Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 105 VAN 28 MAART 2013 TOT VASTSTELLING VAN DE VOORWAARDEN VOOR DE TOEKENNING VAN EEN AANVULLENDE VERGOEDING IN HET KADER VAN DE WERKLOOSHEID MET BEDRIJFSTOESLAG VOOR SOMMIGE OUDERE MINDERVALIDE WERKNEMERS EN WERKNEMERS MET ERNSTIGE LICHAMELIJKE PRO- BLEMEN, INDIEN ZIJ WORDEN ONTSLAGEN
--------------------------
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslage;
Overwegende dat de Commissie “Zware Beroepen” in de Nationale Arbeidsraad de collectieve arbeidsovereen- komst nr. 91 heeft geëvalueerd en daarbij heeft vastgesteld dat er tijdens de geldigheidsperiode van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst in totaal 42 regelingen van werkloosheid met bedrijfstoeslag op basis van medi- sche redenen zijn toegekend;
Gelet op mededeling nr. 12 van 28 maart 2013;
Gelet op advies nr. 1.846 van 28 maart 2013;
Gelet op voornoemde evaluatie kan de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 91 tot vaststelling van de voorwaarden voor de toekenning van een aanvullende vergoeding in het kader van het brugpensioen voor sommige oudere min- dervalide werknemers en werknemers met ernstige lichamelijke problemen, indien zij worden ontslagen met twee jaar worden verlengd;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers …
op 28 maart 2013 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I - DRAAGWIJDTE VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1
Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt een aanvullende vergoeding toe te kennen aan werknemers, indien zij worden ontslagen, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar en ouder zijn en een beroepsverleden van minstens 35 jaar hebben op voorwaarde dat zij:
- ofwel het statuut van mindervalide werknemers erkend door een bevoegde overheid hebben;
- ofwel werknemers zijn met ernstige lichamelijke problemen die geheel of gedeeltelijk veroorzaakt zijn door hun beroepsactiviteit en die de verdere uitoefening van hun beroep significant bemoeilijken.
Commentaar
De draagwijdte van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moet duidelijk onderscheiden worden van de draagwijdte van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst voor het bouwbedrijf die de toekenningsvoor- waarden en -modaliteiten bepaalt van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag voor arbeiders uit de bouwsector die 56 jaar en ouder zijn op het ogenblik dat zij ontslagen worden en die beschikken over een attest dat hun ongeschiktheid tot voortzetting van hun beroepsactiviteit bevestigt, afgegeven door een arbeidsgenees- heer.
HOOFDSTUK II - TOEPASSINGSGEBIED
Artikel 2
§ 1. Deze overeenkomst is van toepassing op mindervalide werknemers en werknemers met ernstige lichame- lijke problemen, die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst, alsmede op de werkgevers die hen tewerkstellen.
§ 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° “mindervalide werknemers erkend door een bevoegde overheid”:
a) de werknemers die voldoen aan de medische voorwaarden om ingeschreven te worden in een agentschap voor personen met een handicap en meer bepaald het Vlaams Agentschap voor perso- nen met een handicap, l’Agence wallonne pour l’intégration des personnes handicapées, le Service bruxellois des personnes handicapées en "Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft für Personen mit einer Behinderung";
b) de werknemers die voldoen aan de medische voorwaarden om recht te hebben op een inkomens- vervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming ingevolge de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan personen met een handicap;
c) de doelgroepwerknemers tewerkgesteld bij werkgevers die onder het paritair comité nr. 327 voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen ressorteren ;
d) de werknemers met een blijvende arbeidsongeschiktheid van meer dan 65 % in het kader van de arbeidsongevallenwetgeving of de wetgeving inzake beroepsziekten;
2° “werknemers met ernstige lichamelijke problemen” : de werknemers met ernstige lichamelijke pro- blemen die geheel of gedeeltelijk veroorzaakt zijn door hun beroepsactiviteit of elke vroegere be- roepsactiviteit en die de verdere uitoefening van hun beroep significant bemoeilijken, met uitsluiting van personen die op het ogenblik van de aanvraag een invaliditeitsuitkering genieten krachtens de wetgeving inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekering en niet tewerkgesteld zijn in de zin dat zij geen effectieve arbeidsprestaties leveren;
3° “werknemers gelijkgesteld aan werknemers met ernstige lichamelijke problemen” : de werknemers met een rechtstreekse blootstelling aan asbest tijdens hun vroegere beroepsactiviteit vóór 1 januari 1993 gedurende minimum twee jaar in :
- ondernemingen of werkplaatsen waar producten of voorwerpen op basis van asbest worden gefa- briceerd en behandeld,
- of fabrieken van materialen in vezelcement.
