De waarborg mag onafhankelijk van de andere waarborgen begrepen in dit contract worden opgezegd.
heid waarborgt.
Artikel 12 - Opzeg
De waarborg mag onafhankelijk van de andere waarborgen begrepen in dit contract worden opgezegd.
Hij kan opgezegd worden zowel door de maatschappij als door de verzekeringnemer na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadever- goeding.
In dit geval wordt de opzegging drie maan- den na de dag van de betekening van kracht. Artikel 29 alinea 3 van titel I is eveneens van toepassing.
De oorzaak van de vernietiging of van de nietigheid, met betrekking tot een van de prestaties, belast het contract in zijn geheel niet.
Indien de maatschappij de waarborg met betrekking tot een van de prestaties opzegt, dan mag de verzekeringnemer de gehele verzekeringsovereenkomst opzeggen.
Artikel 13 - Hiërarchie van de bepalingen in deze verzekeringsovereenkomst
De bepalingen van de bijzondere voorwaar- den vervolledigen de bepalingen van de algemene voorwaarden en vervangen ze in de mate dat ze er strijdig mee zijn.
TITEL V BIJSTAND
GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN VOOR DE HOOFDSTUKKEN 2 EN 3.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
1. Maatschappij:
de maatschappij is VIVIUM N.V., toegela- ten onder het codenummer 0051.
2. Bijstandverlener:
de bijstandsprestaties worden voor rekening van VIVIUM N.V. uitgevoerd door I.M.A.
Benelux met zetel Square des Conduites d’Eau 11/12, 4020 Liège.
3. Verzekeringnemer:
de natuurlijke persoon of rechtspersoon die het contract afsluit.
4. Verzekerde:
de eerste verzekerde is de gebruikelijke bestuurder van het aangeduide voertuig zoals vermeld in de bijzondere voor- waarden.
Bij gebrek aan vermelding is de eerste verzekerde de verzekeringnemer indien het gaat om een natuurlijke persoon.
Volgende personen zijn eveneens verzekerde op voorwaarde dat zij onder hetzelfde dak wonen (er gedomicilieerd zijn of er gewoonlijk verblijven, d.w.z. minstens 180 dagen per jaar) als de eerste verzekerde:
- zijn in feite of in rechte samenwo- nende echtgeno(o)t(e) of partner;
- zijn ongehuwde kinderen en de ongehuwde kinderen van zijn ver- zekerde partner, zelfs indien ze niet meer ten laste zijn;
- zijn andere familieleden en de an- dere familieleden van zijn verzekerde partner (vader, moeder, broer, zus, grootvader, grootmoeder, kleinkind).
Volgende personen zijn eveneens verzekerde:
- zijn ongehuwde kinderen en de ongehuwde kinderen van zijn ver- zekerde partner die elders in België verblijven, voorzover zij nog fiscaal ten laste zijn van hem of van zijn verzekerde partner;
- de andere personen die gratis in het verzekerde voertuig worden vervoerd en deelnemen aan de reis (met uitsluiting van de occasio- nele lifter), maar uitsluitend bij een verkeersongeval, een mechanisch defect, diefstal of carjacking van het verzekerde voertuig.
Alle verzekerden moeten gewoonlijk in België verblijven (d.w.z. minstens 180 dagen per jaar).
5. Verzekerd(e) voertuig(en):
het verzekerde voertuig is het nieuwe of tweedehandse voertuig van het type motorfiets met een minimum cylinder- inhoud van 125cc, personenauto, auto voor dubbel gebruik, terreinwagen, mo-
torhome, minibus, firma- of leasingwagen of lichte vrachtwagen en waarvan het HTG (hoogst toegelaten gewicht) niet meer dan 3,5 ton en de lengte maxi- mum 6 meter bedraagt, geïdentificeerd in de bijzondere voorwaarden door mid- del van de nummerplaat.
Het getrokken element is eveneens en zonder bijpremie verzekerd indien het HTG niet meer dan 3,5 ton en de lengte maximum 6 meter bedraagt en
voor zover het voor privé gebruik wordt aangewend.
Trekkend voertuig en getrokken
voertuig mogen in totaal de 7 ton niet overschrijden.
Het voertuig mag niet ouder zijn dan 10 jaar op de datum van inwerkingtreding van de waarborgen.
De voertuigen die in het verkeer wor- den gebracht onder een “proefrit- of handelaarsplaat” alsook transitplaten zijn niet verzekerd.
Voertuigen die ingeschreven zijn in het buitenland kunnen niet worden verzekerd.
6. Verkeersongeval:
elk contact tussen het verzekerde voertuig en een derde partij of een stilstaande of mobiele hindernis die het verdere verloop van de reis of de
voorziene verplaatsing met dito voertuig onmogelijk maakt of die abnormaal of
gevaarlijk rijgedrag (met betrekking tot de wegcode) met zich meebrengt dat de veiligheid van de personen of het voertuig in gevaar brengt.
7. Ongeval met lichamelijk letsel:
een plotse gebeurtenis onafhankelijk van de wil van de verzekerde die een licha- melijk letsel of kwetsuur tot gevolg heeft, vastgesteld wordt door een bevoegde medische autoriteit en waarvan de oorzaak extern is aan het organisme van het slachtoffer.
8. Bevoegde medische autoriteit: beoefenaars van de medische praktijk die erkend worden door de Belgische wetgeving of de wetgeving in voege in het betrokken land.
9. Bagage:
alle persoonlijke bezittingen die door de verzekerde werden meegenomen of die vervoerd worden met het verzekerde voertuig.
Worden niet als bagage aanzien: zweef- vliegtuig, boot, handelswaar, wetenschap- pelijk materiaal, bouwmateriaal, meubilair, paarden en vee.
10. Domicilie:
de plaats waar de eerste verzekerde vermeld in de bijzondere voorwaarden gedomicilieerd is en gewoonlijk verblijft.
11. Ziekte:
elke onvrijwillige stoornis van de ge- zondheid die medisch achterhaalbaar is.
Artikel 1 - Voorwerp van de waarborg
De overeenkomst heeft tot doel de verze- kerde te dekken voor de hierna vermelde risico’s binnen de perken van de in het contract vermelde waarborgen en kapitalen. Alle in het contract vermelde bedragen zijn inclusief kosten en taksen.
Artikel 2 - Geldigheid
Om op de gewaarborgde prestaties te kun- nen rekenen mag de duur van het verblijf in het buitenland niet meer dan 90 opeen- volgende dagen bedragen. De gebeurte- nissen die na deze periode van 90 dagen plaatsvinden geven geen recht op waarborg.
Artikel 3 - Aanvraag prestaties
Om de verzekerde prestaties te kunnen ge- nieten moet de verzekerde de tussenkomst aanvragen op het ogenblik van de feiten.
