Febelauto-normen
Febelauto-normen
Technische en administratieve voorwaarden die van toepassing zijn in het kader van de erkenning als centrum voor de depollutie, de demontage
en de vernietiging van afgedankte voertuigen
Page 1 of 28 06/05/2019
1. Erkenningsprocedure
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië | |
Inleiding | Een kandidaat erkend centrum moet zich allereerst technisch en administratief in regel stellen met de vergunningenwetgeving. Daarna moet een onafhankelijke keuringsinstelling een audit ter plaatse uitvoeren dat de conformiteit met de wettelijke bepalingen attesteert in een rapport. Met een positief keuringsrapport en per gewest bepaalde bijkomende stukken kan men een administratief dossier samenstellen als aanvraag tot erkenning dat naar de gewestelijke administratie van leefmilieu moet worden gestuurd. | ||
Audit | De keuring of audit omvat o.a.: ▪ Beschikt het bedrijf over de nodige vergunningen? ▪ Voldoet de infrastructuur van het verwerkingscentrum aan de wettelijke vereisten? Dat wil zeggen: is er een vloeistofdichte vloer, beschikt de uitbater over een weegtoestel en een vernietigingsapparaat? Per gewest zijn hiervoor specifieke regels. ▪ Wordt er efficiënt, veilig en milieuverantwoord gewerkt? ▪ Administratie: is er een registratiesysteem met Febelauto, is er een inventaris van de afvalstoffen, zijn de voorschriften en technische documentatie aanwezig? ▪ Veiligheid op de werkplek. Na de keuring stelt de auditor een lijst op met aandachts- en blokkagepunten die in het eindrapport zullen opgenomen worden. De blokkagepunten geven aanleiding tot een negatief rapport; de aandachtspunten worden de volgende jaren tijdens de jaarlijkse audits opgevolgd en kunnen later bij gebrek aan aanpassing blokkagepunten worden.. | ||
Erkenningsaanvraag | Na een positief technisch rapport van de keuringsinstelling, kan u uw erkenningsaanvraag indienen bij de gewestelijke bevoegde administratie. De inhoud van deze aanvraag kan via onderstaande linken geraadpleegd worden.. | ||
xxxxxx_xxx@xxxxxxxxxx.xxxxxxxx tel: 02/000.00.00 xxxxx://xxxxxxxxxx.xxxxxxxx/xxxxxx/xxxxx- grondstof/afvalbeheer/erkenningen-en- registraties/erkennings-registratie-en | xxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxx/xxx oud_erkenning_VL.pdf | xxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/ files/contenu agrément WL.pdf |
Algemene procedure | Een registratie (of erkenning) wordt allereerst door Brussel Leefmilieu uitgereikt vóór de audit. De kandidaat erkend centrum doet beroep op de auditor eens zijn installaties opgesteld zijn. Wanneer de audit uitgevoerd werd, stuurt de kandidaat het rapport van de auditor naar Febelauto die Brussel Leefmilieu ervan op de hoogte brengt. Als het rapport positief is, reikt Xxxxxxxxxx Brussel een erkenningsnummer uit dat door Febelauto wordt overgenomen. Febelauto brengt dan op haar beurt het erkend centrum op de hoogte, deelt hem zijn erkenningsnummer mee en verleent de toegang tot het EMS- systeem. | Op basis van de aanvraag met alle bijhorende stukken, neemt de OVAM een besluit over al dan niet erkenningverlening. Bij het verlenen van de erkenning kent de OVAM een erkenningsnummer toe. OVAM verwittigt het erkend centrum evenals Febelauto, die dan toegang verleent tot het EMS-systeem. | De kandidaat erkend centrum doet beroep op de auditor eens zijn installaties opgesteld zijn. Wanneer de audit uitgevoerd werd en er een akkoord is vanwege de kandidaat erkend centrum, stuurt de auditor zijn rapport via mail naar Xxxxxxx Xxxxxx van de ‘Direction de la Politique des Déchets du Département du Sol et des Déchets (DPD – DSD)’. Als het rapport positief is, verwittigt Xxxxxxx Xxxxxx Febelauto en bevestigt zij de ontvangst van het rapport aan het erkend centrum in kwestie. Febelauto geeft vervolgens een erkenningsnummer aan het erkend centrum dat door Xxxxxxx Xxxxxx en het DPD - DSD overgenomen wordt. Het erkend centrum krijgt tenslotte toegang tot het EMS-systeem. De volgende jaren moet het centrum zelf het auditrapport vóór 10 februari opsturen. |
Duur van de erkenning | De duur van de erkenning is dezelfde als de duur van de milieuvergunning. | De erkenning geldt voor onbeperkte duur. De erkenning kan worden opgeheven door OVAM en vervalt van rechtswege bij stopzetting en als men niet meer beschikt over een milieuvergunning. | De erkenning geldt voor 1 jaar. De erkenning wordt automatisch vernieuwd indien het erkend centrum vóór 10 februari van elk jaar en per aangetekend schrijven een nieuw auditrapport met positief resultaat naar het DPD - DSD opstuurt. |
Stempel en Bankgarantie | De exploitant dient bij een financiële instelling een bankgarantie ten bedrage van 75 euro per afgedankt voertuig aan te leggen, en dit voor het aantal niet- gedepollueerde afgedankte voertuigen overeenkomstig de opslagcapaciteit die in het aanvraagdossier is vastgesteld. | In uitvoering van de vergunning moet het erkend centrum een kopie van de bankgarantie en het werkplan met daarin de veiligheidsmaatregelen in geval van een accident, meedelen aan het DSD-DPD. | |
