VGA I03)
Voorwaarden
Inboedelverzekering
(VGA I03)
INHOUDSOPGAVE
ARTIKEL 1 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | 4 |
ARTIKEL 2 | GRONDSLAG, HERNIEUWDE VASTSTELLING, INDEXERING | 5 |
ARTIKEL 3 | OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING | 5 |
ARTIKEL 4 | EIGEN RISICO | 7 |
ARTIKEL 5 | VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE | 7 |
ARTIKEL 6 | BEHANDELING VAN EEN SCHADEGEVAL | 7 |
ARTIKEL 7 | ANDERE VERZEKERINGEN | 8 |
ARTIKEL 8 | VERJARING | 8 |
ARTIKEL 9 | OVERGANG VAN HET VERZEKERD BELANG | 8 |
ARTIKEL 10 | DE PREMIE | 8 |
ARTIKEL 11 | WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN | 9 |
ARTIKEL 12 | VERHUIZING | 9 |
ARTIKEL 13 | DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING | 9 |
ARTIKEL 14 | ADRES | 10 |
ARTIKEL 15 | GESCHILLEN | 10 |
ARTIKEL 16 | PERSOONSREGISTRATIE | 10 |
ARTIKEL 17 | GLASBREUKRISICO | 10 |
ARTIKEL 18 | NADERE OMSCHRIJVINGEN | 10 |
BRAND | 10 | |
ONTPLOFFING | 10 | |
STORM | 11 | |
WERKSTAKING EN RELLETJES | 11 | |
LUCHTVERKEER | 11 | |
MOLEST | 11 | |
ATOOMKERNREACTIES | 11 | |
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING | 11 | |
OVERSTROMING | 11 |
INBOEDELVERZEKERING (VGA I03)
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in art. 7:925 BW, indien en voor zover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstan- digheden nog zou ontstaan. Het enige gevolg van het ontbreken van onzekerheid is dat de betreffende schade niet is gedekt; de verzekering blijft onverminderd van kracht.
1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1.1 Verzekeringnemer
De persoon die de verzekeringsovereenkomst met verzekeraars heeft gesloten.
1.2 Verzekerden
Als verzekerden worden beschouwd:
• verzekeringnemer;
• elke persoon met wie verzekeringnemer in duurzaam gezinsverband samenwoont;
• elke andere persoon, die als zodanig op het polisblad is vermeld,
met inachtneming van art. 9.
1.3 Verzekeraars
De verzekeringsmaatschappij(en) waarmee verzekering- nemer de verzekeringsovereenkomst heeft gesloten.
1.4 Inboedel
Alle tot de particuliere huishouding van verzekerde beho- rende roerende zaken met inbegrip van gereedschappen voor de uitoefening van een beroep in loondienst maar met uitzondering van:
• geld en geldswaardig papier;
• andere motorrijtuigen dan brom- en snorfietsen, alsmede caravans, aanhangwagens en vaartuigen, inclu- sief de daarbij behorende accessoires;
• zaken die bestemd zijn voor industriële, handels- of beroepsdoeleinden zoals laptops, mobiele telefoons etc.
1.5 Lijfsieraden
Sieraden, inclusief horloges, die zijn vervaardigd om op of aan het lichaam gedragen te worden en die geheel
of ten dele bestaan uit edel- of ander metaal, gesteente, mineraal, ivoor, (bloed)koraal, of andere dergelijke stoffen, alsmede parels.
1.6 Audiovisuele en computerapparatuur
Onder genoemde apparatuur wordt verstaan:
• beeld-, geluids-, ontvangst- en zendapparatuur, zoals radio’s, platenspelers, televisietoestellen;
• compactdiscspelers, videocamera’s, band-, cassette- en videorecorders (foto- en filmapparatuur is hieronder niet begrepen);
• computerapparatuur, zoals personal- en spelcomputers.
Alles met inbegrip van randapparatuur en overige hulp- middelen zoals beeld-, geluids- en informatiedragers, luidsprekers, monitoren, schijf- en afdrukeenheden.
1.7 Bijzondere bezittingen
Hieronder worden verstaan:
• antiek, dit zijn voorwerpen waaraan op grond van hun ouderdom en/of zeldzaamheid een speciale waarde wordt toegekend;
• kunst, dit zijn voorwerpen waaraan op grond van hun artistieke kwaliteiten een speciale waarde wordt toege- kend;
• goud en zilver(werk) geen lijfsieraden zijnde;
• foto- en filmapparatuur;
• verzamelingen;
• muziekinstrumenten.
1.8 Geld en geldswaardig papier
Onder geld wordt verstaan gemunt geld en bankbiljetten, dienende tot wettig betaalmiddel. Onder geldswaardig papier wordt verstaan alle papier waaraan in het maat- schappelijk verkeer een zekere geldswaarde wordt toege- kend, met inbegrip van cheques en creditcards.
