Contract
1
2020.0055.03/DO
2020.0055.03/DO/versie 1 oktober STATUTENWIJZIGING
van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid:
Nederlandse Frisbee Bond
gevestigd te Utrecht
(na statutenwijziging gevestigd te 's-Gravenhage)
Heden, één oktober tweeduizend twintig (01-10-2020), verscheen voor mij, mr. Xxxxxx _
Xxxxxxx Xxxxxx, notaris te Wassenaar:
de xxxx xx. Xxxxxx Xxxxxxxxx XXX XXX XXXXX, geboren te Rotterdam op zes augustus negentienhonderdnegenenzestig (06-08-1969), wonende te 0000 XX Xxxxxxx xxx xxx XXxxxx, Xxxxxxxxxxx 00, zich identificerende met zijn Nederlands rijbewijs, met kenmerk 5963517180, uitgegeven te Capelle aan den IJssel op dertien april tweeduizend zestien (13-04-2016).
INLEIDING
De comparant heeft verklaard dat:
- de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid NEDERLANDSE FRISBEE BOND, statutair gevestigd te Utrecht, met adres 0000 XX 'x-Xxxxxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxxx 0, ingeschreven in de Kamer van Koophandel onder nummer 40216169, hierna ook te noemen: de “Vereniging”, is opgericht bij akte op één januari negentienhonderdnegenenzeventig (01-01-1979);
- de statuten van de Vereniging zijn voor het laatst gewijzigd bij akte van statutenwijziging op vierentwintig maart tweeduizend vijftien (24-03-2015);
- de bondsvergadering van de Vereniging heeft op vier juli tweeduizend twintig besloten om de statuten van de Vereniging geheel te wijzigen, van welk besluit blijkt uit een aan deze akte te hechten exemplaar van de notulen van de
_
desbetreffende vergadering;
- de bondsvergadering van de Vereniging heeft voorts besloten om onder meer de comparant te (doen) machtigen de betreffende statutenwijziging van de Vereniging tot stand te brengen.
Ter uitvoering van xxxxxxxx besluit tot statutenwijziging heeft de comparant, handelend als vermeld, verklaard de statuten van de Vereniging bij deze akte en per heden geheel te wijzigen als volgt.
STATUTEN
Artikel 1 Naam en zetel
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid draagt de naam: 'Nederlandse Frisbee Bond'. De korte naam van de vereniging is 'NFB' en wordt in de statuten en het Algemeen Reglement nader aangeduid als: 'de bond'.
2. De bond heeft haar zetel in 's-Gravenhage.
3. De bond is opgericht op één januari negentienhonderd negenenzeventig (1-1- 1979).
Artikel 2 Doel
1. De bond heeft als doel het doen beoefenen en het bevorderen van de frisbeesport in al zijn verschijningsvormen.
2. De bond tracht dit doel te bereiken door al datgene te doen wat voor het _
realiseren van het doel bevorderlijk kan zijn. De uitvoering van dit doel wordt
verder geregeld in het Algemeen Reglement.
3. De bond mag geen winst onder haar leden verdelen.
STRUCTUUR
Artikel 3 Leden
1. De bond kent als lid:
a. 'verenigingen'; daaronder worden in deze statuten verstaan verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid of een afdeling of onderdeel van een multisportvereniging met volledige rechtsbevoegdheid, met een doel vergelijkbaar met het doel zoals genoemd onder artikel 2 lid 1 van deze statuten;
b. 'bondsleden'; daaronder worden in deze statuten verstaan natuurlijke personen:
i. die als lid toetreden of zijn toegetreden tot een vereniging;
ii. die een functie (gaan) bekleden bij de bond en als zodanig als lid zijn toegelaten;
iii. aan wie het predicaat 'erelid' door de bondsvergadering is verleend.
2. Het bondsbestuur beslist over het toelaten van verenigingen en bondsleden tot de bond, met uitzondering van de ereleden. Wanneer het bondsbestuur niet tot toelating besluit of besluit tot niet-toelating, kan de bondsvergadering op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten. De wijze van
_
toelating wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement.
_
3. Het predicaat ‘erelid’ kan op voorstel van het bondsbestuur of op voorstel van negen afgevaardigden worden verleend door de bondsvergadering aan een persoon die zich voor de frisbeesport in het algemeen en voor de bond in het bijzonder gedurende lange tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt.
_
4. De bondsvergadering is bevoegd leden in categorieën onder te verdelen en voor elke categorie afwijkende rechten en verplichtingen van financiële en andere aard vast te stellen. De verdeling en het vaststellen van de afwijkende rechten en plichten worden verder geregeld in het Algemeen Reglement.
_
_
5. Het bondsbestuur houdt een ledenregister bij. In dit register worden alleen die gegevens bijgehouden die voor het realiseren van het doel van de bond noodzakelijk zijn. Deze gegevens worden na beëindiging van het lidmaatschap verwijderd als het lid hierom verzoekt, tenzij er een zwaarwegend belang of wettelijke verplichting is om de gegevens te bewaren. Na voorafgaande toestemming van de bondsvergadering en alleen als dit verenigbaar is met het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld, kan het bondsbestuur
Artikel 4
geregistreerde gegevens aan derden verstrekken, behalve van het lid dat tegen die verstrekking bij het bondsbestuur schriftelijk bezwaar heeft gemaakt. Dit wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement. Ook de regels omtrent privacy worden opgenomen in het Algemeen Reglement. _
Organisatie
1. De bond wordt geleid door een bondsbestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de algemene vergadering van de bond, de 'bondsvergadering' genaamd.
2. De bondsvergadering bestaat uit de afgevaardigden die alle leden vertegenwoordigen.
3. Organen van de bond zijn:
- de bondsvergadering,
- het bondsbestuur,
- de raad van advies,
_
- de aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak (hierna: het Instituut Sportrechtspraak),
alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door de bondsvergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie
Artikel 5
daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend, waaronder - indien ingesteld - een afdeling en afdelingsbestuur.
_
Bondsbestuur
1. Het bondsbestuur bestaat uit minimaal drie meerderjarige personen die door de bondsvergadering worden benoemd. De bondsvergadering bepaalt het aantal bestuursleden.
2. De voorzitter wordt in functie kandidaat gesteld en benoemd. _
3. Een bestuurslid wordt kandidaat gesteld op voordracht van het bondsbestuur _
of van ten minste negen afgevaardigden. De kandidaatstelling geschiedt niet
door middel van een bindende voordracht.
4. De bestuursleden worden door de bondsvergadering uit de bondsleden benoemd.
5. In zijn eerste bestuursvergadering na een benoeming van bestuursleden, verdeelt het bondsbestuur, met uitzondering van het voorzitterschap, in
_
onderling overleg de functies onder zijn leden, waaronder in elk geval de functies secretaris en penningmeester en verdeelt verder in onderling overleg de werkzaamheden. Hiervan wordt via een officieel communicatiekanaal mededeling gedaan aan alle leden. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur.
