VAN HEESWIJK NOTARISSEN N.V.
XXX XXXXXXXX NOTARISSEN N.V.
CONCEPT
WdJ/MvO/80141 Versie d.d. 29 januari 2019
AKTE VAN SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN
door : @BPD Ontwikkeling B.V.
van : Project: Xxx Xxxxxxx te Rotterdam , blok 1 en 2
NB 1: wijzigingen van deze conceptakte (na ondertekening van de koop- en/of aannemingsovereenkomst) ten gevolge van verplichtingen die van overheidswege en/of door de rechtsvoorganger(s) en/of in verband met nutsvoorzieningen worden opgelegd dan wel die voortvloeien uit de feitelijke situatie van het bouwplan worden uitdrukkelijk voorbehouden;
NB 2: voorts is nog geen rekening gehouden met eventuele optionele dakopbouwen; NB 3: ingeval van tegenstrijdigheid, interpretatieverschillen en/of andersoortige afwijkingen prevaleert de tekst opgenomen in de uiteindelijk te passeren akte(n).
Heden, @ tweeduizend negentien, verscheen voor mij, xx. Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxx xx Xxxx, notaris te Rotterdam :
@, met kantooradres "Central Plaza Tower A", Xxxxx 000 xx 0000 XX
Xxxxxxxxx , te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van @BPD Ontwikkeling B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te @Hoevelaken, kantoorhoudende te 0000 XX Xxxxxxxxx, XXxxxxxxxx 0X, ingeschreven in het handelsregister onder
nummer 08013158;
BPD Ontwikkeling B.V., hierna te noemen: de "Gerechtigde". De verschenen persoon, handelend als vermeld, gaf vooraf te kennen:
Considerans
(i) de Gerechtigde is gerechtigd tot de eigendom van:
het perceel @(bouw)grond, gelegen aan de @Hudsonstraat en Medinastraat (ongenummerd) te Rotterdam, kadastraal bekend gemeente Delfshaven, sectie H, nummer @[thans]4877, groot één hectare, zes aren en veertien centiaren (01.06.14 ha); hierna aan te duiden als: het "Registergoed",
ter zake van welk Registergoed in de openbare registers de volgende aantekening voorkomt:
- @;
welk Registergoed voorts is belast met:
[@- een zelfstandig opstalrecht ten behoeve van @Eneco Warmte & Koude Leveringsbedrijf B.V. voor het aanleggen, in eigendom hebben, in stand houden, gebruiken, onderhouden, wijzigen, uitbreiden, vervangen en wegnemen van de installaties van de warmtevoorziening/
stadsverwarming, hierna aan te duiden als: het "Opstalrecht Eneco"@]; [@- een zelfstandig opstalrecht ten behoeve van @Stedin Netten B.V. voor
het aanleggen, in eigendom hebben, onderhouden, vervangen, en zo nodig verwijderen van een transformator, schakelapparatuur en verdere bijbehorende bedienings- en beveiligingsapparatuur en kabels, alles met eventuele bijbehoren, hierna aan te duiden als: het "Opstalrecht Stedin";@].
(ii) De Gerechtigde is voornemens op het Registergoed twee (2) woonblokken te realiseren, te weten:
- blok één (1), bestaande uit onder meer zevenentwintig (27) woningen met privé-daktuinen, een collectieve daktuin en achtentwintig (28) parkeerplaatsen; en
- blok twee (2), bestaande uit onder meer vierentwintig (24) woningen met privé-daktuinen, twaalf (12) woonappartementen, twaalf (12) bergingen, een com merciële ruimte en eenendertig (31) parkeerplaatsen;
hierna tezamen aan te duiden als: de "Opstallen".
Het Registergoed en de Opstallen, hierna tezamen aangeduid als het "Gebouw".
(iii) Het Registergoed is door de Gerechtigde verkregen door de inschrijving ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op @
tweeduizend negentien, in register Hypotheken 4, in deel @, nummer @, van een afschrift van een akte van levering, houdende kwijting voor de betaling van de koopsom en afstand van elk eventueel recht de overeenkomst en/of de daaraan ten grondslag liggende koopovereenkomst te ontbinden dan wel de ontbinding
daarvan te vorderen, op @ tweeduizend negentien verleden voor mr. X.X.X. xx Xxxx, notaris te Rotterdam , hierna te noemen: de "Aankomsttitel".
(iv) Het Registergoed is @vrij van hypotheken en/of beslagen.
(v) De Gerechtigde heeft besloten over te gaan tot splitsing in appartementsrechten van het Gebouw, zulks op grond van artikel 5:106 en artikel 5:107 Burgerlijk Wetboek en tot vaststelling van een reglement als bedoeld in artikel 5:111, onder d juncto 5:112 Burgerlijk Wetboek.
(vi) Het Gebouw en de begrenzing van de onderscheidene gedeelten van het Gebouw, die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, zijn
conform het bepaalde in artikel 5:109, lid 2 Burgerlijk Wetboek aangegeven op een tekening, bestaande uit drie (3) bladen, hierna aan te duiden als:
de “Tekening”.
(vii) Binnen de begrenzing van de op de Tekening aangegeven onderscheidene gedeelten van het Gebouw, die bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt, is conform het bepaalde in artikel 5 Uitvoeringsregeling Kadasterwet een nummer in Arabische cijfers aangebracht.
(viii) De bewaarder van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers heeft, blijkens een daartoe strekkende verklaring op basis van de Tekening
(depotnummer 20190@@@@, op @ tweeduizend negentien voor het Gebouw
de complexaanduiding @-A vastgesteld.
(ix) De Tekening wordt aan de minuut van deze akte gehecht (Bijlage 1). De verschenen persoon, handelend als vermeld, verklaarde vervolgens:
I. SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN
De Gerechtigde splitst bij deze het Gebouw in de volgende twee (2) appartementsrechten:
(1) het appartementsrecht, kadastraal bekend gemeente Delfshaven, sectie H, com plexaanduiding @-A, appartementsindex 1, omvattende:
(a) het @zesduizend vierhonderd tweeëntachtig/veertienduizend zevenhonderd drieëntachtigste (6.482/14.783e) onverdeeld aandeel in het Gebouw; en
(b) het recht op het uitsluitend gebruik van zevenentwintig (27) woningen op de begane grond, eerste, tweede en deels derde verdieping, privé-
daktuinen, een collectieve daktuin en achtentwintig (28) parkeerplaatsen op de begane grond, met entreehal en verder toebehoren, plaatselijk bekend te Rotterdam als @;
(2) het appartementsrecht, kadastraal bekend gemeente Delfshaven, sectie H, com plexaanduiding @-A, appartementsindex 2, omvattende:
(a) het @achtduizend driehonderd één/veertienduizend zevenhonderd
drieëntachtigste (8.301/14.783e) onverdeeld aandeel in het Gebouw; en
(b) het recht op het uitsluitend gebruik van:
- vierentwintig (24) woningen op de begane grond, eerste, tweede en deels derde verdieping met privé-daktuinen;
- twaalf (12) woonappartementen, twaalf (12) bergingen, gezamenlijke entreehal, lift en trappenhuizen;
- een com merciële ruimte op de begane grond;
- eenendertig (31) parkeerplaatsen op de begane grond, en verder toebehoren, plaatselijk bekend te Rotterdam als @.
II. REGLEMENT
De Gerechtigde stelt bij deze vast het reglement als bedoeld in artikel 5:111, onder d juncto 5:112 Burgerlijk Wetboek, welk reglement is gebaseerd op het door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie vastgestelde "modelreglement bij splitsing in appartementsrechten 2017", opgenomen in een akte, verleden op negentien decem ber
tweeduizend zeventien voor mr. H.M. Kolster, notaris te Rotterdam , van welke akte een afschrift is ingeschreven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op negentien decem ber tweeduizend zeventien in register Hypotheken 4, deel 72212 nummer 160.
Met inachtnem ing van de te dezen noodzakelijke of gewenste wijzigingen en
aanvullingen op dat modelreglem ent komt dat reglement thans integraal te luiden als volgt:
Indeling
A. Definities en algemene bepalingen. Artikelen 1 tot en met 7.
B. Aandelen die door de Splitsing ontstaan. Artikel 8.
C. Baten, schulden en kosten en reserveringen ten behoeve van het Reservefonds.
Artikelen 9 tot en met 14.
D. Jaarlijkse begroting, Xxxxxxxxxxxx en bijdragen. Artikelen 15 tot en met 18.
E. Verzekeringen. Artikel 19.
F. Gebruik, beheer en onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken.
Artikelen 20 tot en met 26.
G. Gebruik, beheer en onderhoud van de Privé-gedeelten. Artikelen 27 tot en met 36.
H. Het door een Eigenaar zelf in gebruik nemen van zijn Privé-gedeelte. Artikel 36.
I. Het in gebruik geven door een Eigenaar van zijn Privé-gedeelte aan een Gebruiker.
Artikelen 37 tot en met 40.
J. Ontzegging van het gebruik van een Privé-gedeelte. Artikel 41.
K. Overdracht Appartementsrecht. Vestiging en overdracht beperkte rechten. Artikelen 42 tot en met 44.
L. Overtredingen.
Artikel 45.
M. Oprichting van de Vereniging en vaststelling van de statuten van de Vereniging.
I. Algemene bepalingen. Artikelen 46 tot en met 48.
II. De Vergadering.
Artikelen 49 tot en met 56.
III. Het Bestuur.
Artikelen 57 tot en met 61.
IV. Raad van Commissarissen en com missies. Artikelen 62 en 63.
N. Huishoudelijk Reglem ent. Artikel 64.
O. Wijziging van de Akte.
Artikel 65.
P. Opheffing van de Splitsing en ontbinding van de Vereniging. Artikel 66.
Q. Geschillenbeslechting. Artikel 67.
R. Indexering. Artikel 68.
S. Overgangsbepalingen. Artikel 69.
T. Slotbepaling.
Artikel 70.
REGLEMENT VAN SPLITSING
A. Definities en algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
1.1 In het Reglement wordt verstaan onder:
a. Akte:
de akte van splitsing in appartementsrechten van de Gemeenschap, met inbegrip van de tekening als bedoeld in artikel 5:109, lid 2 BW, het Reglem ent alsmede de eventuele wijzigingen en/of aanvullingen daarop;
b. Appartementsrecht:
een bij de Akte ontstaan appartementsrecht;
c. Artikel:
een artikel van het Reglem ent;
d. Beheerder:
de door de Vergadering benoem de (rechts-)persoon als bedoeld in Artikel 61;
e. Bestuur:
het Bestuur van de Vereniging;
f. Boekjaar:
het boekjaar van de Vereniging;
g. Commissie:
een com missie, ingesteld op grond van Artikel 63;
h. BW:
het Burgerlijk Wetboek;
i. Eigenaar:
de gerechtigde tot een Appartementsrecht, waaronder begrepen een erfpachter, opstaller en vruchtgebruiker van een Appartementsrecht en een gerechtigde tot een recht van gebruik en/of bewoning van een Privé- gedeelte, tenzij uit de tekst of de strekking van het desbetreffende Artikel anders blijkt;
j. Gebouw:
het gebouw of de gebouwen met toebehoren waarop het in de Splitsing betrokken recht betrekking heeft;
k. Gebruiker:
degene die als huurder of anderszins, anders dan als Eigenaar of krachtens een beperkt recht, het gebruik van een Privé-gedeelte heeft als bedoeld in artikel 5:120 BW;
l. Gemeenschap:
de in de Splitsing betrokken goederen;
m. Gemeenschappelijke Gedeelten:
de gedeelten als bedoeld in artikel 5:112, lid 1, onder c BW, bestaande uit:
- de Gemeenschappelijke Ruim ten;
- de Grond voor zover niet vallend onder x; en
- de onderdelen van het Gebouw en de voorzieningen als vermeld in Artikel 11;
n. Gemeenschappelijke Ruimten:
de in, op, naast en onder het Gebouw en/of de op en boven de Grond aanwezige ruimten die blijkens de Akte niet bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
o. Gemeenschappelijke Zaken:
de roerende zaken die gelden als ‘toebehoren’ als bedoeld in artikel
5:106, lid 1 BW, voor zover niet vallend onder m;
p. Grond:
de grond waarop het in de Splitsing betrokken recht betrekking heeft;
q. Huishoudelijk Reglement:
het huishoudelijk reglement als bedoeld in Artikel 64;
r. Jaarrekening:
de jaarrekening van de Vereniging als bedoeld in Artikel 16;
s. Jaarverslag:
het jaarverslag van de Vereniging als bedoeld in Artikel 16;
t. Meerjarenonderhoudsplan:
het in Artikel 14.3 bedoelde onderhoudsplan;
u. Onderappartementsrecht:
een appartementsrecht ontstaan bij een Ondersplitsing;
v. Ondereigenaar:
de gerechtigde tot een Onderappartementsrecht;
w. Ondersplitsing:
de Ondersplitsing van een Appartementsrecht als bedoeld in artikel 5:106, lid 3 BW;
x. Privé-gedeelte:
het gedeelte respectievelijk de gedeelten van het Gebouw en/of de Grond dat/die blijkens de Akte bestemd is/zijn om door een Eigenaar als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
y. Raad van Commissarissen:
de raad van commissarissen als bedoeld in artikel 2:48 juncto artikel 5:135 BW;
z. Reglement:
het bij de Akte vastgestelde reglement van splitsing; za. Reglement van Ondersplitsing:
het bij de akte houdende een Ondersplitsing vastgestelde reglement van splitsing ter zake van die Ondersplitsing met inbegrip van eventuele wijzigingen en/of aanvullingen daarop;
zb. Reservefonds:
het in Artikel 14 bedoelde reservefonds; zc. Splitsing:
de bij de Akte tot stand gebrachte splitsing in appartementsrechten; zd. Vereniging:
de bij de Akte opgerichte vereniging van eigenaars; ze. Vereniging van Ondereigenaars:
de bij de akte houdende een Ondersplitsing opgerichte vereniging van eigenaars;
zf. Vergadering:
de vergadering van eigenaars van de Vereniging; zg. Voorzitter:
de voorzitter van de Vergadering.
1.2 De in Artikel 1.1 vermelde begrippen kunnen zonder verlies van inhoudelijke betekenis zowel in enkelvoud als in meervoud voorkomen.
Artikel 2
Verplichtingen van de Eigenaars en Gebruikers
2.1 De Eigenaars en Gebruikers moeten zich overeenkomstig de eisen van
redelijkheid en billijkheid jegens elkaar gedragen. Iedere Eigenaar en Gebruiker dient voorts de bepalingen van het Reglem ent, het eventuele Huishoudelijk Reglem ent, de eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128, lid 1 BW en overige tussen hen krachtens wet of gewoonte bestaande regels voor zover die op hem betrekking hebben, na te leven.
2.2 Een Eigenaar of Gebruiker mag geen onredelijke hinder toebrengen aan de andere Eigenaars en Gebruikers, zoals door het verspreiden van geuren, rook, gassen, trillingen, muziek en andere geluiden. Beroepsmatige erotiek is niet
toegestaan. De handel in, productie en teelt van hard- en softdrugs is verboden. Regels ter voorkoming van onredelijke geluidshinder of andere vormen van onredelijke hinder kunnen nader in het Huishoudelijk Reglem ent worden vastgelegd.
Uitdrukkelijk wordt bepaald dat het hebben en houden van een
winkel/com merciële ruimte/horecagelegenheid in het gedeelte van het Privé- gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële ruimte, géén overlast of hinder in de zin van dit Artikel 2.2 vormt, voor zover voldaan wordt aan de voor (geluids)hinder geldende gemeentelijke regelgeving.
2.3 Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht alle handelingen na te laten waardoor schade kan worden toegebracht aan de andere Eigenaars en Gebruikers, hypotheekhouders en andere beperkt gerechtigden of aan het Gebouw, de Grond en de Vereniging.
2.4 Iedere Eigenaar en Gebruiker dient er voor in te staan dat zijn huisgenoten, zijn bezoekers en zijn personeel het in de vorige leden van dit Artikel bepaalde naleven.
Artikel 3
Aansprakelijkheid voor schade en hinder
Iedere Eigenaar en Gebruiker is aansprakelijk voor de door hem aan het Gebouw en/of de Grond toegebrachte schade en voor onrechtm atige hinder, voor zover deze schade of hinder aan hemzelf, zijn huisgenoten, bezoekers of personeel kan worden toegerekend. Hij is verplicht, voor zover dit redelijk is, maatregelen te nemen of te dulden die de strekking hebben bedoelde schade of hinder te voorkomen of beperken.
Artikel 4
Waarschuwingsplicht en maatregelen bij schade of hinder
In het geval dat in een Privé-gedeelte belangrijke schade is ontstaan of dreigt te ontstaan of gevaar dreigt voor ernstige hinder voor de andere Eigenaars en Gebruikers, is iedere Eigenaar en Gebruiker verplicht het Bestuur of de Beheerder onverwijld te waarschuwen en de nodige maatregelen te nemen.
Artikel 5 Afwenden gevaar
Iedere Eigenaar en Gebruiker is te allen tijde bevoegd en verplicht tot het nemen van maatregelen, die strekken tot het afwenden van een voor de andere Eigenaars en Gebruikers, het Gebouw en/of de Grond onmiddellijk dreigend gevaar. Hij is alsdan verplicht de betreffende Eigenaar of Gebruiker respectievelijk het Bestuur of de Beheerder onverwijld te waarschuwen.
Artikel 6 Burenrecht
Titel 4 van Boek 5 BW (inzake bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven) is voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing op de Eigenaars en de Gebruikers, met dien verstande dat eventueel daarmee strijdige feitelijke situaties zoals deze bestaan ten tijde van de Splitsing, door de Eigenaars en Gebruikers dienen te worden geduld.
Artikel 7
Publiekrecht
Een krachtens het Reglem ent, het eventuele Huishoudelijk Reglem ent of besluit van de Vergadering toegestane inwendige of uitwendige wijziging van het Gebouw en/of de Grond mag pas worden aangebracht nadat daarvoor de eventueel vereiste publiekrechtelijke vergunning of toestemming is verkregen.
Evenzo mag een krachtens zodanig reglement of besluit toegestaan gebruik van Gemeenschappelijke Ruim ten en/of Privé-gedeelten pas worden gemaakt, en
mag elke andere handeling met betrekking tot het Gebouw en/of de Grond pas worden verricht, nadat een daarvoor eventueel vereiste vergunning of
toestemming als bedoeld is verkregen.
B. Aandelen die door de splitsing ontstaan
Artikel 8
Aandelen in de Gemeenschap
Iedere Eigenaar is in de Gemeenschap gerechtigd voor de onverdeelde aandelen zoals hiervoor bij de afzonderlijke Appartementsrechten vermeld.
Deze onverdeelde aandelen in de Gemeenschap zijn vastgesteld aan de hand van
de verhouding in (afgeronde) oppervlakte van de Privégedeelten, berekend casu quo vastgesteld op basis van de Tekening, blijkens een berekening die aan de minuut van deze Akte wordt gehecht (Bijlage 2).
C. Baten, schulden en kosten en reserveringen ten behoeve van het Reservefonds
Artikel 9
Baten die aan de gezamenlijke Eigenaars toekomen
9.1 De Eigenaars zijn voor de in Artikel 8 bedoelde breukdelen gerechtigd tot de baten die aan de gezamenlijke Eigenaars toekomen, tenzij in het Reglem ent anders is bepaald.
9.2 Onder de in Artikel 9.1 bedoelde baten worden verstaan de aan de gezamenlijke Eigenaars toekomende renten en andere opbrengsten van het vermogen van de Vereniging, andere aan de gezamenlijke Eigenaars als zodanig toekomende baten, alsmede baten toekomende aan de Vereniging, zoals de boeten bedoeld in Artikel 45. Tevens worden onder de in Artikel 9.1 bedoelde baten verstaan de baten van de zonnepanelen/PV-panelen met (technische) infrastructuur,
omvormers, monitorinstallaties, productiem eters en aansluitpunten op de daken.
9.3 Onder de in Artikel 9.1 bedoelde baten worden niet verstaan
schadeloosstellingen ter zake van gebreken en/of tekortkomingen aan de Gemeenschappelijke Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken die aan de Vereniging worden uitgekeerd vanwege een beroep op een garantie- en/of waarborgregeling dan wel uit hoofde van een andersoortige overeenkomst waaraan niet alle Eigenaars rechten kunnen ontlenen.
Dergelijke schadeloosstellingen komen ten goede aan de Eigenaars van de Appartementsrechten ten aanzien waarvan het betreffende garantie- en/of waarborgcertificaat is uitgegeven dan wel waarop de betreffende garantie- en/of waarborgregeling dan wel andersoortige overeenkomst betrekking heeft naar rato van de verhouding waarin die Eigenaars in de kosten van herstel van de betreffende gebreken dienen bij te dragen. Deze schadeloosstellingen worden als zodanig in mindering gebracht op ten laste van die Eigenaars komende bijdragen in de kosten die gemaakt moeten worden om bedoelde gebreken en/of tekortkomingen op te heffen, een en ander onverminderd het bepaalde in Artikel 10.3. De kosten van een eventuele arbitrage komen ten laste van de Eigenaars van de Appartementsrechten waarop de betreffende garantie- en/of
waarborgregeling dan wel andersoortige overeenkomst betrekking heeft.
