STATUTENWIJZIGING/20191708.01/1/RK
-1-
STATUTENWIJZIGING/20191708.01/1/RK
Xxxxx, achttien juni tweeduizend negentien, verscheen voor mij, xx. Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx, notaris gevestigd te Leiden:
xxxxxxx Xxx Xxxxxxx xxx Xxxx, geboren te Leiderdorp op negenentwintig november negentienhonderdtachtig, werkzaam op het notariskantoor TeekensKarstens, gedomicilieerd Xxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxx, te dezen handelend als gemachtigde van de bestuursvergadering van:
Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel, een stichting, gevestigd te
's-Gravenhage, kantoorhoudende Xxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX 'x-Xxxxxxxxxx, ingeschreven
in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder dossiernummer 41151337, hierna ook te noemen: "de stichting".
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde als volgt:
- de statuten van de stichting zijn vastgesteld bij akte van integrale statutenwijziging op
dertig juni tweeduizend veertien verleden voor mr. H.L.J. Kamps, notaris gevestigd te Leiden;
- de statuten van de stichting zijn na laatstgenoemde statutenwijziging niet meer gewijzigd;
- in de bestuursvergadering gehouden op dertien juni tweeduizend negentien heeft het bestuur van de stichting met inachtneming van alle wettelijke en statutaire voorschriften
besloten de statuten van de stichting integraal te wijzigen en opnieuw vast te stellen, van _
xxxx besluit blijkt uit de aan deze akte gehechte notulen van die vergadering;
- in laatstbedoelde vergadering heeft het bestuur een medewerker van TeekensKarstens Notarissen B.V. te Leiden gemachtigd om ter realisering van voormelde statutenwijziging alles te doen wat wenselijk of nodig is, waaronder begrepen het verlijden van de notariële
akte, van welke besluit eveneens blijkt uit genoemde notulen.
De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde ter uitvoering van gemeld besluit bij _
deze de statuten van de stichting integraal te wijzigen en opnieuw vast te stellen, zodat deze als volgt komen te luiden:
Statuten
Artikel 1.
Naam, zetel en duur
1. De stichting draagt de naam: Stichting Pensioenfonds voor de Nederlandse Groothandel
2. De stichting is gevestigd te Den Haag. Artikel 2.
Begripsomschrijvingen
Deze statuten verstaan onder:
1. aangesloten werkgever: de in artikel 4 bedoelde aangesloten werkgever;
2a. bedrijfstak groothandel: de bedrijfstak waarin ondernemingen als hoofdactiviteit voor
eigen rekening en risico goederen verhandelen die buiten de onderneming zijn vervaardigd, en aan bedrijfsmatige afnemers worden afgeleverd; voor het vervullen van deze functie wordt niet alleen een assortiment goederen aangeboden, maar eventueel ook een pakket van materiële en immateriële bijbehorende diensten;
2b. bedrijfstak herwinning: de bedrijfstak waarin ondernemingen worden uitgeoefend die
grondstoffen zich gedeeltelijk of uitsluitend bezighouden met de inzameling en/of bewerking/sortering/vernietiging en/of handel in stoffen, die bestemd zijn als product of materiaal te
-2-
worden hergebruikt.
Onder de term bewerking wordt tevens verwerking verstaan. Bewerken is het uitvoeren van een handeling waarbij de eigenschappen of samenstelling van de stof niet veranderen.
Verwerken is het doen opgaan van een stof in een groter geheel
of nieuw product.
Onder de term gedeeltelijk wordt verstaan dat (een gedeelte
van) de beschreven werkzaamheden door de onderneming moet worden verricht, maar dat hoeven niet uitsluitend de
werkzaamheden van de onderneming te zijn. De onderneming kan dus ook nog andere activiteiten verrichten. De mate waarin _
de onderneming eventuele andere activiteiten verricht, heeft
geen invloed op de toepasbaarheid van de verplichtstelling.
Onder stoffen die bestemd zijn als product of materiaal te worden hergebruikt, worden hier verstaan:
1. gedragen kleding en schoenen, alsook elk ander gebruikt textiel,
2. oud papier en karton,
3. datadragers, die ter vernietiging aan archief- en data- vernietigingsbedrijven worden aangeboden,
4. glas,
5. rubber en kunststof,
waarvan de houder zich heeft ontdaan.
Van stoffen heeft men zich ontdaan, indien deze als huishoudelijke of bedrijfsafvalstroom voor hergebruik/recycling _
dan wel verwijdering of vernietiging zijn aangeboden.
3. bestuur : het bestuur van SPNG;
4. deelnemer : de in artikel 5 bedoelde werknemer die in dienst is bij een
aangesloten werkgever;
5. pensioengerechtigde : degene voor wie krachtens het pensioenreglement een pensioen is ingegaan;
6. pensioenreglement : de door SPNG opgestelde regeling of regelingen met betrekking
tot de verhouding tussen SPNG en de deelnemer;
7. raad van toezicht : de raad van toezicht van XXXX;
8 SPNG : de in artikel 1 genoemde stichting;
9. toezichthouder : de Stichting Autoriteit Financiële Markten of De Nederlandsche _
Bank N.V., ieder voor zover belast met de uitoefening van het toezicht op SPNG bij of krachtens de Pensioenwet;
10. uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst tussen SPNG en een werkgever die op grond
van artikel 4, lid 1 onder a of c bij SPNG is aangesloten, waarin _
– in aanvulling op het uitvoeringsreglement - de specifieke afspraken zijn vastgelegd die met de betrokken aangesloten werkgever zijn gemaakt over de uitvoering van de pensioenregeling;
11. uitvoeringsreglement: de door SPNG opgestelde regeling of regelingen met betrekking
tot de verhouding tussen SPNG en de aangesloten werkgevers;
12. verantwoordings- : het verantwoordingsorgaan van SPNG; orgaan
-3-
_
13. verzekeraar : de verzekeraar als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.
