Bestuursakkoord Brugge 2019-2024
Bestuursakkoord Brugge 2019-2024
Inhoudstafel
Brugge, gastvrij en klantvriendelijk 3
Brugge, een sociale en warme stad 4
Brugge, een gezonde stad 8
Brugge, sportstad 9
Brugge, een veilige en levendige stad 11
Mobiliteit in Xxxxxx 00
Xxxxxx, duurzaam, milieuvriendelijk en slim 16
Wonen in Brugge 19
Stadsontwikkeling in Xxxxxx 00
Xxxxxx is een nette stad met kwalitatief en goed onderhouden openbaar domein vol stadsvernieuwing 22
Xxxxx Xxxxxx 00
Xxxxxx, cultuurstad 27
Brugge, een stad waar het goed werken en ondernemen is 29
De haven van Zeebrugge 31
Toeristen en inwoners, een harmonieus evenwicht 32
Brugge, onderwijsstad 33
Brugge, een kind- en jongerenvriendelijke stad 34
Een financieel gezonde stad 36
Personeel en organisatie 36
Brugge, gastvrij en klantvriendelijk
1. We investeren in een klantgerichte en mensgerichte organisatie van de stad, OCMW én Politie. Onze personeelsleden zijn onze eerste ambassadeurs van onze stad. Wie in Brugge een publieke functie als dienstverlener vervult, begeleidt en verwijst correct door, in alle omstandigheden. Empathie en begrip voor de situatie van klanten/burgers is essentieel. Een onberispelijke dienstverlening is onze corebusiness. Klantvriendelijke dienstverlening is en blijft dan ook onze topprioriteit. Klantvriendelijk betekent ook administratief eenvoudig houden en oplossingsgericht denken. We gaan voluit voor helder taalgebruik. We streven naar een unieke, eengemaakte stadscommunicatie waarbij overleg tussen de verschillende diensten en entiteiten essentieel is. De diensten staan ter beschikking van de burgers en de bedrijven en werken oplossingsgericht. Ze vervullen de rol van adviseurs en werken constructief mee met de burger. Deskundigheid en klantvriendelijkheid zijn de sleutels. De klant mag de medewerker evalueren na de dienstverlening. Het meldpunt wordt nog beter bekendgemaakt.
2. De digitale administratieve dienstverlening wordt verder klantgericht uitgebouwd, met een breed online platform. We zetten in op maximale digitalisering en maken het de Bruggeling zo eenvoudig mogelijk. Administratieve vereenvoudiging en interne digitalisering zijn de motor van xxxx xxxxxxxx. De stad investeert dan ook in datageletterd personeel. Ook het e-loket is een cruciaal instrument. Overheidsdocumenten handelen we maximaal af zonder verplaatsing naar het stadhuis. We zetten in op digitale communicatie maar vergeten niet dat een groot aantal mensen de weg naar de digitale wereld nog niet heeft gevonden. Die mensen blijven we informeren en op weg helpen. We bouwen de sociale media verder uit om snel en duidelijk te kunnen communiceren. We gaan voluit voor een actieve openbaarheid. Relevante documenten worden steeds online automatisch ter beschikking gesteld van de burgers. Binnen de grenzen van de privacywetgeving maken we data toegankelijk voor het grote publiek
3. We evalueren de werking van het Huis van de Bruggeling.
4. In de deelgemeenten zetten we verder in op klantgerichte dienstverlening. We onderzoeken nieuwe vormen van dienstverlening zoals bv. een mobiel loket, een ‘Bruggelingenbus’, zitdagen op andere locaties en dergelijke meer. Voor minder mobiele mensen wordt dienstverlening aan huis ingevoerd.
5. We installeren livestreaming van de Brugse gemeenteraad.
6. We engageren ons als College van Burgemeester en schepenen om op regelmatige basis naar de deelgemeenten te gaan om informatie te geven en te luisteren naar de bevolking.
Zo wordt onderzocht of er -naast de traditionele nieuwjaarsreceptie op de Burg voor alle Bruggelingen - ook gedecentraliseerde nieuwjaarsrecepties kunnen georganiseerd worden , dit x.x.x.xx lokale gemeenschap.
7. Er worden ambitieuze participatietrajecten uitgewerkt waarbij ook kan geëxperimenteerd worden met een burgerbudget.
8. Informatie over stads- en buurtprojecten verspreiden we op een laagdrempelige manier. Daarbij maken we gebruik van moderne en professionele communicatietechnologie.
9. We maken bij de start van de legislatuur een afsprakennota op tussen de stad en de adviesraden en evalueren de werking en samenwerking met de adviesraden. Er moet ook voldoende doorstroming zijn in de adviesraden.
10. Ook de stad Brugge zal meer divers worden. We werken samen met de Brugse diversiteitsraad aan een stevig non-discriminatiebeleid, racismebestrijdingsplan en aan een sterk integratie- en inburgeringsbeleid. We streven naar maximale toegankelijkheid in onderwijs, huisvesting, tewerkstelling, zorg en welzijn, vrije tijdsparticipatie en dienstverlening. We nemen een anti-discriminatieclausule op in alle stedelijke subsidiereglementen.
We geven mensen kansen, maar wijzen ook op de plichten.
11. We werven een toegankelijkheidsambtenaar aan vertrouwd met Brugge en met empathie voor mindermobiele mensen. Hij/zij werkt aan het aspect toegankelijkheid bij alle projecten van de stad en sensibiliseert handelaars, diensten en centra. De toegankelijkheidsambtenaar adviseert tevens de omgevingsvergunningen. De toegankelijkheidsambtenaar let er op dat mensen met een beperking dezelfde kansen krijgen wanneer zij solliciteren voor een functie bij de stad en haar verenigingen. Hij/zij werkt samen met verschillende diensten om de rechten van personen met een beperking te vrijwaren. De toegankelijkheidsambtenaar werkt in samenspraak met de verschillende diensten en nuts- en vervoersmaatschappijen een meerjarenplan uit zodat voetpaden en bushaltes breed zijn, op maat van kinderwagens, rollators en rolwagens én vrij van obstakels. Speciale aandacht gaat naar het wegwerken van niveauverschillen die hinder opleveren voor personen met een beperking, rolstoelgebruikers, mindere mobiele voetgangers en fietsers. De toegankelijkheidsambtenaar bekijkt de uitbouw van het strand van Zeebrugge als een zorgstrand. Hij/zij zet mee in op maximale klare taal.
12. De overeenkomst die de stad met het Vlaams toegankelijkheidsbureau heeft wordt verlengd.
Brugge, een sociale en warme stad
13. We stimuleren, faciliteren en waarderen het vrijwilligerswerk in Brugge. De vrijwilligerscentrale stemt vraag naar en aanbod van vrijwilligerswerk op elkaar af en werkt één coherent en eenduidig ondersteuningssysteem uit voor buurtcomités met daarin integratie van buurtcheques en subsidies in kader van de raad van buurtwerken.
14. Elke deelgemeente verdient een polyvalente zaal voor gebruik door het plaatselijke verenigingsleven. We brengen de situatie in kaart en kijken welke de noden naar nieuwbouw en/of opwaardering van bestaande gebouwen zijn. Indien gewenst sluiten we overeenkomsten af voor het meer polyvalent gebruik van bestaande infrastructuren.
15. We vormen in dit kader ook de dienstencentra en wijkcentra om tot buurtcentra, die openstaan voor iedereen van de buurt. Ze faciliteren het buurt- en verenigingsleven.
16. Vanuit de buurtcentra gaan we actief naar de mensen toe en werken we buurtgericht aan verbondenheid. Op die manier maken we van buurtcentra échte participatiecentra. Ze worden een ontmoetingsplek voor Bruggelingen, verenigingen en andere externe organisaties voor een brede waaier aan informatieverspreiding en overleg. De buurtwerker en de gemeenschapswachten gebruiken deze buurtcentra als uitvalsbasis en ook de plaatselijke wijkagent zal er regelmatig langskomen. Er wordt voorzien in de nodige ondersteuning voor die buurtwerking. We ontwikkelen een organisatiebreed draagvlak voor buurtgerichte aanpak in aandachtsbuurten.
17. Met de Brugse buurtcheques blijven we Bruggelingen stimuleren om met elkaar in contact te komen. We onderzoeken hoe buurtcomités met ambitie beter ondersteund kunnen worden. We ondersteunen buurtversterkende initiatieven met extra aandacht voor initiatieven in wijken met hoge kansarmoede.
18. We onderzoeken hoe we de stadssite Tempelhof / De Dijk als hefboom kunnen inzetten om de sociale cohesie in St-Pieters te versterken.
19. Publicaties kunnen, op vraag, via de Communicatiedienst, op leesbaarheid gescreend worden zodat de informatie begrijpelijk is voor kwetsbare groepen (ouderen, personen in armoede, …). Vanuit de lokale dienstencentra van Mintus wordt preventief gewerkt. Personen die op een zucht van hun pensioen staan worden hierop voorbereid (bv. vormingsreeks met pensioen). Er worden voldoende informatie- en ontmoetingsmogelijkheden georganiseerd voor senioren (lentewandelingen voor de 70-jarigen, herfstwandelingen voor de 65-jarigen, het zilverfeest voor de 75 jarigen en een ontmoetingsfeest voor de 80- jarigen, ouderenweek, week van de valpreventie, …). Per deelgemeente wordt gezocht naar ontmoetingsmogelijkheden voor kwetsbare doelgroepen en buurtbewoners.
20. We zoeken naar mogelijkheden om buurten verder te digitaliseren. Via online buurtplatforms zoals Hoplr en met de digitale hulp-service van de lokale dienstencentra worden kwetsbare Bruggelingen met digitale problemen op weg geholpen. Verder breiden we het laagdrempelig digitaal vormingsaanbod uit in de lokale dienstencentra. Dienstencentra slaan de hand in elkaar met buurtorganisaties. Via online diensten (zoals een digitale boodschappendienst) geraken minder mobiele ouderen vertrouwd met het digitale. Intergenerationele digitale samenwerkingen worden verder geëxploreerd en geïntensiveerd: bv. met het project Digi Senior.
21. We zetten in op ondersteuning en integratie van nieuwkomers en Bruggelingen met een migratieachtergrond door de inspanningen diversiteitsdienst, integratiedienst en het OCMW af te stemmen op de inspanningen van het buurtwerk, de vrijwilligerscentrale en route36.
22. We blijven investeren in kwalitatieve vrijetijdsinfrastructuur.
23. We rollen het actieplan ‘Vierkant tegen Eenzaamheid’ uit. Het project Vierkant tegen eenzaamheid wordt uitgebreid met acties van lokale actoren uit het middenveld. In nauwe samenwerking met de SeniorenAdviesRaad worden kwetsbare ouderen thuis bezocht (85-plussers tijdens de jaarlijkse Peperkoekenactie, gedurende het jaar door het Bezoekteam). Daarnaast wordt er ook contact gehouden met kwetsbare groepen via een telefoonster. De instroom gebeurt via alerte deurprofessionals maar ook via het Meldpunt tegen eenzaamheid. Zorgprofessionals kunnen opleidingen rond detectie en aanpak aanvragen bij Stad.
24. Het ‘meldpunt tegen eenzaamheid’ wordt extra bekend gemaakt.
25. We zoeken, eventueel in samenwerking met het onderwijsveld, hoe vrijwilligers vereenzaamde mensen kunnen ondersteunen door bezoekjes. We zetten niet alleen in op telefonische en webapplicaties; ook kaartjes met een hulpvraag worden een herkenningspunt.
26. Omdat deelnemen aan het verenigingsleven de beste remedie tegen eenzaamheid is, voorzien we in stimulerende maatregelen.
27. We maken van de strijd tegen armoede een prioriteit; armoede bij gezinnen met kinderen wordt een topprioriteit. De bestaande ‘armoedetoets’ bij stads- en OCMW dossiers wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd.
28. Als verlengstuk op ons eenzaamheidsplan komt er een overkoepelend plan om verdoken armoede in kaart te brengen. Dit plan wordt met de stedelijke diensten en armoede verenigingen opgemaakt. Nieuwe initiatieven inzake armoedebestrijding worden ontwikkeld in nauwe samenwerking met de verenigingen waar mensen in armoede het woord nemen. We onderzoeken hoe we ervaringsdeskundigen nog beter kunnen inzetten in de realisatie van een proactief armoedebeleid. In samenwerking met de verenigingen waar armen het woord nemen en de welzijnspartners werken we een actieplan vierkant tegen uitsluiting uit.
29. Er komt een lokale armoedebarometer.
30. Het netwerk vrijetijdsparticipatie wordt verder uitgebouwd naar het bestaand model: mensen in armoede krijgen de kans om zonder stigmatisering deel te nemen aan culturele, sportieve en jeugd- en vakantieactiviteiten.
31. We onderzoeken hoe we de inzet van deurwaarders en incassobureaus voor de invorderingen van stad en OCMW in de schuldeneconomie maximaal kunnen beperken.
Daartoe worden afspraken gemaakt met de deurwaarders over de wijze waarop er door hen wordt ingevorderd.
32. We maken werk van de uitbreiding van het schuldhulpverleningsaanbod.
33. Door binnen de groep Brugge te werken met het principe van eenheid van schuld vermijden we dat door verschillende parallel lopende procedures de schulden oplopen.
34. We dijken het risico op energiearmoede in door energiegebruikers met een budgetmeter die een tijd geen oplading doen, actief te gaan opzoeken.
35. We zetten in op meer betaalbare en toegankelijke voorzieningen voor kinderopvang, vooral in Sint-Pieters en in de binnenstad. We ondersteunen het private initiatief hierin of nemen – waar nodig - zelf initiatief via de OCMW vereniging ‘De Blauwe Lelie’. We bewaken de regionale spreiding en werken de blinde vlekken weg.
36. Het loket kinderopvang wordt verder uitgebouwd en gepromoot.
37. Voor die mensen die het moeilijk hebben om hun woning te behouden voorzien we ‘aanklampende woonbegeleiding’ via ’t SAS. Partners als het CAW worden ingeschakeld om de mensen maximaal te steunen en te begeleiden.
38. We bieden ondersteuning bij huurachterstal zodat er bij dreigende uithuiszetting een vangnet is.
39. We zetten wooncoaches in - vanuit de bestaande personeelsequipe - voor mensen in moeilijkheden. Zij helpen geschikte woningen zoeken, helpen bij het afsluiten van huurcontracten en helpen uithuiszetting
voorkomen.
40. Met de zorgvereniging Mintus zetten we in op een publieke en betaalbare zorg, met behoud van sociale correcties.
41. We maken een seniorenbehoeftenonderzoek op. We maken werk van een kwalitatief en kwantitatief onderzoek om welzijns- en zorgnoden per deelgemeente in kaart te brengen. Hiervoor worden, in samenwerking met Brugse hogescholen, relevante onderzoeken uitgewerkt (ouderenbehoefteonderzoek, gezondheidsonderzoek,
…). Vrijwilligers en professionals worden opgeleid en begeleid.
42. We bouwen een nieuw woonzorgcentrum aan de Sint-Pietersplas voor de noden van de meest zorgbehoevenden in het noorden van Brugge. Gezien het WZC Minnewater over een termijn van 3 jaar vrij komt zal samen met Mintus, de huidige gebruiker, onderzocht worden welke de meest passende invulling kan zijn van deze geklasseerde site.
