INLEIDING WOONHUIS & INBOEDEL COMBINATIEVERZEKERING
MODEL
BV 03.2.41 D
INLEIDING WOONHUIS & INBOEDEL COMBINATIEVERZEKERING
Voor u ziet u de polisvoorwaarden van de modules Inboedel, Woonhuis, Glas en Buiten het huis. Deze polis- voorwaarden bestaan uit de algemene voorwaarden, die ook op andere modules van toepassing zijn, en uit de bijzondere voorwaarden, die specifiek gelden voor de modules Inboedel, Woonhuis, Glas respectievelijk Buiten het huis.
Deze polisvoorwaarden hebben wij voor u zo duidelijk en begrijpelijk mogelijk gemaakt, zodat voor u helder is welke rechten en plichten u heeft. Deze polisvoorwaarden zijn mede geschreven aan de hand van de kern- waarden van Delta Lloyd Groep, waarvan ‘klant centraal’ en ‘open communicatie’ in dit verband de belangrijk- ste zijn.
WAT MOET U DOEN BIJ EEN SCHADE?
Bij schade moet u rekening houden met een aantal verplichtingen. In het algemene en bijzondere deel van de polisvoorwaarden gaan wij op deze verplichtingen in, en wordt ook aangegeven wat de gevolgen zijn als u
niet aan deze verplichtingen voldoet. Een mogelijk gevolg kan zijn dat uw recht op uitkering verminderd wordt of vervalt. Leest u voor een uitgebreide omschrijving in ieder geval artikel 9 van het algemene deel van deze voorwaarden. Per module gelden ook nog verplichtingen.
Bij schade:
– probeert u ervoor te zorgen dat de schade zoveel mogelijk wordt beperkt en dat erger wordt voorkomen;
– geeft u de schade zo spoedig mogelijk door.
Direct Schade Herstel
Delta Lloyd biedt u de service Direct Schade Herstel als de schade gedekt is en hersteld kan worden. Met deze service nemen wij u de zorg en herstelwerkzaamheden na een schade uit handen. Uw schade wordt goed en snel hersteld, op het moment dat het u uitkomt. U hoeft geen geld voor te schieten. De reparateur stuurt de factuur rechtstreeks naar Delta Lloyd. Maakt u gebruik van Direct Schade Herstel? Dan wordt uw (eventuele) eigen risico met de helft verminderd.
WELKE WIJZIGINGEN MOET U DOORGEVEN?
Tijdens de looptijd van de verzekering kunnen er wijzigingen ontstaan. Deze kunnen betrekking hebben op de verzekerde zaak/zaken of op uw persoonlijke situatie. Bepaalde wijzigingen moet u melden. Deze kunnen namelijk van belang zijn voor de premie en/of de dekking. In het algemene en bijzondere deel van de voor- waarden vertellen wij u welke wijzigingen u door moet geven. Daar leest u ook welke gevolgen bepaalde wijzigingen hebben voor uw dekking.
De volgende wijzigingen/omstandigheden moet u in elk geval doorgeven aan uw tussenpersoon:
– een verhuizing. Zie artikel 12;
– een verandering in inhoud van het woonhuis (bijvoorbeeld door uitbouw). Zie artikel 26.2;
– meer dan 2 maanden leegstand van de woning of een zelfstandig deel daarvan.
Zie artikel 21.2 en artikel 26.2;
– een bestemmingswijziging (wanneer bijvoorbeeld een praktijk aan huis gevoerd gaat worden).
Zie artikel 21.2 en artikel 26.2.
BV 03.2.41-0513
Leest u voor een uitgebreide omschrijving de artikelen over gewijzigde omstandigheden in de bijzondere voorwaarden erop na.
MODEL
BV 03.2.41 D
INHOUD Schade en veranderende omstandigheden 1
ALGEMENE VOORWAARDEN | Artikel 1 | Wat bent u verplicht mee te delen bij aanvang van de verzekering? | 3 |
Artikel 2 Artikel 3 | Waarop is uw verzekering gebaseerd? Met welke algemene zaken moet u rekening houden? | 3 3 | |
Artikel 4 | Waarvoor worden uw persoonsgegevens gebruikt? | 4 | |
Artikel 5 | Wat zijn de gevolgen van fraude? | 4 | |
Artikel 6 Artikel 7 | Wanneer moet de premie betaald worden? Wanneer kan de maatschappij de premie en/of voorwaarden aanpassen? | 5 5 | |
Artikel 8 | Wanneer kan een verzekering beëindigd worden? | 5 | |
Artikel 9 | Welke verplichtingen heeft u bij schade? | 6 | |
Artikel 10 Artikel 11 | Welke algemene uitsluitingen gelden er? Kunnen rechten uit de verzekering vervallen of verjaren? | 6 7 | |
Artikel 12 | Wat moet u doen bij een verhuizing? | 7 | |
Artikel 13 | Terrorismeschade en molest | 7 | |
Artikel 14 Artikel 15 | Hoe wordt uw schade geregeld? Welke begripsomschrijvingen hanteert de maatschappij? | 7 9 | |
BIJZONDERE VOORWAARDEN | MODULE INBOEDEL | 12 | |
Artikel 16 Waartegen is uw inboedel verzekerd? | 12 | ||
Artikel 17 Wat houdt waardegarantie voor u in? Artikel 18 Met welke bijzondere vergoedingsmaxima moet u rekening houden? | 16 16 | ||
Artikel 19 Wat is niet verzekerd? | 16 | ||
Artikel 20 Aanpassen van de premie | 17 | ||
Artikel 21 Gewijzigde omstandigheden | 17 |
MODULE WOONHUIS 18
Artikel 22 Waartegen is uw woonhuis verzekerd? 18
Artikel 23 Wat houdt waardegarantie voor u in? 20
Artikel 24 Wat is niet verzekerd? 20
Artikel 25 Aanpassen van de premie 21
Artikel 26 Gewijzigde omstandigheden 21
MODULE GLAS 21
Artikel 27 Wat is er verzekerd? 22
Artikel 28 Wat is niet verzekerd? 22
Artikel 29 Aanpassen van de premie 22
Artikel 30 Gewijzigde omstandigheden 22
MODULE BUITEN HET HUIS 23
Artikel 31 Waartegen is uw inboedel verzekerd? 23
Artikel 32 Met welke bijzondere vergoedingsmaxima moet
u rekening houden? 23
Artikel 33 Extra kostenvergoedingen 24
Artikel 34 Wat is niet verzekerd? 24
Artikel 35 Aanpassen van de premie 24
In deze algemene voorwaarden die hieronder genoemd worden in de artikelen 1 tot en met 15 staan bepalingen die zowel op de modules Inboedel, Woonhuis, Glas en Buiten het huis als ook op andere modules van toepassing zijn.
Naast de algemene voorwaarden zijn er ook bijzonde- re voorwaarden van toepassing, die specifiek gelden voor de module Inboedel, Woonhuis, Glas of Buiten het huis. Waar de bijzondere voorwaarden afwijken van de algemene voorwaarden, gaan de bijzondere voorwaarden vóór de algemene voorwaarden.
ARTIKEL 1
WAT BENT U VERPLICHT MEE TE DELEN BIJ AANVANG VAN DE VERZEKERING?
Om een inschatting te maken van het risico dat ver- zekerd moet worden, stelt de maatschappij u bij het afsluiten van de verzekering een aantal vragen.
Op basis van de antwoorden die u geeft wordt de ver- zekeringsovereenkomst gesloten. Belangrijk is dat u juist en zo volledig mogelijk antwoordt op de vragen die u gesteld worden. Daarbij moet u ook relevante feiten en omstandigheden over personen die u wenst te verzekeren doorgeven.
Als u onjuiste of onvolledige antwoorden geeft of de maatschappij niet direct informeert bij onjuistheden of onvolledigheden, kan dit tot gevolg hebben:
1 dat de verzekering wordt beëindigd door de maat- schappij, en/of;
2 dat er geen of een verminderd recht op uitkering bestaat.
De algemene wettelijke regeling over de ‘medede- lingsplicht’ op de door de verzekeraar gestelde vragen is van toepassing. Deze kunt u vinden in titel 17 van boek 7 van het Burgerlijk Wetboek. De feiten en om- standigheden die u op grond van de mededelingsplicht had moeten meedelen, blijven ook van toepassing op opvolgende contracten.
Wanneer de gegevens die u eerder hebt opgegeven wijzigen, heeft de maatschappij het recht om de aan- vraag opnieuw te beoordelen. Pas na de schriftelijke bevestiging van de maatschappij waaruit blijkt of en zo ja onder welke voorwaarden zij alsnog de verzeke- ring wil sluiten, is er dekking in de nieuwe situatie.
ARTIKEL 2
WAAROP IS UW VERZEKERING GEBASEERD?
De verzekeringsovereenkomst met u is gebaseerd op:
1 de gegevens die u telefonisch, schriftelijk of op een andere wijze doorgeeft. Wanneer de gegevens door de maatschappij bevestigd worden, moet u deze op juistheid en volledigheid controleren.
U bent verplicht om onjuistheden direct te melden bij de maatschappij;
2 de antwoorden op de vragen die de maatschappij u stelt en die u juist en zo volledig mogelijk moet beantwoorden;
3 de polis die na acceptatie op basis van de gegeven antwoorden verstrekt wordt. Op de polis wordt onder andere de door u gekozen verzekerings- dekking aangegeven;
de eventuele clausules die bij de polis worden afgegeven.
ARTIKEL 3
MET WELKE ALGEMENE ZAKEN MOET U REKENING HOUDEN?
1 Mededelingen
Mededelingen en toezeggingen die de maatschap- pij doet, zijn alleen bindend wanneer ze door
de maatschappij aan u of de verzekerde worden bevestigd.
2 Bedenkperiode
U kunt tot 14 dagen na ontvangst van het eer- ste polisblad aangeven dat u de verzekering toch niet wilt sluiten. Wanneer u van deze mogelijk- heid gebruik wilt maken, moet u de verzekering beëindigen. De verzekering wordt in dat geval beschouwd als nooit van kracht te zijn geweest. Aan de opzegging zijn geen kosten verbonden en u bent ook geen premie verschuldigd.
Wanneer er al één of meer verzekeringen in Het Verzekeringspakket Particulieren zijn gesloten, geldt het recht op annulering alleen voor de ver- zekeringen die daarna worden bijgesloten.
3 Toepasselijk recht
Op de verzekeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
4 Contractperiode
De verzekering geeft dekking tijdens de contract- periode. Deze periode wordt op het polisblad vermeld. De maatschappij zal u tijdig wijzen op het einde van de contractperiode en de opzegmo- gelijkheid die u dan heeft. Ook zal zij u informeren over de nieuwe contractperiode en de bijbehoren- de voorwaarden.
5 Verzekeringsmaatschappij die optreedt als risicodrager
De verzekering is afgesloten voor rekening en risico van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, gevestigd te Xxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx (Handelsregister KvK Amsterdam 33052073). Delta Lloyd Schadeverzekering NV staat als aan- bieder van (schade)verzekeringen geregistreerd
bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft vergunning van De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) om het schadeverzekeringsbedrijf uit te oefenen. Delta Lloyd Schadeverzekering is een handelsnaam van Delta Lloyd Schadeverzekering NV.
6 Gebeurtenis
Een voorval of een reeks van voorvallen die met elkaar verband houden, die één oorzaak heeft en die schade aan personen en/of zaken tot gevolg heeft.
7 Onzekere gebeurtenis
De maatschappij dekt de schade alleen wanneer de schadeveroorzakende gebeurtenis plotseling en onvoorzien is veroorzaakt of is ontstaan tijdens de looptijd van de verzekering. Bovendien moet het bij het sluiten of wijzigen van de verzekering onzeker zijn geweest of de verzekerde gebeurtenis
zich voor zou doen. Wanneer u de dekking op een later tijdstip uitbreidt, geldt voor de dekking waarmee de verzekering wordt uitgebreid de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
8 Andere verzekeringen/modules
Als u een andere verzekering heeft die dekking biedt of dekking zou bieden als u deze verzeke- ring niet zou hebben afgesloten, dan keert deze verzekering pas in de laatste plaats uit.
Alleen de schade die boven het bedrag uitkomt waarvoor een andere verzekering dekking biedt of zou bieden, wordt dan vergoed op de verzeke-
ring die bij de maatschappij is gesloten. Het maakt daarbij niet uit welke verzekering van oudere datum is. Een eigen risico op de andere verzeke- ring wordt niet vergoed.
Als voor een schade meerdere modules van deze verzekering dekking bieden, dan wordt de schade alleen vergoed op basis van de module die voor u de ruimste dekking en/of hoogste uitkering biedt.
9 Wat te doen bij klachten
Met klachten kunt u in eerste instantie terecht bij de betrokken afdeling. Komt u er samen niet uit, dan kunt u uw klacht richten aan de directie van Delta Lloyd Schadeverzekering NV,
Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx.
Mocht hierna nog geen overeenstemming worden bereikt, dan kunt u zich wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD): Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
Telefoon (0000) 000 00 00 (xxx.xxxxx.xx).
10 Uitkering
De maatschappij betaalt de schade-uitkering aan u, tenzij u iemand anders aanwijst of de polisvoor- waarden anders bepalen.
ARTIKEL 4
WAARVOOR WORDEN UW PERSOONSGEGEVENS GEBRUIKT?
De maatschappij (of een gevolmachtigd agent wan- neer u via deze agent de verzekering heeft gesloten) verwerkt persoons- en bedrijfsgegevens. Zij doet dit voor zover dat nodig is om de bedrijfsdoelstellingen verantwoord uit te kunnen voeren.
ARTIKEL 4.1
INTERNE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS
De maatschappij kan gegevens gebruiken voor:
1 het voorbereiden, aangaan, uitvoeren en beëin- digen van overeenkomsten. Hieronder valt onder andere:
– het verwerken van gegevens voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst;
– het opstellen van offertes;
– het geven van informatie;
– het kopen, bestellen en leveren van goederen en diensten;
– het beperken van de schadelast;
– het afhandelen van transacties;
– het bemiddelen bij transacties of verzoeken die voortkomen uit eerdere dienstverlening, zoals claims, declaraties, tussentijdse beëindigingen en geschillen;
2 het samenstellen van managementinformatie;
3 het ontwikkelen van producten en diensten en het bepalen van algemeen beleid;
4 het voldoen aan wettelijke verplichtingen;
5 het laten uitvoeren van accountantscontrole;
6 het voorkomen en afhandelen van fraudegevallen. Hieronder valt onder andere het verstrekken van informatie over claims, declaraties en tussentijdse beëindigingen binnen de verzekeringsbranche en gerechtelijke instanties;
7 marketingactiviteiten. Deze activiteiten zijn gericht op het tot stand brengen, in stand houden en uit- breiden van de relatie tussen (potentiële) verze- kerden en de maatschappij(en) die tot Delta Lloyd Groep behoren;
8 het registreren van opdrachten en overeenkom- sten die u verstrekt of sluit via de telefoon of andere interactieve media. Deze moeten betrek- king hebben op diensten van de maatschappij;
9 het verwerken van informatie die u via de telefoon of andere interactieve media aan de maatschappij geeft.
Op de verwerking van persoonsgegevens is de gedragscode ‘Verwerking Persoonsgegevens Financiële instellingen’ van toepassing. De volledige tekst van
de gedragscode kunt u raadplegen via de website van het Verbond van Verzekeraars, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. U kunt de gedragscode ook opvragen bij het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, Telefoon (000) 000 00 00.
