Inhoud van de regeling a. De vitaliteitsregeling staat voor: 80% arbeid, 90% loon en 100% pensioenopbouw.
b. De gemiddelde arbeidsduur van de medewerker wordt aangepast tot 80% van zijn oorspronkelijke arbeidsduur. De oorspronkelijke arbeidsduur wordt berekend met een referteperiode van 3 volledige maanden voorafgaande aan de ingangsdatum van deelname. In bijzondere omstandigheden kan een andere referteperiode genomen worden. De arbeidsduur wordt in aangepast in de vorm van een dag of een dienst tenzij partijen anders overeenkomen.
c. Het loon (functieloon en de bruto toeslagen, 100%) wordt in beginsel aangepast tot 80%. De nieuwe arbeidsduur en het nieuwe arbeidsrooster kunnen leiden tot een hoger of lager percentage aan bruto toeslagen. Het nieuwe bedrag aan functieloon en bruto toeslagen (80%) na de ingangsdatum wordt vermenigvuldigd met factor 9/8 (1,125). Dit geeft een nieuw functieloon met bruto toeslagen (90%) dat op de loonstrook staat als: vitaliteitsloon.
d. Voor de medewerker die deelneemt aan de vitaliteitsregeling geldt een afwijkende premieverdeling. Werkgever draagt 26,9% (2023), 28,0% (2024) van de pensioengrondslag (10/9 of 1,11 x SV-loon van het vitaliteitsloon minus minimaal fiscale franchise) af aan het pensioenfonds. De werkgever houdt de premie in op het vitaliteitsloon in evenveel termijnen als waarin hij het vitaliteitsloon uitbetaalt. De premie in percentage van de pensioengrondslag is: 2023 Normale premieverdeling Premieverdeling bij deelname vitaliteitsregeling werkgever 16,43% 17,37% Medewerker 10,47% 9,53% Totaal 26,9% 26,9% 2024 Normale premieverdeling Premieverdeling bij deelname vitaliteitsregeling werkgever 16,43% 17,37% Medewerker 11,57% 10,63% Totaal 28,0% 28,0%
Inhoud van de regeling. 1. Het gebruik maken van de regeling , houdt in dat de werknemer in de leeftijdscategorie 61 jaar of ouder 20% minder gaat werken van zijn Oorspronkelijke Arbeidsduur in de vorm van Generatiepact verlof, met dien verstande dat hij geen recht heeft op eventuele kwartaaldagen. De ADV, basisvakantie, leeftijdsvakantie en worden op basis van 80% werken vastgesteld. De ADV, basisvakantie en leeftijdsvakantie worden op basis van 80% werken vastgesteld, waarbij de werknemer minimaal 20 uur, respectievelijk 16 uur voor de 5-ploegendienst per week als ondergrens feitelijk blijft werken om ongewenste organisatorische knelpunten te voorkomen. De Oorspronkelijke Arbeidsduur wordt niet aangepast. Voor de deelnemer geldt dat het aantal opkomstdagen gelijk blijft.
2. Als de werknemer gebruik maakt van de regeling, krijgt hij 89,4 % (volcontinue) danwel 88,5% (overige medewerkers) van zijn oorspronkelijke bruto salaris doorbetaald. Het percentage blijft gedurende de deelname ongewijzigd.
3. Het oorspronkelijk salaris groeit mee met eventuele overeengekomen structurele loonsverhogingen tussen cao-partijen.
4. Een werknemer die in deeltijd werkt kan ook deelnemen aan de regeling. Er geldt echter wel een ondergrens van tenminste 20 uur resp. 16 uur voor de 5-ploegendienst per week blijven werken.
5. De uren die korter wordt gewerkt worden, worden jaarlijks uiterlijk voor 1 november ingepland.
6. Deze regeling staat open voor alle werknemers die voldoen aan de voorwaarden conform artikel 2.
Inhoud van de regeling. De regeling houdt in dat de werknemer gedurende maximaal twee jaar zijn arbeidsduur per week kan aanpassen zodat hij tijd heeft om zich te oriënteren op zijn verdere carrière. Aan het eind van deze periode wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd. De duur van de regeling is maximaal twee jaar. De aangepaste arbeidsduur is ten minste 50% van de individuele arbeidsduur. De werknemer dient een verzoek in bij de werkgever waarin hij aangeeft wat de gewenste duur en de gewenste aanpassing van de arbeidsduur zijn. De werkgever gaat akkoord, tenzij sprake is van zwaarwegende bedrijfsomstandigheden. In dat geval kan in overleg een kortere of langere duur en/of een andere arbeidsduur afgesproken worden. Indien de individuele arbeidsduur hierdoor minder dan 16 uur per week wordt, is instemming van de werkgever nodig. Voorafgaand aan de carrièreswitch periode sluiten de werknemer en de werkgever een vaststellings- overeenkomst, waarin onder meer is geregeld dat aan het eind van deze periode het dienstverband met wederzijds goedvinden wordt beëindigd zonder transitievergoeding.
Inhoud van de regeling. De vitaliteitsregeling staat voor: 80% arbeid, 90% loon en 100% pensioenopbouw.
Inhoud van de regeling. 1. Elke producentenorganisatie kan namens haar leden collectieve opgaaf, aangifte en betaling van de Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen doen voor de bovendrempelige telers, waarbij rekening mag worden gehouden met het aantal drempels dat gelijk is aan het aantal bovendrempelige telers. Directe export hoeft door producentenorganisaties niet te worden aangegeven. De berekende verpakkingen, na aftrek van de drempels, dient eenmalig te worden verhoogd met 50.000 kilogram naar rato van de kilo’s verpakkingsmateriaal, omdat het aangifteprogramma rekening houdt met de vrijstelling van 50.000 kilogram.
2. De producentenorganisatie dient het percentage van het verpakkingsgewicht waarvoor hij in een kalenderjaar een collectieve aangifte doet door te geven aan de afnemers, uiterlijk op 15 maart van het jaar volgend op het kalenderjaar waarop de aangifte ziet. Dit percentage betreft het aandeel van het verpakkingsgewicht afkomstig van bovendrempelige telers op het totale verpakkingsgewicht van alle bij de producentenorganisatie aangesloten telers.
3. Aan het Afvalfonds Verpakkingen zal door de producentenorganisatie jaarlijks voor 1 april een overzicht van de leden verstrekt worden waarin per lid is opgenomen hoeveel kilogram verpakkingen per materiaalsoort op de Nederlandse markt zijn gebracht in het voorgaande kalenderjaar.
4. Op alle papieren en kartonnen verpakkingen waarover Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen verschuldigd is, mag over 2017 een tarief van € 0,0110 (exclusief omzetbelasting) worden toegepast. Het tarief voor papier en karton over de jaren 2018 en 2019 volgt het bedrijfsverpakkerstarief als bedoeld in Regeling Bedrijfsverpakker voor dit materiaal in 2018 en 2019.
5. Op alle overige materiaalsoorten waarover Afvalbeheersbijdrage Verpakkingen verschuldigd is, dient het tarief zoals genoemd in 4.1.1 van het Beleid Afvalfonds Verpakkingen te worden toegepast.
6. Een standaard gewichtenlijst voor verpakkingen is opgenomen in Bijlage II van de overeenkomst. Deze lijst met gemiddelde gewichten moet in zijn geheel wordt gebruikt door de bedrijven die vallen onder de werkingssfeer van deze overeenkomst. Het gewicht van verpakkingen die niet voorkomen in de lijst van bijlage II dient zelfstandig te worden bepaald door het bedrijf dat hierover aangifte doet. Indien een bedrijf besluit om géén gebruik te maken van de standaardlijst dan dient dit aangegeven te worden op de akkoordverklaring van Bijlage I. Dit laatste heeft tot gevolg dat het bedrijf op individuele...
