KBC Groep NV
KBC Groep NV
(naamloze vennootschap naar Belgisch recht)
Openbaar aanbod in België van
2,40% vastrentende obligaties met vervaldatum 5 februari 2016 Xxxxx actuarieel rendement op Uitgifteprijs: 2,40% Uitgifteprijs: 100%
Terugbetalingsbedrag: 100% van de Gespecifieerde Nominale Waarde Gespecifieerde Nominale Waarde: EUR 1.000
ISIN Code: BE0002194604 / Gemeenschappelijke Code (Common Code): 089744008 (de Obligaties) voor een verwacht bedrag van minimum EUR 50.000.000 en maximum EUR 150.000.000
Er werd een aanvraag ingediend tot notering van de Obligaties op NYSE Euronext Brussels en toelating van de Obligaties tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels
Uitgiftedatum: 5 april 2013
Inschrijvingsperiode: van 4 maart 2013 tot 2 april 2013 inbegrepen (onder voorbehoud van vervroegde afsluiting)
De datum van dit Prospectus is 26 februari 2013
Manager
KBC Bank NV
INHOUDSTAFEL
DEEL I: SAMENVATTING 8
DEEL II: RISICOFACTOREN 23
DEEL III: DOCUMENTEN OPGENOMEN DOOR MIDDEL VAN VERWIJZING 41
DEEL IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN DE OBLIGATIES 44
DEEL V: CLEARING 55
DEEL VI: BESCHRIJVING VAN DE EMITTENT 56
DEEL VII: MANAGEMENT EN CORPORATE GOVERNANCE 84
DEEL VIII: REFERENTIEAANDEELHOUDERS 92
DEEL IX: FINANCIËLE INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE ACTIVA EN PASSIVA VAN DE EMITTENT, HAAR FINANCIËLE POSITIE EN WINST EN VERLIEZEN 93
DEEL X: AANWENDING VAN OPBRENGSTEN 101
DEEL XI: BELASTING 102
DEEL XII: INSCHRIJVING EN VERKOOP 107
DEEL XIII: ALGEMENE INFORMATIE 114
KBC Groep NV, een Belgische naamloze vennootschap met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx, ingeschreven bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen onder nummer 0403.227.515, Rechtbank van Koophandel te Brussel (de Emittent of KBC Groep NV), is van plan de Obligaties uit te geven voor een verwacht bedrag van minimum EUR 50.000.000 en maximum EUR 150.000.000. De Obligaties zullen een jaarlijkse interest opbrengen van 2,40%. Interest op de Obligaties is jaarlijks te betalen (behoudens eerste coupon na 10 maanden) volgens de vervaltermijnen op de Interest Betalingsdatum (zoals hieronder gedefinieerd). De eerste interestbetaling van de Obligaties zal gebeuren op 5 februari 2014, en de laatste betaling op 5 februari 2016. De Obligaties zullen vervallen op 5 februari 2016.
KBC Bank NV (met maatschappelijke zetel te Havenlaan 2, 1080 Brussel) (KBC Bank) (CBC Banque SA, dochteronderneming van KBC Bank, met maatschappelijke zetel te Xxxxx Xxxxx 0, 0000 Xxxxxxx (CBC Banque) inbegrepen) treedt op als manager (de Manager) voor het aanbod van de Obligaties aan het publiek in België (het Openbaar Aanbod). KBC Bank NV treedt op als domiciliërings-, betalings- en noteringsagent (domiciliary, payment and listing agent) voor het Openbaar Aanbod.
Het nominaal bedrag per Obligatie is EUR 1.000 (de Gespecificeerde Nominale Waarde).
De Nederlandse versie van dit noterings- en aanbiedingsprospectus (het Prospectus) werd op 26 februari 2013 goedgekeurd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (de FSMA) in haar hoedanigheid van bevoegde autoriteit in toepassing van artikel 23 van de Belgische wet van 16 juni 2006 op de openbare aanbieding van beleggingsinstrumenten en de toelating van beleggingsinstrumenten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt (de Prospectuswet). Deze goedkeuring houdt geen beoordeling in van de opportuniteit en de kwaliteit van de verrichting, noch van de toestand van de Emittent. Er werd een aanvraag ingediend tot notering van de Obligaties op NYSE Euronext Brussels en toelating van de Obligaties tot verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. Verwijzingen in dit Prospectus naar de Obligaties als zijnde genoteerd (en alle andere verbonden verwijzingen), betekenen dat de Obligaties zijn toegelaten tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. De gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels is een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten voor financiële instrumenten. Vóór het aanbod van de Obligaties zoals vermeld in dit Prospectus, is er geen openbare markt geweest voor de Obligaties. Het Prospectus (in een Nederlandstalige en Franstalige versie, waarvan de Nederlandse versie voorrang geniet op de Franse in geval van inconsistenties tussen beide) is beschikbaar op de website van de Emittent, binnen de sectie die gereserveerd is voor beleggers (raadpleegbaar op xxx.xxx.xxx), en op de websites van de Manager (xxx.xxx.xx voor KBC Bank en xxx.xxx.xx voor CBC Banque).
Het Prospectus is een prospectus in de zin van artikel 5 (3) van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat gepubliceerd moet worden wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (de Prospectusrichtlijn) en de Prospectuswet. Dit Prospectus werd opgesteld in overeenstemming met de Prospectuswet en met Verordening (EG) Nr. 809/004 van de Commissie van 29 april 2004 tot uitvoering van Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de in het prospectus te verstrekken informatie, de vormgeving van het prospectus, de opneming van informatie door middel van verwijzing, de publicatie van het prospectus en de verspreiding van advertenties betreft, zoals van tijd tot tijd gewijzigd (de Prospectusverordening). Het Prospectus beoogt informatie te geven met betrekking tot de Emittent en de Obligaties. Het Prospectus bevat alle gegevens die, in het licht van de specifieke aard van de Emittent en van de Obligaties, de noodzakelijke informatie vormen om de beleggers in staat te stellen zich met kennis van zaken een oordeel te vormen over het vermogen, de financiële positie, het resultaat en de vooruitzichten van de Emittent, en over de aan deze Obligaties verbonden rechten.
De Obligaties zullen worden uitgegeven in gedematerialiseerde vorm overeenkomstig artikel 468 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen (het Wetboek van Vennootschappen) en kunnen niet fysiek
worden afgeleverd. De Obligaties zullen uitsluitend worden vertegenwoordigd door inschrijvingen op rekeningen van het X/N-vereffeningsstelsel van de Nationale Bank van België (de NBB) of enige rechtsopvolger daarvan (het Clearingsysteem). Toegang tot het Clearingsysteem kan verkregen worden via de deelnemers aan het Clearingsysteem waarvan het lidmaatschap betrekking kan hebben op effecten zoals de Obligaties. Tot de deelnemers aan het Clearingsysteem behoren bepaalde banken, beursvennootschappen, Clearstream Banking, société anonyme, Luxembourg (Clearstream, Luxembourg) en Euroclear Bank NV (Euroclear). Dienovereenkomstig komen de Obligaties in aanmerking om vereffend, en bijgevolg aanvaard, te worden door Euroclear en Clearstream, Luxembourg en de beleggers kunnen hun Obligaties plaatsen op effectenrekeningen bij Euroclear en Clearstream, Luxembourg.
Tenzij anders bepaald hebben begrippen met een hoofdletter de betekenis zoals die is bepaald in het Prospectus. Verwijzingen naar de Voorwaarden van de Obligaties of naar de Voorwaarden zijn verwijzingen naar de Algemene Voorwaarden van de Obligaties in Deel IV van het Prospectus (Algemene Voorwaarden van de Obligaties).
Een belegging in de Obligaties houdt bepaalde risico‟s in. Potentiële beleggers moeten kennis nemen van Deel II van het Prospectus (Risicofactoren) op pagina 23 voor meer uitleg over bepaalde risico‟s van een belegging in de Obligaties.
VERANTWOORDELIJKE PERSOON
De Emittent met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx (de Verantwoordelijke Persoon) is verantwoordelijk voor het integrale Prospectus en de eventuele aanvullingen hierop. De Emittent verklaart dat voor zover hem bekend, de gegevens in het Prospectus in overeenstemming zijn met de werkelijkheid en geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van het Prospectus zou wijzigen, na het treffen van alle redelijke maatregelen om zulks te garanderen.
Dit Prospectus is vertaald in het Frans. De Emittent is verantwoordelijk voor de consistentie tussen de Nederlandse en Franse versie van het Prospectus. Met betrekking tot het aanbod van de Obligaties, zal de Nederlandse versie voorrang genieten op de Franse in geval van inconsistenties tussen beide versies.
OPENBAAR AANBOD IN BELGIË
Dit Prospectus werd opgesteld met het oog op het Openbaar Aanbod en de notering van de Obligaties op NYSE Euronext Brussels en de toelating tot de verhandeling van de Obligaties op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. Dit Prospectus werd opgesteld in de veronderstelling dat een aanbod van Obligaties in een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte die de Prospectusrichtlijn heeft geïmplementeerd (elk, een Relevante Lidstaat), anders dan aanbiedingen in België (het Toegelaten Openbaar Aanbod), zal gedaan worden krachtens een vrijstelling onder de Prospectusrichtlijn, zoals geïmplementeerd in deze Relevante Lidstaat, om een prospectus te moeten publiceren voor het aanbod van Obligaties. Dienovereenkomstig mogen personen die een aanbod van Obligaties doen of van plan zijn te doen in deze Relevante Lidstaat, anders dan het Toegelaten Openbaar Aanbod, dit alleen maar doen in omstandigheden waarin er voor de Emittent of de Manager geen verplichting ontstaat om een prospectus te publiceren krachtens artikel 3 van de Prospectusrichtlijn of een aanvulling op het prospectus krachtens artikel 16 van de Prospectusrichtlijn, telkens, in verband met een dergelijk aanbod. Noch de Emittent, noch de Manager heeft het maken van een aanbod toegelaten, of laten dit toe, (anders dan het Toegelaten Openbaar Aanbod) van Obligaties in omstandigheden waarin voor de Emittent of de Manager een verplichting ontstaat om een prospectus of aanvulling voor dergelijk aanbod te publiceren.
Dit Prospectus moet worden gelezen in samenhang met alle documenten die hierin zijn opgenomen door middel van verwijzing (zie Deel III van het Prospectus (Documenten opgenomen door middel van verwijzing)).
Dit Prospectus vormt geen aanbod om de Obligaties te verkopen of verzoek tot het maken van een aanbod om de Obligaties te kopen in enig rechtsgebied waarin en/of aan enige persoon waaraan dergelijk aanbod of verzoek onwettig zou zijn. De verspreiding van dit Prospectus en het aanbod en de verkoop van Obligaties kan in bepaalde rechtsgebieden aan wettelijke beperkingen onderworpen zijn. De Emittent noch de Manager verklaren dat dit Prospectus op wettelijke wijze kan worden verspreid, of dat de Obligaties wettelijk mogen worden aangeboden, in overeenstemming met de toepasselijke registratie of andere vereisten in dergelijk rechtsgebied, of krachtens een daaronder beschikbare vrijstelling, en nemen geen enkele aansprakelijkheid op zich om dergelijke verspreiding of aanbod mogelijk te maken. In het bijzonder hebben de Emittent noch de Manager enige stappen ondernomen met de intentie om een openbaar aanbod van de Obligaties of de verspreiding van dit Prospectus toe te laten in een ander rechtsgebied dan België, waarin dergelijke stappen vereist zijn. Dienovereenkomstig mogen geen Obligaties rechtstreeks of onrechtstreeks worden aangeboden of verkocht, noch mag dit Prospectus of enige advertentie of andere documentatie met betrekking tot het aanbod verspreid of gepubliceerd worden in enig rechtsgebied, behalve in omstandigheden die resulteren in de naleving van toepasselijke wet- en regelgeving. Personen in wiens bezit dit Prospectus of enige Obligaties komen, moeten zich informeren over dergelijke beperkingen op de verspreiding van dit Prospectus en het aanbod en de verkoop van Obligaties, en moeten deze beperkingen naleven.
Voor een beschrijving van verdere beperkingen op het aanbieden of verkopen van Obligaties en de verspreiding van dit Prospectus, zie Deel XII van het Prospectus (Inschrijving en Verkoop) hieronder.
Niemand is gemachtigd om gegevens te verstrekken of verklaringen af te leggen die niet in het Prospectus zijn opgenomen, enige informatie of verklaring te verstrekken die niet strookt met dit Prospectus of enige andere informatie te verstrekken in verband met de Obligaties, en, indien dergelijke informatie of verklaringen toch worden verstrekt of afgelegd, dan mag men er niet van uitgaan dat dergelijke informatie werd goedgekeurd door de Emittent of de Manager. Noch de toegelaten beschikbaarstelling van dit Prospectus noch enige verkoop hieraan gekoppeld, zal als gevolg hebben dat:
• de informatie in dit Prospectus nog steeds correct is na de datum van dit document of op andere wijze tot gevolg zal hebben of impliceren dat er geen verandering is opgetreden in de toestand (financieel of anderszins) van de Emittent na de datum van dit Prospectus of de datum waarop dit Prospectus het laatst is gewijzigd of aangevuld;
• er geen nadelige verandering is geweest, of een gebeurtenis die een nadelige verandering zou kunnen inhouden, in de toestand (financieel of anderszins) van de Emittent, na de datum van dit Prospectus of, indien later, de datum waarop dit Prospectus het laatst is gewijzigd of aangevuld; of
• de informatie in dit Xxxxxxxxxx of enige andere informatie in verband met de Obligaties correct is op elk ogenblik na de datum waarop deze informatie is verstrekt of, indien verschillend, de datum vermeld in het document met dezelfde informatie.
De Emittent zal evenwel in de gevallen voorzien in artikel 34 § 1 van de Prospectuswet een aanvulling bij het prospectus publiceren (zie pagina 6 van dit Prospectus onder "Waarschuwing" voor nadere informatie in verband met de publicatie van aanvullingen bij het Prospectus).
De Manager verbindt er zich niet toe om de toestand (financieel of anderszins) van de Emittent te controleren of op te volgen gedurende de looptijd van de Obligaties.
Zonder afbreuk te doen aan de verantwoordelijkheid van de Emittent om zijn verplichtingen onder de Prospectuswet na te leven, is dit Prospectus noch enige andere informatie die wordt verstrekt in verband met het aanbod van de Obligaties (a) bedoeld als basis voor een beoordeling van kredietwaardigheid of andere beoordeling met betrekking tot de Emittent of (b) moet deze worden beschouwd als een aanbeveling van de Emittent of de Manager dat elke ontvanger van dit Prospectus en/of enige andere informatie in verband met het Openbaar Aanbod Obligaties zou moeten kopen. Elke belegger die een aankoop van de Obligaties
overweegt, moet zijn eigen onafhankelijk onderzoek doen van de financiële toestand, de zaken en de kredietwaardigheid van de Emittent.
Behalve de Emittent heeft geen enkele andere partij onafhankelijk de informatie in dit document gecontroleerd. Bijgevolg wordt er geen verklaring, garantie of verbintenis, uitdrukkelijk of impliciet, gedaan en geen enkele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid aanvaard door de Manager met betrekking tot de juistheid of volledigheid van de informatie vervat of opgenomen in dit Prospectus of enige andere informatie verstrekt in verband met de Emittent of het aanbod van de Obligaties. De Manager aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid, of die nu voortvloeit uit onrechtmatige daad of contractueel of in enig ander geval, met betrekking tot de informatie vervat of door middel van verwijzing opgenomen in dit Prospectus of enige andere informatie in verband met de Emittent, het aanbod van de Obligaties of de verdeling van de Obligaties.
De Obligaties zijn niet en zullen niet worden geregistreerd onder de Amerikaanse Securities Act van 1933, zoals gewijzigd (de Securities Act), of de effectenwetgeving van enige staat of ander rechtsgebied van de Verenigde Staten. De Obligaties worden uitsluitend aangeboden en verkocht buiten de Verenigde Staten aan niet-Amerikaanse onderdanen op basis van Regulation S onder the Securities Act (Regulation S). De Obligaties mogen niet worden aangeboden, verkocht of geleverd binnen de Verenigde Staten of aan of voor rekening of in het voordeel van Amerikaanse onderdanen (zoals gedefinieerd in Regulation S), tenzij zij zijn geregistreerd of vrijgesteld krachtens de toepasselijke vrijstelling van de registratievereisten van de Securities Act. Voor een verdere beschrijving van bepaalde beperkingen op het aanbod, de verkoop van de Obligaties en op de verspreiding van dit document, zie Deel XII van het Prospectus (Inschrijving en Verkoop) hieronder.
Alle verwijzingen in dit document naar euro, EUR en € verwijzen naar de munteenheid die werd ingevoerd bij het begin van de derde fase van de Europese economische en monetaire unie krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, zoals gewijzigd.
WAARSCHUWING
Het Prospectus werd opgesteld om informatie te geven over het Openbaar Aanbod. Wanneer potentiële beleggers de beslissing nemen om te beleggen in de Obligaties, moeten zij zich daarvoor baseren op hun eigen onderzoek van de Emittent en de Voorwaarden van de Obligaties, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de daaraan verbonden voordelen en risico‟s, alsook de voorwaarden van het Openbaar Aanbod zelf. De beleggers moeten zelf beoordelen, eventueel samen met hun eigen raadgevers, of de Obligaties voor hen geschikt zijn, gelet op hun persoonlijk inkomen en hun financiële toestand. In geval van twijfel over het risico dat de aankoop van de Obligaties inhoudt, moeten beleggers zich onthouden om in de Obligaties te beleggen.
De samenvattingen en beschrijvingen van wettelijke bepalingen, belastingprincipes, boekhoudprincipes of vergelijkingen van dergelijke principes, rechtsvormen van vennootschappen of contractuele relaties die zijn vermeld in het Prospectus mogen in geen geval geïnterpreteerd worden als beleggings-, juridisch en/of fiscaal advies voor potentiële beleggers. Potentiële beleggers worden verzocht om hun eigen adviseur, hun eigen boekhouder of andere adviseurs te raadplegen voor wat betreft de juridische, fiscale, economische, financiële en andere aspecten die verbonden zijn aan de inschrijving op de Obligaties.
In geval van belangrijke nieuwe ontwikkelingen, materiële vergissingen of onjuistheden, die de beoordeling van de Obligaties zouden kunnen beïnvloeden, moet de Emittent een aanvulling op het Prospectus publiceren die deze informatie bevat. Dergelijke belangrijke nieuwe ontwikkelingen, materiële vergissingen of onjuistheden moeten in beschouwing worden genomen wanneer zij zich voordoen of geïdentificeerd worden tussen het ogenblik van de goedkeuring van het Prospectus en het tijdstip waarop de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels aanvangt. Deze aanvulling zal worden gepubliceerd in overeenstemming met ten minste dezelfde regels als het Prospectus, en zal worden bekendgemaakt op de website van de Emittent, binnen de sectie die gereserveerd is voor beleggers (raadpleegbaar via
xxx.xxx.xxx), de websites van KBC Bank (xxx.xxx.xx) en CBC Banque (xxx.xxx.xx), en op de website van de FSMA (xxx.xxxx.xx). De Emittent moet er voor zorgen dat deze aanvulling zo snel mogelijk na het zich voordoen van een dergelijke nieuwe, belangrijke factor wordt bekendgemaakt.
Xxxxxxxxx die reeds aanvaard hebben om Obligaties te kopen of er op in te schrijven voor de bekendmaking van de aanvulling op het Prospectus, hebben het recht hun akkoord in te trekken gedurende een periode van twee werkdagen vanaf de dag na de bekendmaking van de aanvulling.
VERDERE INFORMATIE
Voor meer informatie over de Emittent, gelieve contact op te nemen met: KBC Groep NV
Xxxxxxxxx 0
X-0000 Xxxxxxx
Tel. x00 00 000 000
DEEL I: SAMENVATTING
Deze samenvatting werd voorbereid overeenkomstig de inhoudelijke vereisten en vormvereisten van de Prospectusverordening, zoals recent gewijzigd. Voor doeleinden van de Prospectusverordening zijn samenvattingen opgesteld op basis van openbaarmakingverplichtingen die gekend zijn als ‘Elementen’. Deze Elementen zijn genummerd in Afdelingen A – E (A.1 – E.7).
Deze samenvatting bevat alle Elementen die dienen te worden inbegrepen in een samenvatting voor dit type van effecten en Emittent. Omdat sommige Elementen niet dienen te worden besproken, kunnen er lacunes zijn in de volgorde van de nummering van de Elementen.
Ook wanneer een Element moet worden opgenomen in de samenvatting omwille van het type van effecten en de Emittent, is het mogelijk dat geen relevante informatie kan worden gegeven met betrekking tot het Element. In dat geval zal een korte beschrijving van het Element worden inbegrepen in de samenvatting met de vermelding ‘niet van toepassing’.
Afdeling A – Inleiding en waarschuwingen | ||
A.1 | Inleiding | Deze samenvatting moet gelezen worden als een inleiding op het Prospectus. Elke beslissing om in de effecten te beleggen moet gebaseerd zijn op een bestudering van het gehele prospectus, met inbegrip van de informatie door verwijzing opgenomen. Indien een vordering in verband met de informatie vervat in het prospectus voor een rechtbank wordt ingesteld in een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, zou de eiser volgens de nationale wetgeving van de Lidstaat waar de vordering wordt ingesteld, mogelijk de kosten moeten dragen van het vertalen van het prospectus voordat de juridische procedures worden opgestart. Er is enkel burgerlijke aansprakelijkheid voor die personen die de samenvatting hebben opgesteld, met inbegrip van de vertaling daarvan, maar slechts voor zover de samenvatting misleidend, onjuist of inconsistent is wanneer samengelezen met de andere delen van de prospectus, met inbegrip van de informatie door verwijzing opgenomen, of indien de samenvatting wanneer samengelezen met de andere delen van het Prospectus, niet de essentiële informatie bevat om de belegger bij te staan bij de beoordeling van een belegging in zulke effecten. |
A.2 | Uitdrukkelijke toestemming van de Emittent voor het gebruik van het Prospectus mede ten aanzien van de verdere doorverkoop of de definitieve plaatsing van de Obligaties door Financiële Tussenpersonen | Niet van toepassing |
Vermelding van de periode waarvoor toestemming tot het gebruik van het Prospectus is verleend | Niet van toepassing | |
Alle andere duidelijke en objectieve aan de toestemming verbonden voorwaarden die relevant zijn voor het gebruik van het Prospectus | Niet van toepassing | |
Duidelijk bericht aan de beleggers dat, ingeval een aanbieding door een Financiële Tussenpersoon plaatsvindt, deze Financiële Tussenpersoon op het moment dat de aanbieding plaatsvindt aan de beleggers informatie over de voorwaarden van de aanbieding zal verstrekken | Niet van toepassing | |
Afdeling B – Emittent | ||
B.1 | Officiële en handelsnaam van de Emittent | KBC Groep NV |
B.2 | Vestigingsplaats / Rechtsvorm / Wetgeving / Land van oprichting | De Emittent is een naamloze vennootschap, opgericht onder Belgisch recht, met maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxx 0, X-0000 Xxxxxxx, Xxxxxx, ingeschreven bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen onder nummer 0403.227.515, Rechtbank van Koophandel te Brussel. |
B.4b | Trends die de Emittent en de sectoren waarin zij opereert beïnvloeden | Na een zwak vierde kwartaal voor de Europese economie in 2012, zijn de algemene vooruitzichten voor de economische trend sterk verbeterd. Hoewel de politieke risico‟s nog groot zijn, vooral dan in het zuiden van de EMU, zijn de financiële en economische risico‟s duidelijk afgenomen. Dit is ondermeer het gevolg van het ontwijken van de begrotingsafgrond („Fiscal cliff‟) in de VS, het voortdurende positieve |
effect van het Outright Monetary Transactions (obligatieaankoop-) programma van de ECB op de overheidsobligatiemarkt en de stabilisering van de financiële sector in Zuid-Europa. Deze stabilisering wordt verder ondersteund door de oprichting van een bankenunie in de EMU, met een eengemaakte toezichthouder vanaf maart 2014. Ten gevolge hiervan wint het globale economische herstel in de verwerkende nijverheid en de dienstensector aan kracht, wat het meest tot uiting komt in de vertrouwensindicatoren in de VS, China en een aantal kernlanden in de EMU, met Duitsland als koploper. Aangezien de structurele hervormingen in Zuid-Europa geleidelijk ook hun vruchten zullen afwerpen en de politieke benadering ten opzichte van groeibeperkende besparingsmaatregelen pragmatischer is geworden, is het waarschijnlijk dat Zuid-Europa geleidelijk het globale groeiherstel zal volgen vanaf midden 2013. De economische vertrouwensindicatoren in de KBC thuismarkten (België, Tsjechië, Slovakije, Hongarije, Bulgarije) beginnen eveneens geleidelijk uit te bodemen, wat aangeeft dat de economische trend in deze landen geleidelijk zal verbeteren. | ||
B.5 | Beschrijving van de Groep en de plaats van de Emittent in de Groep | De Emittent is een financiële holding die tot doel heeft het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder – maar niet beperkt tot – kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen. De Emittent heeft ook tot doel ondersteunende diensten te verlenen ten behoeve van derden, als lasthebber of anderszins, in het bijzonder ten behoeve van ondernemingen waarin de Emittent rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft. De Emittent mag alles doen wat rechtstreeks of onrechtstreeks kan bijdragen tot de verwezenlijking van haar doel in de ruimste zin. Een vereenvoudigde voorstelling van de juridische structuur van de Groep vindt u in de tekening. |
B.9 | Winstprognose of -raming | Niet van toepassing; het Prospectus bevat geen winstprognose of – raming, aangezien de Emittent geen winstprognoses of –ramingen heeft gepubliceerd. |
B.10 | Voorbehoud in de afgifte van verklaring | Niet van toepassing; er zijn geen voorbehouden in de afgifte van verklaring van de commissaris betreffende de historische financiële informatie begrepen in het Prospectus. |
Geco nso lideerde balans en beheerd vermo gen per einde perio de (in miljo enen euro ) | 2010 | 2011 | 2012 | ||
B alansto taal | 320 823 | 285 382 | 256 886 | ||
Leningen en voo rscho tten aan cliënten | 150 666 | 138 284 | 128 491 | ||
Exclusief reverse repo's | 141179 | 136 855 | 126 509 | ||
Effecten | 89 395 | 65 036 | 67 296 | ||
Xxxx sito ’ s van cliënten en schuldpapier | 197 870 | 165 226 | 159 632 | ||
Technische voo rzieningen en schulden m.b.t. beleggingsco ntracten, verzekeringen | 29 948 | 26 928 | 30 058 | ||
Totaal eigen vermo gen (incl. niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten) | 18 674 | 16 772 | 15 961 | ||
Risico gewo gen activa op gro epsniveau (B asel II) | 132 034 | 126 333 | 102 148 | ||
B eheerd vermo gen | 208 813 | 192 795 | 155 079 |
B.12 Geselecteerde
Belangrijke Historische Financiële Informatie / negatieve wijziging van betekenis
Geconso lideerde resultaten vo lgens IFRS (in miljo enen euro ) | 2010 | 2011 | 12M 2011 | 12M 2012 | |
Totale opbrengsten | 8 378 | 7 310 | 7 310 | 7 733 | |
Explo itatieko sten | -4 436 | -4 344 | -4344 | - 4 248 | |
B ijzo ndere waardeverminderingen | -1656 | -2 123 | -2 124 | - 2 511 | |
Netto resultaat, gro epsaandeel | 1860 | 13 | 13 | 612 | |
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro ) | 3,72 | -1,93 | -1,93 | -1,09 | |
Nettowinst per aandeel, verwaterd (in euro ) | 3,72 | -1,93 | -1,93 | -1,09 |
Geconso lideerde resultaten vo lgens IFRS (in miljo enen euro ) | 2010 | 2011 | 9M 2011 | 9M 2012 | |
Totale opbrengsten | 8 378 | 7 310 | 4 994 | 5 879 | |
Explo itatieko sten | -4 436 | -4 344 | - 3 301 | - 3 167 | |
B ijzo ndere waardeverminderingen | -1656 | -2 123 | - 1377 | - 2 048 | |
Netto resultaat, gro epsaandeel | 1860 | 13 | - 424 | 372 | |
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro ) | 3,72 | -1,93 | -2,56 | -0,13 | |
Nettowinst per aandeel, verwaterd (in euro ) | 3,72 | -1,93 | -2,56 | -0,13 |
Geconso lideerde resultaten vo lgens IFRS (in miljo enen euro ) | 2010 | 2011 | 6M 2011 | 6M 2012 | |
Totale opbrengsten | 8 378 | 7 310 | 4 245 | 3 925 | |
Explo itatieko sten | -4 436 | -4 344 | - 2 224 | - 2 165 | |
B ijzo ndere waardeverminderingen | -1656 | -2 123 | - 437 | - 1746 | |
Netto resultaat, gro epsaandeel | 1860 | 13 | 1154 | - 160 | |
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro ) | 3,72 | -1,93 | 2,52 | -1,28 | |
Nettowinst per aandeel, verwaterd (in euro ) | 3,72 | -1,93 | 2,52 | -1,28 |
Geconso lideerde resultaten vo lgens IFRS (in miljo enen euro ) | 2010 | 2011 | 3M 2011 | 3M 2012 | |
Totale opbrengsten | 8 378 | 7 310 | 2 416 | 1853 | |
Explo itatieko sten | -4 436 | -4 344 | - 1143 | - 1132 | |
B ijzo ndere waardeverminderingen | -1656 | -2 123 | - 105 | - 273 | |
Netto resultaat, gro epsaandeel | 1860 | 13 | 821 | 380 | |
Nettowinst per aandeel, gewoon (in euro ) | 3,72 | -1,93 | 1,98 | 0,71 | |
Nettowinst per aandeel, verwaterd (in euro ) | 3,72 | -1,93 | 1,98 | 0,71 |
Er hebben geen belangrijke veranderingen in de financiële of handelspositie plaatsgevonden sinds 31 december 2012. Er heeft geen negatieve wijziging van betekenis plaatsgevonden in de vooruitzichten van de Emittent sinds 31 december 2011.
B.13 Recente
gebeurtenissen specifiek aan de Emittent die van bijzonder belang zijn voor de evaluatie van de solvabiliteit van de
In dit geval dient gewezen te worden op de volgende belangrijke gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na afsluiting van het boekjaar 2012 (op 31 december 2012)
• 18 januari 2013: aankondiging van de succesvolle plaatsing van 1 miljard USD contingent capital notes uitgegeven door KBC Bank NV.
Emittent | ||
• 18 januari 2013: uitgifte van obligaties door KBC Groep NV voor een bedrag van EUR 80.465.000. • 25 januari 2013: beslissing om de driejarige herfinancieringsoperatie op langere termijn, of LTRO, in het eerste kwartaal van 2013 terug te betalen aan de Europese Centrale Bank, voor een totaal bedrag van 8,3 miljard euro. | ||
B.14 | Afhankelijkheid van andere entiteiten binnen de Groep | De positie van de Emittent is vanzelfsprekend afhankelijk van de resultaten en positie van de onderliggende dochtermaatschappijen (KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV) en hun respectieve dochter- en kleindochterondernemingen. |
B.15 | Voornaamste | KBC Groep NV, samen met haar dochtermaatschappijen die |
activiteiten van de | opgenomen zijn in de consolidatiekring (de Groep), focust op financiële | |
Emittent | dienstverlening aan retail-, privatebanking-, kmo-, en midcapcliënten op | |
een aantal thuismarkten, namelijk België, Tsjechië, Slowakije, | ||
Hongarije en Bulgarije. De aanwezigheid buiten die thuismarkten is | ||
voornamelijk gericht op de ondersteuning van de bedrijfscliënten op de | ||
thuismarkten. Een belangrijk deel van de aanwezigheid buiten de | ||
thuismarkten werd al afgebouwd. In al zijn thuismarkten is de Groep | ||
een bank-verzekeraar. In zijn thuismarkten is de Groep actief in een | ||
groot aantal activiteiten, gaande van de depositowerving, | ||
kredietverlening, assetmanagement en schade- en | ||
levensverzekeringsactiviteiten, tot veeleer gespecialiseerde activiteiten | ||
(vanuit gespecialiseerde diensten of gespecialiseerde | ||
dochtermaatschappijen) waaronder betalingsverkeer, dealingroom- | ||
activiteiten (geld- en kapitaalmarktactiviteiten), aandelenbrokerage, | ||
corporate finance, buitenlandse handelsfinanciering, international cash | ||
management, leasing, etc. |
B.16 | Rechtstreekse of onrechtstreekse controle over de Emittent | Op basis van de meest recente kennisgevingen of bijwerkingen krachtens de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt of bekendmakingen krachtens de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, of andere openbaarmakingen (bijvoorbeeld persberichten van de betrokken aandeelhouders zelf) ziet de aandeelhouderschapstructuur van de Emittent op 31 december 2012 er als volgt uit: • KBC ANCORA: na de kapitaalverhoging aangekondigd op 10 december 2012 maakte KBC Ancora bekend dat het aantal KBC Groep NV-aandelen in haar bezit onveranderd was, dus 82.216 380 (dat is 19,72% van het totaal aantal KBC Groep NV- aandelen na de kapitaalverhoging) • CERA: na de kapitaalverhoging aangekondigd op 10 december 2012 maakte XXXX bekend dat het aantal KBC Groep NV- aandelen in haar bezit met 3.100.000. was toegenomen, naar 29. 227.166 (dat is 7,01% van het totaal aantal KBC Groep NV- aandelen na de kapitaalverhoging) • MRBB en de andere vaste aandeelhouders: de laatst gekende toestand dateert van 30 juni 2011, en op dat moment had MRBB 12,9% en de andere vaste aandeelhouders samen ongeveer 11% van het toenmalige aantal aandelen (namelijk 357.938.139 aandelen) in bezit. • Eigen vennootschappen van de Groep: na de verkoop van alle KBC Groep NV-aandelen in handen van KBC Groep NV zelf en KBC Bank NV op 16 oktober 2012, blijven er nog 302 KBC Groep NV-aandelen in handen van KBC Groepsmaatschappijen. • BlackRock Inc: in een kennisgeving maakte BlackRock bekend dat het op 6 december 2012 3,08% van het toenmalige aantal KBC Groep NV aandelen (357.980.313) aanhield. Tussen KBC ANCORA, CERA, MRBB en de andere vaste aandeelhouders van de Emittent werd er een aandeelhoudersovereenkomst afgesloten om het algemeen beleid van de Emittent te ondersteunen en te coördineren en op de toepassing van dat beleid toe te zien. Het Corporate Governance Charter van de Emittent dat terug te vinden is op de website van de Emittent (xxx.xxx.xxx), bevat een verdere toelichting op deze overeenkomst. |
B.17 | Rating toegewezen aan de Emittent of de Obligaties | De langetermijnkredietratings van KBC Groep NV op de datum van dit Prospectus is als volgt: • Fitch: A- (stabiele outlook) • Moody's: Baa1 (stabiele outlook) • Standard and Poor's: BBB+ (positieve outlook) |
De Obligaties hebben geen ratings en de Emittent heeft niet de bedoeling om ratings aan te vragen voor de Obligaties. | ||
Afdeling C – Effecten | ||
C.1 | Beschrijving van type en categorie van de Obligaties en security identification number | 2,40% vastrentende obligaties die vervallen op 5 februari 2016 uitgedrukt in euro (de Obligaties) ISIN BE0002194604; Gemeenschappelijke Code (Common Code) 089744008 |
C.2 | Munteenheid van de Obligaties | EUR |
C.5 | Beschrijving van de beperking op de vrije overdraag- baarheid van de Obligaties | Onder voorbehoud van beperkingen in alle jurisdicties met betrekking tot de aanbiedingen, verkopen of overdrachten van obligaties, zijn de Obligaties vrij overdraagbaar overeenkomstig het Belgische Wetboek van Vennootschappen. |
C.8 | Beschrijving van de rechten gehecht aan de Obligaties, met inbegrip van rangorde en van de op deze rechten geldende beperkingen | De Obligaties vormen rechtstreekse, onvoorwaardelijke, niet- achtergestelde en niet door zekerheden gedekte verbintenissen van de Emittent, zullen onderling in gelijke rang (pari passu) komen en nemen een gelijke rang met alle andere bestaande en toekomstige niet door zekerheden gedekte en niet-achtergestelde verbintenissen van de Emittent, met uitzondering van de verbintenissen die bevoorrecht zijn krachtens wetsbepalingen die van algemene toepassing zijn en onder voorbehoud van enige rechten van schuldvergelijking die zouden kunnen worden uitgeoefend door of ten aanzien van de Emittent. |
C.9 | Zie C.8 hierboven voor een beschrijving van de rechten gehecht aan de Obligaties, met inbegrip van rangorde en van de op deze rechten geldende beperkingen. | |
Rente | Elke Obligatie zal interest opbrengen vanaf 5 april 2013 (de Uitgiftedatum) ten belope van 2,40% per jaar (de Interestvoet). | |
Interest Betalingsdatum | 5 februari in elk jaar (de Interest Betaaldatum) | |
Vervaldatum | 5 februari 2016 | |
Terugbetaal- bedrag op Vervaldatum | De Obligaties zullen worden terugbetaald aan 100% van het nominaal bedrag. | |
Vervroegde Terugbetaling | • De Obligaties kunnen naar aanleiding van een Wanprestatie (zie hieronder) vervroegd worden terugbetaald tegen de Gespecifieerde Nominale Waarde samen met verlopen interest (indien er is) tot de datum van betaling. |
• De Obligaties kunnen geheel (maar niet gedeeltelijk) vervroegd worden terugbetaald tegen hun nominaal bedrag (samen met interest aangegroeid tot de datum die is bepaald voor de terugbetaling), indien de Emittent bijkomende belastingen dient te betalen met betrekking tot de Obligaties ten gevolge van een wijziging in de Belgische wetten, verdragen of regelgevingen of ten gevolge van een wijziging in de toepassing of interpretatie van deze wetten, verdragen of regelgevingen. • De Obligaties kunnen geheel (maar niet gedeeltelijk) vervroegd worden terugbetaald tegen hun nominaal bedrag (samen met interest aangegroeid tot de datum die is bepaald voor de terugbetaling), indien de nakoming van de verbintenissen van de Emittent met betrekking tot de Obligaties geheel of gedeeltelijk onwettig of verboden geworden is of wordt omwille van de naleving van enige toepasselijke huidige of toekomstige wet, regel, reglement, vonnis, bevel of richtlijn van enige overheid, administratie, wetgever of rechtbank of een bepaalde interpretatie daarvan. | ||
Wanprestaties | Wanprestaties ten aanzien van de Obligaties omvatten: (i) niet-betaling van de hoofdsom of de interest op de Obligaties, (ii) verzuim om enige andere bepaling, afspraak, overeenkomst of verplichting opgenomen in de Voorwaarden van de Obligaties, de overeenkomst van financiële dienstverlening die zal afgesloten worden tussen de Emittent en KBC Bank NV die optreedt als onder andere domiciliëringsagent, noteringsagent en betaalagent (de Agency Agreement) of de overeenkomst van dienstverlening met betrekking tot de uitgifte van gedematerialiseerde obligaties (de Clearingovereenkomst) af te sluiten op of voor de Uitgiftedatum tussen de Emittent, de Agent en de Nationale Bank van België NV (de NBB) na te leven; (iii) tenuitvoerleggingsprocedures; (iv) insolventie; en (v) vereffening. | |
Vertegenwoor- diger van de obligatiehouders/ Vergadering van obligatiehouders | De Voorwaarden van de Obligaties bevatten bepalingen voor het bijeenroepen van vergaderingen van obligatiehouders voor het beraadslagen over aangelegenheden die hen in algemene zin aanbelangen. Op grond van deze bepalingen is een stemming van een vastgestelde meerderheid bindend voor alle Obligatiehouders, met inbegrip van obligatiehouders die de betreffende vergadering niet hebben bijgewoond en obligatiehouders die een van de meerderheid afwijkende stem hebben uitgebracht. | |
C.10 | Derivatencom- ponent in interestbetalingen | Niet van toepassing; de Obligaties hebben geen derivatencomponent in de interestbetalingen. |
C.11 | Notering en toelating tot de verhandeling | Er werd een aanvraag ingediend tot notering van de Obligaties op NYSE Euronext Brussels en toelating van de Obligaties tot verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. |
Afdeling D – Xxxxxx’x | ||
D.2 | Voornaamste | De Emittent is van oordeel dat de factoren samengevat hieronder haar |
xxxxxx’x verbonden aan de Emittent | vermogen om de verplichtingen na te komen uit hoofde van de Obligaties kunnen beïnvloeden. De Emittent is van oordeel dat deze factoren de belangrijkste risico's met betrekking tot de Emittent samenvatten, maar het onvermogen van de Emittent om rente, hoofdsom of andere bedragen op of in verband met de Obligaties te betalen, kan ook door andere redenen worden veroorzaakt en de Emittent garandeert niet dat deze opgesomde factoren exhaustief zijn. Potentiële beleggers dienen de risico factoren zelf te beoordelen vooraleer ze een beleggingsbeslissing nemen. Deze factoren zijn onder andere: • het vermogen van de dochtervennootschappen om dividenden en andere bedragen aan de Emittent, die de holdingvennootschap is, over te maken, kan onderhevig zijn aan hun winstgevendheid en aan eventuele wettelijke of contractuele beperkingen (evenals aan het risico van verwatering van participaties in deze dochtervennootschappen); • de huidige economische situatie en de huidige marktomstandigheden vormen voor de Groep significante uitdagingen en kunnen de resultaten negatief beïnvloeden; • toenemende regulering van de financiële dienstensector zou er onder meer toe kunnen leiden dat de Groep verplicht wordt activa te liquideren of activiteiten in te perken, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten van de Groep; • de zeer competitieve omgeving waarin de Groep opereert kan nog competitiever worden; • de risico's in verband met de liquiditeit en de financiering kunnen groter worden door de huidige wereldwijde marktomstandigheden. De liquiditeitspositie van de Groep is momenteel toereikend maar het verkrijgen van liquiditeiten zou negatief beïnvloed kunnen worden als de Groep geen toegang meer zou verkrijgen tot de obligatiemarkt, geen producten kan verkopen of financieringen kan terugbetalen als gevolg van verslechterende marktomstandigheden, het gebrek aan vertrouwen in de financiële markten, onzekerheden en speculaties met betrekking tot de solvabiliteit van marktdeelnemers, ratingverlagingen of operationele problemen van derden. Beperkingen van het vermogen van de Groep om de nodige fondsen te verzamelen tegen gunstige voorwaarden, moeilijkheden om langetermijnfinancieringen te krijgen tegen gunstige voorwaarden of aanzienlijke uitstromen zouden nadelige gevolgen kunnen hebben voor de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep. In dat opzicht moet ook rekening worden gehouden met de toepassing van de nieuwe liquiditeitsvereisten volgens Basel III en CRD IV. Volgens de huidige planning verwacht de Groep geen problemen om aan de kwantitatieve liquiditeitsvereisten van Basel III te voldoen wanneer deze in voege treden. Er kunnen echter wel indirecte effecten |
optreden door de mate waarin toegenomen concurrentie leidt tot hogere kost om deposito‟s aan te trekken.
