Spaarmogelijkheid Voorbeeldclausules

Spaarmogelijkheid. In overleg met de werkgever kunnen uren genoemd in artikel 8A.3 maximaal drie jaar voor een afgesproken doel worden gespaard. Deze spaarafspraak wordt schriftelijk vastgelegd.
Spaarmogelijkheid. Lid 1 De medewerker kan verzoeken gebruik te mogen maken van de mogelijkheid vakantie- en verlof uren te sparen. De werkgever is echter niet gehouden het verzoek te honoreren en heeft met betrekking tot de inwilliging van het verzoek een absolute discretionaire bevoegdheid. In geval het verzoek wordt gehonoreerd, zullen de navolgende bepalingen in acht worden genomen. Lid 2 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: x. xxxxxxxxx: • de overeengekomen uren gedurende welke de medewerker werkzaamheden verricht die de voor hem vastgestelde feitelijke arbeidsduur per week te boven gaan en die over een langere periode dan één jaar worden gespaard; • vakantie-uren, met dien verstande dat voor een medewerker met een fulltime dienstverband het aantal vakantie- uren –na vermindering op grond van dit artikel en op grond van artikel 4:19, eerste lid– minimaal 144 uren bedraagt. Voor de medewerker met een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week geldt een naar evenredigheid lager aantal uren als minimum; • extra vakantie-uren verkregen door toepassing van artikel 4:20. b. spaarperiode: een periode waarin de spaaruren worden gespaard;
Spaarmogelijkheid. Lid 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: a. opgebouwde verloftegoed: het voor 1 april 2006 opgebouwde verlof in het kader van de voormalige verlofspaarmogelijkheid; b. kapitalisatie van het opgebouwde verloftegoed: het omzetten van het opgebouwde verloftegoed in een geldbedrag. Per verlofuur wordt een bedrag uitgekeerd ten hoogte van het op het moment van uitbetalen geldende uurloon van de ambtenaar. Lid 2 Het opgebouwde verloftegoed wordt op verzoek van de ambtenaar door het college verleend, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten. De ambtenaar geniet het verlof zoveel als mogelijk in een aaneengesloten periode. Lid 3 De ambtenaar kan verzoeken om kapitalisatie van het opgebouwde verloftegoed. Het college beslist of aan dit verzoek kan worden voldaan. Het verloftegoed kan enkel worden gekapitaliseerd wanneer de ambtenaar deelneemt aan de levensloopregeling en wanneer het gekapitaliseerde verloftegoed wordt gestort op zijn levenslooprekening. Bij de kapitalisatie van het opgebouwde verloftegoed gelden de randvoorwaarden zoals opgenomen in de wettelijke bepalingen omtrent de levensloopregeling. Wanneer in een bepaald jaar het opgebouwde verloftegoed niet volledig kan worden gekapitaliseerd kan de ambtenaar in een volgend jaar opnieuw een verzoek indienen tot kapitalisatie van het resterende opgebouwde verloftegoed. Het college beslist dan of aan dit verzoek kan worden voldaan. Lid 4 In geval van ontslag op grond van artikel 8:1 wordt het resterende opgebouwde verloftegoed zoveel mogelijk opgenomen gedurende de opzegtermijn. In overeenstemming met de ambtenaar kan hiervoor de maximale opzegtermijn zonodig worden verlengd. Indien het voor de ambtenaar, in verband met het aanvaarden van een andere betrekking, niet mogelijk is om de opzegtermijn te verlengen, wordt het niet opgenomen resterende opgebouwde verloftegoed uitbetaald ingevolge het bepaalde in het tiende lid. Lid 5 In geval van ontslag op grond van artikel 8:3 , 8:6 , 8:7 , 8:8 , 8:10 of 8:11 wordt de ambtenaar in de gelegenheid gesteld om voorafgaand aan het ontslag het resterende opgebouwde verloftegoed op te nemen. Indien dit niet mogelijk is, wordt het niet opgenomen opgebouwde verloftegoed uitbetaald ingevolge het bepaalde in het tiende lid. Lid 6 In geval van ontslag op grond van artikel 8:5a of 8:13 is de ambtenaar verplicht het resterende opgebouwde verloftegoed op te nemen met ingang van de dag dat het voornemen tot ontslag aan de ambtenaar is meegede...
Spaarmogelijkheid. Tenzij het bedrijfsbelang dan wel het organisatorische belang zich ertegen verzet, heeft de werknemer met oog op het sabbatsverlof -op zijn verzoek- de mogelijkheid om arbeidsuren te sparen tot een maximum van 500 uren volgens de Regeling spaarmogelijkheid arbeidsuren (bijlage 10). Voor de werknemer met een deeltijd dienstverband geldt een naar rato lager aantal uren als maximum.

