ALGEMENE VOORWAARDEN HOF VAN HOENKOOP
ALGEMENE VOORWAARDEN HOF VAN HOENKOOP
’t Hof van Hoenkoop BV Xxxxxxxxxx xxxxxxxx 00
0000 XX Xxxxxxxxx
KVK: 30091924
BTW: NL 86.75.314.B01
De Algemene Voorwaarden Hof van Hoenkoop (AVH) zijn van toepassing op alle aangeboden diensten en reserveringen die ’t Hof van Hoenkoop verleent.
===============================================================
Artikel 1. Definities
Onder de navolgende woorden wordt in de AVH, en in de aanbiedingen en overeenkomsten waarop de AVH van toepassing zijn, telkens het navolgende verstaan.
1.1 Horecabedrijf
De natuurlijke- of rechtspersoon of vennootschap die zijn bedrijf maakt van het verlenen van horecadiensten.
1.2 Gastheer
Degene die een horecabedrijf vertegenwoordigt bij het afsluiten en uitvoeren van horecaovereenkomsten.
1.3 Verlenen van horecadiensten
Het door een horecabedrijf verstrekken van logies en/of spijs en/of drank en/of het ter beschikking stellen van (zaal)ruimte en/of terreinen, alles met alle daarbij behorende werkzaamheden en diensten, en alles in de ruimste zin des woords.
1.4 Klant
De natuurlijke- of rechtspersoon of vennootschap die met een horecabedrijf een horecaovereenkomst heeft gesloten.
1.5 Gast
De natuurlijke perso(o)n(en) aan wie op grond van een met de klant
gesloten horecaovereenkomst één of meer horecadienst(en) moet worden verleend. Waar in de AVH van gast, of klant, wordt gesproken, wordt zowel gast als klant bedoeld tenzij uit de inhoud van de bepaling en haar strekking noodzakelijkerwijze voortvloeit dat slechts één van beide bedoeld kan zijn.
1.6 Horecaovereenkomst
Een overeenkomst tussen een horecabedrijf en een klant terzake een of meer door het horecabedrijf te verlenen horecadiensten tegen een door de klant te betalen prijs. In plaats van de term horecaovereenkomst wordt soms de term reservering gebruikt.
1.7 Reserveringswaarde (= de waarde van de horecaovereenkomst)
De totale omzetverwachting van het horecabedrijf inclusief bedieningsgeld (toeristenbelasting) en btw terzake een met een klant gesloten horecaovereenkomst, welke verwachting is gebaseerd op de binnen dat horecabedrijf geldende gemiddelden.
1.8 Annulering
De in schriftelijke vorm door de klant aan het horecabedrijf gedane mededeling dat van een of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk geen gebruik zal worden gemaakt, dan wel de in schriftelijke vorm door het horecabedrijf aan de klant gedane mededeling dat een of meer overeengekomen horecadiensten geheel of gedeeltelijk niet verstrekt zullen worden.
1.9 No-show
Het zonder annulering niet gebruik maken door een gast van een op grond van een horecaovereenkomst te verstrekken horecadienst.
1.10 Groep
Een groep van 10 of meer personen aan wie door een horecabedrijf een of meer horecadiensten moeten worden verleend krachtens een of meer als samenhangend te beschouwen horecaovereenkomsten.
1.11 Individu
Iedere persoon die niet behoort tot een groep volgens bovengenoemde definitie.
1.12 Goederen
Alle goederen, daaronder begrepen gelden, geldswaarden en geldswaardige papieren.
1.13 Kurkengeld
Het bedrag verschuldigd terzake het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door dat horecabedrijf verstrekte drank.
1.14 Keukengeld
Het bedrag verschuldigd terzake het in de ruimten van een horecabedrijf nuttigen van niet door dat horecabedrijf verstrekte spijzen.
1.15 Omzetgarantie
Een akkoord van de klant dat terzake één of meer horecadiensten tussen klant en horecabedrijf minimaal een bepaald bedrag aan omzet door de klant zal worden gerealiseerd, zoals tussen klant en horecabedrijf is overeengekomen op het moment van reservering
Artikel 2. Toepasselijkheid
2.1 De AVH zijn met uitsluiting van alle andere algemene voorwaarden van toepassing op de totstandkoming en de inhoud van alle horecaovereenkomsten, alsmede op alle aanbiedingen xxxxxxx de totstandkoming van deze xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx. Indien daarnaast toch andere algemene voorwaarden van toepassing zijn prevaleren in geval van tegenstrijdigheid de AVH.
