Common use of Pensioen Clause in Contracts

Pensioen. 1. Werkgevers zijn sinds 1 april 1980 verplicht voor de werknemer een verplichte pensioenverzekering af te sluiten. 2. Vanaf 1 januari 1999 zijn werkgevers verplicht aangesloten bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswarenindustrie, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (BPF VLEP). Voor de nadere regeling wordt verwezen naar het Reglement. Deze regeling is te vinden op xxx.xxxx.xx 3. De pensioenregeling is gebaseerd op de mogelijkheid om de fiscale ruimte van de pensioenregeling maximaal te benutten, waardoor werknemers in de vleessector in de gelegenheid worden gesteld om bij volledige opbouw eerder te kunnen stoppen met werken. 4. Indien de werknemer hierom verzoekt kan de pensioenregeling tijdens het ouderschapsverlof volledig op de bestaande voorwaarden worden voortgezet. De premie is tijdens dit verlof voor rekening van werknemer, tenzij anders overeengekomen met werkgever. 5. Een werknemer heeft recht op deeltijdpensioen conform de regeling van het pensioenfonds VLEP. De deeltijddagen in het kader van deeltijdpensioen worden in overleg met de werkgever ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal een half jaar van te voren worden vastgesteld. 6. Sociale partners zullen zich inspannen om de werknemers nog beter te informeren over de voorwaarden en mogelijkheden van de pensioenregeling, daarbij wordt de bekendheid van deeltijdpensioen onder werkgevers en werknemers via gerichte communicatie getracht te vergroten en het gebruik ervan zoveel als mogelijk bevorderen. 7. Werknemer van 63 jaar kunnen éénmalig een financieel advies laten opstellen door één van de onafhankelijke door sociale partners aangewezen partijen. De werkgever kan de kosten bij het Fonds Collectieve Belangen Vleessector declareren.

Pensioen. 1. Werkgevers zijn sinds 1 april 1980 verplicht Voor de werknemer in de onderneming van werkgever geldt de pensioenregeling conform de bepalingen van de Statuten en Reglementen van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de werknemer een verplichte pensioenverzekering af te sluitenLandbouw, tenzij aan de werkgever door het pensioenfonds dispensatie is verleend en behoudens afwijking in deze cao. 2. Vanaf 1 januari 1999 zijn werkgevers verplicht aangesloten bij De premie voor het Bedrijfstakpensioenfonds wordt door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vleeswerkgever en werknemer betaald volgens de bepalingen van het Bedrijfstakpensioenfonds, Vleeswarenindustriemet dien verstande dat de werkgever zich het recht voorbehoudt, Gemaksvoeding om indien en Pluimveevlees (BPF VLEP). Voor zodra deze regeling dan wel de nadere premieregeling wordt gewijzigd, met de vakverenigingen in overleg te treden, teneinde tot een mogelijke andere regeling wordt verwezen naar het Reglement. Deze regeling is te vinden op xxx.xxxx.xxkomen. 3. De pensioenregeling is gebaseerd op Tussen Plantum en de mogelijkheid om de fiscale ruimte vakverenigingen vindt bij stijgingen en dalingen van de pensioenregeling maximaal te benutten, waardoor werknemers in pensioenpremie ten behoeve van het Bedrijfspensioenfonds voor de vleessector in Landbouw (BPL) overleg plaats over de gelegenheid worden gesteld om bij volledige opbouw eerder te kunnen stoppen met werkenverdeling van premiestijgingen respectievelijk premiedalingen. Uitgangspunt is dat de premiestijging of premiedaling gelijkwaardig tussen werkgever en werknemer verdeeld zal worden. 4. Indien a. Per 1 januari 2013 bedraagt de werknemer hierom verzoekt kan premie voor de pensioenregeling tijdens het ouderschapsverlof volledig op basisregeling voor werkgevers 17,09 % van de bestaande voorwaarden worden voortgezet. De premie is tijdens dit verlof pensioengrondslag en voor rekening werknemers 4,61% van werknemer, tenzij anders overeengekomen met werkgeverde pensioengrondslag. 5b. Per 1 januari 2013 bedraagt de premie voor de overgangsregeling voor werknemers 1,15% van de loonsom en voor werkgevers 0,1% van de loonsom. Een werknemer heeft recht op deeltijdpensioen conform Deze overgangsregeling duurt tot 1 januari 2022. c. Bedrijven die een andere dan de regeling van het pensioenfonds VLEP. De deeltijddagen in het kader van deeltijdpensioen worden in overleg BPL-pensioenregeling hebben, zullen eventuele premiewijzigingen met de werkgever ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal een half jaar van te voren worden vastgesteldvakverenigingen afspreken. 6. Sociale partners zullen zich inspannen om de werknemers nog beter te informeren over de voorwaarden en mogelijkheden van de pensioenregeling, daarbij wordt de bekendheid van deeltijdpensioen onder werkgevers en werknemers via gerichte communicatie getracht te vergroten en het gebruik ervan zoveel als mogelijk bevorderen. 7. Werknemer van 63 jaar kunnen éénmalig een financieel advies laten opstellen door één van de onafhankelijke door sociale partners aangewezen partijen. De werkgever kan de kosten bij het Fonds Collectieve Belangen Vleessector declareren.

Pensioen. 1. Werkgevers zijn sinds 1 april 1980 verplicht voor de werknemer een verplichte pensioenverzekering af te sluiten. 2. Vanaf 1 januari 1999 zijn werkgevers verplicht aangesloten bij de Stichting Stich- ting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswarenindustrie, Gemaksvoeding Gemaks- voeding en Pluimveevlees (BPF VLEP). Voor de nadere regeling wordt verwezen naar het Reglement. Deze regeling is te vinden op xxx.xxxx.xx 3. De pensioenregeling is gebaseerd op de mogelijkheid om de fiscale ruimte van de pensioenregeling maximaal te benutten, waardoor werknemers in de vleessector in de gelegenheid worden gesteld om bij volledige opbouw eerder te kunnen stoppen met werken. 4. Indien de werknemer hierom verzoekt kan de pensioenregeling tijdens het ouderschapsverlof volledig op de bestaande voorwaarden worden voortgezetvoort- gezet. De premie is tijdens dit verlof voor rekening van werknemer, tenzij anders overeengekomen met werkgever. 5. Een werknemer heeft recht op deeltijdpensioen conform de regeling van het pensioenfonds VLEP. De deeltijddagen in het kader van deeltijdpensioen deeltijdpen- sioen worden in overleg met de werkgever ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal een half jaar van te voren worden vastgesteld. 6. Sociale partners zullen zich inspannen om de werknemers nog beter te informeren over de voorwaarden en mogelijkheden van de pensioenregelingpensioenrege- ling, daarbij wordt de bekendheid van deeltijdpensioen onder werkgevers en werknemers via gerichte communicatie getracht te vergroten en het gebruik ervan zoveel als mogelijk bevorderen. 7. Werknemer van 63 jaar kunnen éénmalig een financieel advies laten opstellen door één van de onafhankelijke door sociale partners aangewezen aange- wezen partijen. De werkgever kan de kosten bij het Fonds Collectieve Belangen Vleessector declareren.

Pensioen. 1. Werkgevers zijn sinds 1 april 1980 verplicht voor de werknemer een verplichte pensioenverzekering af te sluiten. 2. Vanaf 1 januari 1999 zijn werkgevers verplicht aangesloten bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswarenindustrie, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (BPF VLEP). Voor de nadere regeling wordt verwezen naar het Reglement. Deze regeling is te vinden op xxx.xxxx.xx 3. De pensioenregeling is gebaseerd op de mogelijkheid om de fiscale ruimte van de pensioenregeling maximaal te benutten, waardoor werknemers in de vleessector in de gelegenheid worden gesteld om bij volledige opbouw eerder te kunnen stoppen met werkenwerken vanaf 62-jarige leeftijd. 4. Indien de werknemer hierom verzoekt kan de pensioenregeling tijdens het ouderschapsverlof volledig op de bestaande voorwaarden worden voortgezet. De premie is tijdens dit verlof voor rekening van werknemer, tenzij anders overeengekomen met werkgever. 5. Een werknemer heeft recht op deeltijdpensioen conform de regeling van het pensioenfonds VLEP. De deeltijddagen in het kader van deeltijdpensioen worden in overleg met de werkgever ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal een half jaar van te voren worden vastgesteld. 6. Sociale partners zullen zich inspannen om de werknemers nog beter te informeren over de voorwaarden en mogelijkheden van de pensioenregeling, daarbij wordt de bekendheid van deeltijdpensioen onder werkgevers en werknemers via gerichte communicatie getracht te vergroten en het gebruik ervan zoveel als mogelijk bevorderen. 7. Werknemer van 63 jaar kunnen éénmalig een financieel advies laten opstellen door één van de onafhankelijke door sociale partners aangewezen partijen. De werkgever kan de kosten bij het Fonds Collectieve Belangen Vleessector declareren.

Pensioen. 1. Werkgevers zijn sinds 1 april 1980 verplicht voor de werknemer een verplichte pensioenverzekering af te sluiten. 2. Vanaf 1 januari 1999 zijn werkgevers verplicht aangesloten bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswarenindustrie, Gemaksvoeding Gemaks- voeding en Pluimveevlees (BPF VLEP). Voor de nadere regeling wordt verwezen naar het Reglement. Deze regeling is te vinden op xxx.xxxx.xx 3. De pensioenregeling is gebaseerd op de mogelijkheid om de fiscale ruimte van de pensioenregeling maximaal te benutten, waardoor werknemers in de vleessector in de gelegenheid worden gesteld om bij volledige opbouw eerder te kunnen stoppen met werken. 4. Indien de werknemer hierom verzoekt kan de pensioenregeling tijdens het ouderschapsverlof volledig op de bestaande voorwaarden worden voortgezetvoort- gezet. De premie is tijdens dit verlof voor rekening van werknemer, tenzij anders overeengekomen met werkgever. 5. Een werknemer heeft recht op deeltijdpensioen conform de regeling van het pensioenfonds VLEP. De deeltijddagen in het kader van deeltijdpensioen worden in overleg met de werkgever ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal een half jaar van te voren worden vastgesteld. 6. Sociale partners zullen zich inspannen om de werknemers nog beter te informeren over de voorwaarden en mogelijkheden van de pensioenregeling, daarbij wordt de bekendheid van deeltijdpensioen onder werkgevers en werknemers via gerichte communicatie getracht te vergroten en het gebruik ervan zoveel als mogelijk bevorderen. 7. Werknemer van 63 jaar kunnen éénmalig een financieel advies laten opstellen door één van de onafhankelijke door sociale partners aangewezen partijen. De werkgever kan de kosten bij het Fonds Collectieve Belangen Vleessector declareren.

Pensioen. 1. Werkgevers zijn sinds 1 april 1980 De werknemer is verplicht deel te nemen aan de pensioenvoorziening van de Stich- ting Bedrijfspensioenfonds voor de werknemer een verplichte pensioenverzekering af te sluiten. 2. Vanaf 1 januari 1999 zijn werkgevers verplicht aangesloten bij Suikerwerk- en Chocoladeverwerkende Indu- strie of de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vleesde Suikerverwerkende Industrie tenzij het fonds aan de werkgever vrijstelling heeft verleend. In bijlage X is een korte samenvatting van de huidige pensioenregelingen opge- nomen. 2 De werknemer van wie het dienstverband bij de werkgever onafgebroken 10 of meer jaren heeft bestaan, Vleeswarenindustrieontvangt, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (BPF VLEP). Voor wanneer het dienstverband bij of na het berei- ken van de nadere regeling wordt verwezen naar het Reglement. Deze regeling is te vinden pre-pensioen- of pensioengerechtigde leeftijd op xxx.xxxx.xx 3reguliere wijze ein- digt, van de werkgever een bruto-uitkering gelijk aan een periode-inkomen. De pensioenregeling is gebaseerd op de mogelijkheid om de fiscale ruimte van de pensioenregeling maximaal te benutten, waardoor werknemers in de vleessector in de gelegenheid worden gesteld om bij volledige opbouw eerder te kunnen stoppen met werkenuit- kering wordt slechts één maal uitbetaald. 4. Indien de 3 De oudere werknemer hierom verzoekt kan de pensioenregeling tijdens het ouderschapsverlof volledig die een cursus bijwoont ter voorbereiding op de bestaande voorwaarden worden voortgezet. De premie is tijdens dit verlof voor rekening van werknemer, tenzij anders overeengekomen met werkgever. 5. Een werknemer zijn (pre)pensionering heeft recht op deeltijdpensioen conform de regeling verlof met behoud van het pensioenfonds VLEP. De deeltijddagen in het kader van deeltijdpensioen worden inkomen voor zover zijn werkzaamheden in overleg met betrokkene geregeld kunnen worden. Voor dit ver- lof geldt een maximum van 5 diensten gedurende de werkgever ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal een half jaar van te voren worden vastgesteldlaatste 3 jaren tezamen. 6. Sociale partners zullen zich inspannen om 4 De werknemer die gebruik maakt van ouderschapsverlof op grond van het bepaal- de werknemers nog beter te informeren over de voorwaarden en mogelijkheden in artikel 6:1 van de pensioenregeling, daarbij wordt de bekendheid van deeltijdpensioen onder werkgevers Wet arbeid en werknemers via gerichte communicatie getracht te vergroten zorg behoudt zijn pensioenaanspraken (zie voor ouderschapsverlof bijlage VI artikelen 6:1 tot en het gebruik ervan zoveel als mogelijk bevorderenmet 6:5 Wet arbeid en zorg). 7. Werknemer van 63 jaar kunnen éénmalig een financieel advies laten opstellen door één van de onafhankelijke door sociale partners aangewezen partijen. De werkgever kan de kosten bij het Fonds Collectieve Belangen Vleessector declareren.

Pensioen. 1. Werkgevers zijn sinds 1 april 1980 verplicht voor de werknemer een verplichte pensioenverzekering af te sluiten. 2. Vanaf 1 januari 1999 zijn werkgevers verplicht aangesloten bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor Vlees, Vleeswarenindustrie, Gemaksvoeding en Pluimveevlees (BPF VLEP). Voor de nadere regeling wordt verwezen naar het Reglement. Deze regeling is te vinden op xxx.xxxx.xx 3. De pensioenregeling is gebaseerd op de mogelijkheid om de fiscale ruimte van de pensioenregeling maximaal te benutten, waardoor werknemers in de vleessector in de gelegenheid worden gesteld om bij volledige opbouw eerder te kunnen stoppen met werken. 4. Indien de werknemer hierom verzoekt kan de pensioenregeling tijdens het ouderschapsverlof volledig op de bestaande voorwaarden worden voortgezet. De premie is tijdens dit verlof voor rekening van werknemer, tenzij anders overeengekomen met werkgever. 5. Een werknemer heeft recht op deeltijdpensioen conform de regeling van het pensioenfonds VLEP. De deeltijddagen in het kader van deeltijdpensioen worden in overleg met de werkgever ingeroosterd. Het rooster voor deze dagen zal een half jaar van te voren worden vastgesteld. 6. Sociale partners zullen zich inspannen om de werknemers nog beter te informeren over de voorwaarden en mogelijkheden van de pensioenregeling, daarbij wordt de bekendheid van deeltijdpensioen onder werkgevers en werknemers via gerichte communicatie getracht te vergroten en het gebruik ervan zoveel als mogelijk bevorderen. 7. Werknemer van 63 jaar kunnen éénmalig een financieel advies laten opstellen door één van de onafhankelijke door sociale partners aangewezen partijen. De werkgever kan de kosten bij het Fonds Collectieve Belangen Vleessector declareren.