6. De leden van het bondsbestuur mogen niet zijn bestuurder, aandeelhouder, toezichthouder of werknemer van een entiteit waarmee de bond minimaal eenmaal per jaar op geld waardeerbare rechtshandelingen verricht.
7. Het lidmaatschap van het bondsbestuur is niet verenigbaar:
- met het lidmaatschap van de kascommissie;
- met het lidmaatschap van de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak;
- met het lidmaatschap van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak;
- met het lidmaatschap van de raad van advies;
- met het zijn van bestuurslid van een vereniging;
- met het zijn van een afgevaardigde;
- met het zijn van werknemer van de bond.
_
8. Bestuursleden treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de dag van de bondsvergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij aftreden. Een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk tijdens de eerstvolgende bondsvergadering ingevuld.
9. Ieder bestuurslid is tegenover de bond gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Wanneer het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer bestuursleden behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
10. Een bestuurslid kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde
_
door de bondsvergadering, met twee derde van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. Een schorsing kan worden opgelegd voor ten
hoogste drie maanden. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een beslui_t tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door _ een besluit tot opheffing van de schorsing. De bondsvergadering neemt haar
besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende bestuurslid door de bondsvergadering is gehoord, althans daartoe in de gelegenheid is gesteld.
Artikel 6 Vertegenwoordiging
1. Het bondsbestuur vertegenwoordigt de bond.
2. De bond wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuursleden, zijnde de voorzitter, de secretaris of de penningmeester. Het bondsbestuur of twee gezamenlijk handelende bestuursleden kunnen een ander bestuurslid of een derde schriftelijk machtigen om de bond te vertegenwoordigen. De vertegenwoordiging wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement.
3. Personen aan wie op grond van deze statuten of via een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is gegeven, gebruiken deze bevoegdheid pas op het moment dat een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de betreffende rechtshandeling is besloten.
4. Indien binnen het bestuur nauwe familie- of vergelijkbare relaties bestaan, wordt er door de overige bestuursleden op toegezien dat bij vertegenwoordiging en handelingen met aanzienlijke gevolgen een ander bestuurslid betrokken is.
Artikel 7 Afdeling
1. De bondsvergadering kan een of meer afdelingen instellen, heft deze op en bepaalt het werkterrein van de afdeling. Dit wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement. _
2. Een afdeling wordt geleid door een afdelingsbestuur dat verantwoording aflegt
aan het bondsbestuur.
3. Een afdeling regelt de zaken die uitsluitend de eigen afdeling betreffen. De taken en bevoegdheden van een afdeling zijn vastgelegd in het Algemeen Reglement dat door de bondsvergadering wordt vastgesteld en gewijzigd.
Artikel 8 Commissies
De bondsvergadering is bevoegd om een kascommissie en om permanente en tijdelijke commissies in te stellen, danwel op te heffen casu quo individuele leden te ontslaan. Het bondsbestuur is bevoegd om de leden van die commissies voor _
benoeming of ontslag voor te dragen en zonodig (indien de omstandigheden hiertoe
aanleiding geven) te schorsen. Het bondsbestuur is tevens bevoegd om tijdelijke _
commissies in te stellen, danwel op te heffen casu quo individuele leden te ontslaan.
Deze commissies worden verder geregeld in het Algemeen Reglement. Artikel 9
Raad van advies
1. De raad van advies bestaat uit minimaal drie meerderjarige personen die door de bondsvergadering uit de bondsleden worden benoemd. De bondsvergadering bepaalt het aantal leden van de raad van advies.
_
2. Een lid van het bondsbestuur, een lid van een ander orgaan van de bond of van een verenigingsbestuur kan niet worden benoemd tot lid van de raad van advies.
3. De raad van advies adviseert het bondsbestuur en/of de bondsvergadering (on)gevraagd in alle aangelegenheden aangaande de bond.
_
_
4. Leden van de raad van advies hebben binnen het verband van de bond toegang tot alle bijeenkomsten en notulen of andere documenten en hebben daar een adviserende stem als besluiten worden genomen.
5. De raad van advies heeft het recht om zelfstandig de bondsvergadering bijeen te roepen.
Artikel 10
Kascommissie
1. De kascommissie bestaat uit twee leden en een reservelid die door de bondsvergadering jaarlijks worden benoemd. Het reservelid treedt in functie wanneer een lid van de kascommissie tussentijds aftreedt of verhinderd is zijn werkzaamheden te verrichten. Een (reserve-)lid van de kascommissie kan aansluitend tweemaal voor de duur van één jaar worden herbenoemd.
2. De kascommissie is belast met het onderzoek zoals verder geregeld in het Algemeen Reglement. Het lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bondsbestuur en/of de raad van advies.
Artikel 11 Bondsbureau
Voor de administratieve werkzaamheden van de bond kan het bondsbestuur een bondsbureau instellen, dan wel die werkzaamheden bij het bondsbureau van een andere organisatie onderbrengen. Wanneer de bond een eigen bondsbureau kent, wordt dit verder geregeld in het Algemeen Reglement.
Artikel 12
Benoeming en einde lidmaatschap orgaan _
1. De leden van het bondsbestuur, de leden van de raad van advies en de leden _
van een afdelingsbestuur of een door de bondsvergadering ingestelde en niet
extern belegde permanente commissie worden benoemd voor een periode van vier jaren. Een aftredend lid is aansluitend tweemaal herbenoembaar. Na afloop van de derde bestuursperiode kan een lid niet eerder weer tot lid worden
_
benoemd dan nadat een periode van vier jaren is verstreken.
2. Voor het bondsbestuur en de leden van de raad van advies geldt een rooster van aftreden dat door de bondsvergadering wordt vastgesteld.
3. Het lidmaatschap van het bondsbestuur, de raad van advies, het afdelingsbestuur en een commissie eindigt door de dood, door ontslag, door bedanken of door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming. Verder eindigt het lidmaatschap van het bondsbestuur wanneer het bestuurslid wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bondsbestuur.
Artikel 13 Donateurs
1. De bond kent naast leden donateurs.
_
2. Donateurs zijn natuurlijke of rechtspersonen die door het bondsbestuur als zodanig zijn toegelaten en die zich naar de bond toe verplichten om jaarlijks een door het bondsbestuur vastgestelde bijdrage te storten.
3. Donateurs hebben geen andere rechten en verplichtingen dan die welke hen in of krachtens de statuten en het Algemeen Reglement zijn toegekend of opgelegd.