Related to Spaarmogelijkheid

  • Aansprakelijkheid: vrijwaring 1. Behoudens aansprakelijkheid neergelegd in deze bepaling is JSG niet aansprakelijk voor enige schade. 2. JSG draagt, onverminderd het bepaalde in de Algemene Voorwaarden, geen aansprakelijkheid voor schade die verband houdt met een onjuistheid of onvolledigheid in de door de Jumper aan JSG of zijn medewerkers verstrekte gegevens, een andere tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van de Jumper die uit de wet of de overeenkomst voortvloeien dan wel een andere omstandigheid die niet aan JSG kan worden toegerekend. 3. De Jumper begrijpt en aanvaardt dat deelname aan de in een Jumppark aangeboden activiteiten risico’s met zich kan meebrengen voor de gezondheid en dat dit schade aan goederen en/of lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. Behoudens opzet of bewuste roekeloosheid van JSG, is JSG niet aansprakelijk voor schade aan de gezondheid van de Jumper, of schade aan goederen of lichamelijk letsel van de Jumper. 4. De aansprakelijkheid van JSG is te allen tijde beperkt tot ten hoogste de factuurwaarde van de overeenkomst, althans tot dat gedeelte van de overeenkomst waarop de aansprakelijkheid van JSG betrekking heeft. Indien de schade waarvoor JSG jegens de Jumper aansprakelijk is, kennelijk niet in verhouding staat tot de factuurwaarde van de overeenkomst, is de aansprakelijkheid van JSG in elk geval beperkt tot maximaal het bedrag dat in het desbetreffende geval krachtens de afgesloten aansprakelijkheidsverzekering van JSG daadwerkelijk wordt uitgekeerd. 5. JSG is nimmer aansprakelijk voor: a) indirecte, bedrijfs- of gevolgschade bij de Jumper; b) voor schade bij de Jumper of derden, welke schade het gevolg is van door de Jumper onjuiste of onvolledige verstrekte informatie; c) het niet tijdig uitvoeren van de werkzaamheden, indien de Jumper zijn verplichtingen uit hoofde van een overeenkomst en de Algemene Voorwaarden niet of niet tijdig is nagekomen. 6. Indien JSG tegenover de Jumper aansprakelijk is voor enige schade, dan heeft JSG te allen tijde het recht deze schade te herstellen indien en voor zover dit mogelijk is. De Jumper dient JSG hiertoe in de gelegenheid te stellen, bij gebreke waarvan elke aansprakelijkheid van JSG ter zake vervalt. 7. De Jumper vrijwaart JSG, behoudens opzet en bewuste roekeloosheid van JSG, van alle aanspraken van derden, uit welken hoofde dan ook, ter zake van vergoeding van schade, kosten of interesten, verband houdende met de uitvoering van de overeenkomst. 8. De Jumper is aansprakelijk voor alle door aan hem toerekenbare schade ontstaan in verband met het gebruik van de door JSG op zijn locatie beschikbaar gestelde materialen en overige eigendommen van JSG of derden. De Jumper met wie de overeenkomst is gesloten is hoofdelijk aansprakelijk voor de schade die is veroorzaakt door andere Jumpers die hem vergezellen c.q. die onder zijn toezicht en leiding deelnemen aan activiteiten in een Jumppark. Het is de verantwoordelijkheid van de Jumper om verzekerd te zijn tegen de bedoelde schade. 9. Elke (rechts)vorderingen jegens JSG vervalt één jaar na deelname aan een activiteit van JSG, tijdens welke de schade is ontstaan. In afwijking van de vorige zin geldt een verjaringstermijn van twee jaren ten aanzien van aan consumenten toekomende rechtsvorderingen en verweren die gegrond zijn op feiten die de stelling zouden rechtvaardigen dat een consumentenkoop niet aan de overeenkomst beantwoordt. 10. De in deze bepaling opgenomen beperkingen komen te vervallen indien en voor zover de schade het gevolge is van opzet of bewuste roekeloosheid van de bedrijfsleiding van JSG. 11. De aansprakelijkheidsbeperkende bedingen en vrijwaringsclausules gelden tevens ten behoeve van medewerkers en derden ingeschakeld door JSG.

  • Wettelijke aansprakelijkheid Schade aan anderen

  • Productaansprakelijkheid De aansprakelijkheid voor schade ontstaan ten gevolge van zaken die door of onder verantwoordelijkheid van verzekerden zijn geleverd.

  • Beroepsaansprakelijkheid Van de verzekering is uitgesloten de aansprakelijkheid van een verzekerde voortvloeiende uit de beroepsaansprakelijkheid van verzekerde, waaronder wordt verstaan de aansprakelijkheid voor schade, door het verstrekken van adviezen, het maken van berekeningen en ontwerpen, het verrichten van controles, het houden van toezicht en/of het voeren van directie, het invullen van formulieren en dergelijke activiteiten.

  • Aansprakelijkheid opdrachtgever 1. Xxxxxxx een opdracht wordt verstrekt door meer dan één persoon, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk voor de bedragen die uit hoofde van die opdracht aan dienstverlener verschuldigd zijn. 2. Xxxxx een opdracht middellijk of onmiddellijk verstrekt door een natuurlijke persoon namens een rechtspersoon, dan kan deze natuurlijke persoon tevens in privé opdrachtgever zijn. Daarvoor is vereist dat deze natuurlijke persoon beschouwd kan worden als de (mede)beleidsbepaler van de rechtspersoon. Bij wanbetaling door de rechtspersoon is de natuurlijke persoon dus persoonlijk aansprakelijk voor de betaling van de declaratie, onverschillig of deze, al dan niet op verzoek van opdrachtgever, ten name van een rechtspersoon dan wel ten name van opdrachtgever als natuurlijk persoon of hen beiden is gesteld.

