P&V Top-Hat Plus Plan (kla siek)
Algemene voorwaarden
P&V Top-Hat Plus Plan (kla siek)
Individuele Pensioentoezegging
REF. 840N (01.2021)
P&V is een merk van P&V Verzekering cv | TEL. x00 (0)0 000 00 00 | ||
Xxxxxxxxxxxxx 000 - 0000 Xxxxxxx | BTW BE 0402 236 531 | IBAN XX00 0000 0000 0000 | |
Verzekeringsonderneming toegelaten onder code 0000 | XXX Xxxxxxx | BIC XXXXXXXX |
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 2
Hoofdstuk I – Definities en begrippen 3
Hoofdstuk II – Bestanddelen van deze verzekeringsovereenkomst 4
Hoofdstuk III. Overdracht van rechten 4
Hoofdstuk IV. De werkingsprincipes 5
Artikel 1 – Grondslagen van de verzekeringsovereenkomst 5
Artikel 2 – Waarborg van de verzekering 5
Artikel 3 – Ingangsdatum en einddatum 5
Artikel 4 – Rechten van de inrichter 5
Artikel 5 – Rechten van de aangeslotene 7
Artikel 6 – Uitbetaling van de verzekerde prestatie bij leven 8
Artikel 7 – Uitbetaling van de verzekerde prestatie bij overlijden 9
Artikel 8 – Reductie, omzetting of afkoop 9
Artikel 9 – Niet-betaling van de premie 11
Hoofdstuk V. Omvang van de waarborg in geval van overlijden 12
Artikel 10 – Wereldwijde waarborg 12
Artikel 11 – Uitgesloten risico’s 12
Hoofdstuk VI. Speciale clausules 13
Artikel 12 – Winstdeelname 13
Artikel 13 – Indexatie 13
Artikel 14 – Aanvullende ongevallenverzekering 13
Artikel 15 – Aanvullende verzekeringen arbeidsongeschiktheid I1 en/of I2 16
Artikel 16 – Algemene bepalingen aanvullende verzekeringen 22
Hoofdstuk VII. Terrorisme 23
Hoofdstuk VIII. Rechtsmacht, toepasselijk recht en fiscale bepalingen 24
Artikel 17 - Rechtsmacht 24
Artikel 18 – Toepasselijk recht en fiscale bepalingen 24
Hoofdstuk IX. Mededelingen 25
Artikel 19 - Kennisgevingen 25
Artikel 20 - Verblijfplaats 25
Artikel 21 – Wijziging uiteindelijke begunstigde(n) of lasthebber(s) van de rechtspersoon 25
Artikel 22 – Politiek prominente personen 26
Wettelijke vermeldingen 27
P&V Top-Hat Plus Plan
Hoofdstuk I – Definities en begrippen
Individuele pensioentoezegging
De toezegging van een aanvullend pensioen door een inrichter aan een bedrijfsleider en/of zijn rechthebbenden. Met het oog op de financiering van de toezegging sluit de inrichter een verzekeringsovereenkomst af bij de pensioeninstelling op het hoofd van de bedrijfsleider. De pensioentoezegging wordt beheerst door de Pensioenovereenkomst en de Algemene en Bijzondere Voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst.
Pensioeninstelling (= de maatschappij)
P&V Verzekeringen cv, gevestigd te België, 0000 XXXXXXX, Xxxxxxxxxxxxx, 000. De pensioeninstelling wordt in de documenten en briefwisseling ook de maatschappij genoemd.
Inrichter (= de verzekeringsnemer)
De rechtspersoon die de pensioentoezegging doet en die de verzekeringsovereenkomst afsluit bij de pensioeninstelling. De inrichter wordt in de documenten en briefwisseling ook de verzekeringsnemer genoemd.
Aangeslotene (= de verzekerde = de begunstigde bij leven)
De bedrijfsleider die een pensioentoezegging geniet alsook de voormalige bedrijfsleider die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig de Pensioenovereenkomst.
De aangeslotene, op wiens hoofd de verzekering dus wordt afgesloten, wordt in de documenten en briefwisseling ook de verzekerde genoemd.
Begunstigde(n) bij overlijden
De persoon (personen) die recht heeft (hebben) op de verzekerde prestatie in geval van overlijden van de verzekerde vóór het bereiken van de pensioenleeftijd, tenzij de verzekerde prestaties al eerder uitbetaald werden overeenkomstig de Pensioenovereenkomst.
Pensioenleeftijd
De leeftijd van de aangeslotene op de einddatum van de pensioentoezegging zoals bepaald in de Bijzondere Voorwaarden.
Deze contractuele pensioenleeftijd mag niet lager zijn dan de op het ogenblik van de afsluiting van de pensioentoezegging in voege zijnde wettelijke pensioenleeftijd. Bij wijziging van de contractuele pensioenleeftijd, mag de nieuwe contractuele pensioenleeftijd niet lager zijn dan de op het ogenblik van de wijziging in voege zijnde wettelijke pensioenleeftijd.
Pensionering
De effectieve ingang van het rustpensioen met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van de prestaties.
Algemene voorwaarden
Het geheel van de bepalingen die de principes en de toepassingsmodaliteiten regelen, geldend voor alle verzekeringsovereenkomsten van dezelfde aard, die onderschreven worden bij de pensioeninstelling en die onder meer de draagwijdte van de dekkingen omschrijven.
Pensioenovereenkomst
De overeenkomst waarin de rechten en de verplichtingen van de inrichter, van de aangeslotene en zijn rechthebbenden en van de pensioeninstelling, alsook de regels inzake de uitvoering van de Individuele Pensioentoezegging worden bepaald.
De overeenkomst bepaalt onder meer hoe de reserves en de prestaties van de verzekeringsovereenkomst verworven zijn.
Bijzondere voorwaarden
Het geheel van de bepalingen die de specifieke rechten en verplichtingen van de verzekeringsnemer, de verzekerde en/ of de begunstigde ten aanzien van de pensioeninstelling vastleggen, die voortvloeien uit de Pensioenovereenkomst.
Zij kunnen onder meer de aard van de dekking, de verzekerde bedragen, de einddatum, de premies en de begunstigde opsommen.
Verworven reserves
De opgebouwde reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig de Pensioenovereenkomst.
Verworven prestaties
De prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken op de pensioenleeftijd overeenkomstig de Pensioenovereenkomst wanneer hij zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling laat zonder verdere premiebetaling.
Verzekerde prestaties
- voor de hoofdverzekering: het verzekerde bedrag bij leven en/of overlijden. De combinatie wordt bepaald door de verhouding tussen deze verzekerde bedragen;
- voor de aanvullende verzekeringen: de verzekerde bedragen bij ongeval en/of arbeidsongeschiktheid.
Reductie van de verzekeringsovereenkomst
De vermindering van de verzekerde prestatie bij leven ten gevolge van de stopzetting van de betaling van de premies met behoud van de verzekerde prestatie bij overlijden.
Omzetting van de verzekeringsovereenkomst
De vermindering van de verzekerde prestatie bij leven en overlijden ten gevolge van de stopzetting van de betaling van de premies met behoud van de combinatie van de hoofdverzekering.
Afkoop van de verzekeringsovereenkomst
De beëindiging van de verzekeringsovereenkomst door de verzekeringsnemer voor de eindvervaldag met eventueel uitbetaling door de pensioeninstelling van een afkoopwaarde.
Voorschot
De mogelijkheid om een vervroegde opname van de verzekerde prestatie bij leven te bekomen.
Winstdeelname
De jaarlijkse verhoging van de verzekerde prestaties in functie van de resultaten van de pensioeninstelling.
Toezichthouders
De instellingen die toezicht houden op de Belgische financiële sector. Dit toezicht verloopt via twee autonome instellingen, namelijk de Nationale Bank van België en de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten.
Hoofdstuk II – Bestanddelen van deze verzekeringsovereenkomst
Deze verzekeringsovereenkomst is een levensverzekering die voorziet in de financiering van een aanvullend (overlevings)pensioen.
Daarnaast kan de verzekeringsovereenkomst voorzien in aanvullende waarborgen: een aanvullende ongevallenverzekering en/of een aanvullende verzekering arbeidsongeschiktheid.
De Algemene en Bijzondere Voorwaarden van deze verzekeringsovereenkomst vormen samen met de Pensioenovereenkomst, de individuele pensioentoezegging.
De Algemene voorwaarden zijn onderworpen aan de bepalingen van de Pensioenovereenkomst en de Bijzondere Voorwaarden. De gekozen waarborgen worden vastgelegd in de Bijzondere Voorwaarden.
Hoofdstuk III. Overdracht van rechten
De inrichter draagt, volgens de modaliteiten vermeld in deze Algemene Voorwaarden en de Pensioenovereenkomst, volgende rechten over aan de aangeslotene:
- het recht om de begunstigde(n) bij overlijden te wijzigen
- het recht om een voorschot op te nemen
- het recht om de verzekeringsovereenkomst in pand te geven
- het recht om de verzekeringsovereenkomst over te dragen naar een andere pensioeninstelling vanaf het ogenblik van stopzetting van de activiteiten van de aangeslotene bij de inrichter.
Zolang hij in dienst is bij de inrichter, kan de aangeslotene niet zelf de waarborgen wijzigen.
Hoofdstuk IV. De werkingsprincipes
Artikel 1 – Grondslagen van de verzekeringsovereenkomst
De verzekeringsovereenkomst is onderworpen aan de Belgische wettelijke en reglementaire bepalingen die voor de levensverzekering gelden. Ze wordt opgesteld op basis van de inlichtingen die door de inrichter en de aangeslotene in alle oprechtheid en zonder verzwijging zijn verstrekt.
In geval van een onjuist verstrekte geboortedatum van de aangeslotene worden de verzekerde prestaties aangepast, rekening houdend met de juiste datum.
Artikel 2 – Waarborg van de verzekering
De verzekeringsovereenkomst waarborgt de uitbetaling van de verzekerde prestaties aan de begunstigden, mits de premies worden betaald.
Artikel 3 – Ingangsdatum en einddatum
De verzekeringsovereenkomst gaat in op de datum die in de Bijzondere Voorwaarden is vermeld, maar niet vóór de ondertekening van de Bijzondere Voorwaarden en de Pensioenovereenkomst door de inrichter en de betaling van de eerste premie.
Behalve in geval van fraude, is de verzekeringsovereenkomst onbetwistbaar vanaf zijn inwerkingtreding, onder voorbehoud van punt 15.13.
De verzekeringsovereenkomst eindigt:
- van rechtswege bij de pensionering van de aangeslotene;
- bij vroegere uitbetaling van de aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserve;
- bij opzegging, vernietiging of afkoop;
- bij overlijden van xx xxxxxxxxxxxx.
