SCE-reglement Energiecoöperatie de Groene Draad
SCE-reglement Energiecoöperatie de Groene Draad
Dit reglement regelt de aanbieding van uitkeringsrechten die betrekking hebben op een productie-installatie die wordt gesubsidieerd krachtens de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE).
Persoonlijk lidmaatschap
Dit reglement veronderstelt dat het lidmaatschap van de coöperatie persoonlijk is en niet overdraagbaar, en dat het eindigt door het overlijden van een lid-natuurlijk persoon of wanneer een lid-rechtspersoon ophoudt te bestaan door liquidatie, fusie of splitsing.
Eenzijdige wijziging van de overeenkomst
Het bij dit reglement gevoegde overeenkomst-model veronderstelt dat de statuten van de coöperatie niet uitsluiten dat overeenkomsten, aangegaan met de leden, eenzijdig door een besluit van de coöperatie kunnen worden gewijzigd.
Inleg
Een uitkeringsrecht wordt verkregen tegen betaling van een bedrag (de inleg) dat door de coöperatie wordt gebruikt om de onderhavige productie-installatie te realiseren. De coöperatie is niet verplicht om de inleg terug te betalen, noch om er enig aandeel voor toe te kennen in haar eigen vermogen. Het is de prijs die wordt betaald voor het uitkeringsrecht.
Kapitaalverstrekking
De aanbieding van uitkeringsrechten wordt ingegeven door de behoefte van de coöperatie aan kapitaal, voor de uitoefening van haar bedrijf. Dat bedrijf dient zich ingevolge de SCE (mede) te richten op het opwekken van hernieuwbare energie. Zodoende is de inleg te zien als een kapitaalverstrekking, en niet als omzet die wordt gemaakt wegens verkoop van uitkeringsrechten.
Uitkering naar verhouding van de inleg
Het uitkeringsrecht betreft betaling van een per kalenderjaar vast te stellen bedrag aan de personen die deelnemen in de onderhavige productie-installatie. Dat bedrag is afhankelijk van de hoeveelheid met die productie-installatie geproduceerde stroom, die wordt gesubsidieerd ingevolge de SCE. Per kilowattuur van die stroom wordt een vergoeding uitgekeerd, naar verhouding van ieders inleg in de productie-installatie. Deze vergoeding wordt voorafgaand aan de aanbieding van de uitkeringsrechten door de coöperatie bepaald.
Deelnemers
Voor deelname in een productie-installatie komen in aanmerking: leden van de coöperatie die woonachtig of gevestigd zijn op een adres gelegen in de postcoderoos van de productie- installatie en waaraan stroom wordt geleverd via een kleinverbruikersaansluiting. Het uitkeringsrecht van een deelnemer is persoonlijk en niet overdraagbaar, en afhankelijk van diens lidmaatschap.
Artikel 1 Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
- algemene vergadering (ALV): de algemene vergadering van de coöperatie;
- Bedrag: het bedrag bedoeld in artikel 8 lid 2, in meervoud: 'Bedragen';
- Beschikking: een beschikking tot subsidieverlening aan de coöperatie ingevolge de SCE;
- Besluit (wordt projectvoorstel genoemd door de Groene Draad): een besluit van de coöperatie tot aanbieding van Uitkeringsrechten;
- coöperatie: EC de Groene Draad, geregistreerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer: 78223636;
- Deelnemer: persoon die met betrekking tot een bepaalde productie-installatie wordt geacht te kwalificeren als deelnemend lid, zoals bedoeld in de SCE, in meervoud: 'Deelnemers';
- gesubsidieerde kilowattuur: met een productie-installatie geproduceerde elektriciteit waarvoor subsidie wordt verstrekt ingevolge de SCE;
- houder: houder van een Uitkeringsrecht, in meervoud: 'houders';
- Inleg: financiële inleg in een productie-installatie;
- postcoderoos: de in een Beschikking vastgestelde postcoderoos;
- productie-installatie: een productie-installatie zoals bedoeld in de SCE, waarmee de coöperatie elektriciteit produceert die in aanmerking komt voor subsidie ingevolge de SCE;
- SCE: de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (Staatscourant 2021; 11080)
- subsidie: subsidie ingevolge de SCE;
- subsidieperiode: de periode gedurende welke de met een bepaalde productie-installatie geproduceerde elektriciteit is gesubsidieerd ingevolge de SCE;
- Totale Bedrag: het bedrag dat de coöperatie gelet op het Besluit en de Beschikking ter zake van een productie-installatie in totaal maximaal zal uitkeren aan de houders van Uitkeringsrechten met betrekking tot die productie-installatie;
- Totale Inleg: het bedrag dat de coöperatie door aanbieding van Uitkeringsrechten met betrekking tot een productie-installatie heeft ontvangen en aanvaard;
- Uitkeringsrechten: uitkeringsrechten die zijn gerelateerd aan de productie van hernieuwbare elektriciteit waarvoor de coöperatie subsidie ontvangt ingevolge de SCE, in enkelvoud "Uitkeringsrecht";
Artikel 2 Aanbieding van Uitkeringsrechten
1. Dit reglement is van toepassing op de aanbieding van uitkeringsrechten die zijn gerelateerd aan de productie van hernieuwbare elektriciteit waarvoor de coöperatie subsidie ontvangt ingevolge de SCE (Uitkeringsrechten).
