Motor- en scooterverzekering (DWMS1401)
Motor- en scooterverzekering (DWMS1401)
De Algemene voorwaarden zijn van toepassing voor zover in de Bijzondere voorwaarden en eventuele clausules als vermeld op het polisblad voor de betreffende dekking niet anders is bepaald. Zij vormen met het polisblad de inhoud van de overeenkomst.
Inhoud
Algemeen
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen Artikel 2 Tijdelijk vervanging
Artikel 3 Bonus-/malusregeling Artikel 4 Aanvullende uitsluitingen Artikel 5 Winterstop
Artikel 6 Samenloop
Dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen
Artikel 7 Omvang van de dekking
Artikel 8 Kosten van rechtskundige bijstand Artikel 9 Zekerheidsstelling
Artikel 10 Schade aan eigen motorrijtuigen Artikel 11 Vordering op verzekerde
Artikel 12 Bereddingskosten
Artikel 13 Aanvullende uitsluitingen Dekking Internationale Pechservice Artikel 14 Recht op hulpverlening
Artikel 15 Omvang van de dekking binnen Nederland Artikel 16 Omvang van de dekking in het buitenland Artikel 17 Hulpverlening voor eigen rekening
Artikel 18 Vergoeding van hulpverlening door derden Beperkte casco dekking voor motorrijwielen Artikel 19 Omvang van de beperkte casco dekking Artikel 20 Eigen risico
Artikel 21 Vaststelling van de schadevergoeding Artikel 22 Regeling en verhaal van schade Artikel 23 Beveiligingseisen
Volledige casco dekking voor motorrijwielen Artikel 24 Omvang van de volledige casco dekking Artikel 25 Eigen risico
Motoropzittenden dekking Artikel 26 Omvang van de dekking Artikel 27 Uitsluitingen
Artikel 28 Vaststelling van de uitkering Artikel 29 Beperking van de uitkering
Artikel 30 Melding en regeling van aanspraken op een uitkering
Rechtsbijstanddekking
Artikel 31 Aanvullende begripsomschrijvingen Artikel 32 Verzekerden
Artikel 33 Omvang van de dekking Artikel 34 Kosten van de rechtsbijstand Artikel 35 Wachttijd
Artikel 36 Franchise
Artikel 37 Verlening van de rechtsbijstand Artikel 38 Verplichtingen van de verzekerde Artikel 39 Onvermogen
Artikel 40 Waarborgsom
Artikel 41 Het rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht
Artikel 42 Belangenconflicten
Artikel 43 Geschillenregeling
Artikel 44 Uitsluitingen
Algemeen
Artikel 1 Aanvullende begrips- omschrijvingen
1. Begunstigden bij ongevallen opzittenden De schadevergoeding krachtens deze dekking zal geschieden aan de verzekerde die het ongeval is
overkomen of in het geval van overlijden aan zijn wettige erfgenamen.
2. Expert
Erkende deskundige op het gebied van bijvoorbeeld agrarische-, auto-, bouw-, medische-, technische expertise en andere gebieden, die ter ondersteuning van een zaak een rapport uitbrengt.
3. Gebied
De verzekeringsovereenkomst is van kracht voor gebeurtenissen uitsluitend in die landen waarvoor het afgegeven Internationaal motorrijwiel Verzekeringsbewijs (de groene kaart) geldig is. Voor wat betreft de Internationale Pechservice beperkt de dekking zich tot de landen binnen Europa.
4. Invaliditeit
Onder invaliditeit wordt verstaan het geheel of gedeeltelijk verlies van enig deel of orgaan van het lichaam van verzekerde, dan wel het geheel of gedeeltelijk functieverlies van enig deel of orgaan van het lichaam van verzekerde.
5. Motorrijtuig
Het op het polisblad, of in de bij de polis behorende (deskundigen) taxatie omschreven voertuig of enig onderdeel daarvan, ingericht voor het vervoer van personen.
6. Motorrijwiel
Het op het polisblad vermelde motorrijwiel. Dit motorrijwiel wordt geacht te voldoen aan alle, aan het betreffende type verbonden specificaties, tenzij afwijking daarvan in de aanvraag of in de opdracht tot wijziging van de reeds bestaande verzekering is opgegeven.
7. Ongeval
Een plotseling, onverwacht, van buitenaf op het lichaam inwerkend geweld waaruit rechtstreeks medisch vast te stellen lichamelijk letsel of dood voortvloeit. Als ongeval wordt ook beschouwd:
a. verdrinking, verstikking, bliksemslag, acute vergiftiging door het binnen krijgen van gassen en dampen;
b. tyfus, paratyfus en ziekte van Weil als gevolg van in het water geraken;
c. verhongering, verdorsting en lichamelijke uitputting als gevolg van geïsoleerd raken;
d. wondinfectie, bloedvergiftiging en andere ziekten, ontstaan door binnendringen van ziekteverwekkers in een door een ongeval ontstaan letsel, mits aard en plaats van het letsel door een geneeskundige zijn vast te stellen;
e. lichamelijk functionele beperkingen als gevolg van een cervicaal acceleratie trauma (Whiplash).
8. Opzittenden
Opzittenden zijn de bestuurder van het motorrijwiel, zijn duopassagier en de passagier in het zijspan van het motorrijwiel, deze twee laatstgenoemde personen uitsluitend voor zover zij uitdrukkelijk zijn meeverzekerd.
9. Pechservice
Organisatie van hulp wordt uitgevoerd door de op de polis of op het Internationaal Verzekeringsbewijs genoemde organisatie.
10. Schade bij opzittenden
Onder schade wordt verstaan:
a. schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid van opzittenden, al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
b. schade ten gevolge van beschadiging of vernietiging van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van opzittenden, met uitzondering van schade aan motorrijtuigen.
11. Verkeersongeval
Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
12. Verzekerden
Als verzekerden worden aangemerkt:
a. U als de verzekeringnemer, de bezitter van het motorrijwiel alsmede degenen die met toestemming van de eigenaar als houder of bestuurder van het motorrijwiel optreden;
b. de met het motorrijwiel vervoerde personen;
c. de werkgever van onder artikel 1.12.a en 1.12.b genoemde personen, voor zover de werkgever voor de door die personen veroorzaakte schade aansprakelijk is; de werkgever kan niet meer rechten aan deze verzekering ontlenen dan de persoon voor wie hij aansprakelijk is.
13. Verzekerd bedrag ongevallen opzittenden
De op de polis vermelde bedragen gelden per inzittende. Bevinden zich op het moment van het ongeval meer opzittenden inclusief de bestuurder in het motorrijtuig dan er verzekerde zitplaatsen zijn.
Artikel 2 Tijdelijk vervanging
Gedurende de tijd dat het verzekerde motorrijwiel wegens reparatie of revisie in een daartoe ingericht en erkend bedrijf tijdelijk buiten gebruik is en wordt vervangen door een ander gelijksoortig motorrijwiel, zijn de aansprakelijkheids- en motoropzittenden dekking ook van kracht voor het vervangend motorrijwiel, dit voor zover er voor dit motorrijwiel geen andere verzekering loopt die deze risico’s dekt.
Artikel 3 Bonus-/malusschaal
Dit artikel geldt voor zover uit het polisblad blijkt dat er bonus/malus van toepassing is.
