Personenautoverzekering
Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Mij. N.V.
Personenautoverzekering
Polisvoorwaarden Voorwaardenblad 300-91
bonus | verschul- | De overgang naar een andere |
malus | digd | bonus/malus-trede geschiedt: |
trede | premie- | |
percentage | na een verzekeringsjaar |
Algemene voorwaarden
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In de voorwaarden wordt verstaan onder:
zonder met 1 met 2 schade- schade- schade geval geval gevallen naar naar naar trede: trede: trede:
19 | 25 | 19 | 14 | 8 | |
1.1 Polisblad | 18 | 25 | 19 | 13 | 7 |
Het bij deze polis behorende blad met de gegevens en de | 17 | 25 | 18 | 12 | 7 |
nadere bepalingen ten aanzien van de voorwaarden van | 16 | 25 | 17 | 11 | 6 |
deze verzekering; | 15 | 25 | 16 | 10 | 6 |
14 | 25 | 15 | 9 | 5 | |
13 | 30 | 14 | 8 | 4 | |
1.2 Motorrijtuig | 12 | 32,5 | 13 | 7 | 3 |
a. Het op het polisblad omschreven motorrijtuig; | 11 | 35 | 12 | 6 | 2 |
b. Een niet aan de verzekeringnemer toebehorend | 10 | 40 | 11 | 6 | 2 |
gelijksoortig motorrijtuig dat het onder a. vermelde vervangt | 9 | 45 | 10 | 5 | 1 |
gedurende de tijd waarin dat voor reparatie en/of | 8 | 50 | 9 | 4 | 1 |
onderhoud tijdelijk buiten gebruik is; | 7 | 55 | 8 | 3 | 1 |
6 | 60 | 7 | 2 | 1 | |
5 | 65 | 6 | 1 | 1 | |
1.3 Schadegeval | 4 | 75 | 5 | 1 | 1 |
Iedere gebeurtenis of een reeks van met elkaar verband | 3 | 85 | 4 | 1 | 1 |
houdende gebeurtenissen, waaruit voor de verzekeraar een | 2 | 95 | 3 | 1 | 1 |
verplichting tot schadevergoeding zou kunnen ontstaan. | 1 | 125 | 2 | 1 | 1 |
Artikel 2 Premie
2.1 Bonus/malus-regeling
a. Indien uit het polisblad blijkt dat de bonus/malusregeling van toepassing is, geldt de volgende schaal waardoor de verschuldigde premie afhankelijk is van het aantal in het voorafgaande verzekeringsjaar ontstane schadegevallen:
Na 3 of meer schadegevallen in een verzekeringsjaar is premie volgens trede 1 verschuldigd.
b. Een schadegeval heeft geen invloed op deze regeling, wanneer:
– de verzekeraar geen schadevergoeding verschuldigd is;
– de verzekeraar de door hem betaalde schade geheel heeft verhaald;
57-21.9109
– de verzekerde de gedane uitkeringen aan de verzekeraar heeft terugbetaald binnen 1 jaar nadat hem de omvang daarvan is medegedeeld.
De gevolgen van schaderegelingsovereenkomsten tussen verzekeraars onderling blijven buiten beschouwing.
c. Een schadegeval op de aansprakelijkheidsverzekering of op de casco-verzekering be¨ınvloedt de premies voor beide verzekeringsvormen.
2.2 Premievaststelling
De premie wordt berekend overeenkomstig de op het polisblad genoemde gegevens. Wijziging in een van die gegevens kan wijziging van de premie tot gevolg hebben.
2.3 Premiebetaling
De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en/of de assurantiebelasting vooruit te betalen, uiterlijk op de 30e dag nadat zij verschuldigd worden.
Indien deze termijn is verstreken zonder dat de verzekeringnemer heeft betaald of wanneer de verzekeringnemer weigert het verschuldigde te voldoen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van daarna plaatsvindende schadegevallen. Een ingebrekestelling door de verzekeraar is daarvoor niet vereist. De verzekeringnemer dient het verschuldigde alsnog te betalen. De dekking begint weer na de dag waarop het verschuldigde door de verzekeraar is ontvangen.
2.4 Terugbetaling van premie
Bij de bee¨ indiging van de verzekering, anders dan wegens kwade trouw van de verzekeringnemer, heeft de verzekeringnemer recht op terugbetaling van de premie over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is.
Dit recht heeft de verzekeringnemer niet in het geval genoemd in artikel 5.3 tenzij de verzekering binnen 3 jaar na de datum van bee¨ indiging bij nadere overeenkomst wordt voortgezet voor een ander motorrijtuig.
2.5 Vijf procent regeling
Zodra, in de verzekeringsperiode, gedurende drie achtereenvolgende verzekeringsjaren geen schadevergoeding ten laste van deze verzekering is gekomen, zal op de premie voor de WA-, WA+Extra dan wel de WA+Casco-dekking een doorlopende korting worden verleend van 5%.
Artikel 3 Wijziging van premies en/of voorwaarden
De verzekeraar heeft het recht de premies en/of de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan is de verzekeraar gerechtigd de premies en/of de voorwaarden van deze verzekering overeenkomstig die wijziging aan te passen en wel met ingang van de eerste premievervaldag na de invoering hiervan.
De verzekeringnemer wordt voor de premievervaldag van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd tenzij hij uiterlijk binnen 30 dagen na de premievervaldag schriftelijk het tegendeel heeft bericht.
In dit laatste geval eindigt de verzekering op de desbetreffende vervaldag of – indien de weigering van de aanpassing daarna plaatsvindt – op het tijdstip van weigering.
Artikel 4 Aanmelding van schade en verdere verplichtingen bij schade
4.1 Zodra een verzekerde kennis draagt van een schadegeval is hij verplicht:
– de verzekeraar zo spoedig mogelijk in te lichten;
– de verzekeraar alle gegevens daarover te verstrekken;
– alle stukken die hij daarover ontvangt direct aan de
verzekeraar door te zenden;
– zijn volle medewerking bij de afhandeling te verlenen;
– alle informatie naar waarheid te verstrekken;
– al hetgeen de belangen van de verzekeraar kan schaden na te laten.
4.2 Wanneer een verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, kan de verzekeraar hem niet verplichten tegen het gewezen vonnis hoger beroep in te stellen.
Artikel 5 Einde van de verzekering
De verzekering eindigt:
5.1 bij afloop van het contract indien de verzekeringnemer of de verzekeraar uiterlijk 2 maanden tevoren per brief aan de contractspartij heeft opgezegd;
5.2 overeenkomstig het in artikel 3 bepaalde, indien de verzekeringnemer weigert de wijziging van premies en/of voorwaarden te accepteren, die de verzekeraar op grond van dat artikel kan verlangen;
5.3 zodra de verzekeringnemer of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het motorrijtuig en tevens de feitelijke macht erover verliezen; de verzekeringnemer of zijn erfgenamen zijn verplicht de verzekeraar hiervan ten spoedigste, doch in ieder geval binnen 30 dagen, kennis te geven;
5.4 indien het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren;
de verzekeringnemer is verplicht de verzekeraar hiervan ten spoedigste, doch in ieder geval binnen 30 dagen, kennis te geven;
5.5 na schriftelijke opzegging door de verzekeraar:
a. binnen 30 dagen nadat een schadegeval dat voor de verzekeraar tot een verplichting tot uitkering kan leiden, hem ter kennis is gekomen;
b. binnen 30 dagen nadat hij een onder deze verzekering gereclameerde uitkering heeft verleend, dan wel heeft afgewezen;
c. indien de verzekeringnemer langer dan 3 maanden in gebreke is de premie, de kosten of de assurantiebelasting te betalen;
d. indien de verzekerde bij een beroep op de polis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
De verzekering eindigt in de onder 5.5 genoemde gevallen op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
De verzekeraar zal in deze gevallen een opzeggingstermijn van tenminste 14 dagen in acht nemen.
