Common use of Pensioenen Clause in Contracts

Pensioenen. 1. De pensioenvoorziening is geregeld via de verplichtstelling van PFZW. 2. Indien de werkgever onder de verplichtstelling van PFZW valt, wordt de pensioenpremie tussen de werkgever en werknemer op fiftyfifty basis verdeeld. 3. In de organisatie van de werkgever waarbij de verplichtstelling van PFZW niet aan de orde is, bestaat een eigen pensioenregeling. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het Pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien van de verplichtstelling kent het pensioenreglement van PFZW de volgende werkingssfeer. “Onder werkgever wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” In het pensioenreglement PFZW wordt daarnaast onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het Burgerlijk Wetboek heeft met een werkgever, uitgezonderd: ■ de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt; ■ de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; ■ de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; ■ de werknemers die zijn aan te merken als directeur grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: ■ scheidsrechters in dienst van de KNVB; ■ sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau, die bij een lokale vereniging te werk zijn gesteld. Check het pensioenreglement op de website xxx.xxxx.xx op de huidige tekst van de verplichtstelling voor de sportsector.

Pensioenen. 1. De pensioenvoorziening is geregeld via de verplichtstelling van PFZW. 2. Indien de werkgever onder de verplichtstelling van PFZW valt, wordt de pensioenpremie tussen de werkgever en werknemer op fiftyfifty basis verdeeld. 3. In de organisatie van de werkgever waarbij de verplichtstelling van PFZW niet aan de orde is, bestaat een eigen pensioenregeling. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het Pensioenreglement pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien van de verplichtstelling kent het pensioenreglement van PFZW de volgende werkingssfeer. : “Onder werkgever in de sport wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/en/ of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” In het pensioenreglement PFZW wordt daarnaast onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het Burgerlijk Wetboek BW heeft met een werkgever, uitgezonderd: ■ • de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet ouderdomswet hebben bereikt; ■ • de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; ■ • de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; ■ • de werknemers die zijn aan te merken als directeur directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: ■ • scheidsrechters in dienst van de KNVB; ■ • werknemers die op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met als benaming ‘arbiter’ of ‘docent’ in dienst zijn van en als zodanig werken voor een werkgever in de sport; • sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureausportservicebureau en/ of diens rechtsopvolgers, die dat bij een lokale vereniging te werk zijn is gesteld. Check ; • sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie; • (assistent) bondscoach van het pensioenreglement op de website xxx.xxxx.xx op de huidige tekst Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de verplichtstelling voor KNVB. De belastingdienst stelt in geval van onbetaald verlof als voorwaarde dat de sportsectordienstbetrekking formeel en feitelijk in stand blijft. Het verlof wordt gezien als tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden. Als het niet de bedoeling is om de werkzaamheden na afloop van het verlof weer te hervatten, is er feitelijk sprake van een beëindiging van de dienstbetrekking en telt de verlofperiode niet mee als diensttijd. Door ondertekening van het aanvraagformulier verklaart de deelnemer (de werknemer) de intentie te hebben na het verlof weer ongewijzigd de werkzaamheden te hervatten.

