VERENIGING KARATE-DO BOND NEDERLAND
VERENIGING KARATE-DO BOND NEDERLAND
Deze versie is notarieel verleden. Index:
Artikel 1: Naam, zetel en duur Artikel 2: Doel
Artikel 3: Organisatie
Artikel 4: Leden
Artikel 5: Algemene rechten en verplichtingen Artikel 6: Rechtspraak en geschillen
Artikel 7: Tuchtrechtspraak Artikel 8: Einde lidmaatschap Artikel 9: Bondsbestuur
Artikel 10: Taken en bevoegdheden bondsbestuur
Artikel 11: Vergaderingen bondsbestuur/dagelijks bestuur Artikel 12: Vertegenwoordiging
Artikel 13: Rayons
Artikel 14: Commissies
Artikel 15: Boekhouding en financiën Artikel 16: Rekening en verantwoording Artikel 17: De bondsvergadering
Artikel 18: Het bijeenroepen van de bondsvergadering Artikel 19: Toegang tot de bondsvergadering
Artikel 20: Agenda van de bondsvergadering Artikel 21: Besluiten
Artikel 22: Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten Artikel 23: Bondsbureau
Artikel 24: Reglementen en uitvoeringsbesluiten Artikel 25: Statuten
Artikel 26: Ontbinding en vereffening Overgangsbepaling
Artikel 1 – Naam en zetel
1. De vereniging draagt de naam: Karate-Do Bond Nederland en wordt in de statuten en reglementen nader aangeduid als: KBN.
2. De KBN is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid.
3. De KBN is gevestigd te Utrecht.
4. De KBN is opgericht op één april negentienhonderd negenenzeventig.
Artikel 2 - Doel
1. Het doel van de KBN is het leidinggeven aan en het op verantwoorde wijze bevorderen van het karate-do en daarmee aanverwante zelfverdedigingmethoden in Nederland, alsmede het gestalte geven aan de samenwerking tussen de verschillende stijlen karate-do.
2. De KBN tracht dit te verwezenlijken door:
a. het vormen van een band tussen de beoefenaren van karate-do en de verenigingen waarin en de scholen of andere rechtspersonen waarop deze worden beoefend, alsmede tussen de in de KBN aanwezige stijlgroepen;
b. het samenwerken met natuurlijke personen en publiek- en privaatrechtelijke rechtspersonen, zowel in als buiten Nederland, indien en voorzover deze samenwerking voor het bereiken van het in dit artikel gestelde doel bevorderlijk kan zijn;
c. het bevorderen, reglementeren en controleren van de opleiding, alsmede het zelf opleiden van leerkrachten en scheidsrechters;
d. het uitschrijven, reglementeren en controleren van wedstrijden en demonstraties;
e. het vormen van een bestuurskader;
f. het verlenen van graden;
g. het bevorderen van de organisatie van trainingsmogelijkheden en het bevorderen van kadertrainingen voor het behoud van de in de KBN erkende stijlsoorten;
x. het bevorderen van de organisatie van jeugdactiviteiten;
i. het uitgeven van geschriften;
j. alle andere wettige middelen die verwezenlijking van het doel kunnen bevorderen.
Artikel 3 - Organisatie
1. De KBN wordt geleid door het bondsbestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de bondsvergadering.
2. De KBN kent rayons die geen rechtspersoonlijkheid bezitten. Een lid ressorteert naar zijn woonplaats of plaats van vestiging onder een rayon. Elke rayon wordt geleid door een rayonbestuur dat verantwoording verschuldigd is aan de rayonvergadering en aan het bondsbestuur.
3. Organen van de KBN zijn het bondsbestuur en de bondsvergadering, een rayonbestuur en een rayonvergadering, de rechtsprekende commissies van het Instituut Sportrechtspraak, alsmede die personen en commissies die op grond van de statuten door de bondsvergadering zijn belast met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissingsbevoegdheid is toegekend.
4. Tenzij anders is bepaald, geschiedt elke benoeming in enige functie in de KBN voor de duur van drie jaren. De benoemde kan in die functie aansluitend twee maal voor een periode van drie jaren worden herbenoemd tot een aangesloten periode van maximaal negen jaren. Nadien kan de betrokkene eerst weer in dezelfde functie worden benoemd nadat een periode van drie jaren na de laatste benoemingsperiode is verstreken.
5. De KBN kent als centraal apparaat een bondsbureau dat wordt geleid door een hoofd bondsbureau.
6. Alle officiële mededelingen van organen van de KBN worden bekend gemaakt in het bondsblad, op de website, via e-mail en/of per post.
Artikel 4 - Leden
1. De KBN kent als lid:
a. verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid, stichtingen en andere rechtspersonen alsmede scholen, eenmanszaken en vennootschappen die voldoen aan de aan het lidmaatschap gestelde eisen, welke leden in de statuten en de reglementen afzonderlijk en gezamenlijk worden aangeduid als ‘vereniging’ of ‘verenigingen’;
b. natuurlijke personen die karate-do beoefenen of een functie vervullen bij een vereniging, een stichting, een andere rechtspersoon, een school, een eenmanszaak of een vennootschap, zoals bedoeld onder a., welke natuurlijke personen in de statuten en de reglementen afzonderlijk
en gezamenlijk worden aangeduid als ‘verenigingslid’ of ‘verenigingsleden’;
c. natuurlijke personen die zich rechtstreeks bij de KBN als lid hebben aangemeld, niet zijnde een verenigingslid, en als zodanig zijn toegelaten, welke natuurlijke personen in de statuten en de reglementen afzonderlijk en gezamenlijk worden aangeduid als ‘persoonlijk lid’ of ‘persoonlijke leden’.
2. Om tot het lidmaatschap te worden toegelaten dient de betrokkene karate-do te doen beoefenen of daarbij op een andere wijze betrokken te zijn.
3. Het lidmaatschap van verenigingsleden en van persoonlijke leden is persoonlijk.
4. Een verenigingslid kan slechts lid zijn van één vereniging en als zodanig alleen deze vereniging vertegenwoordigen op wedstrijden en andere evenementen.
5. Het bondsbestuur beslist over de toelating van leden. Indien het bondsbestuur niet tot toelating besluit kan de bondsvergadering op verzoek van de betrokkene alsnog tot toelating besluiten.
6. De wijze van toelating wordt in het Huishoudelijk Reglement geregeld.
7. De bondsvergadering is bevoegd leden in categorieën onder te verdelen en voor elke categorie afwijkende rechten en verplichtingen vast te stellen.
8. Het bondsbestuur houdt een ledenregister bij.
9. Op voorstel van het bondsbestuur kan de bondsvergadering een verenigingslid of persoonlijk lid dat zich voor karate-do in het algemeen en voor de KBN in het bijzonder verdienstelijk heeft gemaakt het predikaat ‘lid van verdienste’ verlenen.
10. Op voorstel van het bondsbestuur kan de bondsvergadering een verenigingslid of persoonlijk lid dat zich voor karate-do in het algemeen en voor de KBN in het bijzonder gedurende lange tijd zeer verdienstelijk heeft gemaakt het predikaat ‘erelid’ verlenen.
Artikel 5 - Algemene rechten en verplichtingen
1. Leden van de KBN zijn verplicht:
a. de statuten, reglementen en besluiten van organen van de KBN na te leven;
b. de belangen van de KBN en/of van karate-do in het algemeen niet te schaden;
c. de statuten, reglementen en besluiten van organen en commissies van de Europese Karate Federatie en de Wereld Karate Federatie na te leven;
d. de reglementen en besluiten van het Instituut Sportrechtspraak na te leven;
e. alle overige verplichtingen, welke de KBN in naam of ten behoeve van de leden aangaat of welke uit het lidmaatschap van de KBN voortvloeien, te aanvaarden en na te komen.
