Polisvoorwaarden
Polisvoorwaarden
Kettlitz Wulfse Personenautopakket
Polisvoorwaarden
Personenautopakket PP-11
Grondslag van de verzekering:
De verzekeringsovereenkomst is gebaseerd op de door verzekeringnemer aan verzekeraar verstrekte inlichtingen en verklaringen, in welke vorm dan ook. Deze inlichtingen en verklaringen vormen één geheel met de verzekeringsovereenkomst.
Inhoudsopgave:
1 t/m 14 Algemene voorwaarden
15 t/m 23 Bijzondere voorwaarden Aansprakelijkheid Motorrijtuigen 24 t/m 28 Bijzondere voorwaarden Automobilistenhulp
29 t/m 33 Bijzondere voorwaarden Beperkte cascodekking voor motorrijtuigen 34 t/m 36 Bijzondere voorwaarden Volledige cascodekking voor motorrijtuigen 37 t/m 42 Bijzondere voorwaarden Ongevallen inzittendendekking
43 t/m 46 Bijzondere voorwaarden Schade inzittendendekking
Algemene voorwaarden
Inhoudsopgave:
Begripsomschrijvingen
1 Algemene bepalingen
2 Begin, looptijd en einde van de verzekeringsovereenkomst
3 Dekkingen en verzekeringsovereenkomst
4 Premiebetaling
5 Wijziging van premie en/of voorwaarden
6 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig
7 Verplichtingen na schade
8 Bonus-/Malusregeling
9 Verjaring
10 Uitsluitingen
11 Beperking terrorismerisico
12 Klachten en geschillen
13 Adres
14 Bescherming persoonsgegevens
15 Samenloop
Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing voorzover in de bijzondere voorwaarden en eventuele clausules als vermeld op het polisblad voor de betreffende dekking niet anders is bepaald. Zij vormen met het polisblad de inhoud van de verzekeringsovereenkomst.
Begripsomschrijvingen:
Verzekeringnemer:
De (rechts) persoon met wie verzekeraar de verzekeringsovereenkomst is aangegaan..
Verzekerde(n):
De verzekeringnemer, de eigenaar, de bezitter, de houder, de bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig, als ook de werkgever van de hiervoor genoemde personen indien hij in genoemde hoedanigheid krachtens burgerlijk recht aansprakelijk is.
(Meest) Regelmatige bestuurder:
Degene die doorgaans het motorrijtuig bestuurt.
Verzekeraar:
De op de polis genoemde verzekeraar of diens gevolmachtigde agent Kettlitz Wulfse Volmachten b.v. te Nieuwegein.
Contractduur:
De periode waarvoor de verzekeringnemer met verzekeraar de verzekeringsovereenkomst is aangegaan.
Verzekerd bedrag:
Het motorrijtuig is verzekerd tot maximaal de cataloguswaarde, vermeerderd met β¬ 1.000,- aan niet tot de standaarduitrusting behorende accessoires/meeruit- voering/belettering.
Eigen risico:
Het bedrag dat voor rekening van de verzekeringnemer blijft.
Cataloguswaarde:
De prijs die conform de prijslijst van fabrikant of importeur voor het motorrijtuig gold op de datum van afgifte van deel I van het kentekenbewijs in Nederland.
Nieuwwaarde:
De op de schadedatum laatst bekende cataloguswaarde van een motorrijtuig van hetzelfde merk, type, model en uitvoering.
Betaaltermijn:
De door de verzekeringnemer met verzekeraar overeengekomen periode waarover telkens de verschuldigde premie, assurantiebelasting en poliskosten worden betaald.
Gebeurtenis:
Een onzeker voorval, of een reeks van onzekere voorvallen die één oorzaak hebben, waardoor schade ontstaat.
Gebied:
De verzekeringsovereenkomst is van kracht voor gebeurtenissen uitsluitend in die landen waarvoor het door Verzekeraar afgegeven Internationaal Verzekeringsbewijs (de groene kaart) geldig is.
Motorrijtuig:
Het op de polis vermelde motorrijtuig. Inbegrepen zijn de volgende uitrustingstukken: gevarendriehoek, verbanddoos, pechlamp, sleepkabel, brandblusapparaat en kinderstoeltje(s). Ook is inbegrepen de anti- roestbehandeling. Een mobilofoon, semafoon, 27 mc- installatie en dergelijke apparatuur kunnen niet worden meeverzekerd. Opgeslagen winter- of zomerbanden zijn meeverzekerd. Voor wat betreft het diefstal risico, indien verzekerd, uitsluitend na duidelijke sporen van braak aan de ruimte waar deze liggen opgeslagen. De door de fabrikant af-fabriek aangebrachte opties vallen onder de catalogus- waarde van het motorrijtuig. Eventueel direct bij aankoop of
later aangebrachte accessoires (die niet af-fabriek zijn geleverd), zoals het hef- en/of schuifdak, airconditioning, LPG-installatie, spoiler, carkit, antiblokkeringssysteem (ABS) zijn alleen meeverzekerd als bij het vaststellen van de premie daarmee rekening is gehouden.
Accessoires/meeruitvoering (niet standaard):
Onder accessoires worden onderdelen begrepen die op eenvoudige wijze in of aan het motorrijtuig zijn gemonteerd, waarvoor bij montage geen onderdelen zijn verwijderd en waarvoor geen bewerking of verandering van het motorrijtuig nodig is geweest. Onder meeruitvoering worden alle wijzigingen en aanvullingen begrepen, die zijn aangebracht aan de basisuitvoering van het motorrijtuig, zoals een LPG-installatie.
Aanhanger:
Materieel dat door het motorrijtuig kan worden getrokken, bijvoorbeeld een aanhang-, bagage-, vouwwagen of caravan.
Herstelbedrijf:
De/het door verzekeraar geselecteerde dealer / herstelbedrijf. Voor glasschade zijn dit herstelbedrijven die aangesloten zijn bij Carglass, Autotaalglas of Glasgarant. Voor de overige schaden wordt verwezen naar herstelbedrijven die zijn aangesloten bij Schadegarant.
Terrorisme:
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van een van de zes in artikel 64 lid van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
Kwaadwillige besmetting:
Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 64 lid van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993 genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden
- al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
Preventieve maatregelen:
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of door derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)::
Een door het Verbond van Verzekeraars in Nederland opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraar direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in begripsomschrijvingen benoemde onderdelen: terrorisme, kwaadwillige besmetting en preventieve maatregelen
omschreven risicoβs, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
1. Algemene bepalingen
1.1 Onzeker voorval:
Deze verzekeringsovereenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voorzover de door verzekerde of een derde geleden schade waarvan jegens verzekeraar respectievelijk een verzekerde aanspraak op vergoeding wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde respectievelijk een derde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden zou ontstaan.
1.2 Toepasselijk recht:
Op deze verzekeringsovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2 Begin, looptijd en einde van de verzekeringsovereenkomst
2.1 Begin:
De verzekeringsovereenkomst vangt aan op de op het polisblad vermelde ingangsdatum.
2.2 Looptijd:
De verzekeringsovereenkomst is gedurende de op het polisblad vermelde contractduur van kracht. Indien de contractduur is verstreken zonder dat de verzekeringsovereenkomst op grond van het in artikel 2.3 bepaalde is beΓ«indigd, zal de overeenkomst met 12 maanden worden verlengd. Verzekeringnemer heeft dan het recht de verzekering tussentijds op te zeggen met in acht name van een opzegtermijn van 30 dagen.
2.3 Einde:
De verzekeringsovereenkomst eindigt:
a. door schriftelijke opzegging van de verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking:
- tegen het einde van de op het polisblad vermelde contractsduur, met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden;
- binnen één maand nadat een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkerings- verplichting kan leiden, door de verzekerde aan verzekeraar is gemeld of nadat verzekeraar een uitkering uit hoofde van deze verzekeringsovereenkomst hebben gedaan dan wel heeft afgewezen.
Opzegging is slechts mogelijk op gronden welke van dien aard zijn dat gebondenheid aan de overeenkomst niet meer van de opzeggende partij kan worden gevergd. De verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum, zij het niet eerder dan twee maanden na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
b. door schriftelijke opzegging van de verzekeringsovereenkomst door verzekeraar:
- indien de verzekerde naar aanleiding van een gemelde gebeurtenis heeft gehandeld met de opzet verzekeraar te misleiden. De verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum;
- indien de verschuldigde premie niet tijdig wordt betaald en verzekeraar, na het
verstrijken van de premievervaldag, zonder succes tot betaling van de premie heeft aangemaand. De verzekeringsovereen- komst eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemd datum, maar niet eerder dan 14 dagen na de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief;
- binnen twee maanden na de ontdekking dat de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking niet is nagekomen en daarbij is gehandeld met de opzet verzekeraar te misleiden, dan wel verzekeraar de verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking bij kennis van de ware stand van zaken niet zouden hebben gesloten. De verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
c. door schriftelijke opzegging van de verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking door de verzekeringnemer:
- binnen één maand na ontvangst van de schriftelijke mededeling van verzekeraar, betreffende een wijziging van de premie en/of voorwaarden ten nadele van de verzekeringnemer en/of verzekerde. De verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking eindigt op de dag waarop de wijziging volgens de schriftelijke mededeling van verzekeraar ingaat, zij het niet eerder dan dertig dagen na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling;
- binnen twee maanden nadat verzekeraar een beroep op de niet nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking heeft gedaan. De verzekeringsovereenkomst of de desbetreffende dekking eindigt op de datum die in de opzeggingsbrief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
d. van rechtswege:
- zodra verzekeringnemer permanent verhuist naar het buitenland;
- zodra verzekeringnemer of zijn erfgenamen ophouden belang te hebben bij het verzekerde motorrijtuig en de feitelijke macht over het motorrijtuig verliest, c.q. verliezen;
- zodra het motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een niet- Nederlands kenteken gaat voeren;
- zodra verzekeraar op basis van totaalverlies de schade aan het motorrijtuig heeft vergoed.
