Bijzondere voorwaarden Brand- en bedrijfsschadeverzekering BRA.ZK.1
Bijzondere voorwaarden Brand- en bedrijfsschadeverzekering BRA.ZK.1
Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de van toepassing zijnde algemene voorwaarden.
Inhoudsopgave
I Algemeen
Definities artikel 1
II Omschrijving van de dekking
Omvang van de dekking artikel 2
Gedekte gebeurtenissen artikel 3
III Uitsluitingen
Uitsluitingen artikel 4
IV Schade
Verplichtingen in geval van schade artikel 5
Schaderegeling artikel 6
Vergoeding van schade en kosten artikel 7
Bijverzekering na schade artikel 8
Wijziging van premie en/of voorwaarden na schade artikel 9
V Premie en voorwaarden
Premiebetaling artikel 10
VI Duur en einde van de verzekering
Duur en einde van de verzekering artikel 11 VII (Informatie)verplichtingen van verzekeringnemer en/of verzekerde
Wijziging van het risico artikel 12
Algemene verplichtingen van verzekerde artikel 13
Andere verzekeringen artikel 14
Overgang van het zakelijk belang artikel 15
VIII Overige bepalingen
Inbreuk op handels- en/of economische sancties artikel 16
Verpanding/cessie artikel 17
IX Productvoorwaarden Rubriek 1 Zaakschade
Omvang van de dekking artikel 18
Zonnestroominstallatie artikel 19
Indexering artikel 20
Taxatie artikel 21
Roerende zaken van derden artikel 22
Dekking roerende zaken buiten het gebouw artikel 23
Dekking roerende zaken elders binnen Europa artikel 24
Vergoedingen boven het verzekerd bedrag artikel 25
Vergoeding van schade en kosten artikel 26
Verbrugging artikel 27
Rubriek 2 Bedrijfsschade
Omvang van de dekking artikel 28
Uitbreiding van de bedrijfsschade dekking artikel 29
Dekking buiten het gebouw artikel 30
Dekking elders binnen Europa artikel 31
Aanvullende uitsluitingen artikel 32
Uitkeringstermijn artikel 33
Vergoeding van schade en kosten artikel 34
Verrekening voorschotpremie bedrijfsschade artikel 35
Rubriek 3 Milieubescherming
Aanvullende definities artikel 36
Milieubescherming artikel 37
Omvang van de dekking artikel 38
Inkomende milieuschade artikel 39
Aanvullende uitsluitingen artikel 40
Saneringsbepalingen artikel 41
Vergoeding van schade en kosten artikel 42 Van de termen die cursief zijn weergegeven is een definitie opgenomen.
I ALGEMEEN
1 DEFINITIES
1.1 Bedrijfsschade
De vermindering van de brutowinst onder aftrek van besparingen als gevolg van een stilstand of stoornis in de uitoefening van het bedrijf, het beroep of activiteit, zoals op het polisblad is omschreven.
1.2 Bedrijfsuitrusting/inventaris
Alle roerende zaken van verzekerde dienende tot de uitoefening van het bedrijf, beroep of activiteit zoals op het polisblad omschreven met inbegrip van interne transportmiddelen.
Onder bedrijfsuitrusting/inventaris wordt niet verstaan:
a. goederen;
b. dieren en levende have;
c. huishoudelijke inboedel;
x. xxxx en geldswaardige papieren, onbewerkte edele metalen, ongezette edelgesteenten;
e. aanhangwagens, kentekenplichtige motorvoertuigen, caravans, pleziervaartuigen, schepen en luchtvaartuigen, alles met inbegrip van losse onderdelen, accessoires en toebehoren behorende tot deze zaken (waaronder ook wordt verstaan: sleutels, eigendomsbewijzen en kentekenbewijzen).
1.3 Brutowinst
De omzet verminderd met de variabele kosten. Dit is gelijk aan de vaste kosten (waaronder de lonen en salarissen) vermeerderd met de nettowinst respectievelijk verminderd met het nettoverlies.
1.4 Constructiefout
Een gebrek in de constructie van het gebouw ten gevolge van een ontwerpfout, een fout in de uitvoering van de bouw of later aan het gebouw uitgevoerde bouwtechnische wijzigingen.
1.5 Effectief bedrag
De brutowinst over een periode gelijk aan de overeengekomen
uitkeringstermijn, anders dan een jaarbedrag.
1.6 Eigenaarsbelang
De kosten door verzekerde voor eigen risico en rekening gemaakt in diens hoedanigheid van individuele appartementsrechteigenaar ter verbetering, verfraaiing of aanpassing van het gebouw van de Vereniging van Eigenaren waartoe verzekerde behoort.
1.7 Europa
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx, het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland.
1.8 Expert
Een deskundige op het gebied van schade-expertise.
1.9 Extra kosten
De kosten die worden gemaakt om de bedrijfsschade te voorkomen of beperken.
1.10 Gebeurtenis
Een (schade)voorval of een reeks met elkaar verband houdende (schade)voorvallen die voortvloeien uit een en dezelfde oorzaak.
1.10.1 Gedekte gebeurtenis
De gedekte gebeurtenissen zijn genoemd en omschreven in artikel 3. Indien de dekking op het polisblad of in deze bijzondere voorwaarden is beperkt, dan worden de gedekte gebeurtenissen geacht te zijn beperkt tot uitsluitend die genoemde gebeurtenissen.
1.11 Gebouw
De op het polisblad omschreven onroerende zaak met al wat daartoe bestemd is dan wel volgens verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt. Voor zover niet voor afzonderlijke bedragen verzekerd, zijn in de omschrijving alle bouwsels begrepen, die naar hun aard en inrichting bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven (waaronder ook wordt verstaan terreinafscheidingen en hekwerken).
De funderingen zijn uitsluitend verzekerd indien dit op het polisblad is vermeld.
1.12 Gevaarsobjecten
De gebouwen, het huurdersbelang, het eigenaarsbelang, de bedrijfsuitrusting/inventaris en goederen van verzekerde of in gebruik bij verzekerde.
1.13 Goederen
Grond- en hulpstoffen, halffabrikaten, eindproducten, goederen in bewerking en emballage.
1.14 Herbouwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor herbouw van het verzekerde gebouw - op dezelfde locatie en naar constructie en indeling gelijkwaardig - onmiddellijk na de gebeurtenis.
1.15 Herinvestering
Het aanwenden van de vergoeding van schade voor herstel, herbouw en/of (her)aanschaffing van verzekerde zaken die door een gedekte gebeurtenis zijn getroffen ter voortzetting van het bedrijf, beroep of activiteit vallende binnen de op het polisblad weergegeven omschrijving.
1.16 Huishoudelijke inboedel
Alle roerende zaken behorende tot een particuliere huishouding.
1.17 Huurdersbelang
De kosten door verzekerde in diens hoedanigheid van huurder gemaakt ter verbetering, verfraaiing of aanpassing van het gehuurde gebouw of de gehuurde ruimten.
1.18 Indexering
Automatische en ononderbroken aanpassing van het verzekerd bedrag aan de overeengekomen index.
HDI Global SE, the Netherlands Handelsregister Rotterdam 34285499
11.16
1.19 Jaarbedrag
De brutowinst over de periode van één jaar. Het 2-jaarsbedrag is de
brutowinst over een periode van twee jaar.
1.20 Kostprijs
Het bedrag dat benodigd is voor de aanschaf van goederen, vermeerderd met eventuele toegevoegde waarde.
1.21 Neerslag
Atmosferische neerslag bestaande uit regen, hagel, ijzel en/of sneeuw. Onder neerslag wordt ook verstaan smeltwater als gevolg van gesmolten neerslag.
1.22 Nettowinst
Het (positieve) verschil tussen de inkomsten die het bedrijf van verzekerde genereert en alle aan de bedrijfsuitoefening verbonden kosten. Indien het verschil negatief is, spreken we van een nettoverlies.
1.23 Nieuwwaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.24 Opruimingskosten
De kosten voor het afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen van de verzekerde zaken op het risico-adres mits deze kosten niet reeds in de schadetaxatie begrepen zijn, en indien en voor zover deze afbraak en/of wegruiming en/of afvoer en/of storting en/of vernietiging het noodzakelijke gevolg is van een onder deze verzekering gedekte gebeurtenis.
Onder opruimingskosten wordt niet verstaan de kosten voor het wegnemen dan wel voorkomen van milieuaantasting.
1.25 Registerexpert
Een expert die is ingeschreven in het Register van het Nederlands Instituut van Register Experts (Nivre).
1.26 Sloopwaarde
Het bedrag dat zou kunnen worden verkregen voor de nog bruikbare respectievelijk waardevolle onderdelen van het gebouw, verminderd met de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen.
1.27 Uitkeringstermijn
De op het polisblad voor de bedrijfsschadeverzekering vermelde maximale schadevergoedingstermijn. De werking van de uitkeringstermijn is geregeld in artikel 33 van deze bijzondere voorwaarden.
1.28 Variabele kosten
De kosten die afhankelijk van het niveau van de bedrijfsactiviteiten toe- of afnemen.
1.29 Vaste kosten
De kosten die ongeacht het niveau van de bedrijfsactiviteiten doorlopen.
1.30 Verkoopwaarde
Het bedrag dat bij verkoop in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw - met uitzondering van de grond - verkregen zou kunnen worden.
1.31 Vervangingswaarde
Het bedrag dat benodigd is voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken.
Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt de hoogste uitkomst aangehouden van;
a. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering; of
b. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering.