B/M trede | Korting % | B/M trede na een verzekeringsjaar met | ||
Aantal schaden | ||||
0 | 1 | 2* | ||
21 | 80% | 21 | 20 | 9 |
20 | 80% | 21 | 15 | 8 |
19 | 77,5% | 20 | 14 | 7 |
18 | 77,5% | 19 | 13 | 7 |
17 | 75% | 18 | 12 | 6 |
16 | 75% | 17 | 11 | 6 |
15 | 75% | 16 | 10 | 5 |
14 | 72,5% | 15 | 9 | 5 |
13 | 70% | 14 | 8 | 4 |
12 | 67,5% | 13 | 7 | 3 |
11 | 65% | 12 | 6 | 2 |
10 | 60% | 11 | 5 | 2 |
9 | 55% | 10 | 4 | 1 |
8 | 50% | 9 | 3 | 1 |
1. Voor de berekening van de verschuldigde premie voor de aansprakelijkheids- en/of cascoverzekering wordt een korting- en opslagsysteem volgens de hieronder weergegeven bonus-/malusschaal gehanteerd.
7 | 45% | 8 | 2 | 1 |
6 | 40% | 7 | 1 | 1 |
5 | 30% | 6 | 1 | 1 |
4 | 20% | 5 | 1 | 1 |
3 | 0% | 4 | 1 | 1 |
2 | +15% | 3 | 1 | 1 |
1 | -30% | 2 | 1 | 1 |
* Na drie of meer schaden in een verzekeringsjaar altijd terug naar trede 1.
Gedurende de looptijd van deze verzekering geldt dat de eerste schuldschade niet leidt tot terugval van treden. De verschuldigde premie is afhankelijk van de trede op de bonus-/malusschaal, terwijl de toepasselijke trede - onder andere - bepaald wordt door het aantal keren dat een schademelding wordt gedaan.
2. Op de premiekwitantie of acceptgirokaart staat vermeld welke bonus-/malustrede op de premieberekening van toepassing is.
3. De bonus-/malustrede wordt niet beïnvloed indien is gebleken dat:
a. wij geen uitkering verschuldigd zijn anders dan uitsluitend op grond van een tussen verzekeringsmaatschappijen van kracht zijnde schaderegelingsovereenkomst;
b. wij de uitgekeerde bedragen geheel hebben kunnen verhalen;
c. de schade uitsluitend is ontstaan door een gebeurtenis als vermeld in artikel 19.1.a t/m 19.1.h;
d. er uitsluitend een beroep is gedaan op de Internationale Pech Service.
Artikel 4 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 5 van de Algemene voorwaarden is van deze verzekering uitgesloten uitkering voor of naar aanleiding van:
1. schade ontstaan tijdens het deelnemen aan regelmatigheids- of behendigheidsritten die niet geheel binnen Nederland plaatshebben, alsmede snelheidsproeven,
-wedstrijden of -ritten;
2. schade ontstaan terwijl of doordat het motorrijwiel voor andere doeleinden wordt gebruikt dan waarvoor het bestemd is;
3. schade ontstaan terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig niet in het bezit is van een voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven geldig rijbewijs of als hij niet voldoet aan andere bij of krachtens wettelijke bepalingen gestelde eisen met betrekking tot het gebruik van het motorrijtuig. Deze uitsluiting geldt echter niet:
a. als de geldigheid van het rijbewijs van de bestuurder niet langer dan twaalf maanden voor het ontstaan van de schade was geëindigd ten gevolge van het feit dat hij verzuimd heeft het rijbewijs tijdig te doen verlengen;
b. als de bestuurder, na zijn rijexamen met goed gevolg te hebben afgelegd, het wettelijk voorgeschreven rijbewijs nog niet heeft ontvangen;
c. indien de bestuurder niet in het bezit is van het rijbewijs A. In dit geval wordt alleen dekking verleend tijdens het volgen van rijles onder begeleiding van een bevoegd rij-instructeur, het onderzoek naar de rijvaardigheid tijdens de tussentijdse toets en het afleggen van het rij-examen, inclusief de rit naar de examenplaats en terug.
4. schade ontstaan terwijl of doordat de bestuurder zodanig onder invloed verkeerde van een stof die de rijvaardigheid kan verminderen, dat hij xxxxxxx daarvan strafrechtelijk is veroordeeld; met die veroordeling wordt gelijkgesteld een strafrechtelijke veroordeling wegens de weigering medewerking te verlenen aan het bloedonderzoek.
Deze uitsluiting geldt niet voor de aansprakelijkheid dekking;
5. schade ontstaan terwijl de bestuurder geen houder is van een voor het motorrijwiel geldig rijbewijs, xxxxxx dit te wijten is aan het verzuim het rijbewijs te doen verlengen en de geldigheid niet langer dan twaalf maanden is verstreken;
6. schade ontstaan terwijl de bestuurder de rijbevoegdheid is ontzegd;
7. schade ontstaan terwijl of doordat het motorrijwiel gebruikt wordt voor rijles, voor verhuur of voor beroepsmatig vervoer van personen en/of zaken, zonder dat dit met ons werd overeengekomen;
8. schade veroorzaakt met opzet of met goedvinden van verzekerden;
9. schade ontstaan nadat de verzekeringnemer opgehouden heeft belang bij de motorfiets/scooter te hebben en tevens de feitelijke macht erover heeft verloren;
10. schade aan zaken en/of dieren, die verzekerden toebehoren, die zij onder zich hebben of die met de motorfiets/scooter, respectievelijk de aanhanger worden vervoerd, en de daaruit voortvloeiende schade;
11. schade ontstaan gedurende de tijd dat de motorfiets/scooter door een burgerlijke of militaire overheid in beslag is genomen.
12. schade veroorzaakt met opzet of met goedvinden van verzekerden.
De uitsluitingen zoals omschreven in de artikelen 4.4 t/m 4.7 gelden niet voor u indien u aantoont dat de daar genoemde omstandigheden zich buiten uw weten en tegen uw wil hebben
voorgedaan en u voor die omstandigheden in redelijkheid geen verwijt treft.
Artikel 5 Winterstop korting
1. Onder wintertijd wordt verstaan, de in Nederland geldende wintertijd conform 'het besluit tot vaststelling van de wintertijd'.
2. Als uit de polis blijkt dat het wintertijdtarief van toepassing is, zijn jaarlijks in de wintertijd periode de in artikelen 7, 19 en 24 genoemde dekkingsvormen automatisch opgeschort. Opschorting van de dekking in verband met buitengebruikstelling is in dit geval niet mogelijk.
Artikel 6 Samenloop
Als, zo deze verzekering niet bestond, aanspraak gemaakt zou kunnen worden op een uitkering op grond van enige andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op grond van enige wet of andere voorziening, dan is deze verzekering pas in de laatste plaats geldig. Dan zal alleen die schade voor uitkering in aanmerking komen, die het bedrag te boven gaat waarop verzekerde elders aanspraak zou kunnen maken.
Dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen
Artikel 7 Omvang van de dekking
Deze verzekering dekt de burgerlijke aansprakelijkheid van de verzekerde personen voor:
1. xxxxxx die met of door het motorrijwiel is toegebracht aan personen of zaken, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade;
2. schade die, anders dan bij laden of lossen, is veroorzaakt door zaken die zich bevinden in, op of aan het motorrijwiel, dan wel daarvan af vallen of gevallen zijn;
3. schade toegebracht door (de combinatie met) een aan het motorrijwiel gekoppelde aanhanger, zijspan of ander object alsmede wanneer de schade is ontstaan nadat deze is losgemaakt of losgeraakt en niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen. Aansprakelijkheid voor schade aan het aangekoppelde object of gesleepte motorrijtuig valt echter niet onder de dekking;
4. schade toegebracht tijdens het deelnemen aan oriëntatie-, puzzle- en betrouwbaarheidsritten alsmede aan behendigheids- en regelmatigheidswedstrijden die georganiseerd zijn door of onder auspiciën van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging of een F.l.M.-organisatie.