Artikel 4 - Terugbetaling van voorschotten voor gemaakte kosten en niet gewaarborgde prestaties
- Indien in het kader van een gedekte waarborg een voorschot wordt verleend voor de opgelopen kosten, dan moet
de verzekerde een schuldbekentenis ondertekenen en verbindt hij zich ertoe op vraag de voorgeschoten bedragen terug te betalen;
- Indien het schadegeval niet gewaar- borgd is door het contract, dan zal de verzekerde uit menselijke overwegingen en in de mate van het mogelijke worden geholpen. De prestatie zal dan worden georganiseerd voor zover zij in recht- streeks verband staat met de gevolgen van het schadegeval. De kosten die hieruit voortvloeien vallen ten laste van de verzekerde. De verzekerde schikt zich in dit geval volledig naar de richtlijnen van de bijstandverlener.
Artikel 5 - Opsturen van documenten
Om van de verzekerde prestaties te kunnen genieten, moet de verzekerde binnen de twee maanden na de feiten of de aanvraag van tussenkomst de originele facturen voor de kosten waar de bijstandverlener haar akkoord over heeft gegeven en alle andere bewijsstukken die de bijstandverlener heeft gevraagd opsturen.
Artikel 6 - Telecommunicatiekosten
Ingeval van een door dit contract verzekerde hulpverlening, worden de kosten die de verzekerde in het kader van het verzekerde voorval in het buitenland heeft gemaakt voor telecommunicatie tussen de verze- kerde, de maatschappij en de bijstandverle- ner terugbetaald op voorwaarde dat deze kosten werden gemaakt door de verzekerde op vraag van de bijstandverlener.
Deze prestatie gebeurt indien de verzekerde de originele facturen of bewijsstukken van de gemaakte kosten kan voorleggen aan de bijstandsverlener.
Artikel 7 - Uitsluitingen
De waarborg van het contract wordt geweigerd:
- bij gebeurtenissen veroorzaakt door opzettelijke daad, zelfmoord, of poging tot zelfmoord van de verzekerde;
- bij gebeurtenissen als oorlog, burger- oorlog, staking, oproer of volksopstand, terrorisme of sabotage, tenzij de verzekerde aantoont dat hij niet aan die gebeurtenis heeft deelgenomen;
- bij nucleaire ongevallen zoals bepaald door de Conventie van Parijs van 29 juli 1960 en de aanvullende protocollen of die het gevolg zijn van stralingen voort- komende van radioisotopen;
- in geval van gemotoriseerde competi- tiesportbeoefening of sportbeoefening beroepshalve;
- bij de beoefening, als amateur, van een sport die gevaarlijk wordt geacht, zoals vliegsport, vechtsport, alpinisme,
bobsleeën, skischansspringen, skeleton, speleologie, steeplechase of rotsklimmen;
- bij de beoefening van een gevaarlijk be- roep zoals acrobaat, temmer of duiker;
- bij de beoefening van een van de vol- gende beroepsactiviteiten:
- beklimmen van daken, ladders of steigers;
- afdalingen in putten, mijnen of schachten;
- vervaardiging, gebruik of manipulatie van vuurwerk of springstof;
- voor de behoefte aan bijstand ontstaan terwijl de verzekerde zich bevindt
in staat van dronkenschap, strafbare alcoholintoxicatie of in een soortgelijke toestand die het gevolg is van andere producten dan alcoholische dranken indien de verzekeraar aantoont dat er een oorzakelijk verband is tussen die toestand en het schadegeval;
- voor de gevolgen van een roekeloze daad, een weddenschap of een uitdaging, tenzij de verzekerde aantoont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen het feit dat de uitsluiting teweegbrengt en het schadegeval;
- voor de terugbetaling van annulatiekos- ten van het verblijf of de gevolgen van stakingen;
- naar aanleiding van natuurrampen, oorlog, burgeroorlog, staking, oproer of volksopstand, terrorisme of sabotage indien de tussenkomst onmogelijk blijkt
om redenen onafhankelijk van de wil van de bijstandverlener.
Artikel 8 - Opzeg
De waarborg mag onafhankelijk van de andere waarborgen begrepen in dit contract worden opgezegd.
Hij kan opgezegd worden zowel door de maatschappij als door de verzekeringnemer na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de schadever- goeding.
In dit geval wordt de opzegging drie maan- den na de dag van de betekening van kracht. Artikel 29 alinea 3 van titel I is eveneens van toepassing.
De oorzaak van de vernietiging of van de nietigheid, met betrekking tot een van de prestaties, belast het contract in zijn geheel niet.
Indien de maatschappij de waarborg met betrekking tot een van de prestaties opzegt, dan mag de verzekeringnemer de gehele verzekeringsovereenkomst opzeggen.
Artikel 9 - Hiërarchie van de bepalingen in deze verzekeringsovereenkomst
De bepalingen van de bijzondere voorwaar- den vervolledigen de bepalingen van de algemene voorwaarden en vervangen ze in de mate dat ze er strijdig mee zijn.
HOOFDSTUK 1 BIJSTAND NA ONGEVAL
Artikel 1
Na ongeval in België, en in een straal tot 30 km buiten onze landsgrenzen, kan de verzekerde beroep doen op Bijstand na Ongeval, de gratis bijstandverlening van de maatschappij. Deze dienst is 7 dagen op 7
en 24 uur op 24 bereikbaar op het nummer 078/00.00.00.
Artikel 2
Onder volgende voorwaarden kan de verze- kerde beroep doen op ’Bijstand na Ongeval’:
- de verzekerde heeft minstens één van volgende waarborgen verworven:
- Burgerlijke Aansprakelijkheid;
- Mini Omnium
- Omnium
- het betrokken voertuig is het verzekerde voertuig dat een personenwagen of een lichte vrachtwagen (M.T.G. maximum 3,5 ton) is met uitzondering van de voertui- gen categorie “oldtimer”;
- het verzekerde voertuig is betrokken in een ongeval in België en in een xxxxxx xxx 00 xx buiten onze landsgrenzen;
- de verzekerde doet aangifte op het nummer 078/00.00.00.
Artikel 3
De verzekerde kan onder bovenvermelde voorwaarden en ongeacht zijn aansprake- lijkheid, gratis beroep doen op volgende diensten:
- slepen van het verzekerde voertuig: de maatschappij organiseert op haar kosten het slepen van het verzekerde
voertuig naar een hersteller die door de verzekerde wordt aangeduid of naar een door de maatschappij erkende herstel- ler (servicegarage) indien het betrokken voertuig niet meer rijvaardig is.
Indien de maatschappij het slepen niet kan organiseren omdat de verzekerde in de onmogelijkheid verkeert contact met ons op te nemen (interventie van de verbaliserende overheid, vervoer per ziekenwagen), vergoedt de maatschappij toch de redelijk gemaakte kosten van het slepen van het verzekerde voertuig weg van de plaats van het ongeval naar een voorlopige stelplaats;
- vervoer van inzittenden:
de maatschappij organiseert op haar kosten het vervoer van de bestuurder en de passagiers naar hun woon- of werkplaats of naar hun oorspronkelijke bestemming in België;
- de maatschappij brengt, op vraag van de verzekerde, de naaste familieleden en de werkgever op de hoogte van het ongeval.
Artikel 4
Indien de verzekerde beslist de herstelling toe te vertrouwen aan een door de maat- schappij erkende hersteller, geniet hij van volgende bijkomende voordelen:
a.
- Gratis vervangwagen:
de maatschappij stelt gratis een vervang- wagen van de klasse A ter beschikking gedurende de volledige herstellingsduur. In geval van totaal verlies krijgt verze- kerde een vervangwagen gedurende 6 dagen. Deze periode begint te lopen bij in ontvangstname van het vervangvoer- tuig;
- Mobiliteitsgarantie:
ook ’s avonds of tijdens het weekend wanneer de garages gesloten zijn, stelt de bijstandverlener een vervangwagen ter beschikking met een maximum van 3 dagen;
- Vermindering op de vrijstelling:
de maatschappij vermindert de vrijstel- ling in Materiële Schade met 0,5%;
- Afspraken:
de maatschappij regelt alle afspraken, ook die met de expert;
- Kwaliteitscontrole:
de maatschappij voert kwaliteitscontro- les op herstellingen uit;
- Garantie:
de verzekerde geniet minimum 2 jaar waarborg op de herstelling.
b.
In het geval de verzekerde de waarborg Omnium heeft verworven of in het geval hij enkel de waarborg Burgerlijke Aansprakelijk- heid heeft verworven en het vaststaat dat hij niet aansprakelijk was voor het schadegeval:
- Systeem derde betaler:
bij gedekt schadegeval betaalt de maat- schappij het bedrag van de herstelling rechtstreeks aan de hersteller. Uiteraard blijven de terugvorderbare BTW en
de verminderde vrijstelling in Materiële Schade ten laste van de verzekeringne- mer.
HOOFDSTUK II BIJSTAND VOERTUIG
De waarborg is slechts van toepassing indien dit vermeld wordt in de bijzondere voorwaarden.
2.1.
BIJSTANDPRESTATIES AAN VOERTUIGEN IN BELGIË
Artikel 1 - Pechbestrijding en slepen
Indien het verzekerde voertuig geïmmobili- seerd wordt door:
- een mechanisch, hydraulisch, electrisch of electronisch defect;
- een defect aan het antidiefstal- of alarm- systeem;
- het vergeten van de startcode;
- het vergeten, verlies of de diefstal van de sleutels van het voertuig;
- een poging tot diefstal of vandalisme of carjacking of homejacking;
- een brand, explosie, implosie, vlammen en/of bliksem;
- mechanische schade aangericht door een dier,
organiseert en neemt de bijstandverlener ten laste voor rekening van de maatschap- pij het ter plaatse sturen van een hersteller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wisselstukken moeten door de verzekerde betaald worden.
Wanneer het voertuig niet ter plaatse kan hersteld worden, regelt en betaalt de
bijstandverlener voor rekening van de maat- schappij het slepen ervan naar de dichtst- bijzijnde garage die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren.
Van zodra de herstellingsduur 2 uur over- schrijdt, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij één van de volgende waarborgen:
- vervoer van de inzittenden naar hun woonplaats in België en dit met de aangepaste middelen;
- vervoer van de inzittenden naar hun plaats van bestemming in België;
- de hotelkosten van de inzittenden voor één overnachting tot beloop van
100 EUR per nacht en per persoon.
Indien de verzekerde geen beroep doet op de bijstandverlener voor pechbestrijding
en slepen van zijn voertuig, dan betaalt de bijstandverlener hem tot maximum 200 EUR terug op voorleggen van de factuur van de opgeroepen sleepdienst.
Alle herstellingskosten blijven voor rekening van de verzekerde.
Artikel 2 - Brandstofpech
Indien het verzekerde voertuig wordt geïmmobiliseerd omwille van een brand- stoftekort of vergissing van brandstof, stuurt de bijstandverlener een dienstverlener ter plaatse om het voertuig naar het dichtstbij- zijnde benzinestation te verslepen.
De brandstofkosten zijn ten laste van de verzekerde.
Artikel 3 - Bandenpech
Indien het verzekerde voertuig een lekke band krijgt en indien de verzekerde niet in staat is zelf het reservewiel te installeren, or- ganiseert en neemt de bijstandverlener het vervangen van de lekke band op de plaats van de immobilisatie ten laste.
Bij verschillende lekke banden tegelijkertijd of bij gebrek aan een reservewiel organi- seert en neemt de bijstandverlener het slepen van het verzekerde voertuig naar de dichtstbijzijnde garage ten laste.
Artikel 4 - Openen van een voertuig
Bij het vergeten, verlies of diefstal van de sleutels van het voertuig, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij één van de volgende prestaties naargelang de omstandigheden:
- de heen- en terugreis per taxi teneinde de verzekerde toe te laten zijn sleutels op te halen, indien het voertuig zich in de nabijheid van de woonplaats bevindt;
- het ter plaatse sturen van een hersteller die het voertuig opent;
- de maatschappij informeert de verze- kerde over de stappen die moeten on- dernomen worden bij de constructeur indien het maken van een dubbel van de sleutels noodzakelijk is.
Wanneer de pechverhelping onmogelijk ter plaatse kan gebeuren en het defect de
toegang tot het voertuig of het starten belet, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij het slepen van het voertuig tot de dichtstbijzijnde garage.
Artikel 5 - Ter beschikking stellen van een vervangwagen in België
Indien ten gevolge van:
- een mechanisch, hydraulisch, electrisch of electronisch defect;
- een defect aan het antidiefstal- of alarm- systeem;
- het vergeten van de startcode;
- het vergeten, verlies of de diefstal van de sleutels van het voertuig;
- een poging tot diefstal of vandalisme of carjacking of homejacking;
- een brand, explosie, implosie, vlammen en/of bliksem;
- mechanische schade aangericht door een dier,
het voertuig niet meer rijklaar is en niet binnen de 2 uur na diagnosestelling door de pechverhelper kan worden opgestart of hersteld, stelt de bijstandverlener in België de verzekerde voor maximum de duur van de herstelling een vervangwagen van xxx
categorie B (1300 cc - 1400 cc) ter beschik- king.
Onder duur van de herstelling wordt ver- staan de normale herstelduur.
De verzekerde verbindt zich ertoe:
- er op toe te zien dat de herstelling zo vlug mogelijk wordt uitgevoerd;
- zijn voertuig zo vlug mogelijk terug in zijn bezit te krijgen en de bijstandver- lener onmiddellijk op de hoogte te brengen als zijn voertuig hersteld is.
De maximumduur van terbeschikkingstelling van de vervangwagen is voor alle boven- staande situaties 5 opeenvolgende kalender- dagen.
Bij totaaldiefstal van het voertuig wordt de verzekerde een vervangingsvoertuig ter beschikking gesteld voor de duur van de onbruikbaarheid van het voertuig maar met een maximum van 10 opeenvolgende kalenderdagen.
De ter beschikkingstelling van de vervang- wagen is ondergeschikt aan:
- het beroep doen van de verzekerde op de bijstandverlener voor de pechbestrij- ding of het slepen op het moment van de feiten, behoudens overmacht
- de naleving van de voorwaarden en regels voorgeschreven door de firma die het voertuig levert, zijnde:
- een waarborg voorafgaand door de verzekerde ter beschikking te stellen van de verhuurfirma tijdens de duur van het gebruik van de huurwagen;
- met de vervangwagen niet naar het buitenland te reizen indien het contract met de verhuurfirma dit uitdrukkelijk vermeldt;
- de bestuurder moet ten minste de leeftijd van 21 jaar bereikt heb- ben en in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs van het type B sinds tenminste een jaar;
- in het jaar dat de huuraanvraag voorafgaat, niet vervallen verklaard zijn van het recht tot besturen.
Blijven ten laste van de verzekerde de bijko- mende kosten:
- voor het gebruik van het voertuig na de door de maatschappij voorziene periode;
- verbonden aan de teruggave van het voertuig op een andere plaats dan de plaats van levering;
- van brandstofverbruik;
- van tolkosten;
- van opgelopen boeten;
- van een eventuele vrijstelling en materiële schade.
Artikel 6 - Uitsluitingen
- De terugbetaling van de kosten voor de onderdelen, herstelling, onderhoud of brandstof van het verzekerde voertuig;
- de immobilisatie van het voertuig met het oog op onderhoudswerkzaamheden;
- herhaalde defecten als gevolg van het niet herstellen of onderhouden van het voertuig indien in de twaalf voorafgaan- de maanden de bijstandverlener reeds naar aanleiding van twee gelijkaardige of zelfde defecten tussen is gekomen.
2.2
BIJSTANDPRESTATIES AAN VOERTUIGEN IN HET BUITENLAND
Artikel 1- Territorialiteit
De waarborgen zijn verworven in de landen gevalideerd op de groene kaart van het verzekerde voertuig en in de landen vermeld in artikel 1 van de titel I”Burgerlijke Aanspra- kelijkheid”.
Artikel 2 - Pechbestrijding en slepen
Indien het verzekerde voertuig geïmmobili- seerd wordt door:
- een ongeval;
- een mechanisch, hydraulisch, electrisch of electronisch defect;
- een defect aan het antidiefstal- of alarm- systeem;
- het vergeten van de startcode;
- het vergeten, verlies of de diefstal van de sleutels van het voertuig;
- een poging tot diefstal of vandalisme of carjacking of homejacking;
- een brand, explosie, implosie, vlammen en/of bliksem;
- mechanische schade aangericht door een dier,
organiseert en neemt de bijstandverlener ten laste voor rekening van de maatschap- pij het ter plaatse sturen van een hersteller naar het defecte voertuig om het terug in werking te stellen. De wisselstukken moeten door de verzekerde betaald worden.
Wanneer het voertuig niet op de plaats van immobilisatie kan hersteld worden, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij het slepen ervan naar de dichtstbijzijnde garage die verondersteld wordt de nodige herstellingen te kunnen uitvoeren.
Indien het verzekerde voertuig niet ter plaatse kan worden hersteld binnen een termijn van 5 werkdagen organiseert en ver- goedt de bijstandverlener, naar keuze van de verzekerde, één van de volgende prestaties:
1. in geval van herstelling ter plaatse:
- de bijstandverlener regelt en betaalt voor rekening van de maatschappij de kosten voor de verzending van de wisselstukken, taksen en doua- nekosten inbegrepen, voor zover deze stukken ter plaatse onvindbaar zijn en ze nodig zijn voor de goede werking van het voertuig en de veiligheid ervan. De kostprijs van de wisselstukken blijft ten laste van de verzekerde en moet terugbetaald zijn binnen de maand te rekenen vanaf de datum van verzending.
- indien de verzekerde beslist zijn voer- tuig ter plaatse te laten herstellen
zonder het einde van de herstellingen af te wachten, zorgt de bijstand- verlener voor de organisatie en tenlasteneming van de overbrenging van het voertuig naar het domicilie van de verzekerde of de terbeschik- kingstelling aan de verzekerde van een eerste klasse treinbiljet of een vliegtuigbiljet (economy class) om het herstelde voertuig te gaan ophalen. Indien nodig betaalt de bijstandver- lener een hotel voor 1 nacht in het buitenland voor maximum 100 EUR.
2. in geval van niet-herstelling ter plaatse:
Indien de verzekerde zijn voertuig niet ter plaatse wenst te laten herstellen of indien herstelling ter plaatse niet moge- lijk is, zorgt de bijstandverlener voor de organisatie en tenlasteneming van het vervoer en de repatriëring naar de door de verzekerde gekozen garage in de nabijheid van zijn domicilie.
Om dit transport binnen de kortst mogelijke termijn mogelijk te maken, verbindt de verzekerde zich ertoe zich te schikken naar de richtlijnen van de bijstandverlener, de nodige stappen te ondernemen en de nodige documenten aan de bijstandverlener te bezorgen. De kosten ten laste van de bijstandverlener kunnen niet meer bedragen dan het bedrag van de restwaarde van het ver- zekerde voertuig (met als referentie “Eurotax”, een uitgave van Eurotax Belgium nv) verminderd met de wrak- waarde.
Een eerste staat van beschrijving van het voertuig zal worden opgemaakt op het ogenblik dat het wordt opgehaald en een tweede bij aflevering van het voer- tuig. De eventuele schade veroorzaakt tijdens het transport komt ten laste van de bijstandverlener.
De bijstandverlener kan niet aanspra- kelijk worden gesteld voor diefstal van voorwerpen of bijhorigheden die zich binnen of buiten het voertuig zouden bevinden.
De kosten voor bewaring van het voertuig vanaf de dag van de onbruik- baarheid tot de dag waarop het wordt
afgehaald met het oog op het transport of de repatriëring ervan, worden ten laste genomen door de bijstandverlener. Indien er geen repatriëring wordt uitge- voerd door de bijstandverlener worden de kosten ten belope van max 5 dagen ten laste genomen.
Als de verzekerde beslist afstand te doen van het wrak ter plaatse, dan regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij de vervulling van de hieraan verbonden formaliteiten.
In beide gevallen worden de verzeker- den die het voertuig gebruiken, vervoerd of gerepatrieerd onder de voorwaarden vermeld in de rubriek “Bijstand aan de geïmmobiliseerde verzekerden in het buitenland”.
Indien, ten gevolge van een omstan- digheid beschreven in artikel 2 in het buitenland, het verzekerde voertuig ter plaatse kan worden gerepareerd binnen de 5 werkdagen, wordt het ter plaatse hersteld. De reparatiekosten blijven ten laste van de verzekerde.
Indien de verzekerde geen beroep doet op de bijstandverlener voor pechbe- strijding en slepen van zijn voertuig, dan betaalt de bijstandverlener hem tot max 400 EUR terug op voorleggen van de factuur van de opgeroepen sleepdienst.
Artikel 3 - Brandstofpech
Indien het verzekerde voertuig wordt geïmmobiliseerd omwille van een brand- stoftekort of vergissing van brandstof, stuurt de bijstandverlener een dienstverlener ter plaatse om het voertuig naar het dichtstbij- zijnde benzinestation te verslepen.
