BOSKALIS EN VAN OORD ZEGGEN PENSIOENOVEREENKOMST VRIJWILLIGE DEELNAME OP
BOSKALIS EN VAN OORD ZEGGEN PENSIOENOVEREENKOMST VRIJWILLIGE DEELNAME OP
FNV Waterbouw ’ en ‘Behoud BPF Waterbouw actiegroep’ leden kiezen voor Pensioenfonds BPF Waterbouw
Meer dan 90% van onze leden alsook van de actiegroep ‘Behoud BPF Waterbouw’ heeft inmiddels aangegeven dat het pensioenfonds BPF Waterbouw zelfstandig moet blijven voortbestaan voor zowel de huidige als nieuwe aanspraken. Een kleine minderheid kiest voor BPF Koopvaardij en bijna niemandacht een overgang naar het pensioenfonds PGB wenselijk. Dit bleek uit een brede peiling onder onze achterban.
Deze uitkomsten werden bekend gemaakt op de speciale FNV Waterbouw bijeenkomst op
6 juli over de toekomst van het BPF (bedrijfstakpensioenfonds) Waterbouw.
Vrijwillig en Verplichte pensioenregeling uitgelegd:
Werknemers die vallen onder de cao Waterbouw bouwen pensioen op bij BPF Waterbouw. Daarnaast hebben Van Oord en Boskalis met de vakbonden Uitzendvoorwaarden Tewerkstelling Buiten Nederland (Buitenlandovereenkomst) afgesloten.
Hierin staan voorwaarden die van toepassing zijn zodra werknemers in het buitenland werkzaam zijn. Er zijn nogal wat werknemers die de ene keer in het Buitenland werken en dan weer in Nederland. Zij hebben dan en met de cao en met de Buitenlandovereenkomst te maken. Op het moment dat zij in Nederland werken, vallen zij onder de cao en dan is de verplicht gestelde regeling op hen van toeppassing. Zodra zij in het buitenland werken, vallen zij onder de Buitenlandovereenkomst en is in dat geval de vrijwillige regeling op hen van toepassing.
Van Oord en Boskalis zijn voor de vrijwillige regeling aangesloten bij BPF Waterbouw.
Boskalis en Van Oord zeggen pensioenovereenkomst vrijwillige deelname op Boskalis en Van Oord hadden FNV Waterbouw overigens al eind juni, voor onze ledenraadpleging dus, op de hoogte gebracht dat zij de overeenkomst inzake vrijwillige deelname (aan de pensioenregeling) tegen 1 januari 2018 willen opzeggen. Beide bedrijven blijken dit onder te willen brengen bij het pensioenfonds PGB. Omdat zij vinden dat dat beter is voor een toekomstig bestendig pensioen. Terwijl uit een onderzoek dat is verricht duidelijk is gebleken dat het voorzetten van BPF Waterbouw een beter, waarde- vaster pensioen geeft dan PGB en Koopvaardij. Verderop kunt u de uitkomsten van het onderzoek lezen.
Daarom heeft het bestuur van BPF Water-
bouw ook besloten om verder te gaan met het fonds. De opzegging hebben zij gedaan, onder voorbehoud dat de ondernemingsraden van beide bedrijven hiermee instemmen.
Stuurgroep onderzoek: BPF Waterbouw is beste pensioenfonds Zoals bekend waren cao partijen (vakbonden en werkgevers) en het bestuur van het pensioenfonds Waterbouw (BPF Waterbouw) al geruime tijd bezig om zich
Pensioenverslechteringen:
• Lagere dekkingsgraad
• Lager nabestaandenpensioen
• Geen premievrije opbouw wegens arbeidsongeschiktheid
• Geen ANW hiaat verzekering
te beraden over de toekomst van het pensioenfonds. Ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid. Cao partijen gaan over de nog op te bouwen pensioen aanspraken en het pensioenfondsbestuur over de reeds opgebouwde pensioen aanspraken.
In 2015 heeft De Nederlandsche Bank (DNB) het pensioenfonds als (mogelijk) kwetsbaar aangemerkt. DNB had zorgen over: het beleggingsproces en beleid, de invulling van de bestuurszetels en de kwetsbaarheid van de uitvoeringsorganisatie. Deze zorgen vormden de directe aanleiding voor FNV Waterbouw om zich over de toekomst van BPF Waterbouw te beraden. Het is immers onze taak om uw pensioenbelangen goed te behartigen. Ook het bestuur van BPF Waterbouw vond het noodzakelijk om zich op de toekomst van het pensioenfonds te oriënteren.