Hierbij wordt rekening gehouden met de staat van onderhoud van de zaak.
1.32 Verzekerde
In aanvulling op artikel 3.11 van de algemene voorwaarden wordt als verzekerde tevens verstaan: verzekeringnemer, tenzij op het polisblad een ander als verzekerde wordt genoemd.
1.33 Verzekerde zaken
De op het polisblad omschreven verzekerde gevaarsobjecten. Indien een gevaarsobject niet als verzekerde zaak is omschreven, dan is het geen verzekerde zaak.
1.34 Zaakschade
Materiële schade aan of verlies zoals beschreven in artikel 7:958 BW van
gevaarsobjecten en/of verzekerde zaken.
1.35 Zakelijk belang
Het belang van verzekerde bij het behoud van de gevaarsobjecten en/of verzekerde zaken uit hoofde van eigendom of een ander zakelijk recht of het dragen van het risico voor het behoud daarvan.
1.36 Zonnestroominstallatie
Het systeem, (al dan niet door middel van ballast) gemonteerd op het dak van het gebouw of aard- en nagelvast in- en op de grond op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres bestaande uit zonnepanelen, een omvormer en alle aan- en toebehoren, welke dient om zonlicht om te zetten in elektrische energie.
1.36.1 Indien de zonnestroominstallatie aard- en nagelvast gemonteerd is in- en op de grond spreken we van een grondinstallatie.
De zonnestroominstallatie dient dan wel gelegen te zijn op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres.
II OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
2 OMVANG VAN DE DEKKING
Verzekerd is het zakelijk belang tegen zaakschade indien en voor zover de schade het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan.
De dekking is omschreven in de verzekerde rubrieken (Hoofdstuk IX Productvoorwaarden).
Een rubriek is uitsluitend meeverzekerd indien dit op het polisblad staat vermeld.
3 GEDEKTE GEBEURTENISSEN
Indien de dekking op het polisblad of in deze bijzondere voorwaarden is beperkt, dan worden de gedekte gebeurtenissen geacht te zijn beperkt tot die genoemde gebeurtenissen.
3.1 Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
x. xxxxxx, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
3.2 Ontploffing
Onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, met inachtneming van het volgende. Voor de vaststelling of sprake is van een ontploffing dient het volgende onderscheid te worden gemaakt.
3.2.1 Binnen een vat
Binnen een - al dan niet gesloten – vat dient een opening in de wand van het vat te zijn ontstaan door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen en door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk zijn geworden.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
3.2.2 Buiten een vat
Buiten een vat moet die krachtsuiting het onmiddellijke gevolg zijn van een scheikundige reactie.
3.2.3 Onder ontploffing wordt niet verstaan implosie.
3.3 Lucht- en ruimtevaartuigen
Het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
3.4 Blikseminslag
Waarbij de bliksem aantoonbaar is ingeslagen op één of meerdere van de verzekerde zaken ook als dit geen brand tot gevolg heeft gehad.
3.5 Overspanning/inductie
Als gevolg van bliksemontlading anders dan begrepen onder artikel 3.4
3.6 Storm
Een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde.
3.7 Luchtdruk
Als gevolg van startende en/of proefdraaiende lucht- en ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluidsbarrière.
3.8 Water- en neerslag
3.8.1 Water, stoom of blusmiddel
Gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respectievelijk installaties van waterleiding, centrale verwarming, gebouwgebonden airconditioning, sprinklers e.d. als gevolg van het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect.
3.8.1.1 Hak- en breekwerk
In geval van schade aan de verzekerde zaken door een in artikel 3.8.1 genoemde gebeurtenis wordt tevens vergoed de kosten van het opsporen van de breuk of defect aan de leiding en het daarmee verband houdende herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw.
3.8.1.2 Springen door vorst
Bij het springen door vorst wordt tevens vergoed: het herstel van de beschadigde leidingen, installaties en toestellen; althans voor zover deze kosten voor rekening van verzekerde komen en die kosten niet op een andere polis gedekt zijn of gedekt zouden zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan.
3.8.2 Neerslag
Onvoorzien het gebouw binnengekomen, mits niet binnengekomen door openstaande ramen, deuren, luiken en/of ventilatieopeningen.
Uitgesloten is schade door neerslag binnengekomen als gevolg van:
a. vochtdoorlating van muren;
b. constructiefouten;
c. achterstallig onderhoud aan het gebouw.
Niet vergoed worden de reparatiekosten van daken, dakgoten en regenwaterafvoerpijpen.
3.8.3 Hagelschade
3.8.4 Druk op het gebouw door neerslag
Onvoorziene schade aan het gebouw door het gewicht van neerslag dat drukt op het dak of een ander deel van het gebouw.
Uitgesloten is schade als gevolg van:
a. constructiefouten;
b. achterstallig onderhoud aan het gebouw.
3.8.5 Aquaria
Water en de overige inhoud van aquaria door breuk of defect daarvan. Ook worden de kosten van herstel van de aquaria en de inrichting daarvan vergoed.
3.8.6 Vlonderbepaling
Niet verzekerd is de water- en neerslagschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris in opslag en goederen in kelders of souterrains doordat deze zaken niet geplaatst waren op vlonders, pallets of rekken op ten minste 15 cm boven de vloer.
3.9 Diefstal van tot het gebouw behorende materialen
Voor zover die aard- en nagelvast aan het gebouw zijn bevestigd, alsmede de beschadiging van het gebouw als gevolg daarvan.
3.10 Inbraak
3.10.1 Inbraak, diefstal of poging daartoe, waarbij de dader het gebouw, waarin de verzekerde zaken zich bevinden, is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen, door middel van braak van buitenaf aan het hiervoor genoemde gebouw of een daarmee binnenshuis gemeenschap hebbend gebouw.
Onder braak van buitenaf wordt niet verstaan het verbreken van terreinafscheidingen en hekwerken.
3.10.2 Als in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen e.d. zijn gevestigd dan is aan het in artikel 3.10.1 gestelde voldaan indien de dader het bij verzekerde in gebruik zijnde perceelsgedeelte door middel van braak is binnengedrongen of getracht heeft binnen te dringen.
3.11 Vandalisme
3.11.1 Nadat de dader het gebouw door middel van braak binnengedrongen is. Onder gebouw wordt in dit verband niet verstaan terreinafscheidingen en hekwerken.
3.11.2 Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten daarvan die buiten gebruik zijn gesteld.
3.12 Beroving en/of overval
Mits vergezeld van fysiek geweld of bedreiging hiermee ten opzichte van personen.
3.13 Glasscherven
Als gevolg van het breken van het glas van ruiten, vitrines, spiegels en wandversieringen in het gebouw. De schade aan het glas zelf, met uitzondering van spiegels en wandversieringen, is niet verzekerd.
3.14 Aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading
Niet gedekt is schade aan of het verlies van het voertuig en/of vaartuig en/of de lading die de schade veroorzaakt noch de bedrijfsschade die daarvan het gevolg is.
3.15 Olie en andere vloeistoffen
Gestroomd of gelekt uit vast opgestelde lokaalverwarmingsinstallaties of de daarbij behorende leidingen en tanks als gevolg van breuk, verstopping of een ander plotseling optredend defect.
3.16 Rook en roet
Plotseling uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten vast opgestelde lokaalverwarmingsinstallatie.
3.17 Storing in koelkasten en diepvriezers
Deze dekking heeft alleen betrekking op de inhoud van koelkasten en diepvriezers. De maximale schadevergoeding bedraagt na aftrek van het op het polisblad genoemde eigen risico EUR 5.000,00 per gebeurtenis.
3.18 Het omvallen van kranen, hoogwerkers, heistellingen, windmolens, antennes, bomen, vlaggen-, licht- en zendmasten, en/of het losraken van delen daarvan
Indien de hierboven genoemde zaken zijn meeverzekerd, is niet gedekt zaakschade aan deze zaken noch de bedrijfsschade die daarvan het gevolg is, tenzij deze schade is veroorzaakt door een andere gedekte gebeurtenis.
3.19 Het kappen en/of snoeien van bomen
3.20 Relletjes en/of opstootjes
Incidentele collectieve geweldsmanifestaties.
3.21 Meteorieten
3.22 Werkstaking
Het door een aantal werknemers in een onderneming, gemeenschappelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van het legitiem opgedragen werk.
3.23 Aardverschuiving
Een gebeurtenis waarbij een grote massa grond plotseling in beweging komt en langs een bovengrondse helling naar beneden valt of glijdt.
Niet gedekt is de schade door verzakking. Evenmin is gedekt schade door een aardverschuiving indien ontstaan ten gevolge van een aardbeving of een andere uitgesloten gebeurtenis.
3.24 Bijtende stoffen
Plotseling en onvoorzien gestroomd uit leidingen, installaties, tanks, vaten in het bij verzekerde in gebruik zijnde complex voor zover niet ontstaan als
gevolg van productiefouten of ontstaan tijdens reiniging, reparatie of vernieuwing.
III UITSLUITINGEN
4 UITSLUITINGEN
Van deze verzekering is uitgesloten schade die verband houdt met en/of die voortvloeit uit:
4.1 Molest
Molest.
4.2 Atoomkernreacties
Atoomkernreacties, onverschillig hoe de reactie is ontstaan.
De uitsluiting terzake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat de benodigde vergunning(en) voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen door de overheid moet(en) zijn afgegeven. Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht.
Onder ‘wet’ wordt verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie.
Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
4.3 Aardbeving, vulkanische uitbarsting
Aardbeving of vulkanische uitbarsting. Bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de gevaarsobjecten en/of verzekerde zaken de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting hebben geopenbaard, dient verzekerde te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven.
4.4 Overstroming
Overstroming ten gevolge van het bezwijken en/of overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen ongeacht of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een voorval waartegen is verzekerd.
Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.
4.5 Eigen schuld
Opzet, bewuste of onbewuste roekeloosheid. Met opzet, bewuste of onbewuste roekeloosheid wordt voor toepassing van deze uitsluiting gelijkgesteld opzet, bewuste of onbewuste roekeloosheid van degene die in opdracht of met goedvinden van verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
4.6 Illegale activiteiten
Activiteiten die als een strafbaar feit kunnen worden aangemerkt, ongeacht of:
a. is aangetoond dat deze activiteit de oorzaak van de schade vormt of
b. verzekerde (bijv. als verhuurder) op de hoogte was van de illegale activiteit.
Onder illegale activiteit wordt bijvoorbeeld verstaan:
a. onwettige teelt, fabricage of handel in hennepproducten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne en soortgelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
b. het produceren of bezitten van illegaal vuurwerk;
c. illegaal bezit van wapens en/of munitie.
IV SCHADE
5 VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
5.1 Verplichtingen
5.1.1 Schademeldingsplicht
Zodra verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraars tot een uitkeringsplicht kan leiden, is verzekerde verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan verzekeraars te melden. Bij vermoeden van een strafbaar feit dient verzekerde ook aangifte te doen bij de politie.
5.1.2 Schade-informatieplicht
Verzekerde is verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraars alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraars van belang zijn om hun uitkeringsplicht te beoordelen. Hieronder wordt tevens verstaan het overleggen van een opgave van andere verzekeringen (overeenkomstig artikel 14).
5.1.3 Medewerkingsplicht
Verzekerde is verplicht volle medewerking te verlenen, de aanwijzingen van verzekeraars of de door hen benoemde expert op te volgen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraars zou kunnen schaden.
5.1.4 Schadebeperkingsplicht
Verzekerde is verplicht al het mogelijke te doen ter vermindering of beperking van schade.
5.2 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekerde een of meer van de in artikel 5.1 genoemde verplichtingen niet is nagekomen voor zover verzekeraars daardoor in een redelijk belang zijn geschaad.
5.3 Sanctie bij opzettelijke misleiding
Ieder recht op uitkering vervalt indien de verzekerde een of meer van de in artikel 5.1 genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet verzekeraars te misleiden.
Verzekeraars hebben het recht de verzekering met onmiddellijke ingang op te zeggen indien een van de in artikel 5.1 genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet verzekeraars te misleiden.
5.4 Sanctie bij het niet nakomen van de bereddingsplicht Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien
verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daardoor de belangen van verzekeraars zijn geschaad.
5.5 Gemachtigden
Nalatigheid met betrekking tot mededelingen en/of handelingen van (de) gemachtigde(n) van verzekerde wordt aangemerkt als nalatigheid van verzekerde zelf.
6 SCHADEREGELING
6.1 De schade wordt geregeld in onderling overleg tussen verzekeraars en verzekerde of door de benoeming van experts. Indien de schade wordt geregeld door de benoeming van experts, dan geldt het bepaalde in artikel 6.2 t/m 6.4.
6.2 Benoeming experts
6.2.1 Als uitsluitend bewijs van de grootte van de schade geldt een taxatie die is gemaakt door een gezamenlijk te benoemen (register)expert of door twee (register)experts, waarvan verzekerde en verzekeraars er ieder één benoemen.
In het laatste geval benoemen beide experts vóór de aanvang van hun werkzaamheden samen een derde (register)expert. Bij gebrek aan overeenstemming stelt deze, na beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, de omvang van de schade vast overeenkomstig de polis, polisvoorwaarden en clausules en binnen de grenzen van de beide taxaties.
De (register)experts hebben het recht zich, afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te laten bijstaan.
Iedere partij kan voor gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris, huurdersbelang/eigenaarsbelang, goederen, bedrijfsschade en milieuschade de benoeming van een afzonderlijke (register)expert verlangen.
6.2.2 De kosten van de expert van verzekerde komen uitsluitend voor vergoeding ten laste van verzekeraars in aanmerking indien deze expert een registerexpert is.
6.2.3 Benoeming van expert(s) en aanvaarding van de opdracht moet blijken uit een door verzekerde en expert(s) te ondertekenen akte, waarvan het model door de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. is gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Amsterdam. Hierdoor komt
geen vaststellingsovereenkomst, in de zin van artikel 7:900 e.v. BW,
tot stand. Een vaststellingsovereenkomst kan uitsluitend tot stand komen tussen verzekerde en verzekeraars.
6.2.4 Indien enige benoeming door nalatigheid of door gebrek aan overeenstemming niet tot stand komt, zal een benoeming op verzoek van de meest gerede partij door de Voorzitter van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam of Rotterdam gedaan voor beide partijen bindend zijn.
De partij van wie dit verzoek uitgaat zal daarvan aan de wederpartij kennis geven.
6.2.5 De experts dienen zich te houden aan de Gedragscode schade- expertiseorganisaties.
6.2.6 Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor
verzekeraars geen erkenning van vergoedingsplicht in.
6.3 Medewerking
Verzekerde en verzekeraars zijn verplicht de experts alle medewerking te geven die deze voor een juiste taakvervulling nodig oordelen, waaronder het ter inzage geven van de polis en andere administratieve gegevens, alsmede het verschaffen van inlichtingen omtrent oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
6.4 Honoraria en kosten
Het honorarium en de kosten van de door verzekerde benoemde registerexpert en de door deze geraadpleegde deskundige(n) worden slechts vergoed voor zover deze het honorarium en de kosten van de door verzekeraars benoemde registerexpert en de door deze geraadpleegde deskundige(n) niet te boven gaan. Het meerdere is voor eigen rekening van verzekerde.
6.5 Vergoeding van schade en kosten
Elke verschuldigde schadevergoeding zal door verzekeraars worden voldaan binnen vier weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens ter beoordeling van oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
Verzekeraars zullen nooit eerder in verzuim zijn dan vanaf vier weken na deze ontvangst.
6.6 Verjaring
Een rechtsvordering tegen verzekeraars tot het doen van een uitkering verjaart door verloop van drie jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.
7 VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
7.1 Verzekerde rubrieken
De vergoeding van schade en kosten is geregeld in de verzekerde rubrieken (artikel 26 voor zaakschade, artikel 34 voor bedrijfsschade en artikel 42 voor milieubescherming).
7.2 Indexering
Bij verzekering op basis van indexering wordt met inwerking van de index op het verzekerd bedrag onmiddellijk voor de gebeurtenis rekening gehouden, tot het eventueel overeengekomen maximum.
7.3 Verbrugging
Overschotten van te hoog verzekerde zaken worden aangewend voor tekorten op te laag verzekerde zaken met inachtneming van en in de volgorde als bepaald in artikel 27.
7.4 Onderverzekering
7.4.1 In geval van schade door een gedekte gebeurtenis is vergoeding van schade en kosten slechts naar evenredigheid verschuldigd indien het verzekerd bedrag lager is dan de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis.
7.4.2 Vergoedingen boven het verzekerd bedrag als genoemd in artikel 25 worden volledig verleend tot de daarvoor geldende maxima. De evenredigheidsbepaling is op deze vergoedingen niet van toepassing.
7.5 Oververzekering
Bij een te hoog verzekerd bedrag zal slechts de werkelijk geleden schade voor vergoeding door verzekeraars in aanmerking komen.
7.6 Premier risque
Ten aanzien van de onder deze verzekering verleende dekkingen op basis van “premier risque” geldt dat de in artikel 7.4 omschreven evenredigheidsbepaling niet van toepassing is.
8 BIJVERZEKERING NA SCHADE
Na een schade blijft de verzekering voor het volle bedrag van kracht zonder dat over het uitgekeerde bedrag van schade een aanvullende premie verschuldigd zal zijn. De automatische bijverzekering na schade geldt niet in geval verzekeraars na de schade schriftelijk bevestigen de bijverzekering niet te accepteren. Verzekeraars kunnen van dit recht gebruik maken tot vier weken na ontvangst van alle noodzakelijke gegevens ter beoordeling van oorzaak, toedracht en omvang van de schade.
9 WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN NA SCHADE Verzekeraars hebben het recht na schade de premie en/of voorwaarden gedurende de verzekeringstermijn te wijzigen, mits dit gebeurt binnen 30 dagen na het doen van een (aanbod van) betaling of na schriftelijke afwijzing van betreffende schade. Verzekerde heeft het recht de wijziging van de verzekeringsovereenkomst schriftelijk te weigeren binnen 30 dagen nadat hem daarvan mededeling is gedaan. De verzekering wordt in dat geval beëindigd op de datum waarop verzekeraars deze kennisgeving hebben ontvangen.
V PREMIE EN VOORWAARDEN
10 PREMIEBETALING
Gedurende de periode dat de dekking krachtens de artikelen 4.1 en 4.2 van de algemene voorwaarden is geschorst, zal er geen dekking zijn voor gebeurtenissen die plaatsvinden in de schorsingsperiode. De dekking zal met uitzondering van voornoemde gebeurtenissen in de schorsingsperiode voor het restant van de contracttermijn volledig in kracht zijn hersteld, na de dag waarop verzekeraars het verschuldigde bedrag voor het geheel hebben ontvangen.
