Vrijwillige voortzetting. Vrijwillige voorzetting voor werknemers
Vrijwillige voortzetting. 14.1 In geval van beëindiging van het deelnemerschap anders dan door overlijden of pensionering kan het deelnemerschap aan de Basis pensioenregeling en of de Anw-hiaat pensioenregeling volledig en voor eigen rekening van de Deelnemer vrijwillig worden voortgezet voor maximaal 3 jaar. De vrijwillige voortzetting vindt plaats op verzoek van de Deelnemer, die gewezen Werknemer wordt.
14.2 De voorwaarden waaronder vrijwillige voortzetting mogelijk is, zijn vastgelegd in de Pensioenreglementen.
Vrijwillige voortzetting. (1) De deelnemer heeft onder de volgende voorwaarden het recht direct na beëindiging van de dienstbetrekking de deelname voor een periode van maximaal drie jaar voort te zetten tot uiterlijk de pensioeningangsdatum.
(2) Verbetering van de pensioenregeling tijdens de vrijwillige voortzetting is slechts toegestaan voor zover het een collectieve verbetering betreft primair bedoeld voor de actieve werknemers van de voormalige werkgever.
(3) De vrijwillige voortzetting kan slechts plaatsvinden voor zover geen cumulatie plaatsvindt met opbouw in een pensioenregeling van een eventuele andere werkgever, de vorming van een oudedagsreserve als bedoeld in artikel 3.67 van de Wet inkomstenbelasting 2001 of opbouw in een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling.
(4) De voortzetting mag niet aanvangen in de periode van drie jaren voorafgaande aan de pensioeningangsdatum. Deze beperking is niet van toepassing als de deelnemer daadwerkelijk inkomen uit tegenwoordige arbeid geniet of als hij aannemelijk maakt dat hij om medische redenen niet in staat is inkomen uit tegenwoordige arbeid te genereren.
(5) Het pensioengevend loon voor de vrijwillige voortzetting als bedoeld in artikel 10a lid 1 onderdeel c van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965, is gemaximeerd op het laatstverdiende loon.
(6) Na de in lid 1 genoemde periode van drie jaar kan de vrijwillige voortzetting worden voortgezet indien en voor zo lang er na onvrijwillig ontslag als bedoeld in artikel 10a lid 1 onderdeel c van het Uitvoeringsbesluit Loonbelasting 1965, een loongerelateerde uitkering wordt ontvangen.
(7) Een verzoek voor vrijwillige voortzetting moet binnen negen maanden na het beëindigen van de dienstbetrekking bij het fonds zijn ingediend.
(8) De vrijwillige voortzetting eindigt:
a. door opzegging door de deelnemer. Er geldt voor de deelnemer een opzegtermijn van twee maanden;
b. van rechtswege als de daarvoor verschuldigde premie niet op de vervaldag aan het fonds is voldaan;
c. als de deelnemer behoort tot de kring van personen, die hetzij krachtens de wet, hetzij krachtens enige bepaling van een collectieve arbeidsovereenkomst en andere arbeidsvoorwaarden of een ondernemingspensioenregeling verplicht zijn tot deelneming in het fonds of in een andere pensioenregeling;
d. door overlijden van de deelnemer;
e. door het ingaan van het ouderdomspensioen en in ieder geval op de pensioeningangsdatum.
Vrijwillige voortzetting. 1. De gewezen deelnemer kan na ontslag zijn deelneming vrijwillig voortzetten onder de in dit artikel gestelde voorwaarden.
2. Vrijwillige voortzetting is niet mogelijk indien de gewezen deelnemer binnen drie jaar na ontslag de pensioenrichtleeftijd bereikt.
3. Vrijwillige voortzetting is niet mogelijk dan wel eindigt indien de gewezen deelnemer deelneemt aan een andere pensioenregeling.
4. Vrijwillige voortzetting is alleen mogelijk indien de gewezen deelnemer tot datum ontslag gedurende een periode van minimaal drie jaar aaneensluitend heeft deelgenomen aan de pensioenregeling.
5. De gewezen deelnemer kan tot één jaar na ontslag schriftelijk bij de directie vrijwillige voortzetting aanvragen.
6. Indien niet aansluitend aan het ontslag vrijwillig wordt voortgezet kan de directie in verband met risicobeperking aanvullende voorwaarden stellen waaronder vrijwillige voortzetting mogelijk is.
7. Vrijwillige voortzetting vangt aan op de dag volgend op ontslag. De vrijwillige voortzetting is mogelijk voor een aaneengesloten periode van maximaal drie jaar.
