Agrarisch Ondernemerspakket
Agrarisch Ondernemerspakket
AGRARISCH ONDERNEMERSPAKKET Verzekeringsvoorwaarden | ||
MODEL | ||
LB 03.2.01-SPVA 01-2011 | ||
INHOUD | ||
ALGEMENE VOORWAARDEN | Algemene voorwaarden Agrarisch Ondernemerspakket | 3 |
ALGEMENE VERZEKERINGSVOORWAARDEN | Bedrijfsmiddelen | 7 |
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN | Opstal Agrarisch | 15 |
Inventaris/Roerende zaken Xxxxxxxxx | 25 | |
Dieren Agrarisch | 35 | |
Oogstproducten Agrarisch | 43 | |
Bedrijfsschade Agrarisch | 49 | |
Huurderving Agrarisch | 57 | |
Reconstructiekosten Agrarisch | 63 | |
Extra kosten Agrarisch | 69 | |
Geldverzekering Standaard | 75 | |
Milieuschadeverzekering Uitgebreid Xxxxxxxxx | 00 |
XX 03.2.01-0208
BLAD
1/85 MODEL LB 03.2.01 VERZEKERINGSVOORWAARDEN AGRARISCH ONDERNEMERSPAKKET
ALGEMENE VOORWAARDEN
Agrarisch Ondernemerspakket
INHOUD ARTIKEL 1 ALGEMENE INFORMATIE
1 Totstandkoming verzekering/Recht van annulering
2 Verzekeringsmaatschappij die optreedt als risicodrager
3 Kennisgevingen/Adres
4 Persoonsgegevens/Privacy bescherming
5 Toepasselijk recht en klachteninstanties ARTIKEL 2 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1 Het Agrarisch Ondernemerspakket
2 Verzekeringnemer
3 De maatschappij ARTIKEL 3 BETEKENIS POLISBLADEN ARTIKEL 4 DE PREMIE
1 Premiebetaling
2 Gevolg van wanbetaling bij aanvangspremie
3 Gevolg van wanbetaling bij vervolgpremie en volgende premietermijnen
4 Onvolledige premiebetaling
5 Verschuldigdheid premie blijft/Xxxxxxx dekking bij betaling achteraf
6 Terugbetaling van de premie
ARTIKEL 5 HERZIENING VAN PREMIE EN VOORWAARDEN
1 Wijziging van premie en voorwaarden; Recht van weigering
2 Indexering / Wijziging van risico bepalende factoren
ALGEMENE VOORWAARDEN
ARTIKEL 1
ALGEMENE INFORMATIE
ARTIKEL 1.1
TOTSTANDKOMING VERZEKERING / RECHT VAN ANNULERING
De verzekering komt (definitief) tot stand nadat een termijn van 14 dagen na ontvangst van de polis en de bijbehorende voorwaarden is verstreken, zonder dat de verzekeringnemer gebruik heeft gemaakt van het recht op annulering.
Recht op annulering betekent dat de verzekeringnemer zonder dat premie is verschuldigd de verzekering kan annuleren door de maatschappij schriftelijk (of, indien de verzekering langs elektronische weg tot stand is gekomen en een email-adres is verstrekt: per email), onder vermelding van polisnummer te berichten dat op de verzekering geen prijs wordt gesteld. De ver- zekering wordt vervolgens geannuleerd per ingangs- datum, zodat deze geen dekking biedt voor in die tussentijd gevallen schaden.
Het recht van annulering is niet van toepassing bij een verzekering die stilzwijgend wordt verlengd. Wanneer de afgegeven polis ook betrekking heeft op een of meer eerder afgesloten verzekeringen in het Agrarisch Ondernemerspakket dan geldt het recht van annulering uitsluitend voor de nieuw afgesloten verzekering.
ARTIKEL 1.2
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ DIE OPTREEDT ALS RISICODRAGER
De verzekering is afgesloten voor rekening en risico van de in de polisvoorwaarden c.q. op het polisblad en/of clasuleblad vermelde risicodragers. Iedere zodanige maatschappij staat als aanbieder van (schade)verzekeringen geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank NV (DNB) om het schadeverzekeringsbedrijf uit te oefenen.
ARTIKEL 1.3
KENNISGEVINGEN/ADRES
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verze- keringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij bekende adres, of aan het adres van de assurantieadviseur via wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
ARTIKEL 1.4
PERSOONSGEGEVENS/PRIVACY BESCHERMING
De bij de aanvraag of wijziging van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de maat- schappij (of, als de verzekering loopt via een gevol- machtigd agent: de gevolmachtigd agent) verwerkt ten behoeve van het aangaan en het uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties,
met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand. Op deze ver- werking van persoonsgegevens is de gedragscode
‘Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen’ van toepassing.
ARTIKEL 1.5
TOEPASSELIJK RECHT EN KLACHTENINSTANTIES
Op deze verzekering is Nederlands recht van toe- passing. Klachten over de uitvoering van de verze- keringsovereenkomst moeten eerst aan de directie van de gevolmachtigde worden voorgelegd.
Bent u een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (of een
rechtspersoon, waarvan de doelstelling is gericht op het particuliere belang van bestuurders en/of deel- nemers c.q. leden) dan kunt u wanneer het oordeel van de maatschappij voor u niet bevredigend is, zich wenden tot de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid).
Bij deze stichting werkt de Ombudsman Financiële Dienstverlening. Hij probeert door bemiddeling de klacht op te lossen. Daarnaast is er een Geschillen- commissie die een bindend advies kan geven.
Adres: KiFiD, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, Telefoon 0900-355 22 48. (xxx.xxxxx.xx)
Wie geen gebruik wil of kan maken van de klachten- behandelingsmogelijkheden binnen de bedrijfstak,
of de behandeling door het Klachteninstituut niet bevredigend vindt, kan het geschil voorleggen aan de rechter.
ARTIKEL 2
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 2.1
HET AGRARISCH ONDERNEMERSPAKKET
Onder het Agrarisch Ondernemerspakket wordt verstaan: alle verzekeringen die overeenkomstig de vermelding op het totaaloverzicht van de polis zijn gesloten.
ARTIKEL 2.2
VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke of rechtspersoon die de verzekerings- overeenkomst met de maatschappij is aangegaan en die als zodanig op de polis is vermeld.
ARTIKEL 2.3
DE MAATSCHAPPIJ
De verzekeringsmaatschappij die blijkens de onderte- xxxxxx xxx xx xxxxx als risicodrager voor deze verze- kering geldt, dan wel de gevolmachtigde die namens de verzekeringsmaatschappij heeft ondertekend.
ARTIKEL 3
BETEKENIS POLISBLADEN
Bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst geeft de maatschappij een polis af bestaande uit:
– een totaaloverzicht waarop alle op dat moment (de op het overzicht aangegeven, meest recente ‘afgiftedatum’) in Het Agrarisch Ondernemers- pakket gesloten verzekeringen zijn vermeld met de daarbij behorende premie, gebaseerd op de overeengekomen betalingstermijn;
– een productoverzicht per afzonderlijke verzekering.
Vervolgens wordt bij wijziging, waaronder ook te verstaan het bijsluiten of afvoeren van een verzekering, een nieuw totaaloverzicht afgegeven, tezamen met een (nieuw) productoverzicht per gewijzigde en/of nieuw gesloten verzekering.
Bij iedere, op het (nieuwe) totaaloverzicht vermelde verzekering is een ‘afgiftedatum’ aangegeven die overeenkomt met de datum waarop het laatste productoverzicht voor die verzekering is afgegeven. Deze datum is logischerwijs ook op het betreffende productoverzicht vermeld.
ARTIKEL 4
DE PREMIE
ARTIKEL 4.1
PREMIEBETALING
De premie, waarin begrepen de kosten en de assu- rantiebelasting, is voor alle in ‘Het Agrarisch Onder- nemerspakket’ gesloten verzekeringen bij vooruit- betaling op de premievervaldatum verschuldigd.
Deze datum wordt altijd op het betalingsverzoek vermeld.
ARTIKEL 4.2
GEVOLG VAN WANBETALING BIJ AANVANGSPREMIE
Indien verzekeringnemer de aanvangspremie, dat is de eerste premie die na het sluiten van de verzeke- ring verschuldigd wordt, niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een aanmaning door de maatschappij is vereist geen dekking ver- leend ten aanzien van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden nadat 30 dagen sinds de ingangsda- tum zijn verstreken.
Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de pre- mie die de verzekeringnemer in verband met een tus- sentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
ARTIKEL 4.3
GEVOLG VAN WANBETALING BIJ VERVOLGPREMIE EN VOLGENDE PREMIETERMIJNEN
Indien verzekeringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die na de voor die premie gel- dende vervaldag hebben plaatsgevonden.
Indien verzekeringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van
gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat de maatschappij de verzekering- nemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven.
Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
ARTIKEL 4.4
ONVOLLEDIGE PREMIEBETALING
Betaling van een deel van de verschuldigde premie of, indien termijnbetaling is overeengekomen, een deel van de termijnpremie, heeft dezelfde gevolgen als niet tijdige premiebetaling. Wanneer de verzekeringnemer echter tegelijkertijd met de deelbetaling aangeeft op welke verzekering(en) deze betrekking heeft en de deelbetaling toereikend is ter voldoening van de daarvoor verschuldigde premie, blijft de dekking van die betreffende verzekering(en) van kracht.
ARTIKEL 4.5
VERSCHULDIGDHEID PREMIE BLIJFT / HERSTEL DEKKING BIJ BETALING ACHTERAF
Ook al wordt de dekking wegens wanbetaling opge- schort of beëindigd, de verzekeringnemer blijft ver- plicht de premie te voldoen.
De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenis- sen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is, voor het geheel, dus inclusief alle tot dan toe onbetaald gebleven opeisbare premietermijnen, door de maat- schappij is ontvangen.
ARTIKEL 4.6
TERUGBETALING VAN PREMIE
Bij tussentijdse beëindiging van de verzekering wordt restitutie verleend voor reeds betaalde premie die betrekking heeft op de periode na de datum van beëindiging.
De omvang van de premierestitutie wordt naar billijk- heid vastgesteld. Premie wordt niet aan de verzeke- ringnemer terugbetaald als de verzekering wordt beëindigd in het geval er sprake was van opzet om de maatschappij te misleiden. Xxxxxxx wordt er reeds betaalde premie terugbetaald wanneer de dek- king geheel of gedeeltelijk is geschorst, omdat de in de polis opgenomen en door verzekerde geaccepteer- de, schadepreventieve maatregelen niet, niet
tijdig of niet naar behoren zijn uitgevoerd.
ARTIKEL 5
HERZIENING VAN PREMIE EN VOORWAARDEN
ARTIKEL 5.1
WIJZIGING VAN PREMIE EN VOORWAARDEN; RECHT VAN WEIGERING
De maatschappij heeft het recht om de premie en/of voorwaarden voor eenzelfde soort van verzekeringen tussentijds aan te passen aan nieuwe premie en/of voorwaarden. De maatschappij zal de verzekering- nemer van tevoren schriftelijk in kennis stellen van de aanpassing.
Als de verzekering bestaat uit verschillende in de polis vermelde en in de premieopstelling gespecifi- ceerde onderdelen, dan geldt de regeling in dit artikel per onderdeel.
Indien de aanpassing leidt tot een hogere premie of voorwaarden die voor de verzekeringnemer nadeliger zijn, dan heeft de verzekeringnemer het recht de aanpassing schriftelijk te weigeren tot 30 dagen na de datum waarop de aanpassing is gaan gelden.
Indien verzekeringnemer van dit recht gebruik maakt eindigt de verzekering op de datum waarop die aan- passing is gaan gelden.
De verzekeringnemer heeft niet het recht om de aan- passing te weigeren indien de wijziging van de premie en/of voorwaarden:
– voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
– een verlaging van de premie inhoudt;
– uitbreiding van de dekking inhoudt;
– verband houdt met een indexering.
ARTIKEL 5.2
INDEXERING / WIJZIGING VAN RISICOBEPALENDE FACTOREN
Naast een aanpassing als onder artikel 5.1 bedoeld kan sprake zijn van een periodieke premieaanpassing vanwege indexering en/of periodieke risico-evaluatie. Een dergelijke aanpassing geschiedt op basis van de daaromtrent in de specifieke voorwaarden opgenomen bepalingen.
Preventie korting (On)Roerende zaken en Bedrijfsstagnatie
Per onderdeel is aangegeven of onderstaande clausule van toepassing is.
Op basis van onderstaande afspraken ontvangt u 10% preventiekorting op de premie van de in de polis vermelde rubrieken. Per rubriek wordt aangegeven of deze eisen van toepassing zijn.
BRANDPREVENTIE
a)plaatsing van minimaal 1 blusser met een minimale inhoud van 6 liter A.F.F.F., 5 kg Co2 of 6 kg ABC poeder blussers per gebouw is noodzakelijk, indien de oppervlakte meer
dan 200 m2 bedraagt, dienen minimaal 2 blussers per gebouw aanwezig te zijn.
b)alle blusmiddelen dienen jaarlijks gecontroleerd te worden door een REOB-erkend bedrijf.
c)buiten het gebouw geen brandbare materialen, afvalcontainers, pallets, emballage e.d. plaatsen maar op een afstand van minimaal 5 meter.
d)er dienen minder dan 25% brandbare(beschermde)isolatiematerialen aanwezig te zijn.
INBRAAKPREVENTIE
a)de gebouwen dienen minimaal beveiligd te zijn volgens BORG-klasse 1.
b)de ruimtes dienen na werktijd te worden afgesloten.
OPSLAG
De opslag van hooi en/of stro beperkt zich tot de dagvoorraad.
INSTALLATIES
De algemene technische, electrische en verwarmingsinstallaties dienen minimaal 1x per jaar door een erkend installateur laten controleren op veiligheid en goed functioneren. Indien
Indien niet wordt voldaan aan bovenvermelde voorwaarden, wordt een eventuele schade uitkering op de van toepassing zijnde rubrieken met 10% gekort.
ALGEMENE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Bedrijfsmiddelen
INHOUD ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 DUUR VAN DE VERZEKERING
1 Begin van de verzekering
2 Contractstermijn van de verzekering ARTIKEL 3 GRONDSLAG VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 4 RISICO-OMSCHRIJVING EN RISICOWIJZIGING ARTIKEL 5 OVERGANG VAN BELANG, VERKOOP, OPHEFFING
1 Overgang van het verzekerde belang
2 Verkoop, opheffing, overlijden ARTIKEL 6 OPZEGMOGELIJKHEDEN
1 Opzegmogelijkheden voor de maatschappij
2 Opzegmogelijkheden voor de verzekeringnemer ARTIKEL 7 ALGEMENE SCHADEBEPALINGEN
1 Verplichtingen van verzekerde bij schade
2 Gevolgen bij niet nakomen van verplichtingen
3 Schaderegeling en Benoeming van experts
4 Eigendom van zaken na diefstal
5 Verbrugging
ARTIKEL 8 VERJARING VAN HET RECHT OP SCHADEVERGOEDING ARTIKEL 9 ZORGPLICHT, SCHADEPREVENTIE, BEWIJSLAST ARTIKEL 10 INSPECTIES
ARTIKEL 11 BIJZONDERE REGELING BIJ TERRORISMESCHADEN ARTIKEL 12 NADERE OMSCHRIJVINGEN
ALGEMENE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Bedrijfsmiddelen
ARTIKEL 1
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
VERZEKERDE
De verzekeringnemer en/of de natuurlijke of rechts- persoon die op grond van de polis rechten kan ont- lenen aan de polis.
ARTIKEL 1.2
VERZEKERD BELANG
Hieronder wordt verstaan bij de verzekering van materiële schade:
Het belang dat verzekerde heeft bij het behoud van de verzekerde zaken uit hoofde van eigendom of ander zakelijk recht, dan wel voor zover hij het risico draagt voor het behoud of daarvoor aansprakelijk is.
ARTIKEL 1.3
ZAKEN
De in de polis vermelde opstal(len), functionele inrichting en inventaris, huurdersbelang, bedrijfs- voorraden, oogstproducten, gewassen op het veld, dieren, geld en geldswaardig papier, een en ander zoals nader omschreven in de verzekeringsbepalin- gen van de afzonderlijke verzekering.
ARTIKEL 1.4
OPSTAL
De op de polis vermelde gebouw(en) met al wat daartoe bestemd is en volgens verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt inclusief kelders en funderin- gen, maar met uitzondering van de grond, erf- of terreinafscheidingen, zonweringen, antennes en windmolens. De functionele inrichting zoals hierna omschreven is hier evenmin onder begrepen.
ARTIKEL 1.5
FUNCTIONELE INRICHTING
Inventaris die naar aard en inrichting met de opstal is verbonden en/of bedoeld is om duurzaam aan- wezig te zijn, met inbegrip van regelkasten met meet- en regelapparatuur, een en ander ten behoeve van de agrarische bedrijfsuitoefening in de opstal.
Daartoe wordt niet gerekend: losstaande beeldscher- men, toetsenborden, printers e.d.
ARTIKEL 1.6
INVENTARIS
Alle roerende zaken, dienende tot de uitoefening van het op de polis vermelde bedrijf van verzekerde, met inbegrip van de computerapparatuur met toebehoren. Hieronder zijn niet begrepen de functionele inrichting, huurdersbelang, geld en geldswaardig papier, geken- tekende motorrijtuigen en onderdelen daarvan, bedrijfsvoorraden en dieren. Ook oogstproducten en gewassen op het veld zijn hier niet onder begrepen.
ARTIKEL 1.8
BEDRIJFSVOORRADEN
Kunstmeststoffen, veevoeder, gewasbeschermings- middelen, brandstoffen, onderdelen, hulpmiddelen en dergelijke alsmede zaai-, plant- en pootgoed en agra- rische eindproducten zoals melk, melkproducten en eieren. Dit alles dienende de uitoefening van het bedrijf van verzekerde. Hieronder zijn niet begrepen opgeslagen oogstproducten, de natuurlijke meststof- fen, hooi, stro en/of kuilvoer, (bedrijfs-)inventaris, geld en geldswaardig papier, motorrijtuigen en dieren.
ARTIKEL 1.9
OOGSTPRODUCTEN
Onder oogstproducten wordt verstaan land- en tuinbouwgewassen, sierteeltgewassen, bloembollen en -knollen, bosbouwgewassen en/of de vruchten van fruitaanplantingen die na de teelt omwille van de economische waarde zijn geoogst, vervoerd en opgeslagen, in daartoe bestemde op het polisblad vermelde opstallen.
ARTIKEL 1.10
HUURDERSBELANG
De kosten van alle voor zijn rekening in of aan de opstal aangebrachte verbeteringen, betimmeringen en installaties, alsmede behang-, schilder- en witwerk, indien verzekerde huurder of pachter is van de opstal en voorzover deze kosten niet op de polis van de eigenaar van de opstal zijn gedekt en deze ook niet verplicht kan worden de schade te laten herstellen.
De kosten van installatie van functionele inrichting voor rekening van de huurder of pachter zijn hier ook onder begrepen.
ARTIKEL 1.11
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Dit zijn de kosten van maatregelen die tijdens de gel- digheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk drei- gend gevaar van schade af te wenden waarvoor, als de schade zich zou hebben voorgedaan, de verzeke- ring dekking biedt. Hetzelfde geldt voor kosten die zijn gemaakt om een zodanige schade te beperken. En evenzo voor de schade aan zaken die zijn ingezet bij het nemen van genoemde maatregelen en bij het beperken van de schade.
ARTIKEL 1.12
OPRUIMINGSKOSTEN
Dit zijn de kosten, die niet al in de schadevaststel- ling zijn begrepen voor het afbreken, wegruimen en afvoeren van bovengronds aanwezige verzekerde zaken op de locatie van verzekerde en op de directe belendingen van die locatie. Dit voorzover de afbraak, het wegruimen en/of afvoeren het noodzakelijk gevolg is van een op de polis gedekte gebeurtenis en daarvoor geen enkele behandeling of bewerking van grond of water is vereist.
ARTIKEL 1.13
SALVAGEKOSTEN
De kosten die door of namens de Stichting Salvage tijdens of direct na een brand worden gemaakt voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijk maatregelen om de schade te beperken.
ARTIKEL 1.14
DERDE
Als ‘Derde’ geldt ieder ander dan de ‘Verzekerde’.
ARTIKEL 2
DUUR VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 2.1
BEGIN VAN DE VERZEKERING
De verzekering gaat in op de ingangsdatum die op de polis is vermeld om 0.00 uur.
ARTIKEL 2.2
CONTRACTSTERMIJN VAN DE VERZEKERING
De verzekering heeft een op het polisblad vermelde contractstermijn en wordt telkens stilzwijgend met eenzelfde termijn verlengd, tenzij op de polis uitdruk- kelijk is vermeld dat de verzekering per genoemde datum eindigt.
ARTIKEL 3
GRONDSLAG VAN DE VERZEKERING
De verzekeringen zijn door de maatschappij geaccep- teerd en aangegaan op grondslag van juistheid en volledigheid van de gegevens door middel van een ingediende elektronische aanvraag, een aanvraag- formulier respectievelijk extra vragenformulier.
ARTIKEL 4
RISICO-OMSCHRIJVING EN RISICOWIJZIGING
ARTIKEL 4.1
RISICO-OMSCHRIJVING
De omschrijving in de polis van het verzekerde bedrijf wordt aangemerkt als afkomstig van verzekering- nemer en/of verzekerde.
ARTIKEL 4.2
RISICOBEKENDHEID
De maatschappij verklaart zich bekend met de lig- ging, bouwaard, constructie, inrichting, verwarming, en omschreven gebruik van de opstallen waarin het bedrijf zich bevindt en de wijze van huisvesting van dieren bij het aangaan van de verzekering.
De maatschappij verklaart zich ook bekend met de belendingen, ongeacht hoe deze zijn dan wel in de toekomst zullen worden.
ARTIKEL 4.3
RISICOWIJZIGING ZONDER MELDINGSPLICHT
De verzekerde heeft de vrijheid wijzigingen aan te brengen in of aan de opstal, mits deze wijzigingen zullen blijven binnen de grenzen van de omschrijving van het risico in de polis.
ARTIKEL 4.4
RISICOWIJZIGING MET MELDINGSPLICHT.
1 De verzekeringnemer dient de maatschappij zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen van:
– Het beëindigen van de bewoning;
– Het buiten gebruik zijn van de opstal of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan gedurende een aaneengesloten periode die, naar verwachting, langer dan 8 weken zal duren;
– Wijziging van de hoofd- en/of nevenactiviteiten van het bedrijf van verzekerde; bij rundveebe- drijven hieronder ook begrepen overgang van melkvee op vleesvee bij verzekering van de dieren;
– Wijziging van de bouwaard en gebruik van de opstal;
– Leegstand van de opstal of van een als zelf- standig aan te merken deel daarvan;
– Het geheel of gedeeltelijk gekraakt zijn van de opstal;
– Wijziging van de wijze van huisvesting van verzekerde dieren;
– Wijziging in regelapparatuur die de leefom- standigheden van verzekerde dieren reguleren en wijziging in het alarmsysteem dat uitvallen of onjuist functioneren van de regelapparatuur moet signaleren.
2 Deze melding dient zo spoedig mogelijk te geschieden doch uiterlijk binnen 8 weken na het optreden van één van de wijzigingen, tenzij de verzekeringnemer van de wijziging niet op de hoogte was en kan aantonen dat hij dit ook rede- lijkerwijze niet kon zijn.
Indien verzuimd is de maatschappij tijdig schriftelijk in kennis te stellen van een hierboven onder 4.4.1 vermelde wijziging dan kunnen geen rechten aan de verzekering worden ontleend na de genoemde 8 weken. Zou de maatschappij de verzekering na een herbeoordeling als vermeld in artikel 4.7 hebben voortgezet tegen een hogere premie dan zal het recht op schadevergoeding blijven bestaan in de verhou- ding van de oorspronkelijke premie tot de nieuwe premie.
ARTIKEL 4.5
RISICOWIJZIGING EN DEKKINGSBEPERKING
Na de wijziging van het risico in leegstand, buiten gebruik of gekraakt zijn zoals hierboven in artikel 4.4 genoemd biedt de verzekering nog slechts dekking tegen brand en brandblussing, ontploffing, bliksem- inslag, storm en lucht- of ruimtevaartuigen.
ARTIKEL 4.6
VERHUIZING
De verzekeringnemer is verplicht met bekwame spoed kennis te geven aan de maatschappij, indien het in
de polis omschreven bedrijf blijvend naar een ander adres binnen Nederland wordt overgebracht.
Indien de verzekeringnemer verzuimt hiervan kennis te geven vervalt de dekking 30 dagen na de datum van verhuizing.
In geval van verhuizing zijn eventuele op de polis aangetekende clausules ook van kracht op de nieuwe locatie behoudens nadere overeenstemming.
ARTIKEL 4.7
HERBEOORDELING BIJ RISICOWIJZIGING EN BIJ VERHUIZING
Na ontvangst van een kennisgeving van risicowijzi- ging als bedoeld in artikel 4.4.1 en 4.6 heeft de maatschappij het recht de verzekering door opzeg- ging te beëindigen of deze met ingang van de datum van wijziging tegen andere premie of voorwaarden voort te zetten.
Bij opzegging zal de maatschappij een termijn van 2 maanden in acht nemen. Zie voor de dekking gedu- rende deze periode ook artikel 4.5.
Indien de maatschappij andere premie of voorwaar- den van toepassing verklaart heeft de verzekeringne- mer gedurende een maand het recht de verzekering met onmiddellijke ingang op te zeggen.
ARTIKEL 5
OVERGANG VAN BELANG, VERKOOP, OPHEFFING
ARTIKEL 5.1
OVERGANG VAN BELANG
Bij overgang van het verzekerd belang eindigt de verzekering tenzij de polis op naam van de nieuwe verzekeringnemer of verzekerde is overgeschreven.
artikel 5.2
VERKOOP, OPHEFFING, OVERLIJDEN
1 Gaat verzekerde over tot verkoop of opheffing van het bedrijf dan zal de dekking nog 30 dagen door- lopen, tenzij de nieuwe verzekeringnemer binnen deze periode aan de maatschappij heeft verklaard de verzekering over te nemen. In dat geval heeft de maatschappij gedurende 2 maanden het recht de verzekering te beëindigen met een opzegter- mijn van 30 dagen.
2 Bij overgang van belang door overlijden zal de dekking nog 3 maanden doorlopen. Daarna alleen als de verzekering is overgeschreven op naam van de nieuwe verzekeringnemer. Binnen de periode van 3 maanden hebben erfgenamen en de maat- schappij het recht de verzekering te beëindigen met een opzegtermijn van 30 dagen.
3 Er vindt geen premierestitutie plaats als de ver- koop of de opheffing een gevolg is van een door deze verzekering gedekte gebeurtenis.
ARTIKEL 6
OPZEGMOGELIJKHEDEN
ARTIKEL 6.1
OPZEGMOGELIJKHEDEN VOOR DE MAATSCHAPPIJ
De verzekering eindigt door een schriftelijke opzeg- ging door de maatschappij:
1 Per contractsvervaldag
Tegen het einde van de op het polisblad vermelde contractstermijn, met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste 2 maanden;
2 Bij achterstand in premiebetaling
Indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie weigert te betalen of niet tijdig betaalt. In geval van niet tijdige betaling van de vervolg- premie echter uitsluitend indien de maatschappij de verzekeringnemer na de premievervaldag vruchteloos tot betaling heeft aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum; die datum zal bij niet tijdige
betaling van de vervolgpremie niet eerder zijn dan een datum die twee maanden na de dagtekening van de opzegbrief ligt;
3 Bij misleidende informatie
Binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet de maatschappij te misleiden dan wel de maatschappij de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten.
De verzekering eindigt op de in de opzeggings- brief genoemde datum;
4 Bij risicowijziging
Na een zodanige wijziging van het risico, dat de maatschappij overeenkomstig het bepaalde in arti- kel 4.4.1. en 4.6 niet zou hebben verzekerd, met een opzegtermijn van ten minste 30 dagen;
5 Bij niet uitvoeren van preventiemaatregelen Indien door de maatschappij voorgeschreven maatregelen of voorzieningen ter beperking van het risico niet binnen de vastgestelde termijn zijn getroffen, met een opzegtermijn van ten minste 14 dagen;
6 Bij opzettelijk onjuiste informatie bij schade Indien in geval van schade opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt, met onmiddellijke ingang;
7 Na schade
Binnen één maand nadat verzekerde een gebeur- tenis aan de maatschappij heeft gemeld, die voor de maatschappij tot een vergoedingsplicht kan lei- den, of één maand nadat de maatschappij een uitkering heeft gedaan dan wel heeft afgewezen. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum, doch niet eerder dan twee maanden na dagtekening van deze opzegbrief, behoudens in geval van de hierboven in artikel
6.1.6 genoemde opzet om de maatschappij te misleiden.
ARTIKEL 6.2
OPZEGMOGELIJKHEDEN VOOR DE VERZEKERINGNEMER
De verzekering eindigt door een schriftelijke opzeg- ging door verzekeringnemer:
1 Per contractsvervaldag
Tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeg- termijn van ten minste 2 maanden.
2 Bij premie/voorwaardenwijziging
Binnen één maand na ontvangst van de medede- ling van de maatschappij inhoudende een wijzi- ging van premie en/of voorwaarden ten nadele van verzekeringnemer en/of verzekerde. De ver- zekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de mededeling van de verzekeraar ingaat, maar niet eerder dan een maand na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling.
3 Bij beroep op onvoldoende informatie
Binnen twee maanden nadat de maatschappij tegenover verzekeringnemer een beroep op de niet nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzeg- gingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzegbrief.
4 Bij verhuizing/risicowijziging
Indien in geval van verhuizing of in geval van risicowijziging als vermeld in artikel 4.4.1 de verzekeraar een verhoging van premie en/of wijziging van voorwaarden heeft meegedeeld.
5 Na schade
Binnen één maand nadat verzekerde een gebeur- tenis aan de maatschappij heeft gemeld, die voor de maatschappij tot een vergoedingsplicht kan leiden, of één maand nadat de maatschappij een uitkering heeft gedaan dan wel heeft afgewezen. De verzekering eindigt op de in de opzegbrief genoemde datum, doch niet eerder dan 2 maan- den na dagtekening van deze opzegbrief behou- dens in geval van de in artikel 6.1.6 genoemde opzet om de maatschappij te misleiden.
ARTIKEL 7
ALGEMENE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 7.1
VERPLICHTINGEN VAN VERZEKERDE BIJ SCHADE
Bij schade is verzekeringnemer en/of verzekerde verplicht:
1 Schade voorkomen/verminderen
Bij de verwezenlijking van een gebeurtenis waar- voor de verzekering dekking biedt, of het ophan- den zijn daarvan, binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden;
2 Melden
Zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de maatschappij een gebeurtenis te melden die voor de verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden zodra verzekeringnemer en/of verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van die gebeurtenis;
3 Schriftelijke schadeaangifte
Een schriftelijke schadeaangifte in te dienen;
4 Informatie geven
Binnen redelijke termijn aan de maatschappij of de door haar aangestelde expert alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de maat- schappij van belang zijn om haar uitkeringsplicht te beoordelen;
5 Medewerking verlenen
Aanwijzingen op te volgen van de maatschappij of de door haar aangestelde expert, de volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden;
6 Politieaangifte
Bij schade veroorzaakt door derden zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen bij de politie en in ieder opzicht mee te werken opdat de maatschappij deze schade kan verhalen;
7 Melden herbouw/herstel/heraanschaf
Indien verzekerde op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming herstelt of herbouwt (opstal) of indien tot heraanschaf of herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan (inventaris en goederen), dit binnen 12 maanden na de schade- datum schriftelijk aan de maatschappij mee te delen.
Indien op last van de overheid voortzetting van het bedrijf op dezelfde plaats niet is toegestaan dan dient dit eveneens binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk aan de maatschappij te worden meegedeeld.