Commentaar
Deze overeenkomst beoogt enkel de werknemers die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst.
Voor de mindervalide werknemers is het voldoende dat zij behoren tot één van de in artikel 2, § 2, 1° opgesomde categorieën.
Voor de in artikel 2, § 2, 1°, a) en b) bedoelde werknemers is het voldoende dat zij beantwoorden aan de medi- sche criteria voor inschrijving in een agentschap voor personen met een handicap of om recht te hebben op een inkomensvervangende tegemoetkoming of een integratietegemoetkoming. Het kan immers voorkomen dat per- sonen met een handicap die beantwoorden aan de medische criteria, niet in aanmerking komen voor inschrijving in een agentschap of geen recht hebben op tegemoetkomingen omdat zij niet beantwoorden aan de andere ge- stelde voorwaarden (bijvoorbeeld wanneer hun inkomsten te hoog zijn).
Voor de in artikel 2, § 2, 1°, c) bedoelde doelgroepwerknemers komt het omkaderingspersoneel niet in aanmer- king.
Voor de werknemers met ernstige lichamelijke problemen moeten drie voorwaarden tegelijkertijd vervuld zijn: ten eerste moet het gaan om ernstige lichamelijke problemen, ten tweede moeten die ernstige lichamelijke pro- blemen geheel of gedeeltelijk veroorzaakt zijn door hun beroepsactiviteit of elke vroegere beroepsactiviteit en ten derde moeten die ernstige lichamelijke problemen de verdere uitoefening van hun beroep significant bemoei- lijken.
Het hebben van ernstige lichamelijke problemen mag niet los staan van de professionele activiteit en de uitoefe- ning ervan in de toekomst. De ernstige lichamelijke problemen dienen van die aard te zijn dat zij het gevolg zijn van de beroepsuitoefening of van elke vroegere beroepsactiviteit en hun beroep in de toekomst ernstig zullen bemoeilijken. Het begrip "ernstig" staat bijgevolg niet in functie van een bepaald arbeidsongeschiktheidspercen- tage.
Gelet op de problemen voor de interpretatie van het begrip "oorzakelijk verband" dat voortvloeit uit artikel 2, § 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wijst de commissie ad hoc "Zware Beroepen" erop dat geen parallel kan worden getrokken tussen eensdeels dat begrip "oorzakelijkheid" en anderdeels de oorzakelijkheid in de ar- beidsongevallenwetgeving, die wettelijk wordt verondersteld, en de oorzakelijkheid die eigen is aan de beroeps- ziektewetgeving, waarin het volstaat dat de persoon het bewijs levert dat hij werd blootgesteld aan een risico.
De commissie stelt voor dat afstand wordt genomen van de begrippen "oorzakelijkheid" die eigen zijn aan de voornoemde wetgevingen, omdat het begrip "oorzakelijkheid" dat in het kader van de collectieve arbeidsover- eenkomst nr. 91 is ontwikkeld een op zichzelf staand begrip is dat niet noodzakelijk vereist dat er eerst een ar- beidsongeval of een beroepsziekte is geweest.
Ze wijst erop dat het begrip "oorzakelijkheid" moet worden toegepast in die zin dat op redelijke wijze moet wor- den geoordeeld dat het ernstige lichamelijke probleem althans gedeeltelijk veroorzaakt of verergerd kan zijn door de beroepsactiviteit of elke vroegere beroepsactiviteit.
Voor die beoordeling volstaat een redelijke waarschijnlijkheid of vermoeden van oorzakelijk verband.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst komen de werknemers in invaliditeit krachtens de wetgeving inzake de ziekte- en invaliditeitsverzekering enkel in aanmerking indien zij een toegelaten arbeid hervat hebben overeenkomstig artikel 100 § 2 van die wetgeving en zij bovendien aan de definitie van "werkne- mers met ernstige lichamelijke problemen" krachtens onderhavige overeenkomst beantwoorden.
Met betrekking tot de werknemers die rechtstreeks werden blootgesteld aan asbest, moet de onderneming of werkplaats waar producten of voorwerpen op basis van asbest worden gefabriceerd en behandeld, en waar die werknemers moeten hebben gewerkt, producten of voorwerpen op basis van asbest fabriceren én behandelen. Het gaat om een cumulatieve voorwaarde.
HOOFDSTUK III - RECHT OP DE AANVULLENDE VERGOEDING
Artikel 3
Hebben recht op een aanvullende vergoeding ten laste van de werkgever de in artikel 2 bedoelde werknemers voor zover zij aan de volgende voorwaarden voldoen:
1° de leeftijd hebben bereikt van 58 jaar gedurende de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014 en ten laatste op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst;
2° een beroepsloopbaan hebben bereikt van minstens 35 jaar op het ogenblik van de beëindiging van de arbeids- overeenkomst;
3° het bewijs geleverd hebben:
- voor de mindervalide werknemers dat zij behoren tot één van de categorieën opgenomen in artikel 2, § 2, 1°;
- voor de werknemers met ernstige lichamelijke problemen dat zij beschikken over een attest afgegeven door het Fonds voor Arbeidsongevallen, overeenkomstig artikel 7 van deze overeenkomst;
- voor de werknemers gelijkgesteld aan werknemers met ernstige lichamelijke problemen dat zij beschik- ken over een attest afgegeven door het Fonds voor beroepsziekten overeenkomstig artikel 8 van deze overeenkomst;
4° ontslagen zijn, behoudens omwille van dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeids- overeenkomsten, tijdens de geldigheidsperiode zoals vastgesteld in artikel 10 van deze overeenkomst.
Artikel 4
De werknemer die de in artikel 3 vastgestelde voorwaarden vervult en wiens opzeggingstermijn na 31 december 2014 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.
De werknemer met ernstige lichamelijke problemen die de in artikel 3,1° en 2° vastgestelde voorwaarden vervult en die zijn aanvraag tot erkenning als werknemer met ernstige lichamelijke problemen vóór 1 juli 2014 bij het Fonds voor Arbeidsongevallen heeft ingediend, behoudt, in afwijking van artikel 3, 3° en 4° het recht op de aanvullende vergoeding, wanneer hij pas na 31 december 2014 het bewijs kan leveren te beschikken over een attest afgegeven door het Fonds voor Arbeidsongevallen overeenkomstig artikel 7 van deze overeenkomst en ontslagen wordt, behoudens omwille van dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeids- overeenkomsten.
Artikel 5
De werknemer behoudt eveneens het recht op de aanvullende vergoeding, indien hij voldoet aan de in artikel 3,1° en 2° vastgestelde voorwaarden en :
- een aanvraag heeft ingediend om op grond van onderhavige overeenkomst erkend te worden;
- kan aantonen dat hij de werkgever hiervan op de hoogte heeft gebracht via ofwel een aangetekend schrijven, ofwel een schrijven waarvan een dubbel door de werkgever werd ondertekend, ofwel mede-ondertekening door de werkgever van het aanvraagformulier;
- tijdens de erkenningsprocedure voorzien in de artikelen 7 en 8 van onderhavige overeenkomst ontslagen wordt;
- en op het einde van de procedure over een attest beschikt dat aantoont dat hij overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van onderhavige overeenkomst erkend wordt.
Commentaar
Deze bepaling wenst te voorkomen dat de werknemer die een aanvraag heeft ingediend op grond van onderhavi- ge overeenkomst om erkend te worden en die kan aantonen dat hij zijn werkgever hiervan op de hoogte heeft gebracht, tijdens de procedure voorzien in de artikelen 7 en 8 ontslagen wordt.
HOOFDSTUK IV - TOEPASSINGSMODALITEITEN
Artikel 6
Voor de punten die niet geregeld zijn in deze overeenkomst zoals het bedrag, de berekening en de aanpassing van de aanvullende vergoeding, het cumulatieverbod met andere voordelen en de te volgen ontslagprocedure, zijn ,onverminderd gunstiger bepalingen vastgesteld in een op sector- en/of op ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomst, de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, van toepassing.
Commentaar
De berekeningsvoorwaarden, de betalingsprocedure en -modaliteiten die zijn vastgesteld door op sector- en on- dernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten voor brugpensioen op 58 jaar zijn van toepassing in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst, onverminderd de bevoegdheid van de paritaire comités en de ondernemingen om die op sector- en ondernemingsniveau gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten aan te passen.
HOOFDSTUK V - ERKENNING ALS WERKNEMER MET ERNSTIGE LICHAMELIJKE PROBLEMEN
Artikel 7
§ 1. De werknemer die wenst erkend te worden als werknemer met ernstige lichamelijke problemen, dient een aanvraag in met een dossier bij het Fonds voor Arbeidsongevallen.
Het dossier bevat twee luiken: enerzijds een administratief luik waarbij de werknemer voldoende ernstige elementen aanbrengt die aantonen dat hij de voorwaarden voorzien in artikel 3, 1° en 2° van deze over- eenkomst zal vervullen en anderzijds een medisch luik waarbij hij de nodige elementen aanbrengt om te bewijzen dat hij beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in artikel 2, § 2, 2° om als werknemer met ern- stige lichamelijke problemen in aanmerking te komen.
De werknemer kan voor de samenstelling van het administratief luik een beroep doen op een uitbetalings- instelling naar keuze erkend in het kader de werkloosheidsreglementering en voor de samenstelling van het medisch dossier op de bijstand van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer.
§ 2. De werknemer wordt beschouwd als werknemer met ernstige lichamelijke problemen, indien hij over een attest beschikt afgeleverd door het Fonds voor Arbeidsongevallen dat getuigt dat hij aan de definitie van werknemer met ernstige lichamelijke problemen zoals bepaald in artikel 2, § 2, 2° van deze overeenkomst beantwoordt.
Commentaar
Om erkend te worden als werknemer met ernstige lichamelijke problemen moet de werknemer een aanvraagfor- mulier met een dossier indienen bij het Fonds voor Arbeidsongevallen.
In overleg tussen het Fonds voor Arbeidsongevallen, het Fonds voor de Beroepsziekten en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening wordt een modelformulier met inbegrip van de elementen die het dossier moet bevatten, alsmede een procedure voor de behandeling van het dossier uitgewerkt. Het protocol moet vermelden dat de door de genoemde instellingen vastgestelde procedure de nodige garanties moet bieden opdat ze niet meer dan 6 maanden kan duren te rekenen vanaf de indiening van het volledige dossier door de werknemer.
Bij de uitwerking van de procedure worden volgende principes in aanmerking genomen:
Het Fonds voor Arbeidsongevallen stelt vast of het dossier al dan niet volledig is. Zo niet vraagt het Fonds de ontbrekende stukken op.
De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zal volgens de geëigende procedure nagaan of de werknemer zal vol- doen aan de voorwaarden van artikel 3, 2° van deze overeenkomst.
Slechts nadat de twee luiken van het dossier van de werknemer volledig zijn, gaat een Commissie van medische deskundigen samengesteld uit twee geneesheren van het Fonds voor Arbeidsongevallen en twee geneesheren van het Fonds voor de Beroepsziekten op grond van het medisch luik van het dossier na of de in artikel 2, §2, 2° bepaalde voorwaarden vervuld zijn om als werknemer met ernstige lichamelijke problemen in aanmerking te komen. Deze Commissie van medische deskundigen kan voor bijkomende onderzoeken een beroep doen op externe deskundigen.
De Commissie van medische deskundigen brengt een gemotiveerd advies uit aan het Medisch-technisch Comité ingesteld bij het Fonds voor Arbeidsongevallen over elk dossier dat hem wordt voorgelegd.
Het Medisch-technisch Comité, in zijn samenstelling "zware beroepen", onderzoekt het dossier op basis van dit gemotiveerd advies. Dit Comité oefent zijn bevoegdheid uit binnen het kader en de voorwaarden vastgesteld door deze overeenkomst. Het Medisch-technisch Comité beslist bij unanimiteit. Bij gebrek aan unanimiteit moet het Beheerscomité van het Fonds voor Arbeidsongevallen beslissen.
Bij positieve beslissing levert het Fonds voor Arbeidsongevallen een attest af aan de werknemer.
De procedure houdt rekening met de wetgeving inzake het Handvest van de sociaal verzekerde (o.a. met betrek- king tot de aanduiding van de dienst waarbij de aanvraag moet ingediend worden, de wijze van indiening van de aanvraag, het ontvangstbewijs, de ambtshalve opvraging van ontbrekende bewijsstukken, de behandelingster- mijnen van het dossier, de kennisgeving van de beslissing, de motivering van de beslissing en de mogelijkheden van beroep), alsmede met de wetgeving inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer (o.a. met betrek- king tot de overmaking van de medische gegevens).
HOOFDSTUK VI - ERKENNING ALS WERKNEMER GELIJKGESTELD AAN EEN WERKNEMER MET ERNSTIGE LICHAMELIJKE PROBLEMEN
Artikel 8
§ 1. De werknemer die wenst erkend te worden als werknemer gelijkgesteld aan een werknemer met ernstige lichamelijke problemen, dient een aanvraag in bij het Fonds voor Beroepsziekten met de nodige bewijs- stukken van de blootstelling aan asbest in de zin van artikel 2, § 2, 3° van deze overeenkomst.
De aanvraag bevat bovendien voldoende ernstige elementen die aantonen dat hij de voorwaarden voor- zien in artikel 3, 1° en 2° zal vervullen.
§ 2. De werknemer wordt beschouwd als werknemer gelijkgesteld aan een werknemer met ernstige lichame- lijke problemen, indien hij over een attest beschikt afgeleverd door het Fonds voor Beroepsziekten dat ge- tuigt dat hij aan de definitie van werknemer gelijkgesteld aan een werknemer met ernstige lichamelijke problemen zoals bepaald in artikel 2, § 2, 3° van deze overeenkomst beantwoordt.