1.9 Huurdersbelang/-eigenaarsbelang
Het belang dat de verzekerde heeft bij veranderingen, verbeteringen of uitbreidingen die hij als huurder of appar- tementseigenaar voor eigen rekening en voor particulier gebruik heeft aangebracht:.
Hieronder vallen:
• betimmeringen, parketvloeren, behang-, schilder-, wit- en metselwerk, verwarmings-, sanitaire-, keuken- en beveiligingsinstallaties;
• schuren, schuttingen, garages, afdaken, overkappingen en soortgelijke voorzieningen, die bestemd zijn om duurzaam ter plaatse te blijven.
1.10 Indexering
Automatische en ononderbroken aanpassing van de premie aan de overeengekomen index.
1.11 Nieuwwaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.12 Dagwaarde
De nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering onder meer door gebruik, veroude- ring of slijtage.
1.13 Braak
Het met geweld verbreken van een afsluiting of met het toepassen van geweld toegang forceren, waarbij zichtbare sporen van beschadiging onstaan.
2 GRONDSLAG, HERNIEUWDE VASTSTELLING, INDEXERING
2.1 Grondslag
De grondslag van de verzekering wordt gevormd door de door verzekeringnemer bij aanvang van de verzekering verstrekte informatie.
2.2 Hernieuwde vaststelling
Verzekeringnemer is gerechtigd gedurende de looptijd van de verzekering een hernieuwde opgave te doen. Verzekeringnemer dient op verzoek van verzekeraars een dergelijke hernieuwde opgave te verstrekken, onder meer in de volgende situaties:
• na verhuizing;
• na (een) schade(melding);
• na verloop van vijf jaar na een vorige opgave;
• nadat verzekeraars van een wijziging in de samenstel- ling van de verzekerde zaken kennis hebben genomen.
2.3 Indexering
Jaarlijks wordt per contractvervaldatum de premie verhoogd of verlaagd overeenkomstig het laatste door het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende indexcijfer voor inboedels.
3 OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
3.1 Omvang van de dekking
3.1.1 Verzekerd wordt tegen schade aan de inboedel zich bevindende in het op het polisblad genoemde woon-
huis, waaronder mede worden verstaan bijgebouwen en gemeenschappelijke ruimten, door elke plotseling en onvoorzien van buiten komende gebeurtenis, alsmede diefstal of poging daartoe van:
• wasgoed bij het gebouw;
• tuinstoelen en -tafels met aan- en toebehoren, vlaggen- masten en droogmolens uit de tuin;
• hout voor de open haard en andere brandstoffen bij het woonhuis.
De schade is ook verzekerd als de gebeurtenis het gevolg is van een gebrek van de inboedel zelf.
Tevens is verzekerd schade aan de tuinaanleg en – beplan- ting niet veroorzaakt door weer en weersinvloeden, diefstal of poging daartoe, vandalisme en het kappen of snoeien van zich in de tuin bevindende bomen tot maxi- maal EUR 5.000,-.
3.2 Andere zaken
3.2.1 Vergoeding tot ten hoogste EUR 1.500,00 voor elk onderdeel afzonderlijk
3.2.1.1 geld en/of geldswaardig papier van verzekerde en van derden (niet zijnde bedrijven of andere commer- ciële instellingen) onder berusting van verzekerde op dezelfde voorwaarden als de inboedel voor zover voor de daardoor ontstane schade geen aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding krachtens een vergoedingsrege- ling van uitgevende instanties of uit andere hoofde. Indien voor gebruik van geldswaardig papier voorschriften zijn
uitgevaardigd door de uitgevende instanties, bestaat uitsluitend recht op schadevergoeding indien deze voor- schriften zijn nageleefd. Schade als gevolg van misbruik van een pasje met pincode is niet gedekt;
3.2.1.2 vaartuigen en aanhangwagens, alsmede losse onderdelen en accessoires van motorrijtuigen, caravans, aanhangwagens en vaartuigen van verzekerde, alles voor zover niet dienende tot zakelijk gebruik tegen de gebeurtenissen als genoemd in art. 3.1 en mits aanwezig
in het op het polisblad omschreven woonhuis, waaronder mede worden verstaan bijgebouwen en gemeenschap- pelijke ruimten.
3.2.2 Vergoeding tot ten hoogste EUR 500,00
Vergoed worden de kosten die gemaakt worden voor het vervangen van de (cilinders van de) sloten in de toegangs- deuren van het woonhuis, als de sleutels die daarbij horen zijn beschadigd of vermist als gevolg van een gedekte gebeurtenis. De vervanging moet binnen 24 uur na de gebeurtenis plaatsvinden.
