Contract
VOORWAARDEN Uitgebreide verzekering bedrijven, instellingen en praktijken | Delta Lloyd Schadeverzekering NV Amsterdam | |
MODEL BE 03.2.58 D | ||
INHOUD | ARTIKEL 1 | ALGEMENE INFORMATIE |
ARTIKEL 2 | BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN | |
ARTIKEL 3 | OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING |
1 t/m 19 Gedekte gebeurtenissen 20 t/m 23 Tevens zijn verzekerd
24 t/m 29 Vergoedingen boven de verzekerde bedragen
30 t/m 33 Risicobekendheid
ARTIKEL 4 UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN
1 t/m 19 Uitgesloten gebeurtenissen 10 t/m 13 Beperkingen
ARTIKEL 5 WAARDERINGSGRONDSLAGEN
ARTIKEL 6 SCHADE
1 Verplichtingen van verzekerde bij schade
2 Verlies van recht op schadevergoeding
3 t/m 13 Schaderegeling 14 Elders lopende verzekering
ARTIKEL 7 PREMIE
1 Premiebetaling
2 Premierestitutie
ARTIKEL 8 WIJZIGING VAN DE VERZEKERING
1 Herziening van premie en/of voorwaarden
2 Verhuizing
3 Herbeoordeling bij risicowijziging
4 Overgang van het verzekerde belang ARTIKEL 9 GELDIGHEIDSDUUR EN OPZEGMOGELIJKHEDEN
1 Contractsduur
2 Opzegmogelijkheden voor de de maatschappij
3 Opzegmogelijkheden voor de verzekeringnemer
BE 03.2.58-0509
NADERE OMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 1
ALGEMENE INFORMATIE
ARTIKEL 1.1
ADRES
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzeke- ringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij bekende adres, of aan het adres van de tussenpersoon via wiens bemiddeling deze verze- kering loopt.
ARTIKEL 1.2
PERSOONSGEGEVENS
De bij de aanvraag of wijziging van een verzekering verstrekte persoonsgegevens worden door de maat- schappij (of, als de verzekering loopt via een gevol- machtigd agent: de gevolmachtigd agent) verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van ver- zekeringsovereenkomsten, voor het uitvoeren van marketingactiviteiten, ten behoeve van het waarbor- gen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector, voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen.
ARTIKEL 1.3
TOEPASSELIJK RECHT EN KLACHTENINSTANTIES
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepas- sing. Klachten over de uitvoering van de verze- keringsovereenkomst moeten eerst aan de directie van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000, 0000 XX Xxxxxxxxx worden voorge- legd. Bent u een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf (of een rechtspersoon, waarvan de doelstelling is gericht op het particuliere belang van bestuurders en/of deel- nemers c.q. leden) dan kunt u wanneer het oordeel van de maatschappij voor u niet bevredigend is, zich wenden tot de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid). Bij deze stichting werkt de Ombudsman Financiële Dienstverlening. Hij probeert door bemiddeling de klacht op te lossen. Daarnaast is er een Geschillencommissie die een bindend advies kan geven. Adres: KiFiD, Postbus 93257, 2509 AG Den Haag. (xxx.xxxxx.xx). Wie geen gebruik wil maken van de klachtenbehandelingsmogelijkheden binnen de bedrijfstak, of de behandeling door het Klachteninstituut niet bevredigend vindt, kan het geschil voorleggen aan de rechter.
ARTIKEL 1.4
TOTSTANDKOMING VERZEKERING / RECHT VAN ANNULERING
De verzekering komt (definitief) tot stand nadat een termijn van 14 dagen na ontvangst van de polis en de bijbehorende voorwaarden is verstreken, zonder dat
de verzekeringnemer gebruik heeft gemaakt van het recht op annulering. Recht op annulering betekent dat de verzekeringnemer zonder dat premie is verschul- digd de verzekering kan annuleren door de maat- schappij schriftelijk (of, indien de verzekering langs elektronische weg tot stand is gekomen en een email- adres is verstrekt: per email), onder vermelding van polisnummer te berichten dat op de verzekering geen prijs wordt gesteld. De verzekering wordt vervolgens geannuleerd per ingangsdatum, zodat deze geen dek- king biedt voor in die tussentijd gevallen schaden.
ARTIKEL 1.5
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ DIE OPTREEDT ALS RISICODRAGER
De verzekering is afgesloten voor rekening en risico van Delta Lloyd Schadeverzekering NV, gevestigd te Amsterdam aan de Xxxxxxxxxx 0, Xxxxxxx 0000,
1000 BA Amsterdam (Handelsregister KvK Amsterdam 33052073). Delta Lloyd Schadeverzekering NV staat als aanbieder van (schade)verzekeringen geregis- treerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van De Nederlandsche Bank NV (DNB) om het schadeverzekeringsbedrijf uit te oefenen.
ARTIKEL 2
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
ARTIKEL 2.1
VERZEKERINGNEMER
De natuurlijke persoon of rechtspersoon die als zodanig in de polis is vermeld.
ARTIKEL 2.2
VERZEKERDE
De verzekeringnemer en/of de in de polis als zodanig vermelde natuurlijke personen of rechtspersonen.
ARTIKEL 2.3
VERZEKERD BELANG
Het belang dat verzekerde heeft bij het behoud van de verzekerde zaken uit hoofde van eigendom of ander zakelijk recht, dan wel voor zover hij het risico draagt voor het behoud of daarvoor aansprakelijk is.
ARTIKEL 2.4
MAATSCHAPPIJ
De verzekeringsmaatschappij die blijkens onderteke- ning van het polisblad als risicodrager voor deze ver- zekering geldt, dan wel de gevolmachtigde die namens de verzekeringsmaatschappij heeft ondertekend.
ARTIKEL 2.5
ZAKEN
De in de polis vermelde opstal, inventaris, huurders- belang en goederen. Deze zijn hieronder nader omschreven.
ARTIKEL 2.6
OPSTAL
Het in de polis vermelde gebouw zonder grond en
fundering maar met vloeren, kelders, bijgebouwen, afdaken en terreinafscheidingen. Indien inventaris, huurdersbelang of goederen zijn verzekerd wordt onder opstal verstaan het in de polis vermelde gebouw, of dat gedeelte van het gebouw, dat uitslui- tend in gebruik is bij verzekerde.
ARTIKEL 2.7
INVENTARIS
De in de opstal aanwezige vaste en losse inrichting van het bedrijf, de instelling of de praktijk met uitzon- dering van huurdersbelang en goederen.
ARTIKEL 2.8
HUURDERSBELANG
De kosten van alle door verzekerde voor zijn rekening in de opstal aangebrachte verbeteringen, betimmerin- gen en installaties, alsmede behang-, schilder- en wit- werk, indien verzekerde huurder is van de opstal.
ARTIKEL 2.9
GOEDEREN
De in de opstal aanwezige waren, koopmansgoederen, fabrikaten en grondstoffen, bestemd om te worden verkocht of verwerkt.
ARTIKEL 2.10
OPRUIMINGSKOSTEN
De niet reeds in de schadevaststelling begrepen kos- ten voor het afbreken, wegruimen en afvoeren van verzekerde zaken, voor zover de afbraak, wegruiming en/of afvoer het noodzakelijk gevolg is van een op de polis gedekte gebeurtenis en daarvoor geen enkele behandeling of bewerking van grond of water is vereist.