ARTIKEL 4.2
EXTERNE VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS BIJ DE STICHTING CIS
In de database van de Stichting Centraal Informatie Systeem van in Nederland werkzame schadeverzeke- ringsmaatschappijen (Stichting CIS) kunnen gegevens verwerkt worden die u bij het afsluiten of wijzigen van een verzekering of in geval van schade verstrekt. Voor een verantwoord acceptatiebeleid kan de maat- schappij uw gegevens raadplegen bij de Stichting
CIS te Den Haag. Het doel hiervan is risico’s te beheersen en fraude tegen te gaan.
Op deze registratie is het privacyreglement van de Stichting CIS van toepassing. Kijkt u voor meer informatie op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. Hier vindt u ook het privacyreglement dat van toepassing is.
ARTIKEL 5
WAT ZIJN DE GEVOLGEN VAN FRAUDE?
1 Onder fraude wordt verstaan: het opzettelijk en op andere gronden en wijzen dan waarvoor deze bedoeld zijn (proberen te) krijgen van een
schade- of kostenvergoeding, reparatie van schade in natura, uitkering waar geen recht op bestaat of verzekeringsdekking op basis van valse informatie.
2 Wanneer de maatschappij het vermoeden heeft dat van fraude zoals hierboven in sub 1 omschre- ven sprake kan zijn, zal zij de omstandigheden (laten) onderzoeken. Wanneer u of de verzekerde geen medewerking verleent aan dit onderzoek, kan de maatschappij ertoe besluiten om geen schade te vergoeden en/of de verzekeringsover- eenkomst op te zeggen.
3 De maatschappij informeert u of de verzekerde schriftelijk over de uitkomsten van het onderzoek.
4 Het gevolg van fraude is dat u geen uitkering krijgt, behalve wanneer u of de verzekerde kan aantonen dat de fraude het hele verval van het recht op uitkering niet rechtvaardigt. Bij fraude worden de onderzoekskosten die gemaakt zijn bij u of de verzekerde in rekening gebracht.
5 Wanneer de fraude na de schade-uitkering wordt vastgesteld worden de (schade)bedragen die al uitgekeerd zijn teruggevorderd, en de (onder- zoeks)kosten die gemaakt zijn bij u of de verze- kerde in rekening gebracht.
6 In geval van fraude kan de maatschappij uw verzekeringsovereenkomst(en) met Delta Lloyd Schadeverzekering N.V. beëindigen.
7 De maatschappij kan aangifte doen van fraude bij de politie, en kan de gegevens van u of de verzekerde laten registreren bij de Stichting CIS. Wanneer de maatschappij dit doet, zal zij u daar- van schriftelijk op de hoogte brengen.
ARTIKEL 6
WANNEER MOET DE PREMIE BETAALD WORDEN?
1 Premie vooruit betalen
De premie moet vooruit betaald worden op de premievervaldatum. Deze datum wordt altijd op het betalingsverzoek vermeld. Bij de premie kun- nen ook kosten, buitengerechtelijke kosten, wette- lijke rente en assurantiebelasting zijn inbegrepen.
2 Gevolg van wanbetaling bij de aanvangspremie Bij het begin van de verzekering moet u ervoor zorgen dat de maatschappij de premie heeft ont- vangen binnen 30 dagen na de dagtekening die op het polisblad wordt vermeld. Wanneer de pre- mie binnen de genoemde termijn niet ontvangen is, wordt de verzekering beschouwd als nooit tot stand gekomen. U kunt in dat geval vanaf de ingangsdatum geen rechten ontlenen aan de ver- zekering. De maatschappij is niet verplicht om u in dit geval een aanmaning te sturen.
3 Gevolg van wanbetaling bij volgende premie- termijnen
Wanneer u de tweede en/of volgende premieter- mijnen (de vervolgpremie) niet op tijd betaalt, zal de maatschappij u aanmanen. Betaalt u ver- volgens nog niet, dan is er geen dekking voor
gebeurtenissen die plaatsvinden vanaf de 15e dag nadat u bent aangemaand en desondanks niet hebt betaald. Wanneer u de tweede en/of volgen- de premietermijnen weigert te betalen, is er geen dekking voor gebeurtenissen die plaatsvinden na de premievervaldatum. Beide regelingen gelden ook bij een verlenging van de verzekering.
4 Herstel van de dekking na ontvangst van alle opeisbare termijnen
Wanneer de dekking vanwege wanbetaling opge- schort of beëindigd wordt, blijft u verplicht om de premie te betalen. Pas als alle tot dat moment opeisbare premietermijnen ontvangen zijn, gaat de opgeschorte verzekering weer dekking bieden. De dekking wordt dan weer van kracht op de dag die volgt op de dag van de volledige premiebeta- ling en alleen voor schades veroorzaakt of ont- staan na die dag.
5 Mogelijke beëindiging bij schorsing
Wanneer de verplichtingen van de maatschappij geschorst zijn, heeft de maatschappij het recht om de verzekering te beëindigen. Zij brengt u daarvan schriftelijk op de hoogte.
6 Terugbetaling van premie
Bij tussentijdse beëindiging heeft u recht op terugbetaling van de premie over de termijn dat de verzekering niet meer van kracht is.
ARTIKEL 7
WANNEER KAN DE MAATSCHAPPIJ DE PREMIE EN/OF VOORWAARDEN AANPASSEN?
1 De maatschappij kan de premie en/of de voor- waarden voor verzekeringen van dezelfde soort herzien.
2 De maatschappij kan één of meer beperkende bepalingen of een premieverhoging toepassen op individuele verzekeringen als het schadeverloop of een risicoverzwaring daartoe aanleiding geeft.
In beide gevallen stelt de maatschappij u vóór de ingangsdatum van de wijziging(en) op de hoogte. Wanneer u het niet eens bent met de wijzigingen, kunt u de verzekering tussentijds beëindigen, tenzij er een wettelijke regeling is die de maatschappij verplicht tot de wijziging.
U heeft tot 30 dagen ná ingang van de wijzigingen het recht om tussentijds op te zeggen, waarbij u opzegt per de wijzigingsdatum.
ARTIKEL 8
WANNEER KAN EEN VERZEKERING BEËINDIGD WORDEN?
De verzekering kan op verschillende gronden beëin- digd worden door u of door de maatschappij. Ook kan een verzekering van rechtswege (automatisch) eindi- gen. Hieronder geven wij aan in welke gevallen u en de maatschappij de verzekering op kunnen zeggen.
ARTIKEL 8.1
OPZEGGING DOOR DE VERZEKERINGNEMER
U heeft het recht om de verzekering te beëindigen:
1 per de einddatum van de eerste contractperiode mits de opzegging binnen een maand na afloop van de eerste contractperiode door de maatschap- pij is ontvangen. Na afloop van de eerste contract- periode kan de verzekering dagelijks opgezegd worden, met een opzegtermijn van 1 maand;
2 wanneer de premie en/of de voorwaarden aange- past worden. Er moet dan voldaan worden aan de voorwaarden die in artikel 7 gesteld worden;
3 na een schademelding. De verzekering moet dan opgezegd worden binnen 1 maand na de afwikke- ling van de schade;
4 vanaf de dag dat u uw woon- of vestigingsadres niet langer in Nederland heeft;
5 binnen 2 maanden nadat de maatschappij tegen- over u een beroep op niet-nakoming van de mede- delingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzegging van de maatschappij is ver- meld, of als deze ontbreekt op de datum van dagtekening van deze opzegging.
In alle genoemde gevallen loopt de verzekering uiterlijk tot de datum van de beëindiging.
ARTIKEL 8.2
OPZEGGING DOOR DE MAATSCHAPPIJ
De maatschappij heeft het recht om de verzekering te beëindigen:
1 per de einddatum van de contractperiode. Er geldt een opzegtermijn van 2 maanden;
2 als de premie niet binnen de daarvoor gestelde termijn is betaald of als u deze weigert te betalen. De verzekering eindigt op de datum die de maat- schappij in de opzegging noemt;
3 als door u of de verzekerde opzettelijk een onjuis- te voorstelling van zaken wordt gegeven (fraude). De verzekering eindigt dan met onmiddellijke ingang;
4 als de maatschappij van mening is dat het risico voor haar in redelijkheid onaanvaardbaar hoog of groot is. Het aantal schades dat u heeft gehad kan hierbij meespelen;
5 vanaf de dag dat u uw woonadres niet langer in Nederland heeft;
6 na een schademelding. De verzekering moet dan door de maatschappij opgezegd worden binnen 1 maand nadat de schade afgewikkeld is. Er geldt een opzegtermijn van 2 maanden;
7 binnen 2 maanden nadat de maatschappij heeft ontdekt dat u de mededelingsplicht bij het aan- gaan van de verzekering niet bent nagekomen en u daarbij heeft gehandeld met de opzet de maat- schappij te misleiden, of de maatschappij bij ken- nis van de ware stand van zaken de verzekering niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de datum die de maatschappij in de opzegging noemt.
In alle genoemde gevallen loopt de verzekering uiterlijk tot de datum van de beëindiging.
ARTIKEL 8.3
BEËINDIGING VAN RECHTSWEGE
De verzekering eindigt van rechtswege (automatisch) wanneer u geen belang meer heeft bij de verzekering, bijvoorbeeld door totaal verlies of verkoop van de verzekerde zaak/zaken.
ARTIKEL 9
WELKE VERPLICHTINGEN HEEFT U BIJ SCHADE?
In geval van schade zijn er verplichtingen waar u aan moet voldoen. Het is belangrijk dat u deze verplichtin- gen nakomt. Komen u en de andere verzekerden deze verplichtingen namelijk niet na, dan vervalt onmiddel- lijk elk recht op uitkering wanneer de maatschappij daardoor in haar redelijke belangen wordt geschaad.
U bent in geval van schade verplicht om:
1 zo snel als in redelijkheid mogelijk is de maat- schappij in te lichten over een schade;
2 onmiddellijk passende maatregelen te nemen om de schade te beperken. De kosten van deze pas- sende maatregelen worden door de maatschappij vergoed. Leest u hiervoor de bijzondere voorwaar- den;
3 onmiddellijk aangifte te doen bij de politie van aanrijding, aanvaring, joyriding, diefstal, verlies, vandalisme en andere strafbare feiten;
4 geen toezeggingen te doen, verklaringen af te leg- gen of handelingen te verrichten waaruit kan wor- den opgemaakt dat u aansprakelijkheid erkent.
De maatschappij zal uitzoeken of u aansprakelijk bent;
5 mee te werken aan een onderzoek naar de schade door de maatschappij. Daarvoor kan de maat- schappij experts en deskundigen inschakelen. U moet deze experts en deskundigen de informatie geven die in verband met de schade gevraagd wordt. Op verzoek van de maatschappij moet u bewijsstukken, nota’s en dergelijke bewaren voor controles die achteraf kunnen plaatsvinden;
6 volledig mee te werken aan:
– de behandeling van een schadevergoeding die door een derde wordt geëist;
– het verhalen van schade door de maatschappij. Dit kan inhouden dat u rechten die u heeft op een derde in verband met een schade moet overdragen aan de maatschappij. Hieraan moet u meewerken, bijvoorbeeld door het onderte- kenen van een akte;
7 de aanwijzingen die de maatschappij u geeft op te volgen en niets te doen wat de belangen van de maatschappij zou kunnen benadelen;
8 aansprakelijkstellingen, dagvaardingen en derge- lijke zo spoedig mogelijk door te sturen naar de maatschappij. De maatschappij zal daarop actie ondernemen;
9 op verzoek van de maatschappij binnen een rede- lijke termijn een schriftelijke en ondertekende verklaring over de oorzaak, de toedracht en de omvang van de schade op te stellen. Eventuele stukken die door de maatschappij zijn opgevraagd moet u daarbij overleggen;
10 de maatschappij een overzicht te geven van de andere verzekeringen die verband houden met het verzekerde risico;
11 direct na het eerste verzoek van de maatschappij de (eigendoms)rechten van gestolen, verloren of verduisterde verzekerde goederen aan de maat- schappij over te dragen.
ARTIKEL 10
WELKE ALGEMENE UITSLUITINGEN GELDEN ER?
Schade of verlies veroorzaakt of ontstaan door de vol- gende oorzaken is niet verzekerd:
1 molest;
2 atoomkernreacties;
3 aardbeving;
4 vulkanische uitbarsting;
5 opzet/roekeloosheid/merkelijke schuld. Schade of verlies, veroorzaakt of ontstaan door opzet, (al of niet bewuste) roekeloosheid of (al of niet bewuste) merkelijke schuld is niet verzekerd. Of de schade veroorzaakt wordt aan de eigen belangen van ver- zekerde of (ook) aan de belangen van één of meer andere verzekerden, is niet van belang.
Onder verzekerden vallen in verband met schade of verlies door opzet, roekeloosheid en merkelijke schuld ook de echtgenoot, geregistreerde partner, kinderen en huisgenoten, ongeacht of zij op de polis als verzekerde worden vermeld.
Ook is niet verzekerd schade of verlies, (mede) ver- oorzaakt, ontstaan of verergerd door:
6 activiteiten van een verzekerde of (onder)huurder die wettelijk niet zijn toegestaan.
ARTIKEL 11
KUNNEN RECHTEN UIT DE VERZEKERING VERVALLEN OF VERJAREN?
Rechten uit de verzekering, zoals het recht op scha- devergoeding, moeten u of de verzekerde binnen bepaalde termijnen kenbaar maken. Deze rechten kunnen namelijk verjaren. De rechten van u of de verzekerde kunnen ook vervallen wanneer u of de verzekerde de verplichtingen uit de verzekering niet nakomen of wanneer u of de verzekerde de maat- schappij opzettelijk misleid heeft.
Xxxxx u rekening met de volgende zaken:
1 wanneer u of de verzekerde bekend wordt met een schadeveroorzakende gebeurtenis, moet u of de verzekerde de maatschappij zo spoedig moge- lijk inlichten. Uit deze gebeurtenis kan immers een verplichting tot schadevergoeding voor de maat- schappij ontstaan;
2 het recht op schadevergoeding verjaart 3 jaar na de schadeveroorzakende gebeurtenis. Daarbij
wordt gerekend vanaf het moment waarop u of de verzekerde kennis krijgt of had kunnen krijgen van de schadeveroorzakende gebeurtenis. Binnen de genoemde termijn moet u of de verzekerde schrif- telijk aangeven dat u aanspraak heeft op rechten uit de polis;
3 na een afwijzing van de maatschappij verjaart de vordering na verloop van 6 maanden;
4 wanneer u of de verzekerde (al dan niet bij scha- de) opzettelijk de maatschappij misleid heeft, ver- valt onmiddellijk elk recht op uitkering, tenzij de misleiding het verval van rechten niet rechtvaar- digt;
5 wanneer u of de verzekerde (al dan niet bij scha- de) de verplichtingen uit de verzekering niet na- komt, vervalt onmiddellijk elk recht op uitkering wanneer de maatschappij daardoor in haar rede- lijke belangen wordt geschaad.
ARTIKEL 12
WAT MOET U DOEN BIJ EEN VERHUIZING?
Bij verhuizing bent u verplicht om de maatschappij daarvan uiterlijk binnen 30 dagen na de verhuisdatum op de hoogte te brengen. Komt u deze verplichting niet na, dan vervalt het recht op uitkering.