Artikel 4 – Rechten van de inrichter
4.1 Premiebetaling
De premies worden betaald volgens de beschikkingen van de Pensioenovereenkomst en zoals aangegeven in de Bijzondere Voorwaarden. De betaling van de premie is niet verplicht.
De betaling geschiedt op de verschillende bank- of postrekeningen van de pensioeninstelling of in handen van de personen gelast met het innen van de premies, enkel tegen kwitanties uitgaande van de pensioeninstelling.
Alle toeslagen, die de verzekeringsovereenkomst verzwaren of later zouden verzwaren, maken deel uit van de premies.
4.2 Bedenktijd
De inrichter heeft het recht om zijn verzekeringsovereenkomst op te zeggen binnen een termijn van 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. Indien de verzekeringsovereenkomst dient tot waarborg van een krediet, dan heeft de inrichter het recht de overeenkomst, binnen de 30 dagen nadat hij vernomen heeft dat het krediet hem niet wordt toegekend, op te zeggen.
In beide gevallen moet de opzegging geschieden via een aangetekende brief, door een deurwaardersexploot of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. De datum van afgifte aan de post, de datum van de betekening of de datum vermeld op het ontvangstbewijs geldt als opzeggingsdatum. In voorkomend geval moet de inrichter het exemplaar van de polis in zijn bezit naar de pensioeninstelling opsturen of, bij gebrek hieraan, een ondertekende verklaring van verlies.
In beide gevallen stort de pensioeninstelling de betaalde premies terug verminderd met de bedragen die werden verbruikt om het risico te dekken.
4.3 Wijziging of stopzetting van de verzekeringsovereenkomst
De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele wijziging aanbrengen in de Algemene of in de Bijzondere Voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst.
De inrichter kan de individuele pensioentoezegging wijzigen of opheffen mits de eerbiediging van de toepasselijke wetgeving en andere eventuele verbintenissen.
In geen geval mag echter inbreuk gemaakt worden op de verworvenheid van de reserves opgebouwd met de tot het tijdstip van de wijziging of de opheffing van de individuele pensioentoezegging reeds betaalde en de op dat ogenblik nog te betalen premies.
Bij wijziging of stopzetting van de pensioentoezegging dient de inrichter schriftelijk de aanpassing van de verzekeringsovereenkomst te vragen. De pensioeninstelling bevestigt elke aanpassing door het opstellen van nieuwe Bijzondere Voorwaarden of door het opstellen van een bijvoegsel aan de Bijzondere Voorwaarden. De wijziging gaat in op de datum die hierin is vermeld, maar niet vóór de ondertekening van de nieuwe Bijzondere Voorwaarden of het bijvoegsel en de betaling van de gewijzigde premie.
De verhoging van de verzekerde prestaties is onderworpen aan de voorwaarden die van kracht zijn op het ogenblik van de aanpassing.
De inrichter overhandigt de tekst van de in de Pensioenovereenkomst en in de Bijzondere Voorwaarden aangebrachte wijzigingen aan de aangeslotene.
Hoewel de premiebetaling in de verhouding tussen de inrichter en de pensioeninstelling niet verplicht is en onverminderd de toepassing van de voorgaande bepalingen, is de eenzijdige afbouw of opheffing van de individuele pensioentoezegging door de inrichter ten aanzien van de aangeslotene op dat ogenblik bovendien slechts mogelijk wanneer één of meer van de hierna omschreven omstandigheden zich voordoet of voordoen:
- bij invoering van nieuwe rechtspraak of wijziging, bij verdere uitwerking van de bestaande rechtspraak, richtlijnen van de controleoverheid en/of andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de Individuele Pensioentoezegging voor de inrichter teweegbrengen;
- wanneer de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop de Individuele Pensioentoezegging een aanvulling vormt, grondige wijzigingen zou ondergaan;
- wanneer de handhaving van de Individuele Pensioentoezegging (in zijn ongewijzigde vorm) omwille van bedrijfsinterne of -externe economische ontwikkelingen, naar het gemotiveerd oordeel van de inrichter niet langer in overeenstemming zou zijn met een gezonde bedrijfsvoering.
Wanneer de inrichter de pensioeninstelling in kennis stelt van haar intentie of beslissing om de Individuele Pensioentoezegging te wijzigen of te beëindigen, veronderstelt de pensioeninstelling dat de voorwaarden en formaliteiten daartoe in de verhouding tussen de inrichter en de aangeslotene vervuld zijn.
4.4 Overdracht van de reserves naar een andere pensioeninstelling
Dit punt is enkel van toepassing in de mate dat de polis een afkoopwaarde heeft (zie punt 8).
Xxxxxx de aangeslotene zijn activiteiten bij de inrichter niet heeft stopgezet, kan de inrichter de verzekeringsovereenkomst te allen tijde volledig afkopen met de bedoeling de theoretische afkoopwaarden over te dragen naar een in België toegelaten verzekeringsonderneming of naar een verzekeringsonderneming die er gerechtigd is om via een bijkantoor of via de vrije dienstverrichting werkzaam te zijn of naar een pensioenfonds, dat in België toegelaten is of gemachtigd is om in België zijn activiteit uit te oefenen.
Voor een verzekeringsovereenkomst waarvan de som van de over te dragen afkoopwaarden groter is dan 1.250.000 euro, kan de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten zich tegen deze overdracht verzetten als het evenwicht van de verzekeringsonderneming erdoor wordt bedreigd.
De bovenvermelde bedragen worden geïndexeerd in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen, is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.
4.5 Terug in voege stelling
De inrichter mag de verzekeringsovereenkomst die is gereduceerd, omgezet of afgekocht opnieuw in voege stellen, ten belope van de op de datum van reductie, omzetting of afkoop verzekerde bedragen, binnen een termijn van 3 maanden in geval van afkoop en van 3 jaar in geval van reductie of omzetting.
Voor het opnieuw in voege stellen volgens de oorspronkelijke voorwaarden, dient de inrichter alle achterstallige premies te betalen. Indien de verzekeringsovereenkomst werd afgekocht dient tevens de volledige afkoopwaarde teruggestort te worden. De premie zal worden aangepast in functie van de leeftijd van de aangeslotene en de aanwezige reserve op het ogenblik van het opnieuw in voege stellen van de verzekeringsovereenkomst.
De terug in voege stelling van een verzekeringsovereenkomst gebeurt steeds volgens de op dat ogenblik geldende risicoselectie. De kosten van een eventueel geneeskundig onderzoek zijn ten laste van de inrichter.
De terug in voege stelling heeft uitwerking na kennisgeving door de pensioeninstelling aan de inrichter.
Artikel 5 – Rechten van de aangeslotene
De bepalingen inzake eigendom en afkoop van de polis gelden enkel in de mate dat de verzekeringsovereenkomst een afkoopwaarde heeft (zie punt 8).
5.1 Eigendom van de verzekeringsovereenkomst
De verzekeringsovereenkomst die tot uitvoering van de Individuele Pensioentoezegging werd afgesloten, wordt eigendom van de aangeslotene.
Dit geldt eveneens voor dat deel van de verzekeringsovereenkomst, dat gefinancierd is met verworven reserves uit hoofde van een vroegere dienstbetrekking.
5.2 Begunstigden
De begunstigde in geval van leven is steeds de aangeslotene.
De aangeslotene kan één of meer begunstigden bij overlijden aanwijzen volgens de bepalingen van de Pensioenovereenkomst. Elke wijziging moet schriftelijk aan de pensioeninstelling worden meegedeeld door middel van een door de inrichter gedateerd en ondertekend schrijven vóór het overlijden van de aangeslotene.
Elke begunstigde mag het voordeel van deze verzekeringsovereenkomst aanvaarden. Om tegenstelbaar te zijn, moet een aanhangsel opgemaakt worden, ondertekend door de begunstigde die het voordeel aanvaardt, de inrichter en de pensioeninstelling. Vanaf dat moment kan de inrichter de verzekeringsovereenkomst niet meer wijzigen en de rechten die voor hem uit de verzekeringsovereenkomst voortvloeien niet meer uitoefenen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de begunstigde die het voordeel van de verzekeringsovereenkomst heeft aanvaard.
5.3 Voorschotten en inpandgevingen
Voorschotten op prestaties, inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening en de toewijzing van de afkoopwaarde aan de wedersamenstelling van een hypothecair krediet mogen worden toegestaan om het de aangeslotene mogelijk te maken in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte gelegen onroerende goederen die in België of in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte belastbare inkomsten opbrengen, te verwerven, te bouwen, te verbouwen, te verbeteren of te herstellen en op voorwaarde dat de voorschotten en leningen worden terugbetaald zodra de voormelde goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen.
De aangeslotene kan het voorschot opnemen volgens de modaliteiten vermeld in het contract van voorschot. Er bestaat geen recht op voorschot voor de combinaties die enkel een tijdelijk overlijdensrisico waarborgen.
Het maximaal toegestane voorschot is ten hoogste de afkoopwaarde, rekening houdend met eventuele wettelijke afhoudingen en verminderd met één jaar intrestvergoeding.
Het minimaal toegestane voorschot bedraagt 2.500 EUR.
5.4 Recht op overdracht bij het verlaten van de inrichter
Bij de beëindiging van het mandaat van de aangeslotene bij de inrichter (om gelijk welke reden), wordt de betaling van de bijdragen stopgezet. De reserves en prestaties zijn verworven voor de aangeslotene en het recht op afkoop wordt aan hem afgestaan.
Bij de beëindiging van zijn mandaat heeft de aangeslotene de keuze tussen de volgende mogelijkheden:
1° de verworven reserves bij de pensioeninstelling laten en dit zonder wijziging van de pensioentoezegging;
2° de verworven reserves overdragen naar een pensioeninstelling die de reserves beheert overeenkomstig de wetgeving voor het aanvullend pensioen voor bedrijfsleiders.
Nochtans zullen de overdrachten worden beperkt tot het gedeelte van de reserves waarop geen voorschot of inpandgeving werd gedaan of dat niet werd toegewezen in het kader van de wedersamenstelling van een hypothecair krediet.
5.5 Afkoop
Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van een overdracht bij het verlaten van de inrichter of naar aanleiding van het opnemen van een voorschot, in pandgeving of het wedersamenstellen van een hypothecair krediet, is niet toegelaten.
De aangeslotene van een pensioentoezegging afgesloten voor 1 januari 2016 en voor wie de overgangsbepalingen voorzien in artikel 26 van de Wet(*) van toepassing zijn, kan het recht op afkoop van zijn reserves uitoefenen vanaf de leeftijd zoals bepaald in voornoemde wet.