3.3 Inboedel op andere plaatsen binnen Nederland
3.3.1 Inboedel, met uitzondering van lijfsieraden, welke zich bevindt in een losstaande garage op een ander adres binnen een straal van 300 meter van het op het polisblad genoemde woonhuis, is tot een bedrag van maximaal EUR 5.000,00 verzekerd tegen de gebeurtenissen in art. 3.1, met dien verstande dat diefstal of poging daartoe moeten zijn voorafgegaan door braak van buitenaf aan de garage.
3.3.2 Inboedel, met uitzondering van lijfsieraden, welke zich tijdelijk, dat wil zeggen niet langer dan een aaneenge- sloten periode van drie maanden, elders binnen Neder- land als omschreven in art. 3.3.2.1 t/m 3.3.2.5 bevindt, is verzekerd tegen de gebeurtenissen in art. 3.1 (voor zover niet anders vermeld).
3.3.2.1 Tijdens verblijf in bewoonde woningen, waar- onder mede worden verstaan bijgebouwen en gemeen- schappelijke ruimten.
3.3.2.2 Tijdens verblijf in andere gebouwen, met dien verstande dat diefstal of poging daartoe en vandalisme moeten zijn voorafgegaan door braak van buitenaf aan het gebouw.
3.3.2.3 Tijdens verblijf buiten gebouwen tegen brand, ontploffing, luchtverkeer, afpersing en beroving zoals vermeld in de “Nadere omschrijvingen” alsmede brand- blussing en blikseminslag.
3.3.2.4 Tijdens verblijf in auto’s (geen aanhangwagens) tegen brand, ontploffing, luchtverkeer, storm, afpersing en beroving, werkstaking en relletjes zoals vermeld in de “Nadere omschrijvingen” alsmede brandblussing en blikseminslag;
bovendien tot maximaal EUR 250,00 per gebeurtenis tegen diefstal of poging daartoe na braak aan een deugdelijk afgesloten auto mits verzekerde kan aantonen dat alle maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van schade en/of in redelijkheid geen veiliger maatregelen getroffen hadden kunnen worden.
3.3.2.5 Tijdens transport tegen brand, ontploffing, luchtverkeer, storm, afpersing en beroving, werkstaking en relletjes zoals vermeld in de “Nadere omschrijvingen”, brandblussing, blikseminslag alsmede tegen schade door een ongeval het middel van vervoer overkomen, het breken van hijsgerei of het uit de strop schieten.
3.4 Inboedel buiten Nederland
3.4.1 Inboedel met uitzondering van lijfsieraden, welke zich tijdelijk, dat wil zeggen niet langer dan een aaneen- gesloten periode van drie maanden, elders binnen Europa bevindt, is verzekerd tegen de gebeurtenissen brand, ontploffing en luchtverkeer zoals vermeld in de “Nadere omschrijvingen” alsmede brandblussing en blikseminslag.
3.4.2 Inboedel met uitzondering van lijfsieraden, welke zich bevindt in een deugdelijk afgesloten auto is tijdens dagtrips van maximaal 24 uur vanuit Nederland naar België, Luxemburg en Duitsland bovendien tot maximaal EUR 250,00 verzekerd tegen diefstal of poging daartoe na braak aan die auto, mits verzekerde kan aantonen dat alle maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van schade en/of in redelijkheid geen veiliger maatregelen getroffen hadden kunnen worden.
3.5 Vergoeding van kosten
Verzekeraars vergoeden de navolgende kosten:
3.5.1 zonder maximering:
3.5.1.1 expertisekosten
Aan salaris en kosten van de door verzekerde benoemde expert(s) zal niet meer worden vergoed dan het bedrag dat daarvoor aan de door verzekeraars benoemde expert(s) wordt betaald;
3.5.1.2 bereddingskosten
De kosten verbonden aan maatregelen, die door of namens verzekerde zijn getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om een verwezenlijking van het verzekerde risico (gevaar/gebeurtenissen) of het ophanden zijn daarvan te voorkomen of om schade als gevolg daarvan te verminderen. Onder bereddingskosten wordt ook verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de genoemde maatregelen worden ingezet;
3.5.1.3 opruimingskosten
De kosten van wegruimen, afvoeren, afbraak en vernie- tigen van de verzekerde zaken, die niet reeds in de scha- detaxatie zijn begrepen en die het noodzakelijk gevolg zijn van een door deze polis gedekte schade;
3.5.1.4 opsporingskosten
Indien door het onvoorzien uitstromen of lekken van water en/of stoom uit binnen en buiten het gebouw gelegen aan- en afvoerleidingen, afvoerbuizen en rioleringen, centrale verwarmings-, sprinklerinstallaties en daarop aangesloten installaties, sanitaire en andere toestellen, schade aan de inboedel is ontstaan en herstel voor rekening van verze- kerde - niet eigenaar zijnde - komt, zijn tevens gedekt de kosten van:
• opsporing van de schadeoorzaak en van het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw;
• herstel van de installaties (met uitzondering van sprin- klerinstallaties en rioleringen), leidingen en toestellen zelf.