VI DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
11 DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
11.1 In afwijking van artikel 6.1 van de algemene voorwaarden vangt de verzekering aan om 12:00 (’s middags) op de betreffende ingangsdatum en eindigt deze om 12:00 (’s middags) op de contractvervaldatum. Indien de gevaarsobjecten en/of de verzekerde zaken zich in het buitenland bevinden, dan geldt voor toepassing van dit artikel voor (uitsluitend) deze zaken de lokale tijd van het land waarin de gevaarsobjecten en/of de verzekerde zaken zich bevinden.
11.2 In afwijking van artikel 11.1 zal de dekking 12 uren eerder aanvangen om 00:00, uitsluitend indien en voor zover er zonder toepassing van dit artikel verzekerde onverzekerd zou zijn omdat er geen andere verzekering is die gedurende deze 12 uren dekking verleent.
De verzekering zal eindigen om 12:00 op de contractvervaldatum.
VII (INFORMATIE)VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERINGNEMER EN/OF VERZEKERDE
12. WIJZIGING VAN HET RISICO
12.1 Bekendheid
De omschrijving van de gevaarsobjecten/verzekerde zaken respectievelijk van het op het polisblad vermelde bedrijf wordt aangemerkt als afkomstig van verzekerde.
12.2 Verzekeraars zijn bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en gebruik van het bedrijf van verzekerde bij het begin van de overeenkomst alsmede met de belendingen.
12.3 Verzekerde heeft met betrekking tot de gevaarsobjecten/verzekerde zaken de vrijheid tot aanbouw, verbouwing, vervanging, uitbreiding, afbraak, interne verplaatsing en andere wijzigingen over te gaan, alles binnen de grenzen van de op het polisblad vermelde omschrijving.
12.4 Wijziging van het risico
Verzekeringnemer en/of verzekerde dienen verzekeraars zo spoedig mogelijk doch in elk geval binnen twee maanden nadat zij met de wijziging van het risico bekend zijn geworden dan wel bekend hadden kunnen of moeten zijn schriftelijk op de hoogte te stellen indien:
a. de bestemming, bouwaard of dakbedekking van het gebouw wijzigt;
b. het gebouw voor langer dan drie maanden leeg staat (zal leegstaan);
c. de verzekerde zaken voor langer dan drie maanden buiten gebruik (zullen) zijn;
d. het gebouw door krakers wordt gebruikt.
12.5 Uiterlijk één maand nadat verzekeraars van de wijziging van het risico op de hoogte zijn gesteld, zullen zij schriftelijk mededelen of alsnog per de wijzigingsdatum de dekking wordt beperkt óf de premie wordt aangepast óf de gehele verzekering niet wordt voortgezet. In het laatste geval nemen verzekeraars een opzegtermijn in acht van twee maanden.
12.6 Verzekeringnemer heeft het recht om de verzekering binnen één maand nadat de herziene premie en/of voorwaarden van kracht werd(en), op te zeggen. De verzekering eindigt dan met ingang van de datum van deze mededeling van verzekeringnemer.
12.7 Verzuimt verzekeringnemer en/of verzekerde tijdig mededeling te doen van een wijziging van het risico zoals vermeld in artikel 12.4, dan eindigt de dekking twee maanden na de datum van de wijziging van het risico, tenzij de verzekering ook na de mededeling zou zijn verlengd.
12.8 Als verzekeraars de verzekering ook na de mededeling zou hebben verlengd, wordt een eventuele schade vergoed in dezelfde verhouding als de vóór het optreden van de wijziging van het risico geldende premie staat tot de nieuw te berekenen premie.
12.9 Indien verzekeraars zelf een wijziging van het risico ontdekken, bijvoorbeeld na een technische inspectie, dan hebben verzekeraars het recht de verzekering tussentijds op te zeggen met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden. Indien de dekking op grond van artikel
12.7 inmiddels al was beëindigd, verleent de verzekering geen dekking voor schades die na de datum van de wijziging van het risico hebben plaatsgevonden.
12.10 In geval van daadwerkelijke leegstand, buiten gebruikstelling of kraken van het gebouw zoals bedoeld in artikel 12.4 b, c respectievelijk d wordt de dekking vanaf wijzigingsdatum beperkt tot de gebeurtenissen brand, ontploffing, blikseminslag, lucht- en ruimtevaartuigen en storm. Deze beperkte dekking geldt eveneens voor gebouwen welke tijdens de aanvang van deze verzekering nog niet permanent in gebruik zijn. Verzekeringnemer blijft verplicht hiervan mededeling te doen.
13. ALGEMENE VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE
Verzekerde is verplicht:
13.1 Voorzorgsmaatregelen
Alle voorzorgsmaatregelen te nemen om de gevaarsobjecten in goede bedrijfsvaardige toestand te houden en om schade te voorkomen.
13.2 Wettelijke bepalingen en voorschriften
Ervoor zorg te dragen dat de wettelijke bepalingen en de voorschriften van de bevoegde autoriteiten betreffende de beveiliging en behandeling van de gevaarsobjecten in acht worden genomen.
13.3 Inspectie
Op elk tijdstip waarop zulks redelijkerwijs kan worden verlangd verzekeraars medewerking te verlenen bij de inspectie van de gevaarsobjecten.
13.4 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Indien verzekerde de voorschriften en/of verplichtingen zoals vermeld in dit artikel niet is nagekomen, verliest verzekerde zijn recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
14 ANDERE VERZEKERINGEN
14.1 Verzekerde is verplicht verzekeraars opgave te doen en, indien redelijkerwijs mogelijk, afschrift te geven van alle hem bekende overige verzekeringen die tijdens de gebeurtenis dekking boden tegen schade aan de verzekerde zaken en/of (een onderdeel van de) bedrijfsschade en/of milieuschade.
14.2 Indien de verzekerde zaken respectievelijk de bedrijfsschade of milieuschade eveneens zijn verzekerd op een daartoe speciaal afgesloten verzekering gaat deze speciale verzekering te allen tijde voor. Onder ‘speciaal afgesloten verzekering’ wordt bijvoorbeeld verstaan: glasverzekering, kostbaarhedenverzekering, werkmaterieelverzekering, computer (bedrijfsschade) verzekering, machinebreuk (bedrijfsschade) verzekering, constructie all risks (bedrijfsschade) verzekering, advance profit verzekering, reconstructiekostenverzekering, huurdervingverzekering.
15 OVERGANG VAN HET ZAKELIJK BELANG
15.1 Ten aanzien van de verzekerde zaken geldt dat de verzekering het zakelijk belang volgt indien en voor zover het op een ander overgaat. Deze bepaling geldt niet ten aanzien van goederen. Voor de overgang van de verzekering geldt het volgende:
15.1.1 Na overgang van het zakelijk belang door overlijden kunnen zowel de nieuwe verzekerde als verzekeraars binnen drie maanden nadat zij van die overgang kennis hebben gekregen, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van twee maanden opzeggen.
15.1.2 Na overgang van het zakelijk belang anders dan door overlijden vervalt de overeenkomst door verloop van 30 dagen, tenzij de nieuwe verzekerde binnen die termijn aan verzekeraars heeft verklaard dat hij de verzekering overneemt. In dat geval mogen verzekeraars binnen 30 dagen na ontvangst van deze verklaring de overeenkomst met een termijn van ten minste acht dagen opzeggen.
15.2 Het in dit artikel bepaalde kan niet leiden tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van het recht op opzegging uit anderen hoofde.
15.3 Wijziging van handelsnaam of rechtsvorm, het deelnemen aan, het treden uit of het overdragen van aandelen in een vennootschap of een gemeenschappelijk eigendom wordt niet beschouwd als overgang van het zakelijk belang.
VIII OVERIGE BEPALINGEN
16 INBREUK OP HANDELS- EN/OF ECONOMISCHE SANCTIES Van deze verzekering is uitgesloten schade die verband houdt met en/of die voortvloeit uit schade aan of verlies van zaken waarin op grond van nationale of internationale regelgeving niet mag worden gehandeld.
Uitgesloten zijn de (financiële) belangen van personen, ondernemingen, overheden en andere entiteiten ten aanzien waarvan het verzekeraars ingevolge nationale of internationale regelgeving niet is toegestaan die belangen te verzekeren.
17. VERPANDING/CESSIE
Indien verzekeringnemer en/of verzekerde de verzekerde zaken waarop deze verzekering betrekking heeft en/of de hen uit deze verzekering toekomende rechten hebben verpand en/of gecedeerd, blijven verzekeringnemer en/of verzekerde verplicht de verplichtingen uit deze verzekering na te komen.
Alle clausules, polisvoorwaarden en overige condities blijven onverminderd van kracht.
In geval van schade zullen verzekeraars alleen in overleg treden met
verzekeringnemer en/of verzekerde.
IX PRODUCTVOORWAARDEN RUBRIEK 1 ZAAKSCHADE
18 OMVANG VAN DE DEKKING
Verzekerd is de zaakschade aan de op het polisblad omschreven verzekerde zaken op het op het polisblad vermelde risico-adres die is veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis als in artikel 3 omschreven, ongeacht of deze gebeurtenis is veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde zaken.
Niet verzekerd is schade aan de verzekerde zaken als gevolg van een in artikel 4 genoemde uitsluiting.
