BIJLAGE
BIJLAGE
Bijlage nr. 1 Overeenkomst
Tussen
de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), Sainctelettesquare 17 te 0000 Xxxxxxx, vertegenwoordigd door het College, waarvoor optreedt Xxxxxxxxxx XXXXXXXX, entiteitsverantwoordelijke Gezin,
enerzijds, en
de vzw Solidariteit voor het Gezin (0416.603.716), Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx 00, 0000 Xxxx, vertegenwoordigd door Xxxxx XXXXXXXXX, afgevaardigd bestuurder, hierna vermeld als de begunstigde organisatie,
anderzijds,
wordt overeengekomen wat volgt:
Hoofdstuk 1.- Opdrachten en doelstellingen
Artikel 1.- Relatie met de doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie
De begunstigde organisatie is door de Vlaamse Gemeenschap erkend als inrichtende macht voor:
- Centrum Kinderzorg en Gezinsondersteuning;
- STOP 4 – 7;
- Kinderdagverblijven.
De begunstigde organisatie verbindt er zich toe om aanvullend op haar Vlaamse opdrachten en voor het doelpubliek van de Vlaamse Gemeenschapscommissie – alle Brusselse Vlamingen en alle Brusselaars die wensen gebruik te maken van het Nederlandstalig netwerk - een bijdrage te leveren aan de realisatie van volgende doelstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie:
- opvoedingsondersteuning;
- brede jeugdhulp;
- lokaal sociaal beleid.
De begunstigde organisatie bouwt, in het kader van de realisatie van de doelstellingen en opdrachten, een structurele samenwerking uit met het Brusselse werkveld.
De begunstigde organisatie ontvangt van de Vlaamse Gemeenschapcommissie in het kader van deze overeenkomst geen middelen voor kinderopvang, maar onderschrijft voor dit aanbod de beleidsvisie, - doelstellingen en acties van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (Beleidsplan Gezin 2010-2014).
Artikel 2.- Te bereiken resultaten
A.Opvoedingsondersteuning:
Wat opvoedingsondersteuning (voorschoolse en basisschoolleeftijd) betreft, beoogt Solidariteit voor het Gezin volgende resultaten:
o Bestendigen en verder uitbouwen van een kwalitatief aanbod ter ondersteuning van gezinnen met kinderen en dit onder de vorm van groepswerkingen op plaatsen waar ouders regelmatig samenkomen. Enerzijds ondersteunt men ouders hier door het behandelen van een aantal thema’s (vraaggericht), anderzijds bevordert men aldus netwerking en ervaringsuitwisseling;
o Uitbouwen van een kwalitatief aanbod naar welzijnsorganisaties/scholen die groepswerkingen organiseren voor bepaalde doelgroepen van gezinnen;
o Bestendigen en verder uitbouwen van een kwalitatief aanbod op het niveau van individuele gezinnen waarbij een gezin rechtstreeks of onrechtstreeks opvoedingsvragen kan stellen, een advies kan ontvangen of gericht kan doorverwezen worden;
o Bestendigen en verder uitbouwen van een kwalitatief ondersteunend aanbod naar welzijnsorganisaties/scholen waarbij vragen over een individuele casus kunnen beantwoord worden, waarbij op maat van de organisatie of school een traject kan uitgewerkt en begeleid worden;
o Bestendigen en verder uitbouwen van vroegtijdige detectie en actief toeleiden naar gespecialiseerde aanbieders bij specifieke en problematische (hulp)vragen, met bijzondere aandacht voor problemen op het vlak van taal en ontwikkeling;
o Vanuit het organisatiebrede aanbod, inbegrepen in de opdrachten inzake lokaal sociaal beleid, op regelmatige basis en actief deelnemen aan het lokaal overleg opvoedingsondersteuning en een belangrijke partner zijn in de Opvoedingswinkel;
o Zich inschrijven in de beleidsvisie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (visietekst Opvoedingsondersteuning) en samenwerking uitbouwen met de lokale coördinator opvoedingsondersteuning;
Dit alles kadert onder operationele doelstelling 1.2 van het beleidsplan Gezin (2010-2014): De VGC zorgt voor een maximale toegankelijkheid van een gecoördineerd Nederlandstalig gezinsaanbod voor ouder t de actoren opvoedingsondersteuning om te komen tot een gecoördineerd aanbod dat zo dicht mogelijk bij de ouders wordt gebracht door de uitbouw van de Opvoedingswinkel.
B. Brede jeugdhulp: (niet in 2011)
Dit deel van de opdracht zal verder vorm krijgen in het kader van de jaarlijkse opvolggesprekken zoals bepaald in de overeenkomst.
o Mee werken aan de realisatie, over de organisaties en voorzieningen heen, van residentiële crisisopvang en een crisismeldpunt in Brussel, in functie van een 7/7- en 24/24-permanentie;
o Zich inschrijven in de beleidsvisie van de VGC (visietekst Brede Jeugdhulp in voorbereiding)
C. Lokaal sociaal beleid: (niet in 2011)
Dit deel van de opdracht zal verder vorm krijgen in het kader van de jaarlijkse opvolggesprekken zoals bepaald in de overeenkomst.
o de uitbouw van een onthaalpunt, overeenkomstig het beleidsplan Lokaal Sociaal Beleid (2011-2015) van de VGC
Artikel 3.- Meetindicatoren
De concrete meetindicatoren worden jaarlijks in overleg met de Vlaamse Gemeenschapscommissie opgemaakt na evaluatie van het werkingsverslag waarin volgende elementen opgenomen worden:
- het aantal en de aard van de activiteiten, werkingen en methodieken, waarbij zowel kwantitatieve als kwalitatieve aspecten van de werking in rekening worden gebracht;
- het aantal bereikte gezinnen en kinderen (0-12 jaar) opgesplitst naar leeftijd en afkomst (o.a. band met het Nederlandstalig onderwijs);
- de evolutie van de werking.
De mate waarin de beoogde resultaten gerealiseerd zijn en de vereiste verantwoording indien deze niet gerealiseerd zijn, zullen ook blijken uit: de jaarverslagen met inbegrip van het financieel verslag met overzicht van de gerealiseerde activiteiten, registratie van de gebruikers, de samenwerkingsverbanden.
Hoofdstuk 2.- Subsidie
Artikel 4.- Bedrag
Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie bepaalt binnen de perken van de goedgekeurde begroting en de middelen van het beleidsdomein Welzijn, Gezondheid en Gezin, entiteit Gezin,
de subsidie voor de periode 1 juli 2011 – 31 december 2011 op 80.000 EUR, en voor de periode 1 januari 2012 – 31 december 2015 jaarlijks op maximum 160.000 EUR. De jaarlijkse prioriteiten en de vaststelling van het subsidiebedrag worden bepaald in overleg met het College(lid).
Deze enveloppensubsidie is bedoeld voor de personele en andere werkingsmiddelen die de organisatie inzet voor het verwezenlijken van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen.
Artikel 5.- Betaling
De subsidie wordt trimestrieel uitbetaald aan de begunstigde organisatie door overschrijving op rekeningnummer 000-0000000-00. De betalingen gebeuren telkens in de eerste maand van elk trimester van het kalenderjaar. De betalingen van het derde en het vierde trimester worden verricht na ontvangst van de inhoudelijke en financiële verantwoording omschreven in artikel 8.
Artikel 6.- Verbintenis
De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe om de subsidie uitsluitend aan te wenden voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven opdrachten en doelstellingen.
Artikel 7. - Personeel
Het personeel dat presteert voor de realisatie van de in hoofdstuk 1 omschreven werking wordt aangesteld door de begunstigde organisatie, die als werkgever de verantwoordelijkheid draagt voor de te sluiten arbeidsovereenkomsten, het personeelsbeleid en de personeelsadministratie.
Dit personeel zal uitsluitend werken voor de opdrachten die in de werking kaderen.
De Vlaamse Gemeenschapscommissie kan geen waarborg geven voor de continuering van de in hoofdstuk 1 omschreven werking na 31 december 2015. De begunstigde organisatie moet de nodige maatregelen treffen om de opzeggingstermijn voor het personeel dat gefinancierd is met deze middelen, te eerbiedigen.
Hoofdstuk 3.- Inhoudelijke en financiële verantwoording
Artikel 8.- Verantwoordingsstukken
De verantwoording over de aanwending en besteding van de toegekende subsidie en het gebruik van middelen en diensten van de Vlaamse Gemeenschapscommissie omvat een inhoudelijke verantwoording en een financiële verantwoording.
De inhoudelijke verantwoording bestaat uit het aftoetsen van de behaalde resultaten aan de doelstellingen en opdrachten bepaald in hoofdstuk 1. Dit gebeurt middels een jaarlijks opvolggesprek tussen een afgevaardigde(n) van de administratie van de VGC en de afgevaardigde(n) van de organisatie.
De financiële verantwoording bestaat uit een opgave van de kosten die werden gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie werd toegekend en van de opbrengsten die in het kader van de activiteit zelf of uit andere bronnen werden verworven.
De administratie stelt voor de financiële verantwoording formulieren ter beschikking. Deze formulieren worden als bijlage aan de overeenkomst gevoegd en dienen verplicht gebruikt te worden.
De begunstigde organisatie zendt tevens de volgende documenten naar de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor 15 juni van elk jaar:
- een werkingsverslag en een evaluatie van het voorbije jaar
- de jaarrekening van het voorbije jaar
- de begroting van het lopende jaar
Artikel 9. - Boekhouding
De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren conform de wettelijke voorschriften ter zake.
Indien uit de jaarrekening blijkt dat de subsidietrekker een bedrag groter dan 100.000 EUR ontvangt van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, is de controle van een bedrijfsrevisor vereist. Het verslag van de bedrijfsrevisor wordt toegevoegd aan de verantwoording.
Artikel 10.- Reserves
Indien uit de financiële verantwoording blijkt dat er een financiële reserve wordt gevormd, zal deze reserve het voorwerp uitmaken van een evaluatie. Excessieve reserves kunnen in mindering gebracht worden van toekomstige subsidies, teruggevorderd worden of een herbestemming krijgen.
Hoofdstuk 4.- Toezicht en sancties
Artikel 11.- Toezicht
De administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie oefent toezicht uit over de aanwending van de subsidie. Dit toezicht brengt het recht met zich mee om de begunstigde organisatie te bezoeken en om kennis te nemen van alle stukken en bescheiden die met de uitoefening van dit toezicht verband houden.
De begunstigde organisatie verleent haar volle medewerking aan de uitoefening van dit toezicht en bezorgt, op eenvoudig verzoek, aan de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de stukken en bescheiden vermeld in dit artikel.
Artikel 12.- Sancties
De subsidie kan ambtshalve worden geschorst wanneer:
1. de subsidie wordt aangewend voor andere doelstellingen dan deze bepaald in deze overeenkomst;
2. de inhoudelijke en/of financiële verantwoording bedoeld in artikel 8 als onvoldoende wordt beoordeeld;
3. de voorgeschreven wettelijke voorschriften in het kader van het voeren van de boekhouding niet worden nageleefd;
4. onjuiste of bedrieglijke informatie werd verstrekt;
5. het toezicht bedoeld in artikel 11 werd verhinderd.
In deze gevallen kan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie de toegekende en uitbetaalde subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de begunstigde organisatie van verdere subsidiëring uitsluiten, onverminderd de toepassing van wettelijke bepalingen inzake het afleggen van onjuiste verklaringen.
De gemotiveerde beslissing van het College(lid) of van de gemachtigde ambtenaar tot schorsing of tot gehele of gedeeltelijke terugvordering van de subsidie wordt aan de begunstigde organisatie meegedeeld met een aangetekend schrijven, waarin de mogelijkheid en de voorwaarden om een bezwaarschrift in te dienen worden vermeld.
Op straffe van niet-ontvankelijkheid kan de begunstigde organisatie binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van de beslissing, tegen die beslissing een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De begunstigde organisatie kan daarin uitdrukkelijk verzoeken om gehoord te worden. Het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar zal binnen een termijn van zestig kalenderdagen na ontvangst van dit bezwaarschrift de eerdere beslissing intrekken of bevestigen.
Als de begunstigde organisatie geen bezwaarschrift binnen de gestelde termijn heeft ingediend of als het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing bevestigt, blijft de subsidie geschorst of geheel of gedeeltelijk teruggevorderd.
Als het College(lid) of de gemachtigde ambtenaar de eerdere beslissing intrekt of als de eerdere beslissing binnen de gestelde termijn niet wordt bevestigd, blijft de subsidie behouden.
Hoofdstuk 5.- Overige bepalingen
Artikel 13.- Kennisgevingen
De begunstigde organisatie stelt de administratie van het College schriftelijk in kennis van iedere wijziging van de statuten, het huishoudelijk reglement en de samenstelling van de algemene vergadering en raad van bestuur. Deze gegevens worden samen met de inhoudelijke en financiële verantwoording bezorgd.
Het niet naleven van deze verplichting kan aanleiding geven tot de sancties vermeld in artikel 12.
Artikel 14.- Vrijwaring
Het feit dat de Vlaamse Gemeenschapscommissie subsidies verstrekt, houdt geen enkele aansprakelijkheid in voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van activiteiten in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst. De begunstigde organisatie vrijwaart de Vlaamse Gemeenschapscommissie tegen elke vordering door derden tot schadevergoeding.
Artikel 15.- Communicatie
De organisatie vermeldt in haar communicatie de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie volgens de modaliteiten van het stijlhandboek zoals omschreven op de website xxxx://xxxxxxxxxxxxx.xxx.xx.
De organisatie behoort tot categorie C van het stijlhandboek.
Artikel 16.- Taalbeleid
De begunstigde organisatie engageert zich om de richtlijnen van de visietekst ‘ Taalbeleid in VGC- initiatieven en initiatieven die door de VGC ondersteund worden’, toe te passen in de door de VGC gesubsidieerde opdrachten/werking.
De visietekst staat op de website xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxx.
Artikel 17.- Rapportering
De begunstigde organisatie verbindt zich ertoe gegevens te registreren in de registratietool van de meet- en weetcel zodra deze toepassing operationeel wordt. In een addendum aan deze overeenkomst zullen de modaliteiten van deze registratie en de concreet gevraagde gegevens vastgelegd worden.
Artikel18.- Betwisting
Elk geschil met betrekking tot het sluiten, de geldigheid, de interpretatie, de uitvoering of de beëindiging van deze overeenkomst behoort tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement Brussel.
Deze overeenkomst wordt beheerst door het Belgisch recht.
Artikel 19.- Duur van de overeenkomst
Deze overeenkomst gaat in op 1 juli 2011 en eindigt op 31 december 2015.
De overeenkomst kan vroeger beëindigd worden in de volgende gevallen:
- van rechtswege, indien de begunstigde organisatie wordt ontbonden;
- bij wijziging van de doelstellingen van de begunstigde organisatie;
- in onderling akkoord tussen de begunstigde organisatie en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.
Opgemaakt in 3 exemplaren te Brussel op 15 juli 2011. Elke partij bevestigt een exemplaar ontvangen te hebben.
Namens het College van de Namens vzw Solidariteit voor het Gezin Vlaamse Gemeenschapscommissie
Xxxxxxxxxx XXXXXXXX Xxxxx XXXXXXXXX
Entiteitsverantwoordelijke Afgevaardigd bestuurder
Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de overeenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw Solidariteit voor het Gezin nr. 20102011- 0684 van 14-07-2011
De collegeleden,
Xxxxx DE LILLE Xxxxxxxx XXXXXXXX Xxxx-Xxx XXXXXXX