Cao Toneel en Dans
Xxx Xxxxxx en Dans
1 januari 2022 – 31 december 2023
Kunstenbond
Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxx
T. 0900 – 36 854 36
Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK)
Xxxx Xxxxxxxx 0
0000 XX Xxxxxxxxx
T. 020 – 7517010
E. xxxx@xxxx.xx
W. xxx.xxxx.xx
Ondertekening
Collectieve Arbeidsovereenkomst Toneel en Dans
De ondergetekende partijen, te weten
1. De Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK), gevestigd in Amsterdam, optredend als werkgeversorganisatie
en
2. De Kunstenbond, gevestigd in Amsterdam, optredend als werknemersorganisatie
verklaren dat zij zijn overeengekomen de Collectieve Arbeidsovereenkomst Xxxxxx en Dans voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023, bestaande uit de hierna volgende artikelen 1 tot en met 61 en de daarna volgende bijlagen 1 tot en met 10.
Namens Namens
De Nederlandse Associatie De Kunstenbond voor Podiumkunsten (NAPK)
Xxxxxx Xxxxxxxx Xxxxx Xxxxxxxxx
Directeur Voorzitter
Met dank aan:
Inhoudsopgave
Artikel 1 Definities en afkortingen 7
Artikel 2 Werkingssfeer en karakter van de cao 9
Artikel 4 Tussentijdse wijzigingen 10
Artikel 5 Looptijd en opzegging van de cao 10
Hoofdstuk 2 Het dienstverband 11
Artikel 6 De arbeidsovereenkomst 11
Artikel 8 Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd 11
Artikel 9 Oproepovereenkomsten 12
Artikel 10 Medisch onderzoek voor aanvang van het dienstverband 12
Artikel 11 Medisch onderzoek tijdens dienstverband 13
Artikel 12 Beëindiging van het dienstverband 13
Artikel 13 Referentiefuncties en loongebouw 15
Artikel 14 Inschaling en toepassing loongebouw 15
Artikel 15 Loonontwikkeling 16
Artikel 16 Eindejaarsuitkering 16
Artikel 18 Xxxxxxx tijdens arbeidsongeschiktheid 16
Artikel 19 Salarisbetaling bij overlijden 17
Hoofdstuk 4 Arbeids- en rusttijden 18
Artikel 20 Planning werkzaamheden en dienstroosters 18
Artikel 22 Beschikbaarheid per seizoen 19
Artikel 23 Werkzaamheden op niet geplande tijden 19
Artikel 24 Werkzaamheden in het buitenland 19
Artikel 26 Voorstellingsvrije weken acteurs 20
Artikel 27 Arbeids- en rusttijden in Nederland 20
Hoofdstuk 5 Vrije dagen, vakantie en verlof 22
Artikel 31 Opbouw vakantie tijdens arbeidsongeschiktheid 23
Artikel 32 Buitengewoon verlof 23
Artikel 34 Vergoedingen bij werkzaamheden buiten de standplaats 24
Artikel 35 Medewerking aan publiciteit 24
Preambule
Akkoord Cao Toneel en Dans
Op 24 december 2021 hebben cao-partijen Kunstenbond en NAPK een onderhandelingsakkoord bereikt over de Xxx Xxxxxx en Dans 2022-2023. De cao is afgesloten voor de duur van twee jaar en loopt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023.
Met de nieuwe en aangepaste arbeidsvoorwaarden in deze cao beogen cao-partijen de sector handvatten en kaders te geven voor een werkpraktijk die voldoet aan fair practice.
Naast afspraken over de loonontwikkeling en een verhoogde toeslag voor zzp-tarieven zijn de afspraken over medewerking aan en openbaarmaking van registraties van beeld en/of geluid geactualiseerd.
Nieuwe onderwerpen in deze cao zijn:
- een (tijdelijke) vroegpensioen/RVU-regeling.
- een vergoedingsregeling voor bhv- en preventiemedewerkers.
- een bepaling over het op organisatieniveau aanbieden van een vergoeding voor thuiswerken.
- een richtlijn/advies voor het omgaan met zeer korte contracten.
De afspraken over de Stichting Omscholing Dansers Nederland zijn per 1 januari 2022 vastgelegd in een aparte Cao ODN die is afgesloten voor een periode van vijf jaar. Naar deze cao is een verwijzing opgenomen. De afspraken over het Sociaal Fonds Podiumkunsten (SFPK) zijn al eerder, tijdens de looptijd van de Cao TD 2020- 2021, ondergebracht in een aparte cao. Ook naar deze cao is een verwijzing opgenomen.
Protocollaire afspraken
1. Medewerking aan en openbaarmaking van registraties van beeld en/of geluid
Het artikel Medewerking aan publiciteit en beeld- en geluidsregistraties is ingrijpend herzien en in tweeën gesplitst. Sociale partners zullen tijdens de looptijd van deze cao de ontwikkelingen van livestreams en andere vormen van (digitale) openbaarmaking volgen om te bezien in hoeverre de nieuwe afspraken aansluiten bij de praktijk.
2. Advies omgaan met zeer korte contracten
In de podiumkunsten is een praktijk gegroeid van kortlopende producties waarvoor uitvoerenden dikwijls zeer korte, losse contracten krijgen aangeboden. Omdat in de periodes tussen deze contracten nauwelijks ander werk kan worden ingepland, slagen uitvoerenden er niet in een redelijk inkomen te verdienen; ook komen zij nauwelijks in aanmerking voor secundaire arbeidsvoorwaarden.
Om dit ongewenste effect van de korte projecten in de podiumkunsten tegen te gaan, hebben sociale partners in deze cao een advies opgenomen in de vorm van een richtlijn ‘hoe om te gaan met zeer korte contracten’. Afhankelijk van de ervaringen met het toepassen van de richtlijn in de loop van 2022, zal deze waar nodig nader worden uitgewerkt. Vanaf 1 januari 2023 heeft de richtlijn een bindend karakter.
3. Uitbreiding referentiefuncties
Sociale partners zullen als aanvulling op de bestaande referentiefuncties omschrijvingen (laten) maken voor de volgende functies: figurant/volontair, (koor)zanger, video-/cameramaster, codeerder, (digitaal) archivaris.
4. Herijking loon- en functiegebouw
Sociale partners zullen onderzoeken of en zo ja hoe de inrichting van het loon- en functiegebouw aanpassing behoeft om te blijven aansluiten op nieuwe ontwikkelingen in de praktijk van de podiumkunsten. Het laten verrichten van een benchmark kan hierbij een hulpmiddel zijn.
Hoofdstuk 1 De cao algemeen
Artikel 1 Definities en afkortingen
arbeidsdag | Een dag waarop arbeid wordt verricht conform de geplande dienst (zie definitie dienst). |
arbeidsduur | De arbeidsduur is gebaseerd op 40 uur per week. Door de toekenning van 12 atv- dagen/96 atv-uren per kalenderjaar/seizoen wordt een (gemiddelde) arbeidsduur van 38 uur per week gerealiseerd. |
arbeidstijd | De tijd dat de werknemer onder gezag van de werkgever arbeid verricht (ATW). |
arbeidsovereenkomst | De tussen werkgever en werknemer aangegane overeenkomst als is bedoeld in artikel 7:610 BW. |
atv | Arbeidstijdverkorting van 12 dagen/96 uur per jaar bij een volledig dienstverband (zie definitie arbeidsduur) en bij een deeltijd dienstverband naar rato daarvan. Bij een dienstverband van bijvoorbeeld 0,5 fte worden dus 6 atv-dagen/48 uur toegekend. |
AVG | Algemene Verordening Gegevensbescherming. |
bhv | bedrijfshulpverlening |
bruto uurloon | 1/165 deel van het bruto maandsalaris, gebaseerd op een gemiddelde arbeidsduur van 38 uur per week. |
cabaret | Een literair-muzikale kleinkunstvorm, waarin humor en satire centraal staan en waarin liedjes, sketches en conférences elkaar afwisselen. Cabaret wordt uitgevoerd door (kleine) gezelschappen, ensembles of solistisch optredende cabaretiers. Dit genre valt niet onder de werkingssfeer van deze cao. |
circus | Een diverterende voorstelling waarin artiesten van allerlei aard hun kunsten en (acrobatische) behendigheden vertonen, meestal met muzikale begeleiding en uitgevoerd in een circustent of-gebouw. Dit genre valt niet onder de werkingssfeer van deze cao. |
dagcontract | Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van één dag, in beginsel bedoeld voor uitvoerend podiumkunstenaars die voor een enkele (onvoorziene) voorstellings- en/of repetitiedag worden gecontracteerd. Hierbij kan het gaan om een (extra) repetitie en/of voorstelling die buiten een contract- of speelperiode valt, of om een situatie waarbij een uitvoerende onverwacht voor iemand moet invallen. De beloning voor een dagcontract is 1/20e maandsalaris voor een repetitie van één dagdeel en 1/10e maandsalaris voor een repetitie van meerdere dagdelen en/of een voorstelling. |
dans | Zie toneel en/of dans |
dienst | Een aaneengesloten periode waarin arbeid wordt verricht en die gelegen is tussen twee opeenvolgende onafgebroken rusttijden van ten minste 8 uren (ATW). Een dienst duurt minimaal 4 uur, behalve wanneer de dienst uitsluitend het vooruitreizen naar een speelplek betreft waar de volgende dag met de werkzaamheden wordt begonnen. |
medezeggenschap(s- orgaan) | Vertegenwoordiging van het personeel zoals een ondernemingsraad (OR), personeels- vertegenwoordiging of personeelsvergadering. |
musical | Een muziekdramatisch theaterstuk met zang en dans en gesproken dialogen, meestal begeleid door een orkest of muziekensemble. Ook afkorting van ‘musical comedy”: blijspel mt nummers voor orkest, koor, zangsolisten, dans en sketches in een duidelijke verhaallijn. . Dit genre valt niet onder de werkingssfeer van deze cao. |
muziek | De kunst van het combineren van vocale en/of instrumentale geluiden binnen een bepaalde tijd met als doel om emoties, (religieuze) sferen, ideeën of abstracte klankbeleving over te brengen. Dit genre valt niet onder de werkingssfeer van deze cao. |
nachtdienst | Een dienst waarin tussen 01:00 en 07:00 uur gedurende ten minste één uur werkzaamheden worden verricht in opdracht van de werkgever. Xxxxxxxx vallen niet onder de hier bedoelde werkzaamheden. |
ODN | Stichting Omscholing Dansers Nederland |
opera | Een muziekdramatisch theaterstuk waarin alle teksten gezongen worden en waarin zingend wordt geacteerd, meestal begeleid door muziek uitgevoerd door een orkest of |
muziekensemble. Dit genre valt niet onder de werkingssfeer van deze cao. | |
operette | Een meestal luchtig muziekdramatisch theaterstuk met zang, gesproken dialogen en vaak divertissementen in de vorm van dansscènes, meestal begeleid door muziek uitgevoerd door een orkest of muziekensemble. Voorloper van de musical. Dit genre valt niet onder de werkingssfeer van deze cao. |
overig personeel | Personeel met een doorgaans regelmatig arbeidspatroon op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dat onder standaardbepalingen van de Arbeidstijdenwet (ATW) valt. Hieronder vallen onder andere de secretariële en administratieve bureaufunctionarissen. |
pauze | Een periode van ten minste 15 achtereenvolgende minuten waarmee de arbeid tijdens de dienst wordt onderbroken en waarin de werknemer geen verplichting heeft ten aanzien van de bedongen arbeid (ATW). |
PFZW | Pensioenfonds Zorg en Welzijn |
podiumkunstenaars | (Uitvoerend) podiumkunstenaars van 18 jaar en ouder (dansers, acteurs, musici, zangers etc.). Deze zijn bij wet uitgezonderd van de Arbeidstijdenwet (ATW). |
poppenspel | Een theatervorm waarin spelers als pop zijn vermomd of waarin personages door met de hand bewogen poppen worden voorgesteld. Daartoe worden verschillende soorten poppen gebruikt, zoals handpoppen, wajangpoppen, maar ook marionetten die met draden van bovenaf of met stangen van onderaf gemanipuleerd worden. Dit genre valt niet onder de werkingssfeer van deze cao. |
reistijd | Dienstreistijd in binnen- en/of buitenland, in opdracht van de werkgever en die derhalve meetelt in de 1720 beschikbare uren op jaarbasis. Hieronder valt niet woon-werkverkeer. |
relatiepartner | Xxxxxx met wie de werknemer is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, dan wel degene met wie de werknemer, blijkens een notarieel samenlevingscontract ten minste zes maanden of blijkens een andere voor de werkgever acceptabele bewijsvoering ten minste vijf jaar, een gemeenschappelijke huishouding voert. |
rusttijd | De tijd die geen arbeidstijd is en niet samenvalt met een vrije dag. |
RVU | Regeling voor Vervroegde Uittreding |
salaris | Het, conform de salarisregeling in deze cao, tussen werkgever en werknemer overeengekomen xxxxx xxxxxxxxx, exclusief vakantiebijslag en exclusief vergoedingen en/of toeslagen. |
seizoen | De periode van 1 augustus tot en met 31 juli van het daaropvolgende jaar, dan wel een per werkgever vast te stellen periode van twaalf maanden gerekend vanaf het einde van een zomerreces van enig jaar tot aan het einde van het zomerreces van het daarop volgende jaar. |
SFPK | Stichting Sociaal Fonds Podiumkunsten |
sociale commissie | Paritaire commissie waarvan de leden worden benoemd door sociale partners en die tot taak heeft uitspraak te doen over de interpretatie van cao-bepalingen, advies uit te brengen ingeval van geschillen en te beslissen over dispensatieverzoeken. |
stagiair | Student die op grond van het leerplan van diens opleiding, onder begeleiding van die opleiding en van de werkgever, tijdelijk werkzaam is bij de werkgever. |
standplaats | De plaats(en) waar de werkgever is gevestigd en van waaruit de werknemer diens werkzaamheden verricht. |
toneel en/of dans | Toneel en/of dans in de ruimste zin van het woord, met of zonder muziek en/of tekst, voor alle leeftijds- en publieksgroepen, op podia of op locatie. Xxxxxx en/of dans kan elementen bevatten van andere (podium)kunstdisciplines. Uitgezonderd zijn producties die uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit muziek, opera, operette, musical, cabaret, poppenspel en/of circus. |
vakantiewerker | Scholier of student die tijdens vakanties maximaal acht weken per jaar werkt. |
vrije dag | Een aaneengesloten periode van 24 uur waarin geen arbeid wordt verricht zoals een (weekend)vrije dag, vakantiedag, feestdag, atv-dag. Deze dagen kunnen niet samenvallen, behalve ingeval een feestdag op een weekenddag valt. De vrije dag begint na afloop van de rusttijd na de aan de vrije dag voorafgaande dienst. |
WAZO | Wet arbeid en zorg |
week/werkweek | Een aaneengesloten periode van 7 x 24 uren waarin arbeid wordt verricht conform het opgestelde dienstrooster. |
werkgever | Werkgevers zijn: 1. Elke in Nederland gevestigde rechtspersoon, die: - uitsluitend of in hoofdzaak toneel en/of dans produceert en/of uitvoert, gemeten naar ten minste 50% van de loonsom van de organisatie én die - daartoe op basis van een arbeidsovereenkomst één of meer werknemer(s) in dienst heeft zoals gedefinieerd in deze cao én die - op basis van continuïteit toneel en/of dans produceert, door ten minste één toneel- en/of dansproductie per jaar of per seizoen uit te brengen of te hernemen. Daarbij geldt dat de totale periode waarin deze productie(s) wordt of worden voorbereid, gerepeteerd en/of opgevoerd tenminste 6 maanden duurt. 2. Nationale Opera & Ballet (NO&B), bedrijfsonderdeel Het Nationale Ballet. |
werkgeversorganisatie | Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten (NAPK) |
werknemer | Werknemers zijn degenen die een arbeidsovereenkomst hebben volgens burgerlijk recht met een werkgever zoals gedefinieerd in deze cao. Hiervan zijn uitgezonderd: - de werknemers van NO&B die geen deel uitmaken van het bedrijfsonderdeel Het Nationale Ballet en die op grond van hun arbeidsovereenkomst onder de Cao Nationale Opera & Ballet vallen; - de werknemers die de 15-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt en de werknemers die de pensioengerechtigde leeftijd in de zin van artikel 7a lid 1 van de Algemene Ouderdomswet hebben bereikt; - de werknemers die ingevolge enige beschikking krachtens artikel 2 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 (Stb. 2000, 628) dan wel krachtens artikel 3 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling (Stb. 2005, 526), zoals die beschikking luidt op de datum waarop voor de werknemers van de desbetreffende categorie van instellingen de deelneming in het fonds is verplicht gesteld, reeds verplicht zijn tot deelneming in een ander bedrijfspensioenfonds dan wel in een beroepspensioenregeling, - de werknemers, die een dagopleiding volgen en uitsluitend gedurende hun school- of studievakanties werkzaam zijn voor een periode niet langer dan maximaal 6 weken achtereen en niet meer dan in totaal 60 dagen per kalenderjaar, - de werknemers die zijn aan te merken als directeur grootaandeelhouder in de zin van de Regeling aanwijzing directeur grootaandeelhouder 2016 (in werking getreden per 1 januari 2016, Stcrt.2015,19073. |
werknemersorganisatie | Kunstenbond |
werkzaamheden | De tussen werknemer en werkgever overeengekomen werkzaamheden. |
zzp’er | Zelfstandige zonder personeel die op basis van een opdrachtovereenkomst werkzaamheden verricht. |
Artikel 2 Werkingssfeer en karakter van de cao
1. Deze cao is van toepassing op de arbeidsovereenkomsten tussen werkgevers en werknemers zoals bedoeld in artikel 1. De bepalingen in de cao zijn gebaseerd op een volledig dienstverband. Dat betekent dat ingeval van een deeltijd dienstverband, de cao-bepalingen naar rato moeten worden toegepast, tenzij anders vermeld.
2. Deze cao is een minimum cao. Het staat de individuele werkgever vrij om ten gunste van de (individuele) werknemer afwijkende afspraken te maken.
3. Deze cao brengt geen wijziging in individueel toegekende rechten voor zover die uitstijgen boven de rechten zoals overeengekomen in deze cao en voor zover deze reeds schriftelijk in de individuele arbeidsovereenkomst waren vastgelegd voor de datum van ingang van deze cao.
4. Waar in de cao verwezen wordt naar wet- en/of regelgeving, geldt steeds de meest recent van kracht geworden wet- en regelgeving.
5. De bijlagen 1 tot en met 10 maken deel uit van deze cao.
Artikel 3 Bekendmaking
1. De werkgever informeert de werknemer over de inhoud van de cao door de werknemer (een link naar) de volledige digitale cao en bijlagen te sturen.
2. De werkgever informeert tijdens een sollicitatieprocedure de geselecteerde eindkandidaten over de inhoud van de cao door hen (een link naar) de volledige digitale cao en bijlagen te sturen.
3. Van deze cao is een Engelse vertaling beschikbaar, welke digitaal is te raadplegen. Alleen de Nederlandse tekst heeft rechtskracht.
Artikel 4 Tussentijdse wijzigingen
1. Ingeval van ingrijpende veranderingen in de algemene sociaaleconomische verhoudingen dan wel in het stelsel van sociale voorzieningen, zijn partijen bevoegd ook tijdens de looptijd van deze cao wijzigingen in de hierin opgenomen bepalingen, inclusief de salaris- en de pensioenbepalingen, aan de orde te stellen en overeen te komen.
2. Indien over de in lid 1 genoemde wijzigingen binnen twee maanden, nadat deze bij aangetekend schrijven bij de andere partij bij deze cao aan de orde zijn gesteld, geen overeenstemming wordt bereikt, is de partij welke de wijziging heeft voorgesteld gerechtigd deze cao met een termijn van een maand per aangetekend schrijven op te zeggen.
Artikel 5 Looptijd en opzegging van de cao
1. Deze cao treedt in werking op 1 januari 2022 en loopt tot en met 31 december 2023.
2. Indien geen der partijen uiterlijk drie maanden voor het tijdstip waarop deze overeenkomst eindigt, schriftelijk laat weten dat zij deze wenst te beëindigen, wordt de overeenkomst geacht telkens voor één jaar stilzwijgend te zijn verlengd.
3. Opzegging door een der partijen, geschiedt bij aangetekende brief gericht aan de andere partij.
Hoofdstuk 2 Het dienstverband
Artikel 6 De arbeidsovereenkomst
1. De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan, in tweevoud in het Nederlands opgemaakt en ondertekend door de werkgever en de werknemer. Aan een eventuele vertaling in het Engels of andere taal kunnen geen rechten worden ontleend.
2. Indien de arbeidsovereenkomst in eerste instantie mondeling wordt aangegaan, zal de werkgever dit binnen twee weken schriftelijk bevestigen. In deze schriftelijke bevestiging is tenminste opgenomen de aard van de werkzaamheden, het salaris, de periode waarin de werkzaamheden dienen te worden verricht en het (minimum) aantal te werken uren dan wel fte.
De werkgever biedt de werknemer voor aanvang van de werkzaamheden een schriftelijke arbeids- overeenkomst aan, waarin tenminste het volgende is opgenomen:
a. naam, adres en vestigingsplaats werkgever;
b. persoonsgegevens, adres, woonplaats werknemer;
c. functie werknemer en/of de aard van de werkzaamheden;
d. plaats(en) waar de werkzaamheden worden verricht;
e. datum van indiensttreding;
f. aard (bepaalde of onbepaalde tijd), duur en opzegtermijnen van de arbeidsovereenkomst;
g. proeftijd, indien deze is overeengekomen;
h. omvang dienstverband, in deeltijdpercentage of fte.;
i. aantal vakantiedagen en atv-dagen;
j. hoogte van het salaris (bruto maandloon), inhoudingen daarop, inschaling en datum van uitbetaling;
k. vakantietoeslag 8% en datum van uitbetaling;
l. arbeidsduur per dag/dienst of week;
m. deelname in de pensioenregeling PFZW;
n. bepaling over gebruik van persoonsgegevens conform de AVG;
o. bepaling over omgangsvormen met een verwijzing naar het organisatiebeleid op dit gebied;
p. akkoordverklaring met van toepassing zijnde cao(‘s) en eventuele gezelschapsreglement(en).