ARTIKEL 2.11
NHT
De maatschappij heeft zich voor het terrorismerisico herverzekerd bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden NV (NHT).
ARTIKEL 2.12
TERRORISME/PREVENTIEVE MAATREGELEN
Onder terrorisme wordt verstaan:
– gewelddadige handelingen en/of gedragingen begaan in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen, alsmede
– het (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren en/of schade aan zaken ontstaat, dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks, respectievelijk het verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze doelen te verwezenlijken.
Onder preventieve maatregelen wordt hierbij ver- staan:
van overheidswege en/of door verzekerde(n) en/of derde(n) getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevol- gen daarvan te beperken.
ARTIKEL 2.13
UITKERINGSPROTOCOL
Op de regeling van terrorismeschade is het Protocol afwikkeling claims voor terrorismeschaden van toe- passing.
De volledige tekst van het uitkeringsprotocol is te raadplegen op de site xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
ARTIKEL 3
OMSCHRIJVING VAN DE DEKKING
De verzekering dekt de in de polis vermelde zaken tegen materiële schade, indien deze onmiddellijk en uitsluitend het gevolg is van een hierna vermelde gebeurtenis, ook als deze het gevolg is van eigen gebrek, maar met inachtneming van de uitsluitingen en beperkingen als vermeld
in artikel 4.
Een zodanige gebeurtenis moet zich tijdens de looptijd van de verzekering hebben voorgedaan. Bovendien moet het ten tijde van het sluiten van de overeen- komst voor de verzekerde onzeker zijn geweest dat deze gebeurtenis zich zou voordoen.
Als bij een latere wijziging de dekking wordt uitge- breid, geldt voor de uitgebreide dekking de wijzigings- datum als het moment waarop de overeenkomst is gesloten.
GEDEKTE GEBEURTENISSEN
ARTIKEL 3.1
BRAND EN BRANDBLUSSING
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.2
ONTPLOFFING
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.3
BLIKSEMINSLAG
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.4
Neervallen luchtvaartuigen
Waarmee gelijk te stellen het neervallen van ruimte- vaartuigen (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 3.5
STORM
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 3.6
DIEFSTAL VAN INVENTARIS EN GOEDEREN
Na inbraak (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 3.7
BESCHADIGING VAN INVENTARIS, HUURDERSBELANG EN GOEDEREN
Als gevolg van inbraak (zie Nadere Omschrijvingen) of een poging daartoe.
ARTIKEL 3.8
DIEFSTAL VAN OPSTALONDERDELEN
Diefstal van onderdelen die behoren tot de opstal.
ARTIKEL 3.9
BESCHADIGING VAN DE OPSTAL
Als gevolg van inbraak (zie Nadere Omschrijvingen) of een poging daartoe, indien:
– de opstal op de polis is verzekerd;
– inventaris en goederen op de polis zijn verzekerd en verzekerde huurder van het pand is en uit het huurcontract blijkt dat deze schade voor rekening van verzekerde is.
De maximum vergoeding bedraagt 10% van het verzekerde bedrag waarvoor de inventaris en goe- deren verzekerd zijn, tot ten hoogste 5.000 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 3.10
BEROVING EN AFPERSING
Indien dit gepaard gaat met fysiek geweld.
ARTIKEL 3.11
VANDALISME
Beschadigingen aangericht uit vernielzucht door iemand die wederrechtelijk de opstal is binnenge- drongen na inbraak (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 3.12
RELLEN, RELLETJES EN OPSTOOTJES
Waarmee gelijk te stellen plundering en werkstaking.
ARTIKEL 3.13
WATER EN STOOM
Indien gestroomd uit binnen en buiten de opstal gele- gen aan- en afvoerleidingen en de daarop aangesloten installaties en toestellen alsmede centrale verwar- mings- en airconditioningsinstallaties, als gevolg van een plotseling opgetreden defect of van springen door vorst, alsmede door water overgelopen uit deze instal- laties en toestellen.
Indien op de polis de opstal is verzekerd zijn, in geval van waterschade als gevolg van springen van leidingen door vorst, tevens gedekt:
– kosten van opsporen van het defect, breek- en herstelwerk aan muren, vloeren en andere onder- delen van de opstal, alsmede de aangebrachte verbeteringen en betimmeringen;
– kosten van herstel van de installaties, leidingen en toestellen zelf.
Deze kosten worden eveneens vergoed indien verze- kerde, als huurder van de opstal, de opstaleigenaar niet kan verplichten de schade te (laten) herstellen. Tevens is gedekt water gestroomd uit een aquarium door breuk of defect daarvan, mits dit aquarium niet dient voor de bedrijfsuitoefening.
ARTIKEL 3.14
UITSTROMEN SPRINKLERINSTALLATIE
Water indien gestroomd uit een in de opstal aanwezige sprinklerinstallatie, mits deze installatie is aangesloten op een automatische doormeldinstallatie en beide installaties op het moment van de schade zijn voor- zien van een geldig certificaat van het Nationaal Centrum voor Preventie (NCP) te Houten of de Loss Prevention Council (LPC).
ARTIKEL 3.15
NEERSLAG
In de opstal onvoorzien binnengedrongen door storm of binnengedrongen via daken, balkons of vensters. En evenzo als de neerslag onvoorzien in de opstal is binnengedrongen via de begane grond bij hevige, in de nabijheid van het risicoadres opgetreden plaatse- lijke neerslag, waarbij het water buiten zijn normale loop is getreden.
ARTIKEL 3.16
OLIE
Indien gestroomd uit vaste leidingen, reservoirs of tanks van met olie gestookte verwarmingsinstallaties, mits deze installaties zijn aangesloten op een schoor- steen.
ARTIKEL 3.17
AANRIJDING EN AANVARING
Aanrijding en aanvaring van de opstal alsmede schade door afgevallen of uitgevloeide lading.
ARTIKEL 3.18
OMVALLEN VAN BOMEN
Waarmee gelijk te stellen het omvallen van heistellingen en kranen.
ARTIKEL 3.19
GLASSCHERVEN
Schade aan de inhoud van etalages als gevolg van het breken van etalageruiten of glazen legplaten.
Tevens zijn verzekerd
ARTIKEL 3.20
ZAKEN BEVESTIGD AAN HET GEBOUW
Indien op de polis inventaris is verzekerd, de aan de buitenkant van de opstal bevestigde:
– brand- en inbraakpreventieve middelen tegen een gedekte gebeurtenis;
– (licht)reclame, zonweringen en antennes tegen een gedekte gebeurtenis met uitzondering van neerslag.
ARTIKEL 3.21
INVENTARIS EN/OF GOEDEREN BUITEN DE OPSTAL
Indien op de polis inventaris en/of goederen zijn ver- zekerd dan zijn deze inventaris en/of goederen, indien zij zich tijdelijk (dat wil zeggen gedurende ten hoog- ste drie maanden aaneengesloten) elders in Nederland bevinden, verzekerd als volgt:
In andere gebouwen
– van steen gebouwd met harde dekking voor zover deze inventaris of goederen niet of niet voldoende op een andere polis zijn verzekerd: tegen een gedekte gebeurtenis tot 10% van het bedrag waarvoor respectievelijk de inventaris of goederen zijn verzekerd. De totale vergoeding bedraagt maximaal 12.500 euro per gebeurtenis.
Buiten gebouwen
– voor zover deze inventaris of goederen niet of niet voldoende op een andere polis zijn verzekerd: tegen brand en brandblussing, ontploffing, blik- seminslag en neervallen van luchtvaartuigen tot 10% van het bedrag waarvoor respectievelijk de inventaris of goederen zijn verzekerd.
De totale vergoeding bedraagt maximaal 12.500 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 3.22
ROLLEND MATERIEEL BUITEN DE OPSTAL
Indien op de polis inventaris is verzekerd: rollend materieel voor zover behorend tot de inventaris, met uitzondering van motorrijtuigen, voor zover dit rollend materieel niet of niet voldoende op een andere polis is verzekerd, onverschillig waar in Nederland tegen brand en brandblussing, ontploffing, blikseminslag en neervallen van luchtvaartuigen.
ARTIKEL 3.23
GOEDEREN VAN DERDEN IN DE OPSTAL
Indien op de polis goederen zijn verzekerd en het verzekerde bedrag daarvoor ruimte laat: in de opstal tegen een gedekte gebeurtenis. Deze dekking geldt alleen voor zover deze goederen niet of niet voldoen- de op een andere polis zijn verzekerd.
Vergoedingen boven de verzekerde bedragen
ARTIKEL 3.24
KOSTEN TER VOORKOMING EN VERMINDERING VAN SCHADE
Dit zijn de kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor, als de schade zich zou hebben voorgedaan, de verze- kering dekking biedt. Hetzelfde geldt voor kosten die zijn gemaakt om een zodanige schade te beperken.
ARTIKEL 3.25
OPRUIMINGSKOSTEN
De maximum vergoeding bedraagt 10% van het bedrag waarvoor respectievelijk opstal, inventaris,
huurdersbelang of goederen zijn verzekerd. Verzekering van de opruimingskosten geschiedt op premier risque basis.
ARTIKEL 3.26
KOSTEN VAN EXPERTS BIJ SCHADEREGELING
Het salaris en de kosten van alle experts komen ten laste van de maatschappij. Van de door verzekerde benoemde expert echter tot maximaal het bedrag van salaris en kosten van de door de maatschappij benoemde expert. Tot de kosten van een expert worden ook gerekend de kosten van de personen die door deze expert zijn geraadpleegd. De maatschappij vergoedt geen expertisekosten als de expert zich niet heeft geconformeerd aan de ‘Gedragscode Expertiseorganisaties’.
ARTIKEL 3.27
KOSTEN VAN TUINAANLEG EN BESTRATING
Indien op de polis de opstal is verzekerd: de kosten van het herstel van tuinaanleg, bestrating en beplan- ting op het terrein van de opstal, indien voor rekening van verzekerde en voor zover deze kosten niet op een andere polis zijn verzekerd, na beschadiging door brand en brandblussing, ontploffing, blikseminslag, aanrijding en aanvaring of neervallen van luchtvaar- tuigen. Indien op de polis inventaris is verzekerd en verzekerde huurder van het pand is, zijn bovenver- melde kosten eveneens gedekt indien uit het huurcon- tract blijkt dat deze kosten voor rekening van verze- kerde zijn. De maximum vergoeding bedraagt 10% van het bedrag waarvoor opstal respectievelijk inven- taris is verzekerd. De totale vergoeding bedraagt maximaal 5.000 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 3.28
HUURDERVING
Indien op de polis de opstal is verzekerd: de huur die verzekerde derft gedurende de periode dat de ver- huurde opstal door beschadiging ten gevolge van een gedekte gebeurtenis geheel of gedeeltelijk voor ver- huur aan derden ongeschikt is geworden.
Indien na een schade wordt hersteld of herbouwd is de uitkeringstermijn maximaal 52 weken. Indien niet wordt hersteld of herbouwd is de uitkeringstermijn 10 weken. De maximum vergoeding bedraagt 10% van het verzekerde bedrag van de opstal.
ARTIKEL 3.29
KOSTEN VAN VERVOER EN OPSLAG VAN INVENTARIS EN GOEDEREN
Noodzakelijk geworden door een gedekte gebeurtenis, voor zover deze kosten niet op een andere polis zijn verzekerd, gedurende een termijn van maximaal
52 weken indien het bedrijf wordt voortgezet. Indien het bedrijf niet wordt voortgezet bedraagt de maxi- male uitkeringstermijn 10 weken. De maximum vergoeding bedraagt 10% van het bedrag waarvoor respectievelijk inventaris of goederen zijn verzekerd.
RISICOBEKENDHEID
ARTIKEL 3.30
RISICO-OMSCHRIJVING
De omschrijving van het risico in de polis wordt geacht van de verzekeringnemer afkomstig te zijn.
ARTIKEL 3.31
RISICOBEKENDHEID
De maatschappij verklaart zich bekend met ligging, bouwaard, constructie, inrichting, verwarming en de omschreven bestemming van de opstal bij het aan- gaan van de verzekering. De maatschappij verklaart zich ook bekend met de belendingen, ongeacht hoe deze zijn dan wel in de toekomst zullen worden.
ARTIKEL 3.32
RISICOWIJZIGING ZONDER MELDINGSPLICHT
Verzekerde heeft de vrijheid wijzigingen aan te bren- gen in of aan de opstal, mits deze wijzigingen blijven binnen de grenzen van de omschrijving van het risico in de polis.
ARTIKEL 3.33
RISICOWIJZIGING MET MELDINGSPLICHT
De verzekeringnemer dient de maatschappij schriftelijk in kennis te stellen van:
– wijziging van de in de polis omschreven bestem- ming en bouwaard van de opstal;
– leegstand van de opstal of van een als zelfstandig aan te merken deel daarvan;
– het buiten gebruik zijn van de opstal of een als zelfstandig aan te merken deel daarvan gedurende een aaneengesloten periode die, naar verwachting, langer dan 8 weken zal duren;
– het geheel of gedeeltelijk gekraakt zijn van de opstal.
Deze melding dient met bekwame spoed te geschie- den doch uiterlijk binnen 8 weken na optreden van één van de wijzigingen, tenzij de verzekeringnemer van de wijziging niet op de hoogte was en kan aan- tonen dat hij dit ook redelijkerwijs niet kon zijn.
ARTIKEL 4
UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN EN BEPERKINGEN UITGESLOTEN GEBEURTENISSEN
ARTIKEL 4.1
MOLEST
Schade als gevolg van molest (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 4.2
ATOOMKERNREACTIES
Zie Nadere Omschrijvingen.
ARTIKEL 4.3
AARDBEVING EN VULKANISCHE UITBARSTING
Schade als gevolg van aardbeving of vulkanische uitbarsting.
ARTIKEL 4.4
OVERSTROMING
Schade als gevolg van het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onge- acht of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een op deze polis gedekte gebeurtenis.
Deze uitsluiting geldt niet voor schade door brand of ontploffing als gevolg van overstroming.
ARTIKEL 4.5
INDUCTIE
Schade aan elektrische en elektronische apparatuur/installaties door overspanning en/of induc- tie tenzij andere sporen van blikseminslag (zie Nadere Omschrijvingen) in of aan het gebouw, waarin de ver- zekerde zaken aanwezig zijn, worden aangetroffen.
ARTIKEL 4.6
DIEFSTAL UIT EILANDETALAGES EN VITRINES
Schade als gevolg van diefstal uit eilandetalages en zich buiten aan de opstal bevindende automaten en vitrines.
ARTIKEL 4.7
WATER, STOOM EN NEERSLAG
Schade als gevolg van;
– binnendringen van grondwater;
– neerslag via de begane grond, tenzij de opstal binnengedrongen via de begane grond bij hevige bij hevige in de nabijheid van het risicoadres op- getreden plaatselijke neerslag, waarbij het water buiten zijn normale loop is getreden;
– terugstromen van rioolwater;
– slecht onderhoud;
– constructiefouten;
– vocht- of waterdoorlating van muren, vloeren of in kelders;
– neerslag, binnengedrongen door openstaande ramen, deuren of luiken.
Ook niet gedekt zijn reparatiekosten van daken, dakgoten en afvoerpijpen.
Schade aan goederen welke zich in souterrains of kelders bevinden en niet minimaal 10 cm boven het vloeroppervlak zijn geplaatst is altijd uitgesloten.
ARTIKEL 4.8
UITSTROMEN SPRINKLERINSTALLATIE
Schade door het uitstromen van water uit een sprinkler- installatie als gevolg van:
– herstellen, verwijderen of uitbreiden van de installatie;
– bevriezen ten gevolge van nalatigheid van verzekerde;
– een opdracht op last van hogerhand.
ARTIKEL 4.9
OPZET, ROEKELOOSHEID, MERKELIJKE SCHULD
Schade veroorzaakt door verzekeringnemer of verze- kerde met opzet, door al dan niet bewuste roekeloos- heid of al dan niet bewuste merkelijke schuld.
Hiermee wordt gelijk gesteld schade veroorzaakt met
de opzet, de al dan niet bewuste roekeloosheid of de al dan niet bewuste merkelijke schuld van xxxxxx die in opdracht of met goedvinden van de verzekeringne- mer of een verzekerde de algehele feitelijke leiding heeft over het bedrijf of een deel van het bedrijf van de verzekeringnemer of van die verzekerde en die in die hoedanigheid schade heeft veroorzaakt. Dit onge- acht of die schade is veroorzaakt aan het belang van verzekerde zelf dan wel aan die van andere verzeker- den.
BEPERKINGEN
ARTIKEL 4.10
BIJZONDERE REGELING BIJ VERGOEDING TERRORISMESCHADE
1 Beperkte schadevergoeding
Bij schade als gevolg van gebeurtenissen die (direct of indirect) verband houden met:
– terrorisme of preventieve maatregelen;
– handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme of preventieve maatregelen;
geldt dat de schadevergoeding kan worden be- perkt tot het bedrag van de uitkering die de maat- schappij ontvangt van de Nederlandse Herverze- keringsmaatschappij voor Terrorismeschaden (NHT).
Het Protocol afwikkeling claims bij terrorisme- schaden is van toepassing. De NHT beslist of er sprake is van een terrorismeschade. Op vergoe- ding kan niet eerder aanspraak worden gemaakt dan na deze beslissing en de bekendmaking van het bedrag van de vergoeding.
2 Maximale uitkering per locatie
Als de verzekering betrekking heeft op materiële schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dan wel op gevolgschade van dergelijke schade, geldt dat door de NHT per verzekering- nemer per verzekerde locatie per jaar maximaal
75.000.000 euro zal worden uitgekeerd, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Voor de toepassing hiervan geldt dat rechtsperso- nen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, tezamen worden aangemerkt als een verze- keringnemer. Onder verzekerde locatie wordt hier- bij verstaan alle op het risicoadres aanwezige, door verzekeringnemer verzekerde objecten als- mede daarbuiten gelegen objecten op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen en waarvan tenminste een op het risico-adres is gelegen.
3 Verval van rechten bij niet-tijdige melding In afwijking van hetgeen elders in de polis is
bepaald, vervalt elk recht op schadevergoeding of uitkering als de melding van de claim niet is gedaan binnen twee jaar nadat de NHT heeft beslist of er sprake is van een terrorismeschade.
ARTIKEL 4.11
DEKKING NA RISICOWIJZIGING
Na een wijziging van de omschreven bestemming of bouwaard als vermeld in artikel 3.33, wordt de dekking zonder beperkingen voortgezet.
Na één van de overige wijzigingen als vermeld in arti- kel 3.33, biedt de verzekering uitsluitend nog dekking
tegen schade door brand en brandblussing, ont- ploffing, blikseminslag, storm en neervallen van luchtvaartuigen (zie Nadere Omschrijvingen).
ARTIKEL 4.12
EIGEN RISICO INVENTARIS EN GOEDEREN
Voor schade aan inventaris en goederen geldt een eigen risico van 225 euro per gebeurtenis. Dit eigen risico is niet van toepassing voor schade door brand
en brandblussing, ontploffing, blikseminslag en neer- vallen van luchtvaartuigen (zie Nadere omschrijvingen).
ARTIKEL 4.13
EIGEN RISICO STORM
Voor stormschade aan de opstal geldt een eigen risico van 2‰ van het verzekerde bedrag met een mini- mum van 225 euro en een maximum van 1.000 euro per gebeurtenis.
ARTIKEL 5
WAARDERINGSGRONDSLAGEN
De verzekering geschiedt op basis van de in de polis vermelde waarderingsgrondslag.
ARTIKEL 5.1
TAXATIE
De waarde vastgesteld krachtens een aan een des- kundige opgedragen beslissing dan wel krachtens een beslissing van verzekeringnemer en maatschappij overeenkomstig het advies van een deskundige.
Indien de verzekering geschiedt op basis van een taxatie, dan wordt het taxatierapport geacht deel uit te maken van de verzekeringsovereenkomst en heeft de taxatie ten aanzien van elk in het taxatierapport met een afzonderlijk bedrag omschreven zaak, behou- dens het hierna bepaalde, de kracht van een taxatie. Te rekenen vanaf de dagtekening van het rapport is de geldigheidsduur van de taxatie drie jaar.
Indien de taxatie betrekking heeft op de opstal en de opstalverzekering is voorzien van een indexclausule dan geldt de taxatie, te rekenen vanaf de dagtekening van het rapport, gedurende 6 jaar. De uit de indexe- ring voortvloeiende verhoging of verlaging van het verzekerde bedrag wordt geacht op dezelfde wijze te zijn overeengekomen. In geval van schade wordt het getaxeerde bedrag aangepast conform het bepaalde in artikel 6.9
Is na verloop van de hierboven vermelde termijn geen nieuw rapport uitgebracht, dan geldt de taxatie gedu- rende een periode van maximaal 6 maanden als richt- lijn waarbij de maatschappij het recht heeft om de bovenmatigheid aan te tonen. Daarna geldt voor opstallen de herbouwwaarde, voor inventaris de dag- waarde en voor goederen de inkoopwaarde.
De taxatie verliest te allen tijde haar kracht:
– bij buitenbedrijfstelling, afbraak of verwijdering van de getaxeerde zaak;
– in geval van overgang van het verzekerde belang indien de getaxeerde zaak voor andere doeleinden gebruikt gaat worden;
– indien niet binnen 12 maanden na de schadedatum
schriftelijk aan de maatschappij wordt meegedeeld dat op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming wordt hersteld of herbouwd (opstal) of tot heraan- schaf of herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan (overige zaken).
ARTIKEL 5.2
HERBOUWWAARDE
Het bedrag dat nodig is voor herbouw van de opstal op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming.
ARTIKEL 5.3
VERKOOPWAARDE
De waarde van de opstal bij verkoop onder aftrek van de waarde van de grond en de fundering.
ARTIKEL 5.4
NIEUWWAARDE
Het bedrag dat nodig is om nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
ARTIKEL 5.5
DAGWAARDE
Het bedrag dat nodig is om nieuwe zaken van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen, onder aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door verou- dering of slijtage. Voor zaken met een antiquarische of zeldzaamheidswaarde wordt onder dagwaarde verstaan de waarde om zaken van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
ARTIKEL 5.6
INKOOPWAARDE
Het bedrag dat nodig is om goederen van dezelfde soort en kwaliteit aan te schaffen.
ARTIKEL 5.7
KOSTPRIJS
De inkoopwaarde van de verbruikte grond- en hulp- stoffen alsmede de overige kosten voor zover deze geacht kunnen worden direct aan de bewerking te zijn besteed.
ARTIKEL 6
SCHADE
ARTIKEL 6.1
Verplichtingen van verzekerde bij schade
Bij schade is verzekeringnemer en/of verzekerde verplicht:
1 om bij de verwezenlijking van een gebeurtenis waarvoor de verzekering dekking biedt, of het ophanden zijn daarvan, binnen redelijke grenzen alle maatregelen te nemen die tot voorkoming of vermindering van schade kunnen leiden;
2 zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan de maatschappij een gebeurtenis die voor de maat- schappij tot een uitkeringsplicht kan leiden te melden zodra verzekeringnemer en/of verzeker- de op de hoogte is of behoort te zijn van die gebeurtenis;
3 een schriftelijke schade-aangifte in te dienen;
4 binnen redelijke termijn aan de maatschappij of de door haar aangestelde expert alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor de maatschap- pij van belang zijn om de om haar uitkeringsplicht te beoordelen;
5 aanwijzingen op te volgen van de maatschappij of de door haar aangestelde expert, de volle mede- werking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen bena- delen;
6 bij schade veroorzaakt door derden zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aangifte te doen bij de politie en in ieder opzicht mee te werken opdat de maatschappij deze schade kan verhalen;
7 indien verzekerde op dezelfde plaats en met dezelfde bestemming herstelt of herbouwt (opstal) of indien tot heraanschaf of herstel en voortzetting van het bedrijf wordt overgegaan (inventaris en goederen), dit binnen 12 maanden na de schade- datum schriftelijk aan de maatschappij mee te delen.
Indien op last van de overheid voortzetting van het bedrijf op dezelfde plaats niet is toegestaan dan dient dit eveneens binnen 12 maanden na de schadedatum schriftelijk aan de maatschappij te worden meegedeeld.
ARTIKEL 6.2
VERLIES VAN RECHT OP SCHADEVERGOEDING
– Elk recht op schadevergoeding vervalt als verzeke- ringnemer en/of verzekerde verplichtingen als ver- meld onder artikel 6.1.2 t/m 6.1.4 niet is nageko- men met het opzet de maatschappij te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet recht- vaardigt.
– Aan de verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer en/of verzeker- de een of meer van de onder artikel 6 genoemde polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft benadeeld.
– Indien verzuimd is de maatschappij tijdig schrifte- lijk in kennis te stellen van een risicowijziging als vermeld in artikel 3.33 dan kunnen geen rechten aan de verzekering worden ontleend 8 weken na het moment van deze risicowijziging. Zou de maatschappij de verzekering hebben voortgezet tegen een hogere premie dan zal recht op schade- vergoeding blijven bestaan in de verhouding van de oorspronkelijke premie tot de nieuwe premie.
ARTIKEL 6.3
SCHADEREGELING OPSTAL, INVENTARIS, HUURDERS- BELANG EN GOEDEREN
De schade, alsmede de kosten ter voorkoming en ver- mindering van opruimingskosten, worden in onderling overleg geregeld of zullen worden vastgesteld door twee experts, één te benoemen door de maatschappij en één te benoemen door verzekerde. Voor het geval deze experts geen overeenstemming kunnen berei- ken, benoemen zij van tevoren een derde expert die binnen de grenzen van beide taxaties een bindende uitspraak zal doen.
De eigendom van zaken na diefstal
Verzekerde is verplicht aan de maatschappij op haar
verzoek de eigendom over te dragen van zaken die door diefstal verloren zijn gegaan en waarvoor de maatschappij aan verzekerde uitkering doet of heeft gedaan.
Komen dergelijke zaken naderhand in bezit van de maatschappij dan zal zij deze op verzoek van verze- kerde weer aan hem overdragen, tegen teruggave van het daarvoor uitgekeerde bedrag onder aftrek van de kosten van herstel van de eventueel sinds de diefstal ontstane schade.
Indien de gestolen zaken zonder tussenkomst van de maatschappij weer in bezit komen van verzekerde,
is hij verplicht terstond de maatschappij daarvan in kennis te stellen.
ARTIKEL 6.4
SCHADEVASTELLING OPSTAL
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de in de polis vermelde waarderingsgrondslag zijnde taxa- tie, herbouwwaarde of verkoopwaarde.
1 Taxatie bij herstellen of herbouwen
Indien op basis van taxatie is verzekerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van deze taxatie en van verkoopwaarde. Heeft de taxatie haar kracht verloren, dan zal de schade worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het artikel ‘Niet herstellen of herbouwen’, tenzij an- ders wordt overeengekomen.
Het schadebedrag op basis van taxatie wordt gesteld op het verschil tussen het bedrag van de taxatie en de waarde van de restanten. De restan- ten worden gewaardeerd op dezelfde grondslag als de taxatie. Het schadebedrag op basis van ver- koopwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de verkoopwaarde van de opstal onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag op basis van ver- koopwaarde wordt in één termijn vergoed. Is het vastgestelde schadebedrag op basis van verkoop- waarde lager dan het vastgestelde schadebedrag op basis van taxatie, dan wordt het verschil ver- goed indien verzekerde heeft voldaan aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1 en nadat de uitgaven voor herstel of herbouw zijn gedaan.
2 Herbouwwaarde bij herstellen of herbouwen Indien naar herbouwwaarde is verzekerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van herbouw- waarde en verkoopwaarde.
De schadebedragen worden gesteld op het verschil tussen de waarden van de opstal onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het laagste van de vastgestelde schadebedragen op basis van herbouwwaarde en verkoopwaarde wordt in één termijn vergoed.
Is het vastgestelde schadebedrag op basis van verkoopwaarde lager dan het vastgestelde schade- bedrag op basis van herbouwwaarde, dan wordt het verschil vergoed indien verzekerde heeft vol- daan aan de laatstvermelde verplichting in artikel
6.1 en nadat de uitgaven voor herstel of herbouw op dezelfde plaats of, indien dit door de overheid wordt verboden, elders binnen Nederland, zijn
gedaan, tenzij anders wordt overeengekomen. Indien bij herbouw elders de kosten hoger uitval- len dan bij herbouw op dezelfde plaats, worden de meerkosten niet vergoed.