Jaarlijks auditrapport | Het erkend centrum moet jaarlijks een opvolgingskeuring laten uitvoeren. Deze keuring is gelijkaardig aan de initiële keuring, met het accent op de controle van de aandachtspunten die tijdens de voorgaande audit aan het licht kwamen. Het erkend centrum moet het jaarlijks keuringsrapport opsturen aan het Gewest. | Het erkend centrum moet elk jaar een keuring laten uitvoeren in de periode van 1 maand voor en 3 maanden na de verjaring van de erkenning, behalve als men een afwijking van de OVAM verkreeg tot tweejaarlijkse keuring. Deze opvolgingskeuring is gelijkaardig aan de initiële keuring, met het accent op de controle van de aandachtspunten die tijdens de voorgaande audit aan het licht kwamen. Het erkend centrum duidt in het webloket van de OVAM elk jaar opnieuw de keuringsinstelling aan die bij hen een keuring zullen uitvoeren. De keurder zorgt ervoor dat het rapport van de keuring in het webloket wordt ingevoerd. | Het erkend centrum moet jaarlijks een opvolgingskeuring laten uitvoeren. Deze keuring is gelijkaardig aan de initiële keuring, met het accent op de controle van de aandachtspunten die tijdens de voorgaande audit aan het licht kwamen. Het erkend centrum moet het jaarlijks keuringsrapport opsturen aan het Gewest. |
Regionale administraties | BIM Leefmilieu Brussel Havenlaan 86C/3000 X-0000 Xxxxxxx T 02/775.75.75 | OVAM Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Xxxxxxxxxxxxxx 000 X-0000 Xxxxxxxx T 015/284.363 xxxxx.xxxxxxx@xxxx.xx xxxx://xxx.xxxx.xx | DSD Département du Sol et des Déchets Direction de la Xxxxxxxxx xxx Xxxxxxx Xxxxxx Xxxxxx xx Xxxxx, 00 X-0000 XXXXXX T 081/33 65 34 xxxxxxx.xxxxxx@xxx.xxxxxxxx.xx xxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxx.xx |
Keuringsinstellingen | Vinçotte nv Xxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00 X - 0000 Xxxxxxxxx contact : Xxxxx Xxxxxxx tel : 00 000 00 00 | Vinçotte nv Xxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00 X - 0000 Xxxxxxxxx contact Xxxxx Xxxxxxx tel : 00 000 00 00 SGS Belgium NV Xxxxxxxxxxxxx 00, Xxxxx 407 B – 0000 Xxxxxxxxx contact: Xxxxxx Xxx Xxxxx tel: 03/000 00 00 | Vinçotte nv Xxx Xxxxxxxxxxxxxxx 00 X - 0000 Xxxxxxxxx contact Xxxxx Xxxxxxx tel : 00 000 00 00 SGS Belgium SA Parc Créalys Rue Phocas Lejeune 4, Isnes B – 5032 Gembloux contact : Xxxxxxx Xxxxxx tel : 081/56 63 56 |
2. Inontvangstname en opslag
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië | |
Inrichting van de site | De oppervlakte van de site en van het gebouw moet aan de verwerkingscapaciteit aangepast zijn. Er moet een infrastructuur zijn die toelaat om te wegen, te depollueren, te demonteren en te vernietigen. De opslag van afvalstoffen, materialen, onderdelen uit de depollutie en de demontage, gecombineerd met de opslag van afgedankte voertuigen vóór en na depollutie moet conform de heersende wetgeving zijn. De opslag en de verwerking van niet-gedepollueerde en gedepollueerde afgedankte voertuigen gebeuren op een goed onderhouden en vloeistofdichte vloer, die het insijpelen van zuren en oliën verhindert. Het afwateringssysteem is aangesloten op een systeem voorzien van een oliewaterafscheider en slibvangput dat wordt geledigd en gekuist. |
Inrichting van de site | De gedepollueerde en niet- gedepollueerde afgedankte voertuigen moeten gescheiden opgeslagen worden. Ze moeten ook apart van de nieuwe voertuigen of tweedehandse voertuigen opgeslagen worden. | Niet-gedepollueerde en gedepollueerde voertuigwrakken mogen wel gezamenlijk worden opgeslagen als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: | De gedepollueerde en niet- gedepollueerde afgedankte voertuigen moeten gescheiden opgeslagen worden. Ze moeten ook apart van de nieuwe voertuigen of tweedehandse voertuigen opgeslagen worden. | ||
1° | De inrichting beschikt niet over een shredderinstallatie; | ||||
2° | Elk gedepollueerd voertuigwrak wordt gemarkeerd met een duidelijk herkenbaar etiket dat zichtbaar is vanaf de begane grond. | ||||
Ondoorlaatbare oppervlakte | Idem Vlaanderen en Wallonië behalve dat de zone in beton bestemd voor de niet-gedepollueerde wrakken een speciale deklaag moet hebben; wat aangetoond moet worden met een attest of verklaring vanwege de producent. | De plaatsen voor opslag en behandeling van alle afgedankte voertuigen moet voorzien zijn van een vloeistofdichte beton. Asfalt is niet toegelaten.. Zonodig moet bewijs van vloeistofdichtheid voorgelegd worden door attest van de aannemer of info van de leverancier. | Vloeistofdichte beton. Asfalt is niet toegelaten. Onder de voorwaarde dat het dossier geloofwaardig is, kan de investering over verschillende jaren gespreid worden. Dit geldt enkel voor de opslagzone van de gedepollueerde wrakken. De ondoorlaatbaarheid van de oppervlakte wordt gecontroleerd tijdens de audit. | ||
Bodemonderzoek | Een verkennend bodemonderzoek dient te worden uitgevoerd voor elke nieuwe risicoactiviteit op een terrein, en de rubriek van opslagplaatsen voor afgedankte voertuigen bevindt zich in de lijst van risicoactiviteiten. (cfr. de Ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems en het | Het gaat om een wettelijke verplichting in het Vlaamse Gewest. Raadpleeg bijlage 1 van VLAREBO voor risico-inrichtingen gestart voor 1 juni 2015. Raadpleeg de meest recente indeling in kolom 8 van bijlage 1 van titel I van het VLAREM of de bijlage van het omgevingsvergunningdecreet voor | Het bodemonderzoek wordt uitgevoerd in het kader van het bodemdecreet vóór uitbating en op basis van de sectorale voorwaarden betreffende de ontmantelings-en depollutiecentra voor afgedankte voertuigen na uitbating. |
Besluit van 17 december 2009 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de lijst van risicoactiviteiten). | risico-inrichtingen gestart vanaf 1 juni 2015. | ||
Opslagtermijnen | Eens een centrum erkend is, moet het centrum een certificaat van vernietiging opstellen voor elk binnenkomend afgedankt voertuig. Het certificaat van vernietiging wordt opgemaakt minstens voor het einde van het kwartaal en minstens voor het afgedankte voertuig het terrein verlaat. Na depollutie mag het voertuig voor bepaalde tijd op de site opgeslagen worden. | ||