4. De rechten of verplichtingen van donateurs kunnen op elk moment wederzijds_ door opzegging worden beëindigd, behalve dat de jaarlijkse bijdrage voor het
lopende boekjaar voor het geheel verschuldigd blijft.
5. Opzegging namens d_e__bo_n_d__g_eb_e_u_r_t _do_o_r_h_e_t_b_o_n_d_sb_e_s_tu_u_r_. ______________
RECHTEN EN PLICHTEN
Artikel 14
Algemene rechten en verplichtingen
1. Leden van de bond zijn verplicht:
a. de statuten, (uitvoerings-)reglementen en besluiten van de xxxx na te leven waaronder begrepen:
- de (internationale) wedstrijdbepalingen;
- de op grond van het Algemeen Reglement van toepassing zijnde bepalingen;
- alle mededelingen die als officiële mededelingen door de bond zijn gedaan;
b. de belangen van de bond en/of van de frisbeesport niet te schaden;
c. de statuten, reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak na te leven;
x. xx xxxxxxxx, reglementen en besluiten van organen en commissies van de World Flying Disc Federation en de European Flying Disc Federation na te leven;
e. alle overige verplichtingen die de bond in naam of ten behoeve van de leden aangaat of die uit het lidmaatschap van de bond voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
2. Verenigingen zijn verplicht in hun statuten een bepaling op te nemen op grond_ waarvan leden van die vereniging verplicht zijn het lidmaatschap van de bond
aan te gaan en als zodanig (mede-)onderworpen zijn aan de statuten, reglementen en besluiten van de bond en zijn organen, waaronder de tuchtrechtspraak.
_
3. De bond kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij het betreffende lid zich daartegen verzet, kan de bond voor het lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen.
4. De bond kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot
deze verplichtingen behoort onder meer het aanvaarden en nakomen van _
verplichtingen die de bond is aangegaan met betrekking tot sponsoring en de _
rechten van televisieregistraties en -uitzendingen, alsmede met betrekking tot
de (tucht)rechtspraak en geschillen door het Instituut Sportrechtspraak. De bond is bevoegd ten laste van zijn leden in het kader van de bestrijding van doping in de sport verplichtingen aan te gaan met de Dopingautoriteit, opdat de leden van de bond rechtstreeks gebonden zijn aan het door de bond, de Dopingautoriteit en het Instituut Sportrechtspraak gehanteerde Dopingreglement, alsmede de daarop gebaseerde besluiten van de Dopingautoriteit en haar commissies of organen.
_
5. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de bond aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Dit wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement.
6. Wanneer een lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is hij vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de bond totdat het betreffende lid geheel aan diens financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de bond geen rechten uitoefenen en blijft het lid verplicht te voldoen aan alle verplichtingen die uit het lidmaatschap voortvloeien. Wanneer een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de bond, is het lid vanaf de vervaldatum over het
_
verschuldigde bedrag de wettelijke rente verschuldigd.
7. Blijft het lid geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, dan is het lid behalve de wettelijke rente ook tien procent aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd.
8. Xxxxxxxx het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de wettelijke rente en
buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor het innen van zijn schuld aan de bond door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd.
_
9. Het gebruik of doen gebruiken van verboden middelen en/of methoden (doping) is verboden. Bondsleden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden aan het in lid 4 van dit artikel bedoelde Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak, alsmede aan
de daarop gebaseerde beslissingen van de Dopingautoriteit en haar commissies of organen. _
10. Bondsleden onthouden zich tegenover andere bondsleden van elke vorm van
seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin, alsmede van (verbaal) geweld, racistische uitlatingen en dergelijke, opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, dat het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding, als geregeld in het Reglement Tuchtrechtspraak of, in het geval van seksuele intimidatie, het Tuchtreglement seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak.
_
11. Leden zijn verplicht zich te onthouden van alle opzettelijke regelingen, handelingen of het nalaten te handelen, gericht op het ongeoorloofd wijzigen van de uitslag(en) of het verloop van de sportwedstrijd(en), teneinde het onvoorspelbare karakter van deze sportwedstrijd(en) geheel of gedeeltelijk teniet te doen met het oog op het verkrijgen van een niet gerechtvaardigd
voordeel voor zichzelf of derden. Leden zijn voorts verplicht zich te onthouden van het wedden op het resultaat, de voortgang en/of het verloop van enige
_
wedstrijd of competitie waarbij zij betrokken zijn of waarop zij direct dan wel indirect enige mate van invloed (kunnen) hebben of enige andere overtreding als bedoeld in het Tuchtreglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding, als geregeld in het Tuchtreglement matchfixing van het Instituut Sportrechtspraak.
12. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan.
Artikel 15
Taken en bevoegdheden bondsbestuur
1. Het bondsbestuur is belast met het besturen van de bond.
2. Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de bond en de daarmee verbonden onderneming of organisatie.
3. Het dagelijks bestuur verricht de door het bondsbestuur opgedragen werkzaamheden en is hiervoor verantwoording verschuldigd aan het bondsbestuur.
4. Het bondsbestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taken door commissies of personen doen uitvoeren. Bovendien is het bondsbestuur bevoegd – al dan niet tegen betaling - werkzaamheden aan derden op te dragen.
5. Wanneer het aantal bestuursleden beneden het aantal, zoals bedoeld in artikel 5 lid 1, is gedaald blijft het bondsbestuur bevoegd. Als deze situatie ontstaat dient binnen drie maanden door de bondsvergadering te worden voorzien in een oplossing.
Bij ontstentenis of belet van alle bestuursleden berust het bestuur tijdelijk bij één
of meer door de raad van advies aan te wijzen persoon/personen.
6. Het bondsbestuur ziet toe op het naleven van de statuten, reglementen en door organen van de bond genomen besluiten.
7. Het bondsbestuur is na voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering bevoegd te besluiten tot:
- vaststelling van het meerjarenbeleidsplan en de financiële meerjarenraming;
- vaststelling van de begroting en het jaarplan:
- het doen van aanmerkelijke uitgaven, die niet of niet volledig in de begroting zijn opgenomen en een jaarlijks door de bondsvergadering vast te stellen bedrag te boven gaan;
- het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen;
- het aangaan van overeenkomsten waarbij de bond zich als borg verbindt;
- het aangaan van overeenkomsten waarbij de bond zich als hoofdelijk medeschuldenaar verbindt;
- het aangaan van overeenkomsten waarbij de bond zich voor een derde sterk maakt;
- het aangaan van overeenkomsten waarbij de bond zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
Dit wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement.
8. Het bondsbestuur is bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een voor de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van rechtspraak in de bond en het beslechten van geschillen door mediation wordt opgedragen aan het Instituut Sport-rechtspraak.