14. werkgevers- : 1. het Nederlands Verbond van de Groothandel te Den Haag, organisaties hierna te noemen NVG, en
2. de Vereniging Herwinning Textiel te Den Haag, hierna te noemen VHT, en
3. de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie te Den Haag, hierna te noemen FNOI;
15. werknemers- : 1. FNV Bondgenoten te Utrecht, hierna te noemen FNV, organisaties en
2. CNV Vakmensen te Utrecht), hierna te noemen CNV, en
3. De Unie te Culemborg, hierna te noemen De Unie;
16. Wet Bpf 2000 : de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds
2000;
Artikel 3. Doel
1. SPNG richt zich op de bedrijfstak groothandel en de bedrijfstak herwinning grondstoffen en stelt zich ten doel het - binnen de grenzen van zijn middelen, statuten, en pensioenreglement en ter beoordeling van het bestuur - uitkeren of doen uitkeren van pensioenen aan de (gewezen) deelnemers, de pensioengerechtigden en hun nabestaanden
in de gevallen en onder de voorwaarden als nader (zullen) worden geregeld in het
pensioenreglement.
2. SPNG tracht dit doel te bereiken door de vorming, instandhouding en het beheer van financiële middelen met behulp van alle wettige middelen die tot het bereiken van het
doel bevorderlijk kunnen zijn, waaronder begrepen het geheel of gedeeltelijk verzekeren van de uit het pensioenreglement voortvloeiende pensioenaanspraken bij een verzekeraar.
Artikel 4.
Aangesloten werkgevers
1. Aangesloten werkgever is de werkgever die:
a. zijn onderneming of een gedeelte van zijn onderneming uitoefent in de bedrijfstak groothandel en die op zijn desbetreffend verzoek door het bestuur als aangesloten
werkgever tot SPNG is toegelaten en waarmee SPNG een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten;
of
b. één of meer werknemers in dienst heeft die onder de verplichtstelling vallen die krachtens artikel 2 van de Wet Bpf 2000 geldt voor SPNG voor de bedrijfstak herwinning grondstoffen, tenzij het bestuur dan wel het bestuur van de Stichting
Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen aan de betrokken werkgever vrijstelling van de verplichting tot deelneming heeft verleend;
of
c. op grond van lid 2 tot SPNG is toegelaten en waarmee SPNG een uitvoeringsovereenkomst heeft gesloten.
2. Het bestuur kan besluiten een werkgever die zijn onderneming niet in de bedrijfstak
groothandel of bedrijfstak herwinning grondstoffen uitoefent op diens verzoek tot SPNG toe te laten, mits:
a. er sprake is van een groepsverhouding tussen deze werkgever en een andere werkgever die wel bedrijfsactiviteiten in de bedrijfstak groothandel dan wel de bedrijfstak herwinning grondstoffen uitoefent en is aangesloten bij SPNG;
-4-
of
b. dit aansluitend gebeurt aan een periode waarin de werkgever wel zijn onderneming in de bedrijfstak groothandel dan wel de bedrijfstak herwinning grondstoffen
uitoefende en al was aangesloten bij SPNG dan wel bij de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen.
Het bestuur kan besluiten – mits niet in strijd met wettelijke bepalingen – dat werkgevers
die niet aan deze voorwaarden voldoen maar al vóór een januari tweeduizend zeven bij
SPNG dan wel de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Herwinning Grondstoffen waren aangesloten, aangesloten kunnen blijven bij SPNG.
3. Het bestuur kan tevens besluiten – mits niet in strijd met wettelijke bepalingen – om op verzoek van een werkgever als bedoeld in lid 1, onder b, ook de werknemers van die werkgever die niet onder de verplichtstelling vallen als deelnemer tot SPNG toe te laten.
4. Aansluiting als bedoeld in lid 2 of lid 3 is uitsluitend mogelijk indien alle huidige en
toekomstige werknemers van de werkgever deelnemen dan wel deel gaan nemen aan de pensioenregeling van SPNG.
De werknemers voor wie deze aansluiting wordt gevraagd mogen echter niet vallen onder _
de verplichtstelling van een ander bedrijfstakpensioenfonds of verplicht zijn tot deelneming in een andere pensioenregeling.
5. Door toetreding tot SPNG is de werkgever gehouden om aan alle verplichtingen te
voldoen die deze statuten, het pensioenreglement, het uitvoeringsreglement en, indien van toepassing, de uitvoeringsovereenkomst hem opleggen.
6. Het bestuur is bevoegd de aansluiting van een werkgever die is toegetreden op grond van _
het bepaalde in lid 1 onder a of c onder meer te beëindigen, wanneer die werkgever in de _
stipte nakoming van zijn verplichtingen jegens SPNG in gebreke is.
Artikel 5. Deelnemers
1. Deelnemers zijn de in het pensioenreglement bedoelde werknemers die in dienstbetrekking bij een aangesloten werkgever werkzaam zijn en:
a. krachtens de verplichtstellingsbeschikking die voor SPNG geldt ter zake van de
bedrijfstak herwinning grondstoffen verplicht zijn tot deelneming aan SPNG; of
b. op een desbetreffend verzoek van een aangesloten werkgever als zodanig door het bestuur zijn toegelaten, hetgeen slechts groepsgewijs kan geschieden.
2. Het deelnemerschap vangt niet eerder aan dan op het moment waarop de aangesloten werkgever ten aanzien van de betreffende deelnemer aan zijn aanmeldings- en betalingsverplichtingen jegens SPNG voldoet.
3. Het deelnemerschap eindigt op de momenten zoals geregeld in het pensioenreglement en
door ontbinding van het fonds.
Artikel 6. Werkwijze
1. Het bestuur stelt een actuariële en bedrijfstechnische nota vast als bedoeld in artikel 145 _
van de Pensioenwet. Deze nota voldoet aan de eisen die bij of krachtens de Pensioenwet daaraan worden gesteld.
2. Het bestuur legt de in lid 1 bedoelde nota alsmede iedere wijziging daarvan binnen twee
weken na vaststelling door het bestuur over aan de toezichthouder door middel van een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van (de wijzigingen in) de nota.
3. De toezichthouder kan SPNG verplichten binnen een daartoe te stellen termijn over te gaan tot (volledige) verzekering, overdracht of onderbrenging indien dit naar het oordeel van de toezichthouder noodzakelijk is in verband met:
-5-
a. de actuariële en bedrijfstechnische opzet van SPNG; of
b. de deskundigheid en de betrouwbaarheid van het bestuur.
4. XXXX verricht slechts activiteiten in verband met pensioen en werkzaamheden die daarmee verband houden.
5. Indien SPNG werkzaamheden uitbesteedt aan een derde, zal SPNG met deze derde een
uitbestedingsovereenkomst sluiten. In de uitbestedingsovereenkomst worden de uitbestede werkzaamheden omschreven en wordt opgenomen dat de derde waarborgt dat _
hij de bij of krachtens de Pensioenwet gestelde regels, die van toepassing zijn op SPNG,
en de eventuele nadere ter zake door SPNG gestelde bepalingen naleeft bij de uitvoering van zijn werkzaamheden.
