Algemene voorwaarden
Bijlage bij Aansluitingscontract Elektriciteit – Hoogspanning (1 kV < Un ≤ 36 kV)
Algemene voorwaarden
betreffende de Aansluitingen op het Elektriciteitsdistributienet Hoogspanning
Artikel 1 Toepassingsgebied en inhoud
Artikel 2 Terminologie
Artikel 3 Contractuele relatie DNB-DNG: doorwerking ten aanzien van derden Artikel 4 Eigendomsbepaling van de Aansluiting
Artikel 5 Beheer van de Aansluiting
5.2.1. Voldoen aan toepasselijke voorschriften
5.2.2. Voorkomen van schade
5.2.3. Verlenen van toegang aan de DNB
5.2.4. Onderhoud en vervanging van componenten van de Aansluiting die eigendom zijn van de DNG
5.2.5. Geen beïnvloeding van communicatie-apparatuur
5.2.6. Aanwezigheid van een toegangshouder
Artikel 6 Wijzigingen aan de Aansluiting of binneninstallatie met impact op het Distributienet Artikel 7 Keuze Toegangsvermogen
Artikel 7 Aansturing door Externe Signalen in het kader van Commerciële Flexibiliteit Artikel 8 Bepalingen met betrekking tot de kwaliteit van de spanning
8.1.1. Algemeen
8.1.2. Naleven van emissielimieten
8.1.3. Voorkomen van stroompieken
8.1.4. Voorkomen van beïnvloeding van de communicatiesignalen van de DNB (CAB – Centrale Afstandsbediening)
8.2.1. Op initiatief van de DNB
8.2.2. Op vraag van de DNG
Artikel 9 Onvoorziene omstandigheden
Artikel 10 Melding van Publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen Artikel 11 Algemene regeling inzake aansprakelijkheid van de DNB
11.2.1. Foutaansprakelijkheid
a) Lichamelijke schade en / of overlijden
b) Rechtstreekse materiële schade – forfaitaire berekening – exoneratie onderbreking < 1 uur
c) Andere schade - exoneratie
11.2.2. Decretale ongemakkenvergoedingsregeling
11.2.3. Gemeenschappelijke bepalingen
a) Ongemakkenvergoeding geen erkenning fout
b) Plafond vergoedingen
c) Exoneratie bij aansluitingen op Antennenet
11.3.1. Foutaansprakelijkheid
a) Lichamelijke schade en overlijden
b) Rechtstreekse materiële schade
c) Plafond
d) Andere schade - exoneratie
11.3.2. Decretale ongemakkenvergoedingsregeling
11.5.1. Schadevergoeding
11.5.2. Decretale ongemakkenvergoedingsregeling
11.7.1. Overmacht
11.7.2. gevallen van noodsituatie
Artikel 12 Overdracht en faillissement
Artikel 13 Betalingsmodaliteiten
Artikel 14 Inbreuken
Artikel 15 Geschillen en bevoegdheid Artikel 16 Slotbepalingen
Artikel 1 Toepassingsgebied en inhoud
Het Aansluitingscontract bepaalt de rechten en verplichtingen tussen de Partijen inzake de Aansluiting op het Hoogspanningsdi stributienet (1 kV < Un ≤ 36 kV) voor Afname en / of Injectie van elektriciteit.
Onderhavige bijlage omvat de algemene voorwaarden van het Aansluitingscontract. Deze zijn integraal van toepassing met betrekking tot de in het A ansluitingscontract genoemde Aansluiting, behoudens bijzondere afwijkingen en onverminderd de eventuele bijkomende afspraken, zoals opgenomen in het door de Partijen ondertekende contract of in enige andere bijlage daarbij.
Het Aansluitingscontract wordt afgesloten ingevolge de bepalingen van het TRDE.
Deze algemene voorwaarden zijn niet van toepassing ten aanzien van consumenten (waarbij “consument” gedefinieerd is in het Wetboek van economisch recht). In het geval dat een consument over een Aansluiting op het Hoogspanningsdistributienet zou beschikken wordt een specifiek Aansluitin gscontract afgesloten.
Met opmerkingen [CF1]: Toevoeging om de DNG er op te wijzen dat hij moet voorzien in een technische bijstand als hij meent dat deze algemene voorwaarden voor hem te complex en onduidelijk zouden zijn.
De DNG zal zich in de mate nodig laten bijstaan door een technisch raadgever teneinde het Aansluitingscontract en onderhavige voorwaarden na te | leven | . |
Artikel 2 Terminologie |
Terminologie uit relevante wetgeving en voorschriften
Tenzij anders bepaald in de aanvullende terminologie hebben de in het Aansluitingscontract gebruikte termen en begrippen, aangeduid met een hoofdletter, de betekenis zoals gedefinieerd in:
• het Vlaams decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid inclusief alle latere wijzigingen (Energiedecreet);
• het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 november 2010 houdende algemene bepalingen over het energiebeleid inclusief alle l atere wijzigingen (Energiebesluit);
• bijlage 1 van het Technisch Reglement Distributie Elektriciteit (TRDE) zoals vastgesteld en gepubliceerd door de Vlaamse regulator voor de Elektriciteits - en Gasmarkt, de “VREG”;
• het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties) en uit de bijhorende uitvoeringsbesluiten;
• de Synergrid Voorschriften (de federatie van Elektriciteits- en Gasnetbeheerders in België) gepubliceerd op de website van Synergrid (xxx.xxxxxxxxx.xx);
Met opmerkingen [PK2]:
De terminologie van het TRDE is niet (meer) opgenomen in bijlage 1
Aanvullende terminologie
Distributiecabine: In een distributiecabine wordt de hoogspanning getransformeerd naar laagspanning en verder verdeeld naar het laagspanningsdistributienet
. Het vrijwillig aanbieden van
derde partijvia een andere partij zoals de netbeheerder
Algemene Voorwaarden: deze algemene | voorwaarden | . |
Antennenet: Een structuur van het dDistributienet, pPlaatselijk vVervoernet van elektriciteit en transmissienet, waarbij slecht s één elektrische voedingsweg bestaat tussen de aangesloten netgebruiker(s) en het stroomopwaarts gelegen deel van het Distributienet, Transmissienet of Plaatselijk Vvervoernet van elektriciteit. |
Verder wordt onder de termen en begrippen opgenomen in het Aansluitingscontract en haar bijlagen verstaan:
Commerciële Marktgebaseerde flexibiliteit: expliciete flexibiliteit die vrijwillig wordt aangeboden waarbij de prijs van de aangeboden flexibiliteit tot stand komt via marktwerking. Deze marktwerking kan gefaciliteerd worden via een platform of een
flexibiliteit kan eventueel ook via bilaterale afspraken tussen twee of meerdere partijen. flexibiliteit, al dan niet via een derde partij, waarbij de deelname vrijwillig is en gebeurt in een georganiseerde energiemarkt met een vrije, commerciële prijs.
DNB: Distributienetbeheerder, conform de definitie opgenomen in het Energiedecreet.
DNG: Distributienetgebruiker, voor elektriciteit is dit dan de Elektriciteitsdistributienetgebruiker conform de definitie opgenomen in het TRDE;
Eigenaar: Xxxx persoon die beschikt over een recht van eigendom, opstal of elk ander zakelijk recht op een Vastgoed dat over een Aanslu iting beschikt of op de installatie waarop de Aansluiting betrekking heeft.
ENTSO-E netwerk codes: De door de Europese Commissie goedgekeurde en gepubliceerde netwerkcodes die zijn opgesteld in uitvoering van artikel 6 van de Verordening nr. 714/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang tot h et net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1228/2003.
Met opmerkingen [CF3]: Definitie toegevoegd om duidelijk te stellen dat het over de onderhavige algemene voorwaarden gaat
Met opmerkingen [CF4]: De netbeheerder is geen derde t.a.v. dit contract
Met opmerkingen [PK5]:
Marktgebaseerde flexibiliteit is het courante begrip
Met opmerkingen [PK6]:
Definitie toegevoegd om het onderscheid te maken met een klantencabine
Extern Signaal: Een activatiesignaal of een dynamisch prijssignaal met als doel Flexibiliteit in het elektriciteitssysteem te veroorzaken
Flexibiliteit: De wijziging van het profiel van productie, injectie, verbruik of afname van energie in reactie op een Extern signaal of lokaal gemeten grootheid – al dan niet via een derde partij - teneinde ofwel een dienst in het energiesysteem te verlenen ofwel een financieel voordeel te verk rijgen.
HS: Hoogspanning, een nominaal spanningsniveau van meer dan 1000 volt conform de definitie opgenomen in het TRDE;
Hoogspanningsdistributienet (HS-net): Het Elektriciteitsdistributienet op een spanning van 1 kV < Un <= 36 KV.
Inplantingsplan van de Aansluiting: Grondplan met aanduiding van de afmeting van de cabine of het hoogspanningslokaal, en de afstanden van de cabine tot aan de rooilijn en de perceelgrenzen.
Klantencabine: Cabine waar het net van de DNB wordt verbonden met de installaties van de DNG.
LS: laagspanning, een nominaal spanningsniveau van 1000 volt of lagerconform de definitie opgenomen in het TRDE;
Laagspanningsdistributienet (LS-net): Het Elektriciteitsdistributienet op een spanning van Un < 1 kV.
Normale netuitbatingsomstandigheden of “N” of “N-toestand”: De netuitbatingssituatie waarbij er geen enkele onbeschikbaarheid is van:
• een element van het dDistributienet van de DNBDistributienetbeheerder, enof van
• een element van het gekoppeld hoger liggend net, enof van
• een installatie bij een netgebruiker die functioneel deel uitmaakt van het Distributienet
dat die zich bevindten op de elektrische voedingsweg tussen de netgebruiker en het hoger liggende vermaasde net; en waarbij er verder geen toestand van noodsituatie of overmacht van toepassing is.
“N-1” of “N-1 toestand”: Elke toestand van het Distributienet of gekoppeld net waarbij één element van één van deze netten (zie verdere toelichting hieronder) onbeschikbaar is, en waarbij de DNB of de beheerder van het gekoppeld net de nodige maatregelen heeft genomen om de netgebrui kers opnieuw te voorzien van
Met opmerkingen [PK7]:
Geschrapt omdat deze definities nu in het TRDE zijn opgenomen
Met opmerkingen [VNN8]: Geschrapt omdat Hoogspanning is gedefinieerd in Artikel 1.1.3 van het Energiedecreet
Met opmerkingen [PK9]:
Geschrapt omdat Laagspanning is gedefinieerd in Artikel 1.1.3 van het Energiedecreet
Met opmerkingen [CF10]: De voorwaarden zijn niet cumulatief
spanning en tevens de operationele veiligheid van het net te handhaven. Deze maatregelen betreffen meestal onder meer, maar niet hiertoe beperkt, een verschakeling waardoor de netconfiguratie tijdelijk wordt aangepast totdat het onbeschikbaar element terug beschikbaar is.
Deze onbeschikbaarheid kan het gevolg zijn van een gepland werk aan het elektriciteitsnet, of van een incident.
Tot de elementen van het distributienet of gekoppeld net, waarvan de onbeschikbaarheid kan leiden tot een N -1 toestand, behoren:
• een distributienetkabel of aansluitingskabel, of een kabelverbinding;
• een transformator HS/LS of HS/HS;
• een element uit het telecommunicatienetwerk waarvan de DNB gebruik maakt;
• de uitrustingen voor telebediening, telemeting of telesignalisatie;
• een beveiligingsapparaat.
dat zich bevindt op een mogelijke elektrische voedingsweg tussen de DNG en het hoger liggende Transmissienet of Plaatselijk vervoernetvermaasde transmissienet.
