CAO
CAO
INZAKE
Fonds Kollektieve Belangen voor de
Groothandel in Levensmiddelen
C OL LE CTIE VE A RBE ID SO VE RE ENKO M ST I NZAKE FO ND S KO LL EKTI EV E B E LANG EN VOO R DE G ROOT HAN DE L IN LEV EN S MI DDE LEN
Tussen
- de Federatie van de Groothandel in Levensmiddelen, gevestigd te 's-Gravenhage
- de Vereniging voor de Groothandel in Zoetwaren, Tabak en Tabaksprodukten, gevestigd te Son elk als partij ter ene zijde
en
- de CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht
- de Unie, gevestigd te Culemborg elk als partij ter andere zijde
is de navolgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten inzake Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen.
ARTIKEL 1
Definities
1. Werkgever: iedere rechtspersoon die zich uitsluitend of in belangrijke mate bezighoudt met de uitoefening van de groothandel in:
- levensmiddelen en/of
- zoetwaren en/of
- tabak en/of
- tabaksproducten en/of
- aanverwante artikelen en/of
- bakkerijgrondstoffen en/of
- levensmiddelen gericht op de binnen- en buitenshuishoudelijke markt.
2. Onder groothandel in levensmiddelen als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de onderneming;
a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van een assortiment levensmiddelen (ongeacht de verpakkingsvorm) bestaande uit ten minste acht van de hierna genoemde groepen; en
b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven.
Groepen:
- grutterswaren zoals deegwaren (ongeacht de vorm) als macaroni en spaghetti; rijst, rijstvermicelli, rijstprodukten, bonen, gort, gerst, boekweit, erwten, muesli, mie, meel en meelprodukten;
- gedroogde vruchten van binnenlandse of buitenlandse herkomst; gedroogde peulvruchten, noten en grondnoten;
- zeep en was-, poets- en reinigingsmiddelen, spiritus, xxxxxxxx, kaarsen, theelichten, borstelwerken en papierwaren;
- suikersoorten;
- margarine, spijsoliën, oliehoudende produkten en plantaardige en dierlijke vetten;
- chocolade, chocoladewerken, suikerwerken, koek, banket, biscuits, wafels, beschuit;
- cacao en boterhamstrooisels en -smeersels, jam, keukenstroop, honing, kunsthoning;
- groente-, fruit-, vlees- en/of visconserven en comestibles;
- gedroogde peulvruchten;
- juspasta, soeppasta, soepen, soeppoeders, aroma’s, sausen, kruiden, kruidenmengsels,
bouillonblokjes;
- zout, azijn, mosterd en andere tafelzuren;
- koffie en thee;
- alcoholvrije dranken, bier en zwakalcoholische dranken en limonadesiroop;
- diepgevroren levensmiddelen;
- consumptie-ijs;
- vleeswaren;
- zuivelproducten inclusief dagverse zuivel;
- drogisterij–artikelen en kramerijen als kleine huishoudelijke, schrijf-, teken- en toiletartikelen;
- tabak en tabaksproducten;
- medicinale artikelen;
- voeder voor pluimvee, kleine huisdieren en dergelijke;
- cosmetische artikelen;
- farmaceutische artikelen.
3. Onder groothandel in zoetwaren als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de onderneming die
a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van een assortiment zoetwaren (ongeacht de verpakkingsvorm) bestaande uit één of meer artikelen uit de hierna onder A. tot en met D. genoemde groepen; en
b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven.
Groep A: Chocolade
- repen;
- candybars;
- chocolade, bonbons;
- dragees;
- seizoenartikelen.
Groep B: Suikerwerk
- drop;
- kauwgum;
- pepermunt en dragees;
- overige suikerwerk;
- seizoenartikelen.
Groep C: Biskwie, banket en snijkoek
- biskwie en wafels;
- koekjes;
- chocoladebiskwie;
- stuksartikelen;
- stuksartikelen en banket;
- gebak;
- diepvriesgebak;
- snijkoek;
- seizoenartikelen.
Groep D: Hartige versnaperingen
- pinda's en noten;
- zoute biskwies;
- onderleggers;
- chips en frietsticks;
- overige cocktailsnacks.
4. Onder groothandel in tabak en/of tabaksprodukten als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de onderneming:
a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van tabak en/of tabaksprodukten (ongeacht de verpakkingsvorm); en
b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven.
5. Onder de groothandel in bakkerijgrondstoffen als bedoeld in eerste lid wordt verstaan de onderneming:
a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van bakkerijgrondstoffen ongeacht de verpakkingsvorm; en
b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan wederverkopers en/of aan wederverkopers in retailondernemingen en/of verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven.
6. Onder de groothandel in levensmiddelen gericht op de binnen- en buitenhuishoudelijke markt als bedoeld in eerste lid wordt verstaan de onderneming:
a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van levensmiddelen (ongeacht de verpakkingsvorm) voor de binnen- en buitenhuishoudelijke markt; en,
b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan verbruikers in horeca- en cateringsbedrijven en/of aan wederverkopers in retailondernemingen.
7. Onder de groothandel in aanverwante produkten wordt verstaan de onderneming
a. die zich bezig houdt met het kopen en verkopen van specerijen en/of vleeswaren en/of visconserven en/of gedroogde zuidvruchten (ongeacht de verpakkingsvorm); en
b. waarbij de omzet die wordt behaald met het verkopen als bedoeld onder a. hoger is dan 50% van de totale omzet en voor meer dan 50% bestaat uit het verkopen aan verbruikers in horeca- en cateringbedrijven en/of aan wederverkopers in retailondernemingen.
8. Onder het kopen in de zin van dit artikel wordt mede verstaan het verkrijgen van artikelen van enige andere van het concern deel uitmakende onderneming, waarin een ander bedrijf wordt uitgeoefend.
9. Onder het verkopen aan wederverkopers in de zin van dit artikel wordt mede verstaan het verkopen van artikelen aan instellingen of aan personen, die deze in een door hen gedreven onderneming aanwenden.
10. Onder kopen en verkopen in de zin van dit artikel wordt mede verstaan kopen en verkopen in transitovorm.
11. Werknemer: degene die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, waarmee hij zich verbindt, in dienst van de werkgever, als bedoeld in het eerste lid, tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten. Niet als werknemer worden beschouwd:
- zij, die als regel dagonderwijs volgend, in hun schoolvakantie voor korte duur werkzaam zijn;
- de niet (langer) ingevolge de verplichte werknemersverzekeringen verzekerde directeuren/grootaandeelhouder, zijn/haar echtgeno(o)t(e) en familieleden die evenmin in vorenbedoelde zin verzekerd zijn.
12. Stichting: de Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen
13. Statuten van de Stichting - Reglement van de Stichting: de statuten en het reglement van de Stichting Fonds Kollektieve Belangen voor de Groothandel in Levensmiddelen die aan deze overeenkomst zijn gehecht en geacht worden daarvan deel uit te maken.
ARTIKEL 2
Werkingssfeer
Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgever als bedoeld in artikel 1, eerste lid en de werknemer als bedoeld in artikel 1, elfde lid.
ARTIKEL 3
Doel
De Stichting heeft tot doel het financieren en subsidiëren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de Groothandel in Levensmiddelen.
Deze activiteiten bestaan binnen het doel van de Stichting uit:
1. Het verrichten van activiteiten om een juiste naleving van de in de bedrijfstak geldende collectieve arbeidsovereenkomsten te bewerkstelligen, waaronder het geven van algemene publiciteit aangaande (wijziging van) arbeidsvoorwaarden in de Groothandel in Levensmiddelen;
2. Het coördineren, voorbereiden en ondersteunen van het geformaliseerde overleg, niet zijnde het Cao- overleg, tussen sociale partners ten behoeve van alle werkgevers en werknemers in de bedrijfstak;
3. Het verrichten van de werkzaamheden verbonden aan de Vaste Commissie, zoals nader omschreven in artikel 7 van het Reglement van de Stichting;
4. Het geven van voorlichting en algemeen toegankelijke informatie over de rechtsgevolgen die voortvloeien uit de collectieve arbeidsovereenkomst voor de Groothandel in Levensmiddelen, en/of andere wettelijke voorschriften die op het terrein van de arbeidsvoorwaarden liggen;
5. Het geven van voorlichting en algemeen toegankelijke informatie omtrent regelingen met betrekking tot arbeidsomstandigheden en arbobeleid;
6. Het verrichten, subsidiëren, alsmede het bevorderen van deelname aan opleiding en scholingsactiviteiten ten behoeve van alle werknemers en werkgevers in de Groothandel in Levensmiddelen, teneinde een goede werking van de arbeidsmarkt in de branche te bewerkstelligen en de employability van de werknemers in de sector te verbeteren;
7. Het ontwikkelen en verzorgen van opleidingsmethoden, alsmede het bevorderen van de kwaliteit hiervan, met het oog op de vakbekwaamheid van de werknemers in de bedrijfstak;
8. Het verrichten en publiceren van onderzoek ten behoeve van het tot stand brengen en uitvoeren van maatregelen ter verbetering van de arbeidsomstandigheden van de werknemers in de Groothandel in Levensmiddelen;
9. Het verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van door partijen bij het CAO-overleg gemaakte afspraken, met het doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in de Groothandel in Levensmiddelen;
10. Het uitvoeren van de werkgelegenheidsbevorderende maatregelen, waaronder het uitvoeren van activiteiten om de reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers in de bedrijfstak te bewerkstelligen, om zodoende de participatie op de arbeidsmarkt te vergroten en een beter functioneren van de arbeidsmarkt te bewerkstelligen;
11. Het verrichten van publicitaire activiteiten over de Groothandel in Levensmiddelen, in relatie tot de arbeidsvoorwaarden, om het positieve imago van de sector te handhaven of te verbeteren;
12. De uitvoering van activiteiten om een goede kinderopvang in de bedrijfstak te bewerkstelligen.
ARTIKEL 4
Uitvoering
1. De uitvoering van deze overeenkomst geschiedt volgens de bepalingen van het Reglement van de Stichting. De uitvoering is aan de Stichting opgedragen. De Stichting kan de uitvoering delegeren aan een administrateur onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting.
2. Het bestuur van de Stichting heeft – te zijner beoordeling en onder nader te stellen voorwaarden – de bevoegdheid om overeenkomsten tot vrijwillige aansluiting aan te gaan.
ARTIKEL 5
Verplichtingen Werkgever
Iedere Werkgever is gehouden de door de Stichting in het kader van de doelstelling gevraagde gegevens te verstrekken en de bijdragen te betalen die zij aan de Stichting verschuldigd is overeenkomstig datgene wat te dezer zake in de Statuten en het Reglement van de Stichting is of wordt bepaald en zullen zich ook overigens moeten houden aan het bepaalde in de Statuten en het Reglement van de Stichting.
ARTIKEL 6
Rechten van de Werkgever en Werknemer
Iedere Werknemer en iedere Werkgever heeft het recht deel te nemen aan c.q. gebruik te maken van (de resultaten van) de door de Stichting gefinancierde of gesubsidieerde activiteiten als bedoeld in artikel 3.
ARTIKEL 7
Bijdragen
De Werkgever is verplicht aan de Stichting af te dragen een jaarlijks door de Stichting te bepalen percentage van het voor de onderneming van de Werkgever geldende premieplichtige loon ingevolge de Werkloosheidswet over het lopende kalenderjaar waarbij loon van degenen, die volgens artikel 1, lid 11, tweede volzin, niet als Werknemer worden beschouwd, op verzoek buiten aanmerking blijft. De jaarbijdrage is met ingang van 1 januari 2011 vastgesteld op 0,10% van de brutoloonsom premieloon Wet Uniformering Loonbegrip (WUL).
ARTIKEL 8
Duur
Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt van 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2021.
Behoudens opzegging tenminste twee maanden voor de datum van beëindiging wordt deze CAO geacht telkens voor twaalf maanden te zijn verlengd.
Elke verlenging van de CAO dient aan het Ministerie van Sociale Zaken, Directie UAW, te worden gemeld.