Artikel 6 Opzet
Op artikel 276 van het Wetboek van Koophandel (eigen schuld van de verzekerde) zal door de verzekeraar slechts een beroep worden gedaan tegenover de verzekerde voor wie de schade het beoogde of zekere gevolg was van zijn handelen of nalaten.
Artikel 7 Molest/Atoomkernreactie
Een verzekerde heeft geen aanspraak op dekking, indien de schade is veroorzaakt:
a. door of is ontstaan uit een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij; de 6 genoemde vormen van molest alsmede de definities daarvan vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd;
b. gedurende de tijd dat het motorrijtuig door een burgerlijke of militaire overheid was gevorderd;
c. door, is opgetreden bij of is voortgevloeid uit een atoomkernreactie, onverschillig hoe de reactie is ontstaan.
N.B. De in het kader van deze verzekering verstrekte persoonsgegevens en de eventueel nader over te leggen persoonsgegevens kunnen worden opgenomen in de door de maatschappij gevoerde persoonsregistratie. Op deze registratie is een privacy-reglement van toepassing.
Voorwaardenblad 301-93
Voorwaarden aansprakelijkheids- verzekering Personenauto
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in de verzekerings voorwaarden mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijk heidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
Artikel 1 Aanvullende begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerden
Verzekerden zijn de op het polisblad vermelde verzekeringnemer, de bezitter, de houder, de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig, alsmede hun werkgever indien hij krachtens artikel 6:170 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk is.
1.2 Schade
Onder schade wordt verstaan schade aan personen en schade aan zaken.
a. Schade aan personen
Onder schade aan personen wordt verstaan schade als gevolg van letsel of benadeling van de gezondheid van personen, al of niet de dood tot gevolg hebbend, met inbegrip van de schade die daaruit voortvloeit.
b. Schade aan zaken
Onder schade aan zaken wordt verstaan schade als gevolg van beschadiging, vernietiging of verdwijning van zaken met inbegrip van schade die daaruit voortvloeit.
Artikel 2 Omvang van de dekking
2.1 Aansprakelijkheid
Tot ten hoogste de daarvoor op het polisblad genoemde verzekerde som per gebeurtenis, dekt de verzekering de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en zaken veroorzaakt door of met:
a. het motorrijtuig;
b. een aanhangwagen zolang die aan het motorrijtuig is gekoppeld, dan wel daarvan is losgemaakt of losgeraakt maar nog niet buiten het verkeer tot stilstand is gekomen;
c. de lading die zich op of in het motorrijtuig of de aan hangwagen bevindt dan wel daarvan/daaruit – anders dan bij het laden of lossen – valt of is gevallen.
In de tot het verzekeringsgebied behorende landen waar krachtens een met de WAM overeenkomende wet een hoger maximum bedrag is voorgeschreven, geldt dat hogere bedrag.
2.2. Kosten ter voorkoming of vermindering van schade
Krachtens de verzekering worden – ook boven de verzekerde som – vergoed de kosten in de zin van artikel 283 Wetboek van Koophandel, die een verzekerde heeft gemaakt om schade te verminderen of om onmiddellijk dreigende schade te voorkomen, mits hij voor die schade, indien gevallen, aansprakelijk is en die aansprakelijkheid onder de dekking van de polis valt. Deze kosten worden per schadegeval vergoed tot ten hoogste een bedrag gelijk aan de verzekerde som.
2.3. Kosten van verweer
Krachtens de verzekering worden in geval van een gedekte schade – ook boven de verzekerde som – vergoed:
a. de kosten van verweer dat onder leiding van de maatschappij wordt gevoerd, zulks ook in een eventueel door een benadeelde tegen een verzekerde of de maatschappij aanhangig gemaakt proces, alsmede
de daaruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan de verzekerde of de maatschappij mocht worden veroordeeld;
b. de kosten van rechtsbijstand die op verlangen van de maatschappij wordt verleend in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafgeding.
2.4. Wettelijke rente
Krachtens de verzekering wordt in geval van een gedekte schade tevens vergoed – ook boven de verzekerde som de wettelijke rente over het door de verzekering gedekte deel van de hoofdsom.
2.5. Borgsom
Indien ter waarborging van de rechten van de benadeelde door een overheid het stellen van een zekerheid wordt verlangd om de opheffing van de vrijheidsbeperking
van een verzekerde of van een op het motorrijtuig gelegd beslag te verkrijgen, zal de maatschappij deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 45.378,– voor alle verzekerden tezamen, mits de verzekerde te wiens behoeve dit geschiedt jegens de maatschappij ter zake van de schade aanspraak op vergoeding heeft. De verzekerde is verplicht de maatschappij te machtigen
over de zekerheidstelling te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven; hij zal alle medewerking moeten verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
2.6. Gezinsmotorrijtuig
De maatschappij vergoedt schade met of door het motor rijtuig toegebracht aan een ander motorrijtuig of een niet aan het schade toebrengende motorrijtuig gekoppelde aanhangwagen waarvan de verzekeringnemer bezitter of houder is, voor zover:
– de schade is toegebracht door schuld van de feitelijke bestuurder;
– de beide voertuigen hoofdzakelijk door de verzekering nemer of de bij hem inwonende gezinsleden worden bestuurd/gebruikt;
tenzij een beroep op een andere verzekering kan worden gedaan.
2.7. Vervoer van gewonden
Schade aan de stoffering van het motorrijtuig, ontstaan door het kosteloos vervoer van gewonden wordt door de maatschappij vergoed. Een eventueel geldend eigen risico is niet van toepassing. Een beroep op deze dekking heeft geen invloed op de bonus/malusregeling.
Artikel 3 Schaderegeling
De maatschappij heeft het recht benadeelden recht streeks schadeloos te stellen en schikkingen met hen te treffen.
Artikel 4 Uitsluitingen
De verzekerde heeft geen aanspraak op dekking indien:
4.1 schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen aan snelheidswedstrijden of ritten;
4.2 de schade is veroorzaakt terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
x. xxxxxxx (waaronder begrepen leasing);
b. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan privévervoer tegen een tegemoet koming in de kosten);
4.3 de schade is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig:
a. door een vonnis of een daartoe bevoegde instantie, de rijbevoegdheid was ontzegd;
b. geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig behoort, tenzij de bestuurder
– heeft verzuimd het rijbewijs te laten verlengen maar de rijbevoegdheid nog wel bezit, dan wel
– minder dan 3 maanden tevoren is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen, maar het vereiste rijbewijs nog niet werd uitgereikt;
4.4 een verzekerde een in artikel 4 van de Algemene Voorwaarden genoemde verplichtingen bij een schadegeval niet is nagekomen;
4.5 de schade is veroorzaakt door een niet door de verzekeringnemer gemachtigde bestuurder;
4.6 met betrekking tot een vervangend motorrijtuig een beroep kan worden gedaan op een andere verzekering al dan niet van oudere datum;
Voorwaarden aansprakelijkheidsverzekering Personenauto | Voorwaardenblad 301-93 2
4.7 het schade aan zaken betreft die de verzekering nemer, de bezitter, de houder of de bestuurder van het motorrijtuig toebehoren, die hij onder zich had of die met het motorrijtuig werden vervoerd. Deze uitsluiting geldt niet voor bagage van de passagiers en voor de gedekte schade aan een gezinsmotorrijtuig;
4.8 het schade aan personen betreft die is toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig.
De uitsluitingen genoemd onder 4.1 t/m 4.5 gelden niet voor een verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft. Van het verhaalsrecht als bedoeld in artikel 5 zal dan geen gebruik worden gemaakt.