43. We blijven werk maken van betaalbare plaatsen in woonzorgcentra.
44. We stimuleren het aanbrengen van dementievriendelijke prikkels in de buurt van woonzorgcentra en dienstencentra.
45. We doen een aanbod naar de senioren die nog zelfstandig wonen, maar toch ook al zorg nodig hebben. We bundelen alle zorg in groepswoningen voor senioren én dit in hun vertrouwde woonwijk. Van hulp in huishouden over maaltijden aan huis tot basisverzorging, en dit met inbreng van familie en mantelzorgers.
We zetten in op de ontwikkeling van woonzorgzones die het beste van thuiszorg en woonzorgcentra combineren en waar wordt gewerkt aan warme, zorgzame buurten en afgestemde zorg.
46. We nemen het voortouw bij de uitbouw van een overlegplatform voor alle welzijnsinitiatieven.
47. We verhogen de financiële ondersteuning voor elke mantelzorger. We betrekken de mantelzorgers in het overleg en bij initiatieven die gelinkt zijn aan zorgtrajecten. De draagkracht van mantelzorgers en vrijwilligers is daarbij de graadmeter: zij vervullen – naast de zorg – immers nog heel wat andere taken als werknemer, ouder of partner. Via praatcafés, online platforms en andere kanalen dragen we ‘zorg voor mantelzorgers’.
48. Wie (financiële) hulp of ondersteunende zorg nodig heeft, komt vlot en gemakkelijk te weten welke ondersteuningsmaatregelen, premies en tegemoetkomingen er bestaan. Rechten uitputten, aanvragen indienen,
inkomensgrenzen verifiëren: we wachten niet langer de vraag af maar verzekeren een ‘automatische rechtenverkenning voor elke Bruggeling’.
49. We ontwikkelen een productencatalogus waarin alle sociale dienstverleningen, toelagen enz. waarvan de Bruggelingen kunnen gebruikmaken, worden gebundeld.
50. We bundelen eveneens alle bestaande tegemoetkomingen voor cultuur- en vrijetijdsparticipatie in één niet- stigmatiserend kortingssysteem (wel differentiatie van de subsidiebedragen, maar ook niet-kansengroepen moeten aan bod blijven komen).
51. We optimaliseren het toegankelijk publiek sanitair in Brugge inclusief de deelgemeenten. Waar mogelijk wordt er samenwerking opgezet met de handelaars.
52. Het dierenloket - waar de Bruggeling terecht kan met vragen over dieren – wordt beter bekend gemaakt en verder uitgebouwd. We zetten sterk in op sensibilisering rond dierenwelzijn. Burgers kunnen steeds terecht in het digitaal loket dierenwelzijn voor informatie rond dierenwelzijn en kunnen hier eventuele wantoestanden in verband met dierenwelzijn signaleren. We bekijken of we in samenwerking met externe partners educatieve trajecten in scholen kunnen opzetten waarbij kinderen op jonge leeftijd in contact komen met dieren.
53. We zetten een proefproject op voor het meenemen van gezelschapsdieren naar woonzorgcentra of assistentiewoningen. We experimenteren met het op bezoek laten komen van dieren in woonzorgcentra.
Stad Brugge engageert zich om inspanningen te doen opdat niemand gedwongen moet afstand nemen van zijn of haar huisdier.
54. Via externe partners, al dan niet in samenwerking met het OCMW, onderzoeken we de mogelijkheid om een dierenvoedselbank op te richten, tegen een verminderd tarief tijdelijke opvang te voorzien in crisissituaties voor mensen in armoede, een verlaagd tarief bij dierenartsen te bekomen en bijstand bij levensnoodzakelijke ingrepen te voorzien.
55. We ondersteunen Brugse organisaties die zich inzetten voor dierenwelzijn. Zij worden onze partners in het dierenwelzijnsbeleid van de Stad.
56. We communiceren en sensibiliseren uitgebreid over de kwalijke gevolgen van vuurwerk voor dieren. We onderzoeken de mogelijkheid om als stad zelf enkel nog geluidsarm vuurwerk te gebruiken.
57. We zien strikt toe op de verkoop van gezelschapsdieren op de markt.
58. Klachten over dierenverwaarlozing- of mishandeling worden effectief opgevolgd. Binnen de Politie Brugge wordt één iemand verantwoordelijk voor dierenwelzijn.
59. We zetten een uitgebreide sensibiliseringscampagne op om katten te laten steriliseren/castreren en wijzen hierbij op de wettelijke plicht.
60. We zetten het zwerfkattenbeleid onverminderd verder.
61. We proberen maximaal dode dieren te identificeren en doen actieve pogingen om de eigenaars te contacteren.
62. We maken werk van een dierengedenkplaats waar dierenliefhebbers hun gezelschapsdieren in een serene omgeving kunnen herdenken.
63. Het welzijn van de koetspaarden blijft gereglementeerd en verder opgevolgd door de bevoegde stadsdienst.
64. De samenwerking tussen het stadsbestuur en het dierenopvangcentrum Blauwe Kruis Brugge wordt voortgezet en geïntensifieerd.
65. De gemeente ondersteunt boeren die diervriendelijker werken op diverse terreinen.
66. Stad Brugge stimuleert om in alle gemeentelijke restaurants en maaltijdvoorzieningen minstens één volwaardige vegetarische maaltijd te voorzien.
Brugge, een gezonde stad
67. We werken verder aan een geestelijk en lichamelijk gezonde stad. We verhogen de inspanningen op vlak van gezondheidsbevordering en geven vorm aan een structureel gezondheidsbeleid.
Een gezonde stad is een stad in beweging. We zetten in op beweegprogramma's om de Bruggeling te helpen om meer te bewegen. We onderzoeken hoe we Bruggelingen die het moeilijk hebben wat geestelijke gezondheid betreft, kunnen helpen. We brengen bestaande projecten rond geestelijke gezondheidszorg in kaart en bekijken waar ondersteuning of het zelf invullen van lacunes een meerwaarde kan zijn.
68. In Gezonde Stad Brugge zijn acties voorzien voor zowel de burgers als het personeel. Gezonde Stad Brugge stelt een beleidsnota ‘gezondheidsbevordering’ op. Hierin kiest men voor de uitbouw van een integraal gezondheidsbeleid en zet men volop in op lichamelijke, geestelijke en sociale gezondheid.
69. We versterken de structuur van Gezonde Gemeente Brugge door volop werk te maken van het ‘health in all policies’-principe, waarbij elk beleidsdomein partner wordt in het gezondheidsbeleid van groep Brugge.
70. Er is binnen het Brugse gezondheidsbeleid bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen.
Brugge informeert (in het bijzonder de kwetsbare) inwoners over hun rechten en plichten inzake gezondheid,
m.i.v. de derdebetalersregeling en verhoogde tegemoetkoming. Ook onderzoekt ze de mogelijkheid tot uitbreiding van het aantal wijkgezondheidscentra.
71. Brugge neemt deel aan de gemeentelijke gezondheidsenquête.
72. We zetten de coördinatie van het lokaal drugsbeleid verder, met preventieve aanpak, gekoppeld aan een sterke repressieve aanpak van handel en gebruik van illegale middelen. We maken een integraal en geïntegreerd beleidsplan 2019-2025 op rond alcohol- en druggebruik met een preventief, repressief, curatief beleid in samenwerking met diverse partners en in diverse sectoren met extra aandacht voor de moeilijk te bereiken doelgroep van kwetsbare jongeren en volwassenen. Bijzondere aandacht gaat naar een uitgebreid preventief beleid met accent op vroeginterventie, gekoppeld aan een sterke repressieve inzet op de aanpak van handel en gebruik van illegale verslavende middelen. Ook het overdadig gebruik van alcohol krijgt bijzondere aandacht. Problematiek van game-verslaving en gokverslaving wordt een bijkomende uitdaging en zal bijkomende inspanningen vragen.
73. We ondersteunen bestaande initiatieven van zelfhulpgroepen voor mensen met een psychosociale pathologie en hun familieleden en bieden ze de kans om zich beter bekend te maken aan het publiek.
74. We zetten verder in op de hervorming van de eerstelijnszone. We brengen de welzijns- en gezondheidsverenigingen samen (en onderzoeken of er nood is aan bijvoorbeeld een gezondheidsbeurs).
75. We consolideren en versterken de huidige inspanningen om aan een dementievriendelijke stad te werken.
76. We zetten in op buurtgerichte zorg door buurtvervlechting. Buren, vrijwilligers, mantelzorgers, professionals en mensen met een zorgnood staan samen in voor warme en zorgzame buurten.
We gaan hiervoor actief op zoek naar vrijwilligers en brengen zorgpartners, het buurtwerk van de stad, maatschappelijke dienstverlening en samenlevingsopbouw samen.
77. We zetten in op een systeem van zorgcoaches, waarbij één hulpverlener wordt toegewezen aan een gezin of oudere die de verschillende vormen van hulpverlening op elkaar afstemt.
78. We dagen de Bruggeling uit om gezond te leven. Daartoe zetten we in op preventieve en betaalbare gezondheidszorg. In samenwerking met LOGO Brugge-Oostende maken we een beleidsplan met preventieprogramma's op. We bouwen dit op rond een multiculturele aanpak, met ‘zorg op maat’ en aandacht voor kwetsbare doelgroepen. We betrekken huisartsen, specialisten, paramedici, cultuurgemeenschappen, ziekenfondsen, stad en OCMW.
79. We stimuleren de medewerkers van de stad en van de verenigingen die bij de stad aanleunen om te voet of met de fiets naar het werk te komen (stop-principe).
80. We werken, samen met intermediairen uit de welzijns- en zorgsector, verder aan een toegankelijke gezondheidszorg. We promoten en stimuleren het derde-betalerssysteem bij alle zorgverstrekkers en publiceren wie dit systeem toepast.
81. We voorzien AED-toestellen op veel bezochte plaatsen en ondersteunen de initiatieven van organisaties die een AED-toestel willen plaatsen. We stimuleren tegelijk ook stadspersoneel, (of als term medewerkers?) winkeliers en horecaondernemers om met een AED-toestel te leren werken.
82. We ondersteunen groepspraktijken die ook de stap willen zetten naar een wijkgezondheidscentrum.
83. Via het AZ Sint-Jan garanderen we innovatieve referentiezorg voor iedereen.
84. We stellen ons garant dat het AZ-Sint-Xxx Xxxxxx-Oostende een kwalitatief hoogstaand openbaar ziekenhuis blijft. We stimuleren de interne samenwerking met het AZ Sint-Lucas en AZ Damiaan.
85. We ondersteunen de doelstellingen van het AZ Sint-Jan om binnen het KOM-netwerk samenwerkingsverbanden en fusies te realiseren.
86. Met brede acties zorgen we ervoor dat de MUG-heli structureel operationeel kan blijven. We blijven aandringen bij de federale overheid om de middelen te krijgen die ook aan een MUG over de weg toegekend worden. Daarnaast zullen we vanaf 2019 jaarlijks rechtstreeks of onrechtstreeks 0,16 euro per inwoner bijdragen aan de kosten van de MUG-heli.
Brugge, sportstad
87. We treden als regisseur op voor een gedifferentieerd Brugs sport- en beweegaanbod.
88. Met de hogere onderwijsopleidingen wordt structureel samengewerkt om alle Bruggelingen aan te zetten tot beweging.
89. Via een behoeftenstudie onderzoeken we hoe sport- en beweegparticipatie bij Bruggelingen verhoogd kan worden.
90. Brugse scholen genieten ondersteuning in het opzetten van beweeg- en sportactiviteiten voor kinderen en jongeren.
91. We zetten onze schouders onder het project voor de bouw van een nieuw voetbalstadion voor Club Brugge.
92. Cercle Brugge behoudt haar thuisbasis op de site Xxx Xxxxxxx, die integraal wordt uitgebouwd als multifunctionele sportsite.
93. Via jaarlijks weerkerende scholencompetities, sporttornooien en sportinitiatielessen 'de Brugse sportweken' ontmoeten bewoners in alle deelgemeenten elkaar via sport en beweging.
94. We onderzoeken de mogelijkheid om op het strand van Zeebrugge op de vloedlijn een getijdenbad te bouwen, waarin onder redderstoezicht kan gespeeld worden.
95. We realiseren een groene sport- en recreatiesite op de gronden van het vroegere rangeerstation aan de Vaartdijkstraat in Sint-Michiels.
96. We maken, in samenwerking met Sport Vlaanderen, werk van hedendaagse Brugse atletiekaccommodatie.
97. Sportcentrum Koude Keuken krijgt een opwaardering door herinrichting van de parking en de tennisvelden, en door renovatie van de schutterstoren en cafetaria.
98. Blinde vlekken op vlak van indoor sportinfrastructuur zoals Lissewege, Koolkerke en de binnenstad, worden weggewerkt.
99. Brugge profileert zich verder als een wielersportstad. Het WK Xxxxxxxxxx 0000 wordt een feestelijke gebeurtenis voor Bruggelingen.
100. Langs en in de Brugse waterwegen experimenteren we met kwalitatieve sport- en beweegruimte.
101. We creëren ruimte voor urban sports (skate, BMX, step, freerun, …).
102. Het beschermde zwembad Xxx Xxxxxxx wordt in samenwerking met Xxxxx grondig gerestaureerd met het oog voor de eigenheid van het bad.
103. Vernieuwende initiatieven in sport en beweging kunnen een éénmalige opstarttoelage verkrijgen.
104. De Sint-Pietersplas wordt ontwikkeld als recreatief gebied waar spelen, zwemmen, watersporten, ontmoeting en beleving centraal staan.
105. Sportverenigingen worden ondersteund in het omgaan met hedendaagse maatschappelijke tendensen en uitdagingen: opkomst 'lichte' sportgemeenschappen, omgaan met diversiteit, fair play, ...
106. We stellen jaarlijks een vast bedrag ter beschikking voor investeringstoelagen aan sportverenigingen. Een brede openstelling van die infrastructuur is een voorwaarde voor de toekenning.
107. Er wordt verder samengewerkt rond naschoolse openstelling van schoolsportinfrastructuur.
108. De rijkdom aan sport- en beweegactiviteiten wordt uitgebreid in beeld gebracht om de vitaliteit van Brugge en haar bevolking te belichten.
109. Sportcentrum Tempelhof wordt gerenoveerd, in een geïntegreerde visie voor de hele site, met onder meer ook CC De Dijk en de buitenterreinen.
110. We investeren verder in hoogwaardige sportterreinen in kunstgras.
111. Nauwe samenwerking met andere overheden moet leiden tot schaalvoordelen en een nog kwalitatiever sportaanbod, onder meer op vlak van G-Sport.
112. We onderzoeken de oprichting van een Brugs sportfonds voor sociaal-sportieve projecten.
113. Via subtiele innovatieve ingrepen wordt de openbare ruimte aantrekkelijker gemaakt om te sporten en te bewegen.
114. We stimuleren sportverenigingen waarvan de jeugdsportwerking groeit, bvb via gratis gebruiksuren in stedelijke sporthallen.
115. Bij ruimtelijke ontwikkelingen met impact wordt een sport-/beweegtoets ingevoerd.
116. Het seniorensportaanbod van stad Brugge en Mintus wordt op elkaar afgestemd.
Brugge, een veilige en levendige stad
117. We voorzien een voldoende hoge dotatie met groeipad voor de lokale politie, zodat ze niet alleen met voldoende medewerkers maar ook met de modernste beschikbare technologie uitgerust is voor elke uitdaging. Maar veiligheid is soms ook een subjectief gegeven: een warme buurt met veel sociaal contact via verenigingsleven, brede school, voldoende verlichting, … maakt ook de leefbaarheid beter en krikt het veiligheidsgevoel mee op. We versterken de samenwerking met de politie op vlak van de integrale aanpak van eenzaamheid, buurtcontact, luisterend oor, … maar ook op vlak van de verkeersveiligheid.