De brandstofkosten zijn ten laste van de verzekerde.
Artikel 4 - Bandenpech
Indien het verzekerde voertuig een lekke band krijgt en indien de verzekerde niet in staat is zelf het reservewiel te installeren, or- ganiseert en neemt de bijstandverlener het vervangen van de lekke band op de plaats van de immobilisatie ten laste.
Bij verschillende lekke banden tegelijkertijd of bij gebrek aan een reservewiel organi- seert en neemt de bijstandverlener het
slepen van het verzekerde voertuig naar de dichtstbijzijnde garage ten laste.
Artikel 5 - Openen van een voertuig
Bij het vergeten, verlies of diefstal van de sleutels van het voertuig, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij één van de volgende prestaties naargelang de omstandigheden:
- de heen- en terugreis per taxi teneinde de verzekerde toe te laten zijn sleutels op te halen, indien het voertuig zich in de nabijheid van de verblijfplaats bevindt;
- het ter plaatse sturen van een hersteller die het voertuig opent;
- de maatschappij informeert de verze- kerde over de stappen die moeten on- dernomen worden bij de constructeur indien het maken van een dubbel van de sleutels noodzakelijk is.
Wanneer de pechverhelping onmogelijk ter plaatse kan gebeuren en het defect de
toegang tot het voertuig of het starten belet, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij het slepen van het voertuig tot de dichtstbijzijnde garage.
Artikel 6 - Bijstand aan de geïmmobiliseerde verzekerden in het buitenland naar aanleiding van een voertuigschade
Indien de verzekerden geïmmobiliseerd worden ten gevolge van een omstandigheid beschreven in artikel 2, zorgt de bijstand- verlener naar keuze van de verzekerden voor de organisatie en tenlasteneming voor rekening van de maatschappij van:
1. in geval van herstelling ter plaatse:
- de hotelkosten (kamer + ontbijt) in afwachting van de onontbeerlijke herstelling, tot maximum 100 EUR per nacht en per persoon met een max. periode van 5 opeenvolgende
nachten. Deze waarborg wordt toe- gestaan vanaf de eerste nacht van de onbruikbaarheid van het voertuig;
of
- de kosten voor een taxi of huur- voertuig tot een bedrag van maxi- mum 125 EUR om de verzekerden in staat te stellen hun domicilie of hun plaats van bestemming te berei- ken, indien deze zich in de nabijheid
van de plaats van immobilisatie bevindt.
2. in geval van niet-herstelling ter plaatse of na diefstal:
- de terugkeer, onmiddellijk of op een overeengekomen datum, van de verzekerden met de aangepaste middelen;
of
- de kosten om de plaats van bestem- ming te bereiken, beperkt tot de kosten voor het vervoer naar hun verblijfplaats in België.
Artikel 7 - Ter beschikking stellen van een vervangwagen in het buitenland
Indien ten gevolge van:
- een ongeval;
- een mechanisch, hydraulisch, electrisch of electronisch defect;
- een defect aan het antidiefstal- of alarm- systeem;
- het vergeten van de startcode;
- het vergeten, verlies of de diefstal van de sleutels van het voertuig;
- een poging tot diefstal of vandalisme of carjacking of homejacking;
- een brand, explosie, implosie, vlammen en/of bliksem;
- schade aangericht door een dier, in het buitenland
het voertuig niet meer rijklaar is en niet binnen 24 uur na diagnosestelling door de pechverhelper kon worden opgestart of hersteld, stelt de bijstandverlener de
verzekerde voor maximum de duur van de herstelling een vervangwagen van max cate- gorie B (1300 cc - 1400 cc) ter beschikking. Onder duur van de herstelling wordt ver- staan de normale herstelduur.
De maximumduur van terbeschikkingstelling van de huurwagen is voor alle bovenstaande situaties 10 opeenvolgende kalenderdagen.
De verzekerde verbindt zich ertoe:
- er op toe te zien dat de herstelling zo vlug mogelijk wordt uitgevoerd;
- zijn voertuig zo vlug mogelijk terug in zijn bezit te krijgen en de bijstandver- lener onmiddellijk op de hoogte te brengen als zijn voertuig hersteld is.
De ter beschikkingstelling van de vervangwa- gen is ondergeschikt aan:
- het beroep doen van de verzekerde op
de bijstandverlener voor de pechbestrij- ding of het slepen op het moment van de feiten, behoudens overmacht;
- de naleving van de voorwaarden en regels voorgeschreven door de firma die het voertuig levert:
- een waarborg voorafgaand door de verzekerde ter beschikking te stellen van de verhuurfirma tijdens de duur van het gebruik van de huurwagen;
- met de vervangwagen niet naar een ander land te reizen indien het contract met de verhuurfirma dit uitdrukkelijk vermeldt;
- de bestuurder moet ten minste de leeftijd van 21 jaar bereikt heb- ben en in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs van het type B sinds tenminste een jaar;
- in het jaar dat de huuraanvraag voorafgaat, niet vervallen verklaard zijn van het recht tot besturen.
Blijven ten laste van de verzekerde de bijko- mende kosten:
- voor het gebruik van het voertuig na de door de maatschappij voorziene periode;
- verbonden aan de teruggave van het voertuig op een andere plaats dan de plaats van levering;
- van brandstofverbruik;
- van tolkosten;
- van opgelopen boeten;
- van een eventuele vrijstelling en mate- riële schade.
Artikel 8 - Ophalen van het voertuig na diefstal
Indien een voertuig na diefstal, binnen de 6 maanden teruggevonden wordt in het
buitenland en het nog rijvaardig is, betaalt de maatschappij de kosten van één ticket om het terug te halen.
Bovendien betaalt de maatschappij maxi- mum 1 overnachting tot beloop van
100 EUR, voor zover dit verantwoord is.
Artikel 9 - Uitsluitingen
- De terugbetaling van de kosten voor de onderdelen, herstelling, onderhoud of brandstof van het verzekerde voertuig;
- de immobilisatie van het voertuig met het oog op onderhoudswerkzaamheden;
- herhaalde defecten als gevolg van het niet herstellen of onderhouden van het voertuig indien in de twaalf voorafgaan-
de maanden de bijstandverlener reeds naar aanleiding van twee gelijkaardige of zelfde defecten tussen is gekomen.
HOOFDSTUK III BIJSTAND PERSONEN
De waarborg is slechts van toepassing indien dit vermeld wordt in de bijzondere voorwaarden.
Artikel 1 - Territorialiteit
De waarborg “Bijstand aan personen” is verzekerd in de wereld, behalve:
- in de oorlogsvoerende landen;
- de gevallen voorzien in de artikelen 7, 9 , 11, 12 en 16 waar de waarborg beperkt is tot het buitenland.
Artikel 2 - Vervoer of repatriëring van zieke of gekwetste personen
Indien het medisch noodzakelijk is, beslis- sen de geneesheren van de maatschappij, na overleg met de plaatselijk behandelende geneesheer, en volgens de omstandigheden, over het vervoer van de zieke of gekwetste
verzekerde naar een aangepaste verzorgings- instelling, een verzorgingsinstelling in de omgeving van zijn woonplaats of zijn woon- plaats zelf.