Artikel 5 Verhaal
Zodra de maatschappij ingevolge de WAM of een met de WAM overeenkomstige buitenlandse wet schade vergoeding is verschuldigd en een verzekerde geen aanspraak heeft op dekking, heeft de maatschappij het recht het door haar verschuldigde, met inbegrip van de kosten, te verhalen op:
– de aansprakelijke verzekerden – niet de verzekering nemer – tenzij zij te goeder trouw mochten aannemen dat hun aansprakelijkheid geheel of gedeeltelijk was gedekt;
– de verzekeringnemer.
Schaderegelingsovereenkomsten tussen verzekeraars onderling beïnvloeden het recht op verhaal niet.
De maatschappij zal, mits is voldaan aan de verplichting tot kennisgeving overeenkomstig artikel 5 van de Alge mene Voorwaarden, van haar verhaalsrecht tegenover de verzekeringnemer of zijn erfgenamen geen gebruik
maken indien de schade door een ander dan een van deze personen is veroorzaakt nadat de verzekering is geëindigd.
Voorwaarden aansprakelijkheidsverzekering Personenauto | Voorwaardenblad 301-93 3
6510.1011
Voorwaarden aansprakelijkheidsverzekering Personenauto | Voorwaardenblad 301-93 4
Voorwaardenblad 303-91
Voorwaarden Cascoverzekering Personenauto
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Artikel 1 Omvang van de dekking
1.1 Verzekerde sommen
Als maximum verzekerde som voor het motorrijtuig geldt de som die is vermeld op het polisblad achter ‘Casco’.
De verzekerde som wordt bepaald op basis van de door de fabrikant, importeur of dealer voor de standaarduitvoering van het type motorrijtuig oorspronkelijk vastgestelde catalogusprijs, vermeerderd met de waarde van de toevoegingen en veranderingen – uitgezonderd beeld- en/of geluidsapparatuur – voorzover deze de standaarduitvoering hebben gewijzigd.
Boven de verzekerde som zijn meeverzekerd:
– tot een maximum van A 454,–;
de op, aan of in het motorrijtuig bevestigde onderdelen die niet tot de standaarduitvoering behoren. Beeld-, geluids- en/of zendapparatuur met toebehoren wordt hiertoe niet gerekend.
– tot een maximum van A 454,–:
de op, aan of in het motorrijtuig bevestigde niet tot de standaarduitvoering behorende beeld- en/of geluidsapparatuur.
– tot een maximum van A 113,–:
de losse specifieke autotoebehoren die zich op het moment van de schade in het motorrijtuig bevinden.
1.2 Verzekerde risico’s
De verzekering dekt de verzekeringnemer tegen schade aan of verlies van het motorrijtuig – of delen daarvan – door:
a. brand, blikseminslag, ontploffing of kortsluiting,
x. xxxxx van een of meer ruiten van het motorrijtuig, waaronder begrepen zonnedaken,
ook wanneer een eigen gebrek van het motorrijtuig de oorzaak is;
x. xxxxxxxxx met of diefstal van het motorrijtuig – of delen daarvan – of braak aan het motorrijtuig of pogingen daartoe;
d. oplichting of verduistering van het motorrijtuig door anderen dan de verzekeringnemer;
e. een van buiten komend onheil ontstaan gedurende de tijd, dat de verzekeringnemer door de onder c. en d. genoemde gebeurtenissen niet de beschikking had over het motorrijtuig;
f. botsing met vogels, wild of loslopende dieren;
g. storm (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14 m per seconde, windkracht 7), overstroming, vloedgolf, hagel, lawines, vallend gesteente, aardbeving, aardverschuiving, vulkanische uitbarsting;
h. relletjes (waaronder niet begrepen baldadigheid en vandalisme);
i. het in aanraking komen met luchtvaartuigen of delen daarvan;
j. een van buiten komend onheil gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen;
x. xxxxxxx, omslaan, van de weg of te water geraken, ook wanneer een eigen gebrek van het motorrijtuig de oorzaak is;
l. ieder ander van buiten komend onheil.
1.3 Schade door eigen gebrek
Indien het motorrijtuig:
– niet ouder is dan 3 jaar;
– niet meer dan 100.000 km heeft gereden;
– blijkens het kentekenbewijs eigendom is van de eerste eigenaar,
dekt deze verzekering, indien daarvoor geen beroep op een andere voorziening kan worden gedaan, tevens schade aan motor en/of aandrijving, voorzover die schade voortvloeit uit een eigen gebrek, echter met uitsluiting van schade die het gevolg is van slijtage of van het niet (laten) verrichten van het door de fabrikant of importeur voorgeschreven onderhoud.
Deze dekking geldt voor de volgende onderdelen:
a. motor
de motor met alle inwendige onderdelen (uitgezonderd verbrande kleppen en klepzetels), distributie, spruitstukken, vliegwiel, ventilator, turbo, koelsysteem en brandstofsysteem (met uitzondering van elektronische componenten);
b. transmissie
versnellingsbakhuis met alle inwendige onderdelen, alsmede koppelomvormer, hulpversnellingsbak, koppelingsplaat met drukgroep;
c. aandrijving
ashuis/differentieelhuis voor en achter met alle inwendige onderdelen, alsmede aandrijfassen, kruiskoppelingen, wiellagers en naven;
d. elektrische installatie
dynamo, spanningsregelaar en startmotor.
Vergoeding van schade als gevolg van oorzaken zoals genoemd in artikel 1.2 a. t/m j. en 1.3 heeft geen invloed op de bonus/malus-regeling.
1.4 Berging, bewaking en vervoer
Voorzover niet anders in de voorwaarden is geregeld, vergoedt de verzekeraar in geval van een gedekte schade aan het motorrijtuig bovendien de kosten van berging, noodzakelijke bewaking en – indien het motorrijtuig niet op eigen kracht kan rijden – vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde reparateur.
Artikel 2 Schaderegeling
2.1 Schadevergoeding
De verzekeraar vergoedt tot ten hoogste de verzekerde sommen:
a. in geval van schade aan het motorrijtuig, uitsluitend de reparatiekosten;
145-10.0201A
b. het verschil tussen de waarden van het motorrijtuig onmiddellijk voor en na het ontstaan van de schade, indien de kosten van de reparatie meer zullen bedragen dan dat verschil;
c. in geval van verlies van het motorrijtuig de waarde daarvan onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade.
De verzekeraar behoudt zich het recht voor om, indien de schadevergoeding wordt geregeld op basis van totaal verlies (in technische zin), het wrak van het motorrijtuig te doen overdragen aan een door haar aan te wijzen partij. Vergoeding van de schade zal niet eerder plaatsvinden dan nadat verzekeringnemer alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs aan de verzekeraar heeft overhandigd.
In geval van diefstal, joyriding, oplichting of verduistering kan de verzekeringnemer eerst recht op vergoeding doen gelden indien het motorrijtuig niet kan worden terug verkregen binnen 30 dagen na de aangifte van die gebeurtenis bij de politie.
Gedurende deze termijn is de verzekeraar door de verzekeringnemer gemachtigd, het motorrijtuig terug te vorderen van degene bij wie het mocht worden aangetroffen. Bij het aanvaarden van de schadevergoeding is verzekeringnemer verplicht de eigendomsrechten met betrekking tot het vergoede motorrijtuig aan de verzekeraar over te dragen.
2.2 Nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling
Voor een motorrijtuig dat bij afgifte van het Nederlandse kentekenbewijs nieuw was en op het tijdstip van de gebeurtenis niet ouder is dan 3 jaar, wordt de waarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade als volgt bepaald:
a. ontstaat de schade binnen 12 maanden na de datum van afgifte van dit kentekenbewijs, dan wordt deze waarde vastgesteld op de dan geldende nieuwwaarde;
b. ontstaat de schade na deze 12 maanden, dan wordt vanaf de 13e maand de dan geldende nieuwwaarde verminderd met 11/2% per maand of gedeelte van een maand over de eerste A 9.076,– en met 2% over het
meerdere;
c. de met inachtneming van deze nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling vastgestelde schadevergoeding kan de verzekerde som voor ‘Casco’ overtreffen.
