SAMENVATTING VAN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
SAMENVATTING VAN DE BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 26 oktober 2004
inzake een procedure op grond van artikel 81 van het EG-Verdrag (Zaak COMP/F-1/38.338 — PO/Naalden)
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2004) 4221)
(Slechts de teksten in de Engelse en de Duitse taal zijn authentiek) (Voor de EER relevante tekst)
(2009/C 147/15)
1. INLEIDING EN INBREUKEN
Drie ondernemingen en hun respectieve dochterondernemingen, te weten Xxxxxxx Xxxx GmbH & Co. KG en Prym Consumer GmbH & Co. KG, Coats Holdings Ltd en J & P Coats Ltd, Entaco Ltd en Entaco Group Ltd, zijn een aantal schriftelijke, formeel bilaterale, overeenkomsten aangegaan tussen 10 septem ber 1994 (de principeovereenkomst werd in juni ondertekend maar trad op 10 september 1994 in werking) en 31 december 1999, die in de praktijk neerkwam op een tripartiete overeen komst in het kader waarvan deze ondernemingen productmark ten (door segmentering van de Europese markt voor „harde” fournituren) en geografische markten (door segmentering van de Europese markt voor naalden) verdeelden of bijdroegen tot de verdeling ervan. Daarnaast namen deze ondernemingen tus sen 10 mei 1993 en 8 november 2001 deel aan bilaterale of trilaterale bijeenkomsten (de deelname van Xxxxx bleef beperkt tot voorbereidende vergaderingen). Deze onderling afgestemde feitelijke gedragingen en overeenkomsten vormen een inbreuk op artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag en hebben de volgende doelen en gevolgen:
voor Xxxxxxx Xxxx GmbH & Co. KG en Prym Consumer GmbH & Co. KG en Entaco Ltd en Entaco Group Ltd:
— een verdeling van de Europese markt voor „harde” fourni turen door de bedrijfsactiviteiten van Entaco Ltd te beperken tot handnaalden en speciale naalden, hetgeen neerkomt op de opsplitsing van een productmarkt in een markt voor handnaalden en speciale naalden en bredere markten voor naalden en andere harde fournituren;
— een segmentering van de Europese naaldenmarkt door de activiteiten van Entaco Ltd te beperken tot het Verenigd Koninkrijk, de Republiek Ierland en (ten dele) Italië en door die onderneming ervan te weerhouden de naalden markten van het Europese vasteland te betreden (met uit zondering van de zogenaamde „label accounts”, d.w.z. de vaste afnemers), waardoor deze markten feitelijk aan Wil xxxx Xxxx GmbH & Co. KG en de dochterondernemingen daarvan worden voorbehouden, hetgeen neerkomt op een geografische verdeling van de naaldenmarkt;
voor Coats Holdings Ltd and J & P Coats Ltd:
— met name de bescherming van het eigen naaldenmerk (Mil ward) van de onderneming tegen concurrentie op detailhan delsniveau van de zijde van Entaco Ltd door i) een exclu sieve leverings- en afnameovereenkomst met Entaco Ltd te
sluiten voor het Verenigd Koninkrijk en (ten dele) Italië, ii) en door Entaco Ltd de verplichting op te leggen tot naleving van de overeenkomst tot verdeling van de geografische markt die deze onderneming gesloten had met Xxxxxxx Xxxx GmbH & Co. KG en de dochterondernemingen daarvan.
Deze ontwerp-beschikking is gebaseerd op het feit dat de voor noemde reeks schriftelijke, bilaterale overeenkomsten clausules met wederzijdse voorwaarden bevatten, alsook op bepaalde do cumenten uit die tijd. Deze clausules werden in de loop der tijd hernieuwd.
In dit verband zij erop gewezen dat het clementieverzoek dat namens Entaco Ltd is ingediend, alle bevindingen van de Com missie in deze procedure bevestigt. In haar antwoord op de mededeling van punten van bezwaar gaf Xxxx haar deelname aan de inbreuk toe maar betwistte zij de omvang van de rele vante markten.
2. GANG VAN ZAKEN
De huidige bevindingen vloeien voort uit de verificaties die de Commissie op 7 en 8 november 2001 overeenkomstig arti kel 14, lid 3, van Verordening nr. 17 heeft verricht in de kantoren van verschillende fourniturenproducenten in de Ge meenschap (met name Entaco Ltd, Coats plc, Xxxxxxx Xxxx GmbH & Co. KG en de Duitse brancheorganisatie voor verbin dings- en bevestigingstechniek VBT (Fachverband Verbindungs- und Befestigungstechnik)). Via deze verificaties en latere onder zoeken krachtens artikel 11 van Verordening nr. 17 verkreeg de Commissie schriftelijke bewijzen dat er inbreuk was gemaakt op artikel 81 van het EG-Verdrag door de volgende ondernemin gen: Xxxxxxx Xxxx GmbH and Co. KG, Prym Consumer GmbH & Co. KG, Coats Holdings Ltd, J & P Coats Ltd en Entaco Ltd. De verificaties vonden plaats naar aanleiding van informatie die door de xxxx Xxxxxx Xxxxx xxx Xxxxxx was verstrekt in de periode van 23 augustus 2000 tot 6 augustus 2001. In een brief van
21 augustus 2001 oordeelden de betrokken diensten van de Commissie dat deze informatie als een clementieverzoek van de xxxx Xxxxxx Xxxxx moest worden gezien.
In april, mei, juni en oktober 2003 zond de Commissie ver zoeken om inlichtingen krachtens artikel 11 aan de volgende fourniturenfabrikanten in de Europese Gemeenschap: Coats plc, Xxxxxxx Xxxx GmbH & Co. KG, Entaco Ltd en de brancheor ganisatie VBT en Needle Industries (India) Private Ltd.
Op 15 maart 2004 zond de Commissie, overeenkomstig arti kel 3 van Verordening (EG) nr. 2842/98, een mededeling van punten van bezwaar aan Prym, Entaco en Coats, welke door Entaco op 16 maart 2004 en door Coats en Prym op 17 maart 2004 werd ontvangen. De partijen werd inzage verleend in het dossier in elektronische vorm. Elk van hen ontving op 26 maart 2004 een cd-rom met de documenten van het Commissie dossier.
De hoorzitting vond plaats op 18 juni 2004. Directoraat A en de Juridische dienst werden op 18 september 2004 ge raadpleegd.
3. DE RELEVANTE MARKTEN
De Commissie heeft drie relevante productmarkten geïdentifi ceerd: i) de Europese markt voor handnaalden en handwerk naalden (met inbegrip van met name speciale naalden), waar de verdeling van de productmarkt en de geografische markt plaatsvond (marktwaarde van circa 30 mln. EUR), ii) de Euro pese markt voor „andere naai- en breiartikelen, waaronder spel den en breinaalden” (marktwaarde van circa 30 mln. EUR), en
iii) de Europese markt voor andere harde fournituren zoals ritsen en andere sluitingen (1,5 mld. EUR), waar de verdeling van de productmarkt in beide gevallen slechts van 10 september 1994 tot 13 maart 1997 plaats vond. De markt voor hand naalden en handwerknaalden moet worden onderscheiden van de markt voor machinenaalden voor industrieel gebruik, die tijdens de periode van de inbreuk niet door de onderhavige ondernemingen werden vervaardigd. Prym stelt dat de markt voor handnaalden en die voor handwerknaalden als afzonder lijke relevante markten moeten worden beschouwd. Dit kan evenwel niet staande worden gehouden aangezien de andere ondernemingen dit standpunt niet onderschrijven en de in breukmakende overeenkomsten voor beide soorten naalden gelden.
4. HET MECHANISME VAN DE INBREUKEN
1. Coats werd op detailhandelsniveau tegen concurrentie van Entaco en Prym beschermd (voor haar merk Xxxxxxx), want:
— Entaco kon niet met Xxxxx concurreren als gevolg van de overeenkomsten die zij op detailhandelsniveau met zowel Coats als Prym had gesloten voor respectievelijk het Verenigd Koninkrijk en het Europese vasteland.
Op grond van punt 2.2 van de leverings- en afname overeenkomst wordt de levering door Entaco aan klan ten van Coats in het VK beperkt: „Entaco levert geen producten aan een klant van een koper in het VK behalve aan die klanten waaraan de leverancier vóór de datum van deze overeenkomst producten levert, met inachtneming van de huidige afzetniveaus.”
Op grond van punt 2.2 van de distributieovereenkomst tussen Prym en Entaco wordt de verkoop door Entaco
aan klanten van Coats en Prym op het Europese vasteland beperkt: „Entaco verkoopt geen producten aan an dere personen op het grondgebied [Europa met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en de Republiek Ierland] dan de „label accounts” en/of de distributeur [Prym Consu mer] en/of de Coats-groep.”
Derhalve was Entaco geen onafhankelijke speler op de markt aangezien zij feitelijk alleen aan Coats of Prym kon verkopen.
— Prym had de steun van Xxxxx nodig om Entaco van de markt op het Europese vasteland te weren.
Er dient ook aan herinnerd te worden dat het enige wat Coats (als veruit de grootste afnemer in het VK) hoefde te doen om de marktverdelingsafspraken af te dwingen, was om van Entaco in plaats van Prym te kopen. Dit hield de activiteiten van Prym in het VK op een laag niveau terwijl Entaco niet anders kon doen dan van het Europese vasteland weg te blijven, zoniet dan zou Xxxxx laatstgenoemde niet langer als enige leverancier beschou wen, iets wat in punt 2.2 van de leverings- en afnameo vereenkomst tussen Entaco en Coats was voorzien:
„[…] (b) aan soortgelijke verplichtingen te voldoen ingevolge een overeenkomst tussen de leverancier en Prym d.d. [10 sep tember 1994]/[1 april 1997].”.
Daarnaast kon Xxxxx haar positie als grootste distribu teur van Europa gebruiken om bij haar bestellingen En taco en Prym tegen elkaar „uit te spelen”, wat eveneens een manier was om Prym in te tomen.
2. Entaco wilde de enige leverancier van Xxxxx in het VK zijn om haar productie veilig te stellen, anders zou zij niet de overeenkomst tot verdeling van de productmarkt hebben gesloten die de ontwikkeling van haar bedrijfsactiviteiten aan banden legde. Entaco stemde namelijk in met een zeer aanzienlijke beperking van haar activiteiten:
te weten in de principeovereenkomst: „Entaco stemt ermee in haar fabricage- en distributieactiviteiten in de fourniturensector te beperken tot naalden en haar activiteiten niet uit te breiden tot spelden, veiligheidsspelden, vierdelige sluitingen, breipennen of enige andere fournituren zonder voorafgaande goedkeuring van Prym” (als aanvulling op punt 2.3 van de afnameovereen komst tussen Prym en Entaco);
en in het hierboven geciteerde punt 2.2 van de distributie overeenkomst, dat neerkomt op een overeenkomst tot ver deling van een geografische markt.
Entaco heeft geen vergelijkbare garantie van Prym gekregen. Bijgevolg diende zij zekerheid te krijgen van Xxxxx omtrent de afzet van haar productie in het VK, die haar dan ook werd gegeven.
Entaco, die ontstaan was door een management buy-out van de vroegere naaldendivisie van Coats, ondervond concurren tie van twee grote ondernemingen, Prym en Coats, die met elkaar verbonden waren door deelnemingen en een „special partnership”. Voor Xxxxxx was het sluiten van deze tripar tiete overeenkomst de best mogelijke oplossing, aangezien haar een verzekerde afzet werd geboden terwijl zij in ruil daarvoor alleen „de schijn van onafhankelijkheid op de markt” hoefde op te houden.
3. Prym zou zonder de goedkeuring van Coats geen markt verdelingsafspraken hebben gemaakt die ten koste zouden kunnen gaan van haar belangrijkste aandeelhouder en haar belangrijkste partner op de Europese fourniturenmarkt.
5. CONCLUSIE
De inbreuken die door de adressaten (1) zijn gemaakt, worden als „zeer ernstig” beschouwd omdat zij de compartimentering van nationale markten en de verdeling van productmarkten ten doel hebben, waardoor de mededinging wordt beperkt en de handel tussen lidstaten ongunstig wordt beïnvloed.
Aangezien Entaco de enige onderneming was die de Commissie geïnformeerd heeft over het bestaan van de marktverdelingsaf spraken en die doorslaggevende bewijzen aangevoerd heeft, zonder welke deze afspraken misschien niet aan het licht zou den zijn gekomen, en aangezien zij voortdurend haar medewer king heeft verleend, wordt voorgesteld haar volledige immuni teit tegen geldboeten te verlenen.
(1) Xxxxxxx Xxxx GmbH & Co. KG en Prym Consumer GmbH & Co. KG, Coats Holdings Ltd en J & P Coats Ltd, Entaco Ltd en Entaco Group Ltd.