De frekwentie waarmee de voertuigen in het bedrijf circuleren, bepaalt vanzelf de termijnen. Uiteraard kan dit enkel binnen de voorwaarden van de vergunning, dat wil zeggen dat een bedrijf altijd beperkt is tot opslag van een bepaald aantal gedepollueerde afgedankte voertuigen. Eenmaal in ontvangst genomen, wordt het niet-gedepollueerde afgedankte voertuig tijdelijk in de daartoe bestemde zone opgeslagen gedurende hoogstens 30 dagen, jaarlijks verlof niet meegerekend. | De gedepollueerde afgedankte voertuigen moeten regelmatig afgevoerd worden voor verdere verwerking. De maximale opslaghoeveelheid is wel beperkt tot de vergunde hoeveelheid. | Het ritme waaraan de voertuigen in het centrum verwerkt worden, bepaalt vanzelf de termijnen. Uiteraard moeten de voorwaarden uit de vergunning gerespecteerd worden, dat wil zeggen dat een bedrijf altijd beperkt is tot opslag van een bepaald aantal (niet- gedepollueerde en gedepollueerde) afgedankte voertuigen. Eenmaal in ontvangst genomen, wordt het niet-gedepollueerde afgedankte voertuig tijdelijk in de daartoe bestemde zone opgeslagen gedurende hoogstens 30 dagen, jaarlijks verlof niet meegerekend. |
Stapelen | De niet-gedepollueerde afgedankte voertuigen worden zo geplaatst dat aanwezige vloeistoffen er niet uit kunnen lekken. Niet-gedepollueerde afgedankte voertuigen mogen niet worden gestapeld, behalve mits gebruik van stapelrekken en indien dit is toegelaten in de milieuvergunning. Het stapelen van gedepollueerde afgedankte voertuigen, al dan niet door gebruik van stapelrekken, kan wel indien dit toegelaten is in de milieuvergunning. De stapelhoogte mag zowel voor het stapelen van niet-gedepollueerde als voor het stapelen van gedepollueerde afgedankte voertuigen niet meer dan 3 m bedragen, tenzij men hiervoor een afwijking bekomt in de milieuvergunning. Stapeling kan zowel in een loods als buiten op het bedrijfsterrein. | ||
Indien er geen bijzondere voorwaarden, bestaan, is de stapelhoogte lager dan 3 meter wanneer de opslagplaats zich in de open lucht bevindt. In geen enkel geval mogen de opgestapelde afgedankte voertuigen of versleten metalen hoger uitkomen dan het zichtscherm, behalve in geval van een onderneming die als hoofdbedrijvigheid de recuperatie van metaalhoudende en niet-metaalhoudende grondstoffen heeft met het oog op de recyclage, de valorisering of de verwijdering ervan. In dat gevalmag men tot op een hoogte van zes meter stapelen. |
Gescheiden opslag | De volgende activiteiten worden duidelijk van elkaar gescheiden in ruimten die specifiek daarvoor bestemd en ingericht zijn: | ||||
1° De inzameling van de voertuigwrakken; | |||||
2° De tijdelijke opslag van de niet- gedepollueerde voertuigwrakken; | |||||
3° De tijdelijke opslag van de gedepollueerde voertuigwrakken; | |||||
4° De opslag van vloeistoffen en andere materialen; | |||||
5° De opslag van onderdelen; | |||||
6° De opslag van afval; | |||||
7° De verwerking. | |||||
Niet-gedepollueerde en gedepollueerde voertuigwrakken mogen wel gezamenlijk worden opgeslagen als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: | |||||
1° | De inrichting beschikt niet over een shredderinstallatie; | ||||
2° | Elk gedepollueerd voertuigwrak wordt gemarkeerd met een duidelijk herkenbaar etiket dat zichtbaar is vanaf de begane grond. |
3. Depollutie-, demontage-en vernietigingsinstallaties
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië | |
Inrichting en technische uitrusting | De exploitant van een depollutiecentrum moet over de volgende technische uitrustingen beschikken, die door een milieuvergunning zijn gedekt: ▪ een ruimte voor het laden, het lossen en de controle van de afgedankte voertuigen op het bedrijf; ▪ een geijkte weegbrug of weegtoestel voor minstens 3500 kg (zie rubriek ‘Geijkt weegtoestel’) ▪ een ruimte voor het tijdelijke opslaan van de niet-gedepollueerde afgedankte voertuigen (max. 1 maand vóór behandeling); ▪ een ruimte voor het depollueren en het ontmantelen van de afgedankte voertuigen. De depollutie-installatie staat binnen in een werkplaats of is minstens overdekt opgesteld; ▪ specifieke en goedgekeurde installaties en reservoirs voor het aftappen en opslaan van de vloeistoffen, gesorteerd volgens aard en meer bepaald : - koelmiddelen voor airconditioning, - remvloeistof, - motor-, transmissie- en aandrijfolie 1, - hydraulische olie 2, - brandstoffen, 3 - koelvloeistof 4, - ruitensproeiervloeistof 5 . De vaten of tanks zijn gesloten en vermelden de inhoud en de overeenstemmende gevarensymbolen. De vaten met vloeistoffen worden op een overdekte vloeistofdichte vloer geplaatst uitgerust met een opvangsysteem voor lekvloeistoffen. Er is voldoende absorptiemateriaal aanwezig. Verontreinigd absorptiemateriaal wordt afgevoerd naar een daartoe vergunde inrichting. |
1 Alle oliën mogen samengevoegd worden en samen ingezameld worden. Opgepast: remvloeistof (soms ook wel remolie genoemd) moet apart opgeslagen en ingezameld worden.
2 Alle oliën mogen samengevoegd worden en samen ingezameld worden. Opgepast: remvloeistof (soms ook wel remolie genoemd) moet apart opgeslagen en ingezameld worden
3 Indien men bij het leegmaken van de brandstoftank gebruik wenst te maken van een boormachine, moet het gaan om een vonkvrije pneumatische boormachine.
4 Koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof mogen samengevoegd worden en samen ingezameld worden maar alleen als de koelvloeistof niet meer in aanmerking komt voor rechtstreeks hergebruik.
5 Koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof mogen samengevoegd worden en samen ingezameld worden maar alleen als de ruitensproeiervloeistof niet meer in aanmerking komt voor rechtstreeks hergebruik.