• de Groep is op significante wijze blootgesteld aan wanbetalingsrisico;
• de Groep is blootgesteld aan het kredietrisico op haar tegenpartijen;
• veranderingen in de rentevoeten kunnen onder meer de rente- inkomsten beïnvloeden die de Groep haalt uit vastrentende beleggingen en ook de marktwaarde van vastrentende effecten die Groep in haar portefeuille heeft bëinvloeden. Een onevenwicht tussen de renteopbrengende activa en de rentedragende passiva in een gegeven periode kan ook, in het geval van rentewijzigingen, een wezenlijke invloed hebben op de financiële toestand of bedrijfsresultaten van de Groep;
• wisselkoersrisico;
• de strategieën om zich tegen de marktrisico's in te dekken, kunnen ondoeltreffend blijken te zijn;
• een verlaging van de kredietrating kan de toegang tot bepaalde markten en tegenpartijen beperken en kan de noodzaak creëren om bijkomende onderpanden te verstrekken aan tegenpartijen of bij beurzen;
• de Groep is zeer sterk geconcentreerd in en is dus kwetsbaar voor blootstelling aan Europese staten, in het bijzonder in het thuisland België;
• potentiële verliezen uit portefeuilles met gestructureerde producten. De Groep was actief in het domein van de gestructureerde kredieten, als verstrekker en als belegger. Sinds midden 2007 heeft de Groep zijn strategie aangepast. De risico‟s verbonden met die portefeuilles gestructureerde producten kunnen een negatief effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep;
• xxxxxx'x die verband houden met de overheidssteun en met het bijbehorende Europese plan: het aanvaarden van overheidssteun betekent ook het aanvaarden van de ermee verbonden risico's en verplichtingen, zo is het niet gegarandeerd dat het strategisch plan een succes wordt (bijv. het is niet gegarandeerd dat een aantal verplichte desinvesteringen voordelig zullen uitvallen en dat er geen operationele risico's aan verbonden zijn voor de Groep);
• operationele risico's, zoals onder andere fraude en andere criminele activiteiten (zowel intern als extern), storingen in processen of procedures, pannes of onbeschikbaarheid van systemen enz. De Groep probeert de operationele risico‟s op aanvaardbare niveaus te houden door te zorgen voor een gezonde en gecontroleeerde omgeving, rekening houdend met de kenmerken van de business, de markten en de regelgevende omgeving waarin hij actief is. Deze
controlemaatregelen verminderen de operationele risico‟s maar kunnen ze niet volledig uitsluiten; • de beleidslijnen, procedures en methodes voor risicobeheer kunnen de Groep blootstellen aan risico's die niet zijn geïdentificeerd, waarop niet is geanticipeerd of die fout zijn ingeschat. De Groep besteedt heel wat middelen in de ontwikkeling van gedragslijnen, modellen en procedures voor risicobeheer en risicobeoordelingsmethodes voor zijn bank- en vermogensbeheeractiviteiten. Toch kan het zijn dat die risicobeheertechnieken en –strategieën niet volledig doeltreffend zijn voor het beoordelen van de risicoblootstelling in alle economische en marktomstandigheden of bij alle soorten risico‟s, met inbegrip van risico‟s die de Groep niet geïdentificeerd of niet verwacht heeft; • het risico op schendingen van compliance-gerelateerde vereisten; • geschillen of andere procedures of rechtszaken kunnen een negatieve invloed hebben op de Groep. Gezien de ingewikkelde omstandigheden en de complexe transacties die aan de basis kunnen liggen van zulke procedures en de discussies die kunnen ontstaan over de interpretatie van het toepasselijke recht is het moeilijk om de eventuele aansprakelijkheid, de uitkomst van eventuele procedures en het tijdsverloop ervan in te schatten. Er kan niet gegarandeerd worden dat de voorziene provisies gebaseerd op inschattingen op basis van redelijkheid en waarschijnlijkheid volstaan om de mogelijke verliezen uit juridische procedures volledig te dekken. Juridische geschillen kunnen dus de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep negatief beïnvloeden; en • xxxxxx'x voor rekening van de rechtstreekse en onrechtstreekse pensioenverplichtingen (ten overstaan van huidige en vroeg personeel), die verplichtingen omvatten onder meer verschillende risico's die vergelijkbaar zijn met de risico's van een levensverzekeringmaatschappij en de risico's van een kapitaalbelegging. | ||
D.3 | Voornaamste risico’s verbonden aan de Obligaties | • Het is mogelijk dat de Obligaties geen geschikte belegging zijn voor alle beleggers. • Er is geen garantie op een actieve markt voor de Obligaties. • De Obligaties zijn blootgesteld aan het marktrenterisico, inflatierisico, wisselkoersrisico's en wisselkoerscontroles. • De marktwaarde van de Obligaties kan worden beïnvloed door de kredietwaardigheid van de Emittent en een aantal bijkomende factoren. • De Obligaties kunnen in bepaalde omstandigheden vervroegd worden terugbetaald (zie hoger C.9.). |
• De Obligaties kunnen impact ondervinden van turbulenties op de wereldwijde kredietmarkten en de crisis in de eurozone.
• Wijzigingen van de voorwaarden van de Obligaties kunnen worden opgelegd aan alle obligatiehouders mits goedkeuring door vastgestelde meerderheden van obligatiehouders.
• Bepaalde betalingen met betrekking tot de Obligaties kunnen beïnvloed worden door de EU Spaarrichtlijn.
• Er is geen beperking aan de mogelijkheden voor de Emittent om bijkomende schulden aan te gaan.
• De Obligaties zijn niet gewaarborgde verplichtingen van de Emittent. Zij genieten geen bescherming van het Belgische Depositogarantiestelsel of enig buitenlands depositogarantiestelsel.
• De positie van de Obligatiehouders kan negatief beïnvloed worden door de eventuele aanname van het ontwerp van EU richtlijn met betrekking tot het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen.
• Mogelijke kopers en verkopers van de Obligaties kunnen verplicht worden om belastingen of andere documentaire lasten of heffingen te betalen overeenkomstig de wetten en praktijken van het land waarnaar de Obligaties worden overgedragen of andere rechtsgebieden.
• Wijzigingen in bestaande wetgeving kunnen leiden tot wijziging van bepaalde voorwaarden.
• In geval een Obligatiehouder een kennisgeving of betaling niet ontvangt in overeenstemming met de Voorwaarden, zou het kunnen dat hij hierdoor schade lijdt, zonder dat hij het recht heeft de Emittent hiervoor aansprakelijk te stellen.
• De overdracht van de Obligaties, betalingen in verband met de Obligaties en alle communicatie met de Emittent zal verlopen via het Clearingsysteem. De Emittent is op geen enkele wijze aansprakelijk voor de inschrijvingen of betalingen met betrekking tot de Obligaties in het Clearingsysteem.
• De Agent is niet verplicht om de bedragen af te zonderen die door hem zijn ontvangen in verband met de via het Clearingsysteem vereffende Obligaties. Dit betekent dat in geval de Agent het voorwerp zou uitmaken van aan een insolventieprocedure op enig ogenblik waarop hij dergelijke bedragen aanhoudt, de Obligatiehouders geen enkele vordering hebben tegen de Emittent in verband met dergelijke bedragen en dat zij verplicht zijn dergelijke bedragen te vorderen van de Agent, overeenkomstig de toepasselijke Belgische insolventiewetgeving.
• De Emittent, de Agent en de Manager mogen deelnemen aan transacties die een negatieve impact kunnen hebben op de belangen
van de Obligatiehouders. De Manager en de Agent zijn rechtstreekse, 100% gecontroleerde dochtervennootschappen zijn van de Emittent. • Wettelijke beleggingsbeperkingen kunnen de bepaalde investeerders beperken in hun mogelijkheden om bepaalde investeringen te doen. • Het gebruik van een krediet voor de aankoop van Obligaties kan het risico op verlies significant doen toenemen. • Als de voorwaarden van het Openbaar Aanbod en de daaropvolgende uitgifte van de Obligaties niet vervuld zijn op de Uitgiftedatum (behoudens het verzaken door de Manager aan voorwaarden die niet zouden kunnen worden vervuld) of als de Manager een einde stelt aan de Plaatsingsovereenkomst in één van de hiervoor vermelde omstandigheden, zullen de Obligaties niet worden uitgegeven. In geval van annulering van de uitgifte, zal een mededeling worden gepubliceerd op de website van de Emittent, binnen de sectie die gereserveerd is voor beleggers (raadpleegbaar op xxx.xxx.xxx), en op de websites van de Manager (xxx.xxx.xx voor KBC Bank en xxx.xxx.xx voor CBC Banque). In dit geval zullen de beleggers die het inschrijvingsbedrag hebben betaald voor de Obligaties voorafgaand aan de annulering van het Openbaar Aanbod, niet de mogelijkheid hebben te genieten van het voordeel van interest op de betaalde bedragen die zij anders hadden kunnen verdienen indien zij dergelijk inschrijvingsbedrag voor de Obligaties niet hadden betaald. • De Emittent is opgericht naar Belgisch recht en heeft zijn maatschappelijke zetel in België en is, bijgevolg, in de regel, onderworpen aan de insolventiewetten en procedures in België. | ||
Afdeling E – Aanbieding | ||
E.2b | Reden voor het aanbod en aanwending van de opbrengsten | KBC Groep NV tracht geleidelijk aan de huidige kortetermijnfinanciering te vervangen door meer stabiele financieringsbronnen op lange en middellange termijn. De netto opbrengsten uit deze obligatie-uitgifte zullen worden aangewend voor algemene bedrijfsdoeleinden van de Groep en om een bijkomende en meer stabiele financiering op middellange termijn voor KBC Groep NV te zorgen. Deze financiering vervangt bijvoorbeeld financiering op korte termijn via commercial paper. De omvang van deze Obligatieuitgifte is beperkt ten opzichte van andere financieringen aangegaan door KBC Groep NV. Gelet hierop is het op dit ogenblik niet mogelijk om precies alle aanwendingen in het kader van de algemene bedrijfsdoeleinden verder te omschrijven. |
E.3 | Algemene Voorwaarden van het aanbod | |
Uitgiftedatum | 5 april 2013 (de Uitgiftedatum) | |
Uitgifteprijs | 100% (de Uitgifteprijs) |
Coupure | EUR 1.000 per Obligatie |
Aanbiedingsperiod e | Van 4 maart 2013 tot en met 2 april 2013 (onder voorbehoud van vervroegde afsluiting) |
Manager | KBC Bank NV (CBC Banque SA, dochtervennootschap van KBC Bank NV, met maatschappelijke zetel te Xxxxx Xxxxx 0, 0000 Xxxxxxx (CBC Banque) inbegrepen) |
Agent | KBC Bank NV |
Rechtsgebieden voor het openbaar aanbod | België |
Voorwaarden die het openbaar aanbod beheersen | Het Openbaar Aanbod en de uitgifte van de Obligaties zijn onderworpen aan een beperkt aantal voorwaarden die uiteengezet zijn in de plaatsingsovereenkomst, tussen de Emittent en de Manager (de Plaatsingsovereenkomst) en dewelke onder andere omvatten: (i) de juistheid van de verklaringen en waarborgen die door de Emittent in de Plaatsingsovereenkomst worden gegeven, (ii) de Plaatsingsovereenkomst, de Clearingovereenkomst en de Agency Agreement werden door alle partijen ondertekend voorafgaand aan de Uitgiftedatum, (iii) de toelating tot de verhandeling van de Obligaties op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels op of voorafgaand de Uitgiftedatum, (iv) dat er op de Uitgiftedatum geen negatieve wijziging van betekenis (zoals omschreven in de Plaatsingsovereenkomst) heeft plaatsgevonden die een invloed heeft op de Emittent en dat er geen gebeurtenis heeft plaatsgevonden die de verklaringen en waarborgen opgenomen in de Plaatsingsovereenkomst op significante wijze onwaar of incorrect maakt op de Uitgiftedatum alsof ze op die datum gegeven zouden zijn en dat de Emittent al haar verplichtingen onder de Plaatsingsovereenkomst op of voorafgaand de Uitgiftedatum heeft voldaan en (v) geen overmacht kan worden ingeroepen door de Manager zoals beoordeeld door hemzelf. De Manager kan (geheel of gedeeltelijk) verzaken aan deze voorwaarden. Als de voorwaarden van het Openbaar Aanbod en de daaropvolgende uitgifte van de Obligaties niet vervuld zijn op de Uitgiftedatum (behoudens de gehele of gedeeltelijke verzaking door de Manager aan voorwaarden) of als de Manager een einde stelt aan de Plaatsingsovereenkomst in één van de hiervoor vermelde omstandigheden, zullen de Obligaties niet worden uitgegeven. In geval van annulering van de uitgifte, zal een mededeling worden gepubliceerd op de website van de Emittent, binnen de sectie die gereserveerd is voor beleggers (raadpleegbaar op xxx.xxx.xxx), en op de websites van de Manager (xxx.xxx.xx voor KBC Bank en xxx.xxx.xx voor CBC Banque). In dit geval zullen de beleggers die het inschrijvingsbedrag hebben betaald voor de Obligaties voorafgaand aan de annulering van het Openbaar Aanbod, niet de mogelijkheid hebben te genieten van het voordeel van interest op de betaalde bedragen die zij anders hadden kunnen verdienen indien zij dergelijk inschrijvingsbedrag voor de |
Obligaties niet hadden betaald. | ||
Toewijzing | Alle inschrijvingen die geldig werden ingediend door de particuliere beleggers bij de Manager voor het einde van de Minimale Verkoopsperiode (dit is tot aan de derde Werkdag in België nadat het Prospectus beschikbaar werd gesteld op de website van de Emittent en de Manager (de datum waarop het Prospectus beschikbaar werd gesteld meegerekend)) moeten worden aanvaard wanneer de Obligaties worden toegewezen, met dien verstande dat in geval van overinschrijving, een vermindering van toepassing kan zijn, d.i. de inschrijvingen proportioneel zullen worden herleid, met een toewijzing van een veelvoud van EUR 1.000 en, in de mate van het mogelijke, een minimaal nominaal bedrag van EUR 1.000; hetgeen overeenstemt met de Coupures van de Obligaties. Ingeval van overinschrijving zullen de Obligaties bij voorrrang worden toegewezen aan Particuliere Beleggers. | |
Toepasselijk recht en bevoegde rechtbank | De Obligaties en alle niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit of verband houden met de Obligaties zullen beheerst worden door, en geïnterpreteerd worden in overeenstemming met het Belgische recht. De rechtbanken van Brussel zullen een exclusieve bevoegdheid hebben ten behoeve van elk geschil dat voortvloeit uit of verband houdt met de Obligaties. | |
E.4 | Belangen van materieel belang met betrekking tot Openbaar Aanbod | De Manager en de Agent zijn rechtstreekse, 100% gecontroleerde dochtervennootschappen van de Emittent. De Manager (KBC Bank NV (samen met CBC Banque)) zal een distributievergoeding ontvangen, gelijk aan 1,50% van het nominale bedrag van de Obligaties, die door de Emittent zal worden betaald. Deze distributievergoeding is de enige tegenprestatie voor de Manager in het kader van het Openbaar Aanbod. Voorzover de Emittent weet, heeft geen andere persoon betrokken bij de uitgifte van de Obligaties een materieel belang met betrekking tot het Openbaar Aanbod. |
E.7 | Geschatte kosten aangerekend aan de belegger door de Emittent | Geen. |
DEEL II: RISICOFACTOREN
De Emittent meent dat de volgende factoren haar vermogen zouden kunnen aantasten om haar verbintenissen ten aanzien van de Obligaties na te komen. De meeste van deze factoren zijn omstandigheden die zich wel of niet zouden kunnen voordoen en de Emittent bevindt zich niet in een positie om een uitspraak te doen over de waarschijnlijkheid dat dergelijke omstandigheden zich zouden kunnen voordoen.
Daarenboven worden hieronder ook factoren beschreven die belangrijk zijn om het aan de Obligaties verbonden marktrisico te beoordelen.
De Emittent meent dat de hieronder beschreven factoren de voornaamste risico’s vertegenwoordigen die verbonden zijn aan een belegging in de Obligaties, maar het onvermogen van de Emittent om interest, kapitaal of andere bedragen op of in verband met de Obligaties te betalen kan zich om andere redenen voordoen die de Emittent niet als belangrijke risico’s beschouwt op basis van de informatie die op dit ogenblik beschikbaar is of die hij op dit ogenblik niet kan voorzien. De volgorde waarin de risico’s zijn opgesomd is geen indicatie van de waarschijnlijkheid dat zij zich zouden voordoen of van de omvang van hun commerciële gevolgen. Potentiële beleggers dienen ook de gedetailleerde informatie te lezen die elders in dit Prospectus vermeld is of opgenomen is door middel van verwijzing in dit Prospectus. Zij dienen tot hun eigen besluiten te komen voor zij een beslissing nemen om te beleggen en moeten hun eigen professionele raadgevers raadplegen indien zij dit nodig achten. In geval van het verwezenlijken van één of meer van de risicofactoren, loopt u het risico om de bedragen waarop u recht zou hebben, niet terug te krijgen en het geïnvesteerde kapitaal te verliezen.
Begrippen gedefinieerd in Deel IV van het Prospectus (Algemene Voorwaarden van de Obligaties) (de
Voorwaarden) zullen dezelfde betekenis hebben hieronder.
FACTOREN DIE EEN IMPACT KUNNEN HEBBEN OP HET VERMOGEN VAN DE EMITTENT OM HAAR VERBINTENISSEN TEN AANZIEN VAN DE OBLIGATIES NA TE KOMEN
In hetgeen volgt betekent de term Groep KBC Groep NV samen met haar geconsolideerde dochtervennootschappen. Deze term zal gedefinieerd worden in Deel VI van het Prospectus (Beschrijving van de Emittent).
De positie van de Emittent binnen de Groep
De Emittent is de financiële moedermaatschappij van de Groep en heeft twee belangrijke dochtermaatschappijen, KBC Bank NV en KBC Verzekeringen NV. De belangrijkste bronnen van werkingsmiddelen voor de Emittent zijn de dividenden, uitkeringen, interestbetalingen en/of voorschotten die zij van haar operationele dochtervennootschappen ontvangt en de bedragen die opgehaald worden door uitgiften van schuldinstrumenten. Het vermogen van de dochtervennootschappen om dividenden en andere bedragen aan de Emittent over te maken, kan onderhevig zijn aan hun winstgevendheid en aan eventuele wettelijke of contractuele beperkingen. Indien een participatie in een dochtervennootschap zou verwateren, dan zal dit ook een negatieve invloed hebben op het aandeel in de dividenden die het van deze dochtervennootschap ontvangt. Bovendien moet er op worden gewezen dat doordat de Emittent een houdstermaatschappij is, de Obligatiehouders structureel zijn achtergesteld tegenover andere schuldeisers die schulden aanhouden op niveau van één of meerdere van de operationele dochtervennootschappen van de Emittent. De Voorwaarden van de Obligaties leggen geen beperkingen op aan de Emittent en haar dochtervennootschappen om bijkomende schulden aan te gaan op het niveau van de dochtervennootschappen van de Emittent. Deze bijkomende schulden kunnen al dan niet gewaarborgd zijn door een garantie van de Emittent of door zakelijke zekerheden verstrekt door de Emittent of de dochtervennootschappen (of bijvoorbeeld, in het geval van KBC Bank NV, de vorm aannemen van Belgische pandbrieven (covered bonds)). Vaak ook zullen de dochtervennootschappen van de Emittent meer operationele activa aanhouden dan de Emittent. Na uitwinning van de activa van de dochtervennootschappen van de Emittent kan het zijn
dat er onvoldoende activa overblijven die kunnen worden uitgekeerd aan en aangewend door de Emittent ter terugbetaling van de Obligaties (hoofdsom en/of interesten).
Risico’s verbonden aan de markt waarin de Groep actief is
Huidige economische en marktomstandigheden vormen belangrijke uitdagingen voor de Groep en kunnen de resultaten negatief beïnvloeden
De wereldeconomie, de toestand op de financiële markten en de ongunstige macro-economische ontwikkelingen kunnen het resultaat van de Groep sterk beïnvloeden. De voorbije jaren was de volatiliteit op de financiële markten ongezien hoog. De financiële onrust sinds 2008 en de nawerkingen ervan op de bredere economie hebben geleid tot lagere winstvooruitzichten voor de financiële sector. Tijdens die periode moesten heel wat regeringen en centrale banken de rol van redder in nood op zich nemen. De financiering van financiële instellingen door kredietverleners en institutionele beleggers was immers schaars geworden en dat bedreigde de stabiliteit van het wereldwijde financiële systeem. De kredietschaarste, toegenomen marktvolatiliteit en wijdverspreide inkrimping van de bedrijfsactiviteit hebben de financiële toestand, de bedrijfsresultaten, liquiditeit en toegang tot kapitaal en krediet van de Groep aangetast. De grote onzekerheid op de markten en de aanzienlijke beperkingen van het kredietsysteem houden al aan sinds begin 2009.
Daarnaast gaan heel wat Europese landen gebukt onder relatief hoge overheidsschulden of begrotingstekorten, of beide. Dat heeft geleid tot spanningen op de Europese obligatiemarkten en de interbankenmarkt en tot volatiele credit spreads. De crisis van 2010 in de Europese periferie heeft landen als Ierland getroffen, waar de Groep actief is.
Omdat het overgrote deel van de activiteiten van de Groep zich momenteel afspeelt in België, Ierland en Centraal- en Oost-Europa, wordt zijn resultaat uiteraard beïnvloed door de omvang en cyclische aard van de bedrijfsactiviteit in die landen. Die wordt op haar beurt beïnvloed door zowel binnenlandse als internationale economische en politieke gebeurtenissen. Een verzwakking van die economieën kan negatieve gevolgen hebben voor de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep. Bovendien zou elke verslechtering van het huidige klimaat op de financiële en obligatiemarkten kunnen wegen op de activiteiten, de bedrijfsresultaten en de financiële toestand van de Groep.
De verliezen en waardeverminderingen op activa als gevolg van de huidige economische situatie hebben heel wat financiële instellingen, waaronder de Groep, gedwongen bijkomend kapitaal op te halen om de vereiste solvabiliteitsratio‟s te handhaven. Het zou evenwel kunnen dat KBC Groep NV en/of sommige van zijn gereguleerde dochterondernemingen nog meer kapitaal moeten ophalen, als gevolg van verdere waardeverminderingen op activa of andere factoren. Een verdere inbreng van bijkomend aandelenkapitaal zou, indien noodzakelijk, moeilijk haalbaar kunnen zijn. Als een vennootschap van de Groep er niet in slaagt de minimale reglementaire kapitaalratio‟s te handhaven, zou dat kunnen leiden tot administratieve acties of sancties. Die zouden op hun beurt zwaar kunnen wegen op het bedrijfsresultaat, de financiële toestand en vooruitzichten. Voor een overzicht van de impact van de huidige economische situatie hierop wordt verwezen naar Deel IX van het Prospectus (Financiële informatie met betrekking tot de activa en passiva van de Emittent, haar financiële positie en winst en verliezen).
Het niveau en de volatiliteit van de korte- en langetermijnrentes, de inflatie, tewerkstelling, faillissementen, het gezinsinkomen, de consumentenuitgaven, schommelingen op zowel de obligatie- als de aandelenmarkten, de liquiditeit van de wereldwijde financiële markten, wisselkoersschommelingen, de beschikbaarheid en kostprijs van financiering, het beleggersvertrouwen, kredietrisicopremies (op bedrijven, overheden …) (zogenaamde credit spreads) en de sterkte van de economieën waarin de Groep actief is, zijn factoren die invloed kunnen hebben op de Groep.
Daarnaast zijn de activiteiten van de Groep afhankelijk van de hoeveelheid bank-, financierings- en financiële diensten die zijn cliënten vragen. Vooral het kredietverleningsniveau is sterk afhankelijk van het
consumentenvertrouwen, de ontwikkeling van de werkgelegenheid, de toestand van de economieën waarin de Groep actief is en de marktrentes op dat ogenblik.
Een volatiele markt kan ongunstig zijn voor de bank- en vermogensbeheeractiviteiten van de Groep door een dalende vraag naar producten en diensten, een waardevermindering van de activa die de Groep in portefeuille heeft, een daling van de rentabiliteit van bepaalde activa en een verminderde liquiditeit in bepaalde activaklassen.
Een strengere regulering van de financiële dienstensector of wijzigingen daaraan kunnen de activiteiten van de Groep negatief beïnvloeden
Als reactie op de wereldwijde crisis is de regelgeving van de financiële dienstensector gewijzigd. Zo zijn er talrijke initiatieven en maatregelen genomen door de Europese Unie en de nationale overheden, waren er de stresstest onder toezicht van de Europese Bankenautoriteit in samenwerking met de Europese Centrale Bank, de beoordelingen van het liquiditeitsrisico op Europees en nationaal niveau en de goedkeuring van de nieuwe reglementaire kapitaalvereisten volgens Basel III en de Richtlijn en Reglementering Kapitaaltoereikendheid, CRD IV. Daarnaast zijn ook de internationale boekhoudnormen (IFRS) verder aangepast. Hoewel de Groep nauw samenwerkt met zijn toezichthouders en de reglementaire ontwikkelingen op de voet volgt, kan niet met zekerheid worden gezegd dat bijkomende reglementering of kapitaalvereisten geen negatieve gevolgen zullen hebben voor de activiteiten en financiële toestand van de Groep.
Het kan niet worden gegarandeerd dat de toepassing van die nieuwe normen, of elke andere nieuwe reglementering, de Groep niet zal verplichten om effecten uit te geven die in aanmerking komen als reglementair kapitaal of om activa te liquideren of activiteiten in te perken, wat allemaal negatieve gevolgen kan hebben voor zijn activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
De bedrijfsvoering van de Groep is onderworpen aan de bestaande reglementering en daarmee samenhangende reglementaire risico‟s, zoals de gevolgen van wijzigingen in de wetgeving, reglementen, beleidslijnen en interpretaties in België en de andere regio‟s waar de Groep actief is. Wijzigingen in het toezicht en de reglementering, met name in België en Centraal- en Oost-Europa (bv. Hongarije), zouden de activiteiten van de Groep, de producten en diensten die hij aanbiedt of de waarde van zijn activa aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Bovendien lijkt het toezicht dat overheden en toezichthouders uitoefenen om de geldende regels af te dwingen sinds het begin van de wereldwijde economische crisis strenger te zijn geworden en neemt het aantal oproepen toe om meer bijdragen te eisen van de financiële dienstensector. Het kan niet worden gegarandeerd dat zulk strenger toezicht of hogere lasten de Groep niet zullen verplichten om bijkomende maatregelen te nemen die op hun beurt negatieve gevolgen kunnen hebben voor zijn activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten.
Risico’s verbonden aan de sterke concurrentieomgeving waarin de Groep actief is en die nog zou kunnen verscherpen als gevolg van de wereldwijde marktomstandigheden
Als financiële dienstverlener ondervindt de Groep heel wat concurrentie die zou kunnen wegen op de resultaten van zijn bank-, verzekerings- en vermogensbeheeractiviteiten en van andere producten en diensten.
Op zijn thuismarkt België ondervindt de Groep aanzienlijke concurrentie, voornamelijk van BNP Paribas Fortis, ING Groep en Belfius Bank. Daarnaast neemt op de Belgische spaarmarkt de concurrentie toe van kleinere bankspelers (en internetbanken) die hun respectieve marktaandeel willen vergroten door hogere rentetarieven aan te bieden. In Centraal- en Oost-Europa heeft de Groep concurrentie van de regionale banken in elk van de jurisdicties waar het actief is en van internationale concurrenten als UniCredit, Erste Bank en Raiffeisen International. De concurrentie wordt ook beïnvloed door de consumptievraag, technologische veranderingen, reglementaire acties en/of beperkingen en andere factoren. Die concurrentiedruk zou kunnen leiden tot toenemende prijsdruk voor een aantal producten en diensten van de Groep en tot het verlies van marktaandeel in een of meerdere markten, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de Groep.
Risico’s verbonden aan liquiditeit en financiering, inherent aan de activiteiten van de Groep, zijn groter geworden door het huidige klimaat op de wereldmarkten
Het verkrijgen van liquiditeiten voor de activiteiten van de Groep en de toegang tot langetermijnfinanciering zijn cruciaal om de strategische doelen van de Groep te halen. Ze zorgen ervoor dat de Groep zijn betalingsverplichtingen, al dan niet gepland, kan nakomen zodat de activiteiten of de financiële toestand van de Groep niet geschaad worden.
De liquiditeitspositie van de Groep is momenteel toereikend (met een gediversifieerde kerndepositobasis en een groot aantal liquide en/of verpandbare activa), maar de mogelijkheid om liquiditeiten te bekomen zou negatief beïnvloed kunnen worden als de Groep geen toegang zou krijgen tot de obligatiemarkt, geen producten kan verkopen of financieringen kan terugbetalen als gevolg van de verslechterende marktomstandigheden, het gebrek aan vertrouwen in de financiële markten, onzekerheden en speculaties met betrekking tot de solvabiliteit van marktdeelnemers, ratingverlagingen of operationele problemen van derden. Daarnaast zou de liquiditeitspositie van de Groep ook getroffen kunnen worden door een aanzienlijke uitstroom van deposito‟s, uit vermogensbeheerproducten en levensverzekeringen.
Beperkingen van het vermogen van de Groep om de nodige fondsen te verzamelen tegen gunstige voorwaarden, moeilijkheden om langetermijnfinancieringen te krijgen tegen gunstige voorwaarden of aanzienlijke uitstromen zouden nadelige gevolgen kunnen hebben voor de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep. In dat opzicht moet ook rekening worden gehouden met de toepassing van de nieuwe liquiditeitsvereisten volgens Basel III en CRD IV. Volgens de huidige planning verwacht de Groep geen problemen om aan de kwantitatieve liquiditeitsvereisten van Basel III te voldoen wanneer deze in voege treden. Er kunnen echter wel indirecte effecten optreden door de mate waarin toegenomen concurrentie leidt tot hogere kost om deposito‟s aan te trekken.
Bovendien kan een langdurige achteruitgang van de markten de liquiditeit verminderen van markten die normaal gezien liquide zijn. Als de Groep in de loop van zijn activiteiten op korte termijn een groot bedrag aan contanten nodig heeft, boven de verwachte cashbehoeften, zou de Groep problemen kunnen ondervinden om activa tijdig en/of tegen een aantrekkelijke prijs te verkopen.
Door de crisis op de financiële markten en de beperkte beschikbare liquiditeiten moeten heel wat marktdeelnemers in de sector een beroep doen op centrale banken en overheden en daarvoor effecten als onderpand geven. Als er geen liquiditeit beschikbaar zou zijn via zulke maatregelen of als zulke maatregelen worden afgebouwd of stopgezet, zou het nog moeilijker kunnen worden om liquiditeit te verkrijgen op de markt en/of zouden de kosten voor het verkrijgen van die liquiditeit kunnen stijgen. Dat zou negatieve gevolgen hebben voor de activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten van de Groep.
Risico’s verbonden aan de Groep en zijn activiteiten
De Groep is sterk blootgesteld aan wanbetalingsrisico
Als grote financiële holding loopt de Groep een groot aantal algemene kredietrisico‟s, waaronder risico‟s die ontstaan door veranderingen in de kredietkwaliteit en terugvorderbaarheid van leningen en bedragen verschuldigd door tegenpartijen. Derden die de Groep geld, effecten of andere activa verschuldigd zijn, betalen mogelijk niet of komen hun verplichtingen niet na. Die partijen omvatten, onder andere, kredietnemers met leningen bij de Groep (inzonderheid KBC Bank NV), de ondernemingen waarvan de Groep effecten aanhoudt, cliënten, tradingtegenpartijen, tegenpartijen van swaps en krediet- en andere derivaatcontracten, vereffeningsagenten, beurzen, vereffeningsinstellingen, borgstellers en andere financiële tussenpersonen. Die partijen komen hun verplichtingen ten aanzien van de Groep en zijn dochtermaatschappijen mogelijk niet na als gevolg van een faillissement, een terugval van de economie of vastgoedwaarden, operationele inactiviteit of om andere redenen.
De kredietinstellingen hebben het aantal wanbetalingen fors zien stijgen de afgelopen jaren als gevolg van het verslechterende conjunctuurbeeld. Dat de wanbetalingen in omvang toenemen blijkt ook uit de duidelijke stijging van het aantal aangetaste kredieten in de portefeuille van de Groep. Die trend blijft zichtbaar, in het bijzonder in Ierland en Hongarije. In sommige Centraal- en Oost-Europese landen waar de Groep actief is, wordt ook krediet verleend in een andere munt dan de lokale munt. Schommelingen in de wisselkoers tussen de lokale en die andere munt kunnen dan ook gevolgen hebben voor de kredietkwaliteit van de kredietnemer. Elke verdere ongunstige verandering van de kredietkwaliteit van de kredietnemers, tegenpartijen of andere debiteuren van de Groep kan de terugvorderbaarheid en waarde van zijn activa beïnvloeden en een verhoging van de voorzieningen van de Groep voor oninbare en dubieuze schulden en van andere voorzieningen noodzakelijk maken. Naast de kredietkwaliteit van de kredietnemers hebben ook ongunstige marktomstandigheden, zoals dalende vastgoedprijzen, een negatieve impact op de resultaten van de kredietportefeuille van de Groep, aangezien die prijzen een invloed hebben op de recuperatiewaarde van het onderpand. Dat alles kan nog verergeren als de conjunctuurinzinking aanhoudt of de marktomstandigheden nog verslechteren.
Inzake de bankactiviteiten van de Groep worden er voorzieningen voor kredietverliezen genomen die overeenstemmen met de voorzieningen voor bijzondere waardeverminderingen in winst- en verliesrekeningen zodat er voldoende reserves worden aangehouden voor kredietverliezen op basis van een beoordeling van eerdere kredietverliezen, het volume en type van kredietverlening, sectornormen, achterstallige kredieten, het conjunctuurbeeld en andere factoren die verband houden met de inbaarheid van de kredietportefeuille. Die bepaling is in de eerste plaats gebaseerd op de ervaring uit het verleden en het inzicht van de Groep. Elke stijging van de voorziening voor kredietverliezen, alle kredietverliezen boven de eerder daarvoor bepaalde voorzieningen of wijzigingen in de inschatting van het verliesrisico dat inherent is aan de portefeuille niet-aangetaste kredieten kunnen een aanzienlijke negatieve invloed hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten of financiële toestand van de Groep.
Het grootste kredietrisico loopt de Groep ten aanzien van particuliere en bedrijfscliënten, en ten aanzien van andere financiële instellingen en overheden. Omdat dat kredietrisico enigszins geconcentreerd is, voornamelijk in België, Ierland en bepaalde Oost-Europese landen waar de Groep actief is, is de financiële positie van de Groep gevoelig voor een aanzienlijke verslechtering van de kredietvoorwaarden en het algemene conjunctuurbeeld in die regio‟s. Bovendien kunnen de onzekerheid over de eurozone en het risico van verliezen, als een land of kredietinstelling in financiële moeilijkheden komt, ernstige gevolgen hebben voor het kredietrisico, de kredietvoorzieningen, bedrijfsresultaten en financiële positie van de Groep. De onzekerheid over of het in gebreke blijven van één kredietinstelling zou bovendien kunnen leiden tot aanzienlijke liquiditeitsproblemen, verliezen of wanbetalingen door andere instellingen. Voor hun commerciële en financiële gezondheid zijn heel wat financiële instellingen immers sterk van elkaar afhankelijk door hun onderlinge krediet-, trading-, vereffenings- en andere relaties.
De hierboven beschreven gebeurtenissen hebben een ongunstige invloed gehad, en kunnen die blijven hebben, op het vermogen van de Groep om courante transacties uit te voeren en op de performance van talrijke kredieten en andere activa in zijn portefeuille.
De Groep is blootgesteld aan het tegenpartijkredietrisico in transacties met derivaten
De Groep voert een ruim gamma aan transacties met derivaten uit, waaronder rente-, wisselkoers-, aandelen-
/index-, grondstoffen- en kredietderivaten met tegenpartijen in de financiële dienstensector.
Door te handelen in afgeleide financiële instrumenten is de Groep blootgesteld aan markt- en operationeel risico, en aan het risico dat de tegenpartij zijn verplichtingen niet nakomt of insolvabel wordt voor de eindvervaldag wanneer de Groep een uitstaande vordering heeft ten aanzien van die tegenpartij. Niet- gestandaardiseerde of afzonderlijk onderhandelde derivaattransacties kunnen het uitstappen uit, overdragen of vereffenen van de positie bemoeilijken.
Het tegenpartijkredietrisico neemt toe bij stijgende volatiliteit op de financiële markten en kan nog toenemen als de aangehouden waarborgen niet verkocht of vereffend kunnen worden tegen een waarde die volstaat om het volledige bedrag van het tegenpartijrisico te dekken.
Rentewijzigingen, die worden veroorzaakt door allerlei factoren waarop de Groep geen vat heeft, kunnen ernstige negatieve gevolgen hebben voor de financiële resultaten van de Groep
Renteschommelingen beïnvloeden de rente-inkomsten die de Groep haalt uit vastrentende beleggingen. Rentewijzigingen treffen ook de marktwaarde van de vastrentende effecten die de groep in zijn beleggingsportefeuilles heeft. De manier waarop de Groep de rentegevoeligheid beheert, beïnvloedt de resultaten van zijn bank- en verzekeringsactiviteiten. De rentegevoeligheid verwijst naar de relatie tussen wijzigingen in de marktrentes en wijzigingen in de rente-inkomsten. De samenstelling van de activa en passiva van de Groep, en elk onevenwicht dat daaruit voortvloeit, heeft tot gevolg dat de nettorente- inkomsten van de Groep variëren door veranderingen van de rentevoeten. Daarnaast kunnen er afwijkingen in de rentegevoeligheid bestaan binnen de herprijzingsperiodes of tussen de verschillende munten waarin de Groep renteposities aanhoudt. Een onevenwicht tussen renteopbrengende activa en rentedragende passiva in een gegeven periode kan, in het geval van rentewijzigingen, een wezenlijke invloed hebben op de financiële toestand of bedrijfsresultaten van de Groep.
