en diensten waarover gebruikersheffingen worden geheven, moeten op efficiënte en economische wijze worden verleend. In ieder geval worden deze heffingen aan de luchtvaartmaatschappijen van de andere partij opgelegd volgens voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan de gunstigste voorwaarden die iedere andere luchtvaartmaatschappij kan verkrijgen op het tijdstip dat de heffingen worden opgelegd. 4. Elke partij eist dat de bevoegde heffingsautoriteiten of -organen op haar grondgebied en de luchtvaartmaatschappijen die gebruik maken van de diensten en installaties overleg ...
Gebruikersheffingen. 1. Een partij legt de luchtvaartmaatschappijen van de andere partij geen gebruikersheffingen op die hoger zijn dan die welke worden opgelegd aan de eigen luchtvaartmaatschappijen die vergelijk- bare internationale luchtdiensten exploiteren, en staat niet toe dat dergelijke heffingen worden opgelegd. 2. Nieuwe heffingen kunnen alleen worden opgelegd en bestaande heffingen alleen verhoogd wanneer voldoende overleg heeft plaatsgevonden tussen de bevoegde heffingsinstanties en de luchtvaartmaatschappijen van elke partij. Plannen voor wijzigingen van de gebruikersheffingen moeten voldoende van tevoren worden meegedeeld, zodat de gebruikers hun standpunt kunnen uiteenzetten vóór de wijzigingen plaatsvinden. De partijen stimuleren ook de uitwisseling van de informatie die nodig is om de redelijkheid, rechtvaardiging en motivering van de heffingen accuraat te kunnen beoordelen overeenkomstig de beginselen van dit artikel.
Gebruikersheffingen. ARTIKEL 11: - en goederentarieven
Gebruikersheffingen. In artikel 11 zijn de verdragsluitende partijen overeengekomen dat de gebruikersheffingen rechtvaardig en redelijk moeten zijn en gegrond moeten zijn op solide economische beginselen. Het tweede lid bepaalt dat de gebruikersheffingen van de ene verdragsluitende partij niet hoger mogen zijn dan de gebruikersheffingen die door de eigen luchtvaartmaatschappijen worden betaald voor de exploitatie van soortgelijke internationale luchtdiensten.
Gebruikersheffingen geeft nadere regels over gebruikersheffingen. In dit artikel wordt onder meer bepaald dat de opgelegde gebruikersheffingen rechtvaardig, redelijk en niet onredelijk discriminatoir moeten zijn en proportioneel verdeeld moeten worden over alle categorieën gebruikers van de desbetreffende luchthaven(s) of luchthavensystemen.
Gebruikersheffingen. 1. Geen van de verdragsluitende partijen legt de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de andere ver- dragsluitende partij gebruikersheffingen op, of staat toe dat deze worden opgelegd, die hoger zijn dan die worden opgelegd aan haar eigen luchtvaartmaatschappijen die worden gebruikt voor vergelijkbare interna- tionale luchtdiensten. 2. Elke verdragsluitende partij moedigt overleg aan over gebruikersheffingen tussen haar bevoegde innings- autoriteiten of -lichamen en de luchtvaartmaatschappijen die gebruikmaken van de diensten en voorzienin- gen, waar praktisch uitvoerbaar via de vertegenwoordigende organisaties van deze luchtvaartmaatschap- pijen. Voorstellen tot wijziging van gebruikersheffingen dienen binnen een redelijke termijn ter kennis van dergelijke gebruikers te worden gebracht zodat deze hun mening kenbaar kunnen maken voordat de wijzigin- gen plaatsvinden. Elke verdragsluitende partij moedigt haar bevoegde inningsautoriteit, of dienstverlener, en deze gebruikers aan relevante informatie met betrekking tot gebruikersheffingen uit te wisselen.