118. Veiligheid is een basisrecht van alle Bruggelingen. Voor een adequate beleidsvoering is het niet alleen belangrijk om een zo goed en objectief mogelijk zicht te hebben op hoe en in welke mate onveiligheid zich voordoet, maar ook om te luisteren hoe mensen dat subjectief ervaren en om te luisteren naar de verschillende opvattingen en verwachtingen die de mensen hebben over het veiligheidsbeleid. Het bepalen van de handhavingsprioriteiten zal gebeuren na een brede consultatieronde bij burgers en buurtorganisaties.
119. Stad Brugge zet in op de opmaak en uitvoering van een strategisch Veiligheids- en Preventieplan 2019-2015 in afstemming met het zonaal veiligheidsplan 2019-2025 met aandacht voor voldoende capaciteit bij de lokale politie- en preventiedienst om het gewenste veiligheids- en preventiebeleid uit te voeren.
120. Er wordt onderzocht op welke manier we de functie van ‘wijkagent’ aantrekkelijker kunnen maken om zo voldoende kandidaten te vinden.
121. Het veiligheidsbeleid wordt dicht bij de mensen gevoerd en de nabijheid van de politie is noodzakelijk. ‘De politie komt naar je toe’ is de leidraad: burgers kunnen eenvoudig een afspraak maken met de wijkagent om een probleem te melden of ondersteuning te vragen. De wijkagent is de spilfiguur in de verdere uitbouw van de gemeenschapsgerichte politie: een toegankelijke, zichtbare en nabije aanwezigheid in de wijken. De politie is er aanspreekbaar, bereikbaar en werkt probleemoplossend in een partnerschap met de leefgemeenschap. De politie zal daartoe ook nauwer met het welzijnswerk samenwerken. De wijkagent moet voldoende ruimte en tijd krijgen om effectief in de wijk aanwezig te zijn. Dit betekent dan ook dat er voldoende wijkagenten zijn, zeker voor elke deelgemeente één.
122. De wijkagent moet, via persoonlijke contacten , maar ook via sociale media voeling houden met wat er leeft in de gemeenschap. De politie investeert in nieuwe technologieën en actueel onderzoek (camerabewaking, een verdere uitbouw lokale computer crime unit en onderzoek naar misdrijven op Facebook en sociale media).
123. In elke deelgemeente moet de politie “fysiek” aanwezig zijn.
124. De gemeenschapswachten vervullen een belangrijke taak in Brugge. We zorgen voor de nodige omkadering en uitrusting. We spelen in op de nieuwe wetgeving met o.a. ruimere taakopdracht. We versterken de gebiedsgerichte werking en de samenwerking met andere diensten onder meer rond aandacht voor verkeersveiligheid , vierkant tegen eenzaamheid en kansarmoede. We breiden de equipe van gemeenschapswachten uit, met het oog op een groter bereik in de deelgemeenten en een nog betere
afstemming op de wijkwerking van de lokale politie. We laten de gemeenschapswachten de buurtcentra ook als uitvalsbasis gebruiken. Een nog betere samenwerking tussen preventie, gemeenschapswachten en politie vanuit duidelijke aangegeven adressen (buurtcentra) is de uitdaging.
125. We willen het wettelijk kader verruimen om meer samen te werken met private bewakingsfirma’s. Dan kan de politie focussen op haar kernopdrachten en andere uitdagingen herverdelen. Bewakingsfirma’s beschermen private bedrijven en haventerreinen (in overleg met het havenbedrijf MBZ, de stad en de politie) en nemen ook een aantal taken waar bij commerciële evenementen, maar altijd onder het gezag van de overheid en in samenwerking met de politie.
126. Ook de bedrijventerreinen hebben recht op veiligheid. Er komt overleg tussen de politie Brugge en de diverse lokale bedrijventerreinen om dit op te volgen. Een buurt bedrijven informatienetwerk kan een gedeeltelijke oplossing zijn.
127. We pakken kleine en grote vormen van overlast systematisch aan. Hondenpoep op straat, fietsdiefstal, wildplassen… worden niet getolereerd. Om nette straten, parken en pleinen te behouden, is een goede uitrusting van de cluster openbaar domein essentieel. Er komt een inhaalbeweging inzake het plaatsen van vuilnisbakken in de deelgemeenten.
128. We voeren de strijd tegen sluikstorten op, onder meer door de inzet van verplaatsbare camera's.
129. Er wordt meer ingezet op bestuurlijke handhaving. Een nieuwe bestuurlijke handhavingscel zorgt voor een nog efficiëntere aanpak van kleine en grote overlast en georganiseerde criminaliteit. De cel werkt onder toezicht van de burgemeester en sanctioneert de actuele niet-bestrafte vormen van overlast op doordachte wijze met GAS- boetes.
130. We rollen de bestaande ANPR-netwerken verder uit (waaronder ANPR of automatische nummerplaatherkenning) en koppelen er de nieuwste technologie aan voor de verwerking van beelden.
131. We onderzoeken de mogelijkheid van mobiele ANPR-sluizen.
132. We optimaliseren de planning voor de evenementen in ruimte en tijd zodat de overlast voor inwoners en reguliere bezoekers van de binnenstad beperkt blijft. We voorzien de nodige inspraak én communicatie (o.a. voor bewoners, handelaars, …). De bereikbaarheid moet cruciaal blijven. We maken kleine én grote evenementen breder bekend, ook in de deelgemeenten. We bouwen een extra digitaal platform uit dat alle evenementen bundelt zodat ook organisatoren, horeca-uitbaters en winkeliers goed op de hoogte zijn. We kondigen evenementen tijdig aan en duiden de impact op horeca en winkels. De communicatie inzake parkeren en verkeersstromen is hierin cruciaal.
133. We maken een ‘pleintjesplan’ met inrichting van de vrije tijdszones en terrassen. We gaan na welk plein wat aankan en bespreken spreiding in tijd en aantal evenementen per plein.
134. Voor het afleveren van vergunningen voor evenementen voorzien we een korte administratieve termijn. Tijdens de behandeling van de aanvraag wordt de aanvrager goed geïnformeerd over de administratieve verwerking.
135. We vragen aan de organisatoren om mee te investeren in de veiligheid van de evenementen (door bv. na te gaan hoe vrijwilligers, stewards en privé-bewaking de taken van de politie mee kunnen opnemen).
136. We responsabiliseren de organisatoren van evenementen op vlak van zwerfvuil en onderzoeken de mogelijkheid van de invoering van een waarborgsysteem.
137. We begeleiden, versterken en moderniseren bestaande burgernetwerken (zoals buurt- en winkelinformatienetwerken).
138. Er komt een duidelijk afsprakenkader inzake raamverkoop en de hierdoor veroorzaakte overlast.
139. We breiden de functie van de horecacoach uit: hij/zij is een overlastcoach vanuit de dienst preventie, maar hij/zij moet ook eerstelijnsadvies geven over de lokale en voor de horeca belangrijkste federale overheidsreglementeringen.
140. We komen binnen de hulpverleningszone 1 van de brandweer onze verplichtingen na zodat onze inwoners en instellingen verder kunnen rekenen op een adequate hulpverlening.
141. Om bij (medische) interventies thuis kostbare tijd te sparen rollen we het project Xxxx Xxxx verder uit voor
+65jarigen , alleenstaanden, personen met een beperking,… Bij ongeval of ziekte kunnen de hulpdiensten in de gele doos in hun koelkast, de fiche vinden waar zich alle levensnoodzakelijke info bevindt.
142. We onderzoeken in samenwerking met de brandweerzone de wenselijkheid om te investeren in een nieuwe brandweerkazerne in Brugge.
143. Om te komen tot een integraal en sociaal rechtvaardig veiligheidsbeleid moet er naast het repressieve luik ook voldoende aandacht zijn voor preventie en sensibilisering. We maken de ketting rond: pro-actie, preventie, repressie en nazorg. Het lokaal preventiebeleid stemmen we af op het lokale welzijnsbeleid. Preventieve en buurtgerichte werking vormt de hoeksteen van de politiewerking.
144. We zetten sterk in op de preventie van diefstal met extra aandacht voor acties rond inbraken in woningen en jeugdlokalen, cybercrime, gauwdiefstallen en fietsdiefstallen.
145. We werken een pro-actieve aanpak uit tegen elke vorm van radicalisering.
146. Stad Brugge helpt mee aan de uitvoering van gerechtelijke straffen, onder andere door het aanbieden van werkstraffen. We bouwen dit samen met het Justitiehuis verder uit.
Mobiliteit in Brugge
147. We optimaliseren het mobiliteitsbeleidsplan en het parkeerplan. Bij de evaluatie van het mobiliteitsplan gaat onder meer extra aandacht uit naar de tarieven aangerekend bij verbouwingen. We evalueren de tonnagebeperkingen en de regelgeving in verband met vrachtverkeer in de binnenstad, waarbij we blijven inzetten op minder en lichter verkeer. Alle aanvraagprocedures worden maximaal vereenvoudigd.
We besteden ook aandacht aan de mobiliteit en het parkeren in de deelgemeenten.
148. We organiseren een structureel overleg met stakeholders van o.a. handelaars, werkgevers, scholen, Vlaamse overheid, stedelijke adviesraden… over het mobiliteitsplan.
149. Het STOP-principe is het uitgangspunt voor het hele mobiliteitsbeleid? Eerst voorrang aan de voetgangers, dan aan de fietsers, vervolgens aan het openbaar vervoer en tenslotte aan het autovervoer.
150. Met het oog op coördinatie en efficiëntie worden de mobiliteitsdienst van de Stad en de verkeersdienst van de Politie samengebracht.
151. We voeren een groene golf in voor het wegverkeer op de Brugse ring om de congestie en de uitstoot te verminderen
152. We maken met de Vlaamse overheid een planning op om de verouderde en vaak defecte bruggen te vervangen. De Steenbruggebrug wordt vervangen door een vaste, hoge brug en voor fietsers en voetgangers komt er ook een beweegbare, vlakke brug.
153. De huidige spertijdenregeling voor de bruggen op Brugs grondgebied, waarbij de bruggen op werkdagen niet opengaan van 7u30 tot 8u30 en van 16u30 tot 17u30 of 18u en op woensdag bijkomend van 11u50 tot 12u30 blijft minstens behouden (op werkdagen steeds tot 18u). We verhogen de controle op het respecteren van de spertijden. De doorgang van de toeristische pleziervaart krijgt minder prioriteit en wordt maximaal gegroepeerd. We stimuleren de gegroepeerde doorvaart van binnenschepen in de late avond.
154. We dringen bij de Vlaamse overheid aan op een aangepaste regeling voor de verkeerslichten bij de open bruggen.
155. We maken werk van het autoluw maken van de Brugse binnenstad, gefaseerd en in nauw overleg met alle betrokken partijen, waar mogelijk met slimme toepassingen.
156. Op piekmomenten en in piekperiodes worden de drukste winkelstraten en pleinen ingericht als voetgangerszone met aandacht voor heldere communicatie en signalisatie.
157. Het aanbod aan parkeerplaatsen op rand- en park and ride-parkings wordt uitgebreid. We er voorzien frequente milieuvriendelijke shuttlebusjes en onderzoeken waar er mogelijk ook waterbussen kunnen ingezet worden (bv. vanaf Steenbrugge en Dampoort).
Shuttlebusjes rijden tussen randparkings en ontmoetingscentra.
158. Er moet een alternatieve randparking komen in plaats van de geplande randparking Katelijne. We onderzoeken mogelijke pistes voor het realiseren van randparkings in o.a. Sint-Kruis, Assebroek en Sint-Michiels.
159. We zorgen in overleg met de Vlaamse overheid voor een goede en intelligente signalisatie van en naar alle randparkings, met ook suggesties van te volgen routes. De nieuwe randparking Waggelwater wordt aangeduid vanop de Bevrijdingslaan.
160. We verzamelen real time data over het verkeer om enerzijds de verkeerslichten op maat af te stellen en anderzijds via dynamische verkeersborden te tonen welke routes de vlotste verbinding geven met een stadsgedeelte. Over het hele grondgebied realiseren we een slimme verkeerslichtenregeling en via een afzonderlijk groen licht voor fietsers willen we conflictvrije fietstrajecten.
161. De parking 't Zand aan de achterkant van het Concertgebouw wordt met 600 extra ondergrondse parkeerplaatsen uitgebreid. Boven deze uitbreiding creëren we een nieuw stadspark.
162. We onderzoeken hoe het eerste uur ondergronds parkeren of het ondergronds parkeren voor minder dan 1 uur gratis kan gemaakt worden. We onderzoeken de mogelijkheid om het bovengronds parkeren door toeristen in de binnenstad te verhinderen. We onderzoeken de mogelijkheid om de betaalfaciliteiten te vergemakkelijken (bv. in de ondergrondse parkings via moderne betaalkaart-technieken)
163. In de Ezelstraat, aan de Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx, komt een nieuwe rotatieparking, parking Weylerhof, met 150 extra ondergrondse parkeerplaatsen.
164. Na uitbreiding van de bestaande ondergrondse parking 't Zand en de realisatie van de nieuwe ondergrondse parking Weylerhof streven we er met Interparking naar om parking Biekorf en parking Zilverpand voor te behouden voor bewoners en handelaars. Naarmate er meer aanbod aan parkeerruimte buiten het centrum wordt gerealiseerd, wordt het parkeren in het centrum voor niet-bewoners sterker ontraden.
165. Ondergronds parkeren moet steeds goedkoper zijn dan bovengronds parkeren.
166. We maken een slim parkeersysteem, met sensoren en GPS-gedreven.
167. Doorgaand zwaar verkeer en sluipverkeer worden, via aanpassing infrastructuur en handhavingsbeleid, uit de woonwijken geweerd, niet enkel in het centrum van Brugge, maar ook in de deelgemeenten.
168. We zetten in op zo kort mogelijke verbindingspaden, bruggen en doorsteken (trage wegen).
169. We werken alle hiaten in de ring rond de binnenstad weg.
170. We realiseren een kwalitatieve fietsers- en voetgangersbrug tussen de Gentpoort en de Kruispoort.
171. We realiseren fietssnelwegen, zoals de F31: een veilige fietssnelweg tussen Brugge en Zeebrugge, zowel voor recreatieve fietsers als voor fietsers in kader van woon- en werkverkeer. De uitbreiding van de fietsinfrastructuur in bestaande innovatiezones en de te ontwikkelen bedrijvenzones (zoals de Spie) en het havengebied is een must.
172. We zorgen voor meer fietsstraten, ook in de deelgemeenten.
173. Om (nog) meer inwoners op de fiets te krijgen, stimuleren we het woon-werkverkeer en woon-schoolverkeer, in de eerste plaats bij de werknemers van de Stad en de verenigingen die bij de stad aanleunen, maar ook bij ondernemingen op Brugs grondgebied. We richten een ‘zeven km club’ op waar iedereen die minder dan 7 km van zijn werk of school woont, wordt aangemoedigd de fiets te nemen.
174. Het exploitatiesysteem (de stervorm) van De Lijn wordt in overleg met De Lijn bijgestuurd, met als streefdoel minder en kleinere bussen in de binnenstad en vlottere verbindingen tussen de deelgemeenten en het station. We willen een systeem van grotere bussen op de ring en kleinere elektrische bussen in de binnenstad.
175. De frequentie van het openbaar vervoer tussen de tot nu te weinig gebruikte randparkings en het centrum en station drijven we op.
176. De bereikbaarheid van de binnenstad, zeker voor minder mobiele mensen, blijft een aandachtspunt. We bekijken het aantal haltes voor busverbindingen en evalueren de busverbindingen van en naar de binnenstad grondig.
177. Het openbaar vervoer wordt ‘s avonds en ‘s nachts uitgebreid, zeker op vrijdag en zaterdag en dit al dan niet met bussen of taxi’s.
178. Een goede openbare vervoersontsluiting van en naar de noordelijke deelgemeenten blijft een prioriteit. We dringen aan bij de hogere overheden op het afronden van het haalbaarheidsonderzoek naar de invoering van een lightrail die de kusttramlijn verbindt met Brugge en op die manier ook zorgt voor de ontsluiting van de noordelijke deelgemeenten, bij voorkeur gekoppeld aan het nieuw voetbalstadion van Club Brugge.
179. In overleg met de omliggende gemeenten streven we naar frequentere openbaar vervoersverbindingen van en naar Brugge.
180. We stimuleren deelsystemen in Brugge (Blue-bike, E-steps, …).
181. Verkeersopvoeding is cruciaal. We zetten sterk in op een preventief en educatief verkeersveiligheidsbeleid met voldoende omkadering met de ontwikkeling en uitvoering van een zesjarenplan veilige schoolomgeving en SAVE
2.0. Elk schooljaar ontvangen de schooldirecties en oudercomités een sensibiliserend actieplan waarin we samen met de school het voetgangers- en fietsverkeer aanmoedigen én het autogebruik ontmoedigen waardoor ook de schoolomgevingen verkeersveiliger worden.
182. We willen dat op een termijn van 5 jaar alle Brugse scholen over een schoolvervoersplan beschikken. We voorzien hiervoor zowel de nodige financiële als personele ondersteuning. We helpen ook openbare diensten, bedrijven en horeca bij het opmaken van vervoersplannen.
183. We actualiseren het subsidiereglement ‘projecten schoolverkeersveiligheid’.
184. Met de scholen en de betrokken buurtbewoners gaan we na of het mogelijk is een schoolstraat te realiseren.
185. We professionaliseren de opleiding gemachtigd opzichters in overleg met de Politie en de schooldirecties. Wij zetten bij het begin van elke schooldag een wijkagent en/of een gemachtigde schoolopzichter voor scholen aan sommige gewestwegen of aan drukke en verkeersonveilige wegen.
186. In de deelgemeenten zetten we in op dynamische snelheidsbeperking aan scholen waar veel doorgaand verkeer passeert. Met de transportsector zoeken we, op maat van elke school, een oplossing om zwaar verkeer bij de start en het einde van de schooltijd te vermijden.
187. We zorgen voor een maximale bereikbaarheid van de scholen in de binnenstad zodat het sociaal weefsel er versterkt wordt.
188. Veilig en hoffelijk verkeer is ook de verantwoordelijkheid van voetgangers, fietsers én gebruikers gemotoriseerd verkeer.
189. De veiligheid van fietsers, voetgangers en mensen met een beperking moet steeds geëvalueerd worden, zeker in buurten van scholen, jeugd- en sportterreinen. We leveren er extra inspanningen om de verkeersveiligheid te verbeteren.
190. Het verder experimenteren het gevleugelde zebrapaden en ledverlichting bij oversteekplaatsen.
Brugge, duurzaam, milieuvriendelijk en slim
191. We streven ernaar om versneld te evolueren naar een duurzame en klimaatrobuuste stad en we nemen het voortouw door zelf het goede voorbeeld te geven. Als lokale drijvende initiator brengen we alle stadsdiensten en stakeholders samen, in een participatieve en responsabiliserende geest, om stappen vooruit te zetten die zowel doelgericht, ambitieus als haalbaar zijn.
192. De stad komt haar VVSG-engagement ‘global goals, local focus’ na in functie van de zeventien duurzame ontwikkelingsdoelstellingen of Sustainable Development Goals (SDG’s). We maken een duurzaam aankoopbeleidsplan op met aandacht voor het ecologische, sociale en economische aspect (bv. FSC-label, Fair Trade, Schone Kleren…). We werken verder aan Brugge Fair Trade stad. We sluiten mondiale partnerschappen, zoals rond Fair Trade chocolade. We ondersteunen de Brugse mondiale organisaties en projecten die voldoen aan duurzame ontwikkelingsdoelstellingen. Vertrekpunt zijn de aanbevelingen van de Noord-Zuid raad.
193. We garanderen voor de eigen stadsgebouwen een optimale veiligheid, multifunctionaliteit en toegankelijkheid en streven, zowel voor bestaande gebouwen als voor nieuw te bouwen infrastructuur, naar een maximale energieprestatie en productie van groene energie, mét respect voor het waardevolle erfgoed.
194. Bij elk bouwproject van de stad wordt maximaal ingezet op de principes van sustainability. We zetten hiervoor onder meer in op een nieuw energiezorgplan, de aanpak tegen sluimergebruik en de integratie van hernieuwbare energie. Bij elk nieuw bouwproject streven we naar energieneutraal en compact bouwen en multifunctionele inzetbaarheid. Om een beter overzicht te verkrijgen van de geleverde inspanningen op vlak van energiebesparing vloeien de financiële minderuitgaven van de energiefacturen door inzet op duurzaamheid als ontvangsten terug. Zo worden met het budget dat de stad bespaart, nieuwe mogelijkheden voor duurzame investeringen vrijgemaakt.
195. We willen als wereld-erfgoedstad ons voorbeeldig blijven inzetten op duurzaam onderhoud, beheer en valorisatie van onze eigen monumenten en waardevolle historische gebouwen. We staan garant de authentieke waarden van dit unieke patrimonium zorgvuldig te behoeden voor de toekomst. Tegelijk willen we deze
gebouwen ‘slim’ integreren in de beleving van een vooruitstrevende stad en technisch en functioneel afstemmen op de hedendaagse noden en wensen van bewoners en bezoekers.
196. Door slimme keuzes te maken wordt er maximaal energie bespaard op vlak van openbare verlichting.
197. Naast de focus op wooncomfort, richt ons woonbeleid zich op duurzaam wonen met zo weinig mogelijk energieverbruik en dus zo laag mogelijke energiefacturen.
198. We maken verder werk van een klimaatplan, met als doel de transitie van traditionele methodes van energieopwekking naar duurzame energie te versnellen. We werken daartoe samen met bedrijven, woningbouwbedrijven, kennisinstellingen en inwoners aan projecten voor alternatieve energie.
199. We willen gezinnen en bedrijven stimuleren over te schakelen op hernieuwbare energie in gebouwen, processen en mobiliteit.
200. We passen de regelgeving aan om meer duurzaamheidsinvesteringen, zoals zonnepanelen en groendaken, mogelijk te maken. We stimuleren het plaatsen van zonnepanelen, ook in de binnenstad, op niet zichtbare plaatsen vanop het openbaar domein.
201. Om naar een duurzame en klimaatneutrale toekomst te gaan moeten ruimtelijke beleidskeuzes worden gemaakt. Zo zetten we ook in op een windmolenplan, met mogelijke zones waar windmolens kunnen komen.
202. We participeren als stad rechtstreeks of onrechtstreeks (via bv. MBZ) in de bouw en exploitatie van de nieuwe windmolens. We ondersteunen en stimuleren burgercoöperatieve projecten. We nemen verder de nodige maatregelen om het energieverbruik en de C02-uitstoot van gebouwen volgens de Europese doelstellingen 2030 verder te reduceren, zowel van stadsdiensten, bedrijven als gezinnen, en het aandeel van de hernieuwbare energieproductie systematisch te verhogen. Hierbij geven we maximaal kansen aan burgercoöperaties.
203. We maken een actie- en stappenplan op om de luchtkwaliteit in de meest kwetsbare zones te verbeteren.
204. We waken en communiceren over het leefmilieu voor haar inwoners op het vlak van lucht, oppervlaktewater, straling en omgevingsgeluid en bouwen een slim en fijnmazig meetnet uit voor het monitoren van de luchtkwaliteit en de kwaliteit van het oppervlaktewater.
205. We faciliteren het verduurzamen van de mobiliteit, zowel voor de stadsdiensten, bedrijven als burgers door kansen te geven aan nieuwe technologische concepten (elektrisch, hybride, groene waterstof, biogas, autodelen,…) en moedigen verplaatsingen met de fiets maximaal aan.
206. We maken het wagenpark van de stad zo energiezuinig en milieuvriendelijk mogelijk. Nieuwe voertuigen worden gekozen op basis van het meest verantwoorde technologisch marktaanbod beantwoordend aan de strengste emissienormen. Binnen de organisatie worden de voertuigen nauw afgestemd op de noden van de diensten en zo flexibel mogelijk ingezet. Dienstwagens worden afgebouwd en vervangen door elektrische fietsen. Binnen de stad gebeuren de verplaatsingen bij voorkeur per fiets.
207. Het Stadsbestuur zal zijn vrachtwagens zo veel als mogelijk op biodiesel laten rijden. Dit zorgt voor een vermindering van de CO2-uitstoot met 20%.
208. We evalueren het gebruik van de bestaande oplaadpalen en plaatsen zo nodig extra oplaadpalen, zowel in de binnenstad als de deelgemeenten. We bekijken de mogelijkheid oplaadpalen voor elektrische fietsen te voorzien op toeristische locaties in de deelgemeenten.
209. We ondersteunen en faciliteren ontwikkelingen op het vlak van groene waterstof.
210. We breiden het ondergronds warmtenet uit en faciliteren de uitrol van nieuwe warmtenetten. Bij heraanleg van straten onderzoeken we de mogelijkheid om er warmtenetten mogelijk te maken.
211. We stimuleren ‘duurzame’ groepsaankopen, met bijzondere aandacht voor energiezuinig wonen en verwijdering of vervanging van asbesthoudende producten.
212. We wapenen ons tegen de effecten van de klimaatverandering door in te zetten op blauw-groene dooradering van het stedelijk weefsel en maatregelen te nemen die leiden tot een overstromingsrobuust openbaar domein.
213. Door natuur waar mogelijk te behouden en waar mogelijk extra groene ruimte te voorzien streven we naar meer natuurlijke fixatie van het broeikasgas CO2 op het Brugse grondgebied.
214. De vervuiling van het oppervlaktewater wordt aangepakt om een verbetering van de algemene ecologie van het oppervlaktewater te bekomen en het actieplan ‘zuivere reien’ wordt verder uitgerold.
215. Met de uitvoering van een geluidsactieplan wordt werk gemaakt van de beheersing van de geluidsimpact door het weg- en spoorverkeer.
216. In samenwerking met het Brugse Food Lab, werken we verder aan de implementatie van de duurzame Brugse voedselstrategie: aanmoedigen van lokale, milieuvriendelijk geproduceerde en seizoensgebonden voeding. We zetten in op extra volkstuinen, deeltuinen, voedselbossen, tegeltuintjes of verticale tuinen. Vragen van bewoners of buurten om groen aan te planten worden ondersteund.
217. We zetten in op milieuvriendelijke evenementen op vlak van afval, voeding, water en energie.
218. We stimuleren koop lokaal, lokale productie en markten, tournee locale, nachten van de duisternis, dikke truien dag, C2C.
219. We maken van Brugge een slimme stad (Smart City). Voor elke grote uitdaging onderzoeken we welke rol data en technologie hierin kunnen spelen en zorgen zo voor de slimme reflex. We maken onze (traditionele netwerken) en diensten efficiënter door nieuwe technologieën (die het leven van de burger en lokale ondernemingen vergemakkelijken). We hanteren beschikbare data of verzamelen via sensoren of andere bronnen bijkomende data om processen te vereenvoudigen en te versnellen. Samen met partners (overheden, burgers, kennisinstellingen en lokale ondernemingen) zoeken we naar oplossingen die Brugge op een duurzame en efficiënte wijze en met respect voor de private levenssfeer naar de toekomst loodsen.
220. We benaderen Smart City niet verkokerd, maar geïntegreerd en transversaal, en zorgen zo mee voor bewustwording, voor het slim verbinden en begeleiden van initiatieven, voor het inbedden van de Smart-City reflex in processen, voor het netwerken en het uitbouwen van partnerships. Door deze geïntegreerde aanpak zijn we in staat om de resultaten van individuele initiatieven te overstijgen en kunnen de oplossingen voor stadsuitdagingen in de domeinen mobiliteit, welzijn, leefmilieu, toerisme, openbaar domein, … genieten van de investeringen gedaan in de andere domeinen.
221. We digitaliseren om slimmer te besturen en te meten en we digitaliseren om sneller te kunnen werken en geconnecteerd te zijn. De digitalisering zal ertoe leiden dat we efficiënter en slanker kunnen werken en toch mensen vlugger kunnen bedienen zonder tijdsverlies.
222. We zetten in op technologie om Brugge te laten groeien en vlotter te organiseren. We ontwikkelen een ‘smart- city-reflex’ en bestuderen de goede voorbeelden in andere steden, ook over de grenzen.
223. We creëren een omgeving waarin apps kunnen worden ontwikkeld die het leven in de stad eenvoudiger en aangenamer maken. Zo zetten we zinvolle digitale toepassingen in voor het beheer van het openbaar domein. We ontwikkelen een app die burgers toelaat om vlot gebreken aan het openbaar domein met foto te signaleren (sluikafval, kapotte voetpaden, …).
224. Autodelen, elektrische scooter- en fietsdelen zijn de toekomst. De stad faciliteert de digitale organisatie van het project deelmobiliteit.
225. We zetten in op slimme bewegwijzering. Digitale borden zijn de toekomst.
226. We roepen de GSM-operatoren op om Brugge als pilootproject te gebruiken voor 5G.
Wonen in Brugge
227. We gaan voor een aanmoedigend woonbeleid. We zorgen ervoor dat wonen in Brugge voor iedereen betaalbaar is en blijft.
228. We maken een woonbeleidsplan op met aandacht voor gezinnen, senioren en studenten. We leggen accenten specifiek voor het sociaal wonen en het klimaatbewust bouwen en verbouwen.
229. We maken werk van een woonbarometer die een inventaris maakt van de vraag naar en het aanbod van woningen en zo knelpunten kan identificeren.
230. We zetten in samenwerking met alle woonactoren in op een gecoördineerde aanpak voor de meest dringende woonnoden.
231. We faciliteren het samenwonen/cohousen.
232. We motiveren jongeren om in Brugge te blijven wonen. We zetten verder in op voldoende en kwalitatieve huisvesting. Door studenten nog drie jaar na hun studies op kot te laten blijven, houden we de jongeren in onze stad. We koppelen een kwaliteitslabel aan de studentenhuisvesting op basis van de conformiteit met de woonkwaliteit en de brandveiligheid.
233. We maken een stappenplan voor jonge starters en gezinnen op zoek naar een woning.
234. We verlagen de druk op de woonmarkt door het stimuleren van de herbestemming tot wonen en openbare ruimte van niet langer gebruikte bedrijfs- en fabriekspanden, religieuze gebouwen en openbare gebouwen. Dergelijke reconversieprojecten zorgen voor dynamiek en trekken jonge mensen aan. We zetten in op stadsvernieuwing en moedigen grote terrassen aan, industriële concepten en wonen aan het water. Jonge mensen houden ook van reconversieprojecten (brouwerijen die woningen worden of kazernes).
235. We zetten in op wonen aan het water.
236. We werken actief aan het huisvesten van de senioren. Dit door het aanbod van assistentiewoningen op peil te houden.
237. Sociale huisvesting moet integratie bevorderen. Zo gaan we ook voor kleinere projecten en spreiding. We stimuleren/onderzoeken de haalbaarheid om beide sociale huisvestingsmaatschappijen samen te voegen.
238. De aanpak van leegstand en verkrotting blijft een prioriteit.
239. We maken een woningtypetoets op en richten met de stad Brugge een community land trust (CLT) op. Het doel van een CLT is om eigendomsverwerving mogelijk te maken bij de bevolkingsgroep die niet terecht kan op de private woningmarkt omdat de prijzen te hoog zijn. De Brugse CLT vult de leegte op tussen sociale en private woningmarkt zonder in het vaarwater van de andere sociale woonorganisaties of de private markt te komen. De
XXX blijft eigenaar van de grond. De woningen die er op staan worden eigendom van hun bewoners, via erfpachtcontracten. Ze krijgen dezelfde rechten en verantwoordelijkheden als een gewone eigenaar.
240. We behouden de opknappremie en breiden deze uit. De opknappremie wordt nog meer ingezet als instrument voor de uitvoering van het Klimaatplan.
241. Door het aanbieden van woonmeters helpen we bewoners om bewust te verluchten en te verwarmen.
242. We maken werk van een huurwaarborgfonds.
243. We stimuleren een structurele samenwerking tussen de vastgoedsector en de sociale verhuurkantoren.
244. Door te kiezen voor een integraal toezichtsbeleid willen we dat de verschillende diensten op eenzelfde manier werken.
245. We organiseren de handhaving stadsbreed door een handhavingsplan en prioriteitenkader op te stellen.
246. We versterken de milieuhandhaving door proactieve controle en een intensere samenwerking met de uit te bouwen milieucel bij de politie met erkende toezichthouders
247. We herwerken de politieverordening en de GAS verordening voor ‘geluidsoverlast en vetvang’.
248. Binnen de cluster omgeving werken we een handhavingscel wonen, bouwen en milieu uit.
249. Het woonloket staat in voor adviesverlening aan en het informeren/begeleiden van burgers. Dit betreft informatie over premies (woondienst), technieken (De Schakelaar) en andere.
250. We staan garant voor een kwalitatief, efficiënt en vlot vergunningenbeleid. We evalueren en actualiseren de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening op het bouwen, verkavelen en op de beplantingen, zodat deze beantwoordt aan de hedendaagse trends en noden. Begrippen als co-housing, levenslang wonen en andere vormen van samenwonen worden verankerd. We herbekijken de huidige opsplitsingsregels voor grote gebouwen zonder verlies aan kwaliteit van de woonentiteiten.
251. We onderzoeken de inzet van stedenbouwkundige lasten (bv. aanleg speelplein op nieuwe verkaveling) bij het verlenen van een omgevingsvergunning.
252. We zorgen ervoor dat de burgers op een efficiënte digitale manier de nodige documenten kunnen raadplegen.
253. Voor de kamerverhuur wordt afgestapt van de minimum relatieve oppervlakte van 50 % voor eigen bewoning, dit wordt vervangen door een minimum absolute oppervlakte eigen bewoning (110 m2) .
254. De premie voor jonge gezinnen tot 9.000 euro voor zij die in de binnenstad een woning renoveren voeren we opnieuw in en de bouwtaks verminderen we tot redelijke proporties.
255. We realiseren appartementen met speeltuinen, ondergrondse garages en grote terrassen om de leefbaarheid te verhogen.
256. Brugge moet voldoende arbeidsactieve gezinnen, middengroepen en tweeverdieners aantrekken. Ze versterken immers de sociale en financiële draagkracht van de stad, zorgen voor een goede sociale mix en betekenen vaak een meerwaarde voor het maatschappelijke weefsel.
257. We maken een groeiplan om het aantal ingehuurde panden door sociale verhuurkantoren te verhogen.
258. We beschermen de woonfunctie door een selectieve hotelstop en stimuleren de combinatie van wonen en werken om starters in onze stad te houden.
259. De stad Brugge wil dat sociale bouwmaatschappijen niet alleen concentreren op nieuwbouw maar tevens het bestaande patrimonium goed renoveren en isoleren. Er wordt een renovatieplan en bouwplan voor de komende legislatuur gevraagd aan de maatschappijen. We wensen leegstand te reduceren.
260. We zorgen voor de handhaving van het verbod op lichtreclame achter de ramen in de binnenstad.
Stadsontwikkeling in Brugge
261. We voeren strategisch ruimtelijk beleid uit. We maken een open ruimtebeleidsplan op voor het volledige grondgebied (exclusief de binnenstad).
262. Met de juiste ruimtelijke beleidskeuzes bereiden we ons voor op een duurzame en klimaatneutrale toekomst.
263. We maken een stedenbouwkundige visie op voor de invalswegen.
264. We voeren een kernversterkend beleid in de binnenstad door de opmaak van een winkel- en horecaplan waarin handel- en horecabestemmingen vastgelegd en gelimiteerd worden in functie van de leefbaarheid van de stad. We beogen een kwalitatieve uitbreiding van het winkelaanbod en -gebied en onderzoeken de opmaak van een sluitend juridisch kader daartoe.
265. We volgen de toeristische druk op de woonmarkt nauwgezet op. Om permanent en betaalbaar wonen in de binnenstad mogelijk te houden, bestendigen we de selectieve criteria voor nieuwe hotels of uitbreidingen van bestaande hotels in de binnenstad. We ontwikkelen een stadsbrede visie op vakantiewoningen waarbij de maximaal wenselijke capaciteit wordt vastgelegd en niet-vergunde vakantiewoningen worden aangepakt. Indien noodzakelijk worden de beperkingen op vakantiewoningen ook uitgebreid naar andere zones in de stad.
266. De groei van het dagtoerisme in groep remmen we af. Dagtoerisme in groep buiten de toeristische kernzone (‘Gouden Driehoek’) wordt niet gefaciliteerd. Enkel voor nieuw, tijdelijk of permanent aanbod gericht op de (culturele) meerwaardebezoeker is er ruimte buiten de toeristische kernzone.
267. We maken een plan van aanpak en reglement op voor het tijdelijk en dubbel ruimtegebruik van leegstaande panden of braakliggende terreinen.
268. We richten een kenniscentrum rond religieus erfgoed op. Dit kenniscentrum verzamelt en coördineert alle informatie en expertise rond het religieus erfgoed in Brugge en werkt een toekomstgerichte langetermijnvisie en een concrete aanpak uit.
269. We maken een kerkenbeleidsplan op. Voor kerken en andere religieuze gebouwen die onttrokken worden aan de eredienst zoeken we samen met de eigenaars naar een zinvolle bestemming.
270. We blijven de werking van de Stichting Brugge Foundation ondersteunen.
271. Door de opmaak van toekomstplannen anticiperen we op de ruimtelijke uitdagingen in de deelgemeenten.
272. Er wordt stedenbouwkundig afgewogen welke duurzaamheidsmaatregelen mogelijk zijn in de historische binnenstad.
273. Hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en klimaatadaptatieve maatregelen worden geïntegreerd in de ruimtelijke ordening.
274. Aan de hand van een doordacht erfgoedbeleid zetten we Brugge verder op de kaart. Voor de historische binnenstad maken we naar analogie van het open ruimtebeleidsplan een bebouwd ruimtebeleidsplan op.
275. We maken een visie en bijhorend terrasreglement per plein in de historische binnenstad. De termijnen voor de toelating van de terrassen kunnen uitgebreid worden met 1 maand, indien dit gekoppeld wordt aan eenvormigheid. Buiten de stadsgezichten mogen de terrassen het ganse jaar blijven staan, mits eenvormigheid. De terrastaks in de deelgemeenten wordt gehalveerd.
276. We werken aan een premie voor het ondersteunen van bewoners bij het vernieuwen van historisch schrijnwerk.
277. Ook het erfgoed in de deelgemeenten schatten we naar waarde en behouden we.
278. In 2020 vieren we de 20ste verjaardag van de erkenning tot Unesco werelderfgoed van het historisch stadscentrum van Brugge.
279. We activeren het stadsontwikkelingsbedrijf.
280. We onderzoeken de mogelijkheid om via een RUP een nieuwe functie te geven aan het kanaaleiland (wonen, sport, groen en vrije tijd).
281. We maken een parken- en bossenplan op en vrijwaren de open ruimte in het buitengebied. We realiseren nieuwe openbare parken. We onderzoeken waar een extra stadsbos kan gerealiseerd worden.
282. We zoeken naar nieuwe locaties voor hondenloopweides. We bekijken of we met een peter-/metersysteem kunnen werken.
283. Het actieplan ‘zuivere reien’ wordt verder uitgerold.
284. We voorzien vrijetijdszone en ‘Urb Eggs’ plaatsen rond het water in Brugge.
Brugge is een nette stad met kwalitatief en goed onderhouden openbaar domein vol stadsvernieuwing
285. De (her)aanleg en (her)inrichting van publieke ruimtes gebeurt met aandacht voor voldoende groenzones, de leefwereld van kinderen en jongeren, beweegmogelijkheden voor volwassenen en veilige fietsinfrastructuur. Speelzones en speeltoestellen in het straatbeeld, autoluwe straten, outdoor fitnesstoestellen, petanquebanen, zitbanken en picknicktafels verzekeren belevingsruimte voor jong en oud. Voor de noden van senioren worden waar nodig aanpassingen aangebracht. We plaatsen hogere banken met leuningen, zodat het zitcomfort van senioren verbetert. We maken voetpaden rolstoel- en rollatorvriendelijk, met afschuinde boorden. We hebben aandacht voor sanitaire voorzieningen in de publieke ruimte. De publieke barbecue in het Baron Ruzettepark is een succes. Dit concept breiden we uit naar andere parken in de stad en deelgemeenten. We voorzien meer (inklapbare) banken en zitmogelijkheden op rustige plaatsen in de volledige stad.
286. Voor de heraanleg van straten maken we een openbaar voetpaden- fietspaden en stratenplan, inclusief riolering, waarin elke deelgemeente aan bod komt, met timing en dit voor periodes van 3 jaar.
In het meerjarenplan voorzien we een enveloppe zodat het plan stapsgewijs kan uitgevoerd worden.
287. De plannen van de wegenwerken worden op mekaar afgestemd. In elk bestek moeten duidelijke richtlijnen staan om de timing te respecteren.
288. In de binnenstad worden bij voorrang de Katelijnestraat, Vlamingdam en St-Jorisstraat heraangelegd. We spreiden er nadien het busverkeer. We houden het bestaande afwegingskader voor bestratingsmaterialen in de binnenstad aan, zodat we vlot van start kunnen gaan met een aantal dringende wegenisdossiers in de binnenstad.
289. We streven, samen met de Vlaamse overheid naar de volledige uitvoering, desnoods gefaseerd, van de visienota van de Brugse ring (R30) vanaf de Buffelbrug tot aan de Gentpoort. Met ondertunneling van onder andere de Bevrijdingslaan, het stuk langs het Koning Xxxxxx X-park en ter hoogte van de Gentpoort met de aanleg van een poortplein. In afwachting wordt het drukke verkeersknooppunt Bloedput aangepakt.
290. Aan het station, kant centrum, zorgen we op korte termijn voor een veiligere oversteek van de R30. De heraanleg van de ring tussen de Unescorotonde en de Vaartdijkstraat willen we namelijk realiseren zonder verkeerslichten: dit kan door de bouw van een landschapsbrug voor fietsers en voetgangers ter hoogte van het station. Dit alles is belangrijk voor de verkeersveiligheid en duurzaamheid van onze stad: zo creëren we een nieuwe groene ruimte aan het station en een vergroot Albertpark. We kiezen er voor een architecturaal knappe toegangspoort tot de stad.
291. Speciale aandacht bij wegeniswerken gaat naar het wegwerken van niveauverschillen die hinder opleveren voor mensen met een beperking, rolstoelgebruikers, minder mobiele voetgangers én fietsers. Zo moeten voetpaden breed zijn, op maat van kinderwagens, rollators en rolwagens én vrij van obstakels.
292. Fietsers verdienen vrijgemaakte, aaneensluitende, brede en vlakke fietspaden. In het eerste jaar van de legislatuur evalueren we met de comfortmeter alle fietsroutes. Op basis van deze bevindingen voeren we een actieplan uit om het fietscomfort stapsgewijs te verbeteren. Op de kasseistraten – zeker in de binnenstad – leggen we comfortabele fietsstroken aan. Deze bestaan nu reeds in de Brugs Kerkhofstraat in Assebroek en in de Polderstraat in St-Kruis.
293. We voorzien veilige (conflictvrije) kruispunten bij scholen, drukke knooppunten en openbare voorzieningen.
294. De site aan de Dijver en de site Minnewater (rusthuis) en stadsrepubliek met Kuiperstraat zijn belangrijke, strategische stadsvernieuwingsprojecten.
295. De burg (gedeelte onder de bomen) wordt heraanlegd en een aantal pleinen in de stad krijgen een stadvernieuwingslook.
296. We zetten in op de maximale uitvoering van de revitaliseringsstudie Zeebrugge. We starten met de aanpak van het strand en de zone rond de Xxxxxx Xxxxx Kerk. We realiseren op de site Knapen een kustpark, dat een groene long en kwalitatieve verbinding vormt tussen de Strandwijk en de Stationswijk.
297. Gelet op de nieuwe cruiseterminal en de geplande ontwikkelingen op de Vismijnsite willen we samen met de Vlaamse overheid het openbaar domein in de zone rond de jachthaven opwaarderen.
298. We breiden het netwerk aan publieke drinkwaterfonteinen uit op druk bezochte plaatsen.
299. Bij winterse omstandigheden zorgen we voor het prioritair strooien van de fietsnetwerken van en naar de scholen. Ook bij snelle opkuis van het bladafval pakken we prioritair de fietsnetwerken van en naar scholen aan. We stimuleren het gebruik van bladkorven bij de bewoners.
300. We zetten in op voldoende aantallen en voldoende grote openbare vuilnisbakken. We investeren in ondergrondse containers en slimme vuilnisbakken waar nuttig.
301. We stimuleren ‘free little libraries’ in de publieke ruimte.
302. We werken een gedragen en integrale visie uit rond openbare verlichting (straat- en monumenten verlichting). We zetten in op kwalitatieve en vernieuwende kerstverlichting in de binnenstad en kernen in de deelgemeenten. We beperken de kerstverlichting tot de kerstperiode.
303. We streven naar een versnelde omschakeling naar energievriendelijke verlichtingsarmaturen, onder meer door het vervangen van de ‘Brugse lantaarn’ in de binnenstad door LED-armaturen met dezelfde look-and-feel.
304. We toetsen de verschillende opportuniteiten rond nieuwe verlichtingstechnologieën (duurzame verlichting, slimme verlichting) af. We experimenteren met dimmen en doven.
305. We beheersen de drukte op openbaar domein via slimme metingen en sturen om de drukte te beheersen. We regelen de toegankelijkheid in voetgangerszones met behulp van paaltjes die uit de grond komen. We meten drukte en evalueren zodat Brugge ook leefbaar blijft voor de inwoners. We wisselen drukke plaatsen met stilteplekken.
306. We zetten actief in op betrokkenheid van de Bruggeling bij het beheer van de publieke ruimte: zwerfvuilvrijwilligers, netheidscharters met scholen, buurtregie, peter- en meters voor groenzones, jeugdverenigingen, …
307. We stimuleren een goed gebruik van het openbaar domein via een integrale, geïntegreerde en gebiedsgerichte aanpak met partners.
308. Bij de ontwikkeling van de publieke ruimte wordt bijzondere aandacht geschonken aan o.a. een positieve beleving en autonome bewegingsvrijheid voor kinderen en jongeren.
309. We blijven sterk inzetten op een proper en goed onderhouden Brugs openbaar domein. Om dit waar te maken blijven we inzetten op opgeleid personeel, materiaal, machines en inzet van aannemers en dienstverleners.
310. We realiseren technische depots die efficiënt werken toelaten en die voldoen aan de geldende normen inzake arbeidsveiligheid en –welzijn.
311. We onderzoeken de opportuniteit van het huisvesten van de administratie van Openbaar Domein op één locatie.
312. We zetten de vorming van één cluster openbaar domein verder en bouwen in elke sector één geïntegreerde ploeg voor het beheer van het openbaar domein (groen, wegenis en zwerfvuil) uit.
313. We stellen een minder hinder coördinator aan. Bij wegeniswerken in handelsstraten en essentiële verbindingswegen overleggen we met de handelaars, Unizo en Voka om de verkeersdoorstroming maximaal te garanderen en hinder te beperken. We onderzoeken of we bij aanbesteding van werken in handelsstraten kunnen inzetten op kortere uitvoeringstermijnen.
314. Binnen de cluster openbaar domein gaat een quick win-team aan de slag om kleine mobiliteitsknelpunten - ook inzake onaangepaste snelheid van het autoverkeer - efficiënt en effectief snel te verhelpen. Met extra aandacht aan het fietscomfort: verlengen van voorsorteerstroken, efficiënter afstellen van verkeerslichten, herstel van beschadigd of versleten wegdek, …
Groen Brugge
315. Een van de prioriteiten is het uitrollen van een groot parkenplan. Parken en stadstuinen zijn groene longen in onze stad, ze bieden ontspannings- en speelruimte, dragen bij in de strijd tegen de klimaatopwarming en zuiveren onze lucht.
316. We verbinden het netwerk van parken en stadstuinen met veilige, groene corridors die waar mogelijk opgeladen worden met spelprikkels. Op die manier creëren we een groen weefsel doorheen de stad. We voorzien wandel- en joggingroutes doorheen deze parken en zorgen voor specifieke wegwijzers in het straatbeeld. We leggen de nadruk op onverharde open ruimtes met grote bomen en schaduwplekken.
317. We onderzoeken de aanleg van een ondergrondse parking, met bovengronds park, op de huidige Oesterparking.
318. We revitaliseren de stadsvesten en proberen de groene wandeling rond de vesten als de groene fietsroute rond te stad te vervolmaken.
319. We onderzoeken hoe we de zone tussen Steenbrugge brug en het Minnenwater kwalitatiever kunnen herinrichten.
320. We proberen tuinen open te stellen en te laten gebruiken in weekends en op woensdag met beheersovereenkomsten. We denken daarbij o.a. aan grote kloostertuinen.
321. We vergroenen het Gezellekwartier en proberen het groen te verbinden en in de kijker te zetten. Op die manier wordt de groene long ook een groene belevingszone en oase in de binnenstad.
322. We investeren ook in kleine groene plekken en leggen waar we kunnen het water open of verwijzen naar water onder het groen.
323. We zetten een kiosk in het Graaf Visart park en organiseren er verder de pop-up park en feesten.
324. We vergroenen de stad. We zetten in op de promotie van kleinschalig groen in de woonomgeving: plantvakken, vensterbankgroen, (fruit)bomen, geveltuintjes, groendaken, tegeltuintjes, verticale tuinen, drijftillen, plantbakken, muurvegetaties, … Waar opportuun realiseren we ook op stadsgebouwen geveltuinen.
325. We betrekken maximaal de buurt bij de invulling en het beleven van het park door middel van een buurt-mede- eigenaarschap. We organiseren peter- en meterschappen voor kleine volkstuintjes met bloemen en/of groenten en fruit in de openbare ruimte. We onderzoeken de mogelijkheid om kleinere parken in de zomerdagen langer open te houden met een sleutelsysteem voor buurtbewoners.
326. We ondersteunen en belonen burgers die hun voortuinen maximaal vergroenen. Bij het ontwerp van straten bekijken we waar er ruimte is om groene elementen in te brengen. In de straten wordt steeds gekozen voor passende boomsoorten die geen schade veroorzaken aan het openbaar en privaat domein ; de bomen worden regelmatig gesnoeid.
327. Waar mogelijk en wenselijk realiseren we tuinstraten: Als twee derde van de bewoners akkoord gaan en de mobiliteitsrandvoorwaarden het toelaten, kan een straat radicaal vergroenen, met minimale verharding, bijvoorbeeld in de vorm van een karrenspoor. Het (extra) onderhoud wordt in een straatcontract in belangrijke mate toevertrouwd aan de straatbewoners zelf.
328. We vergroenen ook onze invalswegen.
329. We zetten Brugge in de markt als ‘bloeiende stad’. We realiseren meer bloemen in alle vormen (bloembakken, bloemperken, bloembollen, klimplanten, bloeiende bomen, …) op diverse plaatsen in de stad. We investeren in bloemen op brugjes, kaaien en essentiële gebouwen in de stad. We werken hiervoor samen met de sector van de sierteelt, dit kan bijvoorbeeld door heractivering van de werking van de vzw Brugge Bloeit.
330. We investeren in mooie kerstbomen met kerstverlichting in binnenstad en deelgemeenten.
331. We maken werk van een bomenbeheerplan, een bomenbeleidsplan en een beheerplan op voor alle stadsbossen. Daarbij wordt ruimte voorbehouden voor natuurontwikkeling maar ook voor de functies speelbos en wandelbos.
332. De stad neemt de regierol op om de kwaliteit van private gronden (vb. bedrijfs- en industriegronden, landbouwbedrijven, voortuinen, scholen, …) te stimuleren. Vanzelfsprekende partners hierbij zijn het Regionaal Landschap Houtland en de vzw Brugge Bloeit. De groendienst stelt zich hierbij niet dwingend, maar ondersteunend op.
333. Met geboortebosacties betrekken we het brede publiek bij de aanleg van het stedelijk groen.
334. We grijpen de ‘verjaardag’ van de belangrijke Brugse groengebieden aan om de Bruggeling in de groengebieden te krijgen.
335. We maken een bijenactieplan op.
336. We behouden het stedelijk subsidiebeleid voor de aankoop van natuurgebieden door natuurverenigingen, op voorwaarde dat deze gebieden toegankelijk blijven.
337. We werken samen met vrijwilligers bij natuurbeheerwerken en inventarisatie van natuurwaarden.
338. We bestendigen de financiële steun voor zwaluwen en breiden die uit naar andere relevante soorten(groepen).
339. We houden het subsidiebeleid rond Kleine LandschapsElementen (KLE’s) aan.
340. We ondersteunen voorstellen inzake stadslandbouw.
341. We volgen aannemers strikt op bij uitvoering van wegenis- en rioleringswerken in de onmiddellijke omgeving van bomen.
342. We valoriseren hout uit het stedelijk groenbeheer zo duurzaam mogelijk.
343. Met een actieplan voor grote bomen plant Brugge jaarlijks minstens 300 grote bomen aan.
344. We ontwikkelen een methodologie waardoor buurtbewoners zelf kunnen aangeven waar in hun omgeving op de openbare ruimte extra bomen kunnen bijkomen.
345. We vernieuwen de werking en de infrastructuur van de kinderboerderij ‘de Zeven Torentjes’. Dit laat ons toe om met de succesvolle werking van het centrum een bredere thematiek en een bredere doelgroep te bereiken.
346. We bouwen het natuurcentrum Beisbroek uit tot uitvalsbasis voor de ‘Kasteelbossen’ en hét educatief bezoekerscentrum voor de bosgordel ten zuiden van Brugge.
347. Vanuit de ‘de Zeven Torentjes’ en het natuurcentrum Beisbroek ontplooien we een natuureducatieve werking over het ganse Brugse grondgebied.
348. We realiseren een ‘natuurloop’ in de bosgordel ten zuiden van Brugge (Beisbroek-Tudor) en bestendigen die in Ryckevelde en Bulskampveld.
349. We maken een visie op voor de inrichting van de stedelijke begraafplaatsen en de optimale plaats voor de verschillende begraafvormen.
350. We vormen de begraafplaatsen om tot begraafparken. We realiseren een bos- of natuurbegraafplaats op Brugs grondgebied. We faciliteren rond 1 november ook een lichtfeest (kaarsen) op de begraafplaatsen met passende muziek en sfeer. De verkoop van kaarsen geven we aan goede doelen.
351. We behalen de streefcijfers voor restafval zoals opgelegd door OVAM. Dit doen we door maximaal in te zetten op voorkomen, sorteren en recycleren van afvalstoffen.
352. We testen op het openbaar domein gescheiden afvalrecipiënten voor restafval en PMD uit. We streven in samenwerking met IVBO naar een afzonderlijke huis-aan-huis ophaling van groente-, fruit- en tuinafval (GFT).
353. In functie van het gebruikerscomfort investeren we in een modernisering van recyclageparken.
354. We installeren camerabewaking in de recyclageparken in functie van een klantvriendelijke aanpak en de correcte sortering van de verschillende afvalfracties.
Brugge, cultuurstad
355. We voorzien een structureel overleg met de cultuursector. Een goed georganiseerd overleg met de cultuursector draagt bij aan een cultuurbeleidsplan met een breed draagvlak. De cultuurbeleidscoördinator coördineert in naam en in opdracht van het bestuur het cultuurgebeuren in Brugge. Samenwerking binnen de sector, maar ook met Toerisme en Ondernemen, is cruciaal.
356. We ondersteunen de verdere uitbouw van de cultuurhub in de buurt rond de vernieuwde stadsrepubliek naar een volwaardige en hippe creatieve wijk. We stimuleren er initiatieven rond concrete samenwerking op vlak van ruimtegebruik, maar ook rond uitwisseling van ervaring tussen de verschillende spelers.
357. We zoeken en bouwen samen met de Brugse partners een geschikte infrastructuur uit waar jong en oud, individueel of in groep zijn/haar culturele talenten kan beoefenen. Op deze locatie moet alles mogelijk zijn: muziek, dans, theater, beeldhouwkunst, schilderkunst,...
358. De stadsbioscoop Lumière willen we structureel verankeren in de binnenstad.
359. Als eigenaar van het Concertgebouw Brugge voorzien we een versterkt partnership, gebaseerd op een duurzaam infrastructuurbeheer. Als grote Vlaamse culturele instelling vervult het Concertgebouw een onvervangbare rol in het cultureel landschap van onze stad.
360. We maken werk van de bouw van een nieuwe tentoonstellingshal voor tijdelijke tentoonstellingen.
361. We houden de musea gratis voor Bruggelingen.
362. Brugge Plus is een katalysator voor nieuwe en bestaande openluchtevenementen.
363. We onderzoeken of Brugge Plus de Reiefeesten op een vernieuwende wijze kan organiseren.
364. We koesteren het Cactus Muziekcentrum , met het cactusfestival en z’n antennes op de wijde muziekwereld. We ondersteunen de bouw van hun nieuwe concertzaal op het Kanaaleiland.
365. Cultuurhuis ‘Kaap’ kan functioneren als unieke eigenzinnige aanvulling op het centrale aanbod.
366. Xxxxx Xxxxxx - met residentie in Brugge en internationaal ambassadeur – en het MA-festival verankeren we verder in Brugge. Het rijke en kwalitatieve koorleven en de verschillende kamerensembles betekenen een meerwaarde.
367. We ondersteunen de Brugse stoeten en processies als belangrijk onderdeel van het culturele erfgoed.
368. We geven de Triënnale een vaste plek in ons meerjarenplan en zetten zo verder in op de promotie van Brugge als hedendaagse kunststad . We betrekken daarbij ook lokale kunstenaars en voorzien smaakmakers in de
deelgemeenten.
369. We organiseren driejaarlijks in samenwerking met de stedelijke musea, bibliotheek en archief een grote tentoonstelling, dit in de andere jaren dan een Triënnale.
370. We blijven de bibliotheekwerking ondersteunen en versterken, zowel in de binnenstad als in de deelgemeenten. We stimuleren samenwerking met externe partners. We onderzoeken thuislevering en centralisatie. We onderzoeken bv. de noodzaak van twee bibliotheken in de binnenstad. We gebruiken de bibliotheek ook voor studenten en als kennisruimte .
371. We zetten in op cultuur voor iedereen. We bevorderen cultuurparticipatie met aandacht voor diverse bevolkingsgroepen en kansengroepen. We willen blijvend investeren in Uitwijken en het netwerk vrijetijdsparticipatie. We investeren samen met andere (culturele) partners in buurtgerichte activiteiten die cultuur dichter bij bewoners in de deelgemeenten brengt.
372. We onderzoeken of we de Uitpas of een ander eengemaakt kortingssysteem ook in Brugge kunnen aanbieden.
373. We verminderen de administratieve lasten voor het verenigingsleven.
374. Verenigingen die hun eigen infrastructuur en de omgeving errond willen opwaarderen en onderhouden krijgen de kans om dit te doen: we maken hiervoor een nieuw subsidiereglement op. We vereenvoudigen de aanvraag voor het huren van stedelijke locaties en stellen de culturele centra van de stad Brugge efficiënter open voor het verenigingsleven.
375. Naar aanleiding van de 20ste verjaardag van Brugge, Culturele Hoofdstad van Europa 2002 wordt een multidisciplinair evenement georganiseerd.
376. Stad Brugge ontwikkelt een beleid rond het naar de Bruggeling brengen van kunst uit verborgen collecties en privé-verzamelingen.
377. Het stadsbestuur onderzoekt de mogelijkheid van een crowdfundingplatform voor culturele initiatieven.
378. Het kostuumatelier van Stad Brugge wordt gepromoot naar plaatselijke verenigingen toe.
379. We onderzoeken hoe we de culturele beleving verder kunnen digitaliseren, zodat het bezoeken toegankelijker en rijker wordt , dit bvb via het gebruik van virtual en mented reality.
380. De stad werkt een probeerplatform uit voor startende stand up comedians, in samenwerking met de Brugse horeca.
381. De stad organiseert een koorfestival langs de reien.
382. We zetten een ‘straatkunstenaar’- award als ondersteuning van de vele lokale talenten die de Brugse straten als straatartiest opfleuren. We ondersteunen kwalitatief hoogstaande acts van eigen bodem.
383. We creëren mogelijkheden voor kunst in de openbare ruimte (streetart).
384. We zoeken naar een geschikte oplossing voor de locatie van het stads- en OCMW-archief.
385. We blijven de intergemeentelijke samenwerking op archeologisch vlak via Raakvlak ondersteunen.
386. We zorgen voor een optimaal gebruik van het erfgoeddepot in de Pathoekeweg.
387. We onderzoeken of er een duurzaam vervolg kan gegeven worden aan het event Brutaal.
388. De nieuwe tentoonstellingshal wordt het sluitstuk van het Brugse museumkwartier.
Brugge, een stad waar het goed werken en ondernemen is
389. De dienst lokale economie verdwijnt en wordt de nieuwe dienst werk en ondernemen. Een speerpunt van de dienst werk en ondernemen is het ondernemen aantrekkelijker maken in Brugge en de Brugse regio, met focus op jobcreatie en innovatie.
390. We willen van Brugge een broedplaats van ondernemerschap maken. We zoeken - in samenwerking met onze kennisinstellingen - plaatsen voor startersfabrieken en een stadslabo. We brengen ondernemers samen en stimuleren netwerken en platforms. Omtrent onze economische potenties en innovaties wordt er ruim en vernieuwend gecommuniceerd.
391. De centrummanager staat in voor een kernversterkend beleid, om het hart van de stad aantrekkelijk te maken en te houden voor kwalitatieve investeerders. Hij/zij heeft als opdracht vraag en aanbod bij elkaar te brengen zodat leegstaande panden vlug ingevuld worden, liefst door kwalitatief aanbod.
392. Klantenmanagers binnen de dienst werk en ondernemen ondersteunen de ondernemers. De klantenmanager is één aanspreekpunt dat hen snel en efficiënt kan helpen of vlot kan doorverwijzen.
393. We organiseren op regelmatige basis regionaal overleg om het regionaal beleid steeds meer vorm te geven en zoeken maximale aansluiting bij regionale initiatieven inzake werk en sociale economie. Er is een constante wisselwerking en kennisoverdracht tussen de verschillende economische actoren. De diensten organiseren economic boards.
394. We zetten in op innovatief ondernemerschap, internet of things, zorginnovatie en ecologische innovatie, onder meer via netwerking. We bouwen een netwerk op tussen de bedrijfswereld en de onderwijsinstellingen voor Brugge en de Brugse regio om knowhow en technologie in de kijker te plaatsen en innovatieve bedrijven en jobs aan te trekken.
395. We stimuleren de verdere uitbouw van het (hoger) onderwijs en stemmen dit af op de Brugse arbeidsmarkt.
396. Nieuwe initiatieven inzake creatieve economie worden maximaal ondersteund. We ondersteunen de oprichting van een School of Arts in Brugge als hefboom voor de creatieve maakindustrie. We nemen ook initiatieven om jobs in nieuwe en creatieve kennissectoren te creëren en in de kijker te zetten.
397. We gaan voor een goede connectie tussen het stadsbestuur en de ondernemers, ook via gesprekspartners zoals Voka en Unizo. We maken werk van een vlotte dienstverlening aan al onze ondernemingen, zeker voor bedrijventerreinen en bedrijfsruimte, vergunningen en premies.
398. We stimuleren centra voor korte keten en creatieve economie.
399. We stimuleren en ondersteunen lokale talenten en ambachten, zoals Handmade in Brugge, The Box, de Makersrepubliek, Bizzlocator en Turbo. Handmade in Brugge moet nog verder versterkt worden met een eigen makerslabo, een fablab als onderzoeks- en creatielab voor creatieve Bruggelingen. We zoeken hiervoor samenwerking met de Brugse hogescholen en het Entrepot.
400. We ondersteunen de internationale contacten van de Brugse bedrijven en ontvangen hen graag in het stadhuis.
401. De komende zes jaar zetten we onze schouders onder de ontwikkeling van het bedrijventerrein aan de Blankenbergsesteenweg, inclusief een nieuw stadion met parking op deze plaats. Dit stadion wordt een
katalysator van economische dynamiek.
402. We ontwikkelen eveneens het bedrijventerrein de Spie. We ijveren voor een zone voor hoogwaardige diensten aan de Chartreuse. We zetten onze schouders onder de ontwikkeling van de economische as Station- Kinepolis- Chartreuse. De Koning Albertlaan wordt als verbinding tussen de verschillende entiteiten heringericht.
403. We bouwen onze jaarlijkse city hacks of hacketon verder uit door onze stedelijke uitdagingen te laten aanpakken door bedrijven en studenten.
404. We zetten een Brugs crowfunding-platform op voor jonge ondernemers.
405. Waar mogelijk en opportuun werken stad en OCMW bij aanbestedingen met sociale clausules of zelfs met voorbehouden opdrachten voor sociale economie.
406. We voorzien een ruim aanbod aan stageplaatsen vanuit de diensten van stad Brugge en het OCMW, ook in wisselwerking met bedrijven.
407. We stimuleren tewerkstelling voor personen met een arbeidshandicap.
408. We zetten in op een duurzame economisch groei en op duurzame tewerkstelling, ook voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
409. In Brugge willen we iedereen maximale kansen bieden tot tewerkstelling. Hiertoe zetten we in op zowel de randvoorwaarden (vervoer, kinderopvang, aanpak sociale problematieken, trajectbegeleiding, opleiding, enz.) als het creëren van een gedifferentieerd aanbod (van arbeidszorg tot reguliere tewerkstelling).
410. We hebben aandacht voor de competenties en de ontwikkeling van deze competenties bij werknemers en werkzoekenden.
411. Als regisseur geven Stad en OCMW samen met lokale en regionale partners het lokaal en regionaal tewerkstellingsbeleid mee vorm. Als facilitator brengen Stad en OCMW partners samen om het tewerkstellingsbeleid te concretiseren.
412. Als actor in het kader van begeleiding, opleiding en werkervaring (OCMW-trajectbegeleiding, wijkwerken, TWE, samenwerking VDAB, enz.) en in het kader van het creëren van tewerkstellingskansen, hebben we bijzondere aandacht voor kansengroepen (arbeidszorgproject, WOK, LDE, dienstenchequebedrijf, enz.) en proberen we maximaal om dienstverlening te combineren met tewerkstellingskansen.
413. Duurzaamheid, duurzame tewerkstelling en tewerkstellingskansen vormen een criterium bij de gunning van aankopen.
414. We laten juridisch onderzoeken om bij de overheidsopdrachten de ecologische voetafdruk als criterium op te nemen. Zo kunnen bedrijven uit de Brugse regio beter kunnen scoren.
415. We herwerken de toelage voor innovatieve handels- en horecaconcepten en werken bijkomende acties uit om kwaliteitsvolle concepten naar Brugge te halen.
416. We verbreden de huidige animatie- en promotiepremie en geven kansen aan vernieuwende initiatieven.
417. We passen de reglementering inzake markten en ambulante handel aan zodat concessies voor onbepaalde duur en overdraagzaamheid van concessies niet meer kunnen.
418. We onderzoeken de mogelijkheid voor een themamarkt in het nieuwe beursgebouw.
419. We evalueren de kermiskalender en sturen die waar nodig bij.
420. We ondersteunen de gastronomische sector met beurzen, infosessies en netwerkevents.
421. We werken actief mee aan een kwalitatieve kerstmarkt met een divers en over de stad verspreid aanbod.
422. In samenwerking met de Blauwe Cluster zetten we in op de innovatieve blauwe economie.
423. We ondersteunen maximaal actieve landbouwers. Dit doen we door korte keten-initiatieven te stimuleren, te werken aan de positieve beeldvorming rond landbouw en duurzame land- en tuinbouwinitiatieven vanuit de sector te ondersteunen. We brengen burgers in contact met de Brugse landbouw door netwerkevents, stedelijke communicatie, stadslandbouwinitiatieven en kennismakingstrajecten voor de jeugd.
424. We stimuleren de biologische veehouderij.
425. We zetten een sociale innovatiehub op in de zorgcampus rond het AZ St-Jan.
De haven van Zeebrugge
426. We hechten veel belang aan onze haven. De haven biedt werk aan meer dan 20.000 mensen en is een belangrijke economische motor voor Brugge en de ruime regio. We intensifiëren de dialoog tussen de stad en de haven.
427. De haven moet zich verder kunnen ontwikkelen met volle respect voor de leefbaarheid van de woonkernen in Zeebrugge, Lissewege, Zwankendamme en Dudzele.
428. We zetten in op de maximale uitvoering van de revitaliseringsstudie Zeebrugge.
429. We blijven inzetten op een duurzame ontsluiting van de Zeebrugse haven (verdere ontsluiting via het spoor, meer stimuleren van estuaire vaart op de Scheldemonding).
430. We zetten in op een bereikbare haven. We promoten de Havenbus extra, we onderzoeken de mogelijkheid van fietsostrades Brugge – Zeebrugge en de mogelijkheid of een light-rail/tram kan ingezet worden om Brugge en Zeebrugge beter te verbinden. We werken actief aan een veilige ontsluiting van het havengebied per fiets.
431. We dringen aan bij de Vlaams overheid op de ondertunneling van de N31 in Lissewege en de realisatie van de NX voor doorgaand verkeer in Zeebrugge.
432. De Transportzone is aan herinrichting én een betere beveiliging toe.
433. Samen met het havenbestuur zoeken we naar voldoende accommodatie voor de vrachtwagens die nu – vooral in de weekends - op de Baron Xxxxxxxxxxx, Isabellalaan, Pathoekeweg, … het straatbeeld innemen.
434. Voor onze haven en de bedrijven die er gevestigd zijn komt er een nieuwe zeesluis. We moeten ten volle meehelpen zoeken naar een herlocatie voor zij (bewoners en bedrijven) die onteigend worden bij de bouw van een nieuwe zeesluis.
435. We zetten in op de reconversie van het oude havengedeelte.
436. Het havenbestuur investeert mee in de beveiliging van de haven.
437. In de haven werken we verder rond de kaders die focussen op de banden met de stad (Port-City), ruimtebeheer (Port-Areas), strategische samenwerking tussen de Vlaamse haven (Port-Cooperation) en uitbouw van een stevigere ladingsbasis (Port-Flows).
438. We zetten alles op alles om onze haven op zoveel als mogelijke domeinen Brexit-proof te maken.
439. Een intense samenwerking met de haven van Antwerpen kan voor Zeebrugge een troef zijn.
440. We onderzoeken de mogelijke samenwerking tussen Mintus en Seaman Centre met het oog op het blijvend waarborgen van de dienstverlening aan zeelui in Zeebrugge.
441. De stad ondersteunt de haven in haar streven naar meer duurzaamheid. Zo investeert MBZ mee in de windmolens in havengebied. Om de lucht zo schoon mogelijk te houden worden schepen in de haven aangemoedigd hun emissie te beperken. LNG als scheepsbrandstof wordt sterk gepromoot. De verschillende mogelijkheden voor het gebruik van walstroom worden versneld onderzocht. MBZ neemt tevens het voortouw in energietransitie en onderzoekt daarom , onder andere, de mogelijkheden van waterstof in de haven.
Toeristen en inwoners, een harmonieus evenwicht
442. We positioneren Brugge als een aantrekkelijke bestemming op de recreatieve en zakelijke markt. We gaan volop voor kwaliteitstoerisme.
443. Een gestuurde marketingaanpak moet ertoe bijdragen dat Brugge een kwaliteitsbestemming blijft die ook meerwaardebezoekers aantrekt. Deze hoogstaande kwaliteit van Brugge moet blijken uit de communicatie. We diepen onze citymarketing uit en zorgen voor een duidelijke place branding rond de publieke perceptie van onze stad.
444. Voor het recreatief toerisme focussen we op het meerdaags residentieel toerisme, dat we blijven stimuleren. We richten ons tot de (culturele) meerwaardezoeker.
445. We willen binnen het segment van het vrijetijdstoerisme vooral inzetten op een kwalitatieve groei van het bezoekerspubliek: we streven naar een verlenging van de verblijfsduur en een grotere bezoekerstevredenheid in functie van een hogere besteding en potentieel herhaalbezoek.
446. Naast de reeds goed bezette weekends via LEISURE beogen we via MICE een verdere kwantitatieve groei in de kalmere midweek en richten we ons op bedrijven en organisaties die een werking hebben binnen de economische sectoren waarin we zowel met de stad als met de provincie goed scoren. Voor het zakentoerisme richten we ons op bedrijven en organisaties die een werking hebben binnen de economische sectoren waarin we zowel met de stad als met de provincie goed scoren.
447. Om de impact van het toerisme beheersbaar te houden belasten we de belastende vormen van toerisme.
448. Voor het cruisetoerisme willen we dat de haven van Zeebrugge een turnaround-haven wordt met inscheping. De nieuwe cruiseterminal is daarbij essentieel. Indien Zeebrugge een inschepings- of ontschepingsplaats wordt, kunnen de passagiers enkele nachten in Brugge verblijven. Met rederijen maken we afspraken om het aantal aanlopen meer te spreiden. We behouden het model om cruisetoeristen over meerdere steden en gemeenten te spreiden. Haven en stad zijn partners in het voeren van een cruisebeleid. Afspraken worden geformaliseerd en samen uitgevoerd.
449. Het nieuwe beurs- en congrescentrum op het Beursplein kan hier een enorme impuls betekenen. We willen dat het nieuwe gebouw prioritair gebruikt wordt voor congressen (vaak gekoppeld aan kleine beurzen) die vooral tijdens de week plaatsvinden. We streven er naar om alle congresorganisatoren maximaal te faciliteren.
450. We waken over het eigen en authentieke karakter van de stad. Daartoe ondersteunen we originele, hedendaagse horecaconcepten die authenticiteit uitstralen.
451. We voorzien een uitgebreide communicatie en samenwerking met de hotelsector, horeca-uitbaters en winkeliers en nemen hen op als volwaardige partners. Zo weten ze wat er te doen is en hoe zij kunnen meewerken.
452. We voorzien via hedendaagse communicatiekanalen promotie voor Brugge in de luchthavens.
453. Het toerisme in Brugge ondersteunt de gewenste dynamiek van de stad, die evenwichtig, verbindend, aantrekkelijk en ondernemend is. Het toerisme in Brugge draagt op duurzame wijze bij tot het geluk van haar inwoners, haar ondernemingen en haar bezoekers.
454. De impact van het stijgend aantal toeristen wordt permanent opgevolgd.
Brugge, onderwijsstad
455. Brugge is een onderwijsstad. Integratie, gelijke kansen en meertaligheid staan voor ons centraal. We willen ook dat elk kind waar ook geboren zich kan ontwikkelen (niet alleen in het onderwijs maar ook in zijn vrije tijd) . We moedigen kleuterparticipatie in school aan. Spijbelgedrag wordt in kaart gebracht. De digitale kloof moeten we bewaken.
456. In het kader van brede school stimuleren we samenwerking tussen scholen, ook over de onderwijsnetten heen.
457. We waarderen de infrastructuur van het stedelijk onderwijs op.
458. In het secundair onderwijs realiseren we samenwerking tussen de kunstscholen om het volledige KSO-aanbod te realiseren in Brugge als cultuurstad bij uitstek. We bouwen de kunsthumanoria uit met nieuwe disciplines (mode, media, dans, …). We onderzoeken de mogelijkheid om een voltijdse secundaire richting ‘muziek’ uit te bouwen.
459. Door in goede verstandhouding met de instellingen voor hoger onderwijs en kunstonderwijs een gediversifieerd aanbod van opleidingen aan te bieden, moedigen we jongeren aan om in hun eigen streek te studeren. Goede samenwerking is ook noodzakelijk, met het oog op valorisatie van wetenschappelijk onderzoek voor industrie, dienstensector en tewerkstelling.
460. We ondersteunen innovatieve vormen van onderwijs.
461. We zetten in op een School of Arts in Brugge als hefboom voor de creatieve maakindustrie.
462. We zetten in op levenslang en levensbreed leren.
463. We zetten verdere stappen in het ondersteunen van student-ondernemers. De stad dient hier als facilitator voor de opstart van nieuwe bedrijfjes van studenten die studeren aan de Brugse onderwijsinstellingen.
464. We zetten verder in op gelijke onderwijskansen en de strijd tegen kinderarmoede is een absolute prioriteit. We stimuleren scholen voor het gebruik van een maximumfactuur voor de 1ste graad.
465. We bouwen de voor- en naschoolse opvang verder uit.
466. We breiden het systeem van onderwijscheques uit, o.a. voor gezonde voeding. Gezonde voeding voor elk kind is van groot belang (lege boterhammendozen zijn onaanvaardbaar in een rijke stad).
467. Scholen slagen er niet altijd in om een wederzijdse betrokkenheid te creëren met de ouders. Vanaf 2019 zetten we zorgvuldig geselecteerde - aan te werven - brugfiguren in, dit zowel in het basis als secundair onderwijs: zij zorgen voor een vlot(ter) en duurzaam contact tussen de school gezinnen.
468. We ondersteunen scholen in ruimtedelen en creatief ruimtegebruik. We moedigen het dubbel gebruik van hun school- en sportinfrastructuur na de schooluren aan en ondersteunen dit financieel.
469. We verbreden het brede school-verhaal door enerzijds meer scholen te betrekken en anderzijds de linken met kinderopvang, ontspanning en de betrokkenheid van de buurt bij de schoolomgeving te versterken.
Brugge, een kind- en jongerenvriendelijke stad
470. We willen een kind en jongerenvriendelijke stad zijn die verder inzet om de leefwereld van kinderen en jongeren op alle levensdomeinen te verbeteren. Kinderen, jongeren en jongerencultuur hebben een prominente plaats in de stad, want dit draagt bij tot de (be)leefbaarheid en levendigheid van onze stad.
471. Het Entrepot, de creatieve vrijhaven voor jongeren, wordt in de komende periode een nog sterkere partner om dit te realiseren. We geven hen voldoende ondersteuning om jonge creatievelingen te begeleiden en activiteiten in de binnenstad en deelgemeenten te organiseren. De focus verschuift van het programmeren naar het laten organiseren van projecten/activiteiten door jongeren. Het blijft een open huis voor jongerencultuur in Brugge.
472. We evalueren en actualiseren het Jeugdruimtebeleidsplan.
473. We dagen de jongeren uit om creatief hun plaats op te eisen door het stimuleren van jeugdverenigingen, ontmoetingsplaatsen, jeugdhuizen of via individuele projecten.
474. We zorgen ervoor dat kinderen en jongeren zich kunnen engageren in het vrijetijdsaanbod.
475. Ondernemende kinderen, jongeren en organisaties geven we kansen en zuurstof om zelf initiatieven op te zetten.
476. We zorgen voor voldoende ‘belevingsruimte’ o.a. voor kinderen en jongeren, zowel binnen als buiten.
477. We ondersteunen maatschappelijk kwetsbare jongeren via de methodiek van vindplaatsgericht werken. Jongeren in kwetsbare posities in Brugge komen vaak in contact met opvanginitiatieven maar verdwijnen weer wanneer ze 25 jaar zijn. We zoeken naar een oplossing voor jongeren die ouder zijn dan 25 jaar en nood hebben aan een plek waar ze zich vrij, veilig en ondersteund voelen zodat ze minder gevaar lopen om in de problemen te geraken. We ondersteunen Jongerenhuis ‘Route 36’, het project ‘Brugge(n) voor jongeren’ en ’t Salon structureel om dergelijke jongeren te kunnen blijven opvangen.
478. We onderzoeken de mogelijkheid om de opstart van een jeugdhuis in de noordelijke deelgemeenten te faciliteren. Slash groeit uit tot een volwaardig jeugdhuis in de binnenstad.
479. We zetten in op sterke beeldvorming als centrumstad voor kinderen en jongeren.
480. We maken de stad bespeelbaar. Met speelprikkels, waterspeelelementen en pop-up speelpleintjes geven we kinderen een prominente plaats in de publieke ruimte. Er komt elke zomer een groot pop-up speelplein.
481. Jongerencultuur moet groeien van onderuit. We stimuleren wie durft experimenteren met ondersteuning, begeleiding en een laagdrempelige impulssubsidie. Op die manier geven we kinderen, jongeren en jeugdwerkorganisaties kansen om initiatieven op te zetten die aansluiten op hun leefwereld. Er wordt een laagdrempelig en kortlopende procedure ontwikkeld om snel ad hoc projecten in de openbare ruimte te kunnen laten plaatsvinden.
482. We stimuleren en investeren in een jeugdaanbod dat Brugge aantrekkelijk maakt en levendig houdt op stad-, deelgemeente en wijkniveau. We brengen het volledige aanbod in kaart, stemmen het op elkaar af en vullen hiaten op met gerichte impulsen of een eigen aanbod. We gaan hiervoor actieve samenwerkingsverbanden aan. Er gaat extra aandacht naar het ontwikkelen en afstemmen van aanbod voor tieners.
483. We maken werk van afstemming tussen opvang en vrije tijd voor schoolgaande kinderen tot 12 jaar met nadruk op voor- en naschoolse opvang en tijdens de vakantieperiodes.
484. We koesteren onze jeugdwerkinitiatieven en scheppen op basis van een permanente dialoog een kader waarbinnen ze kunnen zijn wat ze willen zijn. We verminderen de administratieve lasten, maken aanvragen en subsidiereglementen eenvoudig (klare taal) en zetten hiervoor een digitaal portaal op.
485. We garanderen een gelijke financiële toegankelijkheid tot het vrijetijdsaanbod zonder stigma door alle Brugse jongeren één kaart te geven voor alle vrijetijdsparticipatie.
486. Kinderen en jongeren hebben recht op vrije tijd. We geven impulsen om het jeugdwerk diverser te maken.
487. We verbeteren en investeren permanent in aanbod, kwaliteit en beheer van binnen- en buiteninfrastructuur voor jeugd(werk) met extra aandacht voor brandveiligheid, duurzaam energieverbruik, minimaal onderhoud, polyvalent gebruik, geluidsisolatie, inbraak- en vandalismepreventie, hygiëne en sanitair. We maken een volledige screening van alle jeugdlokalen en stellen op basis daarvan een “Masterplan Jeugdlokalen” op, op basis van noden en behoeften van de doelgroep.
488. We ontwikkelen een online platform om zalen voor feesten, hobby’s, vergaderingen, vrijetijdsactiviteiten, repetities … te ontsluiten. Ook aanbieders van private zalen worden in kaart gebracht en de uitbaters worden gemotiveerd om hun ruimtes in de zoekmachine in te geven.
489. We versterken de samenwerking tussen Brugge Studentenstad en de studentenverenigingen.
490. De studentenvoorzieningen, de diverse hogescholen en Stad Brugge bouwen via Brugge Studentenstad het studentenhuis uit als een plek waar studenten(verenigingen) en Brugse jongeren kunnen ontmoeten, ondersteuning krijgen, en deelnemen aan of organiseren van socio-culturele activiteiten eigen aan het studentenleven. Het studentenhuis wordt vorm gegeven en uitgebaat vanuit maximale participatie, medebeheer en eigenaarschap van en met de studenten(verenigingen) en in goede verstandhouding met de buurt.
491. We blijven financiële inspanningen leveren op vlak van fuif- en concertruimte en een positief fuifbeleid. We gaan zelf actief op zoek naar nieuwe locaties voor (middel)grote fuiven en concerten.
492. We geven inhoudelijke en financiële ondersteuning om schoolspeelplaatsen en privaat domein te vergroenen en openbaar te maken voor kinderen en jongeren.
493. We onderzoeken samen met stakeholders of een of meerdere indoorlocaties voor urban sports (Skate, Blade, BMX, Step, freerun, …) kunnen gerealiseerd worden.
494. We zetten waar mogelijk in om spelen in de natuur te stimuleren en leggen één ‘speeldernis’ op stadsniveau aan.
Een financieel gezonde stad
495. Een gezond stedelijk beleid kan niet zonder gezonde stadsfinanciën. We beheren onze financiën zuinig en als een goede huisvader. Een verlaging van de lasten is mogelijks een haalbare kaart wanneer er rationeler wordt omgesprongen met de beschikbare middelen. We verhogen de belastingen niet voor de Brugse inwoners en bedrijven op het Brugs grondgebied: we verhogen de personenbelasting en opcentiemen op de onroerende voorheffing niet. We maken een analyse bij de start van de legislatuur om na te gaan hoe we de kosten kunnen verminderen en efficiënt kunnen werken. We zoeken permanent naar efficiëntiewinsten in de werking en subsidiëring door ons bestuur. Brugge werkt zuinig en efficiënt.
496. We streven als groep Brugge (stad, OCMW, Politie) en alle aanverwante besturen (brandweerzone, kerkbesturen, ziekenhuis, satellietvzw's, … ) naar een integraal gezond Brugs financieel beleid, waarbij elke dienst mee verantwoordelijk is voor een zuinig en kostenbewust omspringen met overheidsgeld.
497. We houden rekening met de druk op de financiën ten gevolge van de pensioenen voor statutair personeel en de responsabiliseringsbijdrage. We beheersen de personeelskosten op grond van een grondige analyse in het jaar 2019 en het bepalen van de kerntaken. We realiseren een ideeënbus voor besparingen en we hechten daar een spaarbonus aan. We onderzoeken of een verhoging van de maaltijdcheque kan ingevoerd worden, als compensatie voor een eventuele daarmee gepaard gaande afschaffing van extra verlofdag(en) , zo mogelijk op basis van keuzemogelijkheid voor personeelsleden.
498. We realiseren een structureel evenwicht in ons meerjarenplan en gaan jaarlijks na welk beleid er mogelijk is in functie van het financieel haalbare. Indien dit financieel opportuun is, zetten we de bulletleningen om in lange termijnleningen. We maken de meerjarenplannen op met een positieve autofinancieringsmarge.
499. Ons investeringsbudget bepalen we in functie van de beschikbare financiële beleidsruimte. Investeringsvoorstellen en het bestuursakkoord worden financieel doorgelicht, en de financiering ervan gebeurt met een zo laag mogelijke kostprijs, zoveel mogelijk met eigen middelen.
500. We zoeken maximale externe financiering, zowel Europees, federaal als Vlaams. De o.a. daarvoor opgerichte Europese cel wordt versterkt gelet op de terugverdieneffecten.
501. Onze financiële dienstverlening aan de Bruggeling wordt verder gemoderniseerd met klemtoon op digitalisering van facturatie en online betalen.
502. We besparen door in te zetten op aankoop via aankoopcentrale, efficiënt gebouwenbeheer en zuinig energiegebruik, thuiswerk, delen van informatie in de cloud, raamcontracten (oog voor koop lokaal en ecologische voetafdruk), model openbare aanbestedingen, zuinige dienstwagens en elektrische fietsen, bonus bij kostenbesparing, integratie van OCMW en stad.
503. Er komt een doorlichting van de stadsfinanciën met het oog op ethisch bankieren.
504. Er komt een nieuwe werking inzake overheidsopdrachten binnen de stad. Er wordt een update gemaakt van de vigerende regelgeving.
Personeel en organisatie
505. We zetten in op een positieve en optimale interactie: in de eerste plaats tussen de Stad, het OCMW en de Politie (in de groep Brugge), maar ook met de brandweerzone, satellietvzw’s, intercommunale
samenwerkingsverbanden, … Het efficiënt en transparant functioneren van al deze instellingen is cruciaal. Om die interactie tussen deze 3 organisaties (Stad, OCMW en Politie) goed te coördineren wordt het gemeenschappelijk managementteam samengesteld met vertegenwoordigers uit de 3 organisaties.
506. We dragen zorg voor onze medewerkers, behandelen ze met respect, waarderen hun inzet en hun realisaties en zetten in op het bevorderen van hun fysieke en mentale gezondheid en veerkracht. Leidinggevenden krijgen ondersteuning om hiermee aan de slag te gaan. Wie zich goed behandeld voelt, betrokken en fier is op zijn werk en zijn organisatie zal betere resultaten halen en een hogere klanttevredenheid tot stand brengen.
507. We geven ons personeel vertrouwen, responsabiliseren hen en beoordelen ze op resultaten. De medewerkers dragen de missie, de visie en de waarden van de stad uit.
508. Het personeel heeft recht op werkbaar werk, daarom zetten we verder in op initiatieven die de work-life-balance van de medewerkers in evenwicht houden. We rollen flexwerken en telewerken verder uit doorheen de hele groep Brugge ; daarbij primeert steeds het belang van de goede werking van de dienst.
509. Het project NENO dat in 2014 werd opgestart, wordt onder de naam NENO 2.0 verder gezet. Overkoepelende doelstelling blijft om de organisaties binnen de groep Brugge effectief en efficiënt diensten te laten verlenen en de stedelijke organisatie uit te bouwen tot een moderne werkgever.
510. We zetten in op het bevorderen van de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de medewerkers: we zetten in op een bewegingsbeleid (o.a. gezond woon-werkverkeer, bewegen op het werk), gezonde voeding en een gezonde werklocatie. Sporten bij werknemers: als werkgever zetten wij in op voorzieningen die de medewerkers stimuleren om meer te bewegen (bv structureel voorzien van statafels/ standing desks, actieve werkstations, wandelvergaderingen, staande meetings, aanbieden van actief zitmeubilair). We organiseren ook activiteiten voor het personeel (bv beweegmomenten over de middag, inschrijven voor sportevenementen met de medewerkers of de inschrijving van medewerkers aan sportevenementen sponsoren, bewustmakingscampagnes en lezingen organiseren). We stimuleren het bewegen ook door het woon-werkverkeer te voet of met de fiets te promoten. Medewerkers die met de fiets naar het werk komen krijgen nu al een fietsvergoeding. We bieden pendelfietsen (met fietszakken voor de laptop) aan en onderzoeken de mogelijkheid van de invoering van een systeem van elektrische fiets-leasing.
511. Onze personeelsleden werken samen om de organisatie en de werking van onze stad naar de klant te verbeteren, efficiënter en effectiever te maken.
512. We kiezen er voor om het personeelsbudget verder onder controle te houden door in te zetten op een slanke organisatie. Dit doen we door enerzijds via NENO 2.0 verder in te zetten op efficiëntie en anderzijds via een kerntakenoefening.
513. Voor ons telt iedereen mee, daarom doen we extra inspanningen voor wie na een lange ziekte terug komt werken en proberen zoveel als mogelijk het werk af te stemmen op de draagkracht van de medewerkers. We gaan na hoe we als organisatie de veerkracht van medewerkers kunnen verbeteren. We gaan uit van een positieve re-integratie en proberen in dialoog te gaan met medewerkers die het werk na ziekte willen hervatten.
514. We optimaliseren de samenwerking en communicatie tussen de verschillende diensten. Diensten en medewerkers zien elkaar als interne klanten en behandelen elkaar op een vriendelijke en transparante manier.
515. We zetten een project op waarbij we onze processen eenvoudiger en makkelijker maken. Administratieve vereenvoudiging richt zich in Brugge niet enkel op het eenvoudiger maken van het contact met de klant, maar ook op het eenvoudiger en efficiënter maken van het werk van onze medewerkers en van de achterliggende processen. We onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan om nieuwe technologieën hiervoor in te zetten.
516. Informatisering moet zorgen voor een efficiëntere dienstverlening. De ICT-dienstverlening wordt verder uitgebouwd als een sterkhouder in de organisatie met het oog op de optimalisering van alle processen in
ondersteuning van en in samenwerking met de business en het bestuur. Op deze manier willen we stevig en in eigen huis inzetten op de digitale transformatie en een doorgedreven databeheer.
517. De lijnen en de middelen (financiën, personeel, ..) inzake IT binnen de organisatie worden centraal bewaakt en beheerd.
518. We bouwen een gecentraliseerd datacenter uit waarin systematisch en continu relevante externe en interne data worden verzameld en van waaruit die zowel organisatiebreed als extern ontsloten kunnen worden.
519. De stad neemt voor knelpuntberoepen nuttige anciënniteit mee uit vroegere jobs bij aanwervingen.