ARTIKEL 7.2
GEVOLGEN BIJ NIET NAKOMEN VAN VERPLICHTINGEN
1 Bij misleiden van de maatschappij
Elk recht op schadevergoeding vervalt als ver- zekeringnemer en/of verzekerde verplichtingen als vermeld onder artikel 7.1.2 t/m 7.1.4 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
2 Geen schadevergoeding
Aan de verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer en/of verzeker- de een of meer van de onder artikel 7.1 genoem- de polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft geschaad.
3 Na verzuimd kennisgeven van risicowijziging Indien verzuimd is de maatschappij tijdig schrifte- lijk in kennis te stellen van een risicowijziging als vermeld in artikel 4.4 dan kunnen geen rechten aan de verzekering worden ontleend 8 weken na het moment van deze risicowijziging. Zou de maatschappij de verzekering hebben voortgezet tegen een hogere premie dan zal recht op schade- vergoeding blijven bestaan in de verhouding van de oorspronkelijke premie tot de nieuwe premie.
4 Verval van rechten bij niet tijdige melding van terrorismeschade
In afwijking van hetgeen elders in de polis is bepaald, vervalt elk recht op schadevergoeding of uitkering wegens terrorismeschade als de
melding van de claim niet is gedaan binnen 2 jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
ARTIKEL 7.3
SCHADEREGELING EN BENOEMING EXPERTS
De schade, de kosten ter voorkoming en verminde- ring daarvan en de opruimingskosten, worden in onderling overleg geregeld of worden vastgesteld
door twee experts, één te benoemen door de maat- schappij en één te benoemen door verzekerde.
In het laatste geval benoemen deze beide experts samen voor de aanvang van hun werkzaamheden een derde expert, die bij gebrek aan overeenstemming de grootte van de schade binnen de grenzen van beide schadetaxaties een bindende uitspraak zal doen.
De experts hebben het recht zich afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te laten bijstaan. De expert en deskundige die verzekerde benoemt dienen zich te hebben geconformeerd aan de
‘Gedragscode Expertiseorganisaties’ van het Verbond van verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx)
ARTIKEL 7.4
EIGENDOM VAN ZAKEN NA DIEFSTAL
Verzekerde is verplicht aan de maatschappij op haar verzoek de eigendom over te dragen van andere zaken dan gewassen of oogstproducten die door dief- stal verloren zijn gegaan en waarvoor de maatschap- pij aan verzekerde uitkering doet of heeft gedaan.
Komen dergelijke zaken naderhand in bezit van de maatschappij dan zal zij deze op verzoek van verze- kerde weer aan hem overdragen, tegen teruggave van het daarvoor uitgekeerde bedrag onder aftrek van de kosten van herstel van de eventueel sinds de diefstal ontstane schade.
Indien gestolen zaken zonder tussenkomst van de maatschappij weer in het bezit komen van ver- zekerde, is hij/zij verplicht terstond de maatschappij daarvan in kennis te stellen.
ARTIKEL 7.5
VERBRUGGING
Indien in geval van schade blijkt dat de verzekering- nemer ook andere materiële brandverzekeringen bij de maatschappij heeft gesloten die van kracht zijn op het adres waar de schade heeft plaatsgevonden, dan zullen de verzekerde bedragen worden betrokken in de volgende verbruggingsregeling.
Indien in geval van schade blijkt, dat één of meerdere onderdelen van de hiervoor genoemde verzekeringen te hoog verzekerd blijken te zijn en één of meer-
dere onderdelen te laag verzekerd blijken te zijn, dan komen de overschotten aan die te laag verzekerde onderdelen ten goede, met inachtneming van het volgende:
– de premie wordt voor elk van de te hoog of te laag verzekerde onderdelen herberekend op basis van de waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis tegen het voor het betrokken onderdeel geldende premiepromillage;
– indien na de herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herbereken- de premiebedragen, vindt schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde;
– indien na herberekening blijkt dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden de verzekerde sommen herleid in de ver- houding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de over de alsdan her- berekende premiebedragen gelijk is aan het totaal
van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaats vindt op basis van het- geen in de desbetreffende specifieke verzekerings- voorwaarden is bepaald ten aanzien van onder- verzekering.
Indien zaken al dan niet getaxeerd verzekerd, met uitzondering van op declaratiebasis verzekerde zaken, niet meer aanwezig zijn, dan worden de vrijvallende bedragen aangewend voor de vervangende zaken.
Verbruggen is niet mogelijk naar en van:
– premier risque bedragen;
– zaken, waarvoor het verzekerd bedrag met zoveel woorden is beperkt;
– zaken waarvan het verzekerd bedrag is vastge- steld bij taxatie;
– aanvullende dekkingen;
– bedrijfsschade-, glas-, geld-, en milieuschade- verzekeringen.
De maatschappij zal nooit meer vergoeden dan het totaal van de oorspronkelijke verzekerde bedragen.
ARTIKEL 8
VERJARING VAN HET RECHT OP SCHADEVERGOEDING
1 Drie jaar nadat zich een schadeveroorzakende gebeurtenis heeft voorgedaan en verzekerde bekend geworden is met zijn recht om xxxxxxx een vordering bij de maatschappij in te dienen verjaart het recht op schadevergoeding hiervoor.
2 Heeft de maatschappij een vordering tot schade- vergoeding afgewezen dan verjaart het recht om de afwijzing aan te vechten in zes maanden.
ARTIKEL 9
ZORGPLICHT, SCHADEPREVENTIE BEWIJSLAST
De verzekerde, dan wel de persoon en personen die in opdracht van verzekerde handelen in de uitoefe- ning van het beroep of bedrijf, zijn verplicht gedu- rende de looptijd van de verzekering alle redelijke voorzorg te betrachten en de noodzakelijke maatre- gelen te nemen om het ontstaan van schade door een gedekte gebeurtenis te voorkomen.
Het niet nakomen van deze verplichtingen kan onder omstandigheden leiden tot de toepasselijkheid van de dekkingsuitsluiting ‘opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld’ zoals in de specifieke verzekeringsvoorwaar- den is vermeld.
In geval van schade is verzekerde gehouden aan te tonen dat de schade niet is ontstaan dan wel niet is vergroot door het niet naar behoren uitvoeren van de vereiste maatregelen of te betrachten voorzorg.
ARTIKEL 10
INSPECTIES
De maatschappij is gerechtigd elke verzekerde zaak te (doen) inspecteren op tijden, waarop dat redelij- kerwijs kan worden verlangd. Verzekerde is verplicht daarbij alle medewerking te verlenen en de verlangde inlichtingen te verstrekken.
ARTIKEL 11
BIJZONDERE REGELING BIJ TERRORISMESCHADEN
ARTIKEL 11.1
TERRORISME / PREVENTIEVE MAATREGELEN
Onder terrorisme wordt verstaan:
– gewelddadige handelingen en/of gedragingen begaan in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangen- de aanslagen, alsmede
– het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevol- ge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economi- sche belangen worden aangetast, waarbij aanne- melijk is dat deze aanslag of reeks, respectievelijk het verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze doelen te ver- wezenlijken.
Onder preventieve maatregelen wordt hierbij ver- staan:
van overheidswege en/of door verzekerde(n) en/of derde(n) getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevol- gen daarvan te beperken.
ARTIKEL 11.2
HERVERZEKERING BIJ NHT
De maatschappij heeft zich voor het terrorismerisico herverzekerd bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
ARTIKEL 11.3
UITKERINGSPROTOCOL
Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol afwikkeling claims voor terrorismeschaden van toe- passing. Een afschrift van de volledige tekst van het uitkeringsprotocol is te raadplegen op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
ARTIKEL 11.4
BIJZONDERE REGELING BIJ VERGOEDING VAN TERRORISMESCHADEN
1 Beperkte schadevergoeding
De dekking voor gebeurtenissen/aanspraken die (direct of indirect) verband houden met:
– terrorisme of preventieve maatregelen
– handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen,
geldt dat de schadevergoeding kan worden beperkt tot het bedrag van de uitkering die de maatschappij ontvangt van de Nederlandse Her- verzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT). Het Protocol afwikkeling claims bij terroris- meschaden is van toepassing.
De NHT beslist of er sprake is van een terrorisme- schade. Op vergoeding kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de vergoeding.
2 Maximale uitkering per lokatie
Als de verzekering betrekking heeft op materiële schade (anders dan voortvloeiend uit aansprake- lijkheid) aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dan wel op gevolgschade van dergelijke schade, dan geldt dat door de NHT per verzeke- ringnemer per verzekerde locatie per jaar maxi- maal 75.000.000 euro zal worden uitgekeerd, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Voor de toepassing hiervan geldt dat rechtsperso- nen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer.
Onder verzekerde locatie wordt hierbij verstaan alle op het risicoadres aanwezige, door verzeke- ringnemer verzekerde objecten alsmede daarbui- ten gelegen objecten op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen en waarvan tenminste een op het risicoadres is gelegen.
3 Verval van rechten bij niet tijdige melding van terrorismeschade
In afwijking van hetgeen elders in de polis is bepaald, vervalt elk recht op schadevergoeding of uitkering wegens terrorismeschade als de melding van de claim niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
ARTIKEL 12
NADERE OMSCHRIJVINGEN
ATOOMKERNREACTIES
1 Hieronder wordt verstaan de schade die is veroor- zaakt door en/of opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan.
2 De uitsluiting in de polis van schade door atoom- kernreacties heeft geen betrekking op schade ver- oorzaakt door radio-actieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige, of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardi- ging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio-actieve stoffen. Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
3 Voor zover krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, vindt lid 2 geen toepassing.
BLIKSEMINSLAG
Onder blikseminslag wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe, waardoor ter plaatse van de blikseminslag aantoon- bare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of zich daarop bevindende zaken.
BRAND
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
– zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Onder schade door brand wordt mede verstaan scha- de door tengevolge van een naburige brand.
IMPLOSIE
Een eensklaps verlopende vervorming van een geslo- ten vat, veroorzaakt door een zoveel grotere lucht- druk buiten het vat dan in het vat, waardoor de wand van het vat daartegen onvoldoende weerstand kan bieden.
INBRAAK
Onder inbraak wordt verstaan het met geweld ver- breken van een afsluiting aan de buitenzijde van de opstal of aan dat gedeelte daarvan waarin de verzekerde zaken zich bevinden met het doel zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
MOLEST
Onder molest wordt verstaan:
– Gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of de een de ander, met militaire machtsmiddelen, bestrij- den. Hieronder wordt ook verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht van de Verenigde Naties, de Noord Atlantische Verdragsorganisatie of de West-Europese Unie;
– Burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewapende strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners in die staat is betrokken;
– Opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat gericht tegen het openbaar gezag;
– Binnenlandse onlusten: min of meer georganiseer- de gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
– Oproer: een min of meer georganiseerde plaatse- lijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag;
– Muiterij: een min of meer georganiseerde geweld- dadige beweging van leden van enig gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Onverminderd het bepaalde in de molest-clausule wordt hier onder verstaan het getroffen worden door een meteoriet of door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffings- middel of ander voorwerp alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier vermeld voorwerp.
ONTPLOFFING
Onder ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende, hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtname van het hierna bepaalde.
Binnen een –al dan niet gesloten- vat:
Is de ontploffing ontstaan binnen een - al dan niet gesloten - vat, dan is aan het vereiste van een eens- klaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen en dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds voor de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zoda- nige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstro- men van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn gewor- den.
Buiten een vat:
De eensklaps verlopende hevige krachtsuiting moet de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen en dampen, welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare gas- en dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In de nabijheid:
Onder schade door ontploffing wordt ook verstaan een gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken welke kan worden aangemerkt als een gevolg van de nabijheid van schade door ontploffing aan andere dan verzekerde zaken.
Implosie:
Onder ontploffing wordt niet verstaan implosie.
OVERSTROMING
Hieronder wordt verstaan: Het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, ongeacht of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een op deze polis gedekte gebeurtenis.
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES
Hieronder worden verstaan incidentele, collectieve geweldsmanifestaties.
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Hieronder wordt verstaan een zodanige zware belasting van de opstal of deel daarvan door sneeuw en/of accumulatie van water dat de opstal eronder bezwijkt.
STORM
Onder storm wordt verstaan een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
VANDALISME
Hieronder wordt verstaan: het aanrichten van beschadiging uit vernielzucht door derden.
WERKSTAKING
Onder werkstaking wordt verstaan het gemeenschap- pelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van het legitiem opgedragen werk door een aantal werk- nemers in een onderneming.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Opstal Agrarisch
Basis-/Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 t/m 9 Basisdekking: gedekte gebeurtenissen
10 t/m 24 Uitgebreide dekking: gedekte gebeurtenissen
ARTIKEL 3 EXTRA DEKKINGEN
Basisdekking:
1 Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
2 Honoraria en kosten van experts
3 Salvage kosten
4 Opruimingskosten
Uitgebreide dekking:
5 Opruimingskosten
6 Schade aan erf
7 Herstelkosten tuin
8 Extra kosten op last van de overheid
9 Huurderving
ARTIKEL 4 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Basisdekking:
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreacties
3 Molest
4 Overstroming
5 Storm
6 Schade als gevolg van slecht onderhoud
7 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
8 Mogelijkheid tot dekkingsbeperking na gemelde risicowijziging
9 Beperkte dekking bij leegstand, buiten gebruik, kraken
10 Illegale aktiviteiten
11 Sneeuwdruk en wateraccumulatie
12 Eigen risico’s
Uitgebreide dekking:
12 Water- en neerslagschade
13 Schade aan mestopslagsystemen
ARTIKEL 5 WAARDERINGSGRONDSLAG ARTIKEL 6 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN ARTIKEL 7 UITZONDERINGEN
1 Indexvoorwaarden opstal
2 Kelders en funderingen
3 Waardegarantie en waardevaststelling
4 Onderverzekering opstal
5 Elders lopende verzekering
6 Speciale polis
SPECIFIEKE VERZEKERINGVOORWAARDEN
Opstal Agrarisch
Basis-/Uitgebreide dekking
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
– Begripsomschrijvingen (Artikel 1)
– Nadere omschrijvingen (Artikel 12)
ARTIKEL 1.2
OPSTAL
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.3
FUNCTIONELE INRICHTING
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.4
HUURDERSBELANG
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.5
HERBOUWWAARDE
Het bedrag dat nodig is voor herbouw van de opstal onmiddellijk na de gebeurtenis op hetzelfde erf en met dezelfde bestemming.
ARTIKEL 1.6
VERKOOPWAARDE
De waarde van de opstal bij verkoop onder aftrek van de waarde van de grond.
ARTIKEL 1.7
SLOOPWAARDE
Het bedrag dat zou kunnen worden verkregen voor de nog bruikbare respectievelijke waardevolle onder- delen van de opstal, verminderd met de kosten van het laten afbreken, wegruimen, afvoeren, storten en vernietigen.
ARTIKEL 1.8
NIEUWWAARDE
Het bedrag, zonder korting, dat nodig is voor het ver- krijgen en bedrijfsklaar opstellen van nieuwe zaken van gelijke kwaliteit en met dezelfde of vergelijkbare technische specificaties.
ARTIKEL 1.9
DAGWAARDE
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van nieuwe zaken van gelijke kwaliteit en met dezelfde of
vergelijkbare technische specificaties onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door gebruik of slijtage dan wel technische en/of economische veroudering.
ARTIKEL 1.10
VORKBEDRAG
Het op de polis vermelde bedrag, door partijen over- eengekomen, dat volstaat met een lagere verzekerde waarde dan de herbouwwaarde van de opstal en de nieuwwaarde voor de functionele inrichting, gezien de staat waarin de opstal en/of functionele inrichting
verkeert of gezien de verwachting dat een vervangen- de opstal, ter voortzetting van een gelijkwaardig agrarisch bedrijf, op hetzelfde erf voor een lager bedrag gerealiseerd kan worden. Het bedrag van de herbouwwaarde en/of nieuwwaarde wordt als verze- kerd bedrag aangemerkt en het vorkbedrag als de maximaal te vergoeden schade.
De premieberekening geschiedt over het gemiddelde van deze waarden en het vorkbedrag.
ARTIKEL 1.11
WAARDEGARANTIE
Waardegarantie houdt in dat de onderverzekering niet mogelijk is voor die opstallen die naar herbouwwaar- de (met index) zijn verzekerd en voor functionele inrichting die naar nieuwwaarde (met index) is verze- kerd. De waardegarantie geldt gedurende de looptijd van de verzekering en nooit langer dan 6 jaar na de waardevaststelling. De waarde van deze opstallen en de functionele inrichting dient te zijn vastgesteld op door de maatschappij goedgekeurde wijze.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
Op de polis is vermeld of verzekerd is ‘Basisdekking’ of ‘Uitgebreide dekking’.
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
De verzekering dekt de in de polis vermelde zaken tegen materiële schade, indien deze onmiddellijk en uitsluitend het gevolg is van een onvoorziene gebeurtenis zoals vermeld onder:
– Basisdekking, of
– Uitgebreide dekking
ook als deze het gevolg is van een eigen gebrek.
Dit met inachtneming van de uitsluitingen en beperkingen als vermeld in artikel 4.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de looptijd van de verzekering hebben voorgedaan. Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen. Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de over- eenkomst is gesloten.
Basisdekking
Indien verzekerd:
ARTIKEL 2. 2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur
buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
– zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Als schade door brand wordt ook beschouwd de schade aan de opstal, ontstaan door en tijdens het blussen en bestrijden van brand, alsook materiële schade ontstaan bij het redden van verzekerde zaken. Hieronder is begrepen schade door wegraken of diefstal en schade aan de verzekerde opstal die het gevolg is van door de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen om de voortgang van de brand te stui- ten. Onder schade door brand wordt mede verstaan schade aan de opstal tengevolge van een naburige brand.
ARTIKEL 2.3
DIEFSTAL EN/OF VERMISSING TIJDENS BRAND, BRANDBLUSSING EN BEREDDING
ARTIKEL 2.4
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risico-adres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand tengevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.5
INDUCTIE / OVERSPANNING
Uitsluitend indien op het polisblad vermeldt. Conform voorwaarden pagina 24.
ARTIKEL 2.6
ONTPLOFFING
Alsmede implosie.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.8
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Schade aan bij deze polis verzekerde opstal door sneeuwbelasting en wateraccumulatie.
ARTIKEL 2.9
STORM
Vereist is een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 en hoger).
Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of storm- schade aan andere gebouwen in de omgeving.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd.
Naast de hierboven onder Basisdekking genoemde gevaren dekt de verzekering:
ARTIKEL 2.10
INBRAAK OF POGING DAARTOE
Vereist is het met geweld verbreken van een afslui- ting aan de buitenzijde van de opstal of aan dat gedeelte daarvan waarin de verzekerde zaken zich bevinden met het doel zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
ARTIKEL 2.11
DIEFSTAL VAN TOT DE VERZEKERDE OPSTAL BEHORENDE OPSTALONDERDELEN
Die alleen met beschadiging van het gebouw daar- van kunnen worden losgebroken.
ARTIKEL 2.12
VANDALISME
Beschadigingen aangericht uit vernielzucht door één of meer personen die wederrechtelijk de opstal of een gedeelte daarvan zijn binnengedrongen.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.13
WATER EN STOOM
Onvoorzien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen vaste aan- en afvoerleidingen en daarop aan- gesloten sanitaire en andere toestellen, alsmede cen- trale verwarmings- en airconditioningsinstallaties als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door overlopen van water uit deze installaties en toestellen.
In geval van waterschade aan de opstal is tevens gedekt:
– kosten van opsporing van het defect en van het daarmee verband houdende hak-, breek-, en herstelwerk aan de verzekerde opstal;
– kosten van herstel van de installaties, leidingen en toestellen zelf alléén in geval van springen door vorst.
ARTIKEL 2.14
REGEN, SNEEUW, HAGEL, SMELTWATER
In de opstal onvoorzien binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van balkons, daken en dakgoten of bovengrondse afvoerpijpen daarvan.
Hieronder is niet begrepen het binnendringen via deuren, ramen en vensters; evenmin de reparatie van daken, dakgoten en/of afvoerpijpen.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.15
UITBREKEN VAN VEE
Schade aan de opstal door uitbreken van vee.
ARTIKEL 2.16
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmings- of kook- installaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 2.17
MEST
Indien onvoorzien gestroomd of overgelopen uit mestbassins, -kelders, -putten of andere boven- grondse mestopslagsystemen, als gevolg van een daaraan plotseling opgetreden defect.
Deze dekking is alleen van kracht indien genoemde bassins:
– eigendom zijn van en/of behoren tot het agrarisch bedrijf van verzekerde;
– voldoen aan de Bouwtechnische richtlijnen Mestbassins (BRM)
– na 1 juni 1987 zijn gebouwd en in goede staat van onderhoud verkeren.
ARTIKEL 2.18
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie
ARTIKEL 2.19
AANRIJDING EN AANVARING
ARTIKEL 2.20
AFGEVALLEN OF UITGEVLOEIDE LADING VAN VOER- OF VAARTUIGEN
Tengevolge van aanrijding en aanvaring.
ARTIKEL 2.21
OMVALLEN
Omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoog- werkers, windmolens, vlaggenmasten, lichtmasten. Hiermee gelijk te stellen het omvallen van en/of afbreken van delen van genoemde zaken.
Van de dekking is uitgesloten schade aan deze genoemde zaken zelf.
ARTIKEL 2.22
KAPPEN OF SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.23
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend voor wat betreft vernieling of beschadi- ging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan. Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.24
LUCHTDRUK
Als gevolg van startende of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluids- barrière.
ARTIKEL 3
EXTRA DEKKINGEN
Basisdekking
ARTIKEL 3.1
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Zie de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 3.2
HONORARIA EN KOSTEN VAN EXPERTS BIJ SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door ver- zekerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemde expert. Tot de kosten van de expert wor- den ook gerekend de kosten van personen die door de expert zijn geraadpleegd. De maatschappij ver- goedt geen salaris en kosten van de expert en/of de deskundige die zich niet voorafgaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedrags- code Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx)
ARTIKEL 3.3
SALVAGE KOSTEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 3.4
OPRUIMINGSKOSTEN
Tot een maximum van 10% van het verzekerde be- drag van de beschadigde opstal en per gebeurtenis met een maximum van 15.000 euro ongeacht de hoogte van de werkelijk te maken kosten.
Zie de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
Uitgebreide gevaren
Indien de verzekering dekking biedt tegen de uitgebreide gevaren is tevens verzekerd:
ARTIKEL 3.5
OPRUIMINGSKOSTEN
Boven op wat reeds is verzekerd onder basisdekking maar in totaal nooit meer dan 10% van het verzeker- de bedrag van de beschadigde opstal per gebeurtenis. Dit maximum is ongeacht de hoogte van de werkelijk te maken kosten.
Zie de Algemene Verzekeringsvoorwaarden: Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 3.6
SCHADE AAN HET ERF
De kosten voor herstel van verharding, afrastering en/of toegang, behorende bij de verzekerde opstal, na beschadiging door brand en brandblussing, ont- ploffing, blikseminslag of neervallen van lucht- of ruimtevaartuigen.
De maximum vergoeding bedraagt 10% van het verzekerde bedrag van de beschadigde opstal per gebeurtenis. Met een maximum van 5000 euro.
ARTIKEL 3.7
HERSTELKOSTEN VAN DE TUIN
Kosten van het herstel van tuinaanleg, bestrating, en beplanting op het terrein van de opstal na beschadi- ging door brand, brandblussing, ontploffing, blikse- minslag, aanrijding en aanvaring, of neervallen van luchtvaartuigen.
De maximale vergoeding bedraagt 10% van het verzekerde bedrag van de beschadigde opstal per gebeurtenis met een maximum van 5000 euro.
De vergoeding vindt alleen plaats voor zover de schade niet voor rekening van de huurder is en is ongeachte de hoogte van het werkelijk te betalen bedrag aan herstelkosten.
ARTIKEL 3.8
EXTRA KOSTEN OP LAST VAN DE OVERHEID
Voor noodzakelijke veranderingen (exclusief brand- preventie-installaties en -maatregelen) aan de opstal krachtens wettelijk voorschrift of op last van bevoeg- de autoriteiten. De maximum vergoeding bedraagt 10% van het verzekerde bedrag voor de opstal per gebeurtenis. Verzekering van deze extra kosten is ongeacht de hoogte van het werkelijke bedrag aan te maken kosten.
ARTIKEL 3.9
HUURDERVING
De huur die verzekerde derft gedurende de periode dat de opstal door beschadiging ten gevolge van een gedekte gebeurtenis geheel of gedeeltelijk voor ver- huur aan derden ongeschikt is geworden.
Indien na een schade wordt hersteld of herbouwd is de uitkeringstermijn maximaal 52 weken. Indien niet wordt hersteld of herbouwd is de uitkeringstermijn 13 weken. De maximum vergoeding bedraagt 10% van het op de polis vermelde verzekerd bedrag van de betreffende beschadigde opstal of, in geval van waardegarantie, van de herbouwwaarde dan wel nieuwwaarde van de betreffende opstal respectieve- lijk functionele inrichting vlak voor de gedekte gebeurtenis.
Bij het vaststellen van schade wordt met de huur- overeenkomst rekening gehouden.
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 4.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 4.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
MOLEST
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.4
OVERSTROMING
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.5
STORM
Bij schade door storm is niet verzekerd:
– schade ten gevolge van achterstallig onderhoud en/of slijtage,
– schade aan rietmatten, rieten wanden en aan de opstal bevestigde glazen of lichtdoorlatende kunststof bouwsels.
ARTIKEL 4.6
SCHADE ALS GEVOLG VAN SLECHT ONDERHOUD VAN DE OPSTAL
ARTIKEL 4.7
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of verze- kerde met opzet, door al dan niet bewuste roekeloos- heid of al dan niet bewuste merkelijke schuld.
Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde die de algehele feitelijke lei- ding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan die van andere verzekerden.
ARTIKEL 4.8
MOGELIJKHEID TOT DEKKINGSBEPERKING NA GEMELDE RISICOWIJZIGING
Na ontvangst van een kennisgeving van risicowijzi- ging als vermeld in artikel 4.4 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen heeft de maatschappij het recht om de verzekeringnemer te berichten de verzekering niet of niet met dezelfde premie en/of voorwaarden te willen voortzetten.
Wordt over voortzetting met de verzekeringnemer geen overeenstemming bereikt dan zal de verzeke- ring door de maatschappij worden beëindigd. Bij opzegging zal de maatschappij een termijn van
2 maanden in acht nemen.
ARTIKEL 4.9
BEPERKTE DEKKING BIJ LEEGSTAND, BUITEN GEBRUIK, KRAKEN
Na de wijziging van het risico in leegstand, buiten gebruik of gekraakt zijn zoals in artikel 4.4 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen genoemd biedt de verzekering nog slechts beperkt dekking tegen brand en brandblussing, ontploffing, blikseminslag, storm en lucht- of ruimtevaartuigen.
ARTIKEL 4.10
ILLEGALE ACTIVITEITEN
Schade ontstaan op het (de) in de polis genoemde risico-adres(sen) wordt uitgesloten indien daar een wettelijk niet toegestane activiteit plaatsvindt, onge- acht of is aangetoond dat deze activiteit niet oorzaak van de schade vormt of dat verzekerde (bijvoorbeeld als verhuurder) niet op de hoogte was van de illegale activiteit.
Onder illegale activiteit wordt voor deze verzekering verstaan:
– onwettige teelt, fabricage of handel in hennep- producten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne, en soort- gelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
– het opslaan, verhandelen of bewerken van gesto- len zaken (bijv. het zogenaamde ‘omkatten’ van auto’s)
ARTIKEL 4.11
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Indien en voorzover sprake is van:
– achterstallig onderhoud en/of slijtage;
– schade aan rietmatten, rieten wanden en aan de opstal bevestigde glazen of lichtdoorlatende kunststof bouwsels.
ARTIKEL 4.12
EIGEN RISICO’S
1 Algemeen
Verzekerde draagt een algemeen eigen risico als dat op het polisblad is vermeld.
Behoudens het onder 4.12.2 t/m 4.12.4 bepaalde geldt dit eigen risico niet voor schade door inductie/overspanning, storm en sneeuwdruk.
Het eigen risico geldt evenmin voor schade aan glas indien glasbreuk ten aanzien van de woning of het woongedeelte apart is meeverzekerd.
2 Inductie / overspanning
Bij schade door inductie/overspanning draagt verzekerde een eigen risico van 350 euro per gebeurtenis.
Bij samenloop van deze verzekering met enige andere verzekering bij de maatschappij binnen het Agrarisch Ondernemerspakket zal het totaal eigen risico dat verzekerde zelf draagt bij deze gebeur- tenis nooit meer bedragen dan 350 euro tenzij anders is overeengekomen en op de polis vermeld.
3 Sneeuwdruk
Bij schade door sneeuwdruk draagt verzekerde een eigen risico van 800 euro per opstal met een maximum van 2000 euro per gebeurtenis tenzij anders is overeengekomen en op de polis is vermeld.
4 Storm
Bij stormschade draagt verzekerde een eigen risico van 800 euro voor elke opstal met een maximum van 2000 euro per gebeurtenis tenzij anders is overeengekomen en op de polis is vermeld.
Wanneer opstallen in aanbouw of verbouwing zijn dan wordt het vermelde eigen risico met 100% verhoogd.
5 Uitbreken van vee
Voor schade door uitbreken van vee draagt verzekerde een eigen risico van 250 euro per gebeurtenis.
Indien een algemeen eigen risico is overeenge- komen dat op het polisblad is vermeld, dan is in geval van schade het hoogste van dit eigen risico of het eigen risico bij schade door uitbreken van vee van toepassing.
Uitgebreide dekking
Naast de hierboven genoemde zijn ook de uitsluitingen en beperking van toepassing van artikel 4.13 t/m 4.15
ARTIKEL 4.13
WATER- EN NEERSLAGSCHADE
Als gevolg van:
– binnendringen van neerslag via de begane grond of openbare weg;
– binnendringen van riool- of grondwater;
– terugstromen van rioolwater;
– vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken alsmede schade die optreedt tijdens de duur van en verband houdt met reparatiewerkzaamheden;
– slecht onderhoud;
– constructiefouten.
Ook zijn uitgesloten
– schade aan isolatiemateriaal in de bedrijfsruimten;
– reparatiekosten van daken, dakgoten of afvoer- pijpen.
ARTIKEL 4.14
SCHADE AAN MESTOPSLAGSYSTEMEN
Voor wat betreft reparatiekosten van mestbassins, mestkelders, mestputten of andere bovengrondse mestopslagsystemen.
ARTIKEL 5
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
1 Opstallen
De opstallen zijn verzekerd op basis van herbouw- waarde, tenzij anders op het pilosblad is vermeld. Xxxxxx wordt vergoed naar herbouwwaarde behalve in geval van niet herstellen of niet her- bouwen, bij afbraak, onteigening, leegstand of kraken zoals artikel 6 nader bepaald.
Bij herbouw elders:
De schade wordt ook vergoed naar herbouwwaar- de bij herbouw of aankopp van eenzelfde gebouw met dezelfde bestemming overal elders binen Nederland ter voortzetting van een bedrijfsecono- misch gelijkwaardig agrarisch bedrijf. Deze aan- koop elders in Nederland is aanlsuitend aan de orde en toegestaan ingeval op grond van over- heidsmaatregelen niet op hetzelfde erf, op het risico-adres als op het polisblad vermeld mag worden herbouwd.
2 Functionele inrichting
De functionee inrichting is verzekerd naar nieuw- waarde/herbouwwaarde. De schade wordt vergoed naar nieuwwaarde/herbouwwaarde. indien anders is overeengekomen en op het polisblad uitdrukke- lijk is vermeld wordt de schade vergoed naar dag- waarde als de dagwaarde vlak voor de schadeveroorzakende gebeurtenis minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde/herbouw- waarde.