Artikel 10
Schulden en kosten die voor rekening zijn van de gezamenlijke Eigenaars en reserveringen ten behoeve van het Reservefonds
10.1 De Eigenaars zijn verplicht om voor de in Artikel 8 bedoelde breukdelen bij te
dragen in:
a. de in artikel 5:112, lid 1, onder a BW bedoelde schulden en kosten die voor rekening van de gezamenlijke Eigenaars zijn; en
b. de jaarlijkse reserveringen ten behoeve van het Reservefonds, voor zover krachtens het bepaalde in Artikel 10.3 en/of Artikel 10.4 geen afwijkende bijdrageplicht geldt.
10.2 Tot de in Artikel 10.1 onder a bedoelde schulden en kosten worden gerekend:
a. die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud, het gebruik en het behoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de
Gemeenschappelijke Zaken;
b. die welke verband houden met noodzakelijke herstelwerkzaamheden, vernieuwingen en vervangingen van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken, voor zover die ingevolge het Reglem ent of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 5:121 BW niet ten laste komen van bepaalde Eigenaars;
c. de schulden van de Vereniging, waaronder schulden uit geldlening en de kosten van de Vereniging, waaronder de kosten van administratie en beheer die op grond van het Reglem ent niet voor rekening van een of
meer (doch niet alle) Eigenaar(s) komen;
d. het bedrag van de schadevergoeding door de gezamenlijke Eigenaars als zodanig verschuldigd aan één van hen of aan een derde;
e. de gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten verbonden aan het optreden door of namens de gezamenlijke Eigenaars als procespartij in een juridische procedure, onverminderd het bepaalde in Artikel 17.3;
x. xx xxxxxxx verschuldigd uit hoofde van de verzekeringen, die door het Reglem ent zijn voorgeschreven of waartoe ingevolge Artikel 19 door de Vergadering is besloten;
g. de verschuldigde publiekrechtelijke lasten voor zover geen aanslag is opgelegd aan de afzonderlijke Eigenaars;
h. de verwarmingskosten in geval het een gemeenschappelijke installatie betreft, waaronder begrepen de kosten van de warmwaterinstallaties, de brandstofkosten, de elektriciteitskosten, de op de desbetreffende kosten betrekking hebbende administratie, alsmede, voor zover van toepassing,
de kosten van registratie en de berekening van het warmteverbruik, alles voor zover de Eigenaars daarvoor niet afzonderlijk worden aangeslagen;
i. de kosten van het waterverbruik voor zover de Eigenaars daarvoor niet
afzonderlijk worden aangeslagen;
j. indien een recht van erfpacht of een recht van opstal in de Splitsing is betrokken: de canon respectievelijk retributie die na de datum van Splitsing opeisbaar wordt;
k. de kosten van het opstellen van het Meerjarenonderhoudsplan;
l. alle overige schulden en kosten, gemaakt in het belang van de
gezamenlijke Eigenaars als zodanig, daaronder begrepen de schulden en kosten die voortvloeien uit besluiten van de Vergadering.
10.3 (i) In afwijking van Artikel 10.1 komen de schulden en kosten, voor zover deze uitsluitend betrekking hebben op of dienstbaar zijn aan of strekken ten behoeve casu quo ten nutte zijn van slechts één Appartementsrecht, voor rekening van de desbetreffende Eigenaar. Wat deze schulden en kosten betreft zijn het appartementsrecht met indexnummer 1 en het appartementsrecht met indexnummer 2 volledig bouwkundig van elkaar gescheiden - met uitzondering van de stadsverwarmingsruimte en de traforuimte - zodat de gemeenschappelijke schulden en kosten zich volledig beperken tot de in artikel 11 vermelde gemeenschappelijke zaken.
(ii) In afwijking van @casu quo in aansluiting op het hiervoor in Artikel 10 bepaalde komen de premies verschuldigd uit hoofde van de verzekeringen, die door het Reglem ent zijn voorgeschreven of waartoe ingevolge Artikel 19 door de Vergadering is besloten voor rekening van de Eigenaars naar rato van hun aandeel in de verzekerde waarde.
(iii) In afwijking van @casu quo in aansluiting op het hiervoor in Artikel 10 bepaalde komen de kosten verband houdende met de
gemeenschappelijke tussenstraat, gelegen tussen blok één (1) en blok twee (2), alsmede de kosten voor het bestuur en beheer van de Vereniging voor rekening van de Eigenaars, ieder voor een gelijk deel.
Indien de Vereniging beschikt over een Meerjarenonderhoudsplan, zal de hoogte van de door de Eigenaars verschuldigde bijdragen aan het
Reservefonds jaarlijks worden bepaald met inachtnem ing van de in dit Artikel
10.3 bedoelde bepalingen.
Schulden en kosten ter zake van Gemeenschappelijke Gedeelten en/of
Gemeenschappelijke Zaken waarvoor een garantie- en/of waarborgregeling als bedoeld in Artikel 9.3 geldt en die door die regeling volledig worden gedekt,
komen volledig voor rekening van de Eigenaars van de Appartementsrechten ten aanzien waarvan het betreffende garantie- en/of waarborgcertificaat is
uitgegeven dan wel waarop de betreffende garantie- en/of waarborgregeling
betrekking heeft. Indien en voor zover een garantie- en/of waarborgregeling niet alle in de vorige zin bedoelde kosten en schulden dekt, komen deze ten laste van de gezamenlijke Eigenaars.
10.4 Indien een recht van erfpacht of een recht van opstal in de Splitsing is betrokken, en bij de akte van vestiging erfpacht respectievelijk opstal dan wel bij een nadien gepasseerde notariële akte, waarvan een afschrift is ingeschreven in
de openbare registers voor registergoederen, een splitsing van de canon/retributie is overeengekomen op grond waarvan de afzonderlijke
Eigenaars jegens de Grondeigenaar aansprakelijk zijn in een andere verhouding dan met toepassing van de breukdelen als bedoeld in Artikel 8 het geval zou zijn, zijn de Eigenaars onderling verplicht bij te dragen in de canon/retributie in
dezelfde verhouding als waarin ieder afzonderlijk aansprakelijk is jegens de Grondeigenaar.
Artikel 11
Onderdelen van het Gebouw, Gemeenschappelijke Ruimten en voorzieningen die voor rekening zijn van de gezamenlijke Eigenaars
11.1 Tot de onderdelen van het Gebouw, de Gemeenschappelijke Ruim ten en
voorzieningen, waarvan de kosten conform Artikel 10.2 onder a en b voor rekening van de gezamenlijke Eigenaars komen, tenzij in Artikel 10.3 anders is bepaald, worden, voor zover aanwezig en niet toebehorend aan een derde, onder meer gerekend:
a. de grond en de gemeenschappelijk buitenruimte (tussenstraat), gelegen tussen blok één (1) en blok twee (2);
b. de zonnepanelen/PV-panelen met (technische) infrastructuur,
omvormers, monitorinstallaties, productiem eters en aansluitpunten op de daken;
c. de stadsverwarmingsruimte en de traforuimte gelegen in blok één (1);
d. de overige collectieve voorzieningen.
11.2 Op nieuwe onderdelen en voorzieningen als hiervoor bedoeld is het voorgaande van toepassing met ingang van de dag van aanbrenging daarvan.
11.3 In geval van twijfel of sprake is van een onderdeel van het Gebouw of een voorziening als in dit Artikel bedoeld, geldt het bepaalde in Artikel 22.
Artikel 12
Schulden en kosten die voor rekening zijn van de individuele Eigenaars
Tot de schulden en kosten die voor rekening zijn van de individuele Eigenaars
worden onder meer gerekend:
(i) de schulden en kosten die worden gemaakt in verband met het
onderhoud, verbetering en schoonhouden van het Privé-gedeelte; en
(ii) de schulden en kosten die worden gemaakt ter zake van:
a. het onderhoud, herstel en de vervanging van de niet-dragende wanden in het Privé-gedeelte;
b. het onderhoud, herstel en de vervanging van plafonds en overige afwerklagen, zoals dekvloeren, tegelwerk, stucwerk, schilderwerk, behang en de bekleding van de vloeren en wanden binnen het Privé-gedeelte;
c. het onderhoud, herstel en de vervanging van de in het Privé- gedeelte aanwezige (inpandige) raamkozijnen inclusief ramen en het daarin aanwezige glas alsmede van de (inpandige)
deurkozijnen met de deuren (inclusief schuifdeuren) en drempels die zich bevinden in de (al dan niet aan balkons of terrassen grenzende) gevels, alsmede het daarbij behorende (standaard) hang- en sluitwerk;
d. het schilderen van de onder c bedoelde kozijnen, ramen en deuren alsmede van de gedeelten van de ramen en deuren (inclusief schuifdeuren) die zich in gesloten toestand aan de binnenzijde van het Privé-gedeelte bevinden;
e. het onderhoud, herstel en de vervanging van de in het Privé-
gedeelte aanwezige douchecabines, baden, wastafels, waterclosets en wasbakken, een en ander met de bijbehorende kranen en
leidingwerk tot de begrenzing van het Privé-gedeelte alsmede de
kasten en apparatuur in de sanitaire ruimten en de keuken;
f. het schoonhouden en ontstoppen van alle sanitaire voorzieningen en daarbij behorende afvoerleidingen tot de begrenzing van het Privé-gedeelte;
g. het onderhoud, herstel en de vervanging van afvoerbuizen van hemelwater en afvalwater, de meterkast en de leidingen voor het transport van gas, water, elektriciteit en telefoon, audio- en
videosignalen van de meterkast naar het Privé-gedeelte en/of in het Privé-gedeelte, waaronder tevens begrepen de afvoerbuizen en leidingen die zich bevinden in een vloer of een wand die het Privé-gedeelte omsluit en die bereikbaar zijn zonder schade van betekenis toe te brengen aan de betreffende vloer of wand, een en ander voor zover de betreffende voorzieningen uitsluitend
Artikel 13
strekken ten behoeve van het betreffende Privé-gedeelte. Onder schade van betekenis valt schade die niet eenvoudig door de Eigenaar hersteld kan worden;
h. het onderhoud, herstel en de vervanging van de installaties met daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken voor de zelfstandige verwarming en koeling van het Privé-
gedeelte;
i. het onderhoud, herstel en de vervanging van de andere
onderdelen van het Gebouw en/of voorzieningen die in de Akte als zodanig zijn aangewezen.
Verwijdering installaties en andere voorzieningen
De Vergadering kan besluiten een installatie of een andere voorziening die voor rekening komt van twee of meer Eigenaars te verwijderen. Alle bepalingen in het Reglem ent en het eventuele Huishoudelijk Reglem ent met betrekking tot
dergelijke installaties en andere voorzieningen zijn vanaf het moment van verwijdering niet meer op de betreffende installatie respectievelijk andere voorziening van toepassing.
Artikel 14
Reservefonds en Meerjarenonderhoudsplan
14.1 Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 5:126 BW houdt de Vereniging een Reservefonds in stand ter bestrijding van andere dan de gewone jaarlijkse kosten. Binnen het Reservefonds kan per kostensoort een bestemmingsreserve worden gevormd. Ter zake van het Reservefonds geldt voorts het bepaalde in Artikel 47.
14.2 Indien het Gebouw geheel of gedeeltelijk bestemd is voor bewoning, bedraagt de jaarlijkse reservering ten behoeve van het Reservefonds:
a. ten minste het bedrag dat door de Vergadering is vastgesteld ter uitvoering van het Meerjarenonderhoudsplan; of
b. ten minste een half procent (0,5%) van de herbouwwaarde van het Gebouw.
De Vergadering besluit op welk van beide hiervoor vermelde wijzen de Eigenaars aan het Reservefonds dienen bij te dragen.
14.3 Het Meerjarenonderhoudsplan is ten hoogste vijf (5) jaar oud. Het bevat een
planning voor het niet-jaarlijkse onderhoud en herstel, en de niet-jaarlijkse vernieuwing van het Gebouw en de op, in en onder de Grond aanwezige werken, een en ander met uitzondering van de Privé-gedeelten.
Het Meerjarenonderhoudsplan bevat daartoe:
- de werkzaamheden die verricht moeten worden in ten minste de tien
Boekjaren volgend op het Boekjaar waarin het Meerjarenonderhoudsplan is vastgesteld; en
- de berekening van de daarmee gemoeide kosten, zulks gelijkmatig
toegerekend aan de onderscheiden Boekjaren, zodanig dat de voor een bepaald Boekjaar voorziene kosten uit het Reservefonds voldaan kunnen worden.
14.4 Indien de Vergadering besluit om aan het Reservefonds bij te dragen conform het bepaalde in Artikel 14.2 onder a is het Bestuur verplicht om een Meerjarenonderhoudsplan op te stellen dan wel te doen opstellen. Het Bestuur zal het Meerjarenonderhoudsplan ter bespreking voorleggen aan de Vergadering.
14.5 Indien het Gebouw niet geheel of gedeeltelijk bestemd is voor bewoning is Artikel 14.2 van overeenkomstige toepassing, tenzij de Vergadering anders besluit.
14.6 Het Reservefonds dient te worden besteed met inachtnem ing van het Meerjarenonderhoudsplan. Aanwending van het Reservefonds bij afwezigheid
dan wel in afwijking van het Meerjarenonderhoudsplan is uitsluitend mogelijk na een daartoe strekkend besluit van de Vergadering.
D. Jaarlijkse begroting, Xxxxxxxxxxxx en bijdragen
Artikel 15
Jaarlijkse begroting, Xxxxxxxxxxxx en bijdragen
15.1 Uiterlijk in de jaarvergadering als bedoeld in Artikel 49.1 wordt de begroting vastgesteld voor het lopende Boekjaar, in welke begroting de volgende posten duidelijk moeten zijn onderscheiden:
a. de schulden en kosten als bedoeld in Artikel 10.1 onder a;
b. de aan het desbetreffende Boekjaar toe te rekenen bedragen uit hoofde van het eventuele Meerjarenonderhoudsplan;
c. de toevoegingen aan het Reservefonds en ieders aandeel daarin conform de uit het Reglem ent voortvloeiende bijdrageplicht; en
d. de baten bedoeld in Artikel 9.2.
Indien één of meer Privé-gedeelten door de Eigenaar(s) wordt/worden verhuurd, wordt, met het oog op de berekening van de eigenaars- en gebruikerslasten, op verzoek van en voor rekening van de betreffende
Eigenaar(s), in de begroting een splitsing aangebracht tussen kosten die aan de huurder kunnen worden doorberekend en overige kosten.
15.2 De begroting wordt vastgesteld door de Vergadering. Bij het vaststellen van de begroting bepaalt de Vergadering tevens het bedrag dat bij wijze van voorschotbijdragen door de Eigenaars verschuldigd is, alsmede het aandeel van iedere Eigenaar daarin, vastgesteld met inachtnem ing van het bepaalde in Artikel
10.1.
15.3 De Eigenaars zijn verplicht met ingang van de eerste maand van het
desbetreffende Boekjaar maandelijks bij vooruitbetaling één/twaalfde (1/12e) van het bedoelde aandeel aan de Vereniging te voldoen, tenzij de Vergadering anders besluit.
Voor het gedeelte van de voorschotbijdrage van een Eigenaar dat ziet op zijn bijdrage aan het Reservefonds is hij bevoegd de in Artikel 47.3 bedoelde bankgarantie te stellen. De voorwaarden dan wel uitgangspunten waaronder deze bankgarantie wordt gesteld worden bepaald door het Bestuur @na bespreking in de Vergadering.
De betaling van de verschuldigde voorschotbijdrage kan niet worden verrekend of opgeschort in verband met een (vermeende) vordering op de Vereniging of de gezamenlijke Eigenaars.
Zolang door de Vergadering niet de voorschotbijdrage voor een Boekjaar is vastgesteld, moeten de Eigenaars de laatstelijk vastgestelde voorschotbijdragen voldoen. Deze voorschotbijdragen worden verrekend met de door de
Vergadering krachtens Artikel 15.2 vastgestelde voorschotbijdragen. Een eventueel overschot wordt in mindering gebracht op toekomstige nieuw vastgestelde bedragen, tenzij de Vergadering anders besluit.
Artikel 16
Jaarrekening en bijdragen Eigenaars
16.1 Na afloop van elk Boekjaar maakt het Bestuur het Jaarverslag en de Jaarrekening op.
Het Jaarverslag vermeldt de gang van zaken inzake de Vereniging en geeft een overzicht van het gevoerde beleid.
De Jaarrekening bestaat uit:
- de exploitatierekening als bedoeld in artikel 5:112 BW, omvattende de baten en lasten over het afgelopen Boekjaar, onderverdeeld naar de posten vermeld in Artikel 15.1, alsmede een toelichting;
- de balans, waaruit onder meer de omvang van het Reservefonds blijkt.
Indien één of meer Privé-gedeelten door de Eigenaar(s) wordt/worden verhuurd, wordt met het oog op de berekening van de eigenaars- en
gebruikerslasten op verzoek en voor rekening van de betreffende Eigenaar(s) in
de lasten van de exploitatierekening een splitsing aangebracht tussen kosten die aan de huurder kunnen worden doorberekend en overige kosten.
16.2 In de jaarvergadering bedoeld in Artikel 49.1 legt het Bestuur de Jaarrekening ter goedkeuring voor aan de Vergadering. De Jaarrekening wordt ondertekend door [@of namens] de bestuurders en de commissarissen. Ontbreekt een Raad van
Commissarissen en wordt omtrent de getrouwheid van de stukken aan de Vergadering niet een verklaring overgelegd afkomstig van een accountant bedoeld in artikel 2:393, lid 1 BW, dan brengt de kascom missie bedoeld in Artikel 63.2 ter vergadering verslag van haar bevindingen omtrent de
Jaarrekening uit. Na de goedkeuring van de Jaarrekening door de Vergadering, besluit de Vergadering over de décharge van het Bestuur voor het gevoerde beleid voor zover dat blijkt uit de Jaarrekening.
16.3 Bij het vaststellen van de Jaarrekening bepaalt de Vergadering tevens de
definitieve bijdragen van de Eigenaars met inachtnem ing van het bepaalde in Artikel 10.1.
16.4 Bij de toepassing van het in Artikel 16.3 bepaalde treden de definitieve bijdragen in de plaats van de in Artikel 15.2 bedoelde voorschotbijdragen. Indien deze voorschotbijdragen de definitieve bijdragen te boven gaan, zal het verschil aan
de Eigenaars worden terugbetaald, tenzij de Vergadering anders besluit. Indien de definitieve bijdragen de voorschotbijdragen te boven gaan, moeten de Eigenaars het tekort binnen een maand na de vaststelling van de exploitatierekening aanzuiveren, tenzij de Vergadering anders besluit.
16.5 Het Bestuur casu quo de Xxxxxxxxx zal op verzoek en voor rekening van een Eigenaar die als ondernemer wordt aangemerkt in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968, ervoor zorg dragen dat de betreffende Eigenaar over een geheel Boekjaar een afrekening ontvangt waarin is opgenomen de door de
Vereniging in het betreffende Boekjaar betaalde omzetbelasting, voor zover deze omzetbelasting is doorberekend in de door die Eigenaar verschuldigde voorschotbijdragen respectievelijk definitieve bijdragen aan de Vereniging.
De afrekeningen ter zake van de reeds in rekening gebrachte voorschotbijdragen respectievelijk definitieve bijdragen over het betreffende Boekjaar zullen voor hetzelfde bedrag worden gecrediteerd. Tevens zullen kopieën worden verstrekt van de inkoopfacturen die betrekking hebben op de door de Vereniging betaalde en aan die Eigenaar doorberekende omzetbelasting.
Artikel 17 Wanbetaling
17.1 Indien een Eigenaar de door hem aan de Vereniging verschuldigde bijdragen als bedoeld in Artikel 15.3 en/of Artikel 16.3 en/of Artikel 56.7 en/of boetes niet binnen een maand nadat het bedrag opeisbaar is geworden aan de Vereniging heeft voldaan, is hij zonder dat enige ingebrekestelling is vereist in verzuim en is hij over dat bedrag, van de datum van opeisbaarheid af, een rente verschuldigd, berekend op basis van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met een minimum van tien euro (€ 10,00) of zoveel meer als de Vergadering jaarlijks
mocht vaststellen. Het Bestuur is bevoegd dit bedrag te matigen. Artikel 45 is niet van toepassing.