Pensioenen. 1(deze tekst zal worden geactualiseerd na de overleggen over pensioen die in het najaar van 2022 gepland zullen worden.) 20.01 In het bedrijf van de werkgever geldt een pensioenregeling. De pensioenvoorziening Voor de uitvoering van de pensioenregeling heeft werkgever zich met ingang van 1 januari 2014 vrijwillig aangesloten bij Stichting Pensioenfonds PGB (hierna: PGB). Het contract met PGB is geregeld via afgesloten voor de verplichtstelling duur van PFZWtwee jaar (tot en met 31 december 2020). 220.02 De pensioenovereenkomst is hetgeen in deze cao met betrekking tot pensioen is bepaald. 20.03 De pensioenregeling en de daaruit voortvloeiende rechten en plichten van de werknemer en PGB zijn verder uitgewerkt in het Pensioenreglement. Alleen aan het Pensioenreglement kunnen pensioenaanspraken en pensioenrechten worden ontleend. 20.04 Deelname aan de pensioenregeling is verplicht met inachtneming van de toetredingsvoorwaarden in het Pensioenreglement. 20.05 De werkgever zal geen wijzigingen, die een verslechtering van de pensioenen ten doel hebben, invoeren dan na overleg met de vakorganisaties. 20.06 Indien de werkgever onder de verplichtstelling van PFZW valten voor zover PGB het Pensioenreglement wijzigt, wordt de pensioenpremie tussen de werkgever en werknemer op fiftyfifty basis verdeeldpensioenovereenkomst automatisch hieraan aangepast. 3. In de organisatie 20.07 De tot en met 31 december 2013 opgebouwde pensioenaanspraken zijn door het pensioenfonds dat tot en met 31 december 2013 pensioenuitvoerder was van de werkgever waarbij pensioenregeling bij Werkgever, op basis van een collectieve waardeoverdracht overgedragen naar PGB en aangewend voor pensioenaanspraken in de verplichtstelling pensioenregeling uitgevoerd door PGB. 20.08 Vaste pensioenpremie a. Er gold tot 1 januari 2019 een vaste premie van PFZW niet aan de orde is, bestaat een eigen pensioenregeling. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het Pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien 19% van de verplichtstelling kent totale voor pensioenopbouw gemaximeerde bruto loonsom (werkgevers- en werknemersbijdrage tezamen). De werkgever betaalt 70% van de vaste premie en de werknemer 30%. De vaste premie wordt hierna aangeduid als het pensioenreglement 'pensioenbudget’. b. Wanneer de kosten van PFZW de volgende werkingssfeer. “Onder werkgever pensioenregeling in enig jaar lager zijn dan het pensioenbudget, dan wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal premie die niet wordt besteed aan pensioen tot aan het einde van de contractperiode gereserveerd voor premie-egalisatie en/of provinciaal niveau(extra) indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken van werknemers. c. Wanneer in enig kalenderjaar het pensioenbudget ontoereikend is om de in de pensioenregeling te verwerven aanspraken te kunnen financieren, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten wordt de premie- egalisatiereserve indien en voor zover aanwezig, aangewend om het pensioenbudget aan te verschaffen vullen. Indien dit nog steeds onvoldoende is om de in de pensioenregeling te verwerven aanspraken te kunnen financieren, wordt het opbouwpercentage van het ouderdomspensioen en de jaarlijkse opbouw van partnerpensioen in de pensioenregeling voor toekomstige pensioenopbouw automatisch op zodanige wijze verlaagd dat het pensioenbudget (inclusief eventuele aanvulling vanuit de premie-egalisatie reserve) voldoende is voor de sportbeoefening inkoop van ouderdoms- en partnerpensioen. Deze wijziging is niet van invloed op de reeds opgebouwde pensioenaanspraken in de ruimste zinpensioenregeling. d. In afwijking van artikel 20.08 onder b en c. zijn voor het kalenderjaar 2018 de volgende afspraken gemaakt. Wanneer de kosten van de pensioenregeling aan het eind van 2018 lager zijn dan het pensioenbudget, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” In besluiten cao-partijen over de bestemming van de premie die in 2018 niet is besteed aan pensioen. Wanneer het pensioenreglement PFZW wordt daarnaast onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens pensioenbudget aan het Burgerlijk Wetboek heeft met een werkgever, uitgezonderd: ■ eind van 2018 ontoereikend is om de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt; ■ de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming pensioenregeling te verwerven aanspraken te kunnen financieren, nemen cao-partijen een besluit over een additionele werknemersbijdrage om het verschil aan te vullen, in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt aanvulling op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming verhoging met 0,5% zoals bepaald in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; ■ de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; ■ de werknemers die zijn aan te merken als directeur grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: ■ scheidsrechters in dienst van de KNVB; ■ sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau, die bij een lokale vereniging te werk zijn gesteld. Check het pensioenreglement op de website xxx.xxxx.xx op de huidige tekst van de verplichtstelling voor de sportsector.20.08 onder a.