In geval van buiten bedrijfstelling, bij geen herstel of verloop van de geldigheidsduur van een waar- detaxatie wordt de schade altijd vergoed naar dagwaarde zoals in artikel 6 nader is bepaald.
ARTIKEL 6
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
Naast hetgeen in de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is vermeld gelden in geval van schade de volgende voorwaarden van artikel 6 en 7.
ARTIKEL 6.1
MEDEDELINGSPLICHT BIJ HERBOUW
Bij schade is de verzekerde verplicht, indien de ver- zekerde herstelt of herbouwt dit aan de maatschap- pij mee te delen binnen 12 maanden na de schade- datum.
Indien op last van de overheid voortzetting van het bedrijf op dezelfde plaats niet is toegestaan dan dient dit eveneens binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk aan de maatschappij te worden meege- deeld.
ARTIKEL 6.2
SCHADEVASTSTELLING EN VERGOEDING
De schade wordt vastgesteld op basis van de waar- deringsgrondslag die van toepassing is.
1 Herbouwwaarde bij herstellen of herbouwen Indien de opstal naar herbouwwaarde is verze- kerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van herbouwwaarde en verkoopwaarde. De scha- debedragen worden gesteld op het verschil tussen de waarde van de opstal onmiddellijk vóór de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het laagste van de vastgestelde schadebedragen op basis van herbouwwaarde en verkoopwaarde wordt in één termijn vergoed.
Is het vastgestelde schadebedrag op basis van verkoopwaarde lager dan het vastgestelde schade- bedrag op basis van herbouwwaarde, dan wordt het verschil vergoed indien verzekerde heeft vol- daan aan de laatst vermelde verplichting in artikel
6.1 en nadat de uitgaven voor herstel of herbouw op dezelfde plaats of, indien dit door de overheid wordt verboden, elders binnen Nederland, zijn gedaan, tenzij anders wordt overeengekomen.
Herbouw elders:
Indien bij herbouw elders de kosten hoger uitval- len dan bij herbouw op dezelfde plaats, dan wor- den de meerkosten niet vergoed.
2 Verkoopwaarde bij niet herstellen of herbouwen Indien naar verkoopwaarde is verzekerd, bij niet herstellen of herbouwen op dezelfde plaats met dezelfde bestemming of indien niet is voldaan aan de laatst vermelde verplichting in artikel 6.1, zal de schade worden vastgesteld op basis van de verkoopwaarde van de opstal onmiddellijk vóór de schade of op basis van herbouwwaarde indien deze lager is.
Het schadebedrag wordt gesteld op het verschil tussen de vastgestelde waarde van de opstal onmiddellijk vóór de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één ter- mijn vergoed.
3 Verkoopwaarde bij afbraak, onteigening, leegstand en kraken
De schade zal altijd op basis van verkoopwaarde worden vastgesteld indien reeds voor de schade:
– het voornemen bestond de opstal af te breken;
– de opstal was voorbestemd voor afbraak of onteigening;
– de opstal door de gemeente onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard.
Tenzij verzekerde een herbouwplicht heeft, zal de schade ook op deze wijze worden vastgesteld indien:
– de opstal of een als zelfstandig aan te merken deel ervan leeg stond of langer dan 8 weken buiten gebruik was en te koop stond aangebo- den;
– de opstal geheel of gedeeltelijk was gekraakt.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
4 Naar sloopwaarde
De schade wordt op basis van sloopwaarde vast- gesteld als het verzekerde bedrag op die waarde is gebaseerd zoals op het polisblad vermeld.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.3
FUNCTIONELE INRICHTING
Als de verzekerde waarde van de functionele inrich- ting is vastgesteld door een door de maatschappij daartoe benoemde en goedgekeurde deskundige en/of een door de maatschappij goedgekeurde wijze van waardevaststelling en als verzekerd is naar nieuwwaarde zal de schade worden vastgesteld op basis van nieuwwaarde en op basis van dagwaarde. Het schadebedrag wordt vastgesteld op het verschil tussen de waarde onmiddellijk vóór en van de restan- ten onmiddellijk na de gebeurtenis dan wel de her- stelkosten indien deze lager zijn.
De schade wordt altijd vergoed naar nieuwwaarde, of de herstelkosten indien deze lager zijn, gedurende de geldigheidsduur van 6 jaar van de waardetaxatie.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag naar dagwaarde wordt in één termijn uitgekeerd.
Het verschil van de vergoeding naar dagwaarde en naar nieuwwaarde of de herstelkosten wordt vergoed zodra tot herstel is overgegaan.
ARTIKEL 6.4
FUNCTIONELE INRICHTING NAAR DAGWAARDE
De schade wordt altijd vergoed naar dagwaarde:
– Indien dat uitdrukkelijk op het polisblad is vermeld;
– Indien verzekerd is naar nieuwwaarde en wanneer uitdrukkelijk op de polis is vermeld dat naar dag- waarde wordt vergoed als deze op het moment van de gebeurtenis minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
– indien de geldigheidsduur van 6 jaar van de door de maatschappij goedgekeurde waardevaststelling is ver-streken, tenzij de waarde dienovereenkom- stig opnieuw is vastgesteld;
– de functionele inrichting buiten bedrijf gesteld is en in de bedrijfsuitoefening geen functionele betekenis heeft;
– er geen herstel plaats vindt;
– de uitoefening van het bedrijf van verzekerde wordt beëindigd;
– de geldigheidsduur van de waardetaxatie volgens artikel 7.3 is verlopen en de schadeveroorzakende gebeurtenis niet heeft plaatsgevonden binnen één jaar na de installatie van de functionele inrichting.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 7
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 7.1
INDEXVOORWAARDEN OPSTAL
Dit artikel is alleen van toepassing indien door het vermelden van een indexcijfer in de polis is aange- geven dat de verzekering op indexvoorwaarden geschiedt.
Jaarlijks wordt per hoofdpremievervaldatum het verzekerd bedrag en als gevolg daarvan de premie verhoogd, verlaagd of ongewijzigd gelaten overeen- komstig het laatst vastgestelde en gepubliceerde indexcijfer voor bouwkosten zoals door de maat- schappij gehanteerd.
Het peil van de bouwkosten op de datum van ingang van deze verzekering of van omzetting op indexvoor- waarden, is uitgedrukt in het in de polis vermelde indexcijfer.
Indien bij schade blijkt, dat de waarde van de opstal hoger is dan het verzekerd bedrag, dat op de laatste premievervaldatum overeenkomstig het indexcijfer is vastgesteld, dan geldt voor de regeling van de schade een verzekerd bedrag dat overeenkomt met het indexcijfer op het moment van de schade.
Als maximum geldt 125% van het op de laatste premievervaldatum vastgestelde verzekerd bedrag. Indien tijdelijk nog een verzekering elders loopt, die niet op indexvoorwaarden is gesloten, zal de eerder vermelde wijziging als gevolg van verandering van het indexcijfer over het totale op de opstal verzekerd bedrag, dus inclusief het elders verzekerd bedrag, worden toegepast.
ARTIKEL 7.2
KELDERS EN FUNDERINGEN
De maatschappij vergoedt de waarde van kelders en funderingen tenzij deze uitdrukkelijk zijn uit- gesloten, en ook wanneer deze na een gedekte gebeurtenis onbeschadigd zijn gebleven en toch onbruikbaar zijn geworden doordat herbouw op dezelfde plaats van overheidswege niet wordt toe- gestaan en de overheid zelf niet tot schadeloos- stelling is verplicht.
ARTIKEL 7.3
WAARDEGARANTIE EN WAARDEVASTSTELLING
Op deze verzekering is ‘waardegarantie voor agrari- sche bedrijfsgebouwen’ van toepassing als de her- bouw- of nieuwwaarde is vastgesteld door een des- kundige van de maatschappij of door een deskundige met goedkeuring van de maatschappij. Een en ander volgens de door de maatschappij geaccepteerde her- bouw- en nieuwwaarde berekeningsmethodiek of gebaseerd op een door de maatschappij geaccepteerd geldig taxatierapport.
Het houdt in dat geen beroep op onderverzekering mogelijk is voor die opstallen en die functionele inrichting waarvan de waarde zoals hierboven vermeld is vastgesteld en op index is verzekerd. Opstallen en functionele inrichting waarvoor op het polisblad dan wel elders in de voorwaarden is bepaald dat op andere basis dan de herbouwwaarde is ver- zekerd zijn van deze waardegarantie uitgesloten
en geldt uitsluitend het aldus verzekerde bedrag of vergoedingsmaximum.
Geldigheidsduur:
De geldigheidsduur van de waardegarantie
is de looptijd van de verzekering met een maximum van zes jaar. Na deze termijn kan de maatschappij een nieuwe waardevaststelling of een herberekening van de herbouwwaarde volgens een door de maat- schappij geaccepteerde methodiek verlangen evenals na een schade of een andere door haar te bepalen tijdstip. De waardegarantie vervalt drie maanden nadat een daartoe strekkend verzoek door de maat- schappij, om de waarde op eenzelfde wijze als hier- voor aangegeven opnieuw vast te stellen, niet is gerealiseerd.
Dit ook in geval van een risicowijziging die niet binnen 8 weken na het optreden daarvan is gemeld, tenzij verzekerde daarvan niet op de hoogte kon zijn.
Wijziging van risico:
In aanvulling op wat in de algemene verzekerings- voorwaarden is geregeld dient de verzekeringnemer de maatschappij in kennis te stellen van iedere wijziging die invloed heeft op de verzekerde waarden en bedragen van de opstallen, zoals bij uitbreiding, vermindering van en/of andere wijzigingen in de bedrijfsactiviteiten en de functionele inrichting, of wanneer sprake is van verbouw, aanbouw, nieuw- bouw of sloop van de gebouwen en/of het verkrijgen van een sloopvergunning. De maatschappij behoudt zich het recht voor om op basis van een eerder ver- strekte opgave van risicowijziging geen voortzetting van de waardegarantie te verlenen.
ARTIKEL 7.4
ONDERVERZEKERING OPSTAL
De schade wordt vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de herbouwwaarde dan wel de nieuwwaarde of verkoopwaarde, afhankelijk van de wijze van schadevaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel 6. Indien op de polis meerdere bedragen zijn verzekerd dan geldt bovenstaande per verzekerd onderdeel.
ARTIKEL 7.5
ELDERS LOPENDE VERZEKERING
Als zaken geheel of gedeeltelijk verzekerd zijn op verschillende polissen, al dan niet van oudere datum, dan zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een evenredig aandeel in de schade.
ARTIKEL 7.6
SPECIALE POLIS
Als op deze polis verzekerde zaken tevens op een speciale polis zijn verzekerd, dan bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
L746 Hagelschad:e
Tenzij op het polisblad anders vermeldt geldt voor deze verzekering dat neerslagschade aan de verze- kerde zaken door xxxxxxxxxxx is meeverzekerd.
Hieronder wordt niet verstaan schade ten gevolge van (over-)belasting op daken en muren door hagel- stenen.
Uitgesloten is:
- schade die bestaat uit krassen, schrammen, deuken of andere lichte beschadigingen, tenzij de beschadiging van invloed is op het functioneren van de verzekerde zaak;
- schade aan verzekerde zaken die op deze polis niet tegen stormschade zijn verzekerd;
- schade ontstaan door hagel, binnengedrongen via dakbedekking, ramen, deuren, ventilatieopeningen of andreszins.
Alle bepalingen van de stormscahdedekking, inclusief die inzake het eigen risico, zijn ook op deze dekking
van toepassing.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Inductie Agrarisch
Omvang van de dekking
Wij bieden dekking voor schade door plotselinge en onvoorziene beschadiging van elektronica door:
Inductie die het gevolg is van bliksem; Andere vormen van inductie;
Over- en onderspanning
Uitsluitingen
Naast de in de Algemene en bijzondere voorwaarden genoemde uitsluitingen verlenen wij ook geen dekking voor schade:
Die het gevolg is van slijtage, corrosie, oxidatie of onvoldoende onderhoud Die het gevolg is van experimenten, overbelasting of abnormale beproevingen Die onstaat tijdens reparatiewerkzaamheden of revisie
Die materieel van aard is en die niet van invloed is op het functioneren van de apparatuur/
installatie
Aan informatiedragers zoals banden, films, platen, (harde) schijven en kaarten Aan software
Eigen risico
In geval van schade is een eigen risico van toepassing van € 350,-- per gelegenheid en per lokatie Schadevergoeding
In afwijking van de voorwaarden vergoeden wij de schade tot maximaal het verzekerde bedrag.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Inventaris/Roerende zaken Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt 2 t/m 9 Basisdekking
10 t/m 24 Uitgebreide dekking ARTIKEL 3 BIJZONDERE DEKKINGEN
1 Inventaris binnen / buiten gebouwen
2 Bedrijfsvoorraden buiten gebouwen en/of elders
3 Zonweringen, uithangborden, naampalten, antennes, lichtreclames
4 Roerende zaken en Inventaris van derden ARTIKEL 4 EXTRA DEKKINGEN
Basis dekking
1 Opruimingskosten
2 Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
3 Uithalingskosten bij broei
4 Honoraria en kosten van experts bij schaderegeling
5 Uithalingskosten van mest uit kelders en schade aan mest
6 Salvage kosten
Uitgebreide dekking
7 Opruimingskosten
8 Schade aan huurdersbelang
9 Geld/vals geld
10 Herstelkosten van de tuin
11 Braakschade aan de opstal
12 Kosten van vervoer en opslag
13 Koelschade melkveehouderij
ARTIKEL 5 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Basis dekking
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreactie
3 Molest
4 Overstroming
5 Stormschade
6 Slecht onderhoud van de opstal
7 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
8 Mogelijkheid tot dekkingsbeperking na gemelde risicowijziging
9 Beperkte dekking bij leegstand, buiten gebruik, kraken
10 Illegale activiteiten
11 Sneeuwdruk en wateraccumulatie
12 Eigen risico’s
Uitgebreide dekking
13 Water neerslag
14 Aanrijding, aanvaring en omvallen
15 Mest
16 Eigen risico’s
ARTIKEL 6 WAARDERINGSGRONDSLAG ARTIKEL 7 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 8 SCHADEVASTSTELLING HUURDERSBELANG ARTIKEL 9 UITZONDERINGEN
1 Onderverzekering
2 Onderverzekering huurdersbelang
Uitgebreide dekking:
3 Waardemarge
4 Elders lopende verzekering
5 Speciale polis
SPECIFIEKE VERZEKERINGVOORWAARDEN
Inventaris / Roerende zaken Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
BEGRIPS- EN NADERE OMSCHRIJVINGEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
– Begripsomschrijvingen (Artikel 1)
– Nadere omschrijvingen (Artikel 12)
ARTIKEL 1.2
ROERENDE ZAKEN
De in de polis vermelde roerende zaken van verze- kerde, als hierna in artikel 1.2. en 1.3 nader omschreven, aanwezig in de opstallen op het adres dat op het polisblad is vermeld en die bij verzekerde in gebruik zijn, alsmede daarbuiten zoals vermeld onder artikel 3.
ARTIKEL 1.3
INVENTARIS
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.4
FUCTIONELE INRICHTING
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.5
BEDRIJFSVOORRADEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.6
HUURDERSBELANG
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.7
NIEUWWAARDE
Het bedrag, zonder korting, dat nodig is voor het ver- krijgen en bedrijfsklaar opstellen van nieuwe zaken van gelijke kwaliteit en met dezelfde of vergelijkbare technische specificaties.
ARTIKEL 1.8
DAGWAARDE
Het bedrag dat nodig is voor het verkrijgen van nieu- we zaken van gelijke kwaliteit en met dezelfde of ver- gelijkbare technische specificaties onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door gebruik of slijtage dan wel technische en/of economische veroudering.
Voor bedrijfsvoorraden, agrarische producten, hooi en stro wordt hier onder verstaan het bedrag waarvoor verzekerde de zaken van dezelfde soort en kwaliteit normaliter koopt respectievelijk verkoopt.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
Op de polis is vermeld of verzekerd is ‘Basisdekking’ of ‘Uitgebreide dekking’.
De verzekering dekt de in de polis vermelde zaken tegen materiële schade, indien deze onmiddellijk en uitsluitend het gevolg is van een hierna vermelde, onvoorziene gebeurtenis zoals vermeld onder
– Basisdekking, of
– Uitgebreide dekking
ook als deze het gevolg is van een eigen gebrek.
Dit met inachtneming van de uitsluitingen en beperkingen als vermeld in artikel 5.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de looptijd van de verzekering hebben voorgedaan. Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen. Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitgebreid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
Hooi en stro zijn uitsluitend verzekerd tegen de onder ‘Basisdekking’ genoemde gebeurtenissen.
Basisdekking
Indien verzekerd:
ARTIKEL 2. 2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
– zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Als schade door brand wordt ook beschouwd de scha- de aan de verzekerde zaken, ontstaan door en tijdens het blussen en bestrijden van brand, alsook materiële schade ontstaan bij het redden van verzekerde zaken. Hieronder is begrepen schade door wegraken of dief- stal en schade aan de verzekerde zaken die het gevolg is van door de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen om de voortgang van de brand te stui- ten. Onder schade door brand aan de opstal wordt mede verstaan schade aan de verzekerde zaken tengevolge van een naburige brand.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen
ARTIKEL 2.3
DIEFSTAL OF VERMISSING EN/OF VERMISSING TIJDENS BRAND, BRANDBLUSSING EN BEREDDING
ARTIKEL 2.4
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risicoadres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand tengevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.5
INDUCTIE / OVERSPANNING
Uitsluitend indien op het polisblad vermeldt. Conform voorwaarden pagina 24.
ARTIKEL 2.6
ONTPLOFFING
Alsmede implosie.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
LUCHT – OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.8
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Schade aan bij deze polis verzekerde zaken als gevolg van schade aan de opstal door sneeuw- belasting en wateraccumulatie.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.9
STORM
Vereist is een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of storm- schade aan andere gebouwen in de omgeving.
Voor roerende zaken is deze dekking uitsluitend van kracht indien aanwezig in de opstal en de opstal zelf ook door storm is beschadigd.
De dekking geldt niet voor roerende zaken indien aanwezig in hooibergen en in gebouwen aan twee of meer zijden open en/of niet in aanmerking komend voor stormschadedekking.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd:
Naast de hierboven onder Basisdekking genoemde gevaren dekt de verzekering:
ARTIKEL 2.10
DIEFSTAL VAN INVENTARIS EN BEDRIJFS- VOORRADEN NA INBRAAK
Vereist is het met geweld verbreken van een afslui- ting aan de buitenzijde van de opstal of aan dat gedeelte daarvan waarin de verzekerde zaken zich bevinden met het doel zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
1 Schade aan inventaris
Automaten en vitrines zijn van deze dekking uitgesloten.
2 Verplichte Voorzorgen
Verzekerde is verplicht alle voorzorgen te nemen voor de veiligheid van verzekerde zaken in het bijzonder wat betreft de behoorlijke sluiting van vensters, luiken, deuren en andere toegangen.
ARTIKEL 2.11
AFPERSING EN BEROVING OF POGING DAARTOE
Mits gepaard gaande met geweld of bedreiging met geweld tegen één of meer personen.
ARTIKEL 2.12
VANDALISME
Beschadigingen aangericht uit vernielzucht door één of meer personen die wederrechtelijk de verzekerde opstal of een gedeelte daarvan zijn, binnengedrongen.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.13
WATER EN STOOM
1 Schade door uitstromend water
onvoorzien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen vaste aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten sanitaire en andere toe- stellen, alsmede centrale verwarming- en aircondi- tioninginstallaties als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door overlopen van water uit deze installaties en toestellen.
2 Schade aan opstal voor rekening van huurder Indien verzekerde huurder is van de opstal en voorzover deze kosten niet worden vergoed door de opstaleigenaar of diens verzekeraar(s) dan zijn verzekerd:
– De kosten van opsporing van het defect, het daarmee verband houdende hak-, breek– en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van de opstal, alsmede aange- brachte veranderingen, verbeteringen en betimmeringen;
– De kosten van herstel van de installaties, leidingen en toestellen zelf alléén ingeval van springen door vorst.
ARTIKEL 2.14
REGEN, SNEEUW, HAGEL, SMELTWATER
In de opstal onvoorzien binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van balkons, daken en dakgoten of bovengrondse afvoerpijpen daarvan.
Hieronder is niet begrepen het binnendringen via deuren, ramen en vensters; evenmin de reparatie van daken, dakgoten en/of afvoerpijpen.
ARTIKEL 2.15
UITBREKEN VAN VEE
Schade aan de inventaris door uitbreken van vee.
ARTIKEL 2.16
MEST
Indien en voorzover gestroomd of overgelopen uit mestbassins, -kelders, -putten of andere bovengrond- se mestopslagsystemen, als gevolg van een daaraan plotseling opgetreden defect.
Deze dekking is alleen van kracht indien genoemde bassins:
– eigendom zijn van en/of behoren tot het agrarisch bedrijf van verzekerde;
– voldoen aan de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM);
– na 1 juni 1987 zijn gebouwd en in goede staat van onderhoud verkeren.
ARTIKEL 2.17
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmings- of kook- installaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 2.18
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
ARTIKEL 2.19
AANRIJDING EN AANVARING
Van de op de polis genoemde opstal, een belendend gebouw of van de vast opgestelde bedrijfsinventaris.
ARTIKEL 2.20
AFGEVALLEN OF UITGEVLOEIDE LADING VAN VOER- OF VAARTUIGEN
Ten gevolge van aanrijding en aanvaring.
ARTIKEL 2.21
OMVALLEN
Omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoog- werkers, windmolens, vlaggenmasten, lichtmasten. Hiermee gelijk te stellen het omvallen en/of afbreken van delen van genoemde zaken. Van de dekking is
uitgesloten schade aan deze genoemde zaken zelf.
ARTIKEL 2.22
KAPPEN OF SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.23
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend voor wat betreft vernieling of beschadi- ging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan. Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.24
LUCHTDRUK
Als gevolg van startende of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluids- barrière.
ARTIKEL 3
BIJZONDERE DEKKINGEN
Tevens zijn verzekerd:
ARTIKEL 3.1
INVENTARIS BINNEN/BUITEN GEBOUWEN EN ELDERS
De dekking (basis- of uitgebreide dekking) zoals op het polisblad vermeld geldt voor verzekerde inven- taris binnen opstallen en ook daarbuiten, mits op het risicoadres van het bedrijf van verzekerde.
Dit met uitzondering van schade door storm. Bevindt de inventaris zich tijdelijk elders binnen Nederland, België of Duitsland, maar hoogstens
3 maanden achtereen, ten behoeve van het eigen gebruik of ten dienste van de eigen bedrijfsuitoefe- ning, dan is deze ook verzekerd tegen de gebeurte- nissen zoals op het polisblad vermeld (basis- of uitgebreide dekking met uitzondering van storm). In andere gevallen is de inventaris, mits binnen Nederland, alleen verzekerd tegen de op het polis-
blad vermelde gebeurtenissen (met uitzondering van storm) voorzover daar ruimte is binnen het verzeker- de bedrag tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag. Een en ander voorzover derden niet aan- sprakelijk zijn voor de schade.
ARTIKEL 3.2
BEDRIJFSVOORRADEN BUITEN GEBOUWEN EN /OF ELDERS
De dekking (basis- of uitgebreide dekking) zoals op het polisblad is vermeld geldt voor verzekerde bedrijfsvoorraden binnen opstallen.
Buiten de opstallen zijn deze uitsluitend gedekt tegen de op de polis genoemde gebeurtenissen (basis- of uitgebreid) mits op het risicoadres van verzekerde.
Bevinden de bedrijfsvoorraden zich elders binnen Nederland, België of Duitsland dan is er dekking voor- zover binnen het verzekerde bedrag daartoe ruimte
is hoogstens 10% van het verzekerde bedrag. Een en ander voorzover derden niet aansprakelijk zijn voor de schade.
ARTIKEL 3.3
ZONWERINGEN, UITHANGBORDEN, NAAMPLATEN, ANTENNES EN LICHTRECLAMES,
Die aan de buitenzijde van de op de polis genoemde opstallen zijn bevestigd tegen de gevaren genoemd in artikel 2.1 t/m 2.7 (brand en brandblussing, blikseminslag, inductie/overspanning, ontploffing, lucht- of ruimtevaartuigen) in geval van basisdekking alsmede in geval van uitgebreide dekking tegen de gevaren genoemd in 2.19, t/m 22 (olie, rook en roet, aanrijding/aanvaring, afgevallen en uitgevloeide lading, omvallen, kappen en snoeien.
Voor deze zaken zal schade vergoed worden op basis van dagwaarde.
ARTIKEL 3.4
ROERENDE ZAKEN EN INVENTARIS VAN DERDEN
Roerende zaken en inventaris van derden die verze- kerde onder zich heeft uit hoofde van zijn beroep of bedrijf zijn meeverzekerd mits deze zich in de opstal bevinden, het verzekerde bedrag hiervoor ruimte biedt en deze niet of niet voldoende elders zijn ver- zekerd.
Deze dekking is tegen de verzekerde gevaren als op het polisblad vermeld (basisdekking of uitgebreide dekking).
ARTIKEL 4
EXTRA DEKKINGEN
De verzekering dekt – zonodig boven het verzekerde bedrag van de verzekerde inventaris en bedrijfsvoor- raden - de hierna genoemde schaden en kosten ontstaan door een of meer van de gedekte gebeurte- nissen zoals vermeld op het polisblad (basisdekking of uitgebreide dekking).
Basisdekking
ARTIKEL 4.1
OPRUIMINGSKOSTEN
Tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag per gebeurtenis met een maximum van 15.000 euro. Genoemd maximum is ongeacht het werkelijke belang.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 4.2
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
UITHALINGSKOSTEN BIJ BROEI
Hieronder wordt verstaan de niet reeds onder bered- dings- of opruimingskosten begrepen en door verze- kerde gemaakte kosten van uithalen bij broei in verzekerde zaken mits het uithalen is geschied op last van de brandweer of na voorafgaande goed- keuring door de maatschappij.
Vergoeding tot maximaal 1250 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 4.4
UITHALINGSKOSTEN VAN MEST UIT KELDERS EN SCHADE AAN MEST
Hieronder wordt verstaan de niet reeds onder bered- dingskosten begrepen en door verzekerde gemaakte kosten van uithalen van mest uit mestkelders, alsme- de de schade aan mest ten gevolge van een gedekte gebeurtenis na voorafgaande goedkeuring door de maatschappij.
Vergoeding tot maximaal 5000 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 4.5
HONORARIA EN KOSTEN VAN EXPERTS BIJ SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door ver- zekerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemd expert. Tot de kosten van de expert worden ook gerekend de kosten van perso- nen die door deze expert zijn geraadpleegd.
De maatschappij vergoedt geen salaris en kosten van de expert die zich niet voorafgaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedrags- code Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx)
ARTIKEL 4.6
SALVAGE KOSTEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
Uitgebreide dekking
Indien de verzekering dekking biedt tegen de uitgebreide gevaren is tevens verzekerd:
ARTIKEL 4.7
OPRUIMINGSKOSTEN
Boven op wat reeds is verzekerd onder basisdekking met in totaal nooit meer dan 10% van het verzekerd bedrag per gebeurtenis ongeacht de hoogte van de werkelijk te maken kosten.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen
ARTIKEL 4.8
SCHADE AAN HUURDERSBELANG
Tot ten hoogste 10% van het verzekerde bedrag per gedekte gebeurtenis.
Indien een apart bedrag aan huurdersbelang is ver- zekerd, ongeacht de werkelijke kosten, dan vindt deze uitkering op deze polis plaats in aanvulling op het apart verzekerd bedrag.
ARTIKEL 4.9
GELD / VALS GELD
1 Verlies of tenietgaan van geld en/of geldswaardige papieren voor zover aanwezig in de op de polis genoemde opstal, tot ten hoogste 10% van het verzekerde bedrag met een maximum van
1250 euro per verzekerde gebeurtenis.
Fraude met een pinpas is niet verzekerd. Onder
geld wordt ook verstaan elektronisch opgeslagen geld anders dan chipknip. Creditcards zijn geen geldswaardig papier in de zin van deze verzeke- ring.
2 Schade door het accepteren van vals geld (niet het accepteren van ongedekte cheques), als betaling ontvangen in de op de polis genoemde opstal voor door verzekerde in het kader van zijn bedrijf geleverde producten en/of verleende diensten, tot ten hoogste 10% van het verzeker-
de bedrag aan inventaris en bedrijfsvoorraad met een maximum van 1250 euro per gebeurtenis.
Het genoemde maximum is ongeacht het werkelijke belang.
ARTIKEL 4.10
HERSTELKOSTEN VAN DE TUIN
Kosten van het herstel van tuinaanleg, bestrating, en beplanting op het terrein van het risicoadres na beschadiging door brand, brandblussing, ontploffing, blikseminslag, aanrijding en aanvaring, of neervallen van luchtvaartuigen.
De maximale vergoeding bedraagt 10% van het verzekerde bedrag van de verzekerde inventaris en bedrijfsvoorraden per gebeurtenis met een maximum van 5000 euro per gebeurtenis.
De vergoeding vindt alleen plaats voor zover de schade voor rekening van verzekerde zelf is en mits de schade door de verzekerde wordt hersteld.
ARTIKEL 4.11
BRAAKSCHADE AAN DE OPSTAL
Tot een maximum van 10% van het verzekerde bedrag aan inventaris en bedrijfsvoorraden tot ten hoogste 5000 euro per gebeurtenis. Vergoeding van deze schade vindt alleen plaats als en voorzover de verzekerde huurder is van de opstal en de eigenaar van de opstal niet verplicht is de schade te herstellen. Genoemd maximum is ongeacht het werkelijke belang.
ARTIKEL 4.12
KOSTEN VAN VERVOER EN OPSLAG
Van verzekerde inventaris en bedrijfsvoorraden nood- zakelijk geworden door een gedekte gebeurtenis voorzover niet op een andere polis verzekerd, gedu- rende een periode van maximaal 52 weken indien het bedrijf wordt voortgezet. Indien het bedrijf niet wordt voortgezet bedraagt de maximale uitkering 10 weken. De maximum vergoeding bedraagt per gebeurtenis 10% van het verzekerde bedrag waarvoor de inven- taris en bedrijfsvoorraden zijn verzekerd.
Genoemd maximum is ongeacht het werkelijke belang.
ARTIKEL 4.13
KOELSCHADE MELKVEEHOUDERIJ
Als de aard van het bedrijf van verzekerde is melk- veehouderij dan is materiële schade door waarde- vermindering van opgeslagen, gekoelde melk gedekt indien dit een gevolg is van een plotseling en onvoorzien opgetreden materiaal defect aan de koelinstallatie van de melkkoeltank.
Onvoldoende koelcapaciteit van de installatie door onvoldoende brandstof is niet gedekt. Deze dekking geldt alleen wanneer de koelinstallatie is voorzien van een onderhoudscontract en alarmering.
De vergoeding bedraagt ten hoogste 2500 euro.
ARTIKEL 5
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 5.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 5.2
ATOOMKERNREACTIE
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.4
OVERSTROMING
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
ARTIKEL 5.5
STORMSCHADE
Bij schade door storm is niet verzekerd schade
– aan roerende zaken indien aanwezig in hooi- bergen en in gebouwen aan twee of meer zijden open en/of niet in aanmerking komend voor stormschadedekking;
– aan inventaris en bedrijfsvoorraden die zich buiten de opstallen of elders bevinden;
– ten gevolge van achterstallig onderhoud en/of slijtage;
– aan rietmatten, rieten wanden en aan de opstal bevestigde glazen of lichtdoorlatende kunststof bouwsels.
ARTIKEL 5.6
SCHADE ALS GEVOLG VAN SLECHT ONDERHOUD VAN DE OPSTAL
ARTIKEL 5.7
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of ver- zekerde met opzet, door al dan niet bewuste roeke- loosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde die de algehele feitelijke lei- ding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan die van andere verzekerden.