17.2 Indien een Eigenaar het bedrag van zijn definitieve bijdrage niet binnen zes (6)
maanden na verloop van de termijn als bedoeld in Artikel 16.4 heeft voldaan, wordt zijn schuld omgeslagen over de andere Eigenaars in de onderlinge
verhouding als is bepaald in de volgende volzin van dit Artikel 17.2, ongeacht de maatregelen die jegens de nalatige Eigenaar kunnen worden genomen en onverminderd het recht van verhaal van de andere Eigenaars op eerstgenoemde. De in de vorige volzin bedoelde verhouding is de verhouding als bepaald in Artikel 8, met dien verstande dat de in dat Artikel bedoelde breukdelen worden gewijzigd zodanig dat de noemer voor de breukdelen gelijk is aan de som van de tellers van de breukdelen van de in de vorige volzin bedoelde andere Eigenaars.
17.3 Een Eigenaar is verplicht alle door de Vereniging gemaakte kosten, die van rechtskundige bijstand daaronder begrepen, voor het verhalen van het door hem aan de Vereniging verschuldigde, zowel in als buiten rechte, aan de Vereniging te vergoeden.
Artikel 18
Gemeenschappelijk Appartementsrecht, Ondersplitsing
18.1 Voor het geval een Appartementsrecht aan meer Eigenaars gezamenlijk toebehoort, zijn die Eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die uit de gerechtigdheid tot dat Appartementsrecht voortvloeien, tenzij het gezamenlijk toebehoren een gevolg is van een Ondersplitsing.
18.2 In geval van Ondersplitsing gelden de rechten en verplichtingen van de Eigenaar van het in de Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht als rechten en verplichtingen van de Ondereigenaars gezamenlijk.
18.3 De Eigenaar die zijn Appartementsrecht betrekt in een Ondersplitsing dient
daarvan binnen veertien dagen na de Ondersplitsing mededeling te doen aan het Bestuur onder vermelding van de personalia en adres(-sen) van de
Ondereigenaar(s).
E. Verzekeringen Artikel 19 Verzekeringen
19.1 Het Bestuur dient het Gebouw te verzekeren bij één of meer door de Vergadering aan te wijzen verzekeraars tegen water-, storm-, brand- en ontploffingsschade (opstalverzekering). Het Bestuur dient tevens een
verzekering af te sluiten voor de wettelijke aansprakelijkheid die kan ontstaan voor de Vereniging en voor de Eigenaars als zodanig. De Vergadering is
daarnaast bevoegd te besluiten tot het aangaan van verzekeringen tegen andere
gevaren, zoals ter dekking van de aansprakelijkheid van een bestuurder of com missaris.
19.2 De Vergadering stelt het bedrag van de verzekeringen vast. Het verzekerde
bedrag dient wat de opstalverzekering betreft overeen te stemmen met de herbouwkosten van het Gebouw. De vraag of deze overeenstemming bestaat, dient periodiek gecontroleerd te worden in overleg met de verzekeraar.
19.3 Verzekeringsovereenkomsten worden afgesloten door het Bestuur ten name van de Vereniging en ten behoeve van de gezamenlijke Eigenaars en mede ten behoeve van de Vereniging. Het Bestuur is daartoe, voor zover het betreft de in de eerste zin van Artikel 19.1 bedoelde verzekeringen, slechts bevoegd indien het bepaalde in Artikel 19.5 wordt nageleefd.
19.4 De Eigenaars dienen de uit hoofde van de verzekeringsovereenkomsten als bedoeld in de eerste zin van Artikel 19.1 uit te keren schadepenningen, indien deze een bedrag gelijk aan één procent van de verzekerde waarde van het Gebouw te boven gaan, te doen plaatsen op een voor de financiering van het herstel van de schade krachtens besluit van de Vergadering door het Bestuur te openen afzonderlijke grootboekrekening ten name van de Vereniging. Deze gelden dienen steeds bestemd te blijven voor het herstel of de wederopbouw, onverminderd artikel 5:136, lid 4 BW.
In geval van toepassing van het bepaalde in artikel 5:136, lid 4 BW zal, indien een Eigenaar zich heeft schuldig gemaakt aan een daad of verzuim die krachtens de wet of de verzekeringsvoorwaarden gehele of gedeeltelijke ongehoudenheid van de verzekeraar tot uitkering van de schadepenningen tot gevolg zou hebben, de uitkering van het aandeel van de desbetreffende Eigenaar dienen te
geschieden aan de verzekeraar.
19.5 Het Bestuur dient ervoor te zorgen, dat de verzekeringsovereenkomsten als bedoeld in de eerste zin van Artikel 19.1 (opstalverzekeringen) de volgende clausule bevatten:
“Zolang de eigendom van (dan wel een beperkt recht op) het verzekerde gebouw gesplitst is in appartementsrechten, gelden de volgende aanvullende voorwaarden.
Een daad of verzuim van een eigenaar van een appartementsrecht, welke krachtens de wet of de verzekeringsvoorwaarden gehele of gedeeltelijke ongehoudenheid van ondergetekenden tot
uitkering van de verzekeringspenningen tot gevolg zou hebben, laat de uit deze polis
voortvloeiende rechten onverlet.
Niettemin zal de verzekeraar in zodanig geval gerechtigd zijn, mits zij voor de uitkering de wens daartoe te kennen heeft gegeven, een aandeel in de schadepenningen overeenkomende met het aandeel waarin de desbetreffende eigenaar in de gemeenschap gerechtigd is, van deze terug te vorderen. In geval van toepassing van artikel 5:136, lid 4 BW zal de uitkering van het
aandeel in bedoeld geval in plaats van aan de eigenaar geschieden aan de verzekeraar.
Gaat de verschuldigde uitkering een conform de voorwaarden van de maatschappij gehanteerd bedrag te boven, dan geschiedt zij op de wijze te bepalen door de vergadering van eigenaars, zulks blijkende uit een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van de notulen van de vergadering.
Door uitkering overeenkomstig de voorwaarden dezer polis zal de verzekeraar tegenover alle belanghebbenden volledig zijn gekweten”.
19.6 In geval door de Vergadering besloten wordt tot herstel of herbouw, is het
bepaalde in artikel 5:136, leden 2 tot en met 4 BW en artikel 5:138 BW van toepassing, met dien verstande dat uitkering van het aan iedere Eigenaar toekomende aandeel in de verzekeringspenningen aan deze in de in artikel 5:136, lid 4 BW bedoelde gevallen slechts zal kunnen geschieden met toestemming van degenen die op het desbetreffende Appartementsrecht een recht van hypotheek hebben.
19.7 Indien de schadepenningen niet toereikend blijken te zijn voor herstel of herbouw, draagt iedere Eigenaar bij in het tekort, in de verhouding als bedoeld in Artikel 10.1, onverminderd het verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
19.8 Iedere Eigenaar is bevoegd een aanvullende verzekering te sluiten. In het geval van een verandering in het Privé-gedeelte als bedoeld in artikel 5:119 BW is het Bestuur tot het sluiten van een aanvullende verzekering verplicht. Iedere Eigenaar is verplicht het Bestuur onverwijld van een verandering in het Privé- gedeelte schriftelijk of per e-mail in kennis te stellen. Leidt de verandering tot een wijziging van de verzekeringspremie dan komt het verschil voor rekening van de desbetreffende Eigenaar.
19.9 Leidt het gebruik van een Privé-gedeelte tot verhoging van de verzekeringspremie, dan komt die verhoging voor rekening van de desbetreffende Eigenaar.
F. Gebruik, beheer en onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken
Artikel 20
Onderhoud Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken
20.1 De Vereniging voert het beheer over en draagt de zorg voor het onderhoud en herstel van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken.
20.2 Bij Huishoudelijk Reglem ent kunnen het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken nader worden geregeld.
Artikel 21
Gebruik Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken
21.1 Iedere Eigenaar en Gebruiker heeft het medegebruik van de
Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken volgens de bestemming daarvan.
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht de nodige zorgvuldigheid in acht te
nemen met betrekking tot de Gemeenschappelijke Gedeelten en
Gemeenschappelijke Zaken, ook wanneer die zich in zijn Privé-gedeelte bevinden. Hij moet daarbij in acht nemen het Reglem ent, het eventuele
Huishoudelijk Reglem ent en de eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 BW. Hij mag geen inbreuk maken op het recht van medegebruik van de andere Eigenaars en Gebruikers.
21.2 In afwijking van het in Artikel 21.1 bepaalde kan de Vereniging
Gemeenschappelijke Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken krachtens overeenkomst aan een Eigenaar of een derde in gebruik geven, al dan niet tegen een door de Vergadering te bepalen vergoeding, mits:
a. de andere Eigenaars en Gebruikers hierdoor niet onredelijk worden beperkt in het gebruik en genot van hun Privé-gedeelte en/of hun medegebruik van de Gemeenschappelijke Gedeelten en/of
Gemeenschappelijke Zaken; en
b. de ingebruikgeving kan worden beëindigd door opzegging met inachtnem ing van een overeen te komen termijn van ten hoogste zes maanden na een daartoe door de Vergadering genomen besluit.
Aan de toestemming tot ingebruikgeving kunnen ook andere voorwaarden worden verbonden.
21.3 In geval van ingebruikgeving als bedoeld in Artikel 21.2 van een
Gemeenschappelijk Gedeelte en/of Gemeenschappelijke Zaak geldt het in Artikel 23.6 bepaalde onverkort.
Artikel 22
Uitleg Akte en splitsingstekening
22.1 In geval van twijfel over de uitleg van de Akte dient, in het uiterste geval door de rechter, te worden vastgesteld welke uitleg naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is, waarbij slechts acht mag worden geslagen op de gegevens die voor derden uit of aan de hand van de Akte kenbaar zijn en voorts rekening wordt gehouden met:
- de aan de Akte te ontlenen aanwijzingen, en met hetgeen daaruit valt af te leiden omtrent de bedoeling van degene(n) die tot Splitsing of wijziging van de Splitsing is/zijn overgegaan;
- de rechtsgevolgen waartoe de mogelijke interpretaties van de Akte
zouden leiden;
- de feitelijke situatie van het Gebouw en/of de Grond, waarbij kennisneming van de situatie ter plaatse van belang kan zijn voor de beantwoording van de vraag welke uitleg het meest aannemelijk is indien de onderdelen van de Akte die voor verschillende uitleg vatbaar zijn, verwijzen naar feitelijke kenmerken van het Gebouw en/of de Grond; en
- de overige uit de rechtspraak eventueel voortvloeiende normen.
22.2 Indien de tekst van de Akte in com binatie met de tot de Akte behorende splitsingstekening geen uitsluitsel geeft over de vraag of een bepaalde ruimte tot een Privé-gedeelte of een Gemeenschappelijke Ruim te behoort, kan er niet op voorhand van worden uitgegaan dat hetzij de tekst van de Akte hetzij de tot de Akte behorende splitsingstekening de bedoeling van degene(n) die tot Splitsing of wijziging van de Splitsing is/zijn overgegaan juist weergeeft. De inhoud van de Akte dient te worden vastgesteld op de in Artikel 22.1 beschreven wijze, waarbij mede rekening wordt gehouden met de gedetailleerdheid waarin de betreffende gedeelten zijn omschreven in de tekst van de Akte en zijn weergegeven op de tot de Akte behorende splitsingstekening.
22.3 Kopteksten zijn in het Reglem ent slechts ingevoegd voor het leesgemak en zijn niet van invloed op de inhoud van de hierin opgenomen bepalingen.
Artikel 23
Gebruik Gemeenschappelijke Ruim ten
23.1 Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht zich te onthouden van luidruchtigheid, het onnodig verblijf in de Gemeenschappelijke Ruimten en het plaatsen van voertuigen of andere voorwerpen op plaatsen die hiervoor niet zijn bestem d.
23.2 De Gemeenschappelijke Ruim ten mogen niet worden gebruikt voor het ophangen van schilderijen, afbeeldingen of andere voorwerpen, en het aanbrengen van decoraties en dergelijke.
23.3 De Vergadering kan toestemming verlenen tot het verrichten van handelingen die afwijken van het bepaalde in de Artikelen 23.1 en 23.2.
23.4. Een Eigenaar of Gebruiker die buitenshuis afhankelijk is van een scootm obiel
en in het Privé-gedeelte geen redelijkerwijs geschikte plaats heeft om deze te stallen, is bevoegd om deze te stallen in een Gemeenschappelijke Ruim te.
De locatie waar de Eigenaar of Gebruiker de scootm obiel in dat geval wenst te
stallen, behoeft de toestemming van de Vergadering. Vanwege het bepaalde in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte kan de Vergadering de toestemming niet weigeren indien de Vereniging geen andere - objectief gezien - redelijkerwijs geschikte stallingsplaats kan aanwijzen, waarbij de aanvaardbaarheid van het alternatief dient worden beoordeeld vanuit het
perspectief van de Eigenaar of Gebruiker om wie het gaat.
Indien de betreffende Eigenaar of Gebruiker en de Vergadering niet in onderling overleg tot overeenstemming komen omtrent het volgende:
- of de Eigenaar/Gebruiker voor het zich buitenshuis verplaatsen wel of niet afhankelijk is van een scootm obiel;
- of in het Privé-gedeelte wel of geen redelijkerwijs geschikte plaats aanwezig is om een scootm obiel te stallen;
- of een door de Vergadering voorgestelde alternatieve stallingsplaats voor
de Eigenaar/Gebruiker fysiek haalbaar is, gelet op de aard van de
handicap of chronische ziekte en de daaruit voor de Eigenaar/Gebruiker voortvloeiende beperkingen en het verwachte verloop daarvan,
dient dit te worden beoordeeld door een door de betreffende
Eigenaar/Gebruiker en Vergadering gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijk therapeut of indicatie-adviseur (een ter zake deskundige adviseur in dienst van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) als bedoeld in de Wet langdurige zorg of een daarvoor in de plaats gekomen regeling).
Het hiervoor in dit Artikel 23.4 bepaalde geldt niet indien de Vergadering kan aantonen dat het onthouden van toestemming voor het in de
Gemeenschappelijke Ruim ten stallen van de scootm obiel noodzakelijk is ter bescherm ing van de veiligheid van de andere Eigenaars en/of Gebruikers. In dat geval zal de Vergadering geen toestemming voor het stallen verlenen.
Het hiervoor in dit Artikel 23.4 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op andere voorzieningen die een Eigenaar of Gebruiker vanwege een handicap of chronische ziekte nodig heeft.
De kosten van aanleg, gebruik, energieverbruik, onderhoud, herstel en vernieuwing van de voorzieningen die in de Gemeenschappelijke Ruim ten worden aangebracht en de kosten van herstel van beschadigingen die
achterblijven wanneer de voorzieningen worden verwijderd, komen ten laste van de Eigenaar of Gebruiker ten behoeve van wie deze zijn aangebracht.
23.5 Het in Artikel 23.4 bepaalde geldt niet indien en voor zover uit de Wet
maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte of enige andere wettelijke regeling anders voortvloeit.
23.6 Het is, behoudens het bepaalde in Artikel 23.4, niet toegestaan om op enigerlei wijze, in strijd met de ter plaatse geldende veiligheidsvoorschriften, de doorgang via de Gemeenschappelijke Ruimten, in het bijzonder vluchtwegen, te
belemmeren, bijvoorbeeld door het plaatsen van voorwerpen of andere obstakels (zoals kinderwagens, fietsen en andere voertuigen, vuilniscontainers en
bloembakken).
23.7 De afvoer van vuilnis dient te geschieden overeenkomstig de ter plaatse
geldende richtlijnen en voorts overeenkomstig de besluiten van de Vergadering en/of het Bestuur en met inachtnem ing van het eventuele Huishoudelijk Reglem ent.
Indien (mede) ten behoeve van de afvoer van huisvuil containers beschikbaar zijn, dient het huisvuil daarin te worden gedeponeerd. Het deponeren en opslaan van huisvuil op galerijen, gangen of in trappenhuizen en/of andere
Gemeenschappelijke Gedeelten is niet toegestaan.
23.8 De Eigenaars en Gebruikers hebben zonder toestemming van het Bestuur geen toegang tot de Gemeenschappelijke Ruim ten waarin zich de centrale
(nuts-)voorzieningen bevinden.
Artikel 24
Verbodsbepalingen Gebouw en Gemeenschappelijke Gedeelten
24.1 Ook indien daarvoor geen wijziging van de Akte is vereist, is iedere op-, aan-, onder- of bijbouw door een Eigenaar zonder voorafgaande toestemming van de Vergadering verboden.
24.2 De kosten van aanleg, onderhoud, herstel en vernieuwing van een op-, aan-, onder- of bijbouw, ook indien deze door natrekking bestanddeel wordt van het Gebouw, komen ten laste van de Eigenaar van het Appartementsrecht ten behoeve waarvan de op-, aan-, onder- of bijbouw strekt.
Schade als gevolg van de op-, aan-, onder- of bijbouw alsmede de extra premies die ter zake van de eventuele verzekering van de op-, aan-, onder- of bijbouw verschuldigd zijn, komen voor rekening en risico en derhalve ten laste van de in de vorige zin bedoelde Xxxxxxxx respectievelijk diens rechtsopvolgers.
24.3 Het zichtbaar aanbrengen in, op of aan het Gebouw dan wel op de Grond van naamborden, reclam eaanduidingen, uithangborden, zonweringen, wind- en terrasscherm en, rolluiken, zonnepanelen, boilers, vlaggen, spandoeken,
bloembakken, schijnwerpers, (schotel-)antennes, antennes van zendamateurs, alarminstallaties, luchtbehandelings- en koelinstallaties, en in het algemeen van uitstekende voorwerpen, alsmede het in het zicht hangen van wasgoed, mag slechts geschieden met toestemming van de Vergadering of volgens regels te bepalen in het Huishoudelijk Reglem ent. Het in de vorige zin bepaalde geldt mede voor de tot de Privé-gedeelten behorende buitenruimten.
Wind- en/of buitenzonwering en/of rolluiken zullen uitsluitend volgens daartoe door de Vergadering gestelde normen en regels (constructie, materiaal en kleur), mogen worden aangebracht.
24.4 In afwijking van het hiervoor in dit Artikel 24 bepaalde is de Eigenaar en/of
Gebruiker van het gedeelte van het Privé-gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële ruimte, zonder
toestemming van de Vergadering en het Bestuur bevoegd tot het voor eigen
rekening en risico aanbrengen, hebben en houden van naamborden,
reclam eaanduidingen, uithangborden, rolluiken, vlaggen en spandoeken aan de gevel/pui van zijn Privé-gedeelte(n) alsook wind- en terrasscherm en en
bloembakken.
Deze zaken/installaties mogen:
- niet in strijd zijn (aangebracht) met de plaatselijk geldende publiekrechtelijke voorschriften, regels en bepalingen;
- geen andere teksten bevatten dan die welke verband houden met het in het desbetreffende Privé-gedeelte uitgeoefend bedrijf of beroep; en
- geen hinderlijk (naar boven) uitstralend, noch knipperend licht
verspreiden, noch hinderlijk geluid voortbrengen.
Evenmin is het toegestaan dat de in dit lid bedoelde zaken/ installaties een afmeting hebben dan wel een niveau kunnen bereiken dat deze hinderlijk zijn
voor de bovengelegen woningen. Genoemde zaken/installaties dienen zodanig te worden aangebracht dat de overige Eigenaars/Gebruikers daardoor niet in hun gebruiksgenot worden beperkt.
De betreffende zaken/installaties dienen te vallen binnen het architectonisch en esthetisch uiterlijk van het Gebouw en dienen te voldoen aan het op dat
moment daarvoor geldende gemeentelijke beleid casu quo de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Eventueel benodigde vergunningen dienen door de betreffende Eigenaar te zijn verkregen alvorens bovenbedoelde
zaken/installaties worden aangebracht.
De aan te brengen zaken/installaties moeten bouwtechnisch verantwoord zijn. Een eventuele precarioheffing is voor rekening van de desbetreffende Eigenaar. Van het voornemen tot het aanbrengen van dergelijke zaken/installaties dient de Eigenaar en/of Gebruiker van het betreffende commerciële gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2 het Bestuur vooraf tijdig op de hoogte te stellen en dient overleg te worden gevoerd over de grootte, geluidswering en
dergelijke van de betreffende zaken/installaties.
24.5 De Vergadering kan besluiten dat op het dak boven de woningen van het Gebouw ten behoeve van de gezamenlijke Eigenaars/Gebruikers of ten behoeve van derden (schotel)antennes en/of ontvangstinstallaties, zonnepanelen met bijbehorende installaties en/of reclam e-uitingen worden geplaatst. Het hiervoor in Artikel 24.4 vanaf de tweede zin bepaalde is van overeenkomstige toepassing.
24.6 De Eigenaars en Gebruikers mogen zonder toestemming van de Vergadering
geen veranderingen aanbrengen in de Gemeenschappelijke Gedeelten, ook als deze zich in Privé-gedeelten bevinden.
24.7 Het in dit Artikel 24 bepaalde is niet van toepassing op het aanbrengen van
oplaadpunten als bedoeld in Artikel 28.3.