De Groep is blootgesteld aan een wisselkoersrisico
Bij het beheer van zijn structurele wisselkoersposities volgt de Groep een voorzichtig beleid met de bedoeling het wisselkoersrisico zoveel mogelijk te beperken. De wisselkoersposities in de asset-liability management (ALM)-boeken van de bankentiteiten met een tradingportefeuille worden overgedragen naar de tradingportefeuille, waar ze worden beheerd binnen de toegekende tradinglimieten. De wisselkoerspositie van bankentiteiten zonder tradingportefeuille en van andere entiteiten worden afgedekt als ze van betekenis is. Aandelen in niet-euromunten, die deel uitmaken van de beleggingsportefeuille worden meestal niet afgedekt. Het wisselkoersrisico van participaties in vreemde valuta wordt in principe voor het bedrag van de nettoactiva, exclusief goodwill, ingedekt. Hoewel de Groep met betrekking tot het wisselkoersrisico een voorzichtig beleid voert, kan dat risico nog altijd een beperkte invloed hebben op de financiële resultaten van de Groep.
De bezorgdheid in de eurozone met betrekking tot de algehele stabiliteit van de Europese Unie en de geschiktheid van één gemeenschappelijke munt om adequaat om te gaan met problemen inzake de staatsschuld van individuele landen uit de eurozone zou kunnen leiden tot de terugtrekking van één of meer landen uit de Europese Unie en de herinvoering van de individuele valuta in deze landen of in het slechtste geval tot de mogelijke volledige afschaffing van de euro. In elk geval kan dit leiden tot de redenominatie van alle of een deel van de financiële schuldenlast en commerciële overeenkomsten van de Groep, wat een wezenlijk nadelig effect op de liquiditeit en de financiële toestand van de Groep zou kunnen hebben.
De strategieën van de Groep om marktrisico’s af te dekken kunnen ondoeltreffend blijken
De grootste marktrisico‟s die de Groep loopt zijn het renterisico, het wisselkoersrisico en het obligatie- en aandelenkoersrisico. Wijzigingen in de renteniveaus, -curves en -spreads kunnen gevolgen hebben voor de rentemarge tussen kredietverlenings- en financieringskosten. Wisselkoersschommelingen beïnvloeden de waarde van activa en passiva in vreemde valuta en kunnen gevolgen hebben voor de inkomsten uit transacties in vreemde valuta. De prestatie van de financiële markten kan leiden tot wijzigingen in de waarde van de beleggings- en tradingportefeuilles van de Groep.
De Groep gebruikt een hele reeks instrumenten en strategieën om marktrisico‟s af te dekken. Als zou blijken dat die instrumenten en strategieën ondoeltreffend zijn of maar deels werken, kan de Groep verlies lijden. Onvoorziene marktontwikkelingen, zoals wat er in 2011 en 2012 gebeurd is met de overheidsobligaties van verschillende landen, kunnen de doeltreffendheid van de maatregelen die de Groep neemt om risico‟s af te dekken, sterk verminderen. Meer- of minderwaarden als gevolg van ondoeltreffende maatregelen om risico‟s
af te dekken, kunnen de volatiliteit van de resultaten van de Groep verhogen en bijgevolg een aanzienlijke negatieve invloed hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten en financiële toestand van de Groep.
Een verlaging van de kredietrating van KBC Groep NV kan de toegang tot bepaalde markten en tegenpartijen beperken of bijkomende waarborgen voor tegenpartijen of beurzen noodzakelijk maken
De kredietratings van KBC Groep NV en van sommige van zijn dochtervennootschappen zijn belangrijk om de toegang te behouden tot belangrijke markten en tradingtegenpartijen. De belangrijkste ratingbureaus evalueren KBC Groep NV en sommige van haar dochtervennootschappen en zijn effecten regelmatig. Hun kredietratings en beoordelingen van effecten zijn gebaseerd op verschillende factoren, onder andere de financiële draagkracht en factoren die de Groep niet volledig in de hand heeft, zoals de omstandigheden die de financiële dienstensector in het algemeen of de rating van de landen waarin hij actief is beïnvloeden. Gezien de moeilijkheden voor de financiële dienstensector en de financiële markten is het niet gegarandeerd dat KBC Groep NV of zijn dochtervennootschappen hun huidige ratings zullen kunnen behouden.
Als KBC Groep NV of haar dochtervennootschappen hun kredietratings niet kunnen behouden, kan dat een negatieve invloed hebben op de concurrentiepositie van de Groep, de deelname aan indekkingstransacties bemoeilijken, de financieringskosten verhogen, de toegang tot de kapitaalmarkten beperken of de mogelijkheden voor de Groep om financieringstransacties aan te gaan beperken. Een verdere verlaging van de kredietratings van een van de Groepsmaatschappijen kan ook een belangrijke invloed hebben op bepaalde tradinginkomsten, met name in die domeinen waar de counterparty performance op langere termijn doorslaggevend is. Voor bepaalde tradingovereenkomsten kan het zijn dat een groepsmaatschappij bij een ratingverlaging bijkomende waarborgen moet geven.
De sterke concentratie van de Groep op Europese overheidsobligaties, in het bijzonder obligaties van zijn thuisland België, maakt hem op dat vlak kwetsbaar
Het overgrote deel van de activiteiten van de Groep speelt zich af in de Europese Unie (op 31 december 2011 ca. 94 % van de activiteiten). Een deel van die activiteiten heeft tot gevolg dat de Groep blootgesteld is aan verschillende landen van de Europese Unie, waarvan sommige onder marktdruk zijn komen te staan. Gezien de recente politieke, economische en financiële ontwikkelingen in de meeste Europese landen loopt de Groep het risico dat die landen niet meer aan hun verplichtingen ten opzichte van de Groep kunnen voldoen. Als zulk een landenrisico werkelijkheid wordt, kan dat een sterk negatieve invloed hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep. De Groep heeft zijn blootstelling aan de landen met een relatief hoge staatsschuld afgebouwd. Voor een gecijferd overzicht van het aandeel dat de overheidsobligaties van elk land, inclusief België, vertegenwoordigt in de totale blootstelling aan overheidsobligaties per einde 2011 wordt verwezen naar afdeling "Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten" en meer bepaald naar de tabel "Overzicht blootstelling aan overheidsobligaties per einde 2011" op pagina 72 in Deel VI (Beschrijving van de Emittent). Voor een gecijferd overzicht van het aandeel dat de overheidsobligaties van Xxxxxxxxxxx, Xxxxxx, Xxxxxxxx, Xxxxxx en Ierland vertegenwoordigt in de totale blootstelling aan overheidsobligaties op 30 september 2012 wordt verwezen naar afdeling "Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten" en meer bepaald naar de tabel "Overheidsobligaties van een selectie van Europese landen" op pagina 73 in Deel VI (Beschrijving van de Emittent).
De Groep is blootgesteld aan potentiële verliezen uit de portefeuille gestructureerde producten. Daarin zitten onder andere ABS’en en CDO’s
De gestructureerde kredietactiviteiten van entiteiten van de Groep hebben betrekking op ABS‟en (asset backed securities) en CDO‟s (collateralised debt obligations), die als volgt worden gedefinieerd:
• ABS‟en zijn obligaties of notes gewaarborgd door leningen of vorderingen van kredietverleners zoals banken en kredietkaartmaatschappijen. Over het algemeen draagt degene van wie de lening of vordering
uitgaat het kredietrisico over aan een trust, die de betrokken activa verzamelt en ze herverpakt als effecten. Die effecten worden dan aanvaard door makelaarsfirma‟s, die ze aan het publiek aanbieden.
• CDO‟s zijn een soort ABS‟en. Het zijn gestructureerde financieringsproducten waarbij een bepaalde juridische entiteit, een SPV (special purpose vehicle), obligaties of notes uitgeeft waar een belegging in een onderliggende verzameling van activa (asset pool) tegenover staat. Die verzamelingen kunnen verschillen wat betreft de aard van de onderliggende activa en ze zijn gewaarborgd door een portefeuille van obligaties, leningen en andere schuldverplichtingen of door synthetische kredietposities die gebruik maken van kredietderivaten en kredietgerelateerde notes (credit linked notes).
De claims op de als onderpand dienende asset pool worden in rangorde van anciënniteit geplaatst door verschillende schuldpapiertranches te creëren. Die omvatten een of meer „investment grade‟-klassen en een tranche „equity/first loss‟. De „senior claims‟ worden afgeschermd van het risico op wanbetaling zodat de
„junior tranches‟ de kredietverliezen eerst absorberen. Bijgevolg hebben de tranches een verschillende betalingsprioriteit voor interesten en/of kapitaal en kunnen ze dus een verschillende rating hebben.
De Groep was actief in het domein van de gestructureerde kredieten, als verstrekker en als belegger. Sinds midden 2007 heeft de Groep zijn strategie aangepast. Als verstrekker neemt de Groep ook andere rollen op zich, zoals die van sponsor, als het liquiditeitssteun verleent aan de verbonden SPV‟s (special purposes vehicles). De Groep belegde ook in gestructureerde kredietproducten. Die beleggingen zijn opgenomen in de balans van de Groep. De risico‟s verbonden met die portefeuilles gestructureerde producten kunnen een negatief effect hebben op de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep.
Voor een gecijferd overzicht van de blootstelling aan potentiële verliezen uit de portefeuille gestructureerde producten en de impact hiervan op de Emittent wordt verwezen naar afdeling "Overzicht van de uitstaande positie in gestructureerde kredieten (bank- (inclusief KBL EPB) en verzekeringsportefeuille samen)", en meer bepaald naar de tabel "Beleggingen van KBC in gestructureerde kredietproducten (CDO's en andere ABS'en)" en naar pagina 74 in Deel VI van het Prospectus (Beschrijving van de Emittent).
Risico’s van de overheidssteun en het ermee verbonden EU plan
Het aanvaarden van overheidssteun betekent ook het aanvaarden van ermee verbonden risico‟s en verplichtingen. Het is niet gegarandeerd dat het strategisch plan van de Groep een succes wordt.
Aan de aanvaarding van overheidssteun en de goedkeuring van die maatregelen in het kader van de regels van de Europese Unie voor overheidssteun was de voorwaarde verbonden dat de Belgische autoriteiten een herstructureringsplan voor de Groep moesten voorleggen dat maatregelen bevat om de leefbaarheid op lange termijn te vrijwaren en te garanderen dat de Groep in staat zou zijn het ontvangen kapitaal binnen een redelijke termijn terug te betalen. Dat herstructureringsplan (het EU plan) werd goedgekeurd op 18 november 2009 en aangepast op 27 juli 2011. Bij die goedkeuring heeft de Europese Commissie de Groep een aantal voorwaarden opgelegd. Die hebben betrekking op desinvesteringen, de bedrijfsvoering en andere restricties, waarvan sommige een aanzienlijke invloed kunnen hebben op de Groep of kunnen leiden tot een verwatering van de bestaande aandeelhouders van de Groep.
De goedkeuring door de Europese Commissie van het herstructureringsplan was ook verbonden met de oplegging van bepaalde gedragsafspraken voor de Groep, zoals het aanhouden van een minimale solvabiliteitsratio, het respecteren van bepaalde beperkingen voor de beloning van directieleden en het verbod op prijsleiderschap onder bepaalde voorwaarden. Bovendien heeft de aanvaarding van de overheidssteun geleid tot het toezicht door de Europese Unie en de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de overheid in de Raad van Bestuur van de Groep, wat een beperking van de autonomie van de Groep inhoudt.
Bovendien verplicht het plan de Groep tot een herstructurering zoals voorgeschreven in het plan. Daartoe behoort het afstoten en terugschroeven van een aanzienlijk aantal activiteiten. De Groep heeft een reeks
initiatieven genomen om het plan ten uitvoer te brengen. Daartoe behoren een aantal belangrijke stappen om het risico van bepaalde aspecten van de divisie Merchantbanking af te bouwen. Die desinvesteringen zijn verplicht. De Europese Commissie heeft de Groep weliswaar een zekere flexibiliteit toegestaan om te vermijden dat het afstotingen beneden de boekwaarde moet doen. Toch is het niet gegarandeerd dat de desinvesteringen voordelig zullen uitvallen en dat er voor de Groep geen operationeel risico mee verbonden is. De voltooiing van de voorgestelde desinvesteringen kan onderworpen zijn aan een aantal voorwaarden, met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de goedkeuring door de toezichthouder en andere acties waarop de Groep geen vat heeft. Een aantal desinvesteringen zitten in een voorbereidende fase. Het is niet gegarandeerd dat de desinvesteringen allemaal binnen de vooropgestelde termijn zullen worden afgerond tegen de verwachte prijs en kosten en op welke manier ze de winst (of het verlies) van de Groep zullen beïnvloeden. Bovendien kan niet gegarandeerd worden dat het afstoten van een of meer van de activiteiten geen negatieve invloed zal hebben op de toekomstige activiteiten, financiële toestand en bedrijfsresultaten van de Groep.
De Groep is blootgesteld aan een verzekeringsrisico
De belangrijkste risico‟s waarmee KBC Verzekeringen NV geconfronteerd wordt, zijn het sterfte- en langlevenrisico in het Levenbedrijf en catastrofe- en niet-catastroferisico‟s in het Schadebedrijf. Veranderingen in de frequentie van de onderliggende risicofactoren en de ernst van de potentiële verliezen kunnen de omvang van de aansprakelijkheid van KBC Verzekeringen NV en de gerealiseerde technische opbrengsten beïnvloeden. KBC Verzekeringen NV heeft risicobeheermethodes geïmplementeerd om de verzekeringsrisico‟s waaraan het is blootgesteld te verminderen en te beheersen, met name herverzekeringsprogramma‟s, en de risico‟s worden constant gemeten en bewaakt.
De Groep beheert zijn operationele risico’s nauwgezet, maar die risico’s blijven inherent aan zijn activiteiten
De Groep is blootgesteld aan vele soorten operationele risico‟s. Het gaat daarbij om fraude en andere criminele activiteiten (zowel intern als extern), storingen in processen of procedures, pannes of onbeschikbaarheid van systemen enz. Bovendien kan de Groep ook te kampen krijgen met storingen van zijn besturingssystemen of de ondersteunende infrastructuur door gebeurtenissen die geheel of gedeeltelijk buiten de controle van de Groep liggen (bijvoorbeeld natuurrampen, terrorisme, computervirussen, pandemieën, transportpannes, het uitvallen van nutsvoorzieningen, externe leveranciers die hun contractuele verplichtingen niet nakomen). Dat kan leiden tot tekortkomingen in de dienstverlening voor de cliënten en tot verlies of aansprakelijkheid voor de Groep.
De operationele risico‟s van de Groep omvatten ook de mogelijkheid dat interne of externe processen of systemen inadequaat zijn of niet werken, menselijke fouten, inbreuken tegen de regelgeving, wangedrag van medewerkers of externe gebeurtenissen zoals fraude. Zulke gebeurtenissen kunnen leiden tot financieel verlies maar ook slecht zijn voor de reputatie van de Groep. Ook kan het verlies van sleutelmedewerkers een negatieve invloed hebben op de activiteiten en resultaten van de Groep.
De Groep probeert de operationele risico‟s op aanvaardbare niveaus te houden door te zorgen voor een gezonde en gecontroleerde omgeving, rekening houdend met de kenmerken van de business, de markten en de regelgevende omgeving waarin hij actief is. Die controlemaatregelen verminderen de operationele risico‟s maar kunnen ze niet volledig uitsluiten.
Het zou kunnen dat het beleid, de procedures en de methodes voor het risicobeheer van de Groep niet herkende, niet verwachte of niet correct gekwantificeerde risico’s niet indekken, wat zou kunnen leiden tot aanzienlijke verliezen of een aanzienlijke toename van zijn aansprakelijkheid
De Groep besteedt heel wat middelen aan de ontwikkeling van gedragslijnen, modellen en procedures voor risicobeheer en risicobeoordelingsmethodes voor zijn bank- en vermogensbeheeractiviteiten. De Groep past zowel kwantitatieve als kwalitatieve methodes toe om de risico‟s waaraan het is blootgesteld te kwantificeren. Het gaat daarbij o.a. om VaR-modellen (value-at-risk), backtests, PD-modellen (probability of
default), LGD-modellen (loss given default), activawaarderingsmodellen, stresstests en risico- evaluatiemethodes.
Toch kan het zijn dat die risicobeheertechnieken en -strategieën niet volledig doeltreffend zijn voor het beoordelen van de risicoblootstelling in alle economische en marktomstandigheden of bij alle soorten risico's, met inbegrip van risico‟s die de Groep niet geïdentificeerd of niet verwacht heeft. Sommige van de modellen en meetinstrumenten zijn gebaseerd op historische gegevens en op voorspellingen voor de toekomst. Het zou kunnen dat de modellen die door de Groep worden gebruikt toekomstige risicoblootstellingen niet of niet correct voorspellen. De verliezen voor de Groep zouden bijgevolg heel wat groter kunnen zijn dan de metingen aangeven. Bovendien houden de risicobeheermethodes van de Groep niet met alle risico‟s rekening en zou kunnen blijken dat ze onvoldoende zijn. Als de prijzen zich op een manier ontwikkelen die de risicomodellen van de Groep niet verwachten, kan de Groep aanzienlijke verliezen oplopen. Zulke fouten kunnen nog versterkt worden als andere marktdeelnemers gelijkaardige modellen gebruiken. In bepaalde gevallen kan het afbouwen van risicoposities bemoeilijkt worden door de activiteiten van andere marktdeelnemers of door een algemene marktontwrichting. Bovendien hangen andere risicobeheermethodes af van de beoordeling van informatie met betrekking tot de markten, cliënten of publiek beschikbare informatie. Xxxxx informatie is niet altijd accuraat of actueel.
Daarom kunnen verliezen van de Groep heel wat groter zijn dan zulke maatstaven aangeven. Onverwachte of verkeerd gekwantificeerde risico‟s kunnen resulteren in aanzienlijke verliezen voor de bank- en vermogensbeheeractiviteiten van de Groep.
De Groep is blootgesteld aan het risico van inbreuken tegen compliancevoorschriften tijdens de uitoefening van zijn activiteiten, bijvoorbeeld tegen voorschriften ter beperking van witwaspraktijken
De mogelijkheid van inadequate en foute interne en externe processen en systemen, problemen in verband met de regelgeving, inbreuken tegen compliancevoorschriften, bijvoorbeeld inbreuken tegen de regels ter preventie van witwaspraktijken, menselijke fouten en opzettelijke inbreuken tegen de wettelijke voorschriften, zoals fraude, kunnen niet worden uitgesloten. De Groep tracht zulke risico‟s in te dekken door gepaste controleprocessen te implementeren die zijn afgestemd op zijn activiteiten en op de markt en de regelgevende omgeving waarin hij actief is. Toch is het mogelijk dat die maatregelen niet doeltreffend zijn voor bepaalde of alle operationele risico‟s waaraan de Groep is blootgesteld. Hoewel de Groep poogt zich te verzekeren tegen de belangrijkste operationele risico‟s, is het niet mogelijk op de markt een verzekeringsdekking te bekomen voor alle operationele risico‟s tegen commercieel aanvaardbare voorwaarden. Mochten de in deze paragraaf beschreven risico‟s of een deel ervan werkelijkheid worden, kan dat een aanzienlijke negatieve invloed hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten en financiële toestand van de Groep.
Geschillen en andere procedures of acties kunnen de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep negatief beïnvloeden
De activiteiten van de Groep zijn blootgesteld aan het risico van rechtszaken door cliënten, medewerkers, aandeelhouders of anderen in de vorm van burgerlijke procedures, administratieve procedures, regelgevingsacties of andere geschillen. Gezien de ingewikkelde omstandigheden en de complexe transacties die aan de basis kunnen liggen van zulke procedures en de discussies die kunnen ontstaan over de interpretatie van het toepasselijke recht is het moeilijk om de eventuele aansprakelijkheid, de uitkomst van eventuele procedures en het tijdsverloop ervan in te schatten. Het management maakt inschattingen van de uitkomst van juridische, reglementaire en arbitraire kwesties en legt er provisies voor aan op basis van waarschijnlijkheid en redelijkheid. Schattingen zijn van nature gebaseerd op een beoordeling en op de beschikbare informatie. Er wordt rekening gehouden met een veelheid van factoren, onder andere maar niet beperkt tot de aard van het geschil, de claim of de procedure, de voortgang van de zaak, de mening van juridische en andere adviseurs, mogelijke verweermiddelen en precedenten in gelijkaardige gevallen of procedures. Het totaal aan voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen bedroeg op 31 december 2012 EUR 0,3 miljard. Er worden echter geen voorzieningen getroffen voor juridische procedures
waarvan de uitspraak nog ver in de toekomst ligt of niet kwantificeerbaar is. Het kan zijn dat de Groep verliezen op grond van rechtsgeschillen lijdt die niet gedekt zijn door voorzieningen, bijvoorbeeld in geval van een reeks gelijkaardige procedures. Er kan bijgevolg niet gegarandeerd worden dat de voorzieningen volstaan om de mogelijke verliezen uit juridische procedures volledig te dekken. De Groep kan niet uitsluiten dat een negatieve uitkomst van een of meerdere van zulke juridische acties een aanzienlijk negatief effect heeft op de activiteiten, bedrijfsresultaten of financiële toestand van de Groep.
Bovendien kunnen eisers in juridische procedures grote of onbepaalde bedragen of andere vergoedingen eisen die het zakendoen voor de Groep kunnen bemoeilijken. De omvang van het potentiële verlies door zulke acties kan lange tijd onbekend blijven. Ook de kosten voor de verdediging in toekomstige rechtszaken kunnen aanzienlijk zijn. Met juridische geschillen kan ook negatieve publiciteit verbonden zijn waardoor cliënten minder geneigd kunnen zijn voor diensten van de Groep te kiezen, ongeacht of de aantijgingen gegrond zijn of niet.
Juridische geschillen kunnen dus de activiteiten, de financiële toestand en de bedrijfsresultaten van de Groep negatief beïnvloeden.
De Groep is blootgesteld aan risico’s door directe en indirecte pensioenverplichtingen
De Groep heeft verschillende directe en indirecte pensioenverplichtingen ten overstaan van zijn huidige en vroegere personeel. Die verplichtingen omvatten verschillende risico‟s die vergelijkbaar zijn met de risico's van een levensverzekeringsmaatschappij en de risico's van een kapitaalbelegging. Risico‟s kunnen ook ontstaan door veranderingen in de (belasting)wetgeving en/of rechterlijke uitspraken, inflatiecijfers en interestvoeten. Al die risico‟s kunnen een aanzienlijk negatief effect hebben op de activiteiten, bedrijfsresultaten en financiële toestand van de Groep.
FACTOREN DIE VAN BELANG ZIJN OM HET MARKTRISICO TEN AANZIEN VAN DE OBLIGATIES TE BEOORDELEN
Het is mogelijk dat de Obligaties geen geschikte belegging zijn voor alle beleggers
Elke potentiële belegger in de Obligaties dient te bepalen of een dergelijke belegging geschikt is in het licht van zijn eigen situatie. Elke potentiële belegger dient in het bijzonder:
• voldoende kennis en ervaring te hebben om een zinvolle beoordeling te maken van de Obligaties, voordelen en risico‟s van een belegging in de Obligaties en van de informatie vervat of opgenomen door middel van verwijzing in dit Prospectus of enig toepasselijke aanvulling;
• toegang te hebben tot en kennis te hebben van passende analyse-instrumenten om een belegging in de Obligaties en de impact die de Obligaties zullen hebben op zijn totale beleggingsportefeuille te beoordelen, in de context van zijn eigen financiële toestand;
• te beschikken over voldoende financiële middelen en liquiditeit om alle risico‟s verbonden aan een belegging in Obligaties te dragen, inclusief de situatie waarin de munteenheid van kapitaal- of interestbetalingen verschilt van de munteenheid van de potentiële belegger;
• de bepalingen van de Obligaties goed te begrijpen en vertrouwd te zijn met het gedrag van de relevante financiële markten; en
• in staat te zijn om (alleen of met advies van een financiële raadgever) mogelijke scenario‟s te beoordelen inzake economische, rentevoet- en andere factoren die een impact zouden kunnen hebben op zijn belegging en zijn vermogen om deze risico‟s te dragen.
Er is geen garantie op een actieve markt voor de Obligaties
De Obligaties zijn nieuw uitgegeven financiële instrumenten die mogelijk niet wijdverspreid zullen worden verhandeld en waarvoor er op dit ogenblik nog geen actieve markt bestaat. De Emittent heeft een aanvraag ingediend tot notering van de Obligaties op NYSE Euronext Brussels en toelating van de Obligaties tot de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels. Indien de Obligaties worden toegelaten tot de verhandeling na hun uitgifte, zou het kunnen dat zij verhandeld worden aan een lagere prijs dan de Uitgifteprijs, afhankelijk van de dan geldende rentevoeten, de markt voor gelijkaardige financiële instrumenten, de algemene economische omstandigheden en de financiële toestand van de Emittent. Er is geen garantie dat er zich een actieve markt zal ontwikkelen. Vandaar is er geen garantie met betrekking tot de ontwikkeling of liquiditeit van een markt voor de Obligaties. Bijgevolg zou het kunnen dat beleggers hun Obligaties niet of niet gemakkelijk kunnen verkopen, of niet aan een prijs die hen een rendement oplevert dat vergelijkbaar is met gelijkaardige beleggingen waarvoor zich een secundaire markt heeft ontwikkeld. De afwezigheid van liquiditeit kan een aanzienlijk negatief effect hebben op de marktwaarde van de Obligaties. Er kan bovendien geen garantie worden gegeven dat eens de toelating van de Obligaties voor de verhandeling op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels is goedgekeurd, deze ook behouden blijft; in geval van dergelijk verlies van de toelating tot de verhandeling van de Obligaties op de gereglementeerde markt van NYSE Euronext Brussels zullen de Obligaties niet langer via NYSE Euronext Brussels verhandeld kunnen worden.
De Obligaties zijn blootgesteld aan het marktrenterisico
Een belegging in de Obligaties behelst het risico dat latere veranderingen in de marktrentevoeten een negatieve impact kunnen hebben op de waarde van de Obligaties. Hoe verder de vervaldag van de Obligaties, hoe meer ze zijn blootgesteld aan schommelingen van marktrentevoeten.
Inflatierisico
Het inflatierisico omvat het risico van de toekomstige waardevermindering van geld. De reële opbrengst van een belegging in de Obligaties wordt verminderd door inflatie. Des te hoger de graad van inflatie is, des te lager de werkelijke opbrengst van een Obligatie zal zijn. Indien de inflatiegraad gelijk is aan of hoger is dan de nominale opbrengst van de Obligaties, dan zal de reële opbrengst gelijk zijn aan nul of dan zal de werkelijke opbrengst zelfs negatief kunnen zijn.
De marktwaarde van de Obligaties kan beïnvloed worden door de kredietwaardigheid van de Emittent en een aantal bijkomende factoren
De waarde van de Obligaties kan worden beïnvloed door de kredietwaardigheid van de Emittent alsook door een aantal bijkomende factoren, zoals rentevoeten en wisselkoersen en de resterende looptijd tot de vervaldag van de Obligaties, alsook, meer in het algemeen, door elke economische, financiële en politieke gebeurtenis of omstandigheid in elk land, met inbegrip van elke factor die de kapitaalmarkten in het algemeen en de markt waarop de Obligaties zullen worden verhandeld in het bijzonder, beïnvloedt. De Obligaties hebben ook geen kredietrating en de Emittent is op dit ogenblik niet van plan om op een latere datum een kredietrating voor de Obligaties aan te vragen. Dit kan een impact hebben op de handelsprijs van de Obligaties. De prijs waaraan een belegger zijn Obligaties zal kunnen verkopen voor de vervaldag, kan lager zijn of in voorkomend geval, gevoelig lager zijn dan de door deze belegger betaalde Uitgifteprijs of aankoopprijs.
De Obligaties kunnen vervroegd worden terugbetaald
In geval (A) zich een Wanprestatie voordoet (zoals gedefinieerd in Voorwaarde 8 (Gevallen van wanprestatie)); of (B) dat de Emittent verplicht zou zijn (zoals uiteengezet in Voorwaarde 7 (Belasting)) om bijkomende bedragen te betalen met betrekking tot de Obligaties ten gevolge van een wijziging in de Belgische wetten, verdragen of regelgevingen of van alle private of publieke entiteiten die bevoegd zijn om te beslissen over heffingen of belastingen, of ten gevolge van een wijziging in de officiële toepassing of interpretatie van deze wetten, verdragen of regelgevingen, en waarbij deze wijzigingen in werking treden op
of na de Uitgiftedatum; of (C) dat de nakoming van verbintenissen van de Emittent met betrekking tot de Obligaties geheel of gedeeltelijk onwettig of verboden zijn geworden omwille van de naleving van enige toepasselijke huidige of toekomstige wet, regel, reglement, vonnis, bevel of richtlijn van enige overheid, administratie, wetgever of rechtbank of een bepaalde interpretatie daarvan, en indien de Emittent de Obligatiehouders in overeenstemming met Voorwaarde 13 (Kennisgeving) niet minder dan 10 en niet meer dan 30 dagen op voorhand in kennis heeft gesteld, dan kan de Emittent de Obligaties terugbetalen overeenkomstig de Voorwaarden. Obligatiehouders moeten er zich van bewust zijn dat in dit geval de Obligaties zullen worden terugbetaald aan een bedrag dat lager is dan de Uitgifteprijs.
De Obligaties kunnen de impact ondervinden van turbulenties op de wereldwijde kredietmarkten
Potentiële beleggers moeten zich bewust zijn van de turbulenties op de wereldwijde kredietmarkten die geleid hebben tot een algemene afwezigheid van liquiditeit op de secundaire markten voor instrumenten gelijkaardig aan de Obligaties. De Emittent kan niet voorspellen wanneer deze situatie zal veranderen en, indien en wanneer de situatie verandert, zal er geen zekerheid kunnen worden gegeven dat dergelijke omstandigheden niet zullen terugkeren in de toekomst.
Een wijziging van de Voorwaarden van de Obligaties kan worden opgelegd aan alle Obligatiehouders mits goedkeuring door vastgestelde meerderheden van Obligatiehouders
De Voorwaarden van de Obligaties bevatten bepalingen voor het bijeenroepen van algemene vergaderingen van Obligatiehouders voor het bespreken van aangelegenheden die hen in algemene zin aanbelangen. Op grond van deze bepalingen is de stem van een vastgestelde meerderheid (met name minstens drie vierden van het bedrag van de in omloop zijnde obligaties waarvoor aan de stemming wordt deelgenomen, of, voor de gevallen bedoeld in artikel 568, tweede lid, 2° en 3° Wetboek van Vennootschappen, bij gewone meerderheid van de vertegenwoordigde obligaties) bindend voor alle Obligatiehouders, met inbegrip van Obligatiehouders die de betreffende vergadering niet hebben bijgewoond en Obligatiehouders die een van de meerderheid afwijkende stem hebben uitgebracht.
Het is mogelijk dat de Obligaties worden blootgesteld aan wisselkoersrisico's en wisselkoerscontroles
De Emittent zal kapitaal en interest op de Obligaties betalen in euro. Dit kan bepaalde risico‟s vertegenwoordigen in verband met de omzetting van munteenheden indien de financiële activiteiten van een belegger hoofdzakelijk zijn uitgedrukt in een andere munteenheid (de Munteenheid van de Belegger) dan de euro. Deze risico‟s omvatten het risico dat de wisselkoersen aanzienlijk kunnen veranderen (met inbegrip van veranderingen door devaluatie van de euro of herwaardering van de Munteenheid van de Belegger) en het risico dat autoriteiten met bevoegdheid over de Munteenheid van de Belegger wisselkoerscontroles kunnen opleggen of aanpassen. Een opwaardering in de waarde van de Munteenheid van de Belegger met betrekking tot de euro zou (1) het in de Munteenheid van de Belegger equivalent rendement op de Obligaties verminderen, (2) de in de Munteenheid van de Xxxxxxxx equivalente waarde van het kapitaal betaalbaar op de Obligaties verminderen, en (3) de in de Munteenheid van de Belegger equivalente marktwaarde van de Obligaties kunnen verminderen.
Overheids- en monetaire instanties kunnen wisselkoerscontroles opleggen (zoals sommige in het verleden hebben gedaan) die een negatieve impact zouden kunnen hebben op de toepasselijke wisselkoers. Ten gevolge daarvan kunnen beleggers minder interest of kapitaal ontvangen dan verwacht, of zelfs helemaal geen interest op kapitaal opbrengen.
Crisis in de Eurozone
Potentiële beleggers moeten er zich van verzekeren dat zij voldoende informatie hebben met betrekking tot de crisis in de Eurozone, de wereldwijde financiële crisis en economische situatie en vooruitzichten, zodat zij een eigen inschatting kunnen maken van de risico's van een investering in de Obligaties. In het bijzonder
moeten de potentiële beleggers de aanzienlijke onzekerheid over verdere ontwikkelingen in dit verband in acht nemen.
Sommige betalingen met betrekking tot de Obligaties kunnen beïnvloed worden door de EU Spaarrichtlijn
Onder Richtlijn 2003/48/EG van de Raad betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (de EU Spaarrichtlijn) zijn EU lidstaten ertoe gehouden om de fiscale autoriteiten van andere EU Lidstaten details te bezorgen betreffende de betalingen van interesten (of gelijkaardig inkomen) gedaan door een persoon gevestigd in hun jurisdictie aan, of ten behoeve van, een natuurlijke persoon inwoner van die andere EU Lidstaat of een gelimiteerd aantal soorten entiteiten gevestigd in die andere EU Lidstaat. Evenwel zijn Luxemburg en Oostenrijk, gedurende, een overgangsperiode, ertoe gehouden (tenzij zij tijdens deze periode anders verkiezen) om een bronheffingsysteem toe te passen op zulke betalingen (waarbij het einde van de overgangsperiode afhankelijk is van de afsluiting van een aantal andere overeenkomsten met betrekking tot uitwisseling van informatie met bepaalde andere landen). Een aantal niet-EU landen en gebieden waaronder Zwitserland hebben gelijkaardige maatregelen ingevoerd (een bronheffingsysteem in het geval van Zwitserland).
De Europese Commissie heeft bepaalde wijzigingen voorgesteld aan de EU Spaarrichtlijn, die, indien ze worden ingevoerd, het toepassingsgebied van de vereisten hierboven geschetst, wijzigen of verruimen.
Indien een betaling zou worden verricht of geïnd via een Lidstaat die voor een bronheffingsysteem heeft gekozen en een bedrag aan, of voor, belasting zou worden ingehouden van deze betaling, is noch de Emittent noch de Agent verplicht om bijkomende bedragen te betalen ten aanzien van enige Obligatie tengevolge van de toepassing van zulke bronheffing.
Financiële toestand van de Emittent
De Emittent zou in de toekomst kunnen beslissen om haar schuldenlast te verhogen, wat het moeilijk zou kunnen maken om haar verplichtingen in verband met de Obligaties na te komen of zou kunnen leiden tot een vermindering van de waarde van de Obligaties. De Voorwaarden van de Obligaties leggen geen beperking op aan het bedrag van schulden die de Emittent kan aangaan. Indien de Emittent bijkomende schulden aangaat, zou dit belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de Obligatiehouders, aangezien het voor de Emittent moeilijker zou kunnen worden om haar verplichtingen ten aanzien van de Obligatiehouders na te komen wat zou kunnen leiden tot een verlies van commerciële waarde van de Obligaties. De Voorwaarden van de Obligaties leggen eveneens geen beperking op ten aanzien van het stellen van zekerheden door de Emittent voor andere schulden van de Emittent of voor het stellen van zakelijke zekerheden of het verstrekken van garanties voor schulden van andere entiteiten die deel uitmaken van de Groep.
De Obligaties zijn niet-gewaarborgde verplichtingen van de Emittent
Het recht van de Obligatiehouders om betaling op de Obligaties te ontvangen is niet gewaarborgd. De Obligaties zijn algemene, niet-gewaarborgde en niet-bevoorrechte Obligaties. De Obligaties zijn structureel achtergesteld aan de gewaarborgde verbintenissen van de Emittent. De Emittent of een dochtervennootschap kunnen garanties of zakelijke zekerheden toestaan met betrekking tot iedere andere schuld (zowel eigen schulden als schulden van andere entiteiten). De Obligaties worden niet gedekt door enige vorm van zekerheid of garantie. Indien de Emittent in gebreke blijft met betrekking tot de Obligaties dan zullen, in de mate dat de Emittent of één van haar dochtervennootschappen een zekerheid heeft toegestaan over één van haar activa, die activa worden aangewend om de gewaarborgde schulden te betalen vooraleer dat de Emittent de betalingen met betrekking tot de Obligaties kan uitvoeren. Er kunnen slechts een beperkt aantal activa beschikbaar zijn om betalingen uit te voeren met betrekking tot de Obligaties in geval zich een wanprestatie voordoet met betrekking tot de Obligaties. Indien er niet genoeg onderpand is om de gewaarborgde schulden na te komen dan zullen de schuldeisers voor het overblijvende bedrag van gewaarborgde schulden gelijk delen met alle achtergestelde en niet-gewaarborgde schulden.
De Obligatiehouders moeten er zich ook van bewust zijn dat de Obligaties geen bescherming genieten onder het Belgisch Depositogarantiestelsel (noch onder enig buitenlands Depositogarantiestelsel). Er is dus geen compensatie voorzien vanwege andere financiële instellingen of enige overheid of publieke instelling mocht de Emittent ingebreke blijven te betalen.
De positie van de Obligatiehouders kan negatief beïnvloed worden door de eventuele aanname van het ontwerp van richtlijn met betrekking tot het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen
Op 6 juni 2012 heeft de Europese Commissie een (voorlopig) voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van de Richtlijnen 77/91/EEG, 82/891/EG, 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG en 2011/35/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 gelanceerd dat onder andere een instrument bevat waarmee schulden van een bank kunnen worden omgezet in aandelen van de bank en/of afgeschreven kunnen worden ("bail-in tool") en toezichthouders bepaalde beslissingsbevoegdheden geeft. In het bijzonder is dit bail-in instrument bedoeld om een bank die onder druk van haar schuldeisers komt te staan overeind te houden op een 'going concern'- basis of om de afwikkeling van een falende bank te financieren door middel van het verlenen van een beslissingsbevoegdheid aan financiële toezichthouders om schulden van een bank in aandelen om te zetten (= going concern-scenario) ofwel af te schrijven (= in faillissementsscenario). Deze beslissingsbevoegdheid geeft een bank in moeilijkheden de kans om zich te herstructureren en/of om haar activa af te wikkelen. Deze beslissingsbevoegheid (inclusief de mogelijkheid voor het afschrijven van schulden) zou mogelijk ook van toepassing kunnen worden op financiële holdingmaatschappijen, zoals de Emittent. Volgens de huidige ontwerpteksten zouden toezichthouders pas vanaf 1 januari 2018 gebruik kunnen maken van het bail-in instrument.
Bovendien, op 2 oktober 2012, presenteerde een groep van experten van hoog niveau, voorgezeten door de heer Xxxxxxxx, haar rapport aan de Europese Commissie om de structuur van de Europese banksector te herorganiseren (het Liikanen Rapport). Het Liikanen Rapport bevat verschillende voorstellen, inclusief het voorstel om bankschulden in welbepaalde omstandigheden om te zetten in aandelen ofwel af te schrijven (= bail-in tool).
In dit stadium is het onzeker of het Europese voorstel van richtlijn aanvaard zal worden, en indien dit het geval zou zijn, welke uiteindelijke vorm het zal aannemen. Het is in dit stadium eveneens onzeker of en hoe de Europese Commissie de voorstellen van het Liikanen Rapport wenst te verwerken. Indien het Europese voorstel van richtlijn of bepaalde elementen van het Liikanen Rapport aangenomen worden, dan zou dit een negatieve impact kunnen hebben op de positie van de Obligatiehouders.
KBC Bank NV is overgegaan tot de uitgifte van "Covered Bonds"
Op 21 november 2012 heeft KBC Bank NV een EUR 10.000.000.000 programma voor de uitgifte van Belgische pandbrieven (lettres de gage belges) ("covered bonds") (Euro 10,000,0000,000 Residential Mortgage Covered Bonds Programme) (het Programma) tot stand gebracht. Op 3 december 2012 heeft KBC Bank NV een succesvolle benchmarkuitgifte van Belgische pandbrieven onder het programma gedaan voor een bedrag van EUR 1.250.000.000 (met vervaldag 11 december 2017), gevolgd door een tweede succesvolle uitgifte onder het programma op 31 januari 2013 voor een bedrag van EUR 750.000.000 (met vervaldag 31 januari 2023). Binnen de wettelijke beperkingen en de beperkingen van het Programma, kan KBC Bank NV van tijd tot tijd bijkomende Belgische pandbrieven uitgeven.
Alle Belgische pandbrieven die worden uitgegeven onder het Programma hebben een exclusief verhaalsrecht ten opzichte van een zelfde bijzonder vermogen (patrimoine spéciale). Het bijzonder vermogen is samengesteld uit dekkingswaarden die worden geregistreerd in het bijzonder vermogen en waartoe voornamelijk hypothecaire leningen verstrekt door KBC Bank NV behoren. Het bijzonder vermogen wordt uitsluitend aangewend voor de naleving van de verbintenissen jegens de houders van de betrokken Belgische
pandbrieven die zijn uitgegeven onder het Programma en bepaalde schuldeisers aangeduid in de uitgiftevoorwaarden van de Belgische Pandbrieven.
Hoewel de uitgifte van Belgische Pandbrieven een belangrijk nieuw financieringsinstrument vormt voor KBC Bank NV en bijdraagt tot liquiditeit voor de bank, moet het volgende worden opgemerkt: bij uitgifte van Belgische Pandbrieven verdwijnen de activa die geregistreerd worden als dekkingswaarde niet van de balans van KBC Bank NV, maar worden deze geregistreerd in het bijzonder vermogen waarop de houders van de Belgische Pandbrieven (en bepaalde schuldeisers aangeduid in de uitgiftevoorwaarden) een exclusief verhaalsrecht hebben. Aldus wordt het algemeen verhaalsrecht van de andere schuldeisers van KBC Bank NV door de uitgifte van Belgische Pandbrieven door KBC Bank NV beperkt.
Betalingen met betrekking tot de Obligaties kunnen onderworpen zijn aan Belgische roerende voorheffing
Indien de Emittent, de NBB, de Agent of enige andere persoon verplicht zou zijn om een bronheffing in te houden voor, of voor rekening van, alle huidige of toekomstige belastingen, verbintenissen of lasten van gelijk welke aard in verband met de Obligaties, zullen de Emittent, de NBB, de Agent of dergelijke andere persoon deze betalingen uitvoeren nadat deze bronheffing zal zijn ingehouden en zullen zij aan de bevoegde autoriteiten het bedrag meedelen dat aan de bron werd ingehouden.
De Emittent zal bijkomende bedragen betalen die nodig zijn opdat de nettobetaling die elke Obligatiehouder ten aanzien van de Obligaties ontvangt, na inhouding van bronbelastingen die worden geheven door de belastingadministratie in België bij de betalingen die door of namens de Emittent in verband met de Obligaties worden gedaan, gelijk zal zijn aan het bedrag dat zou zijn ontvangen bij het ontbreken van een dergelijke bronheffing, behalve dat er geen dergelijke bijkomende bedragen verschuldigd zijn ten aanzien van een Obligatie onder de omstandigheden vermeld in Voorwaarde 7 (Belasting). Dergelijke bijkomende bedragen zullen ook verschuldigd zijn in geval van bronbelasting die het gevolg zou zijn van een verplaatsing van zetel van de Emittent.
Mogelijke kopers en verkopers van de Obligaties kunnen verplicht worden om belastingen of andere documentaire lasten of heffingen te betalen overeenkomstig de wetten en praktijken van het land waarnaar de Obligaties worden overgedragen of andere rechtsgebieden
Potentiële kopers en verkopers van de Obligaties dienen zich ervan bewust te zijn dat ze kunnen worden verplicht om belastingen of andere documentaire lasten of heffingen te betalen in overeenstemming met de wetten en praktijken van het land waar de Obligaties worden overgedragen of andere rechtsgebieden. Potentiële beleggers worden geadviseerd om niet te vertrouwen op de fiscale samenvatting in dit Prospectus, maar om advies te vragen van een belastingadviseur met betrekking tot hun individuele fiscale verplichtingen met betrekking tot de verwerving, verkoop en terugbetaling van de Obligaties. Enkel deze adviseurs zijn in staat om naar behoren de specifieke situatie van de potentiële belegger te overwegen. Deze beleggingsoverweging moet worden gelezen in samenhang met de delen in dit Prospectus die handelen over belasting. Dergelijke belastingen of andere documentaire lasten zouden eveneens kunnen verschuldigd zijn bij een eventuele verplaatsing van de zetel van de Emittent.
Wijzigingen in de bestaande wetgeving kunnen leiden tot wijziging van bepaalde Voorwaarden van de Obligaties
De Voorwaarden van de Obligaties zijn gebaseerd op de Belgische wetgeving die op de datum van dit Prospectus van kracht is. Er kan geen enkele garantie worden gegeven over de impact van een gerechtelijke uitspraak of wijziging in de Belgische wetgeving of in de officiële toepassing, interpretatie of administratieve praktijk, die zich zou voordoen na de datum van dit Prospectus.
Relaties met de Emittent
De Emittent zal alle kennisgevingen en betalingen die aan de Obligatiehouders moeten gedaan worden, doen in overeenstemming met de Voorwaarden. In geval een Obligatiehouder een kennisgeving of betaling niet ontvangt, zou het kunnen dat hij hierdoor schade lijdt, zonder dat hij het recht heeft de Emittent hiervoor aansprakelijk te stellen.
De overdracht van de Obligaties en alle communicatie met de Emittent zullen verlopen via het Clearingsysteem
De Obligaties zullen worden uitgegeven in de vorm van gedematerialiseerde Obligaties in de zin van het Wetboek van Vennootschappen, en zijn niet fysiek leverbaar. De Obligaties zullen uitsluitend worden vertegenwoordigd door inschrijvingen in de registers van het Clearingsysteem. Toegang tot het Clearingsysteem kan verkregen worden via de deelnemers aan het Clearingsysteem waarvan het lidmaatschap betrekking kan hebben op effecten zoals de Obligaties. Tot de deelnemers aan het Clearingsysteem behoren bepaalde banken, beursvennootschappen, Clearstream, Luxembourg en Euroclear. De Obligaties zullen worden overgedragen tussen de deelnemers aan het Clearingsysteem overeenkomstig de regels en operationele procedures van het Clearingsysteem. De overdrachten tussen beleggers zullen gebeuren overeenkomstig de regels en operationele procedures van de deelnemers aan het Clearingsysteem via dewelke zij hun Obligaties houden.
De Emittent en de Agent zijn niet verantwoordelijk voor de correcte uitvoering door het Clearingsysteem of door de deelnemers aan het Clearingsysteem van hun verbintenissen overeenkomstig de regels en hun operationele procedures die op elk van hen van toepassing zijn.
De Agent is niet verplicht om de bedragen afgescheiden te houden die door hem ontvangen zijn in verband met de via het Clearingsysteem vereffende Obligaties
De Voorwaarden van de Obligaties en de Agency Agreement voorzien dat de Emittent bevrijdend betaalt aan de Agent en dat de Agent de relevante rekening van de Emittent zal debiteren en dergelijke fondsen zal gebruiken om de betalingen te maken aan de Obligatiehouders. De Agency Agreement bepaalt dat de Agent, gelijktijdig met zijn ontvangst van alle relevante bedragen, enige bedragen verschuldigd met betrekking tot de relevante Obligatie zal betalen aan de Obligatiehouders, rechtstreeks of via het Clearingsysteem. De Agent is echter niet verplicht om de bedragen die hij zal ontvangen in verband met de Obligaties af te zonderen, en in geval de Agent onderworpen zou zijn aan een insolventieprocedure op enig moment waarop hij dergelijke bedragen houdt, hebben de Obligatiehouders geen enkele verdere vordering tegen de Emittent in verband met dergelijke bedragen en zijn zij verplicht om dergelijke bedragen te vorderen van de Agent, overeenkomstig de toepasselijke Belgische insolventiewetgeving.
Betalingen met betrekking tot de Obligaties
Elke Obligatiehouder moet de procedures van het Clearingsysteem, Clearstream, Luxembourg en Euroclear naleven om de betalingen die voortvloeien uit de Obligaties te ontvangen. De Emittent is op geen enkele wijze aansprakelijk voor de inschrijvingen of betalingen met betrekking tot de Obligaties in het Clearingsysteem.
De Emittent zal alle betalingen in verband met de Obligaties bevrijdend maken aan de Agent. De Obligatiehouders kunnen voor zulke betaalde bedragen de Emittent niet rechtstreeks aanspreken, maar dienen hiervoor de Agent, het Clearingsysteem of desgevallend enige deelnemer aan het Clearingsysteem aan te spreken.
De Emittent, de Agent en de Manager kunnen betrokken worden bij transacties die een negatieve impact hebben op de belangen van de Obligatiehouders
De Agent en de Manager zouden tegenstrijdige belangen kunnen hebben die een negatieve impact zouden kunnen hebben op de belangen van de Obligatiehouders. Potentiële beleggers moeten zich ervan bewust zijn
dat de Manager en de Agent rechtstreekse, 100% gecontroleerde dochtervennootschappen zijn van de Emittent en dat de Emittent betrokken is in een algemene handelsrelatie en/of in specifieke transacties met de Agent en de Manager en dat zij tegenstrijdige belangen zouden kunnen hebben die een negatieve impact zouden kunnen hebben op de belangen van de Obligatiehouders. Potentiële beleggers dienen zich er ook van bewust te zijn dat de Agent en de Manager van tijd tot tijd schuldinstrumenten, aandelen en/of andere financiële instrumenten van de Emittent kunnen houden en/of verhandelen op de secundaire markt.
Wettelijke beleggingsbeperkingen kunnen een rem zetten op bepaalde beleggingen
De beleggingsactiviteiten van bepaalde beleggers worden beheerst door de beleggingswet- en regelgeving, of beoordeling of regulering door bepaalde autoriteiten. Elke potentiële belegger moet zijn juridische adviseurs raadplegen om te bepalen of en in welke mate (i) Obligaties voor hem wettelijke beleggingen zijn, (ii) Obligaties kunnen worden gebruikt als onderpand voor verschillende soorten van leningen, en (iii) andere beperkingen gelden voor zijn aankoop of inpandgeving van Obligaties. De beleggers moeten hun juridische adviseurs raadplegen om de juiste behandeling van de Obligaties te bepalen onder toepasselijke op risico gebaseerde kapitaal- of vergelijkbare regels.
Aankoop op afbetaling - Schuldfinanciering
Indien een krediet wordt gebruikt door een Obligatiehouder om de aankoop van de Obligaties te financieren en de Obligaties onderhevig zijn aan een wanprestatie, of indien de verhandelingprijs van de Obligaties significant vermindert, dan zal de Obligatiehouder mogelijks niet enkel worden geconfronteerd met een verlies van zijn belegging, maar dan zal hij ook het krediet en de interest hierop moeten terugbetalen. Een krediet kan het risico op een verlies significant doen toenemen. Potentiële beleggers mogen niet veronderstellen dat zij in staat zullen zijn om het krediet (hoofdsom dan wel interesten op de hoofdsom) terug te betalen op basis van de opbrengsten van een transactie in de Obligaties. Integendeel, potentiële beleggers moeten hun financiële situatie inschatten vooraleer over te gaan tot een belegging, in het bijzonder moeten zij nagaan in welke mate zij in staat zijn om interest op het krediet terug te betalen evenals in welke mate zij in staat zijn om het krediet op verzoek terug te betalen, en zij moeten eveneens voorzien dat zij mogelijks verlies kunnen leiden als gevolg van hun belegging, in plaats van het realiseren van een meerwaarde.
Risico van intrekking of annulering van het Openbaar Aanbod
Volgend op de datum van dit Prospectus en voorafgaand aan de Uitgiftedatum van de Obligaties, kan het Openbaar Aanbod van de Obligaties geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken in overeenstemming met de bepalingen van de Plaatsingsovereenkomst, op voorwaarde dat er een voorafgaande kennisgeving wordt gedaan aan het publiek, in welk geval de aanbieding van de Obligaties wordt geannuleerd.
In dit geval zullen beleggers die het inschrijvingsbedrag hebben betaald voor de Obligaties voorafgaand aan de notificatie van intrekking of annulering van het Openbaar Aanbod, niet de mogelijkheid hebben om te genieten van het voordeel van interest op de betaalde bedragen die zij anders hadden kunnen verdienen indien zij dergelijk inschrijvingsbedrag voor de Obligaties niet hadden betaald.
De (gedeeltelijke) intrekking of annulering van het Openbaar Aanbod is opgenomen in Deel XII van het Prospectus (Inschrijving en Verkoop), onder de afdeling "(Gedeeltelijke) intrekking of annulering van het Openbaar Aanbod".
De Belgische insolventiewetten kunnen een negatieve impact hebben op de verhaalbaarheid door de houders van de bedragen die betaalbaar zijn krachtens de Obligaties
De Emittent heeft zijn maatschappelijke zetel in België. Bijgevolg is de Emittent momenteel onderworpen aan de Belgische insolventiewetten en –procedures.
DEEL III: DOCUMENTEN OPGENOMEN DOOR MIDDEL VAN VERWIJZING
Dit Prospectus moet worden gelezen en geïnterpreteerd in samenhang met de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening van de Emittent voor de boekjaren eindigend op 31 december 2011 en 31 december 2010 telkens samen met het auditverslag daarbij, het niet-geauditeerde vierde kwartaalrapport van 2012 en 2011 eindigend respectievelijk op 31 december 2012 en 31 december 2011, evenals met de hieronder opgesomde persmededelingen, die eerder zijn bekendgemaakt of samen met dit Prospectus worden bekendgemaakt en die zijn ingediend bij de FSMA. Dergelijke documenten worden opgenomen in, en maken deel uit van dit Prospectus, met dien verstande dat verklaringen die opgenomen zijn in een document dat is opgenomen door middel van verwijzing hierin gewijzigd of vervangen zullen worden voor doeleinden van dit Prospectus voor zover een verklaring in dit Prospectus een vroegere verklaring wijzigt of vervangt. Op dergelijke wijze gewijzigde of vervangen verklaringen zullen geen deel uitmaken van dit Prospectus, tenzij aldus gewijzigd of vervangen.
De tabel hieronder bevat de verwijzingen naar de relevante bladzijden voor de geauditeerde geconsolideerde jaarrekening voor de boekjaren eindigend in 2011 en 2010 zoals uiteengezet in de jaarverslagen van de Emittent en de niet-geauditeerde geconsolideerde financiële staten voor de twaalf maanden eindigend op 31 december 2012 en 31 december 2011 zoals uiteengezet in de kwartaalrapporten.
De Emittent bevestigt dat hij van zijn commissaris de toestemming heeft gekregen om de verslagen van de commissaris over de geauditeerde geconsolideerde rekeningen voor de boekjaren eindigend op 31 december 2011 en 31 december 2010 in dit Prospectus op te nemen door middel van verwijzing.
De niet-geauditeerde geconsolideerde financiële staten voor de twaalf maanden eindigend op 31 december 2012 en 31 december 2011 zoals uiteengezet in de kwartaalrapporten zijn niet-geauditeerd en werden evenmin onderworpen aan een beperkt nazicht door de commissaris. De hierboven vermelde toestemming van de commissaris heeft bijgevolg geen betrekking op deze kwartaalrapporten.
Informatie die niet is opgenomen in de lijst maar vervat is in de documenten opgenomen door middel van verwijzing worden enkel ter informatie verstrekt.
Geconsolideerde geauditeerde jaarrekening van de Emittent voor de boekjaren eindigend op 31 december 2011 en 31 december 2010
Jaarverslag 2011 | |
Corporate governance verklaring | Xxxxxxxxx 00-000 |
Geconsolideerde balans | Bladzijde 112 |
Geconsolideerde winst- en verliesrekening | Bladzijde 110 |
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | Bladzijde 111 |
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | Bladzijde 113 |
Geconsolideerd kasstroomoverzicht | Bladzijden 114-115 |
Toelichtingen bij de jaarrekening | Bladzijden 116-175 |
Verslag van de commissaris | Bladzijden 108-109 |
Jaarverslag 2010 | |
Corporate governance verklaring | Xxxxxxxxxx 00-000 |
Geconsolideerde balans | Bladzijden 110 |
Geconsolideerde winst- en verliesrekening | Bladzijde 108 |
Geconsolideerd overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten | Bladzijde 109 |
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | Bladzijden 111 |
Geconsolideerd kasstroomoverzicht | Bladzijden 112-113 |
Toelichtingen bij de jaarrekening | Bladzijden 114-173 |
Verslag van de commissaris | Xxxxxxxxxx 106-107 |
Verkorte niet-geauditeerde financiële staten voor het kwartaal eindigend op 31 december 2011
Vierde kwartaalrapport 2011 | |
Geconsolideerde balans | Bladzijde 36 |
Geconsolideerde winst- en verliesrekening | Bladzijde 34 |
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | Bladzijde 37 |
Geconsolideerd kasstroomoverzicht | Bladzijde 38 |
Verkorte niet-geauditeerde financiële staten voor het kwartaal eindigend op 31 december 2012
Vierde kwartaalrapport 2012 | |
Geconsolideerde balans | Bladzijde 34 |
Geconsolideerde winst- en verliesrekening | Bladzijde 32 |
Geconsolideerd mutatieoverzicht van het eigen vermogen | Bladzijde 35 |
Geconsolideerd kasstroomoverzicht | Bladzijde 36 |
Andere documenten opgenomen door middel van verwijzing
• Persbericht 18 januari 2013: "KBC heeft met succes voor 1 miljard USD contingent capital notes geplaatst".
• Persbericht 25 januari 2013: "KBC Groep NV betaalt LTRO 2011/2012 terug aan de ECB".
DEEL IV: ALGEMENE VOORWAARDEN VAN DE OBLIGATIES
Wat hierna volgt is de tekst van de Voorwaarden van de Obligaties, behalve de cursief gedrukte paragrafen tussen vierkante haakjes die gelezen moeten worden als aanvullende informatie.
De 2,40% vastrentende obligaties met vervaldatum 5 februari 2016 (de Vervaldag) voor een verwacht bedrag van minimum EUR 50.000.000 en maximum EUR 150.000.000 (de Obligaties) van KBC Groep NV (de Emittent) worden uitgegeven onder de voorwaarden en met toepassing van een overeenkomst van financiële dienstverlening (Agency Agreement) dd. 28 februari 2013 afgesloten tussen de Emittent en KBC Bank NV die optreedt als onder andere domiciliëringsagent, noteringsagent en betaalagent (de Agent, waarbij dit begrip de rechtsopvolgers onder de Agency Agreement omvat) (dergelijke overeenkomst zoals van tijd tot tijd gewijzigd en/of aangevuld en/of geherformuleerd, de Agency Agreement).
De bepalingen van deze Voorwaarden omvatten samenvattingen van, en zijn onderworpen aan, de gedetailleerde bepalingen van de Agency Agreement en de overeenkomst van dienstverlening met betrekking tot de uitgifte van gedematerialiseerde obligaties af te sluiten op of voor de Uitgiftedatum tussen de Emittent, de Agent en de Nationale Bank van België NV (de NBB) (zoals gewijzigd of aangevuld van tijd tot tijd, de Clearingovereenkomst). Samenvattingen van alle bepalingen van de Agency Agreement en de Clearingovereenkomst relevant voor de Obligatiehouders zijn opgenomen in het Prospectus.
De houders van de Obligaties (de Obligatiehouders) zijn gebonden door, en worden geacht kennis te hebben van, al de bepalingen van de Clearingovereenkomst en de Agency Agreement die op hen van toepassing zijn. Kopieën van de Clearingovereenkomst en de Agency Agreement zijn beschikbaar voor inspectie door Obligatiehouders tijdens de werkuren van het kantoor van de Agent gelegen aan de Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxxx.
1. VORM, MUNTEENHEID EN NOMINALE WAARDE
De Obligaties worden uitgegeven in de vorm van gedematerialiseerde obligaties overeenkomstig artikel 468 en volgende van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. De Obligaties zullen uitsluitend worden vertegenwoordigd door inschrijvingen in de registers van het clearingsysteem van de NBB of enige rechtsopvolger daarvan (het Clearingsysteem). De Obligaties zijn aanvaard in het Clearingsysteem en zijn bijgevolg onderworpen aan de toepasselijke regelgeving, met inbegrip van de Wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, de Koninklijke Besluiten van 26 mei 1994 en 14 juni 1994 die deze wet uitvoeren en het Reglement van het clearingsysteem van de NBB alsook haar bijlagen, zoals uitgevaardigd en gewijzigd door de NBB (de wetten, Koninklijke Besluiten en reglementen vormen samen de Regels van het Clearingsysteem). De Obligaties kunnen door hun houders worden aangehouden via deelnemers aan het Clearingsysteem, met inbegrip van Euroclear Bank NV/SA (Euroclear) en Clearstream Banking, société anonyme, Luxembourg (Clearstream, Luxembourg) en via andere financiële tussenpersonen die op hun beurt de Obligaties houden via Euroclear, Clearstream, Luxembourg of andere deelnemers aan het Clearingsysteem. De Obligaties worden overgedragen via overschrijving van rekening op rekening. De Obligaties kunnen niet worden omgezet in effecten aan toonder.
Indien de Obligaties op eender welk ogenblik worden overgedragen aan een ander clearingsysteem dat niet of slechts gedeeltelijk afhangt van de NBB, zullen de bepalingen hierboven mutatis mutandis van toepassing zijn op dergelijk ander clearingsysteem en de vennootschap waarvan het afhangt, of aan elk ander bijkomend clearingsysteem en de vennootschap waarvan het afhangt (elk ander clearingsysteem, een Alternatief Clearingsysteem) en zullen alle verwijzingen in deze Voorwaarden naar het Clearingsysteem geacht worden verwijzingen te zijn naar het Alternatief Clearingsysteem.
De Obligaties hebben elk een nominale waarde van EUR 1.000 (de Gespecificeerde Nominale Waarde).
2. DEFINITIES
In deze Voorwaarden, tenzij anders vermeld:
Agency Agreement heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden.
Agent heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden.
Alternatief Clearingsysteem heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 1 (Vorm, munteenheid en nominale waarde).
Belastingen heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 7 (Belastingen).
Buitengewoon Besluit heeft de betekenis gegeven aan de term Extraordinary Resolution in de
Agency Agreement.
Clearingovereenkomst heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden.
Clearingsysteem heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 1 (Vorm, munteenheid en nominale waarde).
Clearstream, Luxembourg heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 1 (Vorm, munteenheid en nominale waarde).
Dagtellingsbreuk heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 4 (Interest).
Dochtervennootschap betekent een dochtervennootschap van de Emittent in de zin van artikel 6, 2° van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen.
Emittent heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden.
Euroclear heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 1 (Vorm, munteenheid en nominale waarde).
Gespecificeerde Nominale Waarde heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 1 (Vorm, munteenheid en nominale waarde).
Groep betekent de Emittent en de Dochtervennootschappen die van tijd tot tijd opgenomen zijn in de consolidatiekring.
Interest Betaaldatum heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 4 (Interest).
Interestvoet heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 4 (Interest).
NBB heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden. Obligatiehouders heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden. Obligaties heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden.
Regels van het Clearingsysteem heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 1 (Vorm, munteenheid en nominale waarde).
Reguliere Periode heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 4 (Interest).
Relevante Datum betekent, met betrekking tot een Obligatie, de laatste van de twee hierna beschreven data:
(a) de datum waarop een betaling met betrekking tot een Obligatie eerst opeisbaar wordt; en
(b) indien een betaalbaar bedrag onterecht werd ingehouden of geweigerd, de datum waarop de volledige betaling van het uitstaande bedrag is gedaan.
Relevant Rechtsgebied heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 7 (Belastingen).
TARGET Systeem betekent het Trans-European Automated Real-Time Gross Settlement Express Transfer (TARGET2) system, of enige opvolger daarvan.
Uitgiftedatum heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 4 (Interest).
Xxxxxxxxx heeft de betekenis aan die term gegeven in de preambule van deze Voorwaarden.
Wanprestatie heeft de betekenis aan die term gegeven in Voorwaarde 8 (Gevallen van Wanprestatie).
Werkdag betekent een dag (anders dan een zaterdag of zondag) waarop het TARGET Systeem open is voor de afwikkeling van betalingen in euro en waarop banken in Brussel open zijn.
3. STATUS VAN DE OBLIGATIES
De Obligaties vormen rechtstreekse, onvoorwaardelijke, niet-achtergestelde en niet door zekerheden gedekte verbintenissen van de Emittent, zullen onderling in gelijke rang (pari passu) komen en nemen een gelijke rang met alle andere bestaande en toekomstige niet door zekerheden gedekte en niet-achtergestelde verbintenissen van de Emittent, met uitzondering van de verbintenissen die bevoorrecht zijn krachtens wetsbepalingen die van algemene toepassing zijn en onder voorbehoud van enige rechten van schuldvergelijking die zouden kunnen worden uitgeoefend door of ten aanzien van de Emittent.
4. INTEREST
Elke Obligatie zal interest opbrengen vanaf 5 april 2013 (de Uitgiftedatum) ten belope van 2,40% per jaar (de Interestvoet), jaarlijks betaalbaar (behoudens de eerste coupon na 10 maanden) na elke vervallen termijn op 5 februari van elk jaar (elk een Interest Betaaldatum), te beginnen met de Interest Betaaldatum die valt op 5 februari 2014.
Het bruto actuarieel rendement op Uitgifteprijs bedraagt 2,40%. Dit rendement is berekend op basis van de Uitgifteprijs, de interest, de looptijd van de Obligaties en het voorziene terugbetalingsbedrag. Dit vormt geen indicatie van het toekomstig rendement.
Het bedrag aan interest dat per Obligatie betaalbaar zal zijn op de eerste Interest Betaaldatum is gelijk aan EUR 20. Het bedrag aan interest dat per Obligatie betaalbaar zal zijn op elke andere Interest Betaaldatum is gelijk aan EUR 24. Indien interest betaalbaar is op enige datum andere dan een Interest Betaaldatum, dan, zal de verschuldigde interest berekend worden door de Interestvoet toe te passen op de Gespecificeerde Nominale Waarde en het product te vermenigvuldigen met de
Dagtellingsbreuk en het resultaat af te ronden tot de dichtstbijzijnde eurocent (een halve eurocent zal naar boven afgerond worden) (zonder afbreuk te doen aan Voorwaarde 6.5.).
Elke Obligatie zal ophouden interest op te brengen vanaf haar Vervaldag voor terugbetaling, tenzij de betaling van het nominaal bedrag onterecht werd ingehouden of geweigerd in welk geval de interest blijft aangroeien (zowel voor als na enige rechterlijke uitspraak en desgevallend te vermeerden met gerechtelijke interesten) tot de dag waarop alle sommen die verschuldigd zijn tot die dag met betrekking tot de Obligaties bevrijdend zijn betaald aan de Agent voor betaling aan de betrokken Obligatiehouder in overeenstemming met Voorwaarde 6.1 (Hoofdsom en interest).
In deze Voorwaarde:
Dagtellingsbreuk betekent, met betrekking tot een periode, het aantal dagen in de relevante periode vanaf (en met inbegrip van) de eerste dag van dergelijke periode tot (en met uitsluiting van) de laatste dag van dergelijke periode, gedeeld door het aantal dagen in de Reguliere Periode in dewelke de relevante periode valt; en
Reguliere Periode betekent elke periode vanaf (en met inbegrip van) de Uitgiftedatum of enige Interest Betaaldatum tot (en met uitsluiting van) de volgende Interest Betaaldatum.
5. TERUGBETALING EN TERUGKOOP
5.1 Terugbetaling op Vervaldag
Tenzij eerder teruggekocht en geannuleerd of terugbetaald zoals hierin voorzien, zullen de Obligaties terugbetaald worden door de Emittent aan hun Gespecifieerde Nominale Waarde op de Vervaldag (samen met interest aangegroeid tot de datum die is bepaald voor de terugbetaling).
5.2 Terugbetaling om fiscale redenen
De Obligaties kunnen ten allen tijde (maar slechts indien de betalingen van hoofdsom en interest door of voor rekening van de Emittent voor fiscale doeleinden uit België afkomstig blijven), naar keuze van de Emittent, geheel (maar niet gedeeltelijk) terugbetaald worden, door middel van een kennisgeving van ten minste 30 dagen en maximum 60 dagen aan de Agent en aan de Obligatiehouders in overeenstemming met Voorwaarde 13 (Kennisgeving) (waarbij deze kennisgeving onherroepelijk is), tegen hun Gespecifieerde Nominale Waarde (samen met interest aangegroeid tot de datum die is bepaald voor de terugbetaling), indien:
(a) de Emittent verplicht is of verplicht zal zijn om bijkomende bedragen te betalen in toepassing van Voorwaarde 7 (Belasting) ten gevolge van (i) een wijziging in de Belgische wetten, verdragen of regelgevingen of ten gevolge van (ii) een wijziging in de toepassing of interpretatie van deze wetten, verdragen of regelgevingen, waarbij deze wijzigingen van kracht worden op of na de Uitgiftedatum; en
(b) deze verplichting niet op een redelijke wijze kan worden vermeden door de Emittent,
met dien verstande dat geen bericht van terugbetaling zal worden gegeven eerder dan 90 dagen voor de vroegste datum waarop de Emittent verplicht zou zijn om dergelijke bijkomende bedragen te betalen, indien een betaling met betrekking tot de Obligaties dan verschuldigd zou zijn. Voorafgaand aan de bekendmaking van een bericht van terugbetaling krachtens deze paragraaf, zal de Emittent aan de Agent een certificaat afleveren dat is ondertekend door twee bestuurders van de Emittent en verklaart dat de Emittent het recht heeft om dergelijke terugbetaling uit te voeren en dat de feiten uiteenzet die aantonen dat de voorwaarden met betrekking tot het recht van de Emittent om tot terugbetaling over te gaan zijn vervuld en een opinie van een gerespecteerd internationaal
advocatenkantoor afleveren die stelt dat de Emittent verplicht is of verplicht zal zijn om dergelijke bijkomende bedragen te betalen ten gevolge van een dergelijke wijziging of verandering.
Na verstrijken van de termijn van dergelijke kennisgeving zoals bepaald in deze Voorwaarde 5.2 (Terugbetaling om fiscale redenen) zal de Emittent gehouden zijn de Obligaties terug te betalen overeenkomstig deze Voorwaarde 5.2 (Terugbetaling om fiscale redenen).
5.3 Onwettigheid
Indien de nakoming van de verbintenissen van de Emittent met betrekking tot de Obligaties geheel of gedeeltelijk onwettig of verboden geworden is of wordt omwille van de naleving van enige toepasselijke huidige of toekomstige wet, regel, reglement, vonnis, bevel of richtlijn van enige overheid, administratie, wetgever of rechtbank of een bepaalde interpretatie daarvan, en indien de Emittent de Obligatiehouders in overeenstemming met Voorwaarde 13 (Kennisgeving) niet minder dan 10 en niet meer dan 30 dagen op voorhand in kennis heeft gesteld, dan kan de Emittent alle, maar niet enkele, Obligaties terugbetalen tegen hun Gespecifieerde Nominale Waarde (samen met interest aangegroeid tot de datum die is bepaald voor de terugbetaling).
5.4 Aankoop
De Emittent en elk lid van de Groep mogen, mits toepassing van enige relevante wet- of regelgeving, op elk moment Obligaties kopen op de open markt of anders en aan gelijk welke prijs. Obligaties die aangekocht zijn door de Emittent mogen aangehouden, herverkocht of geannuleerd worden.
5.5 Annulatie
Alle Obligaties die terugbetaald zijn door de Emittent zullen geannuleerd worden en mogen niet heruitgegeven of herverkocht worden.
6. BETALING
6.1 Hoofdsom en interest
Zonder afbreuk te doen aan artikel 474 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen zullen alle betalingen van hoofdsom en interest met betrekking tot de Obligaties gedaan worden in overstemming met de Regels van het Clearingsysteem via het Clearingsysteem, Euroclear, Clearstream, Luxembourg en de andere deelnemers aan het Clearingsysteem met betrekking tot dewelke het Clearingsysteem aangeeft dat zij Obligaties houden. De betaling door de Emittent van hoofdsom en vervallen interesten onder de Obligaties aan de Agent is bevrijdend voor de Emittent. De Obligatiehouders kunnen voor zulke betaalde bedragen de Emittent niet rechtstreeks aanspreken, maar dienen hiervoor de Agent, het Clearingsysteem of desgevallend enige deelnemer aan het Clearingsysteem aan te spreken.
6.2 Betalingen
Elke betaling met betrekking tot de Obligaties ten gevolge van Voorwaarde 6.1 (Hoofdsom en interest) zal gedaan worden door overschrijving op een rekening in euro aangehouden door de begunstigde bij een bank in een stad in dewelke banken toegang hebben tot het TARGET Systeem.
6.3 Betalingen onderworpen aan fiscale en andere regelgeving
Alle betalingen met betrekking tot de Obligaties zijn in alle gevallen onderworpen aan alle toepasselijke fiscale wetten en andere wetten en regelgevingen, zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van Voorwaarde 7 (Belasting).
6.4 Geen kosten
De Agent zal geen kosten of commissies aanrekenen op betalingen met betrekking tot de Obligaties.
6.5 Betaling op Werkdagen
Indien een betaaldatum met betrekking tot de Obligaties geen Werkdag is, zal de Obligatiehouder geen recht hebben op betaling tot de volgende Werkdag, tenzij deze dag in de volgende kalendermaand zou vallen in welk geval de betaling zal vervroegd worden op de vorige Werkdag, noch zal de Obligatiehouder recht hebben op enige interest of ander bedrag met betrekking tot dergelijke uitgestelde of vervroegde betaling. Om het interestbedrag te berekenen dat op de Obligaties betaalbaar is zal de Interest Betaaldatum niet worden aangepast.
6.6 Fracties
Bij het verrichten van betalingen aan de Obligatiehouders, zal, indien de relevante betaling geen bedrag is dat een geheel veelvoud is van de kleinste eenheid van de relevante munteenheid waarin de betaling moet worden gedaan, een dergelijke betaling afgerond worden tot de dichtstbijzijnde eenheid (en een halve eenheid zal naar boven afgerond worden).
7. BELASTING
Alle betalingen van hoofdsom en interest door of voor rekening van de Emittent met betrekking tot de Obligaties zullen worden gedaan vrij van, en zonder inhouding of aftrek van, enige belastingen, heffingen of taxaties van welke aard ook (Belastingen), die worden opgelegd door enig rechtsgebied (inclusief de lokale of regionale overheden of enige andere overheid die bevoegdheid heeft om Belastingen op te leggen op betalingen aan de houders van Obligaties) omwille van enige band die bestaat tussen de Emittent en dit relevant rechtsgebied (Relevant Rechtsgebied), tenzij zulke inhouding of aftrek van de Belastingen is vereist door de wet. In dat geval zal de Emittent zulke bijkomende bedragen betalen zodat de houders van de Obligaties betalingen ontvangen die zij zouden ontvangen indien zulke inhouding of aftrek niet zou zijn vereist geweest, behalve dat dergelijke bijkomende bedragen niet betaalbaar zullen zijn in de mate dat deze Belastingen verschuldigd zijn met betrekking tot enige Obligatie omwille van de volgende redenen:
(a) Andere band: omwille van enige band die bestaat tussen een Obligatiehouder en België anders dan het enkel houden van de Obligatie;
(b) Betalingsagent: waar dergelijke inhouding of aftrek vermeden had kunnen worden door het ontvangen door de Obligatiehouder van de betaling door een andere betalingsagent van de Emittent in een lidstaat van de Europese Unie;
(c) Betaling aan natuurlijke personen: waar dergelijke inhouding of aftrek wordt opgelegd op een betaling aan een natuurlijke persoon overeenkomstig de Europese Richtlijn 2003/48/EG betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling, alle andere Europese richtlijnen die Richtlijn 2003/48/EG aanvullen, of overeenkomstig alle wetten die deze Richtlijn omzetten, of enige overeenkomst over inkomsten uit spaargelden afgesloten door een Lidstaat met de afhankelijke of verbonden staten van de Europese Unie;
(d) Xxxx Xxxxxxxxxxxxx Xxxxxxxx: omwille van het feit dat de Obligatiehouder, op het tijdstip van de uitgifte van de Obligaties, geen rechthebbende belegger was in de zin van artikel 4 van het Belgische Koninklijk Besluit van 26 mei 1994 over de inhouding van de roerende voorheffing of omwille van het feit dat een Obligatiehouder die een rechthebbende belegger was op datum van de verkrijging van de Obligaties maar omwille van redenen eigen aan de Obligatiehouder, niet langer als een rechthebbende belegger wordt beschouwd, of op enig
relevant ogenblik tijdens of na de uitgifte van de Obligaties op enige wijze niet aan enige voorwaarde met het oog op de vrijstelling van de Belgische roerende voorheffing overeenkomstig de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, voldoet; of
(e) Omzetting in effecten op naam: omdat de Obligaties op het verzoek van de Obligatiehouder werden omgezet in Obligaties op naam en niet langer konden worden vereffend via het Clearingsysteem.
Elke verwijzing in deze Voorwaarden naar hoofdsom en interest zal enige bijkomende bedragen met betrekking tot hoofdsom of interest omvatten die betaalbaar zouden zijn overeenkomstig deze Voorwaarde 7 (Belasting).
De uitsluitingen vermeld in (a) tot en met (e) zijn niet van toepassing voor interest betaald aan een Obligatiehouder in de mate dat er geen of minder Belastingen verschuldigd zouden zijn of er een bijkomende betaling verschuldigd zou zijn overeenkomstig deze Voorwaarde 7 (Belasting) door de Emittent aan de Obligatiehouder, indien het Relevant Rechtsgebied België zou zijn geweest.
8. GEVALLEN VAN WANPRESTATIE
Indien een van de volgende gebeurtenissen (elk een Wanprestatie) zich voordoet en blijft voortbestaan:
(a) Niet-betaling: de Emittent laat na enig bedrag aan hoofdsom of interest met betrekking tot de Obligaties te betalen binnen 30 Werkdagen na de datum waarop betaling verschuldigd is;
(b) Inbreuk op andere bepalingen: de Emittent verzuimt om enige andere bepaling, afspraak, overeenkomst of verplichting opgenomen in de Voorwaarden van de Obligaties, de Agency Agreement of de Clearingovereenkomst na te leven of uit te voeren, en dergelijke wanprestatie kan niet worden geremedieerd ofwel, indien dergelijke wanprestatie wel kan worden geremedieerd, dergelijke wanprestatie niet geremedieerd is binnen een periode van 90 Werkdagen na de datum waarop een schriftelijk bericht van deze wanprestatie (waarin de Emittent wordt aangemaand deze te herstellen) werd verzonden aan de Emittent of het opgegeven kantoor van de Agent door een Obligatiehouder;
(c) Insolventie: (i) tegen de Emittent wordt een procedure ingeleid of, de Emittent leidt zelf een procedure in met het oog op een faillissement of een andere insolventieprocedure van de Emittent onder toepasselijke Belgische of buitenlandse faillissements-, insolventie-, of andere soortgelijke wet die nu of later van kracht is (met inbegrip van de Belgische wet van 8 augustus 1997 op het faillissement en de Belgische wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen) tenzij de Emittent zich te goeder trouw verweert tegen dergelijke procedures en dergelijk verweer succesvol is en een vonnis in eerste aanleg het verzoek in het kader van de procedure verwerpt binnen drie maanden nadat de procedure is ingeleid, of (ii) de Emittent is niet in staat om haar schulden te betalen wanneer deze verschuldigd zijn (staking van betaling/cessation de paiements) volgens de toepasselijke wetgeving, of (iii) de Emittent wordt failliet verklaard door een bevoegde rechtbank;
(d) Xxxxxxxxxxx: een vonnis wordt gewezen of een besluit wordt van kracht met betrekking tot de vereffening of ontbinding van de Emittent, tenzij met het oog op een reorganisatie en waar de overblijvende entiteit alle rechten en verbintenissen van de Emittent, inclusief zijn rechten en verbintenissen met betrekking tot de Obligaties, overneemt; of
(e) Tenuitvoerlegging: een uitvoerend beslag, tenuitvoerlegging of andere gelijkaardige procedure aangevat wordt met betrekking tot het geheel of een substantieel deel van de
activa van de Emittent, tenzij ze ongedaan, vrijgegeven of uitbetaald wordt binnen 60 dagen of de Emittent zich te goeder trouw verweert tegen dergelijke procedures,
dan kan een Obligatie, door middel van een door de Obligatiehouder gegeven schriftelijk bericht aan de Emittent op zijn correspondentieadres met kopie aan de Agent op zijn gespecificeerd kantoor, onmiddellijk opeisbaar en terugbetaalbaar worden verklaard tegen de Gespecifieerde Nominale Waarde samen met verlopen interest (indien er is) tot de datum van betaling, zonder verdere formaliteiten tenzij dergelijke Wanprestatie is rechtgezet vóór de ontvangst van dergelijk bericht door de Agent.
9. VERBINTENISSEN
9.1 Documenten bezorgen aan NYSE Euronext Brussels
De Emittent verbindt zich ertoe om aan NYSE Euronext Brussels alle documenten, informatie en verbintenissen te geven en alle advertenties of ander materiaal te publiceren dat nodig zou kunnen zijn om de toelating tot de verhandeling van de Obligaties op NYSE Euronext Brussels te bekomen en te behouden, en om alle redelijke inspanningen te leveren opdat dergelijke notering blijft bestaan zolang de Obligaties blijven uitstaan. Indien de Obligaties ophouden genoteerd te zijn op NYSE Euronext Brussels zal de Emittent alle redelijke inspanningen leveren opdat de Obligaties worden toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt in de Europese Economische Ruimte.
10. VERJARING
Vorderingen tegen de Emittent voor betaling met betrekking tot de Obligaties zullen verjaren na verloop van 10 jaar (in geval van hoofdsom) of 5 jaar (in geval van interest) vanaf de Relevante Datum met betrekking tot dergelijke betaling.
Vorderingen met betrekking tot enige andere betaalbare bedragen met betrekking tot de Obligaties zullen verjaren na verloop van 10 jaar volgend op de datum waarop dergelijke bedragen verschuldigd worden.
11. AGENT
De Agent treedt, in verband met haar handelingen onder de Agency Agreement en met betrekking tot de Obligaties, enkel op als Agent van de Emittent en heeft geen enkele verbintenis ten aanzien van, of relatie van lastgeving met, de Obligatiehouders.
De Emittent behoudt zich het recht voor onder de Agency Agreement om ten allen tijde de benoeming van de Agent te beëindigen of, met het akkoord van de Agent, de benoeming te wijzigen, en bijkomende of andere agenten te benoemen, met dien verstande dat zij (i) een betaalagent zal behouden, (ii) een domiciliëringsagent zal behouden die een deelnemer is aan het Clearingsysteem en (iii) indien vereist, een bijkomende betaalagent zal benoemen, van tijd tot tijd met een gespecificeerd kantoor in een lidstaat van de Europese Unie die niet zal verplicht zijn om belastingen in te houden of af te trekken krachtens Richtlijn 2003/48/EG van de Europese Raad of enige andere Europese Richtlijn die de besluiten implementeert van de vergadering van de ECOFIN raad van 26-27 november 2000 over de belasting van inkomsten uit spaargelden of enige wet die deze Richtlijn implementeert, er mee in overeenstemming is of is ingevoerd om in overeenstemming met deze Richtlijn te zijn.
Een bericht van wijziging van Agent of diens gespecificeerde kantoren zal onmiddellijk worden gegeven door de Emittent aan de Obligatiehouders in overeenstemming met Voorwaarde 13 (Kennisgeving).
12. ALGEMENE VERGADERING VAN DE OBLIGATIEHOUDERS, WIJZIGING EN VERZAKING
12.1 Algemene vergadering van de Obligatiehouders
De Agency Agreement bevat bepalingen met het oog op het bijeenroepen van algemene vergaderingen van de Obligatiehouders om aangelegenheden te bespreken die hen in algemene zin aanbelangen, met inbegrip van de bekrachtiging door een Buitengewoon Besluit van een wijziging aan enige van deze Voorwaarden.
Alle algemene vergaderingen van de Obligatiehouders zullen worden gehouden in overeenstemming met de bepalingen van artikel 568 en volgende van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen met betrekking tot algemene vergaderingen van obligatiehouders. De algemene vergadering van de Obligatiehouders zal het recht hebben om de bevoegdheden uit te oefenen die worden uiteengezet in artikel 568 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen, waaronder:
(a) de aanvaarding, opheffing of wijziging van zekerheden ten gunste van de Obligatiehouders;
(b) de verlenging, schorsing of wijziging van de betaling van de hoofdsom;
(c) de verlenging van de interesttermijn, de verlaging van de interestvoet, de wijziging van de betaling van de interest;
(d) de vervanging van de Obligaties door aandelen;
(e) het nemen van bewarende maatregelen in het gemeenschappelijk belang; en
(f) de aanstelling van een bijzonder gemachtigde voor de uitvoering van de besluiten.
De algemene vergadering van de Obligatiehouders zal eveneens het recht hebben om, bepalingen van deze Voorwaarden te wijzigen of daaraan te verzaken.
De algemene vergadering van Obligatiehouders dient in elk geval de quorum- en meerderheidsvereisten uiteengezet in artikel 574 en 575 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen na te leven, en in voorkomend geval, de homologatie door het hof van beroep te Brussel te bekomen.
Besluiten die geldig werden genomen in overeenstemming met deze bepalingen zullen alle Obligatiehouders binden, ongeacht of zij aanwezig waren op de algemene vergadering of zij voor dergelijk besluit hebben gestemd. Besluiten zullen enkel bindend zijn ten aanzien van de Emittent indien deze Besluiten zijn goedgekeurd door de Emittent.
De Agency Agreement voorziet dat een schriftelijk besluit ondertekend door of namens de Obligatiehouders voor alle doeleinden even geldig en doeltreffend zal zijn als een Buitengewoon Besluit dat werd genomen op een geldig bijeengeroepen en gehouden algemene vergadering van de Obligatiehouders. Dergelijk schriftelijk besluit mag vervat zijn in een document of in verschillende documenten in dezelfde vorm, elk ondertekend door of namens één of meerdere Obligatiehouders.
12.2 Wijziging
De Agent kan zonder de instemming van de Obligatiehouders akkoord gaan met wijzigingen aan de bepalingen van de Agency Agreement of enige overeenkomst die de Agency Agreement aanvult
(i) die, volgens de Agent, minder belangrijk zijn of van formele of technische aard, of die aangebracht worden om een manifeste fout te verbeteren of om dwingende wettelijke bepalingen na
te leven, en (ii) andere wijzigingen aan de bepalingen van de Agency Agreement of enige overeenkomst die de Agency Agreement aanvullen, die, volgens de Agent, de belangen van de Obligatiehouders niet schaden (zonder een verplichting van de Agent om rekening te houden met de individuele omstandigheden van enige Obligatiehouder).
12.3 Algemene vergadering van de aandeelhouders van de Emittent en recht op informatie
De Obligatiehouders hebben het recht om alle algemene vergaderingen van de aandeelhouders van de Emittent bij te wonen, in overeenstemming met artikel 537 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen, en hebben het recht om alle documenten te ontvangen of in te kijken die aan hen moeten worden gegeven of bekendgemaakt in overeenstemming met het Belgisch Wetboek van Vennootschappen. De Obligatiehouders die een algemene vergadering van de aandeelhouders bijwonen hebben enkel een raadgevende stem.
13. KENNISGEVING
Berichten aan de Obligatiehouders zullen geldig zijn (i) indien afgeleverd door of namens de Emittent aan het Clearingsysteem voor mededeling aan de deelnemers aan het Clearingsysteem en
(ii) indien het bekendmakingen vereist overeenkomstig Voorwaarden 5.2. en 5.3. betreft, indien bekendgemaakt in één toonaangevende krant die algemeen verspreid wordt in België (naar verwachting L'Echo en De Tijd) en (iii) voor het overige in overeenstemming met alle wettelijke vereisten. Dergelijk bericht zal geacht worden te zijn gegeven op de laatste dag van (i) zeven dagen na aflevering ervan aan het Clearingsysteem en (ii) de publicatie van de krant die dergelijk bericht bevat.
De Emittent zal er voor zorgen dat alle berichten op een geldige wijze worden bekendgemaakt op een wijze die overeenstemt met (i) het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 betreffende de verplichtingen van emittenten van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt en (ii) de regels en reglementen van NYSE Euronext Brussels of enige andere beurs waarop de Obligaties op dat ogenblik zijn genoteerd. Dergelijk bericht zal geacht worden te zijn gegeven op de datum van deze bekendmaking of, indien dit bericht moet worden bekendgemaakt op meer dan één wijze, op de datum van de eerste bekendmaking in de krant die dergelijk bericht bevat of op elke vereiste wijze.
Bovenop de hiervoor vermelde mededelingen en bekendmakingen zal, met betrekking tot oproepingen voor een vergadering van Obligatiehouders, elke oproeping voor dergelijke vergadering worden gedaan in overeenstemming met artikel 570 van het Belgisch Wetboek van Vennootschappen, door een aankondiging die ten minste vijftien dagen vóór de algemene vergadering moet worden geplaatst in het Belgisch Staatsblad en in een nationaal uitgegeven krant. Besluiten die aan de algemene vergadering moeten worden voorgelegd, moeten worden beschreven in de oproeping.
14. TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTBANKEN
14.1 Toepasselijk Recht
De Obligaties en alle niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit of verband houden met de Obligaties worden beheerst door en geïnterpreteerd overeenkomstig het Belgisch recht.
14.2 Bevoegde Rechtbanken
De rechtbanken van Brussel, België zijn exclusief bevoegd om kennis te nemen van alle geschillen die kunnen voortvloeien uit of verband houden met de Obligaties en dienovereenkomstig dienen alle
rechtsvorderingen of procedures die voortvloeien uit of verband houden met de Obligaties voor deze rechtbanken worden ingesteld.
DEEL V: CLEARING
De Obligaties zullen worden aanvaard voor clearing (vereffening) in het Clearingsysteem onder het ISIN nummer BE0002194604 en Common Code 089744008 met betrekking tot de Obligaties en zullen bijgevolg onderworpen zijn aan de Regels van het Clearingsysteem.
Het aantal Obligaties in omloop op gelijk welk ogenblik zal worden geregistreerd in het obligatiehoudersregister van de Emittent op naam van de Nationale Bank van België NV, xx Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxxxxx (XXX).
Toegang tot het Clearingsysteem kan verkregen worden via de deelnemers aan het Clearingsysteem waarvan het lidmaatschap betrekking kan hebben op effecten zoals de Obligaties.
Tot de deelnemers aan het Clearingsysteem behoren bepaalde banken, beursvennootschappen, Clearstream, Luxembourg en Euroclear. Dienovereenkomstig komen de Obligaties in aanmerking om vereffend, en bijgevolg aanvaard te worden door Euroclear en Clearstream, Luxembourg en kunnen beleggers hun Obligaties houden op een effectenrekening bij Euroclear en Clearstream, Luxembourg.
De overdracht van de Obligaties zal tussen de deelnemers aan het Clearingsysteem worden uitgevoerd in overeenstemming met de regels en de operationele procedures van het Clearingsysteem. Overdrachten tussen beleggers zullen gebeuren in overeenstemming met de respectievelijke regels en operationele procedures van de deelnemer aan het Clearingsysteem via dewelke zij hun Obligaties houden.
De Agent zal de verplichtingen van de domiciliëringsagent uitvoeren, zoals uiteengezet in (i) de overeenkomst van dienstverlening met betrekking tot de uitgifte van gedematerialiseerde obligaties af te sluiten op of voor 5 april 2013 tussen de Emittent, de Agent en de NBB (zoals gewijzigd of aangevuld van tijd tot tijd, de Clearingovereenkomst) en (ii) de Agency Agreement. De Emittent en de Agent hebben geen enkele verantwoordelijkheid voor wat betreft de behoorlijke nakoming van de verplichtingen van het Clearingsysteem of van de deelnemers aan het Clearingsysteem onder hun respectievelijke regels en operationele procedures.
DEEL VI: BESCHRIJVING VAN DE EMITTENT
Algemeen
KBC Groep NV (de Emittent) is een naamloze vennootschap die een publiek beroep doet of heeft gedaan op het spaarwezen naar Belgisch recht. De Emittent is geregistreerd bij de Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer BE-0403.227.515 en heeft haar maatschappelijke zetel te Xxxxxxxxx 0, X-0000 Xxxxxxx, Xxxxxx. De Emittent kan gecontacteerd worden via het Telecenter (+32) (0) 00 000 000.
Vennootschapsdoel
De Emittent is een financiële holding die tot doel heeft het rechtstreeks of onrechtstreeks houden en beheren van participaties in andere ondernemingen, waaronder, maar niet beperkt tot, kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en andere financiële instellingen.
De Emittent heeft ook tot doel ondersteunende diensten te verlenen ten behoeve van derden, als lasthebber of anderszins, in het bijzonder ten behoeve van ondernemingen waarin het rechtstreeks of onrechtstreeks een participatie heeft. Overeenkomstig de statuten mag de Emittent alles doen wat rechtstreeks of onrechtstreeks kan bijdragen tot de verwezenlijking van haar doel in de ruimste zin.
Geschiedenis en ontwikkeling
De Emittent werd opgericht in België op 9 februari 1935 voor onbepaalde duur in de vorm van een naamloze vennootschap als Kredietbank NV. Op 3 juni 1998 heeft Kredietbank NV haar gehele vermogen aan KBC Bank NV overgedragen. Tegelijkertijd heeft Kredietbank NV haar naam gewijzigd in KB ABB Cera Bank en Bankverzekeringsholding NV. Op 27 april 2000 heeft KB ABB Cera Bank en Bankverzekeringsholding NV haar naam gewijzigd in KBC Bankverzekeringsholding NV.
Op 2 maart 2005 hebben de buitengewone algemene vergaderingen van de Emittent en Almanij (die de meerderheid aandeelhouder was in de Emittent op dat moment) ingestemd met de fusie door overname van Almanij door de Emittent. De gefuseerde entiteit is omgedoopt tot KBC Groep NV. Deze herstructurering, die alleen het aandeelhouderschap op het niveau van de KBC Groep NV beïnvloedde, resulteerde in een eenvoudigere, meer gestroomlijnde groepsstructuur met één enkele entiteit (KBC Groep NV) boven de onderliggende vennootschappen KBC Bank NV, KBC Verzekeringen NV, KBC Asset Management NV, KBL European Private Bankers SA en Gevaert. In 2006 heeft een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van KBC Groep NV ingestemd met de verdere vereenvoudiging van de juridische structuur van de groep, via de fusie van Gevaert met de KBC Groep NV (voorheen was Gevaert een 100% dochtervennootschap van de KBC Groep NV). De structuur van de groep werd opnieuw vereenvoudigd door de verkoop van een aantal aandelen van KBC Asset Management NV, die voorheen in het bezit waren van KBC Groep NV, aan (dochterondernemingen van) KBC Bank NV, waardoor KBC Bank NV een meerderheidsbelang in KBC Asset Management verwierf. De gehele voormalige European Private Banking Business Unit (bestaande uit de ex-zuster bedrijven van KBC Bank NV, KBL European Private Bankers SA en Vitis Life) werd beschouwd als niet-kernactiviteit en werd verkocht in juli 2012 om bij te dragen tot de terugbetaling van de kapitaaleffecten uitgegeven aan de Belgische en Vlaamse overheden.
Kapitaal
Op de datum van dit Prospectus waren er 416.967.355 aandelen van KBC Groep NV, waarvan 393.930.091 genoteerd op NYSE Euronext Brussels en de Luxemburgse beurs en 23.037.264 niet-genoteerde aandelen waarvoor de notering zal worden aangevraagd met de bedoeling om de effectieve notering daarvan tegen de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering van mei 2013 te laten gebeuren. De aandelen zijn volledig volstort.
In 2012 werd het aantal aandelen twee maal verhoogd: Op 10 december 2012 kondigde de Emittent de succesvolle plaatsing aan van 58.835.294 gewone aandelen. Op 19 december 2012 verhoogde het aantal aandelen opnieuw, met 151.748 als gevolg van de traditionele jaarlijkse kapitaalverhoging voor het personeel van KBC Groep NV en enkele van zijn Belgische dochtervennootschappen.
De Groep kondigde ook een uitgifte van contingent capital notes voor USD 1.000.000.000 in het eerste kwartaal van 2013. U vindt daarover meer informatie in de gerelateerde persberichten van 10 december 2012, beschikbaar op de website van de Emittent, xxx.xxx.xxx. Na een succesvolle roadshow heeft KBC Bank NV op 18 janurai 2013 voor 1 miljard USD Tier 2-contingent capital notes geplaatst. De emissie was gericht op institutionele beleggers en vermogenden. De emissie ging gepaard met een sterke vraag en werd meer dan 8 keer overingeschreven.
Tussen de vaste aandeelhouderskern van de Emittent werd er een aandeelhoudersovereenkomst afgesloten om het algemeen beleid van de Emittent te ondersteunen en te coördineren en op de toepassing van dat beleid toe te zien. Het Corporate Governance Charter van de Emittent bevat een verdere toelichting op deze overeenkomst. Het Corporate Governance Charter, dat terug te vinden is op de website van de Emittent (xxx.xxx.xxx) licht in het algemeen de wijze toe waarop de Groep wordt aangestuurd, met de beschrijving van de rol en werking van de verschillende vennootschapsorganen en van de regeling van de belangenconflicten. Er zijn geen dergelijke belangenconflicten gekend aan de Emittent. Voor het geval zich een belangenconflict zou voordoen, voorziet het Corporate Governance Charter in een regeling die in dat geval moet toegepast worden.
Sinds eind 2008 heeft KBC Groep NV in totaal voor EUR 7.000.000.000 uitgegeven aan eeuwigdurende, niet-overdraagbare kernkapitaaleffecten zonder stemrecht, pari passu met gewone aandelen bij liquidatie, waarop werd ingetekend door de Belgische staat (Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij) en het Vlaams Gewest (elk voor EUR 3.500.000.000). De transactie met de Belgische staat werd gesloten in december 2008, terwijl de overeenkomst met het Vlaams Gewest werd afgerond in juli 2009. De opbrengst van die transacties werd gebruikt door de Groep om het kernkapitaal van zijn bankactiviteiten te versterken met EUR 5.500.000.000 (via een gewone kapitaalverhoging van KBC Bank NV) en om de solvabiliteitsmarge van zijn verzekeringsactiviteiten te verhogen met EUR 1.500.000.000 (via een gewone kapitaalverhoging van KBC Verzekeringen NV).
Overige kenmerken van de transacties (vereenvoudigd):
• uitgifteprijs: 29,50 euro per effect;
• couponrente: het hoogste van (i) 2,51 euro per effect (wat overeenstemt met een interest van 8,5%) en
(ii) 120% van het uitgekeerde dividend op gewone aandelen voor 2009 (voor de interestbetaling in 2010) en 125% voor 2010 en de volgende jaren (voor de interestbetaling in 2011 en later); er is geen coupon verschuldigd als er geen dividend wordt uitgekeerd;
• terugkoopoptie: KBC Groep NV heeft op ieder ogenblik het recht om alle of een deel van de effecten terug te kopen (onder voorbehoud van goedkeuring door de financiële toezichthouder) tegen 150% van de uitgifteprijs (44,25 euro), contant te betalen;
• omruilingsoptie (alleen geldig voor de transactie met de Belgische staat): na afloop van drie jaar (dus vanaf december 2011) heeft KBC Groep NV op ieder ogenblik het recht om alle of een deel van de effecten te ruilen in gewone aandelen op een een-voor-eenbasis; als KBC Groep NV daarvoor kiest, kan de staat opteren voor contante terugbetaling van de effecten. Het contante bedrag zal 115% (i.e. 15% penaltypremie) van de uitgifteprijs bedragen vanaf het vierde jaar en zal elk volgend jaar met 5 procentpunten worden verhoogd tot een maximum van 150%.
Op 2 januari 2012 betaalde KBC Groep NV een eerste tranche van 500 miljoen euro terug aan de Belgische staat, vermeerderd met een penaltypremie van 15%. Op 17 december 2012 betaalde KBC Groep NV 3
miljard euro plus een premie van 15% terug aan de Belgische staat. De Groep streeft ernaar om in de eerste helft van 2013 1,17 miljard euro staatssteun terug te betalen aan de Vlaamse regionale overheid, plus de premie van 50%. Die terugbetaling is onderworpen aan de gebruikelijke goedkeuring van de Nationale Bank van België. De Groep engageert zich om, zoals overeengekomen met de Europese Commissie, het uitstaande saldo van 2,33 miljard euro in de periode 2014-2020 terug te betalen aan de Vlaamse overheid in zeven gelijke afbetalingen van 0,33 miljard euro (plus premie). De Groep kan er echter voor opteren die terugbetalingen sneller te doen.
Organisatiestructuur
De Emittent heeft twee belangrijke dochterondernemingen, KBC Bank NV (KBC Bank) en KBC Verzekeringen NV (KBC Verzekeringen) zoals weergegeven in onderstaande gesimplificeerde diagram.
De Emittent samen met de dochterondernemingen die opgenomen zijn in de consolidatiekring wordt aangeduid als de Groep.
Een lijst met de belangrijkste groepsmaatschappijen die op 31 december 2012 behoorden tot de Groep vindt u verder. We herhalen dat een aantal maatschappijen nog dient te worden gedesinvesteerd conform het EU Plan. In de financiële rapportering van de Groep werden vanaf 2010 de resultaten van alle te desinvesteren groepsbedrijven verplaatst van hun divisie naar een zogenaamd „Groepscenter‟.
Voornaamste dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen van KBC Groep NV
Onderneming | Geregistreerde zetel | Percentage aandeelhouderschap op groepsniveau | Divisie1 | Activiteit |
KBC BANK | ||||
Integraal geconsolideerde dochterondernemingen | ||||
Absolut Bank2 | Moskou – RU | 99,00 | GR | Kredietinstelling |
Antwerpse Diamantbank NV2 | Antwerpen – BE | 100,00 | GR | Kredietinstelling |
CBC Banque SA | Brussel – BE | 100,00 | B | Kredietinstelling |
CIBANK EAD | Sofia – BG | 100,00 | CEE | Kredietinstelling |
ČSOB a.s. (Tsjechië) | Praag – CZ | 100,00 | CEE | Kredietinstelling |
ČSOB a.s. (Slowakije) | Bratislava – SK | 100,00 | CEE | Kredietinstelling |
KBC Asset Management NV | Brussel – BE | 100,00 | B | Assetmanagement |
KBC Bank NV | Brussel – BE | 100,00 | B/MB/GR | Kredietinstelling |
KBC Bank Deutschland AG2 | Bremen – DE | 100,00 | GR | Kredietinstelling |
KBC Bank Funding LLC & Trust (groep) | New York – US | 100,00 | MB | Uitgifte van preferente aandelen |
KBC Bank Ireland Plc | Dublin – IE | 100,00 | MB | Kredietinstelling |
KBC Commercial Finance NV | Brussel – BE | 100,00 | MB | Factoring |
KBC Credit Investments NV | Brussel – BE | 100,00 | MB | Investeringen in kredietgerelateerde effecten |
KBC Finance Ireland | Dublin – IE | 100,00 | GR | Kredietverlening |
KBC Financial Products (groep) | Diverse locaties | 100,00 | GR | Aandelen- en derivatenhandel |
KBC Internationale Financieringsmaatschappij NV | Rotterdam – NL | 100,00 | MB | Uitgifte van obligaties |
KBC Lease (groep) | Diverse locaties | 100,00 | MB/CEE/B | Leasing |
KBC Securities NV | Brussel – BE | 100,00 | MB | Beursmakelaar, corporate finance |
K&H Bank Rt. | Boedapest – HU | 100,00 | CEE | Kredietinstelling |
Geassocieerde ondernemingen | ||||
Nova Ljubljanska banka d.d. (groep)2 | Ljubljana – SI | 22,04 | GR | Kredietinstelling |
KBC VERZEKERINGEN | ||||
Integraal geconsolideerde dochterondernemingen | ||||
ADD NV | Heverlee – BE | 100,00 | B | Verzekeringsmaatschappij |
ČSOB Pojišt’ovna, Tsjechië | Pardubice – CZ | 100,00 | CEE | Verzekeringsmaatschappij |
ČSOB Poist’ovňa a.s., Slowakije | Bratislava – SK | 100,00 | CEE | Verzekeringsmaatschappij |
DZI Insurance | Sofia – BG | 100,00 | CEE | Verzekeringsmaatschappij |
Groep VAB | Zwijndrecht – BE | 79,81 | B | Autobijstand |
K&H Insurance Rt. | Boedapest – HU | 100,00 | CEE | Verzekeringsmaatschappij |
KBC Banka A.D.2 | Belgrado – RS | 100,00 | GR | Kredietinstelling |
KBC Groep Re SA | Luxemburg – LU | 100,00 | B | Verzekeringsmaatschappij |
KBC Verzekeringen NV | Leuven – BE | 100,00 | B | Verzekeringsmaatschappij |
Evenredig geconsolideerde dochterondernemingen | ||||
NLB Vita d.d. | Ljubljana – SI | 50,00 | GR | Verzekeringsmaatschappij |
KBC GROEP NV (overige directe dochterondernemingen) | ||||
Integraal geconsolideerde dochterondernemingen | ||||
KBC Global Services NV | Brussel – BE | 100,00 | GR | Diensten aan de groep |
KBC Groep NV | Brussel – BE | 100,00 | GR | Holding |
1 Divisie (voor opname in resultaat): Afkortingen: B = België; CEE = Centraal- en Oost-Europa; MB = Merchantbanking; GR = Groepscenter. 2 Vallen onder IFRS 5.
De Emittent is geen partij bij overeenkomsten waarvan de uitoefening kan resulteren in een wijziging van de controle over de Emittent.
Voornaamste activiteiten en markten
De Groep focust op financiële dienstverlening aan retail-, kmo- en midcapcliënten in een aantal thuismarkten, namelijk België en een selectie van landen in Centraal- en Oost-Europa (Tsjechië, Slowakije, Hongarije en Bulgarije). De aanwezigheid buiten die thuismarkten is voornamelijk gericht op de ondersteuning van de bedrijfscliënten op de thuismarkten. Een belangrijk deel van de aanwezigheid buiten de thuismarkten werd of zal worden verkocht of afgebouwd (zie verder). In al zijn thuismarkten is de Groep een bank-verzekeraar.
In zijn thuismarkten is de Groep actief in een groot aantal activiteiten, gaande van de depositowerving, kredietverlening, assetmanagement en schade- en levensverzekeringsactiviteiten, tot veeleer gespecialiseerde activiteiten (vanuit gespecialiseerde diensten of gespecialiseerde dochtermaatschappijen) waaronder betalingsverkeer, dealingroomactiviteiten (geld- en kapitaalmarktactiviteiten), aandelenbrokerage, corporate finance, buitenlandse handelsfinanciering, international cash management, leasing, etc.
Zoals gesteld in zijn strategisch plan, wil de Groep zich focussen op zijn kern-bankverzekeringsactiviteiten in België en een aantal thuismarkten in Centraal- en Oost-Europa. Die focus van de Groep betekent ook dat een aanzienlijk deel van de niet-kernactiviteiten en aanwezigheid op niet-thuismarkten werd of wordt afgebouwd. Het strategische plan van de Groep bevat bijgevolg een opsomming van de maatschappijen en activiteiten van de Groep die werden of moeten worden gedesinvesteerd.
Hierna volgt een korte opsomming van de belangrijkste uitgevoerde desinvesteringen in 2010, 2011 en 2012 (tot en met eind december 2012): KBC Financial Products (U.S. reverse mortgage portfolio, Japanese cash equity operations, U.S. life settlement portfolio, convertible bond and Asian equity derivatives), KBC Peel Hunt, Britse en Ierse activiteiten van KBC Asset Management, KBC Securities Baltic Investment Company, KBC Business Capital, Secura, Centea, Fidea, KBL European Private Bankers, KBC Concord Asset Management, KBC Goldstate, de activiteiten van KBC Securities in Servië en Roemenië, WARTA, KBC Lease Deutschland, KBC Autolease Polska, Zagiel en het grootste deel van de portefeuille van KBC Private Equity. Eind februari 2012 werd aangekondigd dat KBC Bank NV met Banco Santander S.A. een overeenkomst heeft gesloten m.b.t. een fusie van de respectieve Poolse dochters Xxxxxx Bank SA en Bank Zachodni WBK SA, waarbij het de uiteindelijke bedoeling is dat KBC Bank NV zijn resulterende
deelneming in de fusiebank desinvesteert. Op 4 december 2012 werd de goedkeuring van de Poolse toezichthouder van deze fusie tussen Kredytbank SA en Bank Zachodni WBK SA aangekondigd. Deze overeenkomst werd echter nog niet volledig afgerond (cf. verkoop resterend belang in gefuseerde entiteit). In december 2012 werden verkoopsovereenkomsten getekend voor Absolut Bank (Rusland) en het minderheidsaandeel in NLB (Slovenië) (deze transacties werden nog niet volledig afgerond). Bovendien werden de internationale kredietportefeuilles buiten de thuismarkten gereduceerd en werden de KBC Groep NV-aandelen die werden aangehouden door KBC Groep NV en KBC Bank NV verkocht.
De belangrijkste nog te desinvesteren bedrijven zijn Antwerpse Diamantbank, KBC Bank Deutschland en KBC Banka.
In de komende jaren zijn er geen significante overnames gepland.
Sinds 1 januari 2013 is er een nieuwe managementstructuur in voege. Deze nieuwe structuur van de Groep omvat drie bouwstenen ('genereren', 'verbeteren' en 'ontwikkelen') en acht zuilen, die zich elk concentreren op hun individuele bijdrage tot de Groep.
1. Bouwsteen 'genereren' bestaat uit de vier divisies. Deze divisies focussen op de lokale business en moeten bijdragen tot een duurzame winst en groei. Zij zijn verantwoordelijk voor het realiseren van hun doelstellingen en de eindbeslissers voor hun kerndomein.
Divisie België en Divisie Tsjechië zijn beide mature marktleiders en moeten zorgen voor een toenemende stabiele rendabiliteit op hoog niveau.
Divisie International Markets omvat de andere kernlanden in Centraal- en Oost-Europa (Slowakije, Hongarije en Bulgarije) en moeten groeigeneratoren zijn voor de Groep. KBC Bank Ireland behoort ook tot de divisie, evenals de nog resterende niet-kernentiteiten die zullen worden gedesinvesteerd.
Divisie International Product Factories omvat onder meer Asset Management, Trade Finance, Consumer Finance en Markets & Securities.
2. Bouwsteen 'verbeteren' bestaat uit de ondersteunende pijlers Corporate Change & Support, CRO Services en CFO Services. Die treden op als interne regelgever, maar moeten bovenal de divisies ondersteunen.
3. Bouwsteen 'ontwikkelen' bestaat uit de pijler Corporate Staff. Dat is een competentiecentrum voor strategische knowhow en best practices voor bedrijfsorganisatie en communicatie. Deze zuil ondersteunt het directiecomité van KBC Groep NV en de divisies en moet de samenwerking binnen de onderneming stimuleren.
KBC Groep CEO Xxxxx Xxxxx | |||||||||||||
Corporate Staff | Divisie België CEO Xxxxxx Xxxxxx | Divisie Tsjechi ë CEO Xxxxx Xxxxxxx | Divisie Internationa l Markets CEO Xxxxx Xx Xxxxxxxxx | Divisie Internationa l Product Factories CEO Xxx Xxxxxxx | Corporate Change & Support CCO Xxxxx Xxxxx | CRO Services CRO Xxxx Xxxxxxx | CFO Services CFO Xxx Xxxxxxxx |
ONTWIKKELEN
GENEREREN
VERBETEREN
De eerste financiële rapportering volgens de nieuwe indeling zal gebeuren ter gelegenheid van de resultaatsbekendmaking over het eerste kwartaal van 2013. Aangezien de financiële rapportering waarnaar gerefereerd wordt in dit Prospectus volgens de oude managementindeling werd opgemaakt, geven wij in de volgende paragrafen nog een beschrijving van deze indeling, samen met de wijzigingen die de nieuwe managementstructuur met zich mee zal brengen.
De managementstructuur van de Groep tot en met 31 december 2012 werd opgebouwd rond een aantal divisies die verder apart besproken worden. De opdeling in divisies was gebaseerd op geografische criteria (België en Centraal- en Oost-Europa, de twee kernmarkten van de Groep) en activiteitscriteria (retailbankverzekeren versus merchantbanking). De Divisie Gemeenschappelijke Diensten en Operaties omvatte een aantal diensten die fungeerden als ondersteuning en productaanbieder voor de andere divisies (de belangrijkste diensten die tot deze divisie behoorden zijn assetmanagement, betalingsverkeer, consumentenkredietverlening, handelsfinanciering, ICT, leasing, organisatie; aan Divisie Gemeenschappelijke Diensten en Operaties werden geen resultaten toegewezen, aangezien alle opbrengsten en kosten van deze divisie aan de andere divisies werden toegerekend en in hun resultaten zijn vervat; deze divisie wordt dus niet als een apart segment getoond in de rapportering over de segmentresultaten).
Elke divisie werd geleid door een managementcomité dat opereerde onder het Directiecomité van de Emittent. De managementcomités werden voorgezeten door een chief executive officer (CEO) en, in het geval van Divisie Gemeenschappelijke Diensten en Operaties, door de chief operating officer (COO). De divisie-CEO‟s en de COO vormden samen met de CEO van de Emittent, de chief financial officer (CFO) en de chief risk officer (CRO), het Directiecomité van de Emittent.
Hierna vindt u een vereenvoudigde voorstelling van de activiteiten en geografische focus van de vroegere divisies België, Centraal- en Oost-Europa en Merchantbanking.
Divisie België
Divisie België omvatte de activiteiten op het gebied van retail- en privatebankverzekeren van de Groep in België. De belangrijkste groepsmaatschappijen die tot deze divisie behoorden, zijn ADD, CBC Banque S.A., KBC Asset Management NV, KBC Bank NV (Belgische retail- en private banking-activiteiten), KBC Verzekeringen NV, KBC Lease NV (retail België), KBC Group Re, KBC Consumer Finance en Groep VAB. Ceneta en Fidea werden ondertussen verkocht.
Marktpositie (eind 2012)1
• 820 retail- en private banking kantoren en 481 verzekeringsagentschappen;
• 20 % geschat marktaandeel voor traditionele bankproducten, 35% voor beleggingsfondsen, 17 % voor levensverzekeringen en 9% voor schadeverzekeringen;
• 3,4 miljoen cliënten.
De strategie van Divisie België is gebaseerd op een sterke lokale verankering via een fijnmazig netwerk van bankkantoren en verzekeringsagentschappen, ondersteund door een complementair internetkanaal. Eind 2012 bestond dat netwerk uit een 800-tal retail- en private banking kantoren van KBC Bank NV en CBC Banque
S.A. en een 500-tal exclusieve verzekeringsagentschappen van KBC Verzekeringen en CBC Assurances (de bedrijvenkantoren in België worden verder vermeld, onder Divisie Merchantbanking). Met dat netwerk focust de Groep op het verstrekken aan privé-personen en kleinere KMO‟s, alsook private bankingcliënteel, van een breed gamma aan producten en diensten met betrekking tot kredietverlening, depositowerving, assetmanagement (waaronder adviserend en discretionair vermogensbeheer), schade- en levensverzekeringen en andere bancaire en verzekeringsdiensten.
1 De gegevens omtrent marktaandelen en cliënten zijn gebaseerd op eigen schattingen, waarbij inzake marktaandelen onder meer gebruik wordt gemaakt van gegevens uit het NBB schema A en van Beama en Assuralia. De gegevens omtrent het marktaandeel voor traditionele bankproducten beschrijven een gemiddelde van het geschatte marktaandeel van de Emittent in kredieten en in deposito‟s, inclusief grotere bedrijven. De gegevens omtrent het marktaandeel voor levensverzekeringen omvatten zowel tak 21 als ook tak 23. Het aantal kantoren omvat ook de kantoren van CBC Banque die naast retailcliënten ook bedrijvencliënten bedienen, en de social profit en openbare sector-kantoren van de groep.
De aanpak van de Groep wordt gekenmerkt door een specifiek samenwerkingsmodel tussen KBC/CBC- bankkantoren en KBC/CBC-verzekeringsagentschappen in zogenaamde micromarkten. Met dat model kan de Groep zijn cliënten een zo volledig mogelijk productaanbod leveren dat op hun behoeften is afgestemd en wordt de kruisverkoop tussen bank- en verzekeringsproducten gestimuleerd.
Ook het internet heeft een belangrijke plaats in het distributienetwerk, als ondersteunend kanaal met specifieke accenten voor specifieke cliëntengroepen. In 2011 werd ook mobiel bankieren voor smartphones, iPads en dergelijke gelanceerd, een extra service voor cliënten die geabonneerd zijn op KBC-Online.
In 2010 werd, met als doel de positie van de Groep veilig te stellen in een zeer concurrerende en continu veranderende omgeving, een programma opgestart om de structuur van het commerciële netwerk in België te optimaliseren. Voor Vlaanderen en Brussel draagt dat project de naam Net 3.0. Dat programma wordt vanaf begin 2011 stapsgewijs uitgerold.
In de nieuwe structuur wordt de divisie België uitgebreid met Corporate Banking België, dat vroeger in de divisie Merchantbanking was ondergebracht.
In november 2012 kondigde KBC Bank NV een programma aan voor de uitgifte van covered bonds, gedekt door Belgische hypotheekleningen (Belgische Pandbrieven/lettres de gage belges) het EUR 10,000,000,000 Residential Mortgage Covered Bonds Programme. KBC Bank NV heeft de nodige licenties ontvangen van de Nationale Bank van België (NBB). Begin december 2012 werd een eerste uitgifte succesvol geplaatst, gevolgd door een tweede succesvolle uitgifte eind januari 2013.
Divisie Centraal- en Oost-Europa
Divisie Centraal- en Oost-Europa omvat alle activiteiten van de Groep in de Centraal- en Oost-Europese regio. De belangrijkste groepsmaatschappijen die tot deze divisie behoorden, zijn CIBANK en DZI Insurance in Bulgarije, ČSOB en ČSOB Poist‟ovňa in Slowakije, ČSOB en ČSOB Pojišt‟ovna in Tsjechië, en K&H Bank en K&H Insurance in Hongarije. Ook Absolut Bank (Rusland), KBC Banka (Servië), het belang in de NLB-groep (Slovenië) en Kredyt Bank en WARTA (Polen), die in overeenstemming met het strategische plan werden of worden gedesinvesteerd, behoren tot deze divisie. Hun resultaten worden evenwel opgenomen in Groepscenter, waarin de resultaten van alle te desinvesteren groepsondernemingen zijn vervat.
Marktpositie in de thuismarkten (eind 2012)2
• Thuismarkten: Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Bulgarije
• 799 bankkantoren; verkoop verzekeringen via verschillende kanalen
• 6 miljoen cliënten
• Marktaandeel (bankproducten/beleggingsfondsen/levensverzekeringen/schadeverzekeringen)
(a) | Tsjechië | 20% | / 30% / 8% / 6% |
(b) | Slowakije | 10% | / 8% / 5% / 3% |
(c) | Hongarije | 8% | / 20% / 3% / 4% |
2 Marktaandelen en cliënten: gebaseerd op eigen schattingen, waarbij inzake marktaandelen onder meer gebruik wordt gemaakt van gegevens afkomstig van de Xxxxx Xxxxxxxx Xxxx, Xxxxx Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxx, Xxxxxxxx Xxxx xx Xxxxxxxx, Xxxxxx Association of Insurers, National Bank of Hungary, Association of Hungarian Insurance Companies, Bulgarian National Bank, Financial Supervision Commission of Bulgaria etc. Marktaandeel bankproducten: gemiddelde van geschat marktaandeel in kredieten en in deposito‟s. Marktaandeel levensverzekeringen: tak 21 en tak 23 samen.
(d) Bulgarije 2% / -- / 13% / 11%
Eind 2012 bestond het netwerk van de Groep in Centraal- en Oost-Europa uit een 800-tal bankkantoren van zijn dochtermaatschappijen ČSOB in Tsjechië, ČSOB in Slowakije, K&H Bank in Hongarije en CIBANK in Bulgarije (exclusief de maatschappijen in de niet-kernlanden). Daarnaast bezit de Groep nog een uitgebreid verzekeringsdistributienetnetwerk van de Groepsmaatschappijen ČSOB Xxxxxx'xxxx in Tsjechië, ČSOB Poist'ovňa in Slowakije, K&H Insurance in Hongarije en DZI Insurance in Bulgarije. De strategie in Centraal- en Oost-Europa is gebaseerd op een aangepast bankverzekeringsmodel. In tegenstelling tot de situatie in België werken de verzekeringsmaatschappijen van de Groep in Centraal- en Oost-Europa niet alleen via exclusieve agenten (en bankkantoren), maar ook bijvoorbeeld via insurance brokers en multi- agenten. Net zoals in België worden de netwerken van de Groep in Centraal- en Oost-europa aangevuld met elektronische kanalen, zoals ATMs, telefoon en het Internet.
In het 2011 jaarverslag vindt u details over de kredietportefeuille van K&H Bank in Hongarije. Een specifiek kenmerk daarvan is het grote aandeel van retailkredieten in vreemde valuta. In dat verband dient te worden gewezen op de bijkomende kredietvoorzieningen die voor deze portefeuille zijn genomen in 2011, volgend op diverse wetgevende initiatieven in Hongarije.
In de nieuwe managementstructuur wordt, vereenvoudigd gesteld, divisie Centraal- en Oost-Europa opgedeeld in een aparte divisie Tsjechië, gezien het bijzonder groot belang van dit land in het geheel van de Centraal- en Oost-Europese activiteiten van de Groep, terwijl de activiteiten van de andere kernlanden (Hongarije, Slowakije en Bulgarije) worden ondergebracht in de divisie International Markets.
Divisie Merchantbanking
Divisie Merchantbanking omvat het bedrijfsbankieren (dienstverlening aan grotere kmo- en bedrijvencliënten) en de marktactiviteiten in België en het buitenland, met uitzondering van Centraal- en Oost-Europa. De belangrijkste groepsmaatschappijen die tot deze divisie behoorden, zijn KBC Bank NV (merchantbank-activiteiten), KBC Commercial Finance, KBC Bank Ireland, KBC Credit Investments, KBC Lease (corporate), KBC Internationale Financieringsmaatschappij N.V., en KBC Securities NV. Ook Antwerpse Diamantbank, KBC Bank Deutschland, KBC Financial Products (verschillende activiteiten al verkocht), die in overeenstemming met het strategische plan werden of worden gedesinvesteerd, behoren tot deze divisie. Hun resultaten worden evenwel opgenomen in het resultaat van Groepscenter, waarin de resultaten van alle te desinvesteren groepsondernemingen zijn vervat.
Divisie Merchantbanking omvat zowel de marktactiviteiten (geldmarktactiviteiten, kapitaalmarktproducten, aandelenhandel, corporate finance, enz., via een aantal dealingrooms en dochtermaatschappijen, waaronder KBC Securities NV), als het bedrijfsbankieren (kredietverlening, cashmanagement, betalingsverkeer, handelsfinanciering, leasing, enz.) voor cliënten in België en in het buitenland, zolang er een link is met de thuismarkten van de Groep in België of Centraal-Europa. Activiteiten met andere professionele of institutionele tegenpartijen worden afhankelijk gemaakt van de mate waarin ze de kernactiviteiten van de Groep ondersteunen. De dienstverlening gebeurt via een netwerk van 13 bedrijvencentra van KBC Bank en een aantal kantoren van CBC Banque die naast retail- ook bedrijvencliënten bedienen, een 16-tal buitenlandse vestigingen (vooral in West-Europa, Zuid-Oost-Azië en de V.S.; KBC Bank Deutschland werd niet meegerekend in de totalen), en diverse gespecialiseerde diensten en dochtermaatschappijen. Ook KBC Bank Ireland behoort tot Divisie Merchantbanking, en die activiteit wordt hierna afzonderlijk toegelicht.
In het buitenland werden de activiteiten maximaal geheroriënteerd naar de ondersteuning van cliënten uit de thuismarkten. Activiteiten die daarbuiten vallen, werden of worden in principe stopgezet of afgebouwd. Tot en met eind werden al diverse activiteiten verkocht, waaronder KBC Xxxx Xxxx, bepaalde dochtermaatschappijen van KBC Securities NV, diverse activiteiten van KBC Financial Products, KBC Business Capital, etc. Bovendien werden en worden ook diverse activiteiten in de buitenlandse kantoren afgebouwd, waaronder een significant deel van de internationale kredietportefeuille. Tegelijkertijd werden in
de laatste jaren ook een aantal buitenlandse kantoren gesloten. De belangrijkste nog te desinvesteren ondernemingen van deze divisie zijn Antwerpse Diamantbank en KBC Bank Deutschland.
De Groep biedt ook diverse elektronisch financiële diensten aan aan zijn bedrijfscliënten, waaronder bijvoorbeeld KBC-Online for Business.
Wat betreft de Groep‟s aanwezigheid in Ierland (via KBC Bank Ireland, die financiële diensten verleent aan KMO- en corporate cliënten en ook een belangrijke woningkredietenportefeuille bezit), vindt u details over de kredietportefeuille (en de gerelateerde waardeverminderingen) in het jaarverslag; de kwartaalverslagen en de verschillende presentaties over de resultaten (beschikbaar op xxx.xxx.xxx). In 2012 legde de Groep ruwweg 0.5 miljard euro kredietvoorzieningen aan met betrekking tot de Ierse kredietportefeuille. Eind december 2012 was ruwweg 23% van deze kredietportefeuille geklasseerd als non-performing.
In de nieuwe structuur werd de divisie Merchantbanking opgesplitst. De voornaamste wijzigingen worden hieronder op een lijn gezet:
• Corporate Banking België, dat volgens het principe van local responsiveness wordt ondergebracht in divisie België;
• De corporate banking-activiteiten buiten België krijgen een plaats in de respectievelijke lokale divisies die zich toeleggen op kerncliënten in de kernmarkten;
• Activiteiten zoals Markten en Effecten, werden opgenomen in de divisie International Product Factories;
• KBC Bank Ireland wordt ondergebracht in Divisie International Markets.
Vernieuwde strategie van de Groep
In oktober 2012 kondigde de Groep een vernieuwde strategie aan waarbij de local responsiveness cruciaal is, wat neerkomt op alert reageren op lokale opportuniteiten. De Groep zal eerst en vooral focussen op de cliënt. De Groep wil duurzame cliëntrelaties opbouwen en verdiepen met particulieren, kmo‟s en midcaps. Local responsiveness betekent de lokale cliënten beter begrijpen, alert zijn voor hun signalen en er proactief op inspelen, producten en diensten op maat van hun lokale behoeften aanbieden. Relatiegericht bankverzekeren is de sleutel tot „local responsiveness‟. Dat wil zeggen dat de Groep zal focussen op de bank- en verzekeringsactiviteiten die nodig zijn om de cliëntrelatie op een duurzame manier te ondersteunen.
De Groep blijft zich concentreren op de producten en diensten die de kern uitmaken van zijn activiteiten als bank-verzekeraar. De Groep bevestigt zijn engagement uit het verleden voor het bankverzekeringsmodel. De Groep beheerst die aanpak perfect en dat heeft doorheen de cyclus uitstekende resultaten opgeleverd. Het bankverzekeringsmodel van de Groep is een geïntegreerd businessmodel. Het levert kostensynergieën op door overlapping van ondersteunde entiteiten (zoals ICT en boekhouding) te vermijden. Het biedt ook voor de cliënten een toegevoegde waarde dankzij het complementaire en geoptimaliseerde aanbod van bank- en verzekeringsproducten en -diensten.
De Groep definieert zijn kernmarkten als die markten waarin het met bank- en verzekeringsbedrijven aanwezig is. Die kernmarkten zijn België, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Bulgarije. De groep is er goed ingebed in de lokale economieën. Het is de bedoeling dat alle activiteiten die niet bijdragen tot de ondersteuning van cliëntrelaties in de kernmarkten van de Groep worden stopgezet (met uitzondering van Ierland).
De Groep bevordert grensoverschrijdende samenwerking en hefboomeffecten op groepsniveau om kostenefficiëntie te bewerkstelligen. Internationale productfabrieken en internationale dienstverleners zullen zich richten op het aanbieden van producten en diensten die afgestemd zijn op de distributiestrategie van de verschillende divisies en „local responsiveness‟ ondersteunen. Uitwisseling van knowhow, best practices,
ervaring, producten en diensten tussen de verschillende divisies en bedrijfsfuncties worden gestimuleerd via community‟s.
De Groep implementeert een nieuwe organisatiestructuur die volledig afgestemd is op de strategische keuzes en die effectieve besluitvorming en individuele verantwoordelijkheid ondersteunt. De nieuwe structuur omvat onder andere een nieuwe, afzonderlijke divisie in Tsjechië en de toekomstige rol van de divisie Merchant Banking wordt duidelijker gesteld.
De Groep engageert zich voor een duidelijk gedefinieerde groepscultuur. De Groep verhoogt zijn wendbaarheid en alertheid door de nadruk te leggen op een gestroomlijnd prestatiebeheer en individuele verantwoordelijkheid voor alle medewerkers. Via 'kritieke prestatie-indicatoren' zal een duidelijke link gelegd worden tussen de strategische prioriteiten en individuele verantwoordelijkheid.
De Groep wil zijn kosten-inkomstenratio tegen 2015 verbeteren tot 55%, enerzijds door de inkomsten te verbeteren en anderzijds door de efficiëntie te verhogen en synergieën te creëren. Als gecombineerde ratio voor verzekeringen mikt het op 95% of minder. De Groep mikt ook op een liquidity coverage ratio van 100 % en een net stable funding ratio van 105% tegen 2015. De groep kondigde ook zijn voornemen aan om vanaf 2013 een fully loaded Basel 3common equity ratio van minimaal 10% aan te houden.
Concurrentiële troeven
Alle activiteiten van de Groep zijn onderheving aan concurrentie in de betreffende markten. Afhankelijk van de activiteit, omvat de concurrentie andere commerciële banken, spaarbanken, verstrekkers van consumentenkredieten, loan institutions, zakenbanken (investment banks), brokerage firms, verzekeringsinstellingen, gespecialiseerde financieringsmaatschappijen, vermogensbeheerders (asset managers), private bankers, investeringsmaatschappijen etc.
In de vorige paragrafen vindt u een schatting van het marktaandeel van de Groep in zijn thuismarkten, voor de belangrijkste producten.
Zowel in België als in Centraal- en Oost-Europa bezit de Groep een uitgebreid bank- en verzekeringsnetwerk, bestaande uit bankkantoren, verzekeringsagentschappen en andere distributiekanalen (zie vorige paragrafen). De groep gelooft dat de meeste van zijn belangrijke groepsmaatschappijen een sterke merk/naambekendheid hebben in hun respectieve markten.
In België behoort de Groep tot de grootste financiële instellingen (zie marktaandelen). Voor bepaalde producten of activiteiten heeft de Groep zelfs een leidende positie (bijvoorbeeld met betrekking tot beleggingsfondsen). De belangrijkste algemene concurrenten in België zijn BNP Paribas Fortis, Belfius, ING, Ageas en AXA, maar voor bepaalde producten, diensten of deelmarkten kunnen ook andere financiële instellingen belangrijke concurrenten zijn.
In zijn Centraal- en Oost-Europese kernmarkten als geheel is de Groep een van de grotere marktspelers, met in de meeste landen belangrijke posities inzake bankieren en verzekeren (zie marktaandelen). De groep concurreert er in elk van die landen met lokale financiële instellingen en met dochtermaatschappijen en vestigingen van andere grote internationale groepen (zoals Erste Bank, Unicredit en anderen).
In de rest van de wereld (vooral in de rest van Europa, Zuidoost-Azië en de VS) is de Groep beperkt aanwezig, via een netwerk van kantoren en dochtermaatschappijen. Ook hier concurreert de Groep met zowel lokale als internationale financiële groepen.
Risicobeheer
De Groep is hoofdzakelijk actief als bank-verzekeraar en vermogensbeheerder, en is daardoor blootgesteld aan een aantal typische risico‟s en onzekerheden voor de sector, zoals – maar zeker niet uitsluitend–
kredietrisico (inclusief landenrisico), interestrisico, wisselkoersrisico, liquiditeitsrisico, risico van aangegane verzekeringsverplichtingen, operationele risico‟s, risico ten aanzien van opkomende markten, wijzigingen in regelgeving, betwistingen van cliënten en de economie in het algemeen. Bovendien is de Groep blootgesteld aan bedrijfsrisico‟s, waarbij zowel de macro-economische omgeving als de lopende herstructureringsplannen een negatieve invloed kunnen hebben op de waarde van de activa of bijkomende kosten kunnen genereren boven de verwachte niveaus. De activiteiten van een grote financiele groep zijn ook inherent blootgesteld aan andere risico‟s die pas achteraf duidelijk worden.
Het risicobeheer van de Groep wordt uitgevoerd over de hele groep. Een beschrijving van het risicobeheer is beschikbaar in de 2011 Risk Report, beschikbaar op www.kbc.com6. In hetgeen volgt wordt het risicobeleid van de Groep en de belangrijkste risico‟s die de Groep loopt, namelijk het kredietrisico, marktrisico, liquiditeitsrisico, verzekeringstechnisch risico en de kapitaaltoereikendheid beschreven. Er wordt ook verwezen naar de omschrijving in Deel II (Risicofactoren) van dit Prospectus.
Kredietrisico
Kredietrisico is de potentiële negatieve afwijking ten opzichte van de verwachte waarde van een financieel instrument voortvloeiend uit de wanbetaling of wanprestatie door een contracterende partij (bijvoorbeeld een kredietnemer, garantieverstrekker, verzekeraar of herverzekeraar, tegenpartij in een professionele transactie of emittent van een schuldinstrument), als gevolg van de insolvabiliteit, het onvermogen of de betalings- of onwil van die partij, of als gevolg van maatregelen van politieke of monetaire autoriteiten in een bepaald land (landenrisico). Kredietrisico omvat dus het wanbetalingsrisico en het landenrisico, maar ook het migratierisico, namelijk het risico van nadelige wijzigingen van kredietratings. Het kredietrisico wordt zowel op transactie- als op portefeuilleniveau beheerd. Het beheer op transactieniveau houdt in dat er degelijke processen, instrumenten en toepassingen bestaan om de risico‟s te identificeren en te meten voor en na de aanvaarding van individuele kredietrisico‟s. Er worden limieten en machtigingen vastgelegd (op basis van parameters als interne risicoklasse, de aard van de tegenpartij) om het maximaal toegestane kredietrisico te bepalen en het niveau waarop acceptatiebeslissingen worden genomen. Het beheer op portefeuilleniveau omvat onder meer de periodieke meting en analyse van en rapportering over het kredietrisico dat is ingebed in de geconsolideerde krediet- en beleggingsportefeuille, de controle op de naleving van limieten, het stresstesten van kredietrisico in verschillende scenario‟s, het nemen van risicobeperkende maatregelen en de optimalisering van het algemene kredietrisicoprofiel.
Kredietrisico‟s doen zich voor in zowel de bank- als de verzekeringsactiviteiten van de Groep. De kredietrisico‟s verbonden aan de verzekeringsactiviteiten, de beleggingen van de Groep in gestructureerde kredietproducten en overheidsobligaties, en de Ierse en Hongaarse portefeuilles van de Groep worden meer gedetailleerd besproken in aparte delen verderop.
Wat de bankactiviteiten betreft, ligt het kredietrisico voornamelijk in de krediet- en beleggingsportefeuille, samengevat in de volgende tabel. Die portefeuille is voornamelijk het resultaat van pure, traditionele kredietactiviteiten. Hij omvat alle kredietverlening aan particulieren, zoals hypotheekleningen en consumentenkredieten, alle kredietverlening aan bedrijven, zoals (bevestigde en niet-bevestigde) bedrijfskapitaalfinancieringen, investeringskredieten, garantiekredieten en kredietderivaten (verkochte protectie) en alle niet-overheidseffecten in de beleggingsportefeuilles van de bankentiteiten van de groep. Andere kredietrisico‟s, zoals het tradingrisico (emittentenrisico), het tegenpartijrisico verbonden aan professionele transacties, internationale handelsfinanciering (documentair krediet, enz.) en overheidsobligaties zijn niet opgenomen in de tabel. Die elementen worden verderop apart beschreven.
6 xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxx/XXXXXX/XXX/XXX_XXX_xxx_xxxx_xxxxxx_0000_XX.xxx
Krediet- en beleggingsportefeuille, bankactiviteiten | 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2012 (pro forma)1 | ||
Totale kredietportefeuille (in miljarden euro) | |||
Toegestaan bedrag | 186 | 169 | 167 |
Uitstaand bedrag2 | 156 | 142 | 141 |
Kredietportefeuille naar divisie (in procenten van portefeuille toegestane kredieten) | |||
België | 34% | 37% | 39% |
Centraal- en Oost-Europa | 19% | 21% | 22% |
Merchantbanking | 37% | 40% | 37% |
Groepscenter (inclusief geplande desinvesteringen) | 10% | 1% | 1% |
Totaal | 100% | 100% | 100% |
Kredietportefeuille naar sector van de tegenpartij (in procenten van portefeuille toegestane kredieten)1 | |||
Particulieren | 36% | 36% | 37% |
Financiële en verzekeringsdiensten | 6% | 7% | 6% |
Overheden | 4% | 4% | 3% |
Bedrijven | 54% | 53% | 53% |
Niet-financiële diensten | 10% | 11% | 11% |
Klein- en groothandel | 8% | 7% | 8% |
Vastgoed | 7% | 7% | 7% |
Bouw | 5% | 5% | 5% |
Overige3 | 23% | 23% | 22% |
Totaal | 100% | 100% | 100% |
Kredietportefeuille naar regio (in procenten van portefeuille toegestane kredieten)1 | |||
West-Europa | 68% | 72% | 72% |
Centraal- en Oost-Europa (inclusief Rusland) | 25% | 21% | 22% |
Noord-Amerika | 4% | 4% | 3% |
Overige | 3% | 3% | 3% |
Totaal | 100% | 100% | 100% |
Impaired kredieten, PD 10 + 11 + 12 (in miljoenen euro of in procenten) | |||
Impaired kredieten | 11 234 | 9 992 | 10 757 |
Bijzondere waardeverminderingen | 4 870 | 4 152 | 4 614 |
Op portefeuillebasis berekende bijzondere waardeverminderingen (d.i. op basis van PD 1 tot 9)
371 317 244
Kredietkostenratio | |||
Divisie België | 0.10% | 0.10% | 0.11% |
Divisie Centraal- en Oost-Europa | 1.59% | 1.59% | 0.40% |
Tsjechië | 0.37% | 0.37% | 0.31% |
Slowakije | 0.25% | 0.25% | 0.25% |
Hongarije | 4.38% | 4.38% | 0.78% |
Bulgarije | 14.73% | 14.73% | 0.94% |
Divisie Merchantbanking | 1.36% | 1.36% | 1.42% |
Groepscenter (inclusief geplande desinvesteringen) | 0.36% | 0.36%4 | 1.44%4 |
Totaal | 0.83% | 0.83%4 | 0.71%4 |
Non-performing (NP) kredieten, PD 11 + 12 (in miljoenen euro of in procenten) | |||
Uitstaand bedrag | 7 580 | 6 754 | 7 397 |
Bijzondere waardeverminderingen voor non-performing kredieten | 3 875 | 3 263 | 3 626 |
Non-performing ratio | |||
Divisie België | 1,5% | 1.5% | 1.6% |
Divisie Centraal- en Oost-Europa | 5,6% | 5.6% | 5.2% |
Divisie Merchantbanking | 7,8% | 7.8% | 9.8% |
Groepscenter (inclusief geplande desinvesteringen) | 5,5% | 2.2% | 6.1% |
Totaal | 4,9% | 4.8% | 5.3% |
Voor een definitie van de ratio’s zie het Glossarium van gebruikte ratio’s.
1 Exclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij ‘groepen activa die worden afgestoten’ op 31 December 2012. (Kredyt Bank niet meer opgenomen in geconsolideerde cijfers)
2 Uitstaand bedrag bevat alle binnen balans verplichtingen en buiten balans garanties.
3 Individuele sectoraandelen niet groter dan 3%.
4 CCR inclusief IFRS 5 entiteiten. CCR exclusief IFRS 5 entiteiten is voor Groepscenter 3,56%en voor Totaal 0,64.
Voor de krediet- en beleggingsportefeuille in Ierland en Hongarije wordt hieronder bijkomende informatie gegeven, gezien de specifieke situatie op die markten. Recentere gegevens zijn op datum van dit Prospectus niet beschikbaar.
31-12-2010 | 31-12-2011 | |
KBC Bank Ireland (Ierland) – krediet- en beleggingsportefeuille1 | ||
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) | 17 | 17 |
Indeling naar krediettype | ||
Woningkredieten | 76% | 77% |
Kmo- en bedrijfskredieten | 13% | 12% |
Vastgoedbelegging en vastgoedontwikkeling | 11% | 11% |
Verdeling naar risicoklasse | ||
Normaal performing (PD 1–9) | 87% | 78% |
Impaired, maar nog performing (PD 10) | 3% | 4% |
Impaired, non-performing (PD 11 + 12) | 10% | 18% |
Kredietkostenratio2 | 2,98% | 3,01% |
Dekkingsratio [totaal bijzondere waardeverminderingen (op performing en non-performing kredieten [uitstaande non-performing kredieten] | )] / 42% | 42% |
Herschikte distressed kredieten3 | 9% | 9% |
K&H Bank (Hongarije) – krediet- en beleggingsportefeuille1 | ||
Totale portefeuille (uitstaand, in miljarden euro) | 7 | 6 |
Indeling naar krediettype Retailkredieten | 53% | 50% |
Hypothecaire kredieten in vreemde valuta | 35% | 33% |
Kmo- en bedrijfskredieten | 47% | 50% |
Verdeling naar risicoklasse | ||
Normaal performing (PD 1–9) | 86% | 88% |
Impaired, maar nog performing (PD 10) | 3% | 2% |
Impaired, non-performing (PD 11+12) | 8% | 10% |
Zonder rating | 3% | 0% |
Kredietkostenratio2 | 1,98% | 4,38% |
Dekkingsratio [totaal bijzondere waardeverminderingen (op performing en non-performing kredieten)] / [uitstaande non-performing kredieten]
71% 77%
Herschikte distressed kredieten 6% 8%
1 Een definitie vindt u in Overzicht van kredietrisico’s verbonden aan de bankactiviteiten (d.i. exclusief onder meer overheidsobligaties). 2 Niet geauditeerd door de commissaris.
3 We schenken ook bijzondere aandacht aan herschikte distressed kredieten, d.w.z. kredieten waarop bijzondere waardeverminderingen werden vermeden door opnieuw te onderhandelen over de voorwaarden. Daarnaast bieden KBC Ireland Homeloans-woningkredieten (zoals dat algemeen gangbaar is op de Ierse en Britse hypotheekmarkten) traditioneel aan cliënten de mogelijkheid om gedurende een beperkte periode alleen interest terug te betalen.
Voor K&H Bank is de historische portefeuille van hypothecaire kredieten in vreemde valuta een belangrijk aandachtspunt. Eind 2011 bedroeg die EUR 1.900.000.000. Door een wijziging in de lokale wetgeving werd het mogelijk die hypotheekleningen volledig terug te betalen tegen een vaste wisselkoers die ongunstig is voor de bank. Bijgevolg werd in 2011 een bijkomende waardevermindering van 173 miljoen euro geboekt (95 miljoen euro voor verliezen geleden in 2011 en de rest voor toekomstige verliezen).
Naast de kredietrisico‟s verbonden aan de krediet- en beleggingsportefeuille zijn er ook kredietrisico‟s verbonden aan andere bankactiviteiten. De belangrijkste zijn:
Commerciële transacties op korte termijn. Deze activiteit betreft de financiering van export of import (documentaire kredieten, preexport-en post-importfinancieringen, enz.) en brengt alleen risico‟s tegenover financiële instellingen met zich mee. Het risicobeheer met betrekking tot deze activiteit gebeurt op basis van limieten per financiële instelling en per land of landengroep.
Effecten in de tradingportefeuille. Deze effecten houden een emittentenrisico in (potentieel verlies als gevolg van wanbetaling door de emittent). De blootstelling aan dat risico wordt gemeten op basis van de marktwaarde van het effect. Het emittentenrisico wordt beperkt door het gebruik van limieten, zowel per emittent als per ratingklasse. De blootstelling aan effecten met activa als onderpand (Asset Backed Securities) en CDO‟s (Collateralised Debt Obligations) in de tradingportefeuille is niet opgenomen in de cijfers in de tabel, maar wordt afzonderlijk gerapporteerd (zie Overzicht van de uitstaande positie in gestructureerde kredieten).
Professionele transacties (plaatsingen bij professionele tegenpartijen en verhandeling van derivaten). Die transacties brengen tegenpartijrisico met zich mee. De in de tabel weergegeven bedragen zijn de presettlementrisico's van de Groep, gemeten als de som van de (positieve) huidige vervangingswaarde (mark-to-market) van een transactie en de toepasselijke toeslag (add-on). De risico‟s worden beperkt door het gebruik van limieten per tegenpartij. Er wordt ook gebruikgemaakt van close-out netting en zekerheden. Financiele zekerheden worden alleen in aanmerking genomen als de betrokken activa worden beschouwd als risicobeperkend voor berekeningen van het reglementaire kapitaal (Basel II).
Overheidseffecten in de beleggingsportefeuille van bankentiteiten. De risicopositie ten aanzien van overheden wordt gemeten in termen van nominale en boekwaarde en heeft in hoofdzaak betrekking op EU- overheden (in het bijzonder Belgie). Er zijn limieten vastgelegd voor posities in overheidsobligaties van niet- thuislanden. Die werden aangevuld met waarschuwingssignalen voor de posities in overheidsobligaties van thuislanden (d.w.z. blootstelling aan Belgie en de kernlanden in Centraal- en Oost-Europa). Die signalen worden vanaf 2012 evenwel eveneens vervangen door limieten. Meer informatie over de blootstelling aan overheidsobligaties voor banken verzekeringsactiviteiten samen geven we in een aparte paragraaf verderop.
Andere kredietrisico’s, bankactiviteiten
(in miljarden euro)1 | 31-12-2010 | 31-12-2011 |
Commerciële transacties op korte termijn | 2,5 | 2,8 |
Emittentenrisico2 | 0,4 | 0,3 |
Tegenpartijrisico van professionele transacties3 | 12,7 | 11,6 |
Overheidsobligaties in de beleggingsportefeuille | 49,1 | 34,1 |
1 Exclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij ‘groepen activa die worden afgestoten’. Hun blootstelling aan het emittentenrisico bedraagt ongeveer 0,8 miljard euro (0,13 miljard euro in 2010) en hun tegenpartijrisico bedraagt meer dan 1,6 miljard euro (meer dan 1 miljard euro in 2010). Ze hebben ook ongeveer 1,9 miljard euro aan overheidsobligaties in hun beleggingsportefeuilles (1,8 miljard euro in 2010).
2 Exclusief OESO-overheidsobligaties met rating A- of hoger.
3 Na aftrek van ontvangen zekerheden en uitkeringen voor netting.
Recentere gegevens zijn niet beschikbaar op datum van dit Prospectus.
Voor de verzekeringsactiviteiten liggen de kredietrisico's vooral op het vlak van de beleggingsportefeuille (emittenten van schuldinstrumenten) en de herverzekeraars. Er zijn richtlijnen vastgelegd om het kredietrisico in de beleggingsportefeuille te beheersen, bijvoorbeeld met betrekking tot de portefeuillesamenstelling en de ratings. De tabel geeft een overzicht van de totale beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de Groep.
Samenstelling beleggingsportefeuille van de verzekeringsentiteiten van de KBC-groep (in miljoenen euro, marktwaarde)1 | |||
Per balanspost | 00-00-00000 | 00-00-00000 | 00-00-00000 |
Effecten | 22 677 | 18 447 | 19 634 |
Obligaties en soortgelijke effecten | 21 139 | 17 490 | 18 983 |
Aangehouden tot einde looptijd | 3 483 | 3 518 | 5 788 |
Voor verkoop beschikbaar | 17 448 | 13 912 | 13 190 |
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en- verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden
136 49 0
Als leningen en vorderingen | 72 | 9 | 5 |
Aandelen en soortgelijke | 1 534 | 948 | 633 |
Voor verkoop beschikbaar | 1 531 | 946 | 630 |
Tegen reële waarde met verwerking van waardeverminderingen in de winst-en- verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden
3 2 3
Overige | 4 | 8 | 18 |
Materiële vaste activa en vastgoedbeleggingen | 000 | 000 | 000 |
Beleggingscontracten, tak 232 | 7 329 | 7 652 | 11 847 |
Overige | 385 | 346 | 89 |
Totaal | 30 957 | 26 824 | 31 978 |
Details over obligaties en soortgelijke effecten | 00-00-00000 | 00-00-00000 | |
Naar rating3, 4 | |||
Investment grade | 97% | 98% | |
Non-investment grade | 0% | 1% | |
Zonder rating | 3% | 1% | |
Totaal Naar sector3 | 100% | 100% | |
Overheden | 66% | 66% | |
Financiële instellingen | 18% | 23% | |
Overige | 16% | 11% | |
Totaal Naar munt3 | 100% | 100% | |
Euro | 92% | 94% | |
Andere Europese munten | 8% | 5% | |
Amerikaanse dollar | 0% | 0% | |
Totaal Naar restlooptijd3 | 100% | 100% | |
Maximaal 1 jaar | 7% | 8% | |
Tussen 1 en 3 jaar | 22% | 22% | |
Tussen 3 en 5 jaar | 20% | 14% | |
Tussen 5 en 10 jaar | 34% | 34% | |
Meer dan 10 jaar | 16% | 21% | |
Totaal | 100% | 100% |
1 De totale boekwaarde bedroeg 29 675 miljoen euro per 30/09/2012, 26 613 miljoen euro per einde 2011 (exclusief VITIS Life, Fidea en WARTA) en 30 732 miljoen euro per einde 2010 (exclusief VITIS Life).
2 Deze post vertegenwoordigt de actiefzijde van tak 23-producten en wordt volledig gespiegeld aan de passiefzijde. Er is geen kredietrisico voor KBC Verzekeringen.
3 Exclusief beleggingen verbonden aan tak 23-levensverzekeringen. In bepaalde gevallen gebaseerd op extrapolaties en schattingen. 4 Externeratingschaal.
5 Exclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij ‘groepen activa die worden afgestoten’. In 2011 bedroegen hun beleggingsportefeuilles 6,5 miljard euro (2,2 miljard euro voor VITIS Life, 3,1 miljard euro voor Fidea en 1,2 miljard euro voor WARTA), tegenover 2,3 miljard euro in 2010 (heeft alleen betrekking op de beleggingsportefeuille van VITIS Life). Sinds het jaarverslag 2010 is de scope gewijzigd en daarom zijn de bedragen voor 2010 aangepast (intercompanytransacties met bank- en verzekeringsentiteiten werden uit de cijfers voor 2011 gefilterd (in 2010 werden alleen intercompanytransacties met verzekeringsentiteiten uitgesloten)).
6 Exclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij ‘groepen activa die worden afgestoten’. Bovenop de entiteiten vermeld in footnote 5 worden op 30/09/2012 de volgende entiteiten als ‘disposal group’ onder IFRS 5 geclassificeerd: Absolut Bank, Antwerp Diamond Bank, KBC Bank Deutschland, KBC Banka en Kredyt Bank.
De Groep heeft een belangrijke portefeuille overheidsobligaties, voornamelijk als gevolg van zijn aanzienlijke liquiditeitsoverschot en de herbelegging van verzekeringsreserves in vastrentende instrumenten. In de onderstaande tabel geven we een uitsplitsing per land.
Overzicht blootstelling aan overheidsobligaties per einde 2011, boekwaarde1 (in miljarden euro)
Totaal Verdeling naar restlooptijd
Voor verkoop beschikbaar | Bank- en verzekeringsportefeuille | Aangehou den voor handels- doeleinde n | Totaal | Ter vergelijki ng: totaal per einde 2010 | Bedragen | Bedragen | Bedrage |
met | met | n met | |||||
vervaldag | vervaldag | vervalda | |||||
in 2012 | in 2013 | g in 2014 | |||||
en later | |||||||
Aangewezen als gewaar- deerd tegen reële waarde met verwerking van waarde- Aange- verminderin- houden gen in de tot winst-en- Leningen einde verlies- en vorde- looptijd rekening ringen |
PIIGS-landen
Griekenland | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,2 | 0,6 | 0,1 | 0,0 | 0,1 |
Portugal | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,1 |
Spanje | 1,7 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 1,9 | 2,3 | 0,5 | 0,4 | 1,0 |
Italië | 1,6 | 0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 2,1 | 6,6 | 0,2 | 0,3 | 1,5 |
Ierland | 0,1 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,4 | 0,5 | 0,0 | 0,0 | 0,4 |
KBC-thuislanden
België | 17,7 | 1,7 | 3,2 | 0,0 | 0,3 | 22,9 | 28,6 | 1,6 | 4,0 | 17,4 |
Tsjechië | 2,1 | 5,3 | 0,2 | 0,0 | 0,9 | 8,6 | 9,7 | 0,6 | 0,6 | 7,3 |
Hongarije | 0,5 | 1,3 | 0,1 | 0,2 | 0,2 | 2,2 | 3,3 | 0,3 | 0,6 | 1,4 |
Slowakije | 0,6 | 0,6 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 1,3 | 1,8 | 0,1 | 0,2 | 1,0 |
Bulgarije | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,1 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,1 |
Andere landen
Frankrijk | 2,1 | 1,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 3,4 | 3,3 | 0,2 | 0,2 | 3,0 |
Polen | 1,9 | 0,9 | 0,0 | 0,1 | 0,0 | 2,8 | 3,8 | 0,4 | 0,4 | 2,0 |
Duitsland | 0,9 | 0,3 | 0,0 | 0,0 | 1,0 | 2,1 | 2,5 | 0,7 | 0,2 | 1,2 |
Oostenrijk | 0,3 | 0,5 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,8 | 0,9 | 0,2 | 0,1 | 0,6 |
Nederland | 0,5 | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,7 | 0,9 | 0,1 | 0,0 | 0,6 |
Finland | 0,2 | 0,1 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,3 | 0,4 | 0,0 | 0,0 | 0,3 |
Overige2 | 2,3 | 0,5 | 0,1 | 0,0 | 0,4 | 3,3 | 4,1 | 1,4 | 0,1 | 1,8 |
Totaal | 32,7 | 13,8 | 3,6 | 0,3 | 3,1 | 53,5 | 69,7 | 6,5 | 7,3 | 39,7 |
1 Inclusief entiteiten die volgens IFRS 5 worden ingedeeld bij ‘groepen activa die worden afgestoten’ (Fidea, KBL EPB en WARTA, samen goed voor 4 miljard euro per einde 2011 en 1,6 miljard euro (KBL EPB alleen) per einde 2010). Met uitsluiting van blootstelling aan supranationale entiteiten van geselecteerde landen. De cijfers van 2010 werden aangepast van gecontracteerde bedragen naar boekwaarde om de huidige situatie beter te weerspiegelen.
2 Som van landen met een individuele blootstelling van minder dan 0,5 miljard euro per einde 2011.
De turbulentie op de markt voor overheidsobligaties heeft geen relevante invloed gehad op de liquiditeitspositie en strategie van de Groep. Vanaf het tweede kwartaal van 2011 besliste KBC dat er voor de Griekse overheidsobligaties waardeverminderingen moesten worden geboekt.
Voor het boekjaar 2011 werden in totaal de volgende waardeverminderingen geboekt op Griekse overheidsobligaties:
• Voor de portefeuille voor verkoop beschikbaar werd de waardevermindering berekend als het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de reele waarde per einde 2011. Dat leidde tot een bijzondere waardevermindering van 330 miljoen euro (voor belastingen) die werd opgenomen in de winst-en- verliesrekening.
• Voor de portefeuille tot einde looptijd aangehouden werd de waardevermindering berekend als het verschil tussen de geamortiseerde kostprijs en de reële waarde per einde 2011. Dat leidde tot een bijzondere waardevermindering van 71 miljoen euro (voorbelastingen) die werd opgenomen in de winst- en-verliesrekening.
• In totaal bedroeg de boekwaarde van Griekse overheidsobligaties op 31 december 2011 gemiddeld 29% van de nominale waarde van die obligaties in de portefeuilles voor verkoop beschikbaar en tot einde looptijd aangehouden.
• De obligaties in de portefeuilles gewaardeerd tegen reele waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening en aangehouden voor handelsdoeleinden werden al geboekt tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening, zodat er geen bijkomende aanpassing nodig was.
Er werden geen waardeverminderingen geboekt op de overheidsobligaties van andere Europese landen, omdat er op dat ogenblik geen bewijs was dat de toekomstige kasstromen van die effecten negatief beïnvloed zouden worden.
Overheidsobligaties van een selectie van Europese landen, in miljoenen euro (boekwaarde), 31-12-2012 | ||||||||
verdeling naar portefeuille | verdeling naar vervaldag | |||||||
AFS* | HTM* | FIV* | Trading book | Totaal | vervaldag in 2013 | vervaldag in 2014 | Vervaldag in en na 2015 | |
Griekenland | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Portugal | 38 | 56 | 0 | 0 | 94 | 0 | 0 | 94 |
Spanje | 229 | 0 | 0 | 1 | 230 | 12 | 0 | 218 |
Italië | 732 | 152 | 0 | 27 | 911 | 62 | 13 | 837 |
Ierland | 137 | 314 | 0 | 0 | 452 | 0 | 0 | 452 |
Xxxxxx | 1137 | 522 | 0 | 29 | 1 687 | 74 | 13 | 1600 |
* AFS (available-for-sale/voor verkoop beschikbaar), HTM (held-to-maturity/tot einde looptijd aangehouden), FIV (designated at fair value through profit and loss/vanaf eerste opname
aangemerkt als gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en- verliesrekening).
Evolutie van overheidsobligaties van een selectie van Europese landen, in miljoenen euro (boekwaarde) | |||||
31/12/2011 | 31/03/2012 | 30/06/2012 | 30/09/2012 | 31/12/2012 | |
Griekenland | 0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Portugal | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 | 0,1 |
Spanje | 1,9 | 1,9 | 0,3 | 0,2 | 0,2 |
Italië | 2,1 | 2,0 | 1,4 | 0,8 | 0,9 |
Ierland | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,5 |
Totaal | 4,8 | 4,4 | 2,3 | 1,6 | 1,7 |
In het eerste kwartaal van 2012 nam de Groep deel aan de ruiloperatie m.b.t. Griekse overheidsobligaties. De nieuwe Griekse overheidsobligaties in ruil voor de oude (31,5% van de nominale waarde van de oude) werden gewaardeerd aan de marktwaarde op moment van de ruil (waarden tussen 21% en 29%). Dit leidt tot een overblijvende boekwaarde van EUR 43.000.000 en een gerealiseerd verlies in de portefeuilles „vor verkoop beschikbaar‟ en „tot einde looptijd aangehouden‟ (bovenop de reeds in 2011 geboekte waardeverminderingen) van ongeveer EUR 42.000.000 euro.
In de loop van het tweede en derde kwartaal van 2012, heeft de Groep zijn portefeuille van GIIPS obligaties substantieel verder afgebouwd:
• de Groep verminderde zijn blootstelling aan Spaanse overheidsobligaties door alle „HTM posities‟ (EUR 200.000.000) en een groot deel van de „AFS posities‟ (ongeveer voor EUR 1.000.000.000) van de hand te doen. Daarenboven verviel EUR 400.000.000 aan Spaanse obligaties. Tevens besloot de Groep al zijn staatsobligaties van lokale Spaanse overheden van de hand te doen.
• tevens verkocht de Groep Italiaanse overheidsobligaties voor een totale boekwaarde van ongeveer EUR 1.000.000.000.
• de blootstelling aan staatsobligaties werd voor een deel beïnvloed door het afsluiten van de verkoop van KBL EPB en Vitis. Dit resulteerde in een daling van Italiaanse en Spaanse staatsobligaties ten belope van telkens EUR 100.000.000.
In de loop van het laatste kwartaal van 2012, steeg de boekwaarde van GIIPS overheidsobligaties licht met bijna EUR 100.000.000, vooral door de hogere waardering van overheidsobligaties die als AFS worden aangehouden, terwijl de beperkte blootstelling aan Griekse overheidsobligaties verkocht is.
Op 31 december 2012 vertoonde de voor de verkoop beschikbare portfeuille van overheidsobligaties van de GIIPS landen een minderwaarde voor een totaal bedrag van EUR -37.000.000 vóór belastingen (Spanje: EUR -27.000.000, Italië: EUR -11.000.000, Ierland: EUR x0.000.000, Portugal: EUR -3.000.000).
Overzicht van de uitstaande positie in gestructureerde kredieten (bank- en verzekeringsportefeuille samen)
In het verleden was de Groep actief in het domein van gestructureerde krediettransacties en investeerde het ook zelf in dergelijke gestructureerde kredietproducten.
• de Groep trad (via zijn dochteronderneming KBC Financial Products) op als originator door CDO- transacties (op basis van activa van derden) voor zichzelf of voor derde beleggers te structureren. Voor verscheidene transacties werd bescherming gekocht van MBIA, een Amerikaanse monolineverzekeraar (Afgedekt risico m.b.t. CDO's in de tabel).
• de Groep belegde in gestructureerde kredietproducten, zowel in CDO‟s (notes en super senior-tranches) grotendeels door de Groep zelf uitgegeven (Niet-afgedekt risico m.b.t. CDO's in de tabel) als in andere ABS'en (Risico m.b.t. andere ABS'en in de tabel). Het voornaamste doel toen was de spreiding van het risico en verbetering van het rendement van de herbelegging van de verzekeringsreserves en bankdeposito's die niet werden aangewend voor kredietverlening.
De gerapporteerde cijfers zijn exclusief alle vervallen, ontbonden en stopgezette CDO's.
Beleggingen van KBC in gestructureerde kredietproducten (CDO’s en andere ABS’en)* | ||
(in miljarden euro) | 31-12-2011 | 31-12-2012 |
Totaal nominaal bedrag | 20.4 | 17.1 |
CDO-risico verzekerd door MBIA | 10.9 | 10,1 |
Risico ten aanzien van andere CDO’s | 6.4 | 5,4 |
Risico ten aanzien van andere ABS’en | 3.1 | 1,6 |
Cumulatieve waardeaanpassingen (medio 2007 tot nu)* | -5.5 | -4,3 |
Waarvan waardeaanpassingen | -4.5 | -4.1 |
Voor risico ten aanzien van andere CDO’s | -4.1 | -3.6 |
Voor risico ten aanzien van andere ABS’en | -0.4 | -0.1 |
Waarvan waardeaanpassingen m.b.t. dekking MBIA | -1.0 | -0.5 |
In 2012 daalden de nominale investeringen van KBC Groep in gestructureerde kredietproducten met EUR 3,3 miljard. Daarvan werd EUR 2,2 miljard gerealiseerd in het eerste kwartaal met de vermindering van het risico (derisking) met betrekking tot twee CDO's (Dorset en Newcourt), wat resulteerde in een vermindering van de uitstaande notionele bedragen met EUR 1,7 miljard. Daarnaast daalde de blootstelling ook door de verkopen en aflossingen van ABS aangehouden door de KBC Bank Groep (KBC Bank NV en haar dochtervennootschappen) voor een totaal bedrag van ongeveer EUR 0,5 miljard. Tijdens het tweede kwartaal van 2012 zorgden verkopen en terugbetalingen (op andere ABS blootstellingen) voor een totale notionele reductie van EUR 0,3 miljard. In het derde kwartaal was er een verdere daling met EUR 0,6 miljard, vooral door de finalisering van de verkoop van KBL en in mindere mate dankzij verkopen en terugbetalingen. In het vierde kwartaal van 2012 daalden de notionele bedragen nog eens met EUR 0,3 miljard.
Sinds hun creatie en tot op 7 januari 2013 zijn er met betrekking tot de uitstaande ongedekte (unhedged) CDO posities aangehouden door KBC Bank Groep, netto verliezen geleden voor een totaal bedrag van -2,2 miljard euro naar aanleiding van opgeëiste wanprestaties (claimed credit events) in de lagere tranches van de CDO structuur. Van dit bedrag is er voor -2,1 miljard euro afgehandeld. Deze verliezen hebben geen verdere impact op de resultatenrekening want volledige waardeverminderingen voor deze CDO tranches werden in het verleden reeds verwerkt in de resultatenrekening.
Marktrisico
Het beheersproces van de structurele marktrisico‟s die KBC loopt (zoals het renterisico, aandelenrisico, vastgoedrisico, wisselkoersrisico en inflatierisico) wordt Asset-Liability Management (ALM) genoemd.
Met structurele risico‟s worden alle risico‟s bedoeld die inherent deel uitmaken van de commerciële activiteit van de Groep of de langetermijnposities aangehouden door de Groep (bank en verzekeraar). De tradingactiviteiten vallen daar dus niet onder. De structurele risico‟s kunnen ook worden omschreven als de combinatie van:
• onevenwichtigheden in de bankactiviteiten verbonden aan het aantrekken van werkmiddelen door het kantorennetwerk en de aanwending ervan (via onder meer kredietverlening);
• onevenwichtigheden in de verzekeringsactiviteiten tussen de verplichtingen in het Leven- en Niet- levenbedrijf en de ter afdekking daarvan aangehouden beleggingsportefeuilles;
• de risico‟s verbonden aan het aanhouden van een beleggingsportefeuille ter herbelegging van het eigen vermogen;
• de structurele wisselkoerspositie die voortvloeit uit de activiteiten in het buitenland (participaties in vreemde valuta, geboekte resultaten van buitenlandse vestigingen, wisselrisico gekoppeld aan de valutaonevenwichtigheid tussen verplichtingen en beleggingen bij de verzekeraar).
De belangrijkste elementen van het ALM-risicobeheerskader binnen de Groep zijn:
• de focus op economische waarde als hoeksteen van het ALM-beleid, met daarnaast aandacht voor maatstaven als inkomsten, solvabiliteit en liquiditeit;
• het gebruik van een uniforme ALM-meetmethodologie voor bank- en verzekeringsactiviteiten, gebaseerd op reëlewaardemodellen die een raming bieden van de waarde van een productgroep in verschillende marktscenario‟s en die worden vertaald in replicating portfolios (combinaties van marktinstrumenten die het mogelijk maken de betrokken productgroepen af te dekken met het minste risico);
• het gebruik van een Value-at-Risk(VAR)-meetmethode voor de verschillende risicocategorieën binnen de hele groep in het kader van de risicobudgettering en -begrenzing. Die VAR meet het maximale verlies dat kan optreden over een tijdshorizon van een jaar met een bepaald betrouwbaarheidsniveau als gevolg van rentebewegingen en andere marktwaardeschommelingen;
• de bepaling van een ALM-VAR-limiet op groepsniveau en de verdeling van die limiet in verschillende risicosoorten en entiteiten;
• het gebruik van de VAR, die berekend wordt op basis van reëlewaardemodellen voor niet- looptijdgebonden producten, rekening houdend met verschillende in de portefeuille ingebedde opties en garanties;
• VAR wordt aangevuld met andere risicomeetmethodes, zoals Basis-Point-Value (BPV), nominale bedragen, enz.
Verzekeringstechnisch risico
Verzekeringstechnische risico's vloeien voort uit de onzekerheid over de frequentie van het zich voordoen van verzekerde schadegevallen en over de schadegrootte. Al die risico's worden onder controle gehouden door een gepast acceptatie-, tariferings-, schadereserverings-, herverzekerings- en schaderegelingsbeleid van het lijnmanagement enerzijds en een onafhankelijk verzekeringsrisicobeheer anderzijds.
Het verzekeringsrisicobeheerskader is hoofdzakelijk opgebouwd rond de volgende bouwstenen:
• De identificatie en analyse van belangrijke verzekeringsrisico's door, onder andere, de analyse van ontluikende risico's, concentratie- of accumulatierisico's en de ontwikkeling van vroege waarschuwingssignalen.
• De juiste risicomaatstaven en het gebruik ervan om toepassingen te ontwikkelen die het bedrijf moeten helpen om maximale aandeelhouderswaarde te creeren. Voorbeelden daarvan zijn best estimate- waarderingen van verzekeringsverplichtingen, ex-postwinstgevendheidsanalyses, de modellering van natuurrampen en andere Leven-, Niet-leven- en gezondheidsrisico's, stresstests en berekeningen van het vereiste economisch kapitaal.
• Het bepalen van verzekeringsrisicolimieten en controleren of die worden nageleefd, alsook het geven van advies over herverzekeringsprogramma's.
Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico is het risico dat een bedrijf niet in staat zal zijn om zijn betalingsverplichtingen tijdig na te komen zonder onaanvaardbare verliezen te lijden.
Het liquiditeitsrisicobeheerskader van de Groep is alleen van toepassing op de bankentiteiten. Bankactiviteiten hebben meestal betrekking op activa met een langere looptijd dan de overeenstemmende passiva, waardoor een liquiditeitsrisico ontstaat. Verzekeringsentiteiten hebben doorgaans stabielere passiva. De liquiditeit van een verzekeringsentiteit wordt beheerd door de kasstromen op elkaar af te stemmen (cash- flow matching) en erop toe te zien dat er voldoende wordt belegd in liquide activa, zodat onverwacht hoge afkopen gedekt kunnen worden door het verkopen of repoing van liquide activa.
De voornaamste doelstelling van het liquiditeitsbeheer is de Groep te financieren en ervoor te zorgen dat de kernactiviteiten van de Groep zelfs in ongunstige omstandigheden inkomsten blijven voortbrengen. Sinds de financiële crisis is er in de hele sector meer aandacht voor liquiditeitsrisicobeheer en die focus werd nog versterkt door de liquiditeitsvereisten die zijn vastgelegd door het Baselcomite. De Groep bereidt zich voor op Basel III door de concepten van Basel III te verwerken in zijn liquiditeits- en financieringskaders en in zijn financiele planning.
Het liquiditeitsrisicobeheerskader van de Groep steunt op de volgende pijlers:
• Contingency liquiditeitsrisico. Dit risico wordt beoordeeld op basis van liquiditeitsstresstests die meten hoe de liquiditeitsbuffer van de bankentiteiten van de groep verandert in extreme stresssituaties. De liquiditeitsbuffer is gebaseerd op veronderstellingen inzake liquiditeitsuitstroom (zoals het gedrag van de retail- en professionele clienten en kredietopnames van bevestigde kredietlijnen) en inzake instromen uit liquiditeitsverhogende acties (zoals het belenen van de obligatieportefeuille en het verminderen van ongedekte interbancaire kredietverlening). De liquiditeitsbuffer moet volstaan om de liquiditeitsbehoeften te dekken (nettokas- en collateraluitstromen) over (i) de periode die nodig is om het vertrouwen van de markt in de groep te herstellen na een KBC-gebonden gebeurtenis, (ii) de periode die de markten nodig hebben om te herstellen van een algemene marktgebeurtenis, en (iii) een gecombineerd scenario, waarbij rekening wordt gehouden met zowel een KBC-gebonden gebeurtenis als een algemene marktgebeurtenis. Het algemene doel van het liquiditeitskader is voldoende liquiditeit te behouden in
noodsituaties, zonder toevlucht te nemen tot liquiditeitsverhogende acties die aanzienlijke kosten met zich meebrengen of de kernactiviteiten van de bankgroep verstoren.
• Structureel liquiditeitsrisico. De financieringsstructuur van de groep wordt zo beheerd dat er een substantiele diversificatie wordt behouden, dat financieringsconcentraties in tijdsperiodes worden geminimaliseerd en dat de mate van afhankelijkheid van wholesalefinanciering op korte termijn beperkt blijft. De structurele financieringspositie wordt beheerd als onderdeel van het geïntegreerde strategische planningproces, waarin financiering – naast kapitaal, winst en risico's – een van de belangrijke factoren is. Momenteel is de strategie van de Groep voor de komende jaren erop gericht een voldoende buffer op te bouwen met betrekking tot de LCR- en NSFR-vereisten in het kader van Basel III. Het wil dat doen via een nieuw financieringsbeheerskader, dat duidelijke financieringsdoelstellingen bepaalt voor de dochterondernemingen (eigen financiering, afhankelijkheid van financiering binnen de groep) en voorziet in verdere stimulansen via een systeem van interne prijsstelling voor zover de dochterondernemingen in hun financiering een onevenwichtigheid vertonen.
• Operationele liquiditeitsrisico. Het operationele liquiditeitsbeheer gebeurt in de thesaurieafdelingen en is gebaseerd op ramingen van de financieringsbehoeften. De groepswijde tendensen in financieringsliquiditeit en financieringsbehoeften worden dagelijks gecontroleerd door Treasury Groep, dat ervoor moet zorgen dat er op elk ogenblik een voldoende grote buffer beschikbaar is om het hoofd te bieden aan extreme liquiditeitsgebeurtenissen waarbij wholesalefinanciering niet mogelijk is.
Het kapitaaltoereikendheidsrisico
Het kapitaaltoereikendheidsrisico (of solvabiliteitsrisico) is het risico dat de kapitaalbasis van de groep, de bank of de verzekeraar beneden een aanvaardbaar niveau valt. In de praktijk wordt dat vertaald in een toetsing van de solvabiliteit aan de minimale reglementaire en interne solvabiliteitsratio's. Kapitaaltoereikendheid wordt zowel vanuit reglementair oogpunt als vanuit intern (economisch) oogpunt benaderd.
Beheer van de solvabiliteit KBC rapporteert de solvabiliteit van de groep, van het bank- en het verzekeringsbedrijf, berekend op basis van IFRS-gegevens en volgens de door de Belgische regelgever opgestelde richtlijnen ter zake.
Voor de solvabiliteit van de groep wordt de zogenaamde building block-methode gebruikt. Die omvat een vergelijking van het reglementair kapitaal van de groep (het eigen vermogen van aandeelhouders gezuiverd voor een aantal posten (zie tabel)) met de som van elk van de minimale reglementaire solvabiliteitsvereisten voor KBC Bank, KBL EPB en de holdingmaatschappij (na aftrek van transacties tussen die entiteiten) en KBC Verzekeringen.
Het totaal gewogen risicovolume van verzekeringsmaatschappijen wordt berekend als de vereiste solvabiliteitsmarge volgens Solvency I gedeeld door 8%. De reglementaire minimale solvabiliteitsdoelstellingen werden in 2012 ruim overtroffen, niet alleen per einde jaar maar ook gedurende het volledige boekjaar.
Recente ontwikkelingen, investeringen en trends
Na een zwak vierde kwartaal voor de Europese economie in 2012, zijn de algemene vooruitzichten voor de economische trend sterk verbeterd. Hoewel de politieke risico‟s nog groot zijn, vooral dan in het zuiden van de EMU, zijn de financiële en economische risico‟s duidelijk afgenomen. Dit is ondermeer het gevolg van het ontwijken van de begrotingsafgrond („Fiscal cliff‟) in de VS, het voortdurende positieve effect van het Outright Monetary Transactions (obligatieaankoop-) programma van de ECB op de overheidsobligatiemarkt en de stabilisering van de financiële sector in Zuid-Europa. Deze stabilisering wordt verder ondersteund door de oprichting van een bankenunie in de EMU, met een eengemaakte toezichthouder vanaf maart 2014. Ten gevolge hiervan wint het globale economische herstel in de verwerkende nijverheid en de dienstensector aan
kracht, wat het meest tot uiting komt in de vertrouwensindicatoren in de VS, China en een aantal kernlanden in de EMU, met Duitsland als koploper. Aangezien de structurele hervormingen in Zuid-Europa geleidelijk ook hun vruchten zullen afwerpen en de politieke benadering ten opzichte van groeibeperkende besparingsmaatregelen pragmatischer is geworden, is het waarschijnlijk dat Zuid-Europa geleidelijk het globale groeiherstel zal volgen vanaf midden 2013. De economische vertrouwensindicatoren in de KBC thuismarkten (België, Tsjechië, Slovakije, Hongarije, Bulgarije) beginnen eveneens geleidelijk uit te bodemen, wat aangeeft dat de economische trend in deze landen geleidelijk zal verbeteren.
Belangrijke gebeurtenissen sinds de afsluiting van het boekjaar 2012 (op 31 december 2012)
• 18 januari 2013: aankondiging van de succesvolle plaatsing van 1 miljard USD contingent capital notes.
• 18 januari 2013: uitgifte van obligaties door KBC Groep NV voor een bedrag van EUR 80.465.000.
• Op 25 januari 2013 kondigde de groep aan dat hij heeft beslist zijn driejarige herfinancieringsoperatie op langere termijn, of LTRO, in het eerste kwartaal van 2013 terug te betalen aan de Europese Centrale Bank. Het betreft een totaal bedrag van 8,3 miljard euro.
Behalve zoals uiteengezet in de afdeling "Juridische geschillen" hieronder, heeft er geen materiële negatieve wijziging plaatsgevonden in de financiële positie of handelspositie van de Emittent sinds 31 december 2012. Er heeft geen materiële negatieve wijziging in de vooruitzichten van de Emittent sinds 31 december 2011.
Belangrijke overeenkomsten
Behalve zoals hierna wordt vermeld, heeft de Emittent geen belangrijke contracten buiten de normale gang van zijn activiteiten die van betekenis zouden zijn voor het vermogen van de Emittent om aan zijn verplichtingen te voldoen tegenover de Obligatiehouders.
In mei 2009 ging KBC Groep NV een akkoord aan met de Belgische staat over de garantie voor een groot deel van zijn portefeuille gestructureerde kredieten. Het plan betreft, vereenvoudigd voorgesteld, een notioneel bedrag van bij aanvang in totaal 20 miljard euro (op 31 december 2012 12,2 miljard euro, zie verder), en omvat 5,5 miljard euro aan niet-afgedekte super senior CDO-beleggingen en 14,4 miljard euro aan tegenpartijrisico op MBIA. De transactie is als volgt gestructureerd (de CDO-portefeuille bestaat uit verschillende CDO‟s; de garantiestructuur geldt per CDO; de hierna vermelde cijfers betreffen de som van alle CDO‟s die onder het plan vallen). Opmerking vooraf: aangezien de CDO-blootstelling ondertussen is gedaald, zijn de oorspronkelijke bedragen gewijzigd. Hierna worden telkens de bedragen geldend op 31 december 2012 en het oorspronkelijke bedrag vermeld.
• eerste tranche aan 1,7 miljard euro (oorspronkelijk 3,2 miljard euro): alle kredietverliezen worden gedragen door KBC Groep NV ;
• tweede tranche aan 1,5 miljard euro (oorspronkelijk 2,0 miljard euro): kredietverliezen worden gedragen door KBC Groep NV; KBC Groep NV heeft de optie om aan de Belgische staat te vragen in te schrijven op nieuw uit te geven KBC Groep NV -aandelen tegen marktwaarde, voor 90% van het verlies in deze tranche (KBC Groep NV behoudt 10% eigen risico);
• derde tranche aan 9,0 miljard euro (oorspronkelijk 14,8 miljard euro): de kredietverliezen worden voor 90% in contanten gecompenseerd door de Belgische staat (KBC Groep NV behoudt 10% risico).
Door die overeenkomst wordt de mogelijke negatieve invloed van de betreffende MBIA- en CDO-risico‟s voor een aanzienlijk deel uitgeschakeld. Er blijft niettemin resultaatsvolatiliteit in de toekomst, aangezien bijvoorbeeld stijgende of dalende marktwaarden ertoe kunnen leiden dat bestaande waardeverliezen worden teruggeboekt of vermeerderd. In elk geval wordt het gecumuleerde totaal van waardeverliezen afgetopt door
de garantieovereenkomst (waarbij KBC Groep NV een deel eigen risico behoudt). KBC Groep NV moet voor die garantieregeling een premie betalen.
Op 20 december 2012 bereikten de Groep en de Belgische federale overheid een akkoord over de herziening van deze waarborgregeling. In de herziene overeenkomst werden bijkomende afspraken gemaakt die KBC Groep NV een voorwaardelijke korting geven op de uitstaande premiebetalingen (onder bepaalde strikte voorwaarden en bovendien begrensd tot een bepaald maximumbedrag). M.a.w. de Belgische federale overheid geeft de Groep een incentive als de Groep erin slaagt om de risico's voor de overheid substantieel af te bouwen. De impact van de herziene overeenkomst op de resultaten van de Groep zal afhangen van de toekomstige marktomstandigheden en opportuniteiten die zich aandienen.
Juridische geschillen
Volgend overzicht betreft materiële betwiste zaken waarin de Emittent of haar dochtervennootschappen (of bepaalde personen in hun hoedanigheid van huidig of vroeger medewerker of kaderlid van de Groep) als partij betrokken zijn. Het beschrijft alle vorderingen, gekwantificeerd of niet, die de reputatie van de Emittent kunnen aantasten of tot een sanctie zouden kunnen leiden door een toezichthouder of een administratieve overheid, of die een risico vertonen voor strafrechtelijke vervolging van de Emittent, de leden van de Raad van Bestuur of het uitvoerend management.
Naast de specifieke gedingen hierna vermeld, zijn de Emittent en haar dochterondernemingen betrokken in een aantal rechtsvorderingen en procedures die ontstaan zijn in het kader van de normale bedrijfsuitoefening. Hoewel de afloop van deze zaken onzeker is en sommige rechtsvorderingen vrij aanzienlijke schadevergoedingsbedragen betreffen, gelooft het bestuur van de Groep niet dat de verplichtingen die uit deze vorderingen kunnen voortvloeien een wezenlijke negatieve invloed zullen hebben op de geconsolideerde financiële toestand of resultaten van de Groep, gelet op de voorzieningen die, waar nodig, voor deze geschillen zijn aangelegd. Het totaal aan voorzieningen voor belastingen en lopende rechtsgeschillen bedroeg op 31 december 2012 EUR 0,3 miljard.
Gerechtelijke onderzoeken en strafrechtelijke procedures
1. Van eind 1995 tot begin 1997 waren Kredietbank NV (KB) en KB Consult NV (KB Consult) betrokken in de zogenaamde overdracht van kasgeldvennootschappen aan diverse kopers. Een “kasgeldvennootschap” wordt gekenmerkt door het feit dat een substantieel deel van de activa uit liquide vorderingen of financiële waarden bestaat. KB Consult trad op als tussenpersoon tussen de verkoper en de koper van kasgeldvennootschappen. De betrokkenheid van KBC Bank varieerde van dossier tot dossier en betrof de verwerking van de betalingen en/of het toestaan van leningen. De overdracht van een kasgeldvennootschap is op zichzelf een volledig wettelijke transactie. Desondanks ontdekten KBC Bank en KB Consult in maart 1997 dat sommige kopers klaarblijkelijk te kwader trouw handelden, aangezien zij helemaal geen investeringen deden en geen belastingaangiften indienden voor de kasgeldvennootschappen die ze hadden aangekocht. KBC Bank en KB Consult namen onmiddellijk de nodige maatregelen om verder zakendoen met deze partijen stop te zetten. De activiteiten van KB Consult werden daaropvolgend stopgezet.
KBC Bank en KB Consult werden gezamenlijk of apart in 20 gevallen voor de rechtbank gedaagd, waarvan er nog 18 aanhangig zijn. In een van die gevallen werd KB Consult als derde partij gedaagd en buiten de zaak gesteld. In een ander geval werd de vordering van de Belgische Staat afgewezen en is het vonnis definitief geworden. Een voorziening van 30,8 miljoen euro (status 31/12/2012) is aangelegd om de mogelijke impact van eisen tot schadevergoeding in dit verband op te vangen.
Daarnaast werd KB Consult in december 2004 in verdenking gesteld door een onderzoeksrechter. Naast KB Consult en KBC Bank NV, werd ook KBC Groep NV gedaagd voor de Raadkamer in Brugge op 25 februari 2009. De tenlasteleggingen betreffen enkel gebruik van valse stukken. Bij beschikking van 9 november 2011 werden KBC Bank NV en KB Consult verwezen naar de correctionele rechtbank samen met 21 andere
partijen die wel diverse fiscale inbreuken ten laste gelegd werden. KBC Groep NV werd buitenvervolging gesteld. De procureur en twee burgerlijke partijen tekenden hiertegen beroep aan.
2. In 2003 kwam een belangrijke fraudezaak voor een bedrag van ca. 140,6 miljoen EUR aan het licht bij K&H Equities in Hongarije, begaan door een kaderlid, Xxxxxx Xxxxxxx. Orders en portefeuille-overzichten werden vervalst. Vele cliënten leden aanzienlijke verliezen in hun beleggingsportefeuille ingevolge speculatie en misbruik van vertrouwen. Bij vonnis van 28 augustus 2008 werd Xxxxxx Xxxxxxx veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf en een boete van 230 miljoen forinten. De rechtbank sprak Xxxxx X. Xxxxx, voormalige CEO van K&H Bank, vrij, die ook beticht was van verduistering als medeplichtige. Andere betrokkenen werden ook tot zware straffen veroordeeld.
De procureur en de veroordeelden tekenden beroep aan. Op 27 mei 2010, vernietigde het Hof van Beroep het eerste vonnis en beval het een nieuw proces in eerste aanleg. Dit proces startte op 1 december 2010 en is nog steeds lopende.
De meeste vorderingen werden minnelijk geregeld of scheidsrechtelijk toegewezen. Gepaste voorzieningen zijn geboekt door K&H Equities, rekening houdende met de tussenkomst van een externe verzekeraar. Onder de nog hangende claims is DBI Kft. (Betonut) de belangrijkste met een initiële claim van 11,8 miljard HUF (ca. 41,9 miljoen EUR) plus intresten. Deze claim is zwaar overdreven. Recent werd er een gerechtelijk deskundigenonderzoek uitgevoerd ten voordele van K&H en twee werknemers hebben voor de rechtbank bevestigd dat zij (betwiste) debetorders hebben ingegeven. Bij tussenvonnis van 7 december 2012 heeft de rechtbank K&H Equities en K&H Bank veroordeeld tot betaling 3,7 miljard HUF plus kosten en intresten aan DBI Kft. Zowel K&H Equities als K&H Bank tekenden beroep aan. Een beslissing over dit beroep wordt verwacht tegen april 2013. De procedures met betrekking tot de overige claims zijn lopende en een eindbeslissing wordt verwacht tegen eind 2013.
Andere geschillen
3. In maart 2000 werden Rebeo NV (nu Almafin Real Estate Services) en Trustimmo NV, twee dochtervennootschappen van het vroegere Almafin NV, nu KBC Real Estate samen met vier voormalige bestuursleden van Broeckdal Vastgoedmaatschappij NV, voor de burgerlijke rechtbank te Brussel gedagvaard door het Ministerie van Financiën van de Belgische Staat met het oog op de betaling van 16,7 miljoen EUR belastingen verschuldigd door voornoemde vastgoedvennootschap; in november 1995 werd deze vennootschap omgezet in een zogenaamde kasgeldvennootschap en werd deze verkocht aan Mubavi België NV (momenteel BeZetVe NV), een dochtervennootschap van Mubavi Nederland NV (een Nederlandse vastgoedinvesteringsgroep), wat op dat moment zelf een volkomen legale transactie was. Volgens het Ministerie van Financiën van de Belgische Staat zou deze koper geen werkelijke investeringen en geen juiste belastingaangiftes hebben gedaan. Een strafrechtelijk onderzoek is hangende. Broeckdal Vastgoedmaatschappij NV heeft deze fiscale vorderingen evenwel betwist en is in december 2002 zelf gestart met een procedure tegen het Ministerie van Financiën van de Belgische Staat voor de burgerlijke rechtbank, bevoegd voor fiscale zaken, in Antwerpen.
De burgerlijke rechtszaak hangende voor de Brusselse rechtbank wordt geschorst totdat een einduitspraak wordt geveld in de fiscale procedure hangende voor de rechtbank in Antwerpen.
Gelet op negatieve evoluties in rechtspraak werd een provisie van 29,6 miljoen euro (status 31/12/2012) aangelegd om het potentieel risico in te dekken.
Broeckdal Vastgoedmaatschappij NV, Mubavi België NV en Mubavi Nederland NV hebben in juli 2003 KBC Bank NV, KB Consult, Rebeo NV en Trustimmo gedagvaard voor de Brusselse rechtbank van koophandel om hen te vrijwaren voor alle schade die de eerstgenoemden zouden lijden indien de vorderingen hangende voor de fiscale rechtbank zouden worden toegekend.
In maart 2005 werd Mubavi Nederland NV failliet verklaard door de rechtbank van ‟s Hertogenbosch in Nederland.
KBC Bank NV, KB Consult, Rebeo NV, Trustimmo en de vier voormalige bestuursleden van Broeckdal Vastgoedmaatschappij NV hebben in november 2005 Deloitte & Touche gedagvaard als commissaris van Broeckdal Vastgoedmaatschappij NV voor de burgerlijke rechtbank te Brussel met het oog op vrijwaring van de eerstgenoemden voor alle gerechtelijke beslissingen.
In november 2008 werd Mubavi België NV, nu BeZetve NV, failliet verklaard door de rechtbank van koophandel te Antwerpen.
4. In maart 2008 werden KBC Groep NV, KBC Bank NV, KBL European Private Bankers (KBL) en Kredietrust gedagvaard voor de rechtbank van koophandel te Brussel door de Britse vennootschap Beverly Securities Limited. Deze vennootschap verwees naar zakelijke relaties die KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBL beweerdelijk gehad hebben met de Republiek van Zuid-Afrika bijna 20 jaar geleden, toen het apartheidsregime er nog bestond en er een VN embargo gold.
Deze vennootschap is uit op de betaling van een aanzienlijke commissie op een verkoopstransactie die volkomen vreemd is aan KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBL. In het verleden heeft deze reeds gepoogd om betaling te bekomen van derde partijen via gerechtelijke procedures in Zuid-Afrika en Frankrijk, waar ze evenwel telkens afgewezen werd. Nu tracht zij opnieuw betaling te bekomen onder het voorwendsel dat zij een rekening geopend had bij KBL meer dan 17 jaar geleden.
KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBL beschouwen de klacht als totaal ongerechtvaardigd en hebben daarom schadevergoeding gevorderd van de eiseres wegens tergend en roekeloos geding. Op 26 maart 2010 verklaarde de rechtbank de vorderingen van Beverly Securities Ltd onontvankelijk en kende schadevergoedingen toe aan KBC Groep NV, KBC Bank NV en KBL.
Beverly Securities Ltd tekende beroep aan op 2 juli 2010. De conclusies werden uitgewisseld. Er is nog geen rechtsdag bepaald maar vermoedelijk zal dit ten vroegste in oktober 2013 zijn.
5. KBC Bank en dochtervennootschappen K&H Bank en CSOB Slowakije ontvingen in 2009 tal van klachten over CDO schuldinstrumenten uitgegeven door KBC Financial Products die verkocht werden aan cliënten van private banking en bedrijvenkantoren. Gelet op de afwaarderingen vroegen deze cliënten om deze financiële instrumenten terug te kopen aan aankoopwaarde.
KBC Bank NV besloot om alle CDO gerelateerde dossiers van private banking en retail cliënten geval per geval te onderzoeken en zoveel als mogelijk betwistingen buitengerechtelijk te regelen. In België werden alzo meer dan 99% van de dossiers in het private banking en retail segment minnelijk geregeld. In het enige dossier dat nog aanhangig is voor de rechtbank, wees de rechtbank van eerste aanleg in Kortrijk op 24 november 2011 de vordering af ten voordele van KBC Bank NV. De tegenpartij tekende beroep aan op 12 januari 2012 en de conclusies worden uitgewisseld.
Ingevolge klachten werden ook een aantal corporate banking dossiers onderzocht. Vervolgens werden in de dossiers waarin geadviseerd werd om een regeling te treffen, onderhandelingen gevoerd, hetgeen leidde tot een aantal minnelijke regelingen in een beperkt aantal gevallen. Er zijn ook maar een beperkt aantal gerechtelijke procedures aangevat. Op 12 januari 2011 wees de rechtbank van koophandel te Brussel dergelijke claim volledig af. Dit vonnis is inmiddels definitief geworden. Ook in drie andere procedures velde de rechtbank van koophandel te Brussel gunstige vonnissen, respectievelijk op 28 januari 2011, 5 september 2011 en 28 maart 2012. Al deze partijen tekenden beroep aan en de procedures zijn lopende. Op 14 november 2012 verleende de rechtbank van koophandel te Hasselt ook een gunstig vonnis in een zaak met een beursgenoteerd bedrijf. Er zijn nog drie procedures aanhangig in eerste aanleg.
In één dossier werd er strafklacht ingediend tegen KBC Bank NV in Frankrijk. Drie vertegenwoordigers van KBC Bank NV werden verhoord door de gerechtelijke politie in Parijs. Het onderzoek is nog lopende.
In Hongarije werd er een marketing brochure gebruikt die verkeerdelijk kon geïnterpreteerd worden als een garantie op een secundaire markt en die mogelijk een misleidende vergelijking bevatte met staatsobligaties. In meer dan 94% van de dossiers werd een minnelijke regeling getroffen. Een beperkt aantal klanten begon een gerechtelijke procedure. De meeste procedures werden door een buitengerechtelijke regeling beëindigd. Recent werden er nog drie zaken geregeld na een vonnis. Slechts enkele zaken worden nog voor de rechtbank gevoerd.
Op 10 december 2009 heeft de Hongaarse Mededingingsautoriteit (HCA) een administratieve boete opgelegd aan K&H ten bedrage van 40 miljoen HUF (ca. EUR 150.000) op basis van een inbreuk op de Hongaarse mededingingswet met betrekking tot de bemiddeling in CDO instrumenten. Het beroep van K&H tegen deze beschikking werd afgewezen door de rechtbank te Boedapest. K&H tekende hoger beroep aan voor het hoogste gerechtshof.
In CSOB Slowakije werd een gelijkaardige aanpak gevolgd als in België. In alle dossiers met betrekking tot private banking en retail cliënten werden minnelijke regelingen getroffen. Met vier institutionele cliënten werd geen onderhandeling gevoerd noch regeling getroffen. Er is geen enkel rechtsgeding aanhangig.
6. Xxxxxx Xxxxxx International Inc. (“LKI”) is een beursgenoteerd Amerikaans bedrijf dat sedert 2008 verwikkeld is in een ernstig geschil met zijn voormalige partner DD Manufacturing (DD), een in Antwerpen gevestigd diamantbedrijf behorende tot Mr. Xxxx Xxxxxxx. Beiden hadden een joint venture „Gulfdiam‟ in Dubai. LKI beweert opgelicht te zijn voor ca. 140 miljoen USD door DD en andere Daleyot bedrijven. Beide vennootschappen zijn verwikkeld in complexe procedures in België en vorderen betaling van elkaar. De betwisting escaleerde dermate dat LKI niet alleen de Daleyot Groep beschuldigde van fraude, diefstal, witwassen enz. maar ook de Antwerpse Diamantbank NV (ADB), een dochtervennootschap van KBC Bank NV, en KBC Bank NV rechtstreeks betrok in het geschil door gerechtelijke vorderingen in te stellen tegen ADB in Antwerpen en tegen KBC Bank NV en ADB in New York voor enorme bedragen (500 miljoen USD). Deze acties werden versneld eind 2009 toen ADB de kredieten van LKI beëindigde overeenkomstig de contractuele voorzieningen en recuperatieacties instelde tegen LKI voor de rechtbank in Antwerpen.
Op 16 maart 2010 dagvaardde ADB LKI voor de rechtbank van koophandel te Antwerpen in terugbetaling van de opgezegde kredietbedragen voor ca. 45 miljoen USD. LKB, de Belgische dochtervennootschap van LKI kwam vrijwillig tussen in deze procedure en vorderde een bedrag van 350 miljoen USD terug van ADB. LKI vorderde op haar beurt 500 miljoen USD, met inbegrip van de 350 miljoen USD, terug van ADB. De zaak is aanhangig en een rechtszitting is voorzien tegen maart 2013. KBC Bank NV is hierin geen procespartij.
Op 23 december 2011 diende LKI een vordering in voor de District Court Southern District of New York ten bedrage van 500 miljoen USD tegen KBC Bank NV en ADB gebaseerd op de zogenaamde RICO-wet, eigenlijk een niet-cumulatief duplicaat van de vordering ingesteld in België.
Op basis van de ontvangen informatie en bewijsstukken, beschouwen ADB en KBC Bank NV deze vorderingen als ongegrond en zijn ze ook van oordeel dat het risico op een verplichte betaling van LKI voortgaande op de beweringen van LKI ten laste van ADB en KBC Bank NV miniem is.
Op 5 september 2012 volgde de New York District Court de excepties ingeroepen door ADB en KBC Bank NV en verklaarde de vordering van LKI onontvankelijk op basis van de leer betreffende „forum non conveniens‟ betekenende dat New York territoriaal niet de geschikte rechtbank is voor dit geschil.
Op 6 september 2012 tekende LKI beroep aan voor de United States Court of Appeals. De procedure is nog steeds lopende.
7. Op 15 september 2008, toen Xxxxxx Brothers failliet ging, had KBC Bank NV verschillende derivatentransacties uitstaan met Xxxxxx Brothers Finance AG (“LBF”) als tegenpartij onder een ISDA kaderovereenkomst. Het faillissement van Xxxxxx Brothers gold als een wanprestatie en leidde tot de vroegtijdige beëindiging van alle uitstaande derivatentransacties. Als gevolg van deze voortijdige beëindiging eiste KBC Bank NV een netto bedrag van 18,2 miljoen dollar te betalen door LBF. Dit bedrag werd gecompenseerd door KBC Investments Caymaneilanden V Ltd ("Cayman V") met het verschuldigd saldo door Xxxxxx V aan LBF onder een optiecontract. LBF betwist onder meer de waarderingsmethode toegepast door KBC Bank en beweert, in een ingebrekestelling van 21 december 2012, dat het verschuldigde nettobedrag onder de ISDA kaderovereenkomst 58,1 miljoen dollar bedraagt, te betalen aan LBF. Xxxxxxxxxxx met rente vanaf 17 september 2008 bedraagt het totale gevorderde bedrag door LBF van KBC Bank NV 110,9 miljoen dollar per 19 december 2012. LBF betwist eveneens de schuldcompensatie tussen filialen onderling via Cayman V en eist de teruggave van het verrekende bedrag door Xxxxxx X. KBC Bank zal haar positie bepalen op basis van de bevindingen van nader onderzoek van de waardering van de beëindigde transacties en een juridische analyse.
8. In 1991 heeft een syndicaat van banken, waaronder KBC Bank NV (Afdeling Londen) de Bell Groep geherfinancierd. Daarbij werden zekerheden toegekend door een aantal van de Bell Groep bedrijven. Na de ineenstorting van de Groep in april 1991, hebben de banken de uitstaande schuld gerecupereerd door hun zekerheden uit te winnen.
Juridische procedures werden opgestart door de vereffenaars van de Bell Groep, die alle gerecupereerde bedragen van de banken terug eisten door te argumenteren dat de zekerheden onrechtmatig werden toegekend.
Bij vonnis van 28 oktober 2008 heeft de Australische rechtbank van eerste aanleg de banken bevolen om alle ingevorderde bedragen terug te betalen, te vermeerden met samengestelde interest. Het syndicaat van banken heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Bij besluit van 17 augustus 2012 heeft de Supreme Court of Western Australia het te betalen bedrag van het eerste vonnis verhoogd ten gevolge van intresten.
Gezien de beslissing van de Supreme Court of Western Australia en in afwachting van een beslissing van de High Court of Austalia, heeft KBC Bank een voorziening aangelegd voor een bedrag van 64,4 miljoen euro. Zelfs in het geval dat het verzoek voor hoger beroep van de banken ontvankelijk is, zullen de discussies voor het High Court beperkt zijn tot de intresten verschuldigd door de banken.
DEEL VII: MANAGEMENT EN CORPORATE GOVERNANCE
Raad van bestuur
De Raad van Bestuur van de Emittent bestaat uit 20 leden zoals hierna opgelijst:
Naam en adres | Positie | Vervaldatum mandaat | Externe functies |
XXXXXX Xxxxxx KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Voorzitter Raad van Bestuur | 2015 | Voorzitter van de Raad van Bestuur van Umicore NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van Corelio NV Bestuurder van De Vijver NV |
Gedelegeerd Bestuurder van Mediacore NV Gedelegeerd Bestuurder van Tradicor NV Gedelegeerd Bestuurder van Booischot NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van KBC Verzekeringen NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van KBC Bank NV | |||
XXXXXXX Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxxx Xxxxxx | Bestuurder (Ondervoorzitter Raad van Bestuur) | 2013 | Plaatsvervangende Voorzitter van de Raad van Bestuur van KBC Bank NV Bestuurder van Besix Group nv Bestuurder van Exmar nv Bestuurder van IVC nv Voorzitter van de Raad van Bestuur van Point nv Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Spector Photo Group nv Voorzitter van de Raad van Bestuur van Batibic nv Gedelegeerd Bestuurder van Cecan nv Voorzitter van de Raad van Bestuur van Midelco nv Voorzitter van de Raad van Bestuur van Xxxxx Xxx nv Voorzitter van de Raad van Bestuur van VIT NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van Vlerick Investeringsmaatschappij cvba Voorzitter van de Raad van Bestuur van Vlerick Vastgoed nv Voorzitter van de Raad van Bestuur van Xxxxxxx XXX denim Private Ltd Voorzitter van de Raad van Bestuur van Pentahold nv Bestuurder van BMT NV Bestuurder van ETEX GROUP SA |
Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Corelio nv Bestuurder van LVD Company nv Gedelegeerd bestuurder van Lurick nv Gedelegeerd bestuurder van Therick nv Voorzitter van Hermes Invest nv Voorzitter van de Raad van Bestuur van Vobis Finance nv Gedelegeerd Bestuurder en Voorzitter van de Raad van Bestuur van B.I.C. Carpets nv Bestuurder van Concordia nv Voorzitter van Indus Kamdhenu Fund Bestuurder van Hamon & Cie (International) SA Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Durabilis Gedelegeerd Bestuurder van Lutherick NV Bestuurder van De Robaertbeek NV Bestuurder van Bareldam SA Voorzitter van de Raad van Bestuur van Sapient Investment Managers Ltd Voorzitter van de Raad van Bestuur van UCO nv Gedelegeerd bestuurder van Cecan Invest nv Bestuurder van KBC Verzekeringen NV | |||
BOSTOEN Xxxxx Xxxxxxx 000 0000 Xxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2014 | Gedelegeerd Bestuurder van Quatorze Juillet BVBA Gedelegeerd Bestuurder van AGROBOS NV Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Gedelegeerd Bestuurder van Christeyns NV Gedelegeerd Bestuurder van ALGIMO NV Bestuurder van KBC Bank NV |
XXXXX Xxxxx KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Onafhankelijk Bestuurder | 2016 | Bestuurder van Belgacom NV Zaakvoerder van Mercodi bvba Bestuurder van Electrawinds nv Bestuurder van Agfa-Gevaert nv Voorzitter van Electrawinds SE |
DE CEUSTER Marc KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2014 | |
XXXXXXXX Xxx KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2016 | Onafhankelijk bestuurder van Transics nv Onafhankelijk bestuurder van Agenus Inc Vertegenwoordiger van Bourn Hall International Ltd |
DEPICKERE Xxxxxx Xxxx Xxxxxxxxxxx 0/00 0000 Xxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2015 | Gedelegeerd Bestuurder van Almancora Beheersmaatschappij NV Bestuurder van Commercial bank “Absolut Bank” (ZAO) Gedelegeerd Bestuurder van Cera cvba Onafhankelijk Bestuurder van MIKO NV Gedelegeerd Bestuurder van Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx NV Bestuurder van International Raiffeisen Union e.V. Bestuurder van CBC BANQUE SA |
Bestuurder van Euro Pool System International BV Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Bestuurder van KBC Bank NV | |||
DISCRY Xxx Xxxx Xxxxxxxxxxx 0 X 00 0000 Xxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2015 | Bestuurder van Cera CVBA Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Bestuurder van KBC Bank NV Gedelegeerd Bestuurder van Precura Verzekeringen NV Gedelegeerd Bestuurder van Almancora Beheersmaatschappij NV Gedelegeerd Bestuurder van Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx NV |
XXXXX Xxxxx Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2015 | Gedelegeerd Bestuurder van 3D NV Bestuurder van 3D Private Equity nv Bestuurder van Iberanfra BVBA Gedelegeerd bestuurder van Ibervest NV Voorzitter van Xxx Xxxxx NV Voorzitter van Xxx Xxxxx CVBA |
Bestuurder van Zenitel NV Bestuurder van Aspel Slovakia sro Bestuurder van Anchorage NV Bestuurder van Aspel Polyform SA | |||
Voorzitter van Atenor Group sa Bestuurder van Hof Het Lindeken CVBA Gedelegeerd Bestuurder van Huon & Kauri NV Gedelegeerd Bestuurder van Tris NV Bestuurder van X. Xxxxxx NV Bestuurder van Pinguin Lutosa NV | |||
Bestuurder van Winge Golf NV Bestuurder van Plastiflex Group NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van Telenet NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van Telenet Group Holding NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van Telenet Vlaanderen NV Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Bestuurder van KBC Bank NV |
XXXXXXXX Xxxx KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Onafhankelijk Bestuurder | 2013 | Bestuurder van TVK-Brava CVBA Bestuurder van Die Keure nv Bestuurder van Continuga nv |
XXXXXXX Xxxx KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Gedelegeerd Bestuurder | 2015 | Gedelegeerd Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Gedelegeerd Bestuurder van KBC Bank NV Bestuurder van KBC Global Services NV |
MORLION Xxxx Xxxxxxxxxx 00 0000 Xx-Xxxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2016 | Gedelegeerd Bestuurder van M&D Invest NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx NV Bestuurder van Woonmaatschappij Ijzer en Zee CVBA Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Bestuurder van KBC Bank NV |
PAPIRNIK Vladimira KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Onafhankelijk Bestuurder | 2016 | |
XXXXXXXX Xxx KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Gedelegeerd Bestuurder | 2015 | Gedelegeerd Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Gedelegeerd Bestuurder van KBC Global Services NV Gedelegeerd Bestuurder van KBC Bank NV Bestuurder van KBC Financial Products UK Limited |
XXXXXXX Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2016 | Bestuurder van K&H Bank Zrt Bestuurder van Ravago Holding America, Inc. Bestuurder van Plastomark (Proprietary) Ltd. Bestuurder van Polymed Global Group Ltd. CEO Ravago SA Bestuurder van KBC Verzekeringen NV |
Bestuurder van KBC Bank NV | |||
XXXXX Xxxxx KBC Groep NV Xxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxxx Xxxxxx | Gedelegeerd Bestuurder (CEO) | 2016 | Bestuurder van CBC BANQUE SA Gedelegeerd Bestuurder van KBC Global Services NV Gedelegeerd Bestuurder van KBC Verzekeringen NV |
Bestuurder van FBD Holding Plc Gedelegeerd Bestuurder van KBC Bank NV Bestuurder van Assuralia | |||
XXXXXXX Xxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxx 0 0000 Xxxxxx-Xxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2013 | Voorzitter van de Raad van Bestuur en afgevaardigd bestuurder van Metalunion CVBA Voorzitter van de Raad van Bestuur van Hallex NV Directeur van Hallex Nederland BV Bestuurder van Sloestaal BV |
Voorzitter van de Raad van Bestuur van |
Sinfonia Investments NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van Sobemetal NV Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Bestuurder van KBC Bank NV | |||
XXX XXXXXXXXX Xxxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2016 | Bestuurder van Almancora Beheersmaatschappij NV Ondervoorzitter van de Raad van Bestuur van Xxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx NV Bestuurder van KBC Bank NV Bestuurder van KBC Verzekeringen NV |
XXXXXXXXXXX Xxxxxx XXXX Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2014 | Voorzitter van de Raad van Bestuur van Gimv- Agri+ Investment Fund Bestuurder van KBC Bank NV Voorzitter van de Raad van Bestuur van M.R.B.B. cvba - Maatschappij voor Roerend Bezit van de Boerenbond Voorzitter van de Raad van Bestuur van Agri Investment Fund CVBA Voorzitter van de Raad van Bestuur van BB- Patrim CVBA Bestuurder van KBC Verzekeringen NV |
XXXXXXXXX Xxxx XXXX cvba Xxxxxxxxxxx 00 0000 Xxxxxx Xxxxxx | Bestuurder | 2014 | Bestuurder van Agro Services CVBA Bestuurder van Aktiefinvest CVBA Voorzitter van de Raad van Bestuur van Xxxx Xxxx NV Bestuurder van Agri Investment Fund cvba Bestuurder van Acerta CVBA Bestuurder van Acerta Consulting CVBA Bestuurder van SBB Accountants en Belastingconsulenten BV cvba Bestuurder van SBB Bedrijfsdiensten BV cvba Gedelegeerd Bestuurder van M.R.B.B. cvba - Maatschappij voor Roerend Bezit van de Boerenbond Bestuurder van Covalis NV Bestuurder van KBC Verzekeringen NV Bestuurder van KBC Bank NV |
In de Raad van Bestuur zetelen geen rechtspersonen en de voorzitter mag geen lid zijn van het Directiecomité. Een mandaat loopt niet langer dan zes jaar (in de praktijk 4 jaar). Bestuurders zijn herverkiesbaar wanneer hun termijn ten einde loopt. Onafhankelijke bestuurders kunnen gedurende niet meer dan drie termijnen van vier jaar hun mandaat als onafhankelijke bestuurder uitoefenen. Niet-uitvoerende bestuurders stellen hun mandaat ter beschikking op de jaarvergadering die volgt op de datum waarop zij de leeftijd van 70 jaar bereiken, behoudens in uitzonderlijke gevallen. Voor de uitvoerende bestuurders loopt het mandaat ten einde op het einde van de maand waarin de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt, behoudens in uitzonderlijke gevallen.
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor onder meer de bepaling van de algemene strategie en het toezicht op het uitvoerend management (Directiecomité). Hij vergadert ten minste acht maal per jaar en beslist bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. De activiteiten van de Raad van Bestuur
worden geregeld door de Belgische vennootschapswetgeving, de statuten van KBC Groep NV en het Corporate Governance Charter van KBC Groep NV.
Comités van de raad van bestuur
Binnen de Raad van Bestuur bestaan de volgende comités: een Audit-, Risico- en Compliancecomité, een Benoemingscomité en een Vergoedingscomité (zie hierna voor meer informatie).
De drie comités doen het voorbereidend werk voor de activiteiten van de Raad van Bestuur en ondersteunen de bestuurders bij de uitvoering van hun plichten: ze analyseren specifieke onderwerpen en adviseren de Raad van Bestuur erover. De besluitvorming ligt bij de Raad van Bestuur.
Het Audit-, Risico- en Compliancecomité (ARC-comité) staat in voor de bewaking van de integriteit en doeltreffendheid van de interne controlemaatregelen en van het opgezette risicobeheersysteem, met specifieke aandacht voor een correcte financiële verslaggeving. Het ARC-comité volgt ook de door de Emittent opgezette procedures op om aan de wet en andere reglementeringen te voldoen.
Om dit te kunnen verwezenlijken heeft het ARC-comité onbeperkte toegang tot alle informatie en kan het speciale onderzoeken opstarten in alle domeinen waarvoor het verantwoordelijk is. In dit laatste geval moet de voorzitter van het Directiecomité op de hoogte worden gebracht van dergelijke onderzoeken die kunnen worden uitgevoerd door zowel interne als externe partijen. KBC Groep NV zal daarvoor de nodige fondsen ter beschikking stellen.
De belangrijkste taken van het ARC-comité zijn hieronder opgelijst:
• het onderzoeken, minstens eenmaal per jaar, van de kwaliteit van de interne controle;
• toezicht houden op de integriteit van de financiële rapportering door KBC Groep NV;
• toezicht houden op de asset liability management, markt-, krediet-, verzekerings- en operationele risico‟s; het ARC-comité wordt periodiek op de hoogte gehouden van de risicobeheersystemen van de Groep met het oog op de identificatie en het beheer van de belangrijkste risico‟s binnen de bedrijfsvoering, meer bepaald het systeem voor waarde- en risicobeheer;
• advies verlenen aan de Raad van Bestuur inzake limieten;
• het controleren/bewaken van de werking van de interne auditfunctie binnen de Groep, met bijzondere aandacht voor haar deskundigheid en onafhankelijkheid;
• het controleren van de werking van de commissaris, met bijzondere aandacht voor het waarborgen van zijn onafhankelijkheid;
• toezicht houden op de organisatie en de werking van de compliancefunctie binnen de Groep met bijzondere aandacht voor haar deskundigheid en onafhankelijkheid;
• toezicht houden op de naleving van wetgeving, reglementeringen, statutaire bepalingen en procedures, het Groepsbeleid inzake “klokkenluiders”. Het ARC-comité neemt kennis van de onderzoeken en de aanbevelingen van de toezichthouders en ziet erop toe dat er tijdig en op gepaste wijze wordt op gereageerd en het wordt op regelmatige basis op de hoogte gehouden van hangende rechtsgedingen;
Momenteel is de samenstelling van het ARC-comité van KBC Groep NV als volgt:
• Xxxxxx Xxxxxxxxx
• Xxxx Xxxxxxxx
• Xxxxx Xxxxx
• Xxxx Xxxxxxxxx
• Val Papirnik
• Xxxx Xx Xxxxxxx
• Xxx Xxxxxxxx
Het Benoemingscomité legt zijn aanbevelingen inzake benoemingen, herbenoemingen en ontslagen van bestuurders, leden van het ARC-comité, Benoemingscomité, Vergoedingscomité en het Directiecomité ter goedkeuring voor aan de Raad van Bestuur. Het Benoemingscomité neemt voorstellen van betrokken partijen, inclusief het management en de aandeelhouders, in aanmerking.
Het Vergoedingscomité adviseert de Raad van Bestuur bij de bepaling en de uitvoering van zijn vergoedingsbeleid. Het wordt voorgezeten door een van de onafhankelijke bestuurders. De voorzitter van het Directiecomité neemt deel aan de vergaderingen met raadgevende stem wanneer dat de vergoeding van de andere leden van het Directiecomité behandelt. Het comité legt jaarlijks een verslag voor aan de Raad van Bestuur.
Directiecomité
De Raad van Bestuur heeft conform artikel 524bis van het Wetboek van Vennootschappen zijn bestuursbevoegdheden overgedragen aan het Directiecomité. Het Directiecomité oefent die bevoegdheden autonoom uit, maar altijd binnen het kader van de strategie vastgesteld door de Raad van Bestuur. De bevoegdheidsdelegatie heeft immers geen betrekking op het algemeen beleid of materies die bij wet aan de Raad van Bestuur zijn voorbehouden.Het Directiecomité bestaat uit 8 leden die door de Raad van Bestuur benoemd worden en het wordt voorgezeten door de Groeps-CEO.
Xxxxx Xxxxx | Xxxxx Xx Xxxxxxxxx | Xxxxxx Xxxxxx | Xxx Xxxxxxx | Xxxx Xxxxxxx | Xxx Xxxxxxxx | Xxxxx Xxxxx | Xxxxx Xxxxxxx |
In dienst sedert 1988 | In dienst sedert 1984 | In dienst sedert 2009 | In dienst sedert 1977 | In dienst sedert 1996 | In dienst sedert 1988 | In dienst sedert 2004 | In dienst sedert 1972 |
Groeps-CEO (Chief Executive Officer)KBC Groep NV | CEO Divisie International Markets | CEO Divisie België | CEO Divisie International Product Factories | CRO (Chief Risk Officer) | CFO (Chief Financial Officer) | CCO (Chief Corporate Change & Support Officer) | CEO Divisie Tsjechë |
Corporate governance
De Emittent gebruikt de Belgische Corporate Governance Code 2009 (Code) als referentiecode. De Code streeft naar transparantie op het gebied van corporate governance via de bekendmaking van informatie in het Corporate Governance Charter (Charter) en de Verklaring inzake deugdelijk bestuur of Corporate Governance Verklaring (Verklaring).
Het Charter licht de voornaamste aspecten van het beleid van de Groep op het vlak van corporate governance toe, zoals de bestuursstructuur, de interne reglementen van de Raad van Bestuur, zijn comités en het Directiecomité, en andere belangrijke onderwerpen.
KBC Groep publiceert zijn Charter op xxx.xxx.xxx.
De Verklaring wordt in het jaarverslag opgenomen en bevat meer feitelijke informatie over de corporate governance van de Groep, zoals een beschrijving van de samenstelling en de werking van de Raad van Bestuur, relevante gebeurtenissen tijdens het boekjaar, bepalingen van de Code waarvan eventueel wordt afgeweken, het remuneratieverslag en een beschrijving van de belangrijkste kenmerken van de interne controle- en risicobeheersystemen.
Audit van de rekeningen - Commissaris
De Algemene Vergadering van KBC Groep NV van 29 april 2010 hernieuwde het mandaat van commissaris van Xxxxx & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA gelegen te Xx Xxxxxxxxx 0, 0000 Xxxxxx, Xxxxxx voor een periode van drie jaar, met als vertegenwoordigers Xxxxxx Xxxxxxxxxx en/of Xxxxx Xxxxxxx die lid zijn van het Instituut der Bedrijfsrevisoren/Institut des Réviseurs d'Entreprises.
Beleid inzake belangenconflicten
De informatie met betrekking tot het beleid van de Emittent inzake belangenconflicten is terug te vinden in het hoofdstuk "Verklaring inzake deugdelijk bestuur" van de jaarverslagen van de Emittent. Hierin wordt een onderscheid gemaakt tussen (i) de wettelijke belangenconflictenregeling, nl. de belangenconflicten die onder artikel 523 en 524ter van het Wetboek van Vennootschappen (en artikel 524 van het Wetboek van Vennootschappen betreffende intragroepsbelangenconflicten) vallen en (ii) transacties en andere contractuele banden tussen de Emittent (met inbegrip van met zijn verbonden vennootschappen) en zijn bestuurders, die niet onder de wettelijke belangenconflictenregeling vallen en waarvoor de Emittent op basis van de Code een eigen beleid heeft uitgewerkt, dat werd opgenomen in het Charter .
In 2011 en 2012 werd op geen van beide types van belangenconflictenregelingen een beroep gedaan.
In 2010 werd beroep gedaan op beide types van belangenconflictenregeling. Tijdens de vergadering van de Raad van Bestuur van 24 juni 2010 werd een belangenconflictenprocedure conform artikel 523 van het Wetboek van Vennootschappen nageleefd, en dat naar aanleiding van de bespreking van de bestuurdersaansprakelijkheid van – onder meer – een aantal leden van de Raad van Bestuur van KBC Groep NV uit hoofde van hun mandaat in de Raad van Bestuur van KBL European Private Bankers SA en in een Beperkt Comité binnen deze Raad. In dit verband verwijst de Emittent naar pagina's 97 en 98 van het jaarverslag over het boekjaar 2010. Voor wat betreft het belangenconflict waarvoor de Emittent op basis van de Code een eigen beleid heeft uitgewerkt werd deze regeling nageleefd met betrekking tot bepaalde verrichtingen in het kader van de desinvestering van KBL European Private Bankers.
De Emittent is zich niet bewust van enige potentiële belangenconflicten tussen de verplichtingen die een bestuurder heeft ten aanzien van de Emittent en de persoonlijke belangen en/of andere verplichtingen van die bestuurder.
DEEL VIII: REFERENTIEAANDEELHOUDERS
Op basis van de meest recente kennisgevingen of bijwerkingen krachtens de wet van 2 mei 2007 op de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in emittenten waarvan aandelen zijn toegelaten tot de verhandeling op een gereglementeerde markt of bekendmakingen krachtens de wet van 1 april 2007 op de openbare overnamebiedingen, of andere openbaarmakingen (bijvoorbeeld persberichten van de betrokken aandeelhouders zelf) ziet de aandeelhouderschapstructuur van de Emittent op 31 december 2012 als volgt uit:
• KBC ANCORA: na de kapitaalverhoging aangekondigd op 10 december 2012 maakte KBC Ancora bekend dat het aantal KBC Groep NV-aandelen in haar bezit onveranderd was, dus 82 216 380 (dat is 19,72% van het totaal aantal KBC Groep NV-aandelen na de kapitaalverhoging).
• CERA: na de kapitaalverhoging aangekondigd op 10 december 2012 maakte XXXX bekend dat het aantal KBC Groep NV-aandelen in haar bezit met 3,1 miljoen was toegenomen, naar 29 227 166 (dat is 7,01% van het totaal aantal KBC Groep NV-aandelen na de kapitaalverhoging).
• MRBB en de andere vaste aandeelhouders: de laatst gekende toestand dateert van 30 juni 2011, en op dat moment had MRBB 12,9% en de andere vaste aandeelhouders samen ongeveer 11% van het toenmalige aantal aandelen (namelijk 357.938.139 aandelen) in bezit.
• Eigen vennootschappen van de Groep: na de verkoop van alle KBC Groep NV-aandelen in handen van KBC Groep NV zelf en KBC Bank NV op 16 oktober 2012, blijven er nog 302 KBC Groep NV- aandelen in handen van KBC Groepsmaatschappijen (dat is 0,00% van het totaal aantal aandelen).
• BlackRock Inc: in een kennisgeving maakte BlackRock bekend dat het op 6 december 2012 3,08% van het toenmalige aantal KBC Groep NV aandelen (357.980.313) aanhield.
DEEL IX: FINANCIËLE INFORMATIE MET BETREKKING TOT DE ACTIVA EN PASSIVA VAN DE EMITTENT, HAAR FINANCIËLE POSITIE EN WINST EN VERLIEZEN
Financiële cijfers
Overzicht van het boekjaar 2011
Het IFRS-nettoresultaat van de Groep voor 2011 bedroeg 13 miljoen euro, tegenover 1.860 miljoen euro in 2010.
De nettorente-inkomsten bedroegen 5.479 miljoen euro, tegenover 6.245 miljoen euro het jaar voordien. Die daling is voornamelijk het gevolg van de deconsolidatie van Centea, maar ook van de verkoop van Zuid- Europese overheidsobligaties. De kredietvolumes stegen met 2%, de hypotheekleningen zelfs met 3%. De cliëntendeposito‟s stegen met 5% in België en met 4% in Centraal-Europa, terwijl de depositobasis in divisie Merchantbanking kromp met 45%. De nettorentemarge steeg van 1,92% tot 1,96% voor 2011.
Na aftrek van de technische lasten en het nettoresultaat uit afgestane herverzekering bedroeg het technisch verzekeringsresultaat 534 miljoen euro, een stijging van 54% ten opzichte de 346 miljoen euro van een jaar eerder. Het jaar werd gekenmerkt door relatief lage schadeclaims. De gecombineerde ratio voor de schadeverzekeringsmaatschappijen van de Groep bedroeg een uitstekende 92% voor 2011 (90% in België, 93% in Centraal- en Oost-Europa). Dat is heel wat beter dan de 100% voor het boekjaar 2010.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1.164 miljoen euro in 2011, 5% minder dan in 2010. In het vierde kwartaal bleef de verkoop van producten waaraan provisie-inkomsten zijn gekoppeld matig en daalde het beheerd vermogen met 8% jaar-op-jaar tot 193 miljard euro per eind december 2011 (149 miljard euro als KBL EPB buiten beschouwing blijft). Dat is in de eerste plaats toe te schrijven aan het negatieve beleggingsresultaat, maar ook aan een negatieve netto-instroom.
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg in 2011 -178 miljoen euro, tegenover -77 miljoen euro in 2010. Onderliggend (d.w.z. zonder de uitzonderlijke posten, zoals waardecorrecties op gestructureerde kredieten, resultaten gerelateerd aan de stopzetting van activiteiten van KBC Financial Products, en nadat alle tradinggerelateerde opbrengstenposten onder deze post van de winst-en-verliesrekening zijn ondergebracht) bedroeg het trading- en reëlewaarderesultaat 509 miljoen euro in 2011, een daling van 40% ten opzichte van een jaar geleden.
De overige inkomstencomponenten van de Groep waren als volgt: de dividendinkomsten uit aandelenbeleggingen bedroegen 85 miljoen euro, het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa (obligaties en aandelen) bedroeg 169 miljoen euro en de overige netto- inkomsten bedroegen 56 miljoen euro. Die laatste post werd beïnvloed door een voorziening van 334 miljoen euro (vóór belastingen) die in het derde en vierde kwartaal van 2011 werd geboekt voor de bijkomende terugbetalingsintentie voor retailcliënten die 5-5-5-producten hadden gekocht.
De exploitatiekosten bedroegen in 2011 4.344 miljoen euro, 2% lager dan in 2010. Die daling is een gevolg van de desinvesteringen in 2011, maar werd wat afgezwakt door factoren als de inflatie, loonsverhogingen en de hogere bankenheffing. De onderliggende kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten, een maatstaf voor kostenefficiëntie, bedroeg 60% aan het eind van 2011, meer dan de 56% geboekt voor het boekjaar 2010 (die stijging is duidelijk ook beïnvloed door de lagere totale opbrengsten, cf. de voorziening voor het 5- 5-5-product).
De totale waardeverminderingen bedroegen 2.123 miljoen euro in 2011. De waardeverminderingen op leningen en vorderingen bedroegen 1.333 miljoen euro, een daling ten opzichte van de 1.483 miljoen euro die werd geboekt in 2010, niettegenstaande het hoge niveau dat werd geboekt in 2011 voor Ierland, Hongarije en Bulgarije. Bijgevolg bedroeg de kredietkostenratio op jaarbasis voor 2011 0,82%, beter dan de
0,91% voor het boekjaar 2010. De overige waardeverminderingen bedroegen in totaal 790 miljoen euro in 2011 (tegenover 173 miljoen euro in 2010) en hadden voornamelijk te maken met de geboekte waardeverminderingen op Griekse overheidsobligaties in het tweede, derde en vierde kwartaal (401 miljoen euro, vóór belastingen), op aandelen in de beleggingsportefeuille (114 miljoen euro) en op goodwill (120 miljoen euro, die onder andere betrekking heeft op CIBank in Bulgarije).
De winstbelasting bedroeg 320 miljoen euro voor 2011.
Eind 2011 bedroeg het totaal eigen vermogen van de Groep 16,8 miljard euro, een daling van 1,9 miljard euro ten opzichte van het begin van het jaar. Dat komt voornamelijk door het dividend en de coupon die aan de overheid zijn uitgekeerd (samen -0,9 miljard euro) en door de terugbetaling van een eerste schijf van de staatssteun voor een totaal bedrag van 575 miljoen euro. De Tier 1-kapitaalratio van de Emittent – een maatstaf voor financiële draagkracht – bedroeg eind 2011 een gezonde 12,3%.
Overzicht van het boekjaar 2012
Het IFRS-nettoresultaat voor 2012 bedroeg 612 miljoen euro, tegenover 13 miljoen euro het jaar voordien.
De nettorente-inkomsten bedroegen 4 669 miljoen euro, tegenover 5 479 miljoen euro het jaar voordien. De daling is voornamelijk toe te schrijven aan de deconsolidatie van KBL epb, Warta, Żagiel en Fidea en de lagere herbeleggingsrentes. Jaar-op-jaar stegen de kredietvolumes in totaal met 1%. 5% in België, 4% in Centraal-Europa en -6% in Merchantbanking. De cliëntendeposito‟s stegen met 9%. 5% in België, 2% in Centraal-Europa en 23% in Merchantbanking, na een forse krimp in het vierde kwartaal van 2011. De nettorentemarge daalde tot 1,81% sinds het begin van het jaar, 16 basispunten lager dan het uitzonderlijk hoge cijfer van een jaar geleden.
Na aftrek van de bruto technische lasten en het nettoresultaat uit afgestane herverzekering bedroegen de bruto verdiende premies 369 miljoen euro, een daling van 31% ten opzichte van vorig jaar. Dat is voornamelijk toe te schrijven aan de deconsolidatie van VITIS, Warta en Fidea. Voor de schadeverzekeringsactiviteiten bedroeg de gecombineerde ratio een sterke 95%, iets hoger dan de 92% voor het boekjaar 2011, hoofdzakelijk als gevolg van technische factoren. Op jaarbasis was er in het Levenbedrijf een toename van de verkoop van levensverzekeringsproducten met 16% (dankzij de gestegen verkoop van tak 23-producten). De verzekeringsresultaten zijn mee bepaald door de beleggingsopbrengsten en -lasten en door de algemene beheerskosten. De beleggingsopbrengsten in het bijzonder waren voor zowel het Levenbedrijf als Schadeverzekeringen lager dan vorig kwartaal en dan hetzelfde kwartaal van vorig jaar.
De nettoprovisie-inkomsten bedroegen 1 315 miljoen euro in 2012. Dat is 13% meer dan een jaar geleden, onder meer dankzij de succesvolle verkoop van tak 23-producten. Het beheerd vermogen bedroeg 155 miljard euro. Die stijging met 4% ten opzichte van een jaar eerder is te danken aan de positieve beleggingsprestatie.
Het nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde (trading- en reëlewaarderesultaat) bedroeg 420 miljoen euro in 2012, tegenover -178 miljoen euro een jaar geleden. Onderliggend (d.w.z. zonder de uitzonderlijke posten, zoals waardecorrecties op gestructureerde kredieten, de waardering tegen reële waarde van de eigen schulden van de groep en nadat alle tradinggerelateerde opbrengstenposten onder deze post van de winst-en-verliesrekening zijn ondergebracht) bedroeg het trading- en reëlewaarderesultaat 917 miljoen euro op 31 december 2012, bijna het dubbele van een jaar eerder. Dat was te danken aan het erg goede resultaat van de dealingroom, vooral in het eerste kwartaal, en de positieve waardeaanpassingen in het derde kwartaal.
De overige inkomstencomponenten waren als volgt: de dividendinkomsten uit aandelenbeleggingen bedroegen 45 miljoen euro, het netto gerealiseerde resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa (obligaties en aandelen) bedroeg 181 miljoen euro en de overige netto-inkomsten bedroegen in totaal 734
miljoen euro, voornamelijk toe te schrijven aan de meerwaarde op de verkoop van Warta in het tweede kwartaal.
De exploitatiekosten bedroegen 4 248 miljoen euro in 2012, dat is 2% lager dan een jaar geleden. Die daling was een gevolg van de desinvesteringen, maar ze werd afgevlakt door factoren als de inflatie, loonindexering en de hogere bankenheffing. De onderliggende kosten-inkomstenratio van de bankactiviteiten, een maatstaf voor kostenefficiëntie, bedroeg eind december 2012 57%. Dat is een verbetering ten opzichte van de 60% voor het boekjaar 2011.
De totale waardeverminderingen bedroegen 2 511 miljoen euro voor 2012. De waardeverminderingen op leningen en vorderingen bedroegen 1 072 miljoen euro. Dat is heel wat minder dan de 1 333 miljoen euro die werd geboekt in 2011. Bijgevolg bedroeg de kredietkostenratio op jaarbasis voor 2012 0,71%. Dat is nog altijd beter dan de 0,82% voor het boekjaar 2011. De waardeverminderingen op voor verkoop beschikbare financiële activa bedroegen 95 miljoen euro. De waardeverminderingen op goodwill bedroegen in totaal 421 miljoen euro en de overige waardeverminderingen 923 miljoen
euro. Zowel de waardeverminderingen op goodwill als de overige waardeverminderingen zijn toe te schrijven aan de geplande desinvesteringsdossiers (hoofdzakelijk NLB, Absolut Bank, Antwerpse Diamantbank, KBC Banka en KBC Bank Deutschland) en werden geboekt in het tweede kwartaal.
De winstbelasting bedroeg 362 miljoen euro voor het boekjaar 2012.
Eind 2012 bedroeg het totale eigen vermogen 16,0 miljard euro, een daling van 0,8 miljard euro ten opzichte van het begin van het jaar. Dat komt voornamelijk door de terugbetaling van 3,0 miljard euro (en een premie van 0,5 miljard euro) van de niet-stemgerechtigde kernkapitaaleffecten uitgegeven aan de federale overheid en de aftrek van de coupon op de nietstemgerechtigde kernkapitaaleffecten uitgegeven aan de federale en de Vlaamse overheid (-0,6 miljard euro). Die uitstroom werd afgevlakt door de nettowinst voor 2012 (0,6 miljard euro) mee te tellen, door de aanzienlijke verandering van de herwaarderingsreserve voor voor verkoop beschikbare financiële activa (1,4 miljard euro) en door de kapitaalverhoging door de verkoop van eigen aandelen en de uitgifte van nieuwe aandelen (samen 1,6 miljard euro). De resterende factoren omvatten onder andere kasstroomafdekkingen en omrekeningsverschillen. De Tier 1-kapitaalratio van de groep – een maatstaf voor financiële draagkracht – bedroeg op 31 december 2012 een stevige 13,8%. Pro forma bedraagt die ratio 14,6% als ook rekening wordt gehouden met de verkoop van BZ WBK, NLB en Absolut Bank.
Korte financiële voorstelling van de Groep
Geco nso lideerde balansgegevens (in miljo enen euro , IFRS) | 31december 2010 (geauditeerd) | 31december 2011 (geauditeerd) | 31december 2012 (niet-geauditeerd) | |
B alansto taal | 320 823 | 285 382 | 256 886 | |
Totaal eigen vermo gen (incl. niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten) | 18 674 | 16 772 | 15 961 | |
Geco nso lideerde resultaten (in miljo enen euro , IFRS) | FY2010 | FY2011 | FY2012 | |
Totale o pbrengsten | 8 378 | 7 310 | 7 733 | |
Explo itatieko sten | -4 436 | -4 344 | - 4 248 | |
B ijzo ndere waardeverminderingen | -1656 | -2 123 | - 2 511 | |
Netto resultaat, gro epsaandeel | 1860 | 13 | 612 |
Netwerk en ratings
Netwerk (op 31 december 2012) | |
Bankkantoren in België | 833 |
Verzekeringsagentschappen in België | 481 |
Bankkantoren in de kernmarkten van Centraal- en Oost-Europa (Tsjechië, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx) | 000 |
Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx xx Xxxxxxxx- xx Xxxx-Xxxxxx (Xxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx, Xxxxxxxxx) | diverse distributiekanalen |
Bankkantoren in de rest van de wereld (incl. rep. offices) | 16* |
Langetermijnkredietratings (op de datum van dit Prospectus) | |
Fitch | A- (stabiele outlook) |
Moody's | Baa1 (stabiele outlook) |
Standard and Poor's | BBB+ (positieve outlook) |
* Bankkantoren en vertegenwoordigingskantoren van KBC Bank NV en KBC Bank Ireland (zonder KBC Bank Deutschland) Ratings kunnen wijzigen. Beleggers kunnen de meest recente ratings terugvinden op xxx.xxx.xxx. Elk van deze credit rating agencies is gevestigd in de Europese Unie en is geregistreerd op grond van Verordening (EG) nr. 1060/2009 en genoteerd op de "lijst van geregistreerde en gecertificeerde CRA's" zoals gepubliceerd door XXXX overeenkomstig artikel 18 (3) van deze verordening op xxxx://xxxx.xxxxxx.xx/xxxx/Xxxx- geregistreerd en gecertificeerd-RB's. Fitch France S.A.S. (“Fitch”): “A” ratings geven een laag wanbetalingsrisico aan. De terugbetalingscapaciteit van financiële verplichtingen wordt als sterk beschouwd. Deze terugbetalingscapaciteit kan niettemin gevoeliger zijn voor ongunstige zakelijke of economische omstandigheden dan het geval is voor hogere ratings. (Bron,: xxx.xxxxxxxxxxxx.xxx). Moody's France S.A.S. (“Moody's”): Verplichtingen gewaardeerd “Baa” worden geacht een middelmatige kwaliteit te hebben en onderhevig te zijn aan een matige kredietrisico en kunnen als zodanig bepaalde speculatieve kenmerken bezitten. (Bron: xxx.xxxxxx.xxx). Standard & Poor's Credit Market Services Italy Srl. (“Standard & Poor's”): Verplichtingen gewaardeerd “BBB” worden geacht over voldoende capaciteit te beschikken om de financiële verplichtingen na te komen, maar gevoeliger voor ongunstige economische omstandigheden. (Bron: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xxx). De beschrijving van de hierboven genoemde ratings (kredietbeoordelingen) werd overgenomen uit de opgegeven website van de betreffende ratingbureaus. De Emittent bevestigt dat deze informatie nauwkeurig gereproduceerd is en dat, voor zover haar bekend is, en het in staat is om na te gaan, geen feiten zijn weggelaten waardoor de weergegeven informatie onjuist of misleidend zou zijn. De website van de betreffende ratingbureaus worden enkel verstrekt als bron en geen informatie van dergelijke websites wordt geacht te zijn opgenomen in of deel uit te maken van dit Prospectus en de Emittent neemt geen verantwoordelijkheid voor de informatie op deze websites. |
Financiële informatie
Geconsolideerde winst- en verliesrekening
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste posten uit de geauditeerde winst- en verliesrekening van KBC Groep NV voor de boekjaren 31 december 2010 tegenover 31 december 2011, gevolgd door de niet-geauditeerde winst- en verliesrekening voor de kwartalen afgesloten op 31 maart 2011 tegenover 31 maart 2012, op 30 juni 2011 tegenover 30 juni 2012, op 30 september 2011 tegenover
30 september 2012 en op 31 december 2011 tegenover 31 december 2012:
Nettorente-inkomsten | 6 245 | 5 479 |
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 4 616 | 4 119 |
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | - 4 261 | - 3 541 |
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | - 8 | - 44 |
Dividendinkomsten | 97 | 85 |
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | - 77 | - 178 |
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 90 | 169 |
Nettoprovisie-inkomsten | 1 224 | 1 164 |
Overige netto-inkomsten | 452 | 56 |
TOTALE OPBRENGSTEN | 8 378 | 7 310 |
Exploitatiekosten | - 4 436 | - 4 344 |
Bijzondere waardeverminderingen | - 1 656 | - 2 123 |
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | - 63 | - 58 |
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 2 224 | 786 |
Belastingen | - 82 | - 320 |
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | - 254 | - 419 |
RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 888 | 47 |
Toerekenbaar aan belangen van derden | 28 | 34 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 860 | 13 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | - 254 | - 419 |
In miljoenen euro (niet-geauditeerd) 3M2011 3M2012 | ||
Nettorente-inkomsten | 1 395 | 1 261 |
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 1 141 | 884 |
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | - 1 012 | - 752 |
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | - 17 | - 14 |
Dividendinkomsten | 12 | 6 |
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 472 | 60 |
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 34 | 32 |
Nettoprovisie-inkomsten | 300 | 304 |
Overige netto-inkomsten | 92 | 73 |
TOTALE OPBRENGSTEN | 2 416 | 1 853 |
Exploitatiekosten | - 1 143 | - 1 132 |
Bijzondere waardeverminderingen | - 105 | - 273 |
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 1 | - 9 |
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 1 170 | 439 |
Belastingen | - 334 | - 93 |
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 40 |
RESULTAAT NA BELASTINGEN | 835 | 387 |
Toerekenbaar aan belangen van derden | 14 | 7 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 821 | 380 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 40 |
In miljoenen euro (geauditeerd) 2010 2011
In miljoenen euro (niet-geauditeerd) 1H 2011 1H 2012 | ||
Nettorente-inkomsten | 2 801 | 2 451 |
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 2 115 | 1 774 |
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | - 1 852 | - 1 509 |
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | - 25 | - 14 |
Dividendinkomsten | 53 | 27 |
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | 279 | 103 |
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 76 | 41 |
Nettoprovisie-inkomsten | 597 | 613 |
Overige netto-inkomsten | 202 | 441 |
TOTALE OPBRENGSTEN | 4 245 | 3 925 |
Exploitatiekosten | - 2 224 | - 2 165 |
Bijzondere waardeverminderingen | - 437 | - 1 746 |
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | 1 | 8 |
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 1 585 | 22 |
Belastingen | - 411 | - 202 |
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 33 |
RESULTAAT NA BELASTINGEN | 1 175 | - 148 |
Toerekenbaar aan belangen van derden | 20 | 12 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 1 154 | - 160 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 33 |
In miljoenen euro (niet-geauditeerd) 9M 2011 9M 2012 | ||
Nettorente-inkomsten | 4 142 | 3 548 |
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 3 087 | 2 352 |
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | - 2 665 | - 2 009 |
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | - 43 | - 27 |
Dividendinkomsten | 70 | 39 |
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst-en-verliesrekening | - 613 | 378 |
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 86 | 97 |
Nettoprovisie-inkomsten | 877 | 955 |
Overige netto-inkomsten | 53 | 547 |
TOTALE OPBRENGSTEN | 4 994 | 5 879 |
Exploitatiekosten | - 3 301 | - 3 167 |
Bijzondere waardeverminderingen | - 1 377 | - 2 048 |
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | - 22 | 2 |
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 294 | 666 |
Belastingen | - 245 | - 306 |
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | - 445 | 33 |
RESULTAAT NA BELASTINGEN | - 396 | 392 |
Toerekenbaar aan belangen van derden | 28 | 21 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | - 424 | 372 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | - 445 | 33 |
12M 2011 12M 2012 (niet- In miljoenen euro (geauditeerd) geauditeerd) | ||
Nettorente-inkomsten | 5 479 | 4 669 |
Verdiende verzekeringspremies vóór herverzekering | 4 119 | 2 975 |
Verzekeringstechnische lasten vóór herverzekering | - 3 541 | - 2 593 |
Nettoresultaat uit afgestane herverzekering | - 44 | - 13 |
Dividendinkomsten | 85 | 45 |
Nettoresultaat uit financiële instrumenten tegen reële waarde met verwerking | - 178 | 420 |
Netto gerealiseerd resultaat uit voor verkoop beschikbare financiële activa | 169 | 181 |
Nettoprovisie-inkomsten | 1 164 | 1 315 |
Overige netto-inkomsten | 56 | 734 |
TOTALE OPBRENGSTEN | 7 310 | 7 733 |
Exploitatiekosten | - 4 344 | - 4 248 |
Bijzondere waardeverminderingen | - 2 123 | - 2 511 |
Aandeel in het resultaat van geassocieerde ondernemingen | - 58 | 2 |
RESULTAAT VÓÓR BELASTINGEN | 786 | 976 |
Belastingen | - 320 | - 362 |
Nettoresultaat na belastingen uit beëindigde bedrijfsactiviteiten | - 419 | 27 |
RESULTAAT NA BELASTINGEN | 47 | 641 |
Toerekenbaar aan belangen van derden | 34 | 29 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | 0 | 0 |
Toerekenbaar aan de aandeelhouders van de moedermaatschappij | 13 | 612 |
waarvan met betrekking tot beëindigde bedrijfsactiviteiten | - 419 | 27 |
Geconsolideerde balans
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de belangrijkste posten uit de geauditeerde balans van KBC Groep voor de boekjaren 31 december 2010 tegenover 31 december 2011 en tegenover de niet-geauditeerde balans voor het boekjaar afgesloten op 31 december 2012:
In miljoenen euro | 31-12-2010 (geauditeerd) | 31-12-2011 (geauditeerd) | 31-12-2012 (niet- geauditeerd) |
Totaal Activa | 320 823 | 285 382 | 256 886 |
Xxxxxxxx en voorschotten aan cliënten | 150 666 | 138 284 | 128 491 |
Exclusief reverse repo's | 141 179 | 136 855 | 126 509 |
Niet-vastrentende effecten | 3 833 | 2 501 | 2 435 |
Beleggingscontracten (verzekeringen) | 7 329 | 7 652 | 11 847 |
Schuldpapier | 85 562 | 62 535 | 64 860 |
Xxxxxxxx’x van cliënten en schuldpapier | 197 870 | 165 226 | 159 632 |
Exclusief repo's | 182 473 | 149 385 | 153 454 |
Risk weighted assets | 132 034 | 126 333 | 102 148 |
Xxxxxx eigen vermogen | 18 674 | 16 772 | 15 961 |
Eigen vermogen van de aandeelhouders | 11 147 | 9 756 | 12 099 |
Niet-stemrechtverlenende kernkapitaaleffecten | 7 000 | 6 500 | 3 500 |
Glossarium van gebruikte ratio’s
Gecombineerde ratio (schadeverzekeringen): [verzekeringstechnische lasten, inclusief interne schaderegelingskosten / verdiende verzekeringspremies] + [bedrijfskosten / geboekte verzekeringspremies] (telkens na herverzekering).
Kosten-inkomstenratio,bankactiviteiten: [exploitatiekosten van de bankactiviteiten] / [totale opbrengsten van de bankactiviteiten].