  • Ontvankelijkheid 1. De klacht dient betrekking te hebben op het stelselmatig niet naleven van bepalingen van de CAO. 2. De indiener van de klacht dient belanghebbende te zijn. Als belanghebbende(n) worden beschouwd: a. werkgevers- en werknemersorganisaties namens een of meerdere van haar leden; b. de in de onderneming van werkgever werkzame ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging namens de in die onderneming werkzame personen; c. werkgever; d. werknemer. 3. Een klacht wordt uitsluitend in behandeling genomen indien tevergeefs getracht is tot een oplossing als bedoeld in artikel 4 te komen.

  • Aansprakelijkheid en vrijwaring 9.1 De Verhuurder is slechts aansprakelijk voor schade indien en voor zover is bepaald in dit artikel 9. 9.2 De Verhuurder is slechts aansprakelijk voor directe schade van de Huurder die rechtstreeks voortvloeit uit het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de Overeenkomst en alleen indien sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de Verhuurder. 9.3 De Verhuurder is nimmer aansprakelijk voor indirecte schade, gevolgschade, gederfde winst, gemiste besparingen, schade door bedrijfsstagnatie, schade aan zaken van de Huurder of van derden die op enigerlei wijze verband houdt met de Overeenkomst, dan wel schade veroorzaakt door al dan niet door de Verhuurder ingeschakelde derden, waaronder begrepen aansprakelijkheid ingevolge artikel 6:171 BW (aansprakelijkheid voor niet- ondergeschikten / onderaannemers). 9.4 De Verhuurder is nimmer aansprakelijk voor verlies van zaken of gegevens van de Huurder. 9.5 De Verhuurder is nimmer aansprakelijk voor schade welke is ontstaan door of het gevolg is van onjuiste of onvolledige informatie zijdens de Huurder. 9.6 De Verhuurder is niet aansprakelijk voor eventuele storingen van, defecten in of beperkte werking van de IT-diensten, zoals het aangeboden internet. 9.7 De Huurder vrijwaart de Verhuurder tegen alle aanspraken van derden welke direct of indirect, middellijk of onmiddellijk met de uitvoering van de Overeenkomst. 9.8 De Verhuurder heeft te allen tijde het recht om de door de Huurder te lijden of geleden schade voor zover mogelijk te voorkomen of te beperken. 9.9 De aansprakelijkheid van de Verhuurder is te allen tijde beperkt tot het bedrag dat uit hoofde van de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van de Verhuurder in het betreffende geval zal worden uitgekeerd. Indien om welke reden dan ook geen uitkering door de verzekeraar plaatsvindt is iedere aansprakelijkheid beperkt tot de terugbetaling van de Vergoeding. 9.10 Elke aanspraak van de Huurder op vergoeding van schade dient schriftelijk en gemotiveerd aan de Verhuurder kenbaar te zijn gemaakt binnen acht (8) kalenderdagen na de dag, waarop de Huurder met de schade als met de vermeende aansprakelijkheid van de Verhuurder bekend is geworden of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.

  • Verval aansprakelijkheid Elke aansprakelijkheid vervalt door het verloop van één jaar vanaf het moment dat de opdracht is voltooid.

  • Aansprakelijkheid verhuurder 1. In geval van een toerekenbare tekortkoming is Verhuurder gehouden zijn contractuele verplichtingen alsnog na te komen. De verplichting tot schadevergoeding van Verhuurder – op grond van welke wettelijke grondslag ook - is beperkt tot die schade waartegen Verhuurder uit hoofde van een door of ten behoeve van hem gesloten verzekering verzekerd is, maar is nooit hoger dan het bedrag dat in het betreffende geval door deze verzekering wordt uitbetaald. 2. Als Verhuurder om welke reden dan ook geen beroep toekomt op de beperking van lid 1 van dit artikel, is de verplichting tot schadevergoeding beperkt tot het bedrag dat door Verhuurder voor de onderhavige overeenkomst (exclusief btw) in rekening is gebracht. 3. Niet voor vergoeding in aanmerking komt: a. Gevolgschade, waaronder bijvoorbeeld stagnatieschade, productieverlies en gederfde winst; b. Schade aan of door lading of last; c. Schade veroorzaakt door opzet of bewuste roekeloosheid van hulppersonen of niet leidinggevende ondergeschik- ten van Verhuurder; d. Opzichtschade. Huurder kan zich, indien mogelijk en gewenst, tegen deze schade verzekeren.

  • Hoofdelijke aansprakelijkheid klant Als Xxxxxxxxxxxx.xx een overeenkomst aangaat met meerdere klanten, is ieder van hen hoofdelijk aansprakelijk voor de volledige bedragen die zij op grond van die overeenkomst aan Xxxxxxxxxxxx.xx verschuldigd zijn.