Stuurgroep vakbonden/werkgevers/ pensioenfondsbestuur In 2016 besloten cao partijen en het pensioenfondsbestuur om een gezamenlijke stuurgroep te vormen. In deze stuurgroep zitten afgevaardigden van de
vakbonden, werkgevers en het pensioen- fondsbestuur. De stuurgroep heeft op grond van uitgebreide berekeningen laten onderzoeken bij welk fonds de waardevastheid van zowel uw opgebouwde als nog op te bouwen pensioen het best uit de bus komt.
Drie pensioenfondsen onderzocht Er zijn drie pensioenfondsen onderzocht en vergeleken. Door de vakbonden werd het pensioenfonds BPF Koopvaardij ingebracht en door de werkgevers het pensioenfonds PGB (Grafimedia sector). De leden uit het pensioenfondsbestuur brachten BPF Waterbouw in. Met de selectie van deze drie fondsen was unaniem overeen- stemming in de stuurgroep.
Uitkomsten onderzoeksresulaten Kijken wij naar de onderzoeksresultaten van de drie opties over een periode van 5 en 15 jaar dan kan het volgende worden vast- gesteld:
• BPF Koopvaardij
Het pensioenresultaat voor BPF Koopvaardij komt lager uit dan bij BPF Waterbouw en pensioenfonds PGB. Belangrijkste oorzaken hier voor zijn: BPF Koopvaardij heeft een defensievere beleggingsmix (belegt voorzichtiger: meer in obligaties dan aandelen).
Pensioenfonds PGB en BPF Waterbouw beleggen meer in aandelen. Als het goed gaat met de aandelen profiteren zij daar meer van dan BPF Koopvaardij. Dit heeft
Behoud pensioenfonds / regeling
BPF Waterbouw
o
u
h
e
o
B
b
p
er
e
at
o
W
r
NV
g
e
i
t
c
A
w
ou
b
er
at
W
F
w
P
B
d
u
een gunstig effect op de dekkingsgraad. Een hogere dekkingsgraad geeft grotere kans op indexeren van het pensioen.
Andersom geldt dat de dekkingsgraad bij BPF Koopvaardij minder wordt geraakt.
Verder zien we dat de dekkingsgraad bij BPF Koopvaardij hoger is dan bij BPF Waterbouw en pensioenfonds PGB.
Bij overheveling van BPF Waterbouw naar BPF Koopvaardij moet er geld worden bijgestort om het verschil in dekkingsgraad op te heffen. Werkgevers hebben bij herhaling benadrukt daar absoluut niet toe bereid te zijn.
Met als gevolg dat bij een overheveling van BPF Waterbouw naar BPF Koopvaar- dij de pensioenaanspraken van de deelnemers van BPF Waterbouw gekort moeten worden.
De korting op uw aanspraken heeft een negatief effect op uw pensioenresultaat.
• Pensioenfonds PGB
De dekkingsgraad bij pensioenfonds PGB is lager dan bij BPF Waterbouw. Om de dekkingsgraden gelijk te trekken, zou bij overheveling naar pensioenfonds PGB eenmalig een toeslag aan de deelnemers van BPF Waterbouw worden toegekend.
Het gevolg is dan wel dat de deelnemers van BPF Waterbouw starten met een lagere dekkingsgraad bij pensioenfonds PGB. Dit heeft weer negatieve gevolgen voor de indexatie van uw pensioen.
Pensioenfonds PGB heeft net als bij BPF Koopvaardij het risico voor een lage/ dalende rente afgedekt.
Met als gevolg als de rente gaat stijgen zowel pensioenfonds PGB als BPF Koop- vaardij daar niet van profiteren. Dat heeft dus geen gunstig effect op de dekkingsgraad.
Over een periode van met name 15 jaar is het pensioenresultaat bij pensioenfonds PGB lager dan BPF Waterbouw.
• BPF Waterbouw
BPF Waterbouw laat over een periode van 5 dan wel 15 jaar het beste pensioen- resultaat zien voor de deelnemers.
Dit komt o.a. door:
- De hogere dekkingsgraad van BPF Waterbouw dan pensioenfonds PGB.
- Fors mindere afdekking van een lage/dalende renterisico.
- Een offensievere beleggingsmix dan met name BPF Koopvaardij.
Als wij naar het pensioenresultaat kijken, dat unaniem in de stuurgroep als leidend beoordelingscriterium werd benoemd, dan zien we dat BPF Water- bouw als beste optie uit de bus komt.
Behoud van bestuurlijke invloed Naast het pensioenresultaat vindt FNV Water- bouw het criterium ‘behoud van bestuur- lijke invloed’ belangrijk: invloed vanuit het bestuur op zowel de inhoud als de uitvoering van de regeling. FNV Water- bouw vindt pensioen een belangrijke arbeidsvoorwaarde, die wij niet op afstand van de sector willen zetten. Bestuurlijke invloed op o.a. het premie- en beleggings- beleid vinden wij cruciaal.
Bij de optie PGB wordt de bestuurlijke invloed sterk afgezwakt, omdat onze positie in het bestuur geminimaliseerd wordt.
Hoe zit het nu met de eerder door DNB geuite zorgen? Gebleken is dat BPF Waterbouw het beleggingsproces en beleid op orde heeft. Zowel vakbonden en
werkgevers hebben al bijna 2 jaar zeer kundige mensen namens hun organisatie afgevaardigd in het bestuur. Hiermee is de zorg omtrent invulling van de bestuurs- zetels weggenomen. De uitvoeringsorgani- satie blijft evenwel een aandachtspunt.
Daar zijn echter goede oplossingsmoge- lijkheden voor handen. De uitvoering van de pensioenregeling kan bij andere uitvoerders worden ondergebracht.
Onderzocht moet worden bij welke uitvoerder dat het beste zou kunnen.
Oproep aan ondernemingsraden Boskalis en Van Oord Nu van Oord en Boskalis de vrijwillige aansluiting bij BPF Waterbouw hebben opgezegd zijn de ondernemingsraden van beide firma’s aan zet. Zij hebben de wettelijke mogelijkheid om het besluit van beide werkgevers tegen te houden.
Begin juli heeft FNV Waterbouw een brief gestuurd naar de ondernemingsraden van Boskalis en Van Oord om ze te wijzen op het belang van een weldoordacht advies aan hun directies. Zo wordt met de opzegging van de vrijwillige deelname, daarmee samenhangend ook artikel 22 van de Buitenlandovereenkomst (pensioenregeling) opgezegd, althans voor wat betreft de inschrijving als vrijwillige deelnemer bij BPF Waterbouw, eveneens per 1 januari 2018.
Dit besluit heeft negatieve consequenties voor de deelnemers dan wel de werkne- mers. Enerzijds doordat het verwachte pensioenresultaat op basis van ALM- studies (onderzoek) lager uitvalt, en anderzijds als gevolg van de splitsing die ontstaat tussen de vrijwillige deelneming en de opbouw op basis van de verplicht- stelling. De verplichtstelling heeft zoals hierboven uiteengezet betrekking op alle deelnemers die in de sector gedeeltelijk dan wel geheel in Nederland werkzaam zijn of thuis op ‘wachtgeld’ zitten.
Naast de verplichtstelling heeft BPF Waterbouw een overeenkomst gesloten met Waterbouw werkgevers, waarbij er sprake is van groepsgewijze vrijwillige deelname van een of meer groepen van werknemers die bij die werkgevers in dienst zijn.
Doordat Boskalis en Van Oord nu de vrijwillige aansluiting per 1 januari 2018 willen opzeggen, zal een substantieel deel van de werknemers voor het verplicht gesteld deel blijven bij BPF Waterbouw en voor het vrijwillig deel gaan zij naar PGB.
Negatieve gevolgen splitsing Het bestuur van BPF Waterbouw heeft ons en de overige werkgevers in de sector Waterbouw aangegeven dat deze splitsing nadelige gevolgen heeft voor:
- het nabestaanden pensioen;
- de premievrije opbouw wegens arbeidsongeschiktheid;
- de (vrijwillige) ANW-hiaat verzekering. Deze zullen een lager uitkering kennen.
F
D
R
O
O
N
A
V
/
LIS
KA
BOS
Kadergroep (actieve leden) Pensioen beraadt zich Eind juli komt de FNV Waterbouw kadergroep Pensioen bij elkaar om zich te beraden over vervolg- stappen. Wij houden u op de hoogte.