Het bestuur blijft indien het werkzaamheden uitbesteedt op elk moment echter volledig
verantwoordelijk.
6. SPNG heeft een uitvoeringsreglement opgesteld ten behoeve van de aangesloten
werkgevers in de bedrijfstak groothandel alsmede een uitvoeringsreglement ten behoeve van de aangesloten werkgevers in de bedrijfstak herwinning grondstoffen.
SPNG gaat met de werkgever die op grond van artikel 4, lid 1 onder a of c bij SPNG is aangesloten bovendien een uitvoeringsovereenkomst aan.
Artikel 7.
Middelen en uitgaven. Beleggingen
1. De middelen van SPNG bestaan uit:
a. bijdragen van de aangesloten werkgevers, waarin zijn begrepen de (eventuele) bijdragen van de deelnemers, die zijn verschuldigd op grond van het pensioenreglement en/of het uitvoeringsreglement;
b. uitkeringen aan SPNG door de eventuele verzekeraar;
c. opbrengsten uit beleggingen;
d. overige inkomsten, met dien verstande dat erfstellingen slechts mogen worden aanvaard onder voorrecht van boedelbeschrijving.
2. De uitgaven van SPNG worden gevormd door:
a. aan de eventuele verzekeraar verschuldigde premies of koopsommen;
b. uitgaven krachtens het pensioenreglement;
c. kosten, verbonden aan het beheer en de administratie van SPNG;
d. overige uitgaven, naar het oordeel van het bestuur nodig ter bereiking van het doel van SPNG.
3. De belegging van het vermogen van SPNG geschiedt door het bestuur op basis van de prudent-person regel zoals omschreven in artikel 135 van de Pensioenwet.
De bezittingen van SPNG mogen nimmer bestaan uit schuldvorderingen op of aandelen in _
de aangesloten werkgevers, behoudens voor zover die schuldvorderingen voortvloeien uit _
het normale betalingsverkeer tussen SPNG en de aangesloten werkgever.
4. Niet belegde gelden van SPNG worden gestort op een te zijnen name staande bank of girorekening, of op een bij de verzekeraar op naam van SPNG staande rentedragende rekening.
5. SPNG zal geen leningen aangaan of namens derde partijen als borg optreden, tenzij de
lening tijdelijk wordt aangegaan voor liquiditeitsdoeleinden.
Artikel 8. Bestuur
1. SPNG wordt bestuurd door een paritair bestuur dat uit ten minste acht personen bestaat. Ten aanzien van de pariteit wordt onderscheid gemaakt naar de geleding werkgevers en de geleding deelnemers en pensioengerechtigden. Bestuursleden worden, na het horen
-6-
van de raad van toezicht over de procedure en na voorlegging van de benoeming aan de raad van toezicht, benoemd door het bestuur als volgt:
x. vier bestuursleden namens werkgevers in de geleding werkgevers op voordracht van _
de werkgeversorganisaties – NVG, VHT en FNOI- die in onderling overleg de voordracht zullen bepalen, met dien verstande dat ten minste twee bestuursleden zullen worden voorgedragen door het NVG;
b. twee of meer bestuursleden namens de deelnemers in de geleding deelnemers en pensioengerechtigden op voordracht van de werknemersorganisaties – FNV, CNV en _
De Unie - die in onderling overleg de voordracht zullen bepalen. Indien het aantal bestuursleden namens deelnemers meer dan twee bedraagt, zal de zeggenschap per _
lid zodanig worden aangepast dat de leden namens deelnemers gezamenlijk twee
stemmen in de besluitvorming hebben;
c. twee bestuursleden namens de pensioengerechtigden in de geleding deelnemers en _
pensioengerechtigden na verkiezing door de pensioengerechtigden.
In de geleding deelnemers en pensioengerechtigden zijn de deelnemers en de pensioengerechtigden vertegenwoordigd op basis van hun onderlinge getalsverhoudingen. Voorafgaande aan de eerste benoeming en vervolgens bij elke vacature doch ten minste één maal per vijf (5) jaar, stelt het bestuur vast hoe de zetelverdeling tussen de deelnemers en de pensioengerechtigden in het bestuur zal zijn.
2. Het bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter uit de geleding werkgevers en een
voorzitter uit de geleding deelnemers en pensioengerechtigden die - tenzij het bestuur anders besluit – beurtelings gedurende een jaar de leiding van de bestuursvergaderingen _
hebben. Bij afwezigheid van de voorzitter die krachtens het vorenstaande de leiding van
de bestuursvergadering heeft, neemt de andere voorzitter deze leiding op zich.
3. Het bestuursbureau van SPNG wordt namens en onder toezicht van het bestuur gevoerd
door een door het bestuur tot wederopzegging benoemde secretaris die zelf geen bestuurslid mag zijn. De secretaris ontvangt bij zijn benoeming een schriftelijke, door het
bestuur vastgestelde instructie. Hij kan onder zijn verantwoordelijkheid werkzaamheden door derden laten verrichten. De secretaris is voor al zijn gedragingen met betrekking tot SPNG verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
4. De leden van het bestuur worden benoemd voor een termijn van maximaal vier (4) jaar.
Na afloop van deze termijn zijn zij (indien van toepassing na herverkiezing) herbenoembaar. Rekening houdend met deze termijn treden zij af volgens een door het
bestuur vastgesteld rooster van aftreden. Een bestuurslid kan maximaal twee (2) keer worden herbenoemd door het bestuur.
5. De werkzaamheden worden door het bestuur in onderling overleg verdeeld.
6. Het lidmaatschap van het bestuur is niet verenigbaar met een andere functie in SPNG.
7. Het bestuur meldt elke wijziging in de samenstelling van het bestuur vooraf aan de toezichthouder. Een benoeming als bestuurslid vindt slechts plaats onder de opschortende voorwaarde dat de toezichthouder laat weten in te stemmen met de voorgenomen
benoeming. Deze instemming wordt ook geacht aanwezig te zijn indien de toezichthouder
niet binnen zes weken na ontvangst van de in de eerste volzin bedoelde melding of na ontvangst van gevraagde nadere gegevens of inlichtingen heeft laat weten niet in te stemmen met de wijziging.
8. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt:
a. door bedanken;
b. door overlijden;
c. door het bepaalde in de leden 9 en 10 voor zover deze bepalingen betrekking
-7-
hebben op ontslag van een bestuurslid;
d. doordat het bestuurslid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak:
- onder curatele is gesteld; of
- in staat van faillissement is verklaard; of
- surseance van betaling heeft verkregen; of
- wegens schulden is gegijzeld;
x. door ontslag door de raad van toezicht;
f. door het verstrijken van de zittingstermijn volgens het rooster van aftreden.
9. Met inachtneming van het bepaalde in het tiende lid, kan een bestuurslid, na het horen
van de raad van toezicht over de procedure, door het bestuur worden geschorst of ontslagen indien het desbetreffende bestuurslid:
a. naar het oordeel van het bestuur niet (naar behoren) functioneert;
b. in gebreke blijft te voldoen aan de aan het bestuurslidmaatschap gestelde
verplichtingen of handelt in strijd met de statuten of pensioenreglementen van SPNG;
c. naar het oordeel van het bestuur gedragingen verricht waardoor de goede naam of de belangen van SPNG worden geschaad;
d. een taak of functie uitvoert die naar het oordeel van het bestuur niet verenigbaar is met het bestuurslidmaatschap.
10. Het bestuurslid over wiens schorsing of ontslag wordt beraadslaagd in de gevallen als genoemd in het vorige lid, wordt in de desbetreffende vergadering de gelegenheid
geboden om te worden gehoord en heeft het recht om zich te verdedigen of te verantwoorden. In afwijking van het bepaalde in artikel 11 dient een besluit tot schorsing _
of ontslag door het bestuur te worden genomen naar het unanieme oordeel van de
overige bestuursleden waarbij alle overige bestuursleden aanwezig zijn met dien
verstande dat de stem van het bestuurslid over wiens schorsing of ontslag wordt beraadslaagd buiten beschouwing wordt gelaten. Een schorsing die niet wordt gevolgd
binnen drie (3) maanden door een besluit tot verlenging van de schorsing of ontslag eindigt door het verloop van die termijn.
11. Het bestuur kan – ingeval een bestuurslid naar het oordeel van het bestuur onvoldoende functioneert – het desbetreffende bestuurslid verzoeken te bedanken.
12. In vacatures wordt in beginsel binnen zes maanden na het ontstaan ervan voorzien. Gedurende het bestaan van een vacature behoudt het bestuur zijn volledige bevoegdheid. _
13. De leden van het bestuur ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding volgens
een door het bestuur vast te stellen regeling. De regeling wordt vastgesteld nadat het verantwoordingsorgaan om advies is gevraagd en na goedkeuring door de raad van toezicht.
Artikel 9.
Bestuurstaken en bevoegdheden
1. Het bestuur is belast met het besturen van SPNG, draagt zorg voor de handhaving en uitvoering van statuten en reglementen, is belast met het beheer van de in artikel 7 bedoelde middelen, en is bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking die met de doelstellingen van SPNG verband houden, mits niet in strijd met deze statuten en/of de wet.
Het bestuur vertegenwoordigt SPNG voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. De bevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk handelende bestuursleden.
Het bestuur is bevoegd volmacht te verlenen aan één of meer bestuursleden alsook aan derden om SPNG binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen.
-8-
2. Ieder bestuurslid is bevoegd een deskundige te raadplegen, alsmede zich krachtens een
bestuursbesluit waarbij ten minste een vierde der bestuursleden zich daarvoor heeft uitgesproken, ter vergadering door een deskundige te laten bijstaan.
De kosten van het raadplegen van en het zich laten bijstaan door een deskundige komen echter alleen ten laste van SPNG indien het bestuur in het betalen daarvan toestemt.
3. De personen die het beleid van SPNG bepalen of mede bepalen richten zich bij de vervulling van hun taak naar de belangen van de bij SPNG betrokken deelnemers,
gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, de pensioengerechtigden en de aangesloten werkgevers en zorgen ervoor dat deze zich door hen op evenwichtige wijze
vertegenwoordigd kunnen voelen.
4. Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen.
Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij XXXX zich als borg of hoofdelijk schuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of _
zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5. De taken, de bevoegdheden en de werkwijze van het bestuur worden vastgelegd in een reglement. Dit reglement wordt met inachtneming van de toepasselijke bepalingen uit de _
Pensioenwet vastgesteld, alsmede gewijzigd door het bestuur nadat het
verantwoordingsorgaan hierover advies heeft uitgebracht.
Artikel 10.
Deskundigheid, betrouwbaarheid en zelfevaluatie bestuur
1. De deskundigheid van de personen die het beleid van SPNG bepalen of mede bepalen dient naar het oordeel van de toezichthouder voldoende te zijn met het oog op de belangen van de bij SPNG betrokken (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en
overige belanghebbenden. Het bestuur meldt elke wijziging in de samenstelling van de personen die het beleid van SPNG (mede) bepalen vooraf aan de toezichthouder.
Een wijziging wordt niet doorgevoerd indien de toezichthouder binnen zes weken na
ontvangst van de melding aangeeft niet in te stemmen met de voorgenomen wijziging of de toezichthouder om nadere gegevens heeft verzocht en na ontvangst van de gegevens binnen zes weken bekend maakt niet in te stemmen met de voorgenomen wijziging.
2. Het bestuur stelt een deskundigheidsplan op dat voldoet aan de eisen gesteld bij of krachtens de Pensioenwet.
3. De voornemens, de handelingen en de antecedenten van de personen die het beleid van
SPNG bepalen of mede bepalen mogen de toezichthouder geen aanleiding geven tot het oordeel dat, met het oog op de belangen bedoeld in het eerste lid, de betrouwbaarheid van deze personen niet buiten twijfel staat. Indien zich een wijziging voordoet van de antecedenten stelt het bestuur de toezichthouder daarvan onverwijld schriftelijk in kennis.
4. Het bestuur stelt een gedragscode op die onder meer de bestuursleden voorschriften geeft
ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij SPNG aanwezige informatie of zaken.
5. Het bestuur evalueert (jaarlijks) haar functioneren zowel collectief als individueel aan de
hand van een daartoe vastgesteld model.
Artikel 11. Bestuursvergaderingen
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls als één van de voorzitters of ten minste twee andere bestuursleden dit wenselijk achten, maar ten minste zes maal per jaar.