_
9. Het bondsbestuur is bevoegd om boetes op te leggen. Dit wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement.
10. Het bondsbestuur stelt voor het einde van het boekjaar een jaarplan en begroting op voor het volgende jaar, en legt dit ter goedkeuring voor aan de bondsvergadering.
_
11. Het bondsbestuur stelt met inachtneming van de doelstelling van de bond een plan houdende een adequaat risicobeheersing- en controlesysteem op en herziet dit plan zo nodig. Hierin wordt in elk geval opgenomen dat met betrekking tot betalingen het “vier ogen principe” wordt toegepast.
12. Het bondsbestuur heeft een procedure op basis waarvan belanghebbenden klachten kenbaar kunnen maken, een klokkenluidersregeling en een integriteits-
en fraudebeleid. _
13. Het bondsbestuur draagt zorg voor de handhaving van de integriteits- en ethische _
normen zoals vastgelegd in het integriteitsbeleid en stelt een procedure vast voor
handhaving van de integriteits- en ethische normen en hoe wordt omgegaan met schending van deze normen.
Artikel 16
Boekhouding en financiën
1. Het boekjaar van de bond loopt van een januari tot en met eenendertig december.
_
2. De geldmiddelen van de bond bestaan uit: contributies, bijdragen, boetes, subsidies en andere inkomsten, zoals donaties. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
_
3. Besteding van de middelen dient overeenkomstig de begroting plaats te vinden. Van de begroting afwijkende bestedingen dienen te worden gedekt door een daartoe strekkend besluit van het bondsbestuur, of in geval van aanmerkelijke uitgaven, die niet of niet volledig in de begroting zijn opgenomen en een jaarlijks door de bondsvergadering vast te stellen bedrag te boven gaan, een besluit van de bondsvergadering.
4. De leden zijn verplicht tot het betalen van de contributie en van andere bijdragen die de bondsvergadering vaststelt.
5. Lidmaatschap van de bond wordt bij leden in twee periodes per boekjaar in
rekening gebracht. De periodes lopen van een januari tot en met dertig juni en
van een juli tot en met eenendertig december. _
6. Wanneer een lidmaatschap tijdens één van de in lid 5 gedefinieerde periodes _
eindigt, is de contributie of bijdrage voor de betreffende periode verschuldigd. _
7. Het bondsbestuur kan in bijzondere gevallen geheel of gedeeltelijk ontheffing
van de verplichting tot het betalen van een contributie of een bijdrage verlenen. Dit wordt verder geregeld in het Algemeen Reglement.
Artikel 17
Rekening en verantwoording
1. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de bond en van_ alles betreffende de werkzaamheden van de bond, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en
verplichtingen van de bond kunnen worden gekend. _
2. Het bondsbestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het _
boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de bond op te maken
en op een niet muteerbare informatiedrager te stellen.
3. Het bondsbestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden bondsvergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de bond en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de bondsvergadering
_
voor. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden. Heeft een bestuurslid de stukken niet ondertekend dan wordt hiervan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
_
4. De bondsvergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vier maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de bondsvergadering via de rechter vorderen dat de gezamenlijke bestuursleden hun verplichtingen nakomen.
5. Het bondsbestuur is verplicht de op de jaarrekening betrekking hebbende
stukken en gegevensdragers door de kascommissie te doen onderzoeken. De kascommissie brengt van haar bevindingen jaarlijks verslag uit aan de bondsvergadering. Het bondsbestuur is verplicht de kascommissie ten
_
xxxxxxx van zijn onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de bond voor raadpleging beschikbaar te stellen.
6. Goedkeuring door de bondsvergadering van de balans en van de staat van baten en lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de
verklaring van de kascommissie. Goedkeuring strekt het bondsbestuur niet tot decharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken. Hieromtrent zal separaat worden besloten.
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Wanneer de boekhouding digitaal wordt gevoerd,
kunnen - met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van _
baten en lasten - de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een _
andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen
van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
8. Het bondsbestuur is verplicht de in dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdrage_rs__g_ed_u_r_e_n_d_e_z_e_v_e_n_j_ar_e_n_t_e_b_e_w_a_r_e_n_. _____________
ALGEMENE PROCEDURES
Artikel 18 Besluiten
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten die in de (organen van de) bond worden genomen. Lid 6 en 7 zijn alleen van toepassing_
op besluitvorming in de vergaderingen van het bondsbestuur. Lid 10 is alleen
_
van toepassing op de besluitvorming in de bondsvergadering.
2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering. De _
bondsvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bondsbestuur of bij _
diens afwezigheid door één van de andere bestuursleden. De voorzitter stelt
daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen. _
3. Tenzij anders in de statuten of in een reglement is bepaald, worden besluiten
in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Wanneer stemmen staken is het voorstel verworpen. Voor het bepalen van een meerderheid worden van het totaal aantal uitgebrachte stemmen de onthoudingen en ongeldige stemmen afgetrokken, waarna van het restant aantal stemmen de vereiste meerderheid wordt berekend.
4. Ongeldige stemmen, die niet meetellen tijdens een stemming, zijn:
- stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde;
- blanco stemmen als schriftelijk is gestemd;
- stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
5. Tenzij in de statuten anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende vergadering één stem uit. Een lid kan een ander stemgerechtigd lid machtigen namens hem aan een stemming deel te nemen. Tenzij in de statuten anders is bepaald kan een gemachtigd lid ten hoogste namens zichzelf en één ander lid aan een stemming deelnemen.
6. Voor het nemen van besluiten in vergaderingen van het bondsbestuur is vereist dat meer dan de helft van het aantal bestuursleden persoonlijk deelneemt aan de vergadering. Bij staking van stemmen wordt aan de voorzitter een extra stem toegekend. De voorzitter kan niet meer stemmen uitbrengen dan de andere bestuursleden gezamenlijk.
7. In het geval dat zich een verstrengeling van belangen voordoet ten aanzien
_
van een bestuurslid, en/of wanneer het een bestuurslid een belang heeft dat tegenstrijdig is aan het belang van de bond, dient het desbetreffende lid dit te
melden aan het bondsbestuur waarin hij of zij zitting heeft. Het desbetreffende lid dient zich voorts van de beraadslaging en besluitvorming ter zake te onthouden en mag de bond ter zake het onderwerp niet vertegenwoordigen.
_
De aanwezigheid van het desbetreffende lid telt niet mee ter bepaling of het vereiste quorum voor besluitvorming is behaald. In het geval dat door het niet deelnemen aan de besluitvorming vanwege belangenverstrengeling geen besluit zou kunnen worden genomen, wordt het besluit genomen door het
bondsbestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen.
8. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De_ stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. _ In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven _ wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd wanneer
een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
9. Wanneer bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de
_
_
eerste stemming een gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij de tweede of de derde stemming de gewone meerderheid haalt of door loting na een derde stemming is aangewezen.
10. Bij een schriftelijke stemming in de bondsvergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden die geen bestuurslid mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen en berekent de uitslag.
11. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is bindend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor
zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Als direct na_ het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid van zijn oordeel
wordt betwist, dan wordt:
a. het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd, en
b. vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering dit verlangt of - wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde - een stemgerechtigd lid dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
12. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
13. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming. Een voorstel tot wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorste te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.
_
14. Onder oproep, bijeenroepen, (schriftelijke) uitlating of mededeling of kennisgeving wordt tevens verstaan: een bericht per e-mail aan het adres dat door de persoon voor dit doel is opgegeven, waarbij geldt dat de persoon uitdrukkelijk heeft ingestemd om zodanige berichten langs deze weg te ontvangen.
15. Onder bijeenkomst of vergadering wordt verstaan een bijeenzijn van meerdere personen die met elkaar spreken, waaronder naast lijfelijk bijeenzijn tevens wordt verstaan het deelnemen aan het gesprek door middel van een elektronisch communicatiemiddel, mits de identiteit van de niet-lijfelijk aanwezige(n) voldoende kan worden vastgesteld en dit door de fungerend voorzitter goedgekeurd wordt en in notulen of het verslag daarvan melding
wordt gemaakt. Stemgerechtigden kunnen hun stemrecht uitoefenen door _
middel van het hiervoor bedoelde elektronische communicatiemiddel, mits de _
_
stemgerechtigde via het elektronische communicatiemiddel rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en kan deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 19
Reglementen en uitvoeringsbesluiten
1. De organisatie van de bond alsmede de taken en bevoegdheden van zijn organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
2. Reglementen worden met een gewone meerderheid door de bondsvergadering vastgesteld en gewijzigd.
3. Nieuwe reglementen en wijzigingen in reglementen, alsmede
uitvoeringsbesluiten treden in werking op de veertiende dag na de dag waarop de bondsvergadering tot vaststelling of wijziging van het reglement heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de bondsvergadering kan een andere datum van inwerkingtreden worden bepaald. Van een nieuw reglement, van een wijziging van een reglement en van een uitvoeringsbesluit wordt in de officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding. De manier waarop een mededeling kan worden gedaan is verder uitgewerkt in het Algemeen Reglement.
4. De bondsvergadering is vanaf de datum van de met het Instituut Sportrechtspraak gesloten overeenkomst niet bevoegd in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak een wijziging aan te brengen. Deze overeenkomst gaat over rechtspraak, het beslechten van geschillen en/of mediation die de bond aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen.
Het bondsbestuur deelt aan de leden het bestaan van de gesloten overeenkomst mee.
5. Het in lid 2 en 3 bepaalde voor het doen van mededelingen geldt niet voor het door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vast te stellen en te wijzigen Algemeen Tuchtreglement, Tuchtreglement Seksuele intimidatie, Tuchtreglement dopingzaken, Dopingreglement met bijlagen,
_
Arbitragereglement, Reglement Bindend advies, Mediationreglement, Reglement persoonsgegevens en andere door het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde reglementen.
6. Het bondsbestuur is bevoegd reglementen vast te leggen die door de World Flying Disc Federation en de European Flying Disc Federation worden
vastgesteld en aan de bond en zijn leden worden opgelegd. Het bondsbestuur_ doet hiervan in de officiële mededelingen mededeling aan de leden en maakt
de datum bekend waarop die reglementen of wijzigingen daarin op de leden van toepassing worden.
7. In gevallen waarin de statuten en/of een reglement niet voorzien, beslist het bondsbestuur. In gevallen waarin er onduidelijkheid bestaat over de uitleg van een bepaling van de statuten of van een reglement beslist de bondsvergadering.
8. Het bondsbestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen
_
karakter, die een nadere regeling vereisen, een uitvoeringsbesluit vast te stellen. Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door de eerst
volgende bondsvergadering te worden bekrachtigd, dan wel als bepaling in de statuten of in een reglement te worden opgenomen. Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen.
9. Alle officiële mededelingen van organen van de bond worden bekend gemaak_t in de 'officiële mededelingen' van de bond. De officiële mededelingen kunnen
ook op de website van de bond worden bekend gemaakt, alsmede aan leden, die hiermede hebben ingestemd, langs elektronische weg worden toegezonden.
Artikel 20
Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de bond eindigt:
a. van verenigingen: door opzegging door een vereniging, door opzegging door de bond, door ontzetting (royement), door ontbinding van een vereniging of doordat zij ophoudt te bestaan;
_
b. van bondsleden: door hun dood, door opzegging door het lid, door opzegging door de xxxx, door ontzetting (royement), door opzegging van het lidmaatschap van de vereniging van de bond.
2. Opzegging door het verenigingslid zijnde de natuurlijke persoon die als lid van_ een vereniging is toegetreden tot de bond geschiedt door beëindiging van het
lidmaatschap van die vereniging.
3. Een opzegging door een lid geschiedt voor dertig juni of voor eenendertig
december van ieder kalenderjaar met inachtneming van een _
opzeggingstermijn van vier weken.
4. Wanneer de bond het lidmaatschap van een bondslid beëindigt, is de vereniging gehouden het lidmaatschap van het desbetreffende lid door opzegging met onmiddellijke ingang te beëindigen.
_
5. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
- hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de bond in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de bond;
- hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten _
zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit
door opzegging niet op hem van toepassing is.
6. Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
7. In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, wanneer redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. _
8. Opzegging door de bond geschiedt door het bondsbestuur. De bond kan het
lidmaatschap opzeggen voor dertig juni en voor eenendertig december van ieder kalenderjaar. Opzegging door de bond kan geschieden wanneer:
- het lid zijn verplichtingen tegenover de bond niet of niet tijdig nakomt, waaronder - doch niet uitsluitend - die van artikel 14 lid 4;
_
- het lid de belangen van de bond of van de frisbeesport schaadt;
- het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.
9. Voorts kan de bond het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen wanneer redelijkerwijs van de bond niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
10. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van de daaropvolgende dertig juni of voor eenendertig december.
11. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd.
12. Zolang het lidmaatschap niet is beëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
_
13. Ontzetting uit het lidmaatschap (royement) kan alleen op verzoek van het bondsbestuur worden uitgesproken door de tuchtcommissie en de commissie
van beroep, wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten,_ reglementen en besluiten van de bond, dan wel de xxxx op onredelijke wijze
benadeelt. De behandeling van het royement geschiedt met inachtneming van_
_
het Algemeen Tuchtreglement, van het Tuchtreglement seksuele intimidatie, het Tuchtreglement matchfixing, of van het Tuchtreglement dopingzaken dan wel het Dopingreglement zoals van toepassing verklaard door het Instituut Sportrechtspraak.