2.2 Afwijken van de AVH is slechts mogelijk bij geschrifte en van geval tot geval.
2.3 De AVH strekken mede ten behoeve van alle natuurlijke- en rechtspersonen waarvan het horecabedrijf gebruik maakt of heeft gemaakt bij het sluiten en/of uitvoeren van een horecaovereenkomst of een andere overeenkomst of bij het exploiteren van het horecabedrijf.
2.4 Zijn de AVH eenmaal rechtsgeldig toepasselijk verklaard op een bepaalde horecaovereenkomst, dan wordt de laatst geldende versie van de AVH toepasselijk geacht op alle volgende horecaovereenkomsten tussen dezelfde partijen, tenzij schriftelijk anders overeengekomen.
Artikel 3. Totstandkoming van horecaovereenkomsten
3.1 Een horecabedrijf kan te allen tijde om welke reden dan ook het sluiten van een horecaovereenkomst weigeren, behoudens indien een zodanige weigering
geschiedt louter op één of meer gronden vermeld in artikel 429 quater Wetboek van Xxxxxxxxxx (discriminatie).
3.2 Alle door een horecabedrijf gedane aanbiedingen xxxxxxx de totstandkoming van een horecaovereenkomst zijn vrijblijvend en onder het voorbehoud “zolang de voorraad (c.q. capaciteit) strekt”. Doet het horecabedrijf binnen een naar gelang de omstandigheden te bepalen redelijke termijn na aanvaarding door de klant een beroep op bedoeld voorbehoud dan wordt de beoogde horecaovereenkomst geacht niet te zijn tot stand gekomen.
3.3 Wanneer het horecabedrijf aan de klant (optiehouder) een optierecht heeft toegekend kan dit recht niet worden herroepen, behoudens indien en voorzover een andere potentiële klant het horecabedrijf een aanbod doet tot het sluiten van een horecaovereenkomst terzake het totaal of een gedeelte van de in optie uitstaande horecadiensten. De optiehouder dient alsdan door het horecabedrijf van dit aanbod op de hoogte te worden gebracht, waarna de optiehouder te kennen dient te geven al dan niet van het optierecht gebruik te willen maken. Indien de optiehouder niet te kennen geeft gebruik te willen maken van het optierecht vervalt het optierecht. Een optierecht kan alleen schriftelijk verleend worden en heeft altijd een maximale duur van veertien dagen na het verlenen van het optierecht.
3.4 Horecaovereenkomsten voor (een) gast(en) aangegaan door tussenpersonen (cargadoors, reisbureaus, andere horecabedrijven e.d.), al dan niet in naam van hun relatie(s), worden geacht mede voor rekening en risico van deze tussenpersonen te zijn gesloten. Het horecabedrijf is aan tussenpersonen geen commissie of provisie, hoe ook genaamd, verschuldigd, tenzij schriftelijk uitdrukkelijk anders overeengekomen. Gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde door de gast zal de tussenpersoon in dezelfde mate bevrijden.
Artikel 4. Optierecht
4.1 Een optierecht is het recht van een klant om eenzijdig de xxxxxxxxxxxxxxxxxx tot stand te doen komen door de enkele aanvaarding van een geldig aanbod van het horecabedrijf.
4.2 Een optierecht kan alleen schriftelijk worden verleend. Een optierecht kan voor een bepaalde of voor een onbepaalde duur worden overeengekomen. Het optierecht vervalt indien de optiehouder te kennen heeft gegeven geen gebruik te willen maken van het optierecht of indien de bepaalde duur is verstreken zonder dat de optiehouder te kennen heeft gegeven van het optierecht gebruikt te willen maken.