2. De bijeenroeping van de bestuursvergadering geschiedt – behoudens in spoedeisende gevallen ter beoordeling van de voorzitters – schriftelijk op een termijn van ten minste
-9-
tien dagen, waarbij behalve tijdstip en plaats van de vergadering tevens de te behandelen _ onderwerpen worden vermeld.
3. Geldige besluiten kan het bestuur slechts nemen indien de meerderheid van de bestuursleden aanwezig is.
Indien in een bestuursvergadering geen besluiten kunnen worden genomen, omdat niet
voldaan is aan het bepaalde in de vorige volzin wordt het nemen van het besluit over het desbetreffende onderwerp tot de volgende bestuursvergadering uitgesteld. In die
volgende vergadering kunnen ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden besluiten worden genomen over het desbetreffende onderwerp, mits ten minste één lid namens
werkgevers, één lid namens deelnemers en één lid namens pensioengerechtigden ter vergadering aanwezig zijn.
4. De besluiten van het bestuur worden, voor zover daarvan in de overige bepalingen van deze statuten niet wordt afgeweken, genomen bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen zijn ongeldig.
Indien het bestuur niet voltallig aanwezig is heeft een lid uit de geleding werkgevers evenveel stemmen als er leden van de geleding deelnemers en pensioengerechtigden ter
vergadering aanwezig zijn en een lid uit de geleding deelnemers en pensioengerechtigden
evenveel stemmen als er leden van de geleding werkgevers aanwezig zijn. Hierbij is het aantal leden namens deelnemers in de geleding deelnemers en pensioengerechtigden
gemaximeerd op twee leden. Indien er meer dan twee leden namens deelnemers ter vergadering aanwezig zijn, worden de beschikbare stemmen gelijkelijk over de aanwezige _
leden namens deelnemers verdeeld.
Bestuursleden kunnen elkaar mandateren bij het nemen van geldige besluiten. Van dit mandaat dient voorafgaande aan de stemming een schriftelijk bewijs te worden overgelegd.
5. Het bestuur is bevoegd ook buiten vergadering besluiten te nemen door middel van schriftelijke raadpleging van de bestuursleden.
Indien alle bestuursleden door ondertekening en terugzending van een door het bestuursbureau van SPNG aan hen gezonden voorstel zich vóór het in dat stuk vermelde voorstel hebben uitgesproken, wordt het betreffende voorstel op de dag waarop alle zodanige verklaringen door het bestuursbureau van SPNG zijn ontvangen geacht te zijn aangenomen, alsof dat voorstel in een vergadering is aangenomen.
Met een schriftelijke raadpleging wordt gelijkgesteld een raadpleging per e-mail, mits alle bestuursleden zich vooraf akkoord hebben verklaard met deze wijze van raadpleging, alle _
bestuursleden over een e-mailadres beschikken.
Van dit door middel van de schriftelijke raadpleging tot stand gekomen besluit zal in de notulen van de eerstvolgende vergadering melding worden gemaakt.
Dit besluit heeft dezelfde rechtskracht als een besluit in een bestuursvergadering.
6. Besluiten van het bestuur worden zo spoedig mogelijk aan de belanghebbende(n) medegedeeld.
Artikel 12.
Dagelijks bestuur
1. De beide voorzitters vormen het dagelijks bestuur van SPNG.
2. Het dagelijks bestuur is onder meer belast met:
- het voorbereiden van de bestuursvergaderingen;
- het uitvoeren of bewaken van de uitvoering van de door het bestuur genomen besluiten;
- het voeren van overleg met toezichthouders en andere externe partijen.
-10-
3. Het dagelijks bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitters dat wenselijk achten.
4. Het bestuur kan ad hoc het dagelijks bestuur belasten met de verrichting respectievelijk afwikkeling van bepaalde taken.
Artikel 13. Verantwoordingsorgaan
1. SPNG kent een verantwoordingsorgaan. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit ten minste
drie (3) leden:
a. ten minste één lid namens de deelnemers in de geleding deelnemers;
b. ten minste één lid namens de pensioengerechtigden in de geleding pensioengerechtigden;
c. ten minste één lid namens de werkgevers in de geleding werkgevers.
In het verantwoordingsorgaan zijn de geleding deelnemers en de geleding pensioengerechtigden evenredig vertegenwoordigd op basis van hun onderlinge getalsverhouding.
2. De in het eerste lid bedoelde leden onder a en b worden benoemd door de werknemersorganisaties in onderling overleg.
Het bestuur gaat over tot verkiezing van de leden van het verantwoordingsorgaan die de
deelnemers en pensioengerechtigden vertegenwoordigen indien dit wordt verzocht door ten minste één procent (1%) van de deelnemers en pensioengerechtigden of door ten minste vijfhonderd (500) deelnemers en pensioengerechtigden.
De in het eerste lid onder c bedoelde leden namens werkgevers worden, na voordracht van de werkgeversorganisaties die in onderling overleg de voordracht zullen bepalen, benoemd door het bestuur.
3. De leden van het verantwoordingsorgaan worden benoemd voor een termijn van
maximaal vier jaar. Na afloop van deze termijn zijn zij herbenoembaar. Rekening houdend _
met deze termijn treden zij af volgens een door het verantwoordingsorgaan opgesteld rooster van aftreden. Een lid van het verantwoordingsorgaan kan maximaal twee keer
worden herbenoemd.
4. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan eindigt door:
a. bedanken;
b. overlijden;
c. het aanvaarden van een andere functie binnen SPNG;
d. het niet meer werkzaam zijn bij een aangesloten werkgever dan wel pensionering indien het een lid namens de deelnemers betreft;
e. ontslag door het verantwoordingsorgaan. Ontslag door het verantwoordingsorgaan is
alleen mogelijk wanneer de betrokkene, naar de unanieme mening van de overige leden van het verantwoordingsorgaan, ernstig in gebreke blijft in de uitoefening van _
zijn functie;
f. ontslag door het bestuur. Ontslag door het bestuur is alleen mogelijk in uitzonderlijke situaties in overleg met de raad van toezicht;
g. het verstrijken van de zittingstermijn volgens het rooster van aftreden.
Indien het lidmaatschap eindigt door het bepaalde onder d, kan de organisatie die het lid heeft benoemd, het lid verzoeken de zittingstermijn vol te maken.