14. Behalve in geval van de dood en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten hoogste het einde van dertig juni of eenendertig december volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet heeft voldaan aan
zijn geldelijke verplichtingen tegenover de bond of zolang een aangelegenheid
_
waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de uitvoering van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bondsbestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
Artikel 21
_
Wijziging van statuten
1. In de statuten van de bond kan geen wijziging worden aangebracht dan door een besluit van de bondsvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt drie weken.
2. Het bestuur en of negen (of meer) afgevaardigden die de oproep voor de
bondsvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben verzonden, moeten tenminste twee weken vóór de bondsvergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen en voorzien van een toelichting, voor de leden digitaal (en zo
mogelijk op het bondsbureau) ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de bondsvergadering wordt gehouden. _
3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan alleen door de bondsvergadering
met een gekwalificeerde meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen worden genomen. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
4. De bestuursleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen bij de Kamer van Koophandel.
Artikel 22
Ontbinding en vereffening
1. Een besluit tot ontbinding van de bond kan alleen worden genomen in een daartoe speciaal bijeengeroepen bondsvergadering waarin het besluit tot ontbinding van de bond is geagendeerd.
2. Het bepaalde in artikel 21 lid 3 is van overeenkomstige toepassing.
3. Wanneer de bondsvergadering tot ontbinding van de bond heeft besloten,
treden de bestuursleden als vereffenaar op, tenzij de bondsvergadering de _
vereffening aan een derde opdraagt.
4. Na de ontbinding blijft de bond voortbestaan voor zover dit voor het vereffenen van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen
_
van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de bond uitgaan wordt aan de naam toegevoegd "in
liquidatie". _
5. De bondsvergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden _ van de bond zal bewaren gedurende zeven jaar na afloop van de vereffening._ De bondsvergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen
bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, _
dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende uit _
de leden een bewaarder aanwijzen.
6. Na het besluit tot ontbinding van de vereniging beslist de bondsvergadering welke bestemming na vereffening aan het batig saldo wordt gegeven. Deze bestemming dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de
bond.
BIJZONDERE PROCEDURE, BONDSVERGADERING
Artikel 23 Bondsvergadering
_____________________
1. De bondsvergadering bestaat uit afgevaardigden, zijnde de (gevolmachtigde(n)_ namens de) bestuursleden van alle verenigingen en de afgevaardigden van de
bondsleden die niet lid zijn van een vereniging zoals bedoeld in artikel 3 lid 1
_
sub a van deze statuten.
2. Aan de bondsvergadering komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn toegekend. In elk geval worden de volgende besluiten genomen door de bondsvergadering:
- ontbinding van de rechtspersoon;
- het aangaan van een juridische fusie of splitsing;
- goedkeuren van de jaarrekening;
- benoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden.
_
3. De leden worden in de bondsvergadering vertegenwoordigd door (een) afgevaardigde(n) die namens hen in de bondsvergadering het stemrecht uitoefent(en).
4. Elk lid wordt in de bondsvergadering vertegenwoordigd door het navolgende aantal afgevaardigden:
a. Een vereniging zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a met vijf tot en met negen leden en haar bondsleden: één afgevaardigde;
_
b. Een vereniging zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a met tien tot en met zesendertig leden en haar bondsleden: twee afgevaardigden;
c. Een vereniging zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a met zevenendertig of meer leden en haar bondsleden: drie afgevaardigden.
d. Bondsleden niet zijnde lid van een vereniging zoals bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a van deze statuten; één afgevaardigde. Benoeming van de afgevaardigde geschiedt door kandidaatstelling en zo nodig stemming en herstemming, met inachtneming van het Algemeen Reglement.
Het aantal leden van een vereniging wordt voor de voorjaarsvergadering bepaald op een februari en voor de najaarsvergadering op een augustus van het betreffende kalenderjaar. Het bestuur van een vereniging benoemt voor elke bondsvergadering de afgevaardigde(n) en meldt deze aan bij de bond volgens de procedure zoals bepaald in het Algemeen Reglement.
5. Iedere afgevaardigde heeft in de bondsvergadering één stem, behoudens in _
de situatie waarin een volmacht is verstrekt zoals bedoeld in het volgende lid _
van dit artikel en/of een volmacht is verstrekt zoals bedoeld in artikel 18 lid 5.
6. Een vereniging en haar bondsleden kunnen zich in geval van afwezigheid tijdens de bondsvergadering door de afgevaardigde(n) van een andere vereniging en haar leden doen vertegenwoordigen mits dit uit een schriftelijke volmacht blijkt. Een vereniging en de haar vertegenwoordigende afgevaardigden kunnen tijdens de bondsvergadering slechts voor één andere vereniging en haar leden als gevolmachtigde optreden.
7. Een geschorst lid heeft geen stemrecht. Een geschorste afgevaardigde kan niet namens zijn vereniging het stemrecht uitoefenen.
8. Afgevaardigden kunnen niet zijn:
- lid van het bondsbestuur;
- lid van de kascommissie;
- lid van de tuchtcommissie van het Instituut Sportrechtspraak;
- lid van de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak;
- lid van de raad van advies;
- werknemer van de bond.
9. Leden van het bondsbestuur en ereleden kunnen de bondsvergadering van adv_i_es__d_ie_n_e_n_. _______________________________________________
Artikel 24
Het bijeenroepen van de bondsvergadering
1. Jaarlijks worden tenminste twee bondsvergaderingen gehouden:
- de voorjaarsvergadering die uiterlijk dertig juni wordt gehouden;
- de najaarsvergadering die uiterlijk dertig december wordt gehouden.
2. Het bijeenroepen gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen
_
_
en door een schriftelijk oproep aan de verenigingen, die hun leden van de oproep in kennis stellen. In afwijking van de vorige zinnen, kan de oproep tot het bijwonen van de bondsvergadering eveneens geschieden via de e-mail, mits het lid met deze wijze van oproeping heeft ingestemd.
3. De termijn van het bijeenroepen bedraagt drie weken. Het bondsbestuur kan in bijzondere gevallen die termijn bekorten of verlengen.
4. Een buitengewone bondsvergadering wordt gehouden wanneer het bondsbestuur dit nodig acht.
_
5. Verder wordt een buitengewone bondsvergadering gehouden wanneer tenminste negen afgevaardigden via een schriftelijk voorstel of amendement bij
het bondsbestuur daarom verzoeken. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Wanneer het bondsbestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven
door binnen vier weken een bondsvergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bondsbestuur de bondsvergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen dan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding van de bondsvergadering en het opstellen van de notulen.
6. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, legt het bondsbestuur in de notulen vast wanneer de volgende bondsvergadering wordt gehouden. De notulen van een bondsvergadering worden binnen vier weken na de dag waarop de laatste bondsvergadering is gehouden digitaal aan de leden verstuurd.
Artikel 25
Toegang tot de bondsvergadering
1. Toegang tot de bondsvergadering hebben de leden van het bondsbestuur, raad van advies, leden van de kascommissie, de afgevaardigden, ereleden, alsmede diegenen die door het bondsbestuur of door de bondsvergadering zijn toegelaten. Een geschorst lid heeft geen toegang tot de bondsvergadering.
2. De bondsvergadering gaat in een besloten vergadering over wanneer de voorzitter, het bondsbestuur of drie afgevaardigden hierom verzoeken. Tot een
_
besloten vergadering hebben toegang de afgevaardigden, de leden van het bondsbestuur en degenen die door de bondsvergadering worden toegelaten.
3. De bondsvergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval, dan wordt de vergadering weer niet-besloten voortgezet.
4. Over wat in een besloten vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Artikel 26
Agenda van de bondsvergadering
1. Tegelijk met het bijeenroepen van de bondsvergadering wordt de agenda door publicatie in de officiële mededelingen en door toezending ter kennis van de verenigingen en de afgevaardigden gebracht. Wanneer het lid op grond van het bepaalde in artikel 24 lid 2 hiermee heeft ingestemd, kan de agenda met bijlagen hem langs elektronische weg worden toegezonden. De agenda wordt tevens bekendgemaakt op de website van de bond.
2. De agenda van de najaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige bondsvergadering;
b. het goedkeuren van contributies en andere bijdragen;
c. het goedkeuren van het jaarplan en periodiek van het meerjarenplan;
d. het goedkeuren van de begroting voor het volgende boekjaar;
e. het voorzien in vacatures;
f. de rondvraag.
3. De agenda van de voorjaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige bondsvergadering; _
b. het jaarverslag van het bestuur;
c. het financieel verslag van het bestuur;
d. de verklaring van de kascommissie;
e. het goedkeuren van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
f. het verlenen van decharge aan de bestuursleden;
g. het voorzien in vacatures;
h. de rondvraag.
4. Uiterlijk twee weken voor de dag van de bondsvergadering kan een voorstel of amendement, voorzien van een toelichting, afkomstig van tenminste negen afgevaardigden schriftelijk bij het bondsbestuur worden ingediend. Het bondsbestuur kan nadien nog een voorstel aan de agenda toevoegen.
5. Wanneer de bondsvergadering meent dat een voorstel of amendement te ingrijpend is om deze tijdens de bondsvergadering te behandelen, kan de vergadering besluiten het voorstel of het amendement tijdens de
_
eerstvolgende bondsvergadering te behandelen.
6. De bondsvergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de bondsvergadering bij gewone meerderheid
anders beslist.
GESCHILLENBESLECHTING
Artikel 27
________________________________________
(Tucht)Rechtspraak en geschillen Instituut Sportrechtspraak Artikel 27 a
Rechtspraak, geschillen en mediation van het Instituut Sportrechtspraak
_
1. De in dit artikel bedoelde tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting, waaronder begrepen mediation, is geheel of gedeeltelijk op alle leden van de bond van toepassing, indien en voor zover de bond met het Instituut Sportrechtspraak een overeenkomst heeft gesloten waarin de bond zijn tuchtrechtspraak en/of geschillenbeslechting geheel of gedeeltelijk aan het Instituut Sportrechtspraak heeft opgedragen. Het bondsbestuur doet van de overeenkomst die het met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten schriftelijk mededeling aan alle verenigingen en niet via een vereniging aangesloten leden van de bond. De verenigingen dragen daarbij zorg dat al hun leden hierover worden geïnformeerd.
2. Op een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten van de bond is de tuchtrechtspraak van de bond van toepassing. De tuchtrechtspraak geschiedt door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Geschillen tussen leden onderling die samenhangen met of voortvloeien uit de_ doelstelling van de bond kunnen naar keuze van partijen worden beslecht op
_
de wijze zoals is bepaald in artikel 27.c.
4. Geschillen tussen leden onderling dan wel tussen een lid en een sponsor die
betrekking hebben op sponsoring, worden beslecht door arbitrage volgens het Arbitragereglement onderscheidenlijk door bindend advies volgens het Reglement Bindend advies of door mediation volgens het Mediationreglement
_
van het Instituut Sportrechtspraak.
5. Geschillen naar aanleiding van een registratie van een persoonsgegeven van
een bondslid worden met inachtneming van het Reglement persoonsgegevens beslecht door de registratiecommissie van het Instituut Sportrechtspraak.
Geschillen naar aanleiding van een registratie van een persoonsgegeven tussen een bondslid en de vereniging NOC*NSF worden beslecht door de registratiecommissie van het Instituut Sportrechtspraak indien en voor zover die beslechting door de vereniging NOC*NSF met het Instituut
_
Sportrechtspraak is overeengekomen.
_
_
6. Indien een beslissing, zoals bedoeld in artikel 27.a. t/m 27.c. en in artikel 28, tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement.
7. De door het Instituut Sportrechtspraak in de bond krachtens een overeenkomst uit te oefenen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de
bond. De bond vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, zijn bestuursleden, zijn aanklagers, zijn leden van de onderzoekscommissie, zijn tuchtrechters, zijn arbiters, zijn bindend adviseurs, zijn mediators, zijn ambtelijke secretariaat, zijn juridisch secretariaat, zijn deskundigen en zijn juridisch adviseur voor elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging en mediations als met betrekking to_t
de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak en nadien gekozen en
toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in de bond.
Artikel 27 b.
Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak
1. Ten behoeve van de door het Instituut Sportrechtspraak in de bond uit te oefenen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting sluit de bond met het Instituut Sportrechtspraak een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de overeengekomen tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting in de bond wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
2. Het bondsbestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering.
3. Met betrekking tot de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen
_
tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting gelden de met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen reglementen als de van toepassing zijnde reglementen van de bond, welke reglementen door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd.
4. De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden in de bond in werking op de door het bondsbestuur met het Instituut
Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het bondsbestuur
_
aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het bondsbestuur doet van
deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie mededeling aan de leden. De bond is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut
Sportrechtspraak aan te brengen. _
5. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, _ zijn de van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak _ op de leden van de bond van toepassing volgens de laatste, door het bestuur _ van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op
de website van het Instituut Sportrechtspraak.
6. De bond en zijn leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het
Instituut Sportrechtspraak op de tuchtrechtspraak en geschillenbeslechting _
van de bond. De verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na _
te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel
27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
7. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de bond de in dit artikel te hunnen laste door de bond in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de bond indien zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
Artikel 27 c.