2.3 Twee/derde regeling
Indien de reparatiekosten meer bedragen dan 2/3 van de volgens de nieuwwaarde- en afschrijvingsregeling vastgestelde waarde, kan de verzekeringnemer aanspraak maken op vergoeding van het verschil tussen die waarde en de waarde van het motorrijtuig na de schade.
2.4 Dagvergoeding
Terzake van een gedekte schade door joyriding, diefstal, oplichting of verduistering vergoedt de verzekeraar aan de verzekeringnemer, ook boven de verzekerde sommen, doch tot ten hoogste A 330,– per schadegeval, vanaf de datum van de aangifte van de gebeurtenis bij de politie, A 11,– voor iedere dag waarop de verzekeringnemer niet over het op het polisblad omschreven motorrijtuig kan beschikken.
Artikel 3 Uitsluitingen
De verzekeraar is geen vergoeding verschuldigd wanneer:
3.1 schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen aan snelheidswedstrijden of -ritten;
3.2 de schade is veroorzaakt, terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
x. xxxxxxx (waaronder begrepen leasing);
b. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan privé-vervoer tegen een tegemoetkoming in de kosten);
3.3 de schade is veroorzaakt, terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig:
a. door een vonnis de bevoegdheid heeft verloren een motorrijtuig te besturen;
b. geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig behoort, tenzij de bestuurder
– heeft verzuimd het rijbewijs te laten verlengen maar de rijbevoegdheid nog wel bezit, dan wel
– minder dan 3 maanden tevoren is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen, maar het vereiste rijbewijs nog niet werd uitgereikt;
3.4 een verzekerde een van de in artikel 4 van de Algemene Voorwaarden genoemde verplichtingen bij een schadegeval niet is nagekomen;
3.5 de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van het schadegeval onder zodanige invloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeerde, dat hij niet in staat moest worden geacht het motorrijtuig naar behoren te besturen;
3.6 met betrekking tot een vervangend motorrijtuig een beroep kan worden gedaan op een andere verzekering al dan niet van oudere datum;
3.7 het schade betreft aan zend-/ontvangstapparatuur zoals autotelefoons, mobilofoons, 27 mc-installaties, alsmede semafoons;
De uitsluitingen genoemd onder 3.1 t/m 3.5 gelden niet voor een verzekerde die aantoont, dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Artikel 4 Afstand van verhaalsrecht
De verzekeraar doet afstand van zijn recht op verhaal van de door hem betaalde vergoeding op:
a. de door verzekeringnemer gemachtigde bestuurder en passagiers,
b. de werkgever van de onder 4.a. bedoelde personen indien hij voor hen aansprakelijk is,
tenzij voor hen een uitsluiting van toepassing is.
Voorwaardenblad 358-91
Voorwaarden Schadeverzekering voor Inzittenden
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Artikel 1 Verzekerden
Verzekerden zijn degenen die zich met toestemming van de verzekeringnemer in (de cabine van) het motorrijtuig bevinden, dan wel:
a. daarin of daaruit stappen;
b. gedurende de rit – langs de weg – aan het motorrijtuig een noodreparatie verrichten of daarbij behulpzaam zijn;
c. zich ophouden bij een tankstation waar het motorrijtuig wordt voorzien van brandstof.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
2.1 schade
Onder schade wordt verstaan:
x. xxxxxx tengevolge van letsel of benadeling van de gezondheid van verzekerden, al dan niet de dood tengevolge hebbend;
b. schade tengevolge van beschadiging of vernietiging van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van een verzekerde, met uitzondering van schade aan motorrijtuigen.
2.2 ongeval
Onder een ongeval wordt verstaan een plotseling onverwacht van buiten af, op het lichaam van de verzekerde, inwerkend geweld waaruit rechtstreeks een medisch vast te stellen letsel is ontstaan.
2.3 verkeersongeval
Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijding waarbij het motorrijtuig is betrokken.
Artikel 3 Omvang van de dekking
Tot ten hoogste de op het polisblad daarvoor genoemde som per schadegeval dekt de verzekering de verzekerden voor schade door (verkeers-)ongevallen.
Artikel 4 Schaderegeling
4.1 vaststelling vergoeding
Wordt een verzekerde gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van degenen die recht hebben op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:106, 6:107 en 6:108 van het Burgerlijk Wetboek dienovereenkomstig van kracht zijn.
4.2 aansprakelijkheidsverzekering
Indien een verzekerde burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de onder deze rubriek gedekte schade, zal de betaling geschieden krachtens de rubriek aansprakelijkheid.
4.3 rechthebbenden
Op deze verzekering kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen.
4.4 autogordels
Onverlet het bepaalde in artikel 6 van de Algemene Voorwaarden kan het niet dragen van in het motorrijtuig aanwezige autogordels eigen schuld aan de schade opleveren. Die eigen schuld zal, naar de maatstaven van het burgerlijk recht, bij de vaststelling van de schade worden toegerekend.
Artikel 5 Uitsluitingen
Een verzekerde heeft geen aanspraak op dekking indien:
5.1 de schade is veroorzaakt tijdens het deelnemen aan snelheidswedstrijden of -ritten;
5.2 de schade is veroorzaakt, terwijl het motorrijtuig werd gebruikt voor:
x. xxxxxxx (waaronder leasing);
b. vervoer van personen tegen betaling (waaronder niet wordt verstaan het prive´-vervoer tegen een tegemoetkoming in de kosten);
5.3 de schade is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig:
a. door een vonnis de bevoegdheid heeft verloren een motorrijtuig te besturen;
b. geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs voor de categorie waartoe het motorrijtuig behoort, tenzij die bestuurder
– heeft verzuimd het rijbewijs te laten verlengen, maar de rijbevoegdheid nog wel bezit, dan wel
– minder dan 3 maanden tevoren is geslaagd voor het rijvaardigheidsexamen maar het vereiste rijbewijs nog niet werd uitgereikt;
5.4 een verzekerde een van de in artikel 4 van de Algemene Voorwaarden genoemde verplichtingen bij een schadegeval niet is nagekomen;
5.5 het ongeval mogelijk is geworden door het onder invloed zijn van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel.
De uitsluitingen gelden niet voor een verzekerde die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Artikel 6 Premie
De bonus/malusregeling is op deze voorwaarden niet van toepassing.
299-10.9507
Voorwaardenblad 354-90
Voorwaarden Rechtsbijstandverzekering
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Artikel 1 Verzekerden
De verzekerden zijn:
1.1
a. de verzekeringnemer;
b. de door deze gemachtigde bestuurder en de met het hierna bedoelde motorrijtuig vervoerde personen;
c. de nagelaten betrekkingen van de verzekerde, indien en voorzover zij een vordering kunnen instellen tot voorziening in de kosten van levensonderhoud naar aanleiding van een gebeurtenis waarbij de verzekerde is betrokken en waarvoor krachtens de verzekering aanspraak op rechtsbijstand bestaat;
1.2
a. de eigenaar van het vervangende motorrijtuig voor de duur van de hierna bedoelde vervanging;
b. de eigenaar van de aanhangwagen of oplegger, zolang de verzekerde houder van de aanhangwagen of oplegger is;
voor verhaal van xxxxxx aan dit motorrijtuig respectievelijk de aanhangwagen of oplegger toegebracht.