Vereist is dat de maatschappij in haar redelijke belan- gen geschaad wordt door de niet nakoming van deze verplichting.
ARTIKEL 13
TERRORISMESCHADE EN MOLEST
1 Beperkte vergoeding bij terrorismeschade
De maatschappij is aangesloten bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorisme- schaden N.V. (NHT). De maatschappij vergoedt
de schade op basis van het Protocol afwikkeling Claims van de NHT. Daarin staat dat de schade- vergoeding beperkt kan worden bij terrorisme, kwaadwillige besmetting en dergelijke.
De schadevergoeding kan in dat geval worden beperkt tot de uitkering die de maatschappij ont- vangt van de NHT. De NHT beslist of er sprake is van een terrorismeschade. Pas wanneer de beslis- sing van de NHT en het bedrag van de vergoeding bekend zijn gemaakt, is er recht op schadever- goeding. De volledige tekst van het protocol kunt u vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
2 Verval van rechten bij niet-tijdige melding
Elk recht op schadevergoeding of uitkering vervalt als de melding van de claim niet is gedaan binnen 2 jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade. Hiermee wordt afgewe- ken van de regeling over verjaring in artikel 11.
3 Molest
De maatschappij keert niet uit als de schade en/ of de kosten veroorzaakt zijn door of ontstaan zijn uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
De definities van deze begrippen zijn in de algemene begripsomschrijvingen in artikel 15 opgenomen onder de term ‘molest’.
ARTIKEL 14
HOE WORDT UW SCHADE GEREGELD?
In dit artikel leggen wij uit hoe uw schade geregeld wordt. U leest hier onder andere:
– hoe de schade wordt vastgesteld;
– welke rechten u heeft bij het regelen van de schade door de maatschappij;
– wat de maatschappij van u bij het regelen van de schade verwacht;
– van welke waarde (bijvoorbeeld dagwaarde of nieuwwaarde) bij de schadevaststelling wordt uitgegaan;
– welke invloed andere verzekeringen op de vergoeding kunnen hebben.
Hieronder ziet u voor welke modules de betreffende artikelleden van toepassing zijn:
Module Inboedel:
– artikel 14.1 t/m 14.5, 14.7 t/m 14.9 Module Woonhuis:
– artikel 14.1 t/m 14.4, 14.6 t/m 14.8 Module Glas:
– artikel 14.1, 14.7 Module Buiten het huis:
– artikel 14.1 t/m 14.5, 14.7 t/m 14.9
ARTIKEL 14.1
VERGOEDING IN NATURA
Bij elke gebeurtenis heeft de maatschappij het recht om de schade te vergoeden door te leveren in natura.
ARTIKEL 14.2
HET VASTSTELLEN VAN DE SCHADE
Het schadebedrag wordt in overleg met u vastgesteld, of door een expert die door de maatschappij is aange- wezen. De schadevaststelling door de expert geldt in dit laatste geval als het enige bewijs voor de grootte van de schade. U heeft echter het recht om een contra-expert aan te wijzen. In dat geval stellen beide
experts de schade vast. Vooraf zullen beide experts een derde expert moeten benoemen. Komt de scha- devaststelling tussen beide experts namelijk niet overeen, dan zal de derde expert het schadebedrag vaststellen. De derde expert doet dit binnen de grenzen van de door de beide experts vastgestelde schadebedragen. De beslissing van de derde expert is in dit geval bindend. Zowel de expert die door de maatschappij is aangewezen als de contra-expert en de derde expert moeten zijn aangesloten bij de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’.
Als de maatschappij meewerkt aan de procedure die hierboven omschreven is, betekent dit niet dat de maatschappij daarmee erkent dat er een verplichting is om uit te keren.
ARTIKEL 14.3
DE OMVANG VAN DE SCHADE
De maatschappij stelt de omvang van de schade vast op het verschil tussen de waarde van de inboedel, respectievelijk het woonhuis onmiddellijk vóór en ná de gebeurtenis.
ARTIKEL 14.4
VERGOEDING VAN DE HERSTELKOSTEN
1 bij inboedel
Als herstel mogelijk is en de herstelkosten lager zijn dan het verschil tussen de waarde onmiddellijk vóór en ná de gebeurtenis, gaat de maatschappij bij de vergoeding uit van de herstel- kosten. Als daarbij op basis van nieuwwaarde wordt vergoed, zal de maatschappij dit bedrag verhogen met een bedrag voor waardevermindering, als dat door de schade is veroorzaakt en/of is ontstaan en niet door het herstel is verdwenen.
2 bij het woonhuis
Als het woonhuis voor een deel beschadigd is, vergoedt de maatschappij de herstelkosten op voorwaarde dat het woonhuis daadwerkelijk her- steld wordt. Wordt het woonhuis niet hersteld, dan vergoedt de maatschappij op basis van de ver- koopwaarde, zo lang deze kosten niet hoger zijn dan het bedrag waarop de herstelkosten begroot zijn. Is dat wel zo, dan vergoedt de maatschappij de herstelkosten die begroot zijn.
ARTIKEL 14.5
DE WAARDEVASTSTELLING BIJ SCHADE AAN INBOEDEL
Voor het vaststellen van de waarde van de inboedel vóór de gebeurtenis gaat de maatschappij uit van de nieuwwaarde. Daarop zijn echter uitzonderingen
mogelijk. Zo vergoedt de maatschappij op basis van:
dagwaarde:
1 als de dagwaarde op het moment van de gebeur- tenis minder is dan 40% van de nieuwwaarde;
2 als de inboedel niet gebruikt werd waarvoor zij was bestemd;
3 als het gaat om stormschade aan zonweringen, (schotel)antennes, vlaggenstokken exclusief vlag, buitenlampen en uithangborden;
4 als het gaat om brom- of snorfietsen, onderdelen en accessoires van motorrijtuigen, caravans en vaartuigen;
5 als het gaat om beroepsuitrusting, kantoor- en/of praktijkinventaris, gehuurde inboedel en medische apparatuur in bruikleen.
zeldzaamheidswaarde:
als het gaat om xxxxxx, antiek meubilair, kunstvoor- werpen en/of verzamelingen.
Let op: er geldt een afwijkende regeling voor post- zegel- en muntenverzamelingen:
postzegelverzamelingen:
schade aan losse postzegels wordt niet vergoed. Voor schade aan buitenlandse postzegels gaat de maatschappij uit van maximaal 40% van de waarde
die in de meest recente catalogus van Xxxxx en Tellier is opgenomen.
Voor schade aan Nederlandse postzegels en/of aan postzegels van Overzeese gebiedsdelen gaat de maat- schappij uit van maximaal 60% van de waarde die
in de meest recente catalogus van de Vereniging van Postzegelhandelaren in Nederland is opgenomen.
muntenverzamelingen:
schade aan losse munten wordt niet vergoed.
Voor schade aan Nederlandse munten gaat de maat- schappij uit van de middelste waarde die in de meest recente muntencatalogus van Mevius is opgenomen. Voor schade aan andere munten dan Nederlandse gaat de maatschappij uit van de middelste waarde die in de meest recente wereldcatalogus van Xxxxxxx
X. Xxxxxx en Xxxxxxxx Xxxxxxx is opgenomen. De koers van de Amerikaanse dollar wordt daarbij bepaald op de dag van de schade.
ARTIKEL 14.6
DE WAARDEVASTSTELLING BIJ SCHADE AAN HET WOONHUIS
1 Vergoeding op basis van herbouwwaarde
Als het woonhuis na een schade wordt herbouwd, vergoedt de maatschappij op basis van de her- bouwwaarde. Voorwaarde is dat u binnen 12 maanden na de gebeurtenis de maatschappij op de hoogte brengt van de beslissing dat het woon- huis herbouwd zal worden. De maatschappij keert dan onmiddellijk 50% van de schadevergoeding op basis van de herbouwwaarde uit. Het restant keert de maatschappij uit nadat de originele nota’s aan de maatschappij verstrekt zijn. De totale uitkering is nooit meer dan de kosten die werkelijk besteed zijn. De maatschappij kan schriftelijk een redelijke termijn stellen waarbinnen daadwerkelijk met de herbouw moet zijn begonnen. Ook kan de maat- schappij een redelijke termijn stellen waarbinnen de herbouw van het woonhuis gereed moet zijn.
Als de overheid herbouw op dezelfde plaats niet toestaat en daarom moet worden uitgeweken naar een andere plek in Nederland, wordt deze situatie gelijkgesteld aan herbouw op de plaats waar het woonhuis oorspronkelijk stond. Als in dit geval de kelders en fundering niet zijn beschadigd, maar desondanks niet meer gebruikt kunnen worden omdat herbouwd wordt op een andere plek,
vergoedt de maatschappij ook de waarde van deze zaken.
Let op: de maximale vergoeding voor deze zaken is maximaal 25.000 euro en niet meer dan de kosten die werkelijk besteed zijn.
2 Vergoeding op basis van verkoopwaarde De maatschappij vergoedt op basis van de verkoopwaarde als:
– niet gekozen wordt voor herbouw;
– de termijn van 12 maanden is verstreken waarbinnen u kunt aangeven dat het woonhuis herbouwd zal worden;
– u het voornemen had om het woonhuis af te breken of als het woonhuis bestemd was om afgebroken of onteigend te worden;
– het woonhuis onbewoond was;
– de gemeente het woonhuis onbewoonbaar of onbruikbaar had verklaard;
– het woonhuis geheel of voor een deel was gekraakt.
ARTIKEL 14.7
ONJUISTE POLISGEGEVENS
De module Inboedel, de module Woonhuis, de module Glas en de module Buiten het huis zijn tot stand gekomen door gegevens die u verstrekt heeft en die op het polisblad staan vermeld. Op deze gegevens is ook de premie gebaseerd die u moet betalen, tenzij deze gegevens tijdens de looptijd van de verzeke- ring zijn gewijzigd. Wanneer de gegevens die u hebt opgegeven onjuist blijken te zijn, worden schade en kosten maximaal vergoed in dezelfde verhouding als de betaalde premie staat tegenover de premie die u bij het doorgeven van de juiste gegevens had moeten betalen. Deze regel geldt tenzij de premie die u had moeten betalen lager is.
ARTIKEL 14.8
TUSSENTIJDS OPVRAGEN VAN GEGEVENS
De maatschappij heeft het recht om u na een schade- melding te vragen om de gegevens die door u zijn verstrekt opnieuw door te geven.
ARTIKEL 14.9
SPECIALE VERZEKERING VOOR INBOEDEL
Het is mogelijk dat de inboedel die op de module Inboedel is verzekerd, ook op een andere, speciale verzekering (zoals bijvoorbeeld een kostbaarheden- of een fietsverzekering) is verzekerd. In dat geval biedt de module Inboedel alleen dekking volgens de polis- voorwaarden van deze module voor het deel van de schade dat niet op die andere verzekering vergoed wordt. Het maakt daarbij niet uit welke verzekering van oudere datum is.
ARTIKEL 15
WELKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN HANTEERT DE MAATSCHAPPIJ?
In dit artikel leggen we de begrippen uit die in deze voorwaarden gebruikt worden. Eerst volgen de om- schrijvingen van de begrippen die in alle modules dezelfde betekenis hebben. Deze worden gevolgd
door specifieke begripsomschrijvingen die alleen gelden voor de module Inboedel, Woonhuis, Glas of Buiten het huis.
Let op: de betekenis van een begrip kan per module afwijken. Zo wordt het begrip ‘schade’ in de module Inboedel bijvoorbeeld anders omschreven dan in de module Aansprakelijkheid particulieren.
ARTIKEL 15.1
ALGEMENE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Aardbeving
Er is sprake van schade door een aardbeving:
– als de schade ontstaat als gevolg van de aard- beving, of;
– binnen 24 uur na de aardbeving, in of dichtbij de plaats waar het woonhuis en/of de inboedel (inclu- sief de kostbaarheden) zich bevindt/bevinden.
Atoomkernreactie
Iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt.
Audiovisuele en computerapparatuur
1 Alle soorten beeld-, geluids-, zend- en ontvang- apparatuur;
2 Alle soorten computerapparatuur.
Dit alles met de normaal daarbij horende randappara- tuur en overige hulpmiddelen, zoals dvd’s, USB-sticks, cd’s, cd-rom’s, banden, cassettes, boxen, monitoren en printers. Software valt niet onder de genoemde apparatuur, tenzij deze als standaardpakket zonder aanpassing(en) verkrijgbaar is.
Bereddingskosten
De kosten die zijn gemaakt om direct na een verze- kerde gebeurtenis het ontstaan van verdere schade te voorkomen of om de schade te verminderen.
De reparatiekosten van de schadeoorzaak vallen hier niet onder.
Beroving en afpersing
Het met geweld of onder dreiging van geweld dwingen om geld en/of zaken af te geven die onder uw inboe- del vallen.
Brand
Een vuur met vlammen buiten een haard, dat zich op eigen kracht kan uitbreiden. Het vuur moet ontstaan zijn door verbranding met vlammen. Onder brand wordt niet verstaan:
– schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– kortsluiting;
– oververhitten, doorbranden, scheuren of breken van ovens en ketels.
Bijgebouw(en)
De (losstaande) bijgebouwen zoals schuren, garages en kelderboxen die bij de woning horen.
Bijzondere verzamelingen
Hieronder vallen onder andere munten-, postzegel-, kristal-, zilverwerk- en speelgoedverzamelingen.
Dagwaarde
De nieuwwaarde, verminderd met een aftrek vanwege waardevermindering door ouderdom en/of slijtage.
Directe neerslag
Regen, sneeuw, hagel en smeltwater.
Eigen gebrek
Een minderwaardige eigenschap van een zaak, die al dan niet ligt in de aard van de zaak zelf, en die ervoor kan zorgen dat de kans op schade vergroot wordt.
Explosie
Een korte, plotselinge krachtsuitspatting van gassen of dampen.
Geldswaardig papier
Papier dat zonder dat verdere schriftelijke handelin- gen nodig zijn een bepaalde waarde vertegenwoor- digt. Betaal- en reischeques en cadeauwaardebonnen zijn hier voorbeelden van. Bankpassen en chipknip worden ook als geldswaardig papier gezien.
Inbraak
Het zich onrechtmatig toegang verschaffen door het verbreken van degelijke afsluitingen. Door de inbraak moeten deze afsluitingen zonder reparatie of vervan- ging niet meer geschikt zijn om gebruikt te worden.
Indirecte neerslag
Water dat alleen door plaatselijk hevige regenval bui- ten de normale loop treedt. Onder plaatselijk hevige regenval wordt verstaan:
– tenminste 40 mm binnen 24 uur, of;
– tenminste 53 mm binnen 48 uur, of;
– tenminste 67 mm binnen 72 uur.
De regenval moet plaats hebben gevonden op en/of dichtbij de locatie waar de schade is ontstaan.
Instrumenten
Muziekinstrumenten en/of foto-, film- en videocame- ra’s, inclusief de apparatuur en accessoires die daarbij horen.
Kunst en antiek
Kunst: schilderijen, etsen, zeefdrukken, litho’s en andere kunstvoorwerpen zoals bijvoorbeeld beelden. Kunst moet een zeldzaamheidswaarde hebben.