ARTIKEL 5.8
MOGELIJKHEID TOT DEKKINGSBEPERKING NA GEMELDE RISICOWIJZIGING
Na ontvangst van een kennisgeving van risicowijzi- ging als vermeld in artikel 4.4 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen heeft de maatschappij het recht om de verzekeringnemer te berichten de verzekering niet of niet met dezelfde premie en/of voorwaarden te willen voortzetten.
Wordt over voortzetting met de verzekeringnemer geen overeenstemming bereikt dan zal de verzeke- ring door de maatschappij worden beëindigd. Bij opzegging zal de maatschappij een termijn van
2 maanden in acht nemen.
ARTIKEL 5.9
BEPERKTE DEKKING BIJ LEEGSTAND, BUITEN GEBRUIK, KRAKEN
Na de wijziging van het risico in leegstand, buiten gebruik of gekraakt zijn zoals hierboven in artikel 4.4 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen genoemd biedt de verzekering nog slechts beperkt dekking tegen brand en brandblus- sing, ontploffing, blikseminslag, storm en lucht- of ruimtevaartuigen.
ARTIKEL 5.10
ILLEGALE ACTIVITEITEN
Schade ontstaan op het (de) in de polis genoemde risicoadres(sen) wordt uitgesloten, indien daar een wettelijk niet toegestane activiteit plaatsvindt, onge- acht of is aangetoond dat deze activiteit niet de oorzaak van de schade vormt of dat verzekerde (bijvoorbeeld als verhuurder) niet op de hoogte was van de illegale activiteit.
Onder illegale activiteit wordt voor deze verzekering verstaan:
– onwettige teelt, fabricage of handel in hennep- producten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne, en soort- gelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
– het opslaan, verhandelen of bewerken van gesto- len zaken (bijvoorbeeld het zogenaamde ‘omkat- ten’ van auto’s).
ARTIKEL 5.11
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Schade indien en voorzover sprake is van achterstal- lig onderhoud en/of slijtage, schade aan rietmatten, rieten wanden en aan de opstal bevestigde glazen
of lichtdoorlatende kunststof bouwsels.
ARTIKEL 5.12
EIGEN RISICO’S
1 Algemeen
Verzekerde draagt een algemeen eigen risico als dat op het polisblad is vermeld. Dit eigen risico geldt niet voor schade door inductie/overspanning.
2 Inductie/overspanning
Bij schade door inductie/overspanning draagt ver-
zekerde een eigen risico van 350 euro per gebeurte- nis. Bij samenloop van deze verzekering met enige andere verzekering bij de maatschappij binnen Agrarisch Ondernemerspakket zal het totaal eigen risico bij deze gebeurtenis nooit meer bedragen dan 350 euro tenzij anders is overeengekomen en op de polis is vermeld.
Uitgebreide dekking
Naast de hierboven genoemde zijn ook de volgende gebeurtenissen uitgesloten en beperking van toepas- sing:
ARTIKEL 5.13
WATER, NEERSLAG
Schade als gevolg van:
– binnendringen van neerslag via de begane grond of openbare weg;
– binnendringen van riool- of grondwater;
– terugstromen van rioolwater;
– vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken;
– in open gebouwen, of door ventilatie-openingen;
– schade door neerslag die optreedt tijdens de duur van en verband houdt met reparatiewerk- zaamheden;
– constructiefouten;
– slecht onderhoud.
ARTIKEL 5.14
AANRIJDING, AANVARING EN OMVALLEN VAN BOMEN
Schade aan verzekerde zaken buiten de opstal.
ARTIKEL 5.15
MEST
Kosten voor het opruimen van mest bij derden zijn niet gedekt.
ARTIKEL 5.16
EIGEN RISICO’S
1 Uitbreken van vee
Voor schade door uitbreken van vee draagt verze- kerde een eigen risico van 250 euro per gebeurte- nis. In geval van schade door uitbreken van vee geldt de hoogste van het algemeen eigen risico en het eigen risico voor het uitbreken van vee.
2 Indien een algemeen risico is overeengekomen dat op het polisblad is vermeld dan is in geval van schade het hoogste van dit eigen risico of het
eigen risico van schade door utbreken van vee van toepassing.
ARTIKEL 6
WAARDERRINGSGRONDSLAG
De inventaris/roerende zaken zijn verzekerd op basis van dagwaarde tenzij verzekerd is naar nieuwwaarde zoals op het polisblad vermeld.
Altijd dagwaarde:
De schade wordt altijd vergoed naar dagwaarde
– indien verzekerde reeds voor de schade het voor- nemen had het bedrijf te beëindigen;
– voor zaken waarvan de dagwaarde voor de schade minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
– voor zaken met een antiquarische of zeldzaam- heidswaarde;
– voor zaken, die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor ze bestemd waren;
– voor zaken bevestigd aan de opstal, zijnde zon- weringen, uithangborden, naamplaten, antennes, lichtreclames als vermeld in artikel 3.3.
ARTIKEL 7
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
Naast hetgeen in de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is vermeld gelden in geval van schade de volgende voorwaarden van artikel 7 en 8.
ARTIKEL 7.1
MEDEDELINGSPLICHT BIJ HERINVESTERING
Bij schade is de verzekerde verplicht indien tot her- aanschaf of herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan dit aan de maatschappij mee te delen binnen 12 maanden na de schadedatum.
Indien op last van de overheid voortzetting van het bedrijf op dezelfde plaats niet is toegestaan dan dient dit eveneens binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk aan de maatschappij te worden meege- deeld.
ARTIKEL 7.2
SCHADEVASTSTELLING EN VERGOEDING
De schadevaststelling vindt plaats op basis van de waarderingsgrondslag die van toepassing is.
1 Dagwaarde
De schade wordt vastgesteld op het verschil tus- sen de dagwaarde van de inventaris onmiddellijk vóór de schade en de restanten onmiddellijk daar- na, of indien dit minder is, op het bedrag van de begrote herstelkosten.
Schadevergoeding
Het vastgesteld schadebedrag op basis van dag- waarde wordt in één termijn vergoed.
2 Nieuwwaarde
Indien naar nieuwwaarde is verzekerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van nieuw- waarde en van dagwaarde.
Het schadebedrag op basis van nieuwwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de nieuw- waarde van de inventaris onmiddellijk vóór de schade en van de restanten onmiddellijk daarna of, indien dit minder is, op het bedrag van de herstelkosten, eventueel vermeerderd met een door de schade veroorzaakte en door herstel niet opgeheven waardevermindering
Het schadebedrag op basis van dagwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de dagwaarde van de inventaris onmiddellijk vóór de schade en de restanten onmiddellijk daarna, of indien dit minder is, op het bedrag van de begrote herstelkosten.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag op basis van dagwaarde wordt in één termijn vergoed.
Het verschil tussen het uitgekeerde schadebedrag en het vastgestelde schadebedrag op basis van nieuwwaarde wordt vergoed, indien verzekerde heeft voldaan aan de laatst vermelde verplichting in artikel 6.1 en nadat de uitgaven voor heraan- schaf of herstel zijn gedaan. De totale schade- vergoeding zal nooit meer bedragen dan de werkelijk bestede kosten.
3 Altijd dagwaarde
Naast de in artikel 6 genoemde gevallen wordt altijd op basis van dagwaarde vergoed als niet is voldaan aan de in artikel 7.1 vermelde medede- lingsplicht inzake heraanschaf of herstel en voort- zetting van eht bedrijf.
ARTIKEL 7.3
SCHADEVASTSTELLING BEDRIJFSVOORRADEN, DIEREN EN AGRARISCHE PRODUCTEN
Voor de schadevaststelling van bedrijfsvoorraden wordt uitgegaan van de dagwaarde, die wordt gesteld op het bedrag waarvoor de verzekerde de zaken
van dezelfde soort en kwaliteit koopt respectievelijk verkoopt.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 7.4
SCHADEVASTSTELLING HOOI EN STRO
De schade wordt vastgesteld op basis van dagwaarde.
ARTIKEL 8
SCHADEVASTSTELLING HUURDERSBELANG
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van het bedrag dat nodig is om huurdersbelang van dezelfde soort en kwaliteit aan te brengen dan wel de repara- tiekosten indien deze lager zijn.
Betreft de schade de functionele inrichting dan wordt de schade vastgesteld en vergoed volgens de regeling voor inventaris als vermeld in artikel 6.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 9
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 9.1
ONDERVERZEKERING
In geval van onderverzekering wordt de schade aan inventaris en bedrijfsvoorraden, alsmede de kosten als vermeld in artikel 4.10 (tuinaanleg) en 4.12 (kos- ten vervoer en opslag) vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de nieuwwaarde dan wel de dagwaarde afhankelijk van de wijze van schade- vaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 (Specifieke schadebepalingen).
Voor overige roerende zaken wordt de schade ver- goed in geval van onderverzekering naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de inkoopwaarde en/of kostprijs afhankelijk van de wijze van schadevaststel- ling overeenkomstig het bepaalde in artikel 6. Indien op de polis verschillende bedragen zijn verzekerd geldt bovenstaande per verzekerd onderdeel.
ARTIKEL 9.2
ONDERVERZEKERING HUURDERSBELANG
In geval van onderverzekering wordt de schade ver- goed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de herstelkosten.
Uitgebreide dekking
Indien uitgebreide dekking is verzekerd dan wordt bij de schadevergoeding op inventaris, inrichting en bedrijfsvoorraden een waardemarge in aanmerking genomen zoals hieronder vermeld:
ARTIKEL 9.3
WAARDEMARGE
Onderverzekering wordt niet toegepast voor zover bij een gedekte gebeurtenis mocht blijken dat het verze- kerde bedrag van inventaris, of bedrijfsvoorraden niet minder bedraagt dan 80% (voor bedrijfsinventaris), respectievelijk 85% (voor bedrijfsvoorraden) van de werkelijke waarde van deze zaken. Is derhalve sprake van meer dan 20% respectievelijk 15% onderverze- kering, dan is het vermelde in de polisvoorwaarden over onderverzekering onverminderd van kracht.
Het bedrag van de schade-uitkering zal echter nimmer meer bedragen dan het verzekerde bedrag voor de betreffende inventaris en bedrijfsvoorraad.
ARTIKEL 9.4
ELDERS LOPENDE VERZEKERING
Als zaken geheel of gedeeltelijk verzekerd zijn op verschillende polissen, al dan niet van oudere datum, dan zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een evenredig aandeel in de schade.
ARTIKEL 9.5
SPECIALE POLIS
Als op deze polis verzekerde zaken tevens op een speciale polis zijn verzekerd, dan bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
L746 Hagelschad:e
Tenzij op het polisblad anders vermeldt geldt voor deze verzekering dat neerslagschade aan de verze- kerde zaken door xxxxxxxxxxx is meeverzekerd.
Hieronder wordt niet verstaan schade ten gevolge van (over-)belasting op daken en muren door hagel- stenen.
Uitgesloten is:
- schade die bestaat uit krassen, schrammen, deuken of andere lichte beschadigingen, tenzij de beschadiging van invloed is op het functioneren van de verzekerde zaak;
- schade aan verzekerde zaken die op deze polis niet tegen stormschade zijn verzekerd;
- schade ontstaan door hagel, binnengedrongen via dakbedekking, ramen, deuren, ventilatieopeningen of andreszins.
Alle bepalingen van de stormscahdedekking, inclusief die inzake het eigen risico, zijn ook op deze dekking
van toepassing.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Dieren Agrarisch
Basis-/Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 t/m 10 Basis dekking
11 t/m 22 Uitgebreide dekking
23 Dood en verlies door ziekte en acute vergiftiging
24 Dood door ongeval
25 Dood en waardevermindering door uitval regelapparatuur
ARTIKEL 3 EXTRA DEKKINGEN
1 Kosten dierenarts
2 Xxxxxxxxxxxx
0 Aanvullende uitkering Rundvee
4 Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
5 Honoraria en kosten van deskundigen bij schaderegeling
ARTIKEL 4 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreactie
3 Molest
4 Overstroming
5 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
6 Verwaarlozing
7 Eigen risico
8 Andere vergoedingsregeling
9 Pootaandoeningen
10 Uieraandoeningen
11 Voeding- en milieuziekten
12 Aankoop na ziekte
13 Sanering
14 Vee jonger dan 3 maanden
15 Inenting vleesstieren
Uitval regelapparatuur:
16 Externe toelevering van elektriciteit, gas, water
17 Onvoldoende onderhoud, slijtage e.d.
18 Abnormaal gebruik
19 Onjuiste instelling, bedieningsfouten e.d.
ARTIKEL 5 WAARDERINGSGRONDSLAG
ARTIKEL 6 RISICOWIJZIGING EN/OF -VERZWARING MET MELDINGSPLICHT
ARTIKEL 7 BIJZONDERE VERPLICHTING BIJ VERZEKERING VAN UITVAL VAN REGELAPPARATUUR
ARTIKEL 8 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN ARTIKEL 9 UITZONDERINGEN
1 Onderverzekering
2 Elderslopende verzekering
3 Speciale polis
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Dieren Agrarisch
Basis-/Uitgebreide dekking
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
VERZEKERDE
De verzekeringnemer en/of de natuurlijke of rechts- persoon die op grond van de polis rechten kan ontlenen aan de polis.
ARTIKEL 1.2
DIEREN
De op de polis vermelde dieren dienende tot de uitoefening van het bedrijf van verzekerde, die op de schadedatum daar aanwezig zijn.
ARTIKEL 1.3
VERZEKERD BEDRAG
Het totaal bedrag waarvoor alle dieren samen zijn verzekerd.
Van de diersoorten rundvee, varkens, schapen en geiten ten hoogste 2000 euro per dier en voor paarden ten hoogste 12.500 euro.
ARTIKEL 1.4
VERZEKERDE WAARDE
De waarde waarvoor de dieren zijn verzekerd is de waarde in gezonde staat vlak voor de gedekte gebeurtenis, waarvoor dieren van dezelfde soort en kwaliteit kunnen worden aangekocht.
ARTIKEL 1.5
ZIEKTE
Onder ziekte wordt verstaan een infectueuze aan- doening die leidt tot een proces dat veranderingen teweeg brengt in cellen, weefsels en organen, waarvoor het functionele evenwicht van het lichaam wordt verstoord en een reactie tot herstel wordt opgeroepen.
De ziekte moet het gevolg zijn van één en dezelfde oorzaak, op hetzelfde tijdstip en tijdens de looptijd van de verzekering. Tussen de geconstateerde ziek- teverschijnselen bij getroffen dieren dient een direct verband te bestaan.
Ten tijde van uitbraak van de ziekte dient deze algemeen wetenschappelijk erkend te zijn.
ARTIKEL 1.8
ONGEVAL
Een plotseling en rechtstreeks op de dieren inwerkend geweld dat dood of veterinair vast te stellen letsel tot gevolg heeft. Onder ongeval wordt ook verstaan verdrinking.
Ongevallen ontstaan op hetzelfde of nagenoeg hetzelfde tijdstip als gevolg van eenzelfde oorzaak worden beschouwd als één gebeurtenis.
De gedekte gebeurtenissen genoemd onder artikel
2.2 t/m 2.22 (brand en uitgebreide gevaren) worden niet aangemerkt als ongeval in de zin van deze polis.
ARTIKEL 1.9
ACUTE VERGIFTIGING
Een acute vergiftiging ten gevolge van het plotseling en ongewild binnenkrijgen van gassen, dampen, vloeibare of vaste stoffen.
ARTIKEL 1.10
DOOD
Hieronder ook te verstaan het afmaken in verband met een uit veterinair oogpunt spoedig te verwachten dood.
ARTIKEL 1.11
VERLIES DOOR DIEFSTAL, VERDUISTERING
Indien gepleegd respectievelijk vastgesteld op het- zelfde of nagenoeg hetzelfde tijdstip worden deze beschouwd als één gebeurtenis.
ARTIKEL 1.12
AFVOER
Het ruimen als gevolg van overschrijding met 50% of meer van de laatst geregistreerde gemiddelde tussenkalftijd van het bedrijf.
De afvoer dient plaats te vinden na overleg met en toestemming van de maatschappij of de door haar ingeschakelde deskundige.
ARTIKEL 1.13
REGELAPPARATUUR
Apparatuur en de daarbij behorende leidingen, aan- wezig op het bedrijf van verzekerde en bestemd om de leefomstandigheden van de dieren te reguleren door middel van verwarming, ventilatie, verlichting, voeder- en drinkwaterverstrekking, alsmede lucht- behandelingsystemen zoals luchtkoel- en luchtbe- vochtigingsinstallaties.
ARTIKEL 1.14
ALARMSYSTEEM BIJ REGELAPPARATUUR
Installatie bestaande uit detectieapparatuur, centrale verwerkingsapparatuur en signaleringsapparatuur welke als doel heeft het signaleren van plotseling en onvoorzien uitvallen of onjuist functioneren van de regelapparatuur.
Het alarmsysteem en de alarmopvolging dient aan de volgende eisen te voldoen:
– onafhankelijk van het elektriciteitsnet te allen tijde minimaal een half uur kunnen functioneren;
– in werking treden zodra de regelapparatuur uitvalt of onjuist functioneert en/of het detectie- circuit wordt onderbroken.
– een door de signaleringsapparatuur uitgezonden alarmsignaal dient op ieder moment waarneem- baar te zijn voor verzekerde of een tot het adequaat reageren bekwame vervanger of ver- tegenwoordiger van verzekerde waarna onmid- dellijk maatregelen kunnen worden getroffen ter voorkoming of beperking van schade.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
De verzekering dekt de in de polis vermelde dieren tegen materiële schade, indien deze onmiddellijk en uitsluitend het gevolg is van een hierna vermelde, onvoorziene gebeurtenis zoals voor de onderscheiden diersoorten op het polisblad en hierna is aangegeven onder:
– Basisdekking
– Uitgebreide dekking
– Dood en verlies door ziekte en acute vergiftiging (van minstens twee verzekerde dieren)
– Dood door ongeval (van minstens twee verzekerde dieren)
– Dood en waardevermindering door uitval regel- apparatuur, ook als deze het gevolg is van een eigen gebrek.
Dit met inachtneming van de uitsluitingen en beper- kingen als vermeld in artikel 4.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de loop- tijd van de verzekering hebben voorgedaan.
Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzi- gingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
Basisdekking
Indien verzekerd:
ARTIKEL 2.2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
– zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Als schade door brand wordt ook beschouwd de scha- de aan de verzekerde zaken, ontstaan door en tijdens het blussen en bestrijden van brand, alsook materiële schade ontstaan bij het redden van verzekerde zaken. Hieronder is begrepen schade door wegraken of dief- stal en schade aan de verzekerde zaken die het gevolg is van door de bevoegde autoriteiten genomen maatregelen om de voortgang van de brand te stui- ten. Onder schade door brand aan de opstal wordt mede verstaan schade aan de verzekerde zaken tengevolge van een naburige brand.
ARTIKEL 2.3
DIEFSTAL EN/OF VERMISSING TIJDENS BRAND, BRANDBLUSSING EN BEREDDING
ARTIKEL 2.4
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risicoadres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand tengevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.5
ONTPLOFFING
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.6
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen, Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.8
STORM
Vereist is een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of storm- schade aan andere gebouwen in de omgeving. Voor dieren is deze dekking uitsluitend van kracht indien aanwezig in de opstal en de opstal zelf ook door storm is beschadigd.
De dekking geldt niet voor roerende zaken indien aanwezig in hooibergen en in gebouwen aan twee of meer zijden open en/of niet in aanmerking komend voor stormschadedekking.
ARTIKEL 2.9
ELEKTROCUTIE
Plotseling en onvoorzien.
ARTIKEL 2.10
VERSTIKKING
Tijdens en als direct gevolg van een onder de basis- dekking genoemde gebeurtenis waartegen de dieren zijn verzekerd.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd:
Naast de hierboven onder Basisdekking genoemde gebeurtenissen dekt de verzekering:
ARTIKEL 2.11
DIEFSTAL VAN DIEREN NA INBRAAK
Vereist is het met geweld verbreken van een afslui- ting aan de buitenzijde van de opstal met het doel
zich wederrechtelijk toegang te verschaffen. Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.12
VANDALISME
Beschadigingen en verwondingen aangericht uit ver- nielzucht door één of meer personen die wederrechte- lijk de verzekerde opstal of gedeelte daarvan zijn binnengedrongen.
ARTIKEL 2.13
WATER, STOOM, BLUSMIDDEL
Schade door uitstromend water onvoorzien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen vaste aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten sanitaire en andere toestellen, alsmede centrale verwarming- en airconditioninginstallaties als gevolg van een plotse- ling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door overlopen van water uit deze installa- ties en toestellen.
ARTIKEL 2.14
REGEN, SNEEUW, HAGEL, SMELTWATER
In de opstal onvoorzien binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van balkons, daken en dak- goten of bovengrondse afvoerpijpen daarvan.
Hieronder is niet begrepen het binnendringen via deuren, ramen en vensters; evenmin de reparatie van daken, dakgoten en/of afvoerpijpen.
ARTIKEL 2.15
MEST
Indien en voorzover gestroomd of overgelopen uit mestbassins, -kelders, -putten of andere bovengrond- se mestopslagsystemen, als gevolg van een daaraan plotseling opgetreden defect.
Deze dekking is alleen van kracht indien genoemde bassins:
– eigendom zijn van en/of behoren tot het agrarisch bedrijf van verzekerde;
– voldoen aan de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM);
– na 1 juni 1987 zijn gebouwd en in goede staat van onderhoud verkeren.
ARTIKEL 2.16
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarming- of kookin- stallaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 2.17
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarming- of kookinstallatie.
ARTIKEL 2.18
AANRIJDING EN AANVARING
Van de op de polis genoemde opstal, een belendend gebouw of van de vast opgestelde bedrijfsinventaris.
ARTIKEL 2.19
AFGEVALLEN OF UITGEVLOEIDE LADING VAN VOER- OF VAARTUIGEN
Ten gevolge van aanrijding en aanvaring van de opstal.
ARTIKEL 2.20
OMVALLEN
Omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoogwer- kers, windmolens, vlaggenmasten, lichtmasten.
Hiermee gelijk te stellen het omvallen en/of afbreken van delen van genoemde zaken. Van de dekking is uitgesloten schade aan deze genoemde zaken zelf.
ARTIKEL 2.21
KAPPEN, SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.22
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend voor wat betreft vernieling of beschadiging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.23
DOOD EN VERLIES DOOR ZIEKTE EN ACUTE VERGIFTIGING
Indien uitdrukkelijk verzekerd zoals vermeld op het polisblad.
1 Onder deze dekking wordt verstaan:
dood als gevolg van ziekte, en acute vergiftiging alsmede verlies en afvoer.
Voor vleesvee is deze dekking beperkt tot schade door dood en verlies. Voor voormalige melkkoeien, die in hetzelfde bedrijf voor vleesproductie worden aangehouden is de dekking evenzeer beperkt tot schade door dood en verlies.
Het ruimen door dood of afvoer dient te gebeuren tot uiterlijk 1 jaar nadat de eerste verschijnselen zijn geconstateerd. In geval van bovine virus diar- ree en paratuberculose kan een andere termijn worden overeengekomen.
2 Voor deze dekking is vereist dat minimaal twee verzekerde dieren zijn getroffen.
ARTIKEL 2.24
DOOD DOOR XXXXXXX
Indien uitdrukkelijk verzekerd zoals vermeld op het polisblad.
1 Onder deze dekking wordt ook verstaan: verlies en afvoer.
2 Voor deze dekking is vereist dat minimaal twee verzekerde dieren zijn getroffen.
Uitval regelapparatuur
Indien verzekerd:
ARTIKEL 2.25
DOOD EN WAARDEVERMINDERING DOOR UITVAL REGELAPPARATUUR
Hierbij wordt onder uitval regelapparatuur verstaan het plotseling en onvoorzien uitvallen of onjuist functioneren van de regelapparatuur als gevolg van een niet voorzienbaar technisch mankement aan de regelapparatuur.
ARTIKEL 3
EXTRA DEKKINGEN
De verzekering dekt tevens de hierna genoemde kosten ontstaan door een van de gedekte gebeur- tenissen.
ARTIKEL 3.1
KOSTEN DIERENARTS
Mits noodzakelijk ter genezing van getroffen dieren en mits ter beperking van onder deze verzekering gedekte schade.
ARTIKEL 3.2
VRACHTKOSTEN
Voor vervoer van het vee, dat door een onder deze verzekering gedekte gebeurtenis is getroffen, naar een instelling waar het noodzakelijk afmaken en/of slachten dient plaats te vinden dan wel het afvoeren van dode verzekerde dieren.
ARTIKEL 3.3
AANVULLENDE UITKERING RUNDVEE
Indien meeverzekerd en op de polis vermeld ontvangt verzekerde, ingeval van schadevergoeding wegens dood of verlies van rundvee een aanvullende uitkering ter grootte van het percentage als overeengekomen en op de polis vermeld over het bedrag van de ver- goeding voor materiële schade.
ARTIKEL 3.4
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen, Nadere Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 3.5
HONORARIA EN KOSTEN VAN DESKUNDIGEN BIJ SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van een deskundige komen voor rekening van de partij door wie hij is benoemd. Salaris en kosten van een eventueel te benoemen derde deskundige worden door partijen elk voor de helft gedragen.
Tot de kosten van de deskundige worden ook gere- kend de kosten van personen die door deze deskundi- ge zijn geraadpleegd. De maatschappij vergoedt geen salaris en kosten van de deskundige die zich niet voorafgaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’ van het
Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx). Dit geldt niet voor de benoemde veterinair deskun- dige zijnde een dierenarts.
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 4.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 4.2
ATOOMKERNREACTIE
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.4
OVERSTROMING
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.5
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of ver- zekerde met opzet, door al dan niet bewuste roeke- loosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan dat van andere verzekerden.
ARTIKEL 4.6
VERWAARLOZING
Schade als gevolg van verwaarlozing of mishandeling door verzekerde of de verantwoordelijke bedrijfsleiding.
ARTIKEL 4.7
EIGEN RISICO
1 Algemeen
Voor elke schade door een gebeurtenis genoemd onder ‘basisdekking’ en ‘uitgebreide dekking’ draagt verzekerde geen eigen risico dan wel het overeengekomen eigen risico dat op het polisblad is vermeld. Dit met inachtneming van de regeling van het eigen risico voor storm, hagel en sneeuw- druk zoals hierna vermeld.
2 Storm, hagel, sneeuwdruk
Voor elke schade door storm, hagel of sneeuw- druk geldt een eigen risico van 800 euro per opstal maar maximaal 2000 euro per gebeurtenis. In geval van schade door storm, hagel en/of sneeuwdruk geldt de hoogste van het
algemeen eigen risico en het eigen risico voor storm, hagel, sneeuwdruk.
3 Dood door ziekte, ongeval of acute vergiftiging Voor elke schade draagt verzekerde het eigen risico per gebeurtenis van 3% van het totaal verzekerde bedrag voor alle verzekerde dieren samen. Dit eigen risico wordt per verzekerings- jaar niet meer dan tweemaal toegepast.
4 Eigen risico uitval regelapparatuur
Bij dood of waardevermindering door uitval van regelapparatuur geldt een eigen risico van 20% van het schadebedrag met een minimum van 2250 euro en een maximum van 11.250 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 4.8
ANDERE VERGOEDINGSREGELINGEN
Niet vergoed wordt schade aan dieren waarvoor aan- spraak kan worden gemaakt op enige andere regeling dan verzekering.
Deze uitsluiting geldt ook wanneer geen aanspraak op een uitkering krachtens deze regeling kan worden gemaakt door het importeren van vee door verzeker- de of een derde.
ARTIKEL 4.9
POOTAANDOENINGEN
Bij rundvee zijn wel verzekerd de pootaandoeningen die het gevolg zijn van een andere ziekte of van een ongeval.
ARTIKEL 4.10
UIERAANDOENINGEN
Bij rundvee zijn wel verzekerd de uieraandoeningen die het gevolg zijn van pseudo koepokken en schade als gevolg van een ongeval.
ARTIKEL 4.11
VOEDING- EN MILIEUZIEKTEN
Schade die verband houdt met voedings- en milieu- factoren.
Deze uitsluiting geldt alleen voor verzekerd rundvee.
ARTIKEL 4.12
AANKOOP NA ZIEKTE
Schade aan dieren die zijn aangekocht nadat de eer- ste ziekteverschijnselen zich hebben voorgedaan.
ARTIKEL 4.13
SANERING
Schade als gevolg van afvoeren onder invloed van saneringsprogramma’s ten behoeve van het ziektevrij maken en/of certificeren van rundvee.
Deze uitsluiting geldt alleen voor verzekerd rundvee.
ARTIKEL 4.14
VEE JONGER DAN 3 MAANDEN
Xxxxxxx, varkens, schapen en geiten en paarden, die jonger zijn dan 3 maanden, zijn van dekking tegen dood of verlies door ziekte of acute vergiftiging dan wel dood door ongeval uitgesloten.
ARTIKEL 4.15
INENTING VLEESSTIEREN
Vleesstieren die niet twee keer zijn ingeënt tegen xxxxxxxxx zijn van dekking tegen schade door long- en luchtwegaandoeningen uitgesloten.
Uitval regelapparatuur
Indien dood en waardevermindering door uitval regelapparatuur is verzekerd dan zijn de volgende uitsluitingen en beperkingen van artikel 4.16 t/m 4.19 van toepassing.
ARTIKEL 4.16
EXTERNE TOELEVERING VAN ELEKTRICITEIT, GAS, WATER
Schade veroorzaakt door of verband houdende met het uitvallen of technisch onjuist functioneren van de externe toelevering van elektriciteit, gas, water.
ARTIKEL 4.17
ONVOLDOENDE ONDERHOUD, SLIJTAGE E.D.
Schade veroorzaakt door of verband houdend met onvoldoende onderhoud, slijtage of uitstel van noodzakelijk gebleken vervanging of reparatie van gebouwen of apparatuur.
ARTIKEL 4.18
ABNORMAAL GEBRUIK
Schade door een niet normaal gebruik van de appara- tuur, zoals het beproeven van nieuw aangelegde, herstelde of gereviseerde apparatuur, verwijtbare overbelasting en experimenten.
ARTIKEL 4.19
ONJUISTE INSTELLING, BEDIENINGSFOUTEN E.D.
Schade veroorzaakt door onjuiste instelling, program- mering of bedieningsfouten.
ARTIKEL 5
WAARDERINGSGRONDSLAG
De verzekering van dieren geschiedt op basis van het bedrag waarvoor dieren dezelfde soort en kwaliteit in gezonde staat vlak voor de gedekte gebeurtenis zou- den kunnen worden aangekocht onder aftrek van de eventuele slachtwaarde.
Een eventueel speculatief deel van de waarde zoals handels- en/of fokwaarde gebaseerd op toekomst- verwachtingen is niet verzekerd.
ARTIKEL 6
RISICOWIJZIGING EN/OF -VERZWARING MET MELDINGSPLICHT
Verzekerde is verplicht de maatschappij in kennis te stellen van elke wijziging in de bedrijfsvoering, die geacht kan worden voor de maatschappij een verzwaring van het verzekerde risico te vormen. Hieronder in ieder geval te begrijpen de overgang van melkvee op vleesvee.
Verzekerde dient eveneens de maatschappij in kennis te stellen van omstandigheden zoals aanleg of aanwe- zigheid van een vuilnisstortplaats, riool overstort en wijziging bestemmingsplan. Een en ander voor zover genoemde omstandigheden zich binnen een straal van 5 km van het bedrijf van verzekerde voordoen.