Bij afkoop wordt de verzekeringsovereenkomst beëindigd. Van rechtswege wordt ook de pensioentoezegging beëindigd.
(*) Wet tot waarborging van de duurzaamheid en het sociale karakter van de aanvullende pensioenen en tot versterking van het aanvullende karakter ten opzichte van de rustpensioenen’ (18 december 2015 – BS 24.12.2015)
Artikel 6 – Uitbetaling van de verzekerde prestatie bij leven
De aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserves worden vereffend bij de pensionering van de aangeslotene.
Indien de pensionering later is dan de datum waarop de aangeslotene de van kracht zijnde wettelijke pensioenleeftijd bereikt, of later is dan de datum waarop de aangeslotene voldoet aan de voorwaarden om zijn vervroegd rustpensioen als zelfstandige te verkrijgen, mogen de aanvullende pensioenprestatie of de verworven reserves, op verzoek van de aangeslotene, uitbetaald worden vanaf één van deze data.
Inlichting van de pensioeninstelling en betaling
Ten laatste 90 dagen voor de pensionering van de aangeslotene, wordt de pensioeninstelling schriftelijk ingelicht over de pensionering.
Indien het gaat om een uitbetaling op verzoek van de aangeslotene, licht deze laatste de pensioeninstelling schriftelijk in dat de voorwaarden tot uitbetaling vervuld zijn.
De pensioeninstelling zal de aangeslotene uitnodigen om haar volgende documenten over te maken:
1. kopie van zijn identiteitskaart
2. elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht voor de afhandeling van het dossier, zoals een bewijs van wettelijke pensionering of een bewijs dat de voorwaarden om het vervroegd rustpensioen als zelfstandige te krijgen voldaan zijn;
3. ondertekende uitkeringskwijting.
Het netto bedrag dat vermeld is op de uitkeringskwijting zal betaald worden binnen de 30 dagen volgend op de ontvangst van deze documenten door de pensioeninstelling, doch niet vóór de effectieve ingang van het wettelijk pensioen, of desgevallend, het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd of het bereiken van de datum waarop de voorwaarden om het vervroegd rustpensioen als zelfstandige te krijgen voldaan zijn.
Berekening van de prestatie
Het bedrag van de prestatie wordt berekend op de datum van de pensionering van de aangeslotene.
Indien het gaat om een uitbetaling op verzoek van de aangeslotene, wordt het bedrag van de prestatie berekend op de datum van ontvangst van de aanvraag tot uitbetaling maar ten vroegste op de datum dat de wettelijke pensioenleeftijd bereikt wordt of op de datum waarop de voorwaarden om het vervroegd rustpensioen als zelfstandige te krijgen voldaan zijn.
Er wordt geen interest vergoed voor vertraging in de uitbetaling ingevolge een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling.
Artikel 7 – Uitbetaling van de verzekerde prestatie bij overlijden
Van zodra het overlijden gemeld wordt, zal aan de begunstigde(n) bij overlijden gevraagd worden om volgende documenten over te maken aan de pensioeninstelling:
1) officieel uittreksel uit de overlijdensakte;
2) kopie van de identiteitskaart van de begunstigde(n) bij overlijden, indien deze met naam zijn aangeduid in de overeenkomst
OF een akte van erfopvolging (bij de notaris) of een attest van erfopvolging (bij de notaris of bij de ontvanger van het successiekantoor) indien de begunstigde(n) bij overlijden niet bij naam werden aangeduid in de verzekeringsovereenkomst;
3) elk document waarvan de pensioeninstelling het voorleggen nodig acht voor de afhandeling van het dossier, bijvoorbeeld een getuigschrift over de doodsoorzaak, opgesteld door de pensioeninstelling en volledig in te vullen door de geneesheer die de verzekerde gedurende zijn laatste ziekte en/of op het ogenblik van overlijden verzorgd heeft.
Na ontvangst van deze documenten bij de pensioeninstelling zal een uitkeringskwijting opgesteld en verstuurd worden naar de begunstigde(n). Binnen 30 dagen na ontvangst bij de pensioeninstelling van de ondertekende uitkeringskwijting(en) zal de verzekerde prestatie bij overlijden uitgekeerd worden.
Er wordt geen interest vergoed voor vertraging in de uitbetaling ingevolge een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling.
Artikel 8 – Reductie, omzetting of afkoop
Op elk ogenblik kan de reductie, de omzetting of de afkoop van de verzekeringsovereenkomst aangevraagd worden, echter onder voorbehoud van de hierboven voorziene bepalingen. De aanvraag geschiedt door een gedagtekend en ondertekend schrijven.
Nochtans is er geen recht op reductie, omzetting of afkoop noch voor de tijdelijke overlijdensverzekeringen, noch voor de schuldsaldo verzekeringen, indien ze betaalbaar zijn met periodieke constante premies gedurende een periode die groter is dan de helft van de looptijd van de verzekeringsovereenkomst.
8.1 Reductie
Reductie gebeurt door de verzekerde prestatie bij overlijden te handhaven en hiervoor de in de verzekeringsovereenkomst beschikbare reserves aan te wenden tot die zijn uitgeput. Hierdoor wordt de verzekerde prestatie bij leven verminderd. Indien de beschikbare reserve niet volstaat, zal de looptijd van de verzekeringsovereenkomst worden verkort.
De beschikbare reserve bedraagt nooit meer dan de reserve die in de verzekeringsovereenkomst opgebouwd werd door de kapitalisatie van de betaalde premies, rekening houdend met de verbruikte sommen. Op het moment van reductie wordt deze beschikbare reserve verminderd met een reductievergoeding en een forfait van 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van reductie voorafgaat.
De reductievergoeding stemt overeen met de actuele waarde van de jaarlijkse kosten voor het algemeen beheer van de verzekeringsovereenkomst tot de oorspronkelijk voorziene einddatum, met een maximum van 0,5% van de actuele waarde van de reductiepremies. De reductiepremie is de contractueel voorziene premie verminderd met kosten voor productie, promotie en beheer.
De eventuele aanvullende verzekeringen kunnen door de pensioeninstelling worden opgezegd. In dat geval vervalt ieder recht op vergoeding wegens het opnieuw optreden van een vroegere arbeidsongeschiktheid.
De reductie wordt berekend en gaat in op de vervaldag van de eerste niet-betaalde premie.
8.2 Omzetting
Omzetting is een vorm van reductie waarbij de combinatie van de hoofdverzekering behouden blijft. Hierdoor worden de verzekerde prestaties bij overlijden en leven verminderd in functie van de op dat ogenblik beschikbare reserve. De beschikbare reserve bedraagt nooit meer dan de reserve die in de verzekeringsovereenkomst opgebouwd werd door de kapitalisatie van de betaalde premies, rekening houdend met de verbruikte sommen. Op het moment van omzetting wordt deze beschikbare reserve verminderd met een reductievergoeding en een forfait van 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van omzetting voorafgaat.
De reductievergoeding stemt overeen met de actuele waarde van de jaarlijkse kosten voor het algemeen beheer van de verzekeringsovereenkomst tot de oorspronkelijk voorziene einddatum, met een maximum van 0,5% van de actuele waarde van de reductiepremies. De reductiepremie is de contractueel voorziene premie verminderd met kosten voor productie, promotie en beheer.
De eventuele aanvullende verzekeringen kunnen door de pensioeninstelling worden opgezegd. In dat geval vervalt ieder recht op vergoeding wegens het opnieuw optreden van een vroegere arbeidsongeschiktheid.
Indien de afkoopwaarde geen 600 EUR bedraagt, zal tot afkoop in plaats van omzetting worden overgegaan, tenzij de inrichter zich daartegen uitdrukkelijk verzet.
De omzetting wordt berekend op de vervaldag van de eerste niet-betaalde premie. Ze gaat in op de datum van de schriftelijke aanvraag of op de vervaldag van de eerste niet-betaalde premie indien deze vervaldag valt vóór de schriftelijke aanvraag.
8.3 Afkoop
Bij afkoop wordt de verzekeringsovereenkomst beëindigd door uitbetaling van de afkoopwaarde. Deze afkoopwaarde wordt berekend op de datum van de schriftelijke aanvraag. Zij bedraagt 95 % van de theoretische afkoopwaarde. Dit percentage neemt tijdens de laatste vijf jaar met 1 % per jaar toe, zodat op het einde van het laatste verzekeringsjaar 100 % wordt bereikt.
De afkoopwaarde bedraagt echter nooit meer dan de opgebouwde reserve verminderd met 75 EUR. Dit forfaitaire bedrag wordt in functie van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen (basis 1988 = 100) geïndexeerd. Het indexcijfer dat in aanmerking moet worden genomen is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van afkoop voorafgaat.
De afkoopwaarde wordt vereffend ten belope van het verzekerde kapitaal bij overlijden. Het eventuele saldo van de afkoopwaarde wordt aangewend voor de opbouw van verzekerde prestaties bij leven. Dit complement van de afkoopwaarde is betaalbaar op de einddatum volgens de Bijzondere Voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst.
Er bestaat geen recht op afkoop voor de combinaties waarin uitsluitend prestaties bij leven zijn voorzien. De afkoop heeft uitwerking op de datum waarop de afkoopkwijting voor akkoord ondertekend wordt.
Om de afkoopwaarde te bekomen moet het bewijs van de laatst betaalde premie ingeleverd worden aan de pensioeninstelling.
Artikel 9 – Niet-betaling van de premie
De niet-betaling van de premie heeft de reductie van de verzekeringsovereenkomst tot gevolg. De pensioeninstelling waarschuwt schriftelijk de inrichter voor de gevolgen van de niet-betaling van de premies.
Indien de theoretische afkoopwaarde niet volstaat om de verzekerde prestatie bij overlijden te handhaven heeft de vermindering van deze prestatie slechts uitwerking na het verstrijken van een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de verzending van een aangetekende ingebrekestelling, waarin de gevolgen van de niet-betaling worden vermeld. Deze termijn geldt eveneens voor het beëindigen van de eventuele aanvullende verzekeringen.
Indien de inrichter ondertussen schriftelijk de afkoop heeft gevraagd of heeft verklaard de premiebetaling stop te zetten gelden de bepalingen van punt 8.
Verzekeringsovereenkomsten zonder recht op reductie worden stopgezet na het verstrijken van een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de verzending van een aangetekend schrijven waarin de gevolgen van de niet-betaling worden vermeld.
Bij niet-betaling van een premie zal de aannemende begunstigde daarvan door de pensioeninstelling verwittigd worden door middel van een aangetekende brief. De aannemende begunstigde heeft het recht de betaling van de premies voort te zetten binnen de termijn van 30 dagen, voorzien in dit punt.