Het vervoermiddel wordt, volgens de ernst van het geval, door de geneesheren van de maatschappij gekozen en kan een ziekenwa- gen, een trein, een helikopter, een lijnvliegtuig, een sanitair vliegtuig of elk ander aangepast vervoermiddel zijn. Indien nodig gebeurt
het vervoer onder constante medische begeleiding.
In alle gevallen regelt de maatschappij het vervoer en draagt de kosten ervan.
Artikel 3 - Vervoer of repatriëring van de andere verzekerden
Wanneer er beslist wordt een zieke of gekwetste verzekerde sanitair te vervoeren, regelt en betaalt de bijstandverlener voor re- kening van de maatschappij de terugreis naar België , met de aangepaste middelen, van de verzekerde medereizigers die onmogelijk met de oorspronkelijk voorziene middelen kunnen terugkeren.
Indien kinderen jonger dan 18 jaar, of verze- kerden die geestelijk of lichamelijk onbe- kwaam zijn, zonder meerderjarige begeleider
blijven, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij de heen- en terugreis ( per trein 1ste klasse,
per vliegtuig toeristenklasse of elk aangepast vervoermiddel) van een in België wonende en door de familie aangeduide persoon, of van een door de maatschappij goedgekeur- de persoon, om de verzekerden naar hun woonplaats in België te begeleiden.
Indien nodig, betaalt de maatschappij ook de hotelkosten van de begeleider tot het beloop van 100 EUR per nacht en voor een periode van maximum 2 nachten.
Indien de andere verzekerden beslissen niet naar België terug te keren maar hun reis verder te zetten dan zorgt de maatschappij voor het vervoer van de verzekerde mede- reizigers naar hun plaats van bestemming. In het buitenland worden die kosten ten laste genomen tot het beloop van de kosten die zouden verbonden zijn aan een terugreis van deze personen naar hun woonplaats in België.
Artikel 4 - Repatriëring van het voertuig
Indien geen enkele inzittende in staat is het verzekerde voertuig te besturen door een overlijden, ziekte of lichamelijk ongeval, zal de bijstandverlener overgaan tot:
- het terugbrengen van het verzekerde voertuig naar België.
of
- de terugbetaling van de kosten van het openbaar vervoer om het voertuig door een andere persoon te laten ophalen
of
- het sturen van een bestuurder bekwaam om het voertuig en de inzittenden naar de woonplaats van de verzekerde terug te brengen via de kortste weg.
De tol- en brandstofkosten moeten door de verzekerde betaald worden.
Artikel 5 - Bezoek van een familielid aan een gehospitaliseerde verzekerde
Wanneer een niet vergezelde verzekerde ziek of gekwetst is en langer dan 5 dagen gehospitaliseerd moet blijven, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij de heen- en terugreis (per trein 1 ste klasse, per vliegtuig toeristen- klasse of elk ander aangepast vervoermiddel) van een familielid om de zieke of gekwetste
verzekerde te bezoeken.
De maatschappij betaalt de hotelkosten van deze persoon of van een verzekerde die reeds ter plaatse is en die zijn verblijf verlengt, tot beloop van 100 EUR per nacht en voor een periode van maximum 5 nachten.
Wanneer de verzekerde in het ziekenhuis een kind jonger dan 18 jaar is, geldt de minimumduur van 5 dagen niet en kunnen 2 familieleden (de vader, de moeder, de wettelijke voogd of een ander familielid) op dezelfde manier naar het ziekenhuis reizen.
De hotelkosten ter plaatse ( kamer + ontbijt) van deze personen worden ten laste geno- men tot een bedrag van 100 EUR per dag per persoon gedurende maximum 10 dagen.
Artikel 6 - Kosten van verlengd verblijf
Indien een zieke of gekwetste verzekerde om medische redenen de terugreis op de oorspronkelijke voorziene datum niet kan aanvangen, draagt de maatschappij de
hotelkosten tot het beloop van 100 EUR per nacht en per persoon, voor een periode van maximum 5 nachten van:
- de zieke of gekwetste verzekerde;
- een verzekerde medereiziger van wie de aanwezigheid medisch aanbevolen is.
Artikel 7 - Medische kosten ten gevolge van ziekte of ongeval
De medische kosten ten gevolge van een ziekte of ongeval in het buitenland worden terugbetaald met een maximum van
50.000 EUR per verzekerde persoon.
Worden gedekt:
- de erelonen van geneesheren en chirur- gen;
- de geneesmiddelen voorgeschreven door een geneesheer of chirurg;
- de kleine tandverzorging ten gevolge van een ongeval of een acute aanval ( met uitsluiting van protheses) tot maximum 125 EUR per persoon;
- de kosten van de ziekenhuisopname;
- de kosten van het vervoer per zieken- wagen, per slee of per helikopter, door de geneesheer voorgeschreven, voor een plaatselijk traject.
Voorwaarden tot tenlasteneming:
- de tenlasteneming van de kosten komt na uitputting van de vergoedingen of uitkeringen die voor dezelfde risico’s
gewaarborgd zouden worden aan de verzekerde of aan zijn rechthebbenden door de Sociale Zekerheid of door elke andere voorzorgsinstelling die dezelfde kosten dekt;
- de verzekerde kan bij de bijstandverle- ner inlichtingen krijgen over de voor- waarden waaronder hij in het buitenland de uitkeringen kan genieten waarin de Sociale Zekerheid voorziet. Hij moet echter zelf voor de nodige documenten zorgen.
Betalingsmodaliteiten:
- indien de bijstandverlener de gemaakte medische kosten in het buitenland rechtstreeks vergoedt, verbindt de verze- kerde zich ertoe zijn dossier aan zijn ziekenfonds te overhandigen en aan de bijstandverlener de afrekening van het ziekenfonds en de ontvangen bedragen te bezorgen.
- indien de verzekerde de medische kos- ten gemaakt in het buitenland zelf heeft betaald komt de bijstandverlener tussen voor deze kosten na uitputting van de tussenkomst door het ziekenfonds. De tussenkomst gebeurt na voorlegging van de originele bewijsstukken en van de eventuele afrekening van het ziekenfonds.
De verzekerde moet vervolgens alle nodige stappen zetten die de bijstandverlener vraagt om de tegemoetkomingen van de Sociale Zekerheid terug te krijgen.
Artikel 8 - Opsturen van geneesmiddelen en brillen
Wanneer ze ter plaatse onvindbaar zijn of zonder equivalent, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de
maatschappij de verzending van de aan de verzekerde medisch voorgeschreven genees- middelen, brillen, contactlenzen of prothesen die noodzakelijk zijn voor het verblijf en /of de terugreis van de verzekerde.
De kostprijs van deze zaken zal door de ver- zekerde terugbetaald worden aan de maat- schappij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de datum van verzending. Dit is ook het geval voor de geneesmiddelen die dienen om een voorafbestaande ziekte te verzorgen.
