Algemene Voorwaarden
Algemene Voorwaarden
voor de levering van koude
aan kleinverbruikers (versie 2016)
Algemene Voorwaarden
voor de levering van koude
aan kleinverbruikers (versie 2016)
Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten
van Nuon-bedrijven met kleinverbruikers voor de levering en het transport van koude. Deze Algemene Voorwaarden kunnen worden aangehaald als ‘Algemene Voorwaarden voor de levering van koude aan kleinverbruikers’ en traden in werking op 1 april 2016.
Artikel 1 | Begripsomschrijving en het van toepassing zijn van de Algemene Voorwaarden | 4 |
Artikel 2 | Aanvraag voor het tot stand brengen, uitbreiden of | 5 |
wijzigen van een aansluiting | ||
Artikel 3 | Onderhouden, control eren, vervangen, verplaatsen, | 6 |
uitbreiden, wijzigen en wegnemen van een aansluiting | ||
Artikel 4 | Rechten met betrekking tot het perceel | 6 |
Artikel 5 | De koelinstallatie | 7 |
Artikel 6 | Overeenkomst tot transport en levering | 7 |
Artikel 7 | Aard van de levering | 8 |
Artikel 8 | Beperking of onderbreking van het transport en/of de levering in | 9 |
bijzondere omstandigheden en bij uitvoering van werkzaamheden | ||
Artikel 9 | Onderbreking van de levering wegens niet-nakoming | 9 |
Artikel 10 | Bepaling van de omvang van de levering | 10 |
Artikel 11 | De meetinrichting | 11 |
Artikel 12 | Onderzoek van de meetinrichting | 12 |
Artikel 13 | Gevolgen van onjuiste meting | 12 |
Artikel 14 | Tarieven | 13 |
Artikel 15 | Betaling | 13 |
Artikel 16 | Borgstelling, vooruitbetaling en waarborgsom | 14 |
Artikel 17 | Wanbetaling | 14 |
Artikel 18 | Verbodsbepalingen | 15 |
Artikel 19 | Andere verplichtingen | 16 |
Artikel 20 | Aansprakelijkheid | 17 |
Artikel 21 | Klachten en geschillen | 18 |
Artikel 22 | Afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden | 19 |
Artikel 23 | Wijzigingen van de voorwaarden en tarieven | 19 |
Artikel 24 | Bijzondere bepalingen | 19 |
Artikel 25 | Slotbepalingen | 20 |
Artikel 1 Begripsomschrijving en het van toepassing zijn van de Algemene Voorwaarden
1.1 In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
Aansluiting: de leidingen van het bedrijf die de koelinstallatie met de hoofdleidingen verbinden, met inbegrip van de meetinrichting en alle andere door of vanwege het bedrijf in of aan de leidingen aangebrachte apparatuur
Aanvrager: degene die een aanvraag voor het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting bij het bedrijf heeft ingediend
Bedrijf: N.V. Nuon Warmte gevestigd te Amsterdam, of een met haar in de Vattenfall-groep verbonden rechtspersoon of vennootschap
Hoofdleiding: de leiding van het bedrijf waarop aansluitingen tot stand kunnen worden gebracht
Levering: de levering respectievelijk de terbeschikkingstelling van koude
Meetinrichting: de apparatuur van het bedrijf bestemd voor het vaststellen van de omvang van de levering , van de voor de afrekening door het bedrijf nodig geachte gegevens en voor de controle van het verbruik
Perceel: elke roerende of onroerende zaak, gedeelte of samenstel daarvan, ten behoeve waarvan een aansluiting tot stand is gekomen of zal komen, dan wel levering van koude geschiedt of zal geschieden, één en ander ter beoordeling van het bedrijf
Verbruiker: degene die koude van het bedrijf betrekt en/of de beschikking over een aansluiting heeft
Koelinstallatie: de in een perceel aanwezige leidingen en de daarmee verbonden toestellen en koellichamen, bestemd voor het betrekken van koude ten behoeve van ruimtekoeling, proceskoeling of vergelijkbare toepassingen, één en ander met inbegrip van de nodige meet- en regelinstrumenten, te rekenen vanaf de aansluiting voor zover deze door de aanvrager of verbruiker zijn aangebracht
Transport: het transport van koude naar het punt waar de aansluiting overgaat in de koelinstallatie
1.2 Deze Algemene Voorwaarden maken deel uit van de overeenkomst tussen het bedrijf en de aanvrager en/of de verbruiker. Daarnaast zijn er Aansluitvoorwaarden op de overeenkomst van toepassing. Alle overeenkomsten waarop deze Algemene Voorwaarden van toepassing zijn, zijn onderworpen aan Nederlands recht.
Artikel 2 Aanvraag voor het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting
2.1 Een aanvraag voor het tot stand brengen van een aansluiting of tot uitbreiding of wijziging van een bestaande aansluiting geschiedt door het indienen van een
schriftelijk verzoek van de aanvrager bij het bedrijf. Indien een aansluiting door twee of meer aanvragers wordt verzocht, kan het bedrijf hoofdelijke verbondenheid verlangen.
2.2 Een aansluiting of uitbreiding dan wel een wijziging van een bestaande aansluiting wordt uitsluitend door of vanwege het bedrijf tot stand gebracht. De wijze van uitvoering en de plaats van aansluiting alsmede het aantal aansluitingen worden door het bedrijf, zoveel mogelijk in overleg met de aanvrager, vastgesteld. In beginsel wordt slechts één aansluiting per perceel toegestaan.
2.3 Het bedrijf is bevoegd niet over te gaan tot het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting dan wel hiervoor bijzondere voorwaarden te stellen, om aldus te voorkomen dat de belangen van het bedrijf of die van één of meerdere aanvragers of verbruikers worden geschaad.
Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen indien:
a de transport- of leveringscapaciteit van het bedrijf ter plaatse onvoldoende is;
b de koelinstallatie naar het oordeel van het bedrijf te ver van de dichtstbijzijnde hoofdleiding is verwijderd;
c de voor het tot stand brengen, uitbreiden of wijzigen van de aansluiting benodigde vergunningen en toestemmingen niet of alleen op voor het bedrijf te bezwaarlijke voorwaarden kunnen worden verkregen;
d de aansluiting en/of de levering slechts als reserve dient of een tijdelijk karakter draagt;
e van het gebruik van de aansluiting hinder valt te verwachten in het net van het bedrijf;
f de aanvrager in verzuim is een vordering terzake van aansluiting of levering van gas, elektriciteit, koude en/of warmte of warmte en warm tapwater, dan wel een andere opeisbare vordering die het bedrijf op hem heeft, te voldoen, met inbegrip van die ter zake van aansluiting of levering ten behoeve van een ander respectievelijk vorig perceel, mits voldoende samenhang bestaat tussen de vordering en de aanvraag om het niet aansluiten dan wel het stellen van bijzondere voorwaarden te rechtvaardigen;
g het perceel van de aanvrager is gelegen in een gebied waar het bedrijf niet algemeen koude levert dan wel niet voornemens is in de nabije toekomst te gaan leveren.
2.4 Voorts is het bedrijf bevoegd een aansluiting niet tot stand te brengen, uit te breiden of te wijzigen dan wel geheel of gedeeltelijk weg te nemen, indien één of meer van de in of krachtens deze Algemene Voorwaarden gestelde bepalingen of voorschriften niet zijn of worden nagekomen en de uitoefening van die bevoegdheid door het bedrijf gerechtvaardigd is.
Artikel 3 Onderhouden, controleren, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen van een aansluiting
3.1 Een aansluiting wordt uitsluitend door of vanwege het bedrijf onderhouden, gecontroleerd, vervangen, verplaatst, uitgebreid, gewijzigd en weggenomen, één en ander zoveel mogelijk na voorafgaande mededeling aan en zoveel mogelijk in overleg met de aanvrager of de verbruiker.
3.2 Het onderhoud en de controle van de aansluiting zijn voor rekening van het bedrijf. Onverminderd het bepaalde in artikel 11 lid 1 van deze Algemene Voorwaarden zijn het vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen en wegnemen voor rekening van de aanvrager of de verbruiker, indien:
a dit geschiedt op zijn verzoek;
b dit het gevolg is van zijn handelen of nalaten ten gevolge van omstandigheden die hem redelijkerwijs zijn toe te rekenen.
Artikel 4 Rechten met betrekking tot het perceel
4.1 De aanvrager en de verbruiker zullen toestaan dat zowel voor henzelf als ten behoeve van derden in, aan, op, onder of boven het perceel leidingen worden gelegd, aansluitingen tot stand worden gebracht, aftakkingen op reeds bestaande aansluitingen worden gemaakt, alsmede dat deze en bestaande leidingen, aansluitingen of aftakkingen worden in stand gehouden, onderhouden, uitgebreid, gewijzigd of weggenomen. De ten gevolge van deze werkzaamheden door het bedrijf aan de aanvrager/verbruiker aan het perceel toegebrachte schade zal door of vanwege het bedrijf zo goed mogelijk worden hersteld of, indien zulks niet mogelijk is, worden vergoed.
4.2 De aanvrager en de verbruiker staan ervoor in dat de aansluiting goed bereikbaar blijft. Indien een aansluiting of een gedeelte daarvan niet goed bereikbaar is geworden door een handelen of nalaten van de aanvrager of de verbruiker, maant het bedrijf de aanvrager of verbruiker aan om binnen een redelijke door het bedrijf te stellen termijn de bereikbaarheid te herstellen. Indien dat niet gebeurt, heeft het bedrijf (met uitsluiting van aansprakelijkheid) het recht op kosten van de betrokkene:
a de belemmeringen weg te nemen;
b wijzigingen in het tracé van de aansluiting aan te brengen;
c een geheel nieuwe aansluiting tot stand te brengen.
Artikel 5 De koelinstallatie
5.1 De koelinstallatie moet voldoen aan het bepaalde in of krachtens de aansluitvoorwaarden van het bedrijf.
5.2 De verbruiker of, bij het ontbreken daarvan, de aanvrager, draagt er zorg voor dat de koelinstallatie goed wordt onderhouden. Op een daartoe strekkend verzoek van het bedrijf is hij verplicht alle verlangde gegevens betreffende de koelinstallatie aan het bedrijf te verstrekken.
5.3 Het bedrijf is bevoegd zo vaak het dit nodig oordeelt een koelinstallatie te onderzoeken. Indien een koelinstallatie naar het oordeel van het bedrijf niet of niet meer voldoet aan het bepaalde in of krachtens de aansluitvoorwaarden van het bedrijf, is de aanvrager of de verbruiker verplicht gebreken voor zijn rekening - en zo nodig onmiddellijk - te laten herstellen en daarbij eventuele aanwijzingen van het bedrijf op te volgen. Het bedrijf heeft echter geen verplichting na te gaan of aan het bepaalde in of krachtens de aansluitvoorwaarden van het bedrijf is voldaan.
5.4 Indien de verbruiker lekkage in, dan wel andere gebreken aan de koelinstallatie constateert, zal hij het bedrijf daarvan onverwijld in kennis stellen en is hij verplicht bedoelde lekkage en gebreken onmiddellijk en voor zijn rekening te (laten) herstellen en daarbij eventuele aanwijzingen van het bedrijf op te volgen.