Hoofdstuk V. Omvang van de waarborg in geval van overlijden
Artikel 10 – Wereldwijde waarborg
Het overlijdensrisico is gewaarborgd over de hele wereld, ongeacht de oorzaak ervan onder voorbehoud van de bepalingen in dit hoofdstuk.
Artikel 11 – Uitgesloten risico’s
Bij de in deze bepaling uitgesloten risico's, betaalt de pensioeninstelling de eventuele theoretische afkoopwaarde, berekend op de dag van het overlijden. De pensioeninstelling zal echter geen enkel bedrag uitkeren aan die begunstigde die opzettelijk het overlijden van de aangeslotene heeft veroorzaakt of ertoe aangespoord heeft.
11.1 Zelfmoord van de aangeslotene
De zelfmoord van de aangeslotene is slechts gewaarborgd indien die plaats heeft na het eerste jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de verzekeringsovereenkomst of van de terug in voege stelling van de verzekeringsovereenkomst. Voor iedere verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden is de zelfmoord gewaarborgd indien die plaats heeft na het eerste jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de nieuwe Bijzondere Voorwaarden of het bijvoegsel van de verhoging.
11.2 Opzettelijk feit
Het overlijden van de aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad of op aansporen van een persoon die belang heeft bij de uitkering is niet gewaarborgd. Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om letselschade toe te brengen aan de aangeslotene. Indien de begunstigde slechts aangewezen is voor een gedeelte van de verzekerde prestatie, wordt deze bepaling slechts toegepast op het overeenkomstig gedeelte van de verzekeringsovereenkomst.
11.3 Luchtvaart
Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is niet gewaarborgd, wanneer het een toestel betreft:
- dat geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen;
- van een luchtmacht; het overlijden wordt evenwel gewaarborgd wanneer het een toestel betreft dat op het ogenblik van het ongeval bestemd was voor personenvervoer;
- dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst;
- dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd;
- dat proefvluchten uitvoert;
- van het type "ultra-licht gemotoriseerd".
11.4 Oproer
Er wordt geen waarborg verleend voor het overlijden als gevolg van oproer, burgerlijke onlusten, alle collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al of niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of tegen welke gevestigde macht ook, indien de aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze deel aan heeft genomen.
11.5 Oorlog
Er wordt geen waarborg verleend voor het overlijden veroorzaakt noch door oorlog of gelijkaardige feiten, noch door burgeroorlog. Deze uitsluiting wordt tot ieder overlijden uitgebreid, van welke oorzaak ook, wanneer de aangeslotene aan de vijandelijkheden actief deelneemt. Dit risico kan evenwel gewaarborgd worden door een bijzondere overeenkomst, mits verantwoording door de omstandigheden en instemming van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA).
Hoofdstuk VI. Speciale clausules
De bepalingen van dit hoofdstuk zijn enkel van toepassing indien ze uitdrukkelijk vermeld zijn in de Bijzondere Voorwaarden.
Artikel 12 – Winstdeelname
Dit contract heeft recht op winstdeelname volgens het winstdossier van de pensioeninstelling, meegedeeld aan de toezichthouders. Het percentage van de winstdeelname is variabel van jaar tot jaar en is niet gegarandeerd.
Winstdeelname wordt toegekend aan verzekeringsovereenkomsten met een premie die over een volledig jaar minimaal 495 euro bedraagt of waarvoor een koopsom gestort werd van minimum 4.950 euro of waarvoor de opgebouwde reserve minimum 4.950 euro bedraagt. Er is geen recht op winstdeelname op de verzekerde prestaties bij overlijden voor verzekeringen van het type Uitgestelde kapitalen, Tijdelijke verzekeringen bij overlijden en Schuldsaldo verzekeringen.
Voor verzekeringsovereenkomsten waarop een voorschot werd toegekend of die in pand gegeven werden bij de pensioeninstelling vervalt het recht op winstdeelname voor de theoretische afkoopwaarde overeenstemmend met het bedrag van het voorschot of de inpandgeving.
De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor om in de loop van de verzekeringsovereenkomst deze voorwaarden te wijzigen. Deze wijziging dient te worden gecommuniceerd aan de inrichter in de loop van het jaar waarop de nieuwe voorwaarden van toepassing zijn.
Artikel 13 – Indexatie
De inrichter heeft het recht om de verzekeringsovereenkomst één maal per jaar aan te passen aan de evolutie van de economische toestand. De verzekerde prestaties van de hoofdverzekering, de aanvullende ongevallenverzekering en de aanvullende verzekering I1 kunnen dan verhoogd worden zonder dat de aangeslotene nieuwe medische waarborgen dient voor te leggen. Het recht op deze verhoging vervalt na 6 maanden na de verjaardag van de ingangsdatum.
Er is geen recht op verhoging van de aanvullende verzekering I1 bij arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene.
De verhoging wordt vastgesteld door de pensioeninstelling op basis van de evolutie van de consumptieprijzen in het voorbije jaar.
Voor de bepaling van de premie ten gevolge van de verhoging van de verzekerde waarborgen wordt rekening gehouden met de tarieven in voege bij de pensioeninstelling op datum van de verhoging, evenals de leeftijd van de aangeslotene en de nog te lopen duur van de verzekeringsovereenkomst op het ogenblik van aanpassing.
De pensioeninstelling kan een voorstel tot indexatie aanbieden. De inrichter kan dit voorstel steeds weigeren. De verhoging van de verzekerde prestaties gaat in vanaf de datum vermeld in het voorstel tot indexatie voor zover de verhoogde premie betaald is. Het voorstel tot indexatie heeft een geldigheidsperiode van 6 maanden. Na verloop van deze periode verliest de inrichter het recht op de voorgestelde indexatie van dat jaar.
Artikel 14 – Aanvullende ongevallenverzekering
14.1 Waarborgen
De pensioeninstelling verbindt er zich toe de in de Bijzondere Voorwaarden verzekerde prestaties uit te keren ingeval de aangeslotene slachtoffer wordt van een lichamelijk ongeval. Als ongeval wordt uitsluitend aanzien iedere plotselinge en abnormale gebeurtenis die veroorzaakt wordt door een van buiten komende kracht. Voor zover het overlijden van de aangeslotene rechtstreeks het gevolg is van een ongeval en zich voordoet binnen één jaar na het ongeval, betaalt de pensioeninstelling de verzekerde prestatie aan de begunstigde bij overlijden.
Bij volledige en bestendige invaliditeit van de aangeslotene wordt de verzekerde prestatie uitbetaald aan de begunstigde bij leven. De bestendige invaliditeit zal vastgesteld worden na heling van de letsels en ten laatste één jaar na het ongeval.
De graad van de bestendige invaliditeit voortvloeiend uit een gewaarborgd ongeval dient uitsluitend in België vastgesteld te worden. Dit gebeurt op basis van de Europese Schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit.
Daarbij zal geen rekening gehouden worden met het uitgeoefende beroep. Een bestendige invaliditeit van 67% of meer wordt als volledig beschouwd.
14.2 Beperkingen van de waarborgen
De verzekering waarborgt niet:
a. ziekten, ook diegene die een uitwendige oorzaak hebben;
b. gevolgen van de invloed van het klimaat. De ongevallen veroorzaakt door bliksem en de verzwaring van de letsels van een gewaarborgd ongeval door de invloed van het klimaat, zijn echter gewaarborgd;
c. ongevallen veroorzaakt of mogelijk geworden door ziekte, ziekelijke toestand of gebrekkigheid, of door een andere abnormale lichaams- of geestesgesteldheid van de aangeslotene;
d. de zelfmoord of de poging tot zelfmoord van de aangeslotene.
Gelden niet als een gewaarborgd ongeval, de ongevallen die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door de grove schuld van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering.
Als grove schuld wordt in aanmerking genomen:
- elke daad gesteld met opzet of met goedvinden van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of een ander persoon die belang heeft bij de uitkering;
- elke deelname aan misdrijven, wantoestanden of vechtpartijen al dan niet het gevolg zijnde van provocerend gedrag of twist, met uitzondering van de gevallen van wettige zelfverdediging;
- kennelijk roekeloze daden, behalve bij redding van personen of goederen; zelfverminking alsook alle behandelingen of bewerkingen die de aangeslotene op zichzelf zou toepassen, behalve de daden van normale persoonlijke verzorging;
- het onder invloed zijn van alcoholische drank of verdovende middelen of van geneesmiddelen, behalve indien er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze toestand en het schadegeval.
De verzekering waarborgt niet de ongevallen:
a. mogelijk geworden door oorlog of een daarmee overeenstemmende toestand;
b. die direct of indirect het gevolg zijn van oproer of gewelddaden, behalve wanneer kan aangetoond worden dat de aangeslotene hieraan niet actief deelnam of dat hij zich in staat van wettelijke zelfverdediging bevond;
c. als gevolg van een ramp te wijten aan de nucleaire radioactiviteit;
d. gebeurd tijdens of als gevolg van een medische of heelkundige behandeling, tenzij die het gevolg is van een verzekerd ongeval;
e. veroorzaakt door misbruik van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen, eender welke vorm van toxicomanie of alcoholisme;
f. veroorzaakt door werken op grote hoogten (meer dan vijftien meter).
14.3 Uitbreidingen van de waarborg
a. Euthanasie
De verzekering waarborgt het overlijden van de aangeslotene in gevolge de euthanasie toegepast wegens een zware en ongeneeslijke aandoening die het rechtstreekse gevolg is van een ongeval dat gewaarborgd is in deze verzekeringsovereenkomst. Het overlijden in gevolge euthanasie dat niet voldoet aan deze voorwaarden valt buiten de waarborg.
b. Bijzondere risico's
Mits uitdrukkelijk bedongen in de Bijzondere Voorwaarden, waarborgt de verzekering eveneens:
1. het gebruik van machines, andere dan de gebruikelijke huishoudelijke en knutseltoestellen;
2. kennelijk gevaarlijke beroepsactiviteiten zoals onder meer maar niet uitsluitend bouw- of afbraakwerken, afdalen in mijnen of groeven, alle werkzaamheden te water of onder water, het gebruik of behandelen van bijtende producten en het snoeien of vellen van hoogstammige bomen;
3. het gebruik van luchtvaartuigen, behalve reizen ondernomen als betalend passagier van een vliegtuig of helikopter ingericht om personen te vervoeren;
4. de bezoldigde beoefening van om het even welke sporttak, met inbegrip van de voorbereidende oefeningen hierop;
5. de beoefening van alle gevechtssporten en van andere gevaarlijke sporten zoals onder meer maar niet uitsluitend: sport- of zweefvliegen, deltaplane, sprongen vanaf grote hoogten, alpinisme, bobslee, skeleton, skispringen, skiën in competitie, hindernisspringen te paard, paardenkoersen, polo, speleologie, onderzeese verkenningstochten, diepzeeduiken, rafting, rugby, jachtsport;
6. het gebruik, als bestuurder, passagier of bemanningslid van elk voertuig van welke aard ook, dat deelneemt aan sportproeven, - competities of - wedstrijden , of aan de voorbereiding ervan.