1.3
Aanspraak op rechtsbijstand hebben:
a. de verzekeringnemer;
b. de verzekerde, niet zijnde de verzekeringnemer, mits binnen de grenzen van de verzekering geen strijdig belang aanwezig is bij de verzekeringnemer of een andere verzekerde krachtens de polis.
Artikel 2 Begripsomschrijvingen
2.1 SRK: SRK RECHTSBIJSTAND (Stichting Schaderegelingskantoor voor Rechtsbijstandverzekering), Europaweg 151
Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxxx
tel. 000-0000000
fax 000-0000000
De maatschappij heeft voor uitvoering van de polisdekking SRK RECHTSBIJSTAND aangewezen.
2.2 Gebeurtenis
het feitelijke voorval of de reeks met elkaar verband houdende voorvallen die leiden tot een concreet te definiëren juridisch probleem en waarbij verzekerde is betrokken; indien sprake is van een reeks met elkaar verband houdende voorvallen, is het tijdstip van het eerste voorval in die reeks bepalend voor de vaststelling van het tijstip van de gebeurtenis.
2.3 Wachttermijn
de termijn waarbinnen geen rechten aan de verzekering kunnen worden ontleend; deze termijn is in de voorwaarden nader omschreven en geldt vanaf de ingangsdatum van de verzekering.
2.4 Motorrijtuig
Onder het motorrijtuig wordt tevens verstaan: de aanhangwagen of oplegger, die aan het motorrijtuig is gekoppeld of daarvan is losgeraakt, met dien verstande dat bij andere motorrijtuigen dan die waarvoor het rijbewijs A, B, dan wel B-E is toegestaan, opgave aan de verzekeraar van die aanhangwagen of oplegger vereist is.
2.5 Rechtens bevoegde deskundige
een terzake kundige die, krachtens toepasselijke regels inzake procesbevoegdheid in de gerechtelijke of administratieve procedure, de noodzakelijke rechtsbijstand mag verlenen.
2.6 Expert:
de erkende deskundige op het gebied van bijvoorbeeld agrarische-, auto-, bouw-, medische-, techische-expertise en andere gebieden, die ter ondersteuning van een zaak een rapport uitbrengt.
Artikel 3 Omvang van de dekking
Deze verzekering dekt:
a. het verlenen van rechtsbijstand, zoals omschreven in de artikelen 3.1 t/m 3.6;
b. het vergoeden van kosten van rechtsbijstand, zoals omschreven in artikel 10;
c. het risico van onvermogen van een wettelijk aansprakelijke derde, zoals omschreven in artikel 11;
x. xxxxxx of borgstelling, zoals omschreven in artikel 3.3.
3.1 Verhaalrechtsbijstand
Rechtsbijstand bij het verhalen van een door de verzekerde geleden schade die is ontstaan door een verkeersongeval of een ander van buitenkomend onheil waarbij het motorrijtuig was betrokken en werd beschadigd.
– Optreden: alleen eisend
– Dekkingsgebied: Europa – Aziatisch Turkije –
Israël – Marokko – Tunesië
– Toepasselijk recht: het recht van een van de
landen van het dekkingsgebied
– Wachttermijn: geen.
3.2 Strafrechtsbijstand
Rechtsbijstand bij strafzaken nadat een verzekerde verdacht van een verkeersovertreding of verkeersmisdrijf waarbij het motorrijtuig was betrokken, is gedagvaard.
– Dekkingsgebied: Europa – Aziatisch Turkije –
Israël – Marokko – Tunesië
– Toepasselijk recht: het recht van een van de
landen van het dekkingsgebied
– Wachttermijn: geen.
90-90.0201A
Geen rechtsbijstand wordt verleend indien:
a. door betaling van een geldsom strafvervolging kon/kan worden voorkomen;
b. sprake is van een (voorwaardelijk) opzetdelict, dan wel opzet (mede) ten laste wordt gelegd. Blijkt uit het vonnis van de rechter dat er geen veroordeling wegens opzet volgt, dan worden de kosten van rechtsbijstand alsnog vergoed indien tegen het vonnis van de rechter geen rechtsmiddelen meer openstaan.
3.3 Cautie of borgstelling
Indien van een verzekerde in verband met een strafzaak cautie (te stellen zekerheid) wordt geëist ter opheffing van een hem opgelegde vrijheidsbeperking of van een beslag op zijn motorrijtuig, betaalt het SRK die cautie tot een bedrag van A 22.689,– per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen.
Wanneer een cautie is gesteld, dient de verzekerde het SRK schriftelijk te machtigen tot het beschikken over het als zekerheid gestorte bedrag, zodra dat is vrijgegeven. Indien als gevolg van een strafrechtelijke veroordeling de gestelde cautie niet of slechts ten dele wordt vrijgegeven, is de verzekerde verplicht het niet vrijgegeven bedrag aan het SRK terug te betalen.
3.4 Teruggave rijbewijs of inbeslaggenomen motorrijtuig
Rechtsbijstand bij verzoeken tot teruggave, gericht aan een overheidsinstantie ter zake van:
a. een inbeslaggenomen rijbewijs;
b. een inbeslaggenomen kentekenbewijs van een motorrijtuig van de verzekerde;
c. een ingevorderd of inbeslaggenomen motorrijtuig van de verzekerde.
– Dekkingsgebied: Europa
– Toepasselijk recht: het recht van een van de
landen van Europa
– Wachttermijn: geen.
3.5 Revindicatie
Rechtsbijstand bij het opeisen van het motorrijtuig in de zin van artikel 5:2 van het Burgerlijk Wetboek.
– Optreden: xxxxxx, als eigenaar, verwerend, als bezitter te goeder trouw.
– Dekkingsgebied: Europa
– Toepasselijk recht: het recht van een van de
landen van Europa
– Xxxxxxxxxxxx: drie maanden.
Geen rechtsbijstand wordt verleend indien het een motorrijtuig betreft dat:
a. tweedehands is gekocht zonder BOVAG (of daaraan gelijkwaardig) garantiebewijs;
b. in een vrijwaringsprocedure is of wordt betrokken.
3.6 Contractsrechtsbijstand motorrijtuigen Rechtsbijstand bij juridische problemen van de verzekerde inzake aankoop, onderhoud, reparatie of revisie van het motorrijtuig.
– Optreden: eisend en verwerend
– Dekkingsgebied: Nederland, België, Luxemburg
en Bondsrepubliek Duitsland
– Toepasselijk recht: Nederlands, Belgisch,
Luxemburgs of Duits recht
– Xxxxxxxxxxxx: drie maanden.
Geen rechtsbijstand wordt verleend bij juridische problemen omtrent tweedehands gekochte motorrijtuigen zonder BOVAG (of daaraan gelijkwaardig) garantiebewijs.
Artikel 4 Franchise
De verzekerde kan geen rechten aan deze verzekering ontlenen indien het financiële belang van de verzekerde minder dan A 68,– bedraagt.
Deze bepaling geldt niet voor strafrechtsbijstand.
Artikel 5 Geldigheidsduur van de dekking
5.1 De in artikel 3 omschreven dekking is van kracht indien de gebeurtenis plaatsvindt gedurende de looptijd van de verzekering en buiten de wachttermijn, voorzover die van toepassing is.
5.2 Er kunnen geen rechten aan de verzekering worden ontleend indien de verzekerde een gebeurtenis aanmeldt:
a. meer dan 12 maanden na het ontslaan van het juridisch probleem;
b. meer dan 6 maanden na beëindiging van de verzekering.