2. Verenigingen zijn gehouden in hun statuten een bepaling op te nemen op grond waarvan leden van die verenigingen verplicht zijn het lidmaatschap van de KBN aan te vragen en na toelating tot de KBN verplicht zijn te handelen in overeenstemming met de statuten, reglementen en besluiten van de KBN. Bedoelde leden zijn tevens verplicht voor de duur van hun lidmaatschap van de vereniging, althans van de afdeling karate-do van een vereniging, het lidmaatschap van de KBN te behouden. Indien een vereniging, zoals bedoeld in artikel 4 lid 1 onder a., niet een vereniging is maar een stichting, een andere rechtspersoon, een school, een eenmanszaak of een vennootschap zijn de desbetreffende leden verplicht met hun 'verenigingsleden' contractueel overeen te komen dat deze verplicht zijn het lidmaatschap van de KBN aan te vragen en na toelating te handelen in overeenstemming met de statuten, reglementen en besluiten van organen van de KBN.
3. De bondsvergadering is bevoegd aan de leden verplichtingen van financiële en andere aard op te leggen en om verbintenissen aan het lidmaatschap te verbinden.
4. De KBN kan ten behoeve van de leden rechten bedingen. Tenzij het betreffende lid zich daar- tegen verzet, kan de KBN voor het lid nakoming van bedongen rechten en schadevergoeding vorderen. De KBN kan bovendien ten laste van de leden verplichtingen aangaan. Tot deze verplichtingen behoren onder meer het aanvaarden en nakomen van verplichtingen welke de KBN is aangegaan met betrekking tot sponsoring en de rechten van t.v.-registraties en - uitzendingen.
5. Behalve in deze statuten kunnen aan de leden verplichtingen worden opgelegd bij reglement of bij besluit van een orgaan.
6. Een lid is verplicht zijn financiële verplichtingen op de door de KBN aangegeven datum (de vervaldatum) te voldoen. Indien het lid een maand na de vervaldatum niet geheel aan zijn financiële verplichtingen heeft voldaan, is het lid vanaf die datum zonder recht van beroep uitgesloten van deelname aan de activiteiten van de KBN totdat het lid geheel aan diens financiële verplichtingen heeft voldaan. Gedurende die periode kan het lid in de KBN geen rechten uitoefenen en blijft het lid verplicht te voldoen aan alle verplichtingen welke uit het lidmaatschap voortvloeien.
7. Verenigingen zijn verplicht uiterlijk 31 januari van ieder jaar op de door het bondsbestuur bepaalde wijze opgave te doen van de onder lid 2 opgegeven verenigingsleden per 31 december (peildatum). Het bondsbestuur is bevoegd het opgegeven aantal verenigingsleden van het voorgaande jaar op juistheid te controleren.
8. Indien een lid niet tijdig voldoet aan zijn financiële verplichtingen tegenover de KBN, is het lid vanaf de vervaldatum geheel of gedeeltelijk in gebreke, nadat het lid een nieuwe termijn voor betaling is gegund, en is het lid behalve de wettelijke rente ook 15% aan buitengerechtelijke kosten over het oorspronkelijke bedrag verschuldigd. Xxxxxxxx het lid in zijn verzuim, dan is hij naast de wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten ook alle redelijkerwijs voor de inning van zijn schuld aan de KBN door een advocaat of deurwaarder gemaakte kosten verschuldigd, tenzij de rechter anders beslist.
9. Het gebruik of doen gebruiken van ongeoorloofde middelen (doping) is verboden. Leden zijn verplicht hun volledige medewerking te geven aan dopingcontroles en zich te houden aan het Dopingreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
10. Verenigingsleden en persoonlijke leden onthouden zich tegenover andere leden van elke vorm van seksueel gedrag of seksuele toenadering, in verbale, non verbale of fysieke zin, alsmede van (verbaal) geweld, racistische uitlatingen e.d., opzettelijk of onopzettelijk, die door het andere lid, die het ondergaat, als ongewenst of gedwongen wordt ervaren. Het in strijd handelen met deze bepaling geldt als een overtreding, als geregeld in het Tuchtreglement.
Artikel 6 Rechtspraak en geschillen Artikel 6.a. - Rechtspraak en geschillen
1. De in dit artikel bedoelde rechtspraak en geschillenbeslechting is op alle leden van de KBN van toepassing.
2. Op een overtreding van de statuten, reglementen en/of besluiten is de tuchtrechtspraak van de KBN van toepassing. Deze tuchtrechtspraak geschiedt door de tuchtcommissie en de commissie van beroep van de Stichting Instituut Sportrechtspraak, welke stichting hierna nader wordt aangeduid als Instituut Sportrechtspraak.
3. Geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de KBN kunnen naar keuze van partijen worden beslecht door arbitrage, bindend advies en/of mediation, op de wijze zoals is bepaald in artikel 6.c.
4. Geschillen tussen leden onderling of tussen een lid en een sponsor, voor zover deze betrekking hebben op sponsoring, worden naar keuze beslecht door arbitrage volgens het Arbitragereglement van de door NOC*NSF en het Genootschap voor Reclame (Sectie Sponsoring) ingestelde Arbitragecommissie Sportsponsoring of door arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak.
5. Indien een beslissing als bedoeld in de artikelen 6 en 7 tot gevolg heeft dat een besluit nietig is of wordt vernietigd, kan hieraan door het betrokken lid noch door derden enig recht op schadeloosstelling worden ontleend, terwijl evenmin aanspraak kan worden gemaakt op een gewijzigde uitslag of op het opnieuw houden van een wedstrijd en/of evenement.
6. De door het Instituut Sportrechtspraak in de KBN krachtens een overeenkomst uit te oefenen (tucht)rechtspraak geschiedt in naam, ten behoeve, alsmede voor rekening en risico van de KBN. De KBN vrijwaart het Instituut Sportrechtspraak, haar (tucht)rechters, haar ambtelijke secretariaat, haar juridisch secretariaat, haar deskundigen en haar juridisch adviseur van elke aansprakelijkheid ten aanzien van zowel de door of namens het Instituut Sportrechtspraak verzorgde rechtspleging als met betrekking tot de bij de oprichting van het Instituut Sportrechtspraak gekozen en toegepaste constructie van rechtspleging door het Instituut Sportrechtspraak in de KBN.
Artikel 6.b. – Rechtspraak van het Instituut Sportrechtspraak
1. Ten behoeve van de door het Instituut Sportrechtspraak in de KBN uit te oefenen rechtspraak sluit de KBN met het Instituut Sportrechtspraak een daartoe strekkende overeenkomst in de zin van artikel 46 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van de overeengekomen rechtspraak in de KBN wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak. De KBN kan in die overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak ook het beslechten van geschillen door mediation overeenkomen.
2. Het bondsbestuur behoeft voor het aangaan en het wijzigen van de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak de voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering.
3. Met betrekking tot de aan het Instituut Sportrechtspraak opgedragen rechtspraak en mediation gelden de met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen reglementen als de van toepassing zijnde reglementen van de KBN, welke reglementen door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak worden vastgesteld en gewijzigd.
4. De van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak treden binnen de KBN in werking op de door het bondsbestuur met het Instituut Sportrechtspraak overeengekomen datum, van welke datum het bondsbestuur aan de leden via een publicatie mededeling doet. Wijzigingen in de desbetreffende reglementen treden in werking op de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde datum. Het bondsbestuur doet van deze datum alsmede van de wijzigingen in een van toepassing zijnd reglement via een publicatie mededeling aan de
leden. De KBN is niet bevoegd zelf een wijziging in een van toepassing zijnd reglement van het Instituut Sportrechtspraak aan te brengen.
