Liquide middelen. De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Liquide middelen. Het fonds kan in beginsel liquide middelen aanhouden in de vorm van beleggingsrekeningen (rekeningen-courant) en bankdeposito's die echter slechts van ondergeschikt belang mogen zijn.
Liquide middelen. Liquide middelen (* € 1.000) 31-12-2020 31-12-2021
Liquide middelen. De liquide middelen worden geboekt tegen aanschaffingswaarde. Waardering van passiva
Liquide middelen. Liquide middelen bestaan uit direct opvraagbare banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening- courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Aan de extra reserve worden de jaarresultaten toegevoegd.
Liquide middelen. Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Liquide middelen. Liquide middelen bestaan uit banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden.
Liquide middelen. Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciële en fiscale balanswaarderingen wordt een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief.
Liquide middelen. De Liquide middelen zijn afkomstig van de aanvankelijk aangehouden liquide buffer in het Fonds en het bedrag dat overblijft na uitkering van dividend aan de Investeerders. Deze liquide middelen dienen als buffer voor het Fonds en als additioneel groeikapitaal voor de MKB-ondernemingen.
Liquide middelen. Liquide middelen bestaan uit banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Rentedragende Financieringen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de nominale waarde, die gelijk staat aan de reële waarde verminderd met de kosten die samenhangen met het aangaan van de rentedragende Financieringen. Na de eerste verwerking worden de rentedragende Financieringen verantwoord tegen geamortiseerde kostprijs, waarbij een eventueel verschil tussen de kostprijs en de af te lossen schuld in de winst- en verliesrekening over de looptijd van de rentedragende Financiering wordt verantwoord. Rentedragende schulden met een looptijd van meer dan één jaar worden verantwoord onder de langlopende schulden. Eventuele aflossingen op rentedragende Financieringen binnen één jaar worden verantwoord onder de kortlopende schulden. Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde.