AKTE VAN (HOOFD)SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN
AKTE VAN (HOOFD)SPLITSING IN APPARTEMENTSRECHTEN
Project Toernooiveld, Schiedam Concept d.d. 3 april 2020
Op [●]
tweeduizend twintig, verschijnt voor mij, mr. [●], notaris te Amsterdam:
[●],
handelend als schriftelijk gevolmachtigde van:
[●] ("Eigenaar"), [●] ("Besluit").
HOOFDSTUK 1. OVERWEGINGEN EN SPLITSING
Eigenaar neemt in aanmerking:
A. Eigendom
Eigenaar is eigenaar van:
een perceel grond, bestemd om te worden bebouwd, gelegen nabij de Vlaardingerdijk en de Xxxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxx te Schiedam, kadastraal bekend gemeente Schiedam, sectie H, nummer [[●]], groot [[●]] vierkante meter [[●]] waaraan door de Dienst voor het kadaster en de openbare registers een voorlopige kadastrale grens en oppervlakte is toegekend bij het splitsingsverzoek met nummer [nummer]
("Registergoed").
[NB: de perceelsgegevens zullen na vorming van het perceel nader worden ingevuld]
B. Voorgaande titel
[Het Registergoed is door Xxxxxxxx verkregen door:
a. de inschrijving ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de open- bare registers op drieëntwintig december tweeduizend dertien in het daar- toe bestemde register, deel 63745, nummer 20, van een afschrift van een akte van levering, houdende afstand van ontbindingsrechten op drieën- twintig december tweeduizend dertien verleden voor J.J.C. Krabbendam, notaris te Schiedam; en
230008050/7415636.9
b. de inschrijving ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de open- bare registers op eenendertig juli tweeduizend achttien in het daartoe be- stemde register, deel 73693, nummer 2, van een afschrift van een akte van levering, houdende kwijting voor de betaling de koopprijs en afstand van ontbindingsrechten op dertig juli tweeduizend achttien verleden voor
een waarnemer van mr. H.M. Kolster, notaris te Rotterdam.
c. [aan te vullen op moment dat perceel kadastraal is gesplitst]]
C. Energie opwekkingsinstallatie
1. Het te realiseren Gebouw (zoals hierna gedefinieerd) zal worden aange- sloten op een energie opwekkingsinstallatie, onder meer bestaande uit:
a. een door of vanwege de exploitant te onderhouden inrichting voor transport en distributie van warmte en koude (bestemd voor ruimte- verwarming, koeling en tapwaterverwarming) en de daartoe beho- rende leidingen en voorzieningen, dat is/wordt aangebracht voor win- ning en doorgifte van warmte tot het aansluitpunt in de individuele woningen.
Hieronder wordt uitdrukkelijk niet begrepen het ventilatiesysteem, de vloerverwarming, het tapwatersysteem, de warmtepomp en boilervat in de individuele woningen;
b. aan te leggen/aangelegde bodemlussen, een en ander zoals indica- tief aangegeven op de als Bijlage [●] aan deze akte gehechte teke- ning, bestaande uit een ([●]) blad met kenmerk: [●], project nr. [●], BRO-[●] en bijbehorende legenda bestaande uit [●] ([●]) pagina’s met kenmerk: Projectnummer,
alles in de ruimste zin van het woord (het ''Bron Systeem'').
2. In de woonappartementen van het te realiseren Gebouw zullen ook instal- laties van warmtepompen met boilervat worden geïnstalleerd met los- neembare koppelingen aan de ene zijde op de bodemwarmtewisselaar en aan de andere zijde aan het vloerverwarmingssysteem in het desbetref- fende appartement, welke installatie zal zijn aangesloten op het Bron Sys- teem (de ''Warmtepompen'').
3. Er zullen daarnaast op het dak van het Gebouw fotovoltaïsche systemen (bestaande uit zonnecellen, omvormers en de bijbehorende kabels en lei- dingen) worden geplaatst (de ''Zonnepanelen'').
4. Voor het Bron Systeem is een recht van opstal gevestigd ten behoeve van [Heembouw] (''[●]'') . Dit opstalrecht is gevestigd door de inschrijving ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op [●] tweeduizend [●] in het daartoe bestemde register, deel [●], nummer [●], van een afschrift van een akte vestiging opstalrecht, op [●] tweeduizend twintig verleden voor een waarnemer van het vacante protocol van mr.
M.C. Aarts, voorheen notaris te Amsterdam (''RVO Bron Systeem'').
230008050/7415636.9
5. Na het verlijden van deze Akte zal Eigenaar de Appartementsrechten gaan ondersplitsen (''Ondersplitsing van Appartementsrechten''). De Eige-
naar zal vervolgens op de onder splitsen appartementsrechten de vol- gende zakelijke rechten van opstal gaan vestigen ten behoeve van Heem- bouw:
a. de [aantal] zelfstandige zakelijke rechten van opstal, voor onbe- paalde tijd, als bedoeld in artikel 5:101 Burgerlijk Wetboek, elk ge- vestigd op een van de appartementsrechten tot het realiseren, heb- ben, houden, gebruiken, onderhouden, vernieuwen en vervangen van de Zonnepanelen (''RVO Zonnepanelen''); en
b. de [aantal] zelfstandige zakelijke rechten van opstal, voor onbe-
paalde tijd, als bedoeld in artikel 5:101 Burgerlijk Wetboek, elk ge- vestigd op een van de appartementsrechten tot het realiseren, heb- ben, houden, gebruiken, onderhouden, vernieuwen en vervangen van de Warmtepompen (''RVO Warmtepompen'').
6. Na het verlijden van de Ondersplitsing in appartementsrechten zal Heem- bouw:
a. het RVO Bron Systeem en elk van (i) de RVO Zonnepanelen en (ii) de RVO Warmtepompen verkopen en leveren aan de Vereniging on- der voorbehoud vestiging van een onder opstalrecht ten aanzien van het Bron Systeem (''ORVO Bronsysteem'') en elk van (i) onder op- stalrechten ten aanzien van de Zonnepanelen (''ORVO Zonnepane- len'') en (ii) de onder opstalrechten ten aanzien van de Warmtepom- pen (''ORVO Warmtepompen'').
b. het ORVO Bron Systeem en elk van (i) de ORVO Zonnepanelen en
(ii) de ORVO Warmtepompen verkopen en leveren aan de exploitant (Energie Exploitatie Rijswijk Buiten B.V. (''Exploitant'').
D. Privaatrechtelijke lasten en beperkingen
[NB: aan te vullen op moment dat perceel kadastraal is gesplist en input gemeente Schiedam op de bijzondere lasten en beperkingen is verstrekt]
E. Publiekrechtelijke lasten en beperkingen
Met betrekking tot bekende publiekrechtelijke beperkingen als bedoeld in de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, wordt te dezen verwezen naar een elektronisch kadastraal uittreksel verstrekt door de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op [heden], waarop de volgende publiek- rechtelijke beperkingen is vermeld: een melding, bevel, beschikking of vorde- ring als bedoeld in de Wet bodembescherming, ingeschreven ten kantore van de Dienst van het kadaster en de openbare registers op zeventien januari twee- duizend acht in register Hypotheken 4, deel 53932, nummer 55. [NB: aan te vullen na kadastrale splitsing percelen]
F. Voorgenomen splitsing in appartementsrechten en splitsingstekening
230008050/7415636.9
1. Xxxxxxxx heeft besloten over te gaan tot splitsing van het Registergoed
als bedoeld in artikel 5:107 van het Burgerlijk Wetboek, onder vaststelling van een reglement als bedoeld in artikel 5:111 onder d van het Burgerlijk Wetboek.
2. Aan deze akte is als Bijlage 1 daartoe een uit [●] ([●]) bladen bestaande tekening als bedoeld in artikel 5:109 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek ge- hecht ("Tekening").
3. Op de Tekening zijn met de cijfers 1 tot en met 3 de gedeelten van het Registergoed aangegeven, welke na het gereedkomen van de bouwwerk- zaamheden bestemd zullen zijn om als afzonderlijk geheel te worden ge- bruikt. Het uitsluitend gebruiksrecht van die gedeelten zal zijn begrepen in de gerechtigdheid tot de bij deze akte te formeren appartementsrechten.
4. De bewaarder van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers heeft op [datum] tweeduizend twintig voor het Registergoed de complex- aanduiding [●]-A vastgesteld. De Tekening is na vaststelling van de com- plexaanduiding in elektronische vorm in bewaring genomen onder depot- nummer [nummer].
G. Splitsingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet is niet vereist .
H. Omschrijving appartementsrechten
Eigenaar splitst bij deze het Registergoed in de volgende drie (3) apparte- mentsrechten:
1. het appartementsrecht kadastraal bekend gemeente Schiedam, sectie H, complexaanduiding [●]-A, appartementsindex 1, omvattende:
a. het recht op het uitsluitend gebruik van twee (2) woongebouwen met in totaal honderd negenenveertig (149) woningen en verdere toebe- horen en aanhorigheden, waarvan zevenenvijftig (57) gelegen op de eerste verdieping (+1) tot en met de negende verdieping (+9) van het woongebouw Ginebra 1 en tweeënnegentig (92) gelegen op de eer- ste verdieping (+1) tot en met de veertiende verdieping (+14) van het woongebouw Ginebra 2, dertig (30) bergingen gelegen op de begane grond en de fietsenstallingen gelegen in de stallingsgarage gelegen onder de woongebouwen, plaatselijk nog niet nader aangeduid;
b. het vijftienduizend vijfhonderdeenentwintig / achttienduizend acht- honderd negentiende (15.521/18.819de) onverdeeld aandeel in het Registergoed
(''Woningen'')
2. het appartementsrecht kadastraal bekend gemeente Schiedam, sectie H, complexaanduiding [●]-A, appartementsindex 2, omvattende:
230008050/7415636.9
a. het recht op het uitsluitend gebruik van een stallingsgarage gelegen
onder de woongebouwen met honderdzesenvijftig (156) stallings- plaatsen voor personenauto's en (8) brommer- / scooteropstelplaat- sen met verdere toebehoren en aanhorigheden, plaatselijk nog niet nader aangeduid
b. het eenduizend negenhonderdzevenentachtig / achttienduizend acht- honderd negentiende (1.987/18.819de) onverdeeld aandeel in het Re- gistergoed
(''Stallingsgarage''),
3. het appartementsrecht kadastraal bekend gemeente Schiedam, sectie H, complexaanduiding [●]-A, appartementsindex 3, omvattende:
a. het recht op het uitsluitend gebruik van drie (3) commerciële ruimten met verdere toebehoren en aanhorigheden, gelegen op de begane grond van het gebouw, plaatselijk nog niet nader aangeduid;
b. het eenduizend driehonderdelf / achttienduizend achthonderd negen- tiende (1.311/18.819de) onverdeeld aandeel in het Registergoed
(''Commerciële Ruimten''),
welke appartementsrechten, na splitsing als vorenbedoeld, zullen toebehoren aan Eigenaar.
I. Vaststelling reglement
Eigenaar stelt hierbij het reglement als bedoeld in artikel 5:111 onder d en 5:112 van het Burgerlijk Wetboek vast. De inhoud van bedoeld reglement is mede gebaseerd op het modelreglement splitsing in appartementsrechten, vastgesteld door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en opgenomen in een akte op negentien december tweeduizend zeventien verleden voor mr.
H.M. Kolster, notaris te Rotterdam, van welke akte een afschrift is ingeschre- ven ten kantore van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers op negentien december tweeduizend zeventien in het daartoe bestemde register, deel 72212 nummer 160. Met inachtneming van de te dezen noodzakelijke wij- zigingen en aanvullingen komt dat reglement thans integraal te luiden als volgt:
HOOFDSTUK 2. REGLEMENT:
A. Definities en algemene bepalingen Artikel 1. Definities
In het Reglement wordt verstaan onder:
a. "Akte": de akte van splitsing in appartementsrechten van de Gemeen- schap, met inbegrip van de tekening als bedoeld in artikel 5:109, lid 2 BW, het Reglement alsmede de eventuele wijzigingen en/of aanvullingen daarop;
b. "Appartementsrecht": een bij de Akte ontstaan appartementsrecht;
230008050/7415636.9
c. "Artikel": een artikel van het Reglement;
d. "Beheerder": de door de Vergadering benoemde (rechts-)persoon als be- doeld in Artikel 62;
e. "Belegger": een beleggingsinstelling, een institutionele belegger (waaron- der in ieder geval ook wordt begrepen een pensioenfonds en/of pensioen- uitvoerder) of een professionele belegger, een en ander in de zin van (en gedefinieerd in) de Wet financieel toezicht, dan wel een fonds (voor ge- mene rekening) waarin voor ten minste vijftig procen t (50%) participanten deelnemen die kwalificeren als een beleggingsinstelling, een institutionele belegger of een professionele belegger als hiervoor genoemd, al dan niet via een dochtervennootschap of groepsmaatschappij of deelneming in de zin van de artikelen 2:24a, 2:24b of 2:24c van het BW;
f. "Bestuur": het bestuur van de Vereniging;
g. "Boekjaar": het boekjaar van de Vereniging;
h. "Commissie": een commissie, ingesteld op grond van Artikel 64;
i. "BW": het Burgerlijk Wetboek;
j. "Eigenaar": de gerechtigde(n) tot een Appartementsrecht, waaronder be- grepen een erfpachter, opstaller en vruchtgebruiker van een Apparte- mentsrecht en een gerechtigde tot een recht van gebruik en/of bewoning van een Privé-gedeelte, tenzij uit de tekst of de strekking van het desbe- treffende Artikel anders blijkt;
k. "Gebouw": het gebouw of de gebouwen, met toebehoren, gerealiseerd of te realiseren op de Grond waarop het in de Splitsing betrokken eigen- domsrecht betrekking heeft;
l. "Gebruiker": degene(n) die als huurder of anderszins, anders dan als Ei- genaar of krachtens een beperkt recht, het gebruik van een Privé-gedeelte heeft als bedoeld in artikel 5:120 BW;
m. "Gemeenschap": de in de Splitsing betrokken goederen, waaronder uit- drukkelijk niet zijn begrepen de zaken of werken waarop een Eigenaar of een derde krachtens een opstalrecht of ander zakelijk gerechtigd is of wordt;
n. "Gemeenschappelijke Gedeelten": de gedeelten als bedoeld in artikel 5:112, lid 1, onder c BW, bestaande uit:
- de Gemeenschappelijke Ruimten;
- de Grond voor zover het geen Privé-gedeelte betreft; en
- de onderdelen van het Gebouw en de voorzieningen als vermeld in Artikel 11,
en die gedeelten die op die Tekening zijn aangeduid als gemeenschappe- lijk (niet zijnde een Privé-gedeelte);
230008050/7415636.9
o. "Gemeenschappelijke Ruimten": de in, op, naast en onder het Gebouw en/of de op en boven de Grond aanwezige ruimten die blijkens de Akte
niet bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
p. "Gemeenschappelijke Zaken": de roerende zaken die gelden als ‘toebe- horen’ als bedoeld in artikel 5:106, lid 1 BW, voor zover het geen Gemeen- schappelijke Gedeelten zijn;
q. "Grond": het perceel grond waarop het in de Splitsing betrokken eigen- domsrecht betrekking heeft;
r. "Huishoudelijk Reglement": het huishoudelijk reglement als bedoeld in Artikel 65;
s. "Jaarrekening": de jaarrekening van de Vereniging als bedoeld in Artikel 16;
t. "Jaarverslag": het jaarverslag van de Vereniging als bedoeld in Artikel 16;
u. "Meerjarenonderhoudsplan": het in Artikel 14.3 en Artikel 14.4 bedoelde onderhoudsplan;
v. "Onderappartementsrecht": een onderappartementsrecht ontstaan bij een Ondersplitsing;
w. "Ondereigenaar": de gerechtigde(n) tot een Onderappartementsrecht;
x. "Ondersplitsing": de ondersplitsing van een Appartementsrecht als be- doeld in artikel 5:106, lid 3 BW;
y. "Privé-gedeelte": het gedeelte respectievelijk de gedeelten van het Ge- bouw en/of de Grond dat/die blijkens de Akte bestemd is/zijn om door een Eigenaar als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
z. "Raad van Commissarissen": de raad van commissarissen als bedoeld in artikel 2:48 juncto artikel 5:135 BW;
aa. "Reglement": het bij de Akte vastgestelde reglement van splitsing;
bb. "Reglement van Ondersplitsing": het bij de akte houdende een Onder- splitsing vastgestelde reglement van ondersplitsing ter zake van die On- dersplitsing met inbegrip van eventuele wijzigingen en/of aanvullingen daarop;
cc. "Reservefonds": het in Artikel 14 bedoelde reservefonds;
dd. "Splitsing": de bij de Akte tot stand gebrachte splitsing in appartements- rechten;
ee. "Toegelaten Instelling": een rechtspersoon/instelling als bedoeld in de Woningwet die uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam is of een daarmee wegens een andere wettelijke regeling vergelijkbare instelling;
ff. "Vereniging": de bij de Akte opgerichte vereniging van eigenaars;
gg. "Vereniging van Ondereigenaars": de bij de akte houdende een Onder- splitsing opgerichte vereniging van eigenaars;
hh. "Vergadering": de vergadering van Eigenaars van de Vereniging;
230008050/7415636.9
ii. "Voorzitter": de voorzitter van de Vergadering.
De in Artikel 1.1 vermelde begrippen kunnen zonder verlies van inhoudelijke betekenis zowel in enkelvoud als in meervoud voorkomen.
Artikel 2. Verplichtingen van de Eigenaars en Gebruikers
De Eigenaars en Gebruikers moeten zich overeenkomstig de eisen van rede- lijkheid en billijkheid jegens elkaar gedragen. Iedere Eigenaar en Gebruiker dient voorts de bepalingen van het Reglement, het eventuele Huishoudelijk Reglement, de eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128, lid 1 BW en ove- rige tussen hen krachtens wet of gewoonte bestaande regels voor zover die op hem betrekking hebben, na te leven.
Beroeps- of bedrijfsmatige erotiek is niet toegestaan, ook het beoefenen van gok- en/of kansspelen is niet toegestaan. De handel in, productie en teelt van hard- en softdrugs is verboden, ook vanuit het Gebouw handelen in verdo- vende middelen of enige andere activiteit te verrichten die op grond van de Opiumwet strafbaar is gesteld is verboden. Voorts is niet toegestaan om in het Gebouw en daarvan onderdeel uitmakende Privé-gedeelten anderszins activi- teiten te verrichten die in strijd zijn met de wet, de goede zeden of de openbare orde (waaronder doch niet uitsluitend zijn begrepen een overtreding van de Opiumwet en de Vuurwapenwet of enige andere strafwet).
Regels ter voorkoming van onredelijke geluidshinder of andere vormen van onredelijke hinder kunnen nader in het Huishoudelijk Reglement worden vast- gelegd.
Voor zover in het Huishoudelijk Reglement geen verdergaande verbodsbepa- lingen zijn opgenomen geldt dat in elk geval tussen tweeëntwintig uur 's avonds en 's morgens acht uur geen muziek of ander geluid mag worden voortgebracht dat buiten het Privé-gedeelte hoorbaar is.
230008050/7415636.9
Indien in de commerciële ruimten een horecabedrijf wordt uitgeoefend, zal het voortbrengen van muziek en andere buiten het Privé-gedeelte hoorbare gelui- den niet zijn verboden gedurende de periode dat het betrokken bedrijf van overheidswege een vergunning zal hebben om geopend te zijn. Geluiden, mu- ziek en geuren, die voortvloeien uit een normaal gebruik van de commerciële
ruimten worden niet beschouwd als hinderlijk, mits de van overheidswege gel- dende wet- en regelgeving wordt nageleefd. De eigenaar van de betreffende appartementen dient wel te zorgen voor het vermijden van andere overlast en het bestrijden en voorkomen van ongedierte.
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht alle handelingen na te laten waardoor schade kan worden toegebracht aan de andere Eigenaars en Gebruikers, hy- potheekhouders en andere beperkt gerechtigden of aan het Gebouw, de Grond en de Vereniging.
Iedere Eigenaar en Gebruiker dient er voor in te staan dat zijn huisgenoten, zijn bezoekers en zijn personeel het in de vorige leden van dit Artikel 2 be- paalde naleven.
Artikel 3. Aansprakelijkheid voor schade en hinder
Iedere Eigenaar en Gebruiker is aansprakelijk voor de door hem aan het Ge- bouw en/of de Grond toegebrachte schade en voor onrechtmatige hinder, voor zover deze schade of hinder aan hemzelf, zijn huisgenoten, bezoekers of per- soneel kan worden toegerekend. Hij is verplicht, voor zover dit redelijk is, maat- regelen te nemen of te dulden die de strekking hebben bedoelde schade of hinder te voorkomen of te beperken.
Artikel 4. Waarschuwingsplicht en maatregelen bij schade of hinder
In het geval dat in een Privé-gedeelte belangrijke schade is ontstaan of dreigt te ontstaan of gevaar dreigt voor ernstige hinder voor de andere Eigenaars en/of Gebruikers, is iedere Eigenaar en/of Gebruiker verplicht het Bestuur of de Beheerder onverwijld te waarschuwen en de nodige maatregelen te nemen.
Artikel 5. Afwenden gevaar
Iedere Eigenaar en/of Gebruiker is te allen tijde bevoegd en verplicht tot het nemen van maatregelen, die strekken tot het afwenden van een voor de andere Eigenaars en/of Gebruikers, het Gebouw en/of de Grond onmiddellijk dreigend gevaar. Hij is alsdan verplicht de betreffende Eigenaar of Gebruiker respectie- velijk het Bestuur of de Beheerder onverwijld te waarschuwen.
Artikel 6. Burenrecht
Titel 4 van Boek 5 BW (inzake bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven) is voor zover mogelijk van overeenkomstige toepassing op de Eigenaars en de Gebruikers, met dien verstande dat eventueel daarmee strijdige feitelijke situaties zoals deze bestaan ten tijde van de Splitsing of, in geval van een Splitsing van een nog te realiseren of in aanbouw zijnde Gebouw ten tijde van de bouwkundige oplevering van het Gebouw – door de Eigenaars en Gebruikers dienen te worden geduld.