5. Tenzij in een reglement van het Instituut Sportrechtspraak anders is bepaald, zijn de van toepassing zijnde reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de leden van de KBN van toepassing volgens de laatste, door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vastgestelde versie, zoals gepubliceerd op de website van het Instituut Sportrechtspraak.
6. De KBN en haar leden aanvaarden te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de toepasselijkheid van de overeengekomen reglementen van het Instituut Sportrechtspraak op de (tucht)rechtspraak van de KBN. De verplichting om bedoelde reglementen te aanvaarden en na te komen geldt voor de leden tevens als een verplichting in de zin van artikel 27 van Boek 2 respectievelijk als een verbintenis van de leden in de zin van artikel 34a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
7. De leden aanvaarden voor de duur van hun lidmaatschap van de KBN de in dit artikel ten hunnen laste door de KBN in de overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak aangegane verplichtingen, alsmede voor de duur na de beëindiging van hun lidmaatschap van de KBN indien zij alsdan betrokken zijn bij een bij het Instituut Sportrechtspraak in behandeling zijnde zaak, zulks totdat in die zaak onherroepelijk is beslist.
Artikel 6.c. – Beslechten van geschillen
1. Indien de KBN daartoe een overeenkomst met het Instituut Sportrechtspraak heeft gesloten, kunnen geschillen tussen leden onderling welke samenhangen met of voortvloeien uit de doelstelling van de KBN naar keuze van partijen worden beslecht door:
a. arbitrage volgens het Arbitragereglement van het Instituut Sportrechtspraak;
b. bindend advies volgens het Reglement Bindend advies van het Instituut Sportrechtspraak;
c. mediation volgens het Mediationreglement van het Instituut Sportrechtspraak. Mediation is een wijze van beslechten van geschillen waarbij partijen zelf onder leiding van een onafhankelijk, door het Instituut Sportrechtspraak aangestelde mediator tot een oplossing van hun geschil komen, welke oplossing wordt vastgelegd in een partijen bindende vaststellingsovereenkomst.
2. Het bepaalde in artikel 6.b. is op het beslechten van geschillen door het Instituut Sportrechtspraak van toepassing.
3. Er is sprake van een geschil indien een partij aan de andere betrokken partij(en) schriftelijk verklaart dat dit het geval is.
4. Het bepaalde in lid 1 vormt de grondslag voor de bevoegdheid van de arbiter(s), bindend adviseur(s) en de mediator(s) om een geschil tussen leden onderling te beslechten.
5. Een geschil tussen een lid en een niet-lid kan alleen ter beslechting worden voorgelegd aan het Instituut Sportrechtspraak onderscheidenlijk, wanneer het geschil voortvloeit uit sponsoring, aan de Arbitragecommissie Sportsponsoring, indien partijen zich daartoe vooraf schriftelijk bereid hebben verklaard.
6. Een geschil tussen een lid en de KBN kan niet door arbitrage, bindend advies of mediation worden beslecht maar alleen door de burgerlijke rechter, tenzij het bondsbestuur zich bevoegd en verenigingsrechtelijk in staat acht een geschil door arbitrage, bindend advies of mediation te doen beslechten.
Artikel 7 - Tuchtrechtspraak
1. Alle leden van de KBN zijn onderworpen aan de tuchtrechtspraak van de KBN, welke tuchtrechtspraak krachtens een overeenkomst door de KBN is opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
2. Met ‘Tuchtreglement’,‘Dopingreglement’ en ‘Reglement seksuele intimidatie’ worden in deze statuten en in de reglementen van de KBN het Tuchtreglement, het Dopingreglement en het Reglement seksuele intimidatie van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld.
3. Op de tuchtrechtspraak van de KBN is het Tuchtreglement van toepassing. Op de leden is tevens van toepassing het Dopingreglement, de daarvan deel uitmakende dopinglijsten, het daarmee samenhangende Dispensatiereglement en de door de internationale sportfederatie op de KBN van toepassing verklaarde sportspecifieke dopingbepalingen. Wanneer het Dopingreglement wordt
overtreden, geschiedt de tuchtrechtspraak met inachtneming van het Tuchtreglement en van het Dopingreglement.
4. Indien in een door de KBN aanhangig te maken zaak regelgeving van toepassing is van de internationale federatie, waarvan de KBN lid is of waarbij de KBN is aangesloten, doet de KBN daarvan uitdrukkelijk mededeling bij het aanhangig maken van een zaak en legt de KBN de juiste versie van de desbetreffende regelgeving van de internationale federatie over en geeft de KBN tevens aan welke bepaling(en) naar zijn oordeel van toepassing is/zijn.
5. De tuchtrechtspraak in de KBN geschiedt met uitsluiting van andere organen door de tuchtcommissie en commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak. Met ‘tuchtcommissie’ en de ‘commissie van beroep’ worden in de statuten en reglementen van de KBN de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak bedoeld. Wanneer gesproken wordt over de tuchtcommissie en de commissie van beroep worden daaronder tevens begrepen hun algemeen voorzitters, kamers, kamervoorzitters en het ambtelijk en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
Met inachtneming van bepaalde in het Dopingreglement is het bestuur bevoegd naar aanleiding van een overtreding van het Dopingreglement een ordemaatregel te nemen, welke ordemaatregel een beleidsmaatregel en geen straf is.
6. Voor de duur van de in lid 1 bedoelde overeenkomst zijn de tuchtcommissie en de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak een orgaan van de KBN. De tuchtcommissie en de commissie van beroep spreken recht in naam van de KBN en hun uitspraken gelden als uitspraken van de KBN.
7. De leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep worden benoemd door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk één of meer dopingkamers die met de behandeling van een overtreding van het Dopingreglement zijn belast. De tuchtcommissie en de commissie van beroep kennen elk tevens een kamer die belast is met de behandeling van overtredingen seksuele intimidatie betreffende. De commissies worden bijgestaan door het ambtelijk secretariaat en het juridisch secretariaat van het Instituut Sportrechtspraak.
8. Er is in het kader van de tuchtrechtspraak sprake van een overtreding indien er sprake is van een overtreding in de zin van het Tuchtreglement en/of van het Dopingreglement en/of van het Reglement Seksuele intimidatie.
9. Het Tuchtreglement regelt de wijze van benoeming van de leden van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep, hun samenstelling, bevoegdheden en werkwijze, alsmede de overtreding, de op de leggen straffen, de procesgang en de rechten en verplichtingen van het in overtreding zijnde lid.
10. Een uitspraak van de tuchtcommissie en van de commissie van beroep is bindend, zowel voor het betrokken lid, de andere leden van de KBN als voor de KBN zelf. De in lid 5 genoemde ordemaatregel van het bondsbestuur is bindend voor de duur van die maatregel.
11. Alle leden, organen en commissies van de KBN zijn gehouden mede te werken aan de totstandkoming van een uitspraak van de tuchtcommissie en/of van de commissie van beroep en zijn tevens gehouden mee te werken aan de ten uitvoerlegging van de door deze commissies opgelegde straffen.
12. Indien de reglementering van de internationale sportfederatie daarin voorziet, kunnen leden van de KBN die door de commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak tuchtrechtelijk zijn bestraft daarvan in beroep gaan bij de Court of Arbitration for Sports (CAS) te Lausanne (Zwitserland). Op deze laatste beroepsprocedure zijn van toepassing de reglementen en besluiten van de CAS. De reglementen van de KBN en van het Instituut Sportrechtspraak zijn alsdan op die beroepsprocedure niet van toepassing.
Artikel 8 - Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van de KBN eindigt:
a. van verenigingen: door opzegging of ontzetting (royement);
x. xxx xxxxxxxxxxxxxxxx: door hun dood of door opzegging en ontzetting (royement);
c. van persoonlijke leden: door hun dood of door opzegging of ontzetting (royement).
2. Indien de KBN het lidmaatschap van een verenigingslid beëindigt, is de vereniging gehouden het lidmaatschap van het desbetreffende verenigingslid door opzegging met onmiddellijke ingang te
beëindigen. Worden in de vereniging nog andere takken van sport beoefend, dan is de vereniging gehouden slechts het lidmaatschap van het lid van de afdeling karate-do te beëindigen.
3. Indien de vereniging het lidmaatschap van een verenigingslid beëindigt, eindigt daardoor ook het lidmaatschap van de KBN behalve wanneer het verenigingslid uit andere hoofde verenigingslid van de KBN blijft dan wel kiest voor het persoonlijk lidmaatschap en als zodanig aansluitend wordt toegelaten.
4. Het lid kan zijn lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Een lid kan voorts het lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat:
a. hem een besluit is medegedeeld tot omzetting van de KBN in een andere rechtsvorm, dan wel tot fusie of splitsing van de KBN;
b. hem een besluit is bekend geworden of meegedeeld waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, in welk geval het besluit door de opzegging niet op hem van toepassing is.
Het lidmaatschap kan niet met onmiddellijke ingang worden opgezegd wanneer het een wijziging van rechten en verplichtingen betreft die nauwkeurig zijn omschreven of wanneer een verplichting van geldelijke aard wordt gewijzigd.
In andere gevallen kan een lid het lidmaatschap voorts met onmiddellijke ingang door opzegging beëindigen, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Opzegging door de KBN geschiedt door het bondsbestuur. De KBN kan het lidmaatschap opzeggen tegen het einde van het boekjaar. Opzegging door de KBN kan geschieden wanneer:
a. het lid zijn verplichtingen tegenover de KBN niet of niet tijdig nakomt, waaronder - doch niet uitsluitend - die van artikel 5;
b. de belangen van de KBN, van een rayon of van een lid schaadt;
c. het lid niet voldoet aan de vereisten die de statuten voor het lidmaatschap stellen.
Voorts kan de KBN het lidmaatschap met onmiddellijke ingang door opzegging doen beëindigen indien redelijkerwijs van de KBN niet kan worden verlangd het lidmaatschap te laten voortduren.
6. Een opzegging tegen het einde van het boekjaar geschiedt met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Is niet tijdig opgezegd, dan geldt de opzegging tegen het einde van het daaropvolgende boekjaar. Is ten onrechte met onmiddellijke ingang opgezegd, dan eindigt het lidmaatschap op het vroegst toegelaten tijdstip volgend op de datum waartegen was opgezegd. Zolang het lidmaatschap niet is geëindigd, behoudt het lid zijn rechten en moet hij zijn verplichtingen nakomen.
7. Royement (ontzetting) kan alleen op verzoek van het bondsbestuur worden uitgesproken door de tuchtcommissie en de commissie van beroep, wanneer een lid in ernstige mate in strijd handelt met de statuten, reglementen en besluiten van de KBN dan wel de KBN op onredelijke wijze benadeelt. De behandeling van het royement geschiedt met inachtneming van het Tuchtreglement van het Instituut Sportrechtspraak.
8. Behalve in geval van overlijden en royement, blijft een lid dat heeft opgezegd nog lid tot ten hoogste het einde van het boekjaar volgend op dat waarin werd opgezegd, zolang het lid niet heeft voldaan aan zijn geldelijke verplichtingen tegenover de KBN, of zolang een aangelegenheid waarbij het lid is betrokken niet is afgewikkeld, de tenuitvoerlegging van een opgelegde straf hieronder begrepen. Het bondsbestuur stelt alsdan de datum vast waarop het lidmaatschap eindigt.
9. Wanneer het lidmaatschap tijdens het boekjaar eindigt, blijft niettemin de contributie voor dat jaar voor het geheel verschuldigd, tenzij het bondsbestuur anders beslist.
Artikel 9 - Bondsbestuur
1. Het bondsbestuur bestaat uit tenminste vijf meerderjarige personen die door de bondsvergadering uit de leden worden benoemd, tenzij het bepaalde in lid 2 toepassing vindt. De bondsvergadering stelt het aantal leden van het bondsbestuur vast.
2. De bondsvergadering kan besluiten een of meer bestuursleden buiten de leden te benoemen.
3. Het bondsbestuur kent een voorzitter, secretaris, penningmeester en één of meer bestuursleden. De voorzitter wordt in functie gekozen. De overige bestuursleden verdelen nadien hun portefeuilles. De voorzitter, de secretaris en de penningmeester vormen tezamen het dagelijks bestuur.
4. De benoeming van bestuursleden geschiedt door kandidaatstelling. Bevoegd tot het stellen van kandidaten zijn het bondsbestuur, alsmede één of meer verenigingen, verenigingsleden en persoonlijke leden die gezamenlijk meer dan tweehonderd leden direct of indirect vertegenwoordigt(en).
5. Indien de benoeming in functie geschiedt, geschiedt de kandidaatstelling ook in functie.
6. De leden van het bondsbestuur worden benoemd voor een periode van drie jaren. Op hun benoeming is het bepaalde in artikel 3 lid 4 van toepassing.
7. Leden van het bondsbestuur treden in functie de dag na hun benoeming en treden af aan het eind van de dag van de vergadering van de bondsvergadering, waarin de duur van hun benoeming eindigt of waarin zij aftreden.
8. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op. In een tussentijdse vacature wordt zo mogelijk op de eerstvolgende bondsvergadering voorzien.
9. Na de benoeming van leden van het bondsbestuur worden de functies verdeeld en de taken van ieder lid van het bondsbestuur vastgesteld, waarvan mededeling wordt gedaan aan de leden. Ieder lid van het bondsbestuur is tegenover de KBN gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Indien het een aangelegenheid betreft die tot de werkkring van twee of meer leden van het bondsbestuur behoort, is ieder van hen voor het geheel aansprakelijk ter zake van een tekortkoming, tenzij deze niet aan hem te wijten is en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen daarvan af te wenden.
10. Een lid van het bondsbestuur kan, ook al is hij voor bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door de bondsvergadering, met twee derden van de uitgebrachte stemmen worden ontslagen of geschorst. Een schorsing kan worden opgelegd voor ten hoogste drie maanden. Behalve wanneer de schorsing eindigt door een besluit tot ontslag of bedanken, eindigt de schorsing door tijdsverloop of eerder door een besluit tot opheffing van de schorsing. De bondsvergadering neemt haar besluit niet eerder dan nadat het desbetreffende lid van het bondsbestuur door de bondsvergadering is gehoord, althans daartoe in de gelegenheid is gesteld.
11. Het lidmaatschap van het bondsbestuur eindigt door overlijden, ontslag, bedanken, door het verstrijken van de duur van de (her)benoeming en wanneer het lidmaatschap van de KBN eindigt. Voorts eindigt het lidmaatschap van het bondsbestuur indien het lid van het bondsbestuur wordt benoemd in een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van het bondsbestuur.
Artikel 10 - Taken en bevoegdheden bondsbestuur
1. Tenzij de statuten anders bepalen, is het bondsbestuur belast met het besturen van de KBN.
2. Het bondsbestuur kan met behoud van zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak door het hoofd bondsbureau, rayonbesturen, commissies of personen doen uitvoeren. Bovendien is het bondsbestuur bevoegd - al dan niet tegen betaling - werkzaamheden aan derden op te dragen.
3. Indien het aantal leden van het bondsbestuur beneden het aantal, zoals bedoeld in artikel 9 lid 1, is gedaald, blijft het bondsbestuur bevoegd.