Inhoud van de regeling. Via de SUK zal aan werknemers die in aanmerking willen komen voor erkende vormen van kinderopvang voor kinderen van 0–4 jaar, een kindplaats worden aangeboden binnen een gemiddelde termijn van 3 maanden, zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van de vrouwelijke werknemer.
Inhoud van de regeling. 2.1 Regeling algemeen verbindend verklaring overeenkomst afvalbeheerbijdrage
Inhoud van de regeling. Bij kinderen tot de leeftijd van 1 jaar, bij meerlingen bestaat recht op verlof voor ieder van de kinderen. Bij adoptie- en pleegouderschap of niet-wettelijk ouderschap geldt het recht bij kinderen tot de leeftijd van acht jaar in eerste jaar van opname/plaatsing. Bij pleegouderschap geldt bij opname van meerdere kinderen tegelijk dat er recht bestaat op 1 x 9 weken verlof (niet per kind). Het is niet mogelijk om voor hetzelfde kind tegelijkertijd (on)betaald ouderschapsverlof en (aanvullend) geboorteverlof op te nemen. Bij kinderen tot de leeftijd van 8 jaar, bij meerlingen bestaat recht op verlof voor ieder van de kinderen. Betaald? Gedeeltelijk betaald, tot 100% van max. dagloon. Nee, onbetaald Melding bij leiding- gevende? 2 maanden voor gewenste ingangsdatum verzoek indienen. 2 maanden voor gewenste ingangsdatum verzoek indienen. Opbouw pensioen, verlof, etc.? Ongewijzigd Op basis van aangepast salaris. Weigeren door werkgever mogelijk? Nee, recht ontstaat op moment van melding. Nee, recht ontstaat op moment van melding.
Inhoud van de regeling. De hoogte van de subsidie diplomabonus bedraagt € 2.900 per uitgekeerde diplomabonus. Van dit bedrag is € 2.500 bestemd voor de diplomabonus. De resterende € 400 is een forfaitaire compensatie voor de werkgeverslasten van de werkgever. De subsidie moet zo snel mogelijk na de diplomadatum worden aangevraagd. De werkgever is verantwoordelijk voor het aanvragen van de subsidie, waarbij de bewijslast ten aanzien van de feiten en omstandigheden die recht geven op subsidie rust bij de werkgever. De werkgever is verplicht inzage te verlenen in alle documenten en alle inlichtingen te verstrekken die nodig zijn voor de uitvoering en controle van wat in dit reglement is bepaald. Bij het behalen van het BBL-diploma ontvangt de leerling een diplomabonus. Met ingang van de cao 2024 is de startdatum van de opleiding leidend: deze moet binnen de looptijd van de cao liggen. Cao- artikel 5.19 wordt hierop aangepast. De leerling die van BBL2 naar BBL3 gaat, ontvangt na 3 maanden opleiding een doorleerbonus van € 500.
Inhoud van de regeling. De subsidie is eenmalig en het recht ontstaat 9 weken na ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst. • De hoogte van de subsidie is door cao-partijen vastgesteld en bedraagt bij een fulltime dienstverband € 5.500. • Bij een parttime dienstverband geldt een subsidiehoogte naar rato van de arbeidsduur. • De subsidie kan vanaf 9 weken na ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst worden aangevraagd. • De subsidie moet binnen 9 maanden na ingangsdatum van de arbeidsovereenkomst door belanghebbende worden aangevraagd • Belanghebbende is verantwoordelijk voor het aanvragen van de subsidie, waarbij de bewijslast ten aanzien van de feiten en omstandigheden die recht geven op de subsidie rust op belanghebbende. • De bewijslast ten aanzien van de voorwaarde kan worden verkregen bij pensioenuitvoerder APG (dit zal het Volandis Fonds opvragen). Door privacyregels kan de bewijslast alleen worden verkregen met instemming van de werknemer.