4.3 Een optierecht kan door het horecabedrijf niet worden herroepen, tenzij een andere potentiële klant het horecabedrijf een aanbod doet tot het sluiten van een horecaovereenkomst ter zake het totaal of een gedeelte van de in optie uitstaande horecadiensten. De optiehouder dient in zo’n geval door het horecabedrijf van dit aanbod op de hoogte te worden gebracht, waarna de optiehouder binnen een door het horecabedrijf te stellen termijn te kennen dient te geven al dan niet van het optierecht gebruik te willen maken. Indien de optiehouder niet binnen de gestelde termijn te kennen geeft gebruik te willen maken van het optierecht, vervalt het optierecht.
Artikel 5. Algemene rechten en verplichtingen van het horecabedrijf
5.1 Het horecabedrijf is, onverminderd het bepaalde in de hiernavolgende artikelen, krachtens de horecaovereenkomst verplicht op de overeengekomen tijdstippen de overeengekomen horecadiensten te verlenen op de in dat horecabedrijf gebruikelijke wijze.
5.2 De in artikel 5.1 genoemde verplichting geldt niet:
a. in geval van overmacht aan de zijde van het horecabedrijf als bedoeld in artikel 15;
b. indien de gast niet of meer dan een half uur te laat verschijnt;
c. indien de klant de in artikel 10 bedoelde waarborgsom/tussentijdse betaling niet tijdig voldoet;
d. indien de klant, ondanks een daartoe strekkend verzoek, niet tijdig een omzetgarantie afgeeft;
e. indien de klant op enige andere wijze niet volledig voldoet aan al zijn verplichtingen welke hij uit welken hoofde ook jegens het horecabedrijf heeft.
5.3 Het horecabedrijf is gerechtigd om een andere ruimte ter beschikking te stellen dan volgens de horeca- overeenkomst zou moeten geschieden, behoudens indien zulks als evident onbillijk en voor de gast als klaarblijkelijk te bezwaarlijk moet worden beschouwd. De gast/klant heeft in dat laatste geval het recht om met onmiddellijke ingang de horecaovereenkomst waarop voormelde wens van het horecabedrijf betrekking heeft te beëindigen, onverminderd zijn verplichtingen uit hoofde van andere horecaovereenkomsten. De gast en/of klant heeft, indien het horecabedrijf zich uitgaven bespaart door op de voet van het voorgaande een andere ruimte ter beschikking te stellen dan volgens de horecaovereenkomst zou moeten geschieden, recht op het bedrag van die besparing. Voor het overige zal het horecabedrijf nimmer tot enige schadevergoeding gehouden zijn. Het horecabedrijf is voorts gehouden de bij hem gebruikelijke horecadiensten aan de gasten te kunnen verlenen.
5.4 Het horecabedrijf is gerechtigd op ieder moment zonder opzegtermijn het verstrekken van horecadiensten aan een gast te beëindigen wanneer de gast de huis- en/of gedragsregels overtreedt, of zich anderszins zodanig gedraagt dat de orde en de rust in het horecabedrijf en/of de normale exploitatie daarvan wordt verstoord. De gast dient alsdan op eerste verzoek het horecabedrijf te verlaten. Indien de klant op een andere wijze niet volledig voldoet aan zijn verplichtingen die hij uit welken hoofde ook jegens het horecabedrijf heeft dan is het horecabedrijf gerechtigd de dienstverlening op te schorten. Het horecabedrijf mag onderhavige bevoegdheden slechts uitoefenen indien de aard en de ernst van de door de gast begane overtredingen daartoe naar het redelijk oordeel van het horecabedrijf voldoende aanleiding geven.
5.5 Het horecabedrijf is na overleg met het ter plaatse bevoegd gezag gerechtigd de horecaovereenkomst wegens gegronde vrees voor verstoring van de openbare orde buitengerechtelijk te ontbinden. Maakt het horecabedrijf van deze bevoegdheid gebruik, dan zal het horecabedrijf tot geen enkele schadevergoeding jegens de klant gehouden zijn.
5.6 Het horecabedrijf is niet gehouden enig goed van de gast in ontvangst en/of in bewaring te nemen.
5.7 Indien het horecabedrijf voor het in ontvangst en/of in bewaring nemen van goederen enig bedrag aan de gast in rekening brengt, dient het horecabedrijf op die goederen te letten als een goed huisvader, onverminderd het bepaalde in artikel 10.
