Contract
VOORWAARDEN Uitgebreide verzekering bedrijven, instellingen en praktijken | Delta Lloyd Schadeverzekering NV Amsterdam | ||
MODEL | |||
BE 03.2.58 C | |||
INHOUD | |||
ARTIKEL 1 | ALGEMENE INFORMATIE | 2 | |
ARTIKEL 2 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | 2 | |
ARTIKEL 3 | OMSCHRIJVING XXX XX XXXXXXX | 0 | |
0 x/x 00 Xxxxxxx xxxxxxxxxxxxxx | 3 | ||
20 t/m 23 Tevens zijn verzekerd 24 t/m 29 Vergoedingen boven de verzekerde bedragen | 4 4 | ||
30 t/m 33 Risicobekendheid | 5 | ||
ARTIKEL 4 | UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN | 5 | |
1 t/m 19 Uitgesloten gebeurtenissen | 5 | ||
10 t/m 13 Beperkingen | 5 | ||
ARTIKEL 5 | WAARDERINGSGRONDSLAGEN | 6 | |
ARTIKEL 6 | SCHADE | 7 | |
1 Verplichtingen van verzekerde bij schade | 7 | ||
2 Verlies van recht op schadevergoeding | 7 | ||
3 t/m 13 Schaderegeling | 7 | ||
14 Elders lopende verzekering | 10 | ||
ARTIKEL 7 | PREMIE | 10 | |
1 Premiebetaling | 10 | ||
2 Premierestitutie | 10 | ||
ARTIKEL 8 | WIJZIGING VAN DE VERZEKERING | 10 | |
1 Herziening van premie en/of voorwaarden | 10 | ||
2 Verhuizing | 10 | ||
3 Herbeoordeling bij risicowijziging | 10 | ||
4 Overgang van het verzekerde belang | 10 | ||
ARTIKEL 9 | GELDIGHEIDSDUUR EN OPZEGMOGELIJLKHEDEN | 11 | |
1 Contractsduur | 11 | ||
2 Opzegmogelijkheden voor de de maatschappij | 11 | ||
3 Opzegmogelijkheden voor de verzekeringnemer | 11 |
BE 03.2.58-1205
NADERE OMSCHRIJVINGEN 12
ARTIKEL 1
ALGEMENE INFORMATIE
ARTIKEL 1.1
Adres
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzekering- nemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maat- schappij bekende adres, of aan het adres van de tussen- persoon via wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
ARTIKEL 1.2
Persoonsgegevens
De bij de aanvraag of wijziging van een verzekering vers- trekte persoonsgegevens worden door de maatschappij (of, als de verzekering loopt via een gevolmachtigd agent: de gevolmachtigd agent) verwerkt ten behoeve van het aangaan en het uitvoeren van verzekeringsovereenkom- sten en/of financiële diensten en het beheren van daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand.
Op deze verwerking van persoonsgegevens is de gedrags- code ‘Verwerking Persoonsgegevens Verzekeringsbedrijf’ van toepassing. In deze gedragscode worden rechten en plichten van partijen bij de gegevensverstrekking weer- gegeven. De volledige tekst van de gedragscode kunt u opvragen bij het informatiecentrum van het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon
(000) 000 00 00, xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
ARTIKEL 1.3
Toepasselijk recht en klachteninstanties
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing. Voor klachten naar aanleiding van de verzekeringsover- eenkomst kan men zich, behalve tot de directie van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, Xxxxxxx 0000,
0000 XX Xxxxxxxxx, wenden tot het Klachteninstituut Verzekeringen, Postbus 93560, 2509 AN ’s-Gravenhage.
ARTIKEL 1.4
Totstandkoming verzekering / Recht van annulering
De verzekering komt (definitief) tot stand nadat een ter- mijn van 14 dagen na ontvangst van de polis en de bij- behorende voorwaarden is verstreken, zonder dat de verzekeringnemer gebruik heeft gemaakt van het recht op annulering.
Recht op annulering betekent dat de verzekeringnemer zonder dat premie is verschuldigd de verzekering kan annuleren door de maatschappij schriftelijk (of, indien de verzekering langs elektronische weg tot stand is gekomen en een email-adres is verstrekt: per email), onder vermel- ding van polisnummer te berichten dat op de verzekering geen prijs wordt gesteld. De verzekering wordt vervolgens geannuleerd per ingangsdatum, zodat deze geen dekking biedt voor in die tussentijd gevallen schaden.
ARTIKEL 1.5
Verzekeringsmaatschappij die optreedt als risicodrager
De verzekering is afgesloten voor rekening en risico van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, gevestigd te Xxxxxx- xxx xxx xx Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx (Handelsregister KvK Amsterdam 33052073). Delta Lloyd Schadeverzekering NV staat als aanbieder van (schade)verzekeringen geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank NV (DNB) om het schadeverzeke- ringsbedrijf uit te oefenen.
ARTIKEL 2
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 2.1
Verzekeringnemer
De natuurlijke persoon of rechtspersoon die als zodanig in de polis is vermeld.
ARTIKEL 2.2
Verzekerde
De verzekeringnemer en/of de in de polis als zodanig vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen.
ARTIKEL 2.3
Verzekerd belang
Het belang dat verzekerde heeft bij het behoud van de verzekerde zaken uit hoofde van eigendom of ander zake- lijk recht, dan wel voor zover hij het risico draagt voor het behoud of daarvoor aansprakelijk is.
ARTIKEL 2.4
Maatschappij
De verzekeringsmaatschappij die blijkens ondertekening van het polisblad als risicodrager voor deze verzekering geldt, dan wel de gevolmachtigde die namens de verze- keringsmaatschappij heeft ondertekend.
ARTIKEL 2.5
Zaken
De in de polis vermelde opstal, inventaris, huurdersbelang en goederen, ls hieronder nader omschreven.
ARTIKEL 2.6
Opstal
Het in de polis vermelde gebouw zonder grond en funde- ring maar met vloeren, kelders, bijgebouwen, afdaken en terreinafscheidingen. Indien inventaris, huurdersbelang of goederen zijn verzekerd wordt onder opstal verstaan het in de polis vermelde gebouw, of dat gedeelte van het gebouw, dat uitsluitend in gebruik is bij verzekerde.
ARTIKEL 2.7
Inventaris
De in de opstal aanwezige vaste en losse inrichting van het bedrijf, de instelling of de praktijk met uitzondering van huurdersbelang en goederen.
ARTIKEL 2.8
Huurdersbelang
De kosten van alle door verzekerde voor zijn rekening in de opstal aangebrachte verbeteringen, betimmeringen en installaties, alsmede behang-, schilder- en witwerk, indien verzekerde huurder is van de opstal.
ARTIKEL 2.9
Goederen
De in de opstal aanwezige waren, koopmansgoederen, fabrikaten en grondstoffen, bestemd om te worden ver- kocht of verwerkt.
ARTIKEL 2.10
Opruimingskosten
De niet reeds in de schadevaststelling begrepen kosten voor het afbreken, wegruimen en afvoeren van verzekerde zaken, voor zover de afbraak, wegruiming en/of afvoer
het noodzakelijk gevolg is van een op de polis gedekte gebeurtenis en daarvoor geen enkele behandeling of bewerking van grond of water is vereist.
ARTIKEL 2.11
NHT
De maatschappij heeft zich voor het terrorismerisico herverzekerd bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
ARTIKEL 2.12
Terrorisme/preventieve maatregelen
Onder terrorisme wordt verstaan:
– gewelddadige handelingen en/of gedragingen begaan in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen, als- mede
– het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks, respectievelijk het verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen - al dan niet in enig organisatorisch ver- band - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze doelen te ver- wezenlijken.
Onder preventieve maatregelen wordt hierbij verstaan: van overheidswege en/of door verzekerde(n) en/of der- de(n) getroffen maatregelen om het onmiddellijk drei- gend gevaar van terrorisme af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevolgen daarvan te beperken.
ARTIKEL 2.13
Uitkeringsprotocol
Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol afwik- keling claims voor terrorismeschaden van toepassing. Een afschrift van de volledige tekst van het uitkeringsprotocol is verkrijgbaar bij de maatschappij of te raadplegen op de website van de maatschappij.
ARTIKEL 3
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De verzekering dekt de in de polis vermelde zaken tegen materiële schade, indien deze onmiddellijk en uitsluitend het gevolg is van een hierna vermelde gebeurtenis, ook als deze het gevolg is van eigen gebrek, maar met inacht- neming van de uitsluitingen en beperkingen als vermeld in artikel 4.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de looptijd van de verzekering hebben voorgedaan. Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de overeenkomst voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitgebreid, geldt voor de uitgebreide dekking de wijzigingsdatum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
Gedekte gebeurtenissen
ARTIKEL 3.1
Brand en brandblussing
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.2
Ontploffing
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.3
Blikseminslag
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.4
Neervallen luchtvaartuigen
Waarmee gelijk te stellen het neervallen van ruimte- vaartuigen (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 3.5
Storm
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.6
Diefstal van inventaris en goederen
Na inbraak (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 3.7
Beschadiging van inventaris, huurdersbelang en goederen
Als gevolg van inbraak (zie Nadere Omschrijvingen) of een poging daartoe.
ARTIKEL 3.8
Diefstal van opstalonderdelen
Diefstal van onderdelen die behoren tot de opstal.
ARTIKEL 3.9
Beschadiging van de opstal
Als gevolg van inbraak (zie Nadere Omschrijvingen) of een poging daartoe, indien:
– de opstal op de polis is verzekerd;
– inventaris en goederen op de polis zijn verzekerd en verzekerde huurder van het pand is en uit het huur- contract blijkt dat deze schade voor rekening van verzekerde is.
De maximum vergoeding bedraagt 10% van het ver- zekerde bedrag waarvoor de inventaris en goederen verzekerd zijn, tot ten hoogste
€ 5.000,- per gebeurtenis.
ARTIKEL 3.10
Beroving en afpersing
Indien dit gepaard gaat met fysiek geweld.
ARTIKEL 3.11
Vandalisme
Beschadigingen aangericht uit vernielzucht door iemand die wederrechtelijk de opstal is binnengedrongen na inbraak (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 3.12
Rellen, relletjes en opstootjes
Waarmee gelijk te stellen plundering en werkstaking.
ARTIKEL 3.13
Water en stoom
Indien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gelegen aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten instal- laties en toestellen alsmede centrale verwarmings- en air-
conditioningsinstallaties, als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door water overgelopen uit deze installaties en toestellen.
Indien op de polis de opstal is verzekerd zijn, in geval van waterschade als gevolg van springen van leidingen door vorst, tevens gedekt:
– kosten van opsporen van het defect, breek- en herstel- werk aan muren, vloeren en andere onderdelen van de opstal, alsmede de aangebrachte verbeteringen en betimmeringen;
– kosten van herstel van de installaties, leidingen en toestellen zelf.
Deze kosten worden eveneens vergoed indien verzekerde, als huurder van de opstal, de opstaleigenaar niet kan ver- plichten de schade te (laten) herstellen.
Tevens is gedekt water gestroomd uit een aquarium door breuk of defect daarvan, mits dit aquarium niet dient voor de bedrijfsuitoefening.
ARTIKEL 3.14
Uitstromen sprinklerinstallatie
Water indien gestroomd uit een in de opstal aanwezige sprinklerinstallatie, mits deze installatie is aangesloten op een automatische doormeldinstallatie en beide installaties op het moment van de schade zijn voorzien van een geldig certificaat van het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) te Houten of de Loss Prevention Council (LPC).
ARTIKEL 3.15
Neerslag
In de opstal binnengedrongen door storm of binnenge- drongen via daken, balkons of vensters.
ARTIKEL 3.16
Olie
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmingsinstallaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoorsteen.
ARTIKEL 3.17
Aanrijding en aanvaring
Aanrijding en aanvaring van de opstal alsmede schade door afgevallen of uitgevloeide lading.
ARTIKEL 3.18
Omvallen van bomen
Waarmee gelijk te stellen het omvallen van heistellingen en kranen.
artikel 3.19 Glasscherven
Schade aan de inhoud van etalages als gevolg van het bre- ken van etalageruiten of glazen legplaten.
Tevens zijn verzekerd
ARTIKEL 3.20
Zaken bevestigd aan het gebouw
Indien op de polis inventaris is verzekerd, de aan de bui- tenkant van de opstal bevestigde:
– brand- en inbraakpreventieve middelen tegen een gedekte gebeurtenis;
– (licht)reclame, zonweringen en antennes tegen een gedekte gebeurtenis met uitzondering van neerslag.
ARTIKEL 3.21
Inventaris en/of goederen buiten de opstal
Indien op de polis inventaris en/of goederen zijn verzekerd dan zijn deze inventaris en/of goederen, indien zij zich tij- delijk (dat wil zeggen gedurende ten hoogste drie maan- den aaneengesloten) elders in Nederland bevinden, verze- kerd als volgt:
In andere gebouwen.