De leden van het verantwoordingsorgaan kunnen worden geschorst door het verantwoordingsorgaan en door het bestuur. Schorsing door het verantwoordingsorgaan is
alleen mogelijk wanneer de betrokkene, naar de unanieme mening van de overige leden van het verantwoordingsorgaan, ernstig in gebreke blijft in de uitoefening van zijn functie _ Schorsing door het bestuur is alleen mogelijk in uitzonderlijke situaties in overleg met de _
-11-
raad van toezicht.
5. Het lidmaatschap van het verantwoordingsorgaan is niet verenigbaar met een andere functie bij SPNG.
6. Zolang in bestaande vacatures niet is voorzien, wordt het verantwoordingsorgaan gevormd door de zitting hebbende leden en behoudt het zijn volledige bevoegdheid.
7. De taken, de bevoegdheden en de werkwijze van het verantwoordingsorgaan worden vastgelegd in een reglement. Dit reglement wordt met inachtneming van de toepasselijke _
bepalingen van de Pensioenwet vastgesteld, alsmede gewijzigd, door het bestuur na voorafgaande goedkeuring door het verantwoordingsorgaan.
8. In het in het voorgaande lid bedoelde reglement, wordt ook een regeling opgenomen over
de kosten die verband houden met het functioneren van het verantwoordingsorgaan.
Artikel 14. Intern toezicht
1. SPNG heeft een raad van toezicht.
2. De raad van toezicht bestaat uit ten minste drie (3) onafhankelijke, deskundige en gezaghebbende personen. De leden zijn op geen enkele wijze, anders dan uit hoofde van de raad van toezicht, betrokken bij het functioneren van SPNG.
3. De leden van de raad van toezicht worden, na bindende voordracht van het
verantwoordingsorgaan, door het bestuur benoemd voor een termijn van maximaal drie
(3) jaar. Na afloop van deze termijn zijn zij herbenoembaar. Rekening houdend met deze termijn treden zij af volgens een door het bestuur vastgesteld rooster van aftreden. Een lid
van de raad van toezicht kan maximaal één (1) keer worden herbenoemd.
Het bestuur meldt elke wijziging in de samenstelling van de raad van toezicht vooraf aan de toezichthouder. Een benoeming als lid van de raad van toezicht vindt slechts plaats
onder de opschortende voorwaarde dat de toezichthouder laat weten in te stemmen met
de voorgenomen benoeming. Deze instemming wordt ook geacht aanwezig te zijn indien de toezichthouder niet binnen zes weken na ontvangst van de in de eerste volzin
bedoelde melding of na ontvangst van gevraagde nadere gegevens of inlichtingen heeft laat weten niet in te stemmen met de wijziging.
4. Het lidmaatschap van de raad van toezicht eindigt:
a. door bedanken;
b. door overlijden;
c. doordat het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak:
- onder curatele is gesteld; of
- in staat van faillissement is verklaard; of
- surseance van betaling heeft verkregen; of
- wegens schulden is gegijzeld;
d. door ontslag door het bestuur, na het horen van het betreffende lid, het horen van de raad van toezicht, alsmede bindend advies van het verantwoordingsorgaan. Ontslag
door het bestuur is alleen mogelijk wanneer het lid, naar de mening van het bestuur, _
ernstig in gebreke blijft in de uitoefening van zijn functie. Het gestelde in artikel 23, _
eerste lid a en b is van overeenkomstige toepassing;
e. door het verstrijken van de zittingstermijn volgens het rooster van aftreden.
De leden van de raad van toezicht kunnen worden geschorst door het bestuur, na het horen van het betreffende lid, het horen van de raad van toezicht, alsmede bindend advies
van het verantwoordingsorgaan. Schorsing door het bestuur is alleen mogelijk wanneer
het lid, naar de mening van het bestuur, ernstig in gebreke blijft in de uitoefening van zijn _
functie. Het gestelde in artikel 23, eerste lid a en b is van overeenkomstige toepassing.
-12-
5. De raad van toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op
de algemene gang van zaken bij SPNG. De raad van toezicht staat het bestuur met raad ter zijde. Bepaalde besluiten van het bestuur zijn op grond van de Pensioenwet onderworpen _
aan de goedkeuring van de raad van toezicht. Het ontbreken van de goedkeuring van de
raad van toezicht op dergelijke besluiten tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of de bestuursleden niet aan. Een geschil over de goedkeuring van besluiten door de raad van toezicht zal worden voorgelegd aan een geschillencommissie die een
zwaarwegend advies uitbrengt aan het bestuur. De geschillencommissie bestaat uit één lid dat wordt aangewezen door het bestuur, één lid dat wordt aangewezen door de raad
van toezicht en een door het bestuur en raad van toezicht gezamenlijk, of bij onenigheid door de twee benoemde bestuursleden gezamenlijk, aan te wijzen onafhankelijk lid met juridische achtergrond die tevens voorzitter is.
6. De raad van toezicht heeft de bevoegdheid om de bestuursleden te schorsen of tussentijds te ontslaan wegens disfunctioneren. De raad van toezicht kan dit besluit slechts nemen in _
een vergadering waarin alle leden aanwezig zijn, hiertoe unaniem besloten wordt en
slechts nadat het verantwoordingsorgaan en de partijen die bevoegd zijn tot het voordragen van bestuursleden over het voornemen hiertoe zijn gehoord en de toezichthouder over het voornemen hiertoe is geïnformeerd en niet binnen een redelijke termijn bekend heeft gemaakt hiertegen bezwaar te maken.
7. Indien de raad van toezicht heeft besloten alle bestuursleden te schorsen, wordt gedurende de periode van schorsing voorzien in een – eventueel beperkt in omvang –
tijdelijk bestuur. De raad van toezicht verzoekt de partijen die bevoegd zijn tot het voordragen van bestuursleden zoals genoemd in artikel 8, eerste lid, kandidaten, niet zijnde personen die ingevolgde de vorige volzin zijn geschorst, te benoemen in het
tijdelijke bestuur en zal verkiezingen organiseren voor de benoeming van bestuursleden namens pensioengerechtigden.
8. Indien de raad van toezicht heeft besloten alle bestuursleden te ontslaan, wordt zo
spoedig mogelijk een nieuw bestuur benoemd. De raad van toezicht verzoekt de partijen die bevoegd zijn tot het voordragen van bestuursleden zoals genoemd in artikel 8, eerste lid, kandidaten te benoemen en zal verkiezingen organiseren voor de benoeming van bestuursleden namens pensioengerechtigden.