Antiek: voorwerpen met een antiquarische waarde (zeldzaamheidswaarde en niet meer nieuw verkrijg- baar). Hieronder wordt niet begrepen antiek meubi- lair zoals kasten, stoelen, banken, tafels, bureaus en kisten. Ook lijfsieraden worden niet onder kunst en antiek begrepen.
Lijfsieraden
Sieraden, inclusief horloges, die zijn gemaakt om op of aan het lichaam te dragen.
Maatschappij/We/Wij
De verzekeringsmaatschappij die door onderteke- ning van het polisblad als risicodrager van deze verzekering geldt, of een gevolmachtigde wanneer deze namens de verzekeringsmaatschappij heeft ondertekend.
Molest
De volgende gebeurtenissen vallen onder het begrip ‘molest’:
1 gewapend conflict
Onder gewapend conflict wordt verstaan elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen
elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen bestrijden.
Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapende optreden van een Vredesmacht der Verenigde Naties.
2 burgeroorlog
Onder burgeroorlog wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat waarbij een belang- rijk deel van de inwoners van die staat betrokken is.
3 opstand
Onder opstand wordt verstaan georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag.
4 binnenlandse onlusten
Onder binnenlandse onlusten worden verstaan min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat.
5 oproer
Onder oproer wordt verstaan een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag.
6 muiterij
Onder muiterij wordt verstaan een min of meer georganiseerde gewelddadige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
NHT
De maatschappij is voor het terrorismerisico herverze- kerd bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT).
Nieuwwaarde
Het huidige bedrag dat nodig is voor de aanschaf van nieuwe voorwerpen van dezelfde soort en kwaliteit.
Opruimingskosten
De kosten van afbreken, wegruimen en afvoeren van (delen van) verzekerde zaken.
De kosten worden vergoed:
– voor zaken die bovengronds aanwezig zijn;
– als de kosten noodzakelijk zijn voor het herstel van de verzekerde schade;
– voor zaken op de verzekerde locatie en de daar- aan grenzende gebouwen, objecten en activiteiten.
Overstroming
Het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen. De overstroming hoeft niet de oorzaak of het gevolg te zijn van een verzekerde gebeurtenis.
Premie
De premie, verhoogd met de kosten, buitengerechte- lijke kosten, wettelijke rente en de assurantiebelasting (wanneer deze van toepassing zijn).
Saneringskosten
1 kosten voor onderzoek, reinigen, opruimen, transport, opslaan, vernietigen en/of vervangen van grond, grond- en/of oppervlaktewater om verontreiniging hierin weg te nemen, én;
2 kosten om die verontreiniging te isoleren. Eventueel gemaakte bereddingskosten en kosten voor noodvoorzieningen vallen hier ook onder.
De saneringskosten moeten op bevel van een bevoeg- de overheidsinstantie worden gemaakt en moeten betrekking hebben op:
3 grond, grond- en/of oppervlaktewater dat ligt op de locatie van verzekerde of op de daaraan gren- zende gebouwen en objecten. De kosten moeten het noodzakelijke gevolg zijn van een verzekerde gebeurtenis die binnen de looptijd van de verze- kering heeft plaatsgevonden.
Onder saneringskosten vallen niet de kosten voor het herinrichten van het terrein.
Storm
Een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
Uitkeringsprotocol
Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol afwikkeling claims voor terrorismeschaden van toe- passing. Een afschrift van de volledige tekst van het uitkeringsprotocol kunt u krijgen bij de maatschappij of raadplegen op de website van de maatschappij.
Van buiten komend onheil
Een rechtstreeks en plotseling van buiten inwerkend geweld op de verzekerde zaak, zoals bijvoorbeeld een slag, stoot of val. Onder een van buiten komend onheil worden geen gebeurtenissen verstaan waarte- gen de verzekerde zaak normaal gesproken bestand moet zijn.
Verzekeringnemer, u, uw
Wanneer in de voorwaarden gesproken wordt over verzekeringnemer, u, of uw, wordt degene bedoeld met wie de maatschappij de verzekeringsovereen- komst heeft gesloten.
Verzekeringspakket
Onder Verzekeringspakket Particulieren wordt ver- staan de in het pakket gesloten verzekeringen zoals die op het polisblad worden vermeld.
Vulkanische uitbarsting
Er is sprake van schade door een vulkanische uitbarsting:
- als de schade ontstaat als gevolg van de vulkanische uitbarsting, of;
– binnen 24 uur na de vulkanische uitbarsting,
in of dichtbij de plaats waar het woonhuis en/of de inboedel (inclusief de kostbaarheden) zich bevindt/bevinden.
Woning
De woning die op het polisblad vermeld wordt, zonder de bijgebouwen.
Zeldzaamheidswaarde
De waarde die deskundigen op basis van zeldzaam- heid aan kunstvoorwerpen en antiek toekennen.
ARTIKEL 15.2
AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN MODULE INBOEDEL
Inboedel
Alle roerende zaken die horen bij uw particuliere huishouding, inclusief huisdieren.
Onder inboedel wordt niet verstaan:
1 motorrijtuigen (behalve snor- en bromfietsen), aanhangwagens, caravans en vaartuigen (behalve opblaasbare vaartuigen en surfplanken), inclusief de bijbehorende onderdelen, accessoires en documenten;
2 geld en geldswaardig papier;
3 onbewerkte edelmetalen en ongezette edelstenen;
4 zaken die bedoeld zijn voor handels- en beroeps- doeleinden.
Schade
Materiële beschadiging van de inboedel.
Vandalisme
Opzettelijke beschadiging of vernieling van inboedel uit vernielzucht door personen die wederrechtelijk de woning zijn binnengedrongen.
Verzekerde(n)
1 U, de verzekeringnemer;
2 Uw inwonende gezinsleden en degene met wie u in gezinsverband samenwoont.
ARTIKEL 15.3
AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN MODULE WOONHUIS
Dak
De afdekking van het woonhuis of een deel daarvan, inclusief de totale (kap)constructie die nodig is om het dak te kunnen dragen. Ook de draagbalken maken onderdeel uit van het dak.
Herbouwwaarde
Het bedrag dat nodig is om het woonhuis onmiddellijk na de gebeurtenis op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming te herbouwen.
Schade
Materiële beschadiging van het woonhuis.
Verkoopwaarde
De prijs van het woonhuis bij verkoop, exclusief de prijs voor de grond.
Verzekerde(n)
U, de verzekeringnemer, en/of de mede-eigenaar/ mede-eigenaren van het verzekerde woonhuis.
Verzekerd belang
Het belang dat u heeft bij behoud van het woonhuis. Dat kan zijn op basis van de volgende gronden:
– u bent (mede-) eigenaar van het woonhuis;
– u heeft een ander zakelijk recht (bijvoorbeeld recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik) op het woonhuis;
– u draagt het risico voor het behoud van het woonhuis;
– u bent aansprakelijk voor het behoud van het woonhuis.
Woonhuis
Tot het woonhuis worden gerekend:
– het woonhuis dat op het polisblad vermeld wordt, inclusief de fundering;
– vaste terreinafscheidingen;
– (losstaande) bijgebouwen, zoals schuurtjes en garages, al dan niet van afwijkende bouwaard;
– zwembaden en jacuzzi’s, inclusief de installaties, vast gemonteerde afdekkingen en overkappingen die daarbij horen;
– bruggen die bedoeld zijn om een vaste verbinding met de wal te maken.
Tot het woonhuis worden niet gerekend:
– de grond en/of het erf;
– terreinafscheidingen van rietmatten, bomen of planten;
– (schotel)antennes, zonweringen, en veranderingen/ verbeteringen die voor rekening van de huurder zijn aangebracht.
ARTIKEL 15.4
AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN MODULE GLAS
Glas
Ruiten, die dienen om daglicht door te laten en die zijn geplaatst in ramen, dakramen, deuren en lichtkoepels van het woonhuis dat op het polisblad
vermeld wordt. De ruiten kunnen ook van daglicht- doorlatend kunststof zijn.
Verzekerde(n)
1 U, de verzekeringnemer.
2 Uw inwonende gezinsleden en degene met wie u in gezinsverband samenwoont.
Woonhuis
De woning die op het polisblad vermeld wordt, inclusief (losstaande) bijgebouwen, zoals schuurtjes en garages, al dan niet van afwijkende bouwaard en alleen in gebruik bij verzekerde.
ARTIKEL 15.5
AANVULLENDE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN MODULE BUITEN HET HUIS
Inboedel
Alle roerende zaken die uw eigendom zijn en horen bij uw particuliere huishouding. Onder inboedel wordt niet verstaan:
1 motorrijtuigen, voertuigen, aanhangwagens, caravans en vaartuigen (behalve opblaasbare en opvouwbare boten zonder motor, zeil- en surf- planken en kano’s), inclusief de bijbehorende onderdelen, accessoires en documenten;
2 geld en geldswaardig papier;
3 dieren;
4 onbewerkte edelmetalen en ongezette edelstenen;
5 zaken die bedoeld zijn voor handels- en beroeps- doeleinden;
6 fietsen;
7 luchtvaartuigen, waaronder ook zeilvlieg-, para- chute-, kitesurf- en valschermzweefuitrusting begrepen zijn.
Schade
Materiële beschadiging van de inboedel.
Telecommunicatiemiddelen
Alle roerende zaken waarmee gecommuniceerd kan worden, met een maximale schermdiagonaal van 7 inch (17,78 cm)
Verzekerde(n)
1 U, de verzekeringnemer;
2 Uw inwonende gezinsleden en degene met wie u in gezinsverband samenwoont.
BIJZONDERE VOORWAARDEN MODULE INBOEDEL
INLEIDING
In deze bijzondere voorwaarden van de module Inboedel leest u waartegen uw inboedel verzekerd is en onder welke voorwaarden. Deze bijzondere voor- waarden vormen één geheel met de algemene voor- waarden. De algemene voorwaarden gelden, tenzij we daarvan in deze bijzondere voorwaarden afwijken.
ARTIKEL 16
WAARTEGEN IS UW INBOEDEL VERZEKERD?
De maatschappij verzekert schade aan of verlies van uw verzekerde inboedel, wanneer deze schade of het verlies plotseling en onvoorzien is veroorzaakt of ont- staan. De schade is ook verzekerd wanneer een eigen gebrek van de verzekerde zaak de oorzaak is van de schade. Het herstel van de gebrekkige zaak zelf is niet verzekerd.
De dekking die de verzekering biedt geldt binnen Nederland, tenzij daarvan in een artikel expliciet wordt afgeweken.
In de artikelen 16.1 tot en met 16.7 geven wij aan wat de dekking voor uw inboedel is op de in de artikelen genoemde plaatsen:
16.1: in de woning. Deze dekking kunt u eventueel uitbreiden met de optionele ‘Compleetdekking’ die in artikel 16.2 wordt beschreven;
16.3: buiten de woning in een ander gebouw of woonhuis;
16.4: onder afdaken, op balkons of in de tuinen die bij de woning horen;
16.5: buiten de woning in de auto, aanhanger of caravan;
16.6: buiten de woning tijdens vervoer/verhuizing en opslag;
16.7: op alle andere plaatsen buiten de woning.
Tijdens een periode van aanbouw en/of verbouw geldt een beperkt recht op schadevergoeding.
In artikel 16.8 geven wij aan onder welke voor- waarden u recht heeft op vergoeding.
In artikel 16.9 wordt de dekking voor uw inboedel beschreven buiten Nederland, binnen Europa.
Met dit artikel wordt dus afgeweken van de hoofdregel dat de verzekering dekking biedt binnen Nederland.
Vervolgens wordt in artikel 16.10 aangegeven welke overige schadevergoedingen de maatschappij bij een verzekerde gebeurtenis uitkeert.
In artikel 16.11 staat welke extra kostenvergoedingen de maatschappij toekent wanneer sprake is van een verzekerde gebeurtenis.
Tot slot leest u in artikel 16.12 of er een eigen risico van toepassing is.
ARTIKEL 16.1
DEKKING IN DE WONING (EXTRA UITGEBREID)
In de woning is er dekking voor de volgende schade- oorzaken, wanneer de schade plotseling en onvoor- zien is veroorzaakt of ontstaan door:
1 brand, ook wanneer deze in de nabijheid woedt;
2 schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen, als dit het gevolg is van een heet of gloeiend voorwerp dat hitte uitstraalt of dat de inboedel aanraakt;
3 explosie;
4 directe blikseminslag;
5 overspanning of inductie van elektrische en elek- tronische apparatuur als gevolg van bliksem;
6 rook en roet, uitgestoten door een verwarmings- installatie die permanent op de schoorsteen van de woning is aangesloten;
7 directe neerslag;
8 indirecte neerslag die de woning binnendringt;
9 storm;
10 water en stoom, wanneer water door een plot- seling ontstaan defect of door een verstopping stroomt of overloopt uit:
– aan- en afvoerleidingen van de waterleidings- installatie die binnen of buiten het woonhuis liggen (hier vallen ook permanent aangesloten vulslangen onder);
– toestellen en installaties die op de genoemde aan- en afvoerleidingen zijn aangesloten;
– een centrale verwarmingsinstallatie.
De maatschappij vergoedt ook schade door water dat binnendringt door verstopping van rioolputten of –buizen.
Onder de dekking ‘water en stoom’ valt ook de gevolgschade die ontstaat doordat tegelwerk, andere vloer- of wandafwerkingen van douche- en badruimten of (kit)voegen vocht doorlaten. Wanneer de schade het gevolg is van achterstallig onderhoud, is deze schade niet verzekerd.
Het herstel van de schadeoorzaak zelf is ook niet verzekerd.
11 vorst. Hieronder wordt verstaan schade door bevriezing van:
– aan- en afvoerleidingen van de waterleidings- installatie die binnen of buiten het woonhuis liggen;
– toestellen en installaties die op de genoemde aan- en afvoerleidingen zijn aangesloten;
– een centrale verwarmingsinstallatie.
12 water uit een aquarium, als dat door een defect dat plotseling ontstaat uit het aquarium stroomt;
13 breuk van aquarium/terrarium. Verzekerd is scha- de aan het aquarium/terrarium en de inhoud daar- van;
14 water uit waterbedden, als het water door een defect dat plotseling optreedt uit het bed stroomt. Het waterbed moet voorzien zijn van een goed werkende veiligheidsvoorziening;
15 olie, als dat stroomt uit vaste, metalen leidingen of metalen tanks, die deel uitmaken van een centrale verwarmingsinstallatie, of die horen bij haarden of kachels. Deze haarden of kachels moeten perma- nent aangesloten zijn op een schoorsteen;
16 diefstal en beschadiging als gevolg van inbraak/ diefstal;
17 beroving en afpersing. Hieronder wordt verstaan het met geweld of onder bedreiging van geweld wegnemen van inboedel door personen die weder- rechtelijk de woning zijn binnengedrongen;
18 vandalisme. Hieronder wordt verstaan opzettelijke beschadiging of vernieling van inboedel uit verniel- zucht door personen die wederrechtelijk de woning zijn binnengedrongen;
19 plunderingen en relletjes, die niet onder de definitie van molest vallen. Hieronder worden incidentele geweldsmanifestaties verstaan;
20 aanrijding en aanvaring. De maatschappij ver- goedt ook schade aan de inboedel door afvallende of uitvloeiende lading;
21 omvallen van bomen en afbreken van takken;
22 omvallen van heistellingen, kranen en antennes en het losraken van onderdelen daarvan;
23 lucht- en ruimtevaartuigen en meteoorstenen. De maatschappij verzekert schade die is veroor- zaakt of ontstaan door meteoorstenen en lucht- en ruimtevaartuigen of daarmee verbonden of vervoerde voorwerpen;
24 het niet functioneren van diepvriezers en koel- kasten. Het gaat hierbij alleen om schade die bestaat uit het bederven van levensmiddelen die in de diepvriezer en/of koelkast aanwezig zijn. De schade moet ontstaan zijn door een defect aan het apparaat of door stroomuitval. Bederf doordat het apparaat uitgeschakeld is, is niet verzekerd;
25 scherven van ruiten die bedoeld zijn om daglicht door te laten. Breuk van de ruiten zelf is niet verzekerd;
26 scherven van (gebroken) wandspiegels. Breuk van de wandspiegels zelf is ook verzekerd.