Gebruikersheffingen. 1. Geen van de verdragsluitende partijen legt de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van de andere ver- dragsluitende partij gebruikersheffingen op, of staat toe dat deze worden opgelegd, die hoger zijn dan die worden opgelegd aan haar eigen luchtvaartmaatschappijen die worden gebruikt voor vergelijkbare interna- tionale diensten. 2. Deze heffingen mogen niet hoger zijn dan die worden opgelegd aan luchtvaartuigen van de aangewezen luchtvaartmaatschappijen van elke verdragsluitende partij die vergelijkbare internationale diensten uitvoe- ren. 3. Deze heffingen dienen billijk en redelijk te zijn en gebaseerd op gedegen economische beginselen.‌‌‌
Gebruikersheffingen. 1. Gebruikersheffingen die aan de luchtvaartmaatschappij(en) van een partij kunnen worden opgelegd door en/of onder toezicht van de bevoegde inningsautoriteiten of -lichamen van de andere partij dienen rechtvaar- dig, redelijk en niet onrechtvaardig discriminatoir te zijn en in redelijkheid en billijkheid te worden opgelegd aan de categorieën gebruikers. In alle gevallen worden deze gebruikersheffingen opgelegd aan de luchtvaart- maatschappijen van de andere partij onder voorwaarden die niet minder gunstig zijn dan de gunstigste voor- waarden die op het tijdstip waarop de heffingen worden opgelegd gelden voor een andere luchtvaartmaat- schappij. 2. Gebruikersheffingen die worden opgelegd aan de luchtvaartmaatschappij(en) van de andere partij mogen overeenkomen met maar niet hoger zijn dan de volledige kosten voor de bevoegde inningsautoriteiten of -lichamen van het verstrekken van passende luchthaven-, milieu-, luchtvaartnavigatie-, en luchtvaartbeveili- gingsvoorzieningen en -diensten op de luchthaven of binnen het luchthavensysteem. Deze volledige kosten kunnen een redelijk rendement op vermogensbestanddelen na afschrijving omvatten. De voorzieningen en diensten waarvoor heffingen worden opgelegd, worden op efficiënte en economische wijze verstrekt. 3. Heffingen en kosten dienen in de nationale munteenheid te worden betaald.
Gebruikersheffingen. 1. Geen van de partijen legt de aangewezen luchtvaartmaatschappij(en) van de andere partij gebruikershef- fingen op, of staat toe dat deze worden opgelegd, die hoger zijn dan die worden opgelegd aan haar eigen luchtvaartmaatschappijen die worden gebruikt voor vergelijkbare internationale luchtdiensten. 2. Gebruikersheffingen die aan de luchtvaartmaatschappijen van een partij worden opgelegd door de be- voegde lichamen van de andere partij dienen rechtvaardig, redelijk en niet discriminatoir te zijn. 3. Elke partij moedigt overleg aan tussen de bevoegde autoriteiten op haar grondgebied en de luchtvaart- maatschappijen die gebruikmaken van haar diensten en voorzieningen. 4. Geen van de partijen wordt bij procedures voor de regeling van geschillen uit hoofde van artikel 19 (Rege- ling van geschillen) van dit Verdrag geacht inbreuk te maken op een bepaling van dit artikel, tenzij: a. zij nalaat de heffing of praktijk waarop een klacht van de andere partij betrekking heeft binnen een rede- lijke termijn te toetsen; of b. zij na deze toetsing nalaat alle maatregelen te nemen die in haar vermogen liggen om een heffing of prak- tijk die onverenigbaar is met dit artikel ongedaan te maken.
Gebruikersheffingen. In artikel 6 zijn partijen overeengekomen dat de gebruikersheffingen die worden opgelegd voor het gebruik van de luchthavens en de luchtvaartfaciliteiten rechtvaardig, redelijk en niet discriminatoir moeten zijn, op basis van gelijkheid worden verdeeld over de verschillende categorieën gebruikers en niet hoger mogen zijn dan de heffingen die gelden voor de eigen luchtvaartmaatschappijen voor vergelijkbare internationale diensten.