14.4 Beperkingen van de vergoedingen
Bij het vaststellen van de graad van invaliditeit zal alleszins in mindering worden gebracht het percentage te wijten aan reeds vóór het ongeval bestaande invaliditeit of aan ziekten of ziekelijke toestanden.
Wanneer de graad van de bestendige invaliditeit kan verminderd worden door een heelkundige ingreep, een speciale behandeling of het dragen van een prothese en de aangeslotene weigert zich hieraan te onderwerpen, kan de pensioeninstelling de uitkering beperken ten belope van het door haar geleden nadeel.
De verzekerde prestaties bij overlijden en bestendige invaliditeit mogen nooit worden samengevoegd.
14.5 Territoriale waarborg
De verzekering geldt over de gehele wereld, voor zover de aangeslotene zijn woonplaats en zijn gebruikelijke verblijfplaats in België heeft. Bij een bestendige invaliditeit voortvloeiend uit een gewaarborgd ongeval wordt de waarborg in het buitenland slechts verleend voor zover de pensioeninstelling de nodige medische en feitelijke controle kan uitoefenen. Op verzoek van de pensioeninstelling moet de aangeslotene zich voor medisch onderzoek aanbieden bij een geneesheer in België.
14.6 Verplichtingen
§1. Bij ongeval
Elk ongeval met dodelijke afloop moet binnen vierentwintig uur door de begunstigden worden gemeld, hetzij per telefoon, e- mail of telefax.
Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het schadegeval zo snel dit redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend.
De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gewaarborgd zijn van de schade. Indien aan één van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel.
Elk ongeval dat een volledige bestendige invaliditeit kan veroorzaken moet door de aangeslotene, inrichter of begunstigde binnen acht dagen aan de pensioeninstelling aangegeven worden per aangetekende brief. Deze aangifte dient gestaafd te worden door een gedetailleerd attest van de behandelende geneesheer dat door de aangeslotene aan de raadsgeneesheer wordt bezorgd. De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst een jaar na het ongeval.
Alle maatregelen om de genezing te bespoedigen dienen onmiddellijk getroffen te worden. Zodra zijn toestand het toelaat, is de aangeslotene verplicht gevolg te geven aan iedere oproep van de medisch adviseur van de pensioeninstelling.
§2. Bij gebrekkigheid of ernstige ziekte
Indien de aangeslotene getroffen wordt door een gebrekkigheid of ernstige ziekte, dient dit zo spoedig mogelijk aan de pensioeninstelling te worden gemeld per aangetekende brief.
14.7 Duur van de verzekering
1. De verzekering kan op ieder moment onafhankelijk van de hoofdverzekering worden stopgezet.
2. De verzekering eindigt van rechtswege op het ogenblik dat de hoofdverzekering een einde neemt door afkoop, overlijden, vernietiging, uitloop of reductie. Zij heeft geen afkoopwaarde.
3. De verzekering eindigt ten laatste op de pensioenleeftijd van de aangeslotene.
4. De pensioeninstelling kan de verzekering opzeggen wanneer de aangeslotene niet langer zijn woonplaats of hoofdverblijfplaats in België heeft.
Artikel 15 – Aanvullende verzekeringen arbeidsongeschiktheid I1 en/of I2
15.1 Waarborgen
Premieteruggave I1
De pensioeninstelling verbindt er zich toe over te gaan tot de in de Bijzondere Voorwaarden verzekerde premieteruggave I1 wanneer de aangeslotene wegens ziekte of ongeval een arbeidsongeschiktheid oploopt, waarvan de duur de overeengekomen eigen-risicotermijn overschrijdt. De begunstigde van de premieteruggave I1 is de inrichter.
Jaarlijkse rente I2
Wanneer de aangeslotene wegens ziekte of ongeval een arbeidsongeschiktheid oploopt waarvan de duur de overeengekomen eigen-risicotermijn overschrijdt, keert de pensioeninstelling de in de Bijzondere Voorwaarden bepaalde jaarrente I2 uit met als doel het door de aangeslotene geleden inkomstenverlies te vergoeden.
De verzekerde jaarrente bedraagt maximaal 100 % van het jaarlijks beroepsinkomen, verminderd met de verzekerde bedragen van andere (wettelijke of aanvullende) arbeidsongeschiktheidsdekkingen die voorzien in een uitkering in geval van arbeidsongeschiktheid. De begunstigde van de jaarlijkse rente I2 is de aangeslotene.
Ziekte
Iedere aantasting van de gezondheid door een andere oorzaak dan een ongeval en vastgesteld door een arts die wettelijk gemachtigd is in België zijn praktijk uit te oefenen.
Ongeval
Plotse en onvoorzienbare gebeurtenis, onafhankelijk van de wil van de aangeslotene en/of iedere andere persoon die bij de verzekering belang heeft, waarbij de aangeslotene, met onmiddellijke uitwerking, een geneeskundig vast te stellen lichamelijk letsel oploopt te wijten aan een uitwendige oorzaak.
Arbeidsongeschiktheid
De gedeeltelijke of volledige ongeschiktheid om beroepswerkzaamheden te verrichten in gevolge de aantasting van de fysieke of psychische integriteit van de aangeslotene. Arbeidsongeschiktheid wordt vastgesteld op medische gronden.
Eigen-risicotermijn
Periode tijdens de welke geen uitkering plaatsvindt voor een gewaarborgde arbeidsongeschiktheid.
Om recht te verkrijgen op de verzekerde prestaties en om dat recht te behouden, moet de arbeidsongeschiktheid minstens 25% bedragen. De verdere verwijzing naar de fysiologische ongeschiktheid dient enkel om het bedrag van de toe te kennen uitkering te bepalen.
De verzekerde prestaties worden uitgekeerd in verhouding tot de arbeidsongeschiktheidsgraad. Deze zal niet lager zijn dan de graad van fysiologische ongeschiktheid, tenzij anders vermeld in de Bijzondere Voorwaarden.
Een fysiologische ongeschiktheid of een arbeidsongeschiktheid van 67% of meer, wordt gelijkgesteld met een ongeschiktheid van 100%.
Bij het ingaan van de verzekerde prestaties verkrijgt de inrichter eveneens het recht op proportionele terugbetaling van de premie van de aanvullende verzekering arbeidsongeschiktheid.
De graad van de fysiologische ongeschiktheid dient uitsluitend in België vastgesteld te worden. Hij wordt bepaald bij medische beslissing onder verwijzing naar de Europese Schaal ter bepaling van de graad van lichamelijke en geestelijke invaliditeit.
De arbeidsongeschiktheidsgraad wordt eveneens vastgesteld door de betrokken geneesheren, tijdens het eerste jaar arbeidsongeschiktheid evenredig aan het verlies van de fysieke of psychische geschiktheid van de aangeslotene tot het uitoefenen van de beroepsactiviteiten van de aangeslotene vermeld in de Bijzondere Voorwaarden van de verzekeringsovereenkomst. Vanaf het tweede jaar wordt de arbeidsongeschiktheidsgraad uitsluitend vastgesteld evenredig aan het verlies van de fysieke of psychische geschiktheid van de aangeslotene tot het uitoefenen van om het even welke beroepsactiviteit die overeenstemt met zijn sociale toestand, met zijn kennis en vaardigheden. Andere economische criteria worden niet in aanmerking genomen.
15.2 Eigen-risicotermijn
Voor elke vergoedbare periode van arbeidsongeschiktheid wordt een eigen-risicotermijn vastgesteld waarvan de duur in de Bijzondere Voorwaarden is vastgelegd.
De eigen-risicotermijn begint op de dag die door de artsen wordt aangeduid als die van de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. De arbeidsongeschiktheid ondergaan vóór het verstrijken van de eigen-risicotermijn wordt niet vergoed. Er zal nooit een nieuwe eigen-risicotermijn worden toegepast na het einde van een vorige arbeidsongeschiktheidsperiode waarover vergoeding werd uitgekeerd:
- wanneer bij de aangeslotene binnen de 3 maanden een arbeidsongeschiktheid optreedt ten gevolge van een reeds vroeger gewaarborgd ongeval of ziekte;
- bij verwijdering van osteosynthesemateriaal, d.w.z. mechanische hulpmiddelen, zoals schroeven, platen, nagels of metaaldraden, waarmee heelkundige breukfragmenten van beenderen aan elkaar worden gezet.
15.3 Uitkering van de verzekerde prestaties
Bij een arbeidsongeschiktheid vanaf 67% wordt aan de begunstigde per dag 1/365ste deel van de verzekerde prestatie toegekend. Bij een arbeidsongeschiktheid van minder dan 67% is de uitgekeerde prestatie evenredig aan de arbeidsongeschiktheidsgraad.
Bij een aanspraak op uitkering wordt vastgesteld of de verzekerde jaarrente de maximale dekking zoals hiervoor bepaald overschrijdt. Bij overschrijding wordt de verzekerde rente verminderd tot deze maximale dekking.
Xxxxxxx van vermindering van de jaarrente bij schade, betaalt de pensioeninstelling aan de inrichter het gedeelte van de premie terug dat te veel werd betaald gedurende maximum een jaar voorafgaand aan de maand waarin werd vastgesteld dat de verzekerde rente te hoog is.
Als blijkt dat de verzekerde jaarrente lager is dan de hierboven omschreven maximale dekking, dan wordt de uitkering in ieder geval bepaald op basis van die jaarrente.
De prestatie is betaalbaar per maand voor het eerst dertig dagen na het verstrijken van de eigen-risicotermijn. De uitkering houdt op met een proportionele regeling in functie van het aantal kalenderdagen aan het einde van de arbeidsongeschiktheid die recht geeft op uitkering en op zijn laatst wanneer de verzekeringsperiode is afgesloten of de polis vernietigd wordt. In ieder geval vervalt het recht op uitkering van zodra de aangeslotene een wettelijk pensioen ontvangt, zelfs indien de eigenlijke pensioenrechten om eender welke reden tijdelijk werden geschorst.
15.4 Beperking van de waarborgen
1. Zijn niet in de waarborg begrepen, de arbeidsongeschiktheden die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door de grove schuld van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering.