Artikel 6 Aanmelding van de zaak en verplichtingen van de verzekerde
6.1 Indien een gebeurtenis plaatsvindt waarbij de verzekerde rechten aan de verzekering wil ontlenen, is hij verplicht:
a. de gebeurtenis zo spoedig mogelijk te melden bij het SRK onder vermelding van alle gegevens, alle feiten en alle omstandigheden die tot de gebeurtenis hebben geleid;
b. alle door het SRK verlangde medewerking te verlenen, ook als het gaat om terugvordering van kosten;
c. het SRK op de hoogte te blijven houden van nieuwe feiten en ontwikkelingen in de zaak en volle medewerking te verlenen bij de uitvoering van de polis;
d. zich te onthouden van alles wat de belangen van het SRK/de maatschappij zou kunnen schaden;
e. zich op verzoek van het SRK bij een strafzaak civiele partij te stellen.
6.2 Door de gebeurtenis aan te melden machtigt de verzekerde het SRK, onder uitsluiting van ieder ander, tot het – zowel in als buiten rechte – behartigen van zijn belangen.
Artikel 7 Verlenen van rechtsbijstand
7.1 Rechtsbijstand wordt verleend indien een gebeurtenis een concreet te definiëren juridisch probleem oplevert.
7.2 Het SRK zal rechtsbijstand (blijven) verlenen voorzover naar de mening van het SRK een redelijke kans bestaat het beoogde resultaat te bereiken. Indien succes in redelijkheid niet te verwachten is, zal het SRK dit gemotiveerd meedelen aan de verzekerde.
7.3 Het SRK behandelt de aangemelde zaken in principe zelf. Te allen tijde zal, voorzover mogelijk, in eerste instantie een regeling in der minne worden nagestreefd.
7.4 Indien een procedure in rechte gevoerd moet worden, zal het SRK, voorzover mogelijk zelf, de bijstand verlenen.
Artikel 8 Inschakeling van advocaten en andere rechtens bevoegde deskundigen
8.1 Indien ingevolge de polisvoorwaarden of naar de mening van het SRK een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige moet worden ingeschakeld, heeft de verzekerde het recht deze naar eigen keuze aan te wijzen. Heeft verzekerde geen voorkeur, dan geeft het SRK opdracht aan een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige van zijn keuze.
8.2 Uitsluitend het SRK heeft de bevoegdheid om namens de verzekerde de opdracht aan de advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige te verstrekken.
8.3 Indien de Nederlandse rechter bevoegd is, komen uitsluitend advocaten en andere rechtens bevoegde deskundigen in aanmerking die in Nederland zijn ingeschreven of rechtens zijn toegelaten en in Nederland kantoor houden.
8.4 Indien een buitenlandse rechter bevoegd is, komen uitsluitend advocaten en andere rechtens bevoegde deskundigen in aanmerking die bij het desbetreffende buitenlandse gerecht staan ingeschreven of rechtens zijn toegelaten.
8.5 Indien bij een verkeersongeval buiten Nederland rechtsbijstand direct noodzakelijk is, heeft de verzekerde het recht zonder vooroverleg met het SRK een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige in te schakelen die is genoemd in het SRK-Informatieblad ’Buitenlandse Juridische Organisatie’. De verzekerde zelf mag pas afspraken over het honorarium maken na overleg met het SRK.
Bij inschakeling van anderen dan in het SRK-Informatieblad genoemden, dient vooroverleg met het SRK plaats te vinden.
8.6 Indien een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige is ingeschakeld, is de verzekerde verplicht – al dan niet via zijn advocaat of zijn deskundige – het SRK op de hoogte te houden van de voortgang.
8.7 Alvorens tot het aanwenden van rechtsmiddelen over te gaan of werkzaamheden buiten de door het SRK verstrekte opdracht te verrichten, dient de advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige toestemming te hebben van het SRK.
8.8 Het SRK zal per aangemelde gebeurtenis slechts aan één advocaat of aan één andere rechtens bevoegde deskundige opdracht verstrekken voor het verlenen van rechtsbijstand.
8.9 Het SRK is jegens de verzekerde niet aansprakelijk voor vorderingen die zouden kunnen voortvloeien uit de keuze van een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige of de door hem verrichte diensten.
Artikel 9 Inschakeling van experts
9.1 Indien het SRK meent dat een expertiserapport moet worden uitgebracht, zal het SRK voor inschakeling van de expert zorgdragen en hem namens de verzekerde de opdracht verstrekken.
9.2
a. Indien de verzekerde het niet eens is met het expertiserapport, staat het hem vrij – voor eigen rekening – een tweede rapport door een andere expert te laten opmaken.
b. Mocht het SRK het tweede rapport in de zaak betrekken, dan zal het de kosten die aan dat rapport verbonden zijn, aan de verzekerde terugbetalen.
9.3 Het SRK is jegens de verzekerde niet aansprakelijk voor vorderingen die zouden kunnen voortvloeien uit de keuze van de expert of de door hem verrichte diensten.
Artikel 10 Vergoeding van kosten
10.1 Vergoed worden:
a. de honoraria en de verschotten van de overeenkomstig de artikel 8 en 9 ingeschakelde advocaat, procureur, deurwaarder, andere rechtens bevoegde deskundige en expert;
b. de proces- en gerechtskosten, de kosten van arbitrage of de kosten van bindend advies; hieronder zijn niet begrepen afkoopsommen, boetes en andere bij wijze van straf opgelegde maatregelen;
c. de kosten van getuigen in een gerechtelijke en administratieve procedure;
d. de kosten van de tegenpartij, voorzover zij krachtens een rechtelijke uitspraak, arbitraal vonnis of bindend advies ten laste van de verzekerde komen;
x. xx xxxx- en verblijfkosten van de verzekerde indien zijn persoonlijk verschijnen door een buitenlandse rechterlijke instantie wordt gelast. Het maximum van de vergoeding is gebaseerd op de reiskosten – 1e klas – per trein of boot, dan wel op de kosten van de vliegreis, voorzover die – inclusief de verblijfkosten – niet hoger zijn dan de kosten van de boot- of treinreis inclusief de verblijfkosten. Voor verblijfkosten geldt een maximum vergoeding van A 113,– per dag.
10.2 Het SRK heeft het recht de kosten van rechtsbijstand rechtstreeks aan belanghebbende te betalen.
10.3 Indien bij een proces, arbitrage of bindend advies de tegenpartij tot vergoeding in de kosten wordt veroordeeld, komt het bedrag van die kosten, voor zover zij voor rekening van het SRK zijn, ten gunste van het SRK.
10.4 Indien de verzekerde de BTW kan verrekenen met de door hem verschuldigde BTW-afdrachten, komt die BTW- toeslag niet voor vergoeding in aanmerking.
10.5 Indien de verzekerde op grond van een wettelijke of contractuele bepaling de kosten van rechtsbijstand geheel of gedeeltelijk vergoed kan krijgen, komen die kosten niet in aanmerking voor vergoeding krachtens deze verzekering. Het SRK zal de verzekerde, ter compensatie van door haar voorgeschoten kosten, bijstand verlenen bij het terugvragen of verhalen van die kosten.
Artikel 11 Onvermogen
11.1 Indien de verzekering betrekking heeft op een motor, bromfiets of personenauto – met een eventuele aanhangwagen – alle voorzover zij niet worden verhuurd of worden gebruikt als taxi of voor lesdoeleinden, betaalt het SRK de materiële schade – tot een maximum van A 454,–. per gebeurtenis – indien aan alle volgende vereisten is voldaan:
a. er is bewezen of het is aannemelijk, dat een derde aansprakelijk is uitsluitend op grond van een door deze derde gepleegde onrechtmatige daad in de zin van het Burgerlijk Wetboek;
b. er is geen verhaal op die derde mogelijk uitsluitend wegens diens onvermogen;
c. een geheel of gedeeltelijk verhaal of vergoeding van de schade is niet mogelijk of is niet mogelijk geweest.
d. de onvermogende derde woonde ten tijde van de gebeurtenis in Nederland.