19 ZONNESTROOMINSTALLATIE
19.1 Indien het verzekerd bedrag van het gebouw of huurdersbelang/eigenaarsbelang daarvoor ruimte biedt, dekt deze verzekering tevens zaakschade door een gedekte gebeurtenis aan zonnestroominstallaties welke voor risico en rekening van verzekerde zijn, met in achtneming van het in artikel 19.2 en 19.3 bepaalde.
19.2 Dekkingsvereisten
Zaakschade aan de zonnestroominstallatie is uitsluitend verzekerd indien de zonnestroominstallatie door een daartoe gekwalificeerd en erkend elektrotechnisch installateur volgens de daarvoor geldende normen is geïnstalleerd.
Indien de zonnestroominstallatie door verzekerde in eigen beheer is geïnstalleerd en aangesloten, dan dient een daartoe gekwalificeerd en erkend elektrotechnisch installateur na beproeving en goedkeuring schriftelijk te verklaren dat de zonnestroominstallatie volgens de daarvoor geldende normen gemonteerd en aangesloten is.
19.3 Grondinstallatie
Grondinstallaties (als omschreven in artikel 1.36.1) zich bevindende buiten het gebouw zijn tegen beperkte gevaren verzekerd. Niet gedekt is schade door diefstal, inbraak, vandalisme, relletjes en/of opstootjes.
19.4 Constructieberekening
In aanvulling op artikel 13 is verzekerde verplicht de dakconstructie te laten doorrekenen door een constructeur/architect alvorens de zonnestroominstallatie op het dak te installeren. Na installatie dient de dakconstructie nog steeds te voldoen aan de daarvoor geldende wet- en regelgeving.
19.5 Sanctie bij niet nakomen verplichting
Indien verzekerde de voorschriften en/of verplichtingen zoals vermeld in artikel 19.4 niet is nagekomen, verliest verzekerde zijn recht op schadevergoeding, tenzij verzekerde bewijst dat de schade hierdoor niet is (mede)veroorzaakt of vergroot.
20 INDEXERING
Indien uit het polisblad blijkt dat indexering van kracht is geldt het volgende:
20.1 Het verzekerd bedrag van de te indexeren gebouwen en/of huurdersbelang/eigenaarsbelang en/of bedrijfsuitrusting/inventaris zal jaarlijks per (hoofd)premievervaldag worden verhoogd of verlaagd overeenkomstig het laatste prijsindexcijfer van de op het polisblad vermelde prijsindex, vastgesteld door een onafhankelijke deskundige instelling.
20.2 De premie wordt elk jaar per de premievervaldag berekend over het aldus verhoogde of verlaagde verzekerd bedrag.
20.3 Bij schade zullen de in artikel 6.2 bedoelde experts behalve de daar vermelde taxaties ook een raming geven van het indexcijfer op het moment van schade. Is laatstbedoeld indexcijfer hoger dan het indexcijfer ten tijde van de laatste premievervaldag dan geldt voor de regeling van de schade als verzekerd bedrag het bedrag overeenkomende met het indexcijfer op het moment van de schade, echter met als maximum 125% van het op de laatste premievervaldag vastgestelde verzekerd bedrag.
21 TAXATIE
21.1 Indien uit het polisblad blijkt dat de verzekerde zaken vooraf door een deskundige zijn getaxeerd overeenkomstig artikel 7:960 BW dan is deze deskundigentaxatie gedurende drie jaren geldig, te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport wordt uitsluitend na fiattering door verzekeraars en/of aantekening hiervan op het polisblad geacht deel uit te maken van de overeenkomst. Eventuele aanvullende taxatierapporten c.q. supplementen hebben dezelfde einddatum als het oorspronkelijke taxatierapport.
21.2 Indien op de verzekering van aldus getaxeerde gebouwen indexering van toepassing is, dan is de deskundigentaxatie gedurende zes jaren geldig, te rekenen vanaf de dagtekening van het rapport. Verhoging of verlaging van het verzekerd bedrag als gevolg van indexering wordt geacht op dezelfde wijze te zijn getaxeerd.
21.3 Indien na verloop van de genoemde termijnen geen nieuw taxatierapport is uitgebracht dan blijft de deskundigentaxatie gedurende een periode van drie maanden geldig met dien verstande dat verzekeraars het recht hebben om aan te tonen dat het verzekerd bedrag op het moment van schade bovenmatig was. Na verloop van deze periode van drie maanden verliest de deskundigentaxatie haar geldigheid en wordt het verzekerd bedrag beschouwd als een opgave van verzekerde zelf.
21.4 Verlies geldigheid
De deskundigentaxatie vooraf verliest tevens haar geldigheid indien een of meer van de in artikel 21.4.1 t/m 21.4.3 omschreven gevallen zich voordoet (voordoen).
21.4.1 voor alle verzekerde zaken:
a. indien na schade niet tot herinvestering wordt overgegaan;
b. in geval van overgang van het zakelijk belang én de nieuwe verzekerde
de verzekerde zaken voor andere doeleinden gaat gebruiken;
c. indien het gebouw of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan voor langer dan twee maanden buiten gebruik is (zal zijn) of leeg staat (zal staan);
d. indien het gebouw geheel of gedeeltelijk door krakers gebruikt wordt;
e. indien verzekeraars aannemelijk maken dat er sprake is van bedrog.
21.4.2 voor het gebouw, indien vóór de schade:
a. verzekerde het gebouw ter verkoop aanbiedt;
b. verzekerde het voornemen heeft het gebouw af te breken en/of te slopen;
c. het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
21.4.3 voor bedrijfsuitrusting/inventaris:
a. indien en voor zover vóór de schade is besloten tot definitieve buiten bedrijfstelling van de bedrijfsuitrusting/inventaris;
b. indien en voor zover delen van de bedrijfsuitrusting/inventaris
onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij bestemd zijn.
22 ROERENDE ZAKEN VAN XXXXXX
22.1 Indien het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen daarvoor ruimte biedt, zijn bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen van derden, waarvoor een verzekerde verantwoordelijk c.q. aansprakelijk is, met inachtneming van artikel 24.2 meeverzekerd, indien deze zaken niet of niet voldoende elders zijn verzekerd.
22.2 Onder niet of niet voldoende elders verzekerd wordt niet verstaan een van toepassing zijnde eigen risico. Een eigen risico elders is nooit verzekerd.
22.3 De in artikel 22.1 bedoelde zaken van derden zijn uitsluitend verzekerd indien ze aanwezig zijn op het op het polisblad vermelde risico- adres.
23 DEKKING ROERENDE ZAKEN BUITEN HET GEBOUW
23.1 Zaakschade
Deze verzekering dekt tevens zaakschade aan verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis voor zover deze verzekerde zaken zich bevinden:
23.1.1 onder afdaken, onder overkappingen of op het terrein
Op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door storm, water- en neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme.
23.1.2 in eilandvitrines, -etalages of automaten
Op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door diefstal, inbraak, vandalisme, relletjes en/of opstootjes.
23.1.3 in portacabins en/of containers
Op het terrein behorende bij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door water- en neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme.
23.2 Portacabins en/of containers van verzekerde (casco)
De portacabins en/of containers van verzekerde zelf zijn meeverzekerd indien ze voor risico en rekening van verzekerde zijn en mits aanwezig nabij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, met uitzondering van schade door water- en neerslag, diefstal, inbraak en vandalisme. Deze regeling geldt ook indien deze zaken zijn verzekerd als gebouwen, huurdersbelang of eigenaarsbelang.
23.3 Lichtreclame, zonneschermen, parkeerinstallaties, -automaten en/of camera’s
Die zich bevinden buiten/nabij het gebouw op het op het polisblad vermelde risico-adres, door een gedekte gebeurtenis, met uitzondering van schade door diefstal, inbraak, vandalisme, relletjes en/of opstootjes. Deze regeling geldt ook indien deze zaken zijn verzekerd als gebouwen, huurdersbelang of eigenaarsbelang.
24 DEKKING ROERENDE ZAKEN ELDERS BINNEN EUROPA Indien het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen daarvoor ruimte biedt, dekt deze verzekering tevens zaakschade veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis voor zover de verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen zich bevinden:
24.1.1 In gebouwen
In gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen, maar niet meer dan EUR 50.000,00 per gebeurtenis.
24.1.2 Buiten gebouwen
Buiten gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd met uitzondering van schade door storm, water- en neerslag, diefstal, inbraak, vandalisme, aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading, relletjes en/of opstootjes en aardverschuiving tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen, maar niet meer dan EUR 50.000,00 per gebeurtenis.
24.1.3 In portacabins en/of containers
In portacabins en/of containers van verzekerde op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd met uitzondering van schade door water- en neerslag, diefstal, inbraak, vandalisme, aanrijding, aanvaring en als gevolg daarvan afgevallen of uitgestroomde lading, relletjes en/of opstootjes en aardverschuiving tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen, maar niet meer dan EUR 50.000,00 per gebeurtenis.
24.2 Niet verzekerde roerende zaken elders binnen Europa
Niet verzekerd onder dit artikel is:
a. zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen van derden;
b. zaakschade die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel biedt niet zou bestaan;
c. zaakschade tijdens transport is ontstaan.
Onder transport wordt tevens verstaan het laden en lossen alsmede het verblijf van de verzekerde zaken in het transportmiddel, ongeacht waar dat zich bevindt.
25 VERGOEDING BOVEN HET VERZEKERD BEDRAG
Indien niet of niet voldoende elders verzekerd geeft deze verzekering bij een schade op het op het polisblad vermelde risico-adres door een gedekte gebeurtenis boven het verzekerd bedrag recht op vergoeding van de in artikel 25.1 t/m 25.3 omschreven vergoedingen.