Als grove schuld wordt in aanmerking genomen:
elke daad gesteld met opzet of met goedvinden van de aangeslotene, de inrichter, de begunstigde of een ander persoon die belang heeft bij de uitkering;
elke deelname aan misdrijven, wantoestanden of vechtpartijen al dan niet het gevolg zijnde van provocerend gedrag of twist, met uitzondering van de gevallen van wettige zelfverdediging;
kennelijk roekeloze daden, behalve bij redding van personen of goederen; zelfverminking alsook alle behandelingen of bewerkingen die de aangeslotene op zichzelf zou toepassen, behalve de daden van normale persoonlijke verzorging;
het onder invloed zijn van alcoholische drank of verdovende middelen of van geneesmiddelen, behalve indien er geen oorzakelijk verband bestaat tussen deze toestand en het schadegeval.
2. Zijn evenmin in de waarborg begrepen, de arbeidsongeschiktheden die ontstaan, bevorderd of verergerd worden door:
elke poging tot zelfmoord van de aangeslotene;
subjectieve stoornissen zonder objectieve symptomen of zonder medisch aantoonbare ondergrond;
psychische stoornissen.
De volgende limitatieve lijst van psychische aandoeningen valt echter binnen de waarborg indien de diagnose gesteld is door een erkend psychiater en voldoet aan de criteria voorzien in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fifth Edition (= DSM-V) of zijn latere versies:
majeure depressie,
bipolaire stoornis,
psychotische stoornis,
schizofrenie,
gegeneraliseerde angststoornis,
dissociatieve stoornis,
obsessief-compulsieve stoornis,
anorexia
boulimia nervosa.
Indien de aangeslotene, wegens CVS (chronisch vermoeidheidssyndroom) of fibromyalgie, een arbeidsongeschiktheid oploopt, wordt de rente uitgekeerd gedurende maximum 700 dagen, cumulatief geteld over de looptijd van de verzekeringsovereenkomst.
esthetische ingrepen, van welke aard ook;
een ramp te wijten aan de nucleaire radioactiviteit;
oorlog of een daarmee overeenstemmende toestand;
oproer of gewelddaden (direct of indirect), behalve wanneer kan aangetoond worden dat de aangeslotene hieraan niet actief deelnam of dat hij zich in staat van wettelijke zelfverdediging bevond;
het hanteren van wapens en springstoffen of deelname aan militaire prestaties;
misbruik van alcohol, verdovende middelen of geneesmiddelen, eender welke vorm van toxicomanie of alcoholisme;
werken op grote hoogten (meer dan vijftien meter).
15.5 Uitbreidingen van de waarborg
a. Zwangerschap en bevalling
Indien de aangeslotene ten gevolge van een zwangerschap of bevalling meer dan 3 maanden na de bevalling geheel of gedeeltelijk ongeschikt is op fysieke of psychische gronden om zijn beroepswerkzaamheden te verrichten, verleent de pensioeninstelling de waarborg vanaf de vierde maand na de bevalling.
Een pathologische zwangerschap is, onverminderd de bepalingen in verband met de eigen - risicotermijn, wel onmiddellijk gewaarborgd, voor zover de stopzetting of vermindering van de werkzaamheden niet het gevolg is van ongezonde werkzaamheden.
Pathologische zwangerschap
De zwangerschapsverwikkelingen, zowel uit hoofde van de aangeslotene als van haar foetus, ten gevolge van een ziekelijke of afwijkende toestand.
Ongezonde werkzaamheden
Werkzaamheden met blootstelling aan een beroepsrisico waardoor een al dan niet potentieel gevaar optreedt voor moeder en/of foetus zoals erkend in de wettelijke regeling op de moederschapsbescherming. Deze werkzaamheden omvatten onder meer:
- werkzaamheden met scheikundige stoffen;
- werkzaamheden met infectieuze agentia;
- werkzaamheden met ioniserende stralingen;
- werkzaamheden met cytostatica (zoals bv. bij anti-kankermiddelen);
- werkzaamheden met tillen van lasten;
- werkzaamheden in hoge temperaturen;
- werkzaamheden met nachtarbeid;
b. Bijzondere risico’s
Mits uitdrukkelijk bedongen in de Bijzondere Voorwaarden, waarborgt de verzekering eveneens:
1. kennelijk gevaarlijke beroepsactiviteiten, zoals onder meer maar niet uitsluitend bouw- of afbraakwerken, afdalen in mijnen of groeven, alle werkzaamheden te water of onder water, het gebruik of behandelen van bijtende producten en het snoeien of vellen van hoogstammige bomen.
2. het gebruik van luchtvaartuigen behalve reizen ondernomen als betalend passagier van een vliegtuig of helikopter ingericht om personen te vervoeren.
3. de bezoldigde beoefening van om het even welke sporttak, met inbegrip van de voorbereidende oefeningen hierop.
4. de beoefening van alle gevechtssporten en van andere gevaarlijke sporten zoals onder meer maar niet uitsluitend: sport- of zweefvliegen, deltaplane, sprongen vanaf grote hoogten, alpinisme, bobslee, skeleton, skispringen, skiën in competitie,
hindernisspringen te paard, paardenkoersen, polo, speleologie, onderzeese verkenningstochten, diepzeeduiken, rafting, rugby, jachtsport;
5. het gebruik, als bestuurder, passagier of bemanningslid van elk voertuig van welke aard ook, dat deelneemt aan sportproeven, - competities of - wedstrijden , of aan de voorbereiding ervan.
15.6 Vaststelling van de vergoeding
De omvang van de vergoeding en de periode waarover zij wordt toegekend, worden vastgesteld en meegedeeld aan de aangeslotene op basis van de medische en feitelijke gegevens die ter beschikking staan van de pensioeninstelling. De aangeslotene levert op verzoek van de pensioeninstelling de nodige bewijsstukken van zijn beroepsinkomsten.
De aangeslotene wordt geacht deze grondslagen als juist te aanvaarden, tenzij hij binnen 30 dagen na ontvangst van de mededeling door de pensioeninstelling, aan haar zijn gemotiveerde bezwaren heeft kenbaar gemaakt.
Te allen tijde hebben zowel de aangeslotene als de pensioeninstelling het recht de arbeidsongeschiktheidsgraad aan een herziening te onderwerpen.
15.7 Territoriale waarborg
De waarborg geldt over de gehele wereld, voor zover de aangeslotene bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid zijn woonplaats en zijn gebruikelijke verblijfplaats in België heeft. De waarborg wordt in de loop van de arbeidsongeschiktheid in het buitenland slechts verleend voor zover de pensioeninstelling de nodige medische en feitelijke controle kan uitoefenen. Op verzoek van de pensioeninstelling moet de aangeslotene zich voor medisch onderzoek aanbieden bij een geneesheer in België.
15.8 Aangifte
De aangeslotene, de inrichter of ieder ander persoon die belang heeft bij de uitkering moet iedere ziekte of ongeval waardoor een arbeidsongeschiktheid wordt veroorzaakt of zou kunnen worden veroorzaakt aan de pensioeninstelling aangeven, op het hiertoe door de pensioeninstelling ter beschikking gestelde formulier, dit binnen 30 dagen na het begin van de ziekte of na het ongeval en in ieder geval zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk is. Deze aangifte dient zo vlug mogelijk te worden gedaan met opgave van alle nodige gegevens. De aangeslotene bezorgt de geneeskundige verklaringen van de behandelende arts aan de adviserende arts van de pensioeninstelling, met vermelding van de oorzaken, aard, graad en vermoedelijke evolutie van de arbeidsongeschiktheid.
De aangifte zal nog worden aanvaard indien zij om een geldige reden later wordt gedaan, maar dit op zijn laatst één jaar na het begin van de ziekte of na het ongeval. Zo de pensioeninstelling het bewijs levert dat zij door de laattijdigheid van de aangifte enig nadeel heeft geleden, zal de eigen-risicotermijn pas ingaan op de dag waarop de pensioeninstelling effectief in kennis werd gesteld van de ziekte of het ongeval.
15.9 Stopzetting van het beroep, wijziging beroep, inkomen of sociaal statuut
Meldingsplicht
De inrichter of de aangeslotene is verplicht de pensioeninstelling vooraf te melden, wanneer:
- de aangeslotene ophoudt zijn in de Bijzondere Voorwaarden vermelde beroep daadwerkelijk uit te oefenen;
- de aangeslotene een ander beroep gaat uitoefenen;
- de aan het gemelde beroep verbonden werkzaamheden veranderen
- het inkomen van de aangeslotene wijzigt
- het sociale zekerheidsstatuut van de aangeslotene wijzigt.
Gevolgen van de stopzetting van de beroepsactiviteit
Als de aangeslotene ophoudt zijn beroep of bedrijf daadwerkelijk uit te oefenen om een andere reden dan omwille van een gewaarborgde economische arbeidsongeschiktheid, eindigt de verzekering.
Zodra de aangeslotene een wettelijk pensioen ontvangt, eindigt de verzekering zelfs indien de eigenlijke pensioenrechten om eender welke reden tijdelijk werden geschorst.
Xxxxxxxx xxx xx xxxxxxxxx van beroep of de eraan verbonden werkzaamheden, van sociaal statuut of bij blijvende wijziging van het inkomen
Als de wijzigingen in het beroep, het inkomen of het sociaal statuut een betekenisvolle invloed hebben op het risico en/of de kosten of de omvang van de verleende dekking kan de pensioeninstelling de premie, de eigen-risicotermijn en de dekkingsvoorwaarden op redelijke en proportionele wijze aanpassen.
Indien zich een schadegeval voordoet voordat de verzekerde of de verzekeringsnemer de vermindering van het inkomen heeft gemeld, kan de pensioeninstelling de gewaarborgde rente aanpassen overeenkomstig punt 15.3.
Indien zich een schadegeval voordoet zonder dat de wijzigingen in het beroep of het sociaal statuut werden gemeld, kan de pensioeninstelling de gewaarborgde rente op redelijke en proportionele wijze aanpassen.
15.10 Duur van de verzekering
Huidige arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt afgesloten tot de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde eindvervaldag.
1. De verzekering eindigt ten laatste op de pensioenleeftijd van de aangeslotene.
2. De verzekering kan op ieder moment onafhankelijk van de hoofdverzekering worden opgezegd.
3. De pensioeninstelling kan de verzekering slechts opzeggen:
- bij wanbetaling van de premie;
- wanneer de aangeslotene zijn wettelijke hoofdverblijfplaats definitief in het buitenland heeft gevestigd;
- ingeval van oververzekering, voor zover de aangeslotene geen invaliditeitsrente geniet;
- bij veroordeling van de inrichter of aangeslotene tot een straf van vrijheidsberoving wegens een opzettelijk gepleegd misdrijf;
- ingeval van faillissement, concordaat, gerechtelijke vereffening van de inrichter of aangeslotene, of ingeval een van hen onder curatele wordt gesteld.