Artikel 25
Veranderingen in constructie Gebouw
25.1 De Eigenaars en Gebruikers mogen zonder toestemming van de Vergadering geen verandering aanbrengen waardoor het architectonisch uiterlijk of de constructie van het Gebouw gewijzigd wordt. De toestemming kan niet worden verleend indien de hechtheid van het Gebouw door de verandering in gevaar kan worden gebracht.
25.2 In afwijking van het in Artikel 24.3 en 25.1 bepaalde is de Eigenaar die gerechtigd is tot twee of meer direct horizontaal en/of verticaal aan elkaar grenzende Privé-gedeelten, na verkregen toestemming van het Bestuur, bevoegd om de tussen die Privé-gedeelten aanwezige (gemeenschappelijke)
scheidingswand(en), respectievelijk (gemeenschappelijke) vloer(en) geheel of gedeeltelijk te verwijderen en/of - indien zodanige wanden, dan wel vloer(en) (nog) niet zijn aangebracht - verwijderd te houden, mits deze
scheidingswand(en), dan wel vloer(en) geen dragende functie heeft/hebben in de constructie van het Gebouw.
Deze bevoegdheid eindigt zodra de Eigenaar niet meer gerechtigd is tot de
desbetreffende aan elkaar grenzende Privé-gedeelten, in welk geval de Eigenaar gehouden is de begrenzing van de desbetreffende Privé-gedeelten te brengen in de oorspronkelijke toestand door het (her)plaatsen van de scheidingswand(en) dan wel vloer(en) in een zoveel mogelijk gelijkwaardige technische uitvoering als de overige scheidingswanden dan wel vloer(en) van genoemde Privé-gedeelten.
Van het voornemen tot het verwijderen van dergelijke niet dragende
scheidingswand(en) dan wel vloer(en) en in geval van (her)plaatsing, dient het Bestuur vooraf door de desbetreffende Eigenaar(s) schriftelijk of per e-mail in kennis te worden gesteld.
Het Bestuur kan nadere eisen stellen ten aanzien van het verwijderen van de scheidingswand(en) dan wel vloer(en) en het (her-)plaatsen ervan voor wat betreft afwerking, kwaliteit en (geluids-)isolatie.
De desbetreffende Eigenaar en diens rechtsopvolgers zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van het in dit Artikel 25.2 bepaalde.
25.3 Voor zover de in Artikel 25.2 bedoelde aan elkaar grenzende Privé-gedeelten bij dezelfde Gebruiker in gebruik zijn, terwijl de betreffende Appartementsrechten aan twee of meer Eigenaars toebehoren, kan het Bestuur ontheffing van de in
Artikel 25.2 bedoelde gehoudenheid tot (her-)plaatsing van de scheidingswand(en) dan wel scheidingsvloer(en) verlenen.
25.4. In afwijking van het in Artikel 24.3 en 25.1 bepaalde is de Eigenaar en/of
Gebruiker van het gedeelte van het Privé-gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële ruimte, zonder
toestemming van de Vergadering en het Bestuur bevoegd tot het voor eigen rekening en risico aanbrengen van veranderingen aan de gevel/pui van zijn Privé-gedeelte(n) op de begane grond, voor zover deze veranderingen verband houden met de in het betreffende gedeelte van het Privé-gedeelte met
indexnummer 2 uit te oefenen com merciële ruimte; deze wijzigingen mogen niet hinderlijk zijn voor de bovengelegen woningen noch de constructie of de hechtheid van het Gebouw in gevaar brengen. De betreffende ruimten dienen na de aangebrachte veranderingen te vallen binnen het architectonisch en esthetisch uiterlijk van het Gebouw.
De veranderingen dienen te voldoen aan de gemeentelijke regelgeving (plaatselijke verordeningen) en de eventuele benodigde vergunning(en) dient (dienen) door de betreffende eigenaar(s) te worden aangevraagd en te zijn verkregen alvorens bovenbedoelde wijzigingen worden aangebracht. De kosten van de door die Eigenaar aangebrachte veranderingen zijn voor zijn rekening.
Artikel 26
Toestemming, bedoeld in de Artikelen 23, 24 en 25
Aan het geven van toestemming of ontheffing, bedoeld in de Artikelen 23, 24 en 25, kunnen voorwaarden worden verbonden. Toestemmingen en ontheffingen kunnen worden gewijzigd en worden ingetrokken.
De in de Artikelen 23, 24 en 25 bedoelde toestemmingen of ontheffingen
mogen niet op onredelijke gronden worden geweigerd, gewijzigd of ingetrokken, noch kunnen aan het verlenen daarvan onredelijke voorwaarden worden verbonden.
De in de Artikelen 23, 24 en 25 bedoelde toestemmingen of ontheffingen zijn niet benodigd indien de in die artikelen genoemde handelingen voortvloeien uit een met de @Gerechtigde gesloten koop-/aanneemovereenkomst, mits daarbij geen aanpassing plaatsvindt in de begrenzing van de Appartementsrechten dan wel de Gemeenschappelijke Ruimten.
G. Gebruik, beheer en onderhoud van de Privé-gedeelten
Artikel 27
Gebruik Privé-gedeelten
27.1 (i) Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht het Privé-gedeelte te gebruiken overeenkomstig de daaraan in deze Akte gegeven bestemming, te weten:
- voor het appartementsrecht met indexnummer 1: woonruimte en parkeren;
- voor het appartementsrecht met indexnummer 2: woonruimte,
commerciële ruimte en parkeren.
Een gebruik dat afwijkt van de in deze Akte gegeven bestemming en niet bij Reglem ent is verboden, is slechts geoorloofd met toestemming van
de Vergadering, onverminderd eventuele andere privaat- of publiekrechtelijke beperkingen.
(ii) Het is toegestaan, mits met inachtnem ing van de daarvoor geldende (gemeentelijke) regelgeving, mede een kantoor- of beroepsruimte voor eigen gebruik in een woning te hebben.
(iii) Voorts is het de Eigenaar van het gedeelte van het privé gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële ruimte toegestaan, om zonder toestemming van de Vergadering of het Bestuur en mits toegestaan volgens de (gemeentelijke) regelgeving, de bestemming van dat betreffende Privé-gedeelte te wijzigen naar wonen, zodat in dat gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2
door de betreffende Eigenaar ook een woning/woningen mag/mogen worden gerealiseerd. Alsdan is het eveneens toegestaan, mits met inachtnem ing van de daarvoor geldende (gemeentelijke) regelgeving,
mede een kantoor- of beroepsruimte voor eigen gebruik in een woning te hebben.
27.2 a. Het is niet toegestaan in het Privé-gedeelte een beroep of bedrijf uit te
oefenen of te doen uitoefenen dat in strijd is met de goede zeden, waaronder mede wordt verstaan het gelegenheid geven tot het beroepsmatig uitoefenen of doen uitoefenen van het gokspel, de prostitutie en het produceren en/of verkopen en/of het gebruiken van verdovende middelen.
b. Het is de Eigenaar/Gebruiker van het gedeelte van het privé gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële ruimte, toegestaan al die activiteiten uit te oefenen, welke
volgens het op dat moment daarvoor geldende gemeentelijke beleid casu quo de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor deze ruimte zijn toegestaan en de daarvoor eventuele benodigde vergunning(en) door hem is/zijn verkregen.
c. Het is niet toegestaan in het Privé-gedeelte activiteiten op het gebied van horeca (uitgezonderd het hiervoor onder b. vermelde) en/of het pensionbedrijf uit te oefenen noch is verhuur voor recreatie (Airbnb of
vergelijkbare platforms daaronder begrepen) toegestaan.
Onder het pensionbedrijf respectievelijk verhuur voor recreatie worden onder meer begrepen:
- het gedurende één (1) of meer nachten tegen betaling ter beschikking stellen van het Privé-gedeelte of een gedeelte daarvan ongeacht of tevens ontbijt wordt verstrekt;
- het tegen vergoeding in gebruik geven van het Privé-gedeelte of een gedeelte daarvan tijdens tijdelijke afwezigheid van de Eigenaar of Gebruiker, anders dan krachtens een
huurovereenkomst voor zes (6) maanden of langer.
Het Privé-gedeelte of een gedeelte daarvan mag ook niet voor andere dan de hiervoor vermelde vormen van verhuur voor recreatie worden gebruikt.
In afwijking van het hiervoor bepaalde is een gebruik als hiervoor in dit Artikel 27.2 onder c vermeld toegestaan indien en voor zover dat gebruik uitdrukkelijk in overeenstemming is met de in deze Akte vermelde bestemming van het Privé-gedeelte en niet in strijd is met het
publiekrecht en/of eventuele verplichtingen jegens derden.
De Vergadering kan toestemming verlenen voor een gebruik als hiervoor in dit Artikel 27.2 onder c bedoeld, mits het betreffende gebruik niet in strijd is met het publiekrecht en/of eventuele verplichtingen jegens
derden. Indien de Vergadering bedoelde toestemming verleent, dient in het Huishoudelijk Reglem ent duidelijk omschreven te worden welk gebruik is toegestaan en welke eventuele voorwaarden daaraan
verbonden zijn.
d. Elektriciteitsaansluitingen in tot Privé-gedeelten behorende bergingen waarvan het elektriciteitsverbruik ten laste komt van de gezamenlijke Eigenaars mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van verlichting, behoudens toestemming van de Vergadering.
e. Een Privé-gedeelte dat bestemd is voor de stalling van één of meer motorrijtuigen dient te worden gebruikt voor de stalling van rijklare motorrijtuigen en mag niet worden gebruikt voor het stallen van caravans, aanhangwagens en dergelijke, noch voor het uitvoeren van
reparatie- en/of onderhoudswerkzaam heden aan motorrijtuigen dan wel enig ander van het toegestane gebruik afwijkend gebruik, behoudens toestemming van de Vergadering.
Het in de vorige zin vermelde verbod geldt niet voor afgesloten Privé- gedeelten (zoals garageboxen) die bestemd zijn voor de stalling van een
of meer motorrijtuigen die toebehoren aan dan wel in gebruik zijn bij de Eigenaar of Gebruiker van het betreffende Privé-gedeelte, diens
huisgenoten en eventuele bezoekers.
27.3 Een besluit van de Vergadering tot het verlenen van de toestemming als bedoeld in Artikel 27.1 dan wel 27.2 onder c, d en e kan alleen worden genomen indien:
a. het betreffende gebruik niet in strijd is met het publiekrecht en/of eventuele verplichtingen jegens derden;
b. de andere Eigenaars en Gebruikers hierdoor niet onredelijk worden
beperkt in het gebruik en genot van hun Privé-gedeelte; en
c. het van de Akte afwijkende gebruik door een besluit van de Vergadering kan worden beëindigd, zodanig dat het betreffende Privé-gedeelte weer overeenkomstig de daaraan in de Akte gegeven bestemming gebruikt
dient te worden binnen een termijn van ten minste drie (3) en ten hoogste zes (6) maanden na het daartoe door de Vergadering genomen besluit.
27.4 Bij Huishoudelijk Reglem ent kan het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Privé-gedeelten nader worden geregeld. Daarbij kunnen tevens regels ter voorkoming van geluidshinder of andere vormen van hinder worden opgenomen.
27.5 In geval van Ondersplitsing worden het gebruik, het beheer en het onderhoud van het in de Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht geregeld bij de akte waarbij de Ondersplitsing plaatsvindt met inachtnem ing van de bepalingen in het Reglem ent.
Artikel 28
Gebruik Privé-gedeelten: overige bepalingen
28.1 De vloerbedekking in de Privé-gedeelten dient van een zodanige samenstelling te zijn dat contactgeluiden zo veel mogelijk worden tegengegaan. Behalve in
keukens en sanitaire ruimten alsmede in het gedeelte van het privé gedeelte van
het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële ruimte, is het met name niet toegestaan om parket, laminaat, stenen, tegels of andersoortige harde vloeren aan te brengen, tenzij dit geschiedt met inachtnem ing van normen die bij Huishoudelijk Reglem ent of door de
Vergadering zijn vastgesteld en zodanig dat geen onredelijke hinder kan ontstaan voor de overige Eigenaars en/of Gebruikers.
Indien het Huishoudelijk Reglem ent geen normen als bedoeld bevat en ook de Vergadering de normen niet heeft vastgesteld, geldt het volgende. Alleen vloerbedekking die de isolatie-index voor contactgeluid (Ico) met meer dan tien decibel verbetert indien een betonvloer met de desbetreffende vloerbedekking
wordt belegd, is toegestaan. De verbetering moet zijn beoordeeld op basis van de norm NEN 1070 of NEN 5077 respectievelijk een daarvoor in de plaats getreden norm en zijn uitgedrukt in een verbetering van de Ico.
28.2 De Eigenaars en Gebruikers mogen zonder toestemming van de Vergadering geen open vuur-/haardinstallaties aanleggen.
28.3 Een Eigenaar die gerechtigd is tot een Appartementsrecht dat bestemd is dan wel mede bestemd is voor de stalling van een motorrijtuig is bevoegd om, na verkregen goedkeuring van het Bestuur, voor eigen rekening en risico een oplaadpunt voor een elektrisch aangedreven motorrijtuig te doen aanbrengen. Het betreffende oplaadpunt dient:
- te worden aangebracht binnen de begrenzing van het Privé-gedeelte
(daaronder mede begrepen: een muur die het Privé-gedeelte begrenst, het plafond boven het Privé-gedeelte en een kolom die direct naast het
Privé-gedeelte staat);
- te worden aangebracht door een ter zake van oplaadpunten erkende installateur op basis van een door hem opgesteld werkplan;
- zodanig te worden aangebracht dat de kosten van het stroomverbruik ten laste komen van degene die van het oplaadpunt gebruik maakt (indien het oplaadpunt wordt aangesloten op een ten laste van de gezamenlijke Eigenaars komende energievoorziening, dient een
tussenmeter te worden geplaatst zodanig dat het elektriciteitsverbruik van het oplaadpunt wordt doorbelast aan de betreffende Eigenaar);
- bij gebruik niet te leiden tot beperking van de beschikbare energie voor
andere apparatuur van de Eigenaars; technische oplossingen ter voorkoming dat het oplaadpunt leidt tot uitval en/ of storing van andere apparatuur die door de Eigenaars wordt gebruikt, komen gelijkelijk voor rekening van de Eigenaars ten behoeve van wie een oplaadpunt is of op enig moment wordt aangebracht;
- door de Eigenaar voor zijn rekening en risico in goede staat te worden onderhouden; en
- te voldoen aan de eventueel in een Huishoudelijk Reglem ent opgenomen voorschriften.
De extra administratiekosten van de Vereniging in verband met een oplaadpunt
komen ten laste van de Eigenaar ten behoeve van wie het oplaadpunt is aangebracht. Een Eigenaar die voornemens is een oplaadpunt te doen aanbrengen, doet daarvan mededeling aan het Bestuur onder overlegging van het werkplan.
Alvorens de Eigenaar bevoegd is het oplaadpunt te installeren, dient de
verzekeraar voor de installatie toestemming te verlenen. Een verhoging van de premie die verband houdt met het gebruik van het oplaadpunt komt voor rekening van de betreffende Eigenaar.
Nadat het oplaadpunt is geïnstalleerd dient de Eigenaar aan het Bestuur een certificaat of garantiedocum ent te overleggen waaruit blijkt dat het oplaadpunt conform de daarvoor geldende voorschriften is geïnstalleerd.
De Eigenaar die een oplaadpunt doet aanbrengen, is bevoegd om de kabels en leidingen die noodzakelijk zijn om het oplaadpunt op het elektriciteitsnet aan te sluiten te laten lopen via de Gemeenschappelijke Ruim ten, mits dat geschiedt op een daartoe geëigende en de voor de andere Eigenaars minst bezwarende wijze. Wanneer het oplaadpunt blijvend niet meer wordt gebruikt dient degene die op dat moment tot het betreffende Appartementsrecht gerechtigd is het oplaadpunt en de daarbij behorende kabels en leidingen en overige werken op eerste verzoek van het Bestuur voor eigen rekening en risico te verwijderen.
28.4 Een ten tijde van het verlijden van de Akte bestaande situatie die in strijd is met het hiervoor in dit Artikel bepaalde dient te worden geduld.
Zodra de betreffende situatie na het verlijden van deze Akte wordt vernieuwd, dient die nieuwe situatie met het hiervoor in dit Artikel bepaalde in overeenstemming te worden gebracht.
Artikel 29
Opslag gevaarlijke stoffen
Opslag van andere dan voor normaal huishoudelijk gebruik bestem de (brand)gevaarlijke, ontplofbare dan wel verontreinigende stoffen en/of
materialen is uitsluitend geoorloofd in niet voor bewoning bestemde Privé- gedeelten, na verkregen schriftelijke of per e-mail verleende toestemming van
het Bestuur. Het Bestuur kan deze toestemming verlenen, mits aan de volgende drie vereisten is voldaan, onverminderd de bevoegdheid van het Bestuur om aanvullende eisen te stellen:
- het opslaan als zodanig en de wijze van opslag is niet in strijd met de geldende regelgeving;
- de opslag geschiedt in speciaal daartoe ingerichte opslagkluizen/tanks;
- de opslag is in verband met de verzekering tijdig gemeld bij de verzekeraar.
De extra verschuldigde premie voor de opstalverzekering als gevolg van het hebben en houden van deze hiervoor bedoelde stoffen is voor rekening van de desbetreffende Eigenaar.
Artikel 30
Onderhoud Privé-gedeelten. Gedoogverplichting. Diversen
30.1 Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht zijn Privé-gedeelte voor eigen rekening behoorlijk te onderhouden. Tot dat onderhoud behoort met name:
- herstel, vernieuwing en vervanging van de tot de Privégedeelten
behorende zaken;
- het schilder-, behang- en tegelwerk;
- het onderhoud van de plafonds en van de afwerklagen van de vloeren, het stucwerk en de privé binnendeuren (waaronder begrepen hang- en
sluitwerk);
- het schoonhouden en ontstoppen van alle sanitair en leidingen;
- het onderhoud van de afwerklaag van de parkeerplaats, met name het vrijhouden van de parkeerplaats van zwerfvuil, olie en vet.
Tot dat onderhoud behoort tevens het schilderwerk van die zijden van deuren en raamkozijnen inclusief ramen als bedoeld in Artikel 12 (ii) onder d die zich in gesloten toestand aan de binnenzijde van het Privégedeelte bevinden.
30.2 Iedere Eigenaar en Gebruiker dient er voor zorg te dragen dat de
Gemeenschappelijke Gedeelten die zich in zijn Privé-gedeelte bevinden te allen tijde goed bereikbaar zijn.
30.3 Indien voor het verrichten van een handeling met betrekking tot een ander
Privé-gedeelte of met betrekking tot een Gemeenschappelijk Gedeelte, de toegang tot of het gebruik van een Privé-gedeelte naar het oordeel van het Bestuur noodzakelijk is, is iedere desbetreffende Eigenaar en Gebruiker verplicht de toegang te verlenen respectievelijk het gebruik toe te staan.
Eventuele schade die hieruit voortvloeit, wordt door de Eigenaar van het andere Appartementsrecht respectievelijk de Vereniging vergoed.
Iedere Eigenaar en Gebruiker dient te gedogen dat een bestuurder van de
Vereniging of een daardoor aangewezen persoon, toegang heeft tot het een Privé-gedeelte via dat gedeelte te komen van en te gaan naar de daken boven de woningen en de op die daken aanwezig zonnepanelen/PV-panelen en
groen/sedum.
30.4 De Eigenaars en Gebruikers zullen in voorkomend geval over en weer gedogen dat gebruik wordt gemaakt van hun Privé-gedeelte teneinde te kunnen vluchten via de zich in het Gebouw bevindende vluchtroutes.
30.5 De Eigenaars en de Gebruikers zijn verplicht een bestuurder of de door het Bestuur aan te wijzen personen toegang tot zijn Privé-gedeelte te verschaffen, wanneer dit voor de vervulling van de taak van het Bestuur noodzakelijk is.
30.6 Glasschade in of aan een Privé-gedeelte komt voor rekening van iedere betrokken Eigenaar en Gebruiker indien en voor zover er geen verzekering bestaat in de zin van Artikel 19. Indien en voor zover wel een zodanige
verzekering bestaat, draagt het Bestuur zorg voor de reparatie.
30.7 De Eigenaar/Gebruiker van het gedeelte van het Privé-gedeelte van het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële ruimte, is het toegestaan om - ten behoeve van de eventueel door hem in diens Privé- gedeelte uitgeoefende, volgens het op dat moment daarvoor geldende
gemeentelijke beleid casu quo de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) toegestane activiteiten, waarvoor de eventuele benodigde vergunning(en) door hem is/zijn verkregen - de voor een dergelijk bedrijf gebruikelijke geuren,
muziek en geluiden te veroorzaken. Onverminderd het vorenstaande heeft de betreffende Eigenaar/Gebruiker de verplichting om de door hem veroorzaakte geuren, muziek en geluiden zoveel mogelijk te beperken tot een niveau dat
redelijkerwijs verwacht kan worden van een dergelijk bedrijf.
Artikel 31
Collectieve voorzieningen
31.1 Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht de collectieve voorzieningen en de bijbehorende leidingen en overige werken als bedoeld in Artikel 11.1 te gedogen.
31.2 Het is de Eigenaar en Gebruiker verboden afzuigkappen en de afvoer van droogmachines aan te sluiten op kanalen die daartoe niet bestemd zijn.
Voor iedere Eigenaar en Gebruiker van een Privé-gedeelte dat is aangesloten op een centrale mechanische afzuiginstallatie geldt het volgende:
a. de Eigenaar en Gebruiker mag geen wijziging aanbrengen in het bestaande systeem van de mechanische afzuiging in de keuken, badkamer en toilet;
b. het is iedere Eigenaar en Gebruiker echter wel toegestaan op de
mechanische afzuiging in de keuken een motorloze afzuigkap aan te sluiten, mits deze aangepast is aan het mechanische afzuigsysteem;
c. de apparatuur voor de mechanische ventilatie in alle Privé-gedeelten mag slechts worden gewijzigd door personen of bedrijven die daartoe van het Bestuur opdracht hebben gekregen.
Artikel 32 Risico
32.1 Schade aan een Privé-gedeelte, met uitzondering van schade aan de zich daarin bevindende Gemeenschappelijke Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken, is voor rekening en risico van de betrokken Eigenaar.
32.2 Het in Artikel 32.1 bepaalde geldt niet voor schade die veroorzaakt is door een gebeurtenis die buiten het betrokken Privé-gedeelte heeft plaatsgehad. In dat geval komt de schade aan het Privé-gedeelte voor rekening en risico van de Eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade
aansprakelijk is. Voor glasschade in of aan een Privé-gedeelte geldt het bepaalde in Artikel 30.7.
32.3 Schade aan de zich in de Privé-gedeelten bevindende Gemeenschappelijke
Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken is voor rekening en risico van de Eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
Artikel 33
Tot de Privé-gedeelten behorende tuinen en andere buitenruimten
33.1 Iedere Eigenaar en Gebruiker die recht heeft op het gebruik van een Privé- gedeelte waartoe een daktuin behoort is verplicht dit (deel van het) Privé- gedeelte voor zijn rekening als tuin aan te leggen en te onderhouden met
inachtnem ing van de besluiten van de Vergadering en van het bepaalde in het eventuele Huishoudelijk Reglem ent. Onder dit onderhoud is begrepen het onderhoud, herstel, de vernieuwing en vervanging van erfafscheidingen ,
bergruimten en schuren. Het in de vorige twee zinnen bepaalde geldt niet indien en voor zover uit de Akte blijkt dat de aanleg, het onderhoud, het herstel en de vernieuwing dan wel vervanging dient te geschieden door en/of voor rekening van de gezamenlijke Eigenaars.
33.2 De tot de Privé-gedeelten behorende daktuinen, (dak-)terrassen en balkons mogen uitsluitend als zodanig worden gebruikt en hierop mogen geen zware plantenbakken/bouwsels/constructies, bassins, aarde en dergelijke worden aangebracht die het draagvermogen van die daktuinen, (dak-)terrassen, het
onderliggende dak en balkons overtreffen, zulks ter voorkoming van schade aan de daktuinen, de onderliggende dakconstructie, (dak-)terrassen en balkons.
Tevens mogen op de daktuinen, (dak-)terrassen en balkons geen beplantingen
worden aangebracht, waarvan men redelijkerwijs kan verwachten dat na volgroeiing alsnog het draagvermogen wordt overschreden of dat die beplanting dusdanig uitgroeit dat de lichtinval in een ander Privé-gedeelte wordt
belemmerd.
33.3 Het is niet geoorloofd zonder toestemming van de Vergadering opgaand hout in de daktuin, op het (dak-)terras, het balkon dan wel een andere buitenruimte te hebben waardoor het uitzicht van de andere Eigenaars of Gebruikers en het ontvangen van licht en lucht door de ramen en openingen van het Gebouw
zouden worden belemmerd. Evenmin is het geoorloofd zonder deze toestemming auto's, caravans, schuurtjes, bergingen, kasten, carports, boten,
trailers, tenten en dergelijke op/in de tuin, daktuin dan wel op het (dak-)terras of het balkon dan wel een andere buitenruimte te plaatsen.
33.4 Het is evenmin zonder toestemming van de Vergadering geoorloofd tegen de
muren planten of heesters te laten groeien tot voorbij vijftig centim eter (50cm ) beneden het laagste raamkozijn van de eerste verdieping van het Gebouw.
33.4 Het is niet geoorloofd om zonder toestemming van de Vergadering op/in een
daktuin, op een (dak-)terras, een balkon dan wel in of op een andere
buitenruimte behorend tot het Privé-gedeelte in een houtkachel of op andere wijze een vuur te stoken. Tenzij het Huishoudelijk Reglem ent anders bepaalt, valt het barbecueën op houtskool, gas of elektriciteit niet onder dit verbod.
Artikel 34
Toestemming bedoeld in de Artikelen 27, 28, 29 en 33
Aan het verlenen van een toestemming als bedoeld in de Artikelen 27.1, 27.2 onder c, d en e, 28, 29 en 33 kunnen voorwaarden worden verbonden.
Toestemmingen kunnen worden gewijzigd en ingetrokken.
De in de Artikelen 27.1, 27.2 onder c, d en e, 28, 29 en 33 bedoelde
toestemmingen mogen niet op onredelijke gronden worden geweigerd, gewijzigd of worden ingetrokken noch kunnen aan het verlenen daarvan onredelijke voorwaarden worden verbonden.
Artikel 35
Nadere regeling in het Huishoudelijk Reglement
Het in de Artikelen 28 tot en met 33 bepaalde kan bij Huishoudelijk Reglem ent nader worden geregeld.
H. Het door een Eigenaar zelf in gebruik nemen van zijn Privé-gedeelte
Artikel 36
Gebruik Privé-gedeelte door Eigenaar/Gebruiker
36.1 Iedere Eigenaar en Gebruiker heeft het recht op het uitsluitend gebruik van zijn Privé-gedeelte.
36.2 Een Eigenaar behoeft geen toestemming om, met zijn eventuele huisgenoten, medegebruikers of personeel, zijn Privé-gedeelte in gebruik te nemen of om een tot dusver niet tot zijn huisgenoten behorend persoon bij zich te doen inwonen.
I. Het in gebruik geven door een Eigenaar van zijn Privé-gedeelte aan een Gebruiker
Artikel 37
Ingebruikgeving Privé-gedeelte
37.1 Een Eigenaar kan de aan zijn Appartementsrecht verbonden gebruiksrechten door een ander laten uitoefenen, mits hij er voor zorgdraagt dat die ander het
gebruik slechts verkrijgt na ondertekening van en afgifte aan het Bestuur van een in drievoud opgemaakte en gedagtekende verklaring dat hij de bepalingen van het Reglem ent en het eventuele Huishoudelijk Reglem ent, alsmede eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128, lid 1 BW, voor zover die op een Gebruiker
betrekking hebben, zal naleven en deze drie (3) exemplaren van de verklaring door het Bestuur voor gezien zijn ondertekend.
Een Eigenaar wordt geacht aan het in de vorige zin bepaalde te hebben voldaan
indien de in de vorige zin bedoelde verklaring van de Gebruiker is opgenomen in de overeenkomst waarbij het Privé-gedeelte met inbegrip van het
medegebruik van de Gemeenschappelijke Ruim ten en Gemeenschappelijke Zaken aan de Gebruiker is verhuurd of op andere wijze in gebruik is gegeven en een kopie of een uittreksel van deze overeenkomst in drievoud aan het Bestuur ter hand is gesteld en deze drie kopieën of uittreksels door het Bestuur voor gezien zijn ondertekend.
In afwijking van het bepaalde in de vorige zin kan het Bestuur met een Eigenaar als hiervoor in dit Artikel bedoeld ook andere afspraken maken ter waarborging van het belang dat degene die het gebruiksrecht uitoefent gebonden is aan de bepalingen van het Reglem ent en het eventuele Huishoudelijk Reglem ent, en aan eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128, lid 1 BW, voor zover die op een Gebruiker betrekking hebben.
37.2 Van de in Artikel 37.1 bedoelde door het Bestuur voor gezien getekende drie (3) exemplaren van de verklaring respectievelijk drie (3) kopieën of uittreksels van
de overeenkomst behoudt het Bestuur er één (1) en geeft hij de andere twee (2) af aan de Eigenaar respectievelijk de Gebruiker.
Het Bestuur houdt aan de hand van de door het Bestuur ontvangen, hiervoor in Artikel 37.1 bedoelde verklaringen respectievelijk kopieën of uittreksels van de overeenkomsten respectievelijk uit andere door het Bestuur gemaakte afspraken blijkende gegevens, een register van Gebruikers aan waarin is opgenomen welke Gebruikers op grond van het bepaalde in Artikel 37.1 gebonden zijn aan het Reglem ent en het eventuele Huishoudelijk Reglem ent, alsmede aan eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128, lid 1 BW, voor zover die op een Gebruiker betrekking hebben.
37.3 De in Artikel 37.1 bedoelde verklaring wordt geacht ook betrekking te hebben op besluiten en bepalingen die na die verklaring worden genomen respectievelijk vastgesteld, tenzij een beroep op die besluiten en bepalingen jegens de
Gebruiker in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid. Artikel 5:128, lid 2 BW is van toepassing.
37.4 De Eigenaar stelt de Gebruiker van zijn Appartementsrecht op de hoogte van iedere aanvulling of verandering van het Reglem ent of het eventuele
Huishoudelijk Reglem ent, alsmede van eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 BW.
37.5 Niettegenstaande de ingebruikgeving van een Privé-gedeelte aan een ander, blijft
de Eigenaar aansprakelijk voor de verplichtingen die uit het Reglem ent voortvloeien en voor de gedragingen van de Gebruiker van zijn Privé-gedeelte, onverminderd het bepaalde in Artikel 45. De Eigenaar en de Gebruiker kunnen gezamenlijk schriftelijk of per e-mail aan het Bestuur mededelen dat de door de Eigenaar verschuldigde definitieve en voorschotbijdragen door de Gebruiker zullen worden voldaan, onverminderd de verplichtingen van de Eigenaar tot betaling.
37.6 Indien een professionele beleggingsinstelling, woningcoöperatie of woonstichting Eigenaar is van één of meer Appartementsrechten, is het bepaalde in Artikel 37.1 voor de betreffende huurder/gebruiker van de aan die instelling toebehorende Appartementsrechten niet van toepassing.
Artikel 38
Borgtocht Gebruiker
38.1 Het Bestuur kan te allen tijde verlangen dat de Gebruiker zich jegens de Vereniging als borg verbindt voor de Eigenaar, en wel voor de betaling van hetgeen die Eigenaar ingevolge het Reglem ent aan de Vereniging schuldig is of zal worden.
38.2 Voormelde borgtocht strekt zich slechts uit tot verplichtingen van de betrokken Eigenaar die opeisbaar worden na het tijdstip waarop per aangetekende brief
door het Bestuur aan de Gebruiker is medegedeeld dat de Vereniging van de in
Artikel 38.1 bedoelde bevoegdheid gebruik maakt. De Gebruiker is uit hoofde van de hier bedoelde borgtocht per maand nimmer meer verschuldigd dan een bedrag gelijk aan de geschatte maandelijkse huurwaarde van het betreffende Privé-gedeelte.
38.3 Het in dit artikel bepaalde geldt niet indien een Appartementsrech t in een Ondersplitsing is betrokken en er ter zake een Vereniging van Ondereigenaars bestaat, een en ander onverminderd het in artikel 18.1 bepaalde.
Artikel 39
Ontruiming Gebruiker en onbevoegde
39.1 Een Eigenaar is verplicht er voor zorg te dragen dat zijn Privé-gedeelte niet betrokken wordt door een Gebruiker die de in Artikel 37.1 bedoelde verklaring of overeenkomst niet getekend heeft, tenzij artikel 37.6 van toepassing is.
39.2 De Gebruiker die zonder de in Artikel 37 bedoelde verklaring getekend te hebben of zonder de in Artikel 38 bedoelde verplichting te zijn nagekomen een Privé-gedeelte betrokken heeft dan wel in gebruik houdt, kan door het Bestuur worden verwijderd en hem kan het gebruik van de Gemeenschappelijke
Ruim ten en Gemeenschappelijke Zaken worden ontzegd.
39.3 Indien iemand zonder enige titel een Privé-gedeelte betrokken heeft, neemt het
Bestuur tijdig alle noodzakelijke maatregelen die kunnen leiden tot ontruiming van het Privé-gedeelte. Ook de Eigenaar is verplicht tot het nemen van
maatregelen tot ontruiming.
Het Bestuur gaat niet tot ontruiming over dan nadat het de betrokkene tot ontruiming heeft aangemaand.
Aan de betrokkene kan in ieder geval het gebruik van de Gemeenschappelijke Ruim ten en Gemeenschappelijke Zaken worden ontzegd.
39.4 De kosten van ontruiming als bedoeld in dit Artikel en alle overige kosten die
het Bestuur in dit verband moet maken, zijn voor rekening van de betreffende Eigenaar.
Artikel 40 Ondergebruik
De Artikelen 37, 38 en 39 zijn van overeenkomstige toepassing op de Gebruiker
die zijn rechten ontleent aan een andere Gebruiker. J. Ontzegging van het gebruik van een Privé-gedeelte Artikel 41
Ontzegging gebruik Privé-gedeelte
41.1 Aan de Eigenaar die zelf het recht van gebruik uitoefent en die:
a. de bepalingen van het Reglem ent, het eventuele Huishoudelijk
Reglem ent, de eventuele regels bedoeld in artikel 5:128 BW of besluiten van de Vergadering niet nakomt of overtreedt;
b. zich schuldig maakt aan onbehoorlijk gedrag jegens andere Eigenaars en/of Gebruikers;
c. door zijn aanwezigheid in het Gebouw aanleiding geeft tot ernstige verstoring van de rust in het Gebouw;
d. zijn financiële verplichtingen jegens de Vereniging niet nakomt;
kan door de Vergadering een waarschuwing worden gegeven dat, indien hij ondanks deze waarschuwing een of meer van de genoemde gedragingen verricht of voortzet, de Vergadering kan overgaan tot de in Artikel 41.2 bedoelde
maatregel.
41.2 Worden een of meer van de in Artikel 41.1 bedoelde gedragingen nogmaals gepleegd of worden deze voortgezet, dan kan de Vergadering besluiten tot ontzegging van het gebruik van het Privé-gedeelte dat aan de Eigenaar toekomt alsmede van het medegebruik van de Gemeenschappelijke Ruim ten en
Gemeenschappelijke Zaken. Deze ontzegging van het (mede)gebruik laat onverlet dat de betreffende Eigenaar de verplichtingen voortvloeiende uit de wet, het Reglem ent, het eventuele Huishoudelijke Reglem ent, de eventuele regels bedoeld in artikel 5:128 BW en de besluiten van de Vergadering dient na te
leven.
41.3 De Vergadering besluit niet tot het geven van een waarschuwing of tot ontzegging van het gebruik dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de Eigenaar. De oproeping geschiedt tegelijkertijd met de bijeenroeping van de Vergadering, en wel bij deurwaardersexploot of aangetekende brief met vermelding van de gerezen bezwaren. De Eigenaar kan zich ter vergadering doen vertegenwoordigen of doen bijstaan door een raadsman.
41.4 De in dit Artikel bedoelde besluiten worden door het Bestuur bij aangetekende brief ter kennis gebracht van de betreffende Eigenaar en van de houder(s) van het/de op zijn Appartementsrecht rustende hypotheekrecht(en). De besluiten vermelden de gronden die tot de maatregel hebben geleid.
41.5 Een besluit tot ontzegging van het hierboven bedoelde gebruik mag niet eerder ten uitvoer worden gelegd dan na verloop van een maand na verzending van de kennisgeving als bedoeld in Artikel 41.4. Beroep op de rechter ingevolge artikel 5:130 BW schorst de tenuitvoerlegging van het genomen besluit, tenzij de rechter anders bepaalt.
41.6 Indien een Eigenaar zijn Privé-gedeelte in gebruik heeft gegeven aan een Gebruiker, is het in de vorige leden bepaalde op de Gebruiker van toepassing
wanneer deze een gedraging verricht als bedoeld in Artikel 41.1 of indien hij niet voldoet aan de financiële verplichtingen voortvloeiende uit de door hem gestelde borgtocht.
41.7 Indien een Ondereigenaar of de Gebruiker van diens Privé-gedeelte een
gedraging verricht als bedoeld in Artikel 41.1 kan de Vergadering besluiten dat de vergadering van Ondereigenaars tegenover diegene die de overtreding begaan
heeft een besluit tot ontzegging van het gebruik als in Artikel 41.1 bedoeld moet
nemen. De betreffende vergadering van Ondereigenaars is in dat geval verplicht een zodanige maatregel te nemen met toepassing van het in dit Artikel bepaalde.
41.8 Het in dit Artikel bepaalde geldt eveneens ten aanzien van een Gebruiker die zijn
rechten ontleent aan een andere Gebruiker.
K. Overdracht Appartementsrecht. Vestiging en overdracht beperkte rechten
Artikel 42 Overdracht
42.1 Een Appartementsrecht kan worden overgedragen. Onder overdracht is in dit
Artikel mede begrepen een levering ten titel van verdeling.
42.2 In geval van overdracht is het Bestuur verplicht aan de met de levering van het Appartementsrecht belaste notaris een aan de akte van levering te hechten verklaring af te geven, die een opgave inhoudt van:
a. hetgeen de Eigenaar op de dag van overdracht aan de Vereniging
schuldig is ter zake van de voorschotbijdragen en definitieve bijdragen als bedoeld in respectievelijk de Artikelen 15.2 en 16.3, die in het lopende of het voorafgaande Boekjaar opeisbaar zijn geworden of nog zullen worden;
b. hetgeen de Eigenaar op de dag van overdracht aan de Vereniging schuldig is ter zake van de extra voorschotbijdragen als bedoeld in
Artikel 56.7 die in het lopende of het voorafgaande Boekjaar opeisbaar zijn geworden of nog zullen worden;
c. de schulden van de Vereniging uit hoofde van door de Vereniging aangegane overeenkomsten van geldlening waarvoor de Eigenaar op de dag van overdracht aansprakelijk is, en het aandeel van de Eigenaar
daarin;
d. de omvang van het Reservefonds en het aandeel daarin van de Eigenaar; en
e. de andere schulden van de Vereniging dan die bedoeld in dit Artikel 42.2 onder c.
42.3 De oude en de nieuwe Eigenaar zijn jegens de Vereniging hoofdelijk aansprakelijk voor de met betrekking tot het overgedragen Appartementsrecht verschuldigde voorschotbijdragen en definitieve bijdragen als bedoeld in de Artikelen 15.2 en 16.3 en de extra (voorschot-)bijdragen als bedoeld in Artikel 56.7, die in het lopende of in het voorafgaande Boekjaar opeisbaar zijn geworden of nog zullen worden, met dien verstande dat ter zake van de
bijdragen die verschuldigd zijn op de datum van overdracht geldt dat de nieuwe Eigenaar niet verder aansprakelijk is dan tot de bedragen die blijken uit de opgave als bedoeld in Artikel 42.2.
42.4 Uitsluitend de nieuwe Eigenaar is aansprakelijk voor de schulden van de Vereniging uit hoofde van geldlening, voor zover de oude Eigenaar daarvoor aansprakelijk was en tot de bedragen die blijken uit de opgave als bedoeld in Artikel 42.2.
42.5 Uitsluitend de oude Eigenaar is aansprakelijk voor bijdragen die verschuldigd zijn in verband met schadevergoedingen die door de gezamenlijke Eigenaars als zodanig verschuldigd zijn aan een van hen of aan een derde als gevolg van een rechtsfeit dat heeft plaatsgevonden in het tijdvak waarin hij Eigenaar was.
42.6 Na overdracht van een Appartementsrecht moet de verkrijger daarvan onverwijld schriftelijk of per e-mail mededeling doen aan het Bestuur.
42.7 Het Bestuur zorgt ervoor dat alle overeenkomsten die op naam staan van de gezamenlijke Eigenaars mede komen te staan op naam van de nieuwe Eigenaar en niet langer op naam staan van de oude Eigenaar.
42.8 Indien de Vereniging voor de eigendomsovergang een financiële bijdrage verschuldigd is aan de Beheerder, komt deze ten laste van de oude Eigenaar.
42.9 De eventuele informatiekosten en toetredingskosten, die slechts mogen dienen
ter dekking van de gemaakte kosten, komen ten laste van de nieuwe Eigenaar.
Artikel 43
Vruchtgebruik en recht van gebruik en/of bewoning
43.1 Op een Appartementsrecht kan een recht van vruchtgebruik en een recht van gebruik en/of bewoning worden gevestigd.
43.2 Indien op een Appartementsrecht een recht van vruchtgebruik is gevestigd, treedt de vruchtgebruiker in de plaats van de Eigenaar ten aanzien van de aansprakelijkheid voor de gezamenlijke schulden en de aan de gezamenlijke Eigenaars en/of de Vereniging verschuldigde bijdragen.
43.3 Het bepaalde in Artikel 42 is van overeenkomstige toepassing bij de vestiging, overdracht en het einde van het recht van vruchtgebruik.
43.4 Tenzij bij de akte van vestiging van het recht van vruchtgebruik anders is bepaald, wordt het aan het Appartementsrecht verbonden stemrecht uitgeoefend door de vruchtgebruiker.
43.5 Na de vestiging van het recht van vruchtgebruik moet de vruchtgebruiker
daarvan onverwijld schriftelijk of per e-mail mededeling doen aan het Bestuur.
De mededeling houdt tevens in of hij dan wel de Eigenaar bevoegd is tot uitoefening van het stemrecht.
43.6 Het in Artikel 43.2 tot en met 43.5 bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij de vestiging en het einde van een recht van gebruik en/of bewoning.
Artikel 44
Rechten van erfpacht en opstal
44.1 Een Eigenaar is bevoegd om zonder medewerking van de andere Eigenaars en beperkt gerechtigden een recht van erfpacht en/of een recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW te vestigen.
44.2 De Eigenaar die een recht van erfpacht en/of een recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW heeft gevestigd, blijft aansprakelijk voor de gezamenlijke
schulden en de aan de gezamenlijke Eigenaars en/of de Vereniging verschuldigde bijdragen.
Van het bepaalde in de vorige zin kan bij de akte van vestiging niet worden
afgeweken. Bij de akte van vestiging kan desgewenst worden bepaald dat, en zo ja in hoeverre, de gerechtigde tot het door de Eigenaar gevestigde recht van erfpacht en/of recht van opstal naast de Eigenaar hoofdelijk aansprakelijk is voor de ter zake van het Appartementsrecht verschuldigde bijdragen.
44.3 In geval van vestiging van het recht van erfpacht worden de krachtens de wet, de
Akte en het Huishoudelijk Reglem ent aan de Eigenaar toekomende
bevoegdheden, waaronder het stemrecht, uitgeoefend door de erfpachter, tenzij in de akte van vestiging van het recht van erfpacht anders is bepaald.
44.4 De vestiging van het recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW laat onverlet dat de bevoegdheden die een Eigenaar krachtens de wet, de Akte en het eventuele Huishoudelijk Reglem ent kan uitoefenen, waaronder het aan het Appartementsrecht verbonden stemrecht, door de Eigenaar worden
uitgeoefend, tenzij in de akte van vestiging van het opstalrecht anders is bepaald.
44.5 Na de vestiging van een recht van erfpacht en/of recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW moet de beperkt gerechtigde daarvan onverwijld schriftelijk of per e-mail mededeling doen aan het Bestuur. De mededeling houdt tevens in of de erfpachter respectievelijk de gerechtigde tot het opstalrecht dan wel de Eigenaar bevoegd is tot uitoefening van het stemrecht.
L. Overtredingen Artikel 45 Overtredingen
45.1 Het Bestuur ziet ten behoeve van de Eigenaars en Gebruikers toe op nakoming door een Eigenaar of door een Gebruiker van de wet, het Reglem ent, het
Huishoudelijk Reglem ent en de besluiten van de Vergadering. Bij overtreding of niet-nakoming door een Eigenaar of Gebruiker van de wet, het Reglem ent of het Huishoudelijk Reglem ent of van een besluit van de Vergadering, zal het Bestuur de betreffende Eigenaar of Gebruiker een schriftelijke waarschuwing
doen toekomen per aangetekende brief en hem wijzen op de overtreding of niet- nakoming.
45.2 Indien de betrokkene binnen een maand geen gevolg geeft aan de waarschuwing
kan het Bestuur hem voor elke overtreding of niet-nakoming een eenmalige of dagboete opleggen van ten hoogste een bedrag dat door de Vergadering voor zodanige overtredingen of niet-nakoming is bepaald, onverminderd de
gehoudenheid van de betreffende Eigenaar of Gebruiker tot schadevergoeding, zo daartoe termen aanwezig zijn en onverminderd de andere maatregelen, die de Vergadering kan nemen krachtens de wet of het Reglem ent. Behoudens
andersluidend besluit van de Vergadering bedraagt het maximum van een eenmalige boete vijfhonderd euro (€ 500,00) en bedraagt een dagboete honderdvijftig euro (€ 150,00), met een maximum van vijfduizend euro (€ 5.000,00).
45.3 De te verbeuren boeten komen ten bate van de Vereniging.
45.4 Indien het bedrag van de boete niet binnen veertien (14) dagen nadat de boete is opgelegd wordt voldaan, is Artikel 17.1 van overeenkomstige toepassing.
45.5 Voor de toepassing van dit Artikel wordt een Ondereigenaar gelijkgesteld aan een Eigenaar.
M. Oprichting van de Vereniging en vaststelling van de statuten van de
Vereniging
I. Algemene bepalingen Artikel 46
De Vereniging
Opmerking [ W1 ]: Hier wordt de
plaatselijke aanduiding van het complex opgenomen zodra deze gegevens bekend zijn.
46.1 Bij deze wordt opgericht een Vereniging van Eigenaars als bedoeld in artikel 5:112 lid 1 BW.
46.2 De naam van de Vereniging luidt: "Vereniging van Eigenaars @ te Rotterdam ".
De Vereniging is gevestigd te Rotterdam .
De Vereniging kan handelen onder de naam: "VvE @ te Rotterdam".
46.3 De Vereniging heeft ten doel het beheer van het Gebouw en de Grond, met
uitzondering van de Privé-gedeelten, en het behartigen van gemeenschappelijke belangen van de Eigenaars.
46.4 Ter bereiking van haar doel kan de Vereniging een Appartementsrecht of een ander registergoed in eigendom verkrijgen en dit hypothecair verbinden tot zekerheid voor (een) door haar aan te gane geldlening(en). De Vereniging is bevoegd het in de vorige zin bedoelde Appartementsrecht of ander registergoed aan de Eigenaars of aan derden over te dragen of in gebruik te geven.
46.5 De Vereniging kan vergunningen die betrekking hebben op het Gebouw en/of de Grond, alsmede de exploitatie daarvan, aanvragen en op naam houden.
46.6 Het Bestuur draagt zorg voor naleving van de registratieverplichtingen die uit de
wet voortvloeien.
Artikel 47
Financiële middelen van de Vereniging
47.1 De middelen van de Vereniging worden gevormd door de bijdragen van de Eigenaars verschuldigd krachtens het Reglem ent, alsmede door andere baten.
47.2 Het Bestuur is verplicht de kasmiddelen van de Vereniging te deponeren op een daartoe aangehouden bankrekening ten name van de Vereniging. Opbrengsten van het saldo op deze bankrekening zullen aan dat saldo worden toegevoegd, tenzij de Vergadering anders besluit.
47.3 De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke grootboekrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Van de vorige volzin kan slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een
meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen
verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging.
47.4 De Vergadering kan besluiten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtnem ing van algemeen aanvaarde bedrijfseconom ische eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds.
47.5 Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur [@alsmede door de door de Vergadering benoem de Beheerder onder de daarbij eventueel nader te stellen voorwaarden] ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. [@Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk besluit kunnen slechts
plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende personen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen.]
47.6 Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de
Splitsing.
47.7 De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gem eenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan.
Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aangegaan.
47.8 Indien het Reglem ent niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar jegens
de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.
Artikel 48 Boekjaar
Het Boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. In geval van Ondersplitsing dient het Boekjaar van de Vereniging van Ondereigenaars gelijk te zijn aan het Boekjaar.
II. De Vergadering
Artikel 49
Aanleidingen tot het bijeenroepen van de Vergadering; de Voorzitter
49.1 Jaarlijks wordt, binnen zes (6) maanden na afloop van het Boekjaar, een vergadering gehouden, de jaarvergadering. In deze jaarvergadering legt het Bestuur, overeenkomstig het bepaalde in Artikel 16.2, de Jaarrekening ter
goedkeuring voor aan de Vergadering en brengt het Bestuur een mondeling of schriftelijk Jaarverslag uit. De Vergadering kan, in afwijking van de eerste zin van dit Artikel 49.1, besluiten om de termijn te verlengen waarbinnen de Jaarrekening ter goedkeuring dient te worden voorgelegd en het Jaarverslag dient te worden uitgebracht. In dat geval wordt, binnen de daartoe door de
Vergadering vastgestelde termijn, een extra vergadering bijeengeroepen ter goedkeuring van de Jaarrekening en ter uitbrenging van het Jaarverslag.
Na goedkeuring van de Xxxxxxxxxxxx besluit de Vergadering over het al dan niet
verlenen van décharge aan het Bestuur voor het gevoerde beleid voor zover dat blijkt uit de Jaarrekening. Indien en voor zover de Vergadering het Bestuur geen décharge verleent, zal de Vergadering aangeven en in de notulen van de
vergadering doen vastleggen ten aanzien van welke onderdelen van het door het Bestuur gevoerde beleid décharge wordt onthouden.
49.2 Vergaderingen worden voorts gehouden zo dikwijls het Bestuur, de Raad van Commissarissen of de Voorzitter dit nodig acht, en daarnaast indien een Eigenaar zulks schriftelijk, onder opgave van de te behandelen punten, of per e- mail verzoekt aan het Bestuur.
49.3 Indien een door stemgerechtigden verlangde vergadering niet door het Bestuur wordt bijeengeroepen op een zodanige termijn dat de verlangde vergadering binnen eenentwintig (21) dagen na ontvangst van het verzoek wordt gehouden, is de verzoeker bevoegd zelf een vergadering bijeen te roepen met inachtnem ing van het Reglem ent. In geval van Ondersplitsing wordt de in de vorige zin
vermelde termijn verdubbeld.
49.4 De Vergadering benoemt al dan niet uit de stemgerechtigden de Voorzitter. Tenzij bij de benoeming anders is bepaald wordt de Voorzitter voor onbepaalde tijd benoemd. Hij kan te allen tijde door de Vergadering worden ontslagen.
49.5 De Voorzitter is belast met de leiding van de vergadering; bij zijn afwezigheid voorzien de ter vergadering aanwezige Xxxxxxxxx zelf in hun leiding.
49.6 Indien het Bestuur uit meer dan één (1) persoon bestaat, kunnen de functies van voorzitter van het Bestuur en Voorzitter in één (1) persoon verenigd zijn. In dat geval worden alle bepalingen in het Reglem ent of een eventueel Huishoudelijk Reglem ent die een machtiging van het Bestuur door de Voorzitter voorschrijven voor niet geschreven gehouden.
Artikel 50
De vergadering: procedurevoorschriften
50.1 De vergaderingen worden gehouden op een door het Bestuur vast te stellen plaats in de gemeente Rotterdam , een en ander bij voorkeur in de nabijheid van de Grond.
50.2 De oproeping ter vergadering van de stemgerechtigden vindt schriftelijk plaats met een termijn van tenminste vijftien (15) dagen, de dag van oproeping en die van vergadering daaronder niet gerekend. De oproeping kan ook elektronisch worden verzonden naar het door de stemgerechtigden opgegeven e-mailadres. In geval van een schriftelijke oproeping, die niet wordt verzonden naar het e-
mailadres, wordt deze verzonden naar de werkelijke of, in overeenstemming met art. 1:15 BW, de gekozen woonplaats van de stemgerechtigde. Bij de oproeping worden gevoegd de agenda en de daarbij behorende vergaderstukken alsmede de plaats en het tijdstip van de vergadering.
In geval van Ondersplitsing worden de in dit Artikel 50.2 vermelde termijnen verdubbeld.
Een niet op de agenda geplaatst voorstel kan uitsluitend in behandeling worden genomen indien alle stemgerechtigden, al of niet ter vergadering aanwezig, hun goedkeuring daartoe hebben gegeven.
50.3 Alle ter vergadering aanwezige stemgerechtigden zijn verplicht een presentielijst te tekenen. Deze presentielijst is bepalend voor het quorum. Een
gevolmachtigde tekent de presentielijst namens de volmachtgever.
50.4 Van het verhandelde in de vergadering worden, tenzij hiervan een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, onderhandse notulen gehouden, die moeten worden ondertekend door de Voorzitter (dan wel de persoon die vanwege de afwezigheid van de Voorzitter op grond van Artikel 49.5 de leiding van de vergadering had) en het Bestuur en worden vastgesteld in dezelfde of de eerstvolgende vergadering.
50.5 Het Bestuur zendt schriftelijk of per e-mail aan iedere Eigenaar binnen twee (2) maanden na de vergadering de notulen dan wel concept-notulen toe.
Artikel 51 Stemrecht
51.1 Stemgerechtigd zijn de Eigenaars. Bij erfpacht, vruchtgebruik of recht van
gebruik en/of bewoning komt het stemrecht toe aan de beperkt gerechtigde, tenzij bij de vestiging van het recht anders is bepaald. Bij het recht van opstal blijft het stemrecht bij de Eigenaar, tenzij bij de vestiging van dat recht anders is bepaald.
51.2 Het totaal aantal stemmen bedraagt twee (2). Iedere Eigenaar is bevoegd tot het uitbrengen van één (1) stem.
Indien het stemrecht toekomt aan een beperkt gerechtigde kan deze het aantal
stemmen uitbrengen dat blijkens deze Akte kan worden uitgebracht door de Eigenaar van het Appartementsrecht waarop het beperkte recht rust.
De Vergadering kan in geval van Ondersplitsing besluiten het aantal uit te
brengen stemmen te verveelvoudigen, doch slechts onder handhaving van de onderlinge stemverhouding tussen de Eigenaars als in de Akte is bepaald.
51.3 In geval van Ondersplitsing zal het stemrecht dat ter zake van het in de
Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht kan worden uitgebracht, worden uitgebracht door het bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars.
De stemmen voor het in een Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht behoeven niet eensluidend te worden uitgebracht.
51.4 De Ondereigenaars zijn bevoegd de vergadering bij te wonen. Uitsluitend het
bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars is bevoegd om in de vergadering het woord te voeren.
Artikel 52
Stemrecht mede-Eigenaars
52.1 Indien een Appartementsrecht, anders dan als gevolg van Ondersplitsing, aan meer Eigenaars dan wel beperkt gerechtigden toekomt, kan het aan dat Appartementsrecht verbonden stemrecht in een vergadering door slechts één van die Eigenaars respectievelijk beperkt gerechtigden dan wel door een derde, daartoe schriftelijk of per e-mail aangewezen, worden uitgeoefend.
52.2 Indien zij over hun vertegenwoordiging ter vergadering niet tot overeenstemming kunnen komen, is de meest gerede van hen bevoegd de kantonrechter te verzoeken een van hen of een derde aan te wijzen als vertegenwoordiger.
Artikel 53
Bevoegdheden ter vergadering
53.1 Iedere Eigenaar is bevoegd, hetzij in persoon, hetzij bij een schriftelijk of per e- mail gevolmachtigde die al dan niet lid van de Vereniging is, de vergadering bij te wonen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen, wat dit laatste betreft met inachtnem ing van het bepaalde in Artikel 51.4 en Artikel 52.1.
Indien de Eigenaar een recht van erfpacht, recht van opstal, recht van
vruchtgebruik of recht van gebruik en/of bewoning heeft verleend en het stemrecht aan de beperkt gerechtigde toekomt, heeft de betreffende Eigenaar zelf geen recht om te stemmen.
Een bestuurder kan @wel/niet als gevolmachtigde van een stemgerechtigde optreden.
Iedere stemgerechtigde en gevolmachtigde is bevoegd zich te doen vergezellen van een jurist of een accountant die ter vergadering het woord mag voeren.
53.2 De stemgerechtigden kunnen hun stemrecht uitoefenen door middel van een door de Vergadering gekozen elektronisch communicatiem iddel, mits de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiem iddel kan worden
geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter Vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. De Vergadering kan bepalen dat bovendien is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch
com municatiem iddel kan deelnemen aan de beraadslaging.
Stemmen die voorafgaand aan de vergadering, doch niet eerder dan op de
dertigste dag voor die vergadering, via het door de Vergadering bepaalde elektronisch communicatiem iddel worden uitgebracht, worden gelijkgesteld met ten tijde van de vergadering uitgebrachte stemmen. De Vergadering kan nadere voorwaarden stellen voor het gebruik van het elektronisch com municatiem iddel.
Artikel 54
Voorschriften inzake het stemmen
54.1 Alle besluiten waarvoor in dit Reglem ent of krachtens de wet geen afwijkende regeling is voorgeschreven worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Onder volstrekte meerderheid van stemmen wordt hier verstaan: meer dan de helft van de ter vergadering uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen, ongeldige stemmen en (verklaringen van) stemonthouding worden niet tot de uitgebrachte stemmen gerekend.
54.2 - Indien er bij stemming over zaken geen meerderheid wordt behaald, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Indien geen besluit tot stand komt omdat geen meerderheid van
stemmen wordt behaald, is iedere Eigenaar bevoegd het voorgenomen besluit voor te leggen aan de daartoe bevoegde afdeling van de rechtbank van het arrondissement waar de Vereniging is gevestigd.
- Indien bij stemming over personen geen van hen de volstrekte
meerderheid der uitgebrachte stemmen verkrijgt, wordt herstemd tussen de twee (2) personen die de meeste stemmen hebben verkregen. Indien meer dan twee (2) personen de meeste stemmen verkregen hebben, wordt door loting uitgemaakt welke twee (2) van hen voor herstemming in aanmerking komen.
Indien het grootste aantal stemmen slechts door één (1) persoon is verkregen doch geen sprake is van een volstrekte meerderheid, zal opnieuw worden gestemd tussen die persoon en de persoon die een aantal stemmen verkregen heeft dat het dichtst bij het grootste aantal stemmen ligt. Indien meerdere personen in laatst bedoelde situatie verkeren, zal door het lot worden beslist wie van hen voor het opnieuw stemmen in aanmerking komt. Bij deze tweede stemming is diegene gekozen die de meeste stemmen verkregen heeft, terwijl in geval van stakende stemmen het lot beslist.
54.3 Met een besluit van de Vergadering staat gelijk een voorstel, waarmee alle stemgerechtigden schriftelijk, per e-mail of per door de Vergadering gekozen elektronisch communicatiem iddel hebben ingestemd.
Artikel 55
Vernietiging van een besluit van de Vergadering
Besluiten zijn vernietigbaar conform het bepaalde in de artikelen 2:15 en 5:130 BW. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te verzoeken vervalt door verloop van een maand, welke termijn begint met de aanvang van de dag volgende op de dag waarop de belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan kennis heeft kunnen nemen.
Het vorenstaande is niet van toepassing op een besluit tot wijziging van de Akte als bedoeld in Artikel 65.
Artikel 56
Besluiten over beheer en onderhoud
56.1 a. De Vergadering beslist over het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken, voor zover de beslissing hierover op grond van Artikel 56.2 niet aan het Bestuur toekomt.
b. Besluiten betreffende niet tot het Privé-gedeelte behorende onderdelen van het Gebouw en/of de Grond waarvan de daarmee verband
houdende kosten op grond van het bepaalde in Artikel 10.3 voor rekening komen van één Eigenaar, kunnen uitsluitend worden genomen door die Eigenaar. In dat geval kunnen er in totaal drie (3) stemmen worden uitgebracht, waarbij de andere Eigenaar één (1) stem kan
uitbrengen en de betreffende Eigenaar (zoals hiervoor bedoeld) de overige twee (2) stemmen.
56.2 De beslissing over het onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken die ingevolge Artikel 10.2 onder a en b voor rekening komen van de gezamenlijke Eigenaars berust bij het Bestuur,
onverminderd het bepaalde in Artikel 61.2.
Het Bestuur kan geen onderhoudswerkzaam heden opdragen die niet op de vastgestelde begroting voorkomen, tenzij het daartoe vooraf door de Vergadering is gemachtigd.
56.3 Met inachtnem ing van het bepaalde in artikel 24.4 en 25.4 beslist de Vergadering over het esthetische uiterlijk van het Gebouw, waaronder mede begrepen de kleur van het buitenverfwerk alsmede over de kleur van het verfwerk van de
gedeelten van het Gebouw en de voorzieningen als bedoeld in Artikel 11 die aanwezig zijn in de Gemeenschappelijke Ruim ten en waarvan de kosten ingevolge de Akte voor rekening komen van de gezamenlijke Eigenaars,
daaronder begrepen het verfwerk aan de deuren naar de Privé-gedeelten voor zover het betreft de zijde daarvan die – wanneer de deur gesloten is – zichtbaar is vanuit de Gemeenschappelijke Ruim ten of vanaf de buitenzijde van het Gebouw.
In afwijking van het in de vorige zin van dit artikel 56.3 bepaalde beslist de Eigenaar en/of Gerechtigde van gedeelte van het Privé-gedeelte behorende tot het Appartementsrecht met indexnummer 2 dat bestemd is tot com merciële
ruimte, zelf over de kleur van het buitenverfwerk van zijn tot de com merciële ruimte behorende Privé-gedeelte, met dien verstande dat de kleur moet vallen
binnen het architectonisch en esthetisch uiterlijk van het Gebouw en mits het op dat moment daarvoor geldende gemeentelijke beleid casu quo de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) in acht wordt genomen.
56.4 Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de besluiten van de Vergadering. Lijdt hij als gevolg hiervan schade dan wordt deze hem door de Vereniging vergoed.
56.5 In een vergadering, waarin minder dan het hiervoor in Artikel 51.2 vermelde aantal van twee (2) stemmen kan worden uitgebracht, kan geen geldig besluit worden genomen.
56.6 In het in het vorige lid bedoelde geval zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven, te houden niet vroeger dan twee (2) en niet later dan zes (6)
weken na de eerste. In geval van een Ondersplitsing worden deze termijnen verdubbeld.
In de oproeping tot deze vergadering zal mededeling worden gedaan dat de komende vergadering een tweede vergadering is als bedoeld in dit artikel. In
deze vergadering zal over de aanhangige onderwerpen een besluit met volstrekte meerderheid kunnen worden genomen ongeacht het aantal stemmen dat ter vergadering kan worden uitgebracht.
56.7 Indien door de Vergadering wordt besloten tot:
a. het doen van buiten het in Artikel 10.2 onder a en b bedoelde onderhoud vallende uitgaven;
b. het doen van een uitgave ten laste van het Reservefonds, voor zover deze niet voortvloeit uit het vastgestelde Meerjarenonderhoudsplan;
c. het aangaan van een overeenkomst tot gebruik als bedoeld in Artikel 21.2;
d. het toestaan van horeca of (kortdurende) verhuur als bedoeld in Artikel
27.2 onder c, onverminderd het bepaalde in Artikel 27.2 onder b ten aanzien van het Appartementsrecht met indexnummer 2;
e. ontzegging van een Privé-gedeelte als bedoeld in Artikel 41.2;
f. het beleggen van gelden als bedoeld in Artikel 47.4 van het Reservefonds;
g. het vaststellen van een drempelbedrag als bedoeld in dit Artikel 56.7 onder i;
h. het vaststellen of wijzigen van het Huishoudelijk Reglem ent;
i. het aangaan van verplichtingen, al dan niet voortvloeiend uit een duurovereenkomst, waaronder begrepen een overeenkomst van geldlening, met een financieel belang die in totaal een bedrag van
vijfduizend euro (€ 5.000,00) dan wel aan ander, door de Vergadering vastgesteld drempelbedrag te boven gaan;
j. een verbouwing, tot het aanbrengen van nieuwe installaties of tot het wegnemen van bestaande installaties, indien en voor zover deze besluiten niet als een uitvloeisel van onderhoud zijn te beschouwen en daarin evenmin is voorzien in het Meerjarenonderhoudsplan,
wordt tevens de eventuele extra (voorschot-)bijdrage bepaald, die de Eigenaars in verband met deze uitgave verschuldigd zijn. Een besluit tot het doen van een uitgave als bedoeld in dit Artikel 56.7 kan pas worden uitgevoerd wanneer de Vereniging over de daarvoor benodigde gelden beschikt.
56.8 Indien het in Artikel 56.7 onder j bedoelde besluit ziet op het aanbrengen van een installatie en het Reglem ent geen regeling bevat op basis waarvan kan
worden vastgesteld in welke verhouding de Eigenaars bijdragen in de kosten van aanbrengen, onderhoud, herstel en vernieuwing van die installatie, geldt dat deze kosten ten laste van de Eigenaars komen naar rato van de breukdelen waarvoor zij tot de Gemeenschap gerechtigd zijn.
III. Het Bestuur Artikel 57
Het Bestuur. Vertegenwoordiging Vereniging
57.1 Het Bestuur wordt gevormd door een oneven aantal van één (1) of meer bestuurders. Met inachtnem ing hiervan bepaalt de Vergadering het aantal bestuurders. Als er een vacature is voor een bestuurder blijft het Bestu ur bevoegd tot het uitvoeren van zijn taken.
Het Bestuur is bevoegd de Vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordigen. Indien het Bestuur uit drie (3) of meer bestuurders bestaat, kan de Vereniging ook door twee (2) gezamenlijk handelende bestuurders worden
vertegenwoordigd. Indien het Bestuur uit meer bestuurders bestaat, benoemt het uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
57.2 Het Bestuur dient onverwijld de Vereniging, de bestuurders en de eventuele
Beheerder die als gevolmachtigde van het Bestuur kan optreden alsmede wijzigingen in het Bestuur of een Beheerder als hiervoor bedoeld te laten inschrijven in het Handelsregister.
57.3 De bestuurders worden door de Vergadering voor onbepaalde tijd, al dan niet uit de leden van de Vereniging, benoemd en zij kunnen te allen tijde door de
Vergadering worden geschorst en ontslagen.
Bij belet of ontstentenis van een bestuurder kan de Vergadering in diens vervanging voorzien.
57.4 Het Bestuur is belast met het besturen van de Vereniging, met inachtnem ing van het bepaalde in het Reglem ent en het eventuele Huishoudelijk Reglem ent. Voor zover het Reglem ent of het eventuele Huishoudelijk Reglem ent niet anders bepaalt dan wel de Vergadering niet anders besluit, draagt het Bestuur zorg voor de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Vergadering en beheert het Bestuur de middelen van de Vereniging, met inachtnem ing van het bepaalde in Artikel
47. De Vergadering kan nadere regels vaststellen met betrekking tot dit beheer.
57.5 Het Bestuur behoeft de machtiging van de Vergadering voor het instellen van en berusten in rechtsvorderingen of verzoekschriftprocedures, het aangaan van vaststellingsovereenkomsten, alsmede voor het verrichten van rechtshandelingen en het geven van kwijtingen die een belang van een nader door de Vergadering vast te stellen bedrag te boven gaan. Zolang de Vergadering het bedoelde bedrag nog niet heeft vastgesteld, bedraagt dit bedrag vijfduizend euro (€ 5.000,00).
Het Bestuur behoeft geen machtiging om in een geding verweer te voeren, voor het nemen van conservatoire maatregelen en voor het voeren van
incassoprocedures.
57.6 Voor zover het nemen van spoedeisende maatregelen noodzakelijk is, is het Bestuur hiertoe zonder opdracht van de Vergadering bevoegd, met dien verstande dat het voor het aangaan van verbintenissen die een belang van vijfduizend euro (€ 5.000,00) of een nader door de Vergadering vast te stellen ander bedrag te boven gaan de machtiging nodig heeft van de Voorzitter.
57.7 Het Bestuur vergadert tenminste eenm aal per jaar en voorts zo dikwijls een bestuurder dat wenst.
57.8 Een bestuurder kan zijn stemrecht niet uitoefenen bij het nemen van besluiten waarbij rechten worden toegekend of verplichtingen worden kwijtgescholden aan hem, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn, anders dan in hun hoedanigheid van Eigenaar, of aan vennootschappen waarin hij, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn direct of indirect een meerderheidsbelang hebben.
57.9 Van het in de bestuursvergadering behandelde worden notulen gemaakt. Artikel 58
Informatieverstrekking
58.1 Het Bestuur is, tenzij dit in strijd is met privacyregelgeving, verplicht aan iedere Eigenaar (waaronder in dit Artikel begrepen een Ondereigenaar) die dat verlangt alle inlichtingen te verstrekken betreffende de administratie van het Gebouw
en/of de Grond en het beheer van de fondsen, en hem op zijn verzoek inzage te verstrekken van alle op die administratie en dat beheer betrekking hebbende boeken, registers en bescheiden. Het Bestuur houdt de Eigenaars en Gebruikers op de hoogte van het adres, e-mailadres en telefoonnummer van het Bestuur en van de Beheerder. Het Bestuur geeft de Eigenaar op diens verzoek de gelegenheid om tegen kostprijs foto’s of fotokopieën te maken van de door hem ingeziene boeken, registers en bescheiden.
58.2 Tot de in Artikel 58.1 vermelde boeken, registers en bescheiden die betrekking hebben op administratie en beheer behoren in ieder geval:
x. xx Xxxxxxxxxxxxxx en Jaarverslagen en de administratie van de Vereniging
als bedoeld in artikel 2:10 BW;
b. de agenda’s en notulen van de vergaderingen;
c. offertes, overeenkomsten en facturen die betrekking hebben op het voeren van het bestuur van de Vereniging en op het beheer van de Gemeenschap;
x. xxxxxxxx, overeenkomsten en facturen met betrekking tot herstel of onderhoud van het Gebouw;
e. offertes, overeenkomsten en facturen met betrekking tot levering van
nutsvoorzieningen en overige voorzieningen;
f. door de Vereniging met derden of met een Eigenaar aangegane overeenkomsten;
g. het register met de namen, adressen en woonplaatsen van de Eigenaars,
Gebruikers en stemgerechtigden; en
h. overheidsbeschikkingen en rechterlijke uitspraken.
58.3 Het Bestuur voldoet aan de in dit Artikel genoemde verplichtingen indien het de in dit Artikel vermelde gegevens aan de Eigenaars beschikbaar stelt op een ten behoeve van de Vereniging samengestelde, uitsluitend door de Eigenaars te
raadplegen, website.
Artikel 59
Register van Eigenaars en Gebruikers
59.1 Het Bestuur legt een register aan van Eigenaars en Gebruikers. Teneinde het Bestuur in staat te stellen dit register bij te houden, is iedere Eigenaar en Gebruiker verplicht om, zodra hij Eigenaar en/of Gebruiker is geworden,
daarvan schriftelijk mededeling te doen aan het Bestuur onder opgave van zijn naam, adres en overige voor communicatie benodigde gegevens, waaronder in ieder geval een telefoonnummer en een e-mailadres.
59.2 In alle gevallen waarin een Eigenaar voor de oproeping van de overige Eigenaars en overige stemgerechtigden in een juridische procedure de namen en adressen
van de overige Eigenaars en stemgerechtigden verzoekt, worden deze door het Bestuur ten behoeve van de juridische procedure kosteloos en onverwijld ter beschikking gesteld aan de rechtbank waar de juridische procedure aanhangig is dan wel zal worden gemaakt.
59.3 Na ontvangst van de mededeling als bedoeld in Artikel 42.6 en na ontvangst van de verklaring of overeenkomst als bedoeld in Artikel 37.1 respectievelijk uit
andere door het Bestuur gemaakte afspraken blijkende gegevens zoals bedoeld in Artikel 37.2 wordt het register door het Bestuur bijgewerkt.
59.4 Het Bestuur is verplicht, na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek van een notaris die is belast met de levering van een Appartementsrecht, zo spoedig mogelijk de hiervoor in Artikel 42.2 bedoelde verklaring af te geven.
Artikel 60
Boekhoud- en bewaarplicht
60.1 Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de Vereniging naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere (overdraagbare) gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Vereniging kunnen worden gekend.
60.2 Het Bestuur is verplicht de in Artikel 60.1 bedoelde boeken, bescheiden en andere (overdraagbare) gegevensdragers als bedoeld in Artikel 58.2 onder a gedurende de wettelijke termijn te bewaren, te rekenen vanaf de datum waarop de Jaarrekening, waarop deze stukken betrekking hebben, door de Vergadering is vastgesteld. Het Bestuur is verplicht de in Artikel 60.1 bedoelde boeken,
bescheiden en andere (overdraagbare) gegevensdragers als nader omschreven in Artikel 58.2 onder c, d, e, f en h waaraan door of tegen de Vereniging, de Eigenaars of derden rechten kunnen worden ontleend, te bewaren zolang de verjaringstermijn voor de uitoefening van die rechten niet is verstreken.
60.3 Alle andere dan de in Artikel 60.2 bedoelde bescheiden en @overdraagbare gegevensdragers van de Vereniging worden bewaard door het Bestuur tot de opheffing van de Splitsing en daarna door de bewaarder in overeenstemming met het daarover in de wet bepaalde.
Artikel 61
Administratie en Beheer
61.1 De Vergadering kan besluiten de administratie – waaronder dient te worden verstaan het ontvangen en (doen) incasseren van alle betalingen en het doen van alle uitgaven, het voeren van de boekhouding in de meest uitgebreide zin en het verstrekken van de nodige specificaties en opgaven aan Eigenaars, notarissen en
het Bestuur – op te dragen aan een door haar aan te wijzen Beheerder onder de voorwaarden als door haar met die Beheerder worden overeengekomen.
61.2 De Vergadering kan besluiten het technisch en/of bouwkundig beheer op te
dragen aan een door haar aan te wijzen technisch en/of bouwkundig Beheerder, onder de voorwaarden als door haar met die Beheerder overeen te komen.
IV. Raad van Commissarissen en commissies Artikel 62
Raad van Commissarissen
62.1 De Vergadering is bevoegd een Raad van Commissarissen in te stellen, in welk geval het volgende geldt.
62.2 De Raad van Commissarissen wordt gevormd door één (1) of meer com missarissen.
De Vergadering bepaalt het aantal commissarissen.
Indien de Raad van Commissarissen uit meer dan één (1) persoon bestaat, benoemt hij uit zijn midden een voorzitter en een secretaris.
62.3 De com missarissen worden door de Vergadering voor onbepaalde tijd benoemd en zij kunnen te allen tijde door de Vergadering worden geschorst en ontslagen. Bij belet of ontstentenis van een com missaris kan de Vergadering in diens vervanging voorzien.
62.4 Een com missaris behoeft geen Eigenaar te zijn.
Het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen is niet verenigbaar met de functie van bestuurder, van Voorzitter of van lid van een Commissie van de Vereniging.
62.5 De Raad van Commissarissen oefent, onverminderd het bepaalde in het
Huishoudelijk Reglem ent omtrent de bevoegdheden, taken en werkwijze van de Raad van Commissarissen, toezicht uit op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Vereniging.
Voorts adviseert de Raad van Commissarissen het Bestuur en de Vergadering zo dikwijls dit wordt verlangd of de Raad van Commissarissen dit wenselijk
oordeelt.
62.6 Het Bestuur verschaft aan de Raad van Commissarissen alle door hem gewenste inlichtingen en verleent hem desgewenst inzage in alle boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de Vereniging.
62.7 De Raad van Commissarissen vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls de voorzitter van de Raad van Commissarissen of een ander lid van de Raad van Commissarissen dat wenst.
De Raad van Commissarissen kan het Bestuur oproepen in zijn vergadering aanwezig te zijn.
62.8 Indien de Raad van Commissarissen uit meer dan één (1) persoon bestaat geldt het volgende:
a. de oproepingstermijn voor een vergadering van de Raad van
Commissarissen bedraagt tenminste vijf (5) dagen;
b. in de vergaderingen van de Raad van Commissarissen komt aan elke com missaris één (1) stem toe;
x. xx Xxxx van Commissarissen kan slechts geldige besluiten nemen met volstrekte meerderheid van stemmen in een vergadering waarin de
meerderheid van de com missarissen aanwezig of op grond van een schriftelijke of per e-mail verleende volmacht vertegenwoordigd is; de tweede zin van Artikel 54.1 is van toepassing;
d. in afwijking van het in dit Artikel 62.8 onder c bepaalde is de aanwezigheid van alle commissarissen vereist als de oproeping voor de vergadering niet of op te korte termijn heeft plaatsgevonden; en
x. xx Xxxx van Commissarissen kan ook buiten vergadering besluiten, mits alle com missarissen schriftelijk of per e-mail instemmen met het voorstel.
62.9 Van het in de vergadering van de Raad van Commissarissen behandelde worden notulen gemaakt.
Artikel 63
Commissies
63.1 De Vergadering is bevoegd – al dan niet uit haar midden - Commissies in te stellen, onder vaststelling van hun taakomschrijving.
63.2 Ontbreekt een Raad van Commissarissen, dan benoemt de Vergadering - al dan niet uit haar midden - jaarlijks een kascom missie, bestaande uit ten minste twee
(2) leden. Het lidmaatschap van de kascom missie is niet verenigbaar met de functie van bestuurder en die van Voorzitter.
De leden van de kascom missie onderzoeken de jaarrekening en brengen aan de
Vergadering verslag van hun bevindingen uit. Het Bestuur is verplicht de kascom missie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, en haar de boeken, bescheiden en andere (overdraagbare) gegevensdragers van de Vereniging voor raadpleging ter beschikking te stellen. De werkwijze van de kascom missie kan nader bij Huishoudelijk Reglem ent worden geregeld.
N. Huishoudelijk Reglement
Artikel 64
Huishoudelijk Reglement
64.1 De Vergadering kan een Huishoudelijk Reglem ent vaststellen ter regeling van de
volgende onderwerpen:
a. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken;
b. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Privé-gedeelten;
c. de orde van de vergadering;
d. de instructie aan het Bestuur;
e. de werkwijze, de taak en de bevoegdheid van de Raad van Commissarissen en Commissies;
f. het behandelen van klachten;
g. regels ter voorkoming van onredelijke hinder;
h. het gebruik van de Privé-gedeelten als bedoeld in Artikel 27.2 onder c en de eventuele voorwaarden waaronder dit is toegestaan;
i. de hoogte van de boetes als bedoeld in Artikel 45.2;
j. besluiten als bedoeld in Artikel 56.1 onder b en de uitwerking daarvan;
k. een kostenverdeling als bedoeld in Artikel 56.8;
x. xxxxxxxxx van de in het Reglem ent opgenomen drempelbedragen; en
m. al hetgeen overigens naar het oordeel van de Vergadering regeling behoeft, alles voor zover dit niet reeds in het onderhavige Reglem ent is geregeld.
64.2 De regels als bedoeld in artikel 5:128 BW moeten in het Huishoudelijk Reglem ent worden opgenomen en daarvan deel uitmaken.
64.3 Bepalingen in het Huishoudelijk Reglem ent die in strijd zijn met de wet of het Reglem ent worden voor niet geschreven gehouden.
64.4 [@Indien de Vergadering daarom verzoekt, is] Het Bestuur is verplicht het Huishoudelijk Reglem ent en de wijzigingen daarvan te publiceren in de openbare registers voor registergoederen.
O. Wijziging van de Akte
Artikel 65
Wijziging van de Akte
65.1 Wijziging van de Akte kan uitsluitend geschieden met medewerking van alle Eigenaars. Indien een of meer Eigenaars niet meewerken aan een beoogde wijziging, kan hun medewerking worden vervangen door een rechterlijke
machtiging volgens het bepaalde in artikel 5:140 BW.
65.2 In afwijking van het in Artikel 65.1 bepaalde kan een wijziging van de Akte ook geschieden met medewerking van het Bestuur, mits dit geschiedt krachtens een besluit van de Vergadering dat is genomen met unanimiteit van stemmen.
65.3 In de oproeping tot de in Artikel 65.2 bedoelde vergadering moet worden vermeld dat tijdens die vergadering een wijziging van de Akte zal worden
voorgesteld, terwijl de tekst en/of de tekening van de voorgestelde wijziging bij de oproeping dient te worden gevoegd.
65.4 De termijn voor de oproeping tot de vergadering bedraagt ten minste veertien
(14) dagen.
65.5 Degenen die de oproeping tot de vergadering waarin het voorstel tot wijziging zal worden behandeld hebben gedaan, dienen ten minste vijf (5) dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de Eigenaars ter inzage leggen tot na afkoop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden.
65.6 Het bepaalde in de Artikelen 65.4 en 65.5 is niet van toepassing indien het besluit wordt genomen in een vergadering waarin alle stemgerechtigden aanwezig zijn en het besluit met algemene stemmen wordt aangenomen.
65.7 Een Eigenaar die niet voor een besluit tot wijziging van de Akte heeft gestemd kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:140b BW in rechte vernietiging van het besluit vorderen.
65.8 De bevoegdheid om vernietiging te vorderen verjaart door verloop van drie (3) maanden, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop het besluit door de Vergadering is genomen.
65.9 Een wijziging van de Akte behoeft de toestemming van hen die een beperkt recht op een Appartementsrecht hebben, van hen die daarop beslag hebben gelegd (tenzij het uitsluitend een wijziging van het Reglem ent betreft), alsmede, indien een recht van erfpacht of van opstal in de Splitsing is betrokken, van de grondeigenaar. Ook is toestemming nodig van de gerechtigden tot een
erfdienstbaarheid, indien hun recht door de wijziging wordt verkort.
65.10 Een wijziging van de Akte kan uitsluitend geschieden bij een daartoe
opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving van die akte in de openbare registers voor registergoederen. Indien de wijziging is gebaseerd op een besluit van de Vergadering als bedoeld in Artikel 65.2, wordt de notariële akte waarbij het Bestuur uitvoering geeft aan het besluit niet verleden voordat vaststaat dat
dit besluit niet door de rechter kan worden vernietigd.
