Voorwaarden Brandverzekering Inventaris
Voorwaarden Brandverzekering Inventaris
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Bedrijfsuitrusting/Inventaris
Alle roerende zaken, met uitzondering van:
a. goederen;
b. particuliere huishoudelijke inboedel;
c. motorrijtuigen, aanhangwagens, caravans en vaartuigen, alles inclusief losse onderdelen, accessoires en bijbehorende sleutels;
x. xxxx en geldswaardig papier.
1.2 Goederen
Grond- en hulpstoffen, halffabricaten, eindproducten, goederen in bewerking en emballage.
1.3 Goederen met een consignatiecontract
De in het gebouw aanwezige eigendommen van derden, niet zijnde motorrijtuigen, aanhangwagens, caravans en vaartuigen, die de verzekeringnemer in de hoedanigheid als op het polisblad vermeld onder zich heeft.
1.4 Geleasede of gehuurde zaken
Zaken die de verzekeringnemer in de hoedanigheid als op het polisblad vermeld krachtens een lease- of huurovereenkomst onder zich heeft.
1.5 Zonnepaneel stroomsysteem
Een zonnepaneel bestaat uit meerdere in serie geschakelde zonnecellen ingekapseld tussen glazen of kunststof panelen, die aan de voorkant transparant zijn. Met een zonnepaneel wordt zonlicht direct omgezet in elektriciteit.
1.6 Zonneboilersysteem
Een systeem dat als doel heeft door middel van zonnecollectoren water op te warmen en te gebruiken met een verwarmingsunit of om water in een boiler te verwarmen.
1.7 Zeecontainer
Een zeecontainer die binnen de verzekerde hoedanigheid bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven op het afgesloten terrein van verzekerde.
1.8 Gevaarsobjecten
De bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen aanwezig in de gebouwen op het (de) in het polisblad omschreven adres(sen).
1.9 Huurderbelang
Al hetgeen verzekerde als huurder in of aan het gebouw aard- en nagelvast voor zijn rekening heeft aangebracht, van de vorige gebruiker heeft overgenomen, en/of aanwezig is op het bedrijfsterrein van het adres als omschreven op het polisblad. De herstel- of vervangingskosten voor deze zaken dienen volgens de huurovereenkomst voor rekening en risico van verzekerde te komen.
1.10 Gebouw
De onroerende zaken met al wat daartoe bestemd is en volgens verkeersopvatting daarvan deel uitmaakt, op het op het polisblad genoemde adres en waarin het bedrijf van de verzekeringnemer wordt uitgeoefend.
1.11 Constructie
De wijze waarop het gebouw ontworpen en geconstrueerd is. Zowel dat deel van een bouwwerk dat verantwoordelijk is voor de stabiliteit van het bouwwerk alsook de overige samenstellende delen van het gebouw worden beschouwd als een constructie.
1.12 Nieuwwaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen van nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit.
1.13 Dagwaarde
De nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering of slijtage.
1.14 Vervangingswaarde
Het bedrag benodigd voor het verkrijgen van naar soort, kwaliteit, hoeveelheid, staat en ouderdom gelijkwaardige zaken. Als er geen vervangingsmarkt bestaat dan wordt het hoogste resultaat aangehouden van:
a. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor technische veroudering of;
b. de nieuwwaarde onder aftrek van een bedrag voor economische veroudering.
1.15 Indexering
Automatische en ononderbroken aanpassing van het verzekerd bedrag aan de overeengekomen index.
1.16 Neerslag
Water dat in vloeibare of vaste vorm, als regen, sneeuw of hagel, vanuit de atmosfeer het aardoppervlak bereikt.
1.17 Bovengrondse opruimingskosten
De niet al in de schadevaststelling begrepen kosten voor het afbreken, wegruimen en afvoeren van verzekerde zaken, voor zover de afbraak, wegruiming en/of afvoer het noodzakelijk gevolg is van een op de polis gedekte gebeurtenis en daarvoor geen enkele behandeling of bewerking van grond of water is vereist. Wanneer op het polisblad een afwijkend verzekerd bedrag voor opruimingskosten is opgenomen, is dat bedrag verzekerd.
1.18 Bereddingskosten
Kosten en op geld waardeerbare opofferingen verbonden aan maatregelen, die door of namens verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het
onmiddellijk dreigend gevaar van het ontstaan van schade door een verzekerde gebeurtenis af te wenden of om schade door een verzekerde gebeurtenis te beperken.
1.19 Salvagekosten
De kosten die door of namens de Stichting Salvage tijdens of direct na een brand worden gemaakt, ondermeer voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijke maatregelen om schade te beperken.
1.20 Europa
De landen van de Europese Unie, Andorra, (Turks) Cyprus, IJsland, Kanaaleilanden, Liechtenstein, Monaco, Noorwegen, San Xxxxxx en Zwitserland.
Artikel 2 Algemeen
2.1 Algemene Verzekeringsvoorwaarden
Als hiervan in deze voorwaarden niet uitdrukkelijk wordt afgeweken, blijven de Algemene Verzekeringsvoorwaarden, die worden geacht een geheel met deze voorwaarden uit te maken, van toepassing.
2.2 Verwijzing
Verwijzing heeft alleen plaats naar artikelen van deze voorwaarden, tenzij anders aangegeven.
2.3 Bekendheid
a. De omschrijving van de verzekerde zaken als vermeld op het polisblad wordt aangemerkt als afkomstig van de verzekeringnemer.
b. De verzekeraar is bekend met de ligging, bouwaard, inrichting en het gebruik van de verzekerde zaken bij aanvang van de overeenkomst, net als met de belendingen.