11.2 Bij aanvaarding van de in lid 1 bedoelde uitkering draagt de verzekerde alle rechten, die verband houden met de te verhalen schade aan het SRK over.
Artikel 12 Vergoeding van kosten bij groepsactie
Indien anderen bij een actie van een of meer verzekerden eveneens belang hebben, ongeacht of zij in het geheel geen actie nemen of slechts voor een deel betrokken zijn bij de gebeurtenis, vergoedt het SRK de kosten van rechtsbijstand in de verhoudng van de belanghebbende verzekerde(n) tot het totaal aantal belanghebbenden.
Artikel 13 Afkoop
13.1 Indien het SRK van mening is dat het financieel belang van de verzekerde de te maken kosten niet rechtvaardigt, is zij gerechtigd in plaats van (verdere) rechtsbijstand te verlenen, de verzekerde een bedrag aan te bieden ter grootte van het financieel belang.
13.2 De rechten die terzake van deze gebeurtenis voor de verzekerden voortvloeien uit de verzekering, komen na de betaling van het bedrag te vervallen.
Artikel 14 Belangenconflict
Als blijkt dat beide strijdende partijen zich als verzekerden tot het SRK wenden en beiden aanspraak kunnen maken op het verlenen van rechtsbijstand, zal het SRK hiervan mededeling doen aan beide verzekerden.
In dat geval heeft verzekerde het recht zijn belangen door een advocaat, of andere rechtens bevoegde deskundige, van vrije keuze, zoals geregeld in artikel 8 van deze voorwaarden, te laten behartigen.
Artikel 15 Beperkingen en uitsluitingen
Aan de verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien:
15.1 de verzekerde zijn verplichtingen zoals genoemd in de polisvoorwaarden niet nakomt en daardoor de belangen van het SRK/de maatschappij schaadt.
Daarvan is in ieder geval sprake indien:
a. de zaak dusdanig laat wordt aangemeld dat het SRK:
– onnodige proceskosten en/of andere kosten van rechtsbijstand zou moeten vergoeden;
– niet meer in staat is zelf de rechtsbijstand te verlenen;
– geen regeling meer kan treffen in der minne, of dat alleen met extra kosten kan doen;
b. de verzekerde niet alle van belang zijnde informatie aan het SRK (heeft) verstrekt;
c. de verzekerde zich niet houdt aan de aanwijzingen van het SRK, de advocaat, de andere rechtens bevoegde deskundige of de expert;
d. de verzekerde zonder toestemming van of overleg met het SRK een advocaat, een andere rechtens bevoegde deskundige of een expert inschakelt;
e. de verzekerde de tegenpartij benadert over de gebeurtenis zonder het SRK, de ingeschakelde advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige vooraf te raadplegen;
15.2 de verzekerde bij een beroep op de polis een onjuiste of onvolledige voorstelling van zaken heeft gegeven, waarvan hij redelijkerwijs had moeten begrijpen dat dit de behandeling van de zaak of de belangen van het SRK zou schaden;
15.3 de verzekerde rechten kan ontlenen aan een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, die voorziet in het vergoeden van de schade, het verlenen van rechtsbijstand, het betalen van cautie of het vergoeden van kosten van rechtsbijstand;
15.4 het een vordering betreft van een verzekerde, anders dan de verzekeringnemer, op een andere verzekerde of op diens aansprakelijkheidsverzekeraar;
15.5 de gebeurtenis is veroorzaakt door of ontstaan uit een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer of muiterij. De zes genoemde vormen van molest alsmede de definities daarvan vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 onder nummer 136/1981 ter Griffie van de Arrondissements- rechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd;
15.6 de gebeurtenis is veroorzaakt door, is opgetreden bij, of voortvloeit uit een atoomkernreactie, behalve in geval van schade van de verzekerde die voortvloeit uit een onjuiste medische behandeling met radioactieve straling;
15.7 de bestuurder van het motorrijtuig krachtens wettelijk voorschrift of vonnis niet tot het besturen hiervan bevoegd was, of niet in het bezit was van een geldig voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs;
15.8 er met het motorrijtuig werd deelgenomen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten en
-wedstrijden, tenzij het een regelmatigheids- of behendigheidsrit dan wel -wedstrijd betreft, die geheel binnen Nederland plaatsvond;
15.9 het motorrijtuig al dan niet met chauffeur was verhuurd, voor andere doeleinden werd gebruikt dan in de polis is vermeld, dan wel het motorrijtuig, geen motorrijtuig zijnde waarvoor rijbewijs A, B, dan wel B-E is toegestaan, met aanhangwagen of oplegger werd gebruikt en deze niet is opgegeven aan de maatschappij.
De uitsluitingen genoemd onder 15.7, 15.8 en 15.9 gelden niet voor de verzekerde in zijn hoedanigheid van eigenaar/ houder van het betrokken motorrijtuig, die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten hebben voorgedaan en dat hem terzake van deze omstandigheden redelijkerwijs geen verwijt treft.
Artikel 16 Geschillenregeling
16.1 Gedragslijn bij verschil van mening tussen het SRK en verzekerde over de regeling van het geschil waarvoor een beroep op deze verzekering is gedaan.
De verzekerde kan een beroep doen op de onderstaande geschillenregeling als hij het niet eens is met de mededeling van het SRK, dat ingevolge artikel 7 lid 2 van deze voorwaarden geen redelijke kans aanwezig is het beoogde resultaat te bereiken of als hij het niet eens is met de wijze van juridische aanpak van de zaak. De verzekerde dient in dat geval in een brief aan het SRK op basis van voor het SRK bekende feiten en omstandigheden te motiveren waarom hij het niet eens is met het SRK.
De geschillenregeling omvat het volgende:
a. het SRK verzoekt een in Nederland ingeschreven advocaat juridisch advies uit te brengen over de vraag of een verdere behandeling van de zaak een redelijke kans heeft het beoogde resultaat te bereiken, dan wel of de juridische aanpak van de zaak al dan niet de juiste is. De advocaat betrekt hierbij de standpunten van zowel het SRK als de verzekerde;
b. de verzekerde heeft hierbij het recht van vrije advocatenkeuze; indien de verzekerde geen advocaat van eigen keuze heeft, overlegt het SRK met de verzekerde welke advocaat gevraagd zal worden het juridisch advies uit te brengen;
c. het SRK draagt zorg voor het toezenden van het dossier aan de gekozen advocaat, teneinde hem in staat te stellen het juridisch advies uit te brengen;
d. het SRK betaalt de kosten van dit juridisch advies;
e. deelt de advocaat de mening van de verzekerde, dan kan het SRK de advocaat opdracht geven de behandeling van de zaak voort te zetten. Het SRK verstrekt de advocaat daartoe schriftelijk goedkeuring;
f. deelt de advocaat de mening van het SRK, dan kan de verzekerde de zaak tot zich trekken en op eigen kosten voortzetten. Indien uit de definitieve uitslag van de zaak
– die verzekerde verplicht is binnen een maand nadat de uitspraak is gedaan aan het SRK te zenden – blijkt dat het beoogde resultaat geheel werd bereikt, zal het SRK alsnog de gemaakte kosten, zoals genoemd in artikel 10 van deze voorwaarden, vergoeden.
Indien het beoogde resultaat slechts gedeeltelijk werd bereikt, zal het SRK deze kosten vergoeden in verhouding tot de in de procedure behaalde resultaten;
g. de verzekerde kan geen beroep doen op de geschillenregeling als na overleg met verzekerde door het SRK reeds een advocaat of andere rechtens bevoegde deskundige is ingeschakeld voor de behandeling van de zaak.