Artikel 7 Proeftijd
1. Een afspraak over proeftijd moet in alle gevallen schriftelijk in de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemer worden opgenomen, anders is de afspraak niet geldig.
2. In een arbeidsovereenkomst voor een periode van zes maanden of korter kan geen proeftijd worden afgesproken.
3. In een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor een periode langer dan zes maanden, alsmede voor onbepaalde tijd kan een proeftijd van maximaal twee maanden worden afgesproken.
Artikel 8 Arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd
1. De artistieke (steun-)functies van acteur, danser, balletmeester, repetitor, regisseur, scenograaf, ontwerper (licht, geluid, video), componist, musicus/zanger, choreograaf, kinderbegeleider en dramaturg, alsmede de productie- en voorstellingsgebonden functies van productieleider, productiemedewerker, theatertechnicus (inspiciënt), boven-/ondertitelaar, souffleur, figurant, kleed-, kap-, grime- en decormedewerker, tourneebegeleider, educatiemedewerker en alle bij voornoemde functies horende assistenten, zijn bij ministeriële regeling uitgezonderd van de wettelijke ketenbepaling. Voor deze functies geldt dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat indien tussen werkgever en werknemer meer dan 15 arbeidsovereenkomsten zijn afgesloten en/of als meerdere arbeidsovereenkomsten gezamenlijk de duur van 48 maanden overschrijden. Om deze keten van arbeidsovereenkomsten te doorbreken dient er een tussenpoos van meer dan 3 maanden te zijn.
2. Voor alle andere, niet in lid 1 van dit artikel genoemde functies, geldt de wettelijke ketenbepaling. Dit betekent dat er een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat indien tussen werkgever en werknemer meer dan 3 arbeidsovereenkomsten zijn afgesloten en/of als meerdere arbeidsovereen- komsten gezamenlijk de duur van 36 maanden overschrijden. Om deze keten van arbeids- overeenkomsten te doorbreken dient er een tussenpoos van meer dan 6 maanden te zijn.
3. Ingeval de repetitie- en/of speeldata van een productie geen aaneengesloten contractperiode vormen en de werkzaamheden plaatsvinden op losse dagen en/of in clusters van enkele dagen waartussen gedurende langere periodes leegloop ontstaat, zal de werkgever de werknemer met een voorstellingsgebonden functie ter compensatie van deze leegloop week- dan wel maandcontracten aanbieden met een hogere deeltijdfactor dan het equivalent van de werkelijke arbeidsomvang. Deze bepaling geldt van 1 januari tot en met 31 december 2022 als advies; vanaf 1 januari 2023 heeft deze bepaling een bindend karakter. Zie bijlage 3 voor nadere toelichting en een richtlijn.
Artikel 9 Oproepovereenkomsten
1. De werkgever zal zo mogelijk de werknemer ten minste vier dagen van tevoren oproepen. Indien nodig kan deze oproeptermijn worden verkort tot ten minste 24 uur van tevoren. De werknemer is niet verplicht om aan een oproep gehoor te geven.
2. Indien een oproep minder dan 48 uur van tevoren wordt ingetrokken, behoudt de werknemer recht op 50% loon over de periode van de oproep. Indien een oproep minder dan 24 uur van tevoren wordt ingetrokken, behoudt de werknemer recht op 100% loon over de periode van de oproep.
3. Nadat een oproepovereenkomst een jaar heeft geduurd, moet de werkgever de werknemer een arbeidsovereenkomst aanbieden voor het gemiddeld aantal uur dat de werknemer in het voorafgaande jaar gewerkt heeft.
4. De minimale duur van een oproep bedraagt drie uur.
Artikel 10 Medisch onderzoek voor aanvang van het dienstverband
1. Een medisch onderzoek of aanstellingskeuring kan uitsluitend deel uitmaken van de aanstellings- procedure indien voor een functie specifieke medische eisen gelden, bijvoorbeeld voor de functies van dansers en technici. De keuring dient zich tot de specifieke functiegerichte medische eisen te beperken.
De werkgever kan voor dergelijke functies aan te stellen werknemers verplichten mee te werken aan een functiegericht aanstellingsonderzoek. In dat geval zijn de leden 2 tot en met 6 van dit artikel van toepassing.
2. a. De arbeidsovereenkomst wordt geacht niet te zijn aangegaan dan nadat uit een verklaring van een geneeskundige, door of namens de werkgever aan te wijzen, is gebleken dat de aan te stellen werknemer in medisch opzicht, blijkend uit een functiegericht aanstellingsonderzoek, geschikt is voor de te verrichten werkzaamheden.
b. Dit functiegerichte aanstellingsonderzoek zal plaatsvinden voor het beoogde tijdstip van indienst- treding. De uitslag van het onderzoek zal binnen 14 dagen na vaststelling daarvan aan betrokkene worden medegedeeld.
3. De kosten van het onderzoek als bedoeld in lid 1 komen ten laste van de werkgever. Onder kosten worden tevens de binnenlandse reis- en verblijfskosten van de werknemer verstaan. De verblijfskosten worden vergoed overeenkomstig de in deze cao opgenomen verblijfskostenregeling.
4. De in dienst te nemen werknemer kan binnen 14 dagen na ontvangst van de uitslag van het onderzoek als bedoeld in lid 1 een verzoek tot een tweede functiegericht aanstellingsonderzoek indienen. De werkgever is verplicht dit verzoek te honoreren.
De kosten van dit tweede onderzoek komen ten laste van de werkgever. De geneeskundige van dit tweede onderzoek wordt door of namens de werkgever in overleg met de werknemer aangewezen en
zal een andere geneeskundige zijn dan degene die het eerste aanstellingsonderzoek heeft verricht. De uitslag van dit tweede onderzoek is bindend.
5. In afwijking van het bepaalde in lid 2 van dit artikel kan de werkgever met de werknemer in bijzondere gevallen een arbeidsovereenkomst aangaan, indien de werknemer medisch niet is goedgekeurd.
6. Het gestelde in de voorgaande leden is niet van toepassing op de werknemer, waarmee ten gevolge van fusie of wijziging van de privaatrechtelijke status van de werkgever opnieuw een arbeidsover- eenkomst wordt aangegaan.
Artikel 11 Medisch onderzoek tijdens dienstverband
1. De werknemer is verplicht mee te werken aan een medisch onderzoek, wanneer de werkgever van oordeel is dat de lichamelijke of geestelijke toestand van de werknemer een beletsel vormt of kan gaan vormen om diens werkzaamheden naar behoren te (blijven) verrichten. De uitslag van dit onderzoek zal binnen 14 dagen na vaststelling daarvan aan betrokkene worden meegedeeld.
2. Onverminderd het gestelde in lid 1 geldt voor de werknemer die bij de uitoefening van het dienstverband zwaar lichamelijk werk verricht, de verplichting om op initiatief van de werkgever mee te werken aan een periodieke keuring op eventuele medische bezwaren tegen het blijven verrichten van de werkzaamheden. De werkgever bepaalt voor welke werknemers deze keuringsverplichting bestaat, met dien verstande dat deze in ieder geval geldt ten aanzien van werknemers die als danser of als technicus in dienst zijn. De frequentie van de periodieke keuring wordt per gezelschap vastge- steld.
3. De werkgever kan tevens een preventief medisch onderzoek (PMO) aanbieden, waaraan de werknemer op vrijwillige basis kan deelnemen. De resultaten van het PMO worden niet aan de werkgever bekend gemaakt, tenzij de werknemer er zelf voor kiest om deze met de werkgever te bespreken.
Artikel 12 Beëindiging van het dienstverband
1. Het dienstverband eindigt:
a. tijdens of aan het eind van de proeftijd op verzoek van werkgever of werknemer;
b. met wederzijds goedvinden op het door werkgever en werknemer overeengekomen tijdstip;
c. van rechtswege op de einddatum van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Bij arbeids- overeenkomsten voor bepaalde tijd van zes maanden of langer geldt een schriftelijke aanzegplicht;
x. door opzegging door werkgever of werknemer met inachtneming van lid 3 en 4 van dit artikel;
e. op de dag waarop de werknemer de wettelijke AOW-gerechtigde leeftijd bereikt;
x. door overlijden van de werknemer;
g. door ontslag op staande voet wegens dringende reden voor werkgever of werknemer volgens de wettelijke bepalingen;
x. door ontbinding door de rechter op verzoek van werkgever of werknemer op grond van de wettelijke bepalingen.
2. Na een periode waarin de werknemer ten minste 24 maanden arbeidsongeschikt was, kan de werkgever ontslag aanvragen wegens arbeidsongeschiktheid.
3. De wijze en het tijdstip van opzeggen
a. Opzegging dient schriftelijk en onder opgave van redenen te geschieden.
b. De opzegging dient zodanig te geschieden dat het einde van de dienstbetrekking samenvalt met het einde van een kalendermaand.
c. Eventuele aanvullende bepalingen hieromtrent in de individuele arbeidsovereenkomst of het gezelschapsreglement zijn van toepassing.
4. De opzegtermijn
Voor contracten voor onbepaalde tijd geldt dat in afwijking van artikel 7:672 lid 2 en lid 3 BW zowel door de werkgever als door de werknemer een opzegtermijn van ten minste twee maanden in acht wordt genomen.
Hoofdstuk 3 Salariëring
Artikel 13 Referentiefuncties en loongebouw
1. Het functie- en loongebouw – zie de betreffende bijlagen in deze cao - bestaat uit de volgende onderdelen:
- Functieraster met een gelimiteerd aantal referentiefuncties
- Functieomschrijvingen van de referentiefuncties
- Overzicht van veel voorkomende functies
- Loongebouw met loonschalen
Referentiefuncties zijn voorbeeldfuncties waarin een bepaalde functie-inhoud en -zwaarte worden gekoppeld aan een bepaald salarisniveau. De referentiefuncties zijn géén normfuncties. Dat wil zeggen dat hiervan zal worden afgeweken wanneer de werkgever de functie anders invult en hier andere eisen aan stelt, waardoor de functie lichter of zwaarder is dan de referentiefunctie.
Voor functies die afwijken van de referentiefuncties, wordt door de werkgever op basis van vergelijking met referentiefunctie(s), een passende omschrijving gemaakt. Op basis hiervan kan de functie vervolgens hoger of lager worden ingeschaald dan de referentiefunctie(s).
Functies die qua zwaarte, inhoud en resultaatverwachtingen precies overeenkomen met een referentiefunctie, worden ingeschaald conform de indeling in het functieraster in de cao.
De werkgever zorgt voor passende, resultaatgerichte functieomschrijvingen voor alle werknemers.
2. Indien een werknemer van mening is dat diens functie niet (meer) juist beschreven en/of is ingedeeld, kan de werknemer daartegen bezwaar maken. Het bezwaar wordt afgehandeld volgens de binnen de organisatie daarvoor geldende procedure. Indien de interne afhandeling niet leidt tot overeenstemming, kan de zaak worden voorgelegd aan de Sociale Commissie Toneel en Dans met inachtneming van de daarvoor geldende procedure opgenomen als bijlage in deze cao.
Artikel 14 Inschaling en toepassing loongebouw
1. Inschaling
De salarisschalen zijn onderverdeeld in tredes of salarisstappen. Deze stappen zijn een indicatie voor de ontwikkeling in een functie bij goed functioneren. Als richtlijn geldt dat één indicatieve salarisstap overeenkomt met één jaar ervaring en ontwikkeling in een functie. In beginsel telt een ervaringsjaar mee als de werknemer aannemelijk in het voorafgaande (kalender)jaar ten minste acht maanden in een zelfde of gelijkwaardige functie te hebben gewerkt. Het moment van toekenning van salarisstappen verschilt per gezelschap; de werknemer die wisselt van werkgever kan als gevolg daarvan geen aanspraak maken op meer dan een salarisstap per (kalender)jaar.
2. Toekenning salarisstappen
Bij goed functioneren heeft de werknemer recht op jaarlijks één salarisstap tot het maximum van de schaal is bereikt. Bij bijzonder goed presteren en/of in bijzondere omstandigheden kan de werkgever meer dan één salarisstap aan de werknemer toekennen. De stappen worden toegekend op basis van functionerings- en/of beoordelingsgesprekken, waarvan schriftelijke verslagen worden gemaakt.
Bij onvoldoende functioneren, waar de werknemer op gewezen is, of bij onvoldoende gelegenheid tot beoordelen als gevolg van verlof of arbeidsongeschiktheid van zes maanden of langer, kan de werkgever besluiten geen salarisstap toe te kennen.
Indien er geen functionerings- of beoordelingsbeleid is, krijgt de werknemer één salarisstap per jaar tot het maximum van de schaal is bereikt.
3. Inschaling gecombineerde functies
Xxxxxxx een werknemer verschillende functies combineert, waarvan de inschaling verschilt, wordt het salaris gevormd door de som van de deeltijdsalarissen van de betreffende functies. Indien tijdelijk voor een beperkt aantal uur een hoger ingeschaalde functie wordt vervuld, kan ook worden gekozen voor het tijdelijk verhogen van het bruto maandsalaris met een passende toeslag gelijk aan bijvoorbeeld twee salarisstappen.
4. Inschaling in een hogere schaal
Bij functieverandering of -verzwaring en als gevolg daarvan indeling in een hogere salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
5. Honorering zzp’ers
Indien een zzp’er wordt ingezet voor een onder deze cao vallende functie in verband met incidenteel voorkomende werkzaamheden en/of werkzaamheden voor zeer korte duur /of werkzaamheden waarvoor bijzondere competenties zijn vereist en waarbij de werksituatie (nagenoeg) gelijk is aan die van een werknemer, vormt het functie- en loongebouw in deze cao de basis voor de honorering. Dat betekent dat het (uur)tarief dat wordt afgesproken minimaal overeenkomt met het bij de functie horende salarisniveau, verhoogd met ten minste 50%.
Artikel 15 Loonontwikkeling
1. De volgende algemene structurele loonverhogingen worden toegekend:
- 2,5% per 1 januari 2022
- 2,5% per 1 januari 2023
2. De dansersschaal VID alsmede het loongebouw dansers van NO&B worden per 1 januari 2022, tegelijkertijd met bovengenoemde verhoging van 2,5%, structureel verhoogd met 0,82%. Deze extra verhoging dient ter compensatie van de verhoogde ODN-premie. Hiermee bedraagt de volledige loonsverhoging per 1 januari 2022 voor de genoemde dansersschalen 3,32%.
Artikel 16 Eindejaarsuitkering
1. Naast het reguliere salaris heeft de werknemer recht op een uitkering van € 400 bruto per jaar bij een volledig dienstverband. Bij deeltijddienstverbanden en dienstperioden korter dan 12 maanden geldt een bedrag naar rato.
2. De uitkering wordt in één termijn uitgekeerd, tegelijk met het salaris over de maand december over de voorafgaande twaalf maanden of, indien de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer eerder in het betreffende jaar eindigt, bij de laatste salarisbetaling.
3. De werknemer kan ervoor kiezen om de eindejaarsuitkering in te ruilen voor drie extra vakantiedagen (zie ook het hoofdstuk Vrije dagen, vakantie en verlof) bij een volledig dienstverband. Bij deeltijddienstverbanden en dienstperioden korter dan 12 maanden geldt dit naar rato. Deze extra vakantiedagen worden opgenomen in overleg met de werkgever.
Artikel 17 Vakantietoeslag
1. De werknemer heeft recht op vakantietoeslag voor iedere kalendermaand of deel van die maand waarin de werknemer in dienst is. Deze vakantietoeslag bedraagt 8% over het per kalendermaand genoten salaris.
Conform de Wet op het Minimum Loon (WML) geldt de waarborg dat de som van het loon (inclusief overwerk) en vakantiebijslag, ten minste 108% van het minimumloon moet zijn.
2. De vakantietoeslag wordt uitgekeerd over een tijdvak van 12 maanden, gerekend vanaf de maand juni van het voorafgaande kalenderjaar.
3. De werkgever zal de vakantietoeslag uiterlijk op 31 mei van het betreffende kalenderjaar aan de werknemer voldoen.
Artikel 18 Xxxxxxx tijdens arbeidsongeschiktheid
1. Naast de wettelijke verplichtingen in artikel 7:629 BW geldt voor zowel werknemer als werkgever de Regeling beleidsregels beoordelingskader poortwachter.
2. De werknemer die arbeidsongeschikt is als gevolg van ziekte, zwangerschap of bevalling en op wie de in artikel 7:629 BW genoemde uitsluitings- en opschortingsgronden niet van toepassing zijn, heeft recht op loondoorbetaling volgens onderstaande fasering. Hierbij geldt dat gedurende de eerste 52 weken tenminste het wettelijk minimumloon, naar rato van de omvang van het dienstverband, moet worden betaald.
- 100% in weken 1-26
- 90% in weken 27-52
- 80% in weken 53-78
- 70% in weken 79–104
3. In aanvulling op het bepaalde in lid 1 en 2 van dit artikel geldt, dat de werknemer die als gevolg van ziekte, zwangerschap of bevalling arbeidsongeschikt is en daarbij aan één van onderstaande voorwaarden voldoet, maximaal gedurende 104 weken – gerekend vanaf de eerste ziektedag - recht heeft op 100% loondoorbetaling. Het gaat hierbij om de arbeidsongeschikte werknemer die:
- volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is en recht heeft op een IVA-uitkering; of
- in het kader van een reïntegratietraject voor minimaal 40% van het dienstverband werkzaam is in de eigen dan wel in een andere passende functie, al dan niet op arbeidstherapeutische basis; of
- in het kader van een reïntegratietraject (om)scholing volgt of anderszins is begonnen in een passende functie bij de eigen of een andere werkgever.
4. Indien een werknemer in verband met diens gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid een andere functie uitoefent, al dan niet bij dezelfde werkgever, op grond waarvan de werknemer inkomsten uit arbeid of bedrijf verwerft, worden deze inkomsten voor zover ze het 100%-inkomstenniveau bij de werkgever overschrijden in mindering gebracht op de salarisdoorbetaling.
5. De in lid 2 en 3 bedoelde loondoorbetaling wordt beëindigd wanneer de arbeidsovereenkomst met de werknemer eindigt of wanneer de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Artikel 19 Salarisbetaling bij overlijden
1. Na het overlijden van de werknemer wordt, naast de uitbetaling van het salaris tot en met de laatste dag van de maand waarin het overlijden plaatsvond, een uitkering ineens van twee maandsalarissen toegekend aan de nagelaten betrekkingen van de werknemer conform 7:674 BW. Bij het ontbreken daarvan kan de uitkering worden uitbetaald aan degenen die daarvoor naar het oordeel van de werkgever naar billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt/komen.
2. De overlijdensuitkering, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt verminderd met het bedrag van de uitkering die krachtens een ziekte- of arbeidsongeschiktheidsverzekering toekomt aan de nagelaten betrekkingen van werknemer zoals bedoeld in lid 1.
Hoofdstuk 4 Arbeids- en rusttijden
Deel 4.1 De in dit eerste deel opgenomen bepalingen gelden, voor zover relevant, voor alle personeelsgroepen: podiumkunstenaars, voorstellingsgebonden en overig personeel.
Onder overig personeel vallen alle werknemers die niet vallen onder de groepen podiumkunstenaars en/of voorstellingsgebonden personeel en die doorgaans een regelmatig arbeidspatroon kennen op de dagen van maandag tot en met vrijdag. Deze werknemers vallen onder de standaardbepalingen van de ATW. Per instelling maken werkgevers binnen de grenzen van deze wet nadere afspraken met hun werknemers.
De werkgever zorgt voor een zo evenwichtig mogelijk arbeids- en rusttijdenbeleid in samenhang met het wettelijk vereiste arbeidsomstandighedenbeleid en waar mogelijk rekening houdend met persoonlijke omstandigheden en wensen van werknemers. Als die niet in overeenstemming zijn met het organisatiebelang, prevaleert het organisatiebelang.
Artikel 20 Planning werkzaamheden en dienstroosters
1. Het kalenderjaar- of seizoensrooster wordt na overleg met het medezeggenschapsorgaan zo veel mogelijk voor of aan het begin van het kalenderjaar of seizoen vastgesteld. Activiteiten die niet vooraf kunnen worden gepland, worden ten minste één week van te voren aangegeven, calamiteiten uitgezonderd.
2. De werkgever stelt de werknemer uiterlijk 12 dagen voorafgaande aan de werkweek op de hoogte van (de bijzonderheden van) de werkzaamheden voor die werkweek.
3. De data van voorstellingen worden vier weken van tevoren schriftelijk bekend gemaakt. In overleg met het medezeggenschapsorgaan kan hiervan bij onvoorziene omstandigheden worden afgeweken.
4. Ten aanzien van werknemers met een arbeidsomvang van minder dan 60% van een volledig dienstverband, is de werkgever verplicht om uiterlijk zes weken van te voren aan te geven op welke (optionele) dagen en tijden de werknemer beschikbaar dient te zijn. Op basis hiervan kan de werknemer verplichtingen aangaan voor het verrichten van werkzaamheden voor derden.
Artikel 21 Pauzeregeling
1. Indien de arbeidstijd langer is dan 5,5 uur wordt deze onderbroken door een pauze van tenminste een half uur of tweemaal 15 minuten.
Indien de arbeidstijd langer is dan 10 uur wordt deze onderbroken door een pauze van ten minste 45 minuten, of drie maal 15 minuten.
2. De werknemer heeft recht op een lunchpauze van tenminste een half uur als de arbeidstijd langer is dan 5,5 uur, is aangevangen vóór 12.00 uur en eindigt na 14.00 uur.
3. De werknemer heeft recht op een dinerpauze als de arbeidstijd langer is dan 5,5 uur, is aangevangen vóór 16.00 uur en eindigt na 19.30 uur. De duur van de dinerpauze is ten minste:
- 1 uur bij werkzaamheden in de standplaats indien op de werklocatie kan worden gegeten;
- 1,5 uur bij werkzaamheden in de standplaats indien niet op de werklocatie kan worden gegeten;
- 1,5 uur bij werkzaamheden buiten de standplaats indien op de werklocatie kan worden gegeten;
- 2 uur bij werkzaamheden buiten de standplaats indien niet op de werklocatie kan worden gegeten.