3.5.2 tot ten hoogste EUR 10.000,00 voor elk onderdeel afzonderlijk:
3.5.2.1 kosten van noodvoorzieningen
De redelijkerwijs noodzakelijke voorlopige voorziening bij of na een gedekte gebeurtenis aangebracht ten behoeve van de verzekerde zaken. Dit in afwachting van definitief herstel van de door de gedekte gebeurtenis ontstane schade aan de verzekerde zaken;
3.5.2.2 noodzakelijke verblijfkosten elders gemaakt als gevolg van een gedekte gebeurtenis en met goedkeuring van verzekeraars;
3.5.2.3 kosten van noodzakelijk vervoer en opslag van de inboedel gemaakt als gevolg van een gedekte gebeur- tenis;
3.5.2.4 extra kosten niet omschreven in bovenstaande artikelen die verzekerde krachtens wettelijk voorschrift of op last van de overheid na een gedekte gebeurtenis moet maken alsmede de extra kosten noodzakelijk voor veilig- heidsmaatregelen;
3.5.2.5 alle andere extra kosten niet omschreven in een of meer van de art. 3.5.2.1 t/m 3.5.2.4 gemaakt als gevolg van een gedekte gebeurtenis en met goedkeuring van verzekeraars.
3.6 Beperkingen
3.6.1 Voor schade als gevolg van terrorisme, kwaad- willige besmetting en/of preventieve maatregelen, en handelingen of gedragingen ter voorbereiding daarvan, hierna, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, te noemen het “terrorismerisico” is de schadevergoeding/dekking beperkt tot de uitkering zoals omschreven in het Clausu- leblad terrorismedekking van de Nederlandse Herver- zekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. De afwikkeling van een schademelding op grond van het terrorismerisico geschiedt overeenkomstig het Protocol afwikkeling claims van de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden N.V. Het Clausu- leblad terrorismedekking en het bijbehorend Protocol afwikkeling claims, inclusief de toelichting zijn gede- poneerd bij de griffie van de Rechtbank te Amsterdam respectievelijk op 10 januari 2007 onder nummer 3/2007 en op 12 juni 2003 onder nummer 79/2003.
3.6.2 Voor de volgende zaken wordt, tenzij op het polis- blad een hoger bedrag staat vermeld, dekking geboden tot de volgende maxima:
• lijfsieraden tot EUR 6.000,00;
• audiovisuele en computerapparatuur tot EUR 12.000,00;
• bijzondere bezittingen tot EUR 15.000,00;
• Huurders/-eigenaarsbelang tot EUR 6.000,00.
3.6.3 Schade door diefstal of poging daartoe van lijfsie- raden wordt tot maximaal EUR 2.500,00 vergoed, tenzij op het polisblad een extra bedrag staat vermeld.
3.6.4 Diefstal of poging daartoe uit gemeenschappelijke ruimten moet zijn voorafgegaan door braak.
3.7 Algemene uitsluitingen
Van de dekking is uitgesloten schade:
3.7.1 veroorzaakt door opzet of roekeloosheid van verzekerde;
3.7.2 als gevolg van onvoldoende onderhoud en onvol- doende (geworden) afdichting/afkitting;
3.7.3 als gevolg van slijtage of enig andere geleidelijk werkende (weers)invloed;
3.7.4 als gevolg van geleidelijke inwerking van vocht op/ in muren en vloeren, het zogenaamde “doorslaan”;
3.7.5 veroorzaakt door neerslag binnengedrongen door openstaande ramen, luiken en deuren tenzij dit openstaan het gevolg is van een gedekte gebeurtenis;
3.7.6 veroorzaakt door mot, houtworm of enig ander ongedierte, schimmels, bacteriën, virussen en/of zwammen;
3.7.7 bestaande uit een mechanisch en/of elektrisch defect of mankement;
3.7.8 bestaande uit krassen en schrammen;
3.7.9 veroorzaakt door dieren welke door verzekerde worden gehouden of worden toegelaten;
3.7.10 als gevolg van bewerking, reiniging, behandeling en/of reparatie van de verzekerde zaken;
3.7.11 als gevolg van ondeskundig aangelegde leidingen, toestellen, installaties etc.;
3.7.12 veroorzaakt door herstelwerkzaamheden aan het gebouw of door aanbouw of verbouwing van het gebouw;
3.7.13 veroorzaakt door bodem-, water- en/of luchtver- ontreiniging;
3.7.14 veroorzaakt of ontstaan door wettelijk niet toegestane activiteiten door verzekerde of (onder) huurder;
• uit molest;
• optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreac- ties;
• aardbeving of vulkanische uitbarsting;
• overstroming;
zoals vermeld in de “Nadere omschrijvingen”.
4 EIGEN RISICO
4.1 Voor elke schade met uitzondering van schade veroorzaakt door diefstal of poging daartoe van inboedel na braak uit een deugdelijk afgesloten auto zoals
omschreven in art. 3.3.2.4 en 3.4.2, geldt na toepassing van de eventueel van kracht zijnde maxima, een eigen risico van EUR 100,00 per gebeurtenis.
Voor schade aan inboedel zoals omschreven in art. 3.3.1 geldt na toepassing van de eventueel van kracht zijnde maxima, een eigen risico van EUR 500,00 per gebeur- tenis.
4.2 Herstelservice
Het eigen risico geldt niet indien verzekerde gebruik maakt van de Herstelservice. Voorwaarden om van de Herstelservice gebruik te maken zijn:
• het schadebedrag moet hoger zijn dan EUR 100,00;
• de schade moet reparabel zijn;
• verzekerde moet de schade laten repareren door een door verzekeraars aangewezen schadeherstelbedrijf;
• In geval van schade aan inboedel zoals omschreven in art. 3.3.1 wordt, indien gebruik wordt gemaakt van de Herstelservice, het eigen risico verminderd met EUR 100,00.
5. VERPLICHTINGEN IN GEVAL VAN SCHADE
5.1 Algemene verplichtingen
Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis die voor verzekeraars een uitkeringsverplichting kan inhouden, is hij verplicht:
5.1.1 zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is die gebeur- tenis aan verzekeraars te melden;
5.1.2 binnen redelijke termijn alle gegevens en bescheiden te verstrekken;
5.1.3 desverlangd een schriftelijke en ondertekende verklaring omtrent de oorzaak, toedracht en omvang van de schade te overleggen;
5.1.4 zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen bij de politie indien het vermoeden bestaat dat er een strafbaar feit is gepleegd;
5.1.5 zijn volle medewerking te verlenen aan de schade- regeling en alles na te laten wat de belangen van verzeke- raars zou kunnen schaden.
5.2 Niet-nakoming
De verzekering geeft geen dekking indien verzekerde een of meer verplichtingen niet is nagekomen indien en voor zover daardoor de belangen van verzekeraars zijn geschaad. Elk recht op uitkering vervalt indien verzekerde een of meer verplichtingen niet is nagekomen met het opzet verzekeraars te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
6 BEHANDELING VAN EEN SCHADEGEVAL
6.1 De vaststelling van de schade
6.1.1 De schade wordt in onderling overleg geregeld of vastgesteld door een door verzekeraars te benoemen
expert of door twee experts, waarvan verzekerde en verzekeraars er ieder één benoemen. In het laatste geval benoemen beide experts samen, voor de aanvang van hun werkzaamheden een derde, die bij gebrek aan overeen- stemming de grootte van de schade binnen de grenzen van de taxaties heeft vast te stellen, na de beide experts gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben. De experts hebben het recht zich, afzonderlijk of gezamenlijk, door deskundigen te doen bijstaan.
6.1.2 Medewerking aan de omschreven gang van zaken houdt voor verzekeraars geen erkenning van aansprakelijkheid in.
6.2 De omvang van de schadevergoeding
6.2.1 De verplichting van verzekeraars tot schadev- ergoeding omvat het verschil tussen de waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor en onmiddellijk na de gebeurtenis of - naar keuze van verzekeraars - de
herstelkosten onmiddellijk na de gebeurtenis van die zaken, die naar het oordeel van de expert(s) voor herstel vatbaar zijn, alsmede - bij verzekering op basis van nieuwwaarde - de grootte van een door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering.
6.2.2 De nieuwwaarde zal als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis worden aangehouden. Dit geldt niet voor:
• zaken waarvan de dagwaarde minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
• zaken onttrokken aan het gebruik waarvoor zij bestemd waren;
• brom-, snorfietsen, vaartuigen en aanhangwagens.
Voor deze zaken zal als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis de dagwaarde worden aangehouden.
• zaken met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde.
Voor deze zaken zal als waarde onmiddellijk voor de gebeurtenis de marktwaarde worden aangehouden.
6.2.3 Geen beroep op onderverzekering
Verzekeraars vergoeden de schade met inachtneming van de toepasselijke maxima en onder aftrek van het eigen risico. Verzekeraars doen geen beroep op onderverzekering.
7 ANDERE VERZEKERINGEN
7.1 Verzekeringnemer is in geval van schade verplicht op verzoek van verzekeraars alle overige hem bekende verze- keringen op te geven, waarop (een deel van) de verze- kerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis eveneens verzekerd waren.
7.2 Indien - zo deze verzekering niet bestond - aanspraak zou kunnen worden gemaakt op vergoeding van schade respectievelijk op grond van enige andere verzekering respectievelijk op grond van enige wet of andere voorzie- ning, is deze verzekering eerst in de laatste plaats geldig; in zo’n geval zal uitsluitend die schade voor vergoeding in
aanmerking komen welke het bedrag te boven gaat waarop verzekerde elders aanspraak zou kunnen doen gelden.
8 VERJARING
8.1 Een vordering tot het doen van een uitkering verjaart indien de aanmelding niet plaatsvindt binnen drie jaar na het moment waarop verzekerde kennis kreeg of had kunnen krijgen van de gebeurtenis die voor verze- keraars tot een verplichting tot uitkering kan leiden.
8.2 Wanneer vergoeding van een schade (of een deel ervan) schriftelijk door verzekeraars wordt afgewezen, verjaart de rechtsvordering van verzekerde op verzeke- raars door verloop van drie jaar te rekenen vanaf de dag volgende op de datum van afwijzing. Een vordering is dan volgens de wet niet meer geldig.
9 OVERGANG VAN HET VERZEKERD BELANG
9.1 De verzekering volgt het belang indien en voor zover het op een ander overgaat, met inachtneming van het in art. 9.1.1 en 9.1.2 bepaalde.
9.1.1 Na overgang van het verzekerd belang door over- lijden kunnen verzekeraars de overeenkomst opzeggen binnen drie maanden nadat zij daarvan kennis hebben gekregen met inachtneming van een termijn van twee maanden.
9.1.2 Na overgang van het verzekerd belang anders dan door overlijden vervalt de overeenkomst na verloop van 30 dagen tenzij de nieuwe verzekerde binnen die termijn aan verzekeraars heeft verklaard dat hij de verzekering over- neemt. Verzekeraars mogen binnen 30 dagen na ontvangst van deze verklaring de overeenkomst met een termijn van ten minste 8 dagen opzeggen.
9.2 Het in dit artikel bepaalde kan niet leiden tot verlen- ging van de overeenkomst of tot beperking van het recht op opzegging uit andere hoofde.
10 DE PREMIE
10.1 Premiegrondslag
De premie is mede gebaseerd op gezinssamenstelling en de leeftijd van verzekeringnemer.
Verzekeraars hebben het recht bij wijziging van de gezins- samenstelling de premie aan te passen. De premie wordt automatisch aangepast zodra verzekeringnemer in een andere leeftijdscategorie valt. Verzekeraars hanteren de volgende indeling:
- tot en met 30 jaar;
- 31 tot en met 40 jaar;
- 41 tot en met 45 jaar;
- 46 tot en met 50 jaar;
- 51 tot en met 60 jaar;
- 61 tot en met 70 jaar;
- 71 jaar en ouder.
10.2 Premiebetaling
Verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assu- rantiebelasting vooruit te betalen.
Op het betalingsverzoek staat wanneer de betaling moet zijn ontvangen.
10.3 Wanbetaling
10.3.1 Indien verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het beta- lingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door verzekeraars is vereist geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeur- tenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
10.3.2 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
10.3.3 Indien verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat verzekeraars verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk hebben aangemaand en betaling is uitgebleven.
10.3.4 Verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
10.3.5 De dekking wordt weer van kracht voor gebeur- tenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verzekeringnemer verschuldigd is, voor het geheel door verzekeraars is ontvangen. In geval van over- eengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
10.3.6 Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
10.3.7 Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die verzekeringnemer in verband met een tussen- tijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
10.4 Terugbetaling van premie
Bij tussentijdse opzegging van de verzekering anders dan wegens opzet verzekeraars te misleiden, wordt de lopende premie naar billijkheid verminderd.
11 WIJZIGING VAN PREMIE EN/OF VOORWAARDEN
Verzekeraars hebben het recht de premie en/of voor- waarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan zijn verzekeraars gerechtigd de premie en/of voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan
te passen en wel op een door hen te bepalen datum. Verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd tenzij
hij binnen 30 dagen na ontvangst van de schriftelijke mededeling van verzekeraars de verzekering opzegt.
De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens schriftelijke mededeling van verzekeraars ingaat, echter niet eerder dan 30 dagen na de dagtekening van bedoelde mededeling.
12 VERHUIZING
12.1 Verzekeringnemer is verplicht zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen twee maanden na de verhui-
zing van de inboedel naar een ander adres, hiervan aan verzekeraars kennis te geven.
12.2 Gedurende twee maanden na ontvangst van deze mededeling kunnen verzekeraars de dekking met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden
beëindigen dan wel gewijzigde premie en/of voorwaarden bedingen. De herziene premie en/of voorwaarden worden met ingang van de datum van de mededeling van verzeke- raars van kracht. In het laatste geval heeft verzekerde het recht de verzekering binnen een maand nadat de herziene premie en/of voorwaarden van kracht werd(en) op te zeggen. De verzekering eindigt dan met ingang van de datum van deze mededeling van verzekerde.
12.3 Als verzekerde verzuimt binnen de gestelde termijn mededeling te doen van de risicowijziging, hebben verze- keraars de mogelijkheid om de dekking niet of op andere wijze voort te zetten als zij aannemelijk maken dat zij dit zouden hebben gedaan als zij van de risicowijziging in kennis waren gesteld. In dat geval geldt het volgende:
12.3.1 indien de dekking niet zou zijn voortgezet, vervalt alle recht op schadevergoeding;
12.3.2 indien de verzekering alleen zou zijn voortgezet tegen gewijzigde premie en/of voorwaarden, wordt de schade vergoed in dezelfde verhouding als de premie van voor de risicowijziging ten opzichte van deze hogere premie voor zover er onder die gewijzigde voorwaarden dekking zou zijn geweest.
13 DUUR EN EINDE VAN DE VERZEKERING
13.1 De verzekering gaat in op de op het polisblad vermelde ingangsdatum en eindigt op de op het polisblad vermelde contractvervaldatum en wordt daarna indien op het polisblad een contractduur is aangegeven telkens stil- zwijgend voor deze duur verlengd tenzij opzegging heeft plaatsgevonden overeenkomstig art. 13.2.
13.2 Verzekeraars kunnen de verzekering per contracts- vervaldag schriftelijk aan de andere partij op te zeggen, mits daarbij een opzegtermijn van ten minste twee maanden in acht wordt genomen. De verzekering eindigt eveneens door een schriftelijke opzegging door verze- keringnemer. De verzekeringnemer kan de verzekering dagelijks opzeggen met een opzegtermijn van een maand.
13.3 De verzekering eindigt voorts:
13.3.1 door schriftelijke opzegging door verzekeraars:
• binnen twee maanden na de ontdekking dat verzeke- ringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet verzekeraars
te misleiden dan wel verzekeraars de verzekering niet zouden hebben gesloten indien verzekeringnemer de juiste informatie had verstrekt. In deze gevallen eindigt de verzekering op de in de opzeggingsbrief vermelde datum;
• binnen een maand nadat een gebeurtenis die voor verzekeraars tot een uitkeringsverplichting kan leiden
door verzekerde aan verzekeraars is gemeld of nadat verzekeraars een uitkering krachtens de verzekering hebben gedaan dan wel hebben afgewezen. De verze- kering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum maar niet eerder dan twee maanden na de dagtekening van de opzeggingsbrief behoudens het geval dat de opzegging verband houdt met het opzet van een verzekerde verzekeraars te misleiden;
• als verzekeringnemer de premie verschuldigd op de eerste premievervaldag niet tijdig betaalt of weigert te betalen alsmede indien verzekeringnemer de vervolg- premie niet tijdig betaalt of weigert te betalen, in het laatste geval echter uitsluitend indien verzekeraars verzekeringnemer vruchteloos tot betaling van de vervolgpremie hebben aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, echter in geval van niet-tijdige betaling niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
13.3.2 in het geval voorzien in art. 9, 11 en 12.
14 ADRES
Kennisgevingen door verzekeraars aan verzekeringnemer geschieden rechtsgeldig aan diens laatst bij verzekeraars bekende adres of aan het adres van VGA Verzekeringen, door wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
15 GESCHILLEN
15.1 Alle geschillen die uit deze overeenkomst mochten voortvloeien of daarmee verband houden worden onder- worpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter.
15.2 Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
15.3 Eventuele klachten die verband houden met de verze- keringsovereenkomst kunnen schriftelijk worden ingediend bij de:
• directie van VGA Verzekeringen
Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxxxxx en/of bij het:
• Klachteninstituut Financiële Dienstverlening, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx.
16 PERSOONSREGISTRATIE
De bij de aanvraag of wijziging van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de verzekeraar en/of VGA Verzekeringen verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van verzekeringsovereenkomsten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
17 GLASBREUKRISICO
Dit artikel is uitsluitend van toepassing indien uit het polis- blad blijkt dat glas is meeverzekerd.
17.1 Omvang van de dekking
Glas dat dient tot lichtdoorlating aanwezig in ramen en deuren van het op het polisblad omschreven gebouw is verzekerd tegen breuk. Deze dekking geldt ook voor:
• kunststof koepels en vensters;
• zonwerend materiaal tussen dubbelwandige ruiten;
• glas- en kunststofruiten in windschermen, balkon- en terreinafscheidingen.
• zonnepanelen;
• glaspanelen die dienen als gevelversiering.
17.2 Uitsluiting
Uitgesloten is schade:
• aan geëtst, gebogen, gebrandschilderd en polyge- slepen glas;
• aan versieringen, schilderijen, letters e.d. op het glas aangebracht;
• door of gedurende verplaatsing, verandering, bewer- king of versiering van het glas;
• door een gebrek bij glas in lood, draadglas en kunststof ruiten.
17.3 Omvang van de schadevergoeding
In geval van een gedekte schade zullen verzekeraars
• het gebroken glas zo spoedig mogelijk door ander glas van dezelfde soort en hoedanigheid laten vervangen
of
• de prijs van het glas vermeerderd met de inzetkosten in geld vergoeden.
NADERE OMSCHRIJVINGEN
Brand
Onder brand is te verstaan een door verbranding veroor- zaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand:
• zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
• doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
• oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Ontploffing
Onder schade door ontploffing wordt verstaan gehele of gedeeltelijke vernieling, onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtneming van het hierna bepaalde. Is de ontploffing ontstaan binnen een - al dan niet gesloten - vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen en dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds voor de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeling werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door
de scheiding gevormde opening, de druk binnen en buiten een vat eensklaps gelijk is geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddel- lijke werking zijn geweest van gassen of dampen, welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen of een mengsel daarvan, zijn ontwik- keld of tot uitzetting gebracht. De bij deze omschrijving behorende toelichting is door de Vereniging van Brandas- suradeuren in Nederland ter griffie van de Arrondisse- mentsrechtbank te Utrecht gedeponeerd.
Storm
Onder storm is te verstaan een windsnelheid van minstens 14 meter per seconde (windkracht 7).
Als bewijs kan dienen:
• waarneming door het KNMI en/of Meteo Consult;
• verklaring van getuigen;
• stormschade aan andere gebouwen.
Als de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt, dan wordt de periode vanaf het moment dat de windsnelheid voor het eerst 14 meter per seconde is, tot het begin van een periode van ten minste 24 achtereenvolgende uren waarbinnen de windsnelheid 10 meter per seconde of minder is geweest, als één storm beschouwd.
Met schade door storm wordt gelijkgesteld:
• schade ten gevolge van door storm bewogen respec- tievelijk getroffen zaken;
• schade door regen, hagel, sneeuw of smeltwater voor zover deze schade het gevolg is van stormschade aan het gebouw.
Afpersing en beroving
Hieronder wordt verstaan schade of verlies ten gevolge van afpersing of beroving vergezeld van geweld of bedreiging daarmee ten opzichte van personen.
Werkstaking en relletjes
Onder werkstaking wordt verstaan het gemeenschap- pelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van legitiem opgedragen werk door een aantal werknemers in een onderneming. Onder relletjes zijn te verstaan incidentele geweldmanifestaties.
Luchtverkeer
Onder schade door luchtverkeer is te verstaan schade aan de verzekerde zaken tengevolge van het getroffen worden door of het ontploffen van een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voor- werp, alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier genoemd voorwerp.
Molest
Onder molest is/zijn te verstaan:
• gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen,
bestrijden. Onder gewapend conflict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht van de Verenigde Naties;
• burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat, waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
• opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag;
• binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige handelingen, op verschil- lende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
• oproer: een min of meer georganiseerde plaatselijke gewelddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag;
• muiterij: een min of meer georganiseerde geweldda- dige beweging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
Deze nadere omschrijving vormt een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars op 2
november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrecht- bank te ‘s-Gravenhage is gedeponeerd. Bij verschil tussen de tekst van dit artikel en de gedeponeerde tekst zal alleen de gedeponeerde tekst van kracht zijn.
Atoomkernreacties
Onder atoomkernreacties is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit. De uitsluiting ter zake van atoomkernreacties geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkun- dige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige doeleinden of (niet militaire) beveiligingsdoeleinden mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen van kracht is. Voor zover krachtens de wet een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting van kracht. Onder “wet” is te verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. Onder “kerninstallatie” wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van bedoelde wet.
Aardbeving en vulkanische uitbarsting
Onder schade door aardbeving en vulkanische uitbarsting is te verstaan schade ontstaan, hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat in of nabij de plaats waar de verzekerde zaken zich bevinden de gevolgen van een aardbeving of vulkanische uitbarsting zich hebben geopenbaard, tenzij verzekerde bewijst, dat de schade niet aan een van de genoemde verschijnselen is toe te schrijven.
Overstroming
Onder overstroming is te verstaan het bezwijken of over- lopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak, dan wel gevolg is van een door de verzekering gedekte gebeurtenis. Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.