Pensioenen. 1. De pensioenvoorziening is geregeld via de verplichtstelling van PFZW. 2. Indien de werkgever onder de verplichtstelling van PFZW valt, wordt de pensioenpremie tussen de werkgever en werknemer op fiftyfifty basis verdeeld. 3. In de organisatie van de werkgever waarbij de verplichtstelling van PFZW niet aan de orde is, bestaat een eigen pensioenregeling. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het Pensioenreglement pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien van de verplichtstelling kent het pensioenreglement van PFZW de volgende werkingssfeer. : “Onder werkgever in de sport wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” In het pensioenreglement PFZW wordt daarnaast onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het Burgerlijk Wetboek BW heeft met een werkgever, uitgezonderd: ■ • de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet ouderdomswet hebben bereikt; ■ • de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; ■ • de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; ■ • de werknemers die zijn aan te merken als directeur directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: ■ • scheidsrechters in dienst van de KNVB; ■ • werknemers die op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met als benaming ‘arbiter’ of ‘docent’ in dienst zijn van en als zodanig werken voor een werkgever in de sport; • sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureausportservicebureau en/of diens rechtsopvolgers, die dat bij een lokale vereniging te werk zijn is gesteld. Check ; • sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie; • (assistent) bondscoach van het pensioenreglement op de website xxx.xxxx.xx op de huidige tekst Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de verplichtstelling voor de sportsectorKNVB.

Pensioenen. 1. De pensioenvoorziening is geregeld via de verplichtstelling van PFZW. 2. Indien de werkgever onder de verplichtstelling van PFZW valt, wordt de pensioenpremie tussen de werkgever en werknemer op fiftyfifty basis verdeeld. 3. In de organisatie van de werkgever waarbij de verplichtstelling van PFZW niet aan de orde is, bestaat een eigen pensioenregeling. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het Pensioenreglement pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien van de verplichtstelling kent het pensioenreglement van PFZW de volgende werkingssfeer. “: ‘Onder werkgever in de sport wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” ’ In het pensioenreglement PFZW wordt daarnaast onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het Burgerlijk Wetboek BW heeft met een werkgever, uitgezonderd: ■ • de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet ouderdomswet hebben bereikt; ■ • de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; ■ • de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; ■ • de werknemers die zijn aan te merken als directeur directeur-grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: ■ • scheidsrechters in dienst van de KNVB; ■ • werknemers die op basis van een schriftelijke arbeidsovereenkomst met als benaming ‘arbiter’ of ‘docent’ in dienst zijn van en als zodanig werken voor een werkgever in de sport; • sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureausportservicebureau en/of diens rechtsopvolgers, die dat bij een lokale vereniging te werk zijn is gesteld. Check ; • sporters in dienst van een aangesloten sportorganisatie; • (assistent) bondscoach van het pensioenreglement op de website xxx.xxxx.xx op de huidige tekst Nederlands A-elftal en Jong Oranje in dienst van de verplichtstelling voor de sportsectorKNVB.