9. Indien het niet mogelijk blijkt om op korte termijn weer een volledig bestuur te laten benoemen kan de raad van toezicht overeenkomstig artikel 2:299 van het Burgerlijk
Wetboek de rechtbank verzoeken om een tijdelijke voorziening te treffen.
10. Alvorens de raad van toezicht een besluit als bedoeld in het zesde lid neemt, meldt de raad van toezicht dit voornemen schriftelijk en met redenen omkleed aan het bestuur en wordt het bestuur in de gelegenheid gesteld op dit voornemen te reageren.
11. De samenstelling, de taken, de bevoegdheden en de werkwijze van de raad van toezicht worden vastgelegd in een reglement. Dit reglement wordt met inachtneming van de
toepasselijke bepalingen van de Pensioenwet, na overleg met de raad van toezicht, vastgesteld, alsmede gewijzigd, door het bestuur nadat het verantwoordingsorgaan om advies is gevraagd.
12. De leden van de raad van toezicht ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding
volgens een door het bestuur vast te stellen regeling. De regeling wordt vastgesteld nadat het verantwoordingsorgaan om advies is gevraagd.
Artikel 14a.
Risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en actuariële functie
Het bestuur draagt zorg voor de inrichting van een risicobeheerfunctie, interne auditfunctie en
-13-
actuariële functie bij SPNG die op een objectieve, integere en onafhankelijke manier worden vervuld.
Het bestuur kan de taken en verantwoordelijkheden van de sleutelfunctiehouders nader omschrijven in een reglement of in reglementen.
Artikel 15.
Administrateur
1. Het bestuur kan een administrateur benoemen en ontslaan en is gerechtigd, met behoud
van al zijn verantwoordelijkheden, zijn bevoegdheden geheel of gedeeltelijk aan de administrateur over te dragen.
2. Het bestuur stelt een schriftelijke instructie op voor de administrateur.
3. De administrateur is verplicht vergaderingen van het bestuur bij te wonen indien hij daarvoor een opdracht ontvangt.
4. Het bestuur houdt nauwlettend toezicht op de uitvoering van de aan de administrateur
opgedragen taken. Het bestuur sluit met de administrateur een uitbestedingsovereenkomst als bedoeld in artikel 6 lid 5.
Artikel 16. Accountant
Het bestuur benoemt een accountant - als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het_
Burgerlijk Wetboek - met als opdracht toezicht uit te oefenen op de boekhouding en de verdere_ administratie van SPNG, het bestuursverslag te controleren en jaarlijks aan het bestuur verslag _
uit te brengen omtrent de financiële toestand van SPNG. De accountant waarmerkt de staten
zoals deze door SPNG aan de toezichthouder worden verstrekt. Artikel 17.
Actuaris
Het bestuur benoemt ontslaat, afgezien van een adviserend actuaris, een waarmerkend actuaris_ met als opdracht de actuariële staten waaronder begrepen het actuarieel verslag als bedoeld in _
artikel 20 lid 3 met de daarin opgenomen actuariële verklaring, zoals deze door SPNG aan de
toezichthouder worden verstrekt, te waarmerken. De waarmerkend actuaris is onafhankelijk van SPNG en verricht geen andere werkzaamheden voor SPNG.
Artikel 18. Geheimhouding
De leden van het bestuur, het verantwoordingsorgaan, de raad van toezicht alsmede de secretaris, de administrateur, de accountant, de waarmerkend actuaris en alle andere personen _
die betrokken zijn bij de uitvoering van de bepalingen van de statuten en pensioenreglement van SPNG, zijn verplicht, ook nadat zij niet meer bij de uitvoering betrokken zijn, geheim te
houden hetgeen hun in hun functie ter kennis is gekomen en waarvan de geheimhoudingsplicht uit de aard der zaak voortvloeit of waarvoor het bestuur geheimhoudingsplicht heeft opgelegd. _
Artikel 19.
Xxxxxxxx, administratie en verslag
1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur legt aan de toezichthouder jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening, het bestuurverslag zoals bedoeld in artikel 146 van de Pensioenwet en overige gegevens over het verstreken boekjaar over die aan de daarvoor
geldende eisen voldoen. Deze stukken geven een volledig beeld van de financiële toestand van SPNG. Tevens blijkt hieruit ten genoegen van de toezichthouder dat wordt
voldaan aan het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet en dat de belangen van de bij SPNG betrokken deelnemers, gewezen deelnemers en overige belanghebbenden voldoende gewaarborgd geacht kunnen worden.
-14-
De jaarrekening is voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, ondertekend door_ de accountant als bedoeld in artikel 16.
Het bestuursverslag bevat het oordeel van het verantwoordingsorgaan en de bevindingen _
van het interne toezicht, alsmede een reactie van het bestuur daarop.
3. Het bestuur legt aan de toezichthouder bovendien jaarlijks binnen zes maanden na afloop _
van het boekjaar een actuarieel verslag betreffende SPNG over, voorzien van de verklaring van de waarmerkend actuaris als bedoeld in artikel 17.
Artikel 20.
Wijzigingen. Overdracht. Korten van aanspraken en rechten
1. In de bepalingen van deze statuten en pensioenreglement kunnen door het bestuur wijzigingen worden aangebracht.
2. Elke wijziging in de statuten moet, op straffe van nietigheid, bij notariële akte worden vastgelegd. Het bestuur zendt binnen twee weken na wijziging een authentiek afschrift van de gewijzigde statuten naar de toezichthouder.
3. Het pensioenreglement van SPNG wordt vastgesteld en gewijzigd door een besluit van het
bestuur. Het bestuur zendt binnen twee weken na wijziging een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van het gewijzigde pensioenreglement naar de toezichthouder.
4. Het pensioenreglement mag niet in strijd zijn met de bepalingen van deze statuten.
5. Het bestuur is bevoegd tot het, op verzoek van een tot SPNG toetredende werkgever,
overnemen van pensioenverplichtingen voor de tot SPNG toetredende deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden. Tevens is _
het bestuur bevoegd tot het, op verzoek van een werkgever die zijn aansluiting bij SPNG
beëindigt, overdragen van de pensioenverplichtingen van de betrokken (gewezen) deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en pensioengerechtigden naar een andere
pensioenuitvoerder. Hierbij dient te worden voldaan aan alle ter zake bij of krachtens de Pensioenwet geldende bepalingen en de ter zake in het uitvoeringsreglement opgenomen_
bepalingen.