3 Dekkingen en verzekeringsovereenkomst
De verzekeringsovereenkomst kan betrekking hebben op één of meer dekkingen. Wanneer er sprake is van meerdere dekkingen zal het geheel als één verzekeringsovereenkomst worden beschouwd, óók wanneer de van kracht zijnde dekkingen niet tegelijkertijd zijn gesloten.
4 Premiebetaling
4.1 Premiebetaling in het algemeen:
De verzekeringnemer dient de verschuldigde premie, kosten en assurantiebelasting bij vooruitbetaling te voldoen.
4.2 Automatische premiebetaling:
Indien is gekozen voor automatische premiebetaling, worden de premie, kosten en assurantiebelasting telkens omstreeks de premievervaldag automatisch van de op de machtiging vermelde rekening afgeschreven. Indien door enige oorzaak, zoals bijvoorbeeld opheffing van de rekening, onvoldoende saldo, te hoog debetsaldo of anderszins, betaling van de verschuldigde premie, kosten en assurantiebelasting niet plaatsvindt en de verzekeringnemer het verschuldigde bedrag ook niet op andere wijze voldoet uiterlijk op de veertiende dag nadat het verschuldigd is, wordt de dekking geschorst. De schorsing gaat in op de vijftiende dag nadat verzekeraar de verzekeringnemer na de premievervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven.
4.3 Niet-automatische premiebetaling:
De verzekeringnemer dient de premie, kosten en assurantiebelasting te betalen uiterlijk op de veertiende dag nadat zij verschuldigd zijn. Indien de verzekeringnemer het verschuldigde bedrag niet tijdig betaalt, wordt de dekking geschorst. De schorsing gaat in op de vijftiende dag nadat verzekeraar de verzekeringnemer na de premievervaldag schriftelijk heeft aangemaand en betaling is uitgebleven.
4.4 Premiebetalingsplicht:
De verzekeringnemer blijft verplicht de premie, kosten en assurantiebelasting te betalen. De dekking gaat weer in op de dag volgend op die waarop de betaling door verzekeraar is ontvangen. Indien met verzekeraar premiebetaling in termijnen is overeengekomen, gaat de dekking pas in op de dag volgend op die waarop alle onbetaald gebleven premies over de reeds verstreken termijnen, inclusief kosten en assurantiebelasting, door verzekeraar is ontvangen.
4.5 Terugbetaling van premie:
Behalve bij opzegging wegens opzet verzekeraar te misleiden, wordt bij tussentijdse opzegging de lopende premie naar redelijkheid verminderd.
5 Wijziging van premie en/of voorwaarden Verzekeraar heeft het recht de premie en/of voorwaarden en bloc te wijzigen. De verzekeringnemer wordt van de wijziging schriftelijk in kennis gesteld. Verzekeraar gaat er vanuit dat verzekeringnemer met de wijziging heeft ingestemd, tenzij hij binnen dertig dagen na dagtekening van het schrijven schriftelijk het tegendeel heeft bericht. Wanneer de verzekeringnemer niet akkoord gaat met de wijziging, eindigt de Verzekeringsovereenkomst op de einddatum of op de door verzekeraar in de schriftelijke mededeling genoemde datum.
De verzekeringnemer kan geen gebruik maken van de mogelijkheid tot opzegging, indien:
- de wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeit uit wettelijke regelingen of bepalingen;
- de wijziging een verlaging van de premie en/of uitbreiding van de dekking inhoudt;
- de premieaanpassing het gevolg is van een wijziging van de verzekeringnemer of regelmatige bestuurder, regiokorting door verhuizing van verzekeringnemer of regelmatige bestuurder, het gebruik van het motorrijtuig, de inschaling op de bonus-/malusschaal van de verzekeringnemer of regelmatige bestuurder of het gevolg is van de jaarlijkse weging van andere risicobepalende factoren;
- de wijziging voortvloeit uit contractuele bepalingen.
6 Tijdelijk gebruik van een ander motorrijtuig Wanneer het verzekerde motorrijtuig voor reparatie, revisie of een dergelijke behandeling voor de verzekeringnemer tijdelijk niet beschikbaar is, zijn voor de duur van deze behandeling de dekkingen ook van toepassing op een naar prijsklasse en ouderdom gelijkwaardig vervangend motorrijtuig. Aan deze bepaling kunnen geen rechten worden ontleend, indien de schade is gedekt door een andere verzekering, al dan niet van een oudere datum, of onder een andere verzekering zou zijn gedekt als deze verzekering niet bestond.
7 Verplichtingen na schade
7.1 Schademeldingsplicht:
Zodra verzekeringnemer of de verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraar tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht deze gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is naar waarheid aan verzekeraar te melden.
7.2 Schade-informatieplicht:
De verzekeringnemer en de verzekerde zijn verplicht, binnen redelijke termijn, naar waarheid verzekeraar alle inlichtingen en documenten te verschaffen die voor verzekeraar van belang zijn om de uitkeringsplicht te beoordelen.
7.3 Medewerkingsplicht:
De verzekeringnemer en de verzekerde zijn verplicht hun volle medewerking aan de schaderegeling te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraar zou kunnen schaden. Tevens zijn zij verplicht zich te onthouden van het erkennen van aansprakelijkheid.
7.4 Overige verplichtingen:
In geval van diefstal of poging daartoe, inbraak, verduistering, vandalisme, gewelddadige beroving, afpersing of joyriding is verzekeringnemer of verzekerde verplicht onmiddellijk aangifte te doen bij de politie.
7.5 Sanctie bij niet nakomen verplichtingen:
7.5.1 Verzekeraar mag de schade die zij door het niet- nakomen van bovenstaande verplichtingen lijden of de extra kosten die zij daardoor moet maken, op verzekeringnemer verhalen.
7.5.2 Aan de verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer of verzekerde één of meer van de in dit artikel genoemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van verzekeraar heeft geschaad.
7.5.3 Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien de verzekeringnemer of verzekerde één of meer van de in dit artikel genoemde verplichtingen niet is nagekomen met de opzet verzekeraar te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
8 Bonus-/Malusregeling
De bonus-/malusregeling is van toepassing op de dekkingen WA, beperkt casco en volledig casco.
8.1 Inschaling:
Bij aanvang van de verzekering vindt, afhankelijk van het schadeverleden en leeftijd van de meest regelmatige bestuurder inschaling plaats op de hiermee overeenstemmende trede van de hierna vermelde Bonus/Malus-tabel (B/M-tabel).
8.2 Bonus/Malus-tabel | |||||
Bonus/malus-trede | Kortings- percentage | Zonder schade naar trede | Met 1 schade naar trede | Met 2 schaden naar trede | Met 3 of meer schaden naar trede |
20 | 80 | 20 | 15 | 8 | 1 |
19 | 80 | 20 | 14 | 8 | 0 |
18 | 80 | 19 | 13 | 7 | 0 |
17 | 80 | 18 | 12 | 7 | 0 |
16 | 80 | 17 | 11 | 6 | 0 |
15 | 80 | 16 | 10 | 6 | 0 |
14 | 80 | 15 | 9 | 5 | 0 |
13 | 78 | 14 | 8 | 4 | 0 |
12 | 76 | 13 | 8 | 4 | 0 |
11 | 72 | 12 | 7 | 3 | 0 |
10 | 68 | 11 | 7 | 3 | 0 |
9 | 64 | 10 | 6 | 2 | 0 |
8 | 60 | 9 | 5 | 1 | 0 |
7 | 56 | 8 | 4 | 1 | 0 |
6 | 52 | 7 | 3 | 1 | 0 |
5 | 48 | 6 | 2 | 1 | 0 |
4 | 40 | 5 | 1 | 1 | 0 |
3 | 32 | 4 | 0 | 0 | 0 |
2 | 20 | 3 | 0 | 0 | 0 |
1 | 4 | 2 | 0 | 0 | 0 |
0 | 30+ | 1 | 0 | 0 | 0 |
8.3 Geen beΓ―nvloeding no-claimkorting
Een schadegeval heeft géén invloed op no- claimkorting wanneer:
- verzekeraar geen schadevergoeding verschuldigd is;
- verzekeraar uitsluitend kosten, gemaakt door de Hulporganisatie, heeft vergoed;
- verzekeraar de door haar betaalde schade volledig heeft verhaald;
- de verzekeringnemer binnen drie maanden nadat hem de omvang van de schade is meegedeeld, de door verzekeraar uitgekeerde bedragen heeft terugbetaald;
- verzekeraar, uitsluitend op grond van een schaderegelingakkoord tussen verzekeraars, een schade niet heeft kunnen verhalen of uitsluitend op grond van een dergelijk akkoord heeft moeten vergoeden;
- de betaalde schade niet volledig kan worden verhaald uitsluitend als gevolg van de in de bijzondere voorwaarden vermelde vaste afschrijvingsregeling;
- de schade uitsluitend het gevolg is van oorzaken als omschreven in artikel 29 van de Bijzondere voorwaarden Beperkte cascodekking voor motorrijtuigen, en er geen uitkering wegens andere oorzaken, gekoppeld aan dezelfde gebeurtenis, plaatsgevonden heeft;
- er sprake is van een aanrijding met een fietser of voetganger, waarbij ten aanzien van het ontstaan van die aanrijding de verzekerde geen enkel verwijt kan worden gemaakt;
- verzekeraar de schade uitsluitend op grond van het bepaalde in artikel 7:962lid BW niet of niet volledig heeft kunnen verhalen.
9 Verjaring
Een rechtsvordering tegen verzekeraar tot het doen van een uitkering verjaart door het verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden.
De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen op de dag, volgende op die waarop verzekeraar hetzij de aanspraak erkent, hetzij bij aangetekende brief ondubbelzinnig hebben meegedeeld de aanspraak af te wijzen. In geval van afwijzing verjaart de rechtsvordering door verloop van zes maanden.
10 Uitsluitingen
Aan de gesloten verzekeringsovereenkomst kunnen geen rechten worden ontleend, indien:
10.1 Opzet:
de schade is veroorzaakt met opzet of door roekeloosheid dan wel merkelijke schuld (voor zover nodig in afwijking van artikel 7:952BW) van de verzekerde.
Onder merkelijke schuld wordt verstaan een gedraging die, al is een verzekerde zich daarvan niet bewust, naar objectieve maatstaven een zodanig aanmerkelijke kans op schade met zich meebrengt dat een verzekerde zich van dat gevaar bewust had behoren te zijn en door zich van die gedraging niet te onthouden in ernstige mate tekortschiet in zorg ter voorkoming van schade;
10.2 Fraude:
er sprake is van fraude (geheel of gedeeltelijk). Met fraude wordt bedoeld, het op oneigenlijke gronden en wijze verkrijgen van een uitkering waarop geen recht bestaat, Γ³f het verkrijgen van een uitkering onder valse voorwendselen. Voorts heeft fraude tot gevolg dat:
- aangifte wordt gedaan bij de politie;
- alle lopende verzekeringen kunnen worden beΓ«indigd;
- er een registratie plaatsvindt in het, tussen verzekeraars, gangbare registratiesysteem;
- eventueel uitgekeerde schade en onderzoekskosten worden teruggevorderd;
10.3 Bereddering:
de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daardoor de belangen van de Verzekeraar heeft geschaad;
10.4 Molest:
de schade is veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij. De 6 Genoemde vormen van molest, alsmede de definities van deze vormen van molest vormen een onderdeel van de tekst die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Rechtbank te Den Haag is gedeponeerd;
10.5 Atoomkernreactie:
de schade is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit:
- atoomkernreacties, onverschillig hoe deze ontstaan.
a. atoomkernreacties, onverschillig hoe deze ontstaan. Onder atoomkernreactie is te verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt zoals kernfusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit. Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriΓ«le, commerciΓ«le, landbouwkundige, medische of wetenschappelijke doeleinden, met dien verstande dat een vergunning voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radioactieve stoffen doode overheid moet zijn afgegeven. Voor zover, krachtens de wet, een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, blijft de uitsluiting onverkort van kracht. Onder βwetβ wordt verstaan de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (staatsblad 1979-225) zijnde de bijzondere wettelijke regeling van de aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie. Onder βkerninstallatieβ wordt verstaan een kerninstallatie in de zin van de bedoelde wet;
b. een chemisch, biologisch, biochemisch of elektromagnetisch wapen.
10.6 Inbeslagneming:
de verzekerde zaken in beslag zijn genomen of aangehouden krachtens besluit van de Nederlandse of vreemde overheid;
10.7 Deelneming wedstrijden, behendigheidsritten, e.d.: de schade is ontstaan tijdens het oefenen voor of deelnemen aan wedstrijden, behendigheidsritten of snelheidsproeven. De schade ontstaan tijdens oriΓ«ntatie- of puzzelritten in Nederland is niet uitgesloten;
10.8 Rijden op een circuit:
veroorzaakt tijdens het rijden op een circuit,
op een hiervoor geschikt gemaakt tracΓ© of op een slipbaan;
10.9 Verhuur:
de schade is ontstaan terwijl het motorrijtuig is verhuurd, wordt gebruikt voor vervoer van personen tegen betaling dan wel voor andere doeleinden dan bij het aangaan van deze verzekeringsovereenkomst is opgegeven of door de wet is toegestaan;
10.10 Geen rijbevoegdheid:
de schade is veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig of de betreffende combinatie van het motorrijtuig met aanhanger wettelijk voorgeschreven rijbewijs, of terwijl hem de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk is ontzegd, of terwijl hij anderszins krachtens een wettelijke bepaling niet tot het besturen van een motorrijtuig bevoegd is.
Een rijbewijs dat zijn geldigheid heeft verloren uitsluitend door het verstrijken van de in de wet genoemde geldigheidsduur wordt, tenzij de leeftijd van 70 jaar is bereikt, als geldig aangemerkt;
10.11 Geen kentekenhouder:
uit het kentekenregister bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer blijkt dat de verzekeringnemer of diens partner niet is ingeschreven als eigenaar x.x. xxxxxx, tenzij uit de polis blijkt dat de Verzekeraar bekend was met het afwijkende eigendom en dit heeft geaccepteerd.
De uitsluitingen onder 10.9 en 10.10 gelden niet wanneer de verzekeringnemer aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden of feiten zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat de verzekeringnemer in redelijkheid geen verwijt treft.
11 Terrorisme
Heeft u schade die het gevolg is van terrorisme? Dan geldt het Protocol afwikkeling claims van de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT). Dit betekent dat wij niet meer betalen dan het bedrag dat wij namens de risicodrager(s) ontvangen van het NHT. Informatie hierover vindt u op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx. Ontvangt u de regeling liever op papier? Neemt u dan contact met ons op.
12 Klachten en geschillen
Klachten en geschillen die betrekking hebben op de totstandkoming en uitvoering van deze verzekeringsovereenkomst kunnen worden gericht aan het intern klachtenbureau van de verzekeraar.
Wanneer het oordeel van de directie van verzekeraar voor een belanghebbende niet bevredigend is, kan hij zich wenden tot:
Kifid, Xxxxxxx 00000, 0000XX Xxx Xxxx. Telefoon: 070 - 33389 99. Website: xxx.xxxxx.xx
Wanneer belanghebbende geen gebruik wil maken van deze klachtenbehandelings- mogelijkheden, of wanneer de behandeling of uitkomst niet bevredigend is, kan het geschil worden voorgelegd aan de bevoegde rechter. Voor de dekking Ongevallen Inzittenden geldt tevens:
Indien een geschil optreedt met betrekking tot de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit, wordt dit geschil op verzoek van de belanghebbende aan een scheidsman of bindend adviseur voorgelegd. Deze scheidsman of bindend adviseur wordt in onderling overleg benoemd en zal naar redelijkheid en billijkheid uitspraak doen omtrent het geschil en omtrent de vraag wie van de partijen de, aan zijn uitspraak verbonden, kosten dient te dragen.
13 Adres
Alle mededelingen van verzekeraar, gericht aan het bij verzekeraar laatst bekende adres van verzekeringnemer of aan het adres van de tussenpersoon via wie de bemiddeling van deze verzekering loopt, worden geacht de verzekerde(n) te hebben bereikt en hebben tegenover hem bindende kracht. Verzekeringnemer dient elke verandering van adres zo spoedig mogelijk op te geven.
14 Bescherming persoonsgegevens
De bij de aanvraag of wijziging van een financieel product en/of financiΓ«le dienst verstrekte persoonsgegevens worden door Verzekeraar verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten terzake financiΓ«le producten en/of financiΓ«le diensten en het beheren van de daaruit voortvloeiende relaties, met inbegrip van de voorkoming en bestrijding van fraude en het uitvoeren van activiteiten gericht op de vergroting van het klantenbestand. Op de verwerking van persoonsgegevens is de Gedragscode βVerwerking Persoonsgegevens
FinanciΓ«le Instellingenβ van toepassing. De volledige tekst van de gedragscode kunt u raadplegen via de website van het Verbond van Verzekeraars. xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. U kunt de Gedragscode ook opvragen bij het Verbond van Verzekeraars, Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon 070 - 33385 00.
In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan verzekeraar uw gegevens raadplegen bij de Stichting CIS te Zeist. Doelstelling hiervan is risicoβs te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing (zie xxx.xxxxxxxxxxxx.xx).
Bijzondere voorwaarden
Aansprakelijkheid Motorrijtuigen
Grondslag van de verzekering:
Deze rubrieksvoorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op de polis wordt verwezen. Met voorbijgaan aan hetgeen anders in de verzekeringsvoorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekeringsovereenkomst geacht aan de door of krachtens de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen, hierna genoemd WAM, gestelde eisen te voldoen.
Inhoudsopgave:
15 Omvang van de dekking
16 Kosten van rechtskundige bijstand
17 Zekerheidstelling
18 Vervoer gewonden
19 Hulp door derden
20 Schade aan ander eigen voertuig
21 Schaderegeling
22 Vorderingen op verzekerde
23 Uitsluitingen
15 Omvang van de dekking
15.1 Deze verzekeringsovereenkomst dekt de wettelijke aansprakelijkheid van verzekerden, tot ten hoogste het op de polis vermelde verzekerde bedrag per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen, voor schade aan personen en/of zaken die is veroorzaakt met of door:
15.1.1 het motorrijtuig;
15.1.2 een aanhanger, zolang deze is gekoppeld aan het motorrijtuig, alsmede wanneer de schade is ontstaan nadat deze is losgemaakt of losgeraakt en niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
15.1.3 de van het motorrijtuig of aanhanger gevallen of vallende lading, xxxxxx dan tijdens laden of lossen.
15.2 Schade aan personen en zaken
15.2.1 Schade aan personen:
Onder schade aan personen wordt verstaan schade door letsel of aantasting van de gezondheid van personen, al dan niet de dood ten gevolge hebbend, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
15.2.2 Schade aan zaken:
Onder schade aan zaken wordt verstaan schade door vernietiging of het verloren gaan van zaken van anderen dan de verzekerden, met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade.
15.3 Indien de gebeurtenis plaatsvindt in een tot het verzekeringsgebied behorend land, waar krachtens een met de WAM overeenkomende wet een hoger maximum bedrag is voorgeschreven, verleent deze verzekeringsovereenkomst dekking tot dat hogere bedrag.
16 Kosten van rechtskundige bijstand
Ook indien daardoor het maximaal verzekerde bedrag voor wettelijke aansprakelijkheid wordt overschreden, vergoedt verzekeraar:
16.1 de kosten van verweer in een door een benadeelde tegen verzekeraar aanhangig gemaakte civiele procedure
16.2 kosten van verweer dat onder leiding van verzekeraar worden gevoerd in een door een benadeelde tegen een verzekerde aanhangig gemaakte civiele procedure, alsmede in de hierboven genoemde gevallen de hieruit voortvloeiende proceskosten tot betaling waarvan verzekeraar of de verzekerde worden veroordeeld
16.3 de wettelijke rente over het door de verzekeringsovereenkomst gedekte gedeelte van de hoofdsom
16.4 de kosten van rechtskundige bijstand in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafgeding indien verzekeraar dit ter behartiging van haar belangen noodzakelijk acht. Verzekeraar kan een verzekerde nimmer verplichten tegen een gewezen strafvonnis in hoger beroep te gaan. Boeten, transactiebedragen, afkoopsommen en met een strafprocedure samenhangende gerechtskosten worden niet vergoed.
17 Zekerheidstelling
Indien een overheid, wegens een onder de verzekeringsovereenkomst gedekte schade, het stellen van een geldelijke zekerheid verlangt ter waarborging van de rechten van benadeelden, zal verzekeraar deze zekerheid verstrekken tot ten
hoogste β¬ 45.000,- voor alle verzekerden tezamen. Verzekerden zijn verplicht Verzekeraar te machtigen over de zekerheid te beschikken zodra deze wordt vrijgegeven en bovendien alle medewerking te verlenen om de terugbetaling te verkrijgen.
18 Vervoer gewonden
Indien verzekerde betrokken is bij of getuige is van een ongeval waarbij personen zijn verwond en de omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden en de verwondingen van dien aard zijn dat vervoer van deze gewonden met het motorrijtuig noodzakelijk is, worden de door dit vervoer veroorzaakte kosten van reiniging, herstel of vernieuwing van het interieur van het motorrijtuig vergoed.
19 Hulp door derden
Indien een verzekerde ten gevolge van een ongeval door een derde
- al dan niet bij het ongeval betrokken wordt geholpen om dood of letsel te voorkomen respectievelijk te beperken en
degene die de hulp verleent lijdt door of tijdens de hulpverlening schade aan zaken, dan wordt deze schade vergoed tot ten hoogste β¬ 500,- ook al zou het maximaal verzekerde bedrag door deze vergoeding worden overschreden.
20 Schade aan ander eigen voertuig
Indien met het verzekerde motorrijtuig schade wordt toegebracht aan een andere motorrijtuig, dan wel motorrijwiel, die eveneens toebehoort aan de verzekeringnemer of degene die met toestemming van de verzekeringnemer het verzekerde motorrijtuig permanent in gebruik heeft, wordt ten aanzien van de schade aan dat motorrijtuig gehandeld als zou de schade door een ander dan verzekeringnemer, respectievelijk de houder/bezitter zijn geleden.
21 Schaderegeling
Verzekeraar belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. Zij heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. Zij zal daarbij de belangen van verzekerde in het oog houden.
22 Vorderingen op verzekerde
Indien een verzekerde geen rechten aan deze overeenkomst kan ontlenen en verzekeraar zijn krachtens de WAM of een daarmee overeenkomende buitenlandse wet verplicht schade te vergoeden, heeft verzekeraar het recht de schadevergoeding en de gemaakte kosten te verhalen op de verzekeringnemer en de verzekerde. Tegenover de verzekeringnemer wordt van dit recht geen gebruik gemaakt indien de schade is veroorzaakt na eigendomsoverdracht van het motorrijtuig, de verzekering is beΓ«indigd en de verzekeringnemer heeft voldaan aan de plicht tot kennisgeving.
23 Uitsluitingen
De uitsluitingen genoemd in artikel 10 zijn van toepassing. Daarnaast is uitgesloten de aansprakelijkheid:
23.1 voor hen die zich door diefstal of geweldpleging de macht over het motorrijtuig hebben verschaft alsmede voor hen die het motorrijtuig zonder toestemming van de verzekeringnemer en/of verzekerde gebruiken;
23.2 voor schade aan zaken die met het motorrijtuig worden vervoerd of aan roerende/onroerende zaken die de verzekerde onder zich heeft;
23.3 voor schade toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig dat het ongeval veroorzaakt;
23.4 voor schade die uitsluitend voortvloeit uit contractuele verplichtingen.
Bijzondere voorwaarden
Automobilistenhulp
Inhoudsopgave:
24 Omvang van de dekking binnen Nederland
25 Omvang van de dekking buiten Nederland
26 Uitsluitingen
27 Verplichtingen
28 Samenloop
24 Omvang van de dekking binnen Nederland
24.1 Uitvallen van het motorrijtuig en/of de bestuurder door een ongeval Indien het motorrijtuig en/of aanhanger als gevolg van een ongeval zodanig is beschadigd dat voortzetting van de reis onmogelijk is of de bestuurder bij dat ongeval zodanig letsel is overkomen dat hij niet in staat is het motorrijtuig te besturen en een andere inzittende de besturing niet kan overnemen, heeft een verzekerde recht op:
24.1.1 berging en vervoer van het motorrijtuig en/of aanhanger naar een door verzekerde aan te wijzen reparateur, dan wel naar het woonadres van de verzekerde direct na het ongeval;
24.1.2 vervoer van de inzittenden en de bagage, direct na het ongeval, naar een door hen op te geven gezamenlijk adres in Nederland.
24.2 Uitvallen van het motorrijtuig door pech
Een verzekerde kan uitsluitend aanspraak maken op dezelfde diensten (artikel 24.1) indien voortzetting van de reis onmogelijk is door pech (een plotseling optredende mechanische storing aan het motorrijtuig), indien het motorrijtuig:
- volledig casco is verzekerd (artikel 34) Γ©n
- ten tijde van de gebeurtenis niet ouder is dan 6 jaar;
24.2.1 de storing binnen Nederland is ontstaan doch buiten de woonplaats van de verzekerde en van zo ernstige aard is dat deze niet ter plaatse binnen 1 uur kan worden verholpen.
24.3 Diefstal van het motorrijtuig:
In geval van diefstal van het motorrijtuig, heeft een verzekerde recht op berging en vervoer van het motorrijtuig naar een door verzekerde aan te wijzen reparateur of woonadres indien het motorrijtuig zodanig beschadigd wordt teruggevonden, dat rijden op eigen kracht niet mogelijk is.
25 Omvang van de dekking buiten Nederland
25.1 Indien het motorrijtuig en/of aanhanger als gevolg van een ongeval zodanig is beschadigd dat voortzetting van de reis onmogelijk is of de bestuurder bij dat ongeval zodanig letsel is overkomen dat hij niet in staat is het motorrijtuig te besturen en een andere inzittende de besturing niet kan overnemen, heeft een verzekerde recht op:
25.1.1 berging en vervoer van het motorrijtuig, de bagage en eventuele aanhanger naar de dichtstbijzijnde garage waar de schade kan worden hersteld;
25.1.2 nazenden van onderdelen die nodig zijn om het motorrijtuig uiterlijk binnen 4 werkdagen rijklaar te maken. De onderdelen zelf komen voor rekening van de verzekerde, tenzij krachtens de Bijzondere voorwaarden Volledige cascodekking voor motorrijtuigen van deze verzekeringsovereenkomst recht op vergoeding bestaat;
25.1.3 repatriΓ«ring van het motorrijtuig, de bagage en eventuele aanhanger naar Nederland, tenzij het motorrijtuig binnen 2 werkdagen rijklaar kan worden gemaakt. Indien de kosten van repatriΓ«ring van het motorrijtuig hoger zijn dan de waarde van het motorrijtuig zoals die in Nederland zou zijn getaxeerd, dan worden de kosten van invoer en/of vernietiging van het motorrijtuig in het
desbetreffende land vergoed. In dat geval wordt uitsluitend voor vervoer van de bij het motorrijtuig behorende bagage en eventuele aanhanger zorggedragen;
25.1.4 vergoeding van de terugreiskosten die door de inzittenden moeten worden gemaakt. Vergoed worden de treinkosten 2e klasse met inbegrip van een éénmalig vervoer per taxi naar het dichtstbijzijnde spoorwegstation vanaf de plaats van het ongeval, alsmede éénmalig vervoer per taxi van het aankomststation naar het woonadres.
25.2 Uitvallen van het motorrijtuig door pech
Een verzekerde kan uitsluitend aanspraak maken op dezelfde diensten (artikel 25.1) indien voortzetting van de reis onmogelijk is door pech (een plotseling optredende mechanische storing aan het motorrijtuig), indien het motorrijtuig:
- volledig casco is verzekerd (artikel 34) Γ©n
- ten tijde van de gebeurtenis niet ouder is dan 6 jaar
25.3 Diefstal van het motorrijtuig
Een verzekerde kan aanspraak maken op dezelfde diensten (artikel 25.1 ) indien voortzetting van de reis onmogelijk is door diefstal van het motorrijtuig.
25.4 Extra dekking buitenland:
25.4.1 Indien de extra dekking door u is afgesloten geldt het volgende:
In aanvulling op de rubriek Automobilistenhulp is Buitenlanddekking Standaard of Buitenlanddekking Uitgebreid meeverzekerd indien dit uitdrukkelijk op de polis en groene kaart staat vermeld en er extra premie voor betaald is. Deze buitenlanddekking geldt alleen voor de landen waarvoor de groene kaart (internationaal verzekeringsbewijs) geldig is. Buitenlanddekking Standaard:
Bij pech en/of ongeval naar definitie van de voorwaarden geldt de volgende dekking:
- Vergoeding van de hotelkosten met een
maximum van β¬ 75,- per persoon per dag, met een maximum van β¬ 500,- voor alle inzittenden tezamen, mits de auto niet binnen 2 werkdagen gerepareerd kan worden.
- Vergoeding van de meerprijs van onderdelen tot een maximum van β¬ 500,- totaal.
- Wegenwachthulp aldaar tot een maximum van
β¬ 125,-.
- Indien de bestuurder ten gevolge van een ongeval of ziekte niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen wordt zo nodig een vervangende chauffeur beschikbaar gesteld voor directe terugreis of doorreis naar het bestemmingsadres binnen het verzekeringsgebied- en zo nodig daarna voor de terugreis van dat bestemmingsadres naar een huisadres binnen Nederland.
- Bij diefstal van de auto worden, na aangifte bij de politie, de inzittenden, bagage en/of aanhanger naar een huisadres binnen Nederland vervoerd. Indien de auto wordt teruggevonden is repatriΓ«ring meeverzekerd.
- Ook na een natuurramp of een vertraging is repatriΓ«ring van inzittenden, bagage, auto e/o aanhanger meeverzekerd.
- Indien noodzakelijk, is vervangend vervoer beschikbaar voor een huurauto voor maximaal
β¬ 100,- per dag met een maximum van β¬ 1.250,- of 15 dagen.
Buitenlanddekking Uitgebreid:
Naast de Buitenlanddekking Standaard zal ter plaatse of op de vakantiebestemming direct een vervangend voertuig (zo nodig met trekhaak) worden geregeld indien reparatie niet mogelijk is binnen 2 werkdagen of na diefstal. Vervangend vervoer wordt maximaal 30 dagen aansluitend ter beschikking gesteld, om de buitenlandse reis te voltooien. Vervangend vervoer in Nederland is meeverzekerd als het de aanvang van een buitenlandse reis betreft.
Naast uitsluitingen volgens voorwaarden gelden ook de volgende beperkingen:
- Geen hulp wordt verleend tijdens gebruik als taxi, leaseauto, huurauto anders dan bij βleasingβ.
- Geen hulp wordt verleend voor vervoer van stoffelijke overschotten en vervoer van gewonden, indien ambulancevervoer noodzakelijk is.
- Geen hulp wordt verleend voor eenvoudige pechgevallen zoals lekke banden, geen brandstof, lege accu etc.
- Geen hulp wordt verleend indien de autoverzekering onder hetzelfde polisnummer niet meer van kracht is.
26 Uitsluitingen
De uitsluitingen genoemd in artikel 10, 23, 33 zijn van overeenkomstige toepassing.
27 Verplichtingen
27.1 De kosten van dienstverlening komen voor rekening van verzekeraar indien daarvoor contact is opgenomen met en opdracht is gegeven door de Hulporganisatie. Indien de verzekerde aannemelijk maakt dat hij redelijkerwijs niet in staat was de Hulporganisatie te waarschuwen, worden de gemaakte kosten vergoed alsof de dienstverlening via de Hulporganisatie had plaatsgevonden.
27.2 Verzekerden dienen er voor in te staan dat er vrijelijk over het motorrijtuig en de eventuele aanhanger kan worden beschikt. Indien en voorzover dat niet het geval is, komen de daardoor gemaakte extra kosten voor rekening van verzekerden.
28 Samenloop
28.1 Indien bij schade aanspraak kan worden gemaakt op een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of zou kunnen worden gemaakt als deze verzekering niet zou hebben bestaan, geldt deze verzekering slechts voor zover de aanspraken het bedrag te boven gaan waarop de verzekerde elders recht heeft of zou hebben. Een eigen risico op de andere verzekering komt niet voor vergoeding in aanmerking.
28.2 De verzekerde dient aan verzekeraar een opgave te doen van alle hem bekende verzekeringen, al dan niet van oudere datum, die op het moment van de schade geheel of ten dele betrekking hebben op hetzelfde belang.
Bijzondere voorwaarden
Beperkte cascodekking voor motorrijtuigen
Deze rubrieksvoorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op de polis wordt verwezen.
Inhoudsopgave:
29 Omvang van de beperkte cascodekking
30 Eigen risico
31 Vaststelling van de schadevergoeding
32 Aanmelden vermissing
33 Uitsluitingen
29 Omvang van de beperkte cascodekking
29.1 Deze verzekering dekt verlies van en de herstelkosten van schade aan het motorrijtuig uitsluitend door:
29.1.1 Brand, zelfontbranding, blikseminslag, kortsluiting en explosie:
Onder brand wordt in dit verband verstaan, een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Zo is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren.
29.1.2 diefstal, inbraak, verduistering of joyriding: waaronder begrepen schade die door de pleger van het misdrijf aan het motorrijtuig is toegebracht en schade ontstaan door poging tot diefstal, inbraak, verduistering of joyriding.
29.1.3 Breuk van één of meer ruiten van het motorrijtuig, inclusief de ruit van het zonnedak, niet gepaard gaande met andere schade aan het motorrijtuig behoudens door scherven van deze ruit(en). Onder ruiten worden niet begrepen koplampglazen en koplampruiten.
29.1.4 Botsing met loslopende dieren of vogels, uitsluitend voorzover de schade rechtstreeks door die botsing is toegebracht.
29.1.5 Overstroming, vloedgolf, aardbeving, vulkanische uitbarsting, lawine, vallend gesteente, aardverschuiving of soortgelijke natuurrampen: Onder overstroming wordt in dit verband verstaan het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een door de verzekeringsovereenkomst gedekte gebeurtenis.
29.1.6 Storm:
Uitsluitend gedekt is schade door ten gevolge van de storm vallende of rondvliegende voorwerpen, alsmede het ten gevolge van de storm opgenomen worden of omwaaien van het stilstaande motorrijtuig en schade doordat het portier tegen een ander voorwerp dan wel tegen het motorrijtuig zelf waait. Onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7).
29.1.7 Hagel:
Onder hagel wordt verstaan neerslag uit de dampkring in de vorm van ijskorrels.
29.1.8 Relletjes:
Relletjes zijn volksoplopen waartegen door het openbaar gezag wordt opgetreden (dus geen baldadigheid of vandalisme).
29.1.9 Luchtvaartuigen:
Het buiten een vliegveld in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen daarvan of voorwerpen welke uit een luchtvaartuig vallen.
29.1.10 Schade tijdens transport:
Van buiten komend onheil gedurende de tijd dat het motorrijtuig voor transport met een vervoermiddel aan een transportonderneming is overgedragen, met uitzondering van schade,
ontstaan tijdens takelen of slepen en van schade bestaande uit schrammen, krassen of lakschade.
29.1.11 Bijdrage in averij grosse.
29.2 Dagvergoeding diefstal:
In geval van diefstal en verduistering vergoedt verzekeraar vanaf de datum van aangifte bij de politie voor iedere dag waarop verzekeringnemer in verband met deze diefstal of verduistering niet over het motorrijtuig kan beschikken, een bedrag van
β¬ 12,- per dag gedurende maximaal één maand. Deze vergoeding geldt niet voor lease-, les-, vracht- en bestelautoβs.
29.3 Diefstal van de motorrijtuigsleutels:
Indien de motorrijtuigsleutels na diefstal met braak uit de eigen woning of na beroving met geweld in de eigen woning in het bezit van onbevoegden zijn geraakt, vergoedt verzekeraar tot maximaal 3% van de cataloguswaarde van de verzekerde auto per gebeurtenis de noodzakelijke kosten voor wijziging, of - indien niet mogelijk - vervanging van de sloten van het verzekerde motorrijtuig. Dit ter voorkoming van diefstal van het verzekerde motorrijtuig. Onder motorrijtuigsleutels worden in dit verband verstaan alle mechanische en/of elektronische middelen met behulp waarvan de portieren van het motorrijtuig kunnen worden geopend en/of de motor van het motorrijtuig kan worden gestart. De hiervoor bedoelde diefstal of beroving dient te blijken uit een proces-verbaal van aangifte. Indien sprake is van een inboedel- verzekering, kunnen aan die verzekering geen rechten meer worden ontleend, tenzij de kosten meer bedragen dan de maximale vergoeding van 3%.
29.4 Vergoeding hotelkosten:
Indien verzekerde ten gevolge van een gedekte gebeurtenis buiten Nederland zijn bestemming niet meer kan bereiken en van een hotel gebruik moet maken, vergoedt verzekeraar de kosten van één
overnachting tot een maximum van β¬ 40,- per verzekerde per gebeurtenis.
30 Eigen risico
In geval van schade aan of verlies van het motorrijtuig zal per gedekte gebeurtenis een bedrag gelijk aan het op de polis genoemde eigen risico in mindering worden gebracht. Dit bedrag wordt vermeerderd met β¬ 75,- indien de bestuurder ten tijde van de gebeurtenis 23 jaar of jonger is. Dit extra eigen risico is niet van toepassing bij schadegebeurtenissen als omschreven in artikel 29.
30.1 Wanneer recht bestaat op schadevergoeding en de schade wordt hersteld door een door de Stichting Schadegarant erkend en als zodanig herkenbaar auto(herstel)bedrijf, conform de hiervoor geldende procedure, wordt het eigen risico verminderd met het op het polisblad genoemde eigen risico met een maximum van
β¬ 150,-.
De vermindering van het eigen risico geldt niet:
- voor ruitschaden;
- voor taxiβs, les-, lease- en huurautoβs.
30.2 Het op de polis genoemde eigen risico komt te vervallen indien een ruitschade door middel van een harsinjectie is gerepareerd door een Glasgarant erkend (zie xxx.xxxxxxxxxx.xx) glasherstelbedrijf.
30.3 Indien er sprake is van uitsluitend een glasschade dan bedraagt het eigen risico β¬ 135,- per gebeurtenis. Indien de beschadigde ruit wordt vervangen door een Glasgarant erkend (zie xxx.xxxxxxxxxx.xx) glasherstel bedrijf, zal het in dit artikel genoemde eigen risico worden verminderd met β¬ 75,-.
30.4 Indien verzekerde in geval van inbraak door middel van overlegging van een geldig SCM certificaat kan aantonen dat het motorrijtuig ten tijde van de inbraak beveiligd was met een alarminstallatie, zal geen inhouding van het standaard eigen risico plaatsvinden.
30.5 Indien in geval van diefstal van het gehele motorrijtuig door verzekerde kan worden aangetoond dat het motorrijtuig is beveiligd met een SCM gecertificeerd startonderbrekingssysteem, dan wel is voorzien van een zogenaamd af-fabriek beveiligingssysteem en/of dat het kenteken in de ruiten van het motorrijtuig is gegraveerd, zal geen inhouding van het standaard eigen risico plaatsvinden.
31 Vaststelling van de schadevergoeding
31.1 Verzekeraar zal in geval van beschadiging van het motorrijtuig uitsluitend de reparatiekosten vergoeden. De vergoeding bedraagt niet meer dan een bedrag gelijk aan de waarde van het motorrijtuig onmiddellijk voor het ontstaan van de schade onder aftrek van de waarde der restanten. Indien de reparatiekosten meer bedragen dan het verschil tussen de waarde van het motorrijtuig op het moment onmiddellijk vóór de schade onder aftrek van de waarde van de restanten, is er net als bij diefstal sprake van totaal verlies. Bij verlies van het motorrijtuig vergoedt verzekeraar de waarde onmiddellijk vóór het ontstaan van de schade. Recht op schadevergoeding ingeval van verlies door diefstal, joyriding met of verduistering van het motorrijtuig door een ander dan de verzekerde bestaat, indien het motorrijtuig niet binnen één maand na aangifte bij de politie, kan worden terugverkregen. Bij schadevergoeding in geval van totaal verlies (in technische en/of economische zin) van het motorrijtuig behoudt verzekeraar zich het recht voor het wrak over te dragen aan een door haar aan te wijzen derde. De schadevergoeding vindt niet eerder plaats dan na overhandiging van alle delen van het bij het motorrijtuig behorende kentekenbewijs door de verzekerde aan verzekeraar.
31.2 Noodreparatie:
In geval van schade heeft verzekeringnemer het recht om in spoedeisende gevallen onverminderd de verplichting tot onmiddellijke melding van de schade, deze door een herstelbedrijf tot maximaal
β¬ 500,- te laten repareren. In deze gevallen dient zo spoedig mogelijk aan verzekeraar een originele gespecificeerde herstelnota te worden overgelegd.
31.3 Expertise:
Bij schade kan door verzekeraar een deskundige worden benoemd die in overleg met de reparateur voor rekening van verzekeraar de schade vaststelt. Bij gebreke van overeenstemming tussen deze deskundige en de reparateur omtrent de grootte van de schade heeft de verzekerde het recht tegenover de door verzekeraar aangewezen deskundige op eigen kosten een deskundige aan
te wijzen. Bij verschil van mening tussen beide deskundigen zullen zij een derde deskundige benoemen, wiens schadevaststelling binnen de grenzen van beide taxaties moet blijven en bindend zal zijn. De kosten van de derde deskundige worden door elk van de partijen voor de helft gedragen. Indien een verzekerde door de derde deskundige geheel in het gelijk wordt gesteld, zijn de kosten van alle deskundigen voor rekening van verzekeraar.
31.4 Vergoeding volgens nieuwwaarde:
Deze bepaling geldt niet voor lease-, les-, vracht- en bestelautoβs; ook dan niet indien de bestelauto voor particuliere doeleinden wordt gebruikt. Deze bepaling geldt ook niet voor motorrijtuigen met een cataloguswaarde van β¬ 100.000,- (inclusief BPM/BTW) of hoger en voor schade die ontstaat na een periode van drie jaar na afgifte van het eerste kentekenbewijs. Indien het een verzekerd motorrijtuig betreft, die bij afgifte van het Nederlands kentekenbewijs nieuw is geweest, geldt het volgende:
31.4.1 indien de schade binnen een periode van twaalf maanden na afgifte van het kentekenbewijs ontstaat, wordt de waarde van het motorrijtuig vóór het ontstaan van de schade vastgesteld op de dan geldende nieuwwaarde. Wanneer een motorrijtuig op het moment van de schade nog geen 20.000 km heeft gereden en een ouderdom heeft van minder dan één jaar, zullen boven de nieuwwaarde eveneens de in de handel gebruikelijke afleveringskosten, met uitzondering van een tectylbehandeling, worden vergoed;
31.4.2 ontstaat de schade na het verstrijken van deze periode van twaalf maanden, dan wordt vanaf de dertiende maand de nieuwwaarde op het moment van de schade per maand verminderd met 1,5% over de eerste β¬ 12.500,- en met 2% over het meerdere. Gedeelten van een maand gelden als volle maand. Indien echter de waarde volgens de meest recente Bovag verkoop koerslijst, vermeerderd met 10 %, hoger uitkomt dan de afschrijvingsregeling, zal de hoogste van de twee worden aangehouden.
31.5 Indien verzekerde in geval van inbraak en/of diefstal van het verzekerde motorrijtuig, het afneembaar frontje van de meeverzekerde geluidsapparatuur aan verzekeraar overdraagt en indien de apparatuur niet ouder is dan 3 jaar op het moment van de inbraak, vergoedt verzekeraar de oorspronkelijke aanschafprijs of, indien deze lager is dan de oorspronkelijke aanschafprijs, de huidige nieuwprijs van de apparatuur. Het bezit, de waarde en de ouderdom van de geluids- apparatuur dient te worden aangetoond door middel van overlegging van de originele, gespecificeerde aanschafnota.
31.6 Vergoeding volgens occasionwaarde:
Deze regeling is uitsluitend van toepassing voor een occasion met een oorspronkelijke cataloguswaarde inclusief extra voorzieningen en accessoires tot maximaal β¬ 75.000,- inclusief B.T.W. die bij afgifte van het Nederlandse kenteken fabrieksnieuw was. De vaststelling van de waarde van de occasion vΓ³Γ³r de gebeurtenis geschiedt op de volgende wijze:
31.6.1 als na de afgifte van deel 2 van het kentekenbewijs niet meer dan 12 maanden zijn verstreken wordt de aanschafwaarde vergoed zonder dat daar een afschrijving op wordt toegepast;
31.6.2 Als na de datum van afgifte van deel 2 van het kentekenbewijs 12 maanden zijn verstreken wordt op de aanschafwaarde een afschrijving toegepast te rekenen vanaf een ouderdom van 12 maanden gerekend vanaf de afgifte van deel 2. Voor iedere daarna verstreken periode van een maand of een deel daarvan bedraagt de afschrijving 1,5 %;
31.6.3 De occasionwaarde regeling wordt niet meer toegepast voor schade die ontstaat na een periode van 36 maanden na de afgifte van deel 2 van het kentekenbewijs.
31.6.4 De occasionwaarde regeling is niet van toepassing als de verzekeringnemer niet kan aantonen dat herstel van reparabele schade ontstaan na de aanschaf van het verzekerde motorrijtuig daadwerkelijk heeft plaatsgevonden bij een erkende reparatie inrichting waar de schade is vastgesteld. Als de dagwaarde van het verzekerde motorrijtuig op de schade datum hoger is dan de waarde berekend volgens de occasionwaarde- regeling, geldt de dagwaarde als maatstaf voor de uitkering.
31.6.5 Indien de reparatiekosten meer bedragen dan tweederde van de aanschafwaarde minus afschrijving van het motorrijtuig, dan kan de verzekeringnemer aanspraak maken op vergoeding op basis van totaal verlies.
31.6.6 Bij schade moet desgewenst aan de maatschappij of haar deskundige de aankoopnota van een officiΓ«le merk(sub)dealer, een BOVAG-garage of een expertiserapport worden overgelegd. Als de verzekering nemer de aanschafwaarde niet deugdelijk kan aantonen is de occasionwaarde regeling niet van toepassing.
31.7 Vervangend vervoer na schade
Tijdens herstel na schade van het verzekerde motorrijtuig bij een door de Stichting Schadegarant erkend herstelbedrijf kan verzekerde, voor de periode van de technische reparatie, beschikken over een soortgelijk (doch maximaal middenklasse) vervangend standaard uitgevoerd motorrijtuig. Dit motorrijtuig wordt aan verzekerde ter beschikking gesteld door het herstelbedrijf. De brandstofkosten blijven voor rekening van verzekerde. Deze bepaling geldt niet voor:
- leaseautoβs, xxxxxxxβx en oldtimers;
- schade die uitsluitend bestaat uit ruitschade.
32 Aanmelden vermissing
Verzekeringnemer verklaart zich akkoord met het aanmelden door verzekeraar van de voertuiggegevens aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door verzekeraar kunnen worden ingeschakeld voor het terugvinden en terugbezorgen van het voertuig.
Verzekeringnemer kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het voertuig doorgeven aan het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit, via telefoonnummer 071 364 17 77 (24 uur per dag bereikbaar).
33 Uitsluitingen
De uitsluitingen genoemd in artikel 10 zijn van toepassing. Verder is van deze verzekering uitgesloten:
33.1 schade door slijtage of waardevermindering;
33.2 schade door bevriezing of andere geleidelijk inwerkende atmosferische invloeden tenzij als gevolg van één van de in artikel 29 genoemde gebeurtenissen;
33.3 schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder alcohol heeft genuttigd en het alcoholgehalte van zijn bloed meer bedraagt dan 0,5 milligram per milliliter bloed dan wel het alcoholgehalte van zijn adem meer bedraagt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of terwijl de bestuurder onder invloed verkeert van enig bedwelmend of opwekkend middel. Ook wanneer de bestuurder geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 7 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend. Verzekeraar zal geen beroep doen op deze uitsluiting indien de verzekeringnemer aantoont dat de daarin genoemde omstandigheden zich buiten zijn voorkennis en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem terzake van deze omstandigheden geen verwijt treft.
Bijzondere voorwaarden
Volledige cascodekking voor motorrijtuigen
Deze rubrieksvoorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op de polis wordt verwezen. De artikelen 29 tot en met 32 (Beperkte cascodekking voor motorrijtuigen) gelden eveneens voor de Volledige cascodekking voor motorrijtuigen.
Inhoudsopgave:
34 Omvang van de volledige cascodekking
35 Eigen risico
36 Uitsluitingen
34 Omvang van de volledige cascodekking
De omvang van de volledige cascodekking omvat die van de beperkte cascodekking. Daarnaast dekt deze verzekering het verlies van en de kosten van herstel van schade aan het motorrijtuig door:
34.1 botsing, vandalisme of enig ander van buitenkomend onheil;
34.2 omslaan, van de weg raken of in het water terechtkomen:
De onder 34.1 en 34.2 genoemde gebeurtenissen zijn eveneens gedekt indien deze het gevolg zijn van eigen gebrek, terwijl dan het eigen gebrek zelf eveneens gedekt is.
34.3 Tot een maximum van β¬ 1.000,- per gebeurtenis voor alle inzittenden tezamen vergoedt verzekeraar schade aan persoonlijke eigendommen in de privΓ©sfeer door een evenement als vermeld in de artikelen 29.1.1, 29.1.4, 29.1.8 t/m 29.1.10, 34.1 en
34.2 het verzekerde motorrijtuig overkomen, het één en ander voor zover niet elders verzekerd krachtens een verzekering, al dan niet van een oudere datum.
35 Eigen risico
In geval van volledige cascodekking wordt het geldende eigen risico, indien het totale schadebedrag dit eigen risicobedrag te boven gaat, niet in mindering gebracht op het vastgestelde schadebedrag mits naar het oordeel van Verzekeraar duidelijk is dat het uit te keren schadebedrag geheel kan worden verhaald.
Indien bij de behandeling van de schade blijkt dat de schadevergoeding niet, of niet volledig verhaald kan worden, is verzekeringnemer gehouden tot onmiddellijke restitutie van het uitgekeerde eigen risicobedrag.
36 Uitsluitingen
De uitsluitingen genoemd in artikel 10 zijn van toepassing. Verder is van deze verzekering uitgesloten:
36.1 schade door slijtage of waardevermindering;
36.2 schade door bevriezing of andere geleidelijk inwerkende atmosferische invloeden tenzij als gevolg van één van de in artikel 29 genoemde gebeurtenissen;
36.3 schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder alcohol heeft genuttigd en het alcoholgehalte van zijn bloed meer bedraagt dan 0,5 milligram per milliliter bloed dan wel het alcoholgehalte van zijn adem meer bedraagt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of terwijl de bestuurder onder invloed verkeert van enig bedwelmend of opwekkend middel. Ook wanneer de bestuurder geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 7 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend. Verzekeraar zal geen beroep doen op deze uitsluiting indien de verzekeringnemer aantoont dat de daarin genoemde omstandigheden zich buiten zijn voorkennis en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem terzake van deze omstandigheden geen verwijt treft.
Bijzondere voorwaarden Bonusbescherming
37 Inhoud artikel
Bonusbescherming, deze aanvulling is alleen van toepassing wanneer de Bonusbescherming expliciet op de polis als dekking wordt vermeld. De Bonus/malus tabel als vermeld in artikel 8.2 is dan niet van toepassing
38 Bonusbescherming
De Bonusbescherming biedt de verzekeringnemer de mogelijkheid eenmaal per verzekeringsjaar een schade, die gevolgen heeft voor de premiekorting, te claimen met behoud van de B/M-trede. In dit geval blijft het opgebouwde kortingspercentage gedurende het eerstvolgende verzekeringsjaar ongewijzigd. Overigens zal de schade wel van invloed zijn op het reeds opgebouwde aantal schadevrije jaren. Dit aantal schadevrije jaren wordt, bij beΓ«indiging van de verzekerings- overeenkomst, vermeld op de B/M-verklaring.
38 Bonus/Malus-tabel met Bonusbescherming | ||||||
Bonus/malus- trede | Kortings- percentage | Zonder schade naar trede | Met 1 schade naar trede | Met 2 schade naar trede | Met 3 schaden naar trede | Met 4 of meer schaden naar trede |
20 | 80 | 20 | 20 | 15 | 8 | 1 |
19 | 80 | 20 | 19 | 14 | 8 | 0 |
18 | 80 | 19 | 18 | 13 | 7 | 0 |
17 | 80 | 18 | 17 | 12 | 7 | 0 |
16 | 80 | 17 | 16 | 11 | 6 | 0 |
15 | 80 | 16 | 15 | 10 | 6 | 0 |
14 | 80 | 15 | 14 | 9 | 5 | 0 |
13 | 78 | 14 | 13 | 8 | 4 | 0 |
12 | 76 | 13 | 12 | 8 | 4 | 0 |
11 | 72 | 12 | 11 | 7 | 3 | 0 |
10 | 68 | 11 | 10 | 7 | 3 | 0 |
9 | 64 | 10 | 9 | 6 | 2 | 0 |
8 | 60 | 9 | 8 | 5 | 1 | 0 |
7 | 56 | 8 | 7 | 4 | 1 | 0 |
6 | 52 | 7 | 6 | 3 | 1 | 0 |
5 | 48 | 6 | 5 | 2 | 1 | 0 |
4 | 40 | 5 | 4 | 1 | 1 | 0 |
3 | 32 | 4 | 3 | 0 | 0 | 0 |
2 | 20 | 3 | 2 | 0 | 0 | 0 |
1 | 4 | 2 | 1 | 0 | 0 | 0 |
0 | 30+ | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijzondere voorwaarden
Ongevallen inzittendendekking
Deze rubrieksvoorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op de polis wordt verwezen.
Inhoudsopgave:
Begripsomschrijvingen
39 Omvang van de dekking bij overlijden
40 Omvang van de dekking bij blijvende invaliditeit
41 Cumulatieve schadevergoeding bij blijvende invaliditeit
42 Verplichtingen bij het maken van een aanspraak op schadevergoeding
43 Uitsluitingen
Begripsomschrijvingen
Inzittenden:
Alle inzittenden van het motorrijtuig met in begrip van de bestuurder die zich bevinden op een voor personenvervoer bestemde zitplaats dan wel in of uit het motorrijtuig stappen. Als inzittenden worden ook beschouwd zij die zich in de directe omgeving van het motorrijtuig op de openbare weg bevinden in verband met een gebeurtenis aan het motorrijtuig overkomen of tijdens het verrichten van een noodreparatie dan wel tijdens een oponthoud bij een tankstation brandstof bijvullen of ruiten schoonmaken, voorzover zij voordien in het motorrijtuig waren gezeten.
Ongeval:
Een plotseling, onverwacht, van buitenaf op het lichaam inwerkend geweld waaruit rechtstreeks medisch vast te stellen lichamelijk letsel of dood voortvloeit. Als ongeval wordt ook beschouwd:
verdrinking, verstikking, bliksemslag, acute vergiftiging door het binnen krijgen van gassen en dampen;
tyfus, paratyfus en ziekte van Weil als gevolg van in het water geraken;
verhongering, verdorsting en lichamelijke uitputting als gevolg van geΓ―soleerd raken;
wondinfectie, bloedvergiftiging en andere ziekten, ontstaan door binnendringen van ziekteverwekkers in een door een ongeval ontstaan letsel, mits aard en plaats van het letsel door een geneeskundige zijn vast te stellen;
lichamelijk functionele beperkingen als gevolg van een cervicaal acceleratie trauma (Whiplash).
Begunstigden:
De schadevergoeding krachtens deze dekking zal geschieden aan de verzekerde die het ongeval is overkomen of in het geval van overlijden aan zijn wettige erfgenamen.
Verzekerd bedrag:
De op de polis vermelde bedragen gelden per inzittende. Bevinden zich op het moment van het ongeval meer inzittenden inclusief de bestuurder in het motorrijtuig dan er verzekerde zitplaatsen zijn, dan worden de verzekerde bedragen per inzittende naar verhouding verlaagd.
Invaliditeit:
Onder invaliditeit wordt verstaan het geheel of gedeeltelijk verlies van enig deel of orgaan van het lichaam van verzekerde, dan wel het geheel of gedeeltelijk functieverlies van enig deel of orgaan van het lichaam van verzekerde.
39 Omvang van de dekking bij overlijden
Bij overlijden van een inzittende als enig en rechtstreeks gevolg van het ongeval, wordt het voor hem geldende verzekerde bedrag aan zijn wettige erfgenamen uitgekeerd. Een voorafgaande schadevergoeding wegens blijvende invaliditeit ten gevolge van hetzelfde ongeval wordt hierop in mindering gebracht. Voor een inzittende die ten tijde van het ongeval jonger is dan 18 jaar of ouder is dan 70 jaar bedraagt de schadevergoeding maximaal β¬ 2.500,-.
40 Omvang van de dekking bij blijvende invaliditeit
40.1 Bij blijvende invaliditeit van een inzittende als enig en rechtstreeks gevolg van het ongeval wordt, bij
algeheel verlies of functieverlies van de hierna genoemde lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens, de hieronder vermelde percentages van het verzekerd bedrag uitgekeerd:
beide benen of voeten | 100% |
beide armen of handen | 100% |
een been of voet of een arm en hand tezamen | 100% |
een arm | 75% |
een onderarm | 65% |
een hand | 60% |
een duim | 25% |
een wijsvinger | 15% |
ieder andere vinger | 10% |
vijf vingers tezamen | 60% |
een been | 70% |
een onderbeen | 65% |
een voet | 50% |
een grote teen | 10% |
iedere andere teen | 3% |
het gezichtsvermogen van beide ogen | 100% |
het gezichtsvermogen van een oog | 30% |
het gehoor van beide oren | 50% |
het gehoor van een oor | 20% |
het reukvermogen | 10% |
whiplash maximaal | 5% |
de smaak | 5% |
een nier of de milt | 10% |
een long | 30% |
40.2 Bij gedeeltelijk (functie)verlies van de onder artikel
40.1 genoemde lichaamsdelen of zintuiglijke vermogens een gedeelte van de daar genoemde percentages evenredig aan de mate van het verlies;
40.3 Voor de onder artikel 40.1 en 40.2 niet genoemde gevallen van blijvende invaliditeit een gedeelte van het verzekerde bedrag, evenredig aan de mate van blijvende invaliditeit;
40.4 De mate van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra van een onveranderlijke toestand kan worden gesproken, echter in ieder geval binnen twee jaar na de ongevaldatum. De hoogte van de schadevergoeding wordt bepaald volgens de op grond van medische rapporten verwachte definitieve graad van invaliditeit;
40.5 Indien een bestaande blijvende invaliditeit door een ongeval wordt verergerd dan wordt schadevergoeding verleend op grond van het verschil tussen de mate van blijvende invaliditeit vΓ³Γ³r en na het ongeval;
40.6 Verzekeraar keert voor blijvende invaliditeit als gevolg van een ongeval behoudens de uitbreiding onder artikel 40 niet meer uit dan 100% van het verzekerde bedrag;
40.7 Indien de inzittende vΓ³Γ³r de vaststelling van de invaliditeit als gevolg van het ongeval is overleden dan is verzekeraar geen schadevergoeding voor blijvende invaliditeit verschuldigd;
40.8 Indien reeds een schadevergoeding voor blijvende invaliditeit werd verstrekt, wordt deze op het voor overlijden uit te keren bedrag in mindering gebracht. Was de reeds gedane schadevergoeding hoger dan die waarop
aanspraak kan worden gemaakt dan vordert verzekeraar het verschil niet terug;
40.9 Indien de inzittende vΓ³Γ³r de vaststelling van de blijvende invaliditeit - anders dan door het ongeval
- is overleden dan blijft het recht op schadevergoeding bestaan. De hoogte van de schadevergoeding wordt bepaald volgens de, op grond van medische rapporten, verwachte definitieve graad van invaliditeit indien de verzekerde niet zou zijn overleden;
40.10 Indien binnen 1 jaar na de ongevaldatum nog geen blijvende invaliditeit is vastgesteld, vergoedt verzekeraar een rente van 6% over de schadevergoeding verminderd met eventuele voorschotschadevergoedingen. Deze rente gaat in op de 366ste dag na de ongevaldatum;
40.11 Indien een getroffen inzittende reeds voor het ongeval lijdende was aan kwalen, ziekten of gebreken wordt bij de vaststelling van de schadevergoeding uitsluitend rekening gehouden met de ongevalgevolgen die er geweest zouden zijn indien zodanige kwalen, ziekten of gebreken niet aanwezig zouden zijn geweest;
40.12 Voor een inzittende die ten tijde van het ongeval ouder is dan 70 jaar wordt maximaal 50% van het per inzittende verzekerde bedrag uitgekeerd;
40.13 Voor een inzittende die ten tijde van het ongeval niet van de wel aanwezige veiligheidsgordel heeft gebruikgemaakt, geldt een korting van 30% op de uitkering.
41 Cumulatieve schadevergoeding bij blijvende invaliditeit
41.1 Bij een blijvende invaliditeit tot en met 25% blijven de schadevergoedingspercentages ongewijzigd.
41.2 Bij een blijvende invaliditeit tot en met 50% wordt eerst het onder artikel 40.1 genoemde toegepast en daarna het deel dat de 25% overschrijdt, verdubbeld.
41.3 Bij een blijvende invaliditeit boven de 50% wordt eerst het onder artikel 40.1 en lid 40.2 genoemde toegepast en daarna het deel dat de 50% overschrijdt, verdrievoudigd.
42 Verplichtingen bij het maken van een aanspraak op schadevergoeding
Onverminderd de verplichtingen in artikel 7 is degene die aanspraak op een schadevergoeding maakt tevens verplicht ervoor te zorgen dat
42.1 in geval van overlijden van een inzittende aanstonds verzekeraar op de hoogte te stellen, althans zo tijdig dat verzekeraar voor de teraardebestelling of crematie een onderzoek kan instellen;
42.2 in geval van blijvende invaliditeit van een inzittende binnen drie maanden na de datum van het ongeval verzekeraar in kennis te stellen. Na verstrijken van deze termijn behoudt een inzittende het recht op schadevergoeding indien ten genoegen van verzekeraar wordt bewezen dat de
invaliditeit uitsluitend een gevolg van het ongeval is. Alle rechten op een schadevergoeding vervallen indien de kennisgeving van het ongeval en de daaruit voortvloeiende blijvende invaliditeit later dan vijf jaren na het ongeval plaatsvindt;
42.3 onverwijld geneeskundige hulp wordt ingeroepen en dat de door of namens de geneeskundige(n) gegeven voorschriften worden opgevolgd;
42.4 desgevraagd aan verzekeraar en aan de daartoe door haar aangewezen deskundige(n) alles mee te delen respectievelijk te laten meedelen hetgeen met het ongeval verband houdt, aan bedoelde geneeskundige(n) gelegenheid te geven respectievelijk te laten geven tot onderzoek ter plaatse en ten tijde als door deze wordt bepaald en alle verlangde bewijsstukken over te leggen.
43 Uitsluitingen
Onverminderd het bepaalde in artikel 10 bestaat geen recht op schadevergoeding voor een ongeval dat aan inzittenden is overkomen indien:
43.1 het motorrijtuig zonder toestemming van de verzekeringnemer werd gebruikt;
43.2 schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder alcohol heeft genuttigd en het alcoholgehalte van zijn bloed meer bedraagt dan 0,5 milligram per milliliter bloed dan wel het alcoholgehalte van zijn adem meer bedraagt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of terwijl de bestuurder onder invloed verkeert van enig bedwelmend of opwekkend middel. Ook wanneer de bestuurder geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 7 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend. Deze uitsluiting geldt niet voor een inzittende die aantoont dat de hierin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
Bijzondere voorwaarden
Schade inzittendendekking
Deze rubrieksvoorwaarden zijn uitsluitend van toepassing indien hiernaar op de polis wordt verwezen.
Inhoudsopgave:
Begripsomschrijvingen
44 Omvang van de dekking
45 Omvang van de schadevergoeding
46 Uitsluitingen
Begripsomschrijvingen
Inzittenden:
Alle inzittenden van het motorrijtuig met in begrip van de bestuurder die zich bevinden op een voor personenvervoer bestemde zitplaats dan wel in of uit het motorrijtuig stappen. Als inzittenden worden ook beschouwd zij die zich in de directe omgeving van het motorrijtuig op de openbare weg bevinden in verband met een gebeurtenis aan het motorrijtuig overkomen of tijdens het verrichten van een noodreparatie dan wel tijdens een oponthoud bij een tankstation brandstof bijvullen of ruiten schoonmaken, voorzover zij voordien in het motorrijtuig waren gezeten.
Schade:
Onder schade wordt verstaan:
Schade ten gevolge van letsel of benadeling van de gezondheid van inzittenden, al dan niet de dood ten gevolge hebbend;
Schade ten gevolge van beschadiging of vernietiging van zaken die behoren tot de particuliere huishouding van inzittenden, met uitzondering van schade aan motorrijtuigen.
Ongeval:
Een plotseling, onverwacht, van buitenaf op het lichaam inwerkend geweld waaruit rechtstreeks medisch vast te stellen lichamelijk letsel of dood voortvloeit.
Verkeersongeval:
Onder een verkeersongeval wordt verstaan een botsing, aan- of overrijden waarbij het motorrijtuig is betrokken.
44 Omvang van de dekking
Tot het verzekerde bedrag dekt de verzekering schade van inzittenden door (verkeers-)ongevallen.
45 Omvang van de schadevergoeding
45.1 Wordt een inzittende gedood of gewond, dan zal bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding en van de rechthebbenden op vergoeding, het bepaalde in de artikelen 6:107 en 6:108 BW dienovereenkomstig van kracht zijn.
45.2 Indien een inzittende burgerrechtelijk aansprakelijk is voor de onder deze dekking verzekerde schade, zal de betaling geschieden krachtens de dekking aansprakelijkheid motorrijtuigen.
45.3 Op deze dekking kan geen beroep worden gedaan door anderen dan de rechtstreeks bij het schadegeval betrokken benadeelde natuurlijke personen of hun nagelaten betrekkingen.
45.4 Geen aanspraak op vergoeding bestaat voorzover de inzittende recht heeft op vergoeding krachtens een andere verzekering, al dan niet van oudere datum, of op schadevergoedingen of verstrekkingen uit andere hoofde.
45.5 Het niet dragen van in het motorrijtuig aanwezige autogordels kan eigen schuld aan de schade opleveren. Deze eigen schuld zal naar de maatstaven van het burgerlijk recht bij de vaststelling van de schade worden toegerekend.
45.6 Indien het totale bedrag van de door de inzittenden c.q. hun rechtverkrijgenden geleden schade hoger is dan het verzekerd bedrag, wordt dit bedrag naar evenredigheid van de door ieder van hen geleden schade uitgekeerd.
46 Uitsluitingen
De uitsluitingen genoemd in artikel 10 zijn van overeenkomstige toepassing. Daarnaast is uitgesloten de schade ontstaan door:
46.1 schade die is veroorzaakt terwijl de bestuurder alcohol heeft genuttigd en het alcoholgehalte van zijn bloed meer bedraagt dan 0,5 milligram per milliliter bloed dan wel het alcoholgehalte van zijn adem meer bedraagt dan 220 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht of terwijl de bestuurder onder invloed verkeert van enig bedwelmend of opwekkend middel. Ook wanneer de bestuurder geweigerd heeft zijn medewerking te verlenen aan een ademanalyse, een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in artikel 7 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik, wordt geen schadevergoeding verleend. Deze uitsluiting geldt niet voor een inzittende die aantoont dat de hierin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.