Artikel 9 - Dringende vervroegde terugkeer van een verzekerde
Indien de zich in het buitenland bevindende verzekerde zijn verblijf moet onderbreken wegens:
- een ziekenhuisopname in België gedu- rende meer dan 5 kalenderdagen van een rechtstreeks familielid in de eerste graad d.w.z. de partner, de vader, de moeder of het kind;
- het overlijden van een lid van zijn familie
d.w.z. de partner, de vader, de moeder, het kind, de broer, de zus, de groot- vader, de grootmoeder, het kleinkind, de schoonvader, de schoonmoeder, de schoondochter, de schoonzoon, de schoonbroer of de schoonzus;
- het overlijden van een onvervangbare vennoot voor het dagelijkse beheer van de onderneming of van zijn vervanger in de uitoefening van zijn vrij beroep,
organiseert de bijstandverlener en neemt ze ten laste, tot aan het domicilie of de plaats van begraving of crematie in België, de reis per trein eerste klasse of per lijnvliegtuig (economy class):
- ofwel de reis heen en terug van één verzekerde;
- ofwel de terugreis van twee verzekerden.
Indien in dit geval het verzekerde voertuig ter plaatse achtergelaten moet worden, brengt de bijstandverlener het met de inzit- tenden naar het domicilie terug overeen- komstig de waarborg “repatriëring van het voertuig”, hiervoor beschreven.
Deze prestatie wordt slechts verleend na het voorleggen aan de bijstandverlener van een medisch getuigschrift of een bewijs van overlijden.
Artikel 10 - Terugkeer huisdier
In geval van repatriëring van een zieke of gewonde verzekerde regelt en betaalt
de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij de heen- en terugreis (per trein 1 ste klasse, per vliegtuig toeristenklasse of elk ander aangepast vervoermiddel) van een familielid om de onbewaakt achtergela- ten huisdieren (hond en/of kat) op te halen indien geen andere verzekerde voor hen kan zorgen.
Artikel 11 - Repatriëring stoffelijk overschot
Bij overlijden van de verzekerde in het bui- tenland, organiseert en betaalt de bijstand- verlener voor rekening van de maatschappij het overbrengen of de repatriëring van het stoffelijk overschot vanuit het ziekenhuis
of mortuarium tot de verblijfplaats van de overledene of tot de dichtstbij gelegen begraafplaats.
De bijstandverlener neemt daarenboven met uitzondering van de kosten voor de plechtigheid en de begrafenis, de volgende kosten ten laste:
- de kosten voor de post mortem behan- deling en het kisten;
- de kosten voor de doodskist en andere speciale aanpassingen die voor het transport vereist zijn, ten belope van 650 EUR alles inbegrepen.
Indien de verzekerde ter plaatse wordt be- graven of gecremeerd, neemt de bijstandver- lener de volgende kosten ten laste:
- de kosten voor de post mortem behan- deling en het kisten;
- de kosten van de doodskist ten belope van 650 EUR alles inbegrepen;
- de kosten van het transport ter plaatse van het stoffelijk overschot;
- de kosten van de begrafenis of crematie met uitzondering van de kosten van de plechtigheid;
- de kosten van de repatriëring van de urne.
In dit geval mogen de totale kosten die door de hulpverlener ten laste worden genomen, niet hoger zijn dan wat de repatriëring van het stoffelijk overschot naar België zou kosten.
Artikel 12 - Terugreis van de verzekerde mede- reizigers bij overlijden
Bij overlijden van een verzekerde in het buitenland regelt en betaalt de bijstandver- lener voor rekening van de maatschappij de terugreis naar België, met de aangepaste middelen, van de verzekerde medereizigers die onmogelijk met de oorspronkelijk voor- ziene middelen kunnen terugkeren.
Indien kinderen jonger dan 18 jaar, of verze- kerden die geestelijk of lichamelijk onbe- kwaam zijn, zonder meerderjarige begeleider blijven, regelt en betaalt de bijstandverlener voor rekening van de maatschappij de
heen- en terugreis ( per trein 1ste klasse,
per vliegtuig toeristenklasse of elk ander aangepast vervoermiddel) van een in België wonende en door de familie aangeduide persoon, of van een door de maatschappij goedgekeurde persoon, om de verzekerden naar hun woonplaats in België te begeleiden.
Indien nodig, betaalt de maatschappij ook de hotelkosten van de begeleider tot het beloop van 100 EUR per nacht en voor een periode van maximum 2 nachten.
Artikel 13 - Opsporings- en reddingskosten
De bijstandverlener waarborgt tot
15.000 EUR per verzekerde persoon de terugbetaling van de kosten voor opsporing en redding gemaakt om het leven of de lichamelijke integriteit van een verzekerde veilig te stellen en dit op voorwaarde dat de redding voortvloeit uit een beslissing genomen door de bevoegde plaatselijke autoriteiten of de officiële hulpdiensten.
Artikel 14 - Skiongeval
De bijstandverlener neemt bij een ongeval op de skibaan de kosten voor het lokaal transport per slee en/of helikopter ten laste. Bij een skiongeval buiten de skibaan worden de kosten voor het lokaal transport per slee en/of helikopter enkel ten laste genomen indien er begeleiding was door een monitor. Indien de toestand van de gewonde verzekerde een opname in het ziekenhuis van meer dan 24 uur en/of een repatriëring door de bijstandverlener vereist, neemt de bijstandverlener de terugbetaling van het skipasforfait en/of skilesarrangement van
de verzekerde op zich dat niet kon worden gebruikt door de verzekerde, ten gevolgen van het skiongeval, à rato van de nog te waarborgen looptijd met een maximum van 200 EUR.
Artikel 15 - Verlies of diefstal van reisgoed
Bij verlies of diefstal van het reisgoed van een verzekerde, zal de maatschappij hem helpen bij de te nemen stappen en
opzoekingen.Xxx xxxxx het reisgoed terug- gevonden is, zal de maatschappij het naar de woonplaats van de verzekerde of naar zijn vakantieplaats verzenden.
Deze dekking wordt verleend na uitputting van de tussenkomst van de vervoersmaat- schappij.
De bijstandverlener betaalt voor rekening
van de maatschappij ook een bedrag van
50 EUR per persoon van wie het reisgoed is verloren of gestolen om de eerste nood te lenigen en voorzover er aankoopbewijzen voorgelegd worden.
Om van deze waarborgen te kunnen ge- nieten moet er vooraf contact opgenomen worden met de bijstandverlener en moet er aangifte gedaan worden bij de bevoegde diensten.
Artikel 16 - Verlies of diefstal van reisdocumen- ten en vervoerbewijzen in het buitenland
In geval van verlies of diefstal van reisdocu- menten ( identiteitskaart, reispas, rijbewijs enz) geeft de bijstandverlener aan de ver- zekerde informatie over het dichtstbijzijnde Belgische consulaat of ambassade.