ARTIKEL 7
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN BIJ VERZEKERING VAN UITVAL VAN REGELAPPARATUUR
Verzekerde is verplicht:
1 De maatschappij zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen van xxxx xxxxxxxxx in: de regel- apparatuur, het alarmsysteem en/of de wijze van huisvesting van de dieren;
2 De regelapparatuur volgens voorschriften te laten aanleggen, te bedienen, te onderhouden en regel- matig op bedrijfszekerheid te beproeven;
3 Er voor te zorgen dat alle automatische regel- apparatuur ook handmatig kan worden bediend. En tevens bij leveranties en werkzaamheden uit- sluitend gebruik te maken van op het betreffende gebied als deskundig bekend staande personen en bedrijven en zonder toestemming van de maat- schappij geen verdergaande afstand te doen van verhaalsrechten dan gebruikelijk is;
4 Een alarmsysteem in bedrijf te houden tenzij het niet in werking treden een gevolg is van dezelfde schadeveroorzakende gebeurtenis waardoor ook de regelapparatuur is beschadigd, ongeacht of het een uitgesloten gebeurtenis betreft zoals hierna vermeld;
5 Ervoor zorg te dragen dat het alarmsysteem regelmatig op bedrijfszekerheid wordt beproefd, en regelmatig wordt onderhouden;
6 Ervoor zorg te dragen dat het alarmsysteem vol- doet aan de eisen zoals hierboven is aangegeven onder ‘Specifieke Begripsomschrijvingen’;
7 De maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van een wijziging in de wijze van huis- vesting van de verzekerde dieren.
ARTIKEL 8
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
Naast hetgeen in de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is vermeld gelden in geval van schade de volgende bepalingen van artikel 8
en 9.
ARTIKEL 8.1
TOESTEMMINGSVEREISTE BIJ AFVOER
Voor afvoer van dieren in geval van schade is vereist dat verzekerde toestemming vraagt en verkrijgt van de maatschappij.
Verzekerde kan geen rechten ontlenen aan deze ver- zekering indien deze verplichting niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij zijn geschaad.
ARTIKEL 8.2
SCHADEREGELING
De schadeoorzaak en de grootte van de schade dient verzekerde aan te tonen. Verzekerde heeft het recht daartoe deskundige(n) te benoemen.
De maatschappij heeft het recht een deskundige te benoemen om de opgave van verzekerde op juist- heid te onderzoeken.
Indien verzekerde van zijn recht gebruik heeft gemaakt een deskundige te benoemen dan zullen beide deskundigen alvorens tot (verdere) expertise over te gaan een derde deskundige benoemen.
Deze derde deskundige zal in geval van verschil van mening over de grootte van de schade tussen beide deskundigen van partijen een bindende uitspraak doen binnen de grenzen van de taxaties van de beide door partijen benoemde deskundigen.
ARTIKEL 8.3
SCHADEVASTSTELLING EN VERGOEDING
De schadevaststelling aan de getroffen dieren vindt plaats op basis van de waarderingsgrondslag die voor deze verzekering van toepassing is.
De onderzoekskosten ter vaststelling van de schade- oorzaak bij dood door ziekte zijn hieronder niet begrepen.
ARTIKEL 9
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 9.1
ONDERVERZEKERING
Indien bij schade blijkt dat het verzekerde bedrag lager is dan de waarde van de dieren overeenkomstig artikel 1.4 onmiddellijk vóór de gedekte gebeurtenis, worden de schade en de gedekte kosten vergoed in verhouding van het verzekerde bedrag tot die waarde.
Op onderverzekering wordt alleen een beroep gedaan indien deze meer bedraagt dan 15% en dan uitslui- tend voor zover deze 15% wordt overschreden.
ARTIKEL 9.2
ELDERS LOPENDE VERZEKERING
Als zaken geheel of gedeeltelijk verzekerd zijn op verschillende polissen, al dan niet van oudere datum, dan zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een evenredig aandeel in de schade.
ARTIKEL 9.3
SPECIALE POLIS
Als op deze polis verzekerde zaken tevens op een speciale polis zijn verzekerd, dan bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Oogstproducten Agrarisch
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 t/m 7 gedekte gebeurtenissen ARTIKEL 3 BIJZONDERE DEKKINGEN
1 Bederf door uitval koelinstallaties
2 Dekking binnen/buiten de opstallen en elders ARTIKEL 4 EXTRA DEKKINGEN
1 Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
2 Opruimingskosten
3 Honoraria en kosten van experts bij schaderegeling
4 Salvage kosten
ARTIKEL 5 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreacties
3 Molest
4 Overstroming
5 Stormschade
6 Schade als gevolg van slecht onderhoud en/of slijtage
7 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
8 Mogelijkheid tot dekkingsbeperking na gemelde risicowijziging
9 Illegale activiteiten
10 Eigen gebrek
11 Transport tegen betaling
12 Bloemen, bomen
13 Contracten, marktverlies, goodwill
14 Andere vergoedingsregelingen
15 Eigen risico’s
ARTIKEL 6 WAARDERINGSGRONDSLAG ARTIKEL 7 BIJZONDERE VERPLICHTINGEN ARTIKEL 8 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN ARTIKEL 9 VERZEKERING ELDERS
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Oogstproducten Agrarisch
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
VERZEKERDE
De verzekeringnemer en/of de natuurlijke of rechtspersoon die op grond van de polis rechten kan ontlenen aan de polis.
ARTIKEL 1.2
OOGSTPRODUCTEN
De op het polisblad vermelde verzekerde land- en tuinbouwgewassen, sierteelt-gewassen, bloembollen en -knollen, bosbouwgewassen en/of de vruchten van fruitaanplantingen die na de teelt omwille van de economische waarde zijn geoogst, vervoerd en opgeslagen, in daartoe op het polisblad vermelde opstallen.
ARTIKEL 1.3
TRANSPORT
Het vervoer, inclusief het laden en lossen, van oogst- producten met de daarbij benodigde verpakking, emballage, voedingsstoffen, en gewasbescherming- middelen, geladen op of in een vervoermiddel of aan elkaar gekoppelde vervoermiddelen, mits het vervoer een aanvang heeft bij de opstallen waarin de oogst- producten zijn opgeslagen en een eindbestemming binnen Nederland heeft.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
Het financiële verlies dat verzekerde lijdt door verlies of beschadiging, of door een mindere opbrengst dan redelijkerwijs verwacht mag worden, van de verze- kerde gewassen. Een en ander als onmiddellijk en uitsluitend gevolg van een hierna vermelde, onvoor- ziene gebeurtenis.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de loop- tijd van de verzekering hebben voorgedaan.
Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Dit met inachtneming van de uitsluitingen en beper- kingen als vermeld in artikel 5.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeen- komst is gesloten.
ARTIKEL 2.2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Zie Algemene verzekeringsbepalingen Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.3
DIEFSTAL EN/OF VERMISSING TIJDENS BRAND, BRANDBLUSSING EN BEREDDING
ARTIKEL 2.4
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risicoadres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand tengevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.5
ONTPLOFFING
Alsmede implosie.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.6
STORM
Schade door storm aan de verzekerde oogstproducten in bedrijfsgebouwen.
Vereist is een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of storm- schade aan andere gebouwen in de omgeving. Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen, Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
TRANSPORT
Tijdens vervoer van de op het polisblad genoemde oogstproducten vanuit de opstal(len) waarin de oogstproducten waren opgeslagen is verzekerd: Beschadiging of verlies aan verzekerde oogstproduc- ten ontstaan tijdens transport, tot een maximum van
12.500 euro per transport, door een hierna vermelde gebeurtenis:
1 Een voorval op verharde wegen, verharde terrei- nen of in de bedrijfsgebouwen van verzekerde;
2 Een voorval op onverharde wegen of terreinen, waarbij ook het vervoermiddel is beschadigd;
3 Diefstal en/of vermissing. Alsmede:
4 Waardevermindering van de verzekerde zaken als gevolg van het dooréénraken van verschillende partijen, mits het dooréénraken het gevolg is
van een ongeval het vervoermiddel overkomen, waardoor het vervoermiddel is beschadigd.
5 Schade aan verzekerde zaken ontstaan tijdens laden bij aanvang en/of lossen aan het einde van het transport. Ter vervoer gereedstaande zaken vallen hier niet onder.
De dekking tijdens vervoer is ook van kracht ingeval verzekerde zijn transport door buren of door anderen in het kader van burenhulp/vriendendienst, met gebruikmaking van eigen of andere vervoermiddelen, laat verzorgen.
ARTIKEL 3
BIJZONDERE DEKKINGEN
ARTIKEL 3.1
BEDERF DOOR UITVAL KOELINSTALLATIE
1 Indien uit het polisblad blijkt dat bederf door uit- val koelinstallatie uitdrukkelijk is meeverzekerd voor oogstproducten die zijn opgeslagen in de koelruimte(s) van de in de polis omschreven bedrijfsgebouwen dan is schade gedekt aan de met name genoemde, verzekerde oogstproducten, zijnde bewaarproducten, opgeslagen in koelruim- te(s) van de in de polis omschreven bedrijfsge- bouwen, uitsluitend en als direct gevolg van:
– een plotselinge, onvoorziene en aantoonbare beschadiging (waaronder niet te verstaan het uitvallen of onklaar geraken van een aardlek- schakelaar en/of zekeringen) van het koelsys- teem, anders dan ten gevolge van gebrek aan brandstof of machinale capaciteit;
– een storing in de levering van elektriciteit, als gevolg van brand, blikseminslag, ontploffing, implosie en luchtvaartuigen in de stroomlever- ende centrale, of de daarbij behorende onder- en schakelstations en kabels.
2 Voorwaarde voor dekking en voor vergoeding in geval van schade is dat:
– de koelinstallatie, op het bedrijf van verzeker- de, is aangesloten op een goed werkende alarminstallatie;
– koel- en alarmsysteem jaarlijks wordt onder- houden (onderhoudscontract) door een erkend installateur;
– de betreffende installaties/apparatuur volgens voorschriften zijn aangelegd, worden bediend en onderhouden en regelmatig op bedrijfs- zekerheid worden beproefd.
Verzekerde dient er voor zorg te dragen dat hij of zijn vervanger bij een alarmsignaal snel en adequaat kan optreden.
ARTIKEL 3.2
DEKKING BINNEN/BUITEN DE OPSTALLEN EN ELDERS
De verzekerde oogstproducten zijn gedekt zowel binnen als buiten de opstal(len) op het verzekerde risicoadres tegen de gedekte gebeurtenissen zoals op de polis vermeld.
Daar buiten geldt de dekking alleen voor die oogst- producten die zijn opgeslagen binnen daartoe be- stemde opstallen overal binnen Nederland, maar slechts voor zover het verzekerde bedrag daartoe ruimte laat tot maximaal 10% van het verzekerde bedrag op die soort producten.
ARTIKEL 4
EXTRA DEKKINGEN
ARTIKEL 4.1
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 4.2
OPRUIMINGSKOSTEN
Deze worden vergoed per beschadigde soort oogst- producten tot een maximum van 10% van het verze- kerde bedrag per gebeurtenis voor de verzekerde soort oogstproduct waaraan schade is geleden. De vergoeding voor alle oogstproducten tezamen bedraagt maximaal 15.000 euro per gebeurtenis.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 4.3
HONORARIA EN KOSTEN VAN EXPERTS BIJ SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door verze- kerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemd expert. Tot de kosten van de expert worden ook gerekend de kosten van personen die door deze expert zijn geraadpleegd.
De maatschappij vergoedt geen salaris en kosten van de expert die zich niet voorafgaand aan zijn benoe- ming heeft geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx)
ARTIKEL 4.4
SALVAGE KOSTEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 5
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 5.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 5.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.4
OVERSTROMING
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.5
STORMSCHADE
Aan oogstproducten indien aanwezig in hooibergen en in gebouwen aan twee of meer zijden open en/of niet in aanmerking komend voor stormschadedekking.
ARTIKEL 5.6
SCHADE ALS GEVOLG VAN SLECHT ONDERHOUD EN/OF SLIJTAGE
ARTIKEL 5.7
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of verze- kerde met opzet, door al dan niet bewuste roekeloos- heid of al dan niet bewuste merkelijke schuld.
Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan dat van andere verzekerden.
ARTIKEL 5.8
MOGELIJKHEID TOT DEKKINGSBEPERKING NA GEMELDE RISICOWIJZIGING
Na ontvangst van een kennisgeving van risicowijzi- ging als vermeld in artikel 4.4 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen heeft de maatschappij het recht om de verzekeringnemer te berichten de verzekering niet of niet met dezelfde premie en/of voorwaarden te willen voortzetten.
Wordt over voortzetting met de verzekeringnemer geen overeenstemming bereikt dan zal de verzeke- ring door de maatschappij worden beëindigd met inachtneming van 30 dagen. Bij opzegging zal de maatschappij een termijn van 2 maanden in acht nemen.
ARTIKEL 5.9
ILLEGALE ACTIVITEITEN
Schade ontstaan op het (de) in de polis genoemde risicoadres(sen) wordt uitgesloten, indien daar een wettelijk niet toegestane activiteit plaatsvindt, ongeacht of is aangetoond dat deze activiteit niet de oorzaak van de schade vormt of dat verzekerde (bijvoorbeeld als verhuurder) niet op de hoogte was van de illegale activiteit.
Onder illegale activiteit wordt voor deze verzekering verstaan:
– onwettige teelt, fabricage of handel in hennep- producten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne, en soort- gelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
– het opslaan, verhandelen of bewerken van gesto- len zaken (bijvoorbeeld het zogenaamde ‘omkat- ten’ van auto’s).
ARTIKEL 5.10
EIGEN GEBREK
Schade uit eigen gebrek, eigen bederf of uit de aard van de natuur van de verzekerde gewassen en/of werktuigen zelf voortspruitend. Hieronder wordt mede verstaan schade als gevolg van een slechte stand van de verzekerde oogstproducten.
ARTIKEL 5.11
TRANSPORT TEGEN BETALING
Tijdens transport tegen betaling is niet gedekt:
– Schade veroorzaakt door eigen gebrek, eigen bederf of uit de aard en natuur van de zaak zelf voortvloeiend, tenzij als gevolg van een ongeval het vervoermiddel overkomen;
– Schade ontstaan door of als onmiddellijk gevolg van de staat van onderhoud van het vervoermid- del en/of overschrijding van het toegestane laad- vermogen van het vervoermiddel;
– Het niet of niet juist functioneren van de klimaat- beheersing en/of vertraagde aankomst, tenzij dit een rechtstreeks gevolg is van een in artikel 2.7 genoemde gedekte gebeurtenis (Transport) waar- bij ook het vervoermiddel is beschadigd.
ARTIKEL 5.12
BLOEMEN, BOMEN
Schade ontstaan aan:
1 bloemen die bestemd zijn voor de snijbloemen- handel, tenzij uit het polisblad blijkt dat anders is overeengekomen;
2 bomen
a schade als gevolg van takbreuk na een gedek- te gebeurtenis;
b schade door schimmelinfecties en insecten na een gedekte gebeurtenis.
ARTIKEL 5.13
CONTRACTEN, MARKTVERLIES, GOODWILL
Schade als gevolg van het niet nakomen van contrac- tuele verplichtingen, marktverlies en/of goodwill.
ARTIKEL 5.14
ANDERE VERGOEDINGSREGELING
Schade waarvoor op grond van enige andere regeling of overeenkomst, anders dan deze verzekering, aan- spraak op vergoeding bestaat.
ARTIKEL 5.15
EIGEN RISICO’S
1 Algemeen
Voor elke schade door een gedekte gebeurtenis draagt verzekerde geen eigen risico of een over- eengekomen eigen risico dat op het polisblad is vermeld.
2 Transport
Voor elke schade ontstaan tijdens transport geldt een eigen risico van 250 euro per transport.
In geval van een schade tijdens transport geldt de hoogste van het geldende algemeen eigen risico en het eigen risico voor transportschade.
ARTIKEL 6
WAARDERINGSGRONDSLAG
Het verzekerde bedrag is gebaseerd op de bruto- opbrengsten van de geteelde en verzekerde oogst- producten. Zijn de verzekerde oogstproducten niet of niet tijdig bij de maatschappij opgegeven dan geldt de opgave van het vorige verzekeringsjaar tegen condities en premies van het lopende verzekerings- jaar. Verzekerde bedragen zijn inclusief niet terug- vorderbare BTW.
ARTIKEL 7
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN
1 Wijzigingen in het teeltplan van verzekerde oogst- producten dient verzekerde ieder jaar vóór het begin van de risicoperiode aan de maatschappij
te melden.
2 Bij uitval van de koelinstallatie dient verzekerde er voor zorg te dragen dat hij of zijn vervanger snel en adequaat kan optreden bij een alarmsignaal. Deze verplichting geldt indien bederf door uitval van de koelinstallatie uitdrukkelijk is verzekerd en vermeld op het polisblad
ARTIKEL 8
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
Naast hetgeen in de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is vermeld gelden in geval van schade de volgende voorwaarden van artikel 8 en 9.
ARTIKEL 8.1
VOORLOPIGE OPNAME VAN XXXXXX
Wanneer een voorlopige opname van de schade wordt gedaan, zal de definitieve schadevaststelling geschie- den zodra alle daarvoor benodigde gegevens beschik- baar zijn, doch uiterlijk binnen drie maanden na de gedekte gebeurtenis, maar in ieder geval voor de beëindiging van de teelt, tenzij met verzekerde een later tijdstip wordt overeengekomen.
ARTIKEL 8.2
SCHADEVASTSTELLING
De omvang van de schade wordt vastgesteld in een nominaal bedrag naar de contract- of poolprijs dan wel op basis van schade-naverrekening, met in acht- neming van het volgende:
Contractprijs, poolprijs
Is voor verkochte partijen verzekerd naar contract- prijs of poolprijs (onder het beding van latere levering en waarvan het risico nog voor verzekerde is) dan zal de schade worden vastgesteld op basis van het (de) eerder met afnemer(s) gesloten en op het moment van de schade geldende contract(en).
Bij een poolovereenkomst zal conform het desbe- treffende geldende poolreglement, als voorlopige schadevaststelling gelden de voorschotvergoeding zoals die voor de aangesloten poolleden is vastge- steld. Verzekerde heeft het recht definitieve afreke- ning te vorderen, zodra na afloop van het betreffende verkoopseizoen de definitieve eindprijs voor de pool- leden is bepaald.
Schade-naverrekening
Indien niet verzekerd naar contractprijs of poolprijs dan is verzekerd op basis van schade-naverrekening. Als voorlopige schadevaststelling wordt de schade vastgesteld naar de prijs welke de producten bij vei- ling of verkoop op naastbijgelegen veiling of markt zouden hebben opgebracht. Verzekerde heeft het recht definitieve afrekening te vorderen tijdens de looptijd van de verzekering, doch uiterlijk tot 1 juli volgend op de schadedatum, tegen de op die datum geldende veiling- of marktprijs. Het verzoek daartoe moet uiterlijk 24 uur na het verstrijken van die datum de maatschappij hebben bereikt.
Voorts worden bij deze schadevaststelling op basis van contractprijs, poolprijs of schade-naverekening de niet, of niet gemaakte, uitgespaarde of uit te sparen kosten voor energie, koeling, sorteren, gereedmaken, transport e.d. op het schadebedrag in mindering gebracht en wordt met eventueel verlies door indro- ging rekening gehouden.
ARTIKEL 8.3
NIET/ONVOLDOENDE VERZEKERD PRODUCT
Indien bij schade blijkt dat per soort product de volle marktwaarde of, indien reeds schriftelijk overeenge- komen, de contractprijs vlak vóór de schadeveroorza- kende gebeurtenis lager is dan het verzekerde bedrag dan wordt de schade aan het verzekerde oogstpro- duct vergoed naar verhouding van de bruto-markt- waarde of de contractprijs van het oogstproduct vlak vóór de schadeveroorzakende gebeurtenis tot het verzekerde bedrag.
ARTIKEL 8.4
SCHADEVERGOEDING
De betaling van de schadevergoeding en de kosten geschiedt binnen één maand nadat deze definitief zijn vastgesteld.
ARTIKEL 8.5
EIGENDOMSOVERDRACHT
De verzekerde oogstproducten kunnen nimmer aan de maatschappij in eigendom worden overgedragen.
ARTIKEL 9
VERZEKERING ELDERS
ARTIKEL 9.1
ELDERS LOPENDE VERZEKERING
Als zaken geheel of gedeeltelijk verzekerd zijn op ver- schillende polissen, al dan niet van oudere datum, dan zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een evenredig aandeel in de schade.
ARTIKEL 9.2
SPECIALE POLIS
Als op deze polis verzekerde oogstproducten tevens op een speciale polis zijn verzekerd, dan bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Bedrijfsschade Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 t/m 10 Basisdekking
11 t/m 28 Uitgebreide dekking
29 Straatafzetting of afzettig van de toevoegweg
30 Toelevering / afname bedrijven, indien verzekerd
31 Uitval regelapparatuur, indien verzekerd ARTIKEL 3 EXTRA DEKKINGEN
1 Extra kosten
2 Honoraria en kosten van experts bij schaderegeling
3 Kosten van noodhuisvesting
ARTIKEL 4 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Basisdekking
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreacties
3 Molest
5 Overstroming
6 Speculatiewinsten
7 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
8 Illegale activiteiten
9 Onvoldoende onderhoud, slijtage e.d.
Uitgebreide dekking
10 Water en neerslag
11 Dubieuze debiteuren
12 Vernietigde interesten
13 Boetes
14 Vergoeding van verliezen
Uitval regelapparatuur:
15 Externe toelevering van elektriciteit
16 Abnormaal gebruik
17 Onjuiste instellingen, bedieningsfouten
ARTIKEL 5 BIJZONDERE VERPLICHTINGEN BIJ VERZEKERING VAN UITVAL VAN REGELAPPARATUUR
ARTIKEL 6 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN ARTIKEL 7 UITZONDERINGEN
1 Verzekering elders
2 Speciale polis
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Bedrijfsschade Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
BEGRIPS- EN NADERE OMSCHRIJVINGEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
– Begripsomschrijvingen (Artikel 1)
– Nadere omschrijvingen (Artikel 12)
ARTIKEL 1.2
BRUTO WINST
De omzet verminderd met alle variabele lasten of wel de netto winst en alle vaste kosten.
ARTIKEL 1.3
OMZET
De inkomsten uit productie, verkochte en geleverde diensten, goederen en/of verrichte arbeid en/of ver- leende diensten.
ARTIKEL 1.4
PRODUCTIE
De in geld uitgedrukte opbrengst van de in het bedrijf van verzekerde geproduceerde en vervaardigde goe- deren respectievelijk door de verzekerde verrichte arbeid en/of verleende diensten.
ARTIKEL 1.5
JAARBEDRAG/-BELANG
Het verzekerd belang over één boekjaar
ARTIKEL 1.6
EFFECTIEF BEDRAG
Het verzekerd belang overeenkomstig het aantal weken van de maximale uitkeringstermijn als vermeld in de polis, anders dan één boekjaar.
ARTIKEL 1.7
VERZEKERD BEDRAG
Het belang dat is verzekerd en maximaal wordt ver- goed. Bij verzekering van een uitkeringstermijn van 52 weken is dit het jaarbelang. Bij enig andere, op het polisblad vermelde aantal weken is dit het effec- tief bedrag.
ARTIKEL 1.8
VARIABELE KOSTEN
Kosten die naar evenredigheid met en afhankelijk van de omzet toenemen of afnemen.
ARTIKEL 1.9
VASTE KOSTEN
Kosten die niet naar evenredigheid met en afhankelijk van de omzet toe- of afnemen.
ARTIKEL 1.10
RECONSTRUCTIEKOSTEN
De kosten, gedurende de uitkeringstermijn, gemaakt als gevolg van een gedekte gebeurtenis om admini- stratieve en financiële gegevens, tekeningen en der- gelijke – ongeacht op welke wijze vastgelegd -, welke voor de voortgang van het bedrijf of het beroep noodzakelijk zijn, te reconstrueren en opnieuw in de administratie van verzekerde op te nemen.
ARTIKEL 1.11
EXTRA KOSTEN
De extra kosten, gedurende de uitkeringstermijn, gemaakt om bedrijfsschade als gevolg van een gedekte gebeurtenis te voorkomen of te beperken, of om het bedrijf of beroep van verzekerde ter plaatse of elders tijdelijk te kunnen voortzetten.
Onder extra kosten zijn niet begrepen herstelkosten of kosten van vervanging van bedrijfsmiddelen en/of reconstructiekosten.
ARTIKEL 1.12
UITKERINGSTERMIJN
Dit is de termijn waarover de schade wordt vergoed. Deze gaat in op het moment van het plaatsvinden van de gedekte gebeurtenis. De termijn eindigt op het moment dat de omzet of de productie van het bedrijf weer op het peil gekomen is of redelijkerwijs had kunnen komen in vergelijking met de situatie zonder de gedekte gebeurtenis.
De termijn duurt hoogstens 52 weken tenzij anders is aangegeven op het polisblad en in ieder geval totdat de stagnatie is beëindigd.
ARTIKEL 1.13
STAGNATIE
Het niet – of niet op normale wijze – functioneren van een of meer bedrijfsmiddelen van verzekerde als gevolg van vernieling of beschadiging van de bedrijfs- middelen door een gedekte gebeurtenis. Voorts het niet kunnen voortzetten van het bedrijf door dood of waardevermindering van dieren die tot het bedrijf van verzekerde behoren als gevolg van de verzekerde uitval van regelapparatuur.
ARTIKEL 1.14
BEDRIJFSMIDDELEN
De in de polis vermelde opstallen, waarin het in de polis genoemde bedrijf wordt uitgeoefend, de functio- nele inrichting, de inventaris, bedrijfsvoorraden, hooi en stro, oogstmijten, werktuigen en gereedschappen.
ARTIKEL 1.15
OPSTAL
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.16
INVENTARIS
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.17
FUNCTIONELE INRICHTING
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.18
BEDRIJFSVOORRADEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Begripsomschrijvingen.
ARTIKEL 1.19
DIEREN
De op de polis vermelde dieren dienende tot de uitoe- fening van het bedrijf van verzekerde, en die op de schademelddatum daar aanwezig zijn.
ARTIKEL 1.20
DOOD
Hieronder ook te verstaan het afmaken in verband met een uit veterinair oogpunt spoedig te verwachten dood.
ARTIKEL 1.21
WAARDEVERMINDERING VAN DIEREN
Waardevermindering van verzekerde dieren als gevolg van groeivertraging of productievermindering.
ARTIKEL 1.22
AFVOER
Het ruimen als gevolg van overschrijding met 50% of meer van de laatst geregistreerde gemiddelde tussen- kalftijd van het bedrijf. De afvoer dient plaats te vin- den na overleg met en toestemming van de maat- schappij of de door haar ingeschakelde deskundige.
ARTIKEL 1.23
REGELAPPARATUUR
Apparatuur en de daarbij behorende leidingen, aan- wezig op het bedrijf van verzekerde en bestemd om de leefomstandigheden van de dieren te reguleren door middel van verwarming, ventilatie, verlichting, voeder- en drinkwaterverstrekking, alsmede lucht- behandelingsystemen zoals luchtkoel- en luchtbe- vochtigingsinstallaties.
ARTIKEL 1.24
ALARMSYSTEEM BIJ REGELAPPARATUUR
Installatie bestaande uit detectieapparatuur, centrale verwerkingsapparatuur en signaleringsapparatuur welke als doel heeft het signaleren van plotseling en onvoorzien uitvallen of onjuist functioneren van de regelapparatuur.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
De verzekering dekt de derving van bruto winst voortvloeiende uit bedrijfsstagnatie die direct en
uitsluitend is veroorzaakt door materiële schade aan de bij verzekerde in gebruik zijnde bedrijfsmiddelen of dieren, die onmiddellijk en uitsluitend het gevolg is van een onvoorziene gebeurtenis zoals hieronder is vermeld bij de van toepassing zijnde dekking.
Op het polisblad is aangegeven welke dekking van toepassing is, zijnde:
– Basisdekking of
– Uitgebreide dekking en/of
– Toeleveranciers- en/of afnemersrisico
– Uitval regelapparatuur
Ten aanzien van verzekerde bruto winst onder basis-, of uitgebreide dekking geldt dat de schade ook is gedekt als de materiële schade het gevolg is van de eigen aard of een eigen gebrek, maar wel met inachtneming van de uitgesloten gebeurtenissen en beperkingen als vermeld in artikel 4.
Een zodanige verzekerde gebeurtenis moet zich tij- dens de looptijd van de verzekering hebben voorge- daan. Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid, geldt voor de uitgebreide dekking de wijzi- gingsdatum als het moment waarop de overeenkomst wordt gesloten.
Basisdekking
ARTIKEL 2.2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Zie Algemene Verzekeringvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.3
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risico-adres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand tengevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
In afwijking van het in artikel 2.3 bepaalde onder blikseminslag, is onder de dekking van deze verzeke- ring mee begrepen de directe bedrijfsschade en/of extra kosten als rechtstreekse gevolg van schade aan elektrisch en elektronische apparatuur/installaties door overspanning/inductie ten gevolge van bliksem, ongeacht of zich een blikseminslag in de nabijheid van het bedrijf van verzekerde heeft voorgedaan.
ARTIKEL 2.5
ONTPLOFFING
Alsmede implosie.
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.6
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Schade aan de opstal door sneeuwbelasting en wateraccumulatie.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
STORM
Vereist is een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger). Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of stormschade aan andere gebouwen in de omgeving.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 2.8
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.9
ELEKTROCUTIE
Plotseling en onvoorzien, van rundvee in de wei tot ten hoogste 125 euro.
ARTIKEL 2.10
VERSTIKKING
Tijdens en als direct gevolg van een onder de basis- dekking genoemde gebeurtenis waartegen de dieren zijn verzekerd.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd zoals vermeld op de polis:
Naast de hierboven onder Basisdekking genoemde gevaren dekt de verzekering:
ARTIKEL 2.11
INBRAAK OF POGING DAARTOE
Vereist is het met geweld verbreken van een afslui- ting aan de buitenzijde van de opstal of aan dat gedeelte daarvan waarin de verzekerde zaken zich bevinden met het doel zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 2.12
DIEFSTAL VAN OPSTALONDERDELEN, INVENTARIS EN BEDRIJFSVOORRADEN NA INBRAAK
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.13
BESCHADIGING VAN DE OPSTAL, INVENTARIS EN ROERENDE ZAKEN IN DE OPSTAL EN HET HUURDERSBELANG NA INBRAAK
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.14
SCHADE DOOR AFPERSING EN BEROVING OF POGING DAARTOE
Mits gepaard gaande met geweld of bedreiging met geweld tegen één of meer personen.
ARTIKEL 2.15
VANDALISME
Door één of meer personen die wederrechtelijk de verzekerde opstal, of een gedeelte daarvan, zijn binnengedrongen.
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 2.16
WATER EN STOOM
Onvoorzien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen vaste aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten sanitaire en andere toestellen, alsmede centrale verwarmingsinstallaties als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door overlopen van water uit deze installaties en toestellen.
ARTIKEL 2.17
REGEN, SNEEUW, HAGEL, SMELTWATER
In de opstal onvoorzien binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van balkons, daken en dakgoten of bovengrondse afvoerpijpen daarvan.
Van deze dekking is uitgesloten het binnendringen via deuren en vensters.
ARTIKEL 2.18
UITBREKEN VAN VEE
Waardoor materiële schade is ontstaan.
ARTIKEL 2.19
MEST
Indien en voorzover gestroomd of overgelopen uit mestbassins, -kelders, -putten of andere bovengrond- se mestopslagsystemen, als gevolg van een daaraan plotseling opgetreden defect. Deze dekking is alleen van kracht indien genoemde bassins:
– eigendom zijn van en/of behoren tot het agrarisch bedrijf van verzekerde;
– voldoen aan de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM);
– na 1 juni 1987 zijn gebouwd en in goede staat van onderhoud verkeren.