Artikel 6 Overeenkomst tot transport en levering
6.1 Levering geschiedt uit hoofde van een overeenkomst tussen het bedrijf en de verbruiker. Een overeenkomst tot levering houdt mede de verplichting van het bedrijf in om het voor levering benodigde transport van koude te regelen.
6.2 Een overeenkomst tot levering gaat in op de dag waarop de verbruiker voor het eerst koude van het bedrijf betrekt en/of de beschikking heeft over een aansluiting. De overeenkomst wordt als regel schriftelijk aangegaan. Het bedrijf kan weigeren een overeenkomst tot levering aan te gaan op dezelfde gronden als aangegeven in artikel 9 ten aanzien van de onderbreking van de levering.
6.3 Onverminderd het bepaalde in lid 2 van dit artikel behoudt het bedrijf zich het recht voor om vóór of bij aanvaarding van de aanvraag dan wel na totstandkoming van de overeenkomst, doch voordat de levering aanvangt, het betalingsgedrag van de aanvrager of verbruiker te toetsen en zekerheden als bedoeld in artikel 16 te vragen.
6.4 Een overeenkomst tot levering geldt voor onbepaalde tijd, tenzij anders is overeengekomen. Indien de overeenkomst met twee of meer verbruikers wordt aangegaan, kan het bedrijf hoofdelijke verbondenheid voor nakoming van de overeenkomst verlangen.
6.5 Wanneer een consument tijdens de wettelijke ontbindingstermijn - deze is in beginsel veertien kalenderdagen na het sluiten van de overeenkomst - de overeenkomst ontbindt nadat de levering is begonnen, is hij verplicht het bedrijf een vergoeding conform de geldende tarieven te betalen voor reeds geleverde en afgenomen producten en diensten.
6.6 Zowel de verbruiker als het bedrijf kunnen de overeenkomst voor levering opzeggen. Opzegging door de verbruiker dient schriftelijk met inachtneming van minimaal negen werkdagen te geschieden, tenzij het bedrijf een andere wijze en/of termijn van opzegging aanvaardt of met de verbruiker is overeengekomen. Opzegging door de verbruiker voor de levering van koude is alleen mogelijk in combinatie met opzegging door de verbruiker voor de levering van warmte en warm tapwater. Opzegging door het bedrijf dient schriftelijk te geschieden en is slechts mogelijk in geval van zwaarwichtige belangen en met inachtneming van een opzegtermijn van minimaal negentig dagen.
6.7 Indien de verbruiker de overeenkomst niet tijdig heeft opgezegd, alsmede indien het bedrijf niet binnen de opzegtermijn in de gelegenheid is gesteld de voor de beëindiging van de overeenkomst noodzakelijke handelingen te verrichten, blijft de verbruiker gebonden aan hetgeen in of krachtens deze Algemene Voorwaarden is bepaald, totdat hij aan al zijn daaruit voortvloeiende verplichtingen heeft voldaan.
6.8 Bij beperking of onderbreking van het transport en/of de levering of een verbod als bedoeld in de artikelen 8 en 9 van deze Algemene Voorwaarden, blijft de overeenkomst tot levering onverminderd van kracht.
Artikel 7 Aard van de levering
7.1 De levering van koude vindt plaats door de terbeschikkingstelling van koelwater waaraan de koelinstallatie thermische energie kan afgeven. De aanvoertemperatuur van het door het bedrijf geleverde koelwater zal liggen tussen de grenswaarden zoals deze zijn overeengekomen. De maximale door het bedrijf ter beschikking
te stellen volumestroom van koelwater wordt bepaald door de koelinstallatie en de ontwerp aanvoer- en retourtemperatuur koude die zijn overeengekomen.
Het bedrijf zal een positief drukverschil aanbieden tussen de aanvoer en de retourleiding. Dit drukverschil zal, tot het bereiken van de maximale koelwatervolumestroom, liggen tussen de grenswaarden zoals deze zijn overeengekomen.
7.2 In beginsel wordt koude continu getransporteerd en geleverd. Het bedrijf staat echter niet in voor de continuïteit van het transport en de levering. Indien zich omstandigheden voordoen, waardoor het transport en/of de levering wordt of moet worden onderbroken, zal het bedrijf het redelijkerwijs mogelijke doen om op de kortst mogelijke termijn het transport en/of de levering te hervatten.
Artikel 8 Beperking of onderbreking van het transport en/of de levering in bijzondere omstandigheden en bij uitvoering van werkzaamheden
8.1 Het bedrijf is bevoegd om in het belang van een goede openbare voorziening het transport en/of de levering van koude te beperken, te onderbreken, het verbruik voor bepaalde doeleinden te verbieden dan wel aan het transport en/of de levering bijzondere voorwaarden te verbinden.
8.2 Tevens kan het bedrijf, indien dit naar zijn oordeel noodzakelijk of gewenst is, in verband met uitvoering van werkzaamheden in het belang van de veiligheid of in geval van redelijkerwijs te duchten gevaar voor schade het transport en/of de levering gedurende een zo kort mogelijke tijd - indien mogelijk na voorafgaande waarschuwing - beperken of onderbreken.
8.3 Indien de verbruiker daarom verzoekt, kan het bedrijf het transport en/of de levering onderbreken op nader overeen te komen voorwaarden. Onderbreken van het transport en/of de levering van koude is alleen mogelijk in combinatie met onderbreken van het transport en/of de levering van warmte en warm tapwater.
Artikel 9 Onderbreking van de levering wegens niet-nakoming
9.1 Het bedrijf is bevoegd na voorafgaande schriftelijke waarschuwing - tenzij dat om redenen van veiligheid niet van het bedrijf verlangd kan worden - de levering te onderbreken, indien en zolang de aanvrager en/of verbruiker één of meer artikelen van deze Algemene Voorwaarden of de op grond van deze voorwaarden van toepassing zijnde voorschriften niet nakomt. Een dergelijk geval kan zich onder andere voordoen indien:
a de koelinstallatie niet voldoet aan het bepaalde in of krachtens de aansluitvoorwaarden van het bedrijf;
b één of meer van de in artikel 18 van deze Algemene Voorwaarden genoemde verbodsbepalingen zijn overtreden;
c de verbruiker overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 van deze Algemene Voorwaarden in verzuim is een vordering ter zake van aansluiting of levering, dan wel een andere opeisbare vordering, die het bedrijf op hem heeft, te voldoen, met in begrip van die ter zake van aansluiting of levering ten behoeve
van een ander, respectievelijk vorig perceel, mits er voldoende samenhang bestaat tussen de vordering en de verbintenis van het bedrijf om de onderbreking te rechtvaardigen. Dit geldt mede met betrekking tot vorderingen van het bedrijf ter zake van aansluiting of levering ten behoeve van de uitoefening van een beroep of een bedrijf;
d de verbruiker een geldende betalingsregeling niet nakomt. Het bedrijf zal overigens slechts gebruikmaken van zijn bevoegdheid tot onderbreking van de levering , indien en voor zover de niet-nakoming van zijn verplichtingen door de aanvrager/verbruiker dat rechtvaardigt.
9.2 De in het eerste lid van dit artikel bedoelde onderbreking van de levering wordt pas ongedaan gemaakt nadat de reden daarvoor is weggenomen en de kosten van onderbreking en hervatting van de levering, alsmede van eventueel door het bedrijf in verband hiermede geleden schade, geheel zijn voldaan. Aan de hervatting van de levering kan het bedrijf nadere voorwaarden verbinden.
9.3 De in het eerste lid van dit artikel bedoelde onderbreking van de levering wordt pas ongedaan gemaakt nadat de reden daarvoor is weggenomen en de kosten van onderbreking en hervatting van de levering, alsmede van eventueel door het bedrijf in verband hiermee geleden schade, geheel zijn voldaan. Aan de hervatting van de levering kan het bedrijf nadere voorwaarden verbinden.
9.4 Het gebruik door het bedrijf van zijn bevoegdheden als bedoeld in dit artikel en het vorige artikel kan niet leiden tot aansprakelijkheid van het bedrijf voor eventueel daaruit ontstane schade.
Artikel 10 Bepaling van de omvang van de levering
10.1 Het bedrijf bepaalt op welke wijze de omvang van de levering wordt vastgesteld. Geschiedt deze vaststelling door meting met behulp van een (of meer) meetinrichting(en), dan zijn de daardoor verkregen gegevens bindend, onverminderd het bepaalde in de artikelen 12 en 13 van deze Algemene Voorwaarden.
10.2 Ten minste éénmaal per jaar wordt de stand van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf op een door het bedrijf te bepalen tijdstip vastgesteld. Ten minste eenmaal per drie jaren vindt de bedoelde vaststelling plaats door de uit- of aflezing van de meetinrichting(en) door of vanwege het bedrijf. Het bedrijf kan van de verbruiker verlangen dat hij in de tussenliggende jaren zelf de stand(en) opneemt en deze stand(en) op een door het bedrijf te bepalen wijze en binnen een door het bedrijf aangegeven termijn ter kennis van het bedrijf brengt.
10.3 Indien het bedrijf redelijkerwijs niet in staat is de stand van de meetinrichting(en) op te nemen of indien de verbruiker niet heeft voldaan aan het verlangen van het bedrijf bedoeld in lid 2 van dit artikel, of indien bij het opnemen van de meter een fout is gemaakt, mag het bedrijf de omvang van de levering bepalen overeenkomstig het gestelde in artikel 13 lid 2 van deze Algemene Voorwaarden, onverminderd het recht van het bedrijf om het werkelijk geleverde alsnog vast te stellen aan de hand van de stand(en) van de meetinrichting(en) en dat in rekening te brengen.
10.4 Indien het bedrijf dan wel de verbruiker bij het opnemen van de meetinrichting(en) dan wel bij het administratief verwerken van de meterstand(en) een fout heeft gemaakt, wordt(en) zo nodig eerst opnieuw de stand(en) opgenomen alvorens het bepaalde in artikel 13 lid 2 van overeenkomstige toepassing zal zijn.
Artikel 11 De meetinrichting(en)
11.1 Een meetinrichting wordt door of vanwege het bedrijf en op zijn kosten geplaatst, onderhouden, vervangen, uitgebreid, gewijzigd, verplaatst en weggenomen met inachtneming van hetgeen daaromtrent in de van kracht zijnde tarievenbladen is vermeld.
11.2 Vervanging, al dan niet als gevolg van uitbreiding of wijziging van de binnen- installatie, verplaatsing of wegneming van de meetinrichting mag alleen door of vanwege het bedrijf geschieden. De daaraan verbonden kosten komen eveneens voor rekening van het bedrijf. Vervanging of verplaatsing is echter voor rekening van de aanvrager of de verbruiker, indien de vervanging of de verplaatsing geschiedt op zijn verzoek of het gevolg is van zijn handelen of nalaten, behalve in het geval waarin dit handelen of nalaten het gevolg is van omstandigheden die hem redelijkerwijs niet zijn toe te rekenen.