ARTIKEL 16.2
COMPLEETDEKKING
De maatschappij biedt u de mogelijkheid om optioneel een Compleetdekking af te sluiten. Wanneer u deze dekking afsluit, is uw inboedel allereerst verzekerd tegen de in artikel 16.1 genoemde schadeoorzaken, waarbij de vermelde beperkingen van toepassing blij- ven. Daarnaast verzekert de maatschappij de schade aan de inboedel in de woning, die veroorzaakt wordt door ieder ander van buiten komend onheil.
ARTIKEL 16.3
DEKKING BUITEN DE WONING IN EEN ANDER GEBOUW OF WOONHUIS
De maatschappij verzekert schade aan of verlies van uw verzekerde inboedel op de hieronder genoemde plaatsen. De schade of het verlies moet plotseling en onvoorzien veroorzaakt of ontstaan zijn als gevolg van een in artikel 16.1 omschreven verzekerde gebeurtenis.
1 In bijgebouwen, (kelder)boxen en in ruimten van de woning die ook toegankelijk zijn voor andere personen dan verzekerden. De volgende beper- kingen gelden:
– diefstal uit (kelder)boxen en uit ruimten van de woning die ook toegankelijk zijn voor anderen is alleen verzekerd na inbraak;
– bij beroving, afpersing en vandalisme moeten personen wederrechtelijk de bijgebouwen zijn binnengedrongen.
2 In een garagebox die een ander adres heeft dan de woning, die u zelf gebruikt, en die uw eigen- dom is of die u huurt. De volgende beperkingen gelden:
– diefstal van inboedel is alleen gedekt na inbraak;
– bij beroving, afpersing en vandalisme moeten personen wederrechtelijk de garage zijn bin- nengedrongen.
3 In een andere woning die permanent bewoond wordt.
Tijdens een verblijf van maximaal 6 maanden aaneengesloten, als het verblijf van de inboedel tijdelijk is.
4 In andere gebouwen (geen strandhuisjes). Tijdens een verblijf van maximaal 6 maanden aaneengesloten, als het verblijf van de inboedel tijdelijk is. Diefstal is alleen gedekt na inbraak aan de buitenkant van het gebouw.
ARTIKEL 16.4
DEKKING ONDER AFDAKEN, OP BALKONS OF IN DE TUINEN DIE BIJ DE WONING HOREN
Onder afdaken, op balkons of in de tuinen die bij de woning horen, worden alleen de volgende inboedel- goederen verzekerd:
1 tuinmeubelen (tafels, stoelen, banken, parasols);
2 losstaande antennes/schotels;
3 vlaggenstok en vlag;
4 wasgoed en droogrek.
De genoemde inboedelgoederen zijn verzekerd tegen schade of verlies veroorzaakt door brand, explosie, directe blikseminslag, aanrijding, aanvaring, lucht- en ruimtevaartuigen, meteoorstenen, diefstal en vandalisme.
ARTIKEL 16.5
DEKKING BUITEN DE WONING IN DE AUTO, AANHANGER, KAMPEERAUTO OF CARAVAN
De maatschappij verzekert schade aan of verlies van uw verzekerde inboedel. De schade of het verlies moet plotseling en onvoorzien veroorzaakt of ontstaan zijn als gevolg van een in artikel 16.1 omschreven verzekerde gebeurtenis. Diefstal van inboedel uit de auto, aanhanger, kampeerauto of caravan is alleen verzekerd na inbraak.
Let op: bij diefstal is de maximale vergoeding 250 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 16.6
DEKKING BUITEN DE WONING TIJDENS VERVOER/ VERHUIZING EN OPSLAG
1 Vervoer/verhuizing
Bij vervoer van de inboedel in verband met ver- huizing, of bij transport naar of van een reparatie- of opslaglocatie is verzekerd:
– schade door diefstal uit het vervoermiddel na inbraak tijdens het vervoer/transport van de inboedel;
– schade doordat het vervoermiddel waarin de inboedel zich bevindt bij een ongeval betrokken raakt;
– schade door het uit de strop schieten of onbruikbaar raken van hijsgerei of andere
hulpmiddelen die gebruikt worden bij het laden en lossen van de inboedel.
2 Tijdens opslag bij een erkend verhuisbedrijf
De maatschappij verzekert de inboedel volgens deze voorwaarden voor maximaal 12 maanden vanaf de datum waarop de inboedel wordt opge- slagen. Bij schade door diefstal is de inboedel in die periode alleen verzekerd na inbraak.
ARTIKEL 16.7
DEKKING OP ALLE ANDERE PLAATSEN BUITEN DE WONING
De maatschappij biedt dekking tijdens een verblijf van de inboedel van maximaal 6 maanden aaneengeslo- ten, en alleen als de schade of het verlies veroorzaakt wordt door: brand, explosie, directe blikseminslag, beroving, afpersing, lucht- en ruimtevaartuigen en meteoorstenen. Let u hierbij wel op de vereisten van artikel 21 (Gewijzigde omstandigheden).
ARTIKEL 16.8
DEKKING TIJDENS AANBOUW EN/OF VERBOUW
Bij schade als gevolg van aanbouw en/of verbouw van de woning en/of bijgebouwen is er een beperkt recht op schadevergoeding. U heeft alleen recht op scha- devergoeding bij schade door brand, explosie, directe blikseminslag, aanrijding, aanvaring, lucht- en ruim- tevaartuigen en meteoorstenen. Wanneer u echter aantoont dat de schadeveroorzakende gebeurtenis op geen enkele wijze het gevolg is van de aan- of ver- bouw, zal de maatschappij de reguliere dekking hanteren.
Van aanbouw of verbouw is in ieder geval sprake zolang de woning niet volledig glas-, wind-, en water- dicht is en niet is voorzien van sloten/afsluitingen, verwarming, watervoorziening en gebruiksklare sanitair- en keukenfaciliteiten.
ARTIKEL 16.9
DEKKING BUITEN NEDERLAND, BINNEN EUROPA
De maatschappij vergoedt schade aan of verlies van de inboedel door de volgende oorzaken: brand, explo- sie, directe blikseminslag, lucht- en ruimtevaartuigen en meteoorstenen. Het verblijf van de inboedel in het buitenland moet tijdelijk zijn, maximaal 3 maanden aaneengesloten.
Diefstal van meegenomen inboedel uit een goed af- gesloten auto wordt alleen vergoed na inbraak tijdens dagtrips van maximaal 24 uur vanuit Nederland naar België, Luxemburg, Duitsland of Frankrijk.
Let op: de maximale vergoeding is 250 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 16.10
OVERIGE SCHADEVERGOEDINGEN
Wanneer er sprake is van een schadeoorzaak zoals in artikel 16.1 of 16.2 wordt genoemd, vergoedt de maatschappij ook schade aan of verlies van:
1 geld en geldswaardig papier.
De maatschappij vergoedt geld en geldswaardig papier als dit in de woning aanwezig is en hoort tot de particuliere huishouding.
Let op: de maximale vergoeding is 1.000 euro per gebeurtenis.
Bij betaalcheques (al dan niet ingevuld) vergoedt de maatschappij alleen het eigen risico, dat de verstrekker van de cheques bij u in rekening brengt. De verstrekker moet dan al tot uitkering zijn overgegaan. Misbruik of fraude met een pin- code valt niet onder deze dekking.
Let op: de maximale vergoeding voor cheques is 150 euro per gebeurtenis.
Buiten de woning, binnen Nederland, is geld en geldswaardig papier alleen verzekerd tegen schade door gewelddadige beroving en afpersing.
Let op: de maximale vergoeding is in dit geval 500 euro per gebeurtenis.
2 zonweringen, (schotel)antennes, vlaggenstokken exclusief vlag, buitenlampen en uithangborden die aan de buitenkant van de woning en/of bijgebou- wen zijn bevestigd. Wanneer storm de schadeoor- zaak is, vergoedt de maatschappij op basis van dagwaarde.
Let op: de maximale vergoeding bij storm is
1.000 euro per gebeurtenis.
3 onderdelen en accessoires van motorrijtuigen, caravans en vaartuigen die in de woning en/of de bijgebouwen aanwezig zijn en die horen bij uw particuliere huishouding. De maatschappij ver- goedt de schade op basis van dagwaarde.
Let op: de maximale vergoeding is 1.000 euro per gebeurtenis.
4. inboedel van anderen, voor zover deze inboedel niet door u wordt gehuurd en tijdelijk (maximaal 3 maanden aaneengesloten) aanwezig is in de woning en/of de bijgebouwen.
5 gehuurde inboedel die in de woning en/of de bij- gebouwen aanwezig is en die hoort bij uw parti- culiere huishouding. De maatschappij vergoedt op basis van dagwaarde, en alleen wanneer de scha- de voor uw rekening komt. De maatschappij heeft het recht om de schade eventueel rechtstreeks met de verhuurder af te wikkelen.
Let op: de maximale vergoeding is 2.500 euro per gebeurtenis.
6 beroepsuitrusting die in de woning en/of de bijge- bouwen aanwezig is. Hieronder vallen de materia- len, gereedschappen en bedrijfswerkkleding die
u voor uw beroep gebruikt. De maatschappij ver- goedt de schade op basis van dagwaarde en alleen wanneer de schade voor uw rekening komt.
Let op: de maximale vergoeding is 1.000 euro per gebeurtenis.
7 kantoor-/praktijkinventaris (mits meeverzekerd) die aanwezig is in de kantoor-/praktijkruimte in uw eigen woning. Handelsvoorraden en software die bedrijfsmatig gebruikt wordt vergoedt de maat- schappij niet. De maatschappij vergoedt op basis van dagwaarde tot maximaal het op het polis-
blad vermelde bedrag, voor zover de schade niet ergens anders vergoed wordt.
8 medische apparatuur in bruikleen die in de woning aanwezig is en hoort bij uw particuliere huishou- ding. De maatschappij vergoedt de schade op basis van dagwaarde, en alleen wanneer de scha- de voor uw rekening komt. De maatschappij heeft het recht om de schade eventueel rechtstreeks met degene te regelen van wie u de apparatuur
in bruikleen heeft.
Let op: de maximale vergoeding is 10.000 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 16.11
EXTRA KOSTENVERGOEDINGEN
De maatschappij vergoedt de kosten die hierna omschreven worden, als deze kosten het gevolg zijn van een verzekerde gebeurtenis:
1 maatregelen om de schade te verminderen en/of om (meer) schade te voorkomen
De kosten van maatregelen die u tijdens de loop- tijd van de verzekering neemt of laat nemen en die redelijkerwijs nodig zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden of om de schade te beperken (bereddingskosten).
De verzekering moet dekking bieden voor de schade die zonder ingrijpen zou zijn ontstaan of verergerd.
2 expertisekosten
Hieronder vallen het salaris en de kosten van alle experts die de hoogte van de schade vaststellen. De maatschappij vergoedt alleen expertisekosten als een expert is aangesloten bij de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’. Wanneer u zelf een expert benoemt, vergoedt de maatschappij deze exper- tisekosten tot maximaal het bedrag aan salaris en kosten van de expert die de maatschappij benoemd heeft. Tot de kosten van een expert worden ook de kosten gerekend van personen die door de expert zijn geraadpleegd.
3 noodhulp
Als gevolg van een verzekerde schadeoorzaak kan een acute behoefte aan hulp ontstaan. Wanneer een verzekerde schade buiten kantoortijden van de maatschappij plaatsvindt en u noodhulp nodig heeft, kunt u contact opnemen met de Helpdesk. Het telefoonnummer is (000) 000 00 00. De Help- desk beoordeelt of er inderdaad een noodzaak is om noodhulp te bieden. De rekening van noodhulp wordt rechtstreeks naar de maatschappij gestuurd.
4 opruimingskosten
De maatschappij vergoedt alleen de werkelijk gemaakte kosten.
5 salvagekosten
Dit zijn kosten die door de Stichting Salvage (belast met onder andere hulpverlening en beper- king van schade) in rekening worden gebracht.
De Stichting werkt in opdracht van de brandweer of van de maatschappij.
6 huurdersbelang
Hieronder valt schade die voor rekening komt van u, als huurder van de woning en/of de bijgebou- wen. Schade die op grond van een huurovereen- komst voor rekening van de verhuurder blijft is van vergoeding uitgesloten.
De schade die voor vergoeding in aanmerking komt moet zijn ontstaan aan:
– metsel-, schilder-, behang- en witwerk, en betimmeringen en verbeteringen die op uw kosten zijn aangebracht. Daaronder verstaat de maatschappij ook beveiligingsinstallaties en rolluiken.
– centrale verwarming- en waterleidinginstal- laties en toestellen die daarop zijn aangeslo- ten. De maatschappij vergoedt ook de kosten die nodig zijn om het defect op te sporen en
de leiding te herstellen in de woning en/of de bijgebouwen. Als daarvoor hak-, breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onder- delen van de woning of de bijgebouwen nodig is, vergoedt de maatschappij ook deze kosten.
– terreinafscheidingen, schuttingen en schuren, die niet zakelijk gebruikt worden. Schade door vandalisme en neerslag is niet gedekt.
– de woning en/of de bijgebouwen, door een (poging tot) inbraak.
7 eigenaarsbelang
Het gaat hier om schade aan verbeteringen en voorzieningen die ‘aard- en nagelvast’ met de woning zijn verbonden. De schade moet als ap- partementsgerechtigde voor uw rekening komen. Een appartementsgerechtigde is iemand met een exclusief gebruiksrecht op een bepaald gedeelte van het gebouw, en een aandeel in de totale eigendom van het gebouw. De maatschappij ver- goedt alleen schade aan het eigenaarsbelang wanneer de verzekering van de vereniging van eigenaren geen dekking biedt, en voor zover de vereniging van eigenaren niet verplicht is om op haar kosten de schade te herstellen.
8 kosten van tuinaanleg
De kosten van aanleg, bestrating en beplanting van de tuin (inclusief vijver) die bij de woning hoort of die zich op het balkon van de woning bevindt, worden vergoed als deze veroorzaakt of ontstaan zijn door brand, explosie, directe blik- seminslag, aanrijding, aanvaring, lucht- en ruim- tevaartuigen of meteoorstenen. Niet vereist is dat schade aan de inboedel is ontstaan.
9 extra kosten van verblijf in hotel, pension of ander vervangend verblijf
De maatschappij vergoedt de extra kosten die u in redelijkheid moet maken voor een noodzakelijk verblijf in een hotel, pension of ander vervangend verblijf.
10 kosten van vervoer en opslag van de inboedel De maatschappij vergoedt de kosten van vervoer van en naar een opslagplaats en de opslag zelf, voor zover opslag noodzakelijk is.
11 kosten van vervanging van sloten
Dit zijn kosten die gemaakt moeten worden om de sleutels en de sloten van de woning (inclusief de bijgebouwen) te vervangen. Diefstal van de sleu- tels uit de woning of uit de auto, of als gevolg van beroving moet vervanging noodzakelijk maken.
De diefstal of beroving moet blijken uit een proces-verbaal van aangifte, waarin de diefstal of beroving van de huissleutels afzonderlijk vermeld wordt. De maatschappij vergoedt alleen wanneer u niet op een andere verzekering (waaronder ook de module Woonhuisverzekering) recht heeft op vergoeding.
Let op: de maximale vergoeding is 300 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 16.12
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Xxxxx u hiervoor op uw polisblad.
Als er een maximale vergoeding van toepassing is, wordt eerst dit maximum toegepast en vervolgens het eigen risico.
Direct Schade Herstel
Maakt u gebruik van Direct Schade Herstel? Dan wordt uw (eventuele) eigen risico met de helft verminderd.
ARTIKEL 17
WAT HOUDT WAARDEGARANTIE VOOR U IN?
Op deze verzekering is waardegarantie van toepassing. Dit houdt in dat onderverzekering niet mogelijk is, behalve in de gevallen die in de artikelen 14.7 en
21.4 worden aangegeven. De waardegarantie geldt voor een periode van 5 jaar. Na deze termijn heeft de maatschappij het recht om de waarde opnieuw te laten vaststellen door om een ingevulde inboedel- waardemeter of inventarisatielijst te vragen. Indien
u aan dit verzoek niet voldoet, dan vervalt de waarde- garantie 3 maanden nadat het verzoek is gedaan.
ARTIKEL 18
MET WELKE BIJZONDERE VERGOEDINGSMAXIMA MOET U REKENING HOUDEN?
Voor bepaalde inboedelgoederen hanteert de maat- schappij maximale vergoedingen. Deze inboedelgoe- deren staan op uw polisblad vermeld. Voor schade aan of verlies van huisdieren vergoedt de maatschap- pij maximaal 2500 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 19
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 10 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat de volgende gevallen van schade niet worden vergoed:
1 overstroming. De maatschappij zal de schade door een overstroming wèl vergoeden:
– bij een brand of explosie die het gevolg is van een overstroming;
– bij overlopen door indirecte neerslag.
2 directe neerslag die de woning en/of de bijgebou- wen binnendringt door deuren, ramen of luiken die open staan;
3 indirecte neerslag die de woning en/of de bijge- bouwen binnendringt:
– door deuren, ramen of luiken die open staan;
– na een dijkdoorbraak of een vorm van bescha- diging van een waterkering.
4 muren of vloeren die vocht of water doorlaten;
5 constructie- en/of bouwfouten. De maatschappij verzekert in dat geval wel schade door brand en/of explosie;
6 slecht onderhoud van de woning en/of de bijge- bouwen;
7 grondwater.
Aanvullend niet verzekerd bij de Compleetdekking
Wanneer u de Compleetdekking heeft afgesloten, zijn naast de uitsluitingen die eerder in dit artikel worden genoemd ook de volgende schadeoorzaken uitgeslo- ten van dekking, voor zover sprake is van een van buiten komend onheil dat uitsluitend volgens artikel
16.2 is verzekerd:
1 grondverzakking en grondverschuiving;
2 wind, xxxxxx xxx xxxxx;
3 ongedierte, schimmels, bacteriën, virussen, zwam- of plantvorming;
4 huisdieren die met uw toestemming in de woning aanwezig zijn;
5 graffiti, verf en andere kleurstoffen aan de buiten- kant van de woning;
6 verontreinigende stoffen, behalve wanneer dit het gevolg is van een explosie die dichtbij plaatsvindt of van een directe blikseminslag;
7 vallen of (om)stoten van inboedelgoederen die behandeld of bewerkt worden;
8 schade aan brillen en/of contactlenzen.
ARTIKEL 20
AANPASSEN VAN DE PREMIE
ARTIKEL 20.1
WANNEER HET CONTRACT VERNIEUWD/VERLENGD WORDT
De maatschappij kan eens per jaar uw premie wijzi- gen wanneer uw contract vernieuwd wordt. De maat- schappij kan dit onder andere doen aan de hand van het indexcijfer voor inboedels van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
ARTIKEL 20.2
BIJ EEN LEEFTIJDSWIJZIGING
Wanneer de premie (ook) afhankelijk is van de leef- tijd van een verzekerde, heeft de maatschappij het recht om de premie aan te passen als een verzekerde een bepaalde leeftijd bereikt. Een dergelijke aanpas- sing kan ook tijdens de looptijd van het contract plaatsvinden.
ARTIKEL 21
GEWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN
De wijzigingen die hieronder in artikel 21.2 worden genoemd moet u aan de maatschappij doorgeven bin- nen de in dat artikel gestelde termijnen. De genoem- de wijzigingen kunnen namelijk gevolgen hebben voor uw premie, het verzekerde risico of de dekking.
Dit volgt uit de artikelen 21.3 en 21.4. Met bepaalde zaken verklaart de maatschappij zich (bij aanvang van de verzekering) bekend. Daarover leest u in artikel 21.1.
ARTIKEL 21.1
RISICOBEKENDHEID
De maatschappij verklaart dat zij bekend is met de ligging, bouwaard, dakbedekking, constructie, inrich- ting, gebruik en de bestemming (op het polisblad aan- gegeven) van de woning en/of bijgebouwen bij
de ingang van de verzekering. Ook verklaart de maatschappij dat zij bekend is met de belendingen (aangrenzende woonhuizen, gebouwen en dergelijke), ongeacht hoe deze zijn of in de toekomst zullen wor- den. Wanneer de belendingen veranderen heeft dit geen invloed op de verzekering. Een verandering in de belendingen hoeft u daarom niet door te geven.
ARTIKEL 21.2
WELKE WIJZIGINGEN MOET U DOORGEVEN EN BINNEN WELKE TERMIJNEN?
In de volgende situaties moet u de maatschappij op de hoogte stellen binnen de genoemde termijnen:
1 personen gaan het woonhuis of een deel daarvan gebruiken, terwijl ze hier het recht niet toe heb- ben (kraken bijvoorbeeld): dit moet u meedelen binnen 14 dagen nadat u hiermee bekend bent geworden;
2 de bouwaard, de dakbedekking, de bestemming (u gaat bijvoorbeeld een praktijkruimte inrichten), de inrichting, of het gebruik van de woning en/
of de bijgebouwen verandert: dit moet u binnen 30 dagen na de oorspronkelijke wijzigingsdatum meedelen;
3 de eigendom van de inboedel gaat over: dit moet u binnen 30 dagen na de oorspronkelijke wijzi- gingsdatum meedelen;
4 u verwacht dat (een zelfstandig deel van) de woning langer dan 2 maanden onbewoond zal zijn: dit moet u binnen 30 dagen na de oorspronkelijke wijzigingsdatum meedelen;
5 (een deel van) de inboedel verhuist naar een ander adres: dit moet u binnen 30 dagen na de oorspronkelijke wijzigingsdatum meedelen;
6 één of meer gegevens die op het polisblad ver- meld worden veranderen: dit moet u binnen 30 dagen na de oorspronkelijke wijzigingsdatum meedelen.
ARTIKEL 21.3
GEVOLGEN VOOR DE PREMIE EN DE DEKKING
1 Wanneer de woning in gebruik genomen wordt door onbevoegden (de situatie van artikel 21.2 sub 1), verzekert de maatschappij u alleen tegen schade door brand, explosie, directe blikseminslag,
storm, lucht- en ruimtevaartuigen en meteoorstenen.
2 Wanneer de woning langere tijd niet bewoond wordt (de situatie van artikel 21.2 sub 4), verze- kert de maatschappij u nog maximaal 6 maanden. Gerekend wordt vanaf de dag dat de woning onbe- woond is. Bij schade door diefstal en bij bescha- diging door inbraak/diefstal en vandalisme is de inboedel tijdens deze periode alleen verzekerd
na inbraak. Wanneer het woonhuis na 6 maan- den nog steeds onbewoond is, is na deze termijn alleen nog schade verzekerd die het gevolg is van brand, explosie, directe blikseminslag, storm, lucht- en ruimtevaartuigen en meteoorstenen.
3 Wanneer u binnen de gestelde termijnen de genoemde wijzigingen doorgeeft, zal de maat- schappij de wijzigingen beoordelen. De maat- schappij zal u vervolgens zo snel mogelijk berichten of de verzekering van kracht kan blijven of dat deze beëindigd moet worden. Het is ook mogelijk dat de verzekering voortgezet kan wor- den tegen andere voorwaarden en/of een andere premie.
4 Bij een verhuizing geldt een afwijkende regel. Daarvoor is vereist dat de maatschappij ook op het nieuwe adres de inboedel zal verzekeren. Is dit het geval, dan is de inboedel maximaal 90 dagen zowel op het oude als op het nieuwe adres verze- kerd. Gerekend wordt vanaf de datum waarop de verhuizing begint.
ARTIKEL 21.4
GEVOLGEN VAN HET NIET (OP TIJD) DOORGEVEN VAN WIJZIGINGEN
Wanneer u een wijziging niet binnen de gestelde ter- mijn doorgeeft, vervalt na de gestelde termijn het recht op schadevergoeding. Wanneer de maatschap- pij echter de verzekering tegen dezelfde voorwaarden zou hebben voortgezet wanneer u de wijziging op tijd zou hebben doorgegeven, blijft het recht op schade- vergoeding bestaan. Wanneer de maatschappij de verzekering voort zou hebben gezet tegen een hogere premie, wordt een schade vergoed in dezelfde ver- houding als de betaalde premie staat tegenover de premie die u bij juist doorgeven van de wijziging had moeten betalen.
BIJZONDERE VOORWAARDEN MODULE WOONHUIS
INLEIDING
In deze bijzondere voorwaarden van de module Woonhuis leest u waartegen uw woonhuis verzekerd
is en onder welke voorwaarden. Deze bijzondere voor- waarden vormen één geheel met de algemene voor- waarden. De algemene voorwaarden gelden, tenzij
we daarvan in deze bijzondere voorwaarden afwijken.
ARTIKEL 22
WAARTEGEN IS UW WOONHUIS VERZEKERD?
De maatschappij verzekert schade aan het verzekerde woonhuis, wanneer deze schade plotseling en onvoor- zien is veroorzaakt of ontstaan. De schade is ook ver- zekerd wanneer een eigen gebrek de oorzaak is van de schade. Het herstel van het eigen gebrek zelf is niet verzekerd.
Over de dekking kunt u in de artikelen 22.1 tot en met 22.5 het volgende lezen:
22.1: welke dekking er is voor de verschillende schadeoorzaken. Deze dekking kunt u uit- breiden met de optionele ‘Compleetdekking’ die in artikel 22.2 wordt beschreven;
22.3: wat de dekking is tijdens een periode van aan- bouw en/of verbouw. Er geldt dan een beperkt recht op schadevergoeding;
22.4: welke extra kostenvergoedingen de maatschap- pij toekent wanneer sprake is van een verze- kerde gebeurtenis;
22.5: of er een eigen risico van toepassing is.
ARTIKEL 22.1
DEKKING (EXTRA UITGEBREID)
Er is dekking voor de volgende schadeoorzaken, wanneer de schade plotseling en onvoorzien is veroorzaakt of ontstaan door:
1 brand (ook schade door een brand die in de nabij- heid woedt);
2 schroeien, smelten, verkolen, broeien en zengen, als dit het gevolg is van een heet of gloeiend voorwerp dat hitte uitstraalt of dat het woonhuis aanraakt;
3 explosie;
4 directe blikseminslag;
5 overspanning of inductie van elektrische en elek- tronische apparatuur als gevolg van bliksem;
6 rook en roet, uitgestoten door een verwarmings- installatie die permanent op de schoorsteen van het woonhuis is aangesloten;
7 directe neerslag die het woonhuis binnendringt. De reparatiekosten van daken, dakgoten en afvoerpijpen zijn niet verzekerd;
8 indirecte neerslag die de woning binnendringt;
9 inslag van hagelstenen;
10 vorst. Hieronder wordt verstaan schade door bevriezing van:
– aan- en afvoerleidingen van de waterleidings- installatie die binnen of buiten het woonhuis liggen;
– toestellen en installaties die op de genoemde aan- en afvoerleidingen zijn aangesloten;
– een centrale verwarmingsinstallatie.
De maatschappij vergoedt bij een verzekerde vorstschade ook de kosten die gemaakt worden om het defect op te sporen en de leidingen, instal- laties en toestellen die zich binnen het woonhuis bevinden te herstellen. Ook de kosten van het
hak-, breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het woonhuis die daar- voor gemaakt moeten worden, zijn verzekerd.
11 storm;
12 water en stoom, wanneer water door een plot- seling ontstaan defect of door een verstopping stroomt of overloopt uit:
– aan- en afvoerleidingen van de waterleidings- installatie die binnen of buiten het woonhuis liggen (hier vallen ook permanent aangesloten vulslangen onder);
– toestellen en installaties die op de genoemde aan- en afvoerleidingen zijn aangesloten;
– een centrale verwarmingsinstallatie. De maatschappij vergoedt in dat geval:
– de kosten die gemaakt moeten worden om het defect op te sporen en de leidingen in het woonhuis te herstellen;
– de kosten van het hak-, breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het woonhuis die daarvoor gemaakt moeten worden.
Deze kosten worden vergoed ongeacht of door het uitstromen of overlopen schade aan het woonhuis is ontstaan.
De maatschappij vergoedt ook schade door water dat binnendringt door verstopping van rioolputten of -buizen.
Onder de dekking ‘water en stoom’ valt ook de ge- volgschade die ontstaat doordat tegelwerk, andere vloer- of wandafwerkingen van douche- en bad- ruimten of (kit)voegen vocht doorlaten. Wanneer de schade het gevolg is van achterstallig onder- houd, is deze schade niet verzekerd. Het herstel van de schadeoorzaak zelf is ook niet verzekerd.
13 water uit een aquarium, als dat door een defect dat plotseling ontstaat uit het aquarium stroomt;
14 water uit waterbedden, als het water door een defect dat plotseling ontstaat uit het bed stroomt. Het waterbed moet voorzien zijn van een goed werkende veiligheidsvoorziening;
15 olie, als dat stroomt uit vaste, metalen leidingen of metalen tanks, die deel uitmaken van een centrale verwarmingsinstallatie, of die horen bij haarden
of kachels. Deze haarden of kachels moeten
permanent aangesloten zijn op een schoorsteen; 16 inbraak of poging tot inbraak;
17 diefstal van materialen die ‘nagelvast’ aan het woonhuis zijn aangebracht;
18 vandalisme. Hieronder wordt verstaan opzettelijke beschadiging of vernieling uit vernielzucht door personen die wederrechtelijk het woonhuis zijn binnengedrongen;
19 plunderingen en relletjes, die niet onder de defi- nitie van molest vallen. Hieronder worden inciden- tele geweldsmanifestaties verstaan;
20 aanrijding en aanvaring. De maatschappij vergoedt ook schade aan het woonhuis die het gevolg is van afvallende of uitvloeiende lading;
21 omvallen van bomen en afbreken van takken. Ook de kosten die gemaakt moeten worden om de boom van het woonhuis te verwijderen en af te voeren om zo herstel mogelijk te maken, zijn verzekerd;
22 omvallen van heistellingen, kranen en antennes en het losraken van onderdelen daarvan;
23 lucht- en ruimtevaartuigen en meteoorstenen. De maatschappij verzekert schade die is veroor- zaakt of ontstaan door meteoorstenen en lucht- en ruimtevaartuigen of daarmee verbonden of vervoerde voorwerpen;
24 scherven van ruiten die bedoeld zijn om daglicht door te laten. Breuk van de ruiten zelf is niet ver- zekerd;
25 scherven van (gebroken) wandspiegels. Breuk van de wandspiegels zelf is ook verzekerd.
