ALGEMENE VOORWAARDEN HUUR EN VERHUUR LIG- EN/OF BERGPLAATSEN
ALGEMENE VOORWAARDEN HUUR EN VERHUUR LIG- EN/OF BERGPLAATSEN
Voor vaartuigen en aanverwante artikelen, versie Januari 2021
Dit zijn de Algemene Voorwaarden Huur en Verhuur van Lig- en/of Bergplaatsen van de Stichting Jachthaven Huizen.
ARTIKEL 1 – DEFINITIES
In deze voorwaarden gelden de volgende definities:
a. Jachthaven: de Stichting die met een consument een overeenkomst sluit voor de verhuur van lig- en/of bergplaats voor een vaartuig en/of een deel daarvan, tegen betaling van een huurprijs.
b. Consument: een natuurlijke persoon die met de Stichting een overeenkomst sluit voor de huur van een lig- en/of bergplaats voor een vaartuig of een deel daarvan, tegen betaling van een huurprijs. De consument sluit de overeenkomst niet uit naam van zijn beroep of bedrijf, maar altijd op persoonlijke titel.
c. Passant: een natuurlijk persoon die voor een beperkt aantal dagen met de Stichting een overeenkomst sluit voor de huur van een ligplaats voor een vaartuig en/of een deel daarvan, tegen betaling van een huurprijs. In deze voorwaarden wordt onder consument ook een passant verstaan.
d. Partijen: de Stichting en de consument of de passant, zoals onder a, b en c omschreven.
e. Vaartuig: een voorwerp dat is gemaakt om op het water te verblijven en zich daarop te bewegen, inclusief de uitrusting en inventaris die erbij horen. In deze voorwaarden gaat het expliciet om een vaartuig dat is bestemd voor sportbeoefening of vrijetijdsbesteding. Onder dit begrip vallen ook een casco of een vaartuig in aanbouw.
f. Lig- en/of bergplaats: een ruimte op de wal of in het water die door de Stichting aan de consument of de passant ter beschikking wordt gesteld voor de plaatsing van een vaartuig en/of een deel daarvan.
g. Huurovereenkomst: een overeenkomst waarmee de Stichting zich verplicht om tegen betaling een lig- en/of bergplaats in gebruikt te geven aan een consument of passant.
h. Xxxxxxxx: huurperiode van 1 april van een bepaald jaar tot 1 april van het daarop volgende jaar (tenzij anders overeengekomen).
i. Elektronisch: per e-mail en/of website.
j. Zomerseizoen: periode van 1 april tot 1 november in een bepaald jaar.
k. Winterseizoen: periode van 1 november van een bepaald jaar tot 1 april van het daarop volgende kalenderjaar.
l. Winterberging: de al dan niet overdekte berging op de wal gedurende de winterperiode van tenminste 15 november van een bepaald jaar tot 15 maart van het daarop volgende jaar; de winterberging omvat tevens het hellingen/kranen, lichte afspuitwerkzaamheden van het onderwaterschip, het in de winterberging plaatsen alsmede het te water laten van het vaartuig, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
m. Havencomplex: het terrein en water van de jachthaven met het bijhorende parkeerterrein en toegangsweg, inclusief alle daarbij behorende accomodaties/gebouwen.
n. Havenreglement: regels voor de huishouding, het gedrag en de orde op het haventerrein.
Alle bedragen die in deze algemene voorwaarden staan, zijn inclusief btw.
ARTIKEL 2 – TOEPASSELIJKHEID VAN DE OVEREENKOMST EN DE VOORWAARDEN
1. Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op elk aanbod en iedere overeenkomst die de Stichting en de consument sluiten voor de huur/verhuur van lig- en/of bergplaatsen voor vaartuigen en aanverwante artikelen.
2. Als de huurovereenkomst slechts voor één of enkele dagen wordt gesloten en de huurprijs per dag in rekening wordt gebracht, moet de consument de huurprijs per direct betalen. De artikelen 5, 6 lid 1, 7 en 8 van deze voorwaarden zijn in dat geval niet van toepassing.
ARTIKEL 3 – AANBOD/OFFERTE
1. De Stichting brengt haar aanbod of offerte mondeling, schriftelijke of elektronisch uit.
2. Een mondeling aanbod vervalt als het niet onmiddellijk wordt geaccepteerd, behalve als de Stichting direct een termijn heeft gegeven om het aanbod te accepteren.
3. Op een schriftelijk of elektronisch aanbod moet een dagtekening staan. Wordt er in het aanbod een geldigheidstermijn genoemd, dan mag de Stichting zijn aanbod binnen die termijn niet veranderen of intrekken.
4. Het aanbod bevat een volledige en nauwkeurige omschrijving van de te huren lig- en/of bergplaats en vermeldt in ieder geval de huursom en de huurperiode, inclusief de mogelijkheden voor verlenging en beëindiging.
5. Bij elk aanbod wijst de Stichting de consument op deze algemene voorwaarden.
ARTIKEL 4 – OVEREENKOMST
1. Er is sprake van een overeenkomst zodra de consument het aanbod van de Stichting accepteert.
2. Elke overeenkomst wordt schriftelijk of elektronisch vastgelegd.
3. Accepteert hij dit aanbod elektronisch, dan stuurt de Stichting elektronisch een bevestiging naar de consument.
4. Bij een schriftelijke overeenkomst moet de Stichting altijd een afschrift aan de consument geven.
ARTIKEL 5 – HUURSOM
1. Bij het sluiten van de overeenkomst kan de Stichting met de consument een vooruitbetaling afspreken van:
– maximaal 50% van de huursom bij een boeking binnen 3 maanden vóór aanvang van de huurperiode;
– maximaal 25% van de huursom bij een boeking langer dan 3 maanden vóór aanvang van de huurperiode.
2. Als de consument tijdelijk geen gebruik maakt van de gehuurde lig- en/of bergplaats, blijft hij toch de totale huursom verschuldigd.
3. Als een vaartuig na de periode van de winterberging niet te water hoeft te worden gelaten, moet de consument een nader te bepalen, aangepaste huursom betalen voor de ingenomen ruimte. Deze huursom staat los van de vergoeding die de consument moet betalen voor de noodzakelijke verplaatsingskosten. Dit is ook van toepassing als het vaartuig na het zomerseizoen in de lig- en/of bergplaats blijft liggen.
ARTIKEL 6 – BETALINGSVOORWAARDEN
1. De consument moet de huursom betalen binnen 14 dagen na ontvangst van de factuur, maar in ieder geval op de aanvangsdatum van de overeengekomen huurperiode. De huursom kan worden voldaan op de volgende manieren:
- door overmaken naar een bankrekening die door de Stichting wordt aangegeven;
- machtiging via een automatische incasso door het invullen, retourneren en ondertekenen van een machtigingsformulier van de Stichting;
- online een incassomachtiging afgeven vanaf de website van de Stichting;
2. Als de consument niet op tijd betaald, is hij in verzuim zonder dat de Stichting hem in gebreke hoeft te stellen. Toch stuurt de Stichting na het verstrijken van de betalingsdatum nog één kosteloze betalingsherinnering naar de consument. Daarin wijst hij de consument op zijn verzuim en geeft hij hem alsnog de gelegenheid om de rekening binnen 14 dagen te betalen. In de betalingsherinnering maakt de Stichting ook melding van de buitengerechtelijke incassokosten die de consument bij niet tijdige betaling verschuldigd is.
3. Is de 14-dagentermijn die in lid 2 genoemd is, verlopen en heeft de consument nog niet betaald, dan is de Stichting bevoegd om betaling van het verschuldigde bedrag te eisen, zonder dat hij de consument verder in gebreke hoeft te stellen. De buitengerechtelijke incassokosten die daaraan verbonden zijn, mag hij naar redelijkheid in rekening brengen bij de consument. Hiervoor gelden maximumbedragen die staan in het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten. Onder voorbehoud van wettelijke wijzigingen zijn deze maximumbedragen vastgesteld op:
- 15% over de eerste € 2.500,- met een minimum van € 40,-;
- 10% over de volgende € 2.500,-;
- 5% over de volgende € 5.000,-;
- 1% over de volgende € 190.000,-;
- 0,5% over het meerdere, met een maximum van € 6.775,-.
ARTIKEL 7 – ANNULERING EERSTE HUUROVEREENKOMST
De consument kan vóórdat de eerste huurperiode begint, de huurovereenkomst annuleren. Hij moet dit dan zo spoedig mogelijk schriftelijk of elektronisch aan de Stichting laten weten. De consument is in dat geval de volgende kosten verschuldigd:
- 25% van de overeengekomen huursom bij annulering tot 3 maanden vóór aanvang van de huurperiode;
- 50% van de overeengekomen huursom bij annulering binnen 3 maanden tot 2 weken vóór aanvang van de huurperiode;
- De volledige overeengekomen huursom bij annulering binnen 2 weken vóór aanvang van de huurperiode.
ARTIKEL 8 – OPZEGGING, DUUR EN VERLENGING VAN DE HUUR
1. De partijen gaan de huurovereenkomst aan voor een aaneengesloten periode van 1 jaar (die bestaat bij de stichting uit een zomer- en winterseizoen). Dit jaar duurt van 1 april tot 1 april van het daarop volgende jaar, tenzij de partijen schriftelijk of elektronisch iets anders overeenkomen.
2. Een huurovereenkomst voor één jaar of voor een zomer- of winterseizoen wordt aan het einde van die periode stilzwijgend voor de daaropvolgende periode verlengd. Daarbij blijven dezelfde voorwaarden gelden, tenzij de Stichting lid 3 toepast. Deze verlenging gaat niet door als een van de partijen de overeenkomst uiterlijk 3 maanden vóór het begin van de nieuwe huurperiode schriftelijk of elektronisch opzegt.
3. De Stichting kan uiterlijk 3 maanden vóór het begin van de nieuwe huurperiode de huursom wijzigen. In dat geval heeft de consument het recht om binnen 21 dagen na ontvangst van dit bericht alsnog de huurovereenkomst op te zeggen. Hij heeft dit recht niet als de Stichting de huursom wijzigt vanwege een lastenverzwaring aan zijn kant, die het gevolg is van een wijziging van belastingen, heffingen en dergelijke zaken, die ook de consument betreffen.
ARTIKEL 9 – RETENTIERECHT EN RECHT VAN VERKOOP BIJ NIET BETALEN
1. Als de consument de huursom niet op tijd betaalt, kan de Stichting gebruikmaken van het retentierecht. Dit houdt in dat de Stichting het vaartuig bij zich kan houden, totdat de consument het totaal verschuldigde bedrag heeft betaald, inclusief de kosten die uit het retentierecht voorvloeien.
2. Het retentierecht van de Stichting vervalt als er sprake is van een geschil zoals bedoeld in
artikel 13 van deze voorwaarden. In dat geval mag de Stichting het vaartuig niet langer bij zich houden.
3. Xxxxxxx de consument het verschuldigde bedrag na sommatie niet, dan heeft de Stichting het recht om het vaartuig te verkopen en te leveren, zonder dat hij daarvoor naar de rechter hoef te gaan. Dat kan zij alleen doen als aan alle 3 de volgende voorwaarden is voldaan;
a. De waarde van het vaartuig, inclusief alle daarvoor bestemde materialen en toebehoren, mag niet meer bedragen dan € 10.000,-.
b. De Stichting moet de consument per aangetekende brief hebben aangemaand om het verschuldigde bedrag te betalen en daarna moeten minimaal 6 maanden zijn versterken waarin de consument niet heeft betaald en/of niet schriftelijk en gemotiveerd tegen de vordering is ingegaan.
c. Na het verstrijken van de genoemde termijn van 6 maanden moet de Stichting de consument opnieuw aangetekend hebben aangemaand om het verschuldigde bedrag binnen 21 dagen te betalen, waarna de consument opnieuw niet heeft betaald.
4. Is de verkoopopbrengst van het vaartuig hoger dan het bedrag dat de consument aan de Stichting verschuldigd was, dan moet de Stichting dit verschil zo mogelijk aan de consument betalen. Na 6 maanden vervalt de vordering van de consument op de Stichting.
5. Is het vaartuig verkocht en staat het nog te boek op naam van de consument, dan is de consument verplicht om mee te werken aan de beëindiging van deze teboekstelling op zijn naam.
ARTIKEL 10 – BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE CONSUMENT
1. Consument moet het havenreglement en de aanwijzingen in de huurovereenkomst van of namens de Stichting nakomen.
2. De consument is verplicht om zijn vaartuig in een goede staat van onderhoud te houden.
3. Als er verschillen zijn tussen de algemene voorwaarden en het havenreglement, dan gaan deze algemene voorwaarden voor.
4. Als de consument op het haventerrein werkzaamheden aan zijn vaartuig wil verrichten die niet onder het dagelijkse onderhoud vallen, dan heeft hij daarvoor toestemming nodig van de Stichting. Die toestemming is ook nodig voor alle werkzaamheden van derden, behalve als het gaat om garantiewerkzaamheden van of namens de leverancier. In het laatste geval moet de Stichting, na kennisgeving, toelaten dat deze derden ter plaatse hun werkzaamheden verrichten.
5. Het is niet toegestaan om de gehuurde lig- en/of bergplaats in onderhuur of bruikleen te geven.
6. Het is de consument verboden om het vaartuig dat in de haven is afgemeerd of de ligplaats daarvan voor commerciële activiteiten te gebruiken. Ook mag hij in de haven en/of op het vaartuig geen borden, mededelingen, aanduidingen etc. plaatsen, die gericht zijn op een commerciële activiteit. Daarnaast is het verboden om het vaartuig in de haven te koop aan te bieden.
7. De consument is verplicht om zijn vaartuig en toebehoren tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren in de periode dat hij gebruikmaakt van de lig- en/of bergplaats. De Stichting heeft het recht om de betreffende polis van de huurder in te zien.
8. De consument wordt geadviseerd om zijn vaartuig en toebehoren ook tegen cascoschade te verzekeren.
ARTIKEL 11 – BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE STICHTING
1. De Stichting is verplicht om behoorlijk toezicht te houden om de goede gang van zaken op het haventerrein en op de vaartuigen te handhaven.
2. Als er gevaar dreigt voor schade of voor de veiligheid, heeft de Stichting het recht om op kosten van de consument de noodzakelijke voorzieningen te treffen. Bij spoedgevallen mag de Stichting dit zonder waarschuwing doen. In alle andere gevallen mag hij dit pas doen als hij de consument heeft gewaarschuwd en de consument daar niet binnen een redelijke termijn gehoor aanheeft gegeven.
3. De Stichting mag een vrijgekomen ligplaats verhuren als de consument hierdoor op geen enkele wijze in zijn huurrechten wordt gestoord.
ARTIKEL 12 – AANSPRAKELIJKHEID EN RISICO
1. De Stichting is tegenover de consument alleen aansprakelijk voor schade aan het vaartuig of andere gestalde zaken, als die schade het gevolg is van een tekortkoming die is toe te rekenen aan de Stichting of aan personen die voor hem werken. Hieronder vallen zowel personen die bij de Stichting in dienst zijn als personen die door de Stichting zijn aangesteld voor de uitvoering van werkzaamheden.
2. Als het gaat om de wederzijdse verplichtingen, de aansprakelijkheid en het risico conformeren de partijen zich over en weer aan de wettelijke bepalingen die betrekking hebben op de huurovereenkomst. Dit geldt ongeacht de kwalificatie van de overeenkomst en voor zover in deze voorwaarden geen bepaling is opgenomen die van de wettelijke bepalingen afwijkt.
3. De consument moet zelf zorgen voor een afdoende verzekering van zijn vaartuig(en). De Stichting verzekert de vaartuigen niet. Als de consument zijn vaartuig(en) niet afdoende verzekert tegen cascoschade, komt de schade voor zijn eigen risico.
4. De consument is tegenover de Stichting alleen aansprakelijk voor schade die het gevolg is van een tekortkoming die is toe te rekenen aan de consument zelf, aan zijn gezinsleden of aan andere personen die de consument heeft uitgenodigd.
ARTIKEL 13 – KLACHTEN
1. Als de consument klachten heeft over de uitvoering van de overeenkomst, dan moet hij deze per brief of elektronisch aan de Stichting melden. Dit moet hij doen binnen bekwame (gepaste) tijd nadat hij de tekortkoming heeft geconstateerd of had kunnen constateren. Hij moet de klachten voldoende omschrijven en toelichten.
2. Als de consument klachten heeft over de factuur, moet hij die bij per brief of elektronisch aan de Stichting melden. Dit moet hij doen binnen bekwame (gepaste) tijd nadat hij de betreffende factuur heeft ontvangen. Hij moet de klachten voldoende omschrijven en toelichten.
3. Als de consument zijn klacht niet tijdig indient, kan dat ertoe leiden dat hij zijn rechten op dit
gebied verliest. Kan het feit dat hij niet tijdig heeft geklaagd niet in redelijkheid aan de consument worden toegerekend, dan behoudt hij zijn rechten.
4. Als duidelijk is geworden dat de klacht niet in onderling overleg kan worden opgelost, is er sprake van een geschil.
ARTIKEL 14 – ONTBINDING OVEREENKOMST
Als een van de partijen haar verplichtingen uit deze overeenkomst niet nakomt en er daarbij sprake is van een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming, is de andere partij bevoegd om de huurovereenkomst onmiddellijk te ontbinden, zonder dat hij daarvoor naar de rechter hoeft te gaan. Dit doet niets af aan het recht van deze partij om nakoming van de verplichtingen te vorderen. Bij ontbinding van de huurovereenkomst wegens een wezenlijke wanprestatie of een toerekenbare tekortkoming, kan aanspraak worden gemaakt op een vergoeding van eventuele schade en op betaling van alle vorderingen, inclusief de vorderingen die niet direct opeisbaar zijn.
ARTIKEL 15 – RECHTSKEUZE
Op alle geschillen met betrekking tot deze overeenkomst is het Nederlands recht van toepassing, tenzij op grond van dwingende regels ander nationaal recht van toepassing is.
ARTIKEL 16 – AFWIJKING VAN DE VOORWAARDEN
Aanvullingen of afwijkingen van deze voorwaarden zijn alleen mogelijk als deze niet in het nadeel zijn van de consument en als deze schriftelijk of elektronisch zodanig zijn vastgelegd dat de consument ze eenvoudig kan opslaan.