P. Opheffing van de Splitsing en ontbinding van de Vereniging
Artikel 66
Opheffing Splitsing en ontbinding Vereniging
66.1 Opheffing van de Splitsing door de Eigenaars en ontbinding van de Vereniging kan uitsluitend geschieden bij notariële akte, gevolgd door inschrijving van die akte in de openbare registers voor registergoederen, met inachtnem ing van het bepaalde in de artikelen 5:143 lid 2 BW.
66.2 In geval na opheffing van de Splitsing meerdere Eigenaars gerechtigd zijn in de
daardoor ontstane Gemeenschap, zullen de baten welke hen alsdan toekomen uit hoofde van hun kwaliteit als mede-eigenaar, zoals verkoopopbrengsten en liquidatie-uitkeringen tussen die mede-eigenaars worden verdeeld in de verhouding waarin de Appartementsrechten laatstelijk voor de Splitsing waren verzekerd ten opzichte van het totale bedrag van de verzekerde
Appartementsrechten.
Q. Geschillenbeslechting Artikel 67 Geschillenbeslechting
Geschillen tussen een of meer Eigenaars onderling of tussen een of meer Eigenaars en de Vereniging kunnen krachtens gezamenlijke keuze van de betrokkenen bij het geschil aan een of meer deskundigen worden voorgelegd ter beslechting bij wege van arbitrage of bindend advies dan wel tot bemiddeling
door mediation.
R. Indexering
Artikel 68 Indexering
De in het Reglem ent vermelde bedragen worden jaarlijks herzien op basis van
het door het Centraal Bureau voor de Statistiek te Den Haag te publiceren prijsindexcijfer, te weten de totale consum entenprijsindex alle huishoudens, door vermeld Bureau vastgesteld op de meest recente tijdbasis. Bij de herziening wordt het laatst geldende bedrag vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan het indexcijfer van het kalenderjaar voorafgaande aan dat waarin de herziening plaatsvindt en de noemer gelijk aan het indexcijfer van het aan dat kalenderjaar voorafgaande jaar. Bij discontinuering van vermeld
indexcijfer zal een zoveel mogelijk vergelijkbaar indexcijfer worden gehanteerd.
S. Overgangsbepalingen
Artikel 69
Overgangsbepalingen
Op voormelde splitsing zijn de volgende overgangsbepalingen van toepassing:
(a) @de Gerechtigde wordt tot eerste en enige Bestuurder van de Vereniging benoemd totdat (een) nieuwe Bestuurder(s) in de eerste vergadering van de Vereniging wordt/worden benoemd;
(b) in afwijking van het in Artikel 61.3 bepaalde is de Gerechtigde tot aan de eerste vergadering zelfstandig bevoegd tot het aanwijzen van
vorenbedoelde Beheerder(s) en tot het namens de Vereniging afsluiten met
deze Beheerder(s) van voornoemde schriftelijke overeenkomst voor een periode beginnende op het moment van overeenkomen en eindigende aan
het einde van het eerste boekjaar van de Vereniging. De Gerechtigde zal vorenbedoelde overeenkomst sluiten met NEWOMIJ VvE Beheer B.V., een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te Naarden en met adres: Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 XX Xxxxxxx, ingeschreven in het handelsregister onder nummer: 61402990. De Vergadering is aan deze overeenkomst gebonden, zonder dat zij haar bekrachtiging behoeft. Een exemplaar van deze overeenkomst zal uiterlijk ten tijde van de eerste Vergadering aan het nieuwe Bestuur worden overhandigd en ter inzage liggen voor de Eigenaars. Na ommekomst van deze periode kan de overeenkomst door de Vergadering worden verlengd. De Vergadering is evenwel bevoegd de overeenkomst niet te verlengen.
Indien de Vergadering besluit tot verlenging van de overeenkomst kan dit geschieden voor een door de Vergadering vast te stellen periode, dan wel voor onbepaalde tijd;
(c) in relatie tot Artikel 15.1 en 15.2 en Artikel 16.1 en 16.2 van het Reglem ent zal voor de eerste begroting/exploitatierekening het bedrag
van de onderhoudskosten die op meer jaren betrekking hebben worden vastgesteld op de eerste vergadering;
(d) het eerste Boekjaar vangt aan per heden en eindigt op éénendertig
decem ber van het eerste volledige kalenderjaar na oplevering van de Appartementsrechten.
T. Slotbepaling Artikel 70 Slotbepaling
Al het vorenstaande geldt voor zover bij een wettelijke regeling niet anders is bepaald.
III. Vaststelling gerechtigdheid appartementsrechten
Door inschrijving van een afschrift van deze Akte ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers in register Hypotheken 4, wordt de Gerechtigde gerechtigd tot de twee (2) Appartementsrechten.
IV. Bijzondere rechten en/of verplichtingen
Ten aanzien van bekende bijzondere verplichtingen en/of erfdienstbaarheden betreffende het Registergoed wordt verwezen naar het bepaalde in:
Opmerking [MvO2 ]: Erfdienstbaar- hedenonderzoek is aangevraagd, maar nog niet door ons ontvangen.
A. de Aankomsttitel, woordelijk luidende: "2. Bepalingen
Partijen zijn de Koopovereenkomst en de levering en aanvaarding aangegaan onder de bepalingen en bedingen vermeld in de Koopovereenkomst en onder de hierna onder 2.1 te noemen Algemene Voorwaarden, voor zover daarvan in deze akte niet is afgeweken,
waaronder de hierna onder 2.2 te vermelden bijzondere bepalingen.
2.1. Algemene Voorwaarden voor verkoop en levering van onroerende zaken van Rotterdam tweeduizend zeven (2007)
De Algemene Voorwaarden voor verkoop en levering van onroerende zaken van Rotterdam tweeduizend zeven (2007) vastgesteld bij het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam de dato vijf december tweeduizend zes, en neergelegd in een akte op
negentien januari tweeduizend zeven verleden voor mr. X.X.x.Xx. Xxxxxxxxx, destijds notaris te Rotterdam, waarvan een afschrift is ingeschreven in de daartoe bestemde openbare regi sters voor registergoederen te Rotterdam op tweeëntwintig januari tweeduizend zeven in register
Hypotheken 4, deel 51527, nummer 49, en gedeponeerd bij de grif fie van de Rechtbank te Rotterdam op vierentwintig januari tweeduizend zeven onder akte nummer 12/2007.
De Koper heeft bij het sluiten van de Koopovereenkomst een exemplaar van de Algemene Voorwaarden voor verkoop en levering van onroerende zaken van Rotterdam tweeduizend zeven (2007) ontvangen en van de inhoud daarvan kennisgenomen.
Uit de Algemene Voorwaarden worden hier speciaal vermeld:
Artikel 4
4.1. Partijen hebben de Milieurapportage aanvaard casu quo aanvaarden de Milieurapportage als basis voor de Koopovereenkomst en de levering van de Onroerende Zaak. De Koper en de Eigenaar stellen vast dat de Onroerende Zaak geschikt is voor het door Partijen beoogde gebruik, behoudens en onverminderd het bepaalde in artikel 4.2 en artikel 4.3.
4.2. Blijkt later dat vanaf de ondertekening van de Koopovereenkomst toch sprake is geweest van Bodemverontreiniging en dat daardoor de Onroerende Zaak niet geschikt is voor het door Partijen in de Koopovereenkomst vermelde casu quo - bij het
ontbreken daarvan – bij het sluiten van de Koopovereenkomst beoogde gebruik, een en ander te beoordelen naar de wetenschappelijke en technische inzichten ten tijde van ondertekening van de Koopovereenkomst, dan zal de Gemeente de Onroerende Zaak binnen een redelijke termijn alsnog geschikt (doen) maken voor het destijds beoogde gebruik. Blijkt de Onroerende Zaak om een andere reden in milieutechnische zin ongeschikt te zijn voor hiervoor bedoelde beoogde gebruik, dan zullen Partijen gezamenlijk naar een voor beide Partijen aanvaardbare oplossing zoeken. Komen Partijen niet binnen twee maanden tot een oplossing als hiervoor bedoeld, dan is sprake van een geschil.
4.3. Is de Milieurapportage door of in opdracht van de Gemeente opgesteld en blijkt deze ondeugdelijk te zijn of is de Gemeente tekortgeschoten bij de uitvoering van de
maatregelen die in de Milieurapportage zijn aangegeven, dan geldt onverkort de wettelijke regeling dienaangaande.
4.4. De Eigenaar is bij een Bodemverontreiniging die voor zijn risico is aansprakelijk
(…)
voor:
a. door de overheid uit hoofde van de wet opgelegde verplichtingen tot onderzoek naar Bodemverontreiniging en/of tot het nemen van maatregelen ter zake van Bodemverontreiniging;
b. iedere schade van de Gemeente en/of derden die daarmee samenhangt; zulks ongeacht of de Eigenaar of de Gemeente wordt aangesproken.
Artikel 10
Lasten en belastingen
10.1 Lasten en belastingen die zijn of worden geheven in verband met de Onroerende Zaak komen vanaf de Datum Xxx Xxxxxxxxx voor rekening van de Eigenaar.
10.2 Onder lasten en belastingen zijn mede begrepen lasten en belastingen die moeten worden voldaan door een eigenaar van de Onroerende Zaak, ongeacht of die lasten en belastingen door de Gemeente zijn verschuldigd (geweest) of niet.
Artikel 13
Verplichtingen van de Eigenaar
13.1. De Eigenaar is verplicht:
a. de Onroerende Zaak te bebouwen, te renoveren en/of in te richten en wel op de wijze als in de Akte wordt aangegeven; meer of anders bouwen dan in de Akte is aangegeven is niet toegestaan;
b. in geval van een renovatie- of bouwplicht met de renovatie of de bouw te beginnen terstond na de Datum Xxx Xxxxxxxxx en deze werkzaamheden met bekwame spoed ononderbroken voort te zetten en te voltooien;
c. de Onroerende Zaak in goede staat te houden en de daarbij behorende bebouwing waar nodig tijdig te vernieuwen;
d. de Onroerende Zaak aan te wenden overeenkomstig de bestemming en het gebruik, zoals is vermeld in de Akte;
e. toe te laten, dat op, aan, in of boven de Onroerende Zaak voor openbare
doeleinden palen, kabels, leidingen, schakelkasten, armaturen, aanduidingsborden, sleuven, goten of andere voorwerpen en/of voorzieningen worden aangebracht, onderhouden en vernieuwd, mits na overleg met de Eigenaar omtrent de plaats en de wijze waarop de hiervoor bedoelde voorwerpen en voorzieningen worden aangebracht;
alle schade die daarvan het onmiddellijke gevolg is en die redelijkerwijs niet voor rekening van de Eigenaar kan zijn, zal door de Gemeente naar haar keuze en op haar kosten worden hersteld of aan de Eigenaar worden vergoed;
f . al datgene te doen en na te laten waardoor schade, gevaar of hinder – in welke vorm dan ook – kan worden voorkomen of kan ontstaan en in dezen
de aanwijzingen van de Gemeente op te volgen;
g. de Onroerende Zaak ten genoegen van de Gemeente af te scheiden en afgescheiden te houden;
indien de Eigenaar binnen één maand na daartoe door de Gemeente te zijn gemaand deze verplichting niet nakomt, zal de Gemeente zonder tussenkomst van de rechter bevoegd zijn de voor een afscheiding noodzakelijke voorziening zelf te treffen;
de kosten van dit laatste zijn voor rekening van de Eigenaar en dienen te worden betaald binnen dertig dagen, nadat de Gemeente deze kosten aan hem in rekening heeft gebracht;
h. bij vervreemding van de Onroerende Zaak of van een gedeelte daarvan het eigendomsbewijs inclusief de Milieurapportage of een afschrift of uittreksel daarvan aan zijn rechtsopvolger te overhandigen; is sprake van een vervreemding van een gedeelte van de Onroerende Zaak, dan kan met overlegging van een kopie van deze documenten worden volstaan.
13.2. De Gemeente kan ontheffing verlenen van hetgeen in artikel 13.1 onder a, c en d is bepaald.
De Eigenaar dient daartoe schrif telijk een verzoek in bij de Gemeente. Worden bij de
ontheffing voorwaarden gesteld, dan zullen deze uitsluitend een f inancieel karakter hebben.
Artikel 14
Toestemmingen
14.1. Zonder voorafgaande schrif telijke toestemming van de Gemeente is de Eigenaar niet bevoegd de Onroerende Zaak of een gedeelte daarvan:
a. te splitsen in appartementsrechten, of
b. te vervreemden, indien de Onroerende Zaak een andere bestemming heeft dan wonen;
dan wel overeenkomsten aan te gaan die kunnen leiden tot het verrichten van
de hiervoor vermelde rechtshandelingen.
14.2. In geval van splitsing in appartementsrechten dient de Eigenaar bij zijn verzoek om toestemming de Gemeente de conceptakte van splitsing en het daarbij behorende reglement toe te zenden.
In aanvulling op het bepaalde in artikel 5:111 Burgerlijk Wetboek dient in ieder geval het navolgende in de akte van splitsing te worden bepaald:
a. De vereniging van eigenaars zal erop toezien, dat ieder van de
appartementseigenaars zijn verplichtingen jegens de Gemeente nakomt;
b. Iedere wijziging van de akte van splitsing of van het daarbij behorende reglement behoeft de voorafgaande schriftelijke goedkeuring van de Gemeente,
tenzij de rechter deze wijziging heeft bevolen.
14.3. Bij overtreding van het bepaalde in de artikelen 14.2 zal de Gemeente – onverminderd het bepaalde in artikel 17 – van zowel de vereniging van eigenaars als van ieder van de appartementseigenaars kunnen verlangen, dat de akte van splitsing en/of het reglement in de oude toestand worden/wordt hersteld.
14.4 Indien de Onroerende Zaak in appartementen is gesplitst, is het in dit artikel 14 bepaalde voor de appartementseigenaar overeenkomstig van toepassing.
Artikel 19
Mededelingen
19.1. De Gemeente kan alle mededelingen en kennisgevingen rechtsgeldig op de laatste aan haar gemelde (gekozen) woonplaats doen.
19.2. Indien de Onroerende Zaak een andere bestemming heeft dan wonen, is bij een vervreemding van de Onroerende Zaak of van een gedeelte daarvan, de verkrijger verplicht onverwijld aan de Gemeente van zijn verkrijging mededeling te doen.
De verkrijger legt bij deze mededeling over een authentiek exemplaar van de op de verkrijging betrekking hebbende juridische stukken, zoals:
a. bij verkrijging onder algemene titel (een afschrift van) een verklaring van erf recht of een afschrift van de fusieakte;
b. bij verkrijging onder bijzondere titel een afschrift van de akte van levering.
19.3. Tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald, zullen mededelingen en kennisgevingen schrif telijk worden gedaan."
Enzovoorts "@Artikel 7 Antispeculatiebeding Doorverkoop
Koper is verplicht om bij doorverkoop van een hiervoor bedoelde grondgebonden woning de volgende bepalingen ten behoeve van de Gemeente op te leggen aan, en te laten aannemen door haar koper, zijnde eerste bewoner, hierna te noemen: “koper”:
a. de koper die wenst over te gaan tot vervreemding van de woning voor oplevering daarvan, is verplicht de Gemeente van dit voornemen in kennis te stellen en
toestemming voor vervreemding te vragen bij aangetekende brief. Deze brief dient te worden gericht aan Stadsontwikkeling, Xxxxxxx 0000, 0000 XX xx Xxxxxxxxx en met vermelding van de reden voor vervreemding;
b. de Gemeente zal binnen zes weken na ontvangst van de in lid a bedoelde aangetekende brief aan de koper berichten of zij toestemming verleent voor de voorgenomen vervreemding;
c. de Gemeente zal haar toestemming verlenen, tenzij zij het vermoeden heeft dat met de vervreemding uitsluitend het behalen van speculatieve winst wordt beoogd. De
Gemeente geeft bij een afwijzende beslissing de gronden voor de afwijzing aan. Van een vermoeden van een oogmerk tot het behalen van speculatieve winst zal onder meer geen sprake meer zijn indien de koper een gerechtvaardigd en aantoonbaar beroep doet op persoonlijke omstandigheden, zoals ontbinding van het geregistreerd partnerschap, dan wel ontbinding van een samenlevingscontract, het overlijden van (één van) de koper(s), het vinden van een werk- of scholingskring buiten een straal van vijf tig (50) kilometer casu quo een uur reizen vanaf de woonplek, gezondheidsredenen,
faillissement of anderszins aantoonbaar terugval in inkomen, zoals door verlies van arbeidsuren van (één van) de koper(s);
d. indien wordt vervreemd zonder toestemming als bedoeld in lid c van dit artikel of
indien deze toestemming is verleend op grond van onjuiste casu quo onvolledige gegevens en indien de koper(s) redelijkerwijs had kunnen vermoeden dat de in lid c bedoelde
toestemming op grond van de juiste casu quo de volledige gegevens niet zou zijn
verleend, dan is de koper bij overtreding een onmiddellijke opeisbare boete aan de gemeente verschuldigd zoal vermeld in artikel 17 van de Algemene Voorwaarden.
Antispeculatiebeleid
Mocht de Gemeente Rotterdam na heden een ander Rotterdams antispeculatiebeding vaststellen, dat voor de koper gunstiger is dan de in de vorige artikelen opgenomen bedingen, dan zal dat Rotterdamse beding in de plaats komen van dit artikel.
@Artikel 8
Derdenwerking
1. Partijen beogen uitdrukkelijk een derdenwerking ten aanzien van hun rechten en verplichtingen uit hoofde van de Akte. De in de volgende leden van dit artikel vermelde bedingen zijn gemaakt ter versterking van die derdenwerking.
2. Alle verplichtingen van een Partij uit hoofde van de Akte om iets te dulden of niet te doen ten aanzien van de Onroerende Zaak, zullen overgaan op degenen die de Onroerende Zaak of een gedeelte daarvan verkrijgen. Ook degenen die een recht van gebruik verkrijgen van de rechthebbende zullen daaraan gebonden zijn.
Sprake is van kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6:252 Burgerlijk Wetboek, indien sprake is van een verplichting om iets te dulden of niet te doen, dan wel wordt die verplichting geacht een kettingbeding t e zijn, indien sprake is van een verplichting om te doen.
3. De Eigenaar zal:
a. bij vervreemding van de Onroerende Zaak of van een gedeelte daarvan; of
b. bij bezwaring van de Onroerende Zaak of een gedeelte daarvan met een beperkt recht anders dan hypotheek;
zijn verplichtingen uit hoofde van de Akte ten behoeve van de Gemeente opleggen aan zijn rechtsopvolger en deze namens de Gemeente aannemen.
4. De boetebepaling vermeld in artikel 17 van de Algemene Voorwaarden is wat betreft de Onroerende Zaak met betrekking tot het bepaalde in dit artikel overeenkomstig van toepassing";
[@B. een akte van vestiging van een zakelijk recht van opstal, op @ verleden voor mr.
X.X.X. xx Xxxx, notaris te Rotterdam, bij afschrift ingeschreven@in te schrijven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers in register Hypotheken 4, @deel @ nummer @, waarbij voormeld Opstalrecht Eneco werd gevestigd.]
[@C. een akte van vestiging van een zakelijk recht van opstal, op @ verleden voor mr.
X.X.X. xx Xxxx, notaris te Rotterdam, bij afschrift ingeschreven@in te schrijven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers in register Hypotheken 4, @deel @ nummer @, waarbij voormeld Opstalrecht Stedin werd gevestigd.]
V. DIVERSEN
Artikel 22 Huisvestingswet 2014; Splitsingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014 is ter zake van de onderhavige splitsing niet vereist, aangezien het nieuwbouw betreft.
Toestemming
@De op basis van artikel @14 van de Algemene Voorwaarden van de Gemeente Rotterdam vereiste toestemming voor de in deze akte vervatte rechtshandelingen is verleend, hetgeen blijkt uit @.
Woonplaats
Voor de uitvoering van deze akte wordt door de Gerechtigde woonplaats gekozen op het kantoor van de bewaarder van deze akte.
Volmacht
Van de volmacht aan de verschenen persoon blijkt uit @.
Slotverklaring
Deze akte is in minuut opgemaakt en verleden te Rotterdam op de datum vermeld in de aanhef van deze akte.
De verschenen persoon is mij, notaris, bekend.
De inhoud van deze akte is door mij, notaris, zakelijk aan de verschenen persoon
meegedeeld en toegelicht. Vervolgens heb ik, notaris, de verschenen persoon gewezen op de gevolgen die uit de inhoud van de akte voortvloeien. De verschenen persoon heeft tenslotte verklaard van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en daarmee in te stemmen.
Deze akte is na beperkte voorlezing onmiddellijk door de verschenen persoon en mij, notaris, ondertekend, om