Gewezen deelnemers. Op verzoek van een gewezen deelnemer heeft het bestuur van het Fonds de bevoegdheid een ouderdomspensioen bij ingang per de pensioendatum tot de AOW-gerechtigde leeftijd, te verhogen respectievelijk te verlagen, waarbij het daarna een gelijkwaardige verlaging respectievelijk verhoging zal ondergaan, een en ander conform lid 1 tot en met 6.
Gewezen deelnemers. 1. Het bepaalde in de leden 1 en 3 tot en met 7 van onderdeel A is van overeenkomstige toepassing op de premievrije aanspraken van de gewezen deelnemers.
2. De premievrij aanspraak van de gewezen deelnemer op levenslang nabestaandenpensioen per 31 december 2014 wordt per 1 januari 2015 niet gewijzigd en wordt geïndexeerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 26 van dit reglement. Op deze premievrije aanspraak is het bepaalde in onderdeel A, lid 8 a t/m e van overeenkomstige toepassing.
3. De in lid 1 en 2 genoemde premievrije aanspraken worden - overeenkomstig het bepaalde in artikel 29 lid 1 en 2 van het pensioenreglement - betrokken in een automatische waardeoverdracht indien de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis op het tijdstip van overdracht minder bedraagt dan het in artikel 66 van de Pensioenwet genoemde bedrag (in 2021 is dit bedrag € 503,24).
Gewezen deelnemers. Over de regeling voor de gewezen deelnemers Wanneer geldt dit hoofdstuk?
1. u geen dienstverband meer heeft bij een werkgever in de bedrijfstak of als u geen bedrijf meer uitoefent in de bedrijfstak;
2. uw vrijwillige voortzetting als bedoeld in hoofdstuk 21 van het pensioenreglement wordt beëindigd;
3. de voortzetting van uw pensioenopbouw op basis van ziekte, arbeidsongeschiktheid of recht op een bijdrage op basis van een van de sociale zekerheidswetten, wordt beëindigd;
4. u overlijdt;
5. uw (vervroegd) ouderdomspensioen ingaat, tenzij dit een deeltijdpensioen is als genoemd in hoofdstuk 16.
1. Als u niet bent overleden en uw pensioen is nog niet ingegaan, dan houdt u de pensioenaanspraken die u heeft opgebouwd tot het moment dat u gewezen deelnemer werd. Het fonds verstrekt u een opgave van deze pensioenaanspraken. U vindt hier meer informatie over in hoofdstuk 28. Het gaat hierbij om aanspraken op: • ouderdomspensioen (artikel 2.5 en artikel 3.5); • partnerpensioen (artikel 2.6 en artikel 3.6); • wezenpensioen (artikel 2.7 en artikel 3.7).
1. Xxxx u geen deelnemer meer? En bedraagt uw aanspraak op ouderdomspensioen vanaf uw pensioendatum op het moment waarop uw deelneming is beëindigd € 2,00 of minder per jaar? Xxx is uw aanspraak op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen nihil. Dit betekent dat u geen pensioenaanspraken meer heeft.
2. Xxxx u geen deelnemer meer en verhuist u naar een andere lidstaat? En heeft u het pensioenfonds hierover bij beëindiging van de deelneming geïnformeerd? Dan is lid 1 niet op u van toepassing. Komt u te overlijden? Xxx heeft uw partner recht op het partnerpensioen dat u tijdens uw deelneming of tot aan uw overlijdensdatum heeft opgebouwd. Komt u te overlijden, terwijl u nog geen 18 maanden met onbetaald verlof bent? Xxx heeft uw kind recht op het wezenpensioen dat u zou hebben opgebouwd als u de laatste dag voorafgaand aan het onbetaald verlof was overleden.
Gewezen deelnemers. De deelnemers aan wie de deelneming aan de pensioenregeling ingevolge artikel 2 lid 2 sub a tot en met sub d is beëindigd.
Gewezen deelnemers. Op verzoek van een gewezen deelnemer heeft het bestuur van het Fonds de bevoegdheid een ouderdomspensioen bij vervroegde ingang voor de pensioendatum, voor zover deze is gelegen minimaal een maand voorafgaand aan de 1e dag van de maand waarin de AOW-gerechtigde leeftijd wordt bereikt, tot de AOW-gerechtigde leeftijd, te verhogen respectievelijk te verlagen, waarbij 39 het daarna een gelijkwaardige verlaging respectievelijk verhoging zal ondergaan, een en ander conform lid 1 tot en met 6, met uitzondering van de bepaling in de laatste zin van lid 4.
Gewezen deelnemers. Voor degenen die op 31 december 2013 premievrije pensioenaanspraken hadden jegens het Fonds, geldt dat de premievrije ouderdomspensioenaanspraken ingaand op de eerste dag van maand waarin 65 jaar of 63 jaar en de aanspraken op een tijdelijk ouderdomspensioen (prepensioen en overbruggingspensioen) uit het op 31 december 2013 geldende pensioenreglement per 1 januari 2014 collectief actuarieel neutraal worden omgezet in premievrije ouderdomspensioenaanspraken ingaand op de eerste dag van maand waarin 67 jaar op grond van dit pensioenreglement. De van deze ouderdomspensioenaanspraken afgeleide pensioenaanspraken, met uitzondering van het wezenpensioen, uit het op 31 december 2013 geldende pensioenreglement worden per 1 januari 2014 ongewijzigd overgedragen naar dit reglement. Het wezenpensioen wordt per 1 januari 2014 overgedragen naar dit reglement als zijnde 14% van de naar 67 jaar omgezette aanspraak op ouderdomspensioen. Voor degenen die op 31 december 2017 premievrije pensioenaanspraken hadden jegens het Fonds, geldt dat de premievrije ouderdomspensioenaanspraken ingaand op de eerste dag van maand waarin de 67-jarige leeftijd wordt bereikt per 1 januari 2018 collectief actuarieel neutraal zijn omgezet in premievrije ouderdomspensioenaanspraken ingaand op de eerste dag van maand waarin de 68- jarige leeftijd wordt bereikt. De van deze ouderdomspensioenaanspraken afgeleide pensioenaanspraken, met uitzondering van het wezenpensioen, worden per 1 januari 2018 ongewijzigd overgedragen naar dit reglement. Het wezenpensioen wordt per 1 januari 2018 overgedragen naar dit reglement als zijnde 14% van de naar 68 jaar omgezette aanspraak op ouderdomspensioen. De premievrije aanspraken worden jaarlijks voorwaardelijk geïndexeerd conform artikel 22, lid 1 van dit reglement.
Gewezen deelnemers. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 00-00 00-00 00-00 00-00 00-00 00-00 00-00 00-00 65-69 -20% 95 percentiel
Gewezen deelnemers. Indien en zolang de (gewezen) deelnemer in aanmerking komt voor: • een door werkgever verstrekte loondoorbetaling krachtens artikel 7: 629 van het Burgerlijk Wetboek inclusief aanvul- lingen daarop krachtens een CAO of andere arbeidsvoor- waardenregeling; of • een uitkering uit hoofde van de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; of • een uitkering op grond van een andere door werkgever getroffen regeling, waaronder begrepen toezeggingen op basis van dit pensioenreglement zal het overbruggingspensioen met deze uitkering(en) worden verminderd. De vermindering is zodanig dat de hoogte van de oorspron- kelijke overbruggingsuitkering niet wordt overschreden.
Gewezen deelnemers. Om aan te sluiten bij de gewijzigde dekkingsgraaddefinitie, is in de grafiek vanaf eind 2015 ook de herverzekerde technische voorziening meegenomen. Deze is onderdeel van het totale vermogen en is aan voorzieningenkant opgenomen onder de component “overige voorzieningen”. (Minimaal) vereiste financiële positie De minimaal vereiste dekkingsgraad bedraagt 104,3% ultimo 2015. De vereiste dekkingsgraad wordt enerzijds vastgesteld op basis van de feitelijke verdeling van de beleggingsportefeuille en anderzijds op basis van de strategische verdeling van de beleggingsportefeuille. Ultimo 2015 bedraagt de vereiste dekkingsgraad 120,7% op basis van de feitelijke verdeling en 120,9% op basis van de strategische verdeling van de beleggingsportefeuille. Voor de toetsing van de financiële positie wordt de beleidsdekkingsgraad van 98,2% afgezet tegen de vereiste dekkingsgraad op basis van de strategische verdeling van de beleggingsportefeuille ad 120,9%. Wij merken daarbij op dat ultimo 2014 het vereist eigen vermogen is vastgesteld als het hoogste van het feitelijk en strategisch vereist eigen vermogen, in casu zijnde het feitelijk vereist eigen vermogen. Onder het nFTK vindt de toetsing van de financiële positie echter expliciet plaats op basis van het strategisch vereist eigen vermogen. 25% 20,9% 20% 15,1% 15% 11,9% 10% 8,8% 5% 3,4% 2,9% 2,7% 3,3% 1,9% 0,0% 0,0% 0,1% 0,4% 0,6% 0,0% 0,0% 0% 0,0% 2015 2014 Renterisico (S1) Zakelijkewaardenrisico (S2)
Gewezen deelnemers. Voor oud-werknemers die in het verleden pensioen hebben opgebouwd bij bpfBOUW, een zogenaamde ‘gewezen deelnemer’, geldt dat niet. De partner van de gewezen deelnemer ontvangt alleen het partnerpensioen dat de gewezen deelnemer heeft opgebouwd.