– van steen gebouwd met harde dekking voor zover deze inventaris of goederen niet of niet voldoende op een andere polis zijn verzekerd: tegen een gedekte gebeurtenis tot 10% van het bedrag waarvoor respec- tievelijk de inventaris of goederen zijn verzekerd.
De totale vergoeding bedraagt maximaal € 12.500,- per gebeurtenis.
Buiten gebouwen.
– voor zover deze inventaris of goederen niet of niet voldoende op een andere polis zijn verzekerd: tegen brand en brandblussing, ontploffing, blikseminslag en neervallen van luchtvaartuigen tot 10% van het bedrag waarvoor respectievelijk de inventaris of goederen zijn verzekerd.
De totale vergoeding bedraagt maximaal € 12.500,- per gebeurtenis.
ARTIKEL 3.22
Rollend materieel buiten de opstal
Indien op de polis inventaris is verzekerd: rollend materieel voor zover behorend tot de inventaris, met uitzondering van motorrijtuigen, voor zover dit rollend materieel niet
of niet voldoende op een andere polis is verzekerd, onver- schillig waar in Nederland tegen brand en brandblussing, ontploffing, blikseminslag en neervallen van luchtvaar- tuigen.
ARTIKEL 3.23
Goederen van derden in de opstal
Indien op de polis goederen zijn verzekerd en het ver- zekerde bedrag daarvoor ruimte laat: in de opstal tegen een gedekte gebeurtenis. Deze dekking geldt alleen voor zover deze goederen niet of niet voldoende op een andere polis zijn verzekerd.
Vergoedingen boven de verzekerde bedragen
ARTIKEL 3.24
Kosten ter voorkoming en vermindering van schade
Dit zijn de kosten van maatregelen die tijdens de geldig- heidsduur van de verzekering door of vanwege verzeke- ringnemer of een verzekerde worden getroffen en rede- lijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor, als de schade zich zou hebben voorgedaan, de verzekering dekking biedt. Hetzelfde geldt voor kosten die zijn gemaakt om een zodanige schade te beperken.
ARTIKEL 3.25
Opruimingskosten
De maximum vergoeding bedraagt 10% van het bedrag waarvoor respectievelijk opstal, inventaris, huurders- belang of goederen zijn verzekerd.
Verzekering van de opruimingskosten geschiedt op premier risque basis.
ARTIKEL 3.26
Kosten van experts bij schaderegeling
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste
van de maatschappij. Van de door verzekerde benoemde expert echter tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemde expert. Tot de kosten van een expert worden ook gerekend de kosten van de personen die door deze expert zijn geraad- pleegd. De maatschappij vergoedt geen expertisekosten als de expert zich niet heeft geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’.
ARTIKEL 3.27
Kosten van tuinaanleg en bestrating
Indien op de polis de opstal is verzekerd: de kosten van het herstel van tuinaanleg, bestrating en beplanting op het terrein van de opstal, indien voor rekening van verze- kerde en voor zover deze kosten niet op een andere polis zijn verzekerd, na beschadiging door brand en brandblus- sing, ontploffing, blikseminslag, aanrijding en aanvaring of neervallen van luchtvaartuigen.
Indien op de polis inventaris is verzekerd en verzekerde huurder van het pand is, zijn bovenvermelde kosten even- eens gedekt indien uit het huurcontract blijkt dat deze kosten voor rekening van verzekerde zijn.
De maximum vergoeding bedraagt 10% van het bedrag waarvoor opstal respectievelijk inventaris is verzekerd. De totale vergoeding bedraagt maximaal € 5.000,- per gebeurtenis.
ARTIKEL 3.28
Huurderving
Indien op de polis de opstal is verzekerd: de huur die ver- zekerde derft gedurende de periode dat de verhuurde opstal door beschadiging ten gevolge van een gedekte gebeurtenis geheel of gedeeltelijk voor verhuur aan derden ongeschikt is geworden.
Indien na een schade wordt hersteld of herbouwd is de uitkeringstermijn maximaal 52 weken. Indien niet wordt hersteld of herbouwd is de uitkeringstermijn 10 weken. De maximum vergoeding bedraagt 10% van het verze- kerde bedrag van de opstal.
ARTIKEL 3.29
Kosten van vervoer en opslag van inventaris en goederen
Noodzakelijk geworden door een gedekte gebeurtenis, voor zover deze kosten niet op een andere polis zijn ver- zekerd, gedurende een termijn van maximaal 52 weken indien het bedrijf wordt voortgezet. Indien het bedrijf niet wordt voortgezet bedraagt de maximale uitkeringstermijn 10 weken. De maximum vergoeding bedraagt 10% van het bedrag waarvoor respectievelijk inventaris of goederen zijn verzekerd.
Risicobekendheid
ARTIKEL 3.30
Risico-omschrijving
De omschrijving van het risico in de polis wordt geacht van de verzekeringnemer afkomstig te zijn.
ARTIKEL 3.31
Risicobekendheid
De maatschappij verklaart zich bekend met ligging, bouw- aard, constructie, inrichting, verwarming en de omschre- ven bestemming van de opstal bij het aangaan van de ver- zekering. De maatschappij verklaart zich ook bekend met de belendingen, ongeacht hoe deze zijn dan wel in de toe- komst zullen worden.
ARTIKEL 3.32
Risicowijziging zonder meldingsplicht
Verzekerde heeft de vrijheid wijzigingen aan te brengen in of aan de opstal, mits deze wijzigingen blijven binnen de grenzen van de omschrijving van het risico in de polis .
ARTIKEL 3.33
Risicowijziging met meldingsplicht
De verzekeringnemer dient de maatschappij schriftelijk in kennis te stellen van:
– wijziging van de in de polis omschreven bestemming en bouwaard van de opstal;
– leegstand van de opstal of van een als zelfstandig aan te merken deel daarvan;
– het buiten gebruik zijn van de opstal of een als zelf- standig aan te merken deel daarvan gedurende een aaneengesloten periode die, naar verwachting, langer dan 8 weken zal duren;
– het geheel of gedeeltelijk gekraakt zijn van de opstal.
Deze melding dient met bekwame spoed te geschieden doch uiterlijk binnen 8 weken na optreden van één van de wijzigingen, tenzij de verzekeringnemer van de wijziging niet op de hoogte was en kan aantonen dat hij dit ook redelijkerwijs niet kon zijn.
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
Uitgesloten gebeurtenissen
ARTIKEL 4.1
Molest
Schade als gevolg van molest (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 4.2
Atoomkernreacties
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
Aardbeving en vulkanische uitbarsting
Schade als gevolg van aardbeving of vulkanische uitbarsting.
ARTIKEL 4.4
Overstroming
Schade als gevolg van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, ongeacht of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een op deze polis gedekte gebeurtenis.
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
ARTIKEL 4.5
Inductie
Schade aan elektrische en elektronische apparatuur/instal- laties door overspanning en/of inductie tenzij andere spo- ren van blikseminslag (zie Nadere Omschrijvingen) in of aan het gebouw, waarin de verzekerde zaken aanwezig zijn, worden aangetroffen.
ARTIKEL 4.6
Diefstal uit eilandetalages en vitrines
Schade als gevolg van diefstal uit eilandetalages en zich buiten aan de opstal bevindende automaten en vitrines.
ARTIKEL 4.7
Water, stoom en neerslag
Schade als gevolg van:
– binnendringen van grondwater of neerslag via de begane grond;
– terugstromen van rioolwater;
– slecht onderhoud;
– constructiefouten;
– vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag, binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken.
Ook niet gedekt zijn reparatiekosten van daken, dakgoten of afvoerpijpen. Tevens is uitgesloten schade aan goederen welke zich in souterrains of kelders bevinden en niet mini- maal 10 cm boven het vloeroppervlak zijn geplaatst.
ARTIKEL 4.8
Uitstromen sprinklerinstallatie
Schade door het uitstromen van water uit een sprinklerin- stallatie als gevolg van:
– herstellen, verwijderen of uitbreiden van de installatie;
– bevriezen ten gevolge van nalatigheid van verzekerde;
– een opdracht op last van hogerhand.
ARTIKEL 4.9
Opzet, roekeloosheid, merkelijke schuld
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of verzekerde met opzet, door al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld. Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelij- ke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekeringnemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt. Dit ongeacht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan die van andere verzekerden.
Beperkingen
ARTIKEL 4.10
Bijzondere regeling bij vergoeding terrorismeschade
1 Beperkte schadevergoeding
De dekking voor gebeurtenissen die (direct of indirect) verband houden met:
– terrorisme of preventieve maatregelen;
– handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen;
geldt dat de schadevergoeding kan worden beperkt tot het bedrag van de uitkering die de maatschappij ontvangt van de Nederlandse Herverzekeringsmaat- schappij voor Terrorismeschaden (NHT).
Het Protocol afwikkeling claims bij terrorismeschaden is van toepassing. De NHT beslist of er sprake is van een terrorismeschade. Op vergoeding kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de vergoeding.
2 Maximale uitkering per locatie
Als de verzekering betrekking heeft op materiële scha- de aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dan wel op gevolgschade van dergelijke schade, geldt dat door de NHT per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal € 75.000.000,- zal worden uitgekeerd, ongeacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing hiervan geldt dat rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, tezamen worden aangemerkt als een verzekeringne- mer. Onder verzekerde locatie wordt hierbij verstaan alle op het risicoadres aanwezige, door verzekeringne- mer verzekerde objecten alsmede daarbuiten gelegen objecten op minder dan 50 meter afstand van elkaar
gelegen en waarvan tenminste een op het risico-adres is gelegen.
3 Verval van rechten bij niet-tijdige melding
In afwijking van hetgeen elders in de polis is bepaald, vervalt elk recht op schadevergoeding of uitkering als de melding van de claim niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
ARTIKEL 4.11
Dekking na risicowijziging
Na een wijziging van de omschreven bestemming of bouwaard als vermeld in artikel 3.33, wordt de dekking zonder beperkingen voortgezet.
Na één van de overige wijzigingen als vermeld in artikel 3.33, biedt de verzekering uitsluitend nog dekking tegen schade door brand en brandblussing, ontploffing, blikse- minslag, storm en neervallen van luchtvaartuigen (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 4.12
Eigen risico inventaris en goederen
Voor schade aan inventaris en goederen geldt een eigen risico van € 225,- per gebeurtenis. Dit eigen risico is niet van toepassing voor schade door brand en brandblussing, ontploffing, blikseminslag en neervallen van luchtvaartui- gen (zie Nadere omschrijvingen).
ARTIKEL 4.13
Eigen risico storm
Voor stormschade aan de opstal geldt een eigen risico van 2‰ van het verzekerde bedrag met een minimum van
€ 225,- en een maximum van € 1.000,- per gebeurtenis.
ARTIKEL 5
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
De verzekering geschiedt op basis van de in de polis ver- melde waarderingsgrondslag.
ARTIKEL 5.1
Taxatie
De waarde vastgesteld krachtens een aan een deskundige opgedragen beslissing dan wel krachtens een beslissing van verzekeringnemer en maatschappij overeenkomstig het advies van een deskundige.
Indien de verzekering geschiedt op basis van een taxatie, dan wordt het taxatierapport geacht deel uit te maken van de verzekeringsovereenkomst en heeft de taxatie ten aanzien van elk in het taxatierapport met een afzonderlijk bedrag omschreven zaak, behoudens het hierna bepaalde, de kracht van een taxatie. Te rekenen vanaf de dagteke- ning van het rapport is de geldigheidsduur van de taxatie drie jaar.
Indien de taxatie betrekking heeft op de opstal en de opstalverzekering is voorzien van een indexclausule dan geldt de taxatie, te rekenen vanaf de dagtekening van het rapport, gedurende 6 jaar. De uit de indexering voort- vloeiende verhoging of verlaging van het verzekerde bedrag wordt geacht op dezelfde wijze te zijn overeen- gekomen. In geval van schade wordt het getaxeerde bedrag aangepast conform het bepaalde in artikel 6.9
Is na verloop van de hierboven vermelde termijn geen nieuw rapport uitgebracht, dan geldt de taxatie geduren- de een periode van maximaal 6 maanden als richtlijn waarbij de maatschappij het recht heeft om de boven- matigheid aan te tonen. Daarna geldt voor opstallen de herbouwwaarde, voor inventaris de dagwaarde en voor goederen de inkoopwaarde.
De taxatie verliest te allen tijde haar kracht:
– bij buitenbedrijfstelling, afbraak of verwijdering van de getaxeerde zaak;
– in geval van overgang van het verzekerde belang indien de getaxeerde zaak voor andere doeleinden gebruikt gaat worden;
– indien niet binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk aan de maatschappij wordt meegedeeld dat op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming wordt hersteld of herbouwd (opstal) of tot heraanschaf of herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overge- gaan (overige zaken).
ARTIKEL 5.2
Herbouwwaarde
Het bedrag dat nodig is voor herbouw van de opstal op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming.
ARTIKEL 5.3
Verkoopwaarde
De waarde van de opstal bij verkoop onder aftrek van de waarde van de grond en de fundering.
ARTIKEL 5.4
Nieuwwaarde
Het bedrag dat nodig is om nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
ARTIKEL 5.5
Dagwaarde
Het bedrag dat nodig is om nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen, onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage. Voor zaken met een antiquarische of zeldzaam- heidswaarde wordt onder dagwaarde verstaan de waarde om zaken van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
ARTIKEL 5.6
Inkoopwaarde
Het bedrag dat nodig is om goederen van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
ARTIKEL 5.7
Kostprijs
De inkoopwaarde van de verbruikte grond- en hulpstoffen alsmede de overige kosten voor zover deze geacht kunnen worden direct aan de bewerking te zijn besteed.
ARTIKEL 6
SCHADE
ARTIKEL 6.1
Verplichtingen van verzekerde bij schade
Bij schade is verzekeringnemer en/of verzekerde verplicht:
1 om bij de verwezenlijking van een gebeurtenis waar- voor de verzekering dekking biedt, of het ophanden zijn daarvan, binnen redelijke grenzen alle maatrege- len te nemen die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden;
2 zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de verze- keraar een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden te melden aan de maat- schappij zodra verzekeringnemer en/of verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van die gebeurtenis;
3 een schriftelijke schade-aangifte in te dienen;
4 binnen redelijke termijn aan de maatschappij of de door haar aangestelde expert alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de maatschappij
van belang zijn om de om haar uitkeringsplicht te beoordelen;
5 aanwijzingen op te volgen van de maatschappij of de door haar aangestelde expert, de volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen benadelen;
6 bij schade veroorzaakt door derden zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen bij de politie en in ieder opzicht mee te werken opdat de maatschappij deze schade kan verhalen;
7 indien verzekerde op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming herstelt of herbouwt (opstal) of indien tot heraanschaf of herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan (inventaris en goederen), dit binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk aan de maatschappij mee te delen.
Indien op last van de overheid voortzetting van het bedrijf op dezelfde plaats niet is toegestaan dan dient dit eveneens binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk aan de maatschappij te worden meege- deeld.
ARTIKEL 6.2
Verlies van recht op schadevergoeding
– Elk recht op schadevergoeding vervalt als verzekering- nemer en/of verzekerde verplichtingen als vermeld onder artikel 6.1.2 t/m 6.1.4 niet is nagekomen met het opzet de verzekeraar te misleiden, tenzij de mis- leiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
– Aan de verzekering kunnen geen rechten worden ont- leend indien verzekeringnemer en/of verzekerde een of meer van de onder artikel 6 genoemde polisver- plichtingen niet is nagekomen en daardoor de belan- gen van de maatschappij heeft benadeeld.
– Indien verzuimd is de maatschappij tijdig schriftelijk in kennis te stellen van een risicowijziging als vermeld in artikel 3.33 dan kunnen geen rechten aan de verzeke- ring worden ontleend 8 weken na het moment van deze risicowijziging. Zou de maatschappij de verzeke- ring hebben voortgezet tegen een hogere premie
dan zal recht op schadevergoeding blijven bestaan in de verhouding van de oorspronkelijke premie tot de nieuwe premie.
ARTIKEL 6.3
Schaderegeling opstal, inventaris, huurders- belang en goederen
De schade, alsmede de kosten ter voorkoming en vermin- dering van opruimingskosten, worden in onderling over- leg geregeld of zullen worden vastgesteld door twee experts, één te benoemen door de maatschappij en één te benoemen door verzekerde. Voor het geval deze experts geen overeenstemming kunnen bereiken, benoemen zij van tevoren een derde expert die binnen de grenzen van beide taxaties een bindende uitspraak zal doen.
De eigendom van zaken na diefstal
Verzekerde is verplicht aan de maatschappij op haar ver- zoek de eigendom over te dragen van zaken die door diefstal verloren zijn gegaan en waarvoor de maatschap- pij aan verzekerde uitkering doet of heeft gedaan.
Komen dergelijke zaken naderhand in bezit van de maat- schappij dan zal zij deze op verzoek van verzekerde weer aan hem overdragen, tegen teruggave van het daarvoor uitgekeerde bedrag onder aftrek van de kosten van her- stel van de eventueel sinds de diefstal ontstane schade.
Indien de gestolen zaken zonder tussenkomst van de maatschappij weer in bezit komen van verzekerde, is hij verplicht terstond de maatschappij daarvan in kennis te stellen.
ARTIKEL 6.4
Schadevastelling opstal
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de in de polis vermelde waarderingsgrondslag zijnde taxatie, herbouwwaarde of verkoopwaarde.
1 Taxatie bij herstellen of herbouwen
Indien op basis van taxatie is verzekerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van deze taxatie en van verkoopwaarde. Heeft de taxatie haar kracht verloren, dan zal de schade worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het artikel ‘Niet herstellen of her- bouwen’, tenzij anders wordt overeengekomen.
Het schadebedrag op basis van taxatie wordt gesteld op het verschil tussen het bedrag van de taxatie en de waarde van de restanten.
De restanten worden gewaardeerd op dezelfde grond- slag als de taxatie. Het schadebedrag op basis van ver- koopwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de verkoopwaarde van de opstal onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag op basis van verkoop- waarde wordt in één termijn vergoed. Is het vastge- stelde schadebedrag op basis van verkoopwaarde lager dan het vastgestelde schadebedrag op basis van taxatie, dan wordt het verschil vergoed indien verzekerde heeft voldaan aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1 en nadat de uitgaven voor herstel of herbouw zijn gedaan.
2 Herbouwwaarde bij herstellen of herbouwen
Indien naar herbouwwaarde is verzekerd, zal de scha- de worden vastgesteld op basis van herbouwwaarde en verkoopwaarde.
De schadebedragen worden gesteld op het verschil tussen de waarden van de opstal onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het laagste van de vastgestelde schadebedragen op basis van herbouwwaarde en verkoopwaarde wordt in één termijn vergoed.
Is het vastgestelde schadebedrag op basis van verkoop- waarde lager dan het vastgestelde schadebedrag op basis van herbouwwaarde, dan wordt het verschil ver- goed indien verzekerde heeft voldaan aan de laatst- vermelde verplichting in artikel 6.1 en nadat de uit- gaven voor herstel of herbouw op dezelfde plaats of, indien dit door de overheid wordt verboden, elders binnen Nederland, zijn gedaan, tenzij anders wordt overeengekomen.
Indien bij herbouw elders de kosten hoger uitvallen dan bij herbouw op dezelfde plaats, worden de meer- kosten niet vergoed.
De totale schadevergoeding zal nooit meer bedragen dan de werkelijk bestede kosten met als maximum het hoogste van de vastgestelde schadebedragen.
3 Niet herstellen of herbouwen
Indien naar verkoopwaarde is verzekerd, bij niet her- stellen of herbouwen op dezelfde plaats met dezelfde bestemming of indien niet is voldaan aan de laatst- vermelde verplichting in artikel 6.1, zal de schade worden vastgesteld op basis van de verkoopwaarde van de opstal onmiddellijk voor de schade of op basis van herbouwwaarde indien deze lager is.
Afbraak, onteigening, leegstand en kraken
De schade zal altijd op deze wijze worden vastgesteld indien reeds voor de schade:
– het voornemen bestond de opstal af te breken;
– de opstal was voorbestemd voor afbraak of onteigening;
– de opstal door de gemeente onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard.
Tenzij verzekerde een herbouwplicht heeft, zal de schade ook op deze wijze worden vastgesteld indien:
– de opstal of een als zelfstandig aan te merken deel ervan leeg stond of langer dan 8 weken buiten gebruik was en te koop stond aangeboden;
– de opstal geheel of gedeeltelijk was gekraakt.
Het schadebedrag wordt gesteld op het verschil tussen de vastgestelde waarde van de opstal onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.5
Schadevaststelling inventaris
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de in de polis vermelde waarderingsgrondslag zijnde taxatie, nieuwwaarde of dagwaarde.
1 Taxatie bij heraanschaffen of herstellen
Indien op basis van taxatie is verzekerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van deze taxatie en van dagwaarde. Heeft de voortaxatie haar kracht verloren, dan zal de schade worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het artikel ‘Niet heraanschaffen of herstellen’, tenzij anders wordt overeengekomen.
Het schadebedrag op basis van voortaxatie wordt gesteld op het verschil tussen het bedrag van de voor- taxatie en de waarde van de restanten. De restanten worden gewaardeerd op dezelfde grondslag als de voortaxatie.
Het schadebedrag op basis van dagwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de dagwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en van de res- tanten onmiddellijk daarna of, indien dit minder is, op het bedrag van de begrote herstelkosten.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag op basis van dagwaar- de wordt in één termijn vergoed. Het verschil tussen het uitgekeerde schadebedrag en het vastgestelde schadebedrag op basis van taxatie wordt vergoed, indien verzekerde heeft voldaan aan de laatstvermel- de verplichting in artikel 6.1 en nadat de uitgaven voor heraanschaf of herstel zijn gedaan.
2 Nieuwwaarde bij heraanschaffen of herstellen Indien naar nieuwwaarde is verzekerd, zal de schade
worden vastgesteld op basis van nieuwwaarde en van dagwaarde.
Het schadebedrag op basis van nieuwwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de nieuwwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en van de res- tanten onmiddellijk daarna of, indien dit minder is, op het bedrag van de herstelkosten, eventueel ver- meerderd met een door de schade veroorzaakte en door herstel niet opgeheven waardevermindering.
Het schadebedrag op basis van dagwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de dagwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en de restanten onmiddellijk daarna, of indien dit minder is,
op het bedrag van de begrote herstelkosten.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag op basis van dagwaar- de wordt in één termijn vergoed.
Het verschil tussen het uitgekeerde schadebedrag en het vastgestelde schadebedrag op basis van nieuw- waarde wordt vergoed, indien verzekerde heeft vol-
xxxx aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1 en nadat de uitgaven voor heraanschaf of herstel zijn gedaan. De totale schadevergoeding zal nooit meer bedragen dan de werkelijk bestede kosten.
3 Niet heraanschaffen of herstellen
Bij niet heraanschaffen of herstellen en niet voortzet- ten van het bedrijf, of indien niet is voldaan aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1, zal de schade worden vastgesteld op basis van dagwaarde.
Altijd dagwaarde
De schade zal altijd op basis van dagwaarde worden vastgesteld:
– indien de inventaris op basis van dagwaarde is ver- zekerd;
– indien verzekerde reeds voor de schade het voor- nemen had het bedrijf te beëindigen;
– voor zaken waarvan de dagwaarde voor de schade minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
– voor zaken met een antiquarische of zeldzaam- heidswaarde;
– voor zaken, die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor ze bestemd waren;
– voor zaken bevestigd aan het gebouw als vermeld in artikel 3.20.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.6
Schadevaststelling goederen
Voor de schadevaststelling van goederen wordt uitgegaan van de in de polis vermelde waarderingsgrondslag zijnde inkoopwaarde en/of kostprijs.
Voor goederen, niet zijnde in het bedrijf vervaardigde halffabrikaten of eindprodukten, wordt uitgegaan van de inkoopwaarde van de goederen onmiddellijk voor de schade.
Voor goederen, die in het bedrijf zijn vervaardigd, wordt uitgegaan van de kostprijs van de goederen onmiddellijk voor de schade.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.7
Schadevaststelling huurdersbelang
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van het bedrag dat nodig is om huurdersbelang van dezelfde soort en kwaliteit aan te brengen.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.8
Schadevaststelling geleaste en/of gehuurde
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de dag- waarde. De vergoeding bedraagt echter nooit meer dan het bedrag welke verzekerde krachtens de lease- of huur- overeenkomst inventaris en/of goederen op het moment van de schade aan de leasemaatschappij of verhuurder verschuldigd is.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.9
Indexvoorwaarden opstal en huurdersbelang
Dit artikel is alleen van toepassing indien door het vermel- den van een indexcijfer in de polis is aangegeven dat de verzekering op indexvoorwaarden geschiedt.
Jaarlijks wordt per de premievervaldatum het verzekerde bedrag en als gevolg daarvan de premie verhoogd, ver- laagd of ongewijzigd gelaten overeenkomstig het laatste door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer voor bouwkosten. Het peil van de bouwkosten op de datum van ingang van deze verzekering of van omzetting op indexvoorwaarden, is uitgedrukt in het in de polis vermelde indexcijfer. Indien bij schade blijkt, dat de waarde van de opstal of het huurdersbelang hoger is dan het verzekerde bedrag, dat op de laatste premiever- valdatum overeenkomstig het indexcijfer is vastgesteld, dan geldt voor de regeling van de schade een verzekerd bedrag dat overeenkomt met het indexcijfer op het moment van de schade. Als maximum geldt 125 % van het op de laatste premievervaldatum vastgestelde verze- kerde bedrag.
Indien tijdelijk nog een verzekering elders loopt, die niet op indexvoorwaarden is gesloten, zal de eerder vermelde wijziging als gevolg van verandering van het indexcijfer over het totale op de opstal of het huurdersbelang verze- kerde bedrag, dus inclusief het elders verzekerde bedrag, worden toegepast.
ARTIKEL 6.10
Verbrugging
Indien in geval van schade blijkt dat de verzekeringnemer ook andere materiële brandverzekeringen bij de maat- schappij heeft gesloten die van kracht zijn op het adres waar de schade heeft plaatsgevonden, dan zullen de ver- zekerde bedragen van alle verzekerde zaken worden betrokken in de verbrugging.
De vrijvallende bedragen van zaken die op basis van voor- taxatie waren verzekerd maar niet meer aanwezig zijn, zullen ook in de verbrugging worden betrokken.
Heeft geen dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende bedragen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
De premie van alle betrokken zaken wordt herberekend door de genoteerde premiepromillages te vermenigvuldi- gen met de waarden van de verzekerde zaken onmiddel- lijk voor de schade. Deze waarden worden, afhankelijk van de wijze van schadevaststelling, bepaald overeenkom- stig de waarderingsgrondslagen als vermeld in artikel 5. Uit het verschil tussen de herberekende premie en de oor- spronkelijke premie ontstaat een overschot dan wel een tekort per verzekerde zaak.
Het totale overschot aan premie wordt over zaken met een tekort aan premie verdeeld. De verdeling geschiedt in verhouding van het tekort per verzekerde zaak tot het totale tekort. Na de verdeling ontstaat een herleide pre- mie waarmee tegen de genoteerde premiepromillages
de verzekerde bedragen opnieuw worden vastgesteld. De herleide verzekerde bedragen zullen als basis dienen voor de schadevergoeding overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.4 t/m 6.8.
De maatschappij zal nooit meer vergoeden dan het totaal van de oorspronkelijk verzekerde bedragen.
ARTIKEL 6.11
Onderverzekering opstal
In geval van onderverzekering worden de schade, kosten als vermeld in artikel 3.27 en 3.28 vergoed naar verhou- ding van het verzekerde bedrag tot de herbouwwaarde dan wel de verkoopwaarde, afhankelijk van de wijze van schadevaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel
6.4. Indien op de polis verschillende bedragen zijn verze- kerd geldt bovenstaande per verzekerd onderdeel.
ARTIKEL 6.12
Onderverzekering inventaris en goederen
In geval van onderverzekering worden de schade en kos- ten als vermeld in de artikelen 3.27 en 3.29 vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de nieuwwaar- de dan wel de dagwaarde, afhankelijk van de wijze van schadevaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel
6.5 en 6.6. Indien op de polis verschillende bedragen zijn verzekerd geldt bovenstaande per verzekerd onderdeel.
ARTIKEL 6.13
Onderverzekering huurdersbelang
In geval van onderverzekering wordt de schade vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de herstel- kosten.
ARTIKEL 7.14
Elders lopende verzekering
Als zaken geheel of gedeeltelijk verzekerd zijn op verschil- lende polissen, al dan niet van oudere datum, zal op grond van deze polis nooit meer worden vergoed dan een even- redig aandeel in de schade.
Speciale polis
Als op deze polis verzekerde zaken tevens op een speciale polis zijn verzekerd, bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
ARTIKEL 7
PREMIE
ARTIKEL 7.1
Premiebetaling
1 Premie verschuldigd per premievervaldatum
De premie, waarin begrepen de kosten en de assuran- tiebelasting, is bij vooruitbetaling op de premieverval- datum verschuldigd. Deze datum wordt altijd op het betalingsverzoek vermeld.
2 Gevolg van wanbetaling bij aanvangspremie
Indien verzekeringnemer de aanvangspremie, dat is de eerste premie die na het sluiten van de verzekering verschuldigd wordt, niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een aanmaning door de maatschappij is vereist geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden nadat 30 dagen sinds de ingangs- datum zijn verstreken.
Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de pre- mie die de verzekeringnemer in verband met een tus- sentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
3 Gevolg van wanbetaling bij vervolgpremie en volgende premietermijnen
Indien verzekeringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die na de voor die premie gelden- de vervaldag hebben plaatsgevonden. Indien verzeke-
ringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolgpremie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat de maatschappij de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven.
Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
4 Verschuldigdheid premie blijft /Xxxxxxx dekking bij betaling achteraf
Ook al wordt de dekking wegens wanbetaling opge- schort of beëindigd, de verzekeringnemer blijft ver- plicht de premie te voldoen. De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsge- vonden na de dag waarop hetgeen de verzekeringne- mer verschuldigd is, voor het geheel, dus inclusief alle tot dan toe onbetaald gebleven opeisbare premieter- mijnen, door de maatschappij is ontvangen.
ARTIKEL 7.2
Premierestitutie
Behalve bij opzegging wegens opzet de verzekeraar te misleiden, wordt bij tussentijdse beëindiging de lopende premie naar billijkheid verminderd.
ARTIKEL 8
WIJZIGING VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 8.1
Herziening van premie en voorwaarden
De maatschappij heeft het recht om de premie en/of voor- waarden voor verzekeringen van dezelfde soort als deze verzekering te herzien en deze verzekering tussentijds aan te passen aan de nieuwe premie en/of voorwaarden. De maatschappij zal verzekeringnemer van tevoren schrif- telijk in kennis stellen van de aanpassing.
Tot 30 dagen na de datum waarop de aanpassing is gaan gelden, heeft verzekeringnemer het recht deze schriftelijk te weigeren, indien de aanpassing leidt tot hogere premie of voorwaarden die voor hem nadeliger zijn. Indien verze- keringnemer van dit recht gebruik maakt eindigt de verze- kering op de datum waarop de aanpassing is gaan gelden. Als de verzekering bestaat uit verschillende in de polis ver- melde en in de premieopstelling gespecificeerde onderde- len, dan geldt de regeling in dit artikel per onderdeel en
is beëindiging alleen mogelijk voor de onderdelen waarop de aanpassing betrekking heeft.
ARTIKEL 8.2
Verhuizing
De verzekeringnemer is verplicht met bekwame spoed kennis te geven aan de maatschappij dat de in de polis omschreven zaken blijvend naar een ander adres binnen Nederland worden overgebracht. Indien de verzekering- nemer verzuimt hiervan kennis te geven dan vervalt de dekking 30 dagen na de datum van risicowijziging.
De verzekeringnemer kan op grond van deze wijziging de verzekering niet tussentijds beëindigen.
ARTIKEL 8.3
Herbeoordeling bij risicowijziging
Na ontvangst van een melding van een risicowijziging als bedoeld in artikel 3.33 en/of 8.2 zal de maatschappij aan de verzekeringnemer berichten of de verzekering al dan niet voortgezet kan worden en zo ja, of dit ongewijzigd zal geschieden of dat de premie en/of de voorwaarden zullen worden herzien. Wordt hierover met de verzeke- ringnemer geen overeenstemming bereikt, dan zal de ver- zekering door de maatschappij worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van 30 dagen.
ARTIKEL 8.4
Overgang van het verzekerde belang
Bij overgang van het verzekerde belang blijft de dekking van kracht gedurende 30 dagen na overgang, daarna alleen als de verzekering op naam van de nieuwe belang- hebbende is overgeschreven.
ARTIKEL 9
GELDIGHEIDSDUUR EN OPZEGMOGELIJKHEDEN
ARTIKEL 9.1
Contractsduur
De verzekering heeft een op het polisblad vermelde contractduur en wordt telkens stilzwijgend met een zelfde termijn verlengd.
ARTIKEL 9.2
Opzegmogelijkheden voor de maatschappij
De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door de maatschappij:
1 Tegen het einde van de op het polisblad vermelde contractsduur, met inachtneming van een opzeggings- termijn van twee maanden;
2 Indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie weigert te betalen of niet tijdig betaalt. In geval van niet tijdige betaling van de vervolgpremie echter uit- sluitend indien de maatschappij de verzekeringnemer na de premievervaldag vruchteloos tot betaling heeft aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum; die datum zal bij niet tijdige betaling van de vervolgpremie niet eerder zijn dan een datum die twee maanden na de dagteke- ning van de opzeggingsbrief ligt;
3 Binnen twee maanden na de ontdekking dat de ver- zekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekering- nemer daarbij heeft gehandeld met het opzet de maatschappij te misleiden dan wel de maatschappij de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum;
4 Na een zodanige wijziging van het risico, dat de maat- schappij overeenkomstig het bepaald in artikel 8.3 niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben verzekerd, met een opzegtermijn van tenminste 14 dagen;
5 Indien door de maatschappij voorgeschreven maat- regelen of voorzieningen ter beperking van het risico niet binnen de vastgestelde termijn zijn getroffen, met een opzegtermijn van tenminste 14 dagen;
6 Indien in geval van schade opzettelijk onjuiste gege- vens zijn verstrekt, met onmiddellijke ingang.
ARTIKEL 9.3
Opzegmogelijkheden voor de verzekeringnemer
De verzekering eindigt door een schriftelijke opzegging door verzekeringnemer:
1 Tegen het einde van de op het polisblad vermelde geldigheidsduur met inachtneming van een opzeg- termijn van tenminste twee maanden.
2 Binnen één maand na ontvangst van de mededeling van de maatschappij houdende een wijziging van premie- en of voorwaarden ten nadele van verzeke- ringnemer en/of verzekerde. De verzekering eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de mededeling van de verzekeraar ingaat, maar niet eerder dan een maand na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling.
3 Binnen twee maanden nadat de maatschappij tegen- over verzekeringnemer een beroep op de niet- nako- ming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De verzekering eindigt op de datum die in de opzeggingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
NADERE OMSCHRIJVINGEN
Atoomkernreacties
1 De verzekering geeft geen dekking indien de schade is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ont- staan.
2 De uitsluiting onder lid 1 geldt niet met betrekking tot schade veroorzaakt door radio-actieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige, of (niet-mili- taire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio-actieve stoffen.
Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kern- installatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
3 Voor zover krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, vindt lid 2 geen toepassing.
Blikseminslag
Onder blikseminslag wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe, waardoor ter plaatse van de blikseminslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of zich daarop bevin- dende zaken.
Brand
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroor- zaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Derhalve is onder andere geen brand:
– zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Inbraak
Onder inbraak wordt verstaan het met geweld verbreken van een afsluiting aan de buitenzijde van de opstal met het doel zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
Molest
Onder molest wordt verstaan:
– Gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Hieronder wordt mede verstaan het gewa- pend optreden van een Vredesmacht van de Verenigde Naties;
– Burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat;
– Opstand: georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat gericht tegen het openbaar gezag;
– Binnenlandse onlusten: min of meer georganiseerde gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
– Oproer: een min of meer georganiseerde plaatselijke beweging, gericht tegen het openbaar gezag;
– Muiterij: een min of meer georganiseerde gewelddadi- ge beweging van leden van enig gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
NB
De zes vermelde vormen van molest alsmede de definities daarvan, vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 novem- ber 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd.
Neervallen van luchtvaartuigen
Onverminderd het bepaalde in de molestclausule is ook gedekt schade aan de verzekerde zaken ten gevolge van het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, lan- dend of vallend luchtvaartuig, dan wel een daaraan ver- bonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier vermeld voorwerp.
Ontploffing
Onder ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeelte- lijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eens- klaps verlopende, hevige krachtsuiting van gassen of dam- pen, zulks met inachtname van het hierna bepaalde. Is de ontploffing ontstaan binnen een - al dan niet gesloten - vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen en dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds voor de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstro- men van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen en dam- pen, welke door een scheikundige reactie van vaste, vloei- bare gas- en dampvormige stoffen, of een mengsel daar- van, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van zaken als onder artikel 3 in de inleidende alinea genoem- de zaken door ontploffing is tevens gedekt de schade aan deze zaken welke als gevolg van die vernieling moeten worden aangemerkt.
NB
De tekst van deze clausule en de daarbij behorende toe- lichting is d.d. 5 april 1982, onder nummer 275/82, door de Vereniging van Brandassuradeuren in Nederland ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerd.
Storm
Onder storm wordt verstaan een windsnelheid van ten- minste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).