ARTIKEL 2.20
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmings- of kook- installaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 2.21
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
ARTIKEL 2.22
AANRIJDING EN AANVARING
Van de op de polis genoemde opstal, een belendend gebouw of van de vast opgestelde bedrijfsinventaris.
ARTIKEL 2.23
OMVALLEN
Het omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoog- werkers, windmolens, vlaggenmasten, lichtmasten.
Hiermee gelijk te stellen het afbreken van afbreken van delen van genoemde zaken.
ARTIKEL 2.24
KAPPEN OF SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.25
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend in geval van vernieling of beschadiging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan.
ARTIKEL 2.26
LUCHTDRUK
Als gevolge van startende of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluids- barrière.
ARTIKEL 2.27
WEGVALLEN VAN DE WATERVOORZIENING EN/OF STROOMLEVERING
Indien verzekerd zoals vermeld op de polis.
Direct en uitsluitend veroorzaakt door beschadiging of vernietiging van:
– het waterleidingbedrijf en/of pompstations en/of tussenstations;
– de stroomleverende centrale en/of onderstations en/of schakelstations en/of transformeerhuizen, als gevolg van een door deze verzekering gedekte gebeurtenis, mits zowel dit wegvallen van de watervoorziening en/of stroomlevering alsmede de rechtstreeks daaruit voortvloeiende bedrijfstilstand of - stoornis van verzekerde langer dan een aan- eengesloten periode van 6 uur duurt.
ARTIKEL 2.28
AFGEVALLEN OF UITGEVLOEIDE LADING VAN VOER- OF VAARTUIGEN
Als gevolge van aanrijding en aanvaring.
ARTIKEL 2.29
STRAATAFZETTING OF AFZETTING VAN DE TOEVOERWEG TE WATER
Als gevolge van een materiële schade door een bij deze polis gedekte gebeurtenis aan naburige zaken. Echter, uitsluitend gedurende de periode dat het bedrijf van verzekerde hierdoor niet toegankelijk is.
De schade wordt vergoed tot maximaal 25% van het verzekerde bedrag.
ARTIKEL 30
TOELEVERING AAN EN AFNAME VAN BEDRIJVEN
Indien verzekerd zoals vermeld op de polis:
Bedrijfsschade tot ten hoogste 10% van het verzeker- de bedrag met een maximum van 5000 euro per gebeurtenis veroorzaakt door materiële schade als gevolg van een bij deze polis verzekerde gebeurtenis in de zin van artikel 2, bij een toeleverancier dan wel afnemer van de verzekerde.
ARTIKEL 2.31
UITVAL REGELAPPARATUUR
Indien verzekerd zoals vermeld op de polis:
Bedrijfsstagnatie door dood of waardevermindering van dieren op het bedrijf van verzekerde door het plotseling en onvoorzien uitvallen of onjuist functio- neren van de regelapparatuur als gevolg van een niet voorzienbaar technisch mankement aan de regelapparatuur.
ARTIKEL 3
EXTRA DEKKINGEN
Indien ‘basisdekking’ en ‘uitgebreide dekking’ is verzekerd:
ARTIKEL 3.1
EXTRA KOSTEN
Als genoemd in artikel 1.11, gemaakt bij of na een gedekte gebeurtenis om stagnatie op te heffen en derving van brutowinst te voorkomen of te beperken worden vergoed mits deze kosten zijn gemaakt na overleg met en goedkeuring van de maatschappij.
ARTIKEL 3.2
HONORARIA EN KOSTEN VAN EXPERTS BIJ SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door verze- kerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemde expert.
Tot de kosten van een expert worden ook gerekend de kosten van de personen die door deze expert zijn geraadpleegd. De maatschappij vergoedt geen salaris en kosten van de expert die zich niet voorafgaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars. (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx)
ARTIKEL 3.3
KOSTEN VAN NOODHUISVESTING
Indien ‘uitgebreide dekking’ is verzekerd:
De eventuele extra kosten van noodhuisvesting van verzekerde, zijn gezin, zijn personeel, gemaakt bij of na een gedekte gebeurtenis, tot 10% van het verze- kerde bedrag met een maximum van 350 euro per week, voor zover niet onder een andere verzekering gedekt.
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 4.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 4.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
Van schade door overspanning/inductie door bliksem is uitgesloten bedrijfsschade als gevolg van:
– dood of blijvende waardevermindering van dieren;
– bederf of waardevermindering van producten;
– schade bij een bedrijf dat toelevert of afneemt.
ARTIKEL 4.5
OVERSTROMING
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarde Bedrijfsmiddelen: nadere omschrijvingen
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
ARTIKEL 4.6
SPECULATIEWINSTEN
Niet vergoed worden winsten die zijn toe te rekenen aan toevallige extreme gebeurtenissen of omstandig- heden en niet in verhouding staan tot de normale en/of gebruikelijke bedrijfsresultaten en het verzeker- de bedrag.
ARTIKEL 4.6
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of ver- zekerde met opzet, door al dan niet bewuste roeke- loosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan dat van andere verzekerden.
ARTIKEL 4.8
ILLEGALE ACTIVITEITEN
Schade ontstaan op het (de) in de polis genoemde risicoadres(sen) wordt uitgesloten indien daar een wettelijk niet toegestane activiteit plaatsvindt, onge- acht of is aangetoond dat deze activiteit de oorzaak van de schade vormt of dat verzekerde (bijvoorbeeld als verhuurder) op de hoogte was van de illegale activiteit.
Onder illegale activiteit wordt voor deze verzekering verstaan:
– onwettige teelt, fabricage of handel in hennep- producten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne, en soort- gelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
– het opslaan, verhandelen of bewerken van gesto- len zaken (bijv. het zogenaamde ‘omkatten’ van auto’s)
ARTIKEL 4.9
ONVOLDOENDE ONDERHOUD, SLIJTAGE e.d.
Schade veroorzaakt door of verband met onvoldoende onderhoud, slijtage of uitstel van noodzakelijk geble- ken vervanging of reparatie van gebouwen of appara- tuur.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd dan is tevens uitgesloten:
ARTIKEL 4.10
WATER EN NEERSLAG
Schade als gevolg van:
– binnendringen van neerslag via de begane grond of openbare weg;
– binnendringen van riool- of grondwater;
– terugstromen van rioolwater;
- vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken;
– water aan goederen in souterrains, kelders en kelderboxen, tenzij de goederen op vlonders, pal- lets of stellingen liggen ten minste 10 centimeter boven het vloeroppervlak;
– Schade door neerslag, binnengedrongen in open opstallen of door openstaande ramen, deuren of luiken, alsmede schade die optreedt tijdens de duur van en verband houdt met reparatiewerk- zaamheden;
– Schade aan bedrijfsmiddelen die zich buiten de opstallen bevinden;
– Schade als gevolg van slecht onderhoud;
– Schade als gevolg van constructiefouten.
ARTIKEL 4.11
DUBIEUZE DEBITEUREN
Afschrijving van dubieuze debiteuren.
ARTIKEL 4.12
VERNIETIGDE INTERESTEN
Afschrijving op de door de gebeurtenis vernietigde interesten.
ARTIKEL 4.13
BOETES
Boetes ten gevolge van contractbreuk of voor het niet of vertraagd uitvoeren van opdrachten.
ARTIKEL 4.14
VERGOEDING VAN VERLIEZEN
Indien ten tijde van een gebeurtenis mocht blijken dat, wanneer deze gebeurtenis niet had plaatsge- vonden, de vaste kosten gedurende de termijn van schadevergoeding slechts gedeeltelijk zouden zijn gedekt, - op grond van de bedrijfsresultaten gedu- rende het in deze polis vermelde vergelijkingtijdvak - dan komen deze kosten slechts voor vergoeding in aanmerking in dezelfde verhouding als waarin zij zouden zijn gedekt.
Uitval regelapparatuur
Indien meeverzekerd dan zijn uitgesloten schade in verband met externe toelevering van elektriciteit, gas en water, door abnormaal gebruik en/of onjuiste instellingen en bedieningsfouten zoals hieronder nader vermeld:
ARTIKEL 4.15
EXTERNE TOELEVERING VAN ELEKTRICITEIT, GAS, WATER
Schade veroorzaakt door of in verband met het uit- vallen of technisch onjuist functioneren van de externe toelevering van elektriciteit, gas of water.
ARTIKEL 4.16
ABNORMAAL GEBRUIK
Schade door een niet normaal gebruik van de appa- ratuur, zoals het beproeven van nieuw aangelegde, herstelde of gereviseerde apparatuur, verwijtbare overbelasting en experimenten.
ARTIKEL 4.17
ONJUISTE INSTELLINGEN, BEDIENINGSFOUTEN E.D.
Schade veroorzaakt door onjuiste instelling, program- mering of bedieningsfouten.
ARTIKEL 5
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN BIJ VERZEKERING VAN UITVAL VAN REGELAPPARATUUR
Verzekerde is verplicht:
1 De maatschappij zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen van xxxx xxxxxxxxx in: de regel- apparatuur, het alarmsysteem en/of de wijze van huisvesting van de dieren;
2 De regelapparatuur volgens voorschriften te laten aanleggen, te bedienen, te onderhouden en regel- matig op bedrijfszekerheid te beproeven;
3 Er voor te zorgen dat alle automatische regel- apparatuur ook handmatig kan worden bediend. En tevens bij leveranties en werkzaamheden uit- sluitend gebruik te maken van op het betreffende gebied als deskundig bekend staande personen en bedrijven en zonder toestemming van de maat- schappij geen verdergaande afstand te doen van verhaalsrechten dan gebruikelijk is;
4 Een alarmsysteem in bedrijf te houden tenzij het niet in werking treden een gevolg is van dezelfde schadeveroorzakende gebeurtenis waardoor ook de regelapparatuur is beschadigd, ongeacht of het een uitgesloten gebeurtenis betreft zoals hierna vermeld;
5 Ervoor zorg te dragen dat het alarmsysteem regelmatig op bedrijfszekerheid wordt beproefd, en regelmatig wordt onderhouden;
6 Ervoor zorg te dragen dat het alarmsysteem vol- doet aan de eisen zoals hierboven is aangegeven onder ‘Specifieke Begripsomschrijvingen’;
7 De maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van een wijziging in de wijze van huisves- ting van de verzekerde dieren.
ARTIKEL 6
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 6.1
BASIS VAN DE VASTSTELLING VAN BEDRIJFSSCHADE
De bedrijfsschade wordt vastgesteld op basis van ver- mindering van de opbrengsten gedurende de uitke- ringstermijn tot ten hoogste de in de polis vermelde schadevergoedingstermijn totdat het in de polis ver- melde bedrijf op het peil is gekomen of redelijkerwijs had kunnen komen, dat zonder de gedekte gebeurte- nis bereikt zou zijn.
ARTIKEL 6.2
VASTSTELLING VAN DE OMVANG VAN DE SCHADE
1 Omvang
De omvang van de schade, rechtstreeks voort- vloeiende uit de bedrijfsstilstand of –stoornis ten gevolge van materiële schade aan de bedrijfsmid- delen, zal als volgt worden vastgesteld:
Op het vastgestelde bedrag van de vermindering van opbrengsten worden afgetrokken:
– de besparingen op variabele bedrijfskosten
– de besparingen op lonen, salarissen en overige vaste kosten, voor zover deze zich gedurende de stagnatie mochten voordoen.
De omvang van de schade wordt vastgesteld voor de overeengekomen uitkeringstermijn, tenzij deze wordt gemaximeerd op 13 weken zoals hieronder nader aangegeven in artikel 6.3.
2 Vergoeding
De maatschappij vergoedt de aldus berekende schade en voorts alle extra bedrijfskosten ten volle, met dien verstande dat:
– indien gedurende het schadevergoedingstijd- vak vaste kosten dan wel andere kosten verminderen of ophouden betaalbaar te zijn als gevolg van de gebeurtenis, het bedrag van de schade overeenkomstig zal worden verminderd;
– de schade plus de extra bedrijfskosten niet hoger mag zijn dan de schade die zou zijn ontstaan zonder uitgaaf van deze extra bedrijfs- kosten, tenzij laatstbedoelde kosten met goed- keuring van de maatschappij zijn gemaakt.
– De vergoeding voor derving van brutowinst en/of extra kosten bij blikseminslag op en elektrocutie van rundvee in de weide bedraagt hoogstens 125 euro per verzekerd en getroffen dier.
3 Overdekking 15%
Tenzij anders is geregeld bij de ‘overdekking- en restitutieclausule’ geldt dat ten behoeve van de schadevaststelling het verzekerde bedrag wordt verhoogd wanneer blijkt dat het werkelijke belang bij het ontstaan van de schade hoger was dan het verzekerde bedrag. Het verzekerde bedrag wordt dan overeenkomstig het tekort verhoogd met maximaal 15%.
4 0verdekkings/restitutieregel 30%
Indien uit het polisblad blijkt dat de ‘30% over- dekking en restitutie regel’ van toepassing is, en het verzekerde bedrag lager is dan het bedrag dat ontstaat door het percentage als hiervoor ver- meld om te slaan over de omzet die in het aantal weken op basis waarvan het verzekerde bedrag wordt geacht te zijn vastgesteld, volgende op het tijdstip waarop de schadevergoedingstermijn aan-
vangt, zou zijn bereikt als de gebeurtenis niet had plaatsgevonden, dan zal het door de maatschappij te vergoeden bedrag voor schade en extra bedrijfskosten in gelijke mate worden verminderd.
ARTIKEL 6.3
UITKERINGSTERMIJN
De termijn waarover de schade wordt vergoed, gaat in op het moment van het ontstaan van de materiële schade ten gevolge van een gedekte gebeurtenis en duurt gedurende ten hoogste de maximale uitkerings- termijn (52 weken, tenzij in de polis anders is ver- meld), ook al zou de verzekering inmiddels eindigen. De uitkeringstermijn eindigt op het moment dat de omzet van het bedrijf weer op het peil is gekomen of redelijkerwijs had kunnen komen in vergelijking met de situatie zonder de gedekte gebeurtenis.
De uitkeringstermijn duurt echter ten hoogste 13 weken indien verzekerde:
– het bedrijf opheft;
– in deze periode nog geen poging tot onverminder- de voortzetting van het bedrijf heeft gedaan;
– een ander bedrijf in de opstal gaat vestigen.
De uitkeringstermijn duurt in deze gevallen in ieder geval niet langer dan het geval zou zijn geweest zonder opheffing.
Indien verzekerde na een gedekte gebeurtenis ophoudt het bedrijf uit te oefenen en op grond van wettelijke of contractuele verplichtingen tot doorbet- aling van lonen, salarissen en daarop drukkende sociale lasten is gehouden, wordt daarvoor een maxi- male uitkeringstermijn aangehouden van 26 weken, maar niet langer dan zonder bedrijfsopheffing het geval zou zijn geweest.
ARTIKEL 6.4
SCHADEVERGOEDING
De schadevergoeding wordt door de maatschappij uit- gekeerd naarmate de schade door verzekerde wordt geleden, tenzij partijen uitkering in één bedrag over- eenkomen. De maatschappij zal nooit meer vergoe- den dan het totaal van het verzekerd bedrag vermeerderd met het overdekkingspercentage van 15%, dan wel met 30% indien uit het polisblad blijkt
dat de clausule overdekkings-/restitutieregeling 30% van toepassing is.
ARTIKEL 7
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 7.1
VERZEKERING ELDERS
Indien het verzekerde belang geheel of gedeeltelijk verzekerd is op verschillende polissen, al dan niet van oudere datum, zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een evenredig deel in de totale schade.
ARTIKEL 7.2
SPECIALE POLIS
Als schade, die op grond van deze verzekering ver- zekerd zou zijn, op een speciaal daarvoor bestemde polis is verzekerd, bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Huurderving Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 t/m 8 Basisdekking
9 t/m 26 Uitgebreide dekking ARTIKEL 3 EXTRA DEKKINGEN
1 Honoraria en kosten experts bij schaderegeling ARTIKEL 4 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Basisdekking
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreacties
3 Molest
4 Inductie/overspanning
5 Overstroming
6 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
7 Illegale activiteiten
8 Onvoldoende onderhoud, slijtage e.d.
Uitgebreide dekking
9 Water en neerslag
ARTIKEL 5 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
1 Schadevaststelling van de huurderving
2 Uitkeringstermijn
3 Schadevergoeding ARTIKEL 6 UITZONDERINGEN
1 Verzekering elders
2 Speciale polis
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Huurderving Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
BEGRIPS- EN NADERE OMSCHRIJVINGEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
– Begripsomschrijvingen (Artikel 1)
– Nadere omschrijvingen (Artikel 12)
ARTIKEL 1.2
HUURDERVING
De huur die verzekerde derft gedurende de periode dat de verhuurde opstal(len) door beschadiging ten gevolge van een gedekte gebeurtenis geheel of gedeeltelijk voor verhuur ongeschikt is (zijn) geworden.
Indien na een schade wordt hersteld of herbouwd is de uitkeringstermijn maximaal het aantal weken dat op de polis is vermeld als uitkeringstermijn.
Indien de opstal niet wordt hersteld of herbouwd bedraagt de maximale uitkeringstermijn 13 weken.
ARTIKEL 1.3
UITKERINGSTERMIJN
Dit is de termijn waarover de schade wordt vergoed. Deze gaat in op het moment van het plaatsvinden van de gedekte gebeurtenis. De termijn eindigt op het moment dat de omzet of de productie van het bedrijf weer op het peil gekomen is of redelijkerwijs had kunnen komen in vergelijking met de situatie zonder de gedekte gebeurtenis. De termijn duurt hoogstens 52 weken tenzij anders is aangegeven
op het polisblad.
ARTIKEL 1.4
BEDRIJFSMIDDELEN
De in de polis vermelde opstallen, waarin het in de polis genoemde bedrijf wordt uitgeoefend, de functio- nele inrichting, de inventaris, bedrijfsvoorraden, hooi en stro, oogstmijten, werktuigen, en gereedschappen.
ARTIKEL 1.5
OPSTAL
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 1.16
INVENTARIS
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 1.17
FUNCTIONELE INRICHTING
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
De verzekering dekt de derving van huur rechtstreeks voortvloeiend uit de onmogelijkheid tot verhuur en gebruik door huurders veroorzaakt door materiële schade aan de door verzekerde verhuurde opstallen, functionele bedrijfsinrichting en vaste inventaris, indien dit onmiddellijk en uitsluitend het gevolg is van een hierna vermelde, onvoorziene gebeurtenis, ook als deze het gevolg is van eigen gebrek, maar met in achtneming van de uitgesloten gebeurtenissen en beperkingen als vermeld in artikel 4.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de loop- tijd van de verzekering hebben voorgedaan.
Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzi- gingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
Op het polisblad is aangegeven welke dekking van toepassing is, zijnde:
– Basisdekking
– Uitgebreide dekking
Basisdekking
ARTIKEL 2.2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.3
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risico-adres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand tengevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
In afwijking van het in artikel 2.3 bepaalde onder blikseminslag, is onder de dekking van deze verzeke- ring mee begrepen de directe bedrijfsschade en/of extra kosten als rechtstreekse gevolg van schade aan elektrisch en elektronische apparatuur/installaties door overspanning/inductie ten gevolge van bliksem, ongeacht of zich een blikseminslag in de nabijheid van het bedrijf van verzekerde heeft voorgedaan.
ARTIKEL 2.5
ONTPLOFFING
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere beschrijvingen.
ARTIKEL 2.6
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Schade aan de opstal door sneeuwbelasting en wateraccumulatie.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.8
STORM
Vereist is een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of storm- schade aan andere gebouwen in de omgeving.
Uitgebreide dekking
Naast de hierboven onder Basisdekking genoemde gevaren dekt de verzekering:
ARTIKEL 2.9
INBRAAK OF POGING DAARTOE
Vereist is het met geweld verbreken van een afslui- ting aan de buitenzijde van de opstal (niet inpandig) met het doel zich wederrechtelijk toegang te ver- schaffen
ARTIKEL 2.10
DIESTAL VAN OPSTALONDERDELEN EN INVENTARIS EN BEDRIJFSVOORRADEN NA INBRAAK
Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.11
BESCHADIGING VAN DE OPSTAL, INVENTARIS, ROERENDE ZAKEN IN DE OPSTAL EN HET HUURDERSBELANG NA INBRAAK
Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.12
SCHADE DOOR AFPERSING EN BEROVING OF POGING DAARTOE
Mits gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld tegen één of meer personen.
ARTIKEL 2.13
VANDALISME
Beschadigingen aangericht uit vernielzucht door één of meer personen die wederrechtelijk de verzekerde
opstal, of een gedeelte daarvan, zijn binnengedrongen. Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.14
WATER EN STOOM
Onvoorzien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen vaste aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten sanitaire en andere toestellen, alsmede centrale verwarmingsinstallaties als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door overlopen van water uit deze installaties en toestellen.
ARTIKEL 2.15
REGEN, SNEEUW, HAGEL, SMELTWATER
In de opstal onvoorzien binnengedrongen als gevolg van overlopen of lekkage van balkons, daken, dak- goten of bovengrondse afvoerpijpen daarvan.
Van deze dekking is uitgesloten water binnen- gedrongen via deuren en vensters.
ARTIKEL 2.16
UITBREKEN VAN VEE
Waardoor materiële schade is ontstaan.
ARTIKEL 2.17
MEST
Indien en voorzover gestroomd of overgelopen uit mestbassins, -kelders, -putten of andere bovengrond- se mestopslagsystemen, als gevolg van een daaraan plotseling opgetreden defect. Deze dekking is alleen van kracht indien genoemde bassins:
– eigendom zijn van en/of behoren tot het agrarisch bedrijf van verzekerde;
– voldoen aan de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM);
– na 1 juni 1987 zijn gebouwd en in goede staat van onderhoud verkeren.
ARTIKEL 2.18
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmings- of kook- installaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 2.19
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
ARTIKEL 2.20
AANRIJDING EN AANVARING
Van de op de polis genoemde opstal, een belendend gebouw of van de vast opgestelde bedrijfsinventaris.
ARTIKEL 2.21
OMVALLEN
Het omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoog-
werkers, windmolens, vlaggenmasten, lichtmasten. Hiermee gelijk te stellen het afbreken van delen van genoemde zaken.
ARTIKEL 2.22
KAPPEN, SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.23
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend voor wat betreft vernieling of beschadiging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan.
Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.24
LUCHTDRUK
Ten gevolge van startende of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluidsbarrière.
ARTIKEL 2.25
AFGEVALLEN EN UITGEVLOEIDE LADING VAN VOER- OF VAARTUIGEN
Ten gevolge van aanrijding en aanvaring.
ARTIKEL 2.26
STRAATAFZETTING OF AFZETTING VAN DE TOEVOERWEG TE WATER
Ten gevolge van een materiële schade door een bij deze polis gedekte gebeurtenis aan naburige zaken. Echter, uitsluitend gedurende de periode dat het bedrijf van verzekerde hierdoor niet toegankelijk is. De schade wordt vergoed tot maximaal 25% van het verzekerd bedrag.
ARTIKEL 3
EXTRA DEKKINGEN
Indien ‘basisdekking’ en ‘ uitgebreide dekking’ is verzekerd:
ARTIKEL 3.1
HONORARIA EN KOSTEN EXPERTS
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door verze- kerde benoemde expert tot maximaal het bedrag
xxx xxxxxxx en kosten van de door de maatschappij benoemde expert. Tot de kosten van een expert worden ook gerekend de kosten van de personen die door deze expert zijn geraadpleegd.
De maatschappij vergoedt geen salaris en kosten van de expert die zich niet voorafgaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedrags- code Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx).
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 4.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 4.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
Van schade door overspanning/inductie door bliksem is uitgesloten bedrijfsschade als gevolg van:
– dood of blijvende waardevermindering van dieren;
– bederf of waardevermindering van producten;
– schade bij een bedrijf dat toelevert of afneemt.
ARTIKEL 4.5
OVERSTROMING
Ongeacht waardoor veroorzaakt.
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.6
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of ver- zekerde met opzet, door al dan niet bewuste roeke- loosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt. Dit onge- acht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan dat van andere verzeker- den.
ARTIKEL 4.7
ILLEGALE ACTIVITEITEN
Schade ontstaan op het (de) in de polis genoemde risicoadres(sen) wordt uitgesloten indien daar een wettelijk niet toegestane activiteit plaatsvindt, ongeacht of is aangetoond dat deze activiteit niet de oorzaak van de schade vormt of dat verzekerde (bijvoorbeeld als verhuurder) niet op de hoogte was van de illegale activiteit. Onder illegale activiteit wordt voor deze verzekering verstaan:
– onwettige teelt, fabricage of handel in hennep- producten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne, en soort- gelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
– het opslaan, verhandelen of bewerken van gesto- len zaken (bijv. het zogenaamde ‘omkatten’ van auto’s).
ARTIKEL 4.8
ONVOLDOENDE ONDERHOUD, SLIJTAGE E.D.
Schade veroorzaakt door of verband houdend met onvoldoende onderhoud, slijtage of uitstel van noodzakelijk gebleken vervanging of reparatie van gebouwen of apparatuur.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd dan is tevens uitgesloten:
ARTIKEL 4.9
WATER EN NEERSLAG
Schade als gevolg van:
– binnendringen van neerslag via de begane grond of openbare weg;
– binnendringen van riool- of grondwater;
– terugstromen van rioolwater;
– vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken.
ARTIKEL 5
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 5.1
SCHADEVASTSTELLING VAN DE HUURDERVING
Aan het begin van een door deze verzekering gedek- te gebeurtenis zal door de expert(s) in overleg met verzekerde worden nagegaan in welke mate het gebouw voor verhuur ongeschikt is geworden.
Tevens welke extra kosten gemaakt dienen te worden om deze toestand op te heffen dan wel het herstel
te bespoedigen. Zijn binnen de schadevergoedings- termijn aanvullende extra kosten noodzakelijk dan dient dit met de maatschappij te worden overlegd. Aan het einde van de bedrijfsstilstand of -stoornis, doch uiterlijk aan het einde van de maximale termijn van schadevergoeding zal worden vastgesteld welke kosten hiermee gemoeid zijn geweest.
Bij het vaststellen van de schade wordt met de huurovereenkomst rekening gehouden.
ARTIKEL 5.2
UITKERINGSTERMIJN
De termijn waarover de schade wordt vergoed, gaat in op het moment van het plaatsvinden van de gedekte gebeurtenis en duurt gedurende ten hoogste de maximale uitkeringstermijn (52 weken, tenzij in de polis anders is vermeld), ook al zou de verzekering inmiddels eindigen. De uitkeringstermijn eindigt op het moment dat de verhuurde opstal weer voor verhuur geschikt is.
De uitkeringstermijn duurt echter ten hoogste 13 weken indien de verhuurde opstal niet wordt herbouwd.
ARTIKEL 6.3
SCHADEVERGOEDING
De schadevergoeding wordt door de maatschappij uitgekeerd naarmate de schade door verzekerde wordt geleden, tenzij partijen uitkering in één bedrag overeenkomen. De maatschappij zal nooit meer vergoeden dan het totaal van het verzekerd bedrag aan huurderving.
ARTTIKEL 6
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 6.1
VERZEKERING ELDERS
Indien het verzekerd belang aan huurderving geheel of gedeeltelijk elders is verzekerd op een polis van huurderving, dan wel als aanvullende dekking op een opstalverzekering - al dan niet bij de maatschappij- dan zal op grond van deze polis huurderving door een gedekte gebeurtenis worden vergoed voorzover de schade niet of niet volledig op grond van die andere polissen wordt vergoed.
ARTIKEL 6.2
SPECIALE POLIS
Als schade, die op grond van deze verzekering verze- kerd zou zijn, op een speciaal daarvoor bestemde polis is verzekerd, bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Reconstructiekosten Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 t/m 8 Basis dekking
9 t/m 26 Uitgebreide dekking ARTIKEL 3 EXTRA DEKKINGEN
1 Honoraria en kosten van experts bij schaderegeling ARTIKEL 4 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Basisdekking
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreacties
3 Molest
4 Inductie/overspanning
5 Overstroming
6 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
7 Illegale activiteiten
8 Onvoldoende onderhoud, slijtage e.d.
Uitgebreide dekking
9 Water en neerslag
ARTIKEL 5 BIJZONDERE VERPLICHTING BIJ VERZEKERING VAN UITVAL REGELAPPARATUUR
ARTIKEL 6 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN ARTIKEL 7 UITZONDERINGEN
1 Verzekering elders
2 Speciale polis
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Reconstructiekosten Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
BEGRIPS- EN NADERE OMSCHRIJVINGEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
– Begripsomschrijvingen (Artikel 1)
– Nadere omschrijvingen (Artikel 12)
ARTIKEL 1.2
RECONSTRUCTIEKOSTEN
Alle extra kosten verbonden aan de reconstructie van beschadigde of vernietigde administratieve gegevens voor zover die noodzakelijk zijn voor de voortgang van het bedrijf van verzekerde.
Als zodanige kosten worden aangemerkt:
– salarissen inclusief sociale lasten aan eigen en/of extra personeel, uitsluitend voor zover dit perso- neel noodzakelijkerwijze voor de reconstructie van de beschadigde of vernietigde bescheiden is ingezet, eventueel vermeerderd met toeslagen of bonussen voor overwerk;
– extra kosten voor verlichting, verwarming, water, telefoon en schrijfbehoeften;
– extra kosten voor het verzamelen van verloren gegane gegevens als media, documenten, boeken, plannen, tekeningen en dergelijke;
– extra kosten verbonden aan het herstel en/of het opnieuw vervaardigen van de ten gevolge van de schade geheel of gedeeltelijk vernietigde media, met inbegrip van extra kosten verbonden aan het doen verwerken van gegevens via een computer van derden ter completering van informatie, mits deze uitbesteding direct en uitsluitend verband houdt met de reconstructie van de desbetreffende gegevens;
– overige extra kosten, gemaakt bij het inwinnen van informatie, zoals reiskosten, extra porti, en dergelijke.
ARTIKEL 1.3
UITKERINGSTERMIJN
Dit is de termijn waarover de schade wordt vergoed. Deze gaat in op het moment van het plaatsvinden van de gedekte gebeurtenis. De termijn eindigt op het moment dat de omzet of de productie van het bedrijf weer op het peil gekomen is of redelijkerwijs had kunnen komen in vergelijking met de situatie zonder de gedekte gebeurtenis. De termijn duurt hoogstens 52 weken tenzij anders is aangegeven op het polisblad.
ARTIKEL 1.4
BEDRIJFSMIDDELEN
De in de polis vermelde opstallen, waarin het in de polis genoemde bedrijf wordt uitgeoefend, de functio- nele inrichting, de inventaris, hooi en stro, oogstmij- ten, werktuigen, gereedschappen en huurdersbelang.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
De verzekering dekt reconstructiekosten, die recht- streeks voortvloeien uit bedrijfsstilstand of -stoornis direct en uitsluitend veroorzaakt door materiële schade aan de bij verzekerde in gebruik zijnde bedrijfsmiddelen, indien deze onmiddellijk en uitslui- tend het gevolg is van een hierna vermelde, onvoor- ziene gebeurtenis, ook als deze het gevolg is van eigen gebrek, maar met inachtneming van de uit- gesloten gebeurtenissen en beperkingen als vermeld in artikel 4.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de loop- tijd van de verzekering hebben voorgedaan.
Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeen- komst is gesloten.
Deze verzekering dekt reconstructiekosten ongeacht het werkelijke belang aan mogelijke extra kosten.
Op het polisblad is aangegeven welke dekking van toepassing is, zijnde:
– Basisdekking, of
– Uitgebreide dekking.
Basisdekking
ARTIKEL 2.2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Zie Algemene Verzekeringbepalingen Bedrijfsmiddelen:
Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.3
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risico-adres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand ten gevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
In afwijking van het in artikel 2.3 bepaalde onder blikseminslag, is onder de dekking van deze verzeke- ring mee begrepen de directe bedrijfsschade en/of extra kosten als rechtstreekse gevolg van schade aan elektrisch en elektronische apparatuur/installaties door overspanning/inductie ten gevolge van bliksem, ongeacht of zich een blikseminslag in de nabijheid van het bedrijf van verzekerde heeft voorgedaan.