2. Aanbieding van Uitkeringsrechten geschiedt in overeenstemming met het bepaalde in dit reglement.
3. Uitkeringsrechten worden uitsluitend aangeboden ter financiering van een productie- installatie, die is opgenomen in een beschikking tot subsidieverlening aan de coöperatie ingevolge de SCE (de Beschikking).
4. Tot het aanbieden van Uitkeringsrechten wordt besloten door het bestuur, welk besluit goedkeuring behoeft van de algemene vergadering.
5. De aanbieding van Uitkeringsrechten vindt niet plaats voordat:
a. het Besluit daartoe door de algemene vergadering is goedgekeurd, onder vaststelling van de voorwaarden van de aanbieding;
b. de coöperatie de Beschikking heeft ontvangen van RVO waarin de onderhavige productie-installatie is opgenomen; en
c. het bestuur een door de algemene vergadering goedgekeurd informatiedocument algemeen beschikbaar heeft gesteld.
6. Uitkeringsrechten worden aangeboden aan personen die woonachtig of gevestigd zijn op een adres gelegen in de postcoderoos waarin de productie-installatie overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening is of wordt aangebracht.
Artikel 3 Verkrijging en verlies van Uitkeringsrechten
1. Een Uitkeringsrecht kan uitsluitend worden verkregen van de coöperatie.
2. Om voor een Uitkeringsrecht in aanmerking te komen moet de verkrijger:
a. lid zijn van de coöperatie;
b. met de coöperatie een ledenovereenkomst aangaan (de deelnemersovereenkomst);
c. woonachtig of gevestigd zijn op een adres gelegen in de postcoderoos;
d. stroom geleverd krijgen via een kleinverbruikersaansluiting; en
e. beschikken over een betaalrekening die is gesteld op zijn naam en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
3. Een Uitkeringsrecht kan niet worden overgedragen, behoudens overdracht aan een huisgenoot van de houder die de rol van Xxxxxxxxx, rechtsgeldig en met instemming van de coöperatie op zich neemt.
4. Een Uitkeringsrecht vervalt zodra de houder:
a. geen lid meer is van de coöperatie1;
b. geen stroom meer geleverd krijgt via een kleinverbruikersaansluiting; of
c. ook na aanmaning nalaat binnen redelijke termijn te voldoen aan het bepaalde in lid 9.
5. Nadat een Uitkeringsrecht is vervallen, is de coöperatie verplicht het restant ervan tegen een passende Inleg aan anderen aan te bieden, die ervoor in aanmerking kunnen komen.
6. Bij toepassing van het bepaalde in lid 5 wordt de Inleg bepaald naar verhouding van het resterende Uitkeringsrecht. Het bestuur is evenwel bevoegd een korting toe te passen, indien dat nodig blijkt te zijn voor behoud van het minimale aantal Deelnemers in desbetreffende productie-installatie.