6. SPNG kan de pensioenaanspraken en -rechten verminderen op grond van de Pensioenwet, _
mits wordt voldaan aan alle ter zake bij of krachtens de Pensioenwet geldende bepalingen.
De te volgen procedure is vastgelegd in het uitvoeringsreglement.
7. Voor wijzigingen, die voor de verzekeraar verzekeringstechnische consequenties hebben, is tevens de goedkeuring van de eventuele verzekeraar vereist.
Artikel 21.
Wettelijke bepalingen
De aanspraken en rechten op pensioen, toegekend volgens deze statuten en het pensioenreglement, worden mede beheerst door de ter zake geldende wettelijke bepalingen en_ wel met name die van de Pensioenwet en de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding, de _
Wet Bpf 2000 en overige relevante wet- en regelgeving.
Artikel 22.
Bijzondere omstandigheden
1. Onder "bijzondere omstandigheden" worden mede verstaan die omstandigheden en feiten, waardoor het bestuur onvoltallig is of dreigt te worden, zonder dat op basis van artikel 8 in vacatures in het bestuur kan worden voorzien.
2. In geval van bijzondere omstandigheden is het bestuur bevoegd tot het nemen van alle maatregelen en besluiten die het nodig of wenselijk acht ter waarborging van een goede gang van zaken van SPNG en van de belangen van de (gewezen) deelnemers, de andere aanspraakgerechtigde en van de pensioengerechtigden alsmede van de aangesloten
-15-
werkgevers.
3. Het bestuur kan in dat kader:
a. afwijken van het bepaalde in de statuten en pensioenreglement, mits niet in strijd wordt gehandeld met bepalingen van dwingend recht;
b. de statuten en pensioenreglement wijzigen, mits reeds gefinancierde
pensioenaanspraken en/of -rechten niet worden aangetast en/of zwaardere lasten aan de aangesloten werkgevers en/of deelnemers worden opgelegd dan op dat moment het geval is.
4. In gevallen waarin noch door deze statuten, noch door het pensioenreglement, noch door _
de uitbestedingsovereenkomst, noch door het uitvoeringsreglement, noch door de wet is voorzien beslist het bestuur zoveel mogelijk naar analogie van het bepaalde in de statuten, het pensioenreglement, de uitbestedingsovereenkomst en/of het uitvoeringsreglement.
5. Voor zover met het bovenstaande verzekeringstechnische aangelegenheden zijn gemoeid, _
zal het bestuur hierover met de eventuele verzekeraar overleggen.
Artikel 23. Ontbinding
1. SPNG kan worden ontbonden door een besluit van het bestuur. Een besluit tot ontbinding _
van SPNG kan uitsluitend worden genomen:
a. in een uitdrukkelijk daartoe bijeengeroepen bestuursvergadering, én
b. indien de meerderheid van zowel leden uit de geleding werkgevers als de leden uit de geleding deelnemers en pensioengerechtigden aanwezig is én met ten minste driekwart van de uitgebrachte stemmen; én
c. nadat het verantwoordingsorgaan hierover advies heeft uitgebracht; én
x. xx xxxx van toezicht hieraan zijn goedkeuring heeft gegeven.
2. De liquidatie van SPNG geschiedt door het bestuur, tenzij het bestuur een andere vereffenaar benoemt. Het bestuur blijft aan totdat de liquidatie is geëindigd. De liquidatie _
vindt plaats op basis van de dan geldende statuten en het dan geldende
pensioenreglement.
3. Indien tijdens de liquidatie een vacature in het bestuur ontstaat en hierin niet kan worden _
voorzien overeenkomstig het hieromtrent in deze statuten bepaalde, kan het bestuur
zichzelf aanvullen, met dien verstande, dat degenen die geacht kunnen worden de belangen van de (gewezen) deelnemers en pensioengerechtigden te vertegenwoordigen in
het bestuur evenveel zetels zullen innemen als degenen die de belangen van de werkgevers vertegenwoordigen.
4. Na het besluit tot ontbinding zal SPNG geen verplichtingen op zich kunnen nemen dan die met de ontbinding verband houden. Bij ontbinding zullen, voor zover niet reeds geschied, _
de verworven pensioenaanspraken en ingegane pensioenrechten worden overgedragen
naar een pensioenuitvoerder als bedoeld in de Pensioenwet
5. Een batig saldo zal zoveel mogelijk worden aangewend overeenkomstig het doel van SPNG.
Bij een nadelig saldo worden de ten tijde van de liquidatie bestaande pensioenaanspraken
van alle deelnemers, gewezen deelnemers, overige aanspraakgerechtigden en
pensioengerechtigden verminderd, waarbij op evenwichtige wijze een afweging van de belangen van de deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden en
pensioengerechtigden plaatsvindt onder de voorwaarden in de uitvoeringsovereenkomst.
6. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en de bescheiden van SPNG gedurende zeven jaar bewaard bij een persoon daarvoor door het bestuur aangewezen.
-16-
Artikel 24.
_
Interne klachten- en geschillenprocedure
Geschillen die ontstaan tussen SPNG en (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden alsmede hun nabestaanden, over de uitvoering van het pensioenreglement door SPNG, en klachten van de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden alsmede hun nabestaanden, over een behandeling, bejegening, product of dienstverlening, worden behandeld conform de interne klachten- en geschillenprocedure van SPNG.
De interne klachten- en geschillenprocedure wordt door het bestuur vastgelegd in een reglement of in reglementen.
Machtiging
Van de bevoegdheid van de verschenen persoon is aan mij, notaris, gebleken uit de eerder genoemde notulen.
Domiciliekeuze
Te dezer zake wordt domicilie gekozen ten kantore van de notaris, bewaarder van deze akte.
Slot
_
Waarvan akte, verleden te Leiden op de datum in het hoofd van deze akte vermeld. De verschenen persoon is aan mij, notaris, bekend.
_
De zakelijke inhoud van de akte is door mij, notaris, aan de verschenen persoon meegedeeld en toegelicht. De verschenen persoon heeft verklaard tijdig van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en daarmee in te stemmen.
Vervolgens is de akte beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend.
Volgt ondertekening.
UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
Dit afschrift is geen afschrift als bedoeld in artikel 49 van de Wet op het notarisambt.