Opgegeven Voedingsspanning Uc: De Opgegeven Voedingsspanning Uc is, conform de definitie in de norm EN 50160, over het algemeen gelijk aan de Nominale spanning Un van het distributienet. Indien er een akkoord bestaat tussen de DNB en de DNG, waardoor op het contractueel Toega ngspunt een Voedingsspanning wordt geleverd die afwijkt van de Nominale spanning, dan komt die geleverde spanning overeen met de Opgegeven Voedingsspanning Uc.
Partij: Distributienetgebruiker of Distributienetbeheerder
Partijen: Distributienetgebruiker en Distributienetbeheerder
Redundante netconfiguratie: Een structuur van het Hoogspanningsdistributienet en het gekoppelde Distributienet, Transmissienet of Plaatselijk vervoernet, waarbij er kan geschakeld worden tussen minstens twee mogelijke en volledig verschillende elektrische voedingswegen die de aangesloten Klantencabines of distributiecabines me t het stroomopwaarts gelegen vermaasde Ttransmissienet verbinden.
Met opmerkingen [PK11]:
Ook het plaatselijk vervoernet kan zich bevinden in de voedingsweg
Synergrid Voorschriften: Technische voorschriften met betrekking tot elektriciteit, zoals raadpleegbaar op de website van Synergrid ( xxx.xxxxxxxxx.xx).
Tarief: De door de DNB gepubliceerde en door de bevoegde regulator goedgekeurde tarieven conform de tariefstructuur vastgelegd door de bevoegde regulator. Bij het ontbreken van een of meerdere van voorgaande eisen, betreft dit het voorlopig Tarief zoals vastgesteld door de DNB.
Vastgoed: Onroerend goed dat zowel het perceel zelf als enige constructie of installatie op het percee l waarop een elektriciteitsinstallatie is gelegen omvat, waaronder, maar niet uitsluitend beperkt tot, gebouwen of delen van het gebouw.
Voedingsspanning: De effectieve waarde van de spanning op een Toegangspunt, gemeten over een gegeven tijdsinterval.
Artikel 3 Contractuele relatie DNB-DNG: doorwerking ten aanzien van derden
De DNG heeft als enige een contractuele relatie met de DNB voor wat de Aansluiting betreft. De Partijen leggen als enige verantwoording af ten aanzien van elkaar voor de naleving van alle contractuele en wettelijke rechten en plichten voor alle (rechts-)personen die gebruik maken van de Aansluiting.
De DNG verbindt er zich toe om de bepalingen van de onderhavige overeenkomst te laten doorwerken in zijn verhoudingen met de hierna vermelde derden:
• alle netgebruikers die gebruik maken van de Aansluiting (zoals geïdentificeerd in het artikel “identificatie van de Aansluiti ng” terug te vinden in het eigenlijke Aansluitingscontract waarvan deze aAlgemene vVoorwaarden een bijlage zijn) of van elektrische installaties die, in voorkomend geval en mits voldaan aan de specifieke wettelijke en procedurele bepalingen, via privékabels verbonden zijn met d e Aansluiting;
• alle Eigenaars die beschikken over een recht van eigendom, opstal of elk ander zakelijk recht op een Vastgoed dat beschikt ov er de Aansluiting.
Het onderhavige Aansluitingscontract schept op geen enkele wijze een beding ten behoeve van één van de hoger vermelde derden.
Met opmerkingen [CF12]: Verduidelijking
Artikel 4 Eigendomsbepaling van de Aansluiting
Het Synergrid Voorschrift C1/117 geeft de verdeling weer tussen DNB en DNG met betrekking tot de eigendom, onderhoud en explo itatie van de verschillende componenten van de Aansluiting. Indien nodig kunnen specifieke nadere bepalingen in het Aansluitingscontract worden gespecifieerd.
Ook voor Aansluitingen die dateren van voor de inwerkingtreding van de C1/117, geldt de C1/117 als referentie tenzij er al ee n andersluidende overeenkomst bestaat tussen DNB en DNG.
Het verstrijken van dit De beëindiging van het Aansluitingscontract wijzigt in geen enkel opzicht de eigendomsrechten van de Aansluiting, noch de bijhorende rechten en verplichtingen.
Artikel 5 Beheer van de Aansluiting
Beheer van de Aansluiting, en gebruik van functionele delen, door de DNB
De DNB staat in voor de exploitatie, het onderhoud en de ontwikkeling van het dDistributienet, inclusief de Aansluiting conform de Vlaamse energiewetgeving, zijnde het Vlaams Energiedecreet van 8 mei 2009, haar uitvoeringsbesluiten en in het bijzonder het TRDE.
Indien de Aansluiting ingelust is op het Hoogspanningsdistributienet van de DNB, maken de in- en uitcellen van de Aansluiting functioneel deel uit van het Distributienet. De DNB heeft het recht deze installaties kosteloos te gebruiken voor de doorvoer van stroom binnen het Distributien et. De Klantencabine met daarin de componenten die eigendom zijn van de DNB of door de DNB geëxploiteerd of onderhouden worden conform het van toepassing zijnde typeschema van de Aansluiting zoals bedoeld in het Synergrid Voorschrift C1/117, maakt in elk geval een functioneel deel uit van het Distributienet. De DNB kan de manier van uitbating of het gebruik van de componenten die functioneel deel uitmaken van het Distributienet wijzigen of uitbreiden, in het kader van wijzigende omstandigheden in he t Distributienet (bijvoorbeeld naar aanleiding van een uitbreiding van het Distributienet, waarbij de DNB een nieuwe distributienetkabel aanlegt die vertrekt vanaf een vert rekcel in de Klantencabine).
Verplichtingen van de DNG
Deze verplichtingen in hoofde van de DNG strekken ertoe de DNB in staat te stellen de Aansluiting goed te beheren.
5.2.1. Voldoen aan toepasselijke voorschriften
De DNG zorgt ervoor dat de installatie, de gebruikte materialen en beveiligingen van de Aansluiting, die eigendom zijn van de DNG of door de DNG onderhouden worden, blijven voldoen aan de relevante bepalingen uit de toepasselijke wetgeving, en uit volgende voorschriften:
• de Synergrid Voorschriften C2/112 tot en met C2/120, en
• de andere Synergrid voorschriften die in deze Synergrid Voorschriften verder vermeld worden, en
• de “Aanvullende voorschriften aan het Synergrid Vvoorschrift lastenbo Synergrid C2/112” van de DNB die te raadplegen zijn op de website van de DNB.
5.2.2. Voorkomen van schade
De DNG ziet toe op de goede werking en de goede staat van zijn installaties (inclusief het deel van de Aansluiting dat zijn e igendom is, of waarover hij de effectieve controle of het gebruik heeft).
De DNG moet de nodige voorzorgen nemen om schade aan de Aansluiting te voorkomen.
De installaties van de DNG mogen bij de DNB of bij derden geen risico’s of schade van welke aard dan ook veroorzaken, en in geval van het veroorzaken vandien deze installaties storingen veroorzaken, dan moeten deze binnen de in het TRDE en / of de Synergrid- Vvoorschriften vastgelegde marges vallen.
Met opmerkingen [CF13]: Geschrapt want artikel
2.2.88 van TRDE zegt dat de kennisgeving ‘onmiddellijk’ moet gemeld worden.
De DNG meldt onmiddellijk beschadigingen, afwijkingen of niet-conformiteiten op wettelijke, technische, contractuele of reglementaire voorschriften van de Aansluiting in overeenstemming met TRDE. De DNB is niet aansprakelijk voor iedere schade die het gevolg is van beschadigingen, afwijkingen of niet -conformiteiten op wettelijke, technische, contractuele of reglementaire voorschriften van de Aansluiting, die door de DNG niet of slechts laattijdig ter ke nnis gebracht werden aan de DNB volgens de verplichtingen van de DNG zoals opgenomen in het TRDE. De kennisgeving wordt geacht laattijdig te zijn wanneer deze niet gebeurde binnen de termijnen die door de DNB worden bepaald in de documenten betreffende de Aansluiting en, bij gebreke daaraan, indien deze niet gebeurde binnen een rede lijke termijn nadat de DNG zelf kennis genomen heeft van deze beschadiging, afwijking of niet-conformiteit.
5.2.3. Verlenen van toegang aan de DNB
De DNG garandeert op ieder ogenblik de toegankelijkheid tot de installaties van de DNG, conform de verplichtingen die daartoe op de DNG rusten ingevolge het TRDE.
De DNB is niet aansprakelijk voor iedere een beschadiging van de Aansluiting die veroorzaakt is op een ogenblik waarop hij geen toegang had of kon hebben tot de Aansluiting of wanneer de DNG de verplichtingen inzake toegankelijkheid van zijn install aties en de Aansluiting (inclusief de Meetinrichting), zoals opgenomen in het TRDE, niet naleeft.
Indien de veiligheidsvoorschriften van de DNG bijkomende investeringskosten met oog op de toegankelijkheid van diens Installa ties en de Aansluiting (inclusief de Meetinrichting) veroorzaken, worden deze gedragen door de DNG.
5.2.4. Onderhoud en vervanging van componenten van de Aansluiting die eigendom zijn van de DNG
Als beheerder van de Aansluiting kan de DNB de DNG gelasten met het onderhoud, herstel of vervangin g van defecte of niet goed functionerende componenten van de Aansluiting waarvan de DNG Eigenaar is of waarvoor het onderhoud is toegewezen aan de DNG conform Synergrid Voorschrift C1/117. Dit is onder meer het geval voor de stroommeettransformatoren en spanningsmeettransformatoren die deel uitmaken van de Meetinrichting en, conform Synergrid Voorschrift C1/117, eigendom zijn van de DNG. In afwijking van het voorgaande kan, voor meetinrichtingen in open of metaalomsloten uitrustingen, die dateren van vo or 1 juni 2006, de DNB op aanvraag zelf het onderhoud, herstelling en vervanging van de stroom- en spanningsmeettransformatoren uitvoeren.
De DNB en DNG maken vooraf de nodige afspraken om de werken veilig en gecoördineerd te kunnen uitvoeren.
5.2.5. Geen beïnvloeding van communicatie-apparatuur
De DNG zal op geen enkele wijze de communicatie met en van de Meetinrichting nadelig beïnvloeden of onderbreken. De DNG waakt erover dat zijn installatie geen verstoring veroorzaakt van de goede werking van de signalen die de DNB gebruikt voor zijn communicatie (zie verdere bepalingen hierover in Artikel 9.1.49.1.48.1.4, specifiek voor CAB).
De DNG draagt er zorg voor dat de communicatieopstelling door zijn toedoen niet beschadigd of onklaar geraakt.
De DNG erkent het recht van de DNB om het voor de DNB meest optimale communicatiemedium, nodig om de data voor het uitvoeren van zijn taak als Netbeheerder te verwerven (uit te wisselen), te installeren en uit te baten bij de DNG.
De bijkomende kosten verbonden aan de keuze van alternatieve communicatiekanalen op voorstel van de DNG of naar aanleiding va n technische omstandigheden bij de DNG die het gebruik van het door de DNB voorgestelde communicatiekanaal onmogelijk maken, zijn ten laste van de DNG.
5.2.6. Aanwezigheid van een toegangshouder
Naast de verplichtingen met betrekking tot de fysische Aansluiting is er conform het TRDE ook een administrat ieve verplichting die moet worden ingevuld alvorens tot de effectieve indienstname overgegaan kan worden of om de toegang tot het net te behouden. Wat de administratieve verplichting b etreft moet de DNG, voor elk Toegangspunt horende bij de Aansluiting, beschikken over de nodige contracten met de Toegangshouders. Deze Toegangshouders staan op hun beurt in voor het verkrijgen van toegang tot het Distributienet via het toegangscontract met de DNB.
Voor elke contractuele relatie (afname, injectie) tussen DNG en Toegangshouder, moet de Toegangshouder beschikken over de nodige contracten met de DNB enerzijds en de evenwichtsverantwoordelijke anderzijds, om de toegang tot, en het evenwicht op het net te vrijwaren.
De Toegangshouder meldt zich hiervoor aan bij de DNB voor het Toegangspunt in kwestie. Indien op een Toegangspunt op het Distributienet geen Toegangshouder geregistreerd is in het Toegangsregister heeft de DNB het recht de Aansluiting buiten dienst te stellen, na voorafgaande schr iftelijke verwittiging en motivatie van de DNG en rekening houdend met de geldende wettelijke bepalingen, en ongeacht het feit of er nog andere Toegangspunten horen bij de Aansluiting.
De DNB is gerechtigd het verbruik en alle kosten en schade die verband houden met het gebr uik van het Toegangspunt zonder te beschikken over de benodigde geldige contracten, aan te rekenen aan de DNG.
Buitendienststelling en wWegname van een ongebruikte aansluiting
DNB ten onrechte buiten dienst werd gesteld . Ingeval van een buitendienststelling, blijft de DNG steeds verantwoordelijk voor het deel van de aansluitingsinstallaties
De kosten voor een buitendienststelling of herindienststelling van een Aansluiting vallen ten laste van de DNG behoudens in g eval de aansluiting door een fout van de
waarvan hij de eigenaar is.
Conform het TRDE heeft de DNB het recht om een Aansluiting weg te nemen of af te koppelen indien hij vaststelt dat deze meer dan een jaar ongebruikt is, en na overleg met de DNG. De DNB kan ook vroeger tot deze wegname overgaan indien hij motiveert dat de ongebruikte Aansluiting een risico v ormt voor de veiligheid of voor de goede werking van het Distributienet.
Indien de DNG deze wegname wil vermijden, moet hij in het voorafgaand overleg met de DNB motiveren dat hij in de toekomst de Aansluiting opnieuw zal gebruiken, en inmiddels zijn verplichtingen tegenover de DNB zal blijven naleven. Dit betreft zowel de financiële verplichtingen als de and ere verplichtingen met betrekking tot het beheer van de Aansluiting zoals hierboven beschreven.
De kosten voor de wegname van de Aansluiting worden aangerekend aan de DNG.
Met opmerkingen [PK14]:
Deze passage is inhoudelijk niet gewijzigd. Dit stuk tekst werd geschrapt uit artikel 13 en ingevoegd in dit artikel omdat dit hier beter thuis hoort.
Artikel 6 Wijzigingen aan de Aansluiting of binneninstallatie met impact op het Distributienet
De DNG doet een aanvraag bij de DNB indien hij wijzigingen wenst uit te voeren aan de Aansluiting of aan zijn installaties, d ie een niet-verwaarloosbare invloed kunnen hebben op de Aansluiting of het distributienet, namelijk:
• een wijziging van het Aansluitingsvermogen voor afname of injectie;
• het plaatsen of aanpassen van lokale productie-installaties of systemen voor energieopslag (conform het Synergrid Voorschrift C10/11 volstaat het dat een productie-installatie < 10kVA gemeld wordt in plaats van aangevraagd);
• het plaatsen of aanpassen van transformatoren en speciale toepassingen (aanloop zware motoren, gelijkrichters, frequentiestur ingen, lastoepassingen);
• het plaatsen of aanpassen van noodgroepen, onafhankelijk of deze kortstondig netgek oppeld of in eilandbedrijf werken;
• de aanleg van leidingen of kabels die de eigen site overschrijden of de openbare weg betreden, zoals bijvoorbeeld directe lij nen.
De DNG kan deze aanvraag aan de DNB uitbesteden aan een andere partij, indien deze door de DNG gemandateerd is.
De DNB zal de ontvangst van deze aanvraag bevestigen aan de DNG of zijn gemandateerde, en meedelen of de aangevraagde wijzigi ng al dan niet aanleiding geeft tot:
• een bijkomende netstudie om de impact op het distributienet te kunnen bepalen, waarbij de DNB de modaliteiten meedeelt voor de uitvoering van de studie, gevolgd door de eventuele modaliteiten voor de uitvoering van wijzigingen aan het Distributienet en/of de Aansluiting indien hij uit de studie kan motiveren dat deze nodig zijn voor de handhaving van de operationele veiligheid; of
• het opleggen, conform het TRDE, van een wijziging van het Aansluitingscontract. Conform het TRDE is dit in elk geval van toep assing bij de plaatsing van lokale productie-installaties of wijziging van het Aansluitingsvermogen.
In elk geval kan de DNG pas overgaan tot de uitvoering van de aangevraagde wijzigingen na toelating van de DNB. De DNB kan deze toelating weigeren:
• indien de aangevraagde wijziging de algemene veiligheid, de operationele veiligheid of het efficiënt gebruik van de beschikbare infrastructuur in het gedrang zou brengen; of
• indien de DNG in gebreke blijft bij de naleving van de wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen ten aanzien v an de Aansluiting; of
• indien de aangevraagde wijziging een uitbouw van het Elektriciteitsdistributienet vereist die technisch - economisch niet verantwoord is.
Indien de aangevraagde wijziging bovendien ook de toelating door derden vereist, staat de DNG zelf in voor het bekomen van de nodige toelatingen, tenzij de DNB en de DNG specifieke andersluidende afspraken hebben gemaakt.
Artikel 7 Keuze toegangsvermogen
7.1.1. Algemeen
De in het toegangsregister geregistreerde DNG of diens gemandateerde (cfr. 7.1.3) kan het gewenste toegangsvermogen vastleggen en wijzigen via het webportaal “My Fluvius” dat door de DNB ter beschikking gesteld wordt .
Een wijziging van het toegangsvermogen is onderhevig aan de voorwaarden zoals bepaald in het Technisch ReglementTRDE.
In elk geval kan het toegangsvermogen nooit meer bedragen dan het aansluitingsvermogen.
Indien de DNG nalaat om een toegangsvermogen vast te leggen, wordt een ‘default’ waarde toegekend conform het Technisch ReglementTRDE.
7.1.2. Actieve levering en gebruik webportaal
Elke DNG of zijn gemandateerde kan uitsluitend via het webportaal “My Fluvius” een toegangsvermogen kiezen voor de maand volgend op de actuele actieve leveringsmaand op een toegangspunt. Eens de leveringsmaand begint wordt de op dat moment “laatste” keuze (of een default keuze conform het technisch reglementTRDE indien geen toegangsvermogen werd gekozen) genomen als waarde voor het toegangsvermogen van de leveringsmaand in kwestie. Een keuze op een moment voorafgaand aan de eerste leveringsmaand (voor de start van toegang/levering of bij onderbreking van toegang/levering) moet overgemaakt worden via het aansluitingscontract/ standaard (web)formulier ondertekend door de DNG. Het webportaal is niet toegankelijk als er geen actieve toegang/levering is op het toegangspunt.
7.1.3. Wie kan een keuze maken - Identificatie van de DNG
De DNG is de houder van het leveringscontract. Elke natuurlijke persoon die de rechtspersoon mag vertegenwoordigen zoals door Xxxxxxx gekend door de notie “functiehouders” die in de kruispuntbank ondernemingen gekend is, kan een keuze maken. Xxxxxxx is niet verantwoordelijk voor de financiële en andere gevolgen van een laattijdige, foutieve of aangepaste keuze door één of meerdere “functiehouders” die optreden voor de rechtspersoon.
7.1.4. Verandering van DNG
Indien op een bestaand toegangspunt de DNG verandert, moet de nieuwe DNG het aansluitingscontract/(web)formulier vermeld in 7.1.2 gebruiken om het toegangsvermogen te kiezen.
Zolang de distributienetgebruiker DNG geen (nieuw) leveringscontract afsluit, is geen keuze van een toegangsvermogen via het webportaal “My Fluvius” mogelijk.
De eerste keuze van een toegangsvermogen via het aansluitingscontract, (web)formulierzal aanzien worden als een “initiële vastlegging” die het default toegangsvermogen aanpast. Dit kan aanleiding geven tot rechtzetting van reeds ontvangen facturen De DNG moet onverwijld en uiterlijk 30 dagen na de effectieve datum van kennisname door de Distributienetbeheerder DNB van de verandering van DNG een gekozen toegangsvermogen overmaken via het aansluitcontract/een standaard (web)formulier. Hij zal hiervoor een brief ontvangen van de Distributienetbeheerder.
Bij ontbrekende of laattijdige keuze zal een default waarde gebruikt worden zoals vermeld in de technische reglementen. Beiden kunnen retroactief toegewezen worden aan een bepaalde verbruiksperiode.
7.1.5. Initiële bepaling
De eerste keuze van de nieuwe DNG op een toegangspunt dient via het aansluitingscontract/webformulier te gebeuren. Navolgende keuzes dienen te gebeuren via het webportaal “My Fluvius”. Dit valt onder de noemer initiële bepaling zoals weergegeven in het TRD. Een verlaging na deze initiële bepaling van de DNG (of zijn gemandateerde) is pas mogelijk 12 maanden na de initiële bepaling.
7.1.6. Vertegenwoordiging en Llastgeving
Enkel bij de keuze van het toegangsvermogen via het webportaal “My Fluvius”, kan de DNG als lastgever de keuzemogelijkheid overdragen aan een lastnemer. Deze overdracht gebeurt via het webportaal. Deze lastgeving overdracht is niet mogelijk bij het invullen van het aansluitcontract/het webformulier.
7.1.7. Lastgeving Vertegenwoordiging als/ rolbeheer binnen de rechtspersoon
Een lastgeving vertegenwoordiging voor het webportaal “My Fluvius” moet gebeuren door de DNG (zie 7.1.3) via e-Gov Rollenbeheer.
Met opmerkingen [PK15]:
Correct juridisch gebruik van de termen
De distributienetbeheerder DNB is niet verantwoordelijk voor het rolbeheer binnen de onderneming alsook foutieve of laattijdige keuzes van toegangsvermogen en alle daaruit voortvloeiende gevolgen voor de DNG. Retroactieve correcties zijn niet mogelijk behoudens het gaat om een foutieve verwerking door de distributienetbeheerder DNB (rectificatie) of een latere verwerking van een keuze via aansluitcontract/(web)formulier door de DNB .
7.1.8. Lastgeving buiten de rechtspersoon
Een lastgeving door de DNG aan een derde voor het webportaal “My Fluvius” geeft toegang tot het gedeelte “Netkosten” waar de “keuze toegangsvermogen” onder resulteert van het MyFluvius portaal maar niet tot de andere applicaties (verbruikshistoriek, premiebeheer,...).
De lastgever verklaart bij deze dat hij zich bewust is van en toestemming geeft aan de lastnemer om enerzijds het toegangsvermogen in zijn naam en voor zijn rekening te kiezen. Daarbij zal de lastnemer ook toegang krijgen tot een beperkt aantal meetgegevens ( historische maandpieken).
Deze historische meetgegevens strekken er toe de toekomstige financiële gevolgen van een gekozen toegangsvermogen inzichtelijk te maken.
De DNB is niet verantwoordelijk voor de lastgeving en de eventuele foutieve of laattijdige keuzes van toegangsvermogen door de lastnemer en alle daaruit voortvloeiende gevolgen.
Retroactieve correcties zijn niet mogelijk behoudens het gaat om een foutieve verwerking door de distributienetbeheerder DNB (rectificatie) of een latere verwerking door de DNB van een keuze via (web)formulier.
CommerciëleMarktgebaseerde Flexibiliteit
Artikel 8 Aansturing door Externe Signalen in het kader van
Elke DNG of zijn gemandateerde, die zich laat aansturen door Externe Signalen in het kader van Commerciële Marktgebaseerde Flexibiliteit, heeft de verplichting dit te melden aan de DNB via een procedure vastgelegd in een technisch voorschrift (waarbij technisch voorschrift begrepen wordt in de zin van het TRDE Hoofdstuk I.3).
Met opmerkingen [PK16]:
Marktgebaseerde flexibiliteit is het gangbare begrip
Deze meldingsplicht is enkel van toepassing als de kenmerken en/of het doel van de aansturing valt onder het toepassingsgebied van de beschikbare technische voorschriften.
De DNG of zijn gemandateerde moet het van toepassing zijnde technisch voorschrift naleven.
Op het moment van opmaak van deze Algemene Voorwaarden betreft dit het Synergrid Voorschrift C8/01. Indien er wetgeving in werking treedt met nadere bepalingen rond aansturing door Externe Signalen, zal de DNB deze technische voorschriften zo snel mogelijk aanpassen (met inachtneming van de termijnen vastgelegd in het TRDE) opdat ze conform zijn met de wetgeving.
Artikel 9 Bepalingen met betrekking tot de kwaliteit van de spanning
Voorzorgsmaatregelen en voorschriften door de DNG na te leven
9.1.1. Algemeen
Conform de decretale taken van een DNB, en het TRDE, staat de DNB in voor de kwaliteit van de spanning op het Distributienet. Conform het TRDE levert de DNB een spanningskwaliteit die voldoet aan de norm NBN EN 50160. Deze spanningskwaliteit wordt geleverd ter hoogte van het Aansluitin gspunt, dit is het punt waar de Aansluiting is verbonden met het Elektriciteitsdistributienet.
De DNG staat er zelf voor in dat het spanningsverloop op de leidingen tussen het Aansluitingspunt enerzijds en zijn verbruikstoestellen anderzijds binnen de li mieten valt die nodig zijn om een voor de DNG aanvaardbare spanningskwaliteit ter hoogte van de verbruikstoestellen te handhaven.
Om de DNB in staat te stellen de kwaliteit van de spanning op het distributienet te handhaven, en om te vermijden dat de inst allaties van de DNG een nadelige invloed hebben op de spanningskwaliteit van het Distributienet, zorgt de DNG er verder voor dat zijn installaties ten allen tijde voldoen aan het Synergrid Voorschrift C10/17.
Verder leeft de DNG onderstaande bepalingen na, die een aanvulling zijn op de modaliteiten van Synergrid Voorschrift C10/17.
9.1.2. Naleven van emissielimieten
Het Synergrid Voorschrift C10/17 beschrijft de van toepassing zijnde emissielimieten (voor flicker, har monischen en fasenonevenwicht).
Deze limieten zijn afhankelijk van het vermogen zoals vastgelegd in Synergrid Voorschrift C10/17, en worden gecategoriseerd in stadium 1 -, stadium 2 - en stadium 3 - limieten. Als referentie voor het vermogen, voor de toepassing van de tabellen in Synergrid Voorschrift C10/17, geldt het maximum van het opgesteld vermogen, en het contractueel Aansluitingsvermogen voor afname en injectie.
Standaard zijn de stadium 1 - limieten van toepassing. De DNG zal steeds alle redelijke technische middelen aanwenden om te kunnen voldoen aan deze criteri a.
Indien uit de netstudie, of na indienstname, blijkt dat deze stadium 1 – limieten (mogelijk) overschreden worden, moet (in overleg met de DNB) een Power Quality - studie of - meting uitgevoerd worden, voor rekening van de DNG. Naar aanleiding van deze studie of meting, en afhankelijk van de lokale n ettoestand, kan de DNB toestaan dat
de stadium 2 - limieten voor een deel of het geheel van de criteria gehanteerd worden binnen de voorwaarden die desgevallend specifiek tussen DNB en DNG worden vastgelegd.
De toepassing van stadium 3 - limieten wordt hoogst uitzonderlijk toegestaan in het kader van een overgangsperiode, namelijk in afwachting van de uitvoering van afgesproken acties om de emissielimieten terug te brengen naar stadium 1 of (uitzonderlijk) stadium 2.
9.1.3. Voorkomen van stroompieken
Bij inschakeling van een installatie moet worden voorkomen dat d eze installatie grote inschakelstromen trekt of andere transiënte fenomenen veroorzaakt die spanningsdips, flicker of het aanspreken van netbeveiligingen als gevolg kunnen hebben.
Inschakelstromen moeten daarom worden beheerst, zowel in het geval waar de DNG door een eigen actie een installatie aanzet, als in het geval dat de installaties na een spanningsonderbreking op het dDistributienet opnieuw onder spanning komen te staan.
Daarom neemt de DNG volgende maatregelen: die opgenomen zijn in de Synergrid Voorschriften C2/112 C10/11 C10/17 en hun aanvullende voorschriften.
• De individuele transformatoren met een vermogen > 630 kVA (1.250kVA bij een netspanning >15,6kV) moeten worden uitgerust met een vertraagde (3sec) minimumspanningspoel of een gelijkaardig toestel, om te voorkomen dat verschillende transformatoren gelijktijdig een inschake lstroom trekken.
Wanneer de DNG over meerdere transformatoren beschikt is een sequentie vereist bij het opschakelen van elke trans formator: ze moeten 1 per 1 opgeschakeld worden.
In geval van bv een lokale productie-installatie, waarbij de totale productie-installatie via verschillende koppelpunten op eenzelfde net zijn aangesloten (bv een windpark met meerdere Aansluitingen) moet er tussen de verschillende transformatoren (zowel achter één Aansluiting als binnen het totale park) ook minstens 5 seconden wachttijd worden voorzien bij herinschakeling op het net.
• Voor transformatoren vanaf 2.600kVA is de uitdrukkelijke toestemming nodi g van de DNB om deze rechtstreeks aan te sluiten, op het HS-distributienet, waarbij de DNB na netstudie bijzondere maatregelen kan opleggen (bv het gebruik van voorschakelweerstanden om de inschakelstroom te bepe rken);
• In ieder geval dient de inschakelstroom van een transformator aangesloten op een ingeluste cabine aan volgende limieten te vo ldoen:
o Ipiek ≤ 1.500A (halve cyclus)
o IRMS ≤ 400A (10 cycli)
9.1.4. Voorkomen van beïnvloeding van de communicatiesignalen van de DNB (CAB – Centrale Afstandsbediening)
Conform het Synergrid Voorschrift C10/17 zal de installatie van de DNG op geen enkele wijze de signalen, die de DNB gebruikt voor de centrale afstandsbediening (CAB), nadelig beïnvloeden.
In het bijzonder zal er over gewaakt worden dat de installatie geen abnormale afzuiging of opslorping van deze signalen veroorzaakt.
Meer bepaald moet de impedantie van de installatie op de frequentie van het CAB -signaal zodanig zijn dat de sperfactor Kn < 2.5 is, waarbij
• Kn = Z50/Zcab
• Z50 en Zcab de impedantie van de installatie is bij respectievelijk 50Hz en de frequentie van de CAB signalen. De DNG neemt volgende maatregelen om aan te tonen dat zijn installaties hieraan voldoen:
• ofwel voorziet de DNG zijn installatie van een actieve filter die de afzuiging van de CAB signalen reduceert tot een aanvaardbare waarde;
• ofwel legt de DNG aan de DNB een berekening voor van de impedantie van zijn installatie op CAB frequentie. Indien de DNB op b asis van deze berekening vaststelt dat de sperfactor voldoende laag is, zijn geen verdere technische voorzieningen nodig. De DNB kan ter plaatse de juistheid van de bereke ningen en de gebruikte parameters verifiëren.
De DNG kan zich bij de DNB informeren over de waarde van de CAB frequentie die de DNB gebruikt in een specifieke regio, en over de werkwijze voor de berekening van de sperfactor.
In geval van storing (Kn>=2.5) zal de DNG op eenvoudig schriftelijk verzoek van de DNB alle noodzakelijke schikkingen treffen teneinde zijn installaties te regulariseren, dit binnen de periode van 6 maanden na kennisgeving. In afwachting van regularisatie heeft de DNB het recht om een aangepast bedrijfsregime op te leggen aan de DNG.
De DNG zal op zijn kosten de nodige maatregelen nemen om zijn installatie met deze bepalingen conform te houden of conform te stellen, zoniet kan dit, na ingebrekestelling door de DNB, aanleiding geven tot het buiten dienst stellen van de Aansluiting.
Met opmerkingen [PK17]:
Toevoegen van de technische voorschriften waarop deze maatregelen zijn gebaseerd.
Meting door de DNB ter controle van de spanningskwaliteit
9.2.1. Op initiatief van de DNB
De DNB kan op een door hem gekozen tijdstip en periode een monitoring doen bij de DNG, om te controleren of de spanningskwali teit niet nadelig wordt beïnvloed door de installaties (inclusief de wijze waarop ze worden uitgebaat) die eigendom zijn van de DNG of op zijn site staan opgesteld.
Hiervoor zal de DNB een kwaliteitsmonitoringtoestel, datalogger en communicatieapparatuur plaatsen ter hoogte van de Aansluit ing. Deze bijkomende apparatuur blijft eigendom van de DNB.
Indien uit de monitoring blijkt dat de installaties van de DNG niet voldoen aan de voorschriften, worden de kosten van deze monitoring aangerekend aan de DNG op basis van de op het tijdstip van de monitoring geldige tarieven. Verder zal de DNB de DNG hiervan op de hoogte stellen, en hem meedelen welke acties hij binnen welke termijn moet uitvoeren om dit te verhelpen.
9.2.2. Op vraag van de DNG
Indien de DNG een vermoeden heeft dat de spanningskwaliteit ter hoogte van de Aansluiting onvoldoende is (dit betekent: niet beantwoordt aan de spanningskwaliteitsnorm EN 50160), kan hij bij de DNB verzoeken om een spanningskwaliteitsmeting te doen, conform de bepalingen in h et TRDE.
De DNB maakt dan een prijsofferte over aan de DNG, voor de uitvoering van de spanningskwaliteitsmeting. Conform het TRDE zal de DNG deze na uitvoering van de meting enkel moeten betalen indien er in de meting geen inbreuken op de spanningskwaliteitsnorm EN50160 zijn vastgesteld.
Na akkoord op de offerte plaatst de DNB ter hoogte van de Aansluiting van de DNB een monitoring -toestel dat geschikt is voor een spanningskwaliteitsmeting conform de norm EN 50160. De DNG en de DNB maken hiervoor de nodige afspraken met betrekking tot de datum van plaatsing, de duur van de meting en andere praktische modaliteiten.
Indien er geen meting kan gebeuren ter hoogte van het Aansluitingspunt (bijvoorbeeld omdat de Aansluiting onbereikbaar is), wordt de meting zo dicht mogelijk bij het Aansluitingspunt gedaan en kan er achteraf een correctie op de meetwaarden gebeuren die rekening houdt met d e spanningsvariatie tussen het Aansluitingspunt en het Meetpunt.
Als referentiewaarde voor de spanning, ten opzichte waarvan de kwaliteit van de gemeten spanning geëvalueerd wordt, geldt de Opgegeven Voedingsspanning Uc die vermeld wordt in het Aansluitingscontract.
Aangezien de norm EN50160 zelf stelt dat de bepalingen van de norm niet van toepassing zijn in uitzonderlijke uitbatingsomsta ndigheden (waaronder: situaties met een tijdelijke configuratie van het net ten gevolge van een incident, onderhoud of investeringswerk), kunnen de resultaten van een monitoring in deze uitzonderlijke uitbatingsomstandigheden, bijvoorbeeld een N-1 toestand, niet gebruikt worden voor een algemene uitspraak over de spanningskwaliteit ter hoogte van de Aansluiting.
Artikel 10 Onvoorziene omstandigheden
In omstandigheden die niet door dit contract voorzien zijn of in situaties van hoogdringendheid (dringende exploitatieverrich tingen of andere aansturingen ten gevolge van onvoorziene uitzonderlijke netuitbatingsomstandigheden nod ig voor de handhaving van de operationele veiligheid van het net), beslist de DNB over de te volgen gedragslijn en onderneemt hij desnoods de nodige stappen om deze omstandigheden en situaties te verhelpen. Deze beslissingen verbinden de DNG.
Artikel 11 | Melding van Publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen | |
Art. 6.4.4 van het Energiebesluit legt de DNB de openbaredienstverplichting op een databank voor Oplaadpunten voor elektrisch e voertuigen aan te leggen. In dat kader moet de DNG de in- en uitdienstname en de exploitatie van Publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig melden bij de DNB.
Ook de wijziging aan de eigenschappen van dergelijke oplaadpunten, of de exploitatiewijze ervan, ten opzichte van de informat ie die eerder was overgemaakt aan de DNB, moet gemeld worden.
Het staat de DNG vrij om ook andere Oplaadpunten voor een elektrisch voertuig bij de DNB te melden voor opname in de databank , conform de gebruiksvoorwaarden van deze databank.
Met opmerkingen [PK18]:
Het volledige artikel wordt geschrapt aangezien de rechtsbasis uit Artikel 6.4.4 van het Energiebesluit ook geschrapt is. Voor netbeheerdoeleinden is het van belang dat oplaadpunten op laagspanning (niet in scope van het aansluitingscontract) gemeld moeten worden.
Deze verplichting is opgenomen in het TRDE.
De DNG doet deze melding aan de hand van een meldingsformulier dat de DNB beschikbaar stelt via zijn website.
Voor nieuwe Publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig gebeurt deze melding ten laatste op het moment va n indienstname van het oplaadpunt. Voor bestaande Publiek toegankelijke oplaadpunten voor een elektrisch voertuig gebeurt deze melding binnen de dertig dagen na ondertekening van het aansluitingscontract waarin deze meldingsplicht is opgenomen.
De melding van de wijzigingen van eigenschappen van het oplaadpunt of de exploitatiewijze ervan, ten opzichte van de informatie die eerder was overgemaakt aan de DNB, alsook de uitdienstname van het oplaadpunt moet binnen de twee maand na wijziging of uitdienstname gebeuren.
Indien een latere herziening van de databank het noodzakelijk maakt dat er voor reeds aangemelde oplaadpunten nog bijkomende gegevens moeten worden overgemaakt aan de DNB, kan de DNB deze gegevens bij de DNG opvragen.
Indien de in- of uitdienstname van een oplaadpunt aanleiding geeft tot een wijziging aan de Aansluiting of binneninstallatie met impact op het Distributienet, zoals bedoeld in Artikel 6, moet de aanvraagprocedure uit Artikel 6 onverminderd gevolgd worden alvorens de wijziging uit te voeren.
Bij het niet-tijdig melden van de nodige informatie over Publiek toegankelijke oplaadpunten voor elektrische voertuigen kan de DNB overgaan tot het innen van een vergoeding voor de kosten verbonden aan het opvragen van de nodige informatie en de actualisering van de databank.
Artikel 12Artikel 11
Algemene regeling inzake aansprakelijkheid van de DNB
Algemeen
Het Energiedecreet regelt de aansprakelijkheid van de DNB ten aanzien van de DNG maar maakt voorbehoud voor eventuele andersl uidende contractuele bepalingen die
gelden tussen de DNB en de DNG (artikelen 4.1.11/1 Energiedecreet). Het TRDE bepaalt dat voor aansluitingen op het midden - of hoogspanningsnet met de DNB een aansluitingscontract gesloten wordt.
Het Energiedecreet voert onder meer een plafondbedrag inzake aansprakelijkheid in. In de vo orbereidende teksten van deze regeling wordt dit als volgt gemotiveerd:
“De noodzakelijkheid [van de modulering van het burgerlijk aansprakelijkheidsrecht] volgt uit het feit dat de netbeheerders de maximale kost voor de aansprakelijkheid
moeten kunnen financieren en/of verzekeren. De kerntaak van de netbeheerder is het uitbaten van een veilig en betrouwbaar net, en het bewaken van het evenwicht op het net, waartoe de nodige investeringen en onderhoud vereist zijn. Deze kerntaak kan in het gedrang komen als al te veel reserves moeten aangelegd worden, of hoge
verzekeringspremies uitbetaald moeten worden, om het hoofd te kunnen bieden aan omvangrijke vorderingen tot schadevergoedinge n. Meer zelfs, een onbeperkte aansprakelijkheid en het daarmee samenhangende risico is onverzekerbaar en brengt de financiële stabiliteit van de netbeheerders in het gedrang. De afwezigheid van een bovengrens zou het accent hoe dan ook van preventieve netuitbating (vermijden van onderbrekingen en storingen) dreigen te verleggen naar curatieve uitbating, daar de middelen om beide te verwezenlijken, zwaar onder druk zouden kunnen komen te staan.”
De aansprakelijkheidsregeling in dit Aansluitingscontract houdt rekening met de hoger vermelde bepalingen en ratio legis, in het bijzonder met de nood aan het behouden
van de bovengrens waarboven geen schadevergoeding kan worden verkregen (behoudens voor personenschade, dus lichamelijk letsel en overlijden).
Onverminderd de andere bepalingen inzake aansprakelijkheid die elders in deze al gemene voorwaarden en het Aansluitingscontract in zijn geheel zijn opgenomen, worden onder dit artikel de aansprakelijkheidsregels met betrekking tot onderbrekingen en variaties van de spanning, laattijd ige aansluiting en heraansluiting en werkzaamheden aan de Aansluiting bepaald, alsook de procedure met betrekking tot het indienen van een aanvraag tot vergoeding, en de bepaling en inzake verzekeringen, noodsituaties en overmacht.
Met opmerkingen [PK19]: Duiding bij deze clausule in het licht van de B2B wetgeving
Onderbrekingen en variaties van de spanning
11.2.1. Definitie
Onderbrekingen en variaties van de spanning kunnen verschillende fenomenen omvatten, zoals,maar niet hiertoe beperkt, langdurige onderbrekingen, variaties in spanning en frequentie, micro-onderbrekingen en spanningsdips, andere storingen.
Dit artikel 11.2 en haar onderdelen is van toepassing op alle afwijkingen en overschrijdingen die niet toegelaten zijn door de norm EN 50160 zoals bedoeld in artikel 1.1.3, 114°/2 van het Energiedecreet, onafhankelijk van de specifieke bewoording die hierna gebruikt wordt.
Alle afwijkingen of overschrijdingen die toegelaten zijn door deze norm, zijn in ieder geval geen fout van de DNB.
12.2.1.11.2.2. Foutaansprakelijkheid
Met inachtneming van de hierna genoemde regels is de DNB uitsluitend aansprakelijk voor de h ierna vermelde gevallen van schade van de DNG die het gevolg is van onderbrekingen of variaties in de spanning, wanneer is aangetoond dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de DNB toerekenbare fout.
Onverminderd de bepalingen in Artikel 98 kunnen variaties in spanning en frequentie niet worden voorkomen, ev Aenmin als onvermijdelijke fenomenen zoals micro- onderbrekingen en spanningsdips, gegeven de structuur van het elektriciteitsnet, de stand van de techniek en wat men redelijk erwijze van de DNB mag verwachten met verwijzing naar de norm NBN EN 50160 (spanningskarakteristieken van de openbare elektriciteitsnetten), zoals voorzien in het TRDE. De DNB kan dan ook niet instaan
Met opmerkingen [PK20]:
Verduidelijking van de begrippen. Dit is geen nieuwe informatie, maar heeft tot doel om enige verwarring of onduidelijkheid weg te nemen.
voor schade als gevolg van dergelijke verschijnselen, ongeacht de oorzaak ervan. De DNB kan ook niet instaan voor schade als gevolg van variaties van de spanning die zich voordoen zonder overschrijding van de norm NBN EN 50160, en dit ongeacht de oorzaak ervan.
Wanneer bij variaties in spanning en frequentie en/of storingen de norm NBN EN 50160 zou worden overschreden, heeft de DNG sl echts recht op een schadevergoeding als deze het rechtstreekse gevolg zijn van een fout van de DNB, en dit overeenkomstig de hierna opgenomen bepalingen.
Normale exploitatiehandelingen ten behoeve van het behoud van de kwaliteit, de veiligheid, de beschikbaarh eid en de continuïteit van het Distributienet kunnen nooit als fout of nalatigheid vanwege de DNB aanzien worden.
De DNB is niet aansprakelijk voor schade als gevolg van een gebrek in de zaak tenzij wordt aangetoond dat het gebrek te wijte n is aan een fout van de DNB. Teneinde zijn recht op schadevergoeding te vrijwaren, zal de DNG uitsluitend installaties en/of toestellen gebruiken overeenk omstig de geldende Europese normering.
uitmaken
verbintenissen die het voorwerp van de overeenkomst
bedrog of opzet, waarvoor de DNB steeds volledig aansprakelijk is, is de aansprakelijkheid van de DNB
Met opmerkingen [CF21]: Aanpassing aan art. VI.91/5,6° WER
Behoudens schade die het gevolg is van haar opzet, haar zware fout of die van haar aangestelden, of, behoudens overmacht, voor het niet-uitvoeren van de essentiële
voor schade die het gevolg is van onderbrekingen of variaties in de spanning op het Distributienet als volgt geregeld:
a) Lichamelijke schade en / of overlijden
De DNB is steeds volledig aansprakelijk voor de door de DNG en andere netgebruikers geleden lichamelijke schade en/of overlijden.
b) Rechtstreekse materiële schade – forfaitaire berekening – exoneratie onderbreking < 1 uur
De DNB is aansprakelijk voor de door de DNG en andere netgebruikers geleden rechtstreekse, materiële schade, behoudens in het geval de schade zijn oorzaak vindt in een onderbreking van de spanning met een duur van minder dan één uur, zelfs wanneer deze onderbreking te wijten is aan een fout van de DNB.
Onder rechtstreekse, materiële schade wordt begrepen: de schade die als rechtstreeks en onmiddellijk resultaat van de schadeverwekkende gebeurtenis wordt toegebracht aan een tastbare zaak van de DNG of een andere netgebruiker.
Behoort hier niet toe: indirecte schade, zoals schade die voortvloeit uit bijzondere verbintenissen opgenomen do or de aanvrager jegens derden (schadebedingen, forfaitaire boetes, “take or pay” clausules, …), buitencontractuele (schade)vorderingen van derden, gederfde winst, verlies v an omzet, bedrijfsonderbreking, verlies van goodwill, verlies van een contract, verlies van gegevens, verlies van een kans, reputatieschade, morele schade, ...
De aansprakelijkheid van de DNB is forfaitair geregeld zoals nader bepaald in Bijlage 1 “Bepaling van de forfaitaire schadeve rgoeding in het kader van het Aansluitingscontract elektriciteit Hoogspanning (1 kV < Un <= 36kV)” (zie onder).
In geval van schade als gevolg van variaties van de spanning geldt een vrijstelling van 250 euro.
In geval van schade als gevolg van een spanningsonderbreking geldt de vrijstelling van 250 euro niet.
c) Andere schade - exoneratie
De DNB is niet aansprakelijk voor onrechtstreekse indirect materiële schade, noch voor (rechtstreeksedirecte of onrechtstreekseindirecte) immateriële schade.
12.2.2.11.2.3. Decretale ongemakkenvergoedingsregeling
Met opmerkingen [CF22]: Poging om zo volledig mogelijk te zijn
Met opmerkingen [CF23]: Conform met hoger vermelde terminologie
Mits voldaan is aan de voorwaarden daaromtrent bepaald in het Energiedecreet en zonder afbreuk te doen aan hetgeen vermeld wordt onder Artikel 11.2.12. (foutaansprakelijkheid), heeft de DNG recht op een forfaitaire vergoeding op basis van de decretale ongemakkenvergoedingsregeling ingeval van een onaangekondigde stroomonderbreking met technische oorzaak van tenminste 4 uur.
Voor zoveel als nodig bevestigen Partijen dat een uitbetaling van een bedrag in het kader van de decr etale ongemakkenvergoedingsregeling voor langdurige onderbreking onder geen enkel beding een erkenning inhoudt van fout of aansprakelijkheid van de DNB voor enige eventuele schade van de bet rokken DNG of van andere
netgebruikers
.
12.2.3.11.2.4. Gemeenschappelijke bepalingen
Met opmerkingen [CF24]: Verplaatst van 11.2.4, a) naar 11.2.3
a) Ongemakkenvergoeding geen erkenning fout
b)a) Voor zoveel als nodig bevestigen Partijen dat een uitbetaling van een bedrag in het kader van de decretale ongemakkenvergoedi ngsregeling voor langdurige onderbreking onder geen enkel beding een erkenning inhoudt van fout of aansprakelijkheid van de DNB voor enige eventuele schade van de betrokken DNG of van andere netgebruikers.
c)a) Plafond vergoedingen
De totale vergoeding voor de ongemakken en de schade die het gevolg is van een incident, zowel dez e van de netgebruikers aangesloten op LS, als deze van de netgebruikers aangesloten op HS, kan in geen enkel geval hoger zijn dan het totale bedrag aan werkelijke door iedere DNG geleden rechtstreekse, materiële schade met een absoluut plafond van €2 miljoen (de ‘maximale totale vergoeding’).
Deze maximale totale vergoeding dekt het totaal van alle bedragen waartoe de DNB ingevolge dat incident gehouden is ten aanzi en van alle getroffen netgebruikers samen, op eender welke basis, behoudens indien in strijd met bepalingen van dwingend rechtop basis van:
1) de decretale ongemakkenvergoedingsregelingen aan LS -distributienetgebruikers;
2) de op basis van het Energiedecreet toepasselijke schadevergoedingsregelingen aan LS -distributienetgebruikers;
3) de decretale ongemakkenvergoedingsregelingen aan HS-distributienetgebruikers;
4) de forfaitair berekende schadevergoeding die wordt uitbetaald aan DNG’s aangesloten op HS bij fout van de DNB, conform Artikel 11.2.12, b) uit deze algemene voorwaarden of conform de gelijkaardige bepalingen bij DNG’s voor wie nog een aansluitingsovereenkomst van toepassing is die dateert van voor de inwerkingtreding van de onderhavige algemene voorwaarden.
Bovendien is het totaal van alle bedragen die bedoeld worden onder punten 3) en 4) van deze opsomming, dat kan worden uitbetaald aan het geheel van alle getroffen DNG’s aangesloten op HS die hiervoor in aanmerking komen tengevolge van een zelfde incident, beperkt tot een maximum van €625 .000.
Indien het plafond van €625.000 bereikt of overschreden wordt zullen de vorderingen van de DNG en de andere betrokken netgebruikers aangesloten op HS naar evenredigheid worden voldaan waarbij in eerste instantie de forfaitaire vergoedingen op grond van de decretale ongemakkenverg oedingsregeling van de betrokken netgebruikers, aangesloten op HS wordt voldaan.
Indien het plafond van de maximale totale vergoeding bereikt of overschreden wordt, zullen de vorderingen van de DNG en alle andere betrokken netgebruikers aangesloten op HS of LS naar evenredigheid worden voldaan waarb ij in eerste instantie de uitkeringen op grond van de decretale ongemakkenvergoedingsregeling van alle betrokken netgebruikers (LS en HS) worden voldaan, alvorens de andere vergoedingen voor netgebruikers worden voldaan.
Met opmerkingen [PK25]:
Juridische verduidelijking
d)b) Exoneratie bij aansluitingen op Antennenet
De DNB is geen decretale ongemakkenvergoedingsregelingen, noch enige andere vergoeding verschuldigd aan een DNG die is aanges loten op een Antennenet, voor zover
• een onderbreking met eenzelfde duur zich niet zou hebben voorgedaan indien de DNG niet zou zijn aangesloten op een Antennenet maar op een Distributienet met een Redundante netconfiguratie;
en
• de DNB de mogelijkheid om een offerte aan te vragen voor een Aansluiting op een Distributienet met Redundante netconfiguratie aangeboden heeft, waar de betrokken DNG evenwel niet op is ingegaan
of
de DNG een offerte ontvangen heeft van de DNB voor een aansluiting op het Distributienet met Redundante Netconfiguratie, maar daar niet op is ingegaan.
Laattijdige aansluiting en heraansluiting
12.3.1.11.3.1. Foutaansprakelijkheid
Met inachtneming van de hierna genoemde regels is de DNB uitsluitend aansprakelijk voor de schade van de DNG die het gevolg i s van een laattijdige aansluiting of heraansluiting, wanneer is aangetoond dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van een aan de DNB toerekenbare fout.
Zo kan de DNB niet aansprakelijk gesteld worden voor onder meer, maar niet hiertoe beperkt, de schade ten gevolge van:
• een geval van overmacht, volgens Artikel 11.711.711.7;
• een voorval van derden buiten de controle van de DNB;
• de DNG zelf, o.a. indien deze laatste de bepalingen van het Technisch ReglementTRDE en / of verbintenissen niet naleeft onderschreven in de offerte of het Aansluitingscontract.
Behoudens schade die het gevolg is van bedrog of opzet, waarvoor de DNB steeds volledig aansprakelijk is, is de aansprakelijk heid van de DNB voor schade die het gevolg is van laattijdige aansluiting of heraansluiting als volgt geregeld:
a) Lichamelijke schade en overlijden
Xxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxx schade en/of overlijden is de DNB volledig aansprakelijk.
b) Rechtstreekse materiële schade
De DNB is aansprakelijk voor de door de DNG en andere netgebruikers geleden rechtstreekse, materiële schade.
Onder rechtstreekse, materiële schade wordt begrepen: de schade die als rechtstreeks en onmiddellijk resultaat van de schadev erwekkende gebeurtenis wordt toegebracht aan een tastbare zaak van de DNG of een andere netgebruiker.
bedrijfsonderbreking, verlies van goodwill, verlies van
Met opmerkingen [PK26]:
Zie boven, poging om vollediger te zijn
Behoort hier niet toe: indirecte schade, zoals schade die voortvloeit uit bijzondere verbintenissen opgenomen door de aanvrag er jegens derden (schadebedingen, forfaitaire boetes, “take or pay” clausules, …), buitencontractuele (schade)vorderingen van derden, gederfde winst,
een contract, verlies van omzet, verlies van gegevens, verlies van een kans, reputatieschade, morele schade, ...
c) Plafond
De aansprakelijkheid van de DNB voor de rechtstreekse materiële schade die het gevolg is van een laattijdige (her -)aansluiting is in ieder geval beperkt tot een maximumbedrag van 12.500 euro indien het een Aansluiting met een Aansluitingsvermogen tot 5 MVA betr eft, dan wel 25.000 euro indien het een Aansluiting met een Aansluitingsvermogen van 5 MVA of hoger betreft.
d) Andere schade - exoneratie
De DNB is niet aansprakelijk voor onrechtstreekse indirecte materiële schade, noch voor (rechtstreekse directe of onrechtstreekseindirecte) immateriële schade.
12.3.2.11.3.2. Decretale ongemakkenvergoedingsregeling
Mits voldaan is aan de voorwaarden daaromtrent bepaald in het Energiedecreet, en zonder afbreuk te doen aan hetgeen vermeld wordt onder Artikel 11.3.1. (foutaansprakelijkheid), heeft de DNG recht op een forfaitaire vergoeding op basis van de decretale ongemakkenvergoedingsregeling. Deze vergo eding wordt echter beperkt tot een maximumbedrag van 12.500 euro indien het een Aansluiting met een Aansluitingsvermogen tot 5 MVA betreft, dan wel 25.000 euro indien het een Aansluiting met een Aansluitingsvermogen van 5 MVA of hoger betreft.
Voor zoveel als nodig bevestigen Partijen dat een uitbetaling van een bedrag in het kader van de decretale vergoedingsregelin g, onder geen enkel beding een erkenning inhoudt van fout of aansprakelijkheid van de DNB voor enige eventuele schade van de betrokken DNG of van andere netgebruikers .
Werkzaamheden aan de Aansluiting
De DNB is ten opzichte van de DNG aansprakelijk voor de lichamelijke schade en de rechtstreekse materiële schade die hij door zijn fout veroorzaakt bij het uitvoeren van werkzaamheden.
De DNB is, behoudens bedrog of opzet, niet aansprakelijk voor onrechtstreekse indirecte materiële, of (rechtstreekse directe of onrechtstreekseindirecte) immateriële schade die hij veroorzaakt bij het uitvoeren van werkzaamheden.
Kennisgeving van aanspraak op vergoeding
Met opmerkingen [PK27]:
Conform hogervermelde terminologie
12.5.1.11.5.1. Schadevergoeding
Indien een Partij een vordering tot schadevergoeding wil indienen tegen de andere Partij, is deze gehoude n de schade en de motivatie ervan bij middel van een aangetekende brief ter kennis te brengen aan de andere Partij, binnen de 90 kalenderdagen vanaf kennisname door de eerstgenoe mde Partij van de schade en de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon.
De DNB maakt een objectief verslag op van de feiten. Op eenvoudig verzoek wordt dit verslag toegestuurd aan de DNG. Indien de DNB op basis hiervan van een onderzoek van de feiten vaststelt dat de zijn aansprakelijkheid van de DNB in het gedrang komt, verzoekt hij de DNG om een bewijs van geleden schade en een kostenraming te leveren. Op basis hiervan en rekening houdend met het bedrag van de eventuele schadevergoeding zal de DNB het dossier al dan niet overmaken aan zijn verzekeraar. De DNB of zijn verzekeraar informeert de DNG.
Met opmerkingen [PK28]:
Passage in overeenstemming gebracht met het aansluitingsreglement. Daar is objectief verslag ook geschrapt sinds in het in voege zijn van de decretale aansprakelijkheidsregels.
Indien de DNB vaststelt dat de schade van de DNG werd veroorzaakt door een Marktpartij (bijvoorbeeld de Toegangshouder/Lever ancier, Evenwichtsverantwoordelijke, Aggregator,…) of door een andere netbeheerder, dan zal de DNB de DNG in het eerste geval doorverwijzen naar de Marktpartij, en in het laatste geval de zaak zelf afhandelen met de DNG.
12.5.2.11.5.2. Decretale ongemakkenvergoedingsregeling
Voor het aanvragen van de decretale ongemakkenvergoedingsregeling voor langdurige onderbreking, laattijdige aansluiting en laattijdige heraansluiting stelt de DN B een webformulier, via de website van de DNB, ter beschikking.
Verzekeringen
De DNG verbindt zich ertoe de aansprakelijkheidsbeperkingen ter kennis te geven aan zijn verzekeraar, en voor al zijn risico’s in de nodige verzekeringen te voorzien.
Overmacht en noodsituatie
12.7.1.11.7.1. Overmacht
In gevallen van overmacht zoals omschreven in het TRDE en in onderhavige algemene voorwaarden zal de DNB ingrijpen zoals voorzien in het TRDE. De opschorting van verplichtingen geschiedt conform het TRDE.
12.7.2.11.7.2. gGevallen van noodsituatie
Om invulling te geven aan het begrip noodsituatie uit het TRDE wordt ondermeer als geval van noodsituatie beschouwd:
• een al dan niet verklaarde staat van oorlog, een oorlogsdreiging, een invasie, een gewapend conflict, een blokkade;
• een revolutie, een opstand, een oproer;
• een radioactieve of chemische besmetting of ioniserende stralingen en de gevolgen ervan;
• wind, droogte en regen van ongewone intensiteit of duur, de ophoping van sneeuw of ijs;
• stakingen, lock-outs, walk-outs of elk ander arbeidsconflict dat de dienstverlening van de DNB in het gedrang brengt;
• onvoorzienbare onbeschikbaarheden van de uitrustingen of installaties die eigendom zijn of onder het beheer staan van één van de betrokken Partijen voor zover deze gebeurtenissen niet konden vermeden worden door toepassing van de regels van de kunst;
• ernstige ongevallen van personen;
• activatie van de reddingscode bij energieschaarste of bij plotse fenomenen zoals gedefinieerd in het Koninklijk besluit van 19 december 2002 houdende een technisch reglement voor het beheer van het transmissienet van elektriciteit en de toegang ertoe.
Niettegenstaande wat voorafgaat,
• brengt, zodra dit redelijkerwijze mogelijk is, de in gebreke blijvende betrokken Partij de andere betrokken Partijen op de ho ogte over de redenen voor de niet- uitvoering van haar verplichting en de verwachte duur van de overmacht of noodsituatie;
• levert de in gebreke blijvende betrokken Partij alle redelijke inspanningen om zo snel mogelijk een einde te maken aan de onmogelijkheid om haar verplichtingen uit te voeren;
• wordt desgevallend gehandeld overeenkomstig de bepalingen van Artikel 10Artikel 10Artikel 9 – onvoorziene omstandigheden.
Artikel 13Artikel 12
Overdracht en faillissement
Overdracht
Behoudens ingeval van overdracht van het Aansluitingscontract aan een verbonden onderneming in de zin van artikel 1:20 van het Wetboe k van Vennootschappen, is een overdracht De DNB kan van het Aansluitingscontract door een Partij aan een derde slechts mogelijk na het voorafgaand akkoord van de andere Partij en op voorwaarde dat deze derde zich ertoe verbindt de verbintenissen van dit contract te zullen naleven
Met opmerkingen [PK29]:
Tekstuele herformulering en eerste paragraaf is wederkerig geformuleerd
In het geval van de DNB, is de overdracht aan een verbonden onderneming of een andere derde, slechts mogelijk als deze overdragen aan een verbonden onderneming laatste die door de VREG is aangewezen werd als distributienetbeheerder in het werkingsgebied waar zich de Aansluiting bevindt.
Overdracht van het Aansluitingscontract door de DNG aan een derde – andere dan een verbonden onderneming – is enkel mogelijk na goedkeuring door de DNB en op voorwaarde dat deze derde zich ertoe verbindt de verbintenissen van dit contract te zullen naleven. Bij overdracht aan een derde zal bij voorkeur een nieuw aansluitingscontract worden opgesteld afgesloten tussen DNB en met de DNG, of wordt een bijvoegsel aan het overgedragen contract opgemaakt.
Indien de DNG zijn installaties op één of andere wijze, tijdelijk of definiti ef, geheel of gedeeltelijk, overdraagt, verhuurt of ter beschikking stelt aan een derde, zal hij het nodige doen om dit Aansluitingscontract door deze derde te doen eerbiedigen conform Artikel 3 van deze algemene voorwaarden.
0020
Indien deze derde partij zelf een Aansluitingscontract met de DNB ondertekent kan dit aanleiding geven tot een wijziging of b eëindiging van het oorspronkelijke Aansluitingscontract met de DNB.
ondernemen om de overdracht
nodige stappen
Indien geen overdracht plaatsvindt de betroken derde weigert een Aansluitingscontract te tekenen met de DNB en de DNG niet het nodige doet om het Aansluitingscontract te doen eerbiedigen door de derde zal de DNB indien nodig al dan niet via gerechtelijke weg alle
afdwingbaar te maken ten opzichte van de oude en de nieuwe DNG.
Faillissement
Xxxxxxx van fFaillissement van één der Partijen stelt van rechtswege een einde aan het Aansluitingscontract. worden dDe op dat ogenblik door de gefailleerde Partij verschuldigde bedragen worden onmiddellijk opeisbaar.
Behoudens ingeval dat van Op diens eenvoudig verzoek zal de betrokken curator meldt dat hij het Aansluitingscontract verder wil uitvoerenvermeld worden als DNG in het toegangsregister van de DNB, eindigt het contract van rechtswege, en behoudens eventuele overeenkomst tot verlenging van deze termijn, op de vijftiende dag na het faillissement van de DNG.
Met opmerkingen [CF30]: verduidelijking
Met opmerkingen [PK31]:
Dit artikel werd herschreven om in overeenstemming te brengen met het wetboek van economisch recht.
Diverse prestaties en vergoedingenBetalingsmodaliteiten
Artikel 14Artikel 13
Niet-periodieke Tarieven
Een niet-periodiek Tarief wordt eenmalig aangerekend en is van toepassing op prestaties met eenmalig karakter. Dit Tarief wordt rechts treeks (niet via de Toegangshouder via de energiefactuur) aan de DNG aangerekend.
Prestaties met eenmalig karakter zijn onderhevig aan een niet-periodiek Tarief. Afhankelijk van de soort prestaties kunnen volgende niet-periodieke Tarieven van toepassing zijn:
• studiekosten;
• vermogensrecht distributienet;
• aansluiting;
• meetmodule;
• diversen.
Deze tarieven kunnen van toepassing zijn voor het plaatsen, activeren, uitbreiden, wijzigen, vervangen, verplaatsen, deactive ren en wegnemen van een Aansluiting. De DNB behoudt zich het recht voor een gehele of gedeeltelijke betaling te eisen alvorens over te gaan tot de daadwerkelijke uitvoering van de werken.
Periodieke Tarieven
Periodieke Tarieven worden periodiek aangerekend aan de DNG door de Toegangshouder via de energiefactuur. Volgende Tariefcomponenten maken onderdeel uit van het periodiek Tarief:
• het Tarief voor het gebruik van het net;
• het Tarief voor de ondersteunende diensten;
• het Tarief voor Openbare dienstverplichtingen;
• de Toeslagen;
eGeldend voor alle Tarieven
De Tarieven zijn van toepassing na de goedkeuring van de bevoegde regulator en zijn raadpleegbaar via de website van de DNB.
De belasting op de toegevoegde waarde (btw) is niet inbegrepen in de tarieve n. Deze belasting komt bovenop het Tarief en is volledig ten laste van de DNG.
De DNB kanWanneer een bepaald Tarief of klantensegmentatie wijzigt of stopgezet wordt., stopzetten. In voorkomend geval zullen nieuwe, door de regulator goedgekeurde, tarieven van toepassing zijn. De DNG zal hierover via de website van de DNB en/of via aanvullende kanalen geïnf ormeerd worden. In geval de DNG een keuze krijgt tussen verschillende nieuwe tariefopties zal het uitblijven van een bepaalde keuze, of het vaststellen dat een bepaalde keuze voordeliger zou geweest zijn, geen aanleiding geven tot retroactieve aanpassing van de tariefkeuze.
EEnkel de DNB heeft het recht om de Meetinrichting aan te passen bij veranderende tariefmodaliteiten. Kosten die gemaakt worden naar aanleiding van een aanpassing van de Meetinrichting op vraag van de DNG of zijn gemandateerde Toegangshouder zijn ten laste van de DNG.
Met opmerkingen [PK32]:
Dit artikel werd herschreven om in overeenstemming te zijn met de algemene voorwaarden voor aanleg- en aansluitwerken (xxxxx://xxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxx/xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxx e-aansluitingsvoorwaarden) Alle werken waarbij een offerte wordt opgemaakt, vallen onder AVAA. De reikwijdte van dit artikel is enkel voor werken of diensten die niet via offerte worden aangeboden. Deze worden gebundeld onder de hoofding ‘diverse prestaties en vergoedingen’.
We merken op dat de tekst nu overeenstemt met de realiteit, de werkwijze is altijd zo geweest dat de AVAA gelden voor werken via offerte. Er is dus geen wezenlijke impact op de DNG.
Aanpassing aan de Meetinrichting bij wijziging van het Tarief, tariefperiode of klantensegmentati
Met opmerkingen [PK33]:
Tarieven staan beschreven in de AVAA
Met opmerkingen [PK34]:
De hoofding werd aangepast om in overeenstemming te zijn met de inhoud en reikwijdte van het artikel
De DNB heeft tevens het recht ombehoudt zich het recht voor, na overleg met de betrokken Toegangshouders die de DNG vertegenwoordigen, de stuurapparatuur, nodig voor de sturing van meetinrichtingen en voedingscircuits, aan te passen met het oog op toepassing van verschillende tariefper iodes.
De DNB draagt de kosten van de stuurapparatuur bij een aanpassing op zijn initiatief doch is niet verantwoordelijk voor de mo gelijke aanpassingskosten op de binneninstallatie van de DNG.
Kosten die gemaakt worden naar aanleiding van een aanpassing van de Meetinrichting op vraag van de DNG of zijn gemandateerde Toegangshouder zijn ten laste van de DNG.
DNB ten onrechte buiten dienst werd gesteld.
De kosten voor een buitendienststelling of herindienststelling van een Aansluiting vallen ten laste van de DNG behoudens in geval de aansluiting door een fout van de
Schakelingen en andere interventies door de DNB op vraag van de DNG
Vergoedingen en belastingen
De DNB behoudt zich het recht voor om de DNG rechtstreeks of via een door hem gemandateerde derde een vergoeding aan te rekenen voor het ter beschikking stellen van Meetgegevens onder een vorm of met een frequentie die afwijkt van de beschrijvingen in de Meetcode van het TRDE.
Als er interventies en/of schakelingen gebeuren op vraag van de DNG, of hun oorzaak vinden in de installaties van de DNG ’s, zijn de kosten van deze interventies en/of schakelingen of interventies ten laste van de DNG.
De bedragen van de vergoedingen kunnen op eenvoudige vraag bi j de DNB verkregen worden of geconsulteerd worden op de website van de DNB.
Nieuwe belastingen of heffingen van welke aard ook, verhogingen van bestaande belastingen en retributies die opgelegd worden door de bevoegde publieke instantie en die betrekking hebben op de Aansluiting op het distributienet zijn steeds ten laste van de DNG.
Betalingstermijn
Met opmerkingen [PK35]: Prestaties die niet eerst via offerte aangeboden worden, moeten hier verder geregeld worden.
Met opmerkingen [PK36]:
De regels rond databeheer zijn beschreven in het TRDE, Energiedecreet en Energiebesluit. De DNB zal geen extra kosten aanrekenen.
Met opmerkingen [PK37]:
Zie ook Artikel 5
De DNG of zijn gemandateerde verbindt zich ertoe het volledig bedrag van de éénmalige aansluitingstarievenin artikel 13.2 bedoelde vergoedingen aan de DNB te betalen binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de verzenddatum van de factuur. Ingeval voorafbetaling gevraagd wordt door de DNB zal het in dienst nemen of in dienst houden van de Aansluiting enkel plaatsvinden na correcte afhandeling van de betalingen.
Indien het een werk betreft waarvoor een offerte wordt opgemaakt, gelden de prijzen en betalingsmodaliteiten die vermeld zijn in de offerte.
De post- of bankrekening van de DNB moet binnen deze termijn gecrediteerd worden en dit in de munt van rekening, onafhankelijk van de munt waarin de betalingsopdracht werd gegeven.
Verwijlintresten
voor de in artikel 13.2 bedoelde vergoedingen
De DNB heeft het recht om vanaf de uiterste betalingsdatum
de betaling van interesten te vorderen, tegen de wettelijke
Met opmerkingen [PK38]:
rentevoet. Het aanrekenen van verwijlinteresten gebeurt zonder verdere verwittiging of ingebrekestelling en eenvoudig op gron d van niet-betaling. De verwijlintresten zijn van rechtswege opeisbaar in geval van niet-betaling binnen de uiterste betalingsdatum.
De eerste betalingen verricht door de DNG na verzending van debetnota’s door de DNB voor het aanrekenen van verwijlinteresten zullen steeds eerst geboekt worden ter vereffening van die debetnota’s.
Verduidelijking reikwijdte
Laattijdige betaling en buitendienststelling van de Aansluiting
Bij laattijdige betaling van hetzij de hoofdsom, de interesten of eventuele andere, van in dit contractartikel 13.2 bedoelde vergoedingen bepaalde kosten, heeft de DNB het recht om na verwittiging van de DNG en vervolgens een ingebrekestelling per aangetekende brief, de Aansluiting buiten dienst te stellen, 14 dagen na postdatum van deze brief (poststempel geldt als bewijs).
De Aansluiting wordt opnieuw in dienst gesteld na betaling door de DNG van alle nog verschuldigde sommen (hoofdso m, intresten en andere kosten).
De DNB is niet aansprakelijk t.o.v. de DNG voor enige schade, noch voor winstderving veroorzaakt door de buitendienststelling van de Aansluiting uitgevoerd omwille van het in gebreke blijven van de betaling.
De kosten voor de buitendienststelling en de wederindienststelling, alsmede alle overige kosten ten gevolge van het gebrek aan betaling, val len in dat geval ten laste van de DNG.
Met opmerkingen [PK39]:
Verduidelijking reikwijdte
Verbetering van facturen
Indien de DNG van mening is dat er door een vergissing één of meerdere verbeteringen aan de factuur voor de in artikel 13.2 bedoelde vergoedingen aangebracht moeten worden, dient zij de DNB te contacteren vóór de uiterste betaaldatum van de factuur, waarna beide Partijen tot een ver gelijk zullen komen.
Indien een vergissing in de facturatie wordt ontdekt na de betaling van de factuur, zullen de Partijen overleg plegen om tot een vergelijk t e komen.
Onrechtmatige aAfname van energie op een Toegangspunt waar geen Toegangshouder geregistreerd is
Ingeval van OOnmogelijkheid van BBuitendienststelling van een Aansluiting of Onrechtmatig afgenomen energie isin geval van enige andere energieafname door de DNG via een Toegangspunt op een moment en gedurende een periode waarin op dit Toegangspunt geen Toegangshouder geregistreerd is i n het Toegangsregister van de DNB, zal de DNB, voor zover dat deze niet-registratie geen gevolg is van een fout of nalatigheid van de DNB,.aan de DNG de volgende kosten en schadeposten aanrekenen, voor zover deze kosten en schade effectief tot stand zijn gekomen:
• de kosten van schorsingswerken, afsluitingswerken en heraansluitingskosten;
• de kosten voor de herstelling van de beschadiging van de installaties van de DNB;
• de kosten van energieverbruiken;
• de distributienetvergoedingen en transportnetvergoedingen en alle toeslagen;
• de verplaatsingskosten;
• de juridische en administratieve kosten, met inbegrip van inningskosten.
voor zover dat deze niet-registratie geen gevolg is van een fout of nalatigheid van de DNB.
Met opmerkingen [PK40]:
De regulering rond Energiefraude is opgenomen in het Energiedecreet en het Energiebesluit. De reikwijdte van dit artikel is beperkt tot de toegangspunten zonder toegangshouder.
Er is sprake van onrechtmatige (al dan niet tijdelijke) oOnmogelijkheid van Buitendienststelling vanom een Aansluiting buiten dienst te stellen wanneer de DNB zich aangeboden heeft voor buitendienststelling van de Aansluiting via dewelke onrechtmatige energie afgenomen wordt, na voorafgaandelijke verwittiging van aanbieding, zonder de mogelijkheid te hebben gekregen om toegang te krijgen tot het betrokken Vastgoed met het oog op effectieve afsluiting.
Ingeval van energiefraude, gelden de bepalingen van het Energiedecreet en het Energiebesluit.
bedrog, onrechtmatig afgenomen of geïnjecteerde energie en onrechtmatige onmogelijkheid van buitendienststelling zal de DNB aan de DNG de volgende kosten en schadeposten aanrekenen, voor zover deze kosten en schade effectief tot stand zijn gekomen:
• de kosten van schorsingswerken, afsluitingswerken en heraansluitingskosten;
• de kosten voor de herstelling van de beschadiging van de installaties van de DNB;
• de kosten van energieverbruiken;
• de distributienetvergoedingen en transportnetvergoedingen en alle toeslagen;
• de verplaatsingskosten;
• de juridische en administratieve kosten, met inbegrip van inningskosten.
De wederindienststelling zal slechts geschieden indien aan alle voorwaarden voldaan is, zoals ondermeer het bestaan van een geldig lev eringscontract, betaling van alle kosten, schadevergoedingen, intresten,….
Kosten buiten- en herindienststelling
De kosten voor een buitendienststelling of herindienststelling van een Aansluiting vallen ten laste van de DNG behoudens in geval de aanslui ting door een fout van de DNB ten onrechte buiten dienst werd gesteld.
Met opmerkingen [PK41]:
Zie verplaatsing naar Artikel 5.
Artikel 15Artikel 14
Inbreuken
Behoudens andersluidende regeling in het Technisch ReglementTRDE en Zzonder afbreuk te doen aan eventuele specifieke sanctieregelingen in dit Aansluitingscontract, geldt volgende regeling inzake inbreuken van de DNG op en tekortkomingen van de DNG aan verplichtingen opgenomen in het Aansl uitingscontract.
Indien de DNB een tekortkoming van de DNG vaststelt ten aanzien van de verplichtingen opgenomen in het Aansluitingscontract, is de DNG verplicht deze te remediëren binnen:
• 30 dagen nadat de DNG hiertoe werd opgeroepen en indien de inbreuk in gevolge haar aard binnen deze termijn kan worden geremedieerd;
• 60 dagen nadat de DNG hiertoe werd opgeroepen, indien deze onmiddellijk na de ontvangst van de ingebrekestelling aangeeft dat de inbreuk in gevolge haar aard niet redelijkerwijs binnen een termijn van 30 dagen kan worden geremedieerd. In dergelijk geval moet de DNG binnen 10 dagen na de ingebrekestelling een volledig plan van aanpak voorleggen en dit te goeder trouw uitvoeren.
Indien de DNG de tekortkoming niet geremedieerd heeft binnen deze termijnen of nagelaten heeft, in het tweede hierboven vermelde geval, om een plan voor te leggen of dit plan niet correct uitvoert, kan de DNB een of meerdere van de volgende maatregelen treffen:
• de aanrekening van een vergoeding voor de door de inbreuk veroorzaakte kosten en te leveren prestaties van de DNB (o.a. uitgevoerd onderzoek, gemaakte kosten, nutteloze verplaatsing...);
• het opleggen van een wijziging van de Aansluiting en/of Aansluitingscontract, al dan niet voorafgegaan door een nieuwe aansl uitingsstudie op kosten van de DNG;
• het beëindigen van het Aansluitingscontract zonder voorafgaande tussenkomst van de rechtbank ingeval de DNG de hiervoor verme lde wijziging van de Aansluiting en/of het Aansluitingscontract weigert, al naargelang het gev al gevolgd door de buitendienststelling van de Aansluiting.
Artikel 16Artikel 15
Geschillen en bevoegdheid
De DNG kan klacht indienen bij de klachtendienst van de DNB via de website, via het callcenter of het opstarten van een dossi er via één van de klantenkantoren van de DNB.
Indien er niet tot een vergelijk gekomen kan worden kan de DNG een geschil schriftelijk ter bemiddeling en beslechting voorle ggen aan de VREG. Het Belgisch recht is van toepassing op het Aansluitingscontract.
Voor geschillen die hun oorsprong vinden in dit Aansluitingscontract, zijn de rechtbanken van het arrondissement waar de DNB zijn zetel heeft, bevoegd. Het Belgisch recht is van toepassing op het Aansluitingscontract.
Artikel 17Artikel 16
Slotbepalingen
Interpretatie van de gebruikte termen
Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld houdt elke verwijzing naar een wet of naar een ander document ook een verwijzing in naar de wijz igingen van of bijlagen bij deze tekst of dit document.
Indien een bepaling van deze overeenkomst als ongeldig wordt beschouwd doo r de wetgeving, regelgeving of door een rechterlijke uitspraak, zal die ongeldigheid de uitvoerbaarheid van enige andere bepaling van deze overeenkomst niet aantasten. De Partijen zullen de ongeldige bepaling verv angen door een geldige bepaling die het dichtst het doel en de strekking van de nietige c.q. vernietigde bepaling ligt, en de intenties der Partijen benadert.
Wijziging en opzegging van het Aansluitingscontract en zijn bijlagen
Een wijziging van Hhet Aansluitingscontract met inbegrip van elke bijlage kan aangepast worden op initiatief van de DNB overeenkomstig de voormelde bepalingen opgestart worden, o.m. ingevolge tussenkomst van de VREG, ingevolge aanpassingen in de wetgeving en reglementering aan het Technisch Reglement, ingevolge wijzigingen in de markt- of technologische omstandigheden of ingevolge tussenkomst van de VREG. wijzigingen aan het wettelijk of reglementair algemeen kader.
Het Aansluitingscontract kan door de DNB enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de door de DNB voorgestelde wijzigingen en ingangsdatum door de VREG, overeenkomstig de bepalingen van het Technisch Reglement
Het Aansluitingscontract met inbegrip van elke bijlage wordt in ieder geval aangepast ingeval de Aansluiting van de DNG een belangrijke wijziging ondergaat zoals bedoeld in Artikel 6 waarbij het Aansluitingscontract of haar bijlagen niet in overeenstemming zijn met de laatste geldende v ersies van het Aansluitingscontract of haar bijlagen.
De aangepaste algemene voorwaarden en de desgevallend aangepaste model -bijlagen van dit aansluitingscontract worden, na goedkeuring door de VREG, schriftelijk ter kennis gebracht aan de DNG alsook via de website van de Distributienetbeheerder en zijn van kracht op het geheel van alle lopende Aansluitingscontracten vanaf de goedgekeurde ingangsdatum rekening houdend met de aard van de geplande aanpassingen en de imperatieven verbonden aan de betro uwbaarheid, de veiligheid of efficiëntie van het net, maar niet vroeger dan veertien (14) Werkdagen na de datum van kennisgeving door de DNB aan de DNG’s. In voorkomend geval heeft. Het staat de DNG in dat geval vrij het recht om, binnen een termijn van 30 dagen na kennisgeving, het contract per aangetekende brief op te zeggen zonder kosten en zonder dat de DNG hierbij enige aanspraak kan maken op schadevergoeding vanwege de DNB. Indien de DNG het contract niet heeft opgezegd binnen de termijn van 30 dagen na kennisgeving, wordt hij geacht ermee te hebben ingestemd.
Met opmerkingen [PK42]:
Tekstuele verduidelijking
Op gelijk welk ogenblik, kan de DNG op eigen initiatief overgaan tot opzegging van het aansluitingscontract door middel van v erzending van een aangetekende brief, en met een minimale opzegtermijn van ééndrie maand. Indien de DNG blijft gebruik maken van de Aansluiting
Bij herindienstname van de aansluiting kan de DNG hij de DNB tevens verzoeken om een nieuw aansluitingscontract aan te bieden dat voldoet aan de op dat moment geldende modelbepalingen (voor zover deze verschillen van het bestaande contract van de DNG). De DNB formuleert in dat geval een voorstel overeenkomstig de op dat moment geldende modelbepalingen binnen de zestig dagen na ontvangst van de opzegbrief van de DNG. Bij gebreke aan goedkeuring van dit nieuwe voorstel van de DNB binnen de dertig dagen na de kennisgeving ervan door de DNB blijft het bestaande aansluitingscontract met de DNG onvermin derd van kracht.