11.3 In het geval van onderzoek van de meetinrichting is het bepaalde in artikel 12 lid 4 van toepassing.
11.4 Het bedrijf deelt de verbruiker zoveel mogelijk vooraf mee wanneer de meetinrichting wordt vervangen of verplaatst.
11.5 De aanvrager of de verbruiker draagt er zorg voor dat de meetinrichting steeds goed bereikbaar is en goed kan worden afgelezen. Voorts dient hij de meetinrichting te beschermen tegen beschadiging en tegen verbreking van de verzegeling en te behoeden voor vorstschade.
Artikel 12 Onderzoek van de meetinrichting
12.1 Bij twijfel over de juistheid van de meting kunnen zowel de verbruiker als het bedrijf verlangen dat de meetinrichting wordt onderzocht. Het bedrijf deelt de verbruiker zoveel mogelijk vooraf mede wanneer dit onderzoek zal plaatsvinden en/of wanneer de meetinrichting voor onderzoek zal worden weggenomen. Het bedrijf stelt de verbruiker op de hoogte van de onderzoeksmogelijkheden en van de kosten van het onderzoek.
12.2 Het onderzoek wordt door of vanwege het bedrijf verricht, tenzij de verbruiker een onderzoek door een onafhankelijke organisatie verlangt.
12.3 De kosten van het onderzoek en de vervanging van de meetinrichting zijn voor rekening van xxxxxx op wiens verzoek het onderzoek wordt verricht. Indien volgens het onderzoek de afwijking groter is dan toegestaan, komen de kosten ten laste van het bedrijf.
12.4 Zolang de mogelijkheid bestaat dat de verbruiker nader onderzoek van de meetinrichting verlangt of de herberekening als bedoeld in artikel 13 niet is afgewikkeld, houdt het bedrijf de meter beschikbaar voor het nadere onderzoek tot zes weken na verzending van het resultaat van het onderzoek als bedoeld in lid 2. In geval een geschil aanhangig wordt gemaakt, dient het bedrijf de desbetreffende meter zo mogelijk te bewaren respectievelijk bij eventuele herplaatsing te kunnen traceren tot er een uitspraak is omtrent het geschil of het geschil is beëindigd.
Artikel 13 Gevolgen van onjuiste meting
13.1 Indien uit het onderzoek blijkt dat de afwijking groter is dan toegestaan, stelt het bedrijf de omvang van de levering vast aan de hand van de uitkomsten van het onderzoek. Herberekening zal plaatsvinden over de periode dat de meetinrichting onjuist heeft gefunctioneerd, doch ten hoogste over een tijdvak van vierentwintig maanden wanneer het bedrijf te veel berekend heeft en een tijdvak van achttien maanden wanneer het bedrijf te weinig berekend heeft, teruggerekend vanaf het moment van het verwijderen van de ondeugdelijke meetinrichting. In geval van fraude zal echter herberekening over de volledige periode plaatsvinden.
13.2 Indien het onderzoek geen hanteerbare maatstaf oplevert voor het vaststellen van de omvang van de levering, is het bedrijf bevoegd de omvang van de levering in het desbetreffende tijdvak te schatten naar de beste ter beschikking van het bedrijf staande gegevens hieromtrent, waarbij als maatstaf dient:
• de omvang van de levering in het overeenkomstige tijdvak van het voorafgaande jaar, of
• de gemiddelde omvang van de levering in een eraan voorafgaand en een erop volgend tijdvak, of
• een andere, na overleg met de verbruiker te bepalen billijke maatstaf.
Artikel 14 Tarieven
14.1 Voor het tot stand brengen, in stand houden, uitbreiden of wijzigen van een aansluiting en voor de levering zijn de aanvrager en de verbruiker bedragen verschuldigd. De door de verbruiker verschuldigde bedragen voor de beschikbaar gestelde koude vloeien voort uit de overeenkomst tussen het bedrijf en de oorspronkelijke eigenaar van het perceel waarop gebouwd is/wordt.
14.2 Het bedrijf bepaalt welk tarief van toepassing is. De aanvrager en de verbruiker zijn gehouden des gevraagd de daartoe benodigde gegevens te verstrekken.
14.3 Alle bedragen die de aanvrager en de verbruiker ingevolge deze Algemene Voorwaarden verschuldigd zijn, zullen respectievelijk kunnen worden verhoogd met de belastingen en de heffingen die het bedrijf krachtens een besluit van de overheid verplicht respectievelijk bevoegd is in rekening te brengen. Het bedrijf zal deze verhogingen voor zover mogelijk op de nota nader specificeren.
Artikel 15 Betaling
15.1 Alle bedragen die de aanvrager en de verbruiker ingevolge deze Algemene Voorwaarden verschuldigd zijn, brengt het bedrijf hen door middel van een nota in rekening. Dit is niet van toepassing op voorschotten als bedoeld in lid 2 van dit artikel, indien de aanvrager of de verbruiker betaalt door middel van automatische bankafschrijving.
15.2 Indien het bedrijf dit verlangt, is de verbruiker voorschotten verschuldigd op hetgeen hij wegens de levering over het lopende tijdvak van afrekening zal moeten betalen. Het bedrijf bepaalt in redelijkheid de grootte van de voorschotten, de periode waarop zij betrekking hebben, de tijdstippen waarop zij in rekening worden gebracht en het tijdstip waarop de afrekening plaatsvindt. Deze afrekening vindt ten minste eenmaal per jaar plaats, onder verrekening van de voorschotten. Bij verandering van omstandigheden kan de verbruiker wijziging van de grootte van de voorschotten verzoeken.
15.3 Een nota dient te worden voldaan binnen veertien dagen na ontvangst dan wel binnen de door het bedrijf op of bij de nota aangegeven termijn, indien die langer is dan veertien dagen. De wijze van betaling is tussen het bedrijf en de aanvrager/verbruiker nader overeen te komen. Het bedrijf biedt de aanvrager/verbruiker een ruime keuze uit betalingswijzen.
15.4 De verplichting tot betaling wordt niet opgeheven of opgeschort op grond van bezwaren tegen de nota, tenzij de aanvrager of de verbruiker binnen de in lid 3 van dit artikel bedoelde betalingstermijn bij het bedrijf een bezwaarschrift indient, waarbij hij zijn bezwaren tegen de nota met redenen omkleedt. In dat geval wordt de betalingsverplichting opgeschort totdat het bedrijf op het bezwaarschrift heeft beslist.
15.5 De aanvrager en de verbruiker zijn slechts gerechtigd de hun in rekening gebrachte bedragen te verrekenen met enig bedrag dat het bedrijf hun schuldig is, indien is voldaan aan de wettelijke vereisten voor verrekening. Verrekening met voorschotten als bedoeld in lid 2 van dit artikel is echter niet toegestaan.
Artikel 16 Borgstelling, vooruitbetaling en waarborgsom
16.1 Het bedrijf kan van de aanvrager of van de verbruiker een borgstelling of bankgarantie verlangen tot zekerheid van de betaling van de op grond van deze Algemene Voorwaarden verschuldigde bedragen, tenzij het bedrijf toepassing geeft aan het bepaalde in lid 2 of 3 van dit artikel.
16.2 Het bedrijf is gerechtigd vooruitbetaling te verlangen van het bedrag dat verschuldigd is wegens het tot stand brengen, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een aansluiting.
16.3 Tot zekerheid van de betaling van de ter zake van de levering verschuldigde bedragen kan het bedrijf van de verbruiker de storting van een waarborgsom eisen. De waarborgsom zal niet hoger zijn dan het bedrag dat de verbruiker naar het oordeel van het bedrijf vermoedelijk gemiddeld voor levering over een periode van zes maanden zal moeten betalen. De waarborgsom wordt terugbetaald, zodra de noodzaak tot zekerheidstelling niet meer aanwezig is en in ieder geval zo spoedig mogelijk na beëindiging van de overeenkomst tot levering, onder aftrek van het bedrag dat eventueel nog betaald moet worden.
16.4 Over de waarborgsom wordt vanaf de datum van storting door het bedrijf rente vergoed, waarvan het percentage gelijk is aan dat van de wettelijke rente, verminderd met 3 procentpunten. Uitbetaling van de rente geschiedt jaarlijks en, indien dit eerder is, bij terugbetaling van de waarborgsom.
Artikel 17 Wanbetaling
17.1 De aanvrager of verbruiker is zonder nadere ingebrekestelling in verzuim indien niet binnen de in artikel 15 lid 3 bedoelde termijn is betaald.
17.2 Een gevolg van het in verzuim verkeren is dat de aanvrager of verbruiker een vergoeding voor de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte verschuldigd is alsmede de wettelijke rente voor iedere kalenderdag dat betaling te laat wordt verricht, onverminderd het bepaalde in artikel 9. De hoogte van de vergoeding voor de redelijke kosten is vastgelegd in het tarievenblad.
17.3 Voor de gebruiker treden de in lid 2 genoemde gevolgen eerst in wanneer betaling is uitgebleven nadat het bedrijf de gebruiker schriftelijk heeft bericht omtrent het verzuim, onder vermelding van de gevolgen indien de gebruiker niet alsnog binnen veertien dagen betaalt. Aan deze aanmaning zijn geen kosten verbonden.
17.4 Indien de gebruiker binnen de in lid 3 bedoelde termijn van veertien dagen een schriftelijk en gemotiveerd verzoek tot het treffen van een betalingsregeling bij het bedrijf heeft ingediend, treden de gevolgen van niet-betaling niet eerder in dan nadat het bedrijf op dit verzoek - eveneens schriftelijk en gemotiveerd - afwijzend heeft beslist.
17.5 Gedurende de looptijd van een door het bedrijf met de gebruiker gesloten betalingsregeling dient de gebruiker alle uit hoofde van de betalingsregeling en alle overige aan het bedrijf verschuldigde bedragen volledig te voldoen. Over deze bedragen kan geen verzoek tot een betalingsregeling worden ingediend. Komt de gebruiker zijn verplichtingen inzake de betalingsregeling (zoals eenduidig geformuleerde betaaltermijnen) niet na, dan is hij ten aanzien hiervan zonder nadere ingebrekestelling in verzuim.
Artikel 18 Verbodsbepalingen
18.1 Het is de aanvrager en de verbruiker verboden:
a door middel van de koelinstallatie via het net van het bedrijf hinder of schade te veroorzaken voor het bedrijf of andere verbruikers;
b door of vanwege het bedrijf aangebrachte verzegelingen te verbreken of te doen verbreken;
c handelingen te verrichten of te doen verrichten, waardoor de omvang van de levering niet of niet juist kan worden vastgesteld, dan wel een situatie te scheppen, waardoor het normaal functioneren van de meetinrichting of andere apparatuur van het bedrijf wordt verhinderd of de tarievenregeling van het bedrijf niet of niet juist kan worden toegepast;
d de netten van het bedrijf te gebruiken voor aarding van elektrische installaties, toestellen, bliksemafleiders en dergelijke;
e water aan de circulatie in het koudesysteem van het bedrijf te onttrekken zonder voorafgaande toestemming van het bedrijf;
f zonder toestemming van het bedrijf (vloei)stoffen aan het water in de koelinstallatie toe te voegen.
18.2 Het is de verbruiker verboden zonder schriftelijke toestemming van het bedrijf de koude anders dan ten behoeve van het eigen perceel te gebruiken. Het bedrijf kan aan een dergelijke toestemming voorwaarden verbinden.