7. De voormalige houder van het vervallen Uitkeringsrecht heeft recht op de Inleg die de coöperatie ontvangt vanwege de aanbieding van het resterende Uitkeringsrecht aan een ander. Het bestuur is evenwel bevoegd om bij uitbetaling een redelijke vergoeding in
mindering te brengen, ter dekking van de uitvoeringskosten. Een vergoeding van € 25
1 Verondersteld wordt dat het lidmaatschap persoonlijk is, en niet overdraagbaar. Bij overlijden, liquidatie, fusie of splitsing eindigt het. De erfgenamen hebben recht op de Inleg die de coöperatie ontvangt voor het resterende Uitkeringsrecht, onder aftrek van kosten (zie artikel 3 lid 7). Indien een erfgenaam de rol van Xxxxxxxxx op zich neemt, wordt het resterende Uitkeringsrecht om niet aan deze erfgenaam toegekend (artikel 3 lid 8).
wordt daarbij redelijk geacht. Indien de werkelijke uitvoeringskosten hoger zijn kunnen die hogere kosten in mindering worden gebracht.
8. In afwijking van het bepaalde in lid 5 kan het bestuur een resterend Uitkeringsrecht om niet toekennen aan een erfgenaam van de overleden houder van het vervallen Uitkeringsrecht, indien deze diens rol als Deelnemer rechtsgeldig op zich neemt.
9. Elke Deelnemer is verplicht om desgevraagd aan te tonen dat hij stroom geleverd krijgt via een kleinverbruikersaansluiting.
Artikel 4 Het Besluit
1. Het besluit tot aanbieding van Uitkeringsrechten vermeldt in ieder geval:
a. de productie-installatie waarop het Besluit betrekking heeft;
b. de postcoderoos van die productie-installatie;
c. de Inleg die de Coöperatie via deze aanbieding in totaal wenst te ontvangen;
d. het minimale aantal Deelnemers;
e. de minimale Inleg per Deelnemer;
f. de maximale Inleg per Deelnemer, als veelvoud van de minimale Inleg per Deelnemer;
g. de verwachte subsidieperiode waarop Uitkeringsrechten betrekking hebben; en
h. de voorwaarden waaronder de Uitkeringsrechten worden aangeboden, waaronder;
i. de vaste vergoeding per gesubsidieerde kilowattuur die de coöperatie ingevolge de Uitkeringsrechten zal uitkeren.
2. Het Besluit vermeldt voorts het Totale Bedrag dat naar verwachting met betrekking tot de productie-installatie zal worden uitgekeerd. Het Totale Bedrag wordt berekend op basis van de maximale hoeveelheid stroom die ingevolge de onderhavige Beschikking wordt gesubsidieerd, en de vaste vergoeding per gesubsidieerde kilowattuur, overeenkomstig het Besluit.
3. Het Besluit gaat vergezeld van het informatiedocument bedoeld in artikel 2 lid 5 sub c.
4. De algemene vergadering kan het Besluit niet goedkeuren zonder gelijktijdige goedkeuring van het bijbehorende informatiedocument.
5. Het Besluit vermeldt of de productie-installatie (dan wel het recht van opstal of erfpacht dat voor die productie-installatie is gevestigd) al dan niet wordt bezwaard met recht van pand of hypotheek. Dergelijke bezwaring is alleen mogelijk in de gevallen genoemd in lid 6.
6. Een productie-installatie (dan wel het recht van opstal of erfpacht dat ten behoeve van die productie-installatie is gevestigd) mag niet worden bezwaard met recht van pand of hypotheek, tenzij:
a. alle Uitkeringsrechten met betrekking tot die productie-installatie zijn uitgeput;
b. de bezwaring strekt tot zekerheid voor de houders van Uitkeringsrechten met betrekking tot die productie-installatie; of
x. xx xxxxxxxxx strekt tot zekerheid in verband met de financiering van de productie- installatie met vreemd vermogen.
7. Bezwaring als bedoeld in lid 6 onder b en c is alleen mogelijk indien en voor zover dit is vermeld in het Besluit.
Artikel 5 Inschrijving voor Uitkeringsrechten
1. Inschrijving voor Uitkeringsrechten staat open voor leden van de coöperatie, en voor personen die bij inschrijving het lidmaatschap aanvragen.
2. Inschrijving geschiedt door middel van een door het bestuur daartoe beschikbaar gesteld (online) formulier.
3. Door inschrijving komt een overeenkomst (deelnemersovereenkomst) tot stand tussen de coöperatie en de inschrijver, waar de bepalingen van dit reglement en van het onderhavige Besluit integraal deel van uitmaken. Deze overeenkomst kan gedurende 14 dagen na inschrijving zonder opgave van redenen door de inschrijver worden herroepen.
4. De coöperatie behoudt zich het recht voor om een inschrijving geheel of gedeeltelijk te weigeren.
5. Het bestuur kan de inschrijvingstermijn opschorten, verkorten of verlengen telkens wanneer het daartoe aanleiding ziet.
Artikel 6 Toekenning van Uitkeringsrechten
1. Uitkeringsrechten worden uitsluitend toegekend aan leden van de coöperatie.
2. Toekenning van Uitkeringsrechten geschiedt op basis van een deelnemersovereenkomst.
3. De coöperatie streeft naar een gelijkmatige verdeling van de Uitkeringsrechten over de geldige inschrijvingen.
4. Bij toepassing van het bepaalde in artikel 3 lid 5 (aanbieding van resterend
Uitkeringsrecht door de coöperatie) wordt het recht toegekend aan de eerste gegadigde die zich hiervoor aanmeldt en die de rol van Deelnemer rechtsgeldig op zich neemt. Bij toepassing van het bepaalde in artikel 3 lid 8 (toekennen aan een erfgenaam) blijft het bepaalde in de vorige volzin buiten toepassing.
5. Toekenning van een Uitkeringsrecht wordt schriftelijk (per e-mail) kenbaar gemaakt.
6. De coöperatie is op geen enkele wijze te verplichten tot toekenning van één of meer Uitkeringsrechten noch tot vergoeding van schade wegens niet-toekenning van één of meer Uitkeringsrechten.
7. De coöperatie behoudt zich het recht voor om de toekenning van één of meer Uitkeringsrechten geheel of gedeeltelijk te weigeren.
Artikel 7 Verkrijging van een Uitkeringsrecht
1. Een Uitkeringsrecht wordt uitsluitend verkregen tegen betaling van de bijbehorende Inleg. De verkrijging geschiedt door aanvaarding van de Inleg door de coöperatie. De coöperatie bevestigt de aanvaarding van de Inleg schriftelijk (per e-mail) en binnen twee maanden na de ontvangst.
2. Bij de bevestiging vermeldt de coöperatie:
a. het bedrag van de Inleg waarvoor het Uitkeringsrecht verkregen is;
b. de Totale Inleg die de coöperatie voor de productie-installatie heeft aanvaard;
c. de verwachte start- en einddatum van de stroomproductie waar het Uitkeringsrecht betrekking op heeft.
3. Overmaking van de Inleg moet per bank geschieden. De Inleg moet worden overgemaakt vanaf een bankrekening die op naam staat van de inschrijver, en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
4. De coöperatie behoudt zich het recht voor om ontvangen Inleg te weigeren door terugstorting van die Inleg naar de bankrekening van herkomst. Desbetreffend Uitkeringsrecht worden dan niet verkregen.
5. Bewijs van het Uitkeringsrecht volgt uit het inlegregister van de coöperatie.
Artikel 8 Het Uitkeringsrecht
1. Het Uitkeringsrecht geeft recht op uitkering van een vaste vergoeding voor elke gesubsidieerde kilowattuur die is geproduceerd met de onderhavige productie-installatie, naar verhouding van de Inleg.
2. Voor elke productie-installatie stelt het bestuur jaarlijks vóór 1 mei het bedrag vast dat met betrekking tot het afgelopen kalenderjaar dient te worden uitgekeerd (het Bedrag).
3. Het Bedrag is gelijk aan het product van (i) de hoeveelheid met de productie-installatie geproduceerde stroom die in het onderhavige kalenderjaar voor subsidie in aanmerking komt en (ii) de vaste vergoeding per kilowattuur, die in het Besluit is vermeld.
4. De omvang van een Uitkeringsrecht wordt bepaald op basis van de verhouding van de bijbehorende Inleg en de Totale Inleg in de onderhavige productie-installatie.
5. Xxxxxxxx ingevolge een Uitkeringsrecht volgt binnen 30 dagen nadat het Bedrag is vastgesteld. Het bestuur kan deze termijn verlengen tot uiterlijk 1 augustus van het jaar waarin de betaling plaats moet vinden.
6. Op voorstel van het bestuur kan de algemene vergadering de termijn voor uitkering verder verlengen indien en voor zover dat gelet op de financiële situatie van de coöperatie noodzakelijk is. Een dergelijk besluit betreft alle Uitkeringsrechten die door de coöperatie zijn aangeboden, in gelijke mate.
7. Indien de coöperatie een productie-installatie vervreemdt voordat het Uitkeringsrecht met betrekking tot die productie-installatie is uitgeput, hebben de houders, naar evenredigheid van hun Inleg, recht op uitbetaling van het Totale Bedrag, onder aftrek van de reeds uitgekeerde Bedragen.
8. In de jaarrekening van de coöperatie worden van elke productie-installatie de Bedragen vermeldt voor de afgesloten kalenderjaren, alsmede de Totale Inleg, het Totale Bedrag en de actuele stand van het aantal Deelnemers respectievelijk houders van Uitkeringsrechten in die productie-installatie per de balansdatum. Ook vermeldt de jaarrekening van elke productie-installatie of deze (dan wel het recht van opstal of erfpacht dat ten behoeve van die productie-installatie is gevestigd) bezwaard is met pand of hypotheek.
9. Zodra vast staat dat een productie-installatie alsnog niet wordt gerealiseerd hebben de houders van de Uitkeringsrechten die betrekking hebben op die productie-installatie, recht op terugbetaling van de Inleg. Datzelfde geldt indien de productie-installatie twee
jaren na aanvaarding van de Inleg nog niet is gerealiseerd, of nog geen gesubsidieerde kilowattuur heeft geproduceerd.
Artikel 9 Looptijd en opeisbaarheid
1. Het Uitkeringsrecht betreft een periode van 15 jaren, die mogelijk wordt verlengd met maximaal een jaar, een en ander overeenkomstig de subsidieperiode die voortvloeit uit de Beschikking waarin de onderhavige productie-installatie is opgenomen. De periode vangt aan zodra de eerste gesubsidieerde kilowattuur met de productie-installatie is geproduceerd, en eindigt zodra de laatste gesubsidieerde kilowattuur met de productie- installatie is geproduceerd.
2. Het Uitkeringsrecht is uitgeput en vervalt van rechtswege zodra de coöperatie al hetgeen heeft uitgekeerd waar de houder recht op heeft.
3. De rechtsvordering tot betaling van het verschuldigde ingevolge een Uitkeringsrecht verjaart door verloop van drie jaren nadat desbetreffende betaling opeisbaar is geworden. Uitkeringen die na drie jaren nog niet zijn opgeëist vervallen aan de coöperatie.
4. Zolang de termijn voor uitkering overeenkomstig het bepaalde in artikel 8 lid 6 is verlengd, is het verschuldigde ingevolge de Uitkeringsrechten, waarop de termijnverlenging betrekking heeft, niet opeisbaar.
5. Hetgeen verschuldigd is ingevolge artikel 8 lid 7 (vervreemding van de productie- installatie) of artikel 8 lid 9 (terugbetaling van de Inleg) wordt direct opeisbaar zodra desbetreffend recht ontstaat.
6. Elke houder heeft ingevolge zijn Uitkeringsrecht en naar evenredigheid van de bijbehorende Inleg, een terstond en zonder ingebrekestelling opeisbaar recht op uitbetaling van het bijbehorende Totale Bedrag, onder aftrek van de reeds uitgekeerde Bedragen, indien:
a. een van de volgende regelingen is uitgesproken of aangevraagd ten aanzien van de coöperatie:
i faillissement;
ii surseance van betaling
iii een andere insolventieregeling.
b. een schuldeisersakkoord wordt aangeboden voor de coöperatie.
c. de coöperatie een besluit neemt tot ontbinding of feitelijke liquidatie van de coöperatie.
d. de coöperatie wordt ontbonden, vereffend en/of geliquideerd of ophoudt te bestaan, ook indien dit geschiedt in het kader van een reorganisatie of juridische fusie waarbij de coöperatie de verdwijnende rechtspersoon is.
Artikel 10 Gemeenschappelijk Uitkeringsrecht
1. Ten aanzien van een Uitkeringsrecht dat behoort tot een gemeenschap, kunnen de deelgenoten zich slechts door één persoon tegenover de coöperatie doen vertegenwoordigen. Dat is de persoon die als houder van dat Uitkeringsrecht in het inlegregister staat geregistreerd. Indien zij twijfelt over de bevoegdheid van de houder om over een op zijn naam staand Uitkeringsrecht, dan wel de vruchten daarvan te beschikken is de coöperatie bevoegd elke transactie met betrekking tot dat Uitkeringsrecht op te schorten, totdat klaarheid is gebracht in de bevoegdheid van de houder en de aanspraken van de deelgenoten met betrekking tot dit Uitkeringsrecht.
2. De coöperatie verleent geen medewerking aan verdeling van een Uitkeringsrecht die erin resulteert dat er geen Deelnemer meer verbonden is aan dat Uitkeringsrecht.
3. De voor verdeling van een Uitkeringsrecht benodigde medewerking bestaat uit aanpassing van het inlegregister. Zonder deze medewerking vindt geen geldige verdeling plaats. Van de aanpassing wordt mededeling gedaan aan de betrokken deelgenoten.
4. De coöperatie is bevoegd voor medewerking aan verdeling van een Uitkeringsrecht redelijke kosten in rekening te brengen. Een bedrag van 25 euro per verdeling wordt daarbij redelijk geacht. Indien de werkelijke uitvoeringskosten hoger zijn kunnen die hogere kosten in rekening worden gebracht.
Artikel 11 Overgang van een Uitkeringsrecht2
1. Overgang van een Uitkeringsrecht geschiedt van rechtswege (behoudens het bepaalde in lid 2). Om na overgang de rechten ingevolge het Uitkeringsrecht te kunnen uitoefenen behoeft de rechthebbende medewerking van de coöperatie. De coöperatie zal deze medewerking niet op onredelijke grond onthouden. De coöperatie is evenwel bevoegd
2 Overgang betreft een situatie waarin een Uitkeringsrecht van rechtswege op een ander overgaat, bijvoorbeeld wegens fusie, erfopvolging of boedelmenging. Overgang is te onderscheiden van overdracht, die doorgaans samenhangt met een transactie tussen de vervreemder en de verkrijger.
om aan die medewerking redelijke voorwaarden te verbinden, en elke handeling met betrekking tot het onderhavige Uitkeringsrecht op te schorten, totdat aan die voorwaarden is voldaan.
2. Bij overlijden van een Deelnemer geldt het bepaalde in artikel 3 lid 3 en verder.3 Dit betekent dat de erfgenamen recht hebben op de Inleg die de coöperatie ontvangt voor het resterende Uitkeringsrecht, onder aftrek van kosten (zie artikel 3 lid 7). Indien een erfgenaam echter rechtsgeldig de rol van Xxxxxxxxx op zich neemt, wordt het resterende Uitkeringsrecht om niet toegekend aan deze erfgenaam of verdeeld over de erfgenamen, onder toepassing van het bepaalde in artikel 10. Het bepaalde in artikel 7 lid 1 blijft dan buiten toepassing.
3. De voor overgang benodigde medewerking bestaat uit aanpassing van het inlegregister. Zonder deze medewerking vindt geen geldige overdracht plaats.
4. De coöperatie is bevoegd voor overgang van een Uitkeringsrecht redelijke kosten in rekening te brengen. Een bedrag van 25 euro wordt daarbij redelijk geacht. Indien de werkelijke uitvoeringskosten hoger zijn kunnen die hogere kosten in rekening worden gebracht.
Artikel 12 Inlegregister
1. De coöperatie administreert de Inleg en de uitkeringen per houder en per productie- installatie in haar inlegregister waarin onder meer zijn opgenomen de naam, het adres, het e-mailadres en de bankrekening van xxxx xxxxxx.
2. Gerechtigdheid tot een Uitkeringsrecht blijkt uit het inlegregister van de coöperatie. Per Uitkeringsrecht is slechts één houder te registreren.
3. Elke houder is verplicht om te controleren of zijn in het inlegregister opgenomen gegevens compleet en juist zijn, en om eventuele onvolkomenheden te corrigeren dan wel schriftelijk aan de coöperatie te melden.
3 Dit reglement veronderstelt dat het lidmaatschap eindigt door overlijden, waardoor het Uitkeringsrecht van de overledene vervalt. In de plaats treedt het recht op de Inleg die de coöperatie ontvangt voor het resterende Uitkeringsrecht, onder aftrek van kosten (zie artikel 3 lid 7).
4. Elke houder is verplicht om de coöperatie voortdurend op de hoogte te houden van zijn relevante persoonlijke gegevens waaronder zijn actuele adres, e-mailadres en bankrekeningnummer (IBAN).
5. Betalingen ingevolge een Uitkeringsrecht geschieden door overmaking naar de bij de coöperatie bekende bankrekening van de persoon die op het moment van die overmaking blijkens het inlegregister van de coöperatie, houder is van desbetreffend Uitkeringsrecht. Een dergelijke betaling heeft bevrijdende werking. De coöperatie is bevoegd betaling op te schorten zolang haar geen bankrekening bekend is die op naam staat van de houder en die wordt aangehouden bij een bank die bevoegd is om als zodanig in Nederland actief te zijn.
6. Gevolgen van het door de houder niet controleren of niet juist of terstond doen van opgaven betreffende zijn persoonlijke gegevens, komen volledig voor rekening en risico van de houder en kunnen niet aan de coöperatie worden tegengeworpen.
7. De coöperatie is te allen tijde bevoegd om bewijsstukken te verlangen (waaronder: identiteitsbewijs, uittreksel KvK, bankafschrift, verklaring van erfrecht) alvorens over te gaan tot toewijzing van een Uitkeringsrecht, inschrijving in het inlegregister, wijziging van het inlegregister waaronder wijziging van het bankrekeningnummer waarop betalingen ingevolge de Uitkeringsrechten worden gedaan.
8. De coöperatie kan de zorg voor het inlegregister opdragen aan derden.
9. De coöperatie is bevoegd om aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (althans de uitvoeringsorganisatie van de SCE) opgave te doen van de Inleg en NAW gegevens van xxxx Xxxxxxxxx, met het uitsluitende doel om te voldoen aan de eisen die zijn verbonden aan de subsidieverstrekking ingevolge de SCE.
Artikel 13 Afgelasting van de aanbieding
1. De coöperatie behoudt zich het recht voor om af te zien van de aanbieding van Uitkeringsrechten en om het aanbod en de toewijzing van Uitkeringsrechten geheel of gedeeltelijk in te trekken.
2. De aanbieding van Uitkeringsrechten wordt in ieder geval ingetrokken als het minimale aantal Deelnemers behorend bij die aanbieding niet wordt gehaald.
3. Zolang de verkrijging van Uitkeringsrechten niet is bevestigd (zoals bedoeld in artikel 7 lid 1) is het bestuur bevoegd om de aanbieding dan wel de verkrijging van Uitkeringsrechten ongedaan te maken en de deelnemersovereenkomst te ontbinden.
4. Indien het aanbod of de toewijzing van Uitkeringsrechten wordt ingetrokken of de verkrijging ongedaan wordt gemaakt, wordt eventueel reeds ontvangen Inleg gerestitueerd.
5. De coöperatie aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enig verlies of schade die iemand lijdt doordat de coöperatie afziet van de aanbieding van Uitkeringsrechten, of de aanbieding of toekenning van één of meer Uitkeringsrechten geheel of gedeeltelijk intrekt, of de verkrijging van Uitkeringsrechten geheel of gedeeltelijk ongedaan maakt.
Artikel 14 Geschillen
Geschillen in verband met de Uitkeringsrechten kunnen schriftelijk gemotiveerd worden voorgelegd aan het bestuur. Op de beslissing van het bestuur op een geschil staat beroep open op de algemene vergadering.
Artikel 15 Vaststelling, inwerkingtreding en wijziging
1. Dit reglement is goedgekeurd en vastgesteld door de algemene vergadering op [datum] en treedt in werking per de dag volgend op die datum.
2. Wijziging van dit reglement is onderworpen aan goedkeuring van de algemene vergadering.