4. Pauzes van een half uur of langer worden niet gerekend tot de arbeidstijd.
5. De werkgever kan met instemming van het medezeggenschapsorgaan een aangepaste pauzeregeling treffen. In dat geval worden de pauzes gerekend tot de arbeidstijd.
Artikel 22 Beschikbaarheid per seizoen
1. De werkgever kan van de werknemer per kalenderjaar/seizoen 1720 uur beschikbaarheid vragen. Bij de berekening van deze beschikbaarheid zijn alle binnenlandse- en buitenlandse reisuren van werk naar werkadres inbegrepen.
Het aantal arbeidsdagen per jaar bedraagt standaard maximaal 215. Met instemming van het medezeggenschapsorgaan kan dit aantal worden uitgebreid tot maximaal 221, door van de 12 atv- dagen er maximaal 6 op te splitsen in halve atv-dagen.
Dagen en urenoverzicht op jaarbasis | dagen | uren |
Aantal dagen en uren per jaar (1 dag = 8 uur) | 365 | 2920 |
Wettelijke vakantiedagen | -20 | - 160 |
Bovenwettelijke vakantiedagen | -7 | -56 |
Feestdagen (gemiddeld) | -7 | -56 |
Weekend of -vervangende vrije dagen | -104 | -832 |
Xxxxxxxx aantal arbeidsdagen/-uren zonder atv | 227 | 1816 |
Atv-dagen, standaard | -12 | -96 |
Maximum aantal arbeidsdagen/-uren, na aftrek atv | 215 | 1720 |
Optie met instemming OR: Atv opgedeeld in ten minste 6 hele dagen | -6 | -48 |
en maximaal 12 halve dagen | -12 | -48 |
Maximum aantal arbeidsdagen/-uren, na aftrek van 6 hele en 12 halve atv-dagen | 221 | 1720 |
2. Ingeval van activiteiten die niet vooraf konden worden gepland (bijvoorbeeld ingeval van reprises), kan met instemming van de individuele werknemer de arbeidsduur worden uitgebreid met 200 uur tot maximaal 1920 uur per jaar. Voor dansers geldt dat met instemming van de individuele werknemer de arbeidsduur kan worden uitgebreid met 80 uur tot maximaal 1800 uur per jaar.
Werkgever en individuele werknemer komen overeen de meer-uren te compenseren in tijd of in geld, op basis van het bruto uurloon zoals gedefinieerd in deze cao. Behoudens calamiteiten is de werknemer niet verplicht om meer-uren te werken.
Artikel 23 Werkzaamheden op niet geplande tijden
De werkgever kan de werknemer verzoeken werkzaamheden te verrichten buiten de geplande tijden. De werknemer is hiertoe niet verplicht tenzij dit is overeengekomen in de individuele schriftelijke arbeidsovereenkomst en behoudens calamiteiten. Werkuren buiten de geplande tijden worden zo spoedig mogelijk gecompenseerd in tijd, dan wel met onderlinge instemming van werkgever en werknemer opgespaard en op een later moment toegekend.
Artikel 24 Werkzaamheden in het buitenland
1. De werkgever geeft tijdig aan welke tournees ondernomen zullen worden. Wanneer tournees langer dan 15 dagen duren zal de werkgever ruim van tevoren alle relevante informatie aan het medezeggen- schapsorgaan verstrekken.
2. De werkgever kan alleen met instemming van het medezeggenschapsorgaan afwijkende afspraken maken over de toekenning van vrije dagen, rusttijden, pauzes en atv-dagen in verband met een buitenlandse tournee. Deze afspraken mogen materieel gemiddeld niet slechter zijn dan de regelingen in deze cao.
Deel 4.2 Arbeids- en rusttijden van podiumkunstenaars
Dit tweede deel van hoofdstuk 4 geldt voor podiumkunstenaars van 18 jaar en ouder (dansers, acteurs, musici, zangers etc.). Deze zijn, zoals aangegeven in de wet zelf, uitgezonderd van de arbeids- en rusttijdenbepalingen van de arbeidstijdenwet (ATW). Voor genoemde podiumkunstenaars geldt
voorstellingstijd als arbeidstijd. Daarnaast wordt in acht genomen dat in beginsel op zondagen geen lessen of repetities worden gepland.
Artikel 25 Rusttijden
1. Dagelijkse rusttijden
a. De werknemer heeft recht op een onafgebroken rusttijd van ten minste 11 uren in elke aaneengesloten periode van 24 uren. Deze rusttijd wordt gerekend vanaf het einde van een dienst dan wel - indien deze buiten de standplaats werd verricht - vanaf het tijdstip van terugkomst in de standplaats. Voor dansers geldt dat deze onafgebroken rusttijd in de regel meer zal zijn dan 11 uur, een en ander conform de hierover gemaakte afspraken in het gezelschapsreglement.
b. In geval van een generale repetitie mag de rusttijd maximaal twee keer per seizoen worden teruggebracht naar ten minste 8 uur met instemming van het medezeggenschapsorgaan. In afwijking hiervan geldt ten aanzien van dansers dat de rusttijd maximaal twee keer per seizoen mag worden teruggebracht naar ten minste 10 uur met instemming van het medezeggenschapsorgaan.
c. Tussen het einde van de middag werkzaamheden en het begin van de avondwerkzaamheden geldt voor dansers een rusttijd van ten minste 2 uur.
2. Wekelijkse rusttijden
De werknemer heeft recht op een onafgebroken wekelijkse rusttijd van ten minste 36 uren in elke aaneengesloten periode van 7 x 24 uur. In afwijking hiervan kan met instemming van het medezeggenschapsorgaan worden gekozen voor een onafgebroken rust van ten minste 60 uur in elke aaneengesloten periode van 12 x 24 uur. Deze afwijkingsmogelijkheid geldt niet ten aanzien van dansers.
Artikel 26 Voorstellingsvrije weken acteurs
Een acteur die in twee opeenvolgende producties grote rollen vervult heeft tussen de laatste voorstelling van de vorige productie en de generale repetitie van de volgende productie een periode van ten minste twee voorstellingsvrije weken.
Deel 4.3 Arbeids- en rusttijden van voorstellingsgebonden personeel
De bepalingen in dit derde deel van hoofdstuk 4 zijn gebaseerd op het zowel het arbeidstijdenbesluit (ATB, paragraaf podiumkunsten) als de arbeidstijdenwet (ATW). Tot het voorstellingsgebonden personeel behoren in de regel technici/inspiciënten, repetitoren, regisseurs en regieassistenten, balletmeesters, souffleurs, productieleiders en –medewerkers, educatiemedewerkers, tournee- begeleiders, kleed-, kap-, grime- en decormedewerkers.
Artikel 27 Arbeids- en rusttijden in Nederland
Algemeen
Bij werkzaamheden buiten de standplaats in Nederland begint de dienst bij aanvang van de werkzaamheden in de speelplaats en eindigt bij terugkomst in de standplaats, dan wel - indien niet in de standplaats wordt teruggekeerd - in de plaats van de overnachting.
De rusttijden worden zodanig toegekend dat er altijd ten minste 8 uur rusttijd zal zijn tussen het tijdstip van terugkomst in de standplaats of aankomst in de overnachtingsaccommodatie en het tijdstip van vertrek uit de standplaats of de overnachtingsaccommodatie de volgende dag.
1. Dagelijkse arbeids- en rusttijden
a. De werkgever organiseert de arbeid zodanig dat de werknemer:
- ten hoogste 12 uren arbeid per dienst verricht gevolgd door een onafgebroken rusttijd van ten minste 11 uren waarbij maximaal 10 maal per jaar de rusttijd 4 maal per periode van 4 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren, ofwel
- met instemming van het medezeggenschapsorgaan ten hoogste 14 uren arbeid per dienst verricht, mits na die dienst een onafgebroken rusttijd volgt van ten minste 24 uren. Dit mag maximaal 26 maal per aaneengesloten periode van 52 weken worden toegepast, ofwel
- met instemming van het medezeggenschapsorgaan een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 11 uren in een aaneengesloten periode van 24 uur waarbij de rusttijd ten hoogste 117 maal in elke periode van 52 aaneengesloten weken mag worden ingekort tot ten minste 8 uren. De dienst mag in dit geval ten hoogste 16 uren omvatten, inclusief pauzes en reistijd. Aansluitend op een daarop volgende (nacht)dienst van ten hoogste 12 uren volgt een onafgebroken rusttijd van ten minste 24 uren.
b. De werkgever organiseert de arbeid voorts zodanig dat de werknemer ten hoogste 12 uur arbeid per (nacht)dienst verricht die na 02:00 uur eindigt, gevolgd door een onafgebroken rusttijd van ten minste 14 uren. Deze rusttijd mag eenmaal per aaneengesloten periode van 7 x 24 uren worden ingekort tot ten minste 8 uren met een maximum van 10 maal per jaar.
2. Wekelijkse arbeids- en rusttijden
a. De werknemer zal in iedere aaneengesloten periode van 7 x 24 uur ten hoogste 65 uren arbeid verrichten. Gedurende twee weken voorafgaande aan een première mag de werknemer ten hoogste 72 uren per week arbeid verrichten.
b. De werknemer zal per aaneengesloten periode van 4 weken gemiddeld niet meer dan 50 uren per week werken. De werknemer zal per aaneengesloten periode van 13 weken ten hoogste 45 uren per week werken en per aaneengesloten periode van 52 weken gemiddeld 38 uren per week.
c. De werknemer heeft in elke aaneengesloten periode van 7 x 24 uur recht op een onafgebroken rusttijd van ten minste 36 uren. In afwijking hiervan kan met instemming van het medezeggenschapsorgaan worden gekozen voor een onafgebroken rust van ten minste 60 uur in elke aaneengesloten periode van 12 x 24 uur.
3. Arbeids- en rusttijden in het buitenland
a. Bij voorstellingen in het buitenland worden de in deze cao opgenomen arbeidstijden in acht genomen, tenzij door acute en onvoorziene omstandigheden de noodzaak ontstaat om daarvan af te wijken. Van deze noodzaak wordt melding gemaakt aan het medezeggenschapsorgaan.
b. Bij werkzaamheden op speelplaatsen in het buitenland geldt de reistijd naar de speelplaats en terug als arbeidstijd.
c. Xxxxxxx van vluchten waarbij tijdzones met meer dan vier uren worden overschreden, worden na aankomst ten minste 24 uren rusttijd ingepland om te acclimatiseren, alvorens met de werkzaamheden zal worden gestart. Indien noodzakelijk kan hiervan in overleg met het medezeggenschapsorgaan worden afgeweken.
4. Arbeidstijden bij overnachtingen
a. Bij werkzaamheden buiten de standplaats waarna wordt overnacht, eindigt de arbeidstijd bij aankomst in de overnachtingsaccommodatie en begint de volgende dag bij vertrek uit de overnachtingsaccommodatie. Ingeval de werknemer ervoor kiest om later dan strikt noodzakelijk in de plaats van overnachting aan te komen is het tijdstip waarop de werknemer hier had kunnen zijn bepalend voor het eindtijdstip van de arbeidstijd.
b. Indien er meerdere voorstellingen in serie op een zelfde speelplaats worden gespeeld waar wordt overnacht, dan wordt voor de tweede en daarop volgende dag(en) een forfaitaire arbeidstijd van 8 uur gerekend, of het feitelijke aantal uren als dat er meer dan 8 zijn.
Hoofdstuk 5 Vrije dagen, vakantie en verlof
Algemeen
De werknemer heeft jaarlijks, bij een volledig dienstverband, recht op ten minste 104 weekenddagen of compensatie daarvan, 27 vakantiedagen, twaalf atv-dagen en maximaal zeven nationale feestdagen voor zover deze op een arbeidsdag vallen. (Zie het artikel Feestdagen).
Artikel 28 Vrije dagen
1. Per aaneengesloten periode van 13 weken worden minimaal 18 vrije dagen gepland, waarvan ten minste vijf maal 2 dagen aaneengesloten worden toegekend.
2. De werknemer heeft recht op ten minste 13 vrije zondagen per jaar (periode van 52 weken).
3. De werknemer heeft recht op ten minste 8 voorstellingsvrije dagen per maand waarvan er tenminste 6 volledig vrij (dus ook zonder repetitie) zijn.
Artikel 29 Feestdagen
Als nationale, vrije feestdagen gelden eerste en tweede kerstdag, nieuwjaarsdag, eerste en tweede paasdag, eerste en tweede pinksterdag, Hemelvaartsdag, Koningsdag en eens in de vijf jaar - in lustrumjaren - 5 mei. De werknemer die tijdens een feestdag moet werken, krijgt deze dag als bijzondere vrije dag gecompenseerd op een datum die in overleg wordt vastgesteld.
De werknemer kan de werkgever verzoeken om (een van) bovengenoemde dagen in te wisselen voor feest- en gedenkdagen die horen bij levensovertuiging van de werknemer. De werkgever zal hier in beginsel mee instemmen, mits inpasbaar in de werkroosters en het speelplan van het gezelschap.
Artikel 30 Vakantie en atv
1. De werknemer heeft jaarlijks, bij een volledig dienstverband, recht op 27 vakantiedagen en 12 atv- dagen. Met instemming van het medezeggenschapsorgaan kunnen maximaal 6 van deze 12 atv- dagen in halve dagen worden toegekend. De werkgever stelt de werknemer in de gelegenheid om, met inachtneming van de overige bepalingen in dit artikel, de vakantie- en atv-dagen op te nemen. Ten aanzien van het vervallen van vakantiedagen gelden de wettelijke bepalingen, terwijl niet opgenomen atv-dagen vervallen aan het eind van het jaar waarvoor zij zijn toegekend.
2. De werkgever kan met instemming van het medezeggenschapsorgaan collectieve vakantieperiodes vaststellen. Deze worden vóór 1 januari van het betreffende jaar bekend gemaakt. Ingeval van onvoorziene omstandigheden kunnen collectieve vakantieperiodes uiterlijk 1 maart van het betreffende jaar worden gecommuniceerd. De werknemer geeft tijdig aan wanneer deze voornemens is om de overige, niet-collectief afgesproken vakantiedagen op te nemen. De werknemer met een arbeidsovereenkomst van ten minste een jaar heeft jaarlijks recht op een aaneengesloten vakantie van ten minste 3 weken.
3. Werkgever en werknemer kunnen overeenkomen de bovenwettelijke vakantiedagen en/of de atv- dagen te laten vervallen. In dat geval krijgt de werknemer deze dagen gecompenseerd op basis van het voor de werknemer geldende uurloon.
4. De werkgever kan met instemming van het medezeggenschapsorgaan, voor alle dan wel voor bepaalde groepen werknemers, een regeling treffen voor het opsparen van atv-dagen voor een volgend jaar of tot het einde van de arbeidsovereenkomst.
5. De werknemer kan ervoor kiezen om de eindejaarsuitkering (zie het betreffende artikel in het hoofdstuk Salariëring) in te ruilen voor drie extra vakantiedagen bij een volledig dienstverband. Bij deeltijddienstverbanden en dienstperioden korter dan 12 maanden geldt dit naar rato. Deze extra vrije vakantiedagen worden opgenomen in overleg met de werkgever.
Artikel 31 Opbouw vakantie tijdens arbeidsongeschiktheid
De arbeidsongeschikte werknemer bouwt vakantierechten op over de gehele periode van diens arbeidsongeschiktheid. De opname van opgebouwde vakantierechten wordt door de werkgever in overleg met de werknemer vastgesteld, met inachtneming van de wettelijke verjaringstermijn.
Artikel 32 Buitengewoon verlof
1. De werknemer heeft op grond van de WAZO recht op kortdurend zorgverlof van maximaal tweemaal de arbeidsduur per week. In afwijking van het hiervoor geldende wettelijk recht op 70% doorbetaling, heeft de werknemer bij kortdurend zorgverlof recht op 100% doorbetaling van het loon. Ten aanzien van de toekenning en, ingeval van zwaarwegend bedrijfsbelang mogelijke weigering van toekenning, gelden de wettelijke bepalingen.
Ten aanzien van alle andere vormen van onder de (WAZO) vallend buitengewoon verlof gelden de wettelijke bepalingen. Zie xxxx://xxxxxx.xxxxxxxx.xx/XXXX0000000/.
2. De werknemer heeft recht op buitengewoon verlof met behoud van salaris:
- bij bevalling van diens echtgenote, de geregistreerde partner, degene met wie de werknemer ongehuwd samenwoont, degene van wie de werknemer het kind erkent, de draagmoeder of co- ouder van de werknemer: de arbeidsduur van een week (conform de wettelijke regeling). Voor aanvullend verlof zie xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxxxxxxx.
- bij overlijden van diens (adoptie)ouders, partner/co-ouder en/of kinderen: vanaf de dag van overlijden tot en met de dag na de uitvaart;
- bij overlijden van diens (adoptie) xxxxxxxxxxx, broers/zussen en schoonouders: twee dagen.
3. De werknemer heeft, voor zover redelijkerwijs niet onverenigbaar met het organisatiebelang, recht op buitengewoon verlof met behoud van salaris:
- bij het huwelijk van de werknemer: drie dagen;
- bij verhuizing van de werknemer: een dag;
- voor het, als lid van een vakorganisatie, deelnemen aan (bestuurs-)vergaderingen en arbeidsvoor- waarden- of cao-overleg.
Hoofdstuk 6 Vergoedingen
Artikel 33 Beroepskosten
Recht op vergoeding van onkosten ontstaat zodra er sprake is van onkosten die gemaakt worden in het kader van de beroepsuitoefening. De werkgever kan in overleg met het medezeggenschapsorgaan kiezen uit de volgende opties:
a. de werkgever verstrekt materieel en middelen die noodzakelijk zijn voor een adequate beroepsuitoefening;
b. de werknemer draagt zelf zorg voor materieel en middelen en kan de kosten daarvan declareren bij de werkgever;
c. de werkgever verstrekt een vaste vergoeding voor de gespecificeerde kosten. Deze vergoeding vervalt wanneer de werknemer meer dan zes weken geen arbeid verricht.
Artikel 34 Vergoedingen bij werkzaamheden buiten de standplaats
1. Xxxxxxx van werkzaamheden buiten de standplaats, zowel in Nederland als in het buitenland, wordt een tegemoetkoming in de verblijfskosten toegekend conform de in deze cao opgenomen bijlage Vergoeding Verblijfskosten.
2. De vervoerskosten zijn voor rekening van de werkgever. De werkgever kan daarbij voorschrijven met welke vervoermiddelen gereisd wordt.
Indien de werknemer geen gebruik maakt van het voorgeschreven vervoer, zijn de kosten voor eigen rekening van de werknemer. Indien deze noodzakelijkerwijs, of met toestemming van de werkgever geen gebruik maakt van het voorgeschreven vervoer, worden slechts de kosten op basis van het voorgeschreven vervoer vergoed.
3. In alle gevallen is de werknemer verplicht ten minste de door de werkgever aangegeven duur voor aanvang van de voorstelling in de desbetreffende plaats aanwezig te zijn.
Artikel 35 Medewerking aan publiciteit
De werknemer werkt in beginsel zonder extra honorering mee aan publiciteit voor (producties van) de werkgever. Bedoeld wordt publiciteit in de breedste zin van het woord, maar binnen de grenzen der redelijkheid. Indien publiciteitsuitingen de openbaarmaking van beeld- en/of geluid van artistieke prestaties betreffen zoals bedoeld in artikel 36.1, zijn de vergoedingsafspraken dan wel uitzonderingen daarop conform artikel 36.2.b van toepassing.
Artikel 36 Medewerking aan en openbaarmaking van registraties van beeld en/of geluid
Definities van in dit artikel gebruikte begrippen:
Registratie : opname van beeld en/of geluid op welke wijze dan ook van een voorstelling. Livestream : digitale verspreiding van een voorstelling die op dat moment (live) wordt gespeeld.
Een livestream is per definitie eenmalig. Een livestream wordt altijd opgenomen/geregistreerd om technische redenen.
Openbaarmaking : eerste of herhaalde vertoning/publicatie van een registratie of livestream op welke wijze dan ook.
Voorstelling : een podiumkunstproductie die uit één of meerdere delen of aktes kan bestaan en die in één opvoering en onder één titel wordt uitgebracht.
1. Medewerking aan registraties van beeld en geluid
Werknemers verlenen, met inachtneming van onderstaande bepalingen, hun medewerking aan het maken van beeld- en/of geluidsregistraties van hun artistieke prestaties als uitvoerend kunstenaar in voorstellingen die gewoonlijk (ook) voor publiek plaatsvinden.
Conform artikel 7 Auteurswet is de werkgever eigenaar van hetgeen in loondienst wordt geproduceerd, tenzij hierover in specifieke gevallen afwijkende afspraken worden gemaakt. In lijn met artikel 3 Wet op de Naburige Rechten is de werkgever bevoegd de rechten van de uitvoerend kunstenaars te exploiteren, tenzij hierover in specifieke gevallen afwijkende afspraken worden gemaakt.
2. Recht op vergoeding en uitzonderingen daarop
a. De werkgever betaalt aan werknemers die meewerken aan registraties een billijke vergoeding voor iedere vorm van exploitatie. Zie lid 2.b voor uitzonderingen hierop en lid 7 van dit artikel voor de afgesproken vergoedingen.
b. Voor de registratie/openbaarmaking ten behoeve van (een van) onderstaande doeleinden is de in lid 2 sub 1 genoemde vergoeding niet van toepassing dan wel op nul gesteld.
- publicitaire- en/of marketingdoeleinden
Het gaat hier om artistiek productiemateriaal dat geen opzichzelfstaand geheel vormt en waarvan de registratie/openbaarmaking maximaal drie minuten duurt. Indien het maximum van drie minuten wordt overschreden, is voorafgaande toestemming van betrokkenen/ medezeggenschap vereist en geldt een vergoeding conform lid 7.
Het is werknemers toegestaan om een door de werkgever voor publiciteit en/of marketing vervaardigde registratie van maximaal drie minuten ook zelf openbaar te maken, zij het in ongewijzigde vorm.
- benefietevenementen
Het gaat hier om evenementen waarvan alle opbrengsten bestemd zijn voor het beoogde (goede) doel van het evenement. Hiervoor is voorafgaande toestemming van betrokkenen/ medezeggenschap vereist. Voor verdere openbaarmaking geldt een vergoeding conform lid 7.
- niet commerciële educatieve doeleinden
Hiervan is sprake als de registratie/openbaarmaking uitsluitend wordt gebruikt als lesmateriaal voor het onderwijs.
- verkoopdoeleinden van de producent
Hiervan is sprake als de registratie/openbaarmaking van (volledige) producties uitsluitend ter beschikking wordt gesteld aan programmeurs of professionals ten behoeve van de verkoop van (tournees van) voorstellingen. Hiervoor geldt als voorwaarde dat in de registratie een watermerk is opgenomen waarmee de registratie ongeschikt is gemaakt voor publieke vertoning.
3. Informatierecht werknemer
a. Planning en afspraken
De betrokkenen/medezeggenschap worden/wordt door de werkgever tijdig vooraf schriftelijk geïnformeerd en gehoord over concrete plannen voor te maken beeld- en/of geluidsregistraties zoals bedoeld in lid 2.
Als een registratie doorgang vindt, worden de betrokkenen/wordt de medezeggenschap door de werkgever schriftelijk geïnformeerd over de inhoud, planning, logistiek en financiële voorwaarden die zijn afgesproken en met welke partijen. Voorts worden zij schriftelijk geïnformeerd over de wijze en periode van openbaarmaking, alsmede over de afspraken ten aanzien van beheer, archivering en beveiliging van de registraties.
b. Exploitatie en inkomsten
De betrokkenen/medezeggenschap worden/wordt ten minste eens per jaar geïnformeerd over de exploitatie van de registratie(s) van de organisatie, met name wat betreft de exploitatie-wijzen, de daarmee gegenereerde inkomsten en de verschuldigde vergoeding. Dit met inachtneming van de nadere bepalingen hieromtrent gelijk aan hetgeen is opgenomen in artikel 25ca Auteurswet.
4. Toestemming voor openbaarmaking
Toestemming voor de openbaarmaking van registraties wordt geacht te zijn gegeven bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst. Daarbij verplicht de werkgever zich de betrokken werknemer(s) steeds tijdig vooraf uitgebreid schriftelijk te informeren over het doel en gebruik van de registraties. Zie lid 3 van dit artikel.
5. Naaktscènes
Ingeval een te registreren voorstelling naaktscènes bevat, worden over de aanpak en werkwijze vooraf schriftelijke afspraken gemaakt tussen werkgever, (co-)producent en uitvoerende(n). Hierin wordt
vastgelegd wat er precies van de uitvoerende(n) wordt verwacht, hoe een en ander in beeld wordt gebracht, wie bij de registraties aanwezig zijn en hoe de beelden worden gebruikt, waaronder trailers. De vooraf vastgelegde afspraken kunnen niet zonder voorafgaande toestemming van partijen worden bijgesteld of verruimd. Besluiten daarover kunnen niet tijdens repetities en/of uitvoeringen worden genomen.
Om te waarborgen dat partijen zich aan de gemaakte afspraken houden en dat de omgeving waarin naaktscènes plaatsvinden voldoet aan de hierover gemaakte afspraken, wordt een intimiteitcoördinator ingezet. Deze moet voorkomen dat de uitvoerende(n) tijdens een repetitie of uitvoering onder druk worden gezet om van de gemaakte afspraken af te wijken.
6. Naamsvermelding
Alle namen van de rechthebbenden worden geregistreerd voor vermelding op de aftiteling dan wel voor een andere manier van vermelding zoals via ondertiteling, op de website of via andere (digitale) kanalen. De werkgever zal zich inspannen om de aftiteling of andere vermelding te realiseren. Artikel 5 WNR en artikel 25 Auteurswet, waarin het recht op naamsvermelding is vastgelegd, worden hierbij in acht genomen. De inhoud van deze bepaling geldt voor alle openbaarmakingen, met uitzondering van de onder lid 2.b genoemde afspraak ten aanzien van ‘publicitaire- en/of marketingdoeleinden’.
7. Vergoeding op grond van de Wet op de naburige rechten.
Voor de registraties en openbaarmaking daarvan, voor zover niet behorend tot de uitzonderingen genoemd in lid 2.b, gelden voor werknemers die uitvoerend kunstenaar zijn in de zin van de WNR, de volgende vergoedingen:
a. Een bedrag van € 45,- bruto per werknemer voor een livestream van een voorstelling.
b. Een bedrag van € 100,- bruto per werknemer per registratie die gedurende 1 jaar - een periode van 12 maanden te rekenen vanaf de eerste datum van verspreiding - openbaar gemaakt mag worden.
c. Na het eerste jaar zoals bedoeld in lid 7.b, kan gekozen worden uit de volgende afkooptermijnen en bijbehorende eenmalige aanvullende bedragen per werknemer per registratie voor alle verdere openbaarmakingen:
- € 100 bruto voor een periode van 5 jaar OF
- € 250 bruto voor een periode van 10 jaar OF
- € 500 bruto onbeperkt.
d. Daarnaast kan er sprake zijn van een aanvullende vergoeding die alleen wordt uitgekeerd wanneer er substantiële netto meeropbrengsten zijn na aftrek van de vergoedingen bedoeld in 7.a, 7.b en
7.c van dit artikel en na aftrek van de door de werkgever inzichtelijk te maken bijzondere productiekosten voor het maken van de registratie. Tot bijzondere productiekosten worden niet gerekend de productiekosten die ook gemaakt worden voor live optredens op podia. De meeropbrengsten zullen volgens een door de werkgever naar redelijkheid vast te stellen verdeelsleutel worden uitbetaald aan de uitvoerende(n).
Artikel 37 Versterking vakorganisatie
1. Vanwege het belang van een goed georganiseerd arbeidsvoorwaardenoverleg en ter ondersteuning van de positie van de vakorganisatie, draagt de werkgever per jaar een bedrag van € per 21,34 per fte bij aan de vakorganisatie partij bij deze cao. Hier tegenover staat een inspanningsverplichting van de betreffende vakorganisatie voor het actief werven van nieuwe leden.
2. De werkgever vergoedt, voor zover dit fiscaal is toegestaan, de netto vakbondscontributie van de werknemer die diens lidmaatschap van de betreffende vakbond heeft aangetoond, onder gelijktijdige vermindering van het brutoloon van de werknemer met hetzelfde bedrag.
3. De vakorganisatie zorgt samen met de gezamenlijke en/of individuele werkgevers voor informatie en communicatie over de vakorganisatie. Dit ter bevordering van de aansluiting van werknemers als lid bij de vakorganisatie.
Artikel 38 Vergoeding wettelijk eigen risico zorgverzekering
De werknemer kan, conform de in deze cao opgenomen bijlage Uitvoeringsregeling Vergoeding eigen risico zorgkosten, aanspraak maken op een vergoeding van het wettelijke eigen risico van diens zorgverzekering.
Artikel 39 Tegemoetkoming reiskosten woon-werkverkeer
De werkgever regelt een bij de organisatie passende tegemoetkoming in de reiskosten voor het woon- werkverkeer van de werknemer.
Artikel 40 Figuratievergoeding
Werknemers die niet als podiumkunstenaar in dienst zijn en die gedurende de gehele voorstelling of grote delen daarvan geregisseerd en in voorgeschreven kostuum continu deel uitmaken van het toneelbeeld, ontvangen een figuratie- vergoeding van € 35,00 bruto per voorstelling.
Artikel 41 Maaltijdverstrekking of –vergoeding binnen standplaats
De werknemer heeft bij een ononderbroken en evenement gebonden dienst binnen de standplaats die uiterlijk om 15:00 uur begint en die ten minste tot 20:00 uur duurt, recht op een maaltijd dan wel op een financiële tegemoetkoming van € 9,50. Deze tegemoetkoming wordt uitgekeerd op declaratiebasis, tegen overlegging van een betaalbewijs. Het bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met de consumenten prijsindex conform de verblijfskostenregeling in deze cao. Deze regeling geldt ook indien de arbeidstijd 9 uur of langer duurt. Deze regeling brengt geen verandering in eventuele reeds bestaande afspraken hierover tussen werkgevers en werknemers die gunstiger zijn voor de werknemer.
Artikel 42 Vergoeding bhv- en preventiemedewerker
Werknemers voor wie het verrichten van bhv- en preventietaken een bijkomende extra verantwoordelijkheid met zich meebrengt, ontvangen hiervoor een vergoeding van € 35 bruto per maand op basis van een volledig dienstverband. Bij een deeltijd dienstverband geldt de vergoeding naar rato. Uitgezonderd van deze vergoeding zijn de functies van locatiemedewerker en tourneebegeleider, waarvoor geldt dat bhv- en preventietaken standaard tot het takenpakket behoren en waarvan honorering reeds verdisconteerd is in het cao-conforme salaris. Uitgezonderd van deze vergoeding zijn tevens werknemers in andere functies die als compensatie voor bhv- en preventietaken hoger zijn ingeschaald dan in de cao-conforme salarisschaal bij de betreffende functie.
Artikel 43 Thuiswerkvergoeding
Ingeval werkgever en werknemer hebben afgesproken dat de werknemer (deels) vanuit huis werkt, is de werkgever verantwoordelijk voor een adequate inrichting van de werkplek thuis. De werkgever maakt voorts, in overleg met het medezeggenschapsorgaan of met de individuele medewerker, afspraken over een passende vergoeding voor de werkgerelateerde kosten die het thuiswerken met zich meebrengt.
Hoofdstuk 7 Duurzame inzetbaarheid
Artikel 44 Nachtdiensten
1. Voor de uitvoering van een nachtdienst, uitgezonderd reisuren, zoals gedefinieerd in deze cao, geldt een toeslag van 50% per gewerkt uur. Indien de werknemer op grond van diens individuele arbeids- voorwaarden of op grond van een andere cao al recht heeft op een nachttoeslag, wordt uitsluitend de hoogste toeslag toegekend.
2. De werknemer die minder dan 7 jaar verwijderd is van diens geldende AOW-gerechtigde leeftijd, kan de werkgever verzoeken om van het verrichten van nachtdiensten te worden vrijgesteld. De werkgever zal dit verzoek als regel inwilligen; alleen in incidentele, onvoorziene situaties de werkgever van de werknemer kan vragen een nachtdienst te verrichten.
Artikel 45 Generatieregeling
1. De werknemer die maximaal 7 jaar verwijderd is van diens wettelijke geldende AOW-leeftijd, die ten minste 5 jaar in dienst is van de werkgever en die de eigen inzetbaarheid wenst te verlagen tot niet minder dan 50% van de oorspronkelijke arbeidsduur, kan ervoor kiezen de pensioenopbouw te blijven voortzetten op basis van de oorspronkelijke arbeidsduur zoals bepaald in lid 2 en 3 van dit artikel. Deze regeling geldt onder voorbehoud van de medewerking hieraan van de van toepassing zijnde pensioenvoorziening.
2. De pensioenopbouw blijft gebaseerd op de oorspronkelijke arbeidsduur. De bijbehorende premie wordt betaald door werkgever en werknemer volgens de in de cao overeengekomen verdeling. Wanneer de werknemer minimaal 0,2 fte minder gaat werken, wordt het salaris horend bij de nieuwe arbeidsduur verhoogd met 0,1 fte. Wanneer de werknemer minder dan 0,2 fte minder gaat werken, wordt het nieuwe salaris verhoogd met 0,05 fte.
Voorbeelden:
- van 1,0 fte naar 0,8 fte betekent: 80% werken, 90% salaris, 100% pensioenopbouw
- van 0,8 fte naar 0,4 fte betekent: 40% werken, 50% salaris, 80% pensioenopbouw
- van 0,8 fte naar 0,7 fte betekent: 70% werken, 75% salaris, 80% pensioenopbouw
3. De nieuwe arbeidsduur is bepalend voor alle overige arbeidsvoorwaarden, zoals de opbouw van vakantierechten en de berekening van vergoedingen. De uren die een werknemer minder gaat werken worden in goed overleg tussen werkgever en werknemer toegekend in hele dan wel in halve dagen. Werknemers die onregelmatig werken, hebben geen recht op een vaste vrije dag. Deze werknemers krijgen de extra vrije dagen zo geleidelijk mogelijk verdeeld over de roosterperiode toegekend.
Artikel 46 Langdurend onbetaald verlof
1. Een werknemer die een contract heeft voor onbepaalde tijd en die ten minste vijf jaar in dienst is van de werkgever, kan in het kader van duurzame inzetbaarheid, langdurend onbetaald verlof aanvragen. Een dergelijke aanvraag kan maximaal eens in de vijf jaar worden gedaan.
2. Langdurend onbetaald verlof dient ten minste zes maanden voor aanvang van het seizoen waarin het onbetaald verlof start bij de werkgever te worden aangevraagd voor een periode van minimaal twee en maximaal twaalf maanden. Bij de aanvraag geeft werknemer aan op welke manier het verlof bijdraagt aan diens duurzame inzetbaarheid.
3. De werkgever zal met het verzoek instemmen tenzij dat op bedrijfsorganisatorische bezwaren stuit. Indien zich dit voordoet zal worden bezien of het verzoek eventueel voor een andere duur en/of in een andere periode kan worden gehonoreerd.
4. Openstaande vakantiedagen dienen zoveel mogelijk eerst te worden opgenomen, waarna de resterende periode met onbetaald verlof wordt aangevuld.
5. De werknemer heeft de plicht zich goed te informeren over pensioenopbouw, partner- en wezenpensioen, als ook over andere financiële risico’s gedurende het onbetaalde verlof. Indien het pensioenreglement dit toestaat kan de werknemer ervoor kiezen om tijdens het onbetaald verlof op eigen kosten de pensioenopbouw vrijwillig voort te zetten.
6. De werknemer heeft na afloop van het onbetaald verlof, recht op terugkeer in ten minste een gelijkwaardige functie.
7. Het is de werknemer niet toegestaan tijdens het onbetaald verlof betaalde werkzaamheden voor derden te verrichten, noch in loondienst noch als zelfstandige, tenzij hierover met de werkgever vooraf schriftelijk andere afspraken zijn gemaakt.
8. Bij ziekte tijdens het onbetaald verlof, wordt dit in beginsel niet onderbroken of beëindigd. Wanneer de ziekte doorloopt na het einde van de verlofperiode, ontstaat recht op doorbetaling van het loon vanaf de eerste werkdag na de verlofperiode.
Hoofdstuk 8 Loopbaanbeleid
Artikel 47 Loopbaanuren
1. Doel en doelgroep
Het bevorderen van een duurzaam loopbaanbeleid en van duurzame inzetbaarheid is zowel een verantwoordelijkheid van werkgever als van werknemer. De werkgever voert een levensfasebewust en op duurzame inzetbaarheid gericht personeelsbeleid. Voor de inhoudelijke invulling hiervan gelden onderstaande bepalingen. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op werknemers die als danser in dienst zijn, aangezien op deze specifieke beroepsgroep de regeling Omscholing Dans Nederland van toepassing is. Zie het betreffende artikel in deze cao.
2. Behoud inzetbaarheid
a. Ten minste een maal per jaar voeren werkgever en werknemer een gesprek over de bevordering van de interne en externe inzetbaarheid van de werknemer.
b. Dit gesprek wordt mede gevoerd in relatie tot afspraken over loopbaanuren (zie hieronder) en kan worden gekoppeld aan het functionerings- c.q. beoordelingsgesprek.
c. De afspraken in dit gesprek worden vastgelegd in een schriftelijk actieplan.
d. Van de werknemer wordt verwacht dat deze zich coöperatief en proactief opstelt ten aanzien van het vergroten van diens interne en externe inzetbaarheid en dat degene de afspraken die in het kader daarvan worden gemaakt nakomt.
e. De werkgever treedt in overleg met een werknemer die niet (meer) optimaal functioneert over mogelijkheden van verandering van functie of takenpakket en de eventueel daarbij horende bij- of omscholing, wijziging in uren en/of in salariëring.
f. Bij het realiseren van de gemaakte afspraken kan gebruik worden gemaakt van onderstaande loopbaanuren van de werknemer.
3. Opbouw loopbaanuren
a. De werknemer beschikt over 24 loopbaanuren per jaar bij een volledig dienstverband. Het opsparen van deze uren is gemaximeerd op 192 uur (24 dagen à 8 uur) bij een volledig dienstverband. Daarna stopt verdere opbouw totdat reeds opgespaarde uren zijn besteed. Bij een parttime dienstverband geldt deze regeling (opbouw) naar rato.
b. De loopbaanuren worden jaarlijks op voorschotbasis toegekend. Wanneer het dienstverband tussentijds wordt onderbroken of wanneer de diensttijdfactor wijzigt, vindt verrekening plaats. Voor de loopbaanuren geldt geen verjaringstermijn. Bij uitdiensttreding vervallen niet bestede uren, tenzij de uitdiensttreding plaatsvindt op initiatief van de werkgever, behalve ingeval van ontslag wegens een dringende reden.
c. De werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is in de zin van de WAO/WIA en die voor het gedeelte waarvoor deze arbeidsgeschikt is, werkzaamheden bij de werkgever verricht, bouwt naar evenredigheid van de werkzame uren loopbaanuren op.
4. Doel en besteding loopbaanuren
a. De loopbaanuren hebben tot doel de duurzame inzetbaarheid van de werknemer te bevorderen. Voor de besteding van deze uren geldt dat:
- de uren in de eerste plaats worden aangewend voor verlof ten behoeve van training, bij- of om- scholing of andere activiteiten ter directe bevordering van de arbeidsmarktpositie van de werknemer. Voor een bijdrage in de financiering van training en scholing kan de werknemer een aanvraag doen bij de loopbaanregeling van het SFPK met inachtneming van het reglement en de procedures van deze regeling.
- de uren in de tweede plaats kunnen worden besteed aan andere verlofdoelen, bijvoorbeeld aanvullend zorgverlof of reductie van de werktijd (tot maximaal 50%) direct voorafgaand aan pensionering.
b. Besteding van de loopbaanuren gebeurt op basis van overeenstemming tussen werknemer en werkgever. Jaarlijks voeren de werkgever en de werknemer hierover overleg waarin concrete afspraken worden gemaakt over de (toekomstige) besteding van het budget. De afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
c. De werknemer dient aanvragen voor verlof, met inachtneming van bovenstaande bestedingsdoelen en in aansluiting op de met de werkgever gemaakte afspraken hierover, zo tijdig mogelijk in bij de werkgever. Indien de werknemer gedurende één maand of langer verlof wil opnemen, dient de werknemer dit ten minste drie maanden voor de ingangsdatum van het verlof schriftelijk aan te vragen. De werkgever willigt het verzoek in tenzij een zwaarwegend organisatie- of dienstbelang zich hiertegen verzet.
Artikel 48 Bijscholing
1. De werknemer kan verplicht worden bijscholing te volgen, die door de werkgever (en werknemer) voor de uitoefening van de functie van de werknemer noodzakelijk worden geacht.
2. De bijscholingsactiviteiten worden beschouwd als opgedragen werkzaamheden die in beginsel plaatsvinden in werktijd en waarvan de kosten voor rekening van de werkgever komen.
3. Indien een werknemer een studie of training wil volgen, zal in overleg met de werkgever worden bepaald of en hoe de kosten hiervan worden vergoed en hoe het studieverlof zal worden geregeld. Hierbij wordt de in deze Cao opgenomen bijlage Uitvoeringsregeling studiefaciliteiten en bijscholing in acht genomen.
Hoofdstuk 9 Sociale gevolgen bij reorganisatie
Artikel 49 Sociaal plan regeling
1. Algemeen
Onderstaande sociaalplan regeling heeft uitsluitend betrekking op de personele gevolgen van situaties die het gevolg zijn van subsidievermindering of -beëindiging zoals opheffing, reorganisatie, herstructurering, gedeeltelijke afbouw of fusie, al dan niet gepaard gaande met wijzigingen in beleid en activiteiten van de organisatie van de werkgever.
Bij opheffing, reorganisatie, herstructurering, gedeeltelijke afbouw of fusie die niet het gevolg is van subsidievermindering of –beëindiging, zal de werkgever in overleg treden met de werknemersorganisatie betrokken bij deze cao, om te spreken over de sociale gevolgen die deze organisatiewijziging met zich mee brengt. Indien gewenst kunnen partijen een sociaalplan overeenkomen.
2. De doelgroep
Deze sociaal-plan-regeling is uitsluitend van toepassing op:
a. werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een werkgever zoals in deze cao gedefinieerd en die op de ontslagdatum de wettelijke AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
b. werknemers met een (niet doorbroken) keten van schriftelijke arbeidsovereenkomst(en) voor bepaalde tijd, die op de ontslagdatum langer dan 3 jaar heeft geduurd bij een werkgever zoals in deze cao gedefinieerd en die op de ontslagdatum de wettelijke AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
Medewerkers en werknemers op wie deze sociaal-planregeling niet van toepassing is, zijn:
- alle medewerkers die in artikel 1 van deze cao als werknemer zijn uitgezonderd van toepassing van deze cao;
- werknemers van wie de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd of wegens een dringende reden zoals bedoeld in artikel 7:677 BW resp. 7:678 BW of anderszins onvoldoende functioneren is of wordt beëindigd;
- werknemers van wie de arbeidsovereenkomst in verband met een twee jaar of langer durende arbeidsongeschiktheid is of wordt beëindigd;
- werknemers die op de beoogde einddatum van de arbeidsovereenkomst de wettelijke AOW- gerechtigde leeftijd hebben bereikt.
- werknemers van wie de arbeidsovereenkomst is of wordt beëindigd wegens een andere reden dan verband houdende met een situatie als gevolg van subsidievermindering- of beëindiging zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel.
3. Inkomensondersteuning
De werknemer die ontslagen wordt als gevolg van een situatie zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel en die voldoet aan de in lid 2 van dit artikel genoemde doelgroep, maakt jegens de werkgever naar keuze aanspraak op hetzij de wettelijke transitievergoeding hetzij, indien dat voor de werknemer gunstiger is, op een aanvulling van 15% van diens laatst verdiende salaris, gedurende de periode waarin de werknemer met ingang van de ontslagdatum recht heeft op een loongerelateerde uitkering met een maximum van drie jaar.
4. Voortzetting pensioenopbouw
Voor degenen die een bovenwettelijke aanvulling ontvangen, zoals bedoeld in het voorgaande lid van dit artikel, kan de pensioenopbouw gedurende de loongerelateerde uitkering vrijwillig worden voortgezet, voor zover het pensioenreglement dit toestaat.
Voortzetting van de pensioenopbouw vindt alleen plaats indien de werknemer dit wenst en bereid is om zelf het werknemersdeel van de premie die gold voor de ontslagdatum, bij te dragen. In dit geval continueert de werkgever het werkgevers deel van de premie.
5. Verplichtingen van de werknemer
De werknemer die met ontslag bedreigd wordt als gevolg van een situatie zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel en die voldoet aan de in lid 2 van dit artikel genoemde doelgroep, is verplicht om actief mee te werken aan diens herplaatsing binnen of buiten de eigen organisatie en er alles aan te doen om een zo spoedig mogelijke herplaatsing te bevorderen. Daarnaast is de werknemer verplicht om aan de werkgever alle noodzakelijke inlichtingen en gegevens (waaronder begrepen bewijsstukken om financiële aanvullingen te kunnen berekenen) tijdig en naar waarheid te verstrekken.
Het niet actief meewerken aan herplaatsing en/of het geven van onjuiste dan wel onvolledige inlichtingen, alsmede oneigenlijk gebruik of misbruik van de geboden voorzieningen, kan uitsluiting van deze sociaal-plan-regeling tot gevolg hebben en kan leiden tot terugvordering van het inmiddels betaalbaar gestelde.
6. Financiële bijdrage voor mobiliteit of omscholing
De werkgever financiert per werknemer die boventallig is geworden ofwel de kosten voor begeleiding naar nieuw werk tot maximaal € 5.000 exclusief BTW bij een volledig dienstverband, dan wel de kosten voor omscholing tot maximaal € 8.000 exclusief BTW bij een volledig dienstverband.
Omscholing wordt alleen aangeboden indien dit naar het oordeel van de werkgever noodzakelijk is. Ingeval van een deeltijd dienstverband gelden de in dit lid genoemde maximale bedragen naar rato. Indien een werknemer geen gebruik maakt van begeleidings- of omscholingsvoorzieningen of deze voortijdig beëindigt, kan de werknemer geen aanspraak maken op een vervangende financiële vergoeding.
Hoofdstuk 10 Overige rechten en verplichtingen
Artikel 50 Algemene verplichtingen
1. Algemeen
Werkgever en werknemer zijn verplicht al datgene te doen en na te laten wat een goed werkgever respectievelijk werknemer in gelijke omstandigheden behoort te doen en na te laten. De werknemer zal de overeengekomen werkzaamheden steeds naar beste vermogen uitvoeren en daarbij de aanwijzingen van de werkgever in acht nemen. De werkgever zal de werknemer in staat stellen de werkzaamheden naar beste vermogen uit te voeren en geeft daarbij zo nodig aanwijzingen.
2. Omgangsvormen
a. Zowel werknemer als werkgever worden geacht elkaar en alle anderen op de werkvloer met respect te bejegenen. Ongewenste omgangsvormen waaronder (seksuele) intimidatie, agressie, pesten en discriminatie zijn ontoelaatbaar. De werkgever is verplicht al het mogelijke te doen om ongewenste omgangsvormen op de werkvloer te voorkomen, onder meer door het NAPK protocol (on)gewenst gedrag op te nemen in het organisatiebeleid, iedereen op de werkvloer hierover te informeren en te zorgen voor consequente uitvoering en naleving van het protocol binnen de organisatie
b. Een werknemer die desondanks te maken krijgt met ongewenst gedrag dient opgevangen en ondersteund te worden door de bij de werkgever getroffen voorzieningen. Daarnaast kan de werknemer er te allen tijde voor kiezen zich te wenden tot het meldpunt xxxxx://xxxxx.xxxxxx/. Ook kunnen werkgever en/of werknemer vanaf 1.1.2022 een formele klacht voor nader onderzoek en advies indienen bij de klachtencommissie Sociale Veiligheid Podiumkunsten.
3. Arbeidsongeschiktheid
Xxxxxxx van arbeidsongeschiktheid door ziekte of ongeval, ook tijdens vakantie, brengt de werknemer de werkgever hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte, dit met inachtneming van de bedrijfseigen regeling c.q. het huishoudelijk reglement van de betreffende instelling. Werkgever en werknemer zijn voorts gehouden om, conform de wettelijke bepalingen, een zo spoedig mogelijke re-integratie te bevorderen.
4. Eigendommen
Alle zaken, waaronder schriftelijke stukken en elektronische en digitale informatie(dragers), die aan de werknemer ten behoeve van diens werkzaamheden voor de instelling ter beschikking zijn gesteld, blijven eigendom van werkgever. De werknemer is gehouden deze zaken op eerste verzoek en anders uiterlijk op de dag waarop de arbeidsovereenkomst eindigt aan de werkgever terug te geven.
De werknemer is verantwoordelijk en aansprakelijk voor door diens eigen opzet of bewuste roekeloosheid veroorzaakte schade aan eigendommen van de werkgever.
5. Geheimhouding
De werknemer en werkgever verplichten zich tot geheimhouding van alle aangelegenheden, in de ruimste zin van het woord, waarvan zij redelijkerwijs kunnen weten of vermoeden dat bekendmaking daarvan, op welke wijze dan ook, de andere partij zou kunnen schaden. Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel tijdens het dienstverband, als na beëindiging ervan. Overtreding door de werknemer van dit artikel kan voor de werkgever een dringende reden tot ontslag opleveren.
Artikel 51 Werken voor derden
1. Onder werk voor derden worden werkzaamheden verstaan die een werknemer tijdens het dienstverband met de werkgever verricht voor anderen dan de eigen werkgever.
2. Voor kortdurende werkzaamheden van minder of gelijk aan één dag die de reeds geplande werkzaamheden bij de werkgever niet belemmeren, volstaat een melding van de werknemer aan de werkgever.
3. Voor werkzaamheden die langer duren dan één dag, dan wel gespreid zijn over meerdere dagen of perioden, is voorafgaande toestemming van de werkgever noodzakelijk. De werknemer verzoekt hiertoe de werkgever vooraf zo tijdig mogelijk om toestemming en verschaft de werkgever de nodige informatie over de werkzaamheden.
4. De werkgever verleent toestemming en medewerking tot het verrichten van de werkzaamheden voor derden, tenzij de werkgever aannemelijk maakt dat deze niet verenigbaar zijn met de werkzaamheden van de organisatie van de werkgever.
5. De werkgever besluit zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk binnen zeven dagen, op een verzoek van de werknemer. De werkgever kan aan het verlenen van toestemming beperkingen stellen en/of voorwaarden verbinden zoals het niet uitbetalen van niet gewerkte uren. Indien een werkgever niet binnen zeven dagen heeft gereageerd, wordt deze geacht toestemming te hebben verleend.
6. Werkgever en werknemer kunnen in de schriftelijke individuele arbeidsovereenkomst (aanvullende) afspraken maken met betrekking tot het werk voor derden. Het contractueel volledig uitsluiten van werk voor derden is niet toegestaan, behalve ingeval de werkgever aannemelijk maakt dat daar goede redenen voor zijn.
7. Het zonder toestemming verrichten van werk voor derden kan tot sancties jegens de werknemer leiden en in het uiterste geval voor de werkgever een dringende reden zijn om de arbeidsovereenkomst onmiddellijk te beëindigen en/of de geleden schade op de werknemer te verhalen.
8. Een werknemer die arbeidsongeschikt raakt als gevolg van werkzaamheden voor derden, waarvoor geen toestemming is verleend, kan daardoor de aanspraak op de in deze Cao bepaalde bovenwettelijke loonaanvullingen verliezen.
Artikel 52 Uitlening
1. Een werknemer kan, indien deze instemt met de voorwaarden waaronder dit gebeurt, tijdelijk worden uitgeleend aan een andere werkgever. Hiertoe wordt een schriftelijke uitleenovereenkomst aangegaan die wordt ondertekend door alle betrokken partijen: de uitlenende werkgever, de inlenende werkgever en de werknemer.
2. Gedurende de tijd dat werknemer werkzaam is voor de inlenende werkgever, is de inlenende werkgever verantwoordelijk voor adequate arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden.
3. De inlenende werkgever is aansprakelijk voor schade die het gevolg is van handelen, nalaten of onvoldoende functioneren van werknemer in verband met de uitvoering van de in de uitleen- overeenkomst genoemde werkzaamheden, tenzij anders wordt overeengekomen.
4. De inlenende werkgever draagt er zorg voor dat de werknemer uit hoofde van de in de uitleen- overeenkomst genoemde werkzaamheden adequaat is verzekerd voor wettelijke aansprakelijkheden.
Artikel 53 Wettelijke aansprakelijkheid
1. De werkgever sluit voor diens wettelijke aansprakelijkheid een passende verzekering af voor schade veroorzaakt door of aan de werknemer, als gevolg van de uitoefening van diens functie.
2. De werkgever is verplicht de schade van de werknemer te vergoeden, welke deze heeft opgelopen als gevolg van de uitoefening van de dienstbetrekking, tenzij er sprake is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.
3. Wanneer de werknemer tegenover derden rechten kan doen gelden met betrekking tot de door de werknemer geleden schade, verliest deze het recht op schadevergoeding door de werkgever. Indien en voor zover de werknemer diens recht op schadevergoeding aan de werkgever overdraagt, zal de werkgever aan de werknemer een voorschot uitkeren, dat zal worden verrekend met wat de werkgever
van de derde(n) als schadevergoeding ontvangt. De kosten van invordering zijn in het laatste geval voor rekening van de werkgever.
Hoofdstuk 11 Overige onderwerpen
Artikel 54 Tijdelijke regeling vroegpensioen RVU
Op basis van de Wet bedrag ineens, RVU-heffing en verlofsparen kunnen werknemers die aan onderstaande criteria voldoen, gebruikmaken van de in deze wet opgenomen regeling om eerder te stoppen met werken. De regeling richt zich uitsluitend op werknemers geboren in de periode 1955 tot en met 1961 en die maximaal 36 maanden voor de AOW-leeftijd zitten. Met deze werknemers kunnen werkgevers tot uiterlijk 31 december 2025 een RVU-regeling overeenkomen. In dat geval geldt zullen de RVU-betalingen tot uiterlijk 31 december 2028 niet worden belast als een Regeling Vervroegd Uittreden (RVU).
Voorts gelden de volgende voorwaarden:
- In het kader van een vertrekregeling kunnen werknemer en werkgever afspraken maken over deelname aan deze RVU-regeling; de afspraken worden vastgelegd in een vaststellings- overeenkomst;
- Deelname is bedoeld voor situaties waarin beide partijen van mening zijn dat het onzeker is of de werknemer voldoende inzetbaar zal kunnen blijven tot aan diens AOW-gerechtigde leeftijd;
- De werknemer moet direct voorafgaand aan de uittredingsdatum ten minste tien jaar achtereen in dienst zijn geweest van de werkgever;
- De regeling brengt met zich mee dat de werknemer die hiervan gebruik maakt, geen recht heeft op WW noch op een transitievergoeding.
- De werkgever zal in beginsel het verzoek van een werknemer om van de regeling gebruik te maken welwillend bezien en dit verzoek alleen om zwaarwichtige redenen afwijzen.
Artikel 55 Pensioenvoorziening
1. Er is een pensioenvoorziening geregeld via de verplichtstelling van Stichting Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). De verplichtstelling is opgenomen in bijlage A van het pensioenreglement van PFZW.
2. Werkgevers in de branche toneel en dans en de in dienst zijnde werknemers als gedefinieerd in het pensioenreglement van PFZW vallen onder de werkingssfeer van de verplichtstelling. Als gevolg hiervan zijn zij gehouden tot naleving van de statuten en reglementen en daarop gebaseerde besluiten van PFZW. De pensioendocumenten zijn te vinden op xxx.xxxx.xx.
3. PFZW stelt de jaarlijkse premie vast voor de verplichte pensioenregeling.
4. De aangesloten werkgever betaalt tijdig de totale premie aan PFZW en verhaalt het werknemersdeel op het salaris van de werknemer die op grond van het pensioenreglement als deelnemer wordt aangemerkt. De verdeling van de totaal verschuldigde premie is als volgt:
- door de werkgever: 60% van de totale premie.
- door de werknemer/deelnemer: 40% van de totale premie.
Artikel 56 Stichting Omscholing Dansers Nederland
1. Door de werkgever wordt voor de werknemer die als danser in dienst is een omscholingsregeling getroffen bij de Stichting Omscholing Dansers Nederland (ODN).
2. De premiebijdragen van werkgevers en werknemers zijn per 1 januari 2022 als volgt:
- werkgever: 6,93% van het bruto maandsalaris inclusief vakantietoeslag.
- werknemer: 2,32% van het bruto maandsalaris inclusief vakantietoeslag.
3. Op grond van het Besluit voorwaarden in mindering brengen op kosten transitievergoeding, is het de werkgever toegestaan om op de wettelijke transitievergoeding van een danser met wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd, in mindering te brengen het bedrag aan werkgeverspremies dat de werkgever heeft bijgedragen voor de betreffende danser berekend over de volledige duur van diens dienstperiode. Op dit bedrag aan werkgeverspremies dient in mindering te worden gebracht 24 maal het bruto uurloon van de danser per gewerkt jaar bij een volledig dienstverband. Bij een
deeltijddienstverband geldt deze aftrek naar rato. Deze aftrek houdt verband met het recht op een equivalent van 24 loopbaanuren per jaar, zoals bepaald in de Xxx Xxxxxx en Dans.
4. Nadere van toepassing zijnde afspraken ten aanzien van (deelname aan) ODN zijn opgenomen in de Cao ODN 2022-2026.
Artikel 57 Sociaal Fonds Podiumkunsten
1. De onder deze cao vallende organisaties nemen deel aan het Sociaal Fonds Podiumkunsten (SFPK), zie xxx.xxxx.xx. De doel- en taakstellingen van het fonds alsmede de premiehoogte zijn vastgelegd in de Cao Sociaal Fonds Podiumkunsten.
2. De totale premie voor het SFPK bedraagt 0,8%. Deze premie bestaat uit twee componenten: 0,3% sociale regelingen en 0,5% loopbaanbegeleiding. De premie wordt berekend over het bruto maandsalaris exclusief vakantietoeslag en inclusief vaste toeslagen.
Voor de sector toneel en dans geldt de volgende premieverdeling:
- werkgever toneel: 0,65% over totale salarissom
- werkgever dans: 0,15% over salarissom dansers en
0,65% over salarissom overige werknemers.
- werknemer toneel en dans: 0,15%
3. Zzp’ers kunnen vrijwillig deelnemen op voorwaarde dat door of voor hen een premie van 0,8%, berekend over elke factuur van de zzp’er, wordt afgedragen. Werkgevers kunnen hierover in hun rol als opdrachtgevers afspraken maken met zzp’ers die voor hen werkzaam zijn.
Artikel 58 Stagiair(e)s en stagevergoeding
1. Een student die als onderdeel van diens studie of opleiding werkzaamheden verricht voor de werkgever ontvangt een stagevergoeding van € 350 bruto per maand bij vijf volledige stagedagen per week. Voor een deeltijdstage geldt een vergoeding naar rato. De stagevergoeding is exclusief vergoeding van eventueel door de student, met toestemming van de instelling, te maken reis- en verblijfskosten.
2. Nadere afspraken over de inhoud van de stage, de begeleiding, alsmede over vergoedingen en verzekeringen worden vastgelegd in een schriftelijke stageovereenkomst die wordt ondertekend door het opleidingsinstituut, de werkgever en de stagiair(e). Hierbij worden de uitgangspunten in acht genomen zoals opgenomen in de bijlage Stagebeleid.
Artikel 59 Uitzendkrachten
Werkgevers gaan alleen overeenkomsten aan met gecertificeerde uitzendondernemingen die zijn opgenomen in het register van de Stichting Normering Arbeid, zie xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
De inlenende werkgever dient zich ervan te verzekeren dat de uitzendonderneming op de ingeleende uitzendkrachten de arbeidsvoorwaarden conform deze cao toepast.
Artikel 60 Vacaturebeleid
De werkgever legt, conform de WOR artikel 27, het vacaturebeleid van de organisatie ter instemming voor aan de medezeggenschap en zal in voorkomende gevallen werknemers tijdig informeren over het ontstaan van vacatures, opdat deze kunnen deelnemen in de sollicitatieprocedure.
Artikel 61 Sociale Commissie Toneel en Dans
Ter bevordering van een juiste en eenduidige interpretatie en toepassing van deze cao stellen sociale partners, Kunstenbond en NAPK, een Sociale Commissie Xxx Xxxxxx en Dans in. Nadere bepalingen omtrent de taken van deze commissie, alsmede omtrent de samenstelling en de te volgen procedures van de commissie zijn opgenomen in de bijlage Procedures Sociale Commissie Xxx Xxxxxx en Dans in deze cao.
BIJLAGEN
Bijlage 1A Loongebouwen 2022 en 2023
Te allen tijde geldt tenminste het wettelijk minimumloon, naar rato van de omvang van het dienstverband. Schaal VID is uitsluitend bedoeld voor de inschaling van dansers, niet zijnde dansers in dienst van Het Nationale Ballet.
- Bedragen in euro’s -
per 01-01-2022 inclusief 2,5%, schaal VID inclusief 3,32%
Schalen | I | II | III | IV | V | VID | VI | VII | VIII | IX | X | XI | XII |
Stappen | |||||||||||||
0 | 1775 | 1905 | 2056 | 2237 | 2373 | 2304 | 2530 | 2699 | 3044 | 3361 | 4007 | 4270 | 5208 |
1 | 0000 | 0000 | 0000 | 2306 | 2450 | 2410 | 2628 | 2804 | 3153 | 3484 | 4135 | 4420 | 5391 |
2 | 1877 | 2022 | 2184 | 2374 | 2528 | 2514 | 2727 | 2909 | 3262 | 3608 | 4263 | 4570 | 5575 |
3 | 1929 | 2080 | 2248 | 2443 | 2605 | 2628 | 2825 | 3014 | 3372 | 3732 | 4391 | 4721 | 5758 |
4 | 1981 | 2139 | 2312 | 2511 | 2682 | 2763 | 2923 | 3119 | 3481 | 3856 | 4520 | 4871 | 5941 |
5 | 2033 | 2197 | 2376 | 2580 | 2760 | 2954 | 3021 | 3224 | 3590 | 3979 | 4648 | 5021 | 6125 |
6 | 2085 | 2256 | 2440 | 0000 | 0000 | 0000 | 3120 | 3329 | 3700 | 4103 | 4776 | 5171 | 6308 |
7 | 2314 | 2504 | 2717 | 2914 | 3332 | 3218 | 3434 | 3809 | 4227 | 4904 | 5322 | 6492 | |
8 | 2373 | 2569 | 2785 | 2992 | 3513 | 3316 | 3539 | 3919 | 4351 | 5032 | 5472 | 6675 | |
9 | 2633 | 2854 | 3074 | 3594 | 3406 | 3629 | 4010 | 4468 | 5130 | 5616 | 6851 | ||
10 | 0000 | 0000 | 0000 | 3498 | 3721 | 4104 | 4588 | 5230 | 5765 | 7032 | |||
11 | 3245 | 3761 | 3592 | 3815 | 4200 | 4711 | 5333 | 5917 | 7218 | ||||
12 | 3335 | 3848 | 3689 | 3912 | 4298 | 4838 | 5437 | 6073 | 7408 | ||||
13 | 3426 | 3936 | 3789 | 4012 | 4399 | 4969 | |||||||
14 | 3522 | 4027 | 3891 | 4114 | 4501 | ||||||||
15 | 3995 | 4218 | |||||||||||
Maximum | 2085 | 2373 | 2633 | 2922 | 3522 | 4027 | 3995 | 4218 | 4501 | 4969 | 5437 | 6073 | 7408 |
per 01-01-2023 inclusief 2,5%
Schalen | I | II | III | IV | V | VID | VI | VII | VIII | IX | X | XI | XII |
Stappen | |||||||||||||
0 | 0000 | 0000 | 0000 | 2293 | 2432 | 2362 | 2593 | 2766 | 3120 | 3445 | 4107 | 4377 | 5338 |
1 | 1871 | 2012 | 2173 | 2363 | 2512 | 2470 | 2694 | 2874 | 3232 | 3571 | 4238 | 4531 | 5526 |
2 | 1924 | 2072 | 2239 | 2433 | 2591 | 2577 | 2795 | 2982 | 3344 | 3698 | 4370 | 4685 | 5714 |
3 | 1977 | 2132 | 2304 | 2504 | 2670 | 2694 | 2895 | 3089 | 3456 | 3825 | 4501 | 4839 | 5902 |
4 | 2030 | 2192 | 2370 | 2574 | 2749 | 2832 | 2996 | 3197 | 3568 | 3952 | 4633 | 4993 | 6090 |
5 | 2084 | 2252 | 2436 | 2644 | 2829 | 3028 | 3097 | 3304 | 3680 | 4079 | 4764 | 5147 | 6278 |
6 | 2137 | 2312 | 2501 | 2714 | 2908 | 3221 | 3198 | 3412 | 3792 | 4206 | 4895 | 5301 | 6466 |
7 | 2372 | 2567 | 2784 | 2987 | 3415 | 3299 | 3519 | 3904 | 4332 | 5027 | 5455 | 6654 | |
8 | 2432 | 2633 | 2855 | 3066 | 3601 | 3399 | 3627 | 4017 | 4459 | 5158 | 5609 | 6842 | |
9 | 2698 | 2925 | 3151 | 3684 | 3491 | 3719 | 4111 | 4579 | 5259 | 5757 | 7022 | ||
10 | 2995 | 3237 | 3769 | 0000 | 0000 | 0000 | 4702 | 5361 | 5909 | 7208 | |||
11 | 3326 | 3855 | 3682 | 3911 | 4305 | 4829 | 5466 | 6065 | 7398 | ||||
12 | 3418 | 3944 | 3782 | 4010 | 4406 | 4959 | 5573 | 6225 | 7593 | ||||
13 | 3512 | 4035 | 3884 | 4112 | 4509 | 5093 | |||||||
14 | 3610 | 0000 | 0000 | 0000 | 0000 | ||||||||
15 | 4095 | 4324 | |||||||||||
Maximum | 2137 | 2432 | 2698 | 2995 | 3610 | 4128 | 4095 | 4324 | 4614 | 5093 | 5573 | 6225 | 7593 |
Bijlage 1B Loongebouw dansers Het Nationale Ballet
Te allen tijde geldt tenminste het wettelijk minimumloon, naar rato van de omvang van het dienstverband.
- Bedragen in euro’s -
Salarisstap | 1-1-2022 | 1-1-2023 | Adspirant | Corps de | Grand | Eerste | |||
Incl. 3,32% | Incl. 2,5% | Elève | Ballet | Coryphée | Sujet | Solist | Solist | ||
I | II | III | IV | V | VI | ||||
0 | 2.329 | 2.387 | 0 | ||||||
1 | 2.441 | 2.502 | 1 | ||||||
2 | 2.552 | 2.616 | 0 | ||||||
3 | 2.666 | 2.733 | 1 | ||||||
4 | 2.806 | 2.876 | 2 | 0 | |||||
5 | 2.988 | 3.062 | 3 | 1 | |||||
6 | 3.177 | 3.256 | 4 | 2 | |||||
7 | 3.378 | 3.462 | 5 | 3 | 0 | ||||
8 | 3.562 | 3.651 | 6 | 4 | 1 | ||||
9 | 3.658 | 3.750 | 5 | 2 | |||||
10 | 3.753 | 3.847 | 6 | 3 | |||||
11 | 3.846 | 3.942 | 7 | 4 | 0 | ||||
12 | 3.943 | 4.042 | 8 | 5 | |||||
13 | 4.037 | 4.138 | 6 | 1 | |||||
14 | 4.131 | 4.235 | 7 | ||||||
15 | 4.236 | 4.342 | 8 | 2 | |||||
16 | 4.340 | 4.448 | 9 | 3 | |||||
17 | 4.433 | 4.544 | 4 | 0 | |||||
18 | 4.537 | 4.650 | 5 | ||||||
19 | 4.637 | 4.753 | 6 | 1 | |||||
20 | 4.736 | 4.855 | 7 | ||||||
21 | 4.830 | 4.950 | 8 | 2 | |||||
22 | 4.928 | 5.051 | 9 | ||||||
23 | 5.026 | 5.151 | 3 | ||||||
24 | 5.214 | 5.344 | 4 | ||||||
25 | 5.430 | 5.566 | 5 | ||||||
26 | 5.633 | 5.773 | 6 |
Bijlage 2A Functieraster met referentiefuncties
Directie en Bureaustaf | Artistiek | Productie en Techniek | Artistiek Staf | |
XII | 01.01 Artistiek directeur II 01.02 Zakelijk directeur II | |||
XI | 02.01 Choreograaf II 02.02 Regisseur II | |||
X | 01.01 Artistiek directeur I 01.02 Zakelijk directeur I | 02.03 Acteur II 02.04 Dramaturg II | ||
IX | ||||
VIII | 01.03 Hoofd educatie 01.04 Hoofd financiële administratie 01.05 Hoofd marketing en communicatie 01.06 Hoofd sponsoring en fondsenwerving | 02.05 Repetitor/balletmeester | 03.01 Hoofd productie 03.02 Hoofd techniek | 04.01 Hoofd atelier 04.02 Theater-/filmprogrammeur |
VII | 01.07 HR adviseur | 02.01 Choreograaf I 02.02 Regisseur I 02.04 Dramaturg I | 03.03 1e Productieleider 03.04 1e Inspiciënt | 04.03 Assistent artistiek leider |
VI | 01.08 Systeembeheerder | 02.03 Acteur I 02.07 Ontwerper/vormgever | 03.05 Productieleider | 04.04 Muzikaal begeleider 04.05 Regieassistent 04.06 Tourneeleider 04.07 Trainer/dansdocent |
VID | 02.06 Danser* | |||
V | 01.09 Medewerker educatie 01.10 Medewerker financiële administratie 01.11 Medewerker marketing en communicatie 01.12 Medewerker sponsoring en fondsenwerving 01.13 Medewerker acquisitie en verhuur | 03.06 Inspiciënt 03.07 Medewerker productie | ||
IV | 04.08 Medewerker kap en grimeatelier | |||
III | 01.14 Administratief medewerker | 04.09 Kleder | ||
II | 04.10 Kassamedewerker 04.11 Medewerker locatie | |||
I | *Geldt niet voor HNB, zie aparte bijlage |
Bijlage 2B Omschrijvingen van de referentiefuncties
Omschrijvingen van de referentiefuncties
Functie Artistiek directeur 01.01
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van Raad van Toezicht (RvT) Geeft leiding aan artistieke staf
Functiedoel
Ontwikkelen, mede vaststellen en realiseren van de (artistieke) doelstellingen, zodanig dat binnen de artistieke kaders een programma ontstaat dat het voortbestaan van de organisatie ondersteunt.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Strategie - samen met de zakelijk directeur vormen van een visie op de koers van de organisatie en formuleren van het strategisch beleid
- vertalen van strategisch beleid naar meerjarenplan en jaarplannen
- vaststellen van de doelstellingen
- bespreken van beleid/plannen met XxX en, na accordering door XxX, aansturen en bewaken van de realisatie ervan
Artistiek functioneren - opstellen van artistieke (jaar)plannen, vaststellen van
programma, en dergelijke
- werven van artistieke medewerkers, bijwonen van audities, stimuleren van creativiteit
Interne organisatie - aansturen van de artistieke afdelingen
- zorgdragen voor een gezonde artistiek positie
- zorgdragen voor dat de artistieke uitgangspunten worden gewaarborgd
Leidinggeven - zorgen voor een adequate personeelsontwikkeling
- motiveren van medewerkers, beoordelen van de prestaties, bijsturen, instrueren en opleiden (coachen en begeleiden)
- zorgen voor de realisatie van HR-beleid en toepassing van onderliggende personeelssystemen
Artistiek directeur I
Artistiek of zakelijk directeur bij een organisatie met een jaaromzet tot circa € 2 miljoen.
Artistiek directeur II
Artistiek of zakelijk directeur bij een organisatie met een jaaromzet vanaf circa € 2 miljoen.
- toekomst bestendig beleid
- haalbaarheid van de doelstellingen
- haalbaarheid van meerjarenplan (incl. budget)
- mate waarin plannen en omzet gerealiseerd zijn
- resultaat van de onderhandeling
- efficiëntie van de artistieke organisatie
- haalbaarheid artistieke uitgangspunten
- mate van inspirerend leiderschap
- doelrealisatie door medewerkers
- motivatie bij medewerkers
- beschikbaarheid van medewerkers
Functie Zakelijk directeur 01.02
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van Raad van Toezicht (RvT) Geeft leiding aan zakelijke staf
Functiedoel
Ontwikkelen, mede vaststellen en realiseren van de (zakelijke) doelstellingen van de organisatie, zodanig dat binnen richtlijnen een gezonde financiële situatie ontstaat en de organisatie kan voortbestaan.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Strategie - samen met artistieke directeur vormen van een visie op de koers van de organisatie en formuleren van het strategisch beleid
- vertalen van strategisch beleid naar meerjarenplan en jaarplannen
- vaststellen van de doelstellingen
- bespreken van beleid/plannen met XxX en, na accordering door XxX, aansturen en bewaken van de realisatie ervan
- toekomst bestendig beleid
- haalbaarheid van de doelstellingen
- haalbaarheid van meerjarenplan (incl. budget)
Behaalde (financiële) resultaten
- opstellen van (financiële) jaarplannen, budgetten en dergelijke en na goedkeuring bewaken hiervan
- verwerven van financiële middelen bij publieke subsidiënten en private fondsen, onderhouden van contacten en delegeren van de fondsenwerving
- (laten) voeren van commerciële onderhandelingen met klanten en leveranciers
- rapporteren over de financiële situatie
- mate waarin plannen en omzet gerealiseerd zijn
- doorlopen van procedures met kwaliteit
- resultaat van de onderhandeling
Imago en naamsbekendheid - profileren van de organisatie naar buiten
- opbouwen en onderhouden van relevant netwerk, vorm en zakelijk inhoud geven aan samenwerkingsverbanden
- behartigen van de belangen van de organisatie bij de politieke besluitvorming
Interne organisatie - aansturen van het managementteam
- (mede) zorgdragen voor een gezonde financiële positie
- realiseren van beschikbaarheid van faciliteiten
Leidinggeven - zorgen voor een adequate personeelsontwikkeling
- motiveren van medewerkers, beoordelen van de prestaties, bijsturen, instrueren en opleiden (coachen en begeleiden)
- zorgen voor de realisatie van HR-beleid en toepassing van onderliggende personeelssystemen
Zakelijk directeur I
Zakelijk directeur bij een organisatie met een jaaromzet tot circa € 2 miljoen.
Zakelijk directeur II
Zakelijk directeur bij een organisatie met een jaaromzet vanaf circa € 2 miljoen.
- bekendheid van organisatie bij relevante partijen
- beschikbaarheid relevant netwerk
- doeltreffendheid lobbyactiviteiten
- efficiëntie van de interne organisatie
- financiële positie
- mate waarin de faciliteiten de activiteiten ondersteunen
- mate van inspirerend leiderschap
- doelrealisatie door medewerkers
- motivatie bij medewerkers
- beschikbaarheid van medewerkers
Functie Hoofd educatie 01.03
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan medewerkers educatie
Functiedoel
Ontwikkelen en uitvoeren van het educatiebeleid van de organisatie.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Educatiebeleid | - ontwikkelen van het educatiebeleid en/of jaarplan in overleg | - mate waarin het beleid |
met directie | bijdraagt aan doelrealisatie | |
- ontwikkelen van educatieprojecten op basis van vastgesteld | - mate waarin beleid zich laat | |
beleid | vertalen naar concrete acties | |
- plannen, coördineren en evalueren van educatieactiviteiten en | - aanwezigheid van draagvlak | |
projecten | voor beleid | |
Aangestuurde educatie- | - zorgen voor een doelmatige inrichting/organisatie van de | - doelmatigheid |
activiteiten | afdeling | inrichting/organisatie |
- verdelen van de werkzaamheden | - mate waarin doelstellingen | |
- voeren van overleg met medewerkers over de gang van zaken | zijn gerealiseerd | |
- aansturen van de medewerkers in de uitvoering van | - tijdige uitvoering activiteiten | |
werkzaamheden | - doeltreffendheid bijsturing | |
- bewaken van budgetten, bijsturen waar nodig | ||
- rapporteren van resultaten en voortgang | ||
Ontwikkelde educatie- | - onderzoeken van mogelijkheden voor educatiewerk bij | - mate waarin voorgestelde |
activiteiten | producties, in overleg met het artistiek team | activiteiten bijdragen aan |
- doen van voorstellen voor educatieactiviteiten | organisatie | |
- opbouwen en onderhouden van contacten met scholen, | - mate waarin educatie- | |
instellingen en netwerken van waaruit publieksgroepen | activiteiten bijdragen aan de | |
voortkomen | omzet | |
- verzorgen van publiciteit over educatieprojecten, werven van | - beschikbaarheid en | |
publieksgroepen en vastleggen van gemaakte afspraken in | bruikbaarheid van netwerk | |
contracten | - doeltreffendheid publiciteit | |
- verzorgen van de bijbehorende administratieve | ||
werkzaamheden | ||
Leidinggeven | - begeleiden/aansturen van medewerkers | - beschikbaarheid van |
- beoordelen van de prestaties, instrueren, coachen en motiveren | medewerkers | |
- toepassen van HR-richtlijnen en van onderliggende procedures) | - inzetbaarheid van |
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie
medewerkers
- motivatie van medewerkers
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Beloningsdifferentiatie
Het afdelingshoofd werkzaam bij een organisatie met een jaaromzet van meer dan € 2 miljoen en leidinggevend aan meerdere medewerkers en mede verantwoordelijkheid dragend voor het organisatiebeleid, bijvoorbeeld als lid van het managementteam, kan worden ingeschaald in of doorgroeien naar het maximum van schaal IX of X.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Hoofd financiële administratie 01.04
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan medewerkers financiële administratie en administratief medewerkers
Functiedoel
Realiseren van de verzameling, verwerking en analyse van financiële gegevens. Inrichten en laten functioneren van de financiële- en administratieve organisatie.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Aangestuurde administratie - zorgen voor een doelmatige inrichting/organisatie van de
afdeling
- verdelen van de werkzaamheden
- voeren van overleg met medewerkers over de gang van zaken, controleren van de uitvoering
- aansturen van de medewerkers in de uitvoering van werkzaamheden
- doelmatigheid inrichting/organisatie
- mate waarin doelstellingen zijn gerealiseerd
- tijdige uitvoering activiteiten
- doeltreffendheid bijsturing
Gerealiseerde financiële administratie
Verstrekt inzicht in financiële situatie
Inrichting administratieve organisatie en processen
- zorgen voor bijhouden van de financiële administratie, mede uitvoeren van administratieve werkzaamheden
- toezien op de uitvoering van boekhouding en salarisadministratie, controleren en corrigeren
- verzamelen en verwerken van financiële informatie ten behoeve van begrotingen, jaarrekeningen en balansen
- bewaken van de kosten en liquiditeitsontwikkeling
- opstellen van kwartaal- en maandrapportages
- adviseren van budgethouders bij het opstellen en beheren van de budgetten
- adviseren xxx xxxxxxxx (gevraagd/ongevraagd) over de financiële gang van zaken
- begeleiden van controles van de accountant, belastingdienst, UWV en dergelijke
- definiëren van eisen voor de administratieve organisatie
- signaleren en analyseren van ontwikkelingen die gevolgen hebben voor de administratieve organisatie
- (her-)inrichten en actualiseren
- controleren en evalueren
- actualiteit financiële administratie
- correctheid financiële administratie
- juiste en tijdige verwerking en rapportage
- mate van naleving procedures
- juistheid verklaringen
- tevredenheid van accountant
- mate waarin adequate vastlegging en verstrekking van financiële informatie gewaarborgd zijn
- administratieve organisatie voldoet aan in- en externe voorschriften
- effectiviteit en efficiency van procedures en kaders
Leidinggeven - begeleiden/aansturen van medewerkers
- beoordelen van de prestaties, instrueren, coachen en motiveren
- toepassen van HR-richtlijnen en van onderliggende procedures
- beschikbaarheid van medewerkers
- inzetbaarheid van medewerkers
- motivatie van medewerkers
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
Beloningsdifferentiatie
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Het afdelingshoofd werkzaam bij een organisatie met een jaaromzet van meer dan € 2 miljoen en leidinggevend aan meerdere medewerkers en mede verantwoordelijkheid dragend voor het organisatiebeleid, bijvoorbeeld als lid van het managementteam, kan worden ingeschaald in of doorgroeien naar het maximum van schaal IX of X.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Hoofd marketing en communicatie 01.05
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan medewerkers marketing en communicatie
Functiedoel
Ontwikkelen en uitvoeren van het marketing en communicatiebeleid van de organisatie.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Marketing- en | - ontwikkelen van het (meerjaren) marketing- en | - mate waarin het beleid |
communicatiebeleid | communicatiebeleid inclusief budgettering in overleg met | bijdraagt aan de |
directie | doelrealisatie | |
- opstellen van marketingstrategieën voor verschillende | - mate waarin beleid zich laat | |
publiekssegmenten passend bij de diverse producties | vertalen naar concrete acties | |
- plannen, coördineren en evalueren van marketing- en | - aanwezigheid van draagvlak | |
communicatieactiviteiten | voor beleid | |
Aangestuurde marketing en | - zorgen voor een doelmatige inrichting en organisatie van de | - mate waarin doelstellingen |
communicatieactiviteiten | afdeling | zijn gerealiseerd |
- toedelen en coördineren van de werkzaamheden | - doelmatigheid van inrichting | |
- aansturen van de medewerkers bij de uitvoering van | en organisatie | |
werkzaamheden | - kwaliteit en tijdigheid | |
- bewaken van budgetten, bijsturen waar nodig | uitvoering activiteiten | |
- rapporteren over resultaten en voortgang | - doeltreffendheid bijsturing | |
Ontwikkelde marketing- en | - uitwerken van marketing- en communicatie-activiteiten passend | - aansluiting van activiteiten |
communicatieactiviteiten | bij de publiekssegmenten van de diverse producties | op publiekssegmenten |
- opstellen van begroting binnen vooraf bepaald financieel kader, | - haalbaarheid begroting | |
bijsturen waar nodig | - tijdigheid bijsturing | |
- onderhouden van interne en externe netwerken | - kwaliteit en tijdigheid van | |
- geven van voorlichting over het beleid en de ontwikkeling van | (aangepaste) uitwerking | |
de organisatie, | - kwaliteit en effectiviteit van | |
- organiseren van interviews en het woord (laten) voeren namens | netwerk | |
directie | - volledigheid, duidelijkheid en |
Leidinggeven - begeleiden/aansturen van medewerkers
- beoordelen van de prestaties, instrueren, coachen en motiveren
- toepassen van HR-richtlijnen en van onderliggende procedures
timing van voorlichting
- aandacht in media
- beschikbaarheid van medewerkers
- inzetbaarheid van medewerkers
- motivatie van medewerkers
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
Beloningsdifferentiatie
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Het afdelingshoofd werkzaam bij een organisatie met een jaaromzet van meer dan € 2 miljoen en leidinggevend aan meerdere medewerkers en mede verantwoordelijkheid dragend voor het organisatiebeleid, bijvoorbeeld als lid van het managementteam, kan worden ingeschaald in of doorgroeien naar het maximum van schaal IX of X.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Hoofd sponsoring en fondsenwerving 01.06
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan medewerkers sponsoring en fondsenwerving
Functiedoel
Ontwikkelen en realiseren van het sponsoring- en fondsenwervingsbeleid van de organisatie.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Sponsoring- en fondsenwervingsbeleid
Aangestuurde sponsoring- en fondsenwervingsactiviteiten
Ontwikkelde sponsoring- en fondsenwervingsactiviteiten
- ontwikkelen van (meerjaren) strategisch sponsoring-en fondsenwervingsbeleid, mecenaat- en vriendenbeleid in overleg met directie
- plannen, coördineren en evalueren van sponsoring- en fondsenwervingsactiviteiten
- zorgen voor een doelmatige inrichting en organisatie van de afdeling
- toedelen en coördineren van de werkzaamheden
- aansturen van de medewerkers in de uitvoering van werkzaamheden
- bewaken van budgetten, bijsturen waar nodig
- rapporteren over resultaten en voortgang
- initiëren van campagnes en activiteiten gericht op sponsoring, fondsenwerving, mecenaat en vrienden, eventueel in samenwerking met andere afdelingen van de organisatie
- zorgen voor maatwerkvoorstellen, tegenprestaties, evaluaties, onderzoek en analyses
- opstellen van contracten en zorgen voor de financiële afhandeling en eindverantwoording aan begunstigers
- mate waarin het beleid bijdraagt aan doelrealisatie
- effectiviteit van de strategie
- kwaliteit en haalbaarheid van de (jaar) plannen
- inventiviteit en doeltreffendheid van ideeën
- mate waarin doelstellingen zijn gerealiseerd
- doelmatigheid van inrichting en organisatie
- kwaliteit en tijdigheid van uitvoering activiteiten
- doeltreffendheid bijsturing
- bijdragen van sponsors en fondsen, mecenaat en vrienden
- efficiëntie en haalbaarheid van maatwerk en tegenprestaties
- doeltreffendheid van samenwerking met andere afdelingen
- kwaliteit en doeltreffendheid van campagnes
- realisatie financiële doelstellingen
Relatiebeheer - vertegenwoordigen van de organisatie in relevante netwerken en overlegverbanden
- laten participeren en aansturen van sleutelfiguren (in de sector) in sponsoring- en fondsenwervingsactiviteiten
- opbouwen en onderhouden van contacten met (potentiële) begunstigers
Leidinggeven - begeleiden/aansturen van medewerkers
- beoordelen van de prestaties, instrueren, coachen en motiveren
- toepassen van HR-richtlijnen en van onderliggende procedures
- mate waarin relaties aan de organisatie verbonden zijn
- aantal bruikbare contacten
- doeltreffendheid van netwerk
- mate waarin de contacten optimaal worden benut
- beschikbaarheid van medewerkers
- inzetbaarheid van medewerkers
- motivatie van medewerkers
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
Beloningsdifferentiatie
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Het afdelingshoofd werkzaam bij een organisatie met een jaaromzet van meer dan € 2 miljoen en leidinggevend aan meerdere medewerkers en mede verantwoordelijkheid dragend voor het organisatiebeleid, bijvoorbeeld als lid van het managementteam, kan worden ingeschaald in of doorgroeien naar het maximum van schaal IX of X.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie HR-adviseur 01.07
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van (zakelijk) directeur/leider Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Adviseren over en uitvoering geven aan het HR-beleid van de organisatie.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | - Resultaatcriteria |
Advies HR-beleid en | - volgen van ontwikkelingen, interpreteren van de invloed op de | - actualiteit kennis |
-instrumenten | eigen organisatie en medewerkers | - mate waarin wordt voldaan |
- adviseren over HR-beleid, instrumenten en regelingen | aan wettelijke kaders | |
- na goedkeuring uitwerken en implementeren in de organisatie | - kwaliteit advies | |
- doeltreffendheid | ||
instrumenten | ||
Personeelsvoorziening | - mede uitvoeren van het wervings- en selectieproces, adviseren | - tijdige beschikbaarheid van |
over aanstelling en arbeidsvoorwaarden | medewerkers | |
- in overleg met leidinggevenden zorgen voor de | - deskundigheid en | |
beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel | vakbekwaamheid | |
medewerkers | ||
Oplossingen personele | - beoordelen van personele vraagstukken (op het gebied van | - doeltreffendheid van |
vraagstukken | functioneren, opleidingen, arbeidsconflicten, rechtspositionele | oplossingen |
kwesties), achterhalen van de achtergronden en oorzaken | - aanvaardbaarheid van de | |
- afstemmen over oplossingen hiervoor | uitkomst voor partijen | |
- adviseren van medewerkers en directie | - binnen wettelijke kaders | |
Personeelsinformatie | - zorgen voor actuele personeels- en salarisgegevens | - tijdige beschikbaarheid |
- opstellen van managementrapportages, verstrekken van | - betrouwbaarheid |
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
informatie voor het (sociaal) jaarverslag
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Functie Systeembeheerder 01.08
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of afdelingshoofd Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Ontwikkelen en onderhouden van het informatiebeheersysteem van de organisatie.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Werkend systeem | - uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan | - beschikbaarheid van |
systeemsoftware, hardware en randapparatuur | systemen/netwerken | |
- bewaken van performance en capaciteit, nemen van | - mate waarin | |
maatregelen om deze te optimaliseren | systemen/netwerk voldoen | |
- analyseren van problemen, nemen van maatregelen | aan prestatiekenmerken | |
- beveiligen van systemen en data | - toepassing van | |
- zorgen voor passende en actuele systeemsoftware | beveiligingsmaatregelen | |
- gebruikerstevredenheid | ||
Opgeloste incidenten | - analyseren en oplossen van storingen en incidenten | - gebruikerstevredenheid |
- adviseren van gebruikers over oplossing en voorkomen van | - kwaliteit en tijdigheid van | |
storingen en incidenten | opgeloste incidenten | |
Verleende gebruikers- | - geven van aanwijzingen en informatie aan gebruikers, | - duidelijkheid van |
ondersteuning | overdragen van kennis en werkwijzen | kennisoverdracht |
- installeren van werkomgevingen voor gebruikers | - tevredenheid van gebruikers | |
over ondersteuning | ||
Aangepast systeem | - adviseren van directie over ontwikkelingen bij investeringen | - mate waarin systemen |
(computernetwerk, | - zorgen voor aanpassing van het systeem | voldoen aan wensen/eisen |
informatiesysteem) | - installeren en testen | van gebruikers |
- overdragen naar de gebruiker | - tijdige beschikbaarheid |
Bijdrage aan ICT procedures (deelgebied)
Bijgehouden ontwikkelingen op vakgebied
- in samenwerking met directie ontwikkelen van een privacybeleid, zorgdragen voor de naleving
- onderhouden van contacten met leveranciers en uitvoerders van ICT producten en diensten
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met leidinggevende
nieuwe versies/toepassingen
- acceptatie van expertise
- inzicht in ontwikkelingen
- bruikbaarheid contacten met leveranciers
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Functie Medewerker educatie 01.09
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of afdelingshoofd Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Ontwikkelen en uitvoeren van educatieactiviteiten voor verschillende doelgroepen binnen de kaders van het educatiebeleid.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Bijdrage aan educatiebeleid | - leveren van input bij de ontwikkeling van het educatiebeleid | - bruikbaarheid input |
- mede onderzoeken van mogelijkheden voor educatie- | - passende educatie- | |
projecten bij producties, in overleg met het artistiek team en | activiteiten | |
doen van voorstellen voor educatieve activiteiten | ||
Ontwikkelde educatie- | - uitwerken van educatieprojecten en -activiteiten op basis van | - kwaliteit en haalbaarheid van |
activiteiten | vastgesteld beleid | projecten |
- opbouwen en onderhouden van contacten met scholen, | - bruikbaarheid en | |
instellingen en netwerken gericht op bepaalde (potentiële) | beschikbaarheid netwerk | |
publieksgroepen | - doeltreffendheid werving | |
- werven van publieksgroepen voor educatieprojecten | ||
Uitgevoerde educatie | - uitvoeren van educatieprojecten | - kwaliteit van uitvoering van |
- distribueren van publiciteitsmateriaal | projecten | |
- aansturen van betrokkenen bij de uitvoering, zoals | - tijdige distributie | |
theaterdocenten | - doeltreffendheid aansturing | |
- ontvangen en begeleiden van publieksgroepen bij educatie | - geslaagde ontvangst en | |
projecten en voorstellingen | begeleiding | |
- bewaken van budget | ||
Bijgehouden ontwikkelingen op | - bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied | - actualiteit en volledigheid |
vakgebied | - bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de leidinggevende | van ter beschikking zijnde |
kennis
Doorgroei
De medewerker die direct onder de directie valt en volledig verantwoordelijk is voor diens eigen vakgebied en geheel zelfstandig functioneert en naast uitvoerend werk een coördinerende rol vervult en een beleidsmatige bijdrage levert aan de organisatie, kan bij goed functioneren, blijkend uit een beoordeling of functioneringsverslag, na het bereiken van het maximum van schaal V, doorgroeien naar het maximum van schaal VI.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Medewerker financiële administratie 01.10
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd financiële administratie Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Verzorgen van de financiële administratie van de organisatie.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Verzorgde administratie - controleren of de aangeleverde gegevens kloppen
- vragen naar uitleg bij onduidelijkheden aan verantwoordelijke medewerker
- verwerken van gegevens in de administratie volgens voorschriften
- nauwkeurigheid en actualiteit van bijgehouden administraties
Rapportage en analyse | - maken van overzichten, samenvattingen en rapportages - signaleren van knelpunten en deze melden aan leidinggevende of directie | - juistheid van gegevens - tijdigheid van signaleren en melden van knelpunten |
Crediteuren | - verwerken van binnenkomende facturen volgens voorschriften | - juistheid en actualiteit van |
en afstemmen met betrokkenen bij onduidelijkheden in- en | administratie | |
extern | - tijdigheid van betalen | |
- verzorgen van de crediteuren administratie | ||
- gereedzetten voor betaling | ||
Debiteuren | - verwerken van rekeningen/facturen | - juistheid en actualiteit van |
- ophelderen van onduidelijkheden door navraag bij betrokkenen | administratie | |
- verwerken van betalingen in de administratie | - tijdigheid van versturen | |
- bewaken van krediettermijnen, zonodig betalingsherinneringen | betalingsherinneringen en | |
versturen en leidinggevende hierover informeren | innen facturen | |
Bijdrage aan totstandkoming | - voorbereiden en verzorgen van periodieke rapportages | - betrouwbaarheid van |
rapportage | - voorbereiden van belastingaangiften | weergave financiële positie |
- melden van bijzonderheden aan leiding | en resultaten | |
- zonodig betrekken van externe partijen bij de voorbereiding | - tijdige afstemming met | |
- bespreken met leidinggevende van concepten | leiding | |
Verzorgde afdrachten | - opmaken en afstemmen van afdrachten van belastingen, | - correctheid afdrachten |
(verzekerings-)premies en dergelijke
Doorgroei
De medewerker die direct onder de directie valt en volledig verantwoordelijk is voor diens eigen vakgebied en geheel zelfstandig functioneert en naast uitvoerend werk een coördinerende rol vervult en een beleidsmatige bijdrage levert aan de organisatie, kan bij goed functioneren, blijkend uit een beoordeling of functioneringsverslag, na het bereiken van het maximum van schaal V, doorgroeien naar het maximum van schaal VI.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Medewerker marketing en communicatie 01.11
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd marketing en communicatie Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Ontwikkelen en uitvoeren van marketing- en communicatiewerkzaamheden.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Bijdrage aan marketing- en | - leveren van input bij de ontwikkeling van marketing en | - bruikbaarheid input |
communicatiebeleid | communicatiebeleid | - passende |
- mede ontwikkelen van marketingstrategieën voor | marketingstrategieën | |
verschillende publiekssegmenten in overleg met de | ||
leidinggevende | ||
Ontwikkelde marketing en | - uitwerken marketing- en communicatieactiviteiten op basis van | - kwaliteit en haalbaarheid |
communicatieactiviteiten | vastgesteld beleid en budget | activiteiten |
- opbouwen en onderhouden van contacten met diverse | - bruikbaarheid en | |
relatiegroepen waaronder pers, media en theaters | beschikbaarheid netwerk | |
- werven van publieksgroepen voor voorstellingen | - doeltreffendheid werving | |
Uitgevoerde marketing en | - plannen en uitvoeren van marketing en communicatie- | - kwaliteit van uitvoering van |
communicatie | activiteiten | activiteiten |
- aansturen en coördineren drukkers, vormgevers, fotografen en | - tijdige planning en uitvoering | |
dergelijke | - doeltreffendheid aansturing | |
- opstellen van teksten voor communicatiemiddelen zoals | - kwaliteit teksten | |
website, sociale media, mailingen, nieuwsbrieven en dergelijke | - geslaagde ontvangst en | |
- ontvangen en begeleiden van publiek en genodigden bij | begeleiding | |
voorstellingen | ||
- bewaken van budget | ||
Bijgehouden ontwikkelingen op | - bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied | - actualiteit en volledigheid |
vakgebied | - bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de leidinggevende | van ter beschikking zijnde |
kennis |
Doorgroei
De medewerker die direct onder de directie valt en volledig verantwoordelijk is voor diens eigen vakgebied en geheel zelfstandig functioneert en naast uitvoerend werk een coördinerende rol vervult en een beleidsmatige bijdrage levert aan de organisatie, kan bij goed functioneren, blijkend uit een beoordeling of functioneringsverslag, na het bereiken van het maximum van schaal V, doorgroeien naar het maximum van schaal VI.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Medewerker sponsoring en fondsenwerving 01.12
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd sponsoring en fondsenwerving Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Ontwikkelen en uitvoeren van sponsoring- en fondsenwervingswerkzaamheden.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Bijdrage aan sponsoring- en | - leveren van input bij de ontwikkeling van sponsoring en | - bruikbaarheid input |
fondsenwervingsbeleid | fondsenwervingsbeleid, mecenaat en xxxxxxxxxxxxxx | |
Ontwikkelde sponsoring- en | - uitwerken sponsoring- en fondsenwervingsactiviteiten op basis | - kwaliteit en haalbaarheid |
fondsenwervingsactiviteiten | van vastgesteld beleid en budget | activiteiten |
- opbouwen en onderhouden van contacten met relevante | - bruikbaarheid en | |
relaties en netwerken | beschikbaarheid netwerk | |
Uitgevoerde sponsoring en | - plannen en uitvoeren van campagnes en activiteiten gericht op | - kwaliteit van uitvoering van |
fondsenwerving | sponsoring en fondsenwerving, eventueel samen met | activiteiten |
medewerkers van andere afdelingen van de organisatie | - tijdige planning en uitvoering | |
- uitwerken van maatwerkvoorstellen, tegenprestaties en | - kwaliteit uitwerking | |
evaluaties, in overleg met leidinggevende | maatwerkvoorstellen, | |
- bewaken van budget | tegenprestaties en | |
evaluaties | ||
Bijgehouden ontwikkelingen op | - bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied | - actualiteit en volledigheid |
vakgebied | - bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de leidinggevende | van ter beschikking zijnde |
kennis |
Doorgroei
De medewerker die direct onder de directie valt en volledig verantwoordelijk is voor diens eigen vakgebied en geheel zelfstandig functioneert en naast uitvoerend werk een coördinerende rol vervult en een beleidsmatige bijdrage levert aan de organisatie, kan bij goed functioneren, blijkend uit een beoordeling of functioneringsverslag, na het bereiken van het maximum van schaal V, doorgroeien naar het maximum van schaal VI.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Medewerker acquisitie en verhuur 01.13
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd bedrijfsvoering/acquisitie Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Ontwikkelen en uitvoeren van commerciële activiteiten, acquisitie en verhuur.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Bijdrage aan commercieel | - leveren van input voor bedrijfseconomische en | - bruikbaarheid input |
beleid, acquisitie en verhuur | organisatorische exploitatie | - passende commerciële |
- mede ontwikkelen van commerciële strategieën voor | strategieën | |
verschillende publiekssegmenten in overleg met de | ||
leidinggevende | ||
Ontwikkelde commerciële | - uitwerken commerciële activiteiten en serviceverlening op | - effectiviteit en haalbaarheid |
activiteiten en serviceverlening | basis van vastgesteld beleid en budget | activiteiten |
- opbouwen en onderhouden van contacten met externe | - bruikbaarheid en | |
dienstverleners, leveranciers, (nieuwe) huurders en | beschikbaarheid netwerk | |
gebruikers | - doeltreffendheid acquisitie | |
- opstellen van acquisitieprospects | ||
Uitgevoerde commerciële | - zorgen voor verhuur van (zaal)ruimtes, faciliteiten en | - kwaliteit van uitvoering van |
activiteiten en serviceverlening | aanvullende diensten | activiteiten |
- plannen en uitvoeren van overige commerciële activiteiten | - tijdige planning en uitvoering | |
- aansturen van betrokkenen bij de uitvoering, zoals | - doeltreffendheid aansturing | |
medewerkers publiekservice | - juistheid administratie | |
- uitwerken van contracten, offertes en dergelijke in overleg | ||
met de leidinggevende | ||
- administreren van inkoop/verkoop/verhuur met betrekking tot | ||
bedrijfsmiddelen en ruimtes | ||
- bewaken van budget | ||
Bijgehouden ontwikkelingen op | - bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied | - actualiteit en volledigheid |
vakgebied | - bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de leidinggevende | van ter beschikking zijnde |
kennis |
Doorgroei
De medewerker die direct onder de directie valt en volledig verantwoordelijk is voor diens eigen vakgebied en geheel zelfstandig functioneert en naast uitvoerend werk een coördinerende rol vervult en een beleidsmatige bijdrage levert aan de organisatie, kan bij goed functioneren, blijkend uit een beoordeling of functioneringsverslag, na het bereiken van het maximum van schaal V, doorgroeien naar het maximum van schaal VI.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Administratief medewerker 01.14
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van hoofd financiële administratie Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Uitvoeren van administratieve en secretariële werkzaamheden.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Geregistreerde gegevens | - beheren van gegevensbestanden, aanpassen op basis van aangeleverde en verzamelde gegevens - bijhouden van statistieken | - actualiteit en juistheid van gegevens - snelheid van aanpassen |
Verzorgde communicatie | - verzorgen van mailingen | - correctheid mailingen en |
(schriftelijk) | - verzorgen van correspondentie volgens instructie | correspondentie |
Verzorgde secretariële ondersteuning | - beheren van het archief | - actualiteit van archief - toegankelijkheid van archief |
Verleende ondersteuning | - uitvoeren van ondersteunende werkzaamheden voor de financiële afdeling of andere afdeling | - tevredenheid over ondersteuning |
Functie Choreograaf 02.01
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan artistiek team, dansers/uitvoerenden, productie en techniek voor wat betreft de artistieke uitvoering van de productie
Functiedoel
Realiseren van het ontwerp voor dans en/of bewegingsmateriaal voor podiumkunstproducties binnen de overeengekomen artistieke, technische en zakelijke kaders van de opdracht.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Ontwikkeld artistiek concept - maken van afspraken met directie/producent over de
randvoorwaarden van de opdracht
- ontwikkelen van productie-ideeën
- vinden van bronmateriaal, waaronder muziek met betrekking tot de productie-ideeën
- ontwikkelen van een artistieke concept binnen de gegeven randvoorwaarden in samenwerking met het artistiek team
Uitgewerkte choreografie - uitwerken van het artistieke concept
- concretiseren van het concept naar (dans)rollen, cast en bewegingsmateriaal en naar ideeën over vormgeving (decor, kostuums, licht en geluid)
- opstellen van planning voor de realisatie van het concept in samenwerking met betrokken partijen
- uitdragen van visie op de (interpretatie van de) choreografie naar het artistiek en technisch team
- aansturen van de dansers in het (mede)ontwikkelen en uitvoeren van het bewegingsmateriaal/de choreografie
- instrueren van trainers/dansdocenten
- opleveren van de choreografie
Artistieke prestaties - choreograferen van (dans)producties in samenwerking met alle
betrokken partijen (artistiek team, technisch team en cast)
- coachen van de dansers op hun artistieke prestaties en interpretaties in de choreografie
- zorgen voor samenwerking met en binnen het artistieke team (begeleiden, adviseren en informeren)
- bewaken en bijsturen van de uitvoering gericht op het behoud van de artistieke kwaliteit van de choreografie
Bijdrage aan representatie - verrichten van representatieve taken ten behoeve van de
publiciteit en fondsenwerving
- deelnemen aan (na)gesprekken, verzorgen van lezingen, geven van interviews, workshops, rondleidingen en dergelijke in het kader van educatie en publiciteit
- geschiktheid en haalbaarheid van ideeën
- aansluiting van concept op productie-opdracht
- effectiviteit van samenwerking binnen het team
- bruikbaarheid uitwerking concept
- effectiviteit van samenwerking en overdracht visie
- tijdige planning en oplevering van choreografie
- artistieke kwaliteit van uitgewerkte choreografie
- kwaliteit van de uitvoering
- doeltreffendheid coaching
- effectiviteit van de samenwerking en bijsturing
- behoud artistieke kwaliteit
- mate waarin gezelschap zich gerepresenteerd voelt
- bijdrage aan bekendheid gezelschap/productie
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
Choreograaf I
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Choreograaf van kleinschalige producties op wie de voorwaarden genoemd bij Choreograaf II niet van toepassing zijn.
Choreograaf II
Choreograaf met jarenlange ervaring die na het bereiken van het maximumsalaris van Choreograaf I eindverantwoordelijk is voor grootschalige producties met een technisch en/of artistiek team van meer dan 16 medewerkers.
Functie Regisseur 02.02
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan artistiek team, acteurs, productie en techniek voor wat betreft de artistieke uitvoering van de productie
Functiedoel
Realiseren van het totale artistieke concept van podiumkunstproducties binnen de overeengekomen artistieke, technische en zakelijke kaders van de opdracht.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Ontwikkeld artistiek concept | - maken van afspraken met directie/producent over de | - geschiktheid en haalbaarheid |
randvoorwaarden van de opdracht | van ideeën | |
- ontwikkelen van productie-ideeën | - aansluiting van concept op | |
- vinden van bronmateriaal, referenties en informatie met | productie-opdracht | |
betrekking tot de productie-ideeën | - effectiviteit van | |
- ontwikkelen van een artistieke concept binnen de gegeven | samenwerking binnen het | |
randvoorwaarden in samenwerking met het artistiek team | team | |
Uitgewerkte regie | - uitwerken van het artistieke concept | - bruikbaarheid uitwerking |
- concretiseren van het concept naar (acteer)rollen, cast en naar | concept | |
ideeën over vormgeving (decor, kostuums, licht en geluid) | - effectiviteit van | |
- opstellen van planning voor de realisatie van het concept in | samenwerking en overdracht | |
samenwerking met betrokken partijen | visie | |
- uitdragen van visie op de (interpretatie van de) productie naar | - tijdige planning en oplevering | |
het artistiek en technisch team | productie | |
- aansturen van acteurs in het (mede)ontwikkelen en uitvoeren | - artistieke kwaliteit van | |
van de regie/productie | uitgewerkte regie | |
- instrueren van de regieassistent | ||
- opleveren van de geregisseerde productie | ||
Artistieke prestaties | - regisseren van producties in samenwerking met alle betrokken | - kwaliteit van de uitvoering |
partijen (artistiek team, technisch team en cast) | - doeltreffendheid coaching | |
- coachen van de acteurs op hun artistieke prestaties en | - effectiviteit van de | |
interpretaties in de productie | samenwerking en bijsturing | |
- zorgen voor samenwerking met en binnen het artistieke team | - behoud artistieke kwaliteit |
(begeleiden, adviseren en informeren)
- bewaken en bijsturen van de uitvoering gericht op het behoud van de artistieke kwaliteit van de productie
Bijdrage aan representatie - verrichten van representatieve taken ten behoeve van de
publiciteit en fondsenwerving
- deelnemen aan (na)gesprekken, verzorgen van lezingen, geven van interviews, workshops, rondleidingen en dergelijke in het kader van educatie en publiciteit
- mate waarin organisatie zich gerepresenteerd voelt
- bijdrage aan bekendheid organisatie/productie
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
Regisseur I
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Regisseur van kleinschalige producties op wie de voorwaarden genoemd bij Regisseur II niet van toepassing zijn.
Regisseur II
Regisseur met jarenlange ervaring die na het bereiken van het maximumsalaris van Regisseur I en eindverantwoordelijk is voor grootschalige producties met een technisch en/of artistiek team van meer dan 16 medewerkers.
Functie Acteur 02.03
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie, regisseur en/of collectief Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Vertolken en mede creëren van één of meerdere rollen in een podiumkunstproductie binnen de richtlijnen van de regisseur en/of choreograaf.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Mede ontwikkelde rol(len) en productie
Uitgevoerde rol(len) in productie
Bijgehouden vakbekwaamheid en ontwikkelingen op vakgebied
- bestuderen, analyseren en (mede) creëren van de productie en de te vertolken rollen binnen de (collectieve) regievisie
- zich eigen maken en mede vormgeven van de regievisie in de productie
- repeteren, afstemmen en integreren van eigen rollen in de
productie(onderdelen) en met die van collega’s
- zorgen voor een uiterlijk passend bij de rol(len) volgens de gegeven richtlijnen, meewerken aan kostuumdoorpas en opvolgen van kap- en grime instructies
- acteren, uitvoeren/vertolken van de rol(len) met inzet van artistieke expertise en vaktechnische beheersing
- bijhouden van de conditie van de stem en het lichaam
- bijhouden van ontwikkelingen op vakgebied
- bijscholen op artistiek gebied
- bruikbaarheid artistieke inbreng en invulling
- mate van voorbereiding van rol(len) voor repetities
- doeltreffendheid samenwerking met regisseur
- artistieke kwaliteit, uitstraling en overtuigingskracht
- beheersing vaktechniek
- doeltreffendheid samenwerking met andere uitvoerenden
- artistieke en technische inzetbaarheid in (nieuwe) producties
- voortgang theatrale ontwikkeling
- op peil gehouden fysieke conditie
Bijdrage aan representatie - verrichten van representatieve taken ten behoeve van publiciteit
en fondsenwerving
- deelnemen aan (na)gesprekken, geven van interviews, workshops, demonstraties en dergelijke in het kader van educatie en publiciteit
- mate van waardering voor de representatie, intern en extern
- bijdrage aan bekendheid organisatie/productie
Acteur I
Acteur met het diploma van een hbo-opleiding (toneel- of kleinkunstacademie) dan wel een acteur die naar het oordeel van de directie een hiermee gelijk te stellen (buitenlandse) opleiding of niveau heeft dan wel een acteur die tenminste zes jaar ervaring heeft in professionele producties.
Acteur II
Acteur met jarenlange ervaring die na het bereiken van het maximumsalaris van Acteur I, grote rollen speelt in grote producties of dragende rollen in kleine producties.
Doorgroei acteur II
Een acteur II die nagenoeg alleen hoofdrollen vervult kan, mede op basis van gezelschapsbeleid, bij bijzonder goed presteren en/of het vervullen van prominente rollen doorgroeien naar het maximum van schaal XII.
Regietoeslag
De acteur, die incidenteel een regie doet, krijgt gedurende de periode, dat deze de functie van regisseur vervult (voorbereiding, repetities en eventueel nazorg), een toeslag per maand ter grootte van twee salarisstappen boven het tredenummer waarop betrokkene op dat moment als acteur is ingeschaald.
Functie Dramaturg 02.04
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd dramaturgie Xxxxx leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Verzorgen van de artistiek-inhoudelijke begeleiding gedurende het proces waarin een productie tot stand komt.
Resultaatverwachting | ||
Resultaatgebieden | Kernactiviteiten | Resultaatcriteria |
Ontwikkeld artistiek inhoudelijk | - adviseren van directie over keuzes in het artistiek inhoudelijk | - kwaliteit van advisering over |
beleid | beleid, reflecteren en verslagleggen in het besluitvormend | artistiek inhoudelijk beleid |
proces | ||
Onderzoek en ontwikkeling in | - zoeken naar nieuwe stukken of artistieke concepten, | - kwaliteit van onderzoek en |
voorbereiding totstandkoming | beoordelen en adviseren van de regisseur hierover | informatie |
productie | - volgen van het werk van acteurs, regisseurs, schrijvers en | - mate waarin keuzebepaling |
vormgevers | onderbouwd en bevorderd | |
- verzamelen, analyseren en selecteren van teksten en andere | wordt | |
informatie ten behoeve van de keuze van stukken en artistieke | - doeltreffendheid aansturing | |
uitgangspunten voor de regie/scenografie | schrijver of vertaler | |
- nagaan of de benodigde auteursrechtelijke toestemming (van | ||
schrijver, vertaler, regisseur) verkregen kan worden | ||
- inhoudelijk en functioneel aansturen van toneelschrijver of – | ||
vertaler (indien bij de productie betrokken) | ||
- ontwikkelen van de artistiek-inhoudelijke basis voor | ||
samenwerking met een gastregisseur | ||
Geadviseerde artistieke | - adviseren van de regisseur bij het maken van artistieke keuzes | - kwaliteit en bruikbaarheid |
medewerkers | in het productieproces | advies |
- beoordelen en bespreken van de artistiek-inhoudelijke | - mate waarin vaknormen | |
ontwikkeling van de productie gedurende het repetitieproces, | worden gehandhaafd | |
bewaken van de artistieke uitgangspunten | - doeltreffendheid sturing op | |
- aanleveren van achtergrondinformatie ten behoeve van het | handhaving artistieke | |
hanteren van de artistieke uitgangspunten | uitgangspunten | |
Gedeelde kennis en inzichten | - zorgen voor de inhoudelijke informatie voor medewerkers | - bruikbaarheid inhoudelijke |
communicatie, educatie en fondsenwerving | kennisoverdracht | |
- schrijven van teksten voor intern en/of extern gebruik | - geslaagde inhoudelijke | |
- archiveren van (gespeelde) teksten en secundaire materialen | ondersteuning | |
die gebruikt zijn in het repetitieproces | - kwaliteit en juistheid teksten | |
Zicht op ontwikkelingen in het | - bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied | - actualiteit en volledigheid |
vakgebied | - bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de | van ter beschikking zijnde |
directie/regisseurs | kennis |
Dramaturg I
(Productie-)dramaturg op wie de voorwaarden genoemd bij Dramaturg II niet van toepassing zijn.
Dramaturg II
Dramaturg met jarenlange ervaring die, nadat het maximumsalaris van Dramaturg I is bereikt, belast is met leidinggeven aan meerdere medewerkers en/of op wie de resultaatgebieden ‘ontwikkeld beleid’ en ‘’onderzoek en ontwikkeling’ van toepassing zijn en/of die een binnen- of buitenlandse (gast-)regisseur artistiek-inhoudelijk begeleidt in grootschalige, complexe producties.
Functie Repetitor/balletmeester 02.05
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van artistiek directeur
Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Overdragen van (bestaande) choreografieën aan dansers.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Bijdrage aan ontwikkeling choreografie en artistiek beleid
Begeleiding dansers tijdens voorstelling/tournees
Geselecteerde en in voorstelling geplaatste dansers
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
- repeteren van bestaande choreografieën/repertoire in overleg met de artistiek directeur
- assisteren van choreografen tijdens het creatieproces van nieuwe choreografieën
- inhuren van dansdocenten voor de trainingslessen, informeren over choreografie en artistiek beleid
- begeleiden van dansers tijdens tournees
- geven xxx xxxxxxxxxxxxxxx tijdens (internationale) tournees
- geven van aanwijzingen aan dansers met betrekking tot de artistieke en danstechnische uitvoering van choreografieën tijdens voorstellingen/tournees
- bijdragen aan de selectie van dansers tijdens audities
- adviseren van choreograaf/artistiek directeur over het casten van dansers
- opstellen van de (dagelijkse) werk- en repetitieroosters in overleg met de choreograaf/artistiek directeur
- afstemmen van de roosters binnen de organisatie en zorgen voor communicatie naar de dansers
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie/choreografen
- doeltreffendheid overdracht
- conformiteit aan artistieke visie
- kwaliteit didactische aanpak
- doeltreffendheid begeleiding
- conformiteit aan artistieke visie
- kwaliteit didactische aanpak
- kwaliteit bijdrage aan formatie en selectie
- effectiviteit van verloop artistiek werkproces
- tijdigheid en helderheid communicatie
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Functie Danser 02.06
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie, choreograaf en/of collectief Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Dansen en mede creëren van één of meerdere rollen in een choreografie/podiumkunstproductie binnen de richtlijnen van de choreograaf en/of regisseur.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Mede ontwikkelde rol(len) en productie
Uitgevoerde rol(len) in productie
Bijgehouden vakbekwaamheid en ontwikkelingen op vakgebied
- bestuderen, analyseren en (mede) creëren van de productie en de te vertolken rollen in de choreografie
- zich eigen maken en mede vormgeven van bewegingsstijl en dansidioom van de choreograaf
- repeteren, afstemmen en integreren van eigen rollen in de choreografie(-onderdelen) en met die van collega’s
- zorgen voor een uiterlijk passend bij de rol(len) volgens de gegeven richtlijnen, meewerken aan kostuumdoorpas en opvolgen van kap- en grime instructies
- dansen, uitvoeren/vertolken van de rol(len) met de inzet van artistieke expertise en vaktechnische beheersing
- bijhouden van danstechnische vaardigheden en fysieke conditie, onder meer door deelname aan trainingslessen
- bijhouden van ontwikkelingen op vakgebied
- bijscholen op artistiek gebied
- bruikbaarheid artistieke inbreng en invulling
- mate van voorbereiding van rol(len) voor repetities
- doeltreffendheid samenwerking met choreograaf
- artistieke kwaliteit en overtuiging
- mate van samenwerking
- artistieke en fysieke inzetbaarheid in (nieuwe) producties
- voortgang danstechnische ontwikkeling
- op peil gehouden fysieke conditie
Bijdrage aan representatie - verrichten van representatieve taken ten behoeve van de
publiciteit en fondsenwerving
- deelnemen aan (na)gesprekken, geven van interviews, workshops, demonstraties en dergelijke in het kader van educatie en publiciteit
- mate van waardering voor de representatie, intern en extern
- bijdrage aan bekendheid organisatie/productie
Doorgroei danser
Een danser die nagenoeg alleen hoofdrollen danst kan, mede op basis van gezelschapsbeleid, bij bijzonder goed presteren en/of het vervullen van prominente rollen doorgroeien naar het maximum van schaal X.
Functie Ontwerper/vormgever 02.07
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van regisseur en/of choreograaf Xxxxx leiding aan bouwers (functioneel)
Functiedoel
Vormgeven van het creatieve ontwerp binnen eigen vakdomein(en) – licht, geluid, decor, kostuums, film/video - ten behoeve van podiumproducties naar het concept van regisseur/choreograaf en binnen de grenzen van de productie.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Ontwikkelde scènebeelden/ ontwerpen
- bestuderen van toegewezen producties, interpreteren van xxxxx, inhoud, interpretaties en gevoeligheden van de productie en de verschillende scènes
- ontwikkelen van scènebeelden/ontwerpen in nauwe samenwerking met regisseur/choreograaf en/of het artistiek team
- creativiteit van ontwerp
- aansluiting van beelden/ontwerpen op richtlijnen
- kwaliteit van de samenwerking
Technische realisatie ontwerp - uitwerken van ontwerp(en) op basis van richtlijnen en
specificaties, rekening houdend met de praktische uitvoerbaarheid waaronder mogelijk reizen
- afstemmen over uitvoerbaarheid en technische realisatie van het ontwerp met de techniek en productieleiding
- opstellen van planning voor de technische uitvoering in overleg met de regisseur/ choreograaf en/of productieleiding
- inzicht geven in het ontwerp door middel van het maken van
tekeningen, foto’s en maquettes
- vaststellen van benodigde materialen rekening houdend met de eigenschappen ervan
- bewaken van het beschikbare budget, bijsturen waar nodig
- haalbaarheid ontwerp en planning
- inzichtelijkheid ontwerp
- mate waarin materialen op verantwoorde wijze worden ingezet
- tijdige bijsturing op kosten
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie/regisseurs/choreografen
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Functie Hoofd productie 03.01
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan productieleiders en medewerkers productie
Functiedoel
Ontwikkelen en realiseren van de productieplanning en alle daarbij horende werkzaamheden op basis van artistieke concepten en ideeën.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Aangestuurde en georganiseerde productieactiviteiten
Gerealiseerde productieplanning
- zorgen voor een doelmatige inrichting en organisatie van de afdeling
- toedelen en coördineren van de werkzaamheden
- aansturen van medewerkers bij de uitvoering van werkzaamheden
- bewaken van budgetten, bijsturen waar nodig
- rapporteren over resultaten en voortgang
- vertalen van xxxxxx en eisen van het artistieke team naar productieactiviteiten en benodigdheden
- ter goedkeuring voorleggen van productieplan aan directie
- opstellen van begroting binnen vooraf bepaald financieel kader, bijsturen waar nodig
- begeleiden van het montageproces, (laten) doen van benodigde aanpassingen
- mate waarin doelstellingen zijn gerealiseerd
- doelmatigheid van inrichting en organisatie
- kwaliteit en tijdigheid uitvoering activiteiten
- doeltreffendheid budgetbeheer
- aansluiting op artistieke wensen en eisen
- haalbaarheid begroting
- tijdigheid bijsturing
- mate waarin planning wordt gerealiseerd
Gehandhaafde veiligheid - (mede) opstellen van risico-inventarisaties en –evaluaties van
productie
- toezien op en naleven van Arbowet- en regelgeving
Leidinggeven - begeleiden/aansturen van medewerkers
- beoordelen van de prestaties, instrueren, coachen en motiveren
- toepassen van HR-richtlijnen en van onderliggende procedures
- correctheid RIE’s
- mate waarin veilig gewerkt wordt
- beschikbaarheid van medewerkers
- inzetbaarheid van medewerkers
- motivatie van medewerkers
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
Beloningsdifferentiatie
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie/regisseurs/choreografen
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Het afdelingshoofd werkzaam bij een organisatie met een jaaromzet van meer dan € 2 miljoen en leidinggevend aan meerdere medewerkers en mede verantwoordelijkheid dragend voor het organisatiebeleid, bijvoorbeeld als lid van het managementteam, kan worden ingeschaald in of doorgroeien naar het maximum van schaal IX of X.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie Hoofd techniek 03.02
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie
Geeft leiding aan (1e) inspiciënten
Functiedoel
Realiseren en beheren van de theatertechnische processen en werkzaamheden van de organisatie.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Aanstuurde theatertechnische werkzaamheden
- zorgen voor een doelmatige inrichting en organisatie van de afdeling
- toedelen en coördineren van de werkzaamheden
- aansturen van medewerkers bij de uitvoering van werkzaamheden
- bewaken van budgetten, bijsturen waar nodig
- rapporteren over resultaten en voortgang
- mate waarin doelstellingen zijn gerealiseerd
- doelmatigheid van inrichting en organisatie
- kwaliteit en tijdigheid uitvoering werkzaamheden
- doeltreffendheid budgetbeheer
Gerealiseerde theatertechniek - vertalen van wensen en eisen van artistieke teams naar
begrotingen en investeringsplannen
- techniekplannen toelichten en ter goedkeuring voorleggen aan directie
- opstellen van begroting binnen vooraf bepaald financieel kader, bijsturen waar nodig
- voorbereiden van voorstellingen door afstemming met technische afdeling van theaters en leveranciers
- begeleiden montageproces (opbouw), benodigde aanpassingen (laten) doen
- realiseren van opbouw, beheer en functioneren van de theatertechnische inventaris, uitwerken goedgekeurde investeringsvoorstellen en coördineren van de realisering
Gehandhaafde veiligheid - (mede) opstellen van risico-inventarisaties en –evaluaties van de techniek in producties
- toezien op en naleven van Arbowet- en regelgeving
Leidinggeven - begeleiden/aansturen van medewerkers
- beoordelen van de prestaties, instrueren, coachen en motiveren
- toepassen van HR-richtlijnen en van onderliggende procedures
- aansluiting op artistieke wensen en eisen
- haalbaarheid begroting
- tijdigheid bijsturing
- kwaliteit en tijdigheid van (aangepaste) techniek
- mate waarin planning wordt gerealiseerd
- correctheid RIE’s
- mate waarin veilig gewerkt wordt
- beschikbaarheid van medewerkers
- inzetbaarheid van medewerkers
- motivatie van medewerkers
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
Beloningsdifferentiatie
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie/regisseurs/choreografen
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Het afdelingshoofd werkzaam bij een organisatie met een jaaromzet van meer dan € 2 miljoen en leidinggevend aan meerdere medewerkers en mede verantwoordelijkheid dragend voor het organisatiebeleid, bijvoorbeeld als lid van het managementteam, kan worden ingeschaald in of doorgroeien naar het maximum van schaal IX of X.
Bij de inpassing in de nieuwe salarisschaal wordt de werknemer op het naast-hogere salarisbedrag in de nieuwe schaal geplaatst.
Functie 1e Productieleider 03.03
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd productie
Geeft leiding aan meerdere medewerkers productie (functioneel)
Functiedoel
Realiseren van een productieplan en aansturen van een of meerdere productieprocessen op basis van artistieke concepten en ideeën.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Gerealiseerde productieplanning en gecoördineerd productiewerk
- vertalen van xxxxxx en eisen van het artistiek team naar productieactiviteiten en –benodigdheden
- ter goedkeuring voorleggen van productieplan aan de leidinggevende
- zorgen voor planning en dienstroosters voor de uitvoering van productiewerkzaamheden
- opstellen van begrotingen binnen vooraf bepaalde financiële kaders, bijsturen waar nodig
- zorgen voor en begeleiden van voorbereidende productionele werkzaamheden
- aansluiting op artistieke wensen en eisen
- haalbaarheid begroting
- tijdigheid bijsturing
- doelmatigheid planning
- kwaliteit en tijdigheid van (voorbereid) productieplan
Ondersteunde productie - plannen, regelen en (laten) uitvoeren van productionele
werkzaamheden, bijsturen waar nodig
- aansturen van en samenwerken met medewerkers bij de uitvoering van werkzaamheden
- signaleren en oplossen van productionele problemen
Gehandhaafde veiligheid - (mede) opstellen van risico-inventarisaties en –evaluaties van
producties
- toezien op en naleven van Arbowet- en regelgeving
- tijdigheid planning en bijsturing
- kwaliteit uitvoering
- mate van samenwerking
- doeltreffendheid probleemoplossing
- correctheid RIE’s
- mate waarin veilig gewerkt wordt
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie/regisseurs/choreografen
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Functie 1e Inspiciënt 03.04
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd techniek Geeft leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Coördineren en (laten) uitvoeren van theatertechnische werkzaamheden voor een productie, zowel bij de totstandbrenging als bij de uitvoering de productie.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Gecoördineerde theatertechniek ten behoeve van een productie
Functionerende techniek tijdens voorstelling
- afstemmen met leidinggevende en/of het artistiek team over de gewenste technische faciliteiten
- zorgen voor doelmatige planning en dienstroosters voor technische werkzaamheden
- toedelen en coördineren van de werkzaamheden van inspiciënten en eventuele assistenten
- zorgen voor soepel verloop van de productie op technisch gebied
- signaleren van problemen op de werkvloer en zorgen voor probleemoplossende maatregelen
- fungeren als eerste aanspreekpunt en klankbord voor inspiciënten en eventuele assistenten
- mede bedienen van technische installaties tijdens de voorstelling
- instrueren theatertechnisch personeel en andere betrokkenen
- volledigheid inzicht in technische behoeften en mogelijkheden
- kwaliteit uitwerking en opbouw
- functioneren van technische installaties
- doeltreffendheid van oplossingsgericht handelen
- timing en kwaliteit uitvoering
- technische controle over voorstelling
- soepel verlopende samenwerking
Bijkomende werkzaamheden - zorgen voor (laten) opbouwen/afbreken van de technische
faciliteiten
- zorgen voor laden/lossen/vervoeren van decors, technische installaties en hulpmiddelen
- zorgen voor archiveren en opslaan van materieel en documenten zoals draaiboeken, handleidingen, tekeningen, foto’s, lichtplannen
Gehandhaafde veiligheid - zorgen voor naleving van brandweer- en
veiligheidsvoorschriften
- toezien op en naleven van Arbowet- en regelgeving
- efficiëntie van uitvoeren van werkzaamheden
- beschikbaarheid voor toekomst
- (her)bruikbaarheid
- mate waarin veilig gewerkt wordt
Bijgehouden ontwikkelingen op vakgebied
- bijhouden van ontwikkelingen op vakgebied
- bijscholen op technisch vakgebied
- bijhouden van vaardigheden relevant voor de werkuitvoering
- inzetbaarheid
- verbetering op technisch gebied
Functie Productieleider 03.05
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie of hoofd productie
Geeft leiding aan enkele medewerkers productie (functioneel)
Functiedoel
Ontwikkelen en realiseren van een productieplan en alle daarbij horende werkzaamheden op basis van artistieke concepten en ideeën.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Gerealiseerd productieplan - vertalen van wensen en eisen van het artistiek team naar
productieactiviteiten en –benodigdheden
- ter goedkeuring voorleggen van productieplan aan de leidinggevende
- opstellen van begroting binnen vooraf bepaald financieel kader, bijsturen waar nodig
- zorgen voor en begeleiden van voorbereidende productionele werkzaamheden
Ondersteunde productie - plannen, regelen en (laten) uitvoeren van productionele
werkzaamheden, bijsturen waar nodig
- aansturen van en samenwerken met medewerkers bij de uitvoering van werkzaamheden
- signaleren en oplossen van productionele problemen
Gehandhaafde veiligheid - (mede) opstellen van risico-inventarisaties en –evaluaties van
producties
- toezien op en naleven van Arbowet- en regelgeving
- aansluiting op artistieke wensen en eisen
- haalbaarheid begroting
- tijdigheid bijsturing
- kwaliteit en tijdigheid van (voorbereid) productieplan
- tijdigheid planning en bijsturing
- kwaliteit uitvoering
- mate van samenwerking
- doeltreffendheid probleemoplossing
- correctheid RIE’s
- mate waarin veilig gewerkt wordt
Zicht op ontwikkelingen in het vakgebied
- bijhouden van ontwikkelingen op het eigen vakgebied
- bespreken van nieuwe ontwikkelingen met de directie/regisseurs/choreografen
- actualiteit en volledigheid van ter beschikking zijnde kennis
Functie Inspiciënt 03.06
Positie in de organisatie
Valt onder leiding van directie, hoofd techniek of 1e inspiciënt Xxxxx leiding aan niet van toepassing
Functiedoel
Uitvoeren van theatertechnische werkzaamheden op het gebied van één of meer specialismen (zoals licht, video, geluid en decor) bij de ontwikkeling en uitvoering van producties.
Resultaatverwachting
Resultaatgebieden Kernactiviteiten Resultaatcriteria
Voorbereide techniek ten behoeve van de productie
Functionerende techniek tijdens voorstelling
- afstemmen met leidinggevende en/of het artistiek team over de gewenste technische faciliteiten
- toetsen en zich eigen maken van technische mogelijkheden op de speellocaties
- uitwerken en (laten) maken van technische installaties passend bij de artistieke wensen en mogelijkheden op de speellocaties
- voorbereiden (inregelen, programmeren en dergelijke) en bedienen van technische installaties
- signaleren van (dreigend) disfunctioneren van technische voorzieningen en tijdig oplossingsgericht handelen
- bedienen van technische installaties tijdens de voorstelling
- afstemmen met overig theatertechnisch personeel en andere betrokkenen
- vastleggen van technische gegevens per productie ten behoeve van de overdracht
- volledigheid inzicht in technische behoeften en mogelijkheden
- kwaliteit uitwerking en opbouw
- functioneren van technische installaties
- doeltreffendheid van oplossingsgericht handelen
- timing en kwaliteit uitvoering
- geslaagde samenwerking
- volledigheid overdracht
Bijkomende werkzaamheden - opbouwen/afbreken van de technische faciliteiten
- laden/lossen/vervoeren van decors, technische installaties en hulpmiddelen
- archiveren en opslaan van materieel en documenten zoals
draaiboeken, handleidingen, tekeningen, foto’s, lichtplannen
- efficiëntie van uitvoeren van werkzaamheden
- beschikbaarheid voor toekomst
- (her)bruikbaarheid
Bijgehouden ontwikkelingen op vakgebied
- bijhouden van ontwikkelingen op vakgebied
- bijscholen op technisch vakgebied
- bijhouden van vaardigheden relevant voor de werkuitvoering
- inzetbaarheid
- verbetering op technisch gebied
Veiligheid - naleven van brandweer- en veiligheidsvoorschriften
- naleven van Arbowet- en regelgeving
- mate waarin veilig gewerkt