▪ specifieke vormvaste en ondoordringbare containers voor het opslaan van de gedemonteerde gevaarlijke onderdelen, gesorteerd volgens aard en meer bepaald :
- motoroliefilters;
- gastanks;
- loodstartbatterijen;
- pyrotechnische delen van airbags/gordels.
De loodstartbatterijen worden opgeslagen in een overdekte, vloeistofdichte en zuurbestendige daarvoor bestemde opvangbak.
▪ opslagplaatsen voor de inzameling van andere materialen, gesorteerd volgens aard en meer bepaald :
- katalysatoren 6;
- voertuigbanden6 ;
- glas6;
- metalen onderdelen6;
- grote kunststofonderdelen, zoals bumpers, instrumentenborden en vloeistoftanks6.
▪ een ruimte voor het opslaan van de gedepollueerde afgedankte voertuigen;
▪ een ruimte voor het opslaan van niet-gevaarlijke afvalstoffen;
▪ een ruimte voor het opslaan van andere gevaarlijke afvalstoffen (bv. afvalstoffen of onderdelen die kwik bevatten);
▪ een overdekte ruimte voor het opslaan van de gedemonteerde onderdelen en wisselstukken;
▪ een vernietigingsmiddel (zie rubriek ‘Vernietigingsapparaat’);
▪ het rollend materieel voor de interne verplaatsing van afgedankte voertuigen of van opslagbakken.
6 Demontage en aparte inzameling is verplicht indien deze materialen na vermaling (shredderen) niet zodanig worden gescheiden dat ze als materialen kunnen teruggewonnen worden.
Vernietigingsapparaat | Een vernietigingsmiddel betekent een hydraulische snijmachine, een hydraulische of pneumatische pers, een shredder of elk ander toestel dat toelaat het voertuig definitief te vernietigen. | ||
In Brussel moet de exploitant van een erkend centrum een vaste vernietigings- middel hebben, of een overeenkomst hebben gesloten voor het gebruik van een mobiele pers die door zijn vergunning wordt toegestaan, of een overeenkomst hebben gesloten met een geregistreerd centrum voor de vernietiging en recyclage van afgedankte voertuigen of met een centrum dat in een ander Gewest vergund is en ertoe gemachtigd is een vernietigingsattest af te geven. | In Vlaanderen is een vernietigings- mogelijkheid voldoende. Een kraan kan ook gebruikt worden voor de vernietiging. Het erkend centrum moet minstens het dak, de voor- en achterkant kunnen pletten zodat het voertuig niet meer hersteld kan worden. Een contract is vereist indien de vernietiging door de ophaler gebeurt. Elke ophaler moet een bij OVAM geregistreerd inzamelaar, handelaar of makelaar voor afgedankte voertuigen zijn. De vernietiging gebeurt dit op een vloeistofdichte vloer. | In Wallonië moet het vernietigings- apparaat bestemd zijn voor de vernietiging op een daartoe voorziene plaats in het erkend centrum. Een mobiel apparaat gebruiken zoals een vrachtwagen met verkleiningsapparaat (compacteur) is eveneens mogelijk als het erkend centrum een huurcontract heeft waarin gepreciseerd staat dat de vernietiging op de site plaatsvindt, wat ook zo als aanvulling in de vergunning moet opgenomen zijn. Dit contract stipuleert namelijk dat: a) « de opschorting of de opzegging van het contract enkel ingaat bij het verstrijken van een termijn van drie maanden met ingang van de datum waarop de opschorting of de opzegging aan het ‘Département du Sol et des Déchets, Direction de la Politique des Déchets’ worden bekendgemaakt; |
b) « de uitbater van de vernietigings- installatie erover waakt dat elk identificatienummer dat op het chassis aangebracht is, geheel vernietigd wordt om elk hergebruik uit te sluiten. Een eensluidend verklaard afschrift van dat contract wordt aan het ‘Département du Sol et des Déchets, Direction de la Politique des Déchets’ meegedeeld de dag waarop het centrum in bedrijf genomen wordt. | |||
Geijkt weegtoestel | De Gewesten aanvaarden voorlopig dat een gecalibreerd weegtoestel ook toegelaten is. Een asweger is eveneens toegelaten, tevens als een contract met een weegbrug. Elk klasse 1 bedrijf moet conform de milieuvergunningeen weegbrug hebben of hiervoor een afwijking gevraagd hebben in zijn milieuvergunning. | ||
Depollutie-installaties van eigen makelij | Dit soort installaties is toegelaten in alle Gewesten, in het bijzonder voor wat betreft de bruggen. Volgens de drie Gewesten moet een afzuiginstallatie voor de vloeistoffen niet noodzakelijk aanwezig zijn. Het erkend centrum moet dan wel via zijn werkplan en methode aantonen dat de tijd genomen wordt om alle vloeistoffen te verwijderen. | ||
Contacten aankoop depollutie- infrastructuur | ▪ Metalced - Xxxxxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 XXXXXXX - contact : Xxx Xxxxx - tel. 03/000 00 00 ▪ Henrard - Xx. Xxxxxx 0xx 000 - 0000 XXXXX - contact : Xxxx Xxx Xxxx - tel. 081/23 40 00 ▪ Thant - Xxxxxxxxxxxxx 0x - 0000 XXXXXXXXX - contact : Xxx Xxxxx van Metalced Kontich - tel. 03/000 00 00 ▪ Technofluid - Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 0 - 0000 XXXXX - tel. 04/000 00 00 ▪ Empteezy - Xxxxxxxxxxxxxx 0 - 0000 XXXXXXXXXX - tel. 051/63.68.54 |
4. Verwerkingsmethodes
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië | |
Code van goede praktijk | Het is verboden afgedankte voertuigen of resten hiervan te behandelen zonder dat voorafgaandelijk een depollutie en ontmanteling met het oog op het hergebruik, de recyclage of de nuttige toepassing van onderdelen, materialen en grondstoffen heeft plaats gevonden. | ||
Inontvangstname van de voertuigen | De afgedankte voertuigen, collectief aangeleverd door een transporteur, moeten eerst afgeladen worden. Ze volgen vervolgens dezelfde procedure als die van de afgedankte voertuigen die door particulieren worden aangeleverd (individueel). De inontvangstname van afgedankte voertuigen, verloopt als volgt: ▪ Controle van de staat: de voertuigen moeten volledig zijn en mogen geen vreemde afvalstoffen bevatten; ▪ Inontvangstname van de noodzakelijke boorddocumenten (inschrijvingsbewijs en bewijs van technische keuring) evenals van de transportdocumenten; ▪ Nakijken of het chassisnummer op de boorddocumenten overeen komt met het chassisnummer op het afgedankte voertuig. | ||