18.3 Indien wordt vastgesteld dat water van het koudesysteem van het bedrijf verloren is gegaan, zal behoudens in geval van overmacht, de verloren gegane hoeveelheid water alsmede de daarin aanwezige koude aan de verbruiker in rekening worden gebracht. Alle schade die het bedrijf door dit verloren gaan mocht lijden, zal door
de verbruiker aan het bedrijf worden vergoed, waarbij artikel 20 lid 7 van overeen- komstige toepassing is.
Artikel 19 Andere verplichtingen
19.1 Het bedrijf zal bij de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Algemene Voorwaarden die zorg betrachten die van een zorgvuldig handelend bedrijf mag worden verwacht. In het bijzonder zal het bedrijf zoveel mogelijk trachten te voorkomen dat de aanvrager en de verbruiker bij de uitvoering van werkzaamheden hinder of schade ondervinden.
19.2 Zowel de aanvrager als de verbruiker zijn verplicht aan het bedrijf de nodige medewerking te ver lenen bij de toepassing en de uitvoering van het bepaalde in of krachtens deze Algemene Voorwaarden en de controle op de naleving daarvan, en wel in het bijzonder door:
a het bedrijf zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen van door hen waargenomen of vermoede schade, gebreken of onregelmatigheden in het in hun perceel aanwezige gedeelte van de aan sluiting, inclusief de meetinrichting, verbreking van de verzegeling daaronder begrepen;
b aan personen, die van een door het bedrijf uitgegeven legitimatiebewijs of machtiging zijn voorzien, toegang te verlenen tot het perceel - mede ten behoeve van de uitvoering van een van overheidswege op het bedrijf rustende verplichting – van 08.00 tot 20.00 uur, behoudens op zon- en feestdagen, alsmede in geval van dringende reden ook op andere dagen en buiten deze uren;
c het bedrijf tijdig op de hoogte te stellen van adres- c.q. (handels)naamswijzigingen.
19.3 De aanvrager en de verbruiker zijn verplicht het redelijkerwijs mogelijke te doen om schade aan het in het perceel aanwezige gedeelte van de aansluiting te voorkomen.
19.4 Indien de aanvrager of de verbruiker geen eigenaar is van het perceel, staat hij ervoor in dat de eigenaar akkoord gaat met het verrichten van alle handelingen die door het bedrijf voor het tot stand brengen, vervangen, verplaatsen, uitbreiden, wijzigen of wegnemen van een aansluiting of voor de levering noodzakelijk worden geacht, zowel ten behoeve van hemzelf als, ingevolge artikel 4 lid 1 van deze Algemene Voorwaarden, ten behoeve van derden. Het bedrijf kan verlangen dat de aanvrager of de verbruiker een schriftelijke verklaring van de eigenaar overlegt.
Artikel 20 Aansprakelijkheid
20.1 a het bedrijf is, met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van dit artikel, jegens de aanvrager of verbruiker aansprakelijk voor schade als gevolg van onderbreking van het transport of de levering van koude echter uitsluitend indien en voor zover:
• de onderbreking het gevolg is van een aan het bedrijf toerekenbare tekortkoming en
• het personenschade betreft als gevolg van lichamelijk letsel of overlijden en/of
• het zaakschade betreft bestaande uit vernietiging, beschadiging of verlies van een zaak en/of
• het noodzakelijke kosten betreffen ter voorkoming van zaakschade bij een onderbreking van meer dan 8 uur;
b voor zaakschade en voor de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade geldt een drempelbedrag van € 40,- (veertig euro) voor de aanvrager of verbruiker, met dien verstande dat bij overschrijding het drempelbedrag mede wordt vergoed. Voor personenschade als gevolg van lichamelijk letsel of overlijden geldt geen drempelbedrag.
20.2 Het bedrijf is, met inachtneming van het bepaalde in de overige leden van dit artikel, voorts aansprakelijk voor schade aan personen of zaken ten gevolge van een gebrekkige aansluiting, een gebrekkig transport of een gebrekkige levering dan wel van een onjuist handelen of nalaten in verband met aansluiting, transport of levering – niet zijnde een onderbreking van het transport of de levering – doch niet, indien de schade het gevolg is van een tekortkoming die het bedrijf niet kan worden toegerekend.
20.3 Behoudens ingeval de schade ontstaat als gevolg van opzet of bewuste roekeloosheid van het bedrijf of diens leidinggevende werknemers, is in alle gevallen van vergoeding uitgesloten indirecte schade zoals in ieder geval schade als gevolg van bedrijfsstilstand, als gevolg van het niet kunnen uitoefenen van een beroep of bedrijf of als gevolg van winstderving.
20.4 Indien en voor zover het bedrijf jegens de aanvrager of de verbruiker in het kader van deze Algemene Voorwaarden tot schadevergoeding verplicht is, komt schade slechts voor vergoeding in aanmerking tot een bedrag van ten hoogste:
€ 5.000.000,- (vijf miljoen euro) per gebeurtenis voor alle aanvragers en verbruikers tezamen voor zover het personenschade betreft en € 2.500.000,- (tweeëneenhalf miljoen euro) per gebeurtenis voor alle aanvragers en verbruikers tezamen voor zover het zaakschade en de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade betreft, met dien verstande dat, ongeacht de omvang van het
totaal der schade, de vergoeding van de noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade is beperkt tot ten hoogste € 75,- (vijfenzeventig euro) per aanvrager of verbruiker en de totale vergoeding van zaakschade en noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade is beperkt tot ten hoogste € 3.500,- (drieduizendvijfhonderd euro) per aanvrager of verbruiker. Indien het totaal der
schaden meer bedraagt dan de vermelde € 5.000.000,- aan personenschade en/of
€ 2.500.000,- aan zaakschade of noodzakelijke kosten ter voorkoming van zaakschade, is het bedrijf niet gehouden meer schadevergoeding te betalen dan bedoeld bedrag, waarbij met inachtneming van de eerder in dit lid genoemde maxima per aanvrager en verbruiker, de aanspraken van de aanvragers en de verbruikers naar evenredigheid zullen worden voldaan.