8. De vrijwillige voortzetting vindt plaats op basis van het vaste deel van het pensioengevend inkomen en de deeltijdfactor bij ontslag.
9. De algemene voorwaarden voor inkoop en vrijwillige voortzetting zijn van toepassing.
Vrijwillige voortzetting. Door het bestuur kan aan een deelnemer, wiens dienstbetrekking bij een der aangesloten ondernemingen geëindigd is of op wie de verplichting tot deelneming niet meer van toepassing is, toestemming worden verleend om, tot behoud van zijn volledige pensioenaanspraken, zowel zijn eigen bijdrage als die van zijn werkgever voor eigen rekening voort te zetten. Aan deze toestemming kunnen door het bestuur voorwaarden worden verbonden, terwijl die toestemming te allen tijde kan worden ingetrokken. In ieder geval gelden de volgende voorwaarden:
a. het verzoek tot vrijwillige voortzetting moet zijn gedaan binnen drie maanden na het einde van het deelnemerschap;
b. vrijwillige voortzetting is alleen mogelijk in geval van onbetaald verlof, werkloosheid of bij het verlaten van de bedrijfstak zonder dat elders een andere pensioenvoorziening geldt;
c. de vrijwillige voortzetting geldt zolang na onvrijwillig ontslag loongerelateerde uitkeringen worden ontvangen;
d. na het verlaten van de bedrijfstak zonder dat onderdeel b van toepassing is, geldt de vrijwillige voortzetting voor een periode van maximaal drie jaar.
e. de deelnemer betaalt de volledige doorsneepremie of het werknemersdeel van de doorsneepremie (onder evenredige vermindering van de op te bouwen rechten). Indien de deelnemer niet deelneemt aan een andere pensioenregeling, gelden als onderdeel d van lid 1 toepassing is, de volgende aanvullende voorwaarden:
f. het deelnemerschap heeft ten minste drie jaar geduurd;
g. de pensioenregeling wordt slechts gewijzigd als de pensioenaanspraken van de deelnemer daardoor niet worden verbeterd;
x. xx xxxxxxxxxxxx heeft geen betrekking op een tijdvak van drie jaar vóór de pensioendatum, tenzij de beëindiging van het deelnemerschap wegens medische redenen plaatsvond.
Vrijwillige voortzetting. Na beëindiging van het dienstverband, wordt de risicodekking voor een uitloopperiode van drie maanden voortgezet (tenzij sprake is van WW of ZW), maar uiterlijk tot een nieuw dienstverband of pensionering. De periode van 3 maanden sluit naar mening van cao-partijen aan bij de Rabobank populatie. Na deze periode kan een gewezen deelnemer de risicodekking vrijwillig voortzetten tot uiterlijk de pensioendatum. De risicopremie wordt onttrokken uit gespaard pensioenvermogen tot het bereiken van de afkoopgrens (wettelijk minimum). Door verder geen maximale termijn of minimumgrens hoger dan de fiscale afkoopgrens te hanteren, wordt voorkomen dat er onbedoeld een onwenselijke situatie kan ontstaan waarbij vrijwillige voortzetting wel gewenst, maar niet langer toegestaan is. Wel hechten cao-partijen grote waarde aan een goede informatievoorziening vanuit het RPF aangezien de risicopremies voor vrijwillige voortzetting ten koste gaan van het individuele pensioenvermogen van de deelnemer die kiest voor vrijwillige voortzetting.
Vrijwillige voortzetting. De deelnemer aan de Regeling aanvullend partnerpensioen kan de deelneming in deze regeling vanaf de pensioendatum tot uiterlijk de AOW-ingangsdatum voortzetten, conform en onder voorwaarde van hetgeen bepaald in artikel 2 van Reglement Aanvullend Partnerpensioen.
Vrijwillige voortzetting. De mogelijkheid om na beëindiging van de deelneming, de deelneming vrijwillig voort te zetten wordt niet geboden in het pensioenreglement.
Vrijwillige voortzetting. Bouw je niet langer pensioen op bij het pensioenfonds? Omdat je bijvoorbeeld uit dienst bent gegaan bij je werkgever. En ga je niet ergens anders pensioen opbouwen? Dan kan je binnen 9 maanden nadat je uit dienst bent getreden bij je werkgever besluiten om je pensioenopbouw bij het pensioenfonds zelf voort te zetten. Je betaalt de volledige premie voor je pensioenopbouw dan ook zelf.
Vrijwillige voortzetting. Vrijwillige voortzetting van de deelname aan de pensioenregeling is mogelijk onder de in het reglement van de pensioenregeling opgenomen voorwaarden.