De totale schadevergoeding zal nooit meer bedra- gen dan de werkelijk bestede kosten met als maxi- mum het hoogste van de vastgestelde schadebe- dragen.
3 Niet herstellen of herbouwen
Indien naar verkoopwaarde is verzekerd, bij niet herstellen of herbouwen op dezelfde plaats met dezelfde bestemming of indien niet is voldaan aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1, zal de schade worden vastgesteld op basis van de verkoopwaarde van de opstal onmiddellijk voor de schade of op basis van herbouwwaarde indien deze lager is.
Afbraak, onteigening, leegstand en kraken
De schade zal altijd op deze wijze worden vast- gesteld indien reeds voor de schade:
– het voornemen bestond de opstal af te breken;
– de opstal was voorbestemd voor afbraak of onteigening;
– de opstal door de gemeente onbewoonbaar of onbruikbaar was verklaard.
Tenzij verzekerde een herbouwplicht heeft, zal de schade ook op deze wijze worden vastgesteld indien:
– de opstal of een als zelfstandig aan te merken deel ervan leeg stond of langer dan 8 weken buiten gebruik was en te koop stond aangeboden;
– de opstal geheel of gedeeltelijk was gekraakt.
Het schadebedrag wordt gesteld op het verschil tussen de vastgestelde waarde van de opstal onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één ter- mijn vergoed.
ARTIKEL 6.5
SCHADEVASTSTELLING INVENTARIS
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de in de polis vermelde waarderingsgrondslag zijnde taxatie, nieuwwaarde of dagwaarde.
1 Taxatie bij heraanschaffen of herstellen
Indien op basis van taxatie is verzekerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van deze taxatie en van dagwaarde. Heeft de voortaxatie haar kracht verloren, dan zal de schade worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in het artikel ‘Niet heraanschaffen of herstellen’, tenzij anders wordt overeengekomen.
Het schadebedrag op basis van voortaxatie wordt gesteld op het verschil tussen het bedrag van de voortaxatie en de waarde van de restanten.
De restanten worden gewaardeerd op dezelfde grondslag als de voortaxatie.
Het schadebedrag op basis van dagwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de dagwaarde van
de inventaris onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna of, indien dit minder is, op het bedrag van de begrote herstel- kosten.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag op basis van dag- waarde wordt in één termijn vergoed.
Het verschil tussen het uitgekeerde schadebedrag en het vastgestelde schadebedrag op basis van taxatie wordt vergoed, indien verzekerde heeft voldaan aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1 en nadat de uitgaven voor heraan- schaf of herstel zijn gedaan.
2 Nieuwwaarde bij heraanschaffen of herstellen Indien naar nieuwwaarde is verzekerd, zal de schade worden vastgesteld op basis van nieuw- waarde en van dagwaarde.
Het schadebedrag op basis van nieuwwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de nieuw- waarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en van de restanten onmiddellijk daarna of, indien dit minder is, op het bedrag van de herstelkosten, eventueel vermeerderd met een door de schade veroorzaakte en door herstel niet opgeheven waardevermindering.
Het schadebedrag op basis van dagwaarde wordt gesteld op het verschil tussen de dagwaarde van de inventaris onmiddellijk voor de schade en de restanten onmiddellijk daarna, of indien dit minder is, op het bedrag van de begrote herstelkosten.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag op basis van dag- waarde wordt in één termijn vergoed.
Het verschil tussen het uitgekeerde schadebedrag en het vastgestelde schadebedrag op basis van nieuwwaarde wordt vergoed, indien verzekerde heeft voldaan aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1 en nadat de uitgaven voor heraanschaf of herstel zijn gedaan. De totale schadevergoeding zal nooit meer bedragen dan de werkelijk bestede kosten.
3 Niet heraanschaffen of herstellen
Bij niet heraanschaffen of herstellen en niet voort- zetten van het bedrijf, of indien niet is voldaan aan de laatstvermelde verplichting in artikel 6.1, zal de schade worden vastgesteld op basis van dagwaarde.
Altijd dagwaarde
De schade zal altijd op basis van dagwaarde wor- den vastgesteld:
– indien de inventaris op basis van dagwaarde is verzekerd;
– indien verzekerde reeds voor de schade het voornemen had het bedrijf te beëindigen;
– voor zaken waarvan de dagwaarde voor de schade minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
– voor zaken met een antiquarische of zeldzaam- heidswaarde;
– voor zaken, die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor ze bestemd waren;
– voor zaken bevestigd aan het gebouw als ver- meld in artikel 3.20.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.6
SCHADEVASTSTELLING GOEDEREN
Voor de schadevaststelling van goederen wordt uitge- gaan van de in de polis vermelde waarderingsgrond- slag zijnde inkoopwaarde en/of kostprijs.
Voor goederen, niet zijnde in het bedrijf vervaardigde halffabrikaten of eindprodukten, wordt uitgegaan van de inkoopwaarde van de goederen onmiddellijk voor de schade.
Voor goederen, die in het bedrijf zijn vervaardigd, wordt uitgegaan van de kostprijs van de goederen onmiddellijk voor de schade.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.7
SCHADEVASTSTELLING HUURDERSBELANG
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van het bedrag dat nodig is om huurdersbelang van dezelfde soort en kwaliteit aan te brengen.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.8
SCHADEVASTSTELLING GELEASTE EN/OF GEHUURDE INVENTARIS EN/OF GOEDEREN
Voor de schadevaststelling wordt uitgegaan van de dagwaarde. De vergoeding bedraagt echter nooit meer dan het bedrag welke verzekerde krachtens de lease- of huurovereenkomst inventaris en/of goederen op het moment van de schade aan de leasemaat- schappij of verhuurder verschuldigd is.
Schadevergoeding
Het vastgestelde schadebedrag wordt in één termijn vergoed.
ARTIKEL 6.9
INDEXVOORWAARDEN OPSTAL EN HUURDERSBELANG
Dit artikel is alleen van toepassing indien door het vermelden van een indexcijfer in de polis is aangege- ven dat de verzekering op indexvoorwaarden geschiedt.
Jaarlijks wordt per de premievervaldatum het verze- kerde bedrag en als gevolg daarvan de premie ver- hoogd, verlaagd of ongewijzigd gelaten overeenkom- stig het laatste door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde indexcijfer voor bouwkosten. Het peil van de bouwkosten op de datum van ingang van deze verzekering of van omzetting op indexvoor- waarden, is uitgedrukt in het in de polis vermelde indexcijfer. Indien bij schade blijkt, dat de waarde van de opstal of het huurdersbelang hoger is dan het ver- zekerde bedrag, dat op de laatste premievervaldatum overeenkomstig het indexcijfer is vastgesteld, dan geldt voor de regeling van de schade een verzekerd
bedrag dat overeenkomt met het indexcijfer op het moment van de schade.
Als maximum geldt 125 % van het op de laatste pre- mievervaldatum vastgestelde verzekerde bedrag.
Indien tijdelijk nog een verzekering elders loopt, die niet op indexvoorwaarden is gesloten, zal de eerder vermelde wijziging als gevolg van verandering van het indexcijfer over het totale op de opstal of het huurdersbelang verzekerde bedrag, dus inclusief het elders verzekerde bedrag, worden toegepast.
ARTIKEL 6.10
VERBRUGGING
Indien in geval van schade blijkt dat de verzekering- nemer ook andere materiële brandverzekeringen bij de maatschappij heeft gesloten die van kracht zijn op het adres waar de schade heeft plaatsgevonden, dan zullen de verzekerde bedragen van alle verzekerde zaken worden betrokken in de verbrugging.
De vrijvallende bedragen van zaken die op basis van voortaxatie waren verzekerd maar niet meer aanwezig zijn, zullen ook in de verbrugging worden betrokken. Heeft geen dan wel slechts gedeeltelijke vervanging plaatsgehad, dan worden de vrijvallende bedragen in de in dit artikel bedoelde herberekening betrokken.
De premie van alle betrokken zaken wordt herbere- kend door de genoteerde premiepromillages te verme- nigvuldigen met de waarden van de verzekerde zaken onmiddellijk voor de schade. Deze waarden worden, afhankelijk van de wijze van schadevaststelling, bepaald overeenkomstig de waarderingsgrondslagen als vermeld in artikel 5.
Uit het verschil tussen de herberekende premie en de oorspronkelijke premie ontstaat een overschot dan wel een tekort per verzekerde zaak.
Het totale overschot aan premie wordt over zaken met een tekort aan premie verdeeld. De verdeling geschiedt in verhouding van het tekort per verzekerde zaak tot het totale tekort. Na de verdeling ontstaat een herleide premie waarmee tegen de genoteerde premiepromillages de verzekerde bedragen opnieuw worden vastgesteld.
De herleide verzekerde bedragen zullen als basis dienen voor de schadevergoeding overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.4 t/m 6.8.
De maatschappij zal nooit meer vergoeden dan het totaal van de oorspronkelijk verzekerde bedragen.
ARTIKEL 6.11
ONDERVERZEKERING OPSTAL
In geval van onderverzekering worden de schade, kosten als vermeld in artikel 3.27 en 3.28 vergoed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de herbouwwaarde dan wel de verkoopwaarde, afhanke- lijk van de wijze van schadevaststelling overeenkom- stig het bepaalde in artikel 6.4. Indien op de polis verschillende bedragen zijn verzekerd geldt boven- staande per verzekerd onderdeel.
ARTIKEL 6.12
ONDERVERZEKERING INVENTARIS EN GOEDEREN
In geval van onderverzekering worden de schade en kosten als vermeld in de artikelen 3.27 en 3.29 ver- goed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de nieuwwaarde dan wel de dagwaarde, afhankelijk
van de wijze van schadevaststelling overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.5 en 6.6.
Indien op de polis verschillende bedragen zijn verze- kerd geldt bovenstaande per verzekerd onderdeel.
ARTIKEL 6.13
ONDERVERZEKERING HUURDERSBELANG
In geval van onderverzekering wordt de schade ver- goed naar verhouding van het verzekerde bedrag tot de herstelkosten.
ARTIKEL 6.14
ELDERS LOPENDE VERZEKERING
Als zaken geheel of gedeeltelijk verzekerd zijn op verschillende polissen, al dan niet van oudere datum, zal op grond van deze polis nooit meer worden ver- goed dan een evenredig aandeel in de schade.
Speciale polis
Als op deze polis verzekerde zaken tevens op een speciale polis zijn verzekerd, bestaat daarvoor onder deze polis geen dekking.
ARTIKEL 7
PREMIE
ARTIKEL 7.1
PREMIEBETALING
1 Premie verschuldigd per premievervaldatum De premie, waarin begrepen de kosten en de assurantiebelasting, is bij vooruitbetaling op de premievervaldatum verschuldigd. Deze datum wordt altijd op het betalingsverzoek vermeld.
2 Gevolg van wanbetaling bij aanvangspremie Indien verzekeringnemer de aanvangspremie, dat is de eerste premie die na het sluiten van de ver- zekering verschuldigd wordt, niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsver- zoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een aanmaning door de maatschappij is ver- eist geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden nadat 30 dagen sinds de ingangsdatum zijn verstreken. Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering ver- schuldigd wordt.
3 Gevolg van wanbetaling bij vervolgpremie en volgende premietermijnen
Indien verzekeringnemer de tweede en/of volgen- de premietermijnen, dan wel de vervolgpremie weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die na de voor die premie geldende vervaldag hebben plaatsgevon- den. Indien verzekeringnemer de tweede en/of volgende premietermijnen, dan wel de vervolg- premie niet tijdig betaalt, wordt geen dekking ver- leend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat de maatschappij de verzekeringnemer na de vervaldag schriftelijk heeft aangemaand en bet- aling is uitgebleven. Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering verschuldigd wordt.
4 Verschuldigdheid premie blijft /Xxxxxxx dekking bij betaling achteraf
Ook al wordt de dekking wegens wanbetaling opgeschort of beëindigd, de verzekeringnemer blijft verplicht de premie te voldoen. De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is, voor het geheel, dus inclusief alle tot dan toe onbetaald gebleven opeisbare premietermijnen, door de maatschappij is ontvangen.
ARTIKEL 7.2
PREMIERESTITUTIE
Behalve bij opzegging wegens opzet de verzekeraar te misleiden, wordt bij tussentijdse beëindiging de lopende premie naar billijkheid verminderd.
ARTIKEL 8
WIJZIGING VAN DE VERZEKERING
ARTIKEL 8.1
HERZIENING VAN PREMIE EN VOORWAARDEN
De maatschappij heeft het recht om de premie en/of voorwaarden voor verzekeringen van dezelfde soort als deze verzekering te herzien en deze verzekering tussentijds aan te passen aan de nieuwe premie en/of voorwaarden. De maatschappij zal verzekeringnemer van tevoren schriftelijk in kennis stellen van de aan- passing. Tot 30 dagen na de datum waarop de aan- passing is gaan gelden, heeft verzekeringnemer het recht deze schriftelijk te weigeren, indien de aanpas- sing leidt tot hogere premie of voorwaarden die voor hem nadeliger zijn. Indien verzekeringnemer van dit recht gebruik maakt eindigt de verzekering op de datum waarop de aanpassing is gaan gelden.
Als de verzekering bestaat uit verschillende in de polis vermelde en in de premieopstelling gespecificeerde onderdelen, dan geldt de regeling in dit artikel per onderdeel en is beëindiging alleen mogelijk voor de onderdelen waarop de aanpassing betrekking heeft.
ARTIKEL 8.2
VERHUIZING
De verzekeringnemer is verplicht met bekwame spoed kennis te geven aan de maatschappij dat de in de polis omschreven zaken blijvend naar een ander adres binnen Nederland worden overgebracht. Indien de verzekeringnemer verzuimt hiervan kennis te geven dan vervalt de dekking 30 dagen na de datum van risicowijziging.
De verzekeringnemer kan op grond van deze wijziging de verzekering niet tussentijds beëindigen.
ARTIKEL 8.3
HERBEOORDELING BIJ RISICOWIJZIGING
Na ontvangst van een melding van een risicowijziging als bedoeld in artikel 3.33 en/of 8.2 zal de maat- schappij aan de verzekeringnemer berichten of de verzekering al dan niet voortgezet kan worden en zo ja, of dit ongewijzigd zal geschieden of dat de premie en/of de voorwaarden zullen worden herzien. Wordt hierover met de verzekeringnemer geen overeen- stemming bereikt, dan zal de verzekering door de
maatschappij worden beëindigd met inachtneming van een opzegtermijn van 30 dagen.
ARTIKEL 8.4
OVERGANG VAN HET VERZEKERDE BELANG
Bij overgang van het verzekerde belang blijft de dek- king van kracht gedurende 30 dagen na overgang, daarna alleen als de verzekering op naam van de nieuwe belanghebbende is overgeschreven.
ARTIKEL 9
GELDIGHEIDSDUUR EN OPZEGMOGELIJKHEDEN
ARTIKEL 9.1
CONTRACTSDUUR
De verzekering heeft een op het polisblad vermelde contractduur en wordt telkens stilzwijgend met een zelfde termijn verlengd.
ARTIKEL 9.2
OPZEGMOGELIJKHEDEN VOOR DE MAATSCHAPPIJ
De verzekering eindigt door een schriftelijke opzeg- ging door de maatschappij:
1 Tegen het einde van de op het polisblad vermelde contractsduur, met inachtneming van een opzeg- gingstermijn van twee maanden;
2 Indien de verzekeringnemer de verschuldigde premie weigert te betalen of niet tijdig betaalt. In geval van niet tijdige betaling van de vervolg- premie echter uitsluitend indien de maatschappij de verzekeringnemer na de premievervaldag vruchteloos tot betaling heeft aangemaand. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum; die datum zal bij niet tijdige
betaling van de vervolgpremie niet eerder zijn dan een datum die twee maanden na de dagtekening van de opzeggingsbrief ligt;
3 Binnen twee maanden na de ontdekking dat de verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het opzet de maatschappij te misleiden dan wel de maatschappij de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggings- brief genoemde datum;
4 Na een zodanige wijziging van het risico, dat de maatschappij overeenkomstig het bepaald in arti- kel 8.3 niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben verzekerd, met een opzegtermijn van tenminste 14 dagen;
5 Indien door de maatschappij voorgeschreven maatregelen of voorzieningen ter beperking van het risico niet binnen de vastgestelde termijn zijn getroffen, met een opzegtermijn van tenminste 14 dagen;
6 Indien in geval van schade opzettelijk onjuiste gegevens zijn verstrekt, met onmiddellijke ingang.
ARTIKEL 9.3
OPZEGMOGELIJKHEDEN VOOR DE VERZEKERINGNEMER
De verzekering eindigt door een schriftelijke opzeg- ging door verzekeringnemer:
1 Tegen het einde van de op het polisblad vermelde
geldigheidsduur met inachtneming van een opzegtermijn van tenminste twee maanden.
2 Binnen één maand na ontvangst van de medede- ling van de maatschappij houdende een wijziging van premie- en of voorwaarden ten nadele van verzekeringnemer en/of verzekerde. De verzeke- ring eindigt op de dag waarop de wijziging vol- gens de mededeling van de maatschappij ingaat, maar niet eerder dan een maand na de datum van dagtekening van bedoelde mededeling.
3 Binnen twee maanden nadat de maatschappij tegenover verzekeringnemer een beroep op de niet-nakoming van de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering heeft gedaan. De ver-
zekering eindigt op de datum die in de opzeggings- brief is vermeld of bij gebreke daarvan op de datum van dagtekening van de opzeggingsbrief.
NADERE OMSCHRIJVINGEN
Atoomkernreacties
1 De verzekering geeft geen dekking indien de scha- de is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortge- vloeid uit atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan.
2 De uitsluiting onder lid 1 geldt niet met betrekking tot schade veroorzaakt door radio-actieve nucl- iden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouw- kundige, medische, wetenschappelijke, onderwijs- kundige, of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door enige overheid afgegeven ver- gunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio-actieve stoffen.
Onder ‘kerninstallatie’ wordt verstaan een kern- installatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), alsmede een kerninstallatie aan boord van een schip.
3 Voor zover krachtens enige wet of enig verdrag een derde voor de geleden schade aansprakelijk is, vindt lid 2 geen toepassing.
Blikseminslag
Onder blikseminslag wordt verstaan een ontlading van atmosferische elektriciteit naar de aarde toe, waar- door ter plaatse van de blikseminslag aantoonbare schade is ontstaan aan het aardoppervlak en/of zich daarop bevindende zaken.
Brand
Onder brand wordt verstaan een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten.
Derhalve is onder andere geen brand:
– zengen, schroeien, smelten, verkolen en broeien;
– doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
– oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
Inbraak
Onder inbraak wordt verstaan het met geweld ver- breken van een afsluiting aan de buitenzijde van de opstal met het doel zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
Molest
Onder molest wordt verstaan:
– Gewapend conflict: elk geval waarin staten of andere georganiseerde partijen elkaar, of althans de een de ander, gebruikmakend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Hieronder wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredesmacht van de Verenigde Naties;
– Burgeroorlog: een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van eenzelfde staat;
– Opstand: georganiseerd gewelddadig verzet bin- nen een staat gericht tegen het openbaar gezag;
– Binnenlandse onlusten: min of meer georganiseer- de gewelddadige handelingen, op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
– Oproer: een min of meer georganiseerde plaatse- lijke beweging, gericht tegen het openbaar gezag;
– Muiterij: een min of meer georganiseerde geweld- dadige beweging van leden van enig gewapende macht, gericht tegen het gezag waaronder zij gesteld zijn.
NB
De zes vermelde vormen van molest alsmede de definities daarvan, vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gede- poneerd.
Neervallen van luchtvaartuigen
Onverminderd het bepaalde in de molestclausule is ook gedekt schade aan de verzekerde zaken ten gevolge van het getroffen worden door een vertrek- kend, vliegend, landend of vallend luchtvaartuig, dan wel een daaraan verbonden, daarvan losgeraakt, daaruit geworpen of daaruit gevallen projectiel, ont- ploffingsmiddel of ander voorwerp alsmede enig ander voorwerp dat getroffen is door enig hier vermeld voorwerp.
Ontploffing
Onder ontploffing wordt verstaan een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende, hevige krachtsuiting van gassen of dampen, zulks met inachtname van het hierna bepaalde. Is de ontploffing ontstaan binnen een – al dan niet gesloten – vat, dan is aan het ver- eiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting vol- daan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen en dampen (onver- schillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij reeds voor de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn gewor- den. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest van gassen en dampen, welke door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare gas- en dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van zaken als onder artikel 3 in de inleidende alinea genoemde zaken door ontploffing is tevens gedekt de schade aan deze zaken welke als gevolg van die ver- nieling moeten worden aangemerkt.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken dan hierboven vermeld door ontploffing is medegedekt de schade, ontstaan door schade aan de zaken als onder artikel 3 in de inleidende alinea genoemd, welke als een gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
NB
De tekst van deze clausule en de daarbij behorende toelichting is d.d. 5 april 1982, onder nummer 275/82, door de Vereniging van Brandassuradeuren in Nederland ter griffie van de rrondissementsrechtbank te Utrecht gedeponeerd.
Storm
Onder storm wordt verstaan een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7 of hoger).