5.8 Het horecabedrijf is nimmer verplicht enig huisdier van de gast toe te laten en kan aan toelating voorwaarden verbinden.
Artikel 6. Algemene verplichtingen van de gast
6.1 De gast is verplicht om zich aan de in het horecabedrijf geldende huis- en gedragsregels te houden en de redelijke aanwijzingen van het horecabedrijf op te volgen. Redelijke aanwijzingen mogen mondeling gegeven worden.
6.2 De gast is verplicht om mee te werken aan redelijke verzoeken van het horecabedrijf in het kader van diens wettelijke plichten omtrent onder andere veiligheid, identificatie, voedselveiligheid/hygiëne en beperking van overlast.
Artikel 7. Annuleringen horecaovereenkomst
7.1 Annulering van horecaovereenkomsten door klant is onderhevig aan annuleringskosten door klant aan horecabedrijf te voldoen, ter hoogte van een - afhankelijk van annuleringsperiode- bedrag zoals omschreven in een van de volgende artikelen 7.2 a tot en met d.
7.2 Wanneer een reservering is gemaakt voor een groep dan geldt voor annulering van die reservering het navolgende.
a. Bij annulering meer dan 6 maanden voor het tijdstip waarop krachtens de desbetreffende horecaovereenkomst de eerste horecadienst zou moeten worden verleend is de klant gehouden 10% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen, met een minimum van 500 euro.
b. Bij annulering minder dan 6 maanden, maar meer dan 3 maanden voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 15% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen, met een minimum van 500 euro.
c. Bij annulering minder dan 3 maanden, maar meer dan 1 maand voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 25% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen, met een minimum van 500 euro.
d. Bij annulering minder dan 1 maand voor bedoeld tijdstip is de klant gehouden 50% van de reserveringswaarde aan het horecabedrijf te betalen, met een minimum van 500 euro.
Artikel 8. Waarborgsom en tussentijdse betaling
8.1 Het horecabedrijf verlangt bij reservering van een evenement een aanbetaling à 500 euro.
8.2 Het horecabedrijf kan te allen tijde van de klant verlangen dat deze onder het horecabedrijf deponeert of doet deponeren een waarborgsom ter hoogte van maximaal de reserveringswaarde minus eventuele reeds verrichte tussentijdse betalingen. Ontvangen waarborgsommen worden deugdelijk geadministreerd, dienen uitsluitend tot zekerheid voor het horecabedrijf en gelden uitdrukkelijk niet als reeds gerealiseerde omzet.
8.3 Het horecabedrijf kan telkens tussentijds betaling verlangen van inmiddels verleende overige diensten.
8.4 Het horecabedrijf mag zich verhalen op het ingevolge de voorgaande bepalingen gedeponeerde bedrag terzake al datgene wat de klant uit welken hoofde ook aan hem verschuldigd is. Het overschot dient door het horecabedrijf onverwijld aan de klant te worden terugbetaald.
Artikel 9. Omzetgarantie
9.1 Indien een omzetgarantie voor een of meerdere horecadiensten is afgegeven is de klant verplicht terzake de betreffende horecaovereenkomst(en) tenminste het in de omzetgarantie bepaalde bedrag aan het horecabedrijf te betalen.
Artikel 10. Aansprakelijkheid van het horecabedrijf
10.1 De uitsluiting van aansprakelijkheid in dit artikel geldt niet voor zover het horecabedrijf terzake het risico dat zich heeft gerealiseerd van een verzekeringsmaatschappij of van een andere derde een vergoeding heeft ontvangen.
10.2 Onverminderd het bepaalde in artikel 5.7 is het horecabedrijf niet aansprakelijk voor beschadiging of verlies van goederen, die in het horecabedrijf zijn meegebracht door een gast die daar zijn intrek heeft genomen. De klant vrijwaart het horecabedrijf tegen aanspraken van gasten terzake. Het hier bepaalde geldt niet voorzover de beschadiging of het verlies te wijten is aan opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
10.3 Onverminderd het bepaalde in de artikelen 10.7 en 10.8 is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk voor welke schade dan ook door de klant, de gast en/of derden geleden tenzij de schade het directe gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf. Deze uitsluiting van aansprakelijkheid geldt in het bijzonder ook voor schade ontstaan als gevolg van het nuttigen van door het horecabedrijf bereide of geserveerde levensmiddelen en voor schade ontstaan als gevolg van automatiseringsproblemen. Indien dwingend recht slechts een minder
vergaande beperking van aansprakelijkheid toelaat geldt die minder vergaande beperking.
10.4 In geen enkel geval is het horecabedrijf gehouden een hoger bedrag aan schaderegeling te betalen dan:
1. de reserveringswaarde of, indien dat meer is.
2a. het door de verzekeraar van het horecabedrijf aan het horecabedrijf terzake de schade uitbetaalde bedrag, dan wel;
2b. de terzake de schade van een andere derde verkregen vergoeding.
10.5 Voor schade aan of met voertuigen van de gast veroorzaakt is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
10.6 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor schade direct of indirect aan wie of wat ook ontstaan als direct of indirect gevolg van enig gebrek of enige hoedanigheid of omstandigheid aan, in of op enig roerend of onroerend goed waarvan het horecabedrijf houder, (erf)pachter, huurder dan wel eigenaar is of dat anderszins ter beschikking van het horecabedrijf staat, behoudens indien en voor zover de schade het rechtstreeks gevolg is van opzet of grove schuld van het horecabedrijf.
10.7 Indien voor de gast aan de in bewaring gegeven goederen, waarvoor een vergoeding als bedoeld in artikel 5.7 in rekening wordt gebracht, schade ontstaat is het horecabedrijf verplicht de schade aan deze goederen tengevolge van beschadiging of vermissing te vergoeden. Schadevergoeding is nimmer verschuldigd terzake in de afgegeven goederen aanwezige andere goederen.
10.8 Indien het horecabedrijf goederen in ontvangst neemt of indien goederen op welke wijze dan ook waar dan ook door wie dan ook worden gedeponeerd, bewaard en/of achtergelaten zonder dat het horecabedrijf daarvoor enige vergoeding bedingt, dan is het horecabedrijf nimmer aansprakelijk voor schade aan of in verband met die goederen op welke wijze dan ook ontstaan tenzij het horecabedrijf opzettelijk deze schade heeft toegebracht, of de schade het gevolg is van grove schuld van het horecabedrijf.
10.9 De klant (niet zijnde een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf) vrijwaart het horecabedrijf volledig terzake iedere aanspraak, hoe ook genaamd, welke de gast en/of enige derde jegens het horecabedrijf mocht geldend maken, indien en voor zover deze aanspraak in de ruimste zin verband kan houden met enige door het horecabedrijf krachtens enige overeenkomst met de klant te verlenen of verleende (horeca)dienst dan wel met de accommodatie waarin een zodanige (horeca)dienst werd verleend of moest worden verleend.
10.10 De in artikel 10.9 bedoelde vrijwaringsverplichting geldt ook indien de horecaovereenkomst met de klant en/of de gast geheel of gedeeltelijk om welke reden dan ook is ontbonden.
10.11 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor gevolgen direct of indirect aan wie of wat ook, voortvloeiend vanuit de consumptie van maaltijden en of dranken zoals genuttigd in het horecabedrijf.
10.12 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor gevolgen direct of indirect aan wie of wat ook, voortvloeiend vanuit de consumptie van maaltijden en of dranken welke door gast zelf zijn ingebracht, ongeacht wel of geen verkregen toestemming tot inbreng van eigen maaltijden en of dranken, zoals genuttigd in het horecabedrijf.
10.13 Het horecabedrijf is nimmer aansprakelijk voor gevolgen direct of indirect aan wie of wat ook, voortvloeiend vanuit de consumptie van maaltijden en of dranken welke op verzoek van de gast voor speciale bereiding zijn gedaan, hierbij in het bijzonder dieetwensen of allergieën.
10.14 Het horecabedrijf is nimmer gebonden overgebleven restanten dranken en of spijzen aan gast te verstrekken ten behoeve van eigen consumptie buiten het horecabedrijf.
Artikel 11. Aansprakelijkheid van de gast en/of klant
11.1 De klant en de gast en degenen die hem vergezellen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle schade die voor het horecabedrijf en/of enige derde is en/of zal ontstaan als direct of indirect gevolg van wanprestatie (toerekenbare tekortkoming) en/of onrechtmatige daad, waaronder overtreding van de huisregels is begrepen, begaan door de klant en/of de gast en/of degenen die hem vergezellen, alsmede voor alle schade die is veroorzaakt door enig dier en/of enige stof en/of enige zaak waarvan zij houder zijn of die onder hun toezicht staan.
Artikel 12. Afrekening en betaling
12.1 De klant is de in de horecaovereenkomst bepaalde prijs verschuldigd dan wel, voor zover de horecaovereenkomst werd gesloten meer dan drie maanden voor het tijdstip waarop de ingevolge die overeenkomst te verrichten horecadiensten verleend moeten worden, de prijzen welke gelden op het moment dat de horecadienst(en) (moet(en)) wordt(den) verleend, waaronder tevens worden verstaan de prijzen als vermeld op lijsten welke door het horecabedrijf zijn opgenomen in een lijst welke aan de klant/gast, xxxxxxxx op diens verzoek, wordt overhandigd. Wijzigingen in
het BTW-tarief worden te allen tijde aan de klant doorberekend. Voor bijzondere diensten, zoals het gebruik van garderobe, garage, safe, bewassing, telefoon, telex, t.v.-huur e.d. kan door het horecabedrijf een extra vergoeding worden gevorderd.
12.2 Alle rekeningen, daaronder mede begrepen rekeningen terzake annulering of no-show, zijn door de klant en/of gast verschuldigd op het moment dat ze aan hem worden gepresenteerd. De klant dient voor contante betaling zorg te dragen tenzij schriftelijk anders is overeengekomen of tenzij anders wordt overeengekomen.
12.3 De gast en de klant zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle bedragen welke één van hen of beiden aan het horecabedrijf uit welken hoofde ook verschuldigd zijn. Geen van hen kan zich beroepen op enig voorrecht van uitwinning. Horecaovereenkomsten worden behoudens andersluidend beding geacht mede namens elke gast gesloten te zijn. Door te verschijnen geeft de gast te kennen dat de klant bevoegd was hem bij het sluiten van de betreffende horecaovereenkomst te vertegenwoordigen.
12.4 Zolang de gast en/of klant niet geheel aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan is het horecabedrijf gerechtigd om alle goederen welke door de gast en/of klant in het horecabedrijf zijn meegebracht onder zich te nemen en te houden, totdat de gast en/of klant ten genoegen van het horecabedrijf aan al zijn verplichtingen jegens het horecabedrijf heeft voldaan. Naast een retentierecht komt het horecabedrijf in voorkomend geval een pandrecht toe op de betreffende goederen.
12.6 Indien andere dan contante betaling is overeengekomen dienen alle facturen, voor welk bedrag ook, door de klant binnen veertien dagen na factuurdatum aan het horecabedrijf te worden voldaan.
12.7 Indien en voor zover tijdige betaling achterwege blijft is de klant in gebreke zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist. Uitsluitend indien de klant een natuurlijk persoon (consument) is, stuurt het horecabedrijf bij achterwege blijven van betaling, eenmalig een ingebrekestelling met een termijn van tenminste 14 dagen om alsnog te betalen.
12.8 Indien de klant in gebreke is dient hij aan het horecabedrijf alle op de inning vallende kosten te vergoeden, gerechtelijke zowel als buitengerechtelijke. De buitengerechtelijke inningskosten worden in rekening gebracht volgens de wet.
12.9 Daarenboven is de klant indien hij in gebreke is een bedrag aan rente verschuldigd welke ligt 2% boven de wettelijke rente. Een gedeelte van een maand wordt bij de berekening van de verschuldigde rente voor een gehele maand gerekend.
12.10 Indien het horecabedrijf goederen als bedoeld in artikel 12.4 onder zich heeft en de klant van wie het horecabedrijf de goederen onder zich heeft gekregen gedurende drie maanden in gebreke is, is het horecabedrijf gerechtigd deze goederen publiekelijk dan wel onderhands te verkopen en zich op de opbrengst daarvan te verhalen. De aan de verkoop verbonden kosten komen eveneens ten laste van de klant en het horecabedrijf kan zich ook daarvoor op de opbrengst van de verkoop verhalen. Hetgeen na het verhaal van het horecabedrijf resteert wordt aan de klant uitgekeerd.
12.11 Iedere betaling zal, ongeacht enige door de klant bij die betaling geplaatste aantekening dan wel gemaakte opmerking, worden geacht te strekken in mindering op de schuld van de klant aan het horecabedrijf in de navolgende volgorde:
1. de kosten van executie;
2. de gerechtelijke en buitengerechtelijke inningskosten;
3. de rente;
4. de schade;
5. de hoofdsom.
12.12 Betaling geschiedt in Nederlandse courant. Indien het horecabedrijf buitenlandse betaalmiddelen accepteert dan zal gelden de op het moment van betaling geldende marktkoers. Het horecabedrijf kan daarbij bij wijze van administratiekosten een bedrag in rekening brengen dat overeenkomt met maximaal 10% van het bedrag dat in vreemde valuta wordt aangeboden. Het horecabedrijf kan dit bewerkstelligen door de geldende marktkoers met maximaal 10% aan te passen.
12.13 Het horecabedrijf is nimmer gehouden om cheques, girobetaalkaarten en andere dergelijke betaalmiddelen te accepteren en kan aan acceptatie van zodanige betaalmiddelen voorwaarden verbinden. Hetzelfde geldt voor andere, hier niet genoemde betaalmiddelen.
Artikel 13. Overmacht
13.1 Als overmacht voor het horecabedrijf, die maakt dat een eventuele daardoor veroorzaakte tekortkoming het horecabedrijf niet kan worden toegerekend, zal gelden iedere voorziene of onvoorziene, voorzienbare of onvoorzienbare omstandigheid die het uitvoeren van de horecaovereenkomst door het horecabedrijf zodanig bemoeilijkt dat het uitvoeren van de horecaovereenkomst onmogelijk dan wel bezwaarlijk wordt.
13.2 Onder zodanige omstandigheden worden mede verstaan zodanige omstandigheden bij personen en/of diensten en/of instellingen waarvan het horecabedrijf gebruik wenst te maken bij het uitvoeren van de horecaovereenkomst, alsmede alles wat voor voornoemden als overmacht of opschortende dan wel ontbindende voorwaarde geldt, alsmede wanprestatie van voornoemden.
13.3 Indien een der partijen bij een horecaovereenkomst niet in staat is om aan enige verplichting uit die horecaovereenkomst te voldoen, is hij gehouden de andere partij hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen.
13.4 Indien een horecaovereenkomst wegens overmacht niet of slechts deels kan worden uitgevoerd door horecabedrijf, op een specifieke door klant gereserveerde datum of aaneenschakeling van data, is horecabedrijf gerechtigd om de klant in alle redelijkheid alternatieve data aan te bieden, welke door de klant dien(en)t te worden geaccepteerd, met als gevolg dat horecabedrijf en klant een kosteloze omboeking van dat(a)um overeenstemmen. Horecabedrijf dient alternatieve data in alle redelijkheid aan te bieden, met voor de klant ruim voorziene mogelijkheden om de alternatieve data te kunnen accepteren. Hierbij dient horecabedrijf rekening te houden met óf geboekt dagtype, óf geboekt seizoen door klant. Horecabedrijf en klant dienen beiden uiterste inspanning te verrichten om tot overeenstemming te komen. Horecabedrijf is bij overeenstemming gerechtigd om de aanbetaling van klant te behouden of te vermeerderen, of in overleg met de klant door te boeken naar de nieuw gereserveerde datum. Na overeenstemming tussen klant en horecabedrijf is de originele horecaovereenkomst van toepassing op de nieuw overeengekomen dat(a)um. Horecabedrijf en klant zijn verplicht de origineel gemaakte prijsafspraken wederzijds te respecteren.
Artikel 14. Gevonden voorwerpen
14.1 In het gebouw en zijn aanhorigheden van het horecabedrijf verloren of achtergelaten voorwerpen, welke door de gast worden gevonden, dienen door deze met bekwame spoed bij het horecabedrijf te worden ingeleverd.