Artikel 7. Publiekrecht
230008050/7415636.9
Een krachtens het Reglement, het eventuele Huishoudelijk Reglement of be- sluit van de Vergadering toegestane inwendige of uitwendige wijziging van het
Gebouw en/of de Grond mag pas worden aangebracht nadat daarvoor de eventueel vereiste publiekrechtelijke vergunning of toestemming is verkregen. Evenzo mag een krachtens zodanig reglement of besluit toegestaan gebruik van Gemeenschappelijke Ruimten en/of Privé-gedeelten pas worden gemaakt, en mag elke andere handeling met betrekking tot het Gebouw en/of de Grond pas worden verricht, nadat een daarvoor eventueel vereiste vergunning of toe- stemming als bedoeld is verkregen. De rechten voortvloeiende uit een derge- lijke publiekrechtelijke vergunning of toestemming mogen niet worden uitgeoe- fend als daardoor strijd ontstaat met het Reglement of een eventueel Huishoudelijk Reglement, tenzij de Vergadering voor de uitoefening van die rechten krachtens het Reglement toestemming heeft verleend.
B. Aandelen die door de Splitsing ontstaan Artikel 8. Aandelen in de Gemeenschap
Iedere Eigenaar is in de Gemeenschap gerechtigd voor het in deze Akte in Overweging H vermelde breukdeel.
De in Artikel 8.1 vermelde breukdelen zijn vastgesteld op basis van het aantal vierkante meters gebruiksoppervlak (m2 GO) van de verschillende Privé-ge- deelten.
C. Baten, schulden en kosten en reserveringen ten behoeve van het Reser- vefonds
Artikel 9. Baten die aan de gezamenlijke Eigenaars toekomen
De Eigenaars zijn voor de in Artikel 8.1 bedoelde breukdelen gerechtigd tot de baten die aan de gezamenlijke Eigenaars toekomen, tenzij in het Reglement anders is bepaald.
Onder de in Artikel 9.1 bedoelde baten worden verstaan de aan de gezamen- lijke Eigenaars toekomende renten en andere opbrengsten van het vermogen van de Vereniging, andere aan de gezamenlijke Eigenaars als zodanig toeko- mende baten, alsmede baten toekomende aan de Vereniging, zoals de boeten bedoeld in Artikel 46.
Onder de in Artikel 9.1 bedoelde baten worden niet verstaan schadeloosstel- lingen ter zake van gebreken en/of tekortkomingen aan de Gemeenschappe- lijke Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken die aan de Vereniging wor- den uitgekeerd vanwege een beroep op een garantie- en/of waarborgregeling waaraan niet alle Eigenaars rechten kunnen ontlenen.
230008050/7415636.9
Dergelijke schadeloosstellingen komen ten goede aan de Eigenaars van de Appartementsrechten ten aanzien waarvan het betreffende garantie- en/of waarborgcertificaat is uitgegeven dan wel waarop de betreffende garantie- en/of waarborgregeling betrekking heeft naar rato van de verhouding waarin die Eigenaars in de kosten van herstel van de betreffende gebreken dienen bij
te dragen. Deze schadeloosstellingen worden als zodanig in mindering ge- bracht op ten laste van die Eigenaars komende bijdragen in de kosten die ge- maakt moeten worden om bedoelde gebreken en/of tekortkomingen op te hef- fen, een en ander onverminderd het bepaalde in Artikel 10.3. De kosten van een eventuele arbitrage komen ten laste van de Eigenaars van de Apparte- mentsrechten waarop de betreffende garantie- en/of waarborgregeling betrek- king heeft.
Artikel 10. Schulden en kosten die voor rekening zijn van de gezamenlijke Eige- naars en reserveringen ten behoeve van het Reservefonds
De Eigenaars zijn verplicht om voor de in Artikel 8.1 bedoelde breukdelen bij te dragen in de:
b. jaarlijkse reserveringen ten behoeve van het Reservefonds,
voor zover krachtens het bepaalde in Artikel 10.3 geen afwijkende bijdrage- plicht geldt.
Tot de in Artikel 10.1.a bedoelde schulden en kosten worden gerekend:
a. die welke gemaakt zijn in verband met het onderhoud, het gebruik en het behoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappe- lijke Zaken;
b. die welke verband houden met noodzakelijke herstelwerkzaamheden, ver- nieuwingen en vervangingen van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken, voor zover die ingevolge het Reglement of een rechterlijke beslissing als bedoeld in artikel 5:121 BW niet ten laste komen van bepaalde Eigenaars;
c. de schulden van de Vereniging, waaronder schulden uit geldlening en de kosten van de Vereniging, waaronder de kosten van administratie en be- heer die op grond van het Reglement niet voor rekening van een of meer (doch niet alle) Eigenaar(s) komen;
d. het bedrag van de schadevergoeding door de gezamenlijke Eigenaars als zodanig verschuldigd aan één van hen of aan een derde;
x. xx xxxxxxx verschuldigd uit hoofde van de verzekeringen, die door het Reglement zijn voorgeschreven of waartoe ingevolge Artikel 19 door de Vergadering is besloten;
230008050/7415636.9
g. de verschuldigde publiekrechtelijke lasten voor zover geen aanslag is op- gelegd aan de afzonderlijke Eigenaars;
h. de verwarmingskosten in geval het een gemeenschappelijke installatie be- treft, waaronder begrepen de kosten van de warmwaterinstallaties, de brandstofkosten, de elektriciteitskosten, de op de desbetreffende kosten betrekking hebbende administratie, alsmede, voor zover van toepassing, de kosten van registratie en de berekening van het warmteverbruik, alles voor zover de Eigenaars daarvoor niet afzonderlijk worden aangeslagen ;
i. de kosten van het waterverbruik voor zover de Eigenaars daarvoor niet afzonderlijk worden aangeslagen;
j. de afzonderlijke elektriciteitskosten ten behoeve van de Gemeenschappe- lijke Gedeelten voor zover de Eigenaars daarvoor niet afzonderlijk worden aangeslagen;
k. de elektriciteitskosten voor het opladen van elektrische fietsen en de licht- punten zoals zich deze bevinden in de tot Privé-gedeelten behorende fiet- senstalling(en) in de Stallingsgarage;
l. de elektriciteitskosten voor het opladen van elektrische fietsen en de licht- punten zoals deze zich bevinden in de tot Privé-gedeelten behorende ber- gingen op de begane grond
m. de kosten voor onderhoud en herstel van de groenvoorzieningen rondom het Gebouw, zoals maar niet beperkt tot:
(i) de gevelbegroeiing van het Gebouw;
(ii) de plantenbakken die aan de buitenzijde van het balkon bij de bouw zijn aangebracht alsmede de in de betreffende plantenbakken aan- wezige planten;
(iii) de op het plein aanwezige plantenbakken;
n. de kosten van het opstellen van het Meerjarenonderhoudsplan; en
In het Reglement kan worden bepaald dat de schulden en kosten als bedoeld in Artikel 10.2 met betrekking tot bepaalde in het Reglement omschreven Ge- meenschappelijke Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken voor rekening komen van de gezamenlijke Eigenaars in een andere verhouding dan overeen- komstig de breukdelen als bedoeld in Artikel 8.1 dan wel voor rekening komen van een of meer, maar niet alle gezamenlijke Eigenaars.
230008050/7415636.9
De kosten in verband met het onderhoud, gebruik, vernieuwing, herstel of be- houd van de dakbedekking worden verdeeld conform het bepaalde in Artikel 22.4 en 22.5.
De hoogte van de door de Eigenaars verschuldigde bijdragen aan het Reser- vefonds worden jaarlijks bepaald met inachtneming van het in dit Artikel 10.3 bedoelde bepalingen.
Schulden en kosten ter zake van Gemeenschappelijke Gedeelten en/of Ge- meenschappelijke Zaken waarvoor een garantie- en/of waarborgregeling als bedoeld in Artikel 9.3 geldt en die door die regeling volledig worden gedekt, komen volledig voor rekening van de Eigenaars van de Appartementsrechten ten aanzien waarvan het betreffende garantie- en/of waarborgcertificaat is uit- gegeven dan wel waarop de betreffende garantie- en/of waarborgregeling be- trekking heeft. Indien en voor zover een garantie- en/of waarborgregeling niet alle in de vorige zin bedoelde kosten en schulden dekt, komen deze ten laste van de gezamenlijke Eigenaars.
Artikel 11. Onderdelen van het Gebouw, Gemeenschappelijke Ruimten en voor- zieningen die voor rekening zijn van de gezamenlijke Eigenaars
Tot de onderdelen van het Gebouw, de Gemeenschappelijke Ruimten en voor- zieningen, waarvan de kosten conform Artikel 10.2.a en 10.2.b voor rekening van de gezamenlijke Eigenaars komen, worden, voor zover aanwezig en niet toebehorend aan een derde, onder meer gerekend:
a. de funderingen;
b. de constructievloeren, de dragende muren, de dragende kolommen, het geraamte van het Gebouw, allen tot de waterkerende laag op de stallings- garage;
c. het dak van de stallingsgarage inclusief de waterkerende laag en het daarop gelegen plein (''Plein'');
d. de leidingen voor riolering en de afvoer van hemelwater, gootwater, afval- water en fecaliën voor zover deze tussen de Privé-gedeelten gekoppeld zijn en uitmonden in een gemeenschappelijke leiding in het Gebouw naar de hoofdaansluiting op de dienstleiding, alsmede voor zover deze dienst- baar zijn aan het Plein als bedoeld onder c;
e. de leidingen en buizen voor het transport van gas, water, elektriciteit, data en telefoon, audio en videosignalen, die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de Eigenaar of Gebruik van – of uitsluitend dienst- baar zijn aan – een Privé-gedeelte en voor zover de schulden en kosten daarvan niet op grond van Artikel 12 ten laste komen van de individuele Eigenaar;
230008050/7415636.9
f. de overige collectieve voorzieningen die niet bestemd zijn om uitsluitend
te worden gebruikt door een Eigenaar of Gebruiker van – of die niet uit- sluitend dienstbaar zijn aan – één Privé-gedeelte;
g. de gevels, de puien (daaronder begrepen de gevelbeplatingen en dilataties, maar waaronder uitdrukkelijk niet zijn begrepen de puien van de commerciële ruimten als bedoeld in Artikel 12.1 (ii) onder a., de bal- kons, de galerijen, de daken (inclusief de waterkerende lagen en het groendak), de dakbedekking, de dakkapellen, de schoorstenen, de rook- en ventilatiekanalen, de rookgasafvoeren, de vuilstortkokers, de lift- en leidingschachten, alsmede de vloeren en de wanden die de scheiding vor- men tussen Gemeenschappelijke Ruimten of tussen (een) Gemeenschap- pelijk(e) Ruimte(n) en (een) Privé-gedeelte(n) of tussen Privé-gedeelten;
h. het hek- en traliewerk (voor zover het geen hek en traliewerk betreft ter afscheiding van de tot een Privé-gedeelte behorende tuin), de borstwerin- gen, de (vlucht)trappen, de entrees, de hallen, de gangen, de trappenhui- zen, de algemene bergingen, de containerruimten, de ruimten voor de energievoorzieningen, de (stads-)verwarmingsinstallatie en de warmwa- terinstallatie, de hydrofoorinstallaties en de vuilcontainers;
i. de plafonds en overige afwerklagen en de bekleding van de vloeren en de wanden die zich bevinden in de Gemeenschappelijke Ruimten, alsmede de plafonds en afwerklagen van de vloeren van de balkons en terrassen, ook voor zover behorend tot een Privé-gedeelte, tenzij het plafond of de afwerklaag op het balkon/terras door de betreffende Eigenaar of zijn rechtsvoorganger is aangebracht;
j. de raamkozijnen (inclusief ramen en het daarin aanwezige glas) alsmede deurkozijnen met de deuren (inclusief schuifdeuren) en drempels die zich bevinden in de (al dan niet aan balkons of terrassen grenzende) gevels en/of in de wanden die de scheiding vormen tussen Gemeenschappelijke Ruimten of tussen (een) Gemeenschappelijk(e) Ruimte(n) en een Privé- gedeelte, alsmede het daarbij behorende (standaard) hang- en sluitwerk, onverminderd het bepaalde in Artikel 12.1 (ii) onder d, en de ventilatie- roosters, suskasten en deurdrangers;
k. de energiebesparende voorzieningen ten behoeve van de gezamenlijke Eigenaars, met uitzondering van de Warmtepompen en Zonnepanelen;
l. de gevelbegroeiing en de plantenbakken die aan de buitenzijde van het balkon bij de bouw zijn aangebracht alsmede de in de betreffende plan- tenbakken aanwezige planten;
m. de installaties met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en ove- rige werken, zoals en indien aanwezig:
- de hydrofoor/-foren;
230008050/7415636.9
- de (stads-)verwarming dan wel (gecombineerde) blokverwarming
en/of warmwatervoorziening of WKO-installatie, met inbegrip van de radiatoren, radiatorkranen en warmtemeters in een Privé-gedeelte (voor zover geen eigendom van derden);
- de luchtbehandeling en de (mechanische) ventilatie;
- de rook- en branddetectie en verdere voorzieningen ter zake van brandbestrijding;
- de bliksembeveiliging of andersoortige centrale aarding;
- de algemene beveiliging;
- de verlichting van de Gemeenschappelijke Gedeelten,
- de droge blusleidingen;
- de brand- en/of doormeldinstallatie;
- de gevelonderhoudsinstallatie;
- de GSO-installatie (Gemeenschappelijke Satelliet Ontvangst);
- de gemeenschappelijke Arbo voorzieningen;
- de automatische externe defibrillator ("AED");
- het drainagesysteem en de voorzieningen voor lokale wateropslag, die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de Eigenaar of Gebruiker van – of uitsluitend dienstbaar zijn aan – één Privé-gedeelte en voor zover de schulden en kosten daarvan niet op grond van Artikel 12 ten laste komen van een individuele Eigenaar;
n. de leidingen en buizen voor:
- de afvoer van hemelwater en afvalwater;
- het transport van gas, water, elektriciteit, data en telefoon-, audio- en videosignalen,
die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door de Eigenaar of de Gebruiker van – of uitsluitend dienstbaar zijn aan – één Privé-ge- deelte en voor zover de schulden en kosten daarvan niet op grond van Artikel 12 ten laste komen van een individuele Eigenaar; en
o. de overige collectieve voorzieningen die niet bestemd zijn om uitsluitend te worden gebruikt door een Eigenaar of die niet bestemd zijn om uitslui- tend te worden gebruikt door een Eigenaar of Gebruiker – of die niet uit- sluitend dienstbaar zijn aan – één Privé-gedeelte.
Indien en voor zover bovengenoemde kosten aantoonbaar het gevolg zijn van nalatigheid van, of onzorgvuldig gebruik door, een Eigenaar of Gebruiker, ko- men deze kosten voor rekening van de betreffende Eigenaar of Gebruiker.
Op nieuwe onderdelen en voorzieningen als hiervoor bedoeld is het voor- gaande van toepassing met ingang van de dag van aanbrenging daarvan.
230008050/7415636.9
Artikel 12. Schulden en kosten die voor rekening zijn van de individuele Eige- naars
Tot de schulden en kosten die voor rekening zijn van de individuele Eigenaars worden onder meer gerekend:
(i) de schulden en kosten die worden gemaakt in verband met het onderhoud, herstel, vernieuwing, vervanging, verbetering en schoonhouden van het Privé-gedeelte;
(ii) tot de schulden en kosten als bedoeld in Artikel 12.1 (i) worden onder meer (maar niet limitatief) gerekend de schulden en kosten van:
a. de puien van de commerciële ruimten;
b. het onderhoud, herstel en de vervanging van de niet-dragende wan- den in het Privé-gedeelte;
e. het schilderen van de in Artikel 12 (ii) d bedoelde kozijnen, ramen en deuren alsmede van de gedeelten van de ramen en deuren (inclusief schuifdeuren) die zich in gesloten toestand aan de binnenzijde van het Privé-gedeelte bevinden;
f. de installaties die zich in het Privé-Gedeelte bevinden, voor zover deze installaties niet aan een derde toebehoren op grond van een (onder)opstalrecht;
g. het onderhoud, herstel en de vervanging van de in het Privé-gedeelte aanwezige sanitaire voorzieningen, een en ander met de bijbeho- rende kranen en leidingwerk tot de begrenzing van het Privé-gedeelte alsmede de kasten en apparatuur in de sanitaire ruimten en de keu- ken;
h. het schoonhouden en ontstoppen van alle sanitaire voorzieningen aanwezig in het Privé-gedeelte en daarbij behorende afvoerleidingen tot de begrenzing van het Privé-gedeelte;
230008050/7415636.9
i. het onderhoud, herstel en de vervanging van afvoerbuizen van he- melwater en afvalwater, de meterkast en de leidingen voor het
transport van gas, water, elektriciteit en telefoon, audio- en videosig- nalen van de meterkast naar het Privé-gedeelte en/of in het Privé- gedeelte, waaronder tevens begrepen de afvoerbuizen en leidingen die zich bevinden in een vloer of een wand die het Privé-gedeelte omsluit en die bereikbaar zijn zonder schade van betekenis toe te brengen aan de betreffende vloer of wand, een en ander voor zover de betreffende voorzieningen uitsluitend strekken ten behoeve van het betreffende Privé-gedeelte. Onder schade van betekenis valt schade die niet eenvoudig door de Eigenaar hersteld kan worden;
j. het onderhoud, herstel en de vervanging van de installaties met daar- bij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken voor de zelfstandige verwarming en koeling van het Privé-gedeelte, voor zo- ver deze niet al eigendom zijn van een derde;
l. de huisbel- en deuropenerinstallatie (inclusief de centrale panelen voorzien van drukknoppen, intercom, videofoon, videobewakingssys- teem en naambordhouders), met de daarbij behorende leidingen, voorzieningen en overige werken, alsmede de brievenbussen; en
m. de speedgates van de Stallingsgarage, de slagboominstallaties, de toegangstechniek (waaronder de lussen en kentekenregistratiesys- temen), de beveiligingstechniek en de hekken van de Stallingsga- rage;
n. de sprinklerinstallatie en de overige brandveiligheidsvoorzieningen van de Stallingsgarage;
o. het stroomverdelingssysteem ten behoeve van de elektrische oplaad- punten voor motorvoertuigen in de Stallingsgarage (waaronder uit- drukkelijk niet begrepen de oplaadpunten zelf;
p. de inrit, de hellingbanen en de rijbanen in de Stallingsgarage;
q. het onderhoud, herstel en de vervanging van de andere onderdelen van het Gebouw en/of voorzieningen die in de Akte als zodanig zijn aangewezen, een en ander voor zover de betreffende onderdelen niet bestemd zijn voor collectief gebruik.
Artikel 13. Verwijdering installaties en andere voorzieningen
230008050/7415636.9
De Vergadering kan besluiten een installatie of een andere voorziening die voor rekening komt van twee of meer Eigenaars te verwijderen. Alle bepalingen in het Reglement en het eventuele Huishoudelijk Reglement met betrekking tot dergelijke installaties en andere voorzieningen zijn vanaf het moment van ver-
Artikel 14. Reservefonds en Meerjarenonderhoudsplan
a. ten minste het bedrag dat door de Vergadering is vastgesteld ter uitvoe- ring van het Meerjarenonderhoudsplan; of
b. ten minste een half procent (0,5%) van de herbouwwaarde van het Ge- bouw.
Indien de Vergadering besluit om aan het Reservefonds bij te dragen conform het bepaalde in Artikel 14.2.a is het Bestuur verplicht om een Meerjarenonder- houdsplan op te stellen dan wel te doen opstellen. Het Bestuur zal het Meerja- renonderhoudsplan ter vaststelling voorleggen aan de Vergadering.
Het Meerjarenonderhoudsplan is ten hoogste vijf (5) jaar oud. Het bevat een planning voor het niet-jaarlijkse onderhoud en herstel, en de niet-jaarlijkse ver- nieuwing van het Gebouw en de op, in en onder de Grond aanwezige werken, waarvan de kosten van onderhoud, herstel en vernieuwing voor rekening ko- men van de Eigenaars, een en ander met uitzondering van de Privé-gedeelten. Het Meerjarenonderhoudsplan bevat daartoe:
- de werkzaamheden die verricht moeten worden in ten minste de tien (10) Boekjaren volgend op het Boekjaar waarin het Meerjarenonderhoudsplan is vastgesteld; en
- de berekening van de daarmee gemoeide kosten, zulks gelijkmatig toege- rekend aan de onderscheiden Boekjaren, zodanig dat de voor een bepaald Boekjaar voorziene kosten uit het Reservefonds voldaan kunnen worden. Indien het Gebouw niet geheel of gedeeltelijk bestemd is voor bewoning is Ar- tikel 14.2 van overeenkomstige toepassing, tenzij de Vergadering anders be-
sluit.
230008050/7415636.9
Het Reservefonds dient te worden besteed met inachtneming van het Meerja- renonderhoudsplan. Aanwending van het Reservefonds bij afwezigheid dan wel in afwijking van het Meerjarenonderhoudsplan is uitsluitend mogelijk na een daartoe strekkend besluit van de Vergadering. Op dit besluit is het be- paalde in de Artikelen 57.5 en 57.6 van toepassing.
Artikel 14.6 is niet van toepassing op een aanwending van het Reservefonds indien de uitgave:
a. in overeenstemming is met de door de Vergadering vastgestelde begro- ting;
b. noodzakelijk is om dringend gevaar af te wenden; of
c. noodzakelijk is om grotere schade te voorkomen.
Voor de periode dat een Belegger of Toegelaten Instelling Eigenaar is, is die Belegger of Toegelaten Instelling naar eigen keuze bevoegd de betalingen van de bijdragen aan het Reservefonds op te schorten en derhalve schuldig te blij- ven. Indien de Xxxxxxxx of Toegelaten Instelling de door hem te betalen bijdra- gen als bedoeld in de vorige zin opschort, doet de Xxxxxxxx of Toegelaten In- stelling daarmee tevens de toezegging aan de Vereniging om tot betaling (storting) in het Reservefonds over te gaan als volgt:
b. bij overdracht van een Appartementsrecht als bedoeld in Artikel 43 is de Xxxxxxxx of Toegelaten Instelling verplicht om de bijdragen aan het Re- servefonds die per de datum van overdracht schuldig zijn gebleven te be- talen (storten) aan de Vereniging in het Reservefonds uiterlijk op de datum van overdracht dan wel via de notariële afrekening bij de overdracht. Het bepaalde in de vorige zin is niet van toepassing indien:
(i) de overdracht plaatsvindt aan een andere entiteit die kwalificeert als Belegger of Toegelaten Instelling; én
(ii) die andere entiteit zich jegens de Vereniging op gelijke wijze als de overdragende Xxxxxxxx of Toegelaten Instelling verbindt tot de vol- doening van de door de overdragende Xxxxxxxx of Toegelaten Instel- ling verschuldigde bijdragen.
De betalingen van de bijdragen aan het Reservefonds van de Belegger of Toe- gelaten Instelling worden verschuldigd en opeisbaar per het moment als be- paald in Artikel 14.8 onder a en Artikel 14.8 onder b.
230008050/7415636.9
Gedurende de periode dat de Xxxxxxxx of Toegelaten Instelling zijn betalingen
van bijdragen aan het Reservefonds schuldig is gebleven (en deze betalingen derhalve nog niet opeisbaar zijn), zal de Xxxxxxxx of Toegelaten Instelling in (mogelijke afwijking) van Artikel 17.1 geen wettelijke rente verschuldigd zijn. Het in dit Artikel 14.8 bepaalde is uitsluitend van toepassing op bijdragen aan het Reservefonds en derhalve niet op bijdragen in het kader van lopende ver- plichtingen (exploitatiekosten).
Het bepaalde in Artikel 14.8 kan door de Vergadering van overeenkomstige toepassing worden verklaard ten aanzien van een andere Eigenaar, mits die andere Eigenaar een professionele vastgoedbelegge r is. Het is uitsluitend ter beoordeling van het Bestuur of die andere Eigenaar als professionele vast- goedbelegger dient te worden beschouwd; de Vergadering heeft dienaan- gaande geen stemrecht.
Het bepaalde in Artikel 14.8 en Artikel 14.9 laat onverlet de mogelijkheid tot het stellen van een bankgarantie als bedoel in artikel 5:126 lid 3 BW, welke bankgarantie in dat geval:
a. vooraf door de Vergadering moet worden goedgekeurd; en
b. zal inhouden dat op eerste vordering van het Bestuur tot betaling van de verschuldigde bijdrage aan het Reservefonds wordt overgegaan.
Alle administratiekosten die de Vereniging maakt in verband met het bepaalde in de Artikelen 14.8 tot en met 14.10, alsmede de kosten voor het innen van de betalingen en (eventuele) rente komen voor rekening van de betreffende Eige- naar.
D. Jaarlijkse begroting, Xxxxxxxxxxxx en bijdragen Artikel 15. Jaarlijkse begroting, Xxxxxxxxxxxx en bijdragen
Uiterlijk in de jaarvergadering als bedoeld in Artikel 50.1 wordt de begroting vastgesteld voor het lopende Boekjaar, in welke begroting de volgende posten duidelijk moeten zijn onderscheiden:
a. de schulden en kosten als bedoeld in Artikel 10.1.a;
b. de aan het desbetreffende Boekjaar toe te rekenen bedragen uit hoofde van het eventuele Meerjarenonderhoudsplan;
c. de toevoegingen aan het Reservefonds en ieders aandeel daarin conform de uit het Reglement voortvloeiende bijdrageplicht; en
d. de baten bedoeld in Artikel 9.2.
230008050/7415636.9
Indien één of meer Privé-gedeelten door de Eigenaar(s) wordt/worden ver- huurd, wordt, met het oog op de berekening van de eigenaars- en gebruikers- lasten, op verzoek van en voor rekening van de betreffende Eigenaar(s), in de begroting een splitsing aangebracht tussen kosten die aan de huurder kunnen worden doorberekend en overige kosten.
De Eigenaars zijn verplicht met ingang van de eerste maand van het desbe- treffende Boekjaar maandelijks bij vooruitbetaling één/twaalfde (1/12de) van het bedoelde aandeel aan de Vereniging te voldoen, tenzij de Vergadering anders besluit.
Voor het gedeelte van de voorschotbijdrage van een Eigenaar dat ziet op zijn bijdrage aan het Reservefonds is hij bevoegd de in Artikel 48.3 bedoelde bank- garantie te stellen.
De betaling van de verschuldigde voorschotbijdrage kan niet worden verrekend of opgeschort in verband met een (vermeende) vordering op de Vereniging of de gezamenlijke Eigenaars.
Zolang door de Vergadering niet de voorschotbijdrage voor een Boekjaar is vastgesteld, moeten de Eigenaars de laatstelijk vastgestelde voorschotbijdra- gen voldoen. Deze voorschotbijdragen worden verrekend met de door de Ver- gadering krachtens Artikel 15.2 vastgestelde voorschotbijdragen. Een eventu- eel overschot wordt in mindering gebracht op toekomstige nieuw vastgestelde bedragen, tenzij de Vergadering anders besluit.
Artikel 16. Jaarrekening en bijdragen Eigenaars
Na afloop van elk Boekjaar maakt het Bestuur het Jaarverslag en de Jaarreke- ning op.
Het Jaarverslag vermeldt de gang van zaken inzake de Vereniging en geeft een overzicht van het gevoerde beleid.
De Jaarrekening bestaat uit:
- de exploitatierekening als bedoeld in artikel 5:112 BW, omvattende de ba- ten en lasten over het afgelopen Boekjaar, onderverdeeld naar de posten vermeld in Artikel 15.1, alsmede een toelichting op deze posten;
- de balans, waaruit onder meer de omvang van het Reservefonds blijkt. Indien één of meer Privé-gedeelten door de Eigenaar(s) wordt/worden ver- huurd, wordt met het oog op de berekening van de eigenaars- en gebruikers- lasten op verzoek en voor rekening van de betreffende Eigenaar(s) in de lasten van de exploitatierekening een splitsing aangebracht tussen kosten die aan de huurder kunnen worden doorberekend en overige kosten.
230008050/7415636.9
In de jaarvergadering bedoeld in Artikel 50.1 legt het Bestuur de Jaarrekening ter goedkeuring voor aan de Vergadering. De Jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en de commissarissen. Ontbreekt een Raad van Commis- sarissen en wordt omtrent de getrouwheid van de stukken aan de Vergadering
geen verklaring overgelegd afkomstig van een accountant bedoeld in artikel 2:393, lid 1 BW, dan brengt de kascommissie bedoeld in Artikel 64.2 ter verga- dering verslag van haar bevindingen omtrent de Jaarrekening uit. Na de goed- keuring van de Jaarrekening door de Vergadering, besluit de Vergadering over de décharge van het Bestuur voor het gevoerde beleid voor zover dat blijkt uit de Jaarrekening.
Bij de toepassing van het in Artikel 16.3 bepaalde treden de definitieve bijdra- gen in de plaats van de in Artikel 15.2 bedoelde voorschotbijdragen. Indien deze voorschotbijdragen de definitieve bijdragen te boven gaan, zal het ver- schil aan de Eigenaars worden terugbetaald, tenzij de Vergadering anders be- sluit. Indien de definitieve bijdragen de voorschotbijdragen te boven gaan, moeten de Eigenaars het tekort binnen één (1) maand na de vaststelling van de exploitatierekening aanzuiveren, tenzij de Vergadering anders besluit.
Het Bestuur casu quo de Xxxxxxxxx zal op verzoek en voor rekening van een Eigenaar die als ondernemer wordt aangemerkt in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968, ervoor zorg dragen dat de betreffende Eigenaar over een geheel Boekjaar een afrekening ontvangt waarin is opgenomen de door de Vereniging in het betreffende Boekjaar betaalde omzetbelasting, voor zover deze omzetbelasting is doorberekend in de door die Eigenaar verschuldigde voorschotbijdragen respectievelijk definitieve bijdragen aan de Vereniging.
De afrekeningen ter zake van de reeds in rekening gebrachte voorschotbijdra- gen respectievelijk definitieve bijdragen over het betreffende Boekjaar zullen voor hetzelfde bedrag worden gecrediteerd. Tevens zullen kopieën worden verstrekt van de inkoopfacturen die betrekking hebben op de door de Vereni- ging betaalde en aan die Eigenaar doorberekende omzetbelasting.
Artikel 17. Wanbetaling
Indien een Eigenaar de door hem aan de Vereniging verschuldigde bijdragen als bedoeld in Artikel 15.3 en/of Artikel 16.3 en/of Artikel 57.7 en/of boetes niet binnen een maand nadat het bedrag opeisbaar is geworden aan de Vereniging heeft voldaan, is hij zonder dat enige ingebrekestelling is vereist in verzuim en is hij over dat bedrag, van de datum van opeisbaarheid af, een rente verschul- digd, berekend op basis van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met een minimum van tien euro (€ 10,--) of zoveel meer als de Vergade- ring jaarlijks mocht vaststellen. Het Bestuur is bevoegd dit bedrag te matigen. Artikel 46 is niet van toepassing.
230008050/7415636.9
Indien een Eigenaar het bedrag van zijn definitieve bijdrage niet binnen zes (6) maanden na verloop van de termijn als bedoeld in Artikel 16.4 heeft voldaan,
wordt zijn schuld omgeslagen over de andere Eigenaars in de onderlinge ver- houding als is bepaald in de volgende volzin van dit Artikel 17.2, ongeacht de maatregelen die jegens de nalatige Eigenaar kunnen worden genomen en on- verminderd het recht van verhaal van de andere Eigenaars op eerstgenoemde. De in de vorige volzin bedoelde verhouding is de verhouding als bepaald in Artikel 8.1, met dien verstande dat de in dat Artikel bedoelde breukdelen wor- den gewijzigd zodanig dat de noemer voor de breukdelen gelijk is aan de som van de tellers van de breukdelen van de in de vorige volzin bedoelde andere Eigenaars.
Artikel 18. Gemeenschappelijk Appartementsrecht, Ondersplitsing
Voor het geval een Appartementsrecht aan meer Eigenaars gezamenlijk toe- behoort, zijn die Eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de verplichtingen die uit de gerechtigdheid tot dat Appartementsrecht voortvloeien, tenzij het geza- menlijk toebehoren een gevolg is van een Ondersplitsing.
In geval van Ondersplitsing gelden de rechten en verplichtingen van de Eige- naar van het in de Ondersplitsing betrokken Appartementsrecht als rechten en verplichtingen van de Ondereigenaars gezamenlijk.
E. Verzekeringen Artikel 19. Verzekeringen
230008050/7415636.9
De Vergadering stelt het bedrag van de verzekeringen vast. Het verzekerde bedrag dient wat de opstalverzekering betreft overeen te stemmen met de her- bouwkosten (inclusief sloop- en opruimkosten) van het Gebouw. De vraag of deze overeenstemming bestaat, dient periodiek gecontroleerd te worden in
overleg met de verzekeraar. De periodieke controle in overleg met de verzeke- raar kan achterwege blijven bij een jaarlijkse automatische aanpassing (index- clausule) van de herbouwkosten van het Gebouw door de verzekeraar.
Verzekeringsovereenkomsten worden afgesloten door het Bestuur ten name van de Vereniging en ten behoeve van de gezamenlijke Eigenaars en mede ten behoeve van de Vereniging. Het Bestuur is daartoe, voor zover het betreft de in de eerste zin van Artikel 19.1 bedoelde verzekeringen, slechts bevoegd indien het bepaalde in Artikel 19.5 wordt nageleefd.
De Eigenaars dienen de uit hoofde van de verzekeringsovereenkomsten als bedoeld in de eerste zin van Artikel 19.1 uit te keren schadepenningen, indien deze een bedrag gelijk aan één procent (1%) van de verzekerde waarde van het Gebouw te boven gaan, te doen plaatsen op een voor de financiering van het herstel van de schade krachtens besluit van de Vergadering door het Be- stuur te openen afzonderlijke rekening ten name van de Vereniging. Deze gel- den dienen steeds bestemd te blijven voor het herstel of de wederopbouw, onverminderd artikel 5:136, lid 4 BW.
Het Bestuur dient ervoor te zorgen, dat de verzekeringsovereenkomsten als bedoeld in de eerste zin van Artikel 19.1 (opstalverzekeringen) de volgende clausule bevatten:
“Zolang de eigendom van (dan wel een beperkt recht op) het verzekerde ge- bouw gesplitst is in appartementsrechten, gelden de volgende aanvullende voorwaarden.
Een daad of verzuim van een eigenaar van een appartementsrecht, welke krachtens de wet of de verzekeringsvoorwaarden gehele of gedeeltelijke on- gehoudenheid van ondergetekenden tot uitkering van de verzekeringspennin- gen tot gevolg zou hebben, laat de uit deze polis voortvloeiende rechten on- verlet.
230008050/7415636.9
Niettemin zal de verzekeraar in zodanig geval gerechtigd zijn, mits zij voor de uitkering de wens daartoe te kennen heeft gegeven, een aandeel in de scha- depenningen overeenkomende met het aandeel waarin de desbetre ffende ei- genaar in de gemeenschap gerechtigd is, van deze terug te vorderen. In geval van toepassing van artikel 5:136, lid 4 BW zal de uitkering van het aandeel in bedoeld geval in plaats van aan de eigenaar geschieden aan de verzekeraar. Gaat de verschuldigde uitkering een bedrag gelijk aan elfduizend driehonderd
vijfenveertig euro (€ 11.345,--) te boven, dan geschiedt zij op de wijze te bepa- len door de vergadering van eigenaars, zulks blijkende uit een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van de notulen van de vergadering.
Door uitkering overeenkomstig de voorwaarden dezer polis zal de verzekeraar tegenover alle belanghebbenden volledig zijn gekweten”.
In geval door de Vergadering besloten wordt tot herstel of herbouw, is het be- paalde in artikel 5:136, leden 2 tot en met 4 BW en artikel 5:138 BW van toe- passing, met dien verstande dat uitkering van het aan iedere Eigenaar toeko- mende aandeel in de verzekeringspenningen aan deze in de in artikel 5:136, lid 4 BW bedoelde gevallen slechts zal kunnen geschieden met toestemming van degenen die op het desbetreffende Appartementsrecht een recht van hy- potheek hebben.
Indien de schadepenningen niet toereikend blijken te zijn voor herstel of her- bouw, draagt iedere Eigenaar bij in het tekort, in de verhouding als bedoeld in Artikel 10.1, onverminderd het verhaal op degene die voor de schade aanspra- kelijk is.
Iedere Eigenaar is bevoegd een aanvullende verzekering te sluiten. In het ge- val van een verandering in het Privé-gedeelte als bedoeld in artikel 5:119 BW is het Bestuur tot het sluiten van een aanvullende verzekering verplicht. Iedere Eigenaar is verplicht het Bestuur onverwijld van een verandering in het Privé- gedeelte schriftelijk of per e-mail in kennis te stellen. Leidt de verandering tot een wijziging van de verzekeringspremie dan komt het verschil voor rekening van de desbetreffende Eigenaar.
Leidt het gebruik van een Privé-gedeelte tot verhoging van de verzekerings- premie, dan komt die verhoging voor rekening van de desbetreffende Eigenaar.
F. Gebruik, beheer en onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken
Artikel 20. Onderhoud Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken
De Vereniging voert het beheer over en draagt de zorg voor het onderhoud en
herstel van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Za- ken.
Bij Huishoudelijk Reglement kunnen het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken nader worden geregeld.
Noch de Eigenaars gezamenlijk, noch de Vereniging zijn/is aansprakelijk voor diefstal van of schade toegebracht aan Privé-gedeelten of privé-bezit tegen die zich bevinden in, aan of op de Gemeenschappelijke Gedeelten, behoudens wettelijke bepalingen.
230008050/7415636.9
De Vereniging is verantwoordelijk voor het beheer, onderhoud, reparatie en de
De Eigenaar van de Commerciële Ruimten mag het direct aan zijn Privé-ge- deelte grenzende gedeelte van het Plein in gebruik nemen ten behoeve van de uitoefening van het in zijn Privé-gedeelte uitgeoefende bedrijf en/of het aan de huurder van dat Privé-gedeelte ter beschikking stellen, zonder dat daar enige vergoeding voor verschuldigd is aan de Vereniging.
Deze gedeelte(n) van het Plein mogen niet worden afgescheiden van het Plein en moeten doorloopbaar zijn voor de overige Eigenaars en Gebruikers van het Gebouw en mogen alleen in gebruik worden genomen met (i) inachtneming van de gemeentelijke verordeningen en overige publiekrechtelijke regelingen en (ii) indien vóór ingebruikname alle vereiste vergunningen zijn verkregen en onherroepelijk zijn.
De aantoonbare extra kosten die een in Artikel 20.5 gebruik met zich meebren- gen zijn voor rekening van de Eigenaar van Commerciële Ruimten.
Bij Huishoudelijk Reglement kunnen zaken ten aanzien van het Plein nader worden geregeld teneinde overlast te bestrijden.
Artikel 21. Gebruik Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Za- ken
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht de nodige zorgvuldigheid in acht te nemen met betrekking tot de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeen- schappelijke Zaken, ook wanneer die zich in zijn Privé-gedeelte bevinden. Hij mag geen inbreuk maken op het recht van medegebruik van de andere Eige- naars en Gebruikers.
230008050/7415636.9
In afwijking van het in de eerste zin van Artikel 21.1 bepaalde kan in het Re- glement worden bepaald dat aan een Appartementsrecht niet het medegebruik van een bepaald Gemeenschappelijk Gedeelte en/of bepaalde Gemeenschap- pelijke Zaak is verbonden. Tenzij het Reglement anders bepaalt, behoeft de betreffende Eigenaar in dat geval niet bij te dragen in de schulden en kosten die betrekking hebben op dat Gemeenschappelijke Gedeelte respectievelijk die Gemeenschappelijke Zaak.
In afwijking van het in Artikel 21.1 bepaalde kan de Vereniging krachtens een besluit van de Vergadering dat tot stand gekomen is met de in Artikel 57.5 vermelde meerderheid, Gemeenschappelijke Gedeelten en/of Gemeenschap- pelijke Zaken krachtens overeenkomst aan een Eigenaar of een derde in ge- bruik geven, al dan niet tegen een door de Vergadering te bepalen vergoeding, mits:
a. de andere Eigenaars en Gebruikers hierdoor niet onredelijk worden be- perkt in het gebruik en genot van hun Privé-gedeelte en/of hun medege- bruik van de Gemeenschappelijke Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken; en
b. de ingebruikgeving kan worden beëindigd door opzegging met inachtne- ming van een overeen te komen termijn van ten hoogste zes (6) maanden na een daartoe door de Vergadering genomen besluit genomen met de in Artikel 57.5 vermelde meerderheid.
Aan de toestemming tot ingebruikgeving kunnen ook andere voorwaarden wor- den verbonden.
In geval van ingebruikgeving als bedoeld in Artikel 21.3 van een Gemeen- schappelijk Gedeelte en/of Gemeenschappelijke Zaak geldt het in Artikel 24.6 bepaalde onverkort.
Artikel 22. Zonnepanelen
In afwijking van het in Artikel 20 en Artikel 21 bepaalde geldt dat op het dak de Zonnepanelen zullen worden geplaatst.
De Exploitant zal na overdracht van de (onder)opstalrechten gerechtigd zijn tot de Zonnepanelen op basis van de ORVO Zonnepanelen. Het is tevens mogelijk dat de Exploitant in de toekomst de Zonnepanelen zal verkopen aan een Eige- naar en de betreffende Eigenaar derhalve één of meer van de Zonnepanelen in eigendom zal hebben.
De Exploitant en/of de betreffende Eigenaar is verplicht op grond van de bepa- lingen van het betreffende ORVO er zorg voor te dragen dat in verband met het gebruik van de daken ten behoeve van Zonnepanelen en overige werken geen schade wordt veroorzaakt aan de daken, daaronder begrepen de dak- constructies, dakbedekking en waterkerende lagen.
230008050/7415636.9
Indien wordt besloten tot onderhoud, vervanging of herstel van dakbedekking waarop de Zonnepanelen zijn gesitueerd, is (i) de betreffende Eigenaar of (ii) de Eigenaar die een huurovereenkomst heeft gesloten met betrekking tot de
Zonnepanelen met de Exploitant, verplicht het Bestuur toe te staan de Zonne- panelen te verwijderen en na afronding van de werkzaamheden aan de dakbe- dekking de Zonnepanelen terug te plaatsen. De kosten voor het verwijderen en terugplaatsen van de Zonnepanelen komen voor rekening van de Eigenaar(s) die gerechtigd zijn tot de Zonnepanelen (omdat zij inmiddels een onderopstal- recht daarop hebben verkregen) en de Eigenaar(s) die een huurovereenkomst ten aanzien van de Zonnepanelen hebben gesloten met de Exploitant. De be- treffende kosten zullen tussen hen worden verdeeld naar rato van het aantal Zonnepanelen dat voor een Eigenaar beschikbaar is.
Indien het verwijderen van de Zonnepanelen noodzakelijk is om (i) dringend gevaar af te wenden of (ii) noodzakelijk is om grotere schade te voorkomen, zullen de kosten voor het verwijderen en terugplaatsen van de Zonnepanelen voor rekening komen van de Eigenaar(s) die gerechtigd zijn tot de Zonnepa- nelen (omdat zij inmiddels een onderopstalrecht daarop hebben verkregen) en de Eigenaar(s) die een huurovereenkomst ten aanzien van de Zonnepanelen hebben gesloten met de Exploitant. De betreffende kosten zullen tussen hen worden verdeeld naar rato van het aantal Zonnepanelen dat voor een Eigenaar beschikbaar is.
Waar in dit Artikel 22 het ''dak'' staat omschreven, wordt hier het gehele dak van het Gebouw bedoeld, met uitzondering van het dak gelegen op de Com- merciële Ruimten.
Artikel 23. Uitleg Akte en splitsingstekening
230008050/7415636.9
- de aan de Akte te ontlenen aanwijzingen, en met hetgeen daaruit valt af te leiden omtrent de bedoeling van degene(n) die tot Splitsing of wijziging van de Splitsing is/zijn overgegaan;
- de rechtsgevolgen waartoe de mogelijke interpretaties van de Akte zou- den leiden;
- de feitelijke situatie van het Gebouw en/of de Grond, waarbij kennisne- ming van de situatie ter plaatse van belang kan zijn voor de beantwoording van de vraag welke uitleg het meest aannemelijk is indien de onderdelen van de Akte die voor verschillende uitleg vatbaar zijn, verwijzen naar fei- telijke kenmerken van het Gebouw en/of de Grond; en
- de overige uit de rechtspraak eventueel voortvloeiende normen.
Indien de tekst van de Akte in combinatie met de tot de Akte behorende split- singstekening geen uitsluitsel geeft over de vraag of een bepaalde ruimte tot een Privé-gedeelte of een Gemeenschappelijke Ruimte behoort, kan er niet op voorhand van worden uitgegaan dat hetzij de tekst van de Akte hetzij de tot de Akte behorende splitsingstekening de bedoeling van degene(n) die tot Splitsing of wijziging van de Splitsing is/zijn overgegaan juist weergeeft. De inhoud van de Akte dient te worden vastgesteld op de in Artikel 23.1 beschreven wijze, waarbij mede rekening wordt gehouden met de gedetailleerdheid waarin de betreffende gedeelten zijn omschreven in de tekst van de Akte en zijn weerge- geven op de tot de Akte behorende splitsingstekening.
Artikel 24. Gebruik Gemeenschappelijke Ruimten
De Vergadering kan toestemming verlenen tot het verrichten van handelingen die afwijken van het bepaalde in de Artikelen 24.1 en 24.2.
Een Eigenaar of Gebruiker die buitenshuis afhankelijk is van een scootmobiel en in het Privé-gedeelte geen redelijkerwijs geschikte plaats heeft om deze te stallen, is bevoegd om deze te stallen in een Gemeenschappelijke Ruimte.
230008050/7415636.9
De locatie waar de Eigenaar of Gebruiker de scootmobiel in dat geval wenst te stallen, behoeft de toestemming van de Vergadering. Vanwege het bepaalde in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte kan de Vergadering de toestemming niet weigeren indien de Vereniging geen an- dere - objectief gezien - redelijkerwijs geschikte stallingsplaats kan aanwijzen, waarbij de aanvaardbaarheid van het alternatief dient worden beoordeeld van- uit het perspectief van de Eigenaar of Gebruiker om wie het gaat.
Indien de betreffende Eigenaar of Gebruiker en de Vergadering niet in onder- ling overleg tot overeenstemming komen omtrent het volgende:
- of de Eigenaar/Gebruiker voor het zich buitenshuis verplaatsen wel of niet afhankelijk is van een scootmobiel;
- of in het Privé-gedeelte wel of geen redelijkerwijs geschikte plaats aanwe- zig is om een scootmobiel te stallen;
- of een door de Vergadering voorgestelde alternatieve stallingsplaats voor de Eigenaar/Gebruiker fysiek haalbaar is, gelet op de aard van de handi- cap of chronische ziekte en de daaruit voor de Eigenaar/Gebruiker voort- vloeiende beperkingen en het verwachte verloop daarvan,
dient dit te worden beoordeeld door een door de betreffende Eigenaar/Gebrui- ker en Vergadering gezamenlijk aan te wijzen onafhankelijk therapeut of indi- catie-adviseur (een ter zake deskundige adviseur in dienst van het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ) als bedoeld in de Wet langdurige zorg of een daar- voor in de plaats gekomen regeling).
Het hiervoor in dit Artikel 24.4 bepaalde geldt niet indien de Vergadering kan aantonen dat het onthouden van toestemming voor het in de Gemeenschap- pelijke Ruimten stallen van de scootmobiel noodzakelijk is ter bescherming van de veiligheid van de andere Eigenaars en/of Gebruikers. In dat geval zal de Vergadering geen toestemming voor het stallen verlenen.
Het hiervoor in dit Artikel 24.4 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op andere voorzieningen die een Eigenaar of Gebruiker vanwege een handicap of chronische ziekte nodig heeft.
De kosten van aanleg, gebruik, energieverbruik, onderhoud, herstel en ver- nieuwing van de voorzieningen die in de Gemeenschappelijke Ruimten worden aangebracht en de kosten van herstel van beschadigingen die achterblijven wanneer de voorzieningen worden verwijderd, komen ten laste van de Eige- naar of Gebruiker ten behoeve van wie deze zijn aangebracht.
Het in Artikel 24.4 bepaalde geldt niet indien en voor zover uit de Wet maat- schappelijke ondersteuning 2015, de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte of enige andere wettelijke regeling anders voort- vloeit.
Het is, behoudens het bepaalde in Artikel 24.4, niet toegestaan om op enigerlei wijze, in strijd met de ter plaatse geldende veiligheidsvoorschriften, de door- gang via de Gemeenschappelijke Ruimten, in het bijzonder vluchtwegen, te belemmeren, bijvoorbeeld door het plaatsen van voorwerpen of andere obsta- kels (zoals kinderwagens, fietsen en andere voertuigen, vuilniscontainers en bloembakken).
230008050/7415636.9
De afvoer van vuilnis dient te geschieden overeenkomstig de ter plaatse gel- dende richtlijnen en voorts overeenkomstig de besluiten van de Vergadering
en/of het Bestuur en met inachtneming van het eventuele Huishoudelijk Regle- ment. Er dient gebruik gemaakt te worden van de voorzieningen voor de afvoer van vuilnis in de daarvoor bestemde Gemeenschappelijke Gedeelten en/of het openbare gebied en/of de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen in de Privé- gedeelten.
Indien (mede) ten behoeve van de afvoer van huisvuil containers beschikbaar zijn, dient het huisvuil daarin te worden gedeponeerd. Het deponeren en op- slaan van huisvuil op galerijen, gangen of in trappenhuizen en/of andere Ge- meenschappelijke Gedeelten (of andere plaatsen die niet uitdrukkelijk hiertoe bestemd zijn) is niet toegestaan.
De Eigenaars en Gebruikers hebben zonder toestemming van het Bestuur geen toegang tot de Gemeenschappelijke Ruimten waarin zich de centrale (nuts-)voorzieningen bevinden.
Artikel 25. Verbodsbepalingen Gebouw en Gemeenschappelijke Gedeelten
Ook indien daarvoor geen wijziging van de Akte is vereist, is iedere op-, aan-, onder- of bijbouw door een Eigenaar zonder voorafgaande toestemming van de Vergadering verboden.
De Eigenaar en Gebruiker mogen zonder toestemming van de Vergadering geen verandering aanbrengen waardoor het architectonisch uiterlijk of de uni- forme uitstraling van (één van) de Gebouwen wijzigt, waaronder in ieder geval moet worden begrepen de kleur, kwaliteit en uitstraling van de gevels , met uit- zondering van de puien van de Commerciële Ruimten. Het is de taak van de Vereniging om een uniforme uitstraling te bewaken en te behouden.
Iedere Eigenaar en Gebruiker dient zijn Privé-gedeelte zodanig te onderhou- den dat het kwaliteitsbeeld en onderhoudsniveau van het Gebouw en het Plein gelijk is en blijft ten opzichte van de situatie zoals deze is of zal zijn bij de oplevering van het Gebouw en het Plein. De ter zake door de Eigenaar en Gebruiker te gebruiken materialen dienen tenminste van een kwaliteit te zi jn dat overeenkomt met de overigens in het Gebouw of het Plein aanwezige ma- terialen.
De kosten van aanleg, onderhoud, herstel en vernieuwing van een op-, aan-, onder- of bijbouw, ook indien deze door natrekking bestanddeel wordt van het Gebouw, komen ten laste van de Eigenaar van het Appartementsrecht ten be- hoeve waarvan de op-, aan-, onder- of bijbouw strekt.
Schade als gevolg van de op-, aan-, onder- of bijbouw alsmede de extra pre- mies die ter zake van de eventuele verzekering van de op-, aan-, onder- of bijbouw verschuldigd zijn, komen voor rekening en risico en derhalve ten laste van de in de vorige zin bedoelde Eigenaar respectievelijk diens rechtsopvol- gers.
230008050/7415636.9
Het zichtbaar aanbrengen in of aan het Gebouw aan de buitenzijde van het
Gebouw dan wel op de Grond van naamborden, reclameaanduidingen, uit- hangborden, zonweringen, wind- en terrasschermen, rolluiken, zonnepanelen, boilers, vlaggen, spandoeken, bloembakken, schijnwerpers, (schotel-)anten- nes, antennes van zendamateurs, alarminstallaties, luchtbehande lings- en koelinstallaties, en in het algemeen van uitstekende voorwerpen, mag slechts geschieden met toestemming van de Vergadering of volgens regels te bepalen in het Huishoudelijk Reglement mits dit geen afbreuk doet aan, en derhalve overeenstemt met, de uniforme uitstraling als bedoeld in Artikel 25.1.Het in de vorige zin bepaalde geldt mede voor de tot de Privé-gedeelten behorende bui- tenruimten. Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht de met inachtneming van het in dit Artikel 25.3 bepaalde aangebrachte voorwerpen in goede staat te onderhouden.
In afwijking van het bepaalde in Artikel 25.1 tot en met 25.3 is de Eigenaar of Gebruiker van het Privé-gedeelte van de Commerciële Ruimten in het Gebouw zonder toestemming van de Vergadering bevoegd tot het hebben en houden van vlaggen, naamborden, reclameaanduidingen en uithangborden op de be- gane grond en aan de gevel/pui van zijn Privé-gedeelte, mits daarbij de gel- dende wettelijke en (gemeentelijke) regelgeving wordt nagekomen en bij dit alles onredelijke hinder voor de bewoners van de woningen zoveel mogelijk wordt vermeden, zoals bijvoorbeeld maar niet limitatief uitstralend of knippe- rend licht.
Tevens is geen toestemming nodig voor de fotovoltaïsche systemen (be- staande uit zonnecellen, omvormers en de bijbehorende kabels en leidingen) die ten tijde van de oplevering van het gebouw op het dak van het Gebouw zijn casu quo worden geplaatst.
Iedere Eigenaar of Gebruiker is verplicht de met in achtneming van het in dit Artikel 25.4 bepaalde aangebrachte voorwerpen in goede staat te onderhou- den. Eventuele kosten (zoals precario) verbonden aan vorenbedoelde voor- werpen komen geheel voor rekening van de desbetreffende Eigenaar of Ge- bruiker.
De Eigenaars en Gebruikers mogen zonder toestemming van de Vergadering geen veranderingen aanbrengen in de Gemeenschappelijke Gedeelten, ook als deze zich in Privé-gedeelten bevinden.
Voorts is het volgende van toepassing:
230008050/7415636.9
a. Het is een Eigenaar en/of Gebruiker niet toegestaan om zonder vooraf- gaande schriftelijke toestemming van het Bestuur stellages, werktuigen en/of machinerieën op te stellen tegen de buitengevel van het Gebouw.
b. Er mogen zich geen honden of andere huisdieren onaangelijnd en/of zon- der begeleiding in de Gemeenschappelijke Ruimten bevinden. Bij het Huishoudelijk Reglement kan het houden van respectievelijk het verbie- den van (bepaalde soorten) huisdieren nader worden geregeld.
De Eigenaar van het appartementsrecht met indexnummer 3 (Commerciële Ruimten) is zonder toestemming van de Vergadering bevoegd om voor eigen rekening en risico apparatuur/installaties, zoals bijvoorbeeld airconditioning ten behoeve van zijn Privé-gedeelte aan te brengen op het dak van het Gebouw. Het is hiervoor tevens toegestaan om hiervoor onder andere gaten aan te bren- gen in het dak. Het Bestuur kan nadere eisen stellen (bijvoorbeeld ten aanzien van technische specificaties, in verband met uitvoering, geluid of trillingen of voortschrijdende techniek). De Eigenaar die een dergelijke installatie wenst te plaatsen dient zulks schriftelijk aan het Bestuur mede te delen en daarbij de voorgenomen werkzaamheden (waaronder ook de wijze van doorvoer van ka- bels en leidingen door het dak) gedetailleerd te omschrijven. Het Bestuur be- oordeelt het verzoek en mag een wijziging van het ontwerp of de gebruikte materialen of beoogde plaats voorschrijven. De Eigenaar mag de uitvoering uitsluitend opdragen aan een gespecialiseerd installateur. De kosten voor on- derhoud en/of vervanging van de betreffende installatie(s) zijn voor rekening van de Eigenaar van het appartementsrechten met indexnummer 3 (Commer- ciële Ruimten).
Artikel 26. Veranderingen in constructie Gebouw
De Eigenaars en Gebruikers mogen zonder toestemming van de Vergadering geen verandering aanbrengen waardoor het architectonisch uiterlijk of de con- structie van het Gebouw gewijzigd wordt. De toestemming kan niet worden verleend indien de hechtheid van het Gebouw door de verandering in gevaar kan worden gebracht.
De Eigenaar en Gebruiker mogen zonder toestemming van de Vergadering geen wijzigingen aanbrengen in het Gebouw en/of de installaties die invloed hebben op de werking van de installaties en/of de verdeling van de service - en/of verwarmingskosten.
De Eigenaar en Gebruiker mogen geen wijziging aanbrengen in de Gemeen- schappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken.
230008050/7415636.9
De Eigenaar en Gebruiker mogen zonder toestemming van de Vergadering geen verandering aanbrengen in de uiterlijke verschijningsvorm van het Ge- bouw, waarin in ieder geval de kleur, kwaliteit en uitstraling van de gevels be- grepen. Het Gebouw dient een eenduidige verschijningsvorm te hebben en te houden. Iedere Eigenaar en Gebruiker dient zijn Privé-gedeelte zodanig te on- derhouden dat het kwaliteitsbeeld en onderhoudsniveau van het gehele Ge- bouw gelijk is en blijft. De ter zake door de Eigenaar en Gebruiker te gebruiken
materialen dienen tenminste van een kwaliteit te zijn als overeenkomt met de overigens in het Gebouw bij oplevering aanwezige materialen.
In afwijking van het in Artikel 25, Artikel 26.1 en Artikel 31.2 bepaalde is de Eigenaar of Gebruiker van de Commerciële Ruimten het Gebouw zonder toe- stemming van de Vergadering bevoegd wijzigingen aan te brengen in de puien van de commerciële ruimten, mits:
a. de constructie van het Gebouw hierdoor niet wijzigt of de hechtheid van het Gebouw niet in gevaar kan worden gebracht;
b. deze wijziging met inachtneming van de daarvoor geldende wet- en regel- geving plaatsvindt;
c. de uiterlijke en eenduidige verschijningsvorm van het Gebouw voldoende behouden blijft; en
d. de ter zake te gebruiken materialen tenminste van een kwaliteit zijn als overeenkomt met de overigens in het Gebouw bij oplevering aanwezige materialen.
Het in dit Artikel 26.2 bepaalde kan bij Huishoudelijk Reglement nader worden geregeld.
Voor zover de in Artikel 26.2 bedoelde aan elkaar grenzende Privé-gedeelten bij dezelfde Gebruiker in gebruik zijn, terwijl de betreffende Appartementsrech- ten aan twee of meer Eigenaars toebehoren, kan het Bestuur ontheffing van de in Artikel 26.2 bedoelde gehoudenheid tot (her-)plaatsing van de schei- dingswand(en) dan wel scheidingsvloer(en) verlenen.
Artikel 27. Toestemming, bedoeld in de Artikelen 24, 25 en 26
Aan het geven van toestemming of ontheffing, bedoeld in Artikel 24, Artikel 25 en Artikel 26, kunnen voorwaarden worden verbonden. Toestemmingen en ont- heffingen kunnen worden gewijzigd en worden ingetrokken.
De in Artikel 24, Artikel 25 en Artikel 26 bedoelde toestemmingen of onthef- fingen mogen niet op onredelijke gronden worden geweigerd, gewijzigd of in- getrokken, noch kunnen aan het verlenen daarvan onredelijke voorwaarden worden verbonden.
G. Gebruik, beheer en onderhoud van de Privé-gedeelten Artikel 28. Gebruik Privé-gedeelten
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht het Privé-gedeelte te gebruiken over- eenkomstig de in Artikel 28.2 gegeven bestemming. Een gebruik dat afwijkt van de in Artikel 28.2 gegeven bestemming en niet bij Reglement is verboden, is slechts geoorloofd met toestemming van de Vergadering, onverminderd eventuele andere privaat- of publiekrechtelijke beperkingen.
230008050/7415636.9
De bestemming van de Privé-gedeelten is voor de Appartementsrechten met
indexnummers:
a. 1: wonen met xxxxxxx;
b. 2: parkeren; en
c. 3: commerciële ruimte Het is niet toegestaan:
a. het Privé-gedeelte te gebruiken in strijd met het bepaalde in dit Artikel 28 en Artikel 2.2;
Onder pensionbedrijf respectievelijk verhuur voor recreatie worden onder meer begrepen:
- het gedurende één of meer nachten tegen betaling ter beschikking stellen van het Privé-gedeelte of een gedeelte daarvan ongeacht of tevens ontbijt wordt verstrekt en waaronder in ieder geval wordt begrepen AirBnB of ver- gelijkbare concepten, aanbieders of bedrijven, pension of kamerverhuur- bedrijf;
- het tegen vergoeding in gebruik geven van het Privé-gedeelte of een ge- deelte daarvan tijdens tijdelijke afwezigheid van de Eigenaar of Gebruiker, anders dan krachtens een huurovereenkomst voor zes (6) maanden of langer.
Het Privé-gedeelte of een gedeelte daarvan mag ook niet voor andere dan de hiervoor vermelde vormen van verhuur voor recreatie worden gebruikt. In afwijking van het hiervoor bepaalde is een gebruik als hiervoor in dit Artikel 28.3 onder b vermeld toegestaan indien en voor zover dat gebruik uitdrukkelijk in overeenstemming is met de in de Akte ve rmelde bestem- ming van het Privé-gedeelte en niet in strijd is met het publiekrecht en/of eventuele verplichtingen jegens derden.
De Vergadering kan ontheffing verlenen voor een gebruik als hiervoor in dit Artikel 28.3 onder b bedoeld, mits het betreffende gebruik niet in strijd is met het publiekrecht en/of eventuele verplichtingen jegens derden en in het Huishoudelijk Reglement duidelijk omschreven is, of bij hetzelfde be- sluit in het Huishoudelijk Reglement een bepaling opgenomen wordt waarin duidelijk omschreven wordt, welk gebruik is toegestaan en welke eventuele voorwaarden daaraan verbonden zijn.
230008050/7415636.9
c. Elektriciteitsaansluitingen in tot Privé-gedeelten behorende bergingen en garages waarvan het elektriciteitsverbruik ten laste komt van de gezamen- lijke Eigenaars mogen uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van ver- lichting en opladen van elektrische fietsen, behoudens toestemming van de Vergadering. Indien en voor zover in tot Privé-gedeelten behorende bergingen een tussenmeter is geplaatst, is het bepaalde in de vorige zin
niet van toepassing.
Een besluit van de Vergadering tot het verlenen van de toestemming als be- doeld in Artikel 28.1 dan wel Artikel 28.3 onder 28.3.b, 28.3.c en 28.3.d dient te worden genomen met de in Artikel 57.5 vermelde meerderheid. Een dergelijk besluit kan alleen worden genomen indien:
a. het betreffende gebruik niet in strijd is met het publiekrecht en/of eventuele verplichtingen jegens derden;
b. de andere Eigenaars en Gebruikers hierdoor niet onredelijk worden be- perkt in het gebruik en genot van hun Privé-gedeelte; en
c. het van de Akte afwijkende gebruik door een besluit van de Vergadering genomen met de in Artikel 57.6 vermelde meerderheid kan worden beëin- digd, zodanig dat het betreffende Privé-gedeelte weer overeenkomstig de daaraan in de Akte gegeven bestemming gebruikt dient te worden binnen een termijn van ten minste drie (3) en ten hoogste zes (6) maanden na het daartoe door de Vergadering genomen besluit.
Bij Huishoudelijk Reglement kan het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Privé-gedeelten nader worden geregeld. Daarbij kunnen tevens regels ter voorkoming van geluidshinder of andere vormen van hinder worden opgeno- men.
Artikel 29. Gebruik Privé-gedeelten: overige bepalingen
230008050/7415636.9
norm. Bij oplevering van het appartement is de vloerconstructie als ''zwevende'' dekvloer, bestaande uit twintig (20) millimeter polymeer geëxpandeerd polysty- reen isolatie en zeventig (70) millimeter anhydriet uitgevoerd. De vloerbedek- king dient geheel vrij van de aanwezige wanden gelegd te worden.
Indien het Huishoudelijk Reglement geen normen als bedoeld bevat en ook de Vergadering de normen niet heeft vastgesteld, geldt het volgende. Alleen vloer- bedekking die de isolatie-index voor contactgeluid (Ico) met meer dan tien (10) decibel verbetert indien een betonvloer met de desbetreffende vloerbedekking wordt belegd, is toegestaan. De verbetering moet zijn beoordeeld op basis van de norm NEN 1070 of NEN 5077 respectievelijk een daarvoor in de plaats ge- treden norm en zijn uitgedrukt in een verbetering van de Ico.
Indien een Eigenaar het vermoeden heeft dat een vloer of vloerbedekking van een aangrenzend Privé-gedeelte niet voldoet aan de norm zoals is vermeld in Artikel 29.1, dan is deze Eigenaar gerechtigd een geluidsonderzoek in te laten stellen.
De Eigenaar van het Appartementsrecht rechtgevende op het gebruik van het in Artikel 29.2 bedoelde aangrenzend Privé-gedeelte is gehouden om, zonder enig recht op schadevergoeding, medewerking te verlenen aan het laten uit- voeren van bedoeld geluidsonderzoek.
Het geluidsonderzoek dient door een erkend onderzoeksbureau te worden uit- gevoerd. Het Bestuur zal, in overleg met betrokken partijen, het onderzoeks- bureau aanwijzen.
Indien uit het geluidsonderzoek mocht blijken dat de vloer of de vloerbedekking niet voldoet aan de in Artikel 29.1 vermelde norm, dan is de betreffende Eige- naar gehouden om voor eigen rekening en risico dusdanige voorzieningen te treffen dat de vloer alsnog aan de bedoelde norm voldoet.
Indien het niet mogelijk blijkt om de voorzieningen te treffen als bedoeld in Artikel 29.6, dan is de desbetreffende Eigenaar gehouden om voor eigen reke- ning en risico de vloer of vloerbedekking te verwijderen.
De uitvoering van dit Artikel vindt plaats zonder enige rechterlijke tussenkomst. De Eigenaars en Gebruikers mogen zonder toestemming van de Vergadering geen:
230008050/7415636.9
a. open vuur-/haardinstallaties aanleggen;
c. aquaria plaatsen met een inhoud van meer dan driehonderd (300) liter; en
d. geen andere dan recirculaire afzuigkappen gebruiken en/of de afvoer van droogmachines of verwarmingstoestellen aansluiten op kanalen die daar- toe niet bestemd zijn; en
x. xxxxxxx'x, hottubs of andere bassins plaatsen.
Het verzoek om toestemming voor de situaties bedoeld in Artikel 29.9.b, 29.9.c en 29.9.e dient door de betreffende Eigenaar of Gebruiker te worden voorzien van een technisch rapport waaruit blijkt dat de constructie van het Privé-ge- deelte de gewenste jacuzzi, hottub, het aquarium, het waterbed of anderszins kan dragen.
a. huisdieren te houden in de bergingen;
b. een koelkast, ijskast of diepvries danwel andere apparaten van dergelijke strekking te plaatsen in de berging.
Een Eigenaar die gerechtigd is tot de Stallingsgarage is bevoegd om aan het Bestuur te verzoeken om voor rekening en risico van die Eigenaar een oplaad- punt voor een elektrisch gedreven motorrijtuig te doen aanbrengen. Er is hierbij geen toestemming van de Vergadering benodigd. Het Bestuur is niet gehouden om aan dit verzoek gehoor te geven, tenzij de Vergadering vooraf goedkeuring heeft verleend (waarbij mede over de uitvoering en volledige vergoeding van de kosten overeenstemming is bereikt). Het betreffende oplaadpunt wordt door de Eigenaar aangebracht op de wijze als het Bestuur in redelijkheid wenst, mede gelet op (i) het gebruik van de Stallingsgarage door de overige Eigenaars en/of Gebruikers, (ii) de technische mogelijkheid om (meerdere) laadpalen aan te brengen en (iii) waarbij het laadpunt zoveel mogelijk:
a. gelijk dient te zijn aan de oplaadpunten die (eventueel) bij de bouw of na- dien worden dan wel zijn aangelegd:
b. wordt aangebracht binnen de begrenzing van het Privé-gedeelte (daaron- der mede begrepen: een muur die het Privé-gedeelte begrenst, het pla- fond boven het Privé-gedeelte en een kolom die direct naast het Privé- gedeelte staat);
c. wordt aangebracht door een ter zake van oplaadpunten erkende installa- teur op basis van een door hem opgesteld werkplan;
d. zodanig wordt aangebracht dat de kosten van het stroomverbruik ten laste komen van degene die van het oplaadpunt gebruik maakt. Het oplaadpunt dien te worden aangesloten op het in gebruik zijnde laad management systeem en het elektriciteitsverbruik zal worden doorbelast aan de betref- fende Eigenaar;
230008050/7415636.9
e. bij gebruik niet leidt tot beperking van de beschikbare energie voor andere
apparatuur van de Eigenaars, anders dan de overige oplaadpunten; tech- nische oplossingen ter voorkoming dat het oplaadpunt leidt tot uitval en/of storing van andere apparatuur die door de Eigenaars wordt gebruikt, ko- men gelijkelijk voor rekening van de Eigenaars ten behoeve van wie een oplaadpunt is of op enig moment wordt aangebracht;
f. door de Eigenaar voor zijn rekening en risico in goede staat te worden onderhouden; en
g. voldoet aan de eventueel in een Huishoudelijk Reglement opgenomen voorschriften.
De extra administratiekosten van de Vereniging in verband met een oplaadpunt komen ten laste van de Eigenaar ten behoeve van wie het betreffende oplaad- punt is aangebracht.
Een Eigenaar die voornemens is een oplaadpunt te doen aanbrengen, doet daarvan mededeling aan het Bestuur onder overlegging van het werkplan.
Alvorens de Eigenaar bevoegd is het oplaadpunt te installeren, dient de opstal- verzekeraar voor de installatie toestemming te verlenen. Een verhoging van de premie die verband houdt met het gebruik van het oplaadpunt komt voor reke- ning van de betreffende Eigenaar.
Nadat het oplaadpunt is geïnstalleerd dient de Eigenaar aan het Bestuur een certificaat of garantiedocument te overleggen waaruit blijkt dat het oplaadpunt conform de daarvoor geldende voorschriften is geïnstalleerd.
Wanneer het oplaadpunt blijvend niet meer wordt gebruikt, dient degene die op dat moment tot het betreffende Appartementsrecht gerechtigd is dit mede te delen aan het Bestuur. Het Bestuur is alsdan gerechtigd het oplaadpunt en de daarbij behorende kabels en leidingen en overige werken op eerste verzoek van het Bestuur voor rekening en risico van de betreffende Eigenaar te verwij- deren.
De toestemming van het Bestuur als bedoeld in Artikel 29.11 is niet vereist ten aanzien van laadpalen die aanwezig zijn bij oplevering.
De ten tijde van de bouw van de Stallingsgarage aangebrachte laadpalen die (mogelijk) in strijd met het hiervoor dit Artikel 29 bepaalde zijn aangelegd, die- nen te worden geduld.
Zodra de betreffende situatie na het verlijden van de Akte wordt vernieuwd, dient die nieuwe situatie met het hiervoor in dit Artikel bepaalde in overeen- stemming te worden gebracht.
Bij Huishoudelijk Reglement:
230008050/7415636.9
a. kunnen nadere en/of afwijkende regelingen worden opgenomen en het in Artikel 29 bepaalde van overeenkomstige toepassing worden verklaard op (toekomstige) vergelijkbare of andersoortige voorzieningen ten behoeve van voertuigen;
b. kunnen nadere eisen, voorwaarden en regels worden gesteld ten aanzien van de in dit Artikel 29 bedoelde werken, voorzieningen en installaties, alsmede ten aanzien van het aanbrengen, in stand houden, gebruiken, onderhouden en verwijderen van die werken, voorzieningen en installa- ties. In het Huishoudelijk Reglement kan worden bepaald dat de bevoegd- heid tot het stellen van eisen, voorwaarden en regels als bedoeld in dit Artikel 28 wordt gedelegeerd aan het Bestuur;
c. kan worden bepaald dat het bepaalde in een of meer leden van dit Artikel 29 van overeenkomstige toepassing is op andere werken, voorzieningen of installaties die een vergelijkbaar doel dienen. In dat geval is het be- paalde in Artikel 29 van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de werken en installaties waarop de betreffende leden van dit Artikel 29 van overeenkomstige toepassing is verklaard. In het Huishoudelijk Reglement kan worden bepaald dat de bevoegdheid om een of meer leden van dit Artikel 29 van overeenkomstige toepassing te verklaren, worden gedele- geerd aan het Bestuur.
Artikel 30. Opslag gevaarlijke stoffen
Opslag van andere dan voor normaal huishoudelijk gebruik bestemde (brand)gevaarlijke, ontplofbare dan wel verontreinigende stoffen en/of materi- alen is niet geoorloofd, tenzij er schriftelijke toestemming van het Bestuur is verkregen. Het Bestuur is nooit verplicht om toestemming te verlenen maar kan deze toestemming slechts verlenen zover (i) deze opslag geschiedt in speciaal daartoe ingerichte opslagkluizen/tanks (ii) het opslaan als zodanig en de wijze van opslag niet in strijd is met de geldende regelgeving en (iii) deze opslag in verband met de verzekering tijdig is gemeld bij de verzekeraar.
De extra verschuldigde premie voor de opstalverzekering als gevolg van het hebben en houden van deze hiervoor bedoelde stoffen is voor rekening van de desbetreffende Eigenaar.
Artikel 31. Onderhoud Privé-gedeelten. Gedoogverplichtingen. Diversen
230008050/7415636.9
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht zijn Privé-gedeelte voor eigen reke- ning behoorlijk te onderhouden. Tot dat onderhoud behoort met name herstel, vernieuwing en vervanging van het schilder-, behang- en tegelwerk, het onder- houd van de plafonds en van de afwerklagen van de vloeren met uitzondering van de balkons, het stucwerk en de privé binnendeuren (waaronder begrepen
hang- en sluitwerk), het schoonhouden en ontstoppen van alle sanitair en lei- dingen met uitzondering van de leidingen als bedoeld in Artikel 11.1.n. Tot dat onderhoud behoort tevens het schilderwerk van die zijden van deuren en raam- kozijnen inclusief ramen als bedoeld in Artikel 12.1 (ii) onder c die zich in ge- sloten toestand aan de binnenzijde van het Privé-gedeelte bevinden.
Het bepaalde in Artikel 26.2 geldt onverkort.
Iedere Eigenaar en Gebruiker dient er voor zorg te dragen dat de Gemeen- schappelijke Gedeelten die zich in zijn Privé-gedeelte bevinden te allen tijde goed bereikbaar zijn.
De Eigenaars en Gebruikers zullen in voorkomend geval over en weer gedogen dat in geval van calamiteiten gebruik wordt gemaakt van hun Privé-gedeelte teneinde te kunnen vluchten via de zich in het Gebouw bevindende vluchtrou- tes.
De Eigenaars en de Gebruikers zijn verplicht een bestuurder of de door het Bestuur aan te wijzen personen toegang tot zijn Privé-gedeelte te verschaffen, wanneer dit voor de vervulling van de taak van het Bestuur noodzakelijk is.
Indien wordt besloten tot vervanging of tot herstel van dakbedekking onder de terrassen en/of de balkons die behoren tot een Privé-gedeelte, dient de betref- fende Eigenaar het daarop aanwezige beloopbaar oppervlak (zoals betegeling, vlonders of kunstgras) voor eigen rekening te verwijderen en te herstellen. De betreffende Eigenaar heeft, in afwijking van Artikel 31.4, in dat geval geen recht op schadevergoeding.
In het geval van schade aan het Privé-gedeelte van de Commerciële Ruimten, welke schade is ontstaan door 'het groendak' gelegen op het dak van de Com- merciële Ruimten, is de Vereniging verplicht deze schade te vergoeden. De Eigenaar van de Commerciële Ruimten mag zelfstandig opdracht geven tot het uitvoeren van werkzaamheden aan het groendak indien:
a. dit noodzakelijk is om dringend gevaar af te wenden; of
b. dit noodzakelijk is om grotere schade te voorkomen.
230008050/7415636.9
Glasschade in of aan een Privé-gedeelte komt voor rekening van iedere be- trokken Eigenaar en Gebruiker indien en voor zover er geen verzekering be- staat in de zin van Artikel 19 of de bestaande verzekering de schade niet ver- goedt. Indien en voor zover wel een zodanige verzekering bestaat, draagt het
Bestuur zorg voor de reparatie.
Indien bij de oplevering een doorgang aanwezig is (al dan niet als vluchtweg) in een Privé-gedeelte ten behoeve van een ander Privé-gedeelte dan dient de betreffende Eigenaar en/of Gebruiker in geval van calamiteiten over en weer vrije doorgang te verlenen aan de Eigenaar en/of Gebruiker van dat andere Privé-gedeelte.
De Eigenaar en/of Gebruikers van het appartementsrecht met indexnummer 2 (Stallingsgarage) zijn verplicht te gedogen dat de Eigenaars en Gebruikers van het appartementsrecht met indexnummer 1 (Woningen) op de voor de Eigenaar en/of Gebruiker van het appartementsrecht met indexnummer 2 (Stallingsga- rage) minst bezwarende wijze gebruik maakt van de paden c. q. wegen om te komen van en te gaan naar de fietsenstalling gelegen op laag min één (-1) van de Stallingsgarage, maar behorende tot het Privé-gedeelte van de Eigenaars en Gebruikers van de appartementsrechten met indexnummer 2 (Stallingsga- rage).
De Eigenaar en/of Gebruikers van het appartementsrecht met indexnummer 1 (Woningen) zijn verplicht te gedogen dat de Eigenaars en Gebruikers van het appartementsrecht met indexnummer 3 (Commerciële Ruimten) op de voor de Eigenaar en/of Gebruiker van het appartementsrecht met indexnummer 1 (Wo- ningen) minst bezwarende wijze gebruik maakt van de trap naar Ginebra 2 alsmede de entree van Ginebra 2 om te komen van en te gaan naar de Stal- lingsgarage, maar behorende tot het Privé-gedeelte van de Eigenaars en Ge- bruikers van de appartementsrechten met indexnummer 1 (Woningen).
De Eigenaar en/of Gebruikers van het appartementsrecht met indexnummer 1 (Woningen) en indexnummer 2 (Stallingsgarage) zijn verplicht te gedogen dat de Exploitant casu quo haar personeel, opdrachtnemers of leveranciers op de voor Eigenaar en/of Gebruiker van het appartementsrecht met indexnummer 1 (Woningen) en indexnummer 2 (Stallingsgarage) op de minst bezwarende wijze gebruik maakt van de paden c.q. wegen, de liften en de trappen en/of daken, behorend tot het Privé-gedeelte van de Eigenaars en Gebruikers met indexnummer 1 (Woningen) en indexnummer 2 (Stallingsgarage). Deze ver- plichting geldt alleen voor zover van belang voor het gebruik, onderhoud en eventuele vervanging van het Bron Systeem, Zonnepanelen en/of Warmte- pompen en zoals nader uiteengezet in het ORVO Bron Systeem, de ORVO Zonnepanelen en de ORVO Warmtepompen.
Artikel 32. Collectieve voorzieningen
230008050/7415636.9
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht de collectieve voorzieningen en de bijbehorende leidingen en overige werken als bedoeld in Artikel 11.1 te gedo- gen in tact te laten, toegankelijk te houden, niet te beschadigen en schoon te houden, alsmede het onderhoud, reparatie en eventuele vervanging daarvan
toe te staan en te gedogen, ook indien en voor zover deze collectieve voorzie- ningen, bijbehorende leidingen en overige werken later met toestemming of krachtens besluit van de Vergadering zijn aangebracht.
Het is een Eigenaar en Gebruiker van een Privé-gedeelte verboden wijzigingen aan te brengen aan het Bron Systeem. Indien de Exploitant gerechtigd is tot één of meer van de Zonnepanelen en/of één van de Warmtepompen op basis van een (onder)opstalrecht, is het een Eigenaar en Gebruiker verboden om zonder toestemming van de Exploitant wijzigingen aan te brengen aan die be- treffende Zonnepanelen en/of de Warmtepompen. Indien een Eigenaar één van de Zonnepanelen en/of één van de Warmtepompen heeft gekocht van de Exploitant is het gerechtigd om wijzigingen aan te brengen aan die betreffende Zonnepanelen en/of Warmtepompen.
Het is de Eigenaar en Gebruiker verboden afzuigkappen en de afvoer van droogmachines aan te sluiten op kanalen die daartoe niet bestemd zijn.
Voor iedere Eigenaar en Gebruiker van een Privé-gedeelte dat is aangesloten op een centrale mechanische afzuiginstallatie geldt het volgende:
a. de Eigenaar en Gebruiker mag geen wijziging aanbrengen in het be- staande systeem van de mechanische afzuiging in het Privé-Gedeelte; en
b. de apparatuur voor de mechanische ventilatie in alle Privé-gedeelten mag slechts worden gewijzigd door personen of bedrijven die daartoe van het Bestuur opdracht hebben gekregen.
Een Eigenaar of Gebruiker moet de voorzieningen die bij de oplevering in een Privé-gedeelte aanwezig zijn ten behoeve van een ander Privé-gedeelte te ge- dogen en daartoe op het verzoek van het Bestuur redelijkerwijs toegang verle- nen.
Alle zich in het Privé-gedeelte bevindende voorzieningen die zijn bestemd ten behoeve van een ander Privé-gedeelte, zijn en blijven voor rekening en risico van de Eigenaar van het Appartementsrecht ten behoeve waarvan deze voor- zieningen bestemd zijn.
Artikel 33. Risico
Schade aan een Privé-gedeelte, met uitzondering van schade aan de zich daarin bevindende Gemeenschappelijke Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken, is voor rekening en risico van de betrokken Eigenaar.
Het in Artikel 33.1 bepaalde geldt niet voor schade die veroorzaakt is door een gebeurtenis die buiten het betrokken Privé-gedeelte heeft plaatsgehad. In dat geval komt de schade aan het Privé-gedeelte voor rekening en risico van de Eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is. Voor glasschade in of aan een Privé-gedeelte geldt het bepaalde in Artikel 31.9.
230008050/7415636.9
Schade aan de zich in de Privé-gedeelten bevindende Gemeenschappelijke
Gedeelten en/of Gemeenschappelijke Zaken is voor rekening en risico van de Eigenaars gezamenlijk, onverminderd hun verhaal op degene die voor de schade aansprakelijk is.
Artikel 34. Tot de Privé-gedeelten behorende tuinen en andere buitenruimten De tot de Privé-gedeelten behorende (dak-)terrassen en balkons mogen uit- sluitend als zodanig worden gebruikt en hierop mogen geen zware plantenbak- ken/bouwsels, bassins (waaronder mede begrepen een jacuzzi, hottub of an- derszins), aarde en dergelijke worden aangebracht die het draagvermogen van die (dak-)terrassen, het onderliggende dak en balkons overtreffen, zulks ter voorkoming van schade aan de (dak-)terrassen, balkons, plafonds en daken. Tevens mogen op de (dak-)terrassen en balkons geen beplantingen worden aangebracht, waarvan men redelijkerwijs kan verwachten dat na volgroeiing alsnog het draagvermogen wordt overschreden of dat die beplanting dusdanig
uitgroeit dat de lichtinval in een ander Privé-gedeelte wordt belemmerd. Dit artikel is niet van toepassing op de gevelbegroeiing en de plantenbakken die aan de buitenzijde van het balkon bij de bouw zijn aangebracht alsmede de in de betreffende plantenbakken aanwezige planten zoals deze aanwezig zijn bij de oplevering van het Gebouw of wanneer deze planten of heesters en plan- tenbakken nadien ter vervanging zijn aangebracht.
Het is niet geoorloofd zonder toestemming van de Vergadering opgaand hout, bomen, beplantingen en/of erfafscheidingen of anderszins op het (dak-)terras, het balkon dan wel een andere buitenruimte te hebben waardoor het uitzicht van de andere Eigenaars of Gebruikers en het ontvangen van licht en lucht door de ramen en openingen van het Gebouw zouden worden belemmerd, ten- zij deze aanwezig zijn bij de oplevering van het Gebouw of wanneer deze plan- ten of heesters nadien ter vervanging zijn aangebracht. Evenmin is het geoor- loofd zonder deze toestemming auto's, caravans, schuurtjes, bergingen, kasten, tenten en dergelijke in de tuin dan wel op het (dak-)terras of het balkon dan wel een andere buitenruimte te plaatsen.
Het is niet geoorloofd om zonder toestemming van de Vergadering op een (dak-)terras, een balkon dan wel in of op een andere buitenruimte behorend tot het Privé-gedeelte in een houtkachel of op andere wijze een vuur te stoken. Tenzij het Huishoudelijk Reglement anders bepaalt, valt het barbecueën op houtskool, gas of elektriciteit niet onder dit verbod.
230008050/7415636.9
Indien wordt besloten tot vervanging of tot herstel van dakbedekking onder de terrassen en/of de (al dan niet inpandige) balkons die behoren tot een Privé -
gedeelte, dient de betreffende Eigenaar het daarop aanwezige beloopbaar op- pervlak (zoals betegeling, vlonders of kunstgras) voor eigen rekening te ver- wijderen en te herstellen. De betreffende Eigenaar heeft, in afwijking van Arti- kel 31.4, in dat geval geen recht op schadevergoeding.
Ten tijde van de bouw van het Gebouw aangelegde (groen)voorzieningen en met dit Artikel 34.1 tot en met 34.3 strijdige situaties worden, indien zij niet illegaal zijn, geduld. Het in dit Artikel 34 bepaalde is na verwijdering, vervan- ging of vernieuwing van de in dit Artikel 34 bedoelde zaken en/of beplanting, onverkort op de nieuwe situatie van toepassing.
Schade, alsmede vervolgschade, aan de afwerklaag en/of de daaronder gele- gen waterkerende laag/lagen, alsmede vervolgschade aan andere bouwdelen die veroorzaakt is door onoordeelkundig gebruik door een Eigenaar of Gebrui- ker van een balkon, patio, loggia of terras, komt voor rekening van de Eigenaar van het Privé-gedeelte waarvan het betreffende balkon, de betreffende patio, de betreffende loggia of het betreffende terras deel uitmaakt.
Het is de Eigenaar en Gebruiker van de Woningen en de Commerciële Ruimten niet toegestaan het tot hun Privé-gedeelte behorende terras zodanig te gebrui- ken, daarop (bouw)werken op te richten dan wel voorzieningen, speeltoestellen of (al dan niet diepwortelende) beplantingen en dergelijke te plaatsen of aan te leggen, dat mogelijk de wind- en/of waterdichtheid van het dak van de Stal- lingsgarage of de waterkerende laag wordt verminderd of redelijkerwijs ver- wacht kan worden dat deze wordt verminderd, of op andere wijze mogelijk schade zou kunnen worden toegebracht aan het dak van de Stallingsgarage, de waterkerende laag of de ondergelegen Privé-gedeelte(n), dan wel dat door zodanig gebruik van het Privé-gedeelte afbreuk wordt gedaan aan het aanzicht van het Gebouw, tenzij aanwezig bij oplevering of nadien ter vervanging zijn aangebracht.
Indien door toedoen, anders dan krachtens normaal gebruik, van de Eigenaar
of Gebruiker van de Woningen en de Commerciële Ruimten schade als hier- voor bedoeld ontstaat, zullen de kosten van herstel voor rekening van de (des- betreffende) Eigenaar en Gebruiker komen.
De Eigenaars en Gebruikers zijn verplicht om het Plein en de groenvoorzienin- gen (inclusief plantenbakken) op een uniforme wijze te onderhouden en in stand te houden op de wijze zoals het Plein en de groenvoorzieningen (inclu- sief plantenbakken) als onderdeel van de eerste aanleg/inrichting is/zijn aan- gebracht. Het is de taak van de Vereniging om een uniforme uitstraling te be- waken en te behouden.
230008050/7415636.9
Het Plein mag uitsluitend als zodanig worden gebruikt met inachtneming van de van toepassing zijnde gemeentelijke verordeningen en overige publiekrech-
telijke regelingen. Het bepaalde in Artikel 34.1 is van overeenkomstige toepas- sing, met dien verstande dat het bepaalde in deze artikelen geldt voor alle Ei- genaars en Gebruikers. Voorts mag er op het Plein en op de eventueel daarin gelegen Privé-gedeelten geen plantenbak met beplanting worden geplaatst of neergelegd waardoor de lichtopbrengst voor de naastgelegen andere Privé - gedeelten wordt belemmerd of waardoor men, ingeval van een plantenbak met beplanting redelijkerwijs kan verwachten dat na volgroeiing alsnog de lichtop- brengst voor de belendende Privé-gedeelten wordt belemmerd, tenzij aanwe- zig bij oplevering of nadien ter vervanging zijn aangebracht. Voorts mag er op het Plein en op de eventueel daarin gelegen Privé-gedeelten geen plantenbak met beplanting worden geplaatst of neergelegd waardoor de geluids- en/of warmte isolerende werking van het onderliggende dak wordt verminderd waar- door men, ingeval van een plantenbak met beplanting, redelijkerwijs kan ver- wachten dat na volgroeiing alsnog de geluids- en/of warmte isolerende werking van het onderliggende dak wordt verminderd.
De Eigenaars en Gebruikers mogen in overleg met de Vereniging van Eige-
naars de plantenbakken op het Plein wel verplaatsen.
Voor de toepassing van dit artikel wordt als het Plein aangemerkt: het Plein boven de Stallingsgarage vanaf (derhalve exclusief) de waterkerende laag.
Artikel 35. Toestemming bedoeld in Artikel 28, Artikel 29, Artikel 30 en Artikel 34
Aan het verlenen van een toestemming als bedoeld in de Artikelen 28.1, 28.3.b,
28.3.c en 28.3.d, Artikel 29, Artikel 30 en Artikel 34 kunnen voorwaarden wor- den verbonden. Toestemmingen kunnen worden gewijzigd en ingetrokken.
De in de Artikelen 28.1, 28.3.b, 28.3.c en 28.3.d, Artikel 29, Artikel 30 en Artikel 34 bedoelde toestemmingen mogen niet op onredelijke gronden worden ge- weigerd, gewijzigd of worden ingetrokken noch kunnen aan het verlenen daar- van onredelijke voorwaarden worden verbonden.
Artikel 36. Nadere regeling in het Huishoudelijk Reglement
Het in Artikel 29 tot en met Artikel 34 bepaalde kan bij Huishoudelijk Reglement nader worden geregeld.
H. Het door een Eigenaar zelf in gebruik nemen van zijn Privé-gedeelte Artikel 37. Gebruik Privé-gedeelte door Eigenaar/Gebruiker
Iedere Eigenaar en Gebruiker heeft het recht op het uitsluitend gebruik van zijn Privé-gedeelte.
De Eigenaars en Gebruikers van de Woningen zijn verplicht om de planten die zich bevinden in de gemeenschappelijke plantenbakken die aan de buitenzijde van het balkon bij de bouw zijn aangebracht water te geven en te verzorgen, voor zover dit mogelijk is.
230008050/7415636.9
Een Eigenaar behoeft geen toestemming om, met zijn eventuele huisgenoten,
zijn Privé-gedeelte in gebruik te nemen of om een tot dusver niet tot zijn huis- genoten behorend persoon bij zich te doen inwonen.
I. Het in gebruik geven door een Eigenaar van zijn Privé-gedeelte aan een Gebruiker
Artikel 38. Ingebruikgeving Privé-gedeelte
Een Eigenaar wordt geacht aan het in de vorige zin bepaalde te hebben vol- daan indien de in de vorige zin bedoelde verklaring van de Gebruiker is opge- nomen in de overeenkomst waarbij het Privé-gedeelte met inbegrip van het medegebruik van de Gemeenschappelijke Ruimten en Gemeenschappelijke Zaken aan de Gebruiker is verhuurd of op andere wijze in gebruik is gegeven en een kopie of een uittreksel van deze overeenkomst in drievoud aan het Be- stuur ter hand is gesteld en deze drie kopieën of uittreksels door het Bestuur voor gezien zijn ondertekend.
In afwijking van het bepaalde in de vorige zin kan het Bestuur met een Eigenaar als hiervoor in dit Artikel bedoeld ook andere afspraken maken ter waarborging van het belang dat degene die het gebruiksrecht uitoefent gebonden is aan de bepalingen van het Reglement en het eventuele Huishoudelijk Reglement, en aan eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128, lid 1 BW, voor zover die op een Gebruiker betrekking hebben.
Van de in Artikel 38.1 bedoelde door het Bestuur voor gezien getekende drie exemplaren van de verklaring respectievelijk drie kopieën of uittreksels van de overeenkomst behoudt het Bestuur er één en geeft hij de andere twee af aan de Eigenaar respectievelijk de Gebruiker.
Het Bestuur houdt een register van Gebruikers aan waarin is opgenomen welke Gebruikers op grond van het bepaalde in Artikel 38.1 gebonden zijn aan het Reglement en het eventuele Huishoudelijk Reglement, alsmede aan eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128, lid 1 BW, voor zover die op een Gebruiker betrekking hebben. Het Bestuur zal dit register aanhouden in overeenstem- ming met de toepasselijke wet- en regelgeving op het gebied van privacy en data bescherming.
230008050/7415636.9
De in Artikel 38.1 bedoelde verklaring wordt geacht ook betrekking te hebben
op besluiten en bepalingen die na die verklaring worden genomen respectie- velijk vastgesteld, tenzij een beroep op die besluiten en bepalingen jegens de Gebruiker in strijd zou zijn met de redelijkheid en billijkheid. Artikel 5:128, lid 2 BW is van toepassing.
Het bepaalde in de voorgaande leden van dit Artikel is niet van toepassing op Gebruikers ten tijde van de totstandkoming van de Splitsing, tenzij de kanton- rechter op de voet van artikel 5:128, lid 2 BW anders beslist.
Het Bestuur stelt de Gebruiker op de hoogte van iedere aanvulling of verande- ring van het Reglement of het eventuele Huishoudelijk Reglement, alsmede van eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 BW. Indien op grond van het bepaalde in Artikel 38.7 het in Artikel 38.1 en 38.2 bepaalde niet van toepas- sing is, zal de Eigenaar van het betreffende Appartementsrecht de Gebruiker op de hoogte stellen van iedere aanvulling of verandering van het Reglement of het eventuele Huishoudelijk Reglement, alsmede van eventuele regels als bedoeld in artikel 5:128 BW.
Niettegenstaande de ingebruikgeving van een Privé-gedeelte aan een ander, blijft de Eigenaar aansprakelijk voor de verplichtingen die uit het Reglement en het eventuele Huishoudelijke Reglement voortvloeien en voor de gedragingen van de Gebruiker van zijn Privé-gedeelte, onverminderd het bepaalde in Artikel
46. De Eigenaar en de Gebruiker kunnen gezamenlijk schriftelijk of per e-mail aan het Bestuur mededelen dat de door de Eigenaar verschuldigde definitieve en voorschotbijdragen door de Gebruiker zullen worden voldaan, onvermin- derd de verplichtingen van de Eigenaar tot betaling.
Voor de periode dat een Belegger of Toegelaten Instelling Eigenaar is van één of meer Appartementsrechten, is het bepaalde in Artikel 38.1 en Artikel 38.2 niet van toepassing op het (de) Appartementsrecht(en) van zo'n Eigenaar.
Artikel 39. Borgtocht Gebruiker
230008050/7415636.9
Voormelde borgtocht strekt zich slechts uit tot verplichtingen van de betrokken Eigenaar die opeisbaar worden na het tijdstip waarop per aangetekende brief door het Bestuur aan de Gebruiker is medegedeeld dat de Vereniging van de in Artikel 39.1 bedoelde bevoegdheid gebruik maakt. De Gebruiker is uit hoofde van de hier bedoelde borgtocht per maand nimmer meer verschuldigd dan een bedrag gelijk aan de geschatte maandelijkse huurwaarde van het betreffende Privé-gedeelte.
Voor de periode dat een Belegger of Toegelaten Instelling Eigenaar is van één of meer Appartementsrechten, is het bepaalde in Artikel 39.1 en Artikel 39.2 niet van toepassing op het (de) Appartementsrecht(en) van zo'n Eigenaar.
Artikel 40. Ontruiming Gebruiker en onbevoegde
Een Eigenaar, niet zijnde een Belegger of Toegelaten Instelling, is verplicht er voor zorg te dragen dat zijn Privé-gedeelte niet betrokken wordt door een Ge- bruiker die de in Artikel 38.1 bedoelde verklaring of overeenkomst niet gete- kend heeft.
De Gebruiker die zonder de in Artikel 38 bedoelde verklaring getekend te heb- ben of zonder de in Artikel 39 bedoelde verplichting te zijn nagekomen een Privé-gedeelte betrokken heeft dan wel in gebruik houdt, kan door het Bestuur worden verwijderd en hem kan het gebruik van de Gemeenschappelijke Ruim- ten en Gemeenschappelijke Zaken worden ontzegd.
Indien iemand zonder enige titel een Privé-gedeelte betrokken heeft, neemt het Bestuur tijdig alle noodzakelijke maatregelen die kunnen leiden tot ontruiming van het Privé-gedeelte. Ook de Eigenaar is verplicht tot het nemen van maat- regelen tot ontruiming.
Het Bestuur gaat niet tot ontruiming over dan nadat het de betrokkene tot ont- ruiming heeft aangemaand.
Aan de betrokkene kan in ieder geval het gebruik van de Gemeenschappelijke Ruimten en Gemeenschappelijke Zaken worden ontzegd.
De kosten van ontruiming als bedoeld in dit Artikel en alle overige kosten die het Bestuur in dit verband moet maken, zijn voor rekening van de betreffende Eigenaar.
Artikel 41. Ondergebruik
Artikel 38, Artikel 39 en Artikel 40 zijn van overeenkomstige toepassing op de Gebruiker die zijn rechten ontleent aan een andere Gebruiker.
J. Ontzegging van het gebruik van een Privé-gedeelte Artikel 42. Ontzegging gebruik Privé-gedeelte
Aan de Eigenaar die zelf het recht van gebruik uitoefent en die:
a. de bepalingen van het Reglement, het eventuele Huishoudelijk Regle- ment, de eventuele regels bedoeld in artikel 5:128 BW of besluiten van de Vergadering niet nakomt of overtreedt;
b. zich schuldig maakt aan onbehoorlijk gedrag jegens andere Eigenaars en/of Gebruikers;
c. door zijn aanwezigheid in het Gebouw aanleiding geeft tot ernstige ver- storing van de rust in het Gebouw;
d. zijn financiële verplichtingen jegens de Vereniging niet nakomt;
230008050/7415636.9
kan door de Vergadering een waarschuwing worden gegeven dat, indien hij
ondanks deze waarschuwing een of meer van de genoemde gedragingen ver- richt of voortzet, de Vergadering kan overgaan tot de in Artikel 42.2 bedoelde maatregel.
Worden een of meer van de in Artikel 42.1 bedoelde gedragingen nogmaals gepleegd of worden deze voortgezet, dan kan de Vergadering besluiten tot ontzegging van het gebruik van het Privé-gedeelte dat aan de Eigenaar toe- komt alsmede van het medegebruik van de Gemeenschappelijke Ruimten en Gemeenschappelijke Zaken. Deze ontzegging van het (mede)gebruik laat on- verlet dat de betreffende Eigenaar de verplichtingen voortvloeiende uit de wet, het Reglement, het eventuele Huishoudelijke Reglement, de eventuele regels bedoeld in artikel 5:128 BW en de besluiten van de Vergadering dient na te leven.
De Vergadering besluit niet tot het geven van een waarschuwing of tot ontzeg- ging van het gebruik dan na verhoor of behoorlijke oproeping van de Eigenaar. De oproeping geschiedt tegelijkertijd met de bijeenroeping van de Vergadering, en wel bij deurwaardersexploot of aangetekende brief met vermelding van de gerezen bezwaren. De Eigenaar kan zich ter vergadering doen vertegenwoor- digen of doen bijstaan door een raadsman.
De in dit Artikel bedoelde besluiten moeten worden genomen met overeenkom- stige toepassing van de Artikelen 57.5 en 57.6.
De in dit Artikel bedoelde besluiten worden door het Bestuur bij aangetekende brief ter kennis gebracht van de betreffende Eigenaar en van de houder(s) van het/de op zijn Appartementsrecht rustende hypotheekrecht(en). De besluiten vermelden de gronden die tot de maatregel hebben geleid.
Een besluit tot ontzegging van het hierboven bedoelde gebruik mag niet eerder ten uitvoer worden gelegd dan na verloop van een maand na verzending van de kennisgeving als bedoeld in Artikel 42.5. Beroep op de rechter ingevolge artikel 5:130 BW schorst de tenuitvoerlegging van het genomen besluit, tenzij de rechter anders bepaalt.
Indien een Eigenaar zijn Privé-gedeelte in gebruik heeft gegeven aan een Ge- bruiker, is het in de vorige leden bepaalde op de Gebruiker van toepassing wanneer deze een gedraging verricht als bedoeld in Artikel 42.1 of indien hij niet voldoet aan de financiële verplichtingen voortvloeiende uit de door hem gestelde borgtocht.
230008050/7415636.9
Indien een Ondereigenaar of de gebruiker van diens privé-gedeelte een gedra- ging verricht als bedoeld in Artikel 42.1 kan de Vergadering besluiten dat de vergadering van Ondereigenaars tegenover diegene die de overtreding begaan heeft een besluit tot ontzegging van het gebruik als in Artikel 42.1 bedoeld moet nemen. De betreffende vergadering van Ondereigenaars is in dat geval ver- plicht een zodanige maatregel te nemen met toepassing van het in dit Artikel
bepaalde.
Het in dit Artikel bepaalde geldt eveneens ten aanzien van een Gebruiker die zijn rechten ontleent aan een andere Gebruiker.
Een besluit tot ontzegging van het gebruik van het Privé-gedeelte laat onverlet de verplichtingen van de desbetreffende Eigenaar en/of Gebruiker die voort- vloeien uit de wet, het Reglement en het Huishoudelijk Reglement.
K. Overdracht Appartementsrecht. Vestiging en overdracht beperkte rech- ten
Artikel 43. Overdracht
Een Appartementsrecht kan worden overgedragen. Onder overdracht is in dit Artikel mede begrepen een levering ten titel van verdeling.
a. hetgeen de Eigenaar op de dag van overdracht aan de Vereniging schul- dig is ter zake van de voorschotbijdragen en definitieve bijdragen als be- doeld in respectievelijk de Artikelen 15.2 en 16.3, die in het lopende of het voorafgaande Boekjaar opeisbaar zijn geworden of nog zullen worden;
b. hetgeen de Eigenaar op de dag van overdracht aan de Vereniging schul- dig is ter zake van de extra voorschotbijdragen als bedoeld in Artikel 57.7 die in het lopende of het voorafgaande Boekjaar opeisbaar zijn geworden of nog zullen worden;
c. de schulden van de Vereniging uit hoofde van door de Vereniging aange- gane overeenkomsten van geldlening waarvoor de Eigenaar op de dag van overdracht aansprakelijk is, en het aandeel van de Eigenaar daarin;
d. de omvang van het Reservefonds en het aandeel daarin van de Eigenaar; en
e. de andere schulden van de Vereniging dan die bedoeld in dit Artikel 43.2 onder c.
230008050/7415636.9
De oude en de nieuwe Eigenaar zijn jegens de Vereniging hoofdelijk aanspra- kelijk voor de met betrekking tot het overgedragen Appartementsrecht ver- schuldigde voorschotbijdragen en definitieve bijdragen als bedoeld in de Arti- kelen 15.2 en 16.3 en de extra (voorschot-)bijdragen als bedoeld in Artikel 57.7,
Het Bestuur zorgt ervoor dat alle overeenkomsten die op naam staan van de gezamenlijke Eigenaars mede komen te staan op naam van de nieuwe Eige- naar en niet langer op naam staan van de oude Eigenaar.
Indien de Vereniging voor de eigendomsovergang een financiële bijdrage ver- schuldigd is aan de Beheerder, komt deze ten laste van de oude Eigenaar.
De eventuele informatiekosten en toetredingskosten, die slechts mogen dienen ter dekking van de gemaakte kosten, komen ten laste van de nieuwe Eigenaar.
Artikel 44. Vruchtgebruik en recht van gebruik en/of bewoning
Op een Appartementsrecht kan een recht van vruchtgebruik en een recht van gebruik en/of bewoning worden gevestigd.
Het bepaalde in Artikel 43 is van overeenkomstige toepassing bij de vestiging, overdracht en het einde van het recht van vruchtgebruik.
Na de vestiging van het recht van vruchtgebruik moet de vruchtgebruiker daar- van onverwijld schriftelijk of per e-mail mededeling doen aan het Bestuur. De mededeling houdt tevens in of hij dan wel de Eigenaar bevoegd is tot uitoefe- ning van het stemrecht.
230008050/7415636.9
Het in Artikel 44.2 tot en met 44.5 bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij de vestiging en het einde van een recht van gebruik en/of bewoning.
Artikel 45. Rechten van erfpacht en opstal
Een Eigenaar is bevoegd om zonder medewerking van de andere Eigenaars en beperkt gerechtigden een recht van erfpacht en/of een recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW te vestigen.
De Eigenaar die een recht van erfpacht en/of een recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW heeft gevestigd, blijft aansprakelijk voor de gezamenlijke schulden en de aan de gezamenlijke Eigenaars en/of de Vereniging verschul- digde bijdragen.
Van het bepaalde in de vorige zin kan bij de akte van vestiging niet worden afgeweken. Bij de akte van vestiging kan desgewenst worden bepaald dat, en zo ja in hoeverre, de gerechtigde tot het door de Eigenaar gevestigde recht van erfpacht en/of recht van opstal naast de Eigenaar hoofdelijk aansprakelijk is voor de ter zake van het Appartementsrecht verschuldigde bijdragen.
In geval van vestiging van het recht van erfpacht worden de krachtens de wet, de Akte en het Huishoudelijk Reglement aan de Eigenaar toekomende be- voegdheden, waaronder het stemrecht, uitgeoefend door de erfpachter, tenzij in de akte van vestiging van het recht van erfpacht anders is bepaald.
De vestiging van het recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW laat onverlet dat de bevoegdheden die een Eigenaar krachtens de wet, de Akte en het eventuele Huishoudelijk Reglement kan uitoefenen, waaronder het aan het Appartementsrecht verbonden stemrecht, door de Eigenaar worden uitgeoe- fend, tenzij in de akte van vestiging van het opstalrecht anders is bepaald.
Na de vestiging van een recht van erfpacht en/of recht van opstal als bedoeld in artikel 5:118a BW moet de beperkt gerechtigde daarvan onverwijld schrifte- lijk of per e-mail mededeling doen aan het Bestuur. De mededeling houdt te- vens in of de erfpachter respectievelijk de gerechtigde tot het opstalrecht dan wel de Eigenaar bevoegd is tot uitoefening van het stemrecht.
L. Overtredingen Artikel 46. Overtredingen
Het Bestuur ziet ten behoeve van de Eigenaars en Gebruikers toe op nakoming door een Eigenaar of door een Gebruiker van de wet, het Reglement, het Huis- houdelijk Reglement en de besluiten van de Vergadering. Bij overtreding of niet-nakoming door een Eigenaar of Gebruiker van de wet, het Reglement of het Huishoudelijk Reglement of van een besluit van de Vergadering, zal het Bestuur de betreffende Eigenaar of Gebruiker een schriftelijke waarschuwing doen toekomen per aangetekende brief en hem wijzen op de overtreding of niet-nakoming.
230008050/7415636.9
voor zodanige overtredingen of niet-nakoming is bepaald, onverminderd de ge- houdenheid van de betreffende Eigenaar of Gebruiker tot schadevergoeding, zo daartoe termen aanwezig zijn en onverminderd de andere maatregelen, die de Vergadering kan nemen krachtens de wet of het Reglement. Behoudens andersluidend besluit van de Vergadering bedraagt het maximum van een een- malige boete vijfhonderd euro (€ 500,--) en bedraagt een dagboete eenhonderd vijftig euro (€ 150,--), met een maximum van vijfduizend euro (€ 5.000,--).
De te verbeuren boeten komen ten bate van de Vereniging.
Indien het bedrag van de boete niet binnen veertien dagen nadat de boete is opgelegd wordt voldaan, is Artikel 17.1 van overeenkomstige toepassing.
Voor de toepassing van dit Artikel wordt een Ondereigenaar gelijkgesteld aan een Eigenaar.
M. Oprichting van de Vereniging en vaststelling van de statuten van de Ver- eniging
I. Algemene bepalingen
Artikel 47. De Vereniging
Hierbij wordt de Vereniging opgericht. De Vereniging heeft de navolgende sta- tuten.
De Vereniging is genaamd: [●] en kan mede handelen onder de naam [●]. [NB: de naam van de Vereniging zal later worden vastgesteld. In de naam van de Vereniging moet het adres van het gebouw vermeld zijn en eventueel een verkorte naam]
De Vereniging is gevestigd te Schiedam.
230008050/7415636.9
Ter bereiking van haar doel kan de Vereniging een Appartementsrecht of een ander registergoed in eigendom verkrijgen en dit hypothecair verbinden tot ze- kerheid voor (een) door haar aan te gane geldlening(en). De Vereniging is be- voegd het in de vorige zin bedoelde Appartementsrecht of ander registergoed aan de Eigenaars of aan derden over te dragen of in gebruik te geven en te bezwaren met beperkte rechten. De Vereniging is bevoegd toe te treden tot een of meer organen van een stichting of een andere rechtspersoon die tot doel heeft het houden van een opstalrecht of ander (zakelijk) recht of enige andere installatie die het Gebouw of een deel daarvan voorziet van warmte en/of koude of anderszins van nut is. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot de in de vorige volzinnen bedoelde rechtshandelingen tenzij de Vergadering
besloten heeft alle of enkel specifiek in dat besluit omschreven rechtshande- lingen van de Vereniging ten aanzien van aan de Vereniging toebehorende registergoederen aan de voorafgaande goedkeuring van de Vergadering te on- derwerpen.
De Vereniging is bevoegd, na verkregen goedkeuring van de Vergadering, de Eigenaars te vertegenwoordigen terzake van beheers- en beschikkingshande- lingen ten aanzien van de Gemeenschap, daaronder, maar niet uitsluitend, be- grepen (i) het vestigen, aanvaarden of wijzigen van kwalitatieve verplichtingen, kettingbedingen of andere bijzondere lasten en beperkingen ten behoeve of ten laste van de Grond en/of de Gebouwen, (ii) het aanvaarden of wijzigen van beperkte rechten met uitzondering van het vestigen van beperkte rechten als omschreven in Artikel 47.4 waarvoor geen toestemming van de Vergadering benodigd is. De Vereniging wordt daarbij vertegenwoordigd door het Bestuur. De Vereniging kan vergunningen die betrekking hebben op het Gebouw en/of de Grond, alsmede de exploitatie daarvan, aanvragen en op naam houden.
Het Bestuur draagt zorg voor naleving van de registratieverplichtingen die uit de wet voortvloeien.
Artikel 48. Financiële middelen van de Vereniging
De gelden van het Reservefonds worden gedeponeerd op een afzonderlijke betaalrekening of spaarrekening als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, ten name van de Vereniging. Met inachtneming van het be- paalde in Artikel 14.8 kan van de vorige volzin slechts worden afgeweken bij besluit van de Vergadering, genomen met een meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de Eigenaars toekomt, of door middel van het ten behoeve van de bijdragen verstrekken van een bankgarantie ten name van de Vereniging.
De Vergadering kan met inachtneming van het bepaalde in Artikel 57.5 beslui- ten tot belegging van de gelden van het Reservefonds, welke belegging dient te geschieden met inachtneming van algemeen aanvaarde bedrijfseconomi- sche eisen op beleggingsgebied als rentabiliteit, solvabiliteit en risicospreiding en dient te zijn afgestemd op het doel van het Reservefonds.
230008050/7415636.9
Over de gelden van het Reservefonds kan slechts worden beschikt door het Bestuur ter uitvoering van een daartoe strekkend besluit van de Vergadering.
Betalingen ten laste van het Reservefonds ter uitvoering van een dergelijk be- sluit kunnen slechts plaatsvinden door twee gezamenlijk handelende perso- nen, die daartoe door de Vergadering zijn aangewezen.
Opheffing van het Reservefonds is niet mogelijk anders dan bij opheffing van de Splitsing.
De Vereniging is bevoegd om in het kader van het beheer van de Gemeen- schappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken een overeenkomst van geldlening aan te gaan. Een besluit tot het aangaan van een geldlening dient te worden genomen met inachtneming van het bepaalde in Artikel 57.5 en 57.6. Indien de Vergadering besluit dat de Vereniging een geldlening aangaat, dient gelijktijdig te worden vastgesteld voor welk doel de geldlening wordt aange- gaan.
Indien het Reglement niet voorziet in andere aandelen, is iedere Eigenaar je- gens de financier aansprakelijk conform zijn in Artikel 8.1 bedoelde breukdeel. De Eigenaars zijn onderling en jegens de Vereniging bijdrageplichtig voor de aandelen waarvoor zij jegens de financier aansprakelijk zijn.
Artikel 49. Boekjaar
Het Boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. In geval van Ondersplitsing dient het Boekjaar van de Vereniging van Ondereigenaars gelijk te zijn aan het Boek- jaar.
II. De Vergadering
Artikel 50. Aanleidingen tot het bijeenroepen van de Vergadering; de Voorzitter Jaarlijks wordt, binnen zes (6) maanden na afloop van het Boekjaar, een ver- gadering gehouden, de jaarvergadering. In deze jaarvergadering legt het Be- stuur, overeenkomstig het bepaalde in Artikel 16.2, de Jaarrekening ter goed- keuring voor aan de Vergadering en brengt het Bestuur een mondeling of schriftelijk Jaarverslag uit. De Vergadering kan, in afwijking van de eerste zin van dit Artikel 50.1, besluiten om de termijn te verlengen waarbinnen de Jaar- rekening ter goedkeuring dient te worden voorgelegd en het Jaarverslag dient te worden uitgebracht. In dat geval wordt, binnen de daartoe door de Vergade- ring vastgestelde termijn, een extra vergadering bijeengeroepen ter goedkeu- ring van de Jaarrekening en ter uitbrenging van het Jaarverslag.
Na goedkeuring van de Xxxxxxxxxxxx besluit de Vergadering over het al dan niet verlenen van décharge aan het Bestuur voor het gevoerde beleid voor zo- ver dat blijkt uit de Jaarrekening. Indien en voor zover de Vergadering het Be- stuur geen décharge verleent, zal de Vergadering aangeven en in de notulen van de vergadering doen vastleggen ten aanzien van welke onderdelen van het door het Bestuur gevoerde beleid décharge wordt onthouden.
230008050/7415636.9
Vergaderingen worden voorts gehouden zo dikwijls het Bestuur of de Voorzitter dit nodig acht, en daarnaast indien een aantal stemgerechtigden dat tezamen
tenminste tien procent (10%) van het totaal aantal stemmen kan uitbrengen dit schriftelijk of per e-mail verzoekt aan het Bestuur.
De Vergadering benoemt al dan niet uit de stemgerechtigden de Voorzitter. Voor de eerste maal kan de benoeming van de Voorzitter bij de Akte geschie- den.
Tenzij bij de benoeming anders is bepaald wordt de Voorzitte r voor onbepaalde tijd benoemd. Hij kan te allen tijde door de Vergadering worden ontslagen.
Indien het Bestuur uit meer dan één persoon bestaat, kunnen de functies van voorzitter van het Bestuur en Voorzitter in één persoon verenigd zijn. In dat geval worden alle bepalingen in het Reglement of een eventueel Huishoudelijk Reglement die een machtiging van het Bestuur door de Voorzitter voorschrij- ven voor niet geschreven gehouden.
Artikel 51. De vergadering: procedurevoorschriften
De oproeping ter vergadering van de stemgerechtigden vindt schriftelijk plaats met een termijn van tenminste vijftien (15) dagen, de dag van oproeping en die van vergadering daaronder niet gerekend. De oproeping kan ook elektronisch worden verzonden naar het door de stemgerechtigden opgegeven e-mailadres. In geval van een schriftelijke oproeping, die niet wordt verzonden naar het e- mailadres, wordt deze verzonden naar de werkelijke of, in overeenstemming met art. 1:15 BW, de gekozen woonplaats van de stemgerechtigde. Bij de op- roeping worden gevoegd de agenda en de daarbij behorende vergaderstukken alsmede de plaats en het tijdstip van de vergadering. Elke stemgerechtigde is bevoegd tot uiterlijk zeven (7) dagen voor de vergadering aan het Bestuur door middel van een schriftelijke kennisgeving waaronder in ieder geval begrepen per e-mail onderwerpen op de agenda te laten plaatsen. Het Bestuur is in dat geval verplicht onverwijld de overige stemgerechtigden hiervan in kennis te stellen.
230008050/7415636.9
In geval van Ondersplitsing worden de in dit Artikel 51.2 vermelde termijnen verdubbeld.
Een niet op de agenda geplaatst voorstel kan uitsluitend in behandeling worden genomen indien alle stemgerechtigden, al of niet ter vergadering aanwezig, hun goedkeuring daartoe hebben gegeven.
Alle ter vergadering aanwezige stemgerechtigden zijn verplicht een presentie- lijst te tekenen. Deze presentielijst is bepalend voor het quorum. Een gevol- machtigde tekent de presentielijst namens de volmachtgever.
Van het verhandelde in de vergadering worden, tenzij hiervan een notarieel proces-verbaal wordt opgemaakt, onderhandse notulen gehouden, die moeten worden ondertekend door de Voorzitter (dan wel de persoon die vanwege de afwezigheid van de Voorzitter op grond van Artikel 50.5 de leiding van de ver- gadering had) en het Bestuur en worden vastgesteld in dezelfde of de eerst- volgende vergadering.
Het Bestuur zendt schriftelijk of per e-mail aan iedere Eigenaar voor de eerst- volgende de vergadering de notulen dan wel concept-notulen toe.
Artikel 52. Stemrecht
Stemgerechtigd zijn de Eigenaars. Bij erfpacht, vruchtgebruik of recht van ge- bruik en/of bewoning komt het stemrecht toe aan de beperkt gerechtigde, tenzij bij de vestiging van het recht anders is bepaald. Bij het recht van opstal blijft het stemrecht bij de Eigenaar, tenzij bij de vestiging van dat recht anders is bepaald.
Het totaal aantal stemmen bedraagt achttienduizend achthonderdnegentien (18.819) en iedere Eigenaar kan het aantal stemmen uitbrengen dat gelijk is aan de teller van het tot dat Appartementsrecht behorende aandeel in de Ge- meenschap.
Indien het stemrecht toekomt aan een beperkt gerechtigde kan deze het aantal stemmen uitbrengen dat blijkens de Akte kan worden uitgebracht door de Ei- genaar van het Appartementsrecht waarop het beperkte recht rust.
De Vergadering kan in geval van Ondersplitsing besluiten het aantal uit te bren- gen stemmen te verveelvoudigen, doch slechts onder handhaving van de on- derlinge stemverhouding tussen de Eigenaars als in de Akte is bepaald.
In geval van Ondersplitsing zal het stemrecht dat ter zake van het in de Onder- splitsing betrokken Appartementsrecht kan worden uitgebracht, worden uitge- bracht door het bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars.
230008050/7415636.9
De Ondereigenaars zijn bevoegd de vergadering bij te wonen. Uitsluitend het bestuur van de Vereniging van Ondereigenaars is bevoegd om in de vergade- ring het woord te voeren.
Een Eigenaar is niet bevoegd zijn stem uit te brengen over onderwerpen ter zake waarvan de financiële gevolgen niet (mede) te zijner lasten (gaan) komen. Voor de periode dat een Belegger of Toegelaten Instelling Eigenaar is van alle Appartementsrechten, is het bepaalde in Artikel 52.6 niet van toepassing ten aanzien van de Belegger of Toegelaten Instelling.
Artikel 53. Stemrecht mede-Eigenaars
Indien een Appartementsrecht, anders dan als gevolg van Ondersplitsing, aan meer Eigenaars dan wel beperkt gerechtigden toekomt, kan het aan dat Ap- partementsrecht verbonden stemrecht in een vergadering door slechts één van die Eigenaars respectievelijk beperkt gerechtigden dan wel door een derde, daartoe schriftelijk of per e-mail aangewezen, worden uitgeoefend.
Indien zij over hun vertegenwoordiging ter vergadering niet tot overeenstem- ming kunnen komen, is de meest gerede van hen bevoegd de kantonrechter te verzoeken een van hen of een derde aan te wijzen als vertegenwoordiger.
Artikel 54. Bevoegdheden ter vergadering
53.1. Indien de Eigenaar een recht van erfpacht, recht van opstal, recht van vruchtgebruik of recht van gebruik en/of bewoning heeft verleend en het stem- recht aan de beperkt gerechtigde toekomt, heeft de betreffende Eigenaar zelf geen recht om te stemmen.
Een bestuurder kan niet als gevolmachtigde van een stemgerechtigde optre- den.
230008050/7415636.9
Iedere stemgerechtigde en gevolmachtigde is bevoegd zich te doen vergezel- len van een jurist of een accountant die ter vergadering het woord mag voeren. De stemgerechtigden kunnen hun stemrecht uitoefenen door middel van een door de Vergadering gekozen elektronisch communicatiemiddel, mits de stem- gerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentifi- ceerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter Vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. De Vergadering kan bepalen dat bovendien is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan deelnemen aan de beraadslaging.
Stemmen die voorafgaand aan de vergadering, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die vergadering, via het door de Vergadering bepaalde elek- tronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, worden gelijkgesteld met ten tijde van de vergadering uitgebrachte stemmen. De Vergadering kan nadere voorwaarden stellen voor het gebruik van het elektronisch communicatiemid- del.
Artikel 55. Voorschriften inzake het stemmen
Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verwor- pen. Indien bij stemming over personen geen van hen de volstrekte meerder- heid der uitgebrachte stemmen verkrijgt, wordt herstemd tussen de twee per- sonen die de meeste stemmen hebben verkregen. Indien meer dan twee personen de meeste stemmen verkregen hebben, wordt door loting uitgemaakt welke twee van hen voor herstemming in aanmerking komen.
Indien het grootste aantal stemmen slechts door één persoon is verkregen doch geen sprake is van een volstrekte meerderheid, zal opnieuw worden ge- stemd tussen die persoon en de persoon die een aantal stemmen verkregen heeft dat het dichtst bij het grootste aantal stemmen ligt. Indien meerdere per- sonen in laatst bedoelde situatie verkeren, zal door het lot worden beslist wie van hen voor het opnieuw stemmen in aanmerking komt. Bij deze tweede stem- ming is diegene gekozen die de meeste stemmen verkregen heeft, terwijl in geval van stakende stemmen het lot beslist.
Met een besluit van de Vergadering staat gelijk een voorstel, waarmee alle stemgerechtigden schriftelijk, per e-mail of per door de Vergadering gekozen elektronisch communicatiemiddel hebben ingestemd.
Artikel 56. Vernietiging van een besluit van de Vergadering
Besluiten zijn vernietigbaar conform het bepaalde in de artikelen 2:15 en 5:130 BW. De bevoegdheid om vernietiging van een besluit te verzoeken vervalt door verloop van een maand, welke termijn begint met de aanvang van de dag vol- gende op de dag waarop de belanghebbende van het besluit kennis heeft ge- nomen of daarvan kennis heeft kunnen nemen.
230008050/7415636.9
Artikel 57. Besluiten over beheer en onderhoud
De Vergadering beslist over het beheer van de Gemeenschappelijke Gedeel- ten en de Gemeenschappelijke Zaken, voor zover de beslissing hierover op grond van Artikel 57.2 niet aan het Bestuur toekomt.
Bij het nemen van een dergelijk besluit zal de Vergadering in het Huishou- delijk Reglement opnemen:
- over welke onderwerpen;
- voor het nemen van welke met name te vermelden besluiten; en
- tot welke bedragen,
de betreffende Eigenaar(s) bevoegd zijn en welke bepalingen van het Re- glement op zodanige besluiten van overeenkomstige toepassing zijn.
De Vergadering bepaalt tevens het aantal stemmen dat ieder van de Ei- genaars bij het nemen van besluiten als hiervoor bedoeld kan uitbrengen, en legt dat vast in het Huishoudelijk Reglement.
Op de vergaderingen van de betreffende Eigenaars en het nemen van besluiten zijn de regels van het Reglement over de wijze van oproeping ter vergadering, besluitvorming en dergelijke van overeenkomstige toe- passing. Een op grond van dit Artikel 57.1 onder a door de desbetreffende Eigenaar(s) genomen besluit staat gelijk met een besluit van de Vergade- ring. Het in de eerste zin van dit Artikel 57.1 onder a bedoelde besluit van de Vergadering kan te allen tijde door de Vergadering worden gewijzigd of ingetrokken. Zodanige intrekking vindt steeds plaats indien één van de stemgerechtigden daarom verzoekt.
De beslissing over het onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken die ingevolge Artikel 10.2.a en 10.2.b voor re- kening komen van de gezamenlijke Eigenaars berust bij het Bestuur, onver- minderd het bepaalde in Artikel 62.2.
Het Bestuur kan geen onderhoudswerkzaamheden opdragen die niet op de vastgestelde begroting voorkomen, tenzij het daartoe vooraf door de Vergade- ring is gemachtigd.
230008050/7415636.9
De Vergadering beslist met inachtneming van eventuele architectenrechten, over de kleur van het buitenverfwerk alsmede over de kleur van het verfwerk van de gedeelten van het Gebouw en de voorzieningen als bedoeld in Artikel 11 die aanwezig zijn in de Gemeenschappelijke Ruimten en waarvan de kosten ingevolge de Akte voor rekening komen van de gezamenlijke Eigenaars, daar-
onder begrepen het verfwerk aan de deuren naar de Privé-gedeelten voor zo- ver het betreft de zijde daarvan die – wanneer de deur gesloten is – zichtbaar is vanuit de Gemeenschappelijke Ruimten of vanaf de buitenzijde van het Ge- bouw.
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de besluiten van de Vergadering. Lijdt hij als gevolg hiervan schade dan wordt deze hem door de Vereniging vergoed.
Besluiten van de Vergadering tot:
a. het doen van buiten het in Artikel 10.2.a en 10.2.b bedoelde onderhoud vallende uitgaven;
b. het doen van een uitgave ten laste van het Reservefonds, voor zover deze niet is voorzien in het vastgestelde Meerjarenonderhoudsplan;
c. het aangaan van een overeenkomst tot gebruik als bedoeld in Artikel 21.3;
d. het toestaan van (kortdurende) verhuur als bedoeld in Artikel 28.3 onder 28.3.b;
e. ontzegging van een Privé-gedeelte als bedoeld in Artikel 42.2;
f. het beleggen van gelden als bedoeld in Artikel 48.4 van het Reservefonds;
g. het vaststellen van een drempelbedrag als bedoeld in dit Artikel 57.5 on- der i;
h. het vaststellen, aanvullen of wijzigen van het Huishoudelijk Reglement;
i. het aangaan van verplichtingen, al dan niet voortvloeiend uit een duur- overeenkomst, waaronder begrepen een overeenkomst van geldlening, met een financieel belang die in totaal een bedrag van vijfduizend euro (€ 5.000,--) dan wel aan ander, door de Vergadering vastgesteld drempel- bedrag te boven gaan;
230008050/7415636.9
In het in de laatste zin van Artikel 57.5 bedoelde geval wordt een tweede ver- gadering uitgeschreven, te houden niet vroeger dan vijftien (15) dagen en niet
later dan zes (6) weken na de eerste vergadering. In geval van een Ondersplit- sing worden deze termijnen verdubbeld.
In de oproeping tot deze vergadering wordt mededeling gedaan dat de ko- mende vergadering een tweede vergadering is als in de vorige zin bedoeld. In deze tweede vergadering kan over de aanhangige onderwerpen een besluit met twee derden meerderheid worden genomen, ongeacht het aantal stemmen dat op deze tweede vergadering kan worden uitgebracht.
Indien door de Vergadering overeenkomstig het in de Artikelen 57.5 en 57.6 bepaalde tot het doen van een uitgave wordt beslo ten, wordt tevens de even- tuele extra (voorschot-)bijdrage bepaald, die de Eigenaars in verband met deze uitgave verschuldigd zijn. Een besluit tot het doen van een uitgave als bedoeld in Artikel 57.5 kan pas worden uitgevoerd wanneer de Vereniging over de daar- voor benodigde gelden beschikt.
Indien het in Artikel 57.5.j bedoelde besluit ziet op het aanbrengen van een installatie en het Reglement geen regeling bevat op basis waarvan kan worden vastgesteld in welke verhouding de Eigenaars bijdragen in de kosten van aan- brengen, onderhoud, herstel en vernieuwing van die installatie, geldt dat deze kosten ten laste van de Eigenaars komen naar rato van de breukdelen waar- voor zij tot de Gemeenschap gerechtigd zijn.
III. Het Bestuur
Artikel 58. Het Bestuur. Vertegenwoordiging Vereniging
Het Bestuur wordt gevormd door een oneven aantal van één of meer bestuur- ders. Met inachtneming hiervan bepaalt de Vergadering het aantal bestuur- ders. Als er een vacature is voor een bestuurder blijft het Bestuur bevoegd tot het uitvoeren van zijn taken.
Het Bestuur is bevoegd de Vereniging in en buiten rechte te vertegenwoordi- gen. Indien het Bestuur uit drie of meer bestuurders bestaat, kan de Vereniging ook door twee gezamenlijk handelende bestuurders worden vertegenwoordigd. Indien het Bestuur uit meer bestuurders bestaat, benoemt het uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester.
Bij gebreke van benoeming van een eerste Bestuur geldt/gelden degene(n) die tot Splitsing overgaat/overgaan als bestuurder(s).
Het Bestuur dient onverwijld de Vereniging, de bestuurders en de eventuele Beheerder die als gevolmachtigde van het Bestuur kan optreden alsmede wij- zigingen in het Bestuur of een Beheerder als hiervoor bedoeld te laten in- res- pectievelijk uitschrijven in het Handelsregister.