4. Het bondsbestuur ziet toe op het naleven van de statuten, reglementen en door organen van de KBN genomen besluiten.
5. Na voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering is het bondsbestuur bevoegd met het Instituut Sportrechtspraak een de leden bindende overeenkomst aan te gaan krachtens welke overeenkomst het uitoefenen van rechtspraak in de KBN en het doen beslechten van geschillen door mediation wordt opgedragen aan het Instituut Sportrechtspraak.
6. Het bondsbestuur is na voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot het verkrijgen, het vervreemden of het bezwaren van registergoederen en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de KBN zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
7. Het bondsbestuur behoeft voor het aangaan van verplichtingen welke een bedrag van € 25.000,- en tevens de duur van één jaar te boven gaan de voorafgaande goedkeuring van de bondsvergadering.
8. Het bondsbestuur is bevoegd het uitvoeren van besluiten van rayonbesturen en van personen of commissies, die belast zijn met een nader omschreven taak en aan wie daarbij beslissings-
bevoegdheid is toegekend, die het in strijd acht met de belangen van de KBN, binnen drie weken nadat deze te zijner kennis zijn gekomen, op te schorten.
In geval van opschorting is het bondsbestuur verplicht binnen een termijn van zes weken een gecombineerde vergadering met het desbetreffende orgaan te houden en daarin het opgeschorte besluit te bespreken, bij gebreke waarvan de opschorting komt te vervallen.
Indien bedoeld overleg niet leidt tot het ongedaan maken van de opschorting of tot intrekking van het besluit, legt het bondsbestuur het besluit wegens strijd met de belangen van de KBN voor aan de eerstvolgende vergadering van de bondsvergadering die een bindende uitspraak doet.
9. Het bondsbestuur kan uit zijn midden een dagelijks bestuur benoemen, bestaande uit de voorzitter, secretaris en penningmeester. Het dagelijks bestuur is belast met de door het bondsbestuur gedelegeerde taken.
Artikel 11 – Vergaderingen bondsbestuur/dagelijks bestuur
1. Het bondsbestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee andere leden van het bondsbestuur dit wensen. Het dagelijks bestuur vergadert op verzoek van de voorzitter of van een ander lid van het dagelijks bestuur.
2. De voorzitter bepaalt de wijze van vergaderen. Het bondsbestuur en het dagelijks bestuur kunnen ook anders dan in een bijeenkomst vergaderingen houden, mits alle betrokken leden van bondsbestuur of van het dagelijks bestuur daaraan deelnemen of in geval van afwezigheid verklaard hebben met die wijze van vergaderen in te stemmen.
3. Het bondsbestuur en het dagelijks bestuur kunnen slechts rechtsgeldige besluiten nemen indien ten minste de helft van het aantal benoemde leden van het bondsbestuur aan de vergadering deelnemen of daarin door een aanwezig lid van het bondsbestuur zijn vertegenwoordigd.
4. Indien de stemmen in een vergadering van het bondsbestuur staken, wordt het voorstel in een volgende bestuursvergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken de stemmen dan wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Indien de stemmen in een vergadering van het dagelijks bestuur staken, beslist het bondsbestuur terzake.
Artikel 12 - Vertegenwoordiging
1. Het bondsbestuur vertegenwoordigt de KBN.
2. De KBN wordt voorts vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur.
3. Het bondsbestuur of twee gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur kunnen een ander lid van het bondsbestuur of een derde schriftelijk machtigen om de KBN te vertegenwoordigen in de gevallen en onder de voorwaarden die uit de verstrekte volmacht blijken.
4. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bondsbestuur en van de gezamenlijk handelende leden van het bondsbestuur kan niet worden beperkt of aan voorwaarden worden gebonden. De vertegenwoordigingsbevoegdheid van personen aan wie een volmacht is verleend, kan in die volmacht naar aard en omvang worden beperkt en/of aan voorwaarden worden gebonden.
5. Het hoofd bondsbureau is bevoegd de KBN te vertegenwoordigen binnen de door het bondsbestuur aan hoofd bondsbureau verleende volmacht.
6. Personen aan wie hetzij op grond van deze statuten, hetzij op grond van een volmacht vertegenwoordigingsbevoegdheid is verleend, oefenen die bevoegdheid niet uit dan nadat hiertoe een bestuursbesluit is genomen waarbij tot het aangaan van de desbetreffende rechtshandeling is besloten.
Artikel 13 – Rayons
1. De bondsvergadering stelt rayons in en heft deze op.
2. De rayons worden genoemd en nader geregeld in het Rayonreglement.
3. De rayons regelen de zaken die uitsluitend het eigen rayon betreffen. Het werkterrein van een rayon betreft in elk geval het wedstrijdwezen in dat rayon.
4. De leden ressorteren naar hun plaats van vestiging of woonplaats onder het desbetreffende rayon.
5. De benoeming van de leden van het rayonbestuur, de samenstelling van de rayonvergadering, alsmede de taken en bevoegdheden van de rayons worden in een Rayonreglement vastgelegd. Het Rayonreglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de bondsvergadering.
6. Elke rayon wordt geleid door een rayonbestuur. De leden van het rayonbestuur worden benoemd voor de duur van drie jaren. Op hun (her)benoeming is het bepaalde in artikel 3 lid 4 van toepassing.
7. Een rayonbestuur heeft daarnaast tot taak in het rayon het beleid van het bondsbestuur en van de bondsvergadering uit te voeren en is hiervoor aan het bondsbestuur verantwoording verschuldigd.
8. Een rayonbestuur is tevens bevoegd eigen activiteiten in zijn rayon te verrichten, waarvoor het rayonbestuur verantwoording verschuldigd is aan de eigen rayonvergadering. De eigen activiteiten mogen niet in strijd zijn met het beleid van de KBN. Een rayonbestuur is met betrekking tot de eigen activiteiten bevoegd te handelen binnen het door het bondsbestuur toegekende budget en binnen de door de eigen rayonvergadering goedgekeurde begroting. Leden van het rayonbestuur handelen krachtens een door het bondsbestuur verleende volmacht.
9. Een rayonvergadering bestaat uit alle onder dat rayon ressorterende leden. De verenigingen vertegenwoordigen in de rayonvergadering zichzelf en hun verenigingsleden. De persoonlijke leden vertegenwoordigen zichzelf in hun rayonvergadering.
10. Een rayonbestuur is verplicht met betrekking tot besluiten die naar het oordeel van een ander rayon of van het bondsbestuur mede de belangen van een ander rayon raken, overleg te plegen met dat rayonbestuur. Komen de rayonbesturen niet tot overeenstemming dan beslist het bondsbestuur.
Artikel 14 - Commissies
1. Het bondsbestuur en een rayonbestuur, alsmede de bondsvergadering en een rayonvergadering zijn bevoegd permanente en tijdelijke commissies in te stellen en de leden van die commissies te benoemen, te schorsen en te ontslaan.
2. Tenzij de samenstelling, taken en bevoegdheden van een commissie in de statuten of in een reglement is geregeld, worden deze bij besluit vastgesteld door het orgaan dat de commissie heeft ingesteld.
3. Een commissie is verantwoording verschuldigd aan het orgaan dat haar heeft ingesteld.
4. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat een commissie uit vijf leden. De leden van een permanente commissie worden telkens benoemd voor de duur van drie jaren. Op hun (her)benoeming is het bepaalde in artikel 3 lid 4 van toepassing. De leden van een tijdelijke commissie worden benoemd voor de duur van de aan de commissie verstrekte opdracht.