Beslechten van geschillen door Instituut Sportrechtspraak _
1. Indien de bond daartoe een overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak
heeft gesloten, kunnen geschillen tussen leden onderling die samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de bond naar keuze van partijen worden beslecht door:
a. arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak;
b. bindend advies volgens het Reglement Bindend advies van het Instituut Sportrechtspraak;
c. mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijke, door het Instituu_t
Sportrechtspraak aangestelde mediator tot een oplossing van hun geschil
komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst; en voor geschillen tussen leden en de bond dan wel - indien van toepassing - NOC*NSF voor zover betrekking hebben op de registratie van persoonsgegevens;
d. door de registratiecommissie volgens het Reglement persoonsgegevens van het Instituut Sportrechtspraak.
2. Tenzij met betrekking tot de registratie van persoonsgegevens anders is bepaald, is er in het kader van de geschillenbeslechting sprake van een geschil indien een partij aan de andere betrokken partij(en) schriftelijk verklaart dat dit het geval is.
3. Het bepaalde in lid 1 vormt de grondslag voor de bevoegdheid van de arbiters, bindend adviseur, de mediator en andere geschillenbeslechters om een geschil tussen leden onderling te beslechten.
_
4. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting worden voorgelegd aan het Instituut Sportrechtspraak wanneer de betrokken partijen zich hiertoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard.
5. Heeft een geschil tussen een lid en de bond dan wel - indien van toepassing - NOC*NSF betrekking op de registratie van persoonsgegevens van het lid dan wordt het geschil beslecht door de registratiecommissie.
6. In andere gevallen kan een geschil tussen een lid en de bond niet door arbitrage, bindend advies of mediation worden beslecht maar alleen door de
_
burgerlijke rechter, tenzij het bondsbestuur zich bevoegd en verenigingsrechtelijk in staat acht een geschil door arbitrage, bindend advies of mediation te doen beslechten.
Artikel 28 - Tuchtrechtspraak
1. Alle leden van de bond zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de bond, welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst door de bond geheel of gedeeltelijk is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
2. Op de tuchtrechtspraak zijn van toepassing het betreffende Tuchtreglement en/of het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
3. Op de leden is ingeval van seksuele intimidatie van toepassing het Tuchtreglement seksuele intimidatie.
_
4. Op de leden is in dopinggevallen van toepassing het Tuchtreglement dopingzaken en het Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten en bijlagen, waaronder - maar niet uitsluitend - de Bijlage Dispensaties en de Bijlage Whereabouts, alsmede de door een internationale sportfederatie op de bond van toepassing verklaarde sport specifieke dopingbepalingen. Wanneer het Tuchtreglement dopingzaken niet meer van toepassing is worden overtredingen van het Dopingreglement berecht met
inachtneming van het Dopingreglement. Bij alle andere overtredingen is het Algemeen Tuchtreglement van toepassing.
5. Op de leden is ingeval van matchfixing en andere in het reglement Matchfixing genoemde overtredingen, waaronder het gokken op eigen wedstrijden, van toepassing het reglement Matchfixing.
6. Indien in een door de bond aanhangig te maken zaak regelgeving van toepassing is van een internationale federatie, waarvan de bond lid is of waarbij de bond is aangesloten, doet de bond hiervan uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak en legt de bond de juiste versie van de desbetreffende regelgeving van de internationale federatie over en geeft het bondsbestuur tevens aan welke bepaling(en) naar zijn oordeel van toepassing is/zijn.
7. Tenzij anders met het Instituut Sportrechtspraak is overeengekomen geschiedt
de tuchtrechtspraak in de bond met uitsluiting van andere organen door de _
tuchtcommissie en commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak. _
Met ‘tuchtcommissie’ en de ‘commissie van beroep’ worden in de statuten en
reglementen van de bond de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. Wanneer gesproken wordt over de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden hieronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters alsmede het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
8. Met inachtneming van het bepaalde in het Dopingreglement is het bondsbestuur bevoegd naar aanleiding van een overtreding van het Dopingreglement een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel een beleidsmaatregel en geen tuchtrechtelijke straf is. Het bondsbestuur is op grond van het Tuchtreglement seksuele intimidatie en op grond van het Tuchtreglement Matchfixing eveneens bevoegd een ordemaatregel te nemen.
9. Voor de duur van de in lid 1 van dit artikel bedoelde overeenkomst zijn de
_
aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de bond. De aanklager, de tuchtcommissie en de commissie van beroep spreken recht in naam van de bond en hun uitspraken gelden als uitspraken van de bond.
_
10. De aanklagers, de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak.
De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk een dopingkamer die met het behandelen van een overtreding van het Dopingreglement is belast. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk tevens
een kamer die is belast met het behandelen van overtredingen seksuele _
intimidatie betreffende en een kamer matchfixing betreffende. De commissies _
worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat
_
van het Instituut Sportrechtspraak.
11. Er is in het kader van de tuchtrechtspraak sprake van een overtreding indien
er sprake is van een overtreding in de zin van het betreffende Tuchtreglement en/of van het Dopingreglement.
12. Het betreffende Tuchtreglement en/of het Dopingreglement regelen de wijze van het benoemen van de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
_
13. Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de bond als voor de bond zelf. De in lid 8 van dit artikel genoemde ordemaatregel van het bondsbestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
14. Alle leden, organen en commissies van de bond zijn gehouden mede te werken aan het tot stand komen van een uitspraak van de tuchtcommissie _
en/of van de commissie van beroep en zijn tevens gehouden mee te werken
aan het ten uitvoerleggen van de door deze commissies opgelegde straffen. _
15. Indien de reglementering van de internationale sportfederatie daarin voorziet,
kunnen leden van de bond die door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn bestraft hiervan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS. De reglementen van de bond en van het Instituut Sportrechtspraak zijn alsdan op die beroepsprocedure niet van toepassing.
EINDE STATUTENWIJZIGING
SLOT AKTE
De comparant is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE in minuut is verleden te Wassenaar op de datum in het hoofd
_
van deze akte vermeld.
_
Na mededeling van de zakelijke inhoud van deze akte aan de comparant en het geven van een toelichting daarop, heeft de comparant verklaard tijdig voor het verlijden van deze akte gelegenheid te hebben gehad om van de inhoud van deze akte kennis te nemen en daarvan ook kennis te hebben genomen, met de inhoud van deze akte in te stemmen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen.
Onmiddellijk na voorlezing van in elk geval die gedeelten van deze akte, waarvan de wet voorlezing verplicht stelt, is deze akte vervolgens eerst door de comparant en onmiddellijk daarna door mij, notaris, ondertekend.
(Volgt ondertekening.)
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT