Vereffening Voorbeeldclausules

Vereffening. 1. De vereffening geschiedt door het bestuur. 2. De SFU blijft na ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de SFU zal worden gegeven, met dien verstande, dat het saldo zal worden bestemd voor een doel, dat het doel van de SFU zoveel mogelijk nabijkomt. 5. De slotrekening van de vereffening, alsmede de bestemming van het eventuele saldo behoeven de goedkeuring van de organisaties genoemd in artikel 4, tweede lid.
Vereffening. 1. De vereffening geschiedt door het bestuur. 2. De SNCU blijft na ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de SNCU zal worden gegeven, met dien verstande, dat het saldo zal worden bestemd voor een doel, dat het doel van de SNCU zoveel mogelijk nabij komt. 5. De slotrekening van de vereffening, alsmede de bestemming van het eventuele saldo behoeven de goedkeuring van de organisaties genoemd in artikel 6, tweede lid.
Vereffening. De vereffening geschiedt door het bestuur.
Vereffening. 1. Bij ontbinding van de Stichting geschiedt de vereffening door een daartoe door het bestuur te benoemen commissie. 2. De met de vereffening belaste commissie treedt in de bevoegdheden en de verplichtingen van het bestuur met dien verstande dat na het in werking treden van het besluit tot ontbinding: a) Door werkgevers en werknemers geen premies meer verschuldigd zullen worden. b) Geen wijziging in de statuten en het reglement mogen worden aangebracht. 3. Bij vereffening wordt eerst een zodanig bedrag uitgetrokken dat de financiële verplichtingen van de Stichting tot de reglementaire einddatum kunnen worden nagekomen. Indien de voor bovenstaande gevallen beschikbare middelen niet toereikend zijn, worden de betreffende aanspraken naar evenredigheid verminderd. Een eventueel overschot zal worden aangewend zoveel mogelijk in overeenstemming met de doelstelling van de Stichting. 4. De slotrekening van de vereffening behoeft de goedkeuring van de werkgevers- en werknemersorganisaties, genoemd in artikel 5, eerste lid.
Vereffening. 1. De vereffening geschiedt door het bestuur. 2. De Stichting Arbo Flexbranche blijft na ontbinding voortbestaan indien en voor zover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de Stichting Arbo Flexbranche zal worden gegeven, met dien verstande, dat het saldo zal worden bestemd voor een doel, dat het doel van de Stichting Arbo Flexbranche zoveel mogelijk nabij komt. 5. De slotrekening van de vereffening, alsmede de bestemming van het eventuele saldo behoeven de goedkeuring van de organisaties genoemd in artikel 7, tweede lid.
Vereffening. 1. De vereffening geschiedt door het bestuur. 2. De stichting blijft na ontbinding voortbestaan indien en voorzover dit voor de vereffening van haar zaken nodig is. 3. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten zoveel mogelijk van kracht. 4. Het bestuur bepaalt welke bestemming, na betaling van alle schulden, aan de overgebleven bezittingen van de stichting zal worden gegeven, met dien verstande, dat het saldo zal worden bestemd voor een doel, dat het doel van de stichting zoveel mogelijk nabijkomt. 5. De slotrekening van de vereffening alsmede de bestemming van het eventuele saldo behoeven de goedkeuring van de organisaties genoemd in artikel 6 lid 2.
Vereffening. In geval van ontbinding is de beheermaatschappij of de aangewezen vereffenaar belast met de functie van vereffenaar. Als dit niet het geval is wordt de vereffenaar op verzoek van enige belanghebbende door de rechtbank aangewezen. Zij hebben een zeer ruime bevoegdheid om de activa te realiseren, de eventuele schuldeisers te betalen en het in contanten of in effecten beschikbare saldo onder de houders van deelnemingsrechten te verdelen. De externe accountant (bedrijfsrevisor) en de bewaarder blijven hun functies uitoefenen tot aan het einde van de vereffening.
Vereffening. 1. De algemene vergadering stelt bij haar besluit tot ontbinding de bestemming vast voor het batig saldo. 2. De vereffening geschiedt door het bestuur tenzij de algemene vergadering andere vereffenaars benoemt. 3. Indien de coöperatie op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het bestuur daarvan opgaaf aan het handelsregister. 4. Na de ontbinding blijft de coöperatie voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de coöperatie uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’. 5. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn. 6. De coöperatie houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister. 7. De boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden coöperatie blijven nadat de coöperatie heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door de vereffenaars aangewezen persoon, gedurende de door de wet gestelde termijnen. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
Vereffening. 1. In geval van ontbinding van de Vennootschap krachtens besluit van de Algemene Vergadering zijn de directeuren belast met de vereffening van de zaken van de Vennootschap. 2. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zover mogelijk van kracht. 3. Hetgeen na voldoening van de schulden is overgebleven wordt overgedragen aan de Aandeelhouders naar evenredigheid van de verplichte stortingen op het nominale bedrag van ieders aandelen. 4. Op de vereffening zijn voorts de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.