In geval van verlies of diefstal van vervoer- bewijzen stelt de bijstandverlener aan de verzekerde de tickets ter beschikking die nodig zijn om zijn reis voort te zetten. De verzekerde betaalt de prijs van de tickets aan de bijstandverlener terug zodra deze laatste hierom verzoekt.
In geval van verlies of diefstal van cheques, bankkaarten of kredietkaarten neemt de bijstandverlener, zodra de verzekerde dit vraagt, maatregelen bij card stop om deze betaalmiddelen te laten blokkeren en de nodige beschermingsmaatregelen te laten toepassen. De bijstandverlener zorgt voor de toezending van een vervangende kre- dietkaart aan de verzekerde die zich in het buitenland bevindt.
De verzekerde moet het verlies of de dief- stal onmiddellijk aangeven bij de plaatselijke politie of bij een andere bevoegde overheid.
In geen geval kan de bijstandverlener aansprakelijk worden gesteld voor fouten of vergissingen bij de overdracht van de door de verzekerde verschafte inlichtingen.
Artikel 17 - Voorschieten van fondsen
De maatschappij kan , mits schulderkenning, een voorschot van fondsen toestaan aan de verzekerde met een max. van 2.500 EUR om het hoofd te bieden aan uitgaven die het gevolg zijn van ernstige, onvoorziene, en dringende moeilijkheden tijdens een verplaatsing.
De maatschappij behoudt zich het recht voor elke borg of garantie op terugbetaling van het voorschot te vragen.
Dit voorschot zal haar terugbetaald worden binnen de maand te rekenen vanaf de datum van de overhandiging van de fondsen.
Artikel 18 - Doorgeven van dringende bood- schappen
De maatschappij zorgt voor het doorgeven van dringende boodschappen die ver- band houden met de waarborgen zoals ze beschreven zijn in dit contract en dit aan de familie van een verzekerde of aan zijn werkgever wanneer de verzekerde zich in de onmogelijkheid bevindt dit zelf te doen of omgekeerd, een dringende boodschap doorgeven aan de verzekerde vanwege zijn familie of zijn werkgever.
Artikel 19 - Terbeschikkingstelling van een tolk
Indien de verzekerde recht heeft op een ver- zekerde prestatie en problemen of moeilijk- heden ondervindt om de gesproken taal te verstaan en te spreken in het kader van deze bijstandprestatie, wordt de verzekerde ter plaatse bijgestaan door de bijstandverlener.
Artikel 20 - Repatriëring voor orgaantrans- plantatie
Indien de verzekerde in afwachting van een orgaantransplantatie dringend opgeroepen wordt door zijn verzorgingsinstelling, zal
de maatschappij zijn terugkeer naar zijn woonplaats of de verzorgingsinstelling, met aangepast vervoer, organiseren en betalen na contact met de geneesheer van de bijstand- verlener.
Artikel 21 - Psychologische bijstand
Indien de verzekerde het slachtoffer wordt van een traumatiserend incident, zoals een ongeval, brand, diefstal, overlijden, aanslag, agressie, zal de maatschappij hem in contact brengen met een psycholoog die naargelang de behoefte:
- een of meerdere individuele onderhou- den zal organiseren;
- één of meerdere onderhouden in groep zal organiseren.
De bijstandverlener organiseert en neemt tot 5 onderhouden ten laste.
Artikel 22 - Informatie
Medische inlichtingen en adviezen kunnen in het buitenland worden verstrekt door de geneesheren van de maatschappij:
- tijdens de voorbereiding van de reis (preventiemaatregelen, verplichte of aan te raden inentingen)
- tijdens de reis ( keuze van verzorgingsin- stelling)
- bij de terugkeer ( elk medisch voorval dat hiervan het onmiddellijk gevolg is)
Deze inlichtingen en adviezen kunnen niet beschouwd worden als medische consulta- ties.
Praktische informatie van algemene aard met betrekking tot de organisatie van de reis en tijdens de reis kunnen worden medegedeeld ( administratieve formaliteiten, telefonische verbindingen, economische en klimatologi- sche kenmerken, adressen van consulaten, sociale zekerheid).
Artikel 23 - Uitsluitingen
De hulpverleningen die niet gevraagd zijn op het tijdstip van de feiten en die niet door of in overleg met de bijstandverlener georganiseerd werden; de kosten voor gewone medische raadplegingen en de eruit
voortvloeiende ambulante apothekerskosten naar aanleiding van een feit dat zich in het buitenland heeft voorgedaan worden echter wel en binnen de perken van dit contract terugbetaald.
Zijn nooit het voorwerp van een terugbeta- ling, de kosten gemaakt in het kader van:
- goedaardige aandoeningen of letsels die de patiënt niet beletten zijn reis voort te zetten;
- geestesziekten die reeds het voorwerp van een behandeling uitmaakten;
- chronische ziekten die storingen in het zenuwstelsel, het ademhalingsstelsel, de bloedsomloop, het bloed of de nieren hebben teweeggebracht, met uitzonde- ring van hetgeen bepaald is in artikel 20;
- het hervallen en het herstel van alle vastgestelde aandoeningen die nog niet geconsolideerd zijn en behandeld wer- den vóór de vertrekdatum van de reis en die een reëel gevaar voor een snelle verslechtering inhouden;
- preventieve geneeskunde en thermale kuren;
- diagnose en behandeling die niet erkend
zijn door het RIZIV;
- zwangerschapsproblemen na de 26ste week;
- de aankoop en herstelling van protheses in het algemeen, met inbegrip van brillen en contactlenzen;
- de kosten met het oog op geneeskun- dige en heelkundige behandelingen en geneesmiddelen, in België voorgeschre- ven en/of gemaakt;
- kosten voor begraving of crematie in België;
- de gerechtelijke gevolgen in België van een in het buitenland tegen een verze- kerde ingestelde vordering.
HOOFDSTUK IV PACK MOBILITY
De waarborg is slechts van toepassing indien dit vermeld wordt in de bijzondere voorwaarden en na installatie van het S² Box systeem.
Artikel 1 - Voorwerp van de waarborg
Naar aanleiding van de installatie van het S² Box systeem worden volgende services geactiveerd:
- toegang tot persoonlijke data via web;
- e-call: bij ongeval in België met een impact van 2,5g of meer zal de bijstand- verlener de gebruikelijke bestuurder contacteren voor eventuele verdere hulpverlening. Indien de bijstandverle- ner hem/haar niet kan bereiken op de door de verzekeringnemer opgegeven telefoonnummer(s), zal de bijstand- verlener een takeldienst sturen bij een ongeval van 4 g of meer;
- crash-dossier: bij ongeval ontvangt de verzekeringnemer een verslag via zijn/ haar web account;
- lokalisatie van het omschreven voertuig na diefstal (op aanvraag);
- SMS dienst bij lage batterij functie of disconnectie.
De waarborgen beschreven in hoofdstuk 2 bijstand voertuig zijn eveneens van toepas- sing.
Naar aanleiding van een gewaarborgde prestatie zoals beschreven in hoofdstuk 1, artikel 4 en hoofdstuk 2.1, artikel 5 zal de duurtijd van de vervangwagen maximum 10 dagen bedragen.