2.4 Overgang verzekerd belang
a. Zodra het belang in de verzekerde zaken op een ander is overgegaan en er, door deze overgang, sprake is van een nieuwe verzekerde, vervalt de overeenkomst na een maand, tenzij de nieuwe verzekerde binnen die termijn aan de verzekeraar verklaart de overeenkomst voort te zetten. In dat geval kan de verzekeraar binnen twee maanden nadat de verklaring is afgelegd, de overeenkomst met inachtneming van een termijn van een maand opzeggen. (Artikel 7:948 BW);
b. Bij overlijden van verzekeringnemer hebben zijn erfgenamen en de verzekeraar het recht de overeenkomst binnen negen maanden nadat zij met dit overlijden bekend zijn geworden op te zeggen met inachtneming van een termijn van een maand (Artikel 7:950 BW);
c. De verzekering eindigt van rechtswege zodra verzekerde of diens erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde object. Belanghebbende bij het verzekerde object is per definitie de verzekerde of diens erfgenamen als rechtsopvolgers onder algemene titel;
Het in dit artikel onder 4a, 4b en 4c bepaalde kan niet tot verlenging van de overeenkomst of tot beperking van het recht op opzegging uit anderen hoofde leiden.
2.5 Open polis
Het verzekerd bedrag staat op het polisblad vermeld en is gebaseerd op de door verzekeringnemer verstrekte gegevens.
2.6 Voortaxatie
a. Wanneer uit het polisblad blijkt dat de verzekerde gevaarsobjecten zijn gewaardeerd door een of meerdere deskundige(n) dan is deze voortaxatie gedurende drie jaren geldig te rekenen vanaf dagtekening van het taxatierapport. Het taxatierapport wordt geacht deel uit te maken van de overeenkomst. Wanneer verzekeraar bewijst dat er sprake is van bedrog, verliest de deskundigentaxatie haar geldigheid.
b. Wanneer na verloop van de genoemde termijn geen nieuw taxatierapport is uitgebracht, dan blijft de voortaxatie gedurende een periode van 36 maanden geldig als een partijentaxatie. Daarna wordt het verzekerd bedrag beschouwd als een opgave van verzekerde zelf.
c. De voortaxatie verliest te allen tijde haar kracht:
1. in geval van overgang van het zakelijke belang en de nieuwe verzekerde de getaxeerde zaak voor andere doeleinden gaat gebruiken;
2. als de inventaris voor langer dan twaalf maanden buiten gebruik is of zal zijn;
3. als het gebouw langer dan 3 maanden leeg staat of zal leegstaan;
4. als het gebouw door krakers gebruikt wordt;
5. als na schade niet tot heraanschaf of herstel wordt overgegaan dan wel het bedrijf niet wordt voortgezet;
6. Wanneer door de voorwaarden van deze verzekering de schadevergoeding wordt vastgesteld op basis van dagwaarde.
d. Wanneer verzekerde op kosten van de verzekeraar zijn inventaris en/of huurderbelang heeft laten taxeren, is het taxatierapport eigendom van de verzekeraar. Verzekerde kan bij voortijdige beëindiging van de betreffende polis, het rapport ontvangen tegen betaling van de kosten van het taxatierapport over de nog niet verstreken geldigheidsduur als vermeld in het taxatierapport.
2.7 Indexering
a. Jaarlijks wordt per premievervaldatum het verzekerd bedrag en in evenredigheid daarmee de premie aangepast overeenkomstig het door de Stichting Bureau Documentatie Bouwwezen vastgestelde prijsindexcijfer voor inventarissen. De indexering van het verzekerd bedrag huurderbelang wordt vastgesteld overeenkomstig het door de Stichting Bureau Documentatie Bouwwezen vastgestelde prijsindexcijfer voor bedrijfsgebouwen. Deze indexering geldt niet voor de bedragen die op een andere plaats in deze polisvoorwaarden worden genoemd.
b. De premie voor het nieuwe verzekeringsjaar wordt berekend op basis van het nieuwe verzekerd bedrag. Deze aanpassing van de premie geldt niet als een wijziging van de premie en/of de voorwaarden zoals die staan omschreven in de Algemene Voorwaarden.
2.8 Samenloop
Wanneer de schade die onder deze verzekering is gedekt, ook is gedekt onder een polis bij een andere verzekeraar of daaronder gedekt zou zijn als deze verzekering niet zou hebben bestaan, dan loopt deze verzekering slechts als excedent boven de dekking die onder de andere polis is verleend, of verleend zou zijn, als deze verzekering niet zou hebben bestaan.
Artikel 3 Omschrijving van de dekking
Deze verzekering biedt dekking voor de schade aan of verlies van de in het gebouw aanwezige inventaris, consignatie- en/of goederen en zaken die onder het huurderbelang zijn begrepen, die is veroorzaakt door een van de gedekte gevaren bij een plotselinge en onvoorziene gebeurtenis. De schade is gedekt tot maximaal het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag per gebeurtenis.
De schade moet het gevolg te zijn van een gevaar als hieronder genoemd, ook wanneer de schade is veroorzaakt door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak, wanneer de oorzaak van de schade is gelegen op een tijdstip na de aanvang en binnen de geldigheidsduur van de verzekering.
Gedekte gevaren zijn:
3.1 Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Daarom is onder andere geen brand:
x. xxxxxx, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
b. doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
c. oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels;
Als schade door brand wordt ook beschouwd de schade die door blussing van brand is ontstaan.
3.2 Blikseminslag
Beschadiging of vernieling door inslaan van de bliksem, ook al heeft dit geen brand tot gevolg.
3.3. Overspanning/inductie
Beschadiging of vernieling door een elektromagnetisch veld door een bliksemontlading in het gebouw, in de aarde of in de atmosfeer.
3.4 Ontploffing
Een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, dit met inachtneming van het hierna bepaalde.
Als de ontploffing ontstaan is:
a. binnen een, al dan niet gesloten, vat moet:
1. een opening in de wand van het vat ontstaan zijn door de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen, en
2. door die opening de druk binnen en buiten het vat plotseling aan elkaar gelijk geworden zijn.
Hoe de gassen of dampen ontstaan zijn, respectievelijk of die al dan niet voor de ontploffing aanwezig waren, is niet relevant.
b. buiten een vat, moet die krachtsuiting het onmiddellijke gevolg zijn van een scheikundige reactie.
Onder ontploffing wordt niet verstaan: implosie.
3.5 Luchtvaartuigen
Het getroffen worden door een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp.
3.6 Storm
Een windsnelheid van ten minste 14 meter per seconde. Als bewijs dat een snelheid van ten minste 14 meter per seconde is bereikt, geldt een door of vanwege het KNMI, Meteo Consult of vergelijkbare instelling afgegeven verklaring. In geval sprake is van een eigen risico geldt voor de vaststelling daarvan: als de windsnelheid zich afwisselend boven en onder de 14 meter per seconde beweegt dan zal eerst dan een volgend eigen risico worden berekend wanneer er vanaf het moment dat de windsnelheid voor het eerst 14 meter per seconde was ten minste 24 achtereenvolgende uren zijn verstreken waarin de windsnelheid 10 meter per seconde of minder is geweest.
3.7 Windhoos
Een windhoos is een snel draaiende kolom lucht. De windsnelheden bij een windhoos kunnen zeer lokaal oplopen tot enkele honderden kilometers per uur.
De verzekering dekt de schade aan inventaris en/of goederen van verzekerde door:
a. een windhoos;
b. objecten die tijdens de tocht van een windhoos over het aardoppervlak zijn opgezogen en uit de lucht vallen.
3.8 Diefstal na braak
Diefstal na braak aan:
a. het gebouw of een daarmee binnenshuis gemeenschap hebbend gebouw;
b. het bij de verzekeringnemer in gebruik zijnde perceelsgedeelte als in het gebouw meerdere bedrijven, instellingen en dergelijke zijn gevestigd.
Xxxxx is het zich wederrechtelijk toegang verschaffen door verbreking, met zichtbare beschadiging, van afsluitingen. Aan braak gelijkgesteld wordt het wederrechtelijk binnendringen door inklimming, zich laten insluiten, gebruik van valse sleutels en andere tot het openen van het slot niet bestemde voorwerpen en gebruik van de echte sleutel, mits deze op onrechtmatige wijze werd verkregen.
3.9 Beroving en afpersing
Beroving en afpersing, plaatsvindend in het gebouw en gepaard gaand met geweld of bedreiging met geweld.
3.10 Vandalisme
Vandalisme gepleegd door een dader die wederrechtelijk het gebouw is binnengedrongen. Deze dekking geldt niet voor gebouwen of gedeelten daarvan die buiten gebruik zijn gesteld.
3.11 Neerslag
Regen, sneeuw, hagel en smeltwater via daken, balkons of vensters binnengedrongen door overlopen of lekkage van daken en goten of de afvoerpijpen daarvan.
Uitdrukkelijk is van de dekking uitgesloten schade ontstaan door:
a. vochtdoorlating van muren, constructiefouten of slecht onderhoud;
b. terugstromen van water van de openbare riolering;
c. grondwater;
x. xxxxx, sneeuw, hagel of smeltwater binnengekomen door openstaande ramen, deuren of luiken.
3.12 Water, anders dan neerslag, en blusmiddel
Water, stoom en damp gestroomd of overgelopen uit binnen of buiten het gebouw gelegen leidingen of daarop aangesloten toestellen respectievelijk installaties van waterleiding, airconditioning, sanitair en centrale verwarming door het springen door vorst, breuk, verstopping of een ander plotseling en onvoorzien optredend defect.
In dit geval zijn ook onder de dekking begrepen voor zover deze ten laste komen van de verzekeringnemer als huurder de kosten van:
a. opsporen van het defect en het daarmee verband houdende breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onderdelen van het gebouw.
b. herstel van de installaties, leidingen en toestellen zelf is alleen verzekerd in het geval van springen door vorst.
c. water onvoorzien gestroomd uit de afvoerslang van een was- of afwasmachine doordat deze afvoerslang plotseling uit de daarvoor bestemde afvoerpijp is geschoten.
d. water stromend uit aquaria door xxxxx of een ander plotseling en onvoorzien optredend defect daarvan. Ook worden de kosten van herstel van de aquaria en de inrichting daarvan vergoed.
3.13 Sprinklerinstallatie
Blusmiddel wanneer dat is uitgestroomd uit een in het gebouw aanwezige sprinklerinstallatie, als deze installatie is gekoppeld aan een automatische doormeldinstallatie en de installaties voorzien zijn van een geldig goedkeuringscertificaat.
3.14 Sneeuwdruk
Instorting van (een deel van) het verzekerde gebouw door sneeuwdruk. Sneeuwdruk is de druk die sneeuw en/of ijs uitoefenen op de buitenkant van het gebouw.
3.15 Olie en andere vloeistoffen
Olie en andere vloeistoffen onvoorzien gestroomd of gelekt uit vast opgestelde verwarmings- of kookinstallaties of de daarbij behorende leidingen en tanks.
3.16 Olie en/of koelvloeistof uit opslagtanks
Handelsvoorraad olie en/of koelvloeistof, plotseling en onvoorzien gestroomd of gelekt uit de opslagtank(s) die geplaatst zijn in het gebouw van verzekeringnemer.
Voorwaarden voor dekking zijn:
a. de olie en/of koelvloeistof zijn centraal opgeslagen in verband met uit te voeren werkzaamheden binnen de verzekerde hoedanigheid en
b. de totale capaciteit van de opslagtank(s) bedraagt maximaal 10.000 liter en
c. de betreffende opslagtank is aantoonbaar volgens de daartoe geldende milieu- en veiligheidsnormen geïnstalleerd door een ter zake deskundig bedrijf.
3.17 Rook en roet
Plotseling uitgestoten door een op een afvoerkanaal aangesloten verwarmingsinstallatie- of kookinstallatie.
3.18 Bijtende stoffen
Voor zover niet ontstaan door reiniging, reparatie, vernieuwing of productiefouten.
3.19 Relletjes, plundering en opstootjes
Incidentele collectieve geweldmanifestaties.
3.20 Werkstaking
Het door een aantal werknemers in een onderneming gemeenschappelijk niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van legitiem opgedragen werk.
3.21 Aanrijding of aanvaring
Aanrijding of aanvaring tegen het gebouw of het belendende gebouw, alsmede lading afgevallen van of gevloeid uit voer- of vaartuigen.
3.22 Omvallen
Omvallen van bomen, heistellingen, kranen, hoogwerkers, windmolens, antennes, vlaggenmasten, licht- en zendmasten en/of het losraken van delen daarvan. Niet gedekt is de schade aan deze genoemde zaken als en voor zover die zaken de schade veroorzaakt hebben.
3.23 Kappen en/of snoeien van bomen
3.24 Breuk van ruiten
De ruitbreuk zelf is niet verzekerd.
3.25 Storing in of uitval van koel- en diepvriesinrichtingen
Deze dekking heeft betrekking op de inhoud van koel- en diepvriesinrichtingen. De maximale schadevergoeding bedraagt € 5.000, - per gebeurtenis.
3.26 Luchtdruk
Schade door startende en/of proefdraaiende lucht- en ruimtevaartuigen en het doorbreken van de geluidsbarrière.
3.27 Meteorieten
De maximale schadevergoeding bedraagt € 100.000,- per gebeurtenis, wanneer het verzekerd bedrag daarvoor toereikend is.
Artikel 4 Dekking opslag ergens anders binnen Europa
1. Deze verzekering dekt tot maximaal € 125.000,- of tot het op het polisblad genoemde verzekerd bedrag als dit lager is ook schade aan of verlies van bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen veroorzaakt door een verzekerd gevaar/gebeurtenis voor zover deze zaken zich bevinden in gebouwen op locaties binnen Europa die niet op het polisblad zijn genoemd. Als voorwaarde voor dekking geldt dat de ruimten waarin de zaken zich bevinden voorzien zijn van een deugdelijk en werkend inbraakalarmeringssysteem. Uitgesloten is schade die op een andere polis is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking die dit artikel verleent niet zou bestaan.
Artikel 5 Dekking opslag in zeecontainer nabij het gebouw
1. Deze verzekering dekt schade veroorzaakt door een verzekerde gebeurtenis voor zover de verzekerde inventaris en/of goederen zich ter opslag bevinden in een zeecontainer nabij de gebouwen op de adressen die op het polisblad zijn genoemd. Voorwaarden voor de dekking genoemd in dit artikel zijn:
a. bij opslag tot een waarde van € 5.000,- moet de container afgesloten te worden met een CTS containerslot (SCM goedgekeurd, klasse ‘zwaar’);
b. bij opslag van een waarde vanaf € 5.000,- tot een waarde van € 50.000,- moet de container:
1. afgesloten te worden met een CTS containerslot (SCM goedgekeurd, klasse ‘zwaar’);
2. aan de binnenzijde van de actieve deur van een trillingsdetector te zijn voorzien;
3. op de passieve en actieve deur te zijn voorzien van een dubbele opbouw magneetcontact met pantserkabel voor montage op metaal;
4. op het afgesloten bedrijfsterrein te staan;
c. opslag van een waarde vanaf € 50.000,- is alleen verzekerd als de locatie door een preventieadviseur van een verzekeraar is bezocht en de in zijn preventierapport vermelde noodzakelijke preventiemaatregelen uitgevoerd zijn.
Deze maatregelen dienen vervolgens in stand te worden gehouden.
d. in afwijking van het gestelde in artikel 5.1a en b geldt met betrekking tot de opslag van de verzekerde inventaris en/of goederen dat de in het preventierapport vermelde
noodzakelijke preventiemaatregelen uitgevoerd moeten worden. Deze maatregelen dienen vervolgens in stand te worden gehouden.
2. Uitgesloten van de in dit artikel genoemde dekking is de schade:
a. die op een andere polis ten behoeve van verzekerde is gedekt of gedekt zou zijn als de dekking volgens dit artikel niet zou hebben bestaan;
b. die tijdens transport is ontstaan. Onder transport wordt ook verstaan het laden en lossen net als het verblijf van de gevaarobjecten in/op het transportmiddel, ongeacht waar dat zich bevindt;
c. als de waarde van de in de zeecontainer opgeslagen inventaris en/of goederen meer dan € 50.000,- bedraagt, tenzij is voldaan aan de gestelde eisen in artikel 5.1c.
Artikel 6 Aanvullende dekking
1. De aan of op het gebouw aangebrachte brand- en inbraakpreventieve middelen zijn verzekerd tegen het risico van diefstal met sporen van braak aan het gebouw en vandalisme ook wanneer men niet wederrechtelijk is binnengedrongen. Voor deze vorm van diefstal en vandalisme geldt een eigen risico van € 500,- tenzij een hoger eigen risico staat vermeld op het polisblad.
2. Tot de inventaris wordt ook gerekend, wanneer dit eigendom zijnde van de verzekeringnemer en voor zover het verzekerd bedrag daarvoor toereikend is, de vorkheftruck(s). Deze dekking wordt alleen verleend voor de risico’s: brand, ontploffing, luchtvaartuigen, blikseminslag en storm.
3. Met schade aan de verzekerde zaken, doordat deze zelf door een gedekte gebeurtenis worden getroffen, wordt gelijkgesteld schade aan deze en andere verzekerde zaken die daarvan het gevolg is. Raakt de gedekte gebeurtenis niet verzekerde zaken, onverschillig aan wie toebehorend, dan is daardoor aan verzekerde zaken ontstane schade verzekerd, doch alleen als die het gevolg is van de nabijheid van de niet verzekerde zaken.
4. Meeverzekerd zijn eigendommen van directie en personeel, voor zover deze eigendommen zich in het gebouw bevinden en met dien verstande dat deze polis in de eerste plaats dekt de op het polisblad omschreven verzekerde zaken, terwijl een eventueel overschot zal dienen tot dekking van de eigendommen van directie en personeel, voor zover er geen dekking is op andere polissen.
5. Meeverzekerd zijn eigendommen van verzekerde, voor zover deze eigendommen zich bevinden in de privéwoning van directie- en/of personeelsleden voor de gedekte gevaren als genoemd op het polisblad en beschreven in het artikel ‘omschrijving van de dekking’. Deze aanvullende dekking geldt tot een maximum van € 10.000,- per verzekeringsjaar.
6. Onder de dekking van deze polis is ook begrepen de schade aan of verlies van een automatische externe defibrillator (AED), toebehorende aan de verzekerde en bevestigt in een daarvoor bestemde AED-kast aan de buitenzijde van het gebouw, met een maximum van € 1.500, - per verzekeringsjaar. Deze dekking wordt alleen verleend voor de risico’s: brand, ontploffing, luchtvaartuigen, blikseminslag, diefstal en storm.
7. Verzekerd is, boven het verzekerd bedrag, elk onderdeel tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag en gevolg zijnde van een gedekte gebeurtenis:
x. xxxxxx aan of verlies van geld en/of geldswaardig papier toebehorende aan de verzekerde en aanwezig in het gebouw, met een maximum van € 1.000, -;
b. schade door acceptatie van vals geld als betaling aan de verzekerde voor geleverde zaken of verleende diensten uit hoofde van zijn bedrijf met een maximum van € 1.000,-;
c. het verloren gaan van giraal geld dat in het geheugen van een in het gebouw geïnstalleerde betaalautomaat is geregistreerd, met een maximum van € 2.500, - en alleen voor zover deze niet of niet ten volle is verzekerd op andere polissen;
d. kosten van vervoer en opslag van de verzekerde zaken als het gebouw waarin de verzekerde zaken zich bevinden als gevolg van een gedekte gebeurtenis tijdelijk niet beschikbaar is;
e. wanneer de verzekerde huurder is van het gebouw als omschreven op het polisblad of een gedeelte ervan en voor zover dat als zodanig op grond van de huurovereenkomst ten laste van verzekerde komt:
1. schade aan het gebouw door inbraak tot ten hoogste € 1.000, -;
2. kosten van herstel van tuinaanleg en beplanting behorende bij het gebouw, uitgezonderd schade door storm tenzij de schade wordt veroorzaakt door het neerstorten van (onder)delen van het gebouw door storm.
f. bovengrondse opruimingskosten, tenzij hiervoor een extra bedrag uitdrukkelijk op het polisblad is opgenomen.
8. Verzekerd zijn, indien het gevolg van een gedekte gebeurtenis, boven het verzekerd bedrag tot een maximum van 10% van het verzekerd bedrag:
a. huurderbelang tenzij er een extra bedrag hiervoor uitdrukkelijk op het polisblad is opgenomen;
b. kosten voor zover deze voor rekening van de verzekerde als huurder van het gebouw zijn van:
1. herstel of vervanging van behang, witwerk schilderwerk en betimmeringen van het bedrijfsgebouw;
2. apparaten en/of installaties daarin van openbare (nuts)bedrijven, voor zover niet vallend onder het begrip huurderbelang, door schade door een gedekte gebeurtenis.
9. Verzekerd zijn ook boven het verzekerd bedrag en gevolg zijnde van een gedekte gebeurtenis:
a. bereddingskosten zo nodig tot maximaal 50% boven het verzekerd bedrag van de betreffende locatie;
b. salvagekosten.
10. Opslag van zomer- en winterbanden in- of exclusief de velgen die toebehoren aan klanten van verzekeringnemer aanwezig op het op het polisblad vermelde risicoadres is tot een verzekerd bedrag van € 20.000,- verzekerd voor schade of verlies door:
a. brand;
b. storm;
c. diefstal na braak.
De zomer- en winterbanden in- of exclusief de velgen zijn verzekerd tegen dagwaarde. Deze dekking geldt wanneer de zomer- en winterbanden in- of exclusief de velgen opgeslagen zijn:
1. inpandig in een op het polisblad vermelde locatie. De locatie moet voorzien zijn van een deugdelijk en werkend inbraakalarmeringssysteem met ten minste AL1 doormelding of;
2. in een zeecontainer. De zeecontainer moet op het afgesloten bedrijfsterrein te staan en afgesloten te worden met een CTS containerslot (SCM goedgekeurd, klasse ‘zwaar’) of;
3. zoals in het preventierapport van de op het polisblad vermelde adres(sen) is aangegeven. De in het preventierapport vermelde noodzakelijke preventiemaatregelen met betrekking tot deze opslag van zomer- en winterbanden dienen uiterlijk binnen de in dat rapport genoemde uitvoeringstermijn gerealiseerd te zijn en vervolgens in stand te worden gehouden.
Wanneer het verzekerd bedrag als vermeld op het polisblad hoger is dan € 20.000,- dan geldt altijd de verplichting van uitvoering en in standhouding van de in 6.10 punt 3 genoemde maatregelen uit de preventierapportage. Niet nakomen van deze noodzakelijke maatregelen kan leiden tot de in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden onder artikel ‘Inspectie’ genoemde sanctie.
Artikel 7 Beperking van de dekking
De verzekering geeft vanaf het moment dat het gebouw, waarin de inventaris en/of roerende zaken zich bevinden:
1. geheel of gedeeltelijk gekraakt is;
2. een als zelfstandig aan te merken deel daarvan leeg komt te staan;
3. gedurende de tijd dat het gebouw in aanbouw of verbouw is en zolang dit niet water- en winddicht is;
4. voor een aaneengesloten periode die langer dan twee maanden duurt, niet meer in gebruik is; alleen dekking voor schade ontstaan door brand, ontploffing, blikseminslag, luchtvaartuigen en storm, voor zover deze gevaren al verzekerd zijn.
Artikel 8 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen genoemd in de Algemene Verzekeringsvoorwaarden geeft de verzekering geen dekking voor:
1. de schade veroorzaakt door aardbeving of vulkanische uitbarsting. Bij schaden die ontstaan hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij gedurende 24 uur nadat zich in of nabij de verzekerde zaken de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarstingen hebben geopenbaard, moet de verzekeringnemer te bewijzen, dat de schade niet aan die verschijnselen is toe te schrijven;
2. de schade veroorzaakt door overstroming ten gevolge van het bezwijken, overlopen van dijken, kaden, sluizen, oevers of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door de polis gedekte gebeurtenis. Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming;
3. de kosten voor onderzoek, reinigen, opruimen, opslaan, vernietigen en/of vervangen van grond, (grond)water en oppervlaktewater om de verontreiniging in grond, (grond)water en oppervlaktewater weg te nemen, en de kosten om de verontreiniging te isoleren;
4. de schade aan verzekerde zaken ten gevolge van door de lucht getransporteerde verontreinigende stoffen van ergens anders;
5. de schade voor zover toe te schrijven aan slecht onderhoud of bouwvalligheid van het gebouw waarin zich de verzekerde zaken bevinden;
6. de schade veroorzaakt door het uitstromen van blusmiddel uit een sprinklerinstallatie door:
a. herstellen, verwijderen of uitbreiden van de installatie;
b. bevriezen ten gevolge van nalatigheid van verzekerde;
c. een opdracht op last van hogerhand.
7. de kosten van reconstructie van administratieve bescheiden. Deze uitsluiting geldt niet voor de waarde van het beschadigde materiaal in onbeschreven en/of onbewerkte toestand;
8. de schade die de verzekeringnemer of een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt. Met verzekeringnemer of een verzekerde wordt voor de toepassing van deze uitsluiting gelijkgesteld de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van degene die in opdracht of met goedvinden van de verzekeringnemer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade veroorzaakt.
9. de schade/gebreken aan zonnepanelen die in gebruik zijn voor het maken van elektriciteit of warmwater:
a. door bij werkzaamheden gebruikte materialen, chemicaliën en/of bouwstoffen;
b. door dieren, vandalisme, diefstal en/of molest;
c. ontstaan door extreme weersomstandigheden als hagel (met een diameter > 25 mm en met een gemiddelde inslagsnelheid van meer dan 23 m/s, windhozen, wervelstromen, zandstormen en dergelijke;
d. die ontstaan is /zijn door agressieve dampen, vloeistoffen, cement, kalk, verf, schoonmaakmiddelen en dergelijke;
e. die is/zijn ontstaan aan of door materialen die bij de installatie door een erkend installateur op uitdrukkelijk voorschrift van koper zijn toegepast, terwijl de installateur het gebruik van deze materialen heeft ontraden;
f. die het gevolg is/zijn van vormveranderingen in de bouwkundige onder- of draagconstructies, voor zover geen onderdeel van het zonnesysteem;
g. door slijtage;
h. door oneigenlijk gebruik.
Artikel 9 Regeling van de schade
9.1 Omvang van de schade
a. De omvang van de schade aan inventaris wordt vastgesteld:
1. Wanneer er geen voortaxatie door deskundigen van toepassing is, op het verschil tussen de nieuwwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en van het overgebleven deel onmiddellijk na de schade, of wanneer voortaxatie conform artikel
2.6 van toepassing is, op het verschil tussen het bedrag van de taxatie en van de waarde van de restanten, te waarderen op dezelfde grondslag als de voortaxatie, en/of
2. op het verschil tussen de dagwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en de waarde van het overgebleven deel onmiddellijk na de schade.
b. De verzekeringnemer moet de verzekeraar binnen twaalf maanden na de schadedatum schriftelijk mee te delen of hij al dan niet tot heraanschaf of herstel en voortzetting van het bedrijf zal overgaan.
1. Bij heraanschaf en voortzetting van het bedrijf heeft de schadeafwikkeling plaats naar nieuwwaarde.
2. Wanneer niet tot heraanschaf en/of voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan, of de verzekeringnemer maakt zijn beslissing niet binnen de gestelde termijn schriftelijk kenbaar aan de verzekeraar, dan wordt de schade afgewikkeld naar dagwaarde. In beide gevallen zal geen rekening worden gehouden met voortaxatie conform artikel 2.6.
3. De schade zal altijd op basis van dagwaarde worden afgewikkeld:
a. Wanneer de verzekeringnemer vóór de schade al het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
b. Voor zaken waarvan de dagwaarde onmiddellijk voor de schade minder bedroeg dan 40% van de nieuwwaarde;
c. Voor zaken die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd;
d. Voor antennes, lichtbakken, lichtreclame inclusief daarbij behorende standaarduitrusting, vlaggenstokken, zonweringen, jaloezieën, rolluiken en reclameborden;
e. voor kunstvoorwerpen en zaken met antiquarische of zeldzaamheidswaarde.
4. Bij herstelbare schaden zullen de herstelkosten en eventueel een door de gebeurtenis veroorzaakte en door het herstel niet opgeheven waardevermindering worden vergoed, tenzij de dag- of nieuwwaarde lager ligt, wanneer tot herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan.
5. Wanneer niet tot herstel en/of voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan, worden bij herstelbare schaden de herstelkosten vergoed, als deze kosten lager liggen dan de dagwaarde.
9.2 Geleasede/gehuurde zaken
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de dagwaarde. De vergoeding bedraagt echter nooit meer dan het bedrag dat verzekerde krachtens de lease- of huurovereenkomst op het moment van de schade aan de leasemaatschappij of verhuurder verschuldigd is.
9.3 Omvang van de schade aan goederen
De kostprijs of de vervangingswaarde als dit een lager bedrag is. In geval van verkochte, nog niet geleverde goederen die nog voor rekening en risico van verzekerde zijn: de inkoopprijs.
9.4 Consignatiegoederen
In geval van schade moet een overeenkomst tot verkoop te worden overlegd en moet het aangeleverde aantal te verkopen goederen door verzekerde te worden aangetoond. Goederen die verzekerd zijn door de leverancier van deze goederen zijn van deze verzekering uitgesloten.
9.5 Benoeming deskundigen en verdere procedure
a. Voor de vaststelling van de schade benoemt verzekeraar samen met verzekeringnemer een deskundige. Of verzekeringnemer en verzekeraar benoemen allebei een eigen deskundige. In het laatste geval benoemen beide deskundigen samen nog een derde externe deskundige. Deze derde deskundige doet een bindende uitspraak als de deskundigen van verzekeringnemer en verzekeraar het niet met elkaar eens worden. De deskundigen mogen zich door andere deskundigen laten bijstaan. Met een deskundige bedoelt de verzekeraar een deskundige die is ingeschreven in het register van het NIVRE als deskundige voor het vaststellen van schade onder deze verzekering.
b. Verzekeringnemer en verzekeraar zijn verplicht om mee te werken met de deskundigen en hen alle informatie te geven die zij vragen. Als de kosten van de deskundige van de verzekeringnemer lager of gelijk zijn aan de kosten van de deskundige van de verzekeraar, dan worden deze kosten volledig door de verzekeraar vergoed. Zijn de kosten van de deskundige van de verzekeringnemer hoger dan de deskundige van verzekeraar, dan vergoed de verzekeraar in elk geval deze kosten tot de kosten van deskundige van de verzekeraar. De meerkosten van de deskundige van verzekeringnemer worden door de verzekering vergoed indien deze redelijk zijn.
Let op: het aanstellen van deskundigen en het meewerken met hen, houdt niet in dat verzekeraar verplicht is de schade te vergoeden.
9.6 Recht op schadevergoeding
a. Wanneer het verzekerd bedrag niet toereikend is, wordt de schade, net als de honoraria en kosten van door de verzekeringnemer benoemde deskundigen, vergoed naar verhouding van het verzekerd bedrag tot de volle waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis.
b. Wanneer er sprake is van voortaxatie conform artikel 2.7 zullen de in het taxatierapport genoemde bedragen worden aangenomen als de volle waarde van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de gebeurtenis, ongeacht het in dit artikel onder a. bepaalde.
c. De verzekerde zal krachtens de verzekering geen vergoeding ontvangen waardoor hij in een duidelijk voordeliger positie zou geraken. De vorige zin mist toepassing bij voorafgaande taxatie van de waarde van een zaak tot stand gekomen krachtens een aan een deskundige opgedragen beslissing of krachtens een beslissing van partijen overeenkomstig het advies van een deskundige.
1. Wanneer dezelfde schade door meer dan één verzekering wordt gedekt kan de verzekerde met inachtneming van artikel 7:961 BW elke verzekeraar aanspreken. De verzekeraar is daarbij bevoegd de nakoming van zijn verplichting tot schadevergoeding op te schorten totdat de verzekerde de andere verzekeringen heeft genoemd.
2. Voor de toepassing van 9.6c sub 1 wordt met schade die door een verzekering wordt gedekt gelijkgesteld schade die door de verzekeraar onverplicht wordt vergoed.
3. De verzekeraars hebben onderling verhaal opdat ieder zijn deel draagt, naar evenredigheid van de bedragen waarvoor ieder afzonderlijk kan worden aangesproken. Verzekeraars hebben op gelijke voet onderling verhaal voor hen redelijke kosten tot het vaststellen van de schade, en voor hen redelijke kosten van verweer in en buiten rechte. De verzekerde is ten opzichte van de verzekeraars afzonderlijk verplicht zich te onthouden van elke gedraging die ten kosten van dezen afbreuk doet aan hen onderling verhaal.
4. De bij eenzelfde verzekering betrokken verzekeraars zijn niet verder aansprakelijk dan voor hen evenredig deel van hetgeen in totaal ten laste van die verzekering komt.
5. Wanneer er sprake is van schade aan zaken die ook op een speciaal daarvoor bestemde polis verzekerd zijn, bestaat daarvoor onder deze polis geen recht op enige vergoeding.
De betaling van het door de verzekeraar uit te keren schadebedrag wordt exclusief btw verricht, wanneer de verzekeringnemer gerechtigd is tot aftrek/ teruggave van deze btw.
9.7 Verbrugging
a. Wanneer de zaken die met voortaxatie verzekerd niet meer aanwezig zijn, worden de vrijvallende sommen aangewend voor de vervangende zaken. Heeft geen dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende sommen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
b. De premie wordt vervolgens herberekend op basis van de waarden onmiddellijk voor de gebeurtenis tegen de onderscheiden premievoeten.
c. Wanneer na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen gelijk is aan of groter is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, wordt het bepaalde in artikel 9.7a niet toegepast en heeft schadevergoeding plaats op basis van de onmiddellijk voor de gebeurtenis vastgestelde waarde.
d. Als na herberekening blijkt, dat het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen kleiner is dan het totaal van de herberekende premiebedragen, worden de verzekerde sommen herleid in verhouding waarin de tekorten aan verschuldigde premie staan tot het totale overschot aan premie, zodanig dat het totaal van de dan herberekende premiebedragen gelijk is aan het totaal van de oorspronkelijke premiebedragen, waarna schadevergoeding plaatsheeft volgens het bepaalde in artikel 9.7a.
e. Wanneer meerdere locaties verzekerd zijn dan is het verbruggen van verzekerde bedragen van andere locaties naar de locatie waar zich een schade heeft voorgedaan (hierna: schadelocatie) slechts toegestaan tot een maximum 130% van de laatst bij de verzekeraar bekend verzekerde bedragen van de schadelocatie bereikt is.
9.8 Uitkering
a. Wanneer de verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar nieuwwaarde wordt eerst 40% van de naar nieuwwaarde berekende schadevergoeding uitgekeerd, dan wel 100% van de naar dagwaarde berekende schadevergoeding als dit bedrag lager is. De uitkering van het meerdere zal plaatshebben onder overlegging van nota’s. De totale op de schade aan inventaris betrekking hebbende uitkering zal nooit meer bedragen dan de werkelijk bestede kosten.
b. In het geval dat de verzekeringnemer recht heeft op schadevergoeding berekend naar dagwaarde of herstelkosten, wordt de aldus berekende schadevergoeding in één termijn uitgekeerd.
9.9 Abandonnement
De verzekeringnemer zal, in geval van schade, geen afstand van verzekerde zaken kunnen doen ten behoeve van de verzekeraar.
9.10 Eigen risico
Per gebeurtenis geldt het op het polisblad vermelde eigen risico.
Artikel 10 Geschillenregeling
Als tussen de verzekeraar en verzekeringnemer verschil van opvatting ontstaat:
1. over de uitleg en toepassing van de verzekeringsvoorwaarden, of
2. over de vraag of een gebeurtenis al dan niet door de verzekering is gedekt, is de verzekeraar verplicht zijn standpunt schriftelijk en gemotiveerd aan de verzekeringnemer kenbaar te maken.
De verzekeringnemer kan binnen twee maanden na dagtekening van het schrijven van de verzekeraar schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken. De verzekeraar is verplicht op het bezwaarschrift van de verzekeringnemer uiterlijk binnen twee maanden na het indienen ervan schriftelijk en gemotiveerd te antwoorden.
Blijft de verzekeringnemer met de verzekeraar van mening verschillen, dan zal de verzekeraar op verzoek van de verzekeringnemer, mits binnen één maand na dagtekening van het laatste schrijven van de verzekeraar ingediend, het geschil voorleggen aan een in overleg met de verzekeringnemer aan te wijzen advocaat.
De kosten van het advies van de aangewezen advocaat komen voor rekening van de verzekeraar. De verzekeraar conformeert zich op voorhand aan dit advies. Wanneer de verzekeringnemer zich met het advies niet kan verenigen, kan hij het geschil alsnog voorleggen aan de rechter. Wanneer de verzekeringnemer door de rechter alsnog in het gelijk wordt gesteld en het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan, zal de verzekeraar de gemaakte externe kosten vergoeden, net als de wettelijke rente.