Weging | Elk voertuig moet gewogen worden bij aanvoer (dit kan ook globaal, d.w.z. het gemiddelde gewicht van het aantal voertuigen op de vrachtwagen). Voor het uitgaand gewichtsregister volstaan de weegbonnen van derden. De uitgaande gedepollueerde afgedankte voertuigen moeten dus niet apart gewogen worden. | ||
Certificaat van vernietiging | Een erkend centrum moet absoluut alle afgedankte voertuigen registreren in het EMS-systeem van Febelauto (ook de afgedankte voertuigen zonder boorddocumenten en/of chassisnummerplaatje alsook de buitenlandse afgedankte voertuigen): ▪ Invoer van de voertuiggegevens; ▪ Invoer van de klantgegevens; ▪ Controle op overeenkomst (voertuig/eigenaar); ▪ Creatie van het certificaat van vernietiging; | ||
Opslag | Na inontvangstname en controle mag het voertuig naar de opslagplaats overgebracht worden. De opslag en de verwerking van niet-gedepollueerde afgedankte voertuigen gebeuren op een goed onderhouden en vloeistofdichte vloer, die het insijpelen van zuren en oliën verhindert. De vloeistofdichte vloer is uitgerust met een lekdicht afwateringssysteem dat voorzien is van een koolwaterstofafscheider en slibvangput. |
Koolwaterstofafscheider | De koolwaterstofafscheider moet regelmatig onderhouden worden tenzij de milieuvergunning het anders oplegt. De koolwaterstofafscheider moet voldoen aan de norm EN-858-1 en EN- 858-2 of er moet met een getuigschrift van de constructeur aangetoond worden dat er aan dezelfde voorschriften voldaan wordt. | De goede werking van de koolwaterstofafscheider wordt altijd verzekerd. De koolwaterstofafscheider wordt zo dikwijls geledigd en gereinigd als nodig is om de goede werking ervan te waarborgen. De exploitant inspecteert daarom om de 3 maanden de afscheider. Van de inspectie wordt een logboek bijgehouden. | De goede werking van de koolwaterstofafscheider wordt altijd verzekerd. De koolwaterstofafscheider wordt zo dikwijls geledigd en gereinigd als nodig is om de goede werking ervan te waarborgen. De exploitant inspecteert daarom om de 3 maanden de afscheider. Van de inspectie wordt een logboek bijgehouden. |
Brandblussers | 1/ Brandblussers waarvan de houdbaarheidsdatum niet verstreken is, mogen hergebruikt worden; 2/ Brandblussers waarvan de houdbaarheidsdatum verstreken is mogen a) ingezameld worden door terugnamepunten van afvalstoffen (het nog aanwezige schuim is verdroogd/verpulverd); b) verwerkt worden in de shredder (de temperatuur in de shredder verpulvert het schuim eveneens), met terugwinning van metalen en kunststoffen. De brandblusser mag slechts de shredder in voor zover hij geen gevaarlijke bestanddelen meer bevat. |
Banden | Voor de banden is er vanaf 1 januari 2010 een nieuwe regeling waarbij Febelauto zorgt voor de gratis ophaling en verwerking van de banden van de afgedankte voertuigen. Het erkend centrum moet alle banden (zonder de velgen, proper, droog, zonder andere afval) van de afgedankte voertuigen apart opslaan en bijhouden (met uitzondering van de banden die worden geëxporteerd of in België verkocht voor hergebruik – mits hiervoor bewijs te leveren aan FEBELAUTO/ onafhankelijk keuringsorganisme). Indien het erkend centrum zelf opnieuw de banden verkoopt voor hergebruik in België zal het erkend centrum hiervoor aan Febelauto een vergoeding per band te betalen gelijk aan de door Recytyre vastgestelde milieubijdrage. Febelauto moet deze bijdragen doorstorten aan Recytyre. Het erkend centrum kan uiteraard deze bijdrage doorrekenen aan de klant die de banden koopt voor hergebruik in België. Indien het aantal ingezamelde banden het normale aantal banden per voertuig overtreft zal het erkend centrum hiervoor ook aan Febelauto de gangbare Recytyre bijdrage betalen. Meer informatie kan u bekomen bij Febelauto of bij Comet Tyre Recycling n.v., Rivage de Xxxxxxx 00, X- 0000 Châtelet T. x00 (0)00 00 00 00, F. x00 (0)00 00 00 00, Uw contactpersonen: De heer Xxxxxx-Xxxxxxxx Xxxxxx, voor alle operationele vragen: xx.xxxxxx@xxxxxxxxxxx.xxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxx, voor alle administratieve vragen: xxxxxxxxx.xxxxxxx@xxxxxxxxxxx.xxx |
Depollutie
De demontage, het vernietigen met inbegrip van het indrukken en elke andere behandeling van afgedankte voertuigen wordt steeds voorafgegaan door een depollutie van het afgedankte voertuig.
De depollutie bestaat uit het verplicht ontdoen van alle vloeistoffen (tenzij ze nodig zijn
voor het hergebruik van de onderdelen in kwestie), en van alle polluerende of schadelijke bestanddelen in het afgedankte voertuig
, meer bepaald :
▪ aftappen van de koelmiddelen voor airconditioning met een gesloten systeem;
▪ leegmaken van de remvloeistoftank;
▪ aftappen van de motorolie, transmissieolie en de aandrijfolie7;
▪ demonteren van de motoroliefilter8;
▪ leegmaken van de brandstoftank door gebruik te maken van rechtstreekse afzuiging in de tank of van een spatvrij leegloopsysteem 9;
▪ aftappen van het differentieel en eventueel van het verdeeldrijfwerk;
▪ aftappen van de olie van de stuurinrichting of stuurbekrachtiging;
▪ aftappen van hydraulische oliën uit wielophangingssystemen;
▪ aftappen van koelvloeistof;
▪ xxxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx;
▪ demonteren van eventuele gastanks10;
▪ demonteren van de loodstartbatterijen;
▪ onschadelijk maken van pyrotechnische delen van airbags/gordels11;
▪ demonteren van andere gevaarlijke onderdelen.
Elke vloeistof moet, naar gelang van haar aard, in een apart recipiënt worden opgeslagen (zie wel de voetnoten op p 9-10/23). Het aftappen van de vloeistoffen gebeurt zo grondig mogelijk. Onderdelen die belangrijke hoeveelheden vloeistof bevatten, die moeilijk afgetapt kunnen worden en waarbij bij het demonteren vloeistof kan weglekken, worden zo veel mogelijk van het afgedankte voertuig gedemonteerd. Na het aftappen worden de aftappluggen weer aangebracht.
Zo mogelijk worden alle onderdelen die kwik of andere zware metalen bevatten, weggenomen.
7 De olie of andere vloeistof in een onderdeel laten mag enkel indien het onderdeel bestemd is voor hergebruik en voor vloeistofhoudende onderdelen die technisch niet kunnen ontdaan worden van de erin aanwezige vloeistof zonder het onderdeel zodanig te beschadigen dat hergebruik ervan technisch onmogelijk wordt. Het vloeistofhoudende onderdeel moet volgens de wettelijke bepalingen opgeslagen worden, indien het toch niet wordt hergebruikt, moet het wel ontdaan worden van de vloeistof vooraleer het verder verwerkt wordt..
8 Indien de motor bestemd is voor hergebruik mag –om roestvorming in de motor te voorkomen- de oliefilter terug geplaatst worden na het ontdoen van de olie uit de motor . Indien de motor dan toch niet verkocht wordt, moet de oliefilter wel verwijderd worden vooraleer die afgevoerd wordt voor recyclage.
9 Als men bij het leegmaken van de brandstoftank gebruik wenst te maken van een boormachine, moet het gaan om een vonkvrije pneumatische boormachine.
Demontage | De demontage of ontmanteling bestaat uit het ontdoen van het afgedankt voertuig van zo mogelijk nuttig toe te passen onderdelen, met inbegrip van vervangingsonderdelen met het oog op hergebruik. Volgende materialen en onderdelen worden gedemonteerd en selectief ingezameld met het oog op recycling : ▪ katalysatoren; ▪ metalen onderdelen die koper, aluminium en magnesium bevatten, indien deze metalen na shredding niet zodanig worden gescheiden dat ze als materialen kunnen teruggewonnen worden; ▪ banden en grote kunststofonderdelen zoals de bumpers, het instrumentenbord, de vloeistoftanks, indien deze materialen na shredding niet zodanig worden gescheiden dat ze als materialen kunnen teruggewonnen worden; ▪ glas tenzij dit glas na shredding zo wordt gescheiden dat het als materiaal kan teruggewonnen worden. OVAM controleert hiervan de eindbestemming. De gedemonteerde onderdelen moeten in rekken worden opgeslagen in een overdekte opslagruimte of in een opslagzone voor onderdelen die voor hergebruik bestemd zijn. Gedemonteerde onderdelen die vloeistoffen bevatten moeten in ondoorlaatbare opvangbakken worden opgeslagen of in zulke omstandigheden dat eventuele vloeistoflekken opgevangen kunnen worden. |
Vernietiging | De gedepollueerde en ontmantelde afgedankte voertuigen moeten op een definitieve en onherstelbare manier vernietigd worden, d.w.z. dat minimum het dak, de voor-en achtersteven moeten ingedrukt worden zodanig dat de voertuigen technisch gezien niet meer te herstellen zijn. De indentificatienummers van de afgedankte voertuigen (chassisnummers) en de chassisplaatjes moeten eveneens op een onherstelbare manier vernietigd worden zodanig dat elk hergebruik ervan absoluut is uitgesloten. Indien de chassisplaatjes door het erkend centrum uit het voertuig gedemonteerd worden (bijv. met het oog op de registratie in het EMS-systeem van Febelauto), dan moet het erkend centrum die met het schroot naar de shredder sturen. Het erkend centrum mag ze ook op het voertuig laten. De vernietiging gebeurt met een hydraulische snijmachine, met een hydraulische of pneumatische pers, met een vermaalmachine of elk ander toestel dat toelaat het voertuig definitief te vernietigen (zie ook hoofdstuk 3: Vernietigingsapparaat). De verbranding van afvalstoffen is strikt verboden! |
10 De LPG-tanks moeten ontgast worden en kunnen nadien afgevoerd worden apart of samen met het afgedankte voertuig als schroot. De vergunning moet dus geen rubriek voorzien betreffende de opslag van tanks onder druk. Een andere mogelijkheid kan erin bestaan dat men in het werkplan opneemt dat de gastanks geweigerd worden.
11 Met akkoord van de Gewesten kunnen de airbags hetzij door de erkende centra gedemonteerd worden, hetzij rechtstreeks in de shredderinstallatie geneutraliseerd worden. Wel noteren dat de gedemonteerde airbags in een gesloten kast moeten opgeslagen worden, zoals vermeld in de tijdelijke vergunning voor de opslag van méér dan één kilo explosieven, afgeleverd door de overheidsdienst voor explosieven.