ARTIKEL 2.5
ONTPLOFFING
Alsmede implosie.
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere beschrijvingen.
ARTIKEL 2.6
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN OF METEORIETEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Schade aan de opstal door sneeuwbelasting en wateraccumulatie.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.8
STORM
Vereist is een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of storm- schade aan andere gebouwen in de omgeving.
Uitgebreide dekking
Naast de hierboven onder Basisdekking genoemde gevaren dekt de verzekering:
ARTIKEL 2.9
INBRAAK OF POGING DAARTOE
Vereist is het met geweld verbreken van een afslui- ting aan de buitenzijde van de opstal (niet inpandig) met het doel zich wederrechtelijk toegang te ver- schaffen.
ARTIKEL 2.10
DIEFSTAL VAN OPSTALONDERDELEN, INVENTARIS EN BEDRIJFSVOORRADEN NA INBRAAK
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere beschrijvingen.
ARTIKEL 2.11
BESCHADIGING VAN DE OPSTAL, INVENTARIS ROERENDE ZAKEN IN DE OPSTAL EN HUURDERS- BELANG NA INBRAAK
Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.12
SCHADE DOOR AFPERSING EN BEROVING OF POGING DAARTOE
Mits gepaard gaande met geweld of bedreiging met geweld tegen één of meer personen.
ARTIKEL 2.13
VANDALISME
Beschadigingen aangericht uit vernielzucht door één of meer personen die wederrechtelijk de verzekerde opstal of een gedeelte daarvan zijn binnengedrongen. Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.14
WATER EN STOOM
Onvoorzien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen vaste aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten sanitaire en andere toestellen, alsmede centrale verwarmingsinstallaties als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door overlopen van water uit deze installaties en toestellen.
ARTIKEL 2.15
REGEN, SNEEUW, HAGEL, SMELTWATER
In de opstal binnengedrongen als gevolg van over- lopen of lekkage van balkons, daken, dakgoten of bovengrondse afvoerpijpen daarvan.
Van deze dekking is uitgesloten water binnenge- drongen via deuren en vensters.
ARTIKEL 2.16
UITBREKEN VAN VEE
Waardoor materiële schade is ontstaan.
ARTIKEL 2.17
MEST
Indien en voorzover gestroomd of overgelopen uit mestbassins, -kelders, -putten of andere bovengrond- se mestopslagsystemen, als gevolg van een daaraan plotseling opgetreden defect. Deze dekking is alleen van kracht indien genoemde bassins:
– eigendom zijn van en/of behoren tot het agrarisch bedrijf van verzekerde;
– voldoen aan de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM);
– na 1 juni 1987 zijn gebouwd en in goede staat van onderhoud verkeren.
ARTIKEL 2.18
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmings- of kook- installaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 2.19
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
ARTIKEL 2.20
AANRIJDING EN AANVARING
Van de op de polis genoemde opstal, een belendend gebouw of van de vast opgestelde bedrijfsinventaris.
ARTIKEL 2.21
AFGEVALLEN EN UITGEVLOEIDE LADING VAN VOER- OF VAARTUIGEN
Ten gevolge van aanrijding en aanvaring.
ARTIKEL 2.22
OMVALLEN
Het omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoog- werkers, windmolens, vlaggenmasten, lichtmasten.
Hiermee gelijk te stellen het afbreken van delen van genoemde zaken.
ARTIKEL 2.23
KAPPEN OF SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.24
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend in geval van vernieling of beschadiging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan.
Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.25
LUCHTDRUK
Ten gevolge van startende of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluids- barrière.
ARTIKEL 2.26
STRAATAFZETTING OF AFZETTING VAN DE TOEVOERWEG TE WATER
In verband met het optreden van een door deze verzekering gedekte gebeurtenis overkomen aan naburige zaken, echter uitsluitend gedurende de periode dat het bedrijf van verzekerde hierdoor niet toegankelijk is.
ARTIKEL 3
EXTRA DEKKINGEN
ARTIKEL 3.1
HONORARIA EN KOSTEN VAN DESKUNDIGEN BIJ DE SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van alle deskundigen komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door verzekerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maat- schappij benoemde deskundige.
Tot de kosten van een deskundige worden ook gere- kend de kosten van de personen die door deze des- kundige zijn geraadpleegd. De maatschappij vergoedt geen kosten van de deskundige die zich niet vooraf- gaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx).
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 4.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 4.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
Van schade door overspanning/inductie door bliksem is uitgesloten bedrijfsschade als gevolg van:
– dood of blijvende waardevermindering van dieren;
– bederf of waardevermindering van producten;
– schade bij een bedrijf dat toelevert of afneemt.
ARTIKEL 4.5
OVERSTROMING
Ongeacht waardoor veroorzaakt.
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.6
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of ver- zekerde met opzet, door al dan niet bewuste roeke- loosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan dat van andere verzekerden.
ARTIKEL 4.7
ILLEGALE ACTIVITEITEN
Schade ontstaan op het (de) in de polis genoemde risicoadres(sen) wordt uitgesloten indien daar een wettelijk niet toegestane activiteit plaatsvindt, onge- acht of is aangetoond dat deze activiteit de oorzaak van de schade vormt of dat verzekerde (bijvoorbeeld als verhuurder) op de hoogte was van de illegale activiteit.
Onder illegale activiteit wordt voor deze verzekering verstaan:
– onwettige teelt, fabricage of handel in hennep- producten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne, en soort- gelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
– het opslaan, verhandelen of bewerken van gesto- len zaken (bijv. het zogenaamde ‘omkatten’ van auto’s)
ARTIKEL 4.8
ONVOLDOENDE ONDERHOUD, SLIJTAGE E.D.
Schade veroorzaakt door of verband houdend met onvoldoende onderhoud, slijtage of uitstel van nood- zakelijk gebleken vervanging of reparatie van gebou- wen of apparatuur.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd is daarbij tevens uitgesloten:
ARTIKEL 4.9
WATER EN NEERSLAG
Schade als gevolg van:
– binnendringen van neerslag via de begane grond of openbare weg;
– binnendringen van riool- of grondwater;
– terugstromen van rioolwater;
– vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken;
– water aan goederen in souterrains, kelders en kel- derboxen, tenzij de goederen op vlonders, pallets of stellingen liggen tenminste 10 centimeter boven het vloeroppervlak.
ARTIKEL5
BIJZONDERE VERPLICHTINGEN BIJ VERZEKERING VAN UITVAL VAN REGELAPPARATUUR
Verzekerde is verplicht:
1 De maatschappij zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis te stellen van xxxx xxxxxxxxx in: de regel- apparatuur, het alarmsysteem en/of de wijze van huisvesting van de dieren;
2 De regelapparatuur volgens voorschriften te laten aanleggen, te bedienen, te onderhouden en regel- matig op bedrijfszekerheid te beproeven;
3 Er voor te zorgen dat alle automatische regel- apparatuur ook handmatig kan worden bediend. En tevens bij leveranties en werkzaamheden uit- sluitend gebruik te maken van op het betreffende gebied als deskundig bekend staande personen en bedrijven en zonder toestemming van de maat- schappij geen verdergaande afstand te doen van verhaalsrechten dan gebruikelijk is;
4 Een alarmsysteem in bedrijf te houden tenzij het niet in werking treden een gevolg is dezelfde schadeveroorzakende gebeurtenis waardoor ook de regelapparatuur is beschadigd, ongeacht of het een bij uitgesloten gebeurtenis betreft zoals hier- na vermeld;
5 Er voor zorg te dragen dat het alarmsysteem regelmatig op bedrijfszekerheid wordt beproefd, en regelmatig wordt onderhouden;
6 Ervoor zorg te dragen dat het alarmsysteem vol- doet aan de eisen zoals hierboven is aangegeven onder ‘Specifieke Begripsomschrijvingen’ is;
7 De maatschappij zo spoedig mogelijk in kennis te stellen van een wijziging in de wijze van huisves- ting van de verzekerde dieren.
ARTIKEL 6
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 6.1
SCHADEVASTSTELLING VAN DE RECONSTRUCTIE- KOSTEN
Aan het begin van een door deze verzekering gedekte bedrijfsstilstand of –stoornis zal door de expert(s) in overleg met verzekerde worden nagegaan welke gegevens moeten worden gereconstrueerd alsmede de wijze waarop dit het beste kan geschieden.
Aan het einde van de bedrijfsstilstand of -stoornis, doch uiterlijk aan het einde van de maximale termijn van schadevergoeding zal worden vastgesteld welke kosten hiermee gemoeid zijn geweest.
ARTIKEL 6.2
UITKERINGSTERMIJN
De termijn waarover de schade wordt vergoed, gaat in op het moment van het plaatsvinden van de gedekte gebeurtenis en duurt gedurende ten hoogste de maximale uitkeringstermijn (52 weken, tenzij in de polis anders is vermeld), ook al zou de verzekering inmiddels eindigen. De uitkeringstermijn eindigt op het moment dat het bedrijf weer in de situatie is gekomen als vlak voor de schadeveroorzakende gebeurtenis.
ARTIKEL 6.3
SCHADEVERGOEDING
De schadevergoeding wordt door de maatschappij uit- gekeerd naarmate de schade door verzekerde wordt geleden, tenzij partijen uitkering in één bedrag over- eenkomen. De maatschappij zal nooit meer vergoe- den dan het verzekerd bedrag aan extra kosten.
ARTIKEL 7
UITZONDERING
ARTIKEL 7.1
VERZEKERING ELDERS
Indien het verzekerde belang geheel of gedeeltelijk verzekerd is op verschillende polissen, al dan niet van oudere datum, zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een evenredig deel in de totale schade.
ARTIKEL 7.2
SPECIALE POLIS
Als schade, die op grond van deze verzekering ver- zekerd zou zijn, op een speciaal daarvoor bestemde polis is verzekerd, bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Extra Kosten Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 t/m 8 Basis dekking
9 t/m 26 Uitgebreide dekking ARTIKEL 3 EXTRA DEKKINGEN
1 Honoraria en kosten experts bij schaderegeling ARTIKEL 4 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Basisdekking
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreacties
3 Molest
4 Inductie/overspanning
5 Overstroming
6 Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
7 Illegale activiteiten
8 Onvoldoende onderhoud, slijtage e.d.
Uitgebreide dekking
9 Water en neerslag
ARTIKEL 5 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN ARTIKEL 6 UITZONDERINGEN
1 Verzekering elders
2 Speciale polis
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Extra Kosten Agrarisch Basis-/Uitgebreide dekking
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
BEGRIPS- EN NADERE OMSCHRIJVINGEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
– Begripsomschrijvingen (Artikel 1)
– Nadere omschrijvingen (Artikel 12)
ARTIKEL 1.2
EXTRA KOSTEN
De extra kosten, gedurende de uitkeringstermijn, gemaakt als gevolg van een gedekte gebeurtenis ter voorkoming of beperking van de bedrijfsschade of om het bedrijf of beroep tijdelijk ter plaatse of elders te kunnen voortzetten.
Als zodanige kosten worden aangemerkt:
– huur van tijdelijk in gebruik genomen opstal en inrichting ten gevolge van de door een gedekte gebeurtenis veroorzaakte onbruikbaarheid van de bedrijfsruimte(n);
– diverse belastingen in verband hiermee;
– kosten voor het overbrengen van meubilair, boeken, materiaal en dergelijke.
Alsmede de extra kosten verbonden aan:
– de omschakeling op vroegere conventionele en/of andere administratieve methodieken dan wel de ten gevolge van een gedekte gebeurtenis meer dan normale hoeveelheid te verwerken informatie- ve gegevens met behulp van een computerinstal- latie in gebruik hetzij bij het eigen bedrijf hetzij bij derden;
– de verwerking van de normale hoeveelheid infor- matieve gegevens met behulp van een computer- installatie bij derden, indien de computerinstallatie in gebruik bij het eigen bedrijf door een gedekte gebeurtenis is vernietigd dan wel indien deze installatie niet gebruikt kan worden als gevolg van een gedekte gebeurtenis elders in de opstal waar- in verzekerde zijn bedrijf uitoefent;
– het voeren van de administratieve organisatie op eerder genoemde conventionele methodieken en wel vanaf de datum van de schade tot het ogen- blik waarop de op deze wijze verwerkte gegevens in de computer zijn ingevoerd en de verwerkings- capaciteit na voltooiing van het materiële herstel van de door een gedekte gebeurtenis getroffen bedrijfsruimte weer op hetzelfde peil is als onmid- dellijk voor de schade.
Onder extra kosten zijn niet begrepen herstelkosten of kosten van vervanging van bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 1.3
UITKERINGSTERMIJN
Dit is de termijn waarover de schade wordt vergoed. Deze gaat in op het moment van het plaatsvinden van de gedekte gebeurtenis. De termijn eindigt op het moment dat de omzet of de productie van het bedrijf weer op het peil gekomen is of redelijkerwijs
had kunnen komen in vergelijking met de situatie zonder de gedekte gebeurtenis. De termijn duurt hoogstens 52 weken tenzij anders is aangegeven op het polisblad.
ARTIKEL 1.4
BEDRIJFSMIDDELEN
De in de polis vermelde opstallen, waarin het in de polis genoemde bedrijf wordt uitgeoefend, de functio- nele inrichting, de inventaris, hooi en stro, oogstmij- ten, werktuigen, gereedschappen en huurdersbelang.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
De extra kosten die rechtstreeks voortvloeien uit bedrijfsstilstand of -stoornis direct en uitsluitend ver- oorzaakt door materiële schade aan de bij verzekerde in gebruik zijnde bedrijfsmiddelen, indien deze onmid- dellijk en uitsluitend het gevolg is van een hierna ver- melde, onvoorziene gebeurtenis, ook als deze het gevolg is van eigen gebrek, maar met inachtneming van de uitgesloten gebeurtenissen en beperkingen als vermeld in artikel 4.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de loop- tijd van de verzekering hebben voorgedaan.
Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzi- gingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
Deze verzekering van extra kosten is ongeacht het werkelijke belang aan mogelijke extra kosten.
Op het polisblad is aangegeven welke dekking van toepassing is, zijnde:
– Basisdekking, of
– Uitgebreide dekking.
Basisdekking
ARTIKEL 2.2
BRAND EN BRANDBLUSSING
Zie Algemene Verzekeringvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.3
BLIKSEMINSLAG
Waarbij ter plaatse van de inslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of de daarop zich bevindende zaken op het risico-adres dat in de polis is genoemd. Ook al heeft het inslaan van de bliksem geen brand tengevolge gehad.
Onder bliksem wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe.
ARTIKEL 2.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
In afwijking van het in artikel 2.3 bepaalde onder
blikseminslag, is onder de dekking van deze verzeke- ring mee begrepen de directe bedrijfsschade en/of extra kosten als rechtstreekse gevolg van schade aan elektrisch en elektronische apparatuur/installaties door overspanning/inductie ten gevolge van bliksem, ongeacht of zich een blikseminslag in de nabijheid van het bedrijf van verzekerde heeft voorgedaan.
ARTIKEL 2.5
ONTPLOFFING
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.6
LUCHT- OF RUIMTEVAARTUIGEN EN METEORIETEN
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Brand Agrarisch: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.7
SNEEUWDRUK EN WATERACCUMULATIE
Schade aan de opstal door sneeuwbelastingen en wateraccummulatie.
Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.8
STORM
Vereist is een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).
Als bewijs kunnen dienen: waarneming door het K.N.M.I., verklaringen van getuigen en/of storm- schade aan andere gebouwen in de omgeving.
Uitgebreide dekking
Naast de hierboven onder Basisdekking genoemde gevaren dekt de verzekering:
ARTIKEL 2.9
INBRAAK OF POGING DAARTOE
Vereist is het met geweld verbreken van een afslui- ting aan de buitenzijde van de opstal (niet inpandig) met het doel zich wederrechtelijk toegang te ver- schaffen.
ARTIKEL 2.10
DIEFSTAL VAN OPSTALONDERDELEN, INVENTARIS EN BEDRIJFSVOORRADEN NA INBRAAK
ARTIKEL 2.11
BESCHADIGING VAN DE OPSTAL, INVENTARIS, ROE- RENDE ZAKEN EN HUURDERSBELANG NA INBRAAK
Zie ook Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.12
SCHADE DOOR AFPERSING EN BEROVING OF POGING DAARTOE
Mits gepaard gaande met geweld of bedreiging met geweld tegen één of meer personen.
ARTIKEL 2.13
VANDALISME
Beschadigingen aangericht uit vernielzucht door één of meer personen die wederrechtelijk de verzekerde opstal, of een gedeelte daarvan, zijn binnengedrongen. Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 2.14
WATER EN STOOM
Onvoorzien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen vaste aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten sanitaire en andere toestellen, alsmede centrale verwarmingsinstallaties als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door overlopen van water uit deze installaties en toestellen.
ARTIKEL 2.15
REGEN, SNEEUW, HAGEL, SMELTWATER
In de opstal binnengedrongen als gevolg van over- lopen of lekkage van balkons, daken, dakgoten of bovengrondse afvoerpijpen daarvan.
Van deze dekking is uitgesloten water binnen gedrongen via deuren en vensters.
ARTIKEL 2.16
UITBREKEN VAN VEE
Waardoor materiële schade is ontstaan.
ARTIKEL 2.17
MEST
Indien en voorzover gestroomd of overgelopen uit mestbassins, -kelders, -putten of andere bovengrond- se mestopslagsystemen, als gevolg van een daaraan plotseling opgetreden defect.
Deze dekking is alleen van kracht indien genoemde bassins:
– eigendom zijn van en/of behoren tot het agrarisch bedrijf van verzekerde;
– voldoen aan de Bouwtechnische Richtlijnen Mestbassins (BRM);
– na 1 juni 1987 zijn gebouwd en in goede staat van onderhoud verkeren.
ARTIKEL 2.18
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmings- of kook- installaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 2.19
ROOK EN ROET
Plotseling uitgestoten door een op de schoorsteen aangesloten verwarmings- of kookinstallatie.
ARTIKEL 2.20
AANRIJDING EN AANVARING
Van de op de polis genoemde opstal, een belendend gebouw of van de vast opgestelde bedrijfsinventaris.
ARTIKEL 2.21
OMVALLEN
Het omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoog- werkers, windmolens, vlaggenmasten, lichtmasten.
Hiermee gelijk te stellen het afbreken van delen van genoemde zaken.
ARTIKEL 2.22
KAPPEN OF SNOEIEN VAN BOMEN
ARTIKEL 2.23
RELLEN, RELLETJES, OPSTOOTJES EN WERKSTAKING
Uitsluitend voor wat betreft vernieling of beschadi- ging van de verzekerde zaken als gevolg hiervan.
ARTIKEL 2.24
LUCHTDRUK
Ten gevolge van startende of proefdraaiende lucht- of ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluids- barrière.
ARTIKEL 2.25
AFGEVALLEN EN UITGEVLOEIDE LADING VAN VOER- OF VAARTUIGEN
Ten gevolge van aanrijding en aanvaring.
ARTIKEL 2.26
STRAATAFZETTING OF AFZETTING VAN DE TOEVOERWEG TE WATER
Indien ‘uitgebreide dekking’ is verzekerd:
Extra kosten gemaakt ten gevolge van een materiële schade door een bij deze polis gedekte gebeurtenis aan naburige zaken. Echter, uitsluitend gedurende de periode dat het bedrijf van verzekerde hierdoor niet toegankelijk is. De schade wordt vergoed tot maxi- maal 25% van het verzekerd bedrag.
ARTIKEL 3
EXTRA DEKKINGEN
ARTIKEL 3.1
HONORARIA EN KOSTEN EXPERTS
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door ver- zekerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemde expert. Tot de kosten van een expert worden ook gerekend de kosten van de personen die door deze expert zijn geraadpleegd.
De maatschappij vergoedt geen salaris en kosten van de expert die zich niet voorafgaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedrags- code Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx).
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Bedrijfsmiddelen is niet verzekerd:
ARTIKEL 4.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 4.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.4
INDUCTIE/OVERSPANNING DOOR BLIKSEM
Van schade door overspanning/inductie door bliksem is uitgesloten bedrijfsschade als gevolg van:
– dood of blijvende waardevermindering van dieren;
– bederf of waardevermindering van producten;
– schade bij een bedrijf dat toelevert of afneemt.
ARTIKEL 4.5
OVERSTROMING
Ongeacht waardoor veroorzaakt.
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 4.6
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of ver- zekerde met opzet, door al dan niet bewuste roeke- loosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan dat van andere verzekerden.
ARTIKEL 4.7
ILLEGALE ACTIVITEITEN
Schade ontstaan op het (de) in de polis genoemde risicoadres(sen) wordt uitgesloten indien daar een wettelijk niet toegestane activiteit plaatsvindt, onge- acht of is aangetoond dat deze activiteit de oorzaak van de schade vormt of dat verzekerde (bijvoorbeeld als verhuurder) op de hoogte was van de illegale activiteit.
Onder illegale activiteit wordt voor deze verzekering verstaan:
– onwettige teelt, fabricage of handel in hennep- producten, XTC-pillen, heroïne, cocaïne, en soort- gelijke onder de Opiumwet verboden activiteiten;
– het opslaan, verhandelen of bewerken van gesto- len zaken (bijv. het zogenaamde ‘omkatten’ van auto’s).
ARTIKEL 4.8
ONVOLDOENDE ONDERHOUD, SLIJTAGE E.D.
Schade veroorzaakt door of verband houdend met onvoldoende onderhoud, slijtage of uitstel van nood- zakelijk gebleken vervanging of reparatie van gebou- wen of apparatuur.
Uitgebreide dekking
Indien verzekerd is daarbij tevens uitgesloten:
ARTIKEL 4.9
WATER EN NEERSLAG
Schade als gevolg van:
– binnendringen van neerslag via de begane grond of openbare weg;
– binnendringen van riool- of grondwater;
– terugstromen van rioolwater;
– vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken;
– water aan goederen in souterrains, kelders en kel- derboxen, tenzij de goederen op vlonders, pallets of stellingen liggen ten minste 10 centimeter boven het vloeroppervlak.
ARTIKEL 5
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 5.3
SCHADEVERGOEDING
De schadevergoeding wordt door de maatschappij uit- gekeerd naarmate de schade door verzekerde wordt geleden, tenzij partijen uitkering in één bedrag over- eenkomen. De maatschappij zal nooit meer vergoe- den dan het verzekerd bedrag aan extra kosten.
ARTIKEL 6
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 6.1
VERZEKERING ELDERS
Indien het verzekerde belang geheel of gedeeltelijk verzekerd is op verschillende polissen, al dan niet van oudere datum, zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een evenredig deel in de totale schade.
ARTIKEL 6.2
SPECIALE POLIS
Als schade, die op grond van deze verzekering ver- zekerd zou zijn, op een speciaal daarvoor bestemde polis is verzekerd, bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
ARTIKEL 5.1
SCHADEVASTSTELLING VAN DE EXTRA KOSTEN
Aan het begin van een door deze verzekering gedekte bedrijfsstilstand of –stoornis zal door de expert(s) in overleg met verzekerde worden nagegaan welke extra kosten gemaakt dienen te worden. Zijn binnen de schadevergoedingstermijn aanvullende extra kosten noodzakelijk dan dient dit met de maatschappij te worden overlegd.
Aan het einde van de bedrijfsstilstand of -stoornis, doch uiterlijk aan het einde van de maximale uitke- ringstermijn van schadevergoeding zal worden vast- gesteld welke kosten hiermee gemoeid zijn geweest.
ARTIKEL 5.2
UITKERINGSTERMIJN
De termijn waarover de schade wordt vergoed, gaat in op het moment van het plaatsvinden van de gedekte gebeurtenis en duurt gedurende ten hoogste de maximale uitkeringstermijn (52 weken, tenzij in de polis anders is vermeld), ook al zou de verzekering inmiddels eindigen. De uitkeringstermijn eindigt op het moment dat de omzet van het bedrijf weer op het peil is gekomen of redelijkerwijs had kunnen komen in vergelijking met de situatie zonder de gedekte gebeurtenis.
De uitkeringstermijn duurt echter ten hoogste 13 weken indien verzekerde:
– het bedrijf opheft;
– in deze periode nog geen poging tot onverminder- de voortzetting van het bedrijf heeft gedaan;
– een ander bedrijf in de opstal gaat vestigen.
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Geldverzekering Standaard Agrarisch
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
2 Bij vervoer
3 Bij verblijf in de opstal
4 Bij verblijf in een inbraakwerende kluis
5 Bij verblijf in de woning
6 Bij verblijf in nachtkluis of safeloket ARTIKEL 3 BIJZONDERE DEKKINGEN
1 Schade door afpersing, diefstal met geweld of bedreiging
2 Vals geld
3 Kosten van vervanging van sleutel en slot ARTIKEL 4 VERGOEDINGEN BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG
1 Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
2 Honoraria en kosten experts bij schaderegeling ARTIKEL 5 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
1 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
2 Atoomkernreacties
3 Molest
4 Overstroming
5 Misdrijf
6 Ontdekkingstermijn
7 Schadevergoeding bancaire instelling
8 Maximum gecombineerd vervoer ARTIKEL 6 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
1 Xxxxxxxxxxxxxxxxxx
0 Xxxxxxxxxx rechten
ARTIKEL 7 ELDERS LOPENDE VERZEKERING
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Geldverzekering Standaard Agrarisch
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
BEGRIPS- EN NADERE OMSCHRIJVINGEN
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen:
– Begripsomschrijvingen (Artikel 1)
– Nadere omschrijvingen (Artikel 12)
ARTIKEL 1.2
GELD EN GELDSWAARDIG PAPIER
Geld en geldswaardig papier dat aan verzekerde toe- behoort in verband met de uitoefening van zijn/haar bedrijf.
Onder geld wordt tevens verstaan in chipknip of anderzins elektronisch opgeslagen geldswaarden. Onder geldswaardig papier wordt tevens verstaan bankbiljetten, effecten, rechtsgeldig getekende ont- vangstbewijzen, certificaten, coupons, talons, wissels, promessen, rechtsgeldig getekende cheques, geldige zegels, gezegeld papier, cognossementen, charterpar- tijen, of ander verhandelbaar en geldswaardig papier. Creditcards en betaalpassen zijn geen geldswaardig papier in de zin van de polis.
ARTIKEL 1.3
VERVOER
Het door verzekerde of in diens opdracht door zijn gezinsleden of personeel overbrengen van geld en/of geldwaardig papier binnen Nederland, mits recht- streeks langs de kortste weg, zonder onnodige onder- brekingen tussen twee van de volgende plaatsen:
– het in de polis vermelde bedrijf;
– een bankinstelling;
– de woning van verzekerde of de woning van de filiaalhouder of de door hen aangewezen vervanger;
– een afnemer of leverancier van de verzekerde.
Het vervoer begint zodra degene die het geld of geldswaardig papier vervoert de plaats van in ontvangstneming verlaat.
Het eindigt direct na aflevering op de plaats van bestemming.
Onderbrekingen in het vervoer worden niet tot het vervoer gerekend, behoudens korte onderbrekingen, die redelijkerwijze vereist zijn en waarbij het geld binnen handbereik van de vervoerder blijft.
Vervoer uitsluitend binnen het bij verzekerde in gebruik zijnde (gedeelte van het) gebouw valt niet onder het vervoer als hierboven bedoeld.
ARTIKEL 1.4
VERBLIJF
Het aanwezig zijn van het geld en/of geldswaardig papier in het bedrijf of in de woning van verzekerde of de filiaalhouder of de door hen aangewezen ver- vanger, dan wel in een nachtkluis of een safeloket van een bankinstelling mits door verzekerde is
voldaan aan de voorwaarden waarop de bankinstelling het recht verleent tot het gebruik van de nachtkluis
of het safeloket.
ARTIKEL 1.5
KLUIS
Een inbraakwerende kast of kluis die voldoet aan de eisen die voor waardeberging worden gesteld in de meest recent gepubliceerde lijst van ‘Inbraakwerende Safes en Kluisdeuren met dekkingsindicaties’ van
het Nationaal Centrum voor Preventie / NCP (xxx.xxx.xx). In tegenstelling tot deze publicatie dient een kluis met een gewicht van minder dan 1000 kg verankerd te zijn.
ARTIKEL 1.6
KAST
Een goed afgesloten kast of meubelstuk
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
De verzekering dekt het verlies van geld en gelds- waardig papier tot ten hoogste het in de polis vermel- de bedrag per gebeurtenis met inachtneming van de hieronder genoemde maxima en de uitsluitingen en beperkingen als vermeld in artikel 5.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de loop- tijd van de verzekering hebben voorgedaan.
Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uit- gebreid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de over- eenkomst is gesloten.
ARTIKEL 2.2
BIJ VERVOER, DOOR ONVERSCHILLIG WELKE OORZAAK
Bij onderbreking van vervoer blijft de dekking van kracht voor zover de onderbreking redelijkerwijs vereist is en voor zover het geld en/of geldswaardig papier zich onder onmiddellijk handbereik bevinden van de persoon die met het transport belast is.
De verzekering tijdens vervoer is van kracht voor alle personen niet jonger dan 18 jaar en niet ouder dan 65 jaar, in dienst van verzekeringnemer die, ingevolge zijn opdracht, met het transport van de verzekerde waarden zijn belast.
ARTIKEL 2.3
BIJ VERBLIJF IN HET DEEL VAN DE OPSTAL DAT BIJ VERZEKERDE IN GEBRUIK IS,
Mits en tijdens aanwezigheid van verzekerde en/of zijn personeel door:
1 Afpersing, diefstal
indien gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld tegen personen;
2 Brand, brandblussing, blikseminslag, ontploffing, zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden
Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen;
3 Het getroffen worden door een lucht- of ruimte- vaartuig, of meteorieten.
ARTIKEL 2.4
BIJ VERBLIJF IN EEN INBRAAKWERENDE KLUIS
In de bij verzekerde (gedeeltelijk) in gebruik zijnde opstal mits deze brandkast is vermeld in de laatste publicatie ‘Lijst Inbraakwerende Safes en Kluis- deuren’ met dekkingsindicatie en inschalingklassen van het Nationaal Centrum voor Preventie of in het meest recente informatieboek ‘Veiligheid verzekerd’ van de Vereniging Geld en Waardeberging waarin zijn vermeld de minimale classificatie eisen volgens NEN-EN 1143, 14450 en 1047-1
1 Afpersing, diefstal;
indien gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld tegen personen;
2 Brand, brandblussing, blikseminslag, ontploffing: Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen;
3 Het getroffen worden door een lucht- of ruimte- vaartuig, of meteorieten;
4 Diefstal na braak
in het bij verzekerde in gebruik zijnde deel van de opstal en de inbraakwerende kluis. Het te vergoeden bedrag bedraagt:
– maximaal het indicatiebedrag waarvoor de kluis is goedgekeurd zoals vermeld op de Lijst Inbraakwerende Safes en Kluisdeuren van het Nederlands Centrum voor Preventie, en nooit meer dan het verzekerd bedrag.
– Bevindt het geld of het geldswaardige papier zich buiten de kluis dan is de maximum ver- goeding 250 euro
ARTIKEL 2.5
BIJ VERBLIJF IN DE WONING
Van verzekerde of de woning van de filiaalhouder of de woning van de door hen aangewezen plaatsver- vanger door:
1 Afpersing, diefstal;
indien gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld tegen personen;
2 Brand, brandblussing, blikseminslag, ontploffing: zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen;
3 Het getroffen worden door een lucht- of ruimte- vaartuig, of meteorieten;
4 Diefstal na braak
aan een goedafgesloten kast, mits de dader door inbraak toegang tot het woonhuis van verzekerde heeft verkregen. Het te vergoeden maximum bedraagt 7500 euro als er geen meerderjarig persoon aanwezig is.