16.2 Gedragslijn bij verschil van mening over het wel of niet verlenen van dekking.
a. De verzekeringnemer kan een rechtsvordering tegen het SRK instellen indien het SRK meent dat de gebeurtenis geen aanleiding geeft om rechten aan deze verzekering te ontlenen.
b. Indien de rechter de verzekeringnemer in het gelijk stelt, zal het SRK de redelijkerwijs gemaakte kosten, zoals genoemd in artikel 10 van deze voorwaarden, vergoeden.
Artikel 17 Verval van rechten
17.1 Ieder recht uit deze verzekering vervalt na zes maanden, te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving indien:
a. een redelijke kans ontbreekt het beoogde resultaat te bereiken;
b. uit hoofde van deze verzekering geen of beperkte verplichtingen voortvloeien ten aanzien van de gebeurtenis jegens verzekerde.
Het SRK of de ingeschakelde advocaat moet de verzekerde hiervan schriftelijk in kennis hebben gesteld.
17.2 Het verval van rechten wordt tot maximaal 2 jaar gestuit, indien verzekerde het SRK schriftelijk meedeelt dat hij het niet met het ingenomen standpunt eens is.
Artikel 18 Einde van de verzekering
Naast de in artikel 5 van de Algemene Voorwaarden genoemde gevallen, eindigt de verzekering eveneens:
18.1 zodra de verzekeringnemer niet meer werkelijk in Nederland woont of gevestigd is;
18.2 door het faillissement of overlijden van de verzekeringnemer. Indien het een bedrijf betreft, bij het faillissement, de verkoop of de opheffing daarvan.
Artikel 19 Onverschuldigd gemaakte kosten
De verzekerde is verplicht de schade te vergoeden die voor het SRK/de maatschappij ontstaat als hij een verplichting die voortvloeit uit de verzekeringsovereenkomst niet nakomt of zijn machtiging of behandeling van de aangemelde zaak intrekt, onverminderd hetgeen overigens in de voorwaarden is bepaald.
Artikel 20 Adres
Mededelingen, door het SRK/de maatschappij schriftelijk gedaan op het laatst aan de maatschappij opgegeven adres, of aan het adres dat bekend is bij de verzekeringsadviseur door wiens bemiddeling de verzekering tot stand kwam, worden geacht de verzekerde bereikt te hebben.
Na aanmelding van een zaak bij het SRK dient verzekerde zorg te dragen dat zijn juiste adres steeds bij het SRK bekend is.
Voorwaardenblad 355-91
Verzekeraarshulpdienst
Deze voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar wordt verwezen op het polisblad.
Artikel 1 Recht op hulpverlening
De verzekerde heeft recht op de hulp en/of vergoeding van de kosten zoals omschreven in artikel 2, 3 en 4 van deze voorwaarden indien:
– op het polisblad naar deze voorwaarden wordt verwezen;
– de hulpverlening tot stand is gekomen en/of de kosten zijn of worden gemaakt in overleg met en na instemming van de VHD Alarmcentrale/VHD TravelCare;
– het recht op hulp wordt aangetoond aan de hand van de Verzekeraarshulpkaart;
– verzekerde zijn volledige medewerking verleent;
– de hulpverlening kan worden uitgeoefend en niet wordt verhinderd door een natuurramp.
Artikel 2 Hulpverlening in Nederland VHD Alarmcentrale
Het recht op hulp ontstaat wanneer het motorrijtuig en/of de aangekoppelde aanhangwagen of zijspan, door een ongeval, brand of enig ander van buiten komend onheil
– waaronder niet wordt verstaan een mechanisch defect – niet meer kan rijden en/of de bestuurder daardoor niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen, terwijl geen van de inzittenden bevoegd en in staat is het besturen over te nemen.
De hulpverlening binnen Nederland omvat:
x. xxxxxxx en vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of de aanhangwagen of zijspan naar één – door de verzekerde te bepalen – adres in Nederland;
b. het vervoer van de bestuurder en eventuele inzittenden met hun persoonlijke bezittingen per taxi naar één – door de bestuurder te bepalen – adres in Nederland.
Artikel 3 Vervangend vervoer in Nederland
Indien het motorrijtuig een personenauto betreft en in Nederland door botsing, omslaan, van de weg of te water geraken of brand, zodanig wordt beschadigd dat daarmee niet verder kan worden gereden, verstrekt de verzekeraar
– mits direct na het ongeval de hulp van de VHD Alarmcentrale is ingeroepen – vanaf het moment van de gebeurtenis totdat het motorrijtuig is gerepareerd of redelijkerwijs gerepareerd had kunnen zijn, doch maximaal tot en met de 4e dag na die van de gebeurtenis, een vervangende personenauto van maximaal de middenklasse. Indien van deze voorziening gebruik wordt gemaakt, kan geen beroep worden gedaan op de hulpverlening als omschreven in artikel 2 onder b.
Voor regelingen buiten de VHD Alarmcentrale om, kan geen beroep op deze verzekering worden gedaan.
Artikel 4 Hulpverlening buiten Nederland VHD TravelCare
Het recht op hulp ontstaat wanneer het motorrijtuig en/of de aangekoppelde aanhangwagen of zijspan, door een ongeval, brand of enig ander van buiten komend onheil
– waaronder tevens wordt verstaan een mechanisch defect – niet meer kan rijden en/of de bestuurder daardoor niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen, terwijl geen van de inzittenden bevoegd en in staat is het besturen over te nemen.
De hulpverlening binnen het geldigheidsgebied in het buitenland omvat:
a. het vergoeden van de noodzakelijke kosten van berging en het slepen van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden beoordeeld en/of hersteld;
b. het vervoer van het beschadigde motorrijtuig en/of de aanhangwagen of zijspan naar een door verzekerde te bepalen adres in Nederland, mits:
– dit object niet binnen 4 werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
– de kosten van dit vervoer lager zijn dan de dagwaarde van het gestrande object; indien de vervoerskosten hoger zijn, worden de kosten vergoed van de invoer of vernietiging – ter plaatse – van het gestrande object; in dat geval heeft de verzekerde ook recht op vervoer van de reisbagage naar Nederland;
c. de terugreiskosten van de bestuurder en de eventuele inzittenden als op grond van het vermelde onder b. niet met het motorrijtuig wordt teruggereisd.
Vergoed worden de kosten van vervoer per:
– taxi naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation;
– trein (2e klas) naar het spoorwegstation in Nederland dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
– taxi van dat station naar de plaats van bestemming;
d. de vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp langs de weg, na het tot stilstand komen van het motorrijtuig en/of aangekoppelde aanhangwagen of zijspan als gevolg van een mechanisch defect, tot een maximum van A 113,45 per gebeurtenis;
de kosten van onderdelen en reparatie komen niet voor vergoeding in aanmerking, evenmin worden de kosten vergoed indien de reparatie plaatsvindt bij een garage;
e. het namens verzekerde bestellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het object rijklaar te maken wanneer deze onderdelen ter plaatse niet – of niet op korte termijn – verkrijgbaar zijn; de kosten van de onderdelen zelf komen voor rekening van verzekeringnemer en/of verzekerde.
Alle in verband met de hulpverlening door de VHD TravelCare/de maatschappij voorgeschoten kosten, die niet in de polis zijn verzekerd, zijn voor rekening van de
117-10.0201A
verzekeringnemer en/of de verzekerde. Bij bedragen boven
A 680,67 kan een betaling vooraf worden verlangd.
Artikel 5 Verwijzen en verhaal
Bij samenloop van hulpverleningsrechten zullen de VHD Alarmcentrale en VHD TravelCare niet verwijzen naar andere hulpinstanties.
De VHD/de maatschappij behoudt zich het recht voor om eventueel te verhalen op andere verzekeraars.
Artikel 6 Eigen risico en Bonus/malus
Een eventueel eigen risico is op deze hulpverlening niet van toepassing. Een beroep op hulpverlening heeft geen invloed op de bonus/malus-regeling.