25.1 Voor alle verzekerde zaken:
25.1.1 Bereddingskosten
Bereddingskosten tot een maximum van 50% van het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken die zich op het risico-adres bevinden.
25.1.2 Opruimingskosten
Opruimingskosten tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken op het risico-adres, maar niet meer dan EUR 500.000,00 per gebeurtenis.
25.1.3 Kosten op last van de overheid
Kosten die verzekerde op last van de overheid moet maken in verband met noodzakelijke bij het herstel van een schade doorgevoerde veranderingen in de verzekerde zaak en in verband met noodvoorzieningen tot een maximum van EUR 25.000,00 per gebeurtenis. De maatregelen moeten eerst na de schadeveroorzakende gebeurtenis door de overheid kenbaar zijn gemaakt en bovendien dwingend zijn opgelegd. Niet verzekerd zijn kosten verband houdende met het aanleggen van preventiemaatregelen, zoals voor brandblus- en brandmeldinstallaties.
25.1.4 Schade aan tuinaanleg met alles wat daartoe behoort, alsmede de bestrating indien en voor zover deze schade ten laste komt van verzekerde tot een maximum van EUR 25.000,00 per gebeurtenis.
Niet verzekerd is: schade door storm, diefstal, vandalisme en water- en neerslag.
25.2 indien gebouwen zijn verzekerd:
25.2.1 Huurderving gedurende maximaal 52 achtereenvolgende weken indien en voor zover dit geen onderdeel is van de vergoeding van bedrijfsschade. Indien niet tot herstel of herbouw wordt overgegaan gedurende maximaal 13 achtereenvolgende weken. In beide gevallen tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag van het betreffende gebouw. Als verzekerde zowel eigenaar als gebruiker van het gebouw is, dan wordt de huurderving vastgesteld op basis van de economische huurwaarde van het gebouw.
25.3 indien bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen zijn verzekerd:
25.3.1 De kosten van vervoer en opslag
De kosten van vervoer en opslag van de verzekerde bedrijfsuitrusting/inventaris/goederen als gevolg van het tijdelijk niet beschikbaar zijn van het gebouw tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen die zich op het risico-adres bevinden.
25.3.2 Schade aan gehuurde gebouwen
Schade aan door verzekerde gehuurde gebouwen in geval van inbraak (artikel 3.10) of vandalisme (artikel 3.11) althans indien en voor zover deze schade ten laste van verzekerde komt tot een maximum van EUR 2.500,00 per gebeurtenis.
Deze vergoeding geldt uitsluitend indien:
a. verzekerde het gebouw of een zelfstandig deel daarvan huurt; en
b. er een huurovereenkomst is waaruit blijkt dat de schade voor risico en rekening van verzekerde is.
25.3.3 Geld
Geld en geldswaardig papier (waaronder begrepen cheques, betaalkaarten, betaalpassen, chipkaarten e.d.), voor zover eigendom van verzekerde en zich bevindende in de op het polisblad vermelde gebouwen tot een maximum van EUR 1.500 per gebeurtenis. Buiten die gebouwen zijn deze zaken alleen verzekerd tegen beroving en/of overval, mits vergezeld van fysiek geweld of onmiddellijke bedreiging hiermee ten opzichte van verzekerde (als natuurlijk persoon) of werknemers van verzekerde.
25.3.4.1 Kosten in verband met diefstal van sleutels
De kosten van het vervangen en inregelen van sloten, (computer)kaarten of verdere afsluitmiddelen tot een maximum van EUR 2.500 per gebeurtenis, wanneer deze vervanging het noodzakelijke gevolg is van:
a. diefstal van sleutels, toegangskaarten etc. na inbraak, ongeacht of de inbraak heeft plaatsgevonden op het op het polisblad vermelde risico- adres dan wel bij directieleden of bevoegde personeelsleden thuis.
x. xxxxxxxx en/of overval mits vergezeld van fysiek geweld of dreiging hiermee ten opzichte de sleutelhouder.
25.3.4.2 De vergoeding van artikel 25.3.4.1 geldt uitsluitend indien
a. verzekerde zelf gebruiker is van het gebouw; en
b. inbraak, vandalisme en beroving en/of overval zijn meeverzekerd.
26 VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
26.1 De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van schade aan
verzekerde zaken en kosten bestaat uit:
26.1.1 Zaakschade: naar keuze van verzekeraars, het verschil tussen de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis of de herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de experts voor herstel vatbaar zijn, alsmede - bij verzekering op basis van nieuwwaarde - door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering.
26.1.2 Het bedrag van de vergoedingen overeenkomstig artikel 25.
26.2 Vaststelling van zaakschade
Bij de bepaling van de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis wordt uitgegaan van de waardegrondslag zoals hieronder genoemd, terwijl bij de vaststelling van de waarde onmiddellijk na de gebeurtenis met deze waardegrondslag rekening zal worden gehouden.
26.2.1 In geval van verzekering op basis van een geldige taxatie (op grond van artikel 21): het bedrag van de taxatie.
26.2.2 Indien er geen geldige taxatie is, in geval van verzekering van:
26.2.2.1 gebouwen:
- de herbouwwaarde indien:
a. verzekerde binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars mededeelt dat tot herinvestering door herstel en/of herbouw - al dan niet op dezelfde plaats - wordt overgegaan;
b. deze lager is dan de verkoopwaarde;
c. op het gebouw een herbouwplicht rust.
- de verkoopwaarde indien:
a. verzekerde niet binnen 12 maanden na de schadedatum aan verzekeraars heeft medegedeeld dat tot herstel respectievelijk herbouw wordt overgegaan;
b. het herstel/de herbouw niet binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
c. verzekerde vóór de schade al het voornemen had het gebouw te verkopen;
d. niet voor eigen risico en rekening tot herstel respectievelijk herbouw wordt overgegaan;
e. het gebouw reeds vóór de schade door de bevoegde autoriteiten onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard;
f. het gebouw voor langer dan negen maanden leeg stond of buiten gebruik was;
g. het gebouw geheel of gedeeltelijk langer dan drie maanden is gekraakt;
- de sloopwaarde indien:
a. verzekerde vóór de schade al het voornemen had het gebouw af te breken;
b. het gebouw bestemd was voor afbraak of onteigening.
26.2.2.2 Bedrijfsuitrusting/inventaris en huurdersbelang/eigenaarsbelang:
- de nieuwwaarde, indien verzekerde binnen 12 maanden aan verzekeraars na de schadedatum mededeelt dat tot herinvestering door herstel en/of heraanschaf wordt overgegaan.
- de vervangingswaarde wordt aangehouden:
a. indien verzekerde niet binnen 12 maanden aan verzekeraars na de schadedatum heeft medegedeeld dat tot herinvestering wordt overgegaan;
b. de herinvestering niet binnen 24 maanden na de schadedatum is aangevangen.
c. indien verzekerde reeds voor de schade het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
d. voor zaken waarvan de vervangingswaarde minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
e. voor zaken die voorafgaande aan de gedekte gebeurtenis onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij zijn bestemd;
f. voor kunstvoorwerpen, antiek en zeldzame zaken;
g. voor de hierna genoemde zaken indien, in tegenstelling tot artikel 1.2 lid e, uit het polisblad blijkt dat ze zijn meeverzekerd: aanhangwagens, kentekenplichtige motorvoertuigen, caravans, pleziervaartuigen, schepen en luchtvaartuigen, alles met inbegrip van losse onderdelen, accessoires en toebehoren behorende tot deze zaken.
26.2.2.3 Goederen:
- de kostprijs of de vervangingswaarde indien dit een lager bedrag is. In geval van verkochte doch niet geleverde goederen, die nog voor rekening en risico van verzekerde zijn: de verkoopprijs, indien en voor
zover de verkoop als gevolg van een gedekte gebeurtenis geen doorgang vindt.
26.2.3 Indien een andere waarde dan in artikel 26.2.2.1 t/m 26.2.2.3 omschreven is overeengekomen: die andere waarde.
26.3 Huurdersbelang/eigenaarsbelang
Indien hiervoor geen afzonderlijk bedrag is verzekerd en voor zover het verzekerd bedrag hiervoor toereikend is, wordt het huurdersbelang/eigenaarsbelang geacht te zijn meeverzekerd onder het verzekerd bedrag voor bedrijfsuitrusting/inventaris.
26.4 Maximale schadevergoeding
De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van schade en kosten geldt tot ten hoogste het verzekerd bedrag van de verzekerde zaken, rekening houdende met de indexering van artikel 20, vermeerderd met het
bedrag van de vergoedingen boven het verzekerd bedrag overeenkomstig artikel 25.
27 VERBRUGGING
27.1 Indien verzekerde zaken, al dan niet met taxatie verzekerd - met uitzondering van op declaratiebasis verzekerde goederen - niet meer aanwezig zijn, worden de vrijvallende bedragen aangewend voor de vervangende verzekerde zaken. Heeft geen, dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende bedragen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
27.2 De premie wordt vervolgens herberekend op basis van de waarden onmiddellijk voor de gebeurtenis tegen de onderscheiden premievoeten.
27.3 Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, wordt de evenredigheidsregel van artikel
7.4 niet toegepast en vindt schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde.
27.4 Indien na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden verzekerde bedragen herleid in de verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de alsdan herberekende premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaatsvindt volgens de evenredigheidsregel van artikel 7.4.