20.5 Schade dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na het ontstaan aan het bedrijf te zijn gemeld, tenzij de aanvrager of de verbruiker aannemelijk maakt dat hij de schade niet eerder heeft kunnen melden.
20.6 De aansprakelijkheidsregeling in de vorige leden van dit artikel geldt mede ten aanzien van ieder ander bedrijf dat koude levert, waarmee het bedrijf ten behoeve van de openbare voorziening van koude samenwerkt, alsmede ten aanzien van personen voor wie het bedrijf of dat andere bedrijf dat koude levert aansprakelijk is.
20.7 De aanvrager of de verbruiker is aansprakelijk voor alle schade aan enige door het bedrijf ten behoeve van het transport en/of de levering in, aan, op, onder of boven het perceel aangebrachte voorziening, tenzij de schade het gevolg is van een tekortkoming die de aanvrager of de verbruiker niet kan worden toegerekend. Indien de aanvrager of de verbruiker schade moet vergoeden, is deze beperkt tot een bedrag van ten hoogste € 3.500,- (drieduizendvijfhonderd euro) per aanvrager of verbruiker en per gebeurtenis.
Artikel 21 Klachten en geschillen
21.1 Indien de aanvrager of verbruiker een klacht heeft over de totstandkoming of uitvoering van de overeenkomst (daaronder niet begrepen de afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling), dient hij deze eerst aan het bedrijf voor te leggen. Onverminderd het bepaalde in artikel 15, lid 4, dient de aanvrager/verbruiker een klacht voor te leggen binnen acht weken nadat hij het feit waarop de klacht gestoeld is, heeft ontdekt of redelijkerwijze had kunnen ontdekken. Het voorleggen van een klacht dient te gebeuren met een brief gericht aan het bedrijf, die de gronden van de klacht bevat. De aanvrager/verbruiker wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen acht weken na ontvangst van de klacht, door het bedrijf schriftelijk en gemotiveerd in kennis gesteld van de bevindingen van het bedrijf naar aanleiding van de klacht en van de conclusies die het bedrijf daaraan heeft verbonden.
21.2 Indien een klacht niet naar tevredenheid van beide partijen is opgelost alsmede ingeval van afwijzing van een voorgestelde betalingsregeling als bedoeld in artikel 17, lid 4, kan het resterende geschil zowel door de aanvrager/verbruiker als door het bedrijf worden voorgelegd aan de bevoegde rechter in Nederland.
Artikel 22 Afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden
22.1 In bijzondere gevallen, zulks ter beoordeling van het bedrijf, kunnen afwijkingen van deze Algemene Voorwaarden worden toegestaan. Deze afwijkingen zullen schriftelijk worden vastgelegd.
22.2 In alle gevallen waarin deze Algemene Voorwaarden niet voorzien, beslist het bedrijf. Uitgangspunt hierbij zijn het algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht en de overige voor het bedrijf van toepassing zijnde wettelijke bepalingen.
Artikel 23 Wijzigingen van de voorwaarden en tarieven
23.1 Deze Algemene Voorwaarden en de op grond daarvan van toepassing zijnde voorschriften en regelingen kunnen door het bedrijf worden gewijzigd. Wijzigingen van de voorwaarden worden ten minste tien kalenderdagen vóór inwerkingtreding bekendgemaakt. Tariefswijzigingen worden uiterlijk op de dag van inwerkingtreding bekendgemaakt. Wijzigingen treden in werking op de in de bekendmaking vermelde datum.
23.2 Bekendmaking vindt plaats door middel van een persoonlijke kennisgeving of door middel van een algemene kennisgeving geplaatst op de internetsite van het bedrijf of in één of meer dag- of weekbladen die in het gebied waarin het bedrijf koude levert verspreid worden, dat de voorwaarden, voorschriften en regelingen zijn gewijzigd en bij het bedrijf ter inzage liggen en aldaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar zijn.
23.3 Wijzigingen gelden ook ten aanzien van reeds bestaande overeenkomsten. Indien een verbruiker een wijziging niet wenst te accepteren, kan hij de overeenkomst opzeggen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 lid 4 van deze Algemene Voorwaarden.
Artikel 24 Bijzondere bepalingen
24.1 De verplichting tot levering ingevolge de overeenkomst, bedoeld in artikel 6 van deze Algemene Voorwaarden, eindigt in ieder geval indien en voor zover door een derde een aan het bedrijf verleende toestemming om koude te leveren, wordt ingetrokken of vervallen verklaard.
24.2 Voor het geval het bedrijf zijn rechten en verplichtingen uit de overeenkomst als bedoeld in artikel 6 van deze Algemene Voorwaarden aan een derde dient of wenst over te dragen, verleent de verbruiker/aanvrager hiertoe bij voorbaat zijn toestemming.
Artikel 25 Slotbepalingen
25.1 Deze Algemene Voorwaarden treden in werking op 1 april 2016. Met ingang van die datum vervallen de tot dan geldende voorwaarden.
25.2 Deze Algemene Voorwaarden kunnen worden aangehaald als ‘Algemene Voorwaarden voor de levering van koude aan kleinverbruikers’.
25.3 Deze Algemene Voorwaarden zijn beschikbaar op de internetsite. Ze liggen eveneens ter inzage bij de leverancier en zijn aldaar op aanvraag kosteloos verkrijgbaar.
9952