Pensioenen. 1. De pensioenvoorziening pensioenregelingen voor werknemers werkzaam bij groep A zijn neergelegd in het PfP Reglement Basispensioen 2007, het Reglement Vroegpensioen 2007 en het Reglement Individueel Aanvullend pensioen 20073. 2. De pensioenregelingen voor werknemers werkzaam bij groep B zijn neergelegd in het PSB Reglement Basispensioen 2007, het Reglement Vroegpensioen 2007 en het Reglement Individueel Aanvullend pensioen 2007. 3. De werknemer is geregeld via verplicht toe te treden tot het pensioenfonds dat is belast met de verplichtstelling uitvoering van PFZWde pensioenregelingen die voor zijn werkgever van toepassing zijn. 4. De werkgever meldt de werknemer bij indiensttreding van de werknemer aan bij het pensioenfonds waarbij de werkgever is aangesloten. 5. De overige rechten en plichten van werkgever en werknemer zijn neergelegd in de statuten en reglementen van het betreffende pensioenfonds. 6. Wijziging van de pensioenregelingen is onderwerp van overleg tussen de CAO- partijen. 1. De werknemer die op basis van een wettelijk recht of een overeenkomst met zijn werkgever onbetaald verlof opneemt, kan gedurende elke periode van tien jaar dat hij in dienst is bij de werkgever op zijn verzoek voor ten hoogste zes maanden zijn pensioenopbouw voortzetten op basis van zijn arbeidstijd en zijn salaris indien hij niet met verlof zou zijn gegaan, en de reglementaire verdeling van de pensioenpremie. Indien de werknemer gedeeltelijk onbetaald verlof opneemt, wordt dit verlof naar rato in mindering gebracht op de hiervoor bedoelde periode van zes maanden. 2. Indien de werkgever onder werknemer in een periode van tien jaar géén of niet voor de verplichtstelling maximale duur gebruik maakt van PFZW valtde mogelijkheid van voortzetting van de pensioenopbouw op grond van lid 1, dan wordt de pensioenpremie tussen niet gebruikte periode van mogelijke voortzetting van de werkgever en werknemer pensioenopbouw tijdens onbetaald verlof op fiftyfifty basis verdeeldde hier bedoelde wijze overgeheveld naar de volgende dienstverbandperiode van tien jaar. 3. De werknemer kan gedurende zijn gehele dienstverband ten hoogste vierentwintig maanden zijn pensioenopbouw tijdens onbetaald verlof op de in lid 1 beschreven wijze voortzetten. 4. De voortzetting van de pensioenopbouw op de in de leden 1 tot en met 3 beschreven wijze, mag ook geschieden tijdens prépensionering op basis van de vroegpensioenregeling . 5. In afwijking van het bepaalde in de organisatie leden 1 tot en met 4 kan de werknemer die op 31 december 2005 in dienst was van de werkgever waarbij de verplichtstelling van PFZW niet aan de orde is, bestaat een eigen pensioenregeling. In de CAO Sport is de pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van PFZW. Dit houdt in dat de werkgever een pensioen moet realiseren. Op de site van PFZW kan het Pensioenreglement worden gedownload. Ten aanzien gedurende ten hoogste vierentwintig maanden zijn pensioenopbouw tijdens onbetaald verlof of tijdens prépensionering op basis van de verplichtstelling kent het pensioenreglement vroegpensioenregeling op de in lid 1 beschreven wijze voortzetten. Bovendien kan hij bij prépensionering of opname van PFZW de volgende werkingssfeer. “Onder werkgever wordt verstaan de rechtspersoon, werkzaam op landelijk, regionaal en/of provinciaal niveau, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk faciliteiten te verschaffen voor de sportbeoefening in de ruimste zin, dan wel deze sportbeoefening te bevorderen.” In het pensioenreglement PFZW wordt daarnaast onder werknemer verstaan, ieder die een arbeidsovereenkomst volgens het Burgerlijk Wetboek heeft met een werkgever, uitgezonderd: ■ de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die onbetaald verlof direct voorafgaand aan de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt; ■ de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioen 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526conform het pensioenreglement), zoals die beschikking luidt op zijn verzoek gedurende ten hoogste 1 jaar de pensioenopbouw voortzetten op de datum waarop de werknemers van de betreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfstakpensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling; ■ de werknemers die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- en studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar; ■ de werknemers die zijn aan te merken als directeur grootaandeelhouder in de zin van de Pensioenwet. Uitgezonderd van het werknemersbegrip zijn in de sportsector verder: ■ scheidsrechters in dienst van de KNVB; ■ sporttechnisch kader in dienst van een provinciaal sportservicebureau, die bij een lokale vereniging te werk zijn gesteld. Check het pensioenreglement op de website xxx.xxxx.xx op de huidige tekst van de verplichtstelling voor de sportsectorlid 1 beschreven wijze.