27.5 Indien meerdere risico-adressen zijn verzekerd, dan is het verbruggen van verzekerde bedragen van andere risico-adressen naar het risico-adres waar de schade heeft plaatsgevonden slechts toegestaan tot maximaal 125% van de laatst bij verzekeraars bekende verzekerde bedragen van het risico-adres waar de schade heeft plaatsgevonden.
RUBRIEK 2 BEDRIJFSSCHADE
28 OMVANG VAN DE DEKKING
Verzekerd is de bedrijfsschade die optreedt als gevolg van zaakschade aan de gevaarsobjecten op het op het polisblad vermelde risico-adres die is veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis als in artikel 3 omschreven, ongeacht of deze gebeurtenis is veroorzaakt door de aard of een gebrek van het gevaarsobject.
Niet verzekerd is bedrijfsschade door zaakschade aan gevaarsobjecten
als gevolg van een in artikel 4 genoemde uitsluiting.
29 UITBREIDING VAN DE BEDRIJFSSCHADE DEKKING
In aanvulling op artikel 28 is bedrijfsschade ook gedekt indien veroorzaakt door:
29.1 Straatafzetting
Het onbereikbaar zijn van het gevaarsobject door straatafzetting of afzetting van de toevoerweg te water in verband met materiële schade aan een naburig gebouw als gevolg van een gedekte gebeurtenis. De uitkeringstermijn van deze dekking wordt beperkt tot maximaal de periode dat het gebouw van verzekerde hierdoor niet toegankelijk is, maar nooit langer dan de verzekerde uitkeringstermijn.
29.2 Aardgaslevering
Het wegvallen van de aardgaslevering door een zaakschade als gevolg van een gedekte gebeurtenis bij het door de gasproductie- en/of gasdistributiebedrijf in gebruik zijnde:
a. voedings-, compressor-, meet- en regel-, meng-, gasafgifte- en/ of reduceerstations;
b. leidingen, afsluiters, reduceerkasten die zich bevinden tussen de genoemde stations en het op het polisblad omschreven bedrijf van verzekerde.
Deze dekking treedt pas in zodra de storing of stilstand in het bedrijf van
verzekerde langer dan 6 uur (aaneengesloten) duurt.
29.3 Nutslevering
Het wegvallen van de nutslevering door een zaakschade als gevolg van een gedekte gebeurtenis aan:
a. het waterleidingbedrijf en/of pompstations en/of tussenstations;
b. de stroomleverende centrale en/of onderstations en/of schakelstations en/of transformatorhuizen.
Deze dekking treedt pas in zodra de storing of stilstand in het bedrijf van
verzekerde langer dan 6 uur (aaneengesloten) duurt.
Uitgesloten is de bedrijfsschade welke verzekerde lijdt door het wegvallen van de watervoorziening en/of elektrische stroomlevering als gevolg van schade – van welke aard dan ook – aan buizen, pijpen, leidingen, hoogspanningsmasten met alle aan- en toebehoren, kabels e.d. zich bevindende tussen één of meer van de in dit artikel genoemde bedrijven/stations en/of het bedrijf van verzekerde.
30 DEKKING BUITEN HET GEBOUW
De bedrijfsschade die ontstaat als gevolg van de in artikel 23 omschreven
zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen is verzekerd.
31 DEKKING ELDERS BINNEN EUROPA
De bedrijfsschade die ontstaat als gevolg van de in artikel 24 omschreven zaakschade aan bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen is gemaximeerd op 10% van het verzekerde bedrag voor bedrijfsschade, maar niet meer dan EUR 50.000 per gebeurtenis.
32 AANVULLENDE UITSLUITINGEN
In aanvulling op artikel 4 is uitgesloten de bedrijfsschade die verband houdt met en/of die voortvloeit uit:
32.1 Bedrijfsschade zonder relatie met de gebeurtenis Bedrijfsschade die ook ontstaan zou zijn als de zaakschade aan de gevaarsobjecten door een gedekte gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden.
32.2 Boetebedingen
Boetes of schadevergoeding door contractbreuk, vertraagde uitvoering van opdrachten of het niet uitvoeren van opdrachten of boetes/schadevergoeding uit andere hoofde verschuldigd.
32.3 Dubieuze debiteuren
Afschrijving op dubieuze debiteuren.
32.4 Toeleveranciers- en afnemersrisico
Toeleveranciers- en afnemersrisico, tenzij anders op het polisblad is vermeld.
33 UITKERINGSTERMIJN
33.1 De uitkeringstermijn vangt aan op het moment dat de bedrijfsschade ontstaat of (indien dat moment eerder is) vanaf het moment dat extra kosten worden gemaakt. De uitkeringstermijn eindigt op het ogenblik dat de bedrijfsactiviteiten niet meer worden beïnvloed door de gedekte gebeurtenis.
33.2 De uitkeringstermijn beloopt maximaal het aantal achtereenvolgende weken zoals op het polisblad is vermeld.
33.3 In geval van liquidatie of indien geen pogingen tot herstel van de bedrijfsvoering van verzekerde zijn ondernomen binnen vier weken na de gebeurtenis, zal de termijn van schadevergoeding worden beperkt tot maximaal 13 weken, met inachtneming van het bepaalde in artikel 33.5.
33.4 Indien na een schade sprake is van overgang van het bedrijfsschadebelang in verband met verkoop, geldt in afwijking van artikel 15 dat de uitkering van schade direct eindigt op het moment van overgang van het belang.
33.5 Ten aanzien van lonen en salarissen die verzekerde op grond van een wettelijke of contractuele verplichting dient door te betalen, wordt de termijn van schadevergoeding bij liquidatie gebracht op het aantal weken waarvoor de verplichting tot doorbetaling bestaat met een
maximum van 26 weken. Indien de uitkeringstermijn korter is, dan zal die kortere termijn als maximum gelden.
34 VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
34.1 De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van bedrijfsschade
en kosten bestaat uit:
34.1.1 Bedrijfsschade gedurende de uitkeringstermijn (verminderd met de eventuele besparingen).
34.1.2 Overdekking (30%)
De bedrijfsschade is verzekerd tot 130% van het verzekerd bedrag voor
bedrijfsschade, tenzij anders overeengekomen.
34.1.3 Extra kosten voor zover ze de bedrijfsschade beperken
overeenkomstig artikel 34.7.1.
34.2 Uitkeringstermijn
Aan het einde van een gehele of gedeeltelijke bedrijfsstilstand doch uiterlijk aan het einde van de uitkeringstermijn zal worden vastgesteld hoeveel de brutowinst is achtergebleven bij die in de overeenkomstige periode van het aan de gedekte gebeurtenis voorafgegane jaar.
34.3 Scenariobepaling
Bij de vaststelling van het te vergoeden bedrag zullen de experts rekening houden met elke vermindering of vermeerdering van de omzet of productie, welke had kunnen worden verwacht, indien de gedekte gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden.
34.4 Concernbepaling
Indien verzekerde onderdeel uitmaakt van een bedrijf of concern,
dan zullen de met de gedekte gebeurtenis verband houdende besparingen en brutowinst die elders binnen het bedrijf en/of concern behaald worden dan wel redelijkerwijze behaald kunnen worden in mindering worden gebracht op de vergoeding van de bedrijfsschade.
34.5 Afschrijvingen
Bij de vaststelling van het te vergoeden bedrag voor afschrijving
op gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris, huurdersbelang en goederen zullen de experts naar billijkheid rekening houden met de afschrijvingen door verzekerde in het bedrijf gedaan in de drie aan de
gedekte gebeurtenis voorafgaande boekjaren, alsmede met de afschrijvingen, welke als algemeen aangenomen kunnen worden in een soortgelijk bedrijf.
34.6 Huurderving
Indien verzekerde eigenaar is van het gebouw en uit hoofde van zijn gebouwenverzekering of huurdervingsverzekering na een gedekte gebeurtenis recht heeft op een huurdervingsuitkering dan wordt dit recht op uitkering als besparing op de vergoeding van bedrijfsschade aangemerkt.
34.7 Vergoeding van extra kosten
34.7.1 De extra kosten worden vergoed tot maximaal het bedrag van de vermindering van de bedrijfsschade dat binnen de uitkeringstermijn met de extra kosten is bereikt.
34.7.2 De extra kosten die met vooraf verkregen schriftelijke instemming van verzekeraars zijn gemaakt, worden volledig vergoed, zo nodig boven het verzekerd bedrag.
34.8 Onderverzekering
Mocht ten tijde van het ontstaan van de gedekte gebeurtenis het verzekerd bedrag met in achtneming van artikel 34.1.2 onvoldoende zijn om de brutowinst van verzekerde volledig te dekken, dan zijn verzekeraars slechts gehouden tot een vergoeding van bedrijfsschade en extra kosten vast te stellen in evenredigheid van het verzekerd bedrag (met in achtneming van artikel 34.1.2) tot de brutowinst van verzekerde.
34.9 Maximale schadevergoeding
De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van bedrijfsschade strekt niet verder dan het verzekerd bedrag voor bedrijfsschade, vermeerderd met de eventuele overdekking overeenkomstig artikel 34.1.2 en het bedrag van gedekte extra kosten overeenkomstig artikel 34.7.2.
35 VERREKENING VOORSCHOTPREMIE BEDRIJFSSCHADE De verrekening vindt plaats met inachtneming van artikel 34.1.2 (overdekking) als volgt:
35.1 Het jaarlijks aan het begin van het contractjaar te betalen premiebedrag is een voorschot op het definitieve premiebedrag. Het definitieve premiebedrag wordt vastgesteld na afloop van het contractjaar. Daartoe dient verzekerde binnen zes maanden na afloop van het contractjaar een verklaring te verstrekken waaruit de brutowinst van het afgelopen boekjaar blijkt.
Deze opgave leidt niet automatisch tot aanpassing van het verzekerd bedrag.
35.2 Het voorschot wordt met het definitieve premiebedrag verrekend. Het definitieve premiebedrag bedraagt maximaal 130% van het voorschot (accres), terwijl terugbetaling van premie zal plaatsvinden tot maximaal 30% van het voorschot (decres).
35.3 Indien verzekerde niet binnen 18 maanden na afloop van het contractjaar de opgave van de brutowinst heeft verstrekt, zal het definitieve premiebedrag op 130% van het voorschot worden vastgesteld.
35.4 Indien uit het polisblad blijkt dat er een ander percentage overdekking is overeengekomen dan vermeld in artikel 34.1.2, dan geldt voor de verrekening (de bijbetaling) zoals genoemd in de artikelen 35.2 en
35.3 dat afwijkende percentage.
In geval van terugbetaling blijft het percentage maximaal 30%, tenzij anders overeengekomen.
35.5. Indien uit het polisblad blijkt dat geen overdekking is overeengekomen, dan is artikel 35 niet van toepassing.
RUBRIEK 3 MILIEUBESCHERMING
36 AANVULLENDE DEFINITIES
36.1 Biodiversiteitschade
Beschadiging, vernietiging of verlies van beschermde soorten en natuurlijke habitats, zoals omschreven in Richtlijn 2004/35/EG, dan wel het equivalent hiervan in de Nederlandse wetgeving (Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewater).
36.2 Emissie
Het onvoorzien vrijkomen van gassen, vloeistoffen en/of fijn verdeelde vaste stoffen. Een reeks van emissies wordt geacht zich te hebben voorgedaan op het moment waarop de eerste emissie zich heeft voorgedaan.
36.3 Milieuschade
Onder milieuschade wordt verstaan:
a. saneringskosten zoals omschreven in artikel 36.4; en
b. zaakschade zoals omschreven in artikel 36.6.
36.4 Saneringskosten
De kosten die gemaakt moeten worden om een verontreiniging ongedaan te maken, alsmede de bedrijfsschade als gevolg hiervan.
Onder ongedaan maken wordt tevens verstaan: onderzoek, reiniging, opruiming, transport, opslag, vernietiging en vervanging van grond en/of grondwater en/of isolatie van een verontreiniging.
36.5 Verontreiniging
36.5.1 Onder verontreiniging wordt verstaan: De aanwezigheid van een stof, niet zijnde asbest, in of op de bodem of het
oppervlaktewater in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid van de stof zich manifesteert,
worden overschreden.
36.5.2 Uitsluitend indien uit het polisblad blijkt dat milieubescherming “uitgebreid” is verzekerd, wordt onder verontreiniging tevens verstaan:
a. de aanwezigheid van asbest in een zodanige concentratie dat
de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid van asbest zich manifesteert, worden overschreden; en
b. biodiversiteitsschade.
36.6 Zaakschade
Voor dekking onder deze rubriek wordt onder zaakschade verstaan beschadiging, waaronder mede te begrijpen vervuiling, vernietiging of vermissing van zaken.
37 MILIEUBESCHERMING
De van toepassing zijnde milieubescherming (basis of uitgebreid) is omschreven op het polisblad.
37.1 Milieubescherming Basis
De onder deze dekking gedekte gebeurtenissen zijn beperkt tot brand en ontploffing zoals omschreven in artikel 3.1 en 3.2 van deze bijzondere voorwaarden.
Niet verzekerd is milieuschade door:
- de verontreiniging als bedoeld in artikel 36.5.2
- inkomende milieuschade zoals omschreven in artikel 39
37.2 Milieubescherming Uitgebreid
De onder deze dekking gedekte gebeurtenissen zijn alle in artikel 3 van deze bijzondere voorwaarden opgesomde gedekte gebeurtenissen.
38 OMVANG VAN DE DEKKING
Verzekerd is de milieuschade door een verontreiniging als gevolg van een gedekte gebeurtenis als in artikel 37 omschreven indien en voor zover de milieuschade het gevolg is van een gedekte gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan, mits:
a. de verontreiniging het gevolg is van een emissie veroorzaakt door een
gedekte gebeurtenis die zich voordoet binnen de contracttermijn;
b. de verwezenlijking van deze emissie zijn oorsprong vindt op het risico-adres;
39 INKOMENDE MILIEUSCHADE
39.1 In geval van verontreiniging op het risico-adres als gevolg van een emissie die zich voordoet buiten het risico-adres, zijn, mits Milieubescherming Uitgebreid verzekerd is, tevens gedekt:
a. saneringskosten op het risico-adres;
b. zaakschade die het gevolg is van de verontreiniging; een en ander als en voor zover de verontreiniging het gevolg is van een emissie die zich voordoet tijdens de looptijd van de verzekering en de emissie zich heeft voorgedaan op een locatie welke is gelegen binnen een afstand van 25 kilometer gerekend vanaf de plaats op de verzekerde locatie waar de zaakschade zich voordoet. In dit verband wordt een reeks van emissies geacht zich te hebben voorgedaan op het moment waarop de eerste emissie zich heeft voorgedaan.
39.2 Maximale vergoeding
De vergoeding voor inkomende milieuschade bedraagt maximaal 25% van het verzekerde bedrag voor milieuschade, maar nooit meer dan EUR
125.000 per gebeurtenis.
39.3 Uitgesloten inkomende milieuschade
Niet gedekte inkomende milieuschade is:
- Biodiversiteitschade.
40 AANVULLENDE UITSLUITINGEN
In aanvulling op artikel 4 is uitgesloten milieuschade die verband houdt met en/of die voortvloeit uit:
40.1 Milieuzorg
Handelingen of gedragingen waarbij verzekerde onvoldoende milieuzorg heeft betracht.
Deze uitsluiting geldt evenwel niet indien en voor zover verzekerde aantoont dat de schade en/of kosten ook zou(den) zijn ontstaan indien hij wel voldoende milieuzorg zou hebben betracht.
Verzekerde heeft in ieder geval onvoldoende milieuzorg betracht indien hij in strijd handelt met de voor zijn bedrijf geldende milieuvergunning of AMvB, of indien hij, in geval van werkzaamheden bij derden, niet werkt op basis van de toepasselijke proces- en productcertificatie op grond van de Wet Milieubeheer.
Indien verzekerde een rechtspersoon is, wordt voor de toepassing van deze uitsluiting onder verzekerde verstaan een lid van de directie of bedrijfsleiding alsmede enige functionaris in dienst van verzekerde die door een lid van de directie is belast met de verantwoordelijkheid voor de naleving van eerder genoemde voorschriften.
40.2 Bestaande verontreiniging
Kosten veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit een verontreiniging die reeds aanwezig is op het moment dat het verzekerde gevaar zich verwezenlijkt.
40.3 Verlies zakelijk belang risico-adres
Milieuschade die zich manifesteert na het tijdstip waarop de locatie op het risico-adres is verkocht, verlaten, weggegeven of waarover op andere wijze niet langer bedrijfsmatig beheer wordt gevoerd is niet gedekt.
40.4 Ondergrondse Opslagtank
Van de verzekering is uitgesloten milieuschade in verband met een ondergrondse opslagtank welke gesitueerd is op het risico-adres, tenzij die milieuschade nadrukkelijk is meeverzekerd.
41 SANERINGSBEPALINGEN
41.1 Regeling van sanering
Verzekerde belast zich met de voorbereiding en regeling van de sanering en houdt zich daarbij aan de aanwijzingen van verzekeraars. Alvorens tot sanering wordt overgegaan, dient het saneringsplan hiertoe door verzekeraars goedgekeurd te zijn.
41.2 Opdracht tot sanering
De opdracht tot sanering dient door verzekerde binnen een door verzekeraars schriftelijk aangegeven termijn te worden gegeven. Als verzekerde nalaat deze opdracht binnen de gestelde termijn te geven, verliest verzekerde het recht op vergoeding van saneringskosten en de meeverzekerde kosten.
42 VERGOEDING VAN SCHADE EN KOSTEN
42.1 De verplichting van verzekeraars tot vergoeding van schade en kosten bestaat uit:
a. de saneringskosten;
b. zaakschade die het gevolg is van de verontreiniging.
Meeverzekerd zijn de kosten:
c. van preventieve opruiming, zijnde de kosten van het wegnemen, afvoeren en vernietigen van stoffen en voorwerpen, die een onmiddellijk dreigend gevaar voor de verontreiniging van bodem, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergrondse water(gang) zouden hebben opgeleverd, als van opruiming zou zijn afgezien.
x. xxx xxxxxxx van beschadiging van bestrating en beplanting, veroorzaakt door de sanering;
e. van herstel van schade die het noodzakelijke gevolg is van de sanering. Hieronder worden mede verstaan de kosten van afbraak en herbouw. De herstel- en/of herbouwkosten worden vergoed tot maximaal het verschil tussen de verkoopwaarde van het gebouw vóór en na de in het kader van de uitvoering van de sanering noodzakelijke afbraak.
42.2 Maximale vergoeding van schade en kosten
Per gebeurtenis, emissie of reeks van emissies die met elkaar samenhangen of uit elkaar voortvloeien wordt niet meer vergoed dan het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag voor milieubescherming.