14.2 Van voorwerpen, waarvan de rechthebbende zich niet binnen een jaar na de inlevering daarvan bij het horecabedrijf heeft gemeld, verkrijgt het horecabedrijf de eigendom.
14.3 Indien het horecabedrijf door de gast achtergelaten voorwerpen aan deze toezendt geschiedt zulks geheel voor rekening en risico van de gast. Het horecabedrijf is nimmer tot toezending verplicht.
Artikel 15. Kurken- en keukengeld
15.1 Het horecabedrijf kan de gast verbieden om zelf meegebracht eten en/of drinken in het horecabedrijf, daaronder het terras mede begrepen, te nuttigen. Indien het horecabedrijf het nuttigen van zelf meegebracht eten en/of drinken toestaat, kan het horecabedrijf aan het toestaan daarvan voorwaarden verbinden, waaronder het in rekening brengen van kurken- en/of keukengeld.
15.2 De in artikelen 15.1 bedoelde bedragen worden vooraf overeengekomen dan wel, bij gebreke van voorafgaande overeenkomst, in redelijkheid vastgesteld door het horecabedrijf. Het horecabedrijf is hierbij gerechtigd de normaal van toepassing zijnde marge van een product mede op te voeren.
Artikel 16. Klachten
16.1 Indien een gast niet tevreden is op het moment van de uitvoering van zijn/haar horecaovereenkomst met betrekking op de gemaakte afspraken over de invulling van de horecaovereenkomst, dient de gast deze klacht direct mondeling te melden aan de gastheer van het horecabedrijf. De gastheer heeft dan gelegenheid om de klacht samen met de gast op juistheid te controleren en de klacht op te lossen.
16.2 Indien de klacht niet ter plaatse kan worden opgelost, dient de gast aan gastheer kenbaar te maken dat hij/zij binnen 48 uur na afloop van de horecaovereenkomst de klacht schriftelijk in zal dienen. Deze schriftelijke klacht dient binnen 48 uur na afloop van de horecaovereenkomst te zijn ontvangen bij
het horecabedrijf. Het horecabedrijf bevestigt de ontvangst van deze klacht binnen 48 uur en zal binnen 14 dagen in overleg met de gast trachten een oplossing te bereiken.
16.3 Tijdens deze procedure is gast gehouden de laatste betaling te verrichten aan het horecabedrijf, welke dit bedrag reserveert als zijnde een deelbetaling.
16.4 Een klacht dient te zijn opgelost binnen 30 dagen na het ontvangen van de eerste schriftelijke klachtmelding, tenzij anders is overeengekomen door gast en
horecabedrijf. Indien de klacht niet kan worden opgelost binnen de gestelde termijn is artikel 17 van toepassing.
16.5 Klachten die later zijn binnengekomen dan de gestelde termijn van 48 uur na afloop van de horecaovereenkomst behoeven niet door horecabedrijf in behandeling te worden genomen.
16.6 Uitsluitend klachten die binnen de gestelde termijn worden gemeld door gast zullen in behandeling worden genomen. Klachten door derden behoeven niet in behandeling te worden genomen door horecabedrijf.
Artikel 17. Toepasselijk recht en geschillen
17.1 Op horecaovereenkomsten is bij uitsluiting Nederlands recht van toepassing.
17.2 Ingeval van geschillen tussen het horecabedrijf en een klant is bij uitsluiting bevoegd de bevoegde rechter in de woonplaats van het horecabedrijf, tenzij krachtens dwingende wetsbepaling een andere rechter bevoegd is en onverminderd de bevoegdheid van het horecabedrijf het geschil te doen beslechten door de rechter die bij gebreke van dit beding bevoegd zou zijn.
17.3 Alle vorderingen van de klant verjaren na verloop van een jaar na het moment waarop zij zijn ontstaan.
17.4 De ongeldigheid van één of meer van de bedingen in deze algemene voorwaarden laat de geldigheid van alle andere bedingen onverlet. Blijkt een beding in deze algemene voorwaarden om enigerlei reden ongeldig, dan worden partijen geacht een geldig vervangend beding overeengekomen te zijn dat het ongeldige beding naar strekking en reikwijdte zoveel mogelijk benadert.