5. Tenzij anders is bepaald of besloten, bestaat elke commissie uit een voorzitter, een secretaris en uit een of meer leden en wordt de voorzitter in functie benoemd. De leden van een commissie verdelen in onderling overleg de overige functies.
6. De bondsvergadering doet ter benoeming van leden van de KBN in de tuchtcommissie of commissie van beroep van het Instituut Sportrechtspraak een aanbeveling aan het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak.
7. De bondsvergadering benoemt een financiële commissie, bestaande uit ten minste drie leden, die geen deel mogen uitmaken van het bondsbestuur of een rayonbestuur. De leden van de financiële commissie worden, in afwijking van het bepaalde in artikel 3 lid 4 jaarlijks benoemd voor een periode van één jaar. Zij zijn aansluitend twee keer herbenoembaar voor een periode van één jaar.
8. De financiële commissie heeft tot taak het bondsbestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren in financiële aangelegenheden.
Artikel 15 - Boekhouding en financiën
1. Het boekjaar van de KBN is gelijk aan het kalenderjaar.
2. De geldmiddelen van de KBN bestaan uit: contributies, bijdragen, entree- en inschrijfgelden, boetes, donaties, subsidies, legaten en andere inkomsten. Erfenissen en legaten kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
3. De leden zijn gehouden tot het betalen van de contributie en andere bijdragen die het bondsbestuur vaststelt. Genoemde contributie is een basiscontributie die bestemd is voor de
algemene middelen waaruit de kosten van de KBN als zodanig worden voldaan. Het bondsbestuur kan voor bepaalde groepen van leden een verschillende contributie en andere bijdragen vaststellen.
Artikel 16 - Rekening en verantwoording
1. Het bondsbestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de KBN en van alles betreffende de werkzaamheden van de KBN, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze administratie te voeren en daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de KBN kunnen worden gekend.
2. Het bondsbestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de KBN met een toelichting op te maken en op papier te stellen. In de balans en in de staat van baten en lasten zijn de rekening en verantwoording van de rayons opgenomen.
3. Het bondsbestuur brengt op een binnen zes maanden na het einde van het boekjaar te houden bondsvergadering een jaarverslag uit over de gang van zaken in de KBN en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de bondsvergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de leden van het bondsbestuur. Heeft een lid van het bondsbestuur de stukken niet ondertekend dan wordt hiervan onder opgave van de redenen melding gemaakt.
4. De bondsvergadering kan de in lid 3 genoemde termijn verlengen met ten hoogste vijf maanden. Na afloop van de oorspronkelijke of de verlengde termijn kan ieder lid van de gezamenlijke leden van het bondsbestuur in rechte vorderen dat zij hun verplichtingen nakomen.
5. Het bondsbestuur is verplicht de op de jaarrekening betrekking hebbende stukken en gegevens- dragers te doen onderzoeken door een accountant, zoals bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De accountant oefent tevens controle uit op de vermogenstoestand van de KBN. De accountant brengt van zijn bevindingen jaarlijks verslag uit aan de bondsvergadering. Het bondsbestuur is verplicht de accountant ten behoeve van zijn onderzoek alle door hem gevraagde inlichtingen te verschaffen en desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de KBN voor raadpleging beschikbaar te stellen.
6. Goedkeuring door de bondsvergadering van de balans en van de staat van lasten met toelichting gebeurt nadat is kennis genomen van de verklaringen van de accountant. Goedkeuring strekt het bondsbestuur tot décharge voor alle handelingen die uit die stukken blijken.
7. De balans en de staat van baten en lasten met toelichting moeten op papier worden gesteld en bewaard. Indien de boekhouding computermatig wordt gevoerd, kunnen - met uitzondering van de op papier gestelde balans en de staat van baten en lasten - de op een gegevensdrager aangebrachte gegevens op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard. Het overbrengen van de gegevens moet alsdan met juiste en volledige weergave van de gegevens geschieden, terwijl deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar moeten zijn en binnen redelijke tijd leesbaar moeten kunnen worden gemaakt.
8. Het bondsbestuur is verplicht de dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevens- dragers gedurende zeven jaren te bewaren.
Artikel 17 - Bondsvergadering
1. Aan de bondsvergadering komen in de KBN alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de statuten aan een ander orgaan zijn toegekend.
2. De bondsvergadering bestaat uit alle leden van de KBN.
3. De vertegenwoordiger van een vereniging brengt namens zijn vereniging en de verenigingsleden van zijn vereniging evenveel stemmen uit als de vereniging leden kent. Ieder persoonlijk lid heeft in de bondsvergadering één stem.
4. Een geschorst lid heeft geen stemrecht.
5. Adviserend lid van de bondsvergadering zijn leden van het bondsbestuur en van een rayonbestuur, alsmede zij die als zodanig door bondsbestuur of door de bondsvergadering zijn aangewezen. Adviserende leden hebben het recht de vergaderingen van de bondsvergadering bij te wonen en daarin het woord te voeren, maar hebben daarin geen stemrecht.
Artikel 18 - Het bijeenroepen van de bondsvergadering
1. Jaarlijks worden tenminste twee vergaderingen van de bondsvergadering gehouden:
a. de voorjaarsvergadering welke wordt gehouden uiterlijk dertig juni;
b. de najaarsvergadering welke wordt gehouden uiterlijk dertig december.
2. De bijeenroeping gebeurt door een mededeling in de officiële mededelingen of door een schriftelijk oproep aan de leden en aan de rayonbesturen.
3. De termijn van bijeenroeping bedraagt drie weken. Het bondsbestuur kan in bijzondere gevallen de termijn van bijeenroeping bekorten.
4. Een buitengewone bondsvergadering wordt gehouden indien het bondsbestuur dit nodig acht.
5. Voorts wordt een buitengewone bondsvergadering gehouden indien ten minste zoveel leden als bevoegd zijn tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van het aantal stemmen in de bondsvergadering het bondsbestuur daarom verzoekt. Het verzoek bevat een opgave van het te behandelen onderwerp, voorzien van een toelichting. Indien het bondsbestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg heeft gegeven door binnen vier weken een bondsvergadering te doen houden, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bondsbestuur de bondsvergadering bijeenroept of door het plaatsen van een advertentie in een veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan leden van het bondsbestuur belasten met de leiding van de bondsvergadering en het opstellen van de notulen.
6. Behalve in het in het vorige lid bedoelde geval, bepaalt het bondsbestuur waar en wanneer een bondsvergadering wordt gehouden.
Artikel 19 - Toegang bondsvergadering
1. Alle leden van de KBN hebben toegang tot de vergadering van de bondsvergadering. Voorts hebben toegang degenen die door het bondsbestuur of door de bondsvergadering zijn toegelaten. Leden die geschorst zijn, hebben geen toegang tot de vergadering van de bondsvergadering.
2. De bondsvergadering gaat in een besloten vergadering over indien de voorzitter, het bondsbestuur of ten minste vijf leden hierom verzoeken. Tot een besloten vergadering hebben toegang alle niet-geschorste leden en degenen die door de bondsvergadering worden toegelaten.
3. De bondsvergadering beslist in een besloten vergadering of de redenen die tot het aanvragen van een besloten vergadering zijn aangevoerd, een besloten vergadering rechtvaardigen. Is dit niet het geval, dan wordt de vergadering in het openbaar voortgezet.
4. Over wat in een besloten vergadering is behandeld, kan geheimhouding worden opgelegd aan hen die daarbij aanwezig of vertegenwoordigd waren.
Artikel 20 - Agenda
1. Tegelijk met het bijeenroepen van de vergadering van de bondsvergadering wordt de agenda door publicatie in de officiële mededelingen en door toezending ter kennis van de leden en van de rayonbesturen gebracht.
2. De agenda van de voorjaarsvergadering bevat in ieder geval:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige vergadering van de bondsvergadering;
b. het jaarverslag van het bondsbestuur, van de rayonbesturen en de daartoe aangewezen commissies;
c. het vaststellen van het financieel verslag van het bondsbestuur;
d. het verslag van de accountant;
e. het vaststellen van de balans en van de staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar;
f. het verlenen van décharge aan de leden van het bondsbestuur;
g. het voorzien in vacatures;
h. de rondvraag.
3. De agenda van de najaarsvergadering bevat onder meer:
a. het vaststellen van de notulen van de vorige vergadering van de bondsvergadering;
b. het vaststellen van de jaarverslagen van de daartoe aangewezen commissies;
c. het vaststellen van het jaarlijkse activiteitenplan;
d. het vaststellen van de begroting voor het volgend boekjaar;
e. het voorzien in vacatures;
f. de rondvraag.
4. Uiterlijk vier weken voor de dag van de bondsvergadering kunnen ten minste vijf leden een op een rayonvergadering besproken voorstel of amendement schriftelijk bij het bondsbestuur indienen, welke is voorzien van een toelichting. Indien de bondsvergadering meent dat een voorstel of amendement te ingrijpend is om deze - zonder in de andere rayonvergaderingen te zijn behandeld - in de vergadering van de bondsvergadering te behandelen, kan zij besluiten het voorstel of het amendement op de eerstvolgende vergadering van de bondsvergadering te behandelen.
5. Het bondsbestuur is bevoegd later ingekomen voorstellen, moties, vragen en/of eigen voorstellen, voorzien van een toelichting, op de agenda te plaatsen.
6. De bondsvergadering kan geen besluiten nemen over voorstellen die niet in de agenda zijn vermeld, tenzij de bondsvergadering bij gewone meerderheid anders beslist.
7. Van het behandelde in de bondsvergadering worden onder verantwoordelijkheid van de bondssecretaris notulen gemaakt. De notulen worden via de officiële mededelingen gepubliceerd of op een andere wijze ter kennis van de leden gebracht en dienen door de eerstvolgende bondsvergadering te worden vastgesteld.
Artikel 21 - Besluiten
1. Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op alle besluiten van het bondsbestuur, de vergadering, een rayonbestuur en een rayonvergadering. Lid 9 is alleen van toepassing op de besluitvorming in de vergadering van de bondsvergadering en van de rayonvergadering.
2. De voorzitter van een orgaan of van een commissie leidt de vergadering. De bondsvergadering wordt geleid door de voorzitter van het bondsbestuur. De voorzitter stelt daarin de orde van de vergadering vast, behoudens het recht van de vergadering daarin wijziging te brengen.
3. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, worden besluiten in vergaderingen genomen met een gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onder meerderheid wordt verstaan meer dan de helft van de door stemgerechtigden uitgebrachte stemmen, zo nodig door afronding naar boven.
4. Bij het staken van de stemmen wordt het voorstel geacht te zijn verworpen, tenzij herstemming tijdens dezelfde vergadering wordt gehouden en het voorstel daarbij alsnog wordt aangenomen.
5. Ongeldige stemmen zijn stemmen uitgebracht door een geschorste stemgerechtigde en wanneer schriftelijk is gestemd voorts blanco stemmen en stemmen die een andere aanduiding bevatten dan voor de desbetreffende stemming noodzakelijk is.
6. Tenzij in de statuten of in een reglement anders is bepaald, brengt iedere stemgerechtigde in de desbetreffende vergadering één stem uit. Het aantal in de rayons uit te brengen stemmen wordt geregeld in het Rayonreglement. Een stemgerechtigde kan één andere stemgerechtigde schriftelijk een volmacht verlenen om namens hem in een vergadering zijn stem uit te brengen. Een stemgerechtigde kan slechts door één andere stemgerechtigde worden gemachtigd.
7. De stemming over personen gebeurt schriftelijk met gesloten stembriefjes. De stemming over zaken gebeurt hoofdelijk door handopsteken of bij acclamatie. In beide gevallen kan de vergadering tot een andere dan de voorgeschreven wijze van stemmen besluiten. In elk geval wordt schriftelijk gestemd indien een stemgerechtigde een schriftelijke stemming verlangt.
8. Indien bij een stemming over personen geen van de kandidaten bij de eerste stemming een gewone meerderheid behaalt, wordt een tweede stemming gehouden tussen de kandidaten die het hoogste respectievelijk het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen hebben behaald. Staken bij de tweede stemming de stemmen, dan wordt een derde stemming gehouden. Benoemd is die kandidaat die bij een stemming de gewone meerderheid haalt, of na een derde stemming door loting is aangewezen.
9. Bij een schriftelijke stemming in de bondsvergadering of in de rayonvergadering benoemt de voorzitter een stembureau van drie leden, die geen lid van het bondsbestuur of van het desbetreffende rayonbestuur mogen zijn. Het stembureau onderzoekt de geldigheid van de uitgebrachte stemmen, berekent de uitslag en doet hiervan mededeling.
10. Het door de voorzitter uitgesproken oordeel over de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan wordt het te nemen besluit schriftelijk vastgelegd en vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid van de vergadering dit verlangt of -
wanneer de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk gebeurde, een stemgerechtigde dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
11. Over alle voorstellen en voorstellen tot wijziging wordt in volgorde van indienen gestemd, tenzij naar het oordeel van de voorzitter een later ingediend voorstel een verder reikende strekking heeft dan een eerder ingediend voorstel en daardoor eerder dient te worden behandeld.
12. Wanneer een voorstel tot wijziging is ingediend, komt dit eerst in stemming. Een voorstel tot wijziging van een geagendeerd onderwerp mag niet de strekking hebben het doel van het voorstel te wijzigen of aan te tasten, zulks ter uitsluitende beoordeling van de voorzitter.
13. Indien voor het aannemen van een voorstel een gekwalificeerde meerderheid is vereist, geldt dezelfde meerderheid voor het aannemen van een voorstel tot wijziging van het voorstel.
14. In urgente gevallen kunnen besluiten buiten vergadering worden genomen mits de leden van de desbetreffende vergadering, bestuur of commissie het besluit unaniem hebben genomen en het genomen besluit tijdens de eerst daaropvolgende vergadering wordt bekrachtigd en genotuleerd. De notulen van een vergadering dienen binnen een maand aan de desbetreffende leden te zijn toegezonden.
Artikel 22 - Nietigheid en vernietigbaarheid van besluiten
1. Een besluit van een orgaan dat in strijd is met de wet of met de statuten, is nietig, tenzij uit de wet anders voortvloeit. Een nietig besluit mist rechtskracht.
2. Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.
3. Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.
4. Een besluit van een orgaan is, onverminderd het elders in de wet over de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:
a. wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van het besluit regelen;
b. wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid.
c. wegens strijd met een reglement.
5. Tot de in lid 4 bedoelde bepalingen behoren niet die welke de voorschriften bevatten waarop in lid 2 wordt gedoeld.
6. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij een belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.
7. Een besluit dat vernietigbaar is op grond van het bepaalde in lid 4 onder a., kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd. Voor dit besluit gelden dezelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. Bevestiging is niet mogelijk zodra een vordering tot vernietiging aanhangig is gemaakt. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.
Artikel 23 - Bondsbureau
1. Het bondsbureau is het centrale werkapparaat van de KBN, alwaar ook het secretariaat van de KBN is gevestigd.
2. Het bondsbureau is belast met de voorbereiding en uitvoering van het door het bondsbestuur vastgestelde beleid, met de door het dagelijks bestuur en het bondsbestuur opgedragen werkzaamheden en is tevens belast met de administratie en het financieel beheer van de KBN.
3. Het hoofd bondsbureau is belast met de dagelijkse gang van zaken, met de uitvoering van de besluiten van het dagelijks bestuur, het bondsbestuur en van de bondsvergadering, alsmede met het verrichten van werkzaamheden die op grond van de met het hoofd bondsbureau gesloten arbeidsovereenkomst zijn opgedragen of welke anderszins door het bondsbestuur worden opgedragen. De taken en bevoegdheden van het hoofd bondsbureau worden nader geregeld in een Directiestatuut. Aan het Handelsregister van de Kamer van Koophandel wordt opgave
gedaan van de volmacht krachtens welke het hoofd bondsbureau vertegenwoordigingsbevoegd is. Het hoofd bondsbureau is alleen verantwoording verschuldigd aan het bondsbestuur.
4. Het hoofd bondsbureau wordt benoemd, geschorst en ontslagen door het bondsbestuur dat tevens de voorwaarden van de dienstbetrekking schriftelijk vaststelt. Een besluit tot benoeming, schorsing of ontslag wordt genomen met ten minste twee derden meerderheid van het aantal benoemde bestuursleden.
5. Het bondsbestuur is na overleg met het hoofd bondsbureau belast met het benoemen, het schorsen en het ontslag van de werknemers van de KBN. Deze zijn alleen aan het hoofd bondsbureau verantwoording verschuldigd. Het bondsbestuur stelt na overleg met het hoofd bondsbureau de bezoldiging en overige arbeidsvoorwaarden van de werknemers vast.
6. Het hoofd bondsbureau woont alle vergaderingen van het dagelijks bestuur, van het bondsbestuur en van de bondsvergadering bij, tenzij het dagelijks bestuur, het bondsbestuur of de bondsvergadering anders beslist. Voorts heeft het hoofd bondsbureau het recht vergaderingen bij te wonen van de rayonbesturen, van de rayonvergaderingen en van de commissies, tenzij deze anders beslissen. Het hoofd bondsbureau heeft in die vergaderingen een adviserende stem.
7. Het bondsbestuur kan een plaatsvervangend hoofd bondsbureau benoemen, die het hoofd bondsbureau bij afwezigheid vervangt en alsdan in de bevoegdheden van het hoofd bondsbureau treedt.
Artikel 24 – Reglementen en uitvoeringsbesluiten
1. De organisatie van de KBN alsmede de taken en bevoegdheden van haar organen en commissies kunnen nader worden uitgewerkt in reglementen.
2. Het Huishoudelijk Reglement wordt met een gewone meerderheid vastgesteld en gewijzigd door de bondsvergadering. Alle overige reglementen worden door het bondsbestuur vastgesteld, gewijzigd en ingetrokken. Ten aanzien van de reglementen van het Instituut Sportrechtspraak geldt het bepaalde in de artikelen 6 en 7.
3. Nieuwe reglementen, wijzigingen in reglementen en uitvoeringsbesluiten treden in werking op de veertiende dag na de dag waarop de bondsvergadering of het bondsbestuur tot vaststelling of wijziging van het reglement of uitvoeringsbesluit heeft besloten. In de statuten, in een reglement of bij besluit van de bondsvergadering of van het bondsbestuur kan een andere datum van inwerkingtreden worden bepaald. Van een nieuw reglement, van een wijziging van een reglement en van een uitvoeringsbesluit wordt in de officiële mededelingen of op andere wijze mededeling aan de leden gedaan met vermelding van de datum van inwerkingtreding.
4. Het in lid 2 en 3 bepaalde geldt niet voor de door het bestuur van het Instituut Sportrechtspraak vast te stellen en te wijzigen Tuchtreglement, Dopingreglement, Dispensatiereglement, Reglement seksuele intimidatie, Arbitragereglement, Reglement bindend advies, Mediationreglement en andere door het Instituut vastgestelde reglementen.
5. In gevallen waarin de statuten en een reglement niet voorzien, beslist het bondsbestuur.
6. Het bondsbestuur is bevoegd om in spoedeisende gevallen met een algemeen karakter, die een nadere regeling vereisen een uitvoeringsbesluit vast te stellen. Het uitvoeringsbesluit heeft de kracht van een reglement, is voor alle leden bindend vanaf de datum van bekendmaking en dient door de eerst volgende bondsvergadering te worden bekrachtigd, dan wel alsdan als bepaling in de statuten of in een reglement te worden opgenomen. Een uitvoeringsbesluit mag niet in strijd zijn met de statuten en reglementen.
7. Tevens kan het bondsbestuur in de vorm van een uitvoeringsbesluit voor de daarin vermelde duur heffingen, bedragen of percentages vaststellen.
8. Ieder lid wordt geacht de statuten, reglementen en uitvoeringsbesluiten te kennen, waaronder begrepen de wedstrijdbepalingen en de op grond van het Dopingreglement gepubliceerde dopinglijsten en het Dispensatiereglement, alsmede alle mededelingen die als officiële mededelingen zijn gepubliceerd.
Artikel 25 - Wijziging van statuten
1. In de statuten van de KBN kan geen wijziging worden gebracht dan door een besluit van een bondsvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste drie weken.
2. Zij die de oproeping tot de bondsvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten drie weken vóór de bondsvergadering een voorstel tot statutenwijziging, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen en welke is voorzien van een toelichting, op het bondsbureau voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de bondsvergadering wordt gehouden. Bovendien wordt een afschrift van het voorstel toegezonden aan de leden en de rayonbesturen.
3. Een besluit tot wijziging van de statuten kan slechts door de bondsvergadering met tenminste twee derden van de uitgebrachte stemmen worden genomen.
4. Het bepaalde in lid 2 en 3 is niet van toepassing indien in de bondsvergadering alle leden aanwezig zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
5. Een statutenwijziging treedt niet eerder in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder lid van het bondsbestuur bevoegd.
6. De leden van het bondsbestuur zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neer te leggen op het kantoor van het Handelsregister waarin de KBN is ingeschreven.
Artikel 26 - Ontbinding en vereffening
1. Een besluit tot ontbinding van de KBN kan alleen worden genomen in een hiertoe speciaal bijeengeroepen bondsvergadering. Het bepaalde in het vorige artikel is van overeenkomstige toepassing.
2. Indien de bondsvergadering tot ontbinding van de KBN heeft besloten, treden de leden van het bondsbestuur als vereffenaar op, tenzij de bondsvergadering de vereffening aan een derde opdraagt.
3. Na de ontbinding blijft de KBN voortbestaan voor zover dit voor de vereffening van het vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de KBN uitgaan, wordt aan de naam toegevoegd "in liquidatie".
4. De bondsvergadering benoemt een bewaarder die de boeken en bescheiden van de KBN zal bewaren gedurende zeven jaar na afloop van de vereffening. De bondsvergadering kan de bewaarder een bewaarloon toekennen. Is geen bewaarder aangewezen en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan kan de bevoegde kantonrechter op verzoek van een belanghebbende uit de leden een bewaarder aanwijzen.
5. Bij besluit tot ontbinding beslist de bondsvergadering welke bestemming aan het batig saldo wordt gegeven, nadat alle verplichtingen zijn vereffend en rekening is gehouden met de sociale belangen van de werknemers van de KBN. Deze bestemming dient zoveel mogelijk aan te sluiten bij de doelstellingen van de KBN.
Overgangsbepaling
A. In afwijking van het bepaalde in artikel 3 lid 4 en in artikel 9 van de statuten kunnen bestuursleden, die tijdens de bondsvergadering waarop tot deze statutenwijziging wordt besloten, reeds voor de maximale periode van negen jaren in het bestuur zitting hebben aansluitend voor nog slechts één periode van drie jaren worden herbenoemd.