ARTIKEL 2.6
BIJ VERBLIJF IN DE NACHTKLUIS OF SAFELOKET VAN EEN BANKINSTELLING
door:
1 Afpersing, diefstal
indien gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld tegen personen;
2 Brand, brandblussing, blikseminslag, ontploffing: zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen. Nadere omschrijvingen;
3 Een lucht- of ruimtevaartuig, of meteorieten;
4 Diefstal
mits voorafgegaan door inbraak aan de nachtkluis of safe.
ARTIKEL 3
BIJZONDERE DEKKINGEN
ARTIKEL 3.1
SCHADE DOOR AFPERSING, DIEFSTAL
Gepaard gaande met geweld of bedreiging met geweld tegen personen met betrekking tot:
1 geld toebehorend aan personeelsleden of cliënten van verzekerde, welke ten gevolge van de gedek- te gebeurtenis verloren zijn gegaan; voor perso- neelsleden is deze dekking van kracht tijdens verblijf in de door verzekerde in gebruik zijnde opstal;
2 roerende zaken toebehorende aan verzekerde, zijn gezinsleden, zijn personeelsleden of zijn cliënten, welke ten gevolge van de gedekte gebeurtenis zijn beschadigd of vernietigd; voor de verzekerde, zijn gezinsleden of zijn personeelsleden is deze dek- king van kracht tijdens vervoer en tijdens verblijf in de opstal, voor zijn cliënten tijdens verblijf in de opstal.
ARTIKEL 3.2
VALS GELD
Het in ontvangst nemen van bankbiljetten, waarvan later blijkt dat ze vervalst zijn, als betaling voor door verzekerde in het kader van de omschreven bedrijfs- activiteit geleverde producten en/of verleende dien- sten.
De vergoeding bedraagt ten hoogste 2500 euro per gebeurtenis en nooit meer dan het verzekerd bedrag.
ARTIKEL 3.3
KOSTEN VAN VERVANGING VAN SLEUTEL EN SLOT
De kosten van vervanging of wijziging van het slot en/of de sleutels van de kluis in het bedrijf van verze- kerde als gevolg van afpersing of diefstal, gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld tegen personen, verloren gaan van sleutel(s) van de kluis. De vergoeding bedraagt ten hoogste 250 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 4
VERGOEDINGEN BOVEN HET VERZEKERD BEDRAG
ARTIKEL 4.1
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Dit zijn de kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door verzekering- nemer of verzekerde worden getroffen en redelijker- wijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van het verloren gaan van het verzekerde geld en geldswaardig papier af te wenden waarvoor, als de schade zich zou hebben voorgedaan, de verzekering dekking biedt.
Hetzelfde geldt voor de kosten die gemaakt zijn om een zodanige schade te beperken.
ARTIKEL 4.2
HONORARIA EN KOSTEN VAN EXPERTS BIJ SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Echter van de door ver- zekerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemde expert. Tot de kosten van de expert wor- den ook gerekend de kosten van personen die door deze expert zijn geraadpleegd.
De maatschappij vergoedt geen salaris en kosten van de expert die zich niet voorafgaand aan zijn benoeming heeft geconformeerd aan de ‘Gedrags- code Expertiseorganisaties’ van het Verbond van Verzekeraars (xxx.xxxxxxxxxxxx.xx)
ARTIKEL 5
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Naast de uitsluitingen vermeld in de Algemene Voorwaarden en de Algemene Verzekeringsvoor- waarden Brand is niet verzekerd:
ARTIKEL 5.1
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 5.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.3
MOLEST
Zie Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.4
OVERSTROMING
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
Zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 5.5
MISDRIJF
Schade ontstaan door of waarbij betrokken is een door verzekerde of de filiaalhouder ingeschakelde persoon van wie verzekerde of de filiaalhouder bekend is dat hij zich eerder hetzij als dader, hetzij als medeplichtige heeft schuldig gemaakt aan enig misdrijf of poging daartoe.
ARTIKEL 5.6
ONTDEKKINGSTERMIJN
De maatschappij is slechts tot vergoeding verplicht van schade die is ontstaan minder dan 1 jaar voordat de feiten en omstandigheden zijn ontdekt, waardoor zij is ontstaan en daarvan is kennisgegeven aan de maatschappij.
ARTIKEL 5.7
SCHADEVERGOEDING BANCAIRE INSTELLING
Schadevergoeding wordt uitsluitend verleend indien en voor zover de betrokken bancaire instelling geen schade vergoedt en daartoe ook niet verplicht kan worden.
ARTIKEL 5.8
MAXIMUM GECOMBINEERD VERVOER
Indien de verzekering geldt voor meerdere vestigin- gen dan vergoedt de maatschappij bij gecombineerd vervoer voor meerdere bedrijven nooit meer dan
25.000 euro voor alle bedrijven samen of het verze- kerd maximum bedrag indien dat lager is.
ARTIKEL 6
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 6.1
SCHADEVASTSTELLING
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de in de polis vermelde verzekerde bedragen. De waarde van geld en geldswaardige papieren wordt bepaald overeenkomstig de gemiddelde marktprijs of waarde in Amsterdam geldend op de dag van ontdekking van de schade.
Indien voor het geld en waardepapieren geen markt- prijs of waarde in Amsterdam is genoteerd, wordt als waarde aangenomen de door de betreffende partijen overeen te komen waarde.
De maatschappij zal schade tot maximaal het verze- kerd bedrag vergoeden en nooit meer dan het hierbo- ven genoemde, van toepassing zijnde bijzondere maximum.
ARTIKEL 6.2
OVERDRACHT RECHTEN
Verzekerde is verplicht aan de maatschappij op haar verzoek de rechten over te dragen van de verzekerde waarden die door diefstal verloren zijn gegaan en waarvoor de maatschappij aan verzekerde uitkering doet of heeft gedaan. Komen de verzekerde waarden naderhand in bezit van de maatschappij, dan zal zij de verzekerde waarden op verzoek van verzekerde weer aan hem overdragen, tegen teruggave van het daarvoor uitgekeerde bedrag. Indien de gestolen ver- zekerde waarden zonder tussenkomst van de maat- schappij weer in bezit komen van verzekerde, is hij verplicht terstond de maatschappij daarvan in kennis te stellen.
ARTIKEL 7
ELDERS LOPENDE VERZEKERING
Indien geld en geldswaardige waardepapieren, geheel of gedeeltelijk, verzekerd zijn op verschillende polis- sen, dan zal op grond van deze polis nooit meer vergoed worden dan een evenredig aandeel in de schade, dan wel in de van toepassing zijnde maxi- mum vergoeding(en).
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Milieuschadeverzekering Agrarisch Uitgebreide dekking
INHOUD ARTIKEL 1 SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING
1 De verzekering dekt
1.2 Schade aan/op de eigen locatie
1.3 Schade aan derden vanaf de eigen locatie
1.4 Schade aan/op de werklocatie bij derde(n) ARTIKEL 3 EXTRA DEKKINGEN
ARTIKEL 4 DERDENBEDING
ARTIKEL 5 UITLOOP NA EINDE DEKKING
ARTIKEL 6 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN ARTIKEL 7 PERIODIEKE GEGEVENSVERSTREKKING
ARTIKEL 8 RISICOWIJZIGING, MELDINGSPLICHT EN DEKKING ARTIKEL 9 VERPLICHTE MAATREGELEN EN INSPECTIE ARTIKEL 10 SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
1 Schade boven het verzekerde bedrag
2 Verplichtingen bij schade
3 Saneringsbepalingen
ARTIKEL 11 GEVOLGEN BIJ NIET NAKOMEN VAN VERPLICHTINGEN ARTIKEL 12 UITZONDERINGEN
1 Elders lopende verzekering
SPECIFIEKE VERZEKERINGSVOORWAARDEN
Milieuschadeverzekering Uitgebreid Agrarisch
ARTIKEL 1
SPECIFIEKE BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1.1
VERZEKERDE
Bij deze verzekering wordt onder verzekerde ver- staan:
De verzekeringnemer en/of de in de polis als verze- kerde(n) genoemde natuurlijke of rechts- perso(o)n(en) voor zover hij/zij belang heeft/hebben bij het behoud van de verzekerde locatie uit hoofde van eigendom of enig ander zakelijk recht dan wel voor het behoud daarvan het risico draagt.
ARTIKEL 1.2
DERDE
Ieder ander dan verzekerde, die uit hoofde van eigen- dom of enig ander zakelijk recht belang heeft bij het behoud van een zaak dan wel voor het behoud daar- van risico draagt.
ARTIKEL 1.3
VERZEKERDE LOCATIE
Het/de in de polis vermelde risico-adres(sen) en de bij verzekeringnemer voor zijn agrarische bedrijfsuit- oefening in gebruik zijnde gronden, welke in Nederland zijn gelegen.
ARTIKEL 1.4
LOCATIE VAN DERDEN
Een locatie bij het behoud waarvan een derde belang heeft uit hoofde van eigendom of enig ander zakelijk recht, dan wel voor het behoud waarvan hij risico draagt.
ARTIKEL 1.5
WERKLOCATIE/WERKZAAMHEDEN BIJ DERDEN
De locatie van derden, gelegen binnen Nederland, waar verzekerde of iemand namens hem werkzaam- heden verricht binnen de in de polis vermelde bedrijfsactiviteit.
ARTIKEL 1.6
EMISSIE
Het onvoorzien vrijkomen van gassen, vloeistoffen en/of fijn verdeelde vaste stoffen. Een reeks van emissies die met elkaar samenhangen of uit elkaar voortvloeien wordt aangemerkt als één emissie.
ARTIKEL 1.7
VERONTREINIGING
1 De aanwezigheid van een stof in of op de bodem of het oppervlaktewater in een zodanige concen- tratie dat de toepasselijke overheidsnormen (streefwaarde of een overeenkomstige waarde) die gelden op het moment dat de aanwezigheid
van de stof zich manifesteert, worden over- schreden.
2 De aanwezigheid van asbest in een zodanige concentratie dat de toepasselijke overheidsnor- men die gelden op het moment dat de aan- wezigheid van asbest zich manifesteert, worden overschreden.
ARTIKEL 1.8
SANERING
Het ongedaan maken van een verontreiniging. Onder ongedaan maken wordt verstaan onderzoek, reiniging, opruiming, transport, opslag, vernietiging en vervanging van grond en/of (grond)water en/of isolatie van een verontreiniging.
ARTIKEL 1.9
ZAAKSCHADE
Beschadiging, waaronder mede te begrijpen ver- vuiling, vernietiging of vermissing van zaken.
Indien de zaakschade door derden is geleden dan wordt hieronder mede verstaan aantasting van de economische gebruikswaarde van zaken van die derden, anders dan door beschadiging, vervuiling, vernietiging of vermissing van die zaken.
ARTIKEL 1.10
BEDRIJFSSCHADE
Derving van brutowinst, zijnde de opbrengsten verminderd met de variabele kosten (waaronder te verstaan kosten die evenredig stijgen en dalen met de opbrengsten)
ARTIKEL 1.11
KOSTEN VAN PREVENTIEVE OPRUIMING
Kosten die bij of na de verwezenlijking van een verzekerd gevaar door of vanwege verzekerde zijn gemaakt in verband met het opruimen van stoffen en voorwerpen, die een dreigend gevaar voor ver- ontreiniging van de bodem, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang) zou- den hebben opgeleverd, als van opruiming zou zijn afgezien.
ARTIKEL 1.12
EXPERTISEKOSTEN
Hieronder wordt verstaan het salaris en de kosten van alle experts, die met de schadevaststelling zijn belast.
ARTIKEL 1.13
VERKOOPWAARDE
Het bedrag dat bij verkoop in het normale verkeer en uitgaande van dezelfde bestemming van het gebouw verkregen zou kunnen worden, exclusief de waarde van de grond.
ARTIKEL 1.14
HERBOUW
Kosten van herstel en/of herbouw.
ARTIKEL 1.15
LOOPTIJD VAN DE VERZEKERING
De periode vanaf de aanvang tot aan het einde van de verzekering.
ARTIKEL 2
OMVANG VAN DE DEKKING
ARTIKEL 2.1
DE VERZEKERING DEKT
1 Alle van buitenkomende onheilen en tevens enig eigen gebrek van opstallen en roerende zaken, veroorzaakt door fouten in ontwerp, constructie, uitvoering of materiaalkeuze, waardoor schade is ontstaan als vermeld onder artikel 2.1.2 t/m
2.1.4 en artikel 3.
2 Schade aan/op de verzekerde (eigen) locatie, zijnde:
– Kosten van sanering van de verzekerde locatie direct en uitsluitend ten gevolge van sanering;
– Andere zaakschade van verzekerde(n), inclu- sief de daaruit voortvloeiende schade, ont- staan op de verzekerde locatie als direct en uitsluitend gevolg van sanering;
– Bedrijfsschade - waaronder mede de kosten ter voorkoming of beperking hiervan - als gevolg van het niet of niet op normale wijze kunnen uitoefenen van bedrijfsactiviteiten als direct en uitsluitend gevolg van sanering.
3 Schade aan derden (vanaf de eigen locatie), waaronder wordt verstaan schade door aanspra- ken wegens:
– Kosten van sanering van een locatie van een derde;
– Andere zaakschade van een derde, inclusief de daaruit voortvloeiende schade, ontstaan buiten de verzekerde locatie als direct en uitsluitend gevolg van de sanering;
– Bedrijfsschade - inclusief kosten ter voorko- ming of beperking hiervan- als gevolg van het niet of niet op normale wijze kunnen uit- oefenen van bedrijfsactiviteiten als direct en uitsluitend gevolg van de sanering.
4 Schade op de werklocatie bij derde(n),
indien uitdrukkelijk verzekerd en op het polis- blad vermeld:
– Kosten van sanering van de werklocatie;
– Andere zaakschade van de verzekerde(n), inclusief de daaruit voortvloeiende schade, ontstaan op de werklocatie;
– Bedrijfsschade - waaronder mede wordt ver- staan de kosten ter voorkoming of beperking hiervan - als gevolg van het niet of niet op normale wijze kunnen uitoefenen van bedrijfs- activiteiten als direct en uitsluitend gevolg van de sanering.
Een en ander mits:
– de sanering betrekking heeft op een verontreini- ging die het rechtstreekse en uitsluitende gevolg is van een emissie, veroorzaakt door een gedekte gebeurtenis;
– de zaakschade voortvloeit uit een verontreiniging van de bodem, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang), die het rechtstreekse en uitsluitende gevolg is van een emissie veroorzaakt door een gedekte gebeur- tenis;
– het verzekerde gevaar zich op de verzekerde locatie heeft verwezenlijkt tijdens de looptijd van de verzekering;
– binnen één jaar na verwezenlijking van het ver- zekerde gevaar aanspraak op vergoeding onder deze polis is gemaakt.
De dekking is met inachtneming van de uitsluitingen en beperkingen vermeld in Artikel 6.
Een gedekte gebeurtenis moet zich tijdens de looptijd van de verzekering hebben voorgedaan. Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de verzekering voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid dan geldt voor de uitgebreide dekking de wij- zigingsdatum als het moment waarop de overeen- komst is gesloten.
ARTIKEL 3
EXTRA DEKKINGEN
Voorzover het verzekerde bedrag toereikend is worden in geval van een gedekte gebeurtenis en bij schade aan/op de verzekerde locatie dan wel bij derden tevens vergoed:
ARTIKEL 3.1
HONORARIA EN KOSTEN VAN EXPERTS BIJ SCHADEREGELING
De maatschappij vergoedt de expertisekosten van de door verzekerde benoemde expert tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maat- schappij benoemde expert.
ARTIKEL 3.2
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen.
ARTIKEL 3.3
KOSTEN VAN PREVENTIEVE OPRUIMING
ARTIKEL 3.4
KOSTEN IN VERBAND MET HET OPRUIMEN/ AFVOEREN VAN ASBEST
en daarmee verontreinigde materialen.
ARTIKEL 3.5
HERSTEL BESTRATING / BEPLANTING
Kosten van herstel van beschadiging van bestrating en beplanting, veroorzaakt door de sanering.
ARTIKEL 3.6
SANERINGSKOSTEN
Kosten noodzakelijk om de sanering te kunnen
uitvoeren. Hieronder wordt mede verstaan de kosten van hulpconstructies.
ARTIKEL 3.7
KOSTEN HERSTEL SANERINGSCHADE
Kosten van herstel van schade die het noodzakelijke gevolg is van de sanering. Hieronder worden mede verstaan de kosten van afbraak en herbouw.
In geval van herbouw vergoedt de maatschappij maximaal het verschil tussen de verkoopwaarde van de opstal(len) vóór en na de in het kader van de uitvoering van de sanering noodzakelijke afbraak.
ARTIKEL 3.8
HERSTEL ONDERGRONDSE LEIDINGEN E.D.
Kosten van herstel of vervanging van ondergrondse pijpen, leidingen en/of kabels die als gevolg van de verontreiniging beschadigd zijn geraakt.
Voor de onder artikel 3.3 t/m 3.8 genoemde kosten bestaat geen dekking indien en voor zover deze kosten onder een andere verzekering zijn gedekt, dan wel zouden zijn gedekt indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
ARTIKEL 3.9
WETTELIJKE RENTE
Boven het verzekerde bedrag is meeverzekerd tot maximaal éénmaal het verzekerde bedrag de wet- telijke rente over de door verzekeraar verschuldigde vergoeding voor zowel schade aan/op de verzeker- de locatie als voor schade aan derden. Deze is op- eisbaar vanaf vier weken nadat de verzekeraar alle noodzakelijke gegevens heeft ontvangen op basis waarvan de verschuldigdheid van de vergoeding kan worden vastgesteld.
ARTIKEL 4
DERDENBEDING
Ingeval van verzekering van ‘Schade aan derden’ is deze verzekering mede ten behoeve van derden. Voor derden ontstaan aanspraken op vergoeding onder de polis eerst door een daartoe strekkende schriftelijke verklaring, door verzekeringnemer tegenover de maatschappij afgelegd.
ARTIKEL 5
UITLOOP NA EINDE VERZEKERING
Dekking na het einde van de verzekering:
Na het einde van de verzekering blijft de dekking uitsluitend van kracht voor verontreiniging en zaak- schade die zich manifesteren binnen een periode
van één jaar na dat einde, maar waarvan de oorzaak is gelegen binnen de looptijd van de verzekering.
ARTIKEL 6
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Niet gedekt zijn schade en kosten als gevolg van een verontreiniging veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit:
ARTIKEL 6.1
MOLEST
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 6.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Algemene verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen: Nadere omschrijvingen.
ARTIKEL 6.3
AARDBEVING OF VULKANISCHE UITBARSTING
ARTIKEL 6.4
OVERSTROMING
Overstroming waaronder te verstaan het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen.
ARTIKEL 6.5
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of ver- zekerde met opzet, door al dan niet bewuste roeke- loosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekering- nemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt.
Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan dat van andere verzekerden.
ARTIKEL 6.6
GENETISCHE SCHADE
Schade als gevolg van genetische modificatie is niet gedekt.
ARTIKEL 6.7
BESTAANDE VERONTREINIGING
Niet gedekt zijn de kosten veroorzaakt door, optre- dende bij of voortvloeiende uit een verontreiniging die reeds aanwezig is op het moment dat het verze- kerde gevaar zich verwezenlijkt.
ARTIKEL 6.8
OVERTREDING OVERHEIDSVOORSCHRIFTEN
Niet gedekt is schade als gevolg van een handelen of nalaten dat in strijd is met enig van overheidswege gegeven voorschrift ter zake van het milieu, indien zulks is geschied in opdracht van of met goedvinden van een op het polisblad vermelde verzekerde.
Indien bedoelde verzekerde een rechtspersoon is, wordt voor de toepassing van deze uitsluiting onder verzekerde verstaan een lid van de directie of be- drijfsleiding alsmede enige functionaris in dienst van verzekerde die door een lid van de directie is belast
met een bijzondere verantwoordelijkheid voor de naleving van eerder genoemde voorschriften.
Beperkingen:
ARTIKEL 6.9
MAXIMUM VERGOEDING AAN/OP DE VERZEKERDE LOCATIE
Per emissie of samenhangende reeks van emissies wordt niet meer vergoed dan:
1 het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag, voor schade aan /op de verzekerde locatie, indien het verzekerde gevaar zich op de verzekerde locatie heeft verwezenlijkt;
2 50.000 euro per gebeurtenis met een maximum van 100.000 euro per verzekeringsjaar indien het verzekerde gevaar zich buiten de verzekerde locatie heeft verwezenlijkt;
3 50.000 euro per gebeurtenis met een maximum van 100.000 euro per verzekeringsjaar aan bedrijfsschade.
De onder 6.9.2 en 6.9.3 genoemde vergoedingen geschieden binnen het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag, uitsluitend indien en voor zover hiervoor geen beroep kan worden gedaan op een andere verzekering, dan wel zou kunnen worden gedaan, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
ARTIKEL 6.10
MAXIMUM MEEVERZEKERDE KOSTEN
De vergoeding van onderstaande verzekerde kosten ten hoogste het op de polis vermelde verzekerde bedrag voor ‘schade aan/op de verzekerde locatie’ en voor ‘schade aan derden’ tezamen:
1 expertisekosten;
2 kosten ter voorkoming en vermindering van schade;
3 kosten van preventieve opruiming;
4 kosten in verband met het opruimen en afvoeren van asbest en daarmee verontreinigde materialen;
5 kosten van herstel van beschadiging van bestra- ting en beplanting, veroorzaakt door de sanering;
6 kosten, noodzakelijk om de sanering uit te kun- nen voeren. Hieronder worden mede verstaan de kosten van hulpconstructies;
7 kosten van herstel van schade die het noodzake- lijke gevolg is van de sanering. Hieronder worden mede verstaan de kosten van afbraak en herbouw;
8 kosten van herstel of vervanging van ondergrond- se pijpen, leidingen en/of kabels die als gevolg van de verontreiniging beschadigd zijn geraakt.
Voor de onder 3, 4, 5, 6, 7 en 8 genoemde kosten bestaat geen dekking indien en voor zover deze kosten onder een andere verzekering zijn gedekt, dan wel zouden zijn gedekt indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
ARTIKEL 6.11
BEGRENZING BEDRIJFSSCHADE
Bij de dekking voor ‘schade aan/op de verzekerde locatie’:
– niet gedekt zijn boeten of kosten wegens het niet of vertraagd nakomen van contracten;
– de schadevergoedingstermijn beloopt ten hoogste 52 weken vanaf het moment dat de bedrijfsactivi- teiten stagnatie hebben ondervonden. Indien het bedrijf wordt opgeheven of geliquideerd, of indien binnen 8 weken na de stagnatie nog geen pogin- gen in het werk zijn gesteld om het bedrijf weer op volle capaciteit te brengen, wordt de maxi- mum schadevergoedingstermijn gereduceerd tot 10 weken.
Voor bedrijfsschade bestaat geen dekking indien en voor zover deze onder een andere verzekering is gedekt, dan wel zou zijn gedekt indien de onder- havige verzekering niet zou hebben bestaan.
ARTIKEL 6.12
MAXIMUM VERGOEDING BIJ SCHADE AAN DERDEN (VANAF DE EIGEN LOCATIE)
Per emissie of samenhangende reeks van emissies wordt niet meer vergoed dan het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag voor schade aan derden, onder aftrek, indien van toepassing, van de vergoe- ding van schade aan de verzekerde locatie.
ARTIKEL 6.13
VERWEZENLIJKING GEVAAR TIJDENS LOOPTIJD VAN DE VERZEKERING
Schade is verzekerd mits het verzekerde gevaar zich op de verzekerde locatie heeft verwezenlijkt tijdens de looptijd van de verzekering.
ARTIKEL 6.14
VERWEZENLIJKING GEVAAR BIJ EIGEN GEBREK
Schade door verontreiniging als gevolg van een eigen gebrek van installaties, machines en leidingen is uit- sluitend gedekt indien de verontreiniging zich mani- festeert binnen een termijn van vijf jaar, gerekend vanaf de datum waarop de installaties, machines en leidingen nieuw zijn (op)geleverd, of vanaf de datum waarop de delen waarin het eigen gebrek is gelegen, zijn vernieuwd en (op)geleverd.
Deze beperking geldt niet indien de installaties, machines en leidingen voldoen aan de vigerende overheidsvoorschriften.
ARTIKEL 6.15
ONDERHOUDSVERPLICHTINGEN
De dekking geldt slechts indien voldaan is aan de eventueel op het polisblad vermelde onderhoudsver- plichtingen en de verontreiniging zich manifesteert binnen de looptijd van de verzekering.
ARTIKEL 6.16
ONVOLDOENDE MILIEUZORG
Hieronder worden verstaan handelingen of gedragin- gen waarbij de verzekerde onvoldoende milieuzorg heeft betracht. Deze uitsluiting geldt niet indien en voorzover verzekerde aantoont dat de schade en/of kosten ook zou(den) zijn ontstaan indien hij wel voldoende milieuzorg zou hebben betracht.
Een verzekerde wordt in ieder geval geacht onvol- doende milieuzorg te betrachten indien hij in strijd handelt met toepasselijke regelgeving.
ARTIKEL 7
PERIODIEKE GEGEVENSVERSTREKKING
De maatschappij kan van verzekerde verlangen om periodiek gegevens te verschaffen teneinde de juiste premie te kunnen berekenen. Indien verzekeringne- mer niet binnen de gestelde termijn voldoet aan een daartoe strekkend verzoek, heeft de verzekeraar het recht om de geldende premie te verhogen met vijftig procent of zoveel meer als de verzekeraar toekomt op grond van de haar bekende gegevens.
ARTIKEL 8
RISICOWIJZIGING, MELDINGSPLICHT EN DEKKING
Aansluitend op wat is bepaald in artikel 4.4. van de Algemene Verzekeringsbepalingen Bedrijfsmiddelen geldt dat zodra de aard van de op het polisblad ver- melde bedrijfsactiviteiten een zodanige wijziging ondergaan, dat het verzekerde risico daardoor wordt verzwaard, is verzekeringnemer verplicht hiervan ter- stond aan de verzekeraar schriftelijk kennis te geven. Blijft een zodanige kennisgeving als hierboven bedoeld achterwege, dan vervalt elke aanspraak op vergoeding onder de polis, tenzij verzekerde aantoont dat de geleden schade op geen enkele wijze verband houdt met deze wijziging. Zodra de verzekeraar als- nog met de wijziging van het risico bekend wordt, heeft de verzekeraar het recht de verzekering met onmiddellijke ingang op te zeggen. In dat geval resti- tueert de verzekeraar premie over de nog resterende looptijd van de verzekering.
ARTIKEL 9
VERPLICHTE MAATREGELEN EN INSPECTIE
De maatschappij kan verzekerde naar aanleiding van een inspectie verplichten binnen een bepaalde
termijn maatregelen te treffen, die zij met het oog op de dekking van het verzekerde risico geboden acht. (zie ook Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen Artikel 10)
ARTIKEL 10
SPECIFIEKE SCHADEBEPALINGEN
ARTIKEL 10.1
SCHADE BOVEN HET VERZEKERDE BEDRAG
Indien het op de polis vermelde verzekerde bedrag niet toereikend mocht blijken te zijn voor volledige vergoeding van de in beginsel gedekte schade en kosten, geldt het volgende:
1 Voorrang verzekerde
Bij de vergoeding van schade en kosten zullen, indien mede sprake is van schade aan de ver- zekerde locatie, de belangen van verzekerde prevaleren.
2 Evenredige verdeling
Heeft meer dan één derde onder deze verzekering gedekte schade geleden, dan worden de aanspra- ken van derden op vergoeding onder de polis naar evenredigheid teruggebracht tot het beloop van het verzekerde bedrag, onder aftrek, indien van toepassing, van de vergoeding van schade en kos- ten aan de verzekerde locatie.
Niettemin blijft de verzekeraar die, onbekend met het bestaan van andere door derden geleden schade, te goeder trouw een groter bedrag dan het aan deze toekomende deel heeft uitgekeerd, jegens die ande- ren slechts gehouden tot het beloop van het over- blijvende gedeelte van het verzekerde bedrag.
ARTIKEL 10.2
VERPLICHTINGEN BIJ SCHADE
Een spoedige en voor alle betrokken partijen bevredi- gende uitvoering van de verplichtingen van de maat- schappij is voor een belangrijk deel afhankelijk van de medewerking van verzekeringnemer en/of de ver- zekerde. De na een schadegeval door de maatschap- pij te verlangen medewerking is neergelegd in de navolgende verplichtingen:
1 Aanmelding
Verzekerde of de tot uitkering gerechtigde is ver- plicht de maatschappij zo spoedig mogelijk als redelijkerwijs mogelijk is kennis te geven van elke emissie die zich op de verzekerde locatie manifes- teert zodra hij/zij op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor de maatschappij tot een uitkeringsplicht kan leiden.
2 Overige verplichtingen
Voorts is verzekerde verplicht:
– De maatschappij zo spoedig mogelijk alle van belang zijnde inlichtingen, gegevens en bescheiden te verstrekken;
– Alle aanwijzingen van of namens de maat- schappij op te volgen en overigens alle mede- werking te verlenen en inlichtingen te verschaffen, die voor de beoordeling van de door de verontreiniging ontstane situatie van belang zouden kunnen zijn;
– Alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd om verdere verontreiniging te voorkomen of te beperken bij verwezenlijking van een gedekte gebeurte- nis of het ophanden zijn daarvan.
ARTIKEL 10.3
SANERINGSBEPALINGEN
1 Regeling van sanering
Verzekerde belast zich met de voorbereiding en regeling van de sanering en houdt zich daarbij aan de aanwijzingen van de maatschappij.
Alvorens tot sanering wordt overgegaan, dient het saneringsplan hiertoe door de maatschappij goedgekeurd te zijn.
2 Opdracht tot sanering
De opdracht tot sanering dient door verzekerde binnen een door de maatschappij schriftelijk aan- gegeven termijn te worden gegeven. Indien ver- zekerde nalaat deze opdracht binnen de gestelde termijn te geven, verliest verzekerde het recht op vergoeding van saneringskosten en de meever- zekerde kosten. Bovendien heeft de maatschappij het recht de verzekering op te zeggen.
3 Derden
Dit artikel geldt in overeenkomstige zin voor de derde die aanspraak op de dekking maakt.
4 Bestaande verontreiniging
Indien een reeds bestaande verontreiniging van de bodem, het oppervlaktewater of enig(e) al dan niet ondergronds(e) water(gang), toeneemt als
rechtstreeks gevolg van een verzekerd gevaar, worden de kosten van sanering als ook de kosten als bedoeld in artikel 3.1 t/m 3.8 vergoed indien en voor zover deze redelijkerwijs ook zouden zijn gemaakt indien de verwezenlijking van het verzekerd gevaar uitsluitend de toegevoegde verontreiniging tot gevolg zou hebben gehad.
ARTIKEL 11
GEVOLGEN BIJ NIET NAKOMEN VAN VERPLICHTINGEN
Aansluitend op wat is bepaald in artikel 7.2 van de Algemene Verzekeringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen kan geen aanspraak op vergoeding worden gemaakt indien verzekerde of de tot uitkering gerechtigde enige uit de polis voortvloeiende verpichting niet is nagekomen dan wel onjuiste informatie heeft ver- schaft met het opzet de maatschappij te misleiden.
Derden:
Het bepaalde in artikel 7 van de Algemene Verzeke- ringsvoorwaarden Bedrijfsmiddelen en hierboven in artikel 11 geldt in overeekomstige zin voor de derde die aanspraak maakt op de dekking.
ARTIKEL 12
UITZONDERINGEN
ARTIKEL 12.1
ELDERS LOPENDE POLIS
Onder deze polis bestaat geen dekking indien en voor zover de aanspraken op vergoeding onder deze polis onder een andere verzekering zijn gedekt, dan wel zouden zijn gedekt indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
LB 03.2.01-SPVA 01-2011