5. ‘EMS 2.0’: het systeem voor het beheer van de afgedankte voertuigen
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië | |
Voorstelling van het EMS | Het monitoringsysteem voor de afgedankte voertuigen, door Febelauto ontwikkeld en EMS gedoopt (‘End-of-life vehicles Monitoring System’), bestaat uit een extranettoepassing die gratis ter beschikking wordt gesteld van de erkende depollutiecentra, en die een gecentraliseerde registratie en het globale beheer van de gegevens over de verwerking van de afgedankte voertuigen in België mogelijk maakt. De EMS-toepassing stelt een geheel aan middelen voor die enerzijds het beheer van de vernietigde afgedankte voertuigen toelaten en anderzijds de opvolging van de behandelde en gerecycleerde materialen, alsook menige aanverwante functies zoals de afdruk van lijsten, de export van gegevens en het consulteren van milieuverslagen. De voornaamste functies die de toepassing aanbiedt, zijn: ▪ De registratie en het beheer van de vernietigde afgedankte voertuigen alsook de afdruk van de officiële certificaten van vernietiging; ▪ De registratie en het beheer van de behandelde materialen; ▪ De registratie en het beheer van de klanten die de afgedankte voertuigen afleveren; ▪ De registratie en het beheer van de partners die de materialen ophalen; ▪ Het consulteren van milieuverslagen (massabalans en nuttige toepassing). | ||
Toegang tot het EMS-systeem | U neemt contact op met Febelauto van zodra u de erkenning als centrum voor de depollutie, de demontage en de vernietiging van afgedankte voertuigen heeft gekregen. Febelauto zal dan de invoer van de gegevens over uw bedrijf in de databank van het systeem op zich nemen, en zal u in de dagen die daarop volgen uw logingegevens tot het EMS-systeem van Febelauto bezorgen. De toegang tot het systeem alsook het gebruik ervan zijn volledig gratis. ▪ De erkende centra verbinden er zich vanzelfsprekend toe om noch de meegedeelde toegangscodes noch andere vertrouwelijke informatie over dit systeem te onthullen. |
Minimumvereisten | 1/ Ondersteunende browsers Deze webbrowsers zijn ondersteund voor het gebruik van EMS 2.0: ▪ Chrome ▪ Safari Mac OS ▪ Internet Explorer 10+ 2/ Specificaties i.v.m. het opladen van beelden en bestanden Bij het menu “opladen van certificaten” en “opladen beelden chassisnummers” zijn de volgende specificaties van toepassing: ▪ De opgeladen bestanden mogen niet groter zijn dan 10 MB ▪ De bestandstypes toegelaten voor het opladen van beelden zijn “jpg”, “png” en “bmp” ▪ Het bestandstype toegelaten voor het opladen van certificaten is “txt” Contacteer Febelauto voor meer specificaties i.v.m. het opladen van certificaten | ||
Controle van de initiële situatie voor de massabalans | Het erkend centrum moet bij de initiële keuring een initiële situatie noteren, d.w.z. dat het volume in stock van de verschillende afvalstoffen en materialen geschat en aan Febelauto moet worden bezorgd. Op het ogenblik van de erkenning van het centrum en van de toegang tot de EMS toepassing zal deze initiële situatie door Febelauto geregistreerd worden. Bij de jaarlijkse audit moet het onafhankelijk keuringsorganisme nagaan of deze waarden correct waren. | ||
Massabalans | De massabalans is een rapport over de in-out inzake de verwerking van de afgedankte voertuigen. Dit rapport is gebaseerd op de registratie van de certificaten, de materialen en de inventaris voor een welbepaalde periode. Dit rapport moet door het centrum bewaard worden. | ||
Dit rapport moet voor 10 februari als bijlage opgestuurd worden aan het ‘DSD, Direction de la Politique et des Déchets’. | |||
Nuttige toepassing | Het rapport betreffende de graad van nuttige toepassing is een rapport dat de verwerkingspercentages (van hergebruik, recyclage en energetische valorisatie) uitdrukt die het erkend centrum bereikt inzake de verwerking van de afgedankte voertuigen. Dit rapport is gebaseerd op de registratie van de certificaten, de materialen en de inventaris voor een welbepaalde periode. Dit rapport moet door het centrum bewaard worden. |
6. Administratie
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië | |
Werkplan | Het werkplan is een beschrijving van de werkmethode (Wat gebeurt er als het afgedankte voertuig binnenkomt? Wie controleert wat (controle bij aanvaarding)? Wat gebeurt er vervolgens (depollutie-demontage-vernietiging)? Waar vinden de verschillende activiteiten plaats (aan te duiden op het bedrijfsplan)? Het werkplan moet bevatten: ▪ De noodzakelijke instructies die in alle omstandigheden de goede werking van de inrichting verzekeren in naleving van de bepalingen inzake afvalstoffen en van de uitbatingsvoorwaarden; ▪ De noodzakelijke instructies die de permanente veiligheid en hygiëne van de inrichting verzekeren; ▪ De instructies bestemd voor het personeel in geval van brand of ongeval; ▪ De organisatie van de aanvoer, inontvangstname, de depollutie, demontage en vernietiging van de afgedankte voertuigen; ▪ De organisatie van de opslag en de afvoer van afvalstoffen. ▪ Afwateringsplan (…) ▪ Maatregelen bij storingen, voorkomen van hinder (preventiemaatregelen) ▪ Verwerkingswijze indien inrichting (tijdelijk) buiten werking is | ||
In Vlaanderen moet de toezichthoudende overheid het werkplan goedkeuren. De vergunde inrichting moet beschikken over een goedgekeurd werkplan. De inrichting wordt uitgebaat volgens het goedgekeurde werkplan. | In het Waalse gewest vormt het werkplan een onderdeel van de vergunning en moet het naar de technische ambtenaar opgestuurd worden. | ||
Jaarlijks rapport aan de Gewesten | Het auditrapport moet elk jaar naar Leefmilieu Brussel opgestuurd worden. | Het auditrapport moet elk jaar in de marge van 1 maand voor en 3 maanden na de verjaring van de erkenning naar OVAM opgestuurd worden. | Het auditrapport evenals een rapport dat de gemiddelde graad van ontmanteling aangeeft maar ook de gebruikte methodes, hun vergelijking met de best beschikbare technieken, het investeringsplan voor het komende werkjaar en de balans van wat |
gerealiseerd werd ten opzichte van het investeringsplan van het afgelopen jaar, moeten ten laatste op 10 februari van elk jaar aan het ‘Département du Sol et des Déchets, Direction de la Politique des Déchets’ overgemaakt worden. | |||