ARTIKEL 22.2
COMPLEETDEKKING
De maatschappij biedt u de mogelijkheid om optioneel een Compleetdekking af te sluiten. Wanneer u deze dekking afsluit, is het woonhuis allereerst verzekerd tegen de in artikel 22.1 genoemde schadeoorzaken, waarbij de vermelde beperkingen van toepassing blij- ven. Daarnaast verzekert de maatschappij de schade aan het woonhuis, die veroorzaakt wordt of ontstaat door ieder ander van buiten komend onheil. Verder is breuk van glas verzekerd volgens de dekking die in de module Glas wordt omschreven.
ARTIKEL 22.3
DEKKING TIJDENS AANBOUW EN/OF VERBOUW
Bij schade als gevolg van aanbouw en/of verbouw van uw woonhuis is er een beperkt recht op schadever- goeding. U heeft alleen recht op schadevergoeding
bij schade door brand, explosie, directe blikseminslag, aanrijding, aanvaring, lucht- en ruimtevaartuigen en meteoorstenen. Wanneer u echter aantoont dat de schadeveroorzakende gebeurtenis op geen enkele wijze het gevolg is van de aan- of verbouw, zal de maatschappij de reguliere dekking hanteren.
Van aanbouw of verbouw is in ieder geval sprake zolang het woonhuis niet volledig glas-, wind-, en waterdicht is en niet is voorzien van sloten/afsluitin- gen, verwarming, watervoorziening en gebruiksklare sanitair- en keukenfaciliteiten.
ARTIKEL 22.4
EXTRA KOSTENVERGOEDINGEN
De maatschappij vergoedt de kosten die hierna omschreven worden, als deze kosten het gevolg zijn van een verzekerde gebeurtenis:
1 maatregelen om de schade te verminderen en/of om (meer) schade te voorkomen
De kosten van maatregelen die u tijdens de loop- tijd van de verzekering neemt of laat nemen en die redelijkerwijs nodig zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden of om de schade te beperken (bereddingskosten).
De verzekering moet dekking bieden voor de schade die zonder ingrijpen zou zijn ontstaan of verergerd.
2 expertisekosten
Hieronder vallen het salaris en de kosten van alle experts die de hoogte van de schade vaststellen. De maatschappij vergoedt alleen expertisekosten als een expert is aangesloten bij de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’. Wanneer u zelf een expert benoemt, vergoedt de maatschappij deze exper- tisekosten tot maximaal het bedrag aan salaris en kosten van de expert die de maatschappij
be-noemd heeft. Tot de kosten van een expert worden ook de kosten gerekend van personen die door de expert zijn geraadpleegd.
3 noodhulp
Als gevolg van een verzekerde schadeoorzaak kan een acute behoefte aan hulp ontstaan. Wanneer een verzekerde schade buiten kantoortijden van de maatschappij plaatsvindt en u noodhulp nodig heeft, kunt u contact opnemen met de Helpdesk. Het telefoonnummer is (000) 000 00 00. De Help- desk beoordeelt of er inderdaad een noodzaak is om noodhulp te bieden. De rekening van noodhulp wordt rechtstreeks naar de maatschappij gestuurd.
4 opruimingskosten
De maatschappij vergoedt alleen de werkelijk gemaakte kosten. Onder opruimingskosten wor- den ook saneringskosten begrepen. Voorwaarde voor vergoeding van saneringskosten is dat de verontreiniging binnen 1 jaar na de gebeurtenis waardoor deze is ontstaan, bij de maatschappij is gemeld. Het is mogelijk dat door de gebeurtenis al bestaande verontreiniging wordt verergerd.
In dat geval vergoedt de maatschappij alleen de kosten die gemaakt moeten worden bovenop de kosten voor het opheffen van de al bestaande verontreiniging.
5 salvagekosten
Dit zijn kosten die door de Stichting Salvage (belast met onder andere hulpverlening en beper- king van schade) in rekening worden gebracht.
De Stichting werkt in opdracht van de brandweer of van de maatschappij.
6 kosten van veiligheidsmaatregelen
Deze kosten moeten gemaakt zijn op bevel van een bevoegde overheidsinstantie, om te voorko- men dat door bouwvalligheid van het woonhuis de openbare veiligheid gevaar loopt.
7 kosten van tuinaanleg
De kosten van aanleg, bestrating en beplanting van de tuin (inclusief vijver) die bij het woonhuis hoort of die zich op het balkon van het woonhuis bevindt, worden vergoed als deze veroorzaakt of
ontstaan zijn door brand, explosie, directe blik- seminslag, aanrijding, aanvaring, lucht- en ruim- tevaartuigen of meteoorstenen. Niet vereist is dat schade aan het woonhuis is ontstaan.
8 extra herstelkosten van het woonhuis
Deze kosten moeten gemaakt zijn op bevel van een bevoegde overheidsinstantie.
9 huurderving
Over de periode waarin het woonhuis als gevolg van een verzekerde schadeoorzaak hersteld of herbouwd moet worden, vergoedt de maatschap- pij de kosten van huurderving. Het woonhuis moet in dat geval geheel of gedeeltelijk onbewoonbaar zijn geraakt door de verzekerde gebeurtenis.
Huurderving wordt vergoed over een periode van maximaal 52 weken. Wanneer er geen huur- overeenkomst is gesloten met betrekking tot het woonhuis en/of als u zelf het woonhuis bewoont, wordt de vergoeding vastgesteld op basis van de huurderving die u zou hebben gehad wanneer het woonhuis met gelijke bestemming zou zijn ver- huurd. Als het woonhuis niet hersteld of herbouwd wordt, beperkt de maatschappij de uitkeringsduur tot maximaal 10 weken.
Let op: de maximale vergoeding voor huurderving is 12.500 euro per gebeurtenis.
10 extra kosten van verblijf in hotel, pension of ander vervangend verblijf
De maatschappij vergoedt de extra kosten die u in redelijkheid moet maken voor een noodzakelijk verblijf in een hotel, pension of een ander vervan- gend bedrijf. Deze kosten komen niet voor ver- goeding in aanmerking als u ook recht heeft op kostenvergoeding op een inboedelverzekering die al dan niet bij deze maatschappij is gesloten.
11 kosten van vervoer en opslag van de inboedel De kosten om de inboedel te vervoeren naar een opslagplaats worden vergoed. Als opslag noodza-
kelijk is, vergoedt de maatschappij ook de kosten van de opslag zelf. Deze kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking als u ook recht heeft op kostenvergoeding op een inboedelverzekering
(die al dan niet bij deze maatschappij is gesloten).
12 kosten van vervanging van sloten
Dit zijn kosten die gemaakt moeten worden om de sleutels en de sloten van het woonhuis te ver- vangen. Diefstal van de sleutels uit het woonhuis of uit de auto, of als gevolg van beroving moet vervanging noodzakelijk maken. De diefstal of beroving moet blijken uit een proces-verbaal van aangifte, waarin de diefstal of beroving van de huissleutels afzonderlijk vermeld wordt.
Let op: de maximale vergoeding is 300 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 22.5
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Xxxxx u hiervoor op uw polisblad.
Als er een maximale vergoeding van toepassing is, wordt eerst dit maximum toegepast en vervolgens het eigen risico.
Direct Schade Herstel
Maakt u gebruik van Direct Schade Herstel? Dan wordt uw (eventuele) eigen risico met de helft verminderd.
ARTIKEL 23
WAT HOUDT WAARDEGARANTIE VOOR U IN?
Op deze verzekering is waardegarantie van toepas- sing. Dit houdt in dat onderverzekering niet mogelijk is, behalve in de gevallen die in de artikelen 14.7 en
26.4 worden aangegeven. De waardegarantie geldt voor een periode van 5 jaar. Na deze termijn heeft de maatschappij het recht om de waarde opnieuw te laten vaststellen door om een ingevulde inboedel- waardemeter of inventarisatielijst te vragen. Indien
u aan dit verzoek niet voldoet, dan vervalt de waarde- garantie 3 maanden nadat het verzoek is gedaan.
ARTIKEL 24
WAT IS NIET VERZEKERD?
Schade of verlies veroorzaakt door de volgende oorzaken valt niet onder de dekking:
1 overstroming.
De maatschappij zal de schade door een over- stroming wèl vergoeden:
– bij een brand of explosie die het gevolg is van een overstroming;
– bij overlopen door indirecte neerslag.
2 directe neerslag die het woonhuis binnendringt door deuren, ramen of luiken die open staan;
3 indirecte neerslag die het woonhuis binnendringt:
– door deuren, ramen of luiken die open staan;
– na een dijkdoorbraak of een vorm van beschadiging van een waterkering.
4 muren of vloeren die vocht en water doorlaten;
5 grondwater;
6 constructie- en/of bouwfouten. De maatschappij verzekert in dat geval wel schade door brand en/of explosie;
7 slecht onderhoud van het woonhuis.
Aanvullend niet verzekerd bij de Compleetdekking
Wanneer u de Compleetdekking heeft afgesloten, zijn naast de uitsluitingen die eerder in dit artikel zijn genoemd ook schade door of aan de volgende zaken uitgesloten van dekking, voor zover sprake is van een ‘van buiten komend onheil’ dat niet onder de Extra Uitgebreide dekking van artikel 22.1, maar wel onder de Compleetdekking van artikel 22.2 valt:
1 grondverzakking en grondverschuiving;
2 wind, xxxxxx xxx xxxxx;
3 ongedierte en schimmels;
4 huisdieren die met uw toestemming in het woonhuis aanwezig zijn;
5 graffiti, verf en andere kleurstoffen aan de buitenkant van het woonhuis;
6 verontreinigende stoffen, behalve wanneer dit het gevolg is van een brand die dichtbij plaatsvindt, van een explosie of van een directe blikseminslag;
7 schade aan zwembaden en xxxxxxx’x, inclusief de installaties, vast gemonteerde afdekkingen en overkappingen die daarbij horen.
ARTIKEL 25
AANPASSEN VAN DE PREMIE
De maatschappij kan eens per jaar uw premie wij- zigen wanneer uw contract vernieuwd wordt. De maatschappij kan dit onder andere doen aan de hand van het indexcijfer voor bouwkosten van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
ARTIKEL 26
GEWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN
De wijzigingen die hieronder in artikel 26.2 worden genoemd moet u doorgeven aan de maatschappij binnen de in dat artikel gestelde termijnen.
De genoemde wijzigingen kunnen namelijk gevolgen hebben voor uw premie, het verzekerde risico of de dekking. Dit volgt uit de artikelen 26.3 en 26.4.
Met bepaalde zaken verklaart de maatschappij zich (bij aanvang van de verzekering) bekend. Daarover leest u in artikel 26.1.
ARTIKEL 26.1
RISICOBEKENDHEID
De maatschappij verklaart dat zij bekend is met de ligging, bouwaard, dakbedekking, constructie, inrich- ting, gebruik en de bestemming (op het polisblad aangegeven) van het woonhuis bij de ingang van de verzekering. Ook verklaart de maatschappij dat zij bekend is met de belendingen (aangrenzende woon- huizen, gebouwen en dergelijke), ongeacht hoe deze zijn of in de toekomst zullen worden. Wanneer de belendingen veranderen heeft dit geen invloed op de verzekering. Een verandering in de belendingen hoeft u daarom niet door te geven.
ARTIKEL 26.2
WELKE WIJZIGINGEN MOET U DOORGEVEN EN BINNEN WELKE TERMIJNEN?
In de volgende situaties moet u de maatschappij op de hoogte stellen binnen de genoemde termijnen:
1 personen gaan het woonhuis of een deel daarvan gebruiken, terwijl ze hier het recht niet toe heb- ben (kraken bijvoorbeeld): dit moet u meedelen binnen 14 dagen nadat u hiermee bekend bent geworden;
2 de bouwaard, de dakbedekking, de constructie, de bestemming (u gaat bijvoorbeeld een prak- tijkruimte inrichten), de inrichting, de inhoud in kubieke meters of het gebruik van het woonhuis verandert: dit moet u binnen 30 dagen na de oor- spronkelijke wijzigingsdatum meedelen;
3 één of meer gegevens die op het polisblad ver- meld worden veranderen: dit moet u binnen
30 dagen na de oorspronkelijke wijzigingsdatum meedelen;
4 het verzekerd belang gaat over (bijvoorbeeld doordat het woonhuis van eigenaar verandert): dit moet u binnen 30 dagen na de oorspronke- lijke wijzigingsdatum meedelen;
5 u verwacht dat (een zelfstandig deel van) het woonhuis langer dan 2 maanden onbewoond zal zijn: dit moet u binnen 30 dagen na de oorspron- kelijke wijzigingsdatum meedelen.
ARTIKEL 26.3
GEVOLGEN VOOR DE PREMIE EN DE DEKKING
1 Wanneer het woonhuis langere tijd niet bewoond wordt (de situatie van artikel 26.2 sub 5), verze- kert de maatschappij u nog maximaal 6 maanden. Gerekend wordt vanaf de dag dat het woonhuis onbewoond is. Bij schade door beschadiging als gevolg van vandalisme is het woonhuis alleen ver- zekerd na inbraak.
Wanneer het woonhuis na 6 maanden nog steeds onbewoond is, is na deze termijn alleen nog scha- de verzekerd die het gevolg is van brand, explosie, directe blikseminslag, storm, lucht- en ruimtevaar- tuigen en meteoorstenen.
2 Wanneer het woonhuis in gebruik genomen wordt door onbevoegden (de situatie van artikel 26.2 sub 1), verzekert de maatschappij u alleen tegen schade door brand, explosie, directe blikseminslag, storm, lucht- en ruimtevaartuigen en meteoor- stenen.
3 Wanneer het verzekerd belang overgaat (de situatie van 26.2 sub 4), is het woonhuis vanaf het moment dat de eigendom overgaat niet meer verzekerd. De verzekering eindigt namelijk auto- matisch wanneer u als verzekerde het belang bij het verzekerde woonhuis verliest.
4 Wanneer u binnen de gestelde termijnen de ge- noemde wijzigingen doorgeeft, zal de maatschap- pij de wijzigingen beoordelen. De maatschappij zal u vervolgens zo snel mogelijk berichten of de verzekering van kracht kan blijven of dat deze
beëindigd moet worden. Het is ook mogelijk dat de verzekering voortgezet kan worden tegen andere voorwaarden en/of een andere premie.