230008050/7415636.9
De bestuurders worden door de Vergadering voor onbepaalde tijd, al dan niet uit de leden van de Vereniging, benoemd en zij kunnen te allen tijde door de Vergadering worden geschorst en ontslagen.
Bij belet of ontstentenis van een bestuurder kan de Vergadering in diens ver- vanging voorzien.
Het Bestuur is belast met het besturen van de Vereniging, met inachtneming van het bepaalde in het Reglement en het eventuele Huishoudelijk Reglement. Voor zover het Reglement of het eventuele Huishoudelijk Reglement niet an- ders bepaalt dan wel de Vergadering niet anders besluit, draagt het Bestuur zorg voor de tenuitvoerlegging van de besluiten van de Vergadering en beheert het Bestuur de middelen van de Vereniging, met inachtneming van het be- paalde in Artikel 48. De Vergadering kan nadere regels vaststellen met betrek- king tot dit beheer.
Het Bestuur behoeft de machtiging van de Vergadering voor het instellen van en berusten in rechtsvorderingen of verzoekschriftprocedures, het aangaan van vaststellingsovereenkomsten, alsmede voor het verrichten van rechtshan- delingen en het geven van kwijtingen die een belang van een nader door de Vergadering vast te stellen bedrag te boven gaan. Zolang de Vergadering het bedoelde bedrag nog niet heeft vastgesteld, bedraagt dit bedrag vijfduizend euro (€ 5.000,--).
Het Bestuur behoeft geen machtiging om in een geding verweer te voeren, voor het nemen van conservatoire maatregelen en voor het voeren van incassopro- cedures.
Voor zover het nemen van spoedeisende maatregelen noodzakelijk is, is het Bestuur hiertoe zonder opdracht van de Vergadering bevoegd, met dien ver- stande dat het voor het aangaan van verbintenissen die een belang van vijf- duizend euro (€ 5.000,--) of een nader door de Vergadering vast te stellen an- der bedrag te boven gaan de machtiging nodig heeft van de Voorzitter.
Het Bestuur vergadert tenminste tweemaal per jaar en voorts zo dikwijls een bestuurder dat wenst.
Indien het Bestuur uit meer bestuurders bestaat geldt het volgende:
a. de oproepingstermijn voor een bestuursvergadering bedraagt tenminste vijf (5) dagen;
b. in de bestuursvergaderingen komt aan elke bestuurder één (1) stem toe;
d. in afwijking van het in dit Artikel 58.8 onder c bepaalde is de aanwezigheid van alle bestuurders vereist als de oproeping voor de bestuursvergadering niet of op te korte termijn heeft plaatsgevonden;
230008050/7415636.9
e. het Bestuur kan ook buiten de bestuursvergadering besluiten, mits alle
bestuurders schriftelijk of per e-mail instemmen met het voorstel.
Een bestuurder kan zijn stemrecht niet uitoefenen bij het nemen van besluiten waarbij rechten worden toegekend of verplichtingen worden kwijtgescholden aan hem, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn, anders dan in hun hoedanigheid van Eigenaar, of aan vennootschappen waarin hij, zijn echtgenoot, geregistreerd partner of bloedverwanten in de rechte lijn direct of indirect een meerderheidsbelang hebben.
Van het in de bestuursvergadering behandelde worden notulen gemaakt.
Artikel 59. Informatieverstrekking
Tot de in Artikel 59.1 vermelde boeken, registers en bescheiden die betrekking hebben op administratie en beheer behoren in ieder geval:
b. de agenda’s en notulen van de vergaderingen;
c. offertes, overeenkomsten en facturen die betrekking hebben op het voe- ren van het bestuur van de Vereniging en op het beheer van de Gemeen- schap;
x. xxxxxxxx, overeenkomsten en facturen met betrekking tot herstel of onder- houd van het Gebouw;
f. door de Vereniging met derden of met een Eigenaar aangegane overeen- komsten;
g. het register met de namen, adressen en woonplaatsen van de Eigenaars,
Gebruikers en stemgerechtigden; en
h. overheidsbeschikkingen en rechterlijke uitspraken.
230008050/7415636.9
Voor zover de boeken, registers en bescheiden persoonsgegevens bevatten,
worden deze persoonsgegevens geanonimiseerd, tenzij herleidbare verstrek- king daarvan gerechtvaardigd is.
Het Bestuur is niet bevoegd persoonsgegevens van een Eigenaar of Gebruiker aan anderen te verstrekken zonder toestemming van de betreffende Eigenaar of Gebruiker, ook al acht het Bestuur het gerechtvaardigd deze gegevens wel herleidbaar te verstrekken.
Het Bestuur voldoet aan de in dit Artikel genoemde verplichtingen indien het de in dit Artikel vermelde gegevens aan de Eigenaars beschikbaar stelt op een ten behoeve van de Vereniging samengestelde, uitsluitend door de Eigenaars te raadplegen, website.
Artikel 60. Register van Eigenaars en Gebruikers
Indien het Bestuur en/of de Beheerder een dergelijke kennisgeving niet heeft ontvangen, zal alle correspondentie worden verzonden naar het adres van het betreffende Appartementsrecht.
In alle gevallen waarin een Eigenaar voor de oproeping van de overige Eige- naars en overige stemgerechtigden in een juridische procedure de namen en adressen van de overige Eigenaars en stemgerechtigden verzoekt, worden hem deze door het Bestuur kosteloos en onverwijld ter beschikking gesteld.
Na ontvangst van de mededeling als bedoeld in Artikel 43.6 en na ontvangst van de verklaring of overeenkomst als bedoeld in Artikel 38.1 wordt het register door het Bestuur bijgewerkt.
Het Bestuur is verplicht, na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek van een notaris die is belast met de levering van een Appartementsrecht, zo spoe- dig mogelijk de hiervoor in Artikel 43.2 bedoelde verklaring af te geven.
Artikel 61. Boekhoud- en bewaarplicht
230008050/7415636.9
Het Bestuur is verplicht de in Artikel 61.1 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers als bedoeld in Artikel 59.2.a onder 59.2.a gedurende
de wettelijke termijn te bewaren, te rekenen vanaf de datum waarop de Jaar- rekening, waarop deze stukken betrekking hebben, door de Vergadering is vastgesteld. Het Bestuur is verplicht de in Artikel 61.1 bedoelde boeken, be- scheiden en andere gegevensdragers als nader omschreven in Artikel 59.2.c 59.2.d, 59.2.e, 59.2.f en 59.2.h waaraan door of tegen de Vereniging, de Eige- naars of derden rechten kunnen worden ontleend, te bewaren zolang de verja- ringstermijn voor de uitoefening van die rechten niet is verstreken.
Alle andere dan de in Artikel 61.2 bedoelde bescheiden en gegevensdragers van de Vereniging worden bewaard door het Bestuur tot de opheffing van de Splitsing en daarna door de bewaarder in overeenstemming met het daarover in de wet bepaalde.
Artikel 62. Administratie en Beheer
De Vergadering kan besluiten de administratie – waaronder dient te worden verstaan het ontvangen en (doen) incasseren van alle betalingen en het doen van alle uitgaven, het voeren van de boekhouding in de meest uitgebreide zin en het verstrekken van de nodige specificaties en opgaven aan Eigenaars, no- tarissen en het Bestuur – op te dragen aan een door haar aan te wijzen Be- heerder onder de voorwaarden als door haar met die Beheerder worden over- eengekomen.
IV. Raad van Commissarissen en commissies
Artikel 63. Raad van Commissarissen
De Vergadering is niet bevoegd een Raad van Commissarissen in te stellen.
Artikel 64. Commissies
Ontbreekt een Raad van Commissarissen, dan benoemt de Vergadering - al dan niet uit haar midden - jaarlijks een kascommissie, bestaande uit ten minste twee leden. Het lidmaatschap van de kascommissie is niet verenigbaar met de functie van bestuurder en die van Voorzitter.
230008050/7415636.9
De leden van de kascommissie onderzoeken de jaarrekening en brengen aan de Vergadering verslag van hun bevindingen uit. Het Bestuur is verplicht de kascommissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde in- lichtingen te verschaffen, en haar de boeken, bescheiden en andere gegevens- dragers van de Vereniging voor raadpleging ter beschikking te stellen. De werkwijze van de kascommissie kan nader bij Huishoudelijk Reglement worden
geregeld.
N. Huishoudelijk Reglement Artikel 65. Huishoudelijk Reglement
De Vergadering kan een Huishoudelijk Reglement vaststellen ter regeling van de volgende onderwerpen:
a. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Gemeenschappelijke Gedeelten en de Gemeenschappelijke Zaken;
b. het gebruik, het beheer en het onderhoud van de Privé-gedeelten;
c. de orde van de vergadering;
d. de instructie aan het Bestuur;
e. de werkwijze, de taak en de bevoegdheid van de Commissies;
f. het behandelen van klachten;
g. regels ter voorkoming van onredelijke hinder;
h. het gebruik van de Privé-gedeelten als bedoeld in Artikel 28.3.b en de eventuele voorwaarden waaronder dit is toegestaan;
i. de hoogte van de boetes als bedoeld in Artikel 46.2;
x. besluiten als bedoeld in Artikel 57.1 onder b en de uitwerking daarvan;
k. een kostenverdeling als bedoeld in Artikel 57.8;
x. xxxxxxxxx van de in het Reglement opgenomen drempelbedragen; en
m. al hetgeen overigens naar het oordeel van de Vergadering regeling be- hoeft, alles voor zover dit niet reeds in het Reglement is geregeld.
De regels als bedoeld in artikel 5:128 BW moeten in het Huishoudelijk Regle- ment worden opgenomen en daarvan deel uitmaken.
Bepalingen in het Huishoudelijk Reglement die in strijd zijn met de wet of het Reglement worden voor niet geschreven gehouden.
Kan op grond van het in de vorige zin bepaalde geen geldig besluit worden genomen, dan zal een nieuwe vergadering worden uitgeschreven. Artikel 57.5 is van overeenkomstige toepassing.
Het in Artikel 57.5 bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot verlening van ontheffing van het in het Huishoudelijk Reglement bepaalde. Bepalingen in een reglement die in strijd zijn met de wet of het Reglement worden voor niet geschreven gehouden.
O. Wijziging van de Akte Artikel 66. Wijziging van de Akte
230008050/7415636.9
In afwijking van het in Artikel 66.1 bepaalde kan een wijziging van de Akte ook geschieden met medewerking van het Bestuur, mits dit geschiedt krachtens een besluit van de Vergadering dat is genomen met een meerderheid van ten- minste vier vijfden van het totaal aantal stemmen dat aan de Eigenaars toe- komt.
In de oproeping tot de in Artikel 66.2 bedoelde vergadering moet worden ver- meld dat tijdens die vergadering een wijziging van de Akte zal worden voorge- steld, terwijl de tekst en/of de tekening van de voorgestelde wijziging bij de oproeping dient te worden gevoegd.
De termijn voor de oproeping tot de vergadering bedraagt ten minste veertien dagen.
Het bepaalde in de Artikelen 66.4 en 66.5 is niet van toepassing indien het besluit wordt genomen in een vergadering waarin alle stemgerechtigden aan- wezig zijn en het besluit met algemene stemmen wordt aangenomen.
Een Eigenaar die niet voor een besluit tot wijziging van de Akte heeft gestemd kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 5:140b BW in rechte vernietiging van het besluit vorderen.
De bevoegdheid om vernietiging te vorderen verjaart door verloop van drie maanden, welke termijn begint met de aanvang van de dag, volgende op die waarop het besluit door de Vergadering is genomen.
Een wijziging van de Akte behoeft de toestemming van hen die een beperkt recht op een Appartementsrecht hebben, van hen die daarop beslag hebben gelegd (tenzij het uitsluitend een wijziging van het Reglement betreft), als- mede, indien een recht van erfpacht of van opstal in de Splitsing is betrokken, van de grondeigenaar. Ook is toestemming nodig van de gerechtigden tot een erfdienstbaarheid, indien hun recht door de wijziging wordt verkort.
230008050/7415636.9
Een wijziging van de Akte kan uitsluitend geschieden bij een daartoe opge- maakte notariële akte, gevolgd door inschrijving van die akte in de openbare registers voor registergoederen. Indien de wijziging is gebaseerd op een be- sluit van de Vergadering als bedoeld in Artikel 66.2, wordt de notariële akte waarbij het Bestuur uitvoering geeft aan het besluit niet verleden voordat vast- staat dat dit besluit niet door de rechter kan worden vernietigd.
P. Opheffing van de Splitsing en ontbinding van de Vereniging Artikel 67. Opheffing Splitsing en ontbinding Vereniging
Opheffing van de Splitsing door de Eigenaars en ontbinding van de Vereniging kan uitsluitend geschieden bij notariële akte, gevolgd door inschrijving van die akte in de openbare registers voor registergoederen, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 5:143, lid 2 BW.
Q. Geschillenbeslechting Artikel 68. Geschillenbeslechting
Geschillen tussen een of meer Eigenaars onderling of tussen een of meer Ei- genaars en de Vereniging kunnen krachtens gezamenlijke keuze van de be- trokkenen bij het geschil aan een of meer deskundigen worden voorgelegd ter beslechting bij wege van arbitrage of bindend advies dan wel tot bemiddeling door mediation.
R. Indexering Artikel 69. Indexering
De in het Reglement vermelde bedragen worden jaarlijks herzien op basi s van het door het Centraal Bureau voor de Statistiek te Den Haag te publiceren prijsindexcijfer, te weten de totale consumentenprijsindex alle huishoudens, door vermeld Bureau vastgesteld op de meest recente tijdbasis. Bij de herzie- ning wordt het laatst geldende bedrag vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan het indexcijfer van het kalenderjaar voorafgaande aan dat waarin de herziening plaatsvindt en de noemer gelijk aan het indexcijfer van het aan dat kalenderjaar voorafgaande jaar. Bij discontinuering van vermeld indexcijfer zal een zoveel mogelijk vergelijkbaar indexcijfer worden gehan- teerd.
S. Energie opwekkingsinstallatie Artikel 70. Energie opwekkingsinstallatie
Iedere Eigenaar en Gebruiker is verplicht te gedogen dat – voor zover aanwe- zig – leidingen, voorzieningen en overige werken ten behoeve van het functio- neren van de Warmtepompen aanwezig zijn in, of lopen door, hun Privé-ge- deelte. Deze verplichting omvat tevens de verplichting om bedoelde leidingen, voorzieningen en overige werken intact te laten, toegankelijk te houden, niet te beschadigen en schoon te houden alsmede het onderhoud, reparatie en even- tuele vernieuwing daarvan toe te staan en te gedogen, een en ander zodat een ongestoorde levering van warmte en koude via de Warmtepompen en het Bron Systeem te allen tijde mogelijk is.
230008050/7415636.9
Het Bestuur bevoegd om, zonder voorafgaand besluit van de Vergadering, haar bevoegdheden uit te oefenen ten aanzien van:
a. het RVO Bron Systeem;
b. de RVO Zonnepanelen;
c. de RVO Warmtepompen;
d. het ORVO Bron Systeem;
e. de ORVO Zonnepanelen; en
f. de ORVO Warmtepompen,
(''Opstalrechten''), waaronder maar niet beperkt tot het vorderen van nakoming.
Het Bestuur is echter slechts bevoegd om de Opstalrechten integraal te beëin- digen na verkregen goedkeuring van de Vergadering. Het Bestuur is wel be- voegd de Opstalrechten afzonderlijk te beëindigen in overeenstemming met hetgeen in de betreffende opstalvoorwaarden en de daaraan ten grondslag lig- gende overeenkomsten is bepaald.
Beperkingen op de bevoegdheid van het Bestuur tot het aangaan van overeen- komsten namens de Vereniging gelden niet voor het aangaan en/of wijzigen van overeenkomsten ten aanzien van (i) het Bronsysteem, (ii) de Warmtepom- pen en (iii) de Zonnepanelen. Het Bestuur is daartoe dan ook zonder verdere besluitvorming door of machtiging van de Vergadering bevoegd, tenzij het Be- stuur de Opstalrechten integraal wenst te beëindigen.
Elke Eigenaar of Gebruiker is jegens de Exploitant verplicht om met de Exploi- tant een overeenkomst aan te gaan ten aanzien van de afname van de door de Exploitant te leveren warmte en koude, tenzij de Eigenaar besluit tot het kopen van één van de Warmtepompen.
T. Slotbepaling Artikel 71. Slotbepaling
Al het vorenstaande geldt voor zover bij een wettelijke regeling niet anders is bepaald.
In alle gevallen waarin dit Reglement niet voorziet, beslist de Vergadering. Het eerste boekjaar van de Vereniging eindigt op 31 december 2021.
De ingangsdatum van de eerste betaling van de verschuldigde voorschotbij- drage (het gehele maandbedrag) wordt vastgesteld door de Vergadering, doch zal niet later zijn dan één (1) maand voorafgaande aan het moment dat het eerste Privé-gedeelte en/of de Gemeenschappelijke Gedeelten wordt/worden opgeleverd.
230008050/7415636.9
In afwijking van het bepaalde in Artikel 50 wordt de eerst Vergadering gehou- den niet eerder dan drie (3) maanden en niet later dan één (1) maand vóór de oplevering van de Gemeenschappelijke Gedeelten en Gemeenschappelijke Zaken. Tijd en plaats van de eerste Vergadering zullen worden vastgesteld door het Bestuur.
Tot Voorzitter als bedoeld in Artikel 50.4 en Artikel 50.5 wordt hierbij Heem- bouw Ontwikkeling Wonen B.V. benoemd voor de periode tot en met de eerste Vergadering. In de Vergadering wordt een Voorzitter al dan niet uit de Eige- naars benoemd.
Met ingang van heden zal het Bestuur bestaan uit één bestuurder. Hierbij wordt Heembouw Ontwikkeling Wonen B.V. aangewezen als eerste bestuurder. In de eerste Vergadering zal een nieuw Bestuur worden benoemd door de Eige- naars.
Eventuele bepalingen in dit Reglement ingevolge waarvan het in gebruik ne- men van een Privé-gedeelte afhankelijk wordt gesteld van de toestemming van de Vergadering, zijn niet van toepassing op de eerste bewoners van het Ge- bouw.
Artikel 72. Volmacht, kettingbeding
Iedere Eigenaar verleent hierbij onherroepelijk volmacht aan (i) iedere mede- werker van Xxxxxxxx Coöperatief U.A., (ii) het Bestuur of (iii) een door het Be- stuur aan te wijzen gemachtigde om in overleg met het Bestuur dan wel met Heembouw Wonen B.V. (als ontwikkelaar) de Akte te wijzigen (waaronder be- grepen het Reglement en/of de Tekening aan te passen) indien de feitelijke bouwkundige situatie na voltooiing van het Gebouw afwijkt van de Akte of de Tekening. Wijziging van de breukdelen bedoeld in Artikel 8.1 op basis van de volmacht is alleen mogelijk indien en voor zover de aanpassing bewerkstelligt dat het breukdeel van een of meer Appartementsrechten respectievelijk On- derappartementsrechten nadien correspondeert met de werkelijke opper- vlakte(n), zoals in Artikel 8.2 bedoeld. Wijziging krachtens de volmacht in de aan een Appartementsrecht toe te rekenen service kosten, bijvoorbeeld in de kostentoerekening zoals bedoeld in Artikel 10.3 is slechts mogelijk als deze tot gevolg heeft dat Eigenaars die in dezelfde positie verkeren gelijk worden be- handeld.
Deze volmacht verloopt na verloop van twee (2) jaren nadat het laatste ge- deelte van het Gebouw is opgeleverd.
Van het voornemen tot wijziging of aanvulling en van het feit dat van de vol- macht gebruik gemaakt zal worden, zal de Eigenaar van te voren op de hoogte worden gesteld onder opgave van hetgeen er wordt gewijzigd en/of aangevuld. Iedere Eigenaar respectievelijk Ondereigenaar dient – vóórdat de hiervoor be- doelde periode van twee (2) jaar is verstreken – in de akte van levering waarbij een Appartementsrecht respectievelijk een Onderappartementsrecht wordt overgedragen, bij wijze van kettingbeding, zijn rechtsopvolger te verplichten om een gelijke volmacht als hiervoor omschreven te verlenen.
230008050/7415636.9
Indien een Eigenaar – vóórdat de hiervoor bedoelde periode van twee (2) jaar
Deze toestemming zal verlopen na verloop van twee (2) jaren nadat het laatste gedeelte van het Gebouw is opgeleverd.
Van het voornemen tot wijziging of aanvulling en van het feit dat van de vol- macht gebruik gemaakt zal worden, zal de beperkt gerechtigde van te voren op de hoogte worden gesteld onder opgave van hetgeen er wordt gewijzigd en/of aangevuld.
Iedere Eigenaar respectievelijk Ondereigenaar dient – vóórdat de hiervoor be- doelde periode van twee (2) jaar is verstreken – in de akte van vestiging van dat beperkte recht op een Appartementsrecht respectievelijk een Onderappar- tementsrecht te bedingen dat de beperkt gerechtige, bij wijze van kettingbe- ding, zijn rechtsopvolger te verplichten om een gelijke toestemming als hiervoor omschreven te verlenen.
SLOTVERKLARINGEN
A. Woonplaats
Ter zake van de uitvoering van deze Akte verklaart de Eigenaar hierbij woon- plaats te kiezen ten kantore van de bewaarder van deze Akte.
B. Volmacht
Van de volmachtverlening aan de comparant blijkt uit een onderhandse akte die aan deze akte is gehecht als Bijlage 2.
SLOT
De bij deze akte betrokken comparant is mij, notaris, bekend.
WAARVAN AKTE
wordt verleden te Amsterdam op de datum als in het hoofd van deze akte is vermeld. Na zakelijke opgave van de inhoud van deze akte en het geven van een toelichting daarop aan de comparant, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte te heb- ben kennisgenomen en met beperkte voorlezing in te stemmen.
230008050/7415636.9
Na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet is deze akte door de comparant en door mij, notaris, ondertekend om