Commentaar
Om erkend te worden als werknemer gelijkgesteld aan een werknemer met ernstige lichamelijke problemen, moet de werknemer een aanvraagformulier indienen bij het Fonds voor Beroepsziekten.
In overleg tussen het Fonds voor de Beroepsziekten en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening wordt een mo- delformulier, alsmede een procedure voor de behandeling van de aanvraag uitgewerkt. Het protocol moet ver- melden dat de door de genoemde instellingen vastgestelde procedure de nodige garanties moet bieden, opdat ze niet meer dan 6 maanden kan duren te rekenen vanaf de indiening van de aanvraag door de werknemer.
Bij de uitwerking van de procedure worden volgende principes in aanmerking genomen:
Het Fonds voor Beroepszieken stelt vast of het dossier al dan niet volledig is. Zo niet vraagt het Fonds de ont- brekende stukken op.
De Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zal volgens de geëigende procedure nagaan of de werknemer zal vol- doen aan de voorwaarden van artikel 3, 2° van deze overeenkomst.
Slechts nadat de twee luiken van het dossier van de werknemer volledig is, doen de deskundigen van het Fonds voor Beroepsziekten een marginale controle over de rechtstreekse blootstelling aan asbest tijdens zijn vroegere beroepsactiviteit vóór 1 januari 1993 gedurende minimum twee jaar in :
- ondernemingen of werkplaatsen waar producten of voorwerpen op basis van asbest worden gefabriceerd en behandeld,
- of fabrieken van materialen in vezelcement.
In geval van positieve beslissing levert het Fonds voor Beroepsziekten een attest af aan de werknemer, waarin de werknemer erkend wordt als werknemer gelijkgesteld aan een werknemer met ernstige lichamelijke problemen.
HOOFDSTUK VII - BEPERKING, OPVOLGING EN BIJSTURING
Artikel 9
De ondertekenende interprofessionele organisaties verbinden er zich toe om de mogelijkheid tot werkloosheid met bedrijftoeslag op grond van deze collectieve arbeidsovereenkomst te beperken tot maximum 1200 personen op jaarbasis op kruissnelheid.
Daarvoor wordt binnen de Nationale Arbeidsraad de Commissie zware beroepen belast met de permanente op- volging en bijsturing van de regeling zoals voorzien in deze overeenkomst.
De Commissie zware beroepen zal periodiek (trimestrieel en zo nodig maandelijks) een onderzoek wijden aan de gegevens die haar door het Fonds voor Arbeidsongevallen, het Fonds voor Beroepsziekten en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening worden overgemaakt.
De Commissie treedt pro-actief op en neemt onverwijld en tijdig de nodige maatregelen om te vermijden dat het maximum aantal van 1200 personen op jaarbasis wordt overschreden.
Commentaar
Het is de bedoeling dat het Fonds voor Arbeidsongevallen, het Fonds voor Beroepsziekten en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening periodiek (trimestrieel en zonodig maandelijks) aan de Commissie zware beroepen gegevens overmaken onder meer omtrent het aantal aanvragen, de aandoeningen die aanleiding hebben gegeven tot ernstige lichamelijke problemen, het aantal attesten die door het Fonds voor Arbeidsongevallen en het Fonds voor Beroepsziekten werden afgeleverd en het aantal regelingen werkloosheid met bedrijfstoeslag die door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening op basis van deze regeling werden toegekend.
HOOFDSTUK VIII - DUUR EN INWERKINGTREDING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVER- EENKOMST
Artikel 10
De collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur.
Zij treedt in werking vanaf 1 januari 2013 voor de regelingen werkloosheid met bedrijfstoeslag die ingaan vanaf 1 januari 2013 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2014.
HOOFDSTUK IX - EVALUATIE EN VERLENGING VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREEN- KOMST
Artikel 11
De ondertekenende interprofessionele organisaties verbinden zich ertoe om vóór de beëindiging van onderhavige overeenkomst de toepassing ervan te evalueren in de Commissie “Zware beroepen” van de Nationale Arbeids- raad. Op grond van deze evaluatie kan de geldigheidsduur van deze overeenkomst verlengd worden.
Gedaan te Brussel, op achtentwintig maart tweeduizend dertien.
x x x
Gelet op artikel 28 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, vraagt de Nationale Arbeidsraad dat deze overeenkomst met uitzondering van artikel 9 en 11 bij koninklijk besluit algemeen verbindend wordt verklaard.