ARTIKEL 26.4
GEVOLGEN VAN HET NIET (OP TIJD) DOORGEVEN VAN WIJZIGINGEN
Wanneer u een wijziging niet binnen de gestelde ter- mijn doorgeeft, vervalt na de gestelde termijn het recht op schadevergoeding. Wanneer de maatschap- pij echter de verzekering tegen dezelfde voorwaar- den zou hebben voortgezet wanneer u de wijziging op tijd zou hebben doorgegeven, blijft het recht op schadevergoeding bestaan. Wanneer de maatschap- pij de verzekering voort zou hebben gezet tegen een hogere premie, wordt een schade vergoed in dezelfde
verhouding als de betaalde premie staat tegenover de premie die u bij juist doorgeven van de wijziging had moeten betalen.
BIJZONDERE VOORWAARDEN MODULE GLAS
Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd.
INLEIDING
In deze bijzondere voorwaarden van de module Glas leggen we uit waartegen het in het woonhuis aanwe- zige glas verzekerd is en onder welke voorwaarden. Deze bijzondere voorwaarden vormen één geheel met de algemene voorwaarden. De algemene voorwaarden gelden, tenzij we daarvan in deze bijzondere voor- waarden afwijken.
De module Glas kunt u alleen samen met de module Inboedel of de module Woonhuis afsluiten. Op het moment dat de module Inboedel of de module Woonhuis eindigt, eindigt ook de module Glas.
ARTIKEL 27
WAT IS ER VERZEKERD?
ARTIKEL 27.1
SCHADE AAN HET GLAS
De maatschappij verzekert u tegen materiële schade aan het glas dat in het woonhuis aanwezig is, wanneer de schade plotseling en onvoorzien is veroor- zaakt of ontstaan door breuk van het glas.
ARTIKEL 27.2
EXTRA VERGOEDINGEN
Na een breuk van verzekerd glas vergoedt de maat- schappij behalve het glas ook de volgende kosten:
1 de extra kosten van zonwerend materiaal dat zich tussen dubbelwandige ruiten bevindt;
2 de kosten van het inzetten van het glas;
3 de kosten voor een noodvoorziening;
4 de versieringen, beschilderingen, opschriften en folie die op het glas zijn aangebracht.
Let op: de maximale vergoeding voor deze ver- sieringen, beschilderingen, opschriften en folie is 250 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 28
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 10 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat de volgende gevallen van schade niet worden vergoed:
1 brand;
2 explosie;
3 overstroming, ook al is de overstroming de oorzaak of het gevolg van een verzekerde gebeurtenis;
4 verbouwing. Hieronder valt schade die door ver- bouwing van het woonhuis of een deel daarvan ontstaat;
5 verplaatsing, verandering of bewerking. Hieronder valt schade die ontstaat door verplaatsing, ver- andering of bewerking van het verzekerde glas, bijvoorbeeld wanneer nieuwe kozijnen en deuren geplaatst worden;
6 langer dan 2 maanden onbewoond of gekraakt zijn, of leegstaan van het woonhuis of een zelfstandig deel daarvan.
Ook is niet verzekerd schade:
7 aan glas in lood, als de schade ontstaat door slijtage van de loodstrippen, versterkingen en dergelijke;
8 aan glas in windschermen, balkon- en terrein- afscheidingen;
9 aan glas in broei- en kweekkassen;
10 die bestaat uit het lek raken van de isolerende laag tussen dubbel glas.
ARTIKEL 29
AANPASSEN VAN DE PREMIE
De maatschappij kan eens per jaar uw premie wijzi- gen wanneer uw contract vernieuwd wordt. De maat- schappij kan dit onder andere doen aan de hand van het glasindexcijfer, dat afgeleid wordt van het index- cijfer voor bouwkosten van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
ARTIKEL 30
GEWIJZIGDE OMSTANDIGHEDEN
De wijziging die hieronder in artikel 30.2 wordt genoemd moet u aan de maatschappij doorgeven binnen de in dat artikel gestelde termijn. De genoem- de wijziging kan namelijk gevolgen hebben voor uw premie, het verzekerde risico of de dekking. Dit volgt uit de artikelen 30.3 en 30.4. Met bepaalde zaken verklaart de maatschappij zich (bij aanvang van de verzekering) bekend. Daarover leest u in artikel 30.1.
ARTIKEL 30.1
RISICOBEKENDHEID
De maatschappij verklaart dat zij bekend is met de ligging, bouwaard, dakbedekking, constructie, inrich- ting, gebruik en de bestemming (op het polisblad aangegeven) van het woonhuis bij de ingang van de verzekering.
Ook verklaart de maatschappij dat zij bekend is met de belendingen (aangrenzende woonhuizen, gebou- wen en dergelijke), ongeacht hoe deze zijn of in de toekomst zullen worden. Wanneer de belendingen veranderen heeft dit geen invloed op de verzekering. Een verandering in de belendingen hoeft u daarom niet door te geven.
ARTIKEL 30.2
WELKE WIJZIGING MOET U DOORGEVEN EN BINNEN WELKE TERMIJN?
Als de bestemming van het woonhuis (u gaat bijvoor- beeld een praktijkruimte inrichten) wijzigt, moet u
dit binnen 30 dagen na de oorspronkelijke wijzigings- datum aan de maatschappij doorgeven.
ARTIKEL 30.3
GEVOLGEN VOOR DE PREMIE EN DE DEKKING
Wanneer u binnen de gestelde termijn de genoemde wijziging doorgeeft, zal de maatschappij de wijziging beoordelen. De maatschappij zal u vervolgens zo snel mogelijk berichten of de verzekering van kracht kan blijven of dat deze beëindigd moet worden. Het is ook mogelijk dat de verzekering voortgezet kan worden tegen andere voorwaarden en/of een andere premie.
ARTIKEL 30.4
GEVOLGEN VAN HET NIET (OP TIJD) DOORGEVEN VAN WIJZIGINGEN
Wanneer u de wijziging niet binnen de gestelde ter- mijn doorgeeft, vervalt na de gestelde termijn het recht op schadevergoeding.
Wanneer de maatschappij echter de verzekering tegen dezelfde voorwaarden zou hebben voortgezet wanneer u de wijziging op tijd zou hebben doorgegeven, blijft het recht op schadevergoeding bestaan. Wanneer de maatschappij de verzekering voort zou hebben gezet tegen een hogere premie, wordt een schade vergoed in dezelfde verhouding als de betaalde premie staat tegenover de premie die u bij juist doorgeven van de wijziging had moeten betalen.
BIJZONDERE VOORWAARDEN MODULE BUITEN HET HUIS
Op uw polisblad staat of u deze module heeft verzekerd.
INLEIDING
In deze bijzondere voorwaarden van de module Buiten het huis leest u waartegen uw inboedel verzekerd is en onder welke voorwaarden. Deze bijzondere voor- waarden vormen één geheel met de algemene voor- waarden. De algemene voorwaarden gelden, tenzij we daarvan in deze bijzondere voorwaarden afwijken.
De module Buiten het huis kunt u alleen samen met de module Inboedel afsluiten. Op het moment dat de module Inboedel eindigt, eindigt ook de module Buiten het huis.
ARTIKEL 31
WAARTEGEN IS UW INBOEDEL VERZEKERD?
ARTIKEL 31.1
DEKKING
De maatschappij verzekert u tegen schade aan de verzekerde inboedel, wanneer de schade plotseling en onvoorzien veroorzaakt wordt of ontstaat. Onder schade wordt ook verstaan diefstal van de verzekerde inboedel. De schade is ook verzekerd wanneer een eigen gebrek van de verzekerde zaak de oorzaak is van de schade. Het herstel van de gebrekkige zaak zelf is niet verzekerd.
ARTIKEL 31.2
WAAR XXXX U VERZEKERD?
De verzekering biedt dekking binnen Nederland:
1 buiten de eigen (vakantie)woning, met berging en bijgebouwen;
2 buiten de voor permanente bewoning gehuurde woning, met berging en bijgebouwen;
3 buiten de eigen stacaravan of toercaravan die als stacaravan gebruikt wordt, met berging en bijgebouwen.
ARTIKEL 31.3
VOLDOENDE ZORG/VOORZICHTIGHEID
De maatschappij verzekert u alleen als de verzekerde(n) de normale voorzichtigheid in acht nemen om zo schade aan of diefstal van de verze- kerde inboedel te voorkomen. Van voldoende zorg/ voorzichtigheid is onder andere geen sprake als de verzekerde(n) de verzekerde inboedel onbeheerd ach- terlaten in een ruimte die niet goed kan worden afge- sloten. Onder onbeheerd achterlaten wordt verstaan:
het achterlaten van de verzekerde inboedel zonder direct toezicht van een verzekerde, tenzij dat toezicht onmogelijk is vanwege omstandigheden die zich buiten de wil van de verzekerde hebben voorgedaan. De maatschappij zal bij het beoordelen van de mate van zorg/voorzichtigheid rekening houden met de maatregelen die onder de gegeven omstandigheden van de verzekerde(n) verlangd mochten worden.
ARTIKEL 31.4
WELK EIGEN RISICO IS VAN TOEPASSING?
Xxxxx u hiervoor op uw polisblad. Als er volgens artikel 32 een maximale vergoeding van toepassing is, wordt eerst dit maximum toegepast en vervolgens het eigen risico.
ARTIKEL 32
MET WELKE BIJZONDERE VERGOEDINGSMAXIMA MOET U REKENING HOUDEN?
De maatschappij vergoedt per gebeurtenis maximaal het verzekerde bedrag dat op het polisblad staat vermeld.
ARTIKEL 32.1
BIJZONDERE INBOEDELGOEDEREN
Voor bepaalde inboedelgoederen hanteert de maat- schappij maximale vergoedingen binnen het verze- kerd bedrag dat op het polisblad staat vermeld.
Deze maximale vergoedingen leest u hieronder.
Voor de onder sub 1 en 2 genoemde zaken geldt een maximum van 1.250 euro per categorie voor alle ver- zekerden tezamen:
1 foto-, film-, geluids-, video- en draagbare compu- terapparatuur met toebehoren (met uitzondering van spelcomputers en telecommunicatiemiddelen);
2 bijzondere uitrusting ten behoeve van hobby en sport.
Voor de onder sub 3 tot en met 10 genoemde zaken geldt een maximum van 350 euro per categorie per verzekerde:
3 niet-gemotoriseerde invalidenwagens, rollators en alle soorten kinderwagens;
4 muziekinstrumenten en medische apparatuur;
5 sieraden (exclusief horloges);
6 horloges (inclusief horlogebanden en horloge- kettingen);
7 brillen, brillenglazen en contactlenzen;
8 kunstgebitten en gehoorapparaat;
9 verrekijkers;
10 radiografisch bestuurbare objecten en spel- computers, inclusief toebehoren.
Voor de onder sub 11 tot en met 14 genoemde zaken geldt een maximum van 350 euro per categorie voor alle verzekerden tezamen:
11 opblaasbare- of opvouwbare boten zonder motor, zeil- en surfplanken en kano’s;
12 telecommunicatiemiddelen;
13 cd’s, dvd’s;
14 navigatieapparatuur met uitzondering van tele- communicatiemiddelen, inclusief toebehoren.
ARTIKEL 32.2
DIEFSTAL UIT EEN MOTORRIJTUIG
Als de hierboven genoemde bijzondere inboedelgoede- ren worden gestolen uit een motorrijtuig, vergoeden wij maximaal 500 euro per gebeurtenis voor al deze bijzondere inboedelgoederen samen. Een eventueel lager maximum van een categorie bijzondere inboedel blijft van toepassing. Deze maximale vergoeding geldt voor alle verzekerden tezamen.
Er gelden daarbij enkele bijzondere voorwaarden waaraan moet zijn voldaan. Die voorwaarden beteke- nen dat u moet bewijzen dat op het moment dat de diefstal plaats had:
1 er sprake was van een deugdelijk afgesloten motorrijtuig, én;
2 er sprake was van inbraak in het motorrijtuig, én;
3 de gestolen zaken van buitenaf niet zichtbaar waren, bijvoorbeeld doordat deze waren opge- borgen in de afgesloten kofferruimte dan wel zich onder de zogenaamde hoedenplank of een andere soortgelijke, vast gemonteerde voorziening bevon- den, én;
4 de diefstal zich niet heeft voorgedaan tussen
22.00 en 07.00 uur.
ARTIKEL 33
EXTRA KOSTENVERGOEDINGEN
De maatschappij vergoedt de kosten die hierna omschreven worden, als deze kosten het gevolg zijn van een verzekerde gebeurtenis zoals omschreven in artikel 31.1:
1 maatregelen om de schade te verminderen en/of om (meer) schade te voorkomen
De kosten van maatregelen die u tijdens de loop- tijd van de verzekering neemt of laat nemen en die redelijkerwijs nodig zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden of om de schade te beperken (bereddingskosten).
De verzekering moet dekking bieden voor de schade die zonder ingrijpen zou zijn veroorzaakt of ontstaan of verergerd.
2 expertisekosten
Hieronder vallen het salaris en de kosten van alle experts die de hoogte van de schade vaststellen. Wanneer u zelf een expert benoemt, vergoedt de maatschappij deze expertisekosten tot maximaal het bedrag aan salaris en kosten van de expert die de maatschappij benoemd heeft.
Tot de kosten van een expert worden ook de kosten gerekend van personen die door de expert zijn geraadpleegd. De maatschappij vergoedt alleen expertisekosten als een expert is aange- sloten bij de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’.
ARTIKEL 34
WAT IS NIET VERZEKERD?
In artikel 10 staat wat volgens de algemene voor- waarden niet is verzekerd. Voor deze module geldt bovendien dat de volgende gevallen van schade niet worden vergoed:
1 verlies;
2 vermissing;
3 rijden onder invloed
als er sprake is van een verkeersongeval en een verzekerde als de feitelijke bestuurder van een motorrijtuig:
1 zodanig onder invloed van alcoholhoudende drank is, dat een rijverbod is of zou zijn opge- legd door bevoegde instanties, of;
2 niet tot behoorlijk rijden in staat moet worden geacht.
Deze regel geldt ook voor andere stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden. Hiermee wordt gelijk- gesteld het weigeren van verzekerde(n) om mee te werken aan een onderzoek naar het gebruik van deze stoffen door een bevoegde instantie;
4 gebruik van de verzekerde inboedel voor (semi-) beroepsdoeleinden;
5 slijtage, ongedierte, weersinvloeden, tempera- tuursinvloeden of andere invloeden die geleide- lijk inwerken;
6 normaal gebruik, reiniging, restauratie, reparatie of bewerking;
7 als de schade bestaat uit krassen, barsten, deuken, vlekken, putten en dergelijke, en de ver- zekerde zaak normaal bruikbaar blijft. Dergelijke beschadigingen worden wel vergoed wanneer deze tegelijk zijn ontstaan met een andere verzekerde schade;
8 aan zaken van een verzekerde die iemand anders onder zich heeft, zoals ingeval van huren, lenen, bewaren of gebruiken;
9 schade aan kleding en schoenen van kinderen van maximaal 12 jaar oud terwijl deze wordt gedragen.
De maatschappij vergoedt bovendien de volgende kosten niet:
10 de kosten die gemaakt moeten worden om gege- vens op informatiedragers te kunnen herstellen/ reproduceren;
11 schade en kosten die verhaald kunnen worden op een onderhoudscontract, een garantieregeling of een (leverings)overeenkomst.
ARTIKEL 35
AANPASSEN VAN DE PREMIE
De maatschappij kan eens per jaar uw premie wijzi- gen wanneer uw contract vernieuwd wordt. De maat- schappij kan dit onder andere doen aan de hand van het indexcijfer voor inboedel van het Centraal Bureau voor de Statistiek.