Afvalstoffenregister | Een erkend centrum moet een afvalstoffenregister bijhouden waarin dag aan dag de inkomende en uitgaande materialen genoteerd worden. Het erkend centrum moet een trimestrieel rapport versturen naar het BIM waarin de totale hoeveelheden van de inkomende en uitgaande afvalstoffen genoteerd zijn, met details voor elke afvalstoffencode. Het geregistreerd centrum moet het voertuigregister maandelijks aan het BIM meedelen. | Een erkend centrum moet een afvalstoffenregister bijhouden waarin dag aan dag de inkomende en uitgaande afvalstoffen genoteerd worden. | Een erkend centrum moet een afvalstoffenregister bijhouden waarin dag aan dag de inkomende en uitgaande afvalstoffen genoteerd worden. Het erkend centrum moet een trimestrieel rapport versturen naar het ‘DSD, Direction de la Politique des Déchets’ waarin de totale hoeveelheden van de inkomende en uitgaande afvalstoffen genoteerd zijn, met details voor elke afvalstoffencode. |
In het kader van de administratieve vereenvoudiging, kan het EMS-systeem nu ook als afvalstoffenregister gebruikt worden, dit uitsluitend voor de verwerking van afgedankte voertuigen. | |||
Boorddocumenten | Bij de inontvangstname van een afgedankt voertuig moet de overeenkomst tussen het chassisnummer op de boorddocumenten en dat op het voertuig aandachtig gecontroleerd worden. De inschrijvingsbewijzen, de bewijzen van technische keuring en eventueel gelijkvormigheidsattesten moeten op een onherstelbare manier vernietigd worden, d.w.z. verscheurd of versnipperd en niet eenvoudigweg in de vuilbak gegooid. |
7. Opleiding
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië | |
Airco | Airco: verplichte opleiding en certificering voor elke werknemer van het erkend centrum. In het kader van de strijd tegen de opwarming van de aarde heeft de Europese unie een serie maatregelen genomen, onder andere over werkzaamheden aan klimaatregelingssytemen. De Verordening (EG) nr. 307/2008 van de Commissie van 2 april 2008 voorziet dat technici die werken aan klimaatregelingssytemen in voertuigen vanaf 4 juli 2010 over een certificaat moeten beschikken. Concreet, vanaf 4 juli 2010 moet iemand die ergens op het Belgische grondgebied aan een koelmiddelkring van een klimaatbeheersing in een motorvoertuig werkt (personenwagens en lichte bedrijfsvoertuigen) houder zijn van een certificaat. Om dit te behalen moet de technicus een opleiding volgen en slagen voor een theorie- en een praktijkproef, die georganiseerd worden door een opleidingscentrum dat daarvoor door de bevoegde overheid is erkend. Om de wetgeving correct toe te passen, is het dus noodzakelijk dat de persoon die effectief de aircogassen aftapt de training volgt en voor de proef slaagt. De bedrijven zelf moeten niet gecertificeerd worden. Het gaat wel degelijk om een titel voor de technici. Educam geeft zelf de opleiding niet maar zij kunnen u verder informeren over erkende opleidingscentra op het telefoonnummer 02 778 63 30 of via xxxx@xxxxxx.xx. | ||
U vindt u meer info op de website van de Vlaamse overheid, Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE): xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxx-xxxx- een-erkend-technicus-die-betrokken- is-bij-de-terugwinning-van- gefluoreerde. Nuttige link onderaan de webpagina: instructiefilm voor het aftappen van koudemiddelen uit afgedankte voertuigen. Instructiefilm ook beschikbaar op de website van |
OVAM: xxxx://xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxx-xxx- afgedankte-voertuigen of op de website van Febelauto: xxxx://xxx.xxxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxxx roces/depollueren/. De volgende link bevat een lijst met de erkende opleidingscentra, onder ‘Overige lijsten’, Erkende opleidingscentra voor klimaatregelingsapparatuur in bepaalde motorvoertuigen: xxxxx://xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxx- erkende-personen |
8. Transport
Brussel-Hoofdstad | Vlaanderen | Wallonië |
Elke vervoerder van afgedankte voertuigen waarvoor geen vernietigingsattest is afgegeven, moet zich laten registreren, met uitzondering van een particulier die zijn eigen afgedankte voertuig vervoert. Elke vervoerder is verplicht het afgedankte voertuig naar een vergunde bestemming te leiden. | Voor het ophalen van afgedankte voertuigen bij derden beschikt u over een registratie als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar en bent u opgenomen in het register van geregistreerde inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars. Voor het ophalen van niet- gedepollueerde afgedankte voertuigen, moet u ook over een kwaliteitsborgingssysteem beschikken. Het kwaliteitsborgingssysteem moet ten laatste twee jaar na de registratiedatum gekeurd worden. Een herkeuring vindt om de vier jaar plaats. Voor het vervoeren van afgedankte voertuigen in opdracht van een geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of – makelaar, beschikt u over een registratie als vervoerder en bent u opgenomen in het register van vervoerders. Het vervoeren van mengpartijen (tweedehands voertuigen en afgedankte voertuigen) wordt beschouwd als het vervoeren van afvalstoffen. | Transport van gevaarlijke afvalstoffen Niet-gedepollueerde afgedankte voertuigen zijn gevaarlijke afvalstoffen. Om deze afvalstoffen te mogen vervoeren, is het noodzakelijk om over een erkenning voor het transport van gevaarlijke afvalstoffen te beschikken. Indien het centrum dus niet- gedepollueerde afgedankte voertuigen of andere gevaarlijke afvalstoffen zoals bijvoorbeeld afgedankte loodstartbatterijen vervoert, moet het deze erkenning bezitten. |
Een transport van afvalstoffen moet bovendien vergezeld zijn van een identificatieformulier. Export van voertuigwrakken is gebonden aan procedures conform de EG-Verordening 1013/2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen en is enkel toegelaten onder zeer strikte voorwaarden. Deze zijn onder meer afhankelijk van de depollutie van het voertuigwrak en het land van bestemming. Neem bij export van voertuigwrakken eerst contact op met de OVAM om de te volgen procedure en de voorwaarden te kennen. Bij ophaling drukt u de afgedankte voertuigen niet in. Opgehaalde afgedankte voertuigen levert u af bij een erkend centrum voor het depollueren, ontmantelen en vernietigen van afgedankte voertuigen. Het ontvangen certificaat van vernietiging houdt u bij als bewijs van een correcte inlevering | ||||
Transport van niet-gevaarlijke afvalstoffen Gedepollueerde afgedankte voertuigen zijn niet-gevaarlijke afvalstoffen. Om niet-gevaarlijke afvalstoffen te mogen vervoeren, moet men beschikken over een registratie voor het transport van ongevaarlijke afvalstoffen. |
Nog vragen? | Afdeling Vergunningen en partnerschappen xxxxxx_xxx@xxxxxxxxxx.xxxxxxxx Tel: 02/000 00 00 | Dienst Ketenbeheer en bedrijven xxxxx.xxxxxxx@xxxx.xx 015/284 363 | Département du Sol et des Déchets Direction de la Politique des Déchets Xxxxxxx Xxxxxxx Xxxxxx 081/33.65.34 |