5. Onder deze verzekering is begrepen dekking voor schade aan of verlies van de op de motor gedragen kleding, helm en schoeisel ontstaan bij een ongeval, waarbij tevens de motor zelf is beschadigd, met een maximum van € 500,– per opzittende (maximaal € 1.000,– per gebeurtenis). In geval van totaal verlies zal de uit te keren schade worden vastgesteld aan de hand van de waarde onmiddellijk voor het ongeval onder aftrek van de restwaarde. In geval van herstelbare schade zal de uit te keren schade worden vastgesteld op de reparatiekosten tot ten hoogste de waarde voor het ongeval onder aftrek van de restwaarde. Bij deze dekking zal door ons geen beroep op onderverzekering worden gedaan.
De maximale vergoeding per gebeurtenis is voor alle verzekerden tezamen beperkt tot het, op het polisblad vermelde, voor wettelijke aansprakelijkheid verzekerde bedrag. Indien de gebeurtenis plaats heeft in een tot het geldigheidsgebied behorend land waar de wet een hoger verzekerd bedrag voorschrijft, dan biedt de verzekering dekking tot dit hogere bedrag.
Artikel 8 Kosten van rechtskundige bijstand
Indien wij dat ter behartiging van onze belangen noodzakelijk vinden, kunnen wij u in een tegen ons aanhangig gemaakt strafgeding doen bijstaan door een rechtskundige. Voor zover de kosten daarvan niet op grond van artikel 591 a Wetboek van strafvordering voor een vergoeding uit Staatskas in aanmerking komen, worden die kosten door ons vergoed. De kosten van het verweer in een tegen de verzekerde aanhangig gemaakt burgerrechtelijk geding komen voor rekening van ons mits het verweer onder leiding van of in overleg met ons gevoerd wordt. Boetes, afkoopsommen en met een strafproces samenhangende kosten worden nooit vergoed.
Artikel 9 Zekerheidstelling
Indien een buitenlandse overheid als waarborg voor de rechten van een benadeelde beslag heeft gelegd op het motorrijwiel en/of de verzekerde(n) een vrijheidsbeperking heeft opgelegd, verstrekken wij het voor opheffen van het beslag en/of de vrijheidsbeperking geëiste bedrag. Deze voorziening bedraagt maximaal € 12.500,- voor alle verzekerden tezamen op voor waarde dat de betrokken verzekerden jegens verzekeraar aanspraak op vergoeding van de schade hebben. De verzekerde(n) is (zijn) verplicht alle medewerking te verlenen om het verstrekte bedrag terug te verkrijgen en ons te machtigen er over te beschikken zodra het bedrag wordt vrijgegeven. Uitsluitend verzekeraar is gerechtigd over de
verstrekte borgsom te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven.
Artikel 10 Schade aan eigen motorrijtuigen
Deze verzekering dekt de schade die door dit motorrijwiel is toegebracht aan een ander voor particulier gebruik bestemd motorrijtuig dat eigendom is van u. De schade wordt vergoed indien en voor zover ons daartoe gehouden zou zijn in het geval de schade door een derde was geleden op voorwaarde dat de schade niet gedekt is door een andere verzekering, onverschillig door wie en wanneer aangegaan.
Artikel 11 Vorderingen op verzekerde
Indien wij niet op grond van de verzekeringsvoorwaarden, maar uitsluitend krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen of daarmee overeenkomende buitenlandse wet tot het doen van een uitkering verplicht is, behouden wij ons het recht voor de uitgekeerde schadevergoeding inclusief de gemaakte kosten op u of indien daartoe aanleiding bestaat, op de aansprakelijke persoon te verhalen.
Artikel 12 Bereddingskosten
De kosten door u of de verzekerde bij of na een gedekte gebeurtenis in het kader van zijn bereddingsplicht gemaakt in verband met maatregelen ter voorkoming of vermindering van schade aan verzekerde zaken. De bereddingskosten worden tot maximaal 100% boven de verzekerde som vergoed.
Artikel 13 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 is van deze verzekering uitgesloten de dekking voor de aansprakelijkheid van de verzekerde personen voor:
1. schade aan zaken die door het motorrijwiel worden vervoerd, deze uitsluiting geldt niet ten aanzien van aan de vervoerde personen toebehorende bagage;
2. schade aan zaken die de u en/of de bezitter, de houder en de bestuurder van het motorrijwiel in eigendom of onder zich hebben;
3. schade die voortvloeit uit contractuele verplichtingen, aangegaan door een verzekerde;
4. de aansprakelijkheid voor schade, toegebracht aan de bestuurder van het motorrijwiel;
5. de aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijwiel hebben
verschaft en van hen die, dit wetende, dat motorrijwiel zonder geldige reden gebruiken.
Dekking automobilistenhulp
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘dekking (Auto)mobilistenhulp’ van kracht is, zijn de artikelen 14 tot en met 18 van toepassing.
Artikel 14 Recht op hulpverlening
Bij de hulporganisatie kan om hulp gevraagd worden als de reis met het motorrijwiel niet kan worden voortgezet en welke storing niet op de plaats eenvoudig kan worden verholpen:
1. als gevolg van beschadiging van het motorrijwiel door een aanrijding of brand;
2. door een motorische of andere technische storing van het motorrijwiel die ontstaan is buiten de woonplaats van de bestuurder en die niet met eenvoudige middelen ter plaatse verholpen kan worden. Binnen de woonplaats kan wel hulp ingeroepen worden na een aanrijding;
3. als de bestuurder door een plotselinge ziekte of ongeval het motorrijwiel niet meer kan besturen en bovendien niemand van de andere passagiers bevoegd is als bestuurder op te treden;
4. na diefstal van het motorrijwiel;
5. als het motorrijwiel door een buitenlandse overheid in beslag wordt genomen na een aanrijding.
Artikel 15 Omvang van de dekking binnen Nederland
1. Het vervoeren van het motorrijwiel naar de dichtstbijzijnde garage.
Als het motorrijwiel niet op dezelfde dag gerepareerd kan worden, wordt het motorrijwiel naar de dealer gebracht, waar het motorrijwiel normaal in onderhoud is.
2. Berging en stalling van het motorrijwiel.
3. Het vervoeren van de bestuurder en de passagiers met hun bagage naar een gezamenlijke bestemming in Nederland. De alarmcentrale van de hulporganisatie kiest tussen vervoer met de auto-ambulance, auto, trein of bus.
Artikel 16 Omvang van de dekking in het buitenland
1. Berging en stalling van het motorrijwiel.
2. Het vervoeren van het motorrijwiel naar de dichtstbijzijnde garage.
Als het motorrijwiel niet binnen twee werkdagen kan worden gerepareerd wordt het motorrijwiel naar de dealer in Nederland vervoerd waar het motorrijwiel normaal in onderhoud is. Echter, als de kosten hiervan hoger zijn dan de waarde van het beschadigde motorrijwiel zoals die in Nederland zou zijn getaxeerd, dan worden de kosten vergoed van vernietiging van het motorrijwiel.
3. Als de reis met het motorrijwiel niet binnen twee werkdagen kan worden vervolgd, worden de passagiers met hun persoonlijke bagage vervoerd naar de eerste bestemming of naar een adres binnen Nederland. Verzekerden kunnen echter geen aanspraak op hulpverlening en vergoeding maken als de motorfiets/scooter in beslag is genomen anders dan door een verkeersongeval.
De alarmcentrale van de hulporganisatie kiest tussen het vervoer met de auto-ambulance, auto, trein of bus. De vergoeding voor het vervoer zal plaatsvinden onder aftrek van de brandstofkosten die anders met het motorrijwiel gemaakt zouden zijn.
4. Het beschikbaar stellen van een vervangende bestuurder.
5. Het ophalen van de bestuurder en de passagiers op hun verblijfplaats aan het einde van de verblijfsperiode of het brengen van het inmiddels gerepareerde motorrijwiel naar de verblijfplaats.
6. Het verzorgen en vergoeden van maximaal twee dagen passend logies voor de gestrande bestuurder en de passagier(s).
7. Het organiseren van de repatriëring van zieke, gewonde of overleden passagier(s) (en bestuurder). De kosten van het vervoer komen niet voor vergoeding in aanmerking.
8. Een tegemoetkoming in de kosten die gemaakt worden voor een reparatie langs de weg van maximaal € 100,-. Onderdelen komen niet voor vergoeding in aanmerking.
9. Het zenden van onderdelen voor reparatie ter plaatse. De kosten van de onderdelen komen niet voor vergoeding in aanmerking.
10. Enige andere, in overleg met de alarmcentrale van de hulporganisatie overeen te komen manier van hulpverlening.
Artikel 17 Hulpverlening voor eigen rekening
Hulpverlening komt voor eigen rekening:
1. als één van de uitsluitingen van artikel 5 van de Algemene voorwaarden of van artikel 4 van de Bijzondere voorwaarden van toepassing is;
2. bij pech die zeer eenvoudig zelf te verhelpen is, zoals een lege brandstoftank of een lege accu;
3. het vervoer van patiënten of stoffelijk overschot;
4. kosten die ontstaan door moeilijkheden die het gevolg zijn van het feit dat de bestuurder of een van de passagiers niet aan zijn wettelijke verplichtingen heeft voldaan (bijvoorbeeld belastingplicht).
Artikel 18 Vergoeding van hulpverlening door derden
Als hulp van een andere instantie dan de aangewezen hulporganisatie is ingeroepen, is er geen recht op integrale vergoeding van de kosten die daarvoor zijn gemaakt. In voorkomende gevallen kan na overleg met de alarmcentrale van de aangewezen organisatie een redelijk deel van de kosten worden vergoed.
Beperkte casco dekking voor motorrijwielen
Indien uit het polisblad blijkt dat de Beperkte cascodekking voor motorrijwielen van kracht is, zijn de artikelen 19 tot en met 23 van toepassing.
Artikel 19 Omvang van de beperkte casco dekking
1. De beperkt casco dekking biedt dekking voor schade aan alsmede tenietgaan en verlies van het verzekerde motorrijwiel ten gevolge van:
a. brand, explosie, kortsluiting en zelfontbranding, ook als de oorzaak daarvan een eigen gebrek is, alsmede blikseminslag;
b. diefstal, joyriding of verduistering; deze dekking omvat mede vergoeding voor schade die aan het motorrijwiel is ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijwiel aan de macht van u onttrokken was;
c. botsen met wild of loslopende dieren;
d. overstroming, vloedgolf, hagel, aardbeving, vulkanische uitbarsting, vallend gesteente, instorting en aardverschuiving;
e. het omwaaien van het motorrijwiel en/of het vallen van voorwerpen (ook bomen) door storm;
f. relletjes;
g. het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen daarvan en/of voorwerpen die uit een luchtvaartuig vallen;
h. een van buiten komend onheil tijdens vervoer van het motorrijwiel per vliegtuig, boot, trein of auto; van deze dekking is lakschade, schade bestaande uit krassen en schrammen alsmede schade ontstaan tijdens slepen en/of takelen uitgesloten.
2. Accessoires
Op of aan het motorrijwiel gemonteerde accessoires zijn automatisch meeverzekerd tot 10% van de cataloguswaarde van het motorrijwiel, met een maximum van € 500,- voor beeld- en geluidsapparatuur en een
maximum van € 1.250,- voor alle accessoires tezamen. In ieder geval zullen motorprestatie verhogende onderdelen nooit onder de verzekerde extra voorzieningen & accessoires zijn begrepen. In of op het motorrijwiel aanwezige beeld-, geluids- en/of zendapparatuur, anders dan een radio/cassetterecorder met antenne(s), worden niet als automatisch meeverzekerde accessoires beschouwd.
3. Aanvullende dekking
De dekking biedt tevens recht op vergoeding voor:
a. dagvergoeding diefstal
€ 12,50 voor elke dag dat het motorrijwiel in geval van totaal verlies wegens diefstal, joyriding of verduistering niet beschikbaar is; deze vergoeding wordt over maximaal 30 dagen verleend;
b. vergoeding kentekenplaten
de kosten voor het opnieuw verkrijgen van de kentekenplaten, indien het verlies daarvan verband houdt met een gedekte gebeurtenis;
c. de naar aanleiding van een gedekte gebeurtenis noodzakelijk gemaakte kosten van opruiming, berging, stalling en bewaking van het motorrijwiel alsmede vervoer daarvan naar de dichtstbijzijnde plaats waar (nood-)reparatie kan plaatshebben;
d. bijdrage in averij grosse.
Artikel 20 Eigen risico
1. Indien verzekerde in geval van diefstal van het gehele motorrijwiel kan aantonen dat het motorrijwiel ten tijde van de diefstal was beveiligd met een SCM gecertificeerd startonderbrekingssysteem,
alarmsysteem met kanteldetectie en noodstroomsirene, ingebouwd door een SCM goedgekeurd inbouwstation, zal geen inhouding van het eigen risico plaatsvinden.
2. Bij schade door diefstal na braak van het motorrijwiel terwijl deze zich bevond in een afgesloten ruimte, wordt geen eigen risico op de schadevergoeding in mindering gebracht.
Artikel 21 Vaststelling van de schadevergoeding
1. Algemeen
Wij vergoeden bij schade aan het motorrijwiel de noodzakelijke reparatiekosten, tenzij er sprake is van totaal verlies. Bij totaal verlies van het motorrijwiel geldt als basis voor de schadevergoeding de waarde van het motorrijwiel overeenkomstig dit artikel 21.3.
2. Totaal verlies
Totaal verlies van het motorrijwiel wordt aangenomen:
a. bij verlies of tenietgaan van het motorrijwiel tengevolge van de in artikel 19.1 vermelde oorzaken;
b. indien de reparatiekosten meer bedragen dan de dagwaarde van het motorrijwiel onmiddellijk voor het ontstaan van de schade verminderd met de restantwaarde.
3. Waardebepaling
a. Indien uit het polisblad blijkt dat het motorrijwiel verzekerd is op basis van een taxatierapport conform artikel 7:960 BW, wordt de taxatiewaarde als uitgangspunt bij schade genomen. Het taxatierapport is maximaal drie jaar geldig. Daarna wordt uitgegaan van de dagwaarde indien overlegging van een nieuw taxatierapport, opgemaakt voor het tijdstip van de schade, achterwege is gebleven.
b. Indien verzekering niet plaats vindt op basis van een taxatierapport, wordt, zolang het motorrijwiel niet ouder is dan één jaar, de waarde bepaald op de geldende nieuwwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade. Indien het motorrijwiel ouder is dan één jaar wordt de waarde bepaald door de nieuwwaarde te verminderen met 1% voor elke maand of gedeelte daarvan dat het motorrijwiel ouder is dan één jaar. Indien het motorrijwiel ouder is dan drie jaar geldt als waarde de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade.
c. De waarde van het motorrijwiel wordt bij totaal verlies bepaald op de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade.
4. Op het conform de voorgaande bepalingen berekende bedrag wordt in mindering gebracht:
a. het eigen risico;
b. de waarde van de restanten, indien de uitkering wordt verleend in verband met totaal verlies van het motorrijwiel.
5. Financiering
Zolang het verzekerde motorrijtuig eigendom is van een aan ons bekende financier zullen eventuele uitkeringen wegens schade aan of verlies van het verzekerde motorrijtuig aan deze financier worden gedaan. Bovendien geldt dat deze polis binnen haar grenzen dekt de wettelijke aansprakelijkheid van de betrokken financier in de hoedanigheid van (mede) eigenaar van het motorrijtuig.
6. Exclusief BTW
Indien uit het polisblad blijkt de verzekering van het motorrijtuig plaats vindt exclusief BTW, zal bij schade aan het motorrijtuig uitkering exclusief BTW plaats vinden.
Artikel 22 Regeling en verhaal van xxxxxx
1. In geval van totaal verlies (in technische zin) van het motorrijwiel behouden wij ons het recht voor het wrak over te doen dragen aan een door haar aan te wijzen partij. De uitkering zal niet eerder plaatsvinden dan nadat u alle delen van het bij het motorrijwiel behorende kentekenbewijs heeft overhandigd aan ons.
2. Het recht op uitkering en de omvang van de schade wordt mede aan de hand van de door verzekerde verstrekte gegevens en inlichtingen vastgesteld.
3. Bij constatering van vermissing van het verzekerde motorrijwiel is bent u verplicht ons en de politie direct van dit feit op de hoogte te stellen. U verklaart zich akkoord met het aanmelden door ons van de voertuiggegevens aan de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door ons ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugverkrijgen van het voertuig. U kunt ook zelf rechtstreeks de vermissing van het voertuig doorgeven aan: VbV-helpdesk
Alarmnummer: 000-000 00 00
Faxnummer: 000-000 00 00
E-mail: xxxxxxxx@xxxxxxxxxxxx.xx
De VbV-helpdesk is 24 uur per dag 7 dagen in de week bereikbaar.
4. Het recht op een uitkering voor verlies van het motorrijwiel door diefstal, joyriding of verduistering ontstaat indien het motorrijwiel niet binnen dertig dagen na melding van de gebeurtenis aan ons door u kan worden terugverkregen. Door de uitkering gaan alle rechten met betrekking tot het motorrijwiel over op ons; u dient hierbij medewerking te verlenen door ons in het bezit te stellen van een ondertekende akte van eigendomsoverdracht, en, voor zover mogelijk, de sleutels, alle delen van het kentekenbewijs en de afgegeven groene kaart.
5. Met inachtneming van artikel 7:962 hebben wij het recht een uitkering voor schade aan het motorrijtuig op de voor het ontstaan van die schade aansprakelijke persoon (niet verzekeringnemer) te verhalen. Dit verhaalsrecht zal niet uitgeoefend worden tegen de door u gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig en de daarmee vervoerde personen, tenzij een algemene uitsluiting van toepassing is.
6. Bereddingskosten
De kosten door u of de verzekerde bij of na een gedekte gebeurtenis in het kader van zijn bereddingsplicht gemaakt in verband met maatregelen ter voorkoming of vermindering van schade aan verzekerde zaken. De bereddingskosten worden tot maximaal 100% boven de verzekerde som voor (beperkt) casco vergoed.
Artikel 23 Beveiligingseisen
Indien uit het polisblad blijkt, dat nadere beveiligingseisen van toepassing zijn, betreft het een voorziening die:
1. SCM/TNO goedgekeurd is;
2. geïnstalleerd is door een SCM-gecertificeerd inbouwbedrijf.
Volledige casco dekking voor motorrijwielen
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Volledige casco dekking’ voor motorrijwielen van kracht is, zijn de artikelen 24 en 25 van toepassing. De artikelen 19 tot en met 23 (Beperkte cascodekking voor motorrijwielen) gelden eveneens voor de Volledige casco dekking voor motorrijwielen.
Artikel 24 Omvang van de volledige casco dekking
1. De volledig cascoverzekering biedt dekking voor schade aan alsmede tenietgaan en verlies van het verzekerde motorrijwiel tengevolge van:
a. brand, explosie, kortsluiting en zelfontbranding, ook als de oorzaak daarvan een eigen gebrek is, alsmede blikseminslag;
b. diefstal, joyriding of verduistering; deze dekking omvat mede vergoeding voor schade die aan het motorrijwiel is ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijwiel aan de macht van u onttrokken was;
c. botsen, omslaan, van de weg of te water geraken, ook indien een eigen gebrek van het motorrijwiel de (mede-)oorzaak is. De schade aan het eigen gebrek zelf wordt echter niet vergoed;
d. xxxx ander plotseling van buiten komend onheil.
Artikel 25 Eigen risico
Het eigen risico bedraagt:
1. In geval van schade aan of verlies van het motorvoertuig zal per gedekte gebeurtenis een bedrag gelijk aan het op de polis genoemde eigen risico in mindering worden gebracht. Dit bedrag wordt vermeerderd met € 50,– indien de bestuurder ten tijde van de gebeurtenis 23 jaar of jonger is. Dit extra eigen risico is evenwel niet van toepassing bij schadegebeurtenissen als omschreven in artikel 19.
Motoropzittenden dekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Motoropzittenden dekking’ van kracht is, zijn de artikelen 26 tot en met 30 van toepassing.
Artikel 26 Omvang van de dekking
1. Deze verzekering geeft voor zover op het polisblad vermeld de verzekerde personen of hun erfgenamen recht op uitkering indien zij in verband met het gebruiken van het motorrijwiel door een ongeval overlijden, door een ongeval blijvend invalide worden, schade lijden door teniet gaan of beschadiging van kleding.
2. Onder ongeval wordt verstaan een plotseling van buiten komende rechtstreekse inwerking van geweld op het lichaam van verzekerde, die onafhankelijk van zijn wil plaatsvindt en zijn dood of een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel tot gevolg heeft. Als ongeval worden ook beschouwd:
a. verdrinking en verstikking;
b. acute vergiftiging door het binnenkrijgen van gassen of dampen;
c. besmetting tengevolge van een onvrijwillige val in water.
3. Als verzekerde personen worden aangemerkt:
a. de bestuurder van het motorrijwiel en de duopassagier;
b. de passagier in het zijspan van het motorrijwiel, indien dit uitdrukkelijk op het polisblad vermeld staat.
4. Als verzekerde personen worden eveneens aangemerkt de onder artikel 26.3 bedoelde verzekerden die op of af, in of uit het motorrijwiel stappen alsmede de personen die, voor zover zij voordien op, of in het motorrijwiel gezeten waren, in verband met een met het motorrijwiel plaatsvindende gebeurtenis als brand, ontploffing, zelfontbranding, botsing, omslaan, van de weg geraken of enig plotseling van buiten komend onheil, met inbegrip van tanken en het verrichten van een noodreparatie, zich in de directe omgeving van het motorrijwiel bevinden.
Artikel 27 Aanvullende uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 is van deze verzekering uitgesloten:
1. De verzekering biedt geen dekking voor:
a. een ongeval c.q. schade ontstaan terwijl of doordat het motorrijwiel wordt gebruikt zonder toestemming van u;
b. een ongeval c.q. schade terwijl met het motorrijwiel wordt deelgenomen aan een (poging tot) misdrijf.
2. Deze verzekering biedt geen dekking als een verzekerde door een ongeval overlijdt of blijvend invalide wordt terwijl die verzekerde op het moment van het ongeval geen valhelm droeg.
Deze uitsluiting geldt niet indien de verzekerde of zijn erfgenaam aantoont, dat het niet dragen van de valhelm geen invloed heeft gehad op het overlijden of de blijvende invaliditeit. Deze uitsluiting geldt evenmin voor verzekerden als vermeld in artikel 26.4.
3. Deze verzekering biedt geen dekking voor schade als gevolg van diefstal door het feit dat de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming daarvan. Hiervan is (onder andere) sprake als verzekerde het voertuig onbeheerd heeft achtergelaten terwijl: 1. Is nagelaten deze voldoende af te sluiten en of; 2. De sleutels daarin zijn achtergelaten en of; 3. De sleutels op een vrij toegankelijke plaats zijn achtergelaten.
Artikel 28 Vaststelling van de uitkering
Indien zich een gebeurtenis voordoet zoals omschreven in artikel 26 wordt de uitkering mede aan de hand van de door verzekerde verstrekte gegevens en inlichtingen en met inachtneming van de volgende bepalingen vastgesteld.
1. Overlijden
Indien de verzekerde ten gevolge van het ongeval binnen twee jaar na het ongeval overlijdt keren wij aan de wettige erfgenamen, met uitzondering van de Staat, het voor overlijden verzekerde bedrag uit, onder aftrek van hetgeen eventueel reeds voor blijvende invaliditeit krachtens het gestelde in dit artikel 28.3 werd uitgekeerd. In geval de verzekerde de leeftijd van 17 jaar nog niet had bereikt
bedraagt de uitkering maximaal € 2.500,-; ingeval de verzekerde 70 jaar of ouder was wordt 50% van het voor overlijden verzekerde bedrag uitgekeerd.
2. Blijvende invaliditeit
a. Indien een verzekerde tengevolge van het ongeval blijvend invalide is geworden, wordt de mate van
blijvende invaliditeit vastgesteld zonder rekening te houden met het beroep van de verzekerde.
beide benen of voeten | 100% |
beide armen of handen | 100% |
een been of voet of een arm en hand tezamen | 100% |
een arm | 80% |
een onderarm | 75% |
een hand | 70% |
een duim | 25% |
een wijsvinger | 15% |
Een middelvinger | 12 % |
ieder andere vinger | 10% |
vijf vingers tezamen | 60% |
een been | 70% |
een voet | 70% |
een grote teen | 10% |
iedere andere teen | 5% |
het gezichtsvermogen van beide ogen | 100% |
het gezichtsvermogen van een oog | 50% |
het gehoor van beide oren | 60% |
het gehoor van een oor | 25% |
het reukvermogen | 5 % |
whiplash | 1 t/m 5% |
de smaak | 5% |
een nier | 20% |
de milt | 10 % |
een long | 30% |
Deze vaststelling zal geschieden wanneer redelijkerwijs is aan te nemen dat de toestand van de verzekerde, voor zover het gevolg van het ongeval, niet meer zal verbeteren of verslechteren, doch in ieder geval binnen twee jaar na het ongeval. Indien de verzekerde anders dan tengevolge van het ongeval komt te overlijden voordat die vaststelling kan geschieden, hebben de wettige erfgenamen, wederom met uitzondering van de Staat, aanspraak op uitkering van het bedrag dat wij, aan de hand van een in redelijkheid te bepalen verwachte mate van blijvende invaliditeit, aan de verzekerde uitgekeerd zou hebben. In de volgende gevallen wordt de mate van invaliditeit vastgesteld overeenkomstig het percentage dat bij ieder letsel is aangegeven. Bij amputatie of geheel verlies van het gebruiksvermogen van:
Met dien verstande dat bij amputatie of geheel verlies van het gebruiksvermogen van meer dan één vinger van een hand de mate van invaliditeit wordt vastgesteld op een percentage dat niet hoger is dan het percentage
voor een gehele hand en dat er bij gedeeltelijke amputatie of gedeeltelijk verlies van het gebruiksvermogen van de genoemde lichaamsdelen een evenredig deel van het aangegeven percentage in aanmerking wordt genomen. Heeft het ongeval meer dan één letsel tot gevolg, dan wordt de mate van invaliditeit vastgesteld op de som van de percentages voor elk letsel afzonderlijk, echter ten hoogste op 100%. In alle overige gevallen wordt het uitkeringsper- centage afgestemd op de mate van blijvende invaliditeit, die het letsel voor het lichaam als geheel oplevert.
b. De uitkering voor blijvende invaliditeit is gelijk aan het percentage van de mate van invaliditeit berekend over het verzekerde bedrag. Aan de verzekerde die op het moment van het ongeval 70 jaar of ouder was, wordt 50% van de berekende uitkering betaald.
3. Indien door verzekerden gedragen kleding tengevolge van een het motorrijwiel treffende gebeurtenis als brand, ontploffing, zelfontbranding, botsing, omslaan, van de weg geraken, of enig plotseling van buiten komend onheil, vernield of beschadigd wordt, keren wij de kosten van herstel uit of, indien herstel niet meer mogelijk is, de waarde van die kleding onmiddellijk voor het ontstaan van de schade, verminderd met de eventuele restantwaarde. Onder kleding wordt ook verstaan de valhelm.
Artikel 29 Beperking van de uitkering
1. Indien op het moment van het ongeval bij de verzekerde reeds een ziektetoestand en/of geestelijke afwijking bestond, wordt bij de vaststelling van de uitkering alleen rekening gehouden met de in redelijkheid vast te stellen gevolgen, welke het ongeval zou hebben gehad voor een persoon zonder zodanige ziekte en/of afwijking.
2. Indien op het moment van het ongeval bij de verzekerde reeds een invaliditeit in de zin van deze verzekering bestond welke door het ongeval wordt vergroot, wordt de uitkering berekend op basis van het verschil tussen de mate van invaliditeit na en voor het ongeval.
3. Indien op het moment van het ongeval het werkelijk aantal passagiers op of in het motorrijwiel groter is dan het aantal verzekerde passagiers als vermeld op het polisblad wordt voor alle passagiers het verzekerde bedrag verminderd overeenkomstig de verhouding van het aantal verzekerde passagiers volgens het polisblad tot het werkelijk aantal passagiers.
Artikel 30 Melding en regeling van aanspraken op een uitkering
Naast hetgeen in de Algemene voorwaarden is bepaald geldt:
1. In geval van overlijden van een verzekerde dient daarvan binnen achtenveertig uren na het overlijden aan ons kennis te worden gegeven. De wettige erfgenamen zijn verplicht hun toestemming en medewerking te verlenen tot elk onderzoek dat wij ter vaststelling van de oorzaak van overlijden nodig achten.
2. Ingeval van verwonding dient de verzekerde:
a. zich onder geneeskundige behandeling te stellen en zolang dit redelijkerwijs nodig is daaronder te blijven en mee te werken aan zijn genezing onder meer door de voorschriften van de behandelende arts op te volgen;
b. mee te werken aan onderzoeken door de door ons aangewezen arts(en) en deskundige(n).
3. Wij verlenen geen uitkering indien u of de verzekerde één van deze verplichtingen niet is nagekomen.
4. De overeenkomstig het bepaalde in artikel 28 vastgestelde uitkering wordt aan de rechthebbende betaald:
a. voor overlijden zodra de verplichting van ons daartoe vaststaat en de akte van erfrecht is overgelegd;
b. voor blijvende invaliditeit zodra de graad van de blijvende invaliditeit definitief is vastgesteld;
c. voor kledingschade zodra de omvang van de schade is aangetoond, bijvoorbeeld door overlegging van de reparatie- of aankoopnota of door middel van het rapport van een door ons ingeschakelde expert.
Rechtsbijstand dekking
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘Rechtsbijstand dekking’ van kracht is, zijn de artikelen 31 tot en met 44 van toepassing.
Artikel 31 Aanvullende begrips- omschrijving
1. DAS
DAS Nederlandse Rechtsbijstand Verzekeringmaatschappij N.V., Xxxxxxxxxxxx 00, Xxxxxxx 00000, 0000 DM
Amsterdam, telefoon (000) 000 00 00 welke door de ons is aangewezen voor het verlenen van rechtsbijstand, het geven van adviezen en het vergoeden van kosten.
2. Gebeurtenis
Onder gebeurtenis wordt verstaan het moment waarop voor het eerst de belangentegenstelling met de wederpartij tot uiting is gebracht en daardoor redelijkerwijs kan worden beschouwd als de oorzaak van de behoefte aan rechtsbijstand.
3. Rechtsbijstand
a. Onder rechtsbijstand wordt verstaan:
- het verstrekken van juridisch advies ter voorkoming of oplossing van een (dreigend) geschil, de verzekerde betreffend;
- het behartigen van de juridische belangen van de verzekerde in een geschil waarin hij betrokken is geraakt,
door:
- het voeren van verweer, in of buiten rechte, tegen (strafrechtelijke) vorderingen;
- het geldend maken van vorderingen, in of buiten rechte, of namens hem indienen en verdedigen van verzoek- en bezwaarschriften;
- het ten uitvoer leggen van vonnissen, beschikkingen of arbitrale uitspraken;
- het vergoeden of voorschieten van kosten van rechtsbijstand, die voortvloeien uit de bovengenoemde activiteiten, zoals nader omschreven in artikel 39.
b. De toepasselijke bijzondere voorwaarden bepalen nader de omvang van de dekking.
c. Ingeval van twijfel over het bestaan van een geschil maakt de verzekerde op verzoek van DAS het geschil aannemelijk door een rapport van een deskundige, die benoemd is in overleg me DAS.
Artikel 32 Verzekerden
1. de verzekeringnemer;
2. de gemachtigde bestuurder of passagier, uitsluitend voor wat betreft de dekking zoals omschreven in artikel 38.2.a;
3. de nagelaten betrekkingen van een verzekerde als en voor zover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis waarvoor krachtens deze verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat.
Artikel 33 Omvang van de dekking
1. Verzekerd is het risico dat een verzekerde in een geschil moet voorzien in een eigen behoefte aan rechtsbijstand door een gebeurtenis, op voorwaarde dat:
a. de gebeurtenis en de daaruit voortvloeiende behoefte aan rechtsbijstand zich voordoen gedurende de looptijd van de verzekering;
b. de behoefte aan rechtsbijstand bij de aanvang van de verzekeringsdekking redelijkerwijs niet voorzien kon worden.
2. Verzekerde heeft aanspraak op rechtsbijstand als verzekerde betrokken is geraakt in een geschil bij het uitoefenen van de hierna onder a. en b. genoemde activiteiten voor zover hij in dat geschil betrokken is in een op geld waardeerbaar belang. De verzekerde activiteiten zijn:
a. de deelname aan het wegverkeer met het verzekerde motorrijtuig;
b. het voorhanden hebben, onderhouden en vervangen van het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuig wordt mede begrepen de aan een personen- of bestelauto gekoppelde caravan of aanhanger.
Artikel 34 Kosten van de rechtsbijstand
1. Voor vergoeding komt in aanmerking:
a. de interne kosten: de kosten van de aan DAS in loondienst verbonden deskundigen;
b. de navolgende externe kosten:
- de honoraria en voorschotten, voor zover die in het algemeen als gebruikelijk worden beschouwd, van de externe deskundigen, die door DAS worden ingeschakeld;
- de kosten van getuigen voor zover door een rechter toegewezen;
- de proceskosten die ten laste van de verzekerde blijven of waartoe hij in een onherroepelijk vonnis is veroordeeld;
- de noodzakelijke, in overleg met DAS te maken, reis- en verblijfkosten als zijn persoonlijk verschijnen voor een buitenlandse rechter is bevolen of dringend gewenst wordt door de ingeschakelde advocaat;
- de kosten die verbonden zijn aan de ten uitvoerlegging van een vonnis.
2. Niet voor vergoeding komt in aanmerking:
a. de in artikel 34.1.b bedoelde externe kosten die een overeengekomen kosten maximum per aanspraak op rechtsbijstand te boven gaan en de kosten die beneden
de grens van het eigen risico blijven; als uit één feit of feitencomplex meerdere aanspraken op rechtsbijstand voortkomen dan geldt het kosten maximum voor deze aanspraken samen;
b. de externe kosten die op grond van een contractuele of wettelijke bepaling (bijvoorbeeld artikel 591 en 591a Wetboek van Strafvordering) verhaald, verrekend (bijvoorbeeld bij de B.T.W.- afdracht) of door anderen vergoed kunnen worden (met uitzondering van aanspraken op grond van de Wet op de Rechtsbijstand); DAS schiet deze kosten voor.
Artikel 35 Wachttijd
1. DAS verleent geen rechtsbijstand als de aanspraak voortvloeit uit of verband houdt met een gebeurtenis, die zich heeft voorgedaan binnen drie maanden na de ingangsdatum van de verzekering. Ingeval van een geschil over onteigening is deze termijn twaalf maanden.
2. Op het bepaalde in artikel 35.1 doet DAS geen beroep:
a. als deze verzekering direct aansluit op een soortgelijke verzekering en verzekerde daaraan bij voortbestaan dezelfde rechten had kunnen ontlenen;
b. als de verzekerde het ontstaan van de gebeurtenis niet kon voorzien bij het sluiten van de verzekering.
Op verzoek van DAS moet de verzekerde dit aantonen
Artikel 36 Franchise
De verzekerde kan in contractuele geschillen alleen aanspraak maken op rechtsbijstand als het belang van zijn verzoek tenminste € 125,– beloopt.
Artikel 37 Verlening van de rechtsbijstand
1. De rechtsbijstand wordt door DAS verleend. DAS garandeert daarbij de inzet van alle in loondienst aan haar verbonden deskundigen. Met de verzekerde wordt overlegd over de wijze van behandeling en hij wordt geïnformeerd over de haalbaarheid van het gewenste resultaat.
2. Als er geen redelijke kans (meer) is het gewenste resultaat te bereiken, wordt de rechtsbijstand verlening gestaakt.
3. DAS is bevoegd geen (verdere) bijstand te verlenen als het belang van de zaak niet opweegt tegen de (verder) te maken kosten van rechtsbijstand. DAS stelt dan een bedrag beschikbaar dat gelijk is aan het belang van de zaak.
4. DAS behoeft geen rechtsbijstand te verlenen als naast de verzekerde ook andere belanghebbenden (actie) willen voeren. Als DAS geen rechtsbijstand verleent, vergoedt zij aan verzekerde naar evenredigheid de gezamenlijk gemaakte kosten van rechts bijstand.
5. Als de behandeling niet door DAS zelf kan worden voltooid in verband met het procesmonopolie, draagt DAS deze over aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige. In aanmerking komen advocaten of rechtens bevoegde deskundigen die in Nederland zijn ingeschreven of kantoor houden, als de zaak hier dient of die bij het buitenlandse gerecht staan ingeschreven als de zaak daar dient. Onder rechtens bevoegde deskundige wordt verstaan een ter zake kundige die krachtens toepasselijke regels van procesbevoegdheid in de (eventuele)gerechtelijke of administratieve procedure de noodzakelijke rechtsbijstand mag verlenen.
6. Alleen DAS is bevoegd, na overleg met de verzekerde, opdrachten te verstrekken aan advocaten, rechtens bevoegde deskundigen en andere externe deskundigen. De opdrachten worden steeds gegeven namens de verzekerde. De verzekerde machtigt DAS hiertoe onherroepelijk.
7. Bij een opdracht aan een advocaat of rechtens bevoegde deskundige, zoals vermeld in artikel 4:65 Wft, volgt DAS de keuze van de verzekerde. In andere gevallen of ingeval van een opdracht aan een andere externe deskundige bepaalt DAS de keuze.
8. DAS is niet aansprakelijk voor schade door of in verband met de behandeling door een externe deskundige.
Artikel 38 Verplichtingen van de verzekerde
1. Een verzekerde die een beroep op de verzekering wil doen, meldt zijn verzoek zo spoedig mogelijk na het ontstaan van de
gebeurtenis aan bij DAS.
2. Als de verzekerde zijn verzoek meer dan een jaar na het ontstaan van de gebeurtenis aanmeldt, is DAS niet meer verplicht rechtsbijstand te verlenen tenzij de verzekerde aantoont dat DAS door de late melding niet in haar belangen is geschaad.
3. De verzekerde die een beroep op zijn verzekering doet, verleent alle medewerking die gevraagd wordt door DAS of door deze ingeschakelde externe deskundigen. Dit houdt in ieder geval in dat hij:
a. alle gegevens en stukken verstrekt die op zijn verzoek betrekking hebben;
b. DAS machtigt inzage te nemen in de stukken die een externe deskundige over zijn zaak ter beschikking heeft;
c. zich desgevraagd civiele partij stelt in een strafzaak en meewerkt aan het verhalen van gemaakte kosten van rechtsbijstand op derden;
d. alles nalaat wat de belangen van DAS kan schaden.
4. De verzekerde is verplicht de door DAS voorgeschoten kosten, voor zover hij die ontvangt, te restitueren aan DAS. Daaronder worden mede verstaan de bij een onherroepelijk vonnis toegewezen proceskosten.
Artikel 39 Onvermogen
DAS vergoedt aan de verzekerde de schade aan het verzekerde motorrijtuig door de onrechtmatige daad van een ander, voor zover de schade een eigen risico van € 125,– te boven gaat tot ten hoogste € 1.250,–. Dit als een verhaalsactie strandt door onvermogen van de wederpartij, tenzij de verzekerde de schade op een andere manier vergoed kan krijgen.
Artikel 40 Waarborgsom
1. DAS schiet aan de verzekerde een bedrag van ten hoogste
€ 25.000,– voor als door een buitenlandse overheid in verband met een gedekte strafzaak, de betaling van een waarborgsom wordt verlangd voor zijn vrijlating, de teruggave van zijn rijbewijs of de opheffing van een beslag, gelegd op het verzekerde motorrijtuig.
2. Door het aanvaarden van het voorschot machtigt de verzekerde de DAS onherroepelijk daarover te beschikken zodra het weer wordt vrijgegeven en aanvaardt hij de verplichting, zijn volle medewerking te verlenen aan het verkrijgen van onverwijlde restitutie aan DAS.
3. De verzekerde is verplicht het voorschot zo spoedig mogelijk terug te betalen, maar in ieder geval binnen één jaar nadat het is verstrekt.
Artikel 41 Het rechtsbijstandgebied, de bevoegde rechter en het toepasselijke recht
1. In de volgende gevallen wordt rechtsbijstand verleend in Europa en de landen rondom de Middellandse Zee, op voorwaarde dat de rechter van één van die landen bevoegd is en het recht van één van die landen van toepassing is:
a. het verhalen van schade ontstaan door een beschadiging van lijf of goed;
b. strafzaken;
c. geschillen uit sleep- en reparatieovereenkomst.
2. In alle overige gevallen wordt rechtsbijstand alleen verleend in Nederland, op voorwaarde dat de Nederlandse rechter bevoegd is en het Nederlandse recht van toepassing is.
Artikel 42 Belangenconflicten
Er is een belangenconflict als beide partijen in een geschil aanspraak hebben op rechtsbijstand door DAS.
Als dan geldt:
1. als er een geschil is tussen de verzekeringnemer en één van de medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechts bijstand aan de verzekeringnemer;
2. als er een geschil is tussen twee medeverzekerden op één polis, verleent DAS alleen rechtsbijstand aan de verzekerde die door de verzekeringnemer is aangewezen;
3. als er een geschil is tussen twee verzekerden op twee verschillende polissen zijn beide verzekerden bevoegd te verlangen dat aan hen bijstand wordt verleend door een advocaat of rechtens bevoegde deskundige naar eigen keuze op kosten van DAS.
Artikel 43 Geschillenregeling
1. Als de verzekerde het oneens blijft met het oordeel van DAS over de haalbaarheid of de wijze van behandeling, dan kan de verzekerde verzoeken dit verschil van mening voor te leggen aan een Nederlandse advocaat naar zijn keuze.
2. DAS legt dan dit verschil van mening, met alle relevante stukken, voor aan de aangewezen advocaat en verzoekt hem zijn oordeel te geven. Desgewenst verwoordt de verzekerde ook zijnerzijds nog eens het verschil van mening. Het oordeel van de advocaat is bindend voor DAS. De kosten zijn steeds voor rekening van DAS.
3. Als verzekerde zich niet met het oordeel van de advocaat kan verenigen, kan hij de zaaksbehandeling voor eigen rekening en risico voortzetten. Wordt hij daardoor alsnog geheel of gedeeltelijk in het gelijk gesteld, dan betaalt DAS alsnog, tot ten hoogste het verzekerde kosten maximum, de redelijk gemaakte kosten van rechtsbijstand.
4. Het recht om een verschil van mening over de uitleg of de toepassing van de polisvoorwaarden aan een rechter voor te leggen, vervalt na verloop van één jaar, nadat DAS haar standpunt schriftelijk heeft bekend gemaakt.
Artikel 44 Uitsluitingen
De DAS verleent geen rechtsbijstand (waaronder mede begrepen het verstrekken van advies):
1. als de verzekerde handelt in strijd met de verzekeringsvoorwaarden en daardoor de belangen van
DAS schaadt. Daarvan is in ieder geval sprake als de zaak zó laat is aangemeld dat DAS alleen maar met meer inspanningen of meer kosten rechtsbijstand zou kunnen verlenen;
2 als het rechtsprobleem een gevolg is van molest, natuurrampen en atoomkernreacties;
3. als het rechtsprobleem verband houdt met het besturen van een motorrijtuig terwijl de bestuurder niet bevoegd was het motorrijtuig te besturen. Deze uitsluiting wordt niet ingeroepen als:
a. in een strafzaak de vervolging geen betrekking heeft op het onbevoegd besturen van een motorrijtuig;
b. de verzekerde die het verzoek om rechtsbijstand doet, niet wist of redelijkerwijs niet kon weten dat de bestuurder onbevoegd bestuurde;