De opzegging heeft pas uitwerking na het verstrijken van een termijn van tenminste 30 dagen te rekenen van de dag volgend op de aangifte ter post van een aangetekende brief zoals vermeld in punt 9.
4. Bovendien eindigt de verzekering van rechtswege
- wanneer zij haar einddatum heeft bereikt;
- wanneer de aangeslotene heeft opgehouden een beroep uit te oefenen, voor zover dit geen gevolg is van een vergoede arbeidsongeschiktheid;
- op het ogenblik dat de hoofdverzekering een einde neemt door afkoop, overlijden, vernietiging of uitloop, alsook wanneer de hoofdverzekering gereduceerd wordt.
Zij heeft geen afkoopwaarde.
15.11 Medische opvolging
Onmiddellijk dienen alle maatregelen getroffen te worden om de genezing te bespoedigen. De aangeslotene zal de door hem gekozen arts, telkens als dit nodig is, verzoeken de geneeskundige verklaringen aan hem af te leveren die voor het uitvoeren van de verzekeringsovereenkomst nodig zijn.
Bovendien is de pensioeninstelling gemachtigd inlichtingen in te winnen bij de aangeslotene en over te gaan tot de controlemaatregelen die zij nodig acht. Er dient gevolg te worden gegeven aan de oproep voor onderzoek bij de medische adviseur van de pensioeninstelling, zelfs indien de aangeslotene daartoe in een door de pensioeninstelling aangewezen medische inrichting dient te worden opgenomen. De kosten van dit onderzoek zijn ten laste van de pensioeninstelling.
De pensioeninstelling dient zo spoedig mogelijk in kennis te worden gesteld van iedere wijziging in de toestand van de aangeslotene. De aangifte ervan dient gestaafd te worden door een medisch attest, te bezorgen aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling.
15.12 Andere verzekeringen
Indien bij andere pensioeninstellingen gelijkaardige waarborgen worden verzekerd, dient zulks onmiddellijk per aangetekend schrijven aan de pensioeninstelling te worden gemeld. In dit geval heeft de pensioeninstelling het recht de bedragen van de door haar aangeslotene rente en premie dienovereenkomstig te verminderen. Alle rechten voor een hangende schade blijven behouden.
15.13 Mededeling van het risico door de inrichter en de aangeslotene
Verklaringen bij het sluiten van de overeenkomst
De inrichter en de aangeslotene hebben bij het sluiten van de overeenkomst de verplichting om alle hen bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die zij redelijkerwijs moeten beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de pensioeninstelling. Indien op sommige schriftelijke vragen van de pensioeninstelling niet wordt geantwoord en de pensioeninstelling toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op verzuim beroepen.
Opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen
Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de pensioeninstelling misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de pensioeninstelling kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
Niet opzettelijk verzwijgen of onjuist meedelen
De pensioeninstelling kan zich niet beroepen op een onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening die zich op het ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst nog op geen enkele wijze had gemanifesteerd.
Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de pensioeninstelling, binnen de termijn van 30 dagen te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de inrichter wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de pensioeninstelling de overeenkomst opzeggen binnen 15 dagen.
Nochtans kan de pensioeninstelling, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van 30 dagen te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
Zodra een termijn van twee jaar verstreken is te rekenen van de aanvang van de verzekeringsovereenkomst, kan de pensioeninstelling zich niet meer beroepen op het onopzettelijk verzwijgen of het onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens door de inrichter of de aangeslotene, wanneer deze gegevens betrekking hebben op een ziekte of aandoening waarvan de symptomen zich op het ogenblik van het sluiten van de verzekeringsovereenkomst reeds hadden gemanifesteerd en deze ziekte of aandoening niet gediagnosticeerd werd binnen diezelfde termijn van twee jaar.
15.14 Individuele voortzetting
De aangeslotene heeft het recht, onder de voorwaarden van artikel 208 van de Wet van 4 april 2014 betreffende de verzekeringen, om de waarborg I2 geheel of gedeeltelijk individueel verder te zetten indien hij het voordeel van deze waarborg verliest.
Toekenningsvoorwaarden
Het recht op voortzetting wordt toegekend zonder dat de aangeslotene een bijkomend medisch onderzoek moet ondergaan noch een nieuwe medische vragenlijst moet invullen. Daartoe moet de aangeslotene gedurende de laatste 2 jaar ononderbroken aangesloten zijn geweest bij een arbeidsongeschiktheidsverzekering aangegaan bij een verzekeringsonderneming.
Te respecteren termijnen
De inrichter of, in geval van faillissement of vereffening, de curator respectievelijk de vereffenaar van de inrichter, brengt de aangeslotene ten laatste dertig dagen na het verlies van het voordeel van de waarborg I2 schriftelijk of elektronisch op de hoogte van het precieze tijdstip van verlies en van de mogelijkheid om de overeenkomst individueel voort te zetten.
De aangeslotene beschikt over een termijn van dertig dagen om de verzekeraar kennis te geven van zijn voornemen tot geheel of gedeeltelijk individueel voortzetten. De termijn begint te lopen op de dag van ontvangst van het schrijven (schriftelijk of elektronisch) waarin de inrichter de aangeslotene op de hoogte brengt van het recht op individuele voortzetting. Deze termijn verstrijkt in elk geval honderdenvijf dagen na het verlies van het voordeel van de waarborg I2.
De verzekeraar beschikt over een termijn van vijftien dagen om de aangeslotene schriftelijk of elektronisch een verzekeringsaanbod te doen. De verzekeraar kan niet inroepen dat het risico reeds verwezenlijkt is.
De aangeslotene beschikt over een termijn van dertig dagen om het verzekeringsaanbod schriftelijk of elektronisch te aanvaarden. Deze termijn begint te lopen op de dag van de ontvangst van het aanbod van de verzekeraar. Bij het verstrijken van deze termijn vervalt het recht op individuele voortzetting.
De verzekeringsovereenkomst, die de aangeslotene heeft aanvaard, gaat in op het tijdstip waarop hij het voordeel van de waarborg I2 verliest.
Waarborgen en tarief
De individueel voortgezette arbeidsongeschiktheidsverzekering biedt een gelijksoortige waarborg als de waarborg I2. Bij de berekening van de premie wordt rekening gehouden met de leeftijd van de aangeslotene op het ogenblik van de individuele voortzetting, het stelsel en het statuut van sociale zekerheid waaraan de aangeslotene is onderworpen, het beroep en het beroepsinkomen van de aangeslotene.
Mogelijkheid tot voorfinanciering van de premie voor de individuele voortzetting
Krachtens de wet heeft de aangeslotene door het betalen van een bijpremie het recht om individuele voortzetting te krijgen op grond van een tarief gebaseerd op de leeftijd waarop de aangeslotene de bijkomende premies is beginnen te betalen.
Artikel 16 – Algemene bepalingen aanvullende verzekeringen
16.1. Aanvang van de waarborg en betaling van de premie
De aanvang van de aanvullende verzekering wordt bepaald in de Bijzondere Voorwaarden. De premie is verschuldigd samen met de premie van de hoofdverzekering.
16.2 Verval van rechten
Er wordt verval van rechten opgelopen en de pensioeninstelling is gerechtigd de terugbetaling te eisen van de onrechtmatig uitgekeerde vergoedingen en van de gemaakte kosten:
1. bij verzwaring van de gevolgen van een ziekte of ongeval met opzet of goedvinden van de inrichter, aangeslotene of enig ander persoon die belang heeft bij de uitkering of indien een voorgeschreven medische behandeling niet werd gevolgd;
2. indien de aangeslotene of de inrichter de contractuele verplichtingen, hem opgelegd door punt 15.8. niet nakomt, en er hierdoor een nadeel ontstaat voor de pensioeninstelling, kan de pensioeninstelling ten belope van het door haar geleden nadeel haar prestaties verminderen.
Indien de aangeslotene of de inrichter deze contractuele verplichting met bedrieglijk opzet niet is nagekomen kan de pensioeninstelling haar dekking weigeren.
Indien de aangeslotene of de inrichter de contractuele verplichting in punt 15.12. met bedrieglijk opzet niet naleeft, is de verzekeringsovereenkomst nietig en heeft de pensioeninstelling, indien zij ter goeder trouw handelt, het recht de geïnde premies te behouden als schadevergoeding.
16.3 Wijziging van de voorwaarden en het tarief
Wanneer de pensioeninstelling een tariefwijziging doorvoert, kan de inrichter de overeenkomst opzeggen. De tariefwijziging wordt meegedeeld ten minste 4 maanden voor de jaarlijkse vervaldag van de overeenkomst en kan binnen de maand na de kennisgeving opgezegd worden met een aangetekende brief. Indien de tariefwijziging binnen de 4 maanden voor de jaarlijkse vervaldag wordt meegedeeld, dan kan de inrichter opzeggen binnen een termijn van drie maanden na de kennisgeving.
16.4 Algemene voorwaarden hoofdverzekering
Behoudens uitdrukkelijke afbreuk hieraan zijn de aanvullende verzekeringen aan de algemene en Bijzondere Voorwaarden van de hoofdverzekering onderworpen.
16.5 Betwisting
Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen, mits wederzijdse instemming, worden beslecht in een minnelijke medische expertise, waarbij beide partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. De door beide geneesheren aangestelde derde geneesheer zal slechts tussenkomen indien er geen akkoord is tussen eerstgenoemden. Iedere partij zal de honoraria en onkostenstaat regelen van de door haar aangestelde geneesheer. Het honorarium en de kosten van de derde geneesheer en van de gespecialiseerde onderzoeken zullen door beide partijen, elk voor de helft, worden gedragen. Op straf van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren niet afwijken van de bepalingen van de overeenkomst en haar bijvoegsels.
Hoofdstuk VII. Terrorisme
Schade die veroorzaakt wordt door terrorisme is verzekerd overeenkomstig de Wet van 1 april 2007. Wij zijn hiervoor toegetreden tot de vzw TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). In het kader van deze wet werd een Comité opgericht dat bevoegd is voor de erkenning van de schadegevallen en de vaststelling van de uit te keren schadebedragen. Voor het geheel van onze verbintenissen aangegaan ten opzichte van al onze verzekerden dekken wij, overeenkomstig de bepalingen van deze wet, gezamenlijk met alle andere verzekeringsondernemingen die lid zijn van de vzw TRIP en met de Belgische staat de door het Comité per kalenderjaar erkende schadegevallen tot een bedrag van 1 miljard euro. Dit bedrag wordt jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de consumptieprijzen met als basis het indexcijfer van december 2005.
De schade veroorzaakt door nucleaire wapens is altijd uitgesloten van dekking.
Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de autoriteiten onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Voorkoming van de financiering van terrorisme – Nationale lijst van personen en entiteiten verdacht van terroristische daden:
Het KB van 28 december 2006 verbiedt eenieder om tegoeden of economische middelen direct of indirect ter beschikking te stellen van de personen en entiteiten die voorkomen op de Nationale lijst van personen en entiteiten verdacht van terroristische daden en vereist dat financiële instellingen deze tegoeden of economische middelen bevriezen. Onverminderd de toepasselijke voorschriften inzake rapportering, vertrouwelijkheid en beroepsgeheim zijn financiële instellingen verplicht om onverwijld alle informatie die betrekking heeft op de bevriezing van dergelijke tegoeden en economische middelen te verstrekken aan de Minister van Financiën.
Hoofdstuk VIII. Rechtsmacht, toepasselijk recht en fiscale bepalingen
Artikel 17 - Rechtsmacht
Betwistingen tussen de partijen betreffende de uitvoering van de overeenkomst vallen onder de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken.
Artikel 18 – Toepasselijk recht en fiscale bepalingen
Op deze verzekeringsovereenkomst is het Belgisch recht van toepassing.
Alle huidige en toekomstige belastingen, rechten en taksen zijn ten laste van de inrichter of van de begunstigde, naargelang het geval.
18.1. Premies
Voor wat betreft de fiscale lasten die op de premies drukken, geldt de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van de woonstaat van de inrichter.
De eventuele toekenning van belastingvoordelen op de premies wordt bepaald door de belastingwetgeving van het woonland van de inrichter en/of van de aangeslotene. In bepaalde gevallen is de wetgeving van het land toepasselijk waar belastbare inkomsten verkregen worden.
Voor de toepassing van de fiscale begrenzing inzake de toekenning van belastingvoordelen op de premies in functie van het bedrag van de pensioenreserves die op de in de Bijzondere Voorwaarden vermelde einddatum toekomen aan de aangeslotenen, wordt er rekening gehouden met alle door de aangeslotenen bij de inrichter gepresteerde (en gelijkgestelde) dienstjaren, verhoogd met het maximum fiscaal toegelaten aantal niet in de onderneming gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren.
De inrichter behoudt zich het recht voor om de aanwending van het premiebudget voor de vorming van pensioenreserves te beperken indien de voornoemde fiscale begrenzing zou overschreden worden.
18.2. Prestaties
De verzekeringsprestaties worden belast overeenkomstig de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde.
Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing.
De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties. Voor nadere inlichtingen omtrent het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tot de pensioeninstelling.
Hoofdstuk IX. Mededelingen
Artikel 19 - Kennisgevingen
De pensioeninstelling bezorgt één maal per jaar aan de aangeslotene een pensioenfiche met de stand van zijn overeenkomst.
De aan de inrichter, de aangeslotene en de aannemende begunstigde te richten kennisgevingen geschieden geldig op hun meest recente aan de pensioeninstelling meegedeelde adres. Elke kennisgeving van een partij aan de andere wordt geacht gedaan te zijn op de datum van afgifte ervan aan de post.
Artikel 20 - Verblijfplaats
Wanneer de verzekeringsnemer of de verzekerde zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats in het buitenland vestigt, dient hij de pensioeninstelling hiervan in kennis te stellen.
Artikel 21 – Wijziging uiteindelijke begunstigde(n) of lasthebber(s) van de rechtspersoon
Door de algemene voorwaarden te aanvaarden, verbindt de verzekeringsnemer-rechtspersoon zich ertoe om de verzekeringsonderneming onmiddellijk op de hoogte te brengen van elke wijziging aan de bij de onderschrijving opgegeven lasthebber(s) die hem kunnen vertegenwoordigen en/of uiteindelijke begunstigde(n) en om de verzekeringsonderneming een kopie te bezorgen van de identiteitsbewijzen van de nieuwe lasthebber(s) en/of uiteindelijke begunstigde(n).
De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten (hierna de “Wet”) verplicht verzekeringsondernemingen om de uiteindelijke begunstigden van de verzekeringsnemers-rechtspersonen te identificeren.
De Wet somt verschillende categorieën van uiteindelijke begunstigden op volgens de juridische entiteit waaraan ze verbonden zijn. In de Wet wordt een onderscheid gemaakt tussen drie soorten juridische entiteiten, namelijk vennootschappen, (internationale) vzw’s en stichtingen en trusts en andere juridische entiteiten die vergelijkbaar zijn met trusts.
Xxxxxx beschouwd als uiteindelijke begunstigden in het geval van vennootschappen:
1. De natuurlijke perso(o)n(en) die rechtstreeks of onrechtstreeks een toereikend percentage van de stemrechten of van het eigendomsbelang in deze vennootschap houdt/houden, met inbegrip van het houden van aandelen aan toonder;
Een door een natuurlijke persoon gehouden belang van meer dan vijfentwintig procent van de stemrechten of van meer dan vijfentwintig procent van de aandelen of het kapitaal van de vennootschap, geldt als een indicatie van een toereikend percentage van de stemrechten of van het direct belang.
2. De natuurlijke perso(o)n(en) die zeggenschap heeft/hebben over deze vennootschap via andere middelen (bv. Aandeelhoudersovereenkomst, het recht om de leden van de raad van bestuur te benoemen, vetorecht).
3. De natuurlijke persoon of personen die behoort/behoren tot het hoger leidinggevend personeel, indien na uitputting van alle mogelijke middelen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan, geen van de bedoelde personen is geïdentificeerd, of indien er enige twijfel bestaat of de geïdentificeerde persoon of personen de uiteindelijke begunstigde(n) is, respectievelijk zijn (bv. De genomen stappen om de eerste twee categorieën te identificeren, resulterend uit uitgevoerd onderzoek).
Xxxxxx beschouwd als uiteindelijke begunstigden in het geval van (internationale) vzw’s en stichtingen:
1. de leden van de raad van bestuur;
2. de personen die gemachtigd zijn de vereniging te vertegenwoordigen;
3. de personen belast met het dagelijks bestuur van de (internationale) vereniging of stichting;
4. de stichters van een stichting;
5. de natuurlijke personen of, wanneer deze personen nog niet werden aangeduid, de categorie van natuurlijke personen in wier hoofdzakelijk belang de (internationale) vereniging zonder winstoogmerk of stichting werd opgericht of werkzaam is;
6. elke andere natuurlijke persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de (internationale) vereniging of stichting uitoefent.
Artikel 22 – Politiek prominente personen
De wet tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten verplicht verzekeringsondernemingen om over procedures te beschikken die de identificatie mogelijk maken van hun klanten (de verzekeringsnemer en, voor de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden en de lasthebbers) en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is) die politiek prominente personen (PPP) zijn, familieleden van PPP’s of personen bekend als naaste geassocieerden van PPP’s.
De wet definieert PPP’s als volgt: een natuurlijke persoon die een prominente publieke functie bekleedt of bekleed heeft, en met name:
a) staatshoofden, regeringsleiders, ministers en staatssecretarissen;
b) parlementsleden of leden van soortgelijke wetgevende organen;
c) leden van bestuurslichamen van politieke partijen;
d) leden van hooggerechtshoven, grondwettelijke hoven of van andere hoge rechterlijke instanties, met inbegrip van administratieve rechterlijke instanties, die arresten wijzen waartegen geen beroep openstaat, behalve in uitzonderlijke omstandigheden;
e) leden van rekenkamers of van raden van bestuur van centrale banken;
f) ambassadeurs, consuls, zaakgelastigden en hoge officieren van de strijdkrachten;
g) leden van het leidinggevend, toezichthoudend of bestuurslichaam van overheidsbedrijven;
h) bestuurders, plaatsvervangend bestuurders en leden van de raad van bestuur of bekleders van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie.
Onder “familielid” verstaat de wet:
a) de echtgenoot of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot wordt aangemerkt;
b) de kinderen en de echtgenoten van die kinderen of de personen die als gelijkwaardig met de echtgenoot worden aangemerkt;
c) de ouders.
EN voor de “personen bekend als naaste geassocieerden”:
a) de natuurlijke personen die, samen met een politiek prominente persoon, de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c), of d) van artikel 4 van de wet of waarvan bekend is dat zij met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties hebben;
b) de natuurlijke personen die als enige de uiteindelijke begunstigden zijn van een entiteit bedoeld in de bepaling onder 27°, a), b), c) of d) van artikel 4 van de wet waarvan bekend is dat deze in feite werd opgericht ten behoeve van een politiek prominente persoon.
Verplichting van de verzekeringsnemer:
Bij de opdracht tot verzekering verbindt de verzekeringsnemer zich ertoe mee te delen of hij, volgens de definitie opgenomen in de wet (zie hoger), beschouwd wordt als een politiek prominente persoon, een familielid van PPP’s of een persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP’s. Die verplichting wordt uitgebreid tot de andere betrokken personen, met name de rechtspersonen, de uiteindelijke begunstigden, de lasthebbers en de begunstigden van de overeenkomsten (in voorkomend geval hun uiteindelijke begunstigden als de begunstigde een rechtspersoon is).
Door de algemene voorwaarden te aanvaarden, verbindt de verzekeringsnemer zich ertoe om de verzekeringsonderneming onmiddellijk op de hoogte te brengen mocht hijzelf, alsook de uiteindelijke begunstigde, de lasthebber en de begunstigde (en de uiteindelijke begunstigde van de begunstigde als het om een rechtspersoon gaat) in de loop van de overeenkomst politiek prominente persoon, familielid van PPP’s of een persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP’s worden of niet meer als politiek prominente persoon, familielid van PPP’s of persoon bekend als naaste geassocieerde van PPP’s beschouwd worden.
Wettelijke vermeldingen
Algemene verordening met betrekking tot de gegevensbescherming
De maatschappij verbindt zich ertoe, als verwerkingsverantwoordelijke, om de persoonsgegevens te verwerken overeenkomstig de geldende privacywetgeving. Voor meer informatie wordt verwezen naar de klantenbrochure van de maatschappij of de website xxxxx://xxx.xx.xx/xxxxxxx
Klachten
Voor elke klacht met betrekking tot dit contract kan de verzekeringsnemer zich richten tot :
- In eerste instantie :
de dienst Klachtenmanagement van P&V Verzekeringen, Xxxxxxxxxxxxx 000, 0000 Xxxxxxx, e-mail: xxxxxx@xx.xx,
- Bent u niet tevreden met het antwoord van onze dienst Klachtenmanagement :
de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, xxx.xxxxxxxxx.xx.
Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.
Oplichting
Elke oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsonderneming brengt niet alleen de nietigheid van de verzekeringsovereenkomst met zich mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek.