Werktijdenregeling. 1. De werknemer is verplicht zich te houden aan de werktijdenregeling en de arbeids- en rusttijden, die door de werkgever voor hem zijn vastgesteld. 2. Inzake arbeidstijd, arbeidstijd op zondag en arbeid in nachtdienst, alsmede inzake rusttijd en pauze, is de standaardregeling van toepassing, als bedoeld in de Arbeidstijdenwet behoudens het gestelde in het volgende lid. 3. In afwijking van lid 2 kan de werkgever met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg een collectieve regeling in de zin van artikel 1.3 van de Arbeidstijdenwet overeenkomen. 4. Het arbeidstijdenpatroon van de werknemer wordt zodanig vastgesteld dat de werknemer per week op niet meer dan 5 dagen en zoveel mogelijk aaneengesloten arbeid verricht. 5. Geen arbeid wordt verlangd op zaterdagen, zondagen en op feestdagen, als bedoeld in artikel 4.8. 6. Van het gestelde in lid 4 en 5 kan worden afgeweken, indien het belang van de instelling dat onvermijdelijk maakt. 7. De werknemer wordt bij de regeling van zijn arbeidstijd zo weinig mogelijk in zijn zondagsrust beperkt en hem wordt zoveel mogelijk de gelegenheid geboden op zondag en de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk te bezoeken. 8. Lid 7 vindt voor de werknemer, die in verband met zijn godsdienstige opvattingen de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag viert, overeenkomstige toepassing indien hij de werkgever hierom schriftelijk heeft verzocht. 9. Indien de werknemer daartoe een verzoek indient, kan de werknemer vanaf het bereiken van de 57-jarige leeftijd met ingang van 1 januari 2025, of zoveel eerder als een werkgever daartoe besluit, vrijgesteld worden van het verrichten van nachtdiensten1. 10. Het verzoek van de werknemer zoals bedoeld in lid 9 van dit artikel dient in beginsel uiterlijk 3 maanden voorafgaande aan de beoogde ingangsdatum waarop de vrijstelling van nachtdiensten zou moeten ingaan, te worden ingediend. De werkgever beslist binnen drie maanden over dit verzoek. In het geval van zwaarwegende bedrijfsbelangen, kan de werkgever besluiten de ingangsdatum met maximaal 6 maanden uit te stellen. Indien de werknemer binnen 3 maanden na de datum waarop het verzoek is ingediend conform de daarvoor geldende procedure, geen inhoudelijke reactie van de werkgever heeft gehad, betekent dit dat het verzoek ingewilligd is. 11. De werkgever kan besluiten dat een bepaalde groep of groepen werknemers vanaf het bereiken van de 57-jarige leeftijd vrijgesteld kan worden van bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten tijdens de nacht en overwerk tijdens de nacht. De werkgever stelt het lokaal overleg hiervan in kennis. 12. Artikel 1.7, lid 1, onderdeel d, van de Arbeidstijdenwet bepaalt dat een nachtdienst een dienst is waarin meer dan één uur wordt gewerkt tussen 00:00 en 06:00. 1 In het geval van herbezettingsproblemen door het ontbreken van voldoende personeel met de vereiste veiligheidsopleiding, kan de werkgever de ingangsdatum met maximaal 12 maanden uitstellen.
Appears in 7 contracts
Samples: Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao), Collective Labor Agreement (Cao)