HUISHOUDELIJK REGLEMENT "SCHILDERKUNDIG GENOOTSCHAP
HUISHOUDELIJK REGLEMENT "SCHILDERKUNDIG GENOOTSCHAP
PULCHRI STUDIO"
DEFINITIES
Artikel 1
In dit reglement wordt verstaan onder :
a. statuten : de statuten van de Vereniging van beeldende kunstenaars "Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio", zoals vastgesteld bij notariële akte van 7 november 2000 ingevolge het besluit van de Algemene Ledenvergadering van 10 juni 2000 ;
b. Genootschap : de Vereniging van beeldende kunstenaars “Schilderkundig Genootschap Pulchri Studio”;
c. bestuur : het bestuur van het Genootschap als bedoeld in artikel 13 van de statuten ;
d. tentoonstellingscommissie : de commissie als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a, van de statuten ;
e. ballotagecommissie : de commissie als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder b, van de statuten ;
f. sociëteitscommissie : de commissie als bedoeld in artikel 20, eerste lid. onder c, xxx xx xxxxxxxx ;
g. commissaris over de tekenzalen : de commissaris, als bedoeld in artikel 20, eerste lid onder d, van de statuten ;
h. kunstenaar-leden : de leden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a, van de statuten ;
i. kunstlievende leden : de leden als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, van de statuten ;
j. leden : kunstenaar-leden en kunstlievende leden ;
k. lidmaatschap : het lidmaatschap van het Genootschap ;
l. secretaris : de secretaris van het bestuur ;
m. bureau : het kantoor van het Genootschap, waar de administratie wordt gevoerd ;
n. personeel : personeel, in dienst van de Stichting Exploitatie Pulchri Studio en werkzaam ten dienste van het Genootschap, de Stichting Exploitatie Pulchri Studio en de Stichting Monument Pulchri Studio..
TOELATING KUNSTENAAR-LEDEN
Artikel 2
1. Aanmelding van een beeldend kunstenaar als kandidaat voor het kunstenaar-lidmaatschap geschiedt schriftelijk.
2. Het hiertoe te gebruiken formulier is verkrijgbaar bij het bureau. Het dient, ingevuld en ondertekend door het kandidaat-lid te worden ingeleverd bij het bureau.
Artikel 3
1. Het kandidaat-lid dient op een door de ballotagecommissie te bepalen datum en plaats tenminste zeven van zijn werken te bezorgen, die duidelijk kenmerkend zijn voor zijn wijze van werken in de periode van de kandidaatstelling.
2. In overleg met het bestuur kan de ballotagecommissie besluiten tot een andere wijze van presentatie van de artistieke kwaliteiten van het kandidaat-lid.
Artikel 4
1. De beoordeling van het werk van het kandidaat-lid geschiedt door de ballotagecommissie.
2. Een geldige beoordeling kan slechts plaats vinden indien alle leden, dan wel plaatsvervangende- leden van de commissie aan deze beoordeling deelnemen.
3. Bij de beoordeling mogen uitsluitend aanwezig zijn de leden of de plaatsvervangende-leden van de commissie
4. Bij de uitoefening van haar taak kan de commissie zich doen bijstaan door leden van het personeel.
5. De commissie kan omtrent de toelating van een kandidaat-lid het bestuur slechts positief adviseren indien tenminste vier leden, inclusief de voorzitter, hun stem ten gunste van het kandidaat-lid hebben uitgebracht. Indien zich vier leden voor en drie leden tegen de toelating uitspreken vindt een nadere bespreking plaats, waarna opnieuw wordt gestemd. Bij een gelijke uitslag van de stemming wordt positief geadviseerd.
6. De stemming geschiedt met gesloten briefjes, tenzij op voorstel van de voorzitter en zonder dat enig lid zich tegen dat voorstel heeft verzet, de commissie haar beoordeling eenstemmig in het voordeel of het nadeel van het kandidaat-lid uitbrengt.
7. Stembriefjes waarop enig ander woord dan "voor" of "tegen" voorkomt, zijn ongeldig.
8. De voorzitter zorgt voor een zodanige verslaglegging van de beoordeling van de commissie aan het bestuur, dat dit een duidelijk overzicht krijgt van de resultaten van de gehouden stemmingen.
Artikel 5
1. Het bestuur neemt in zijn eerstvolgende vergadering op grond van de door de ballotagecommissie uitgebrachte adviezen een besluit omtrent het al of niet toelaten van het kandidaat-lid.
2. Xxxxxxx van een negatief advies neemt het bestuur een daarvan afwijkend besluit niet dan na overleg met de commissie.
3. Xxxxxxx van een positief advies kan het bestuur naast dit advies ook andere beoordelingselementen, verband houdende met de belangen van het Genootschap, bij zijn besluit mede in overweging nemen en op grond daarvan tot een van dit advies afwijkend besluit komen. Indien het bestuur voornemens is het positief advies te volgen wordt dat voornemen overeenkomstig artikel 6, derde lid, van de statuten, ter kennis gebracht van alle leden.
4. In de eerstvolgende vergadering na het verstrijken van de termijn, als bedoeld in artikel 6, derde lid van de statuten, neemt het bestuur in laatste instantie een definitief besluit.
5. De secretaris draagt er zorg voor, dat betrokkenen terstond in kennis worden gesteld van het besluit.
6. De toegelaten kandidaat-leden treden in de rechten, verbonden aan het kunstenaar-lidmaatschap zodra zij aan hun verplichting tot betaling van het entreegeld en de contributie hebben voldaan.
Artikel 6
Een door het bestuur niet als kunstenaar-lid toegelaten beeldend kunstenaar kan niet eerder dan na verloop van achttien maanden na kennisgeving van het besluit van het bestuur, waarbij zijn niet- toelating werd uitgesproken, zich wederom voor kandidaatstelling aanmelden.
Artikel 7
1. Het bestuur kan, gehoord de ballotagecommissie, een beeldend kunstenaar op grond van zijn in brede kring erkende artistieke kwaliteiten uitnodigen om anders dan langs de weg van ballotage als kunstenaar-lid tot het Genootschap toe te treden.
2. Vanaf het ogenblik, waarop de mededeling dat de uitnodiging wordt aanvaard het bestuur bereikt, treedt de uitgenodigde beeldend kunstenaar in de rechten en verplichtingen van het lidmaatschap als kunstenaar-lid.
TOELATING KUNSTLIEVENDE LEDEN
Artikel 8
1. De voordracht om iemand als kunstlievend lid toe te laten, geschiedt schriftelijk.
2. Het hiertoe te gebruiken formulier is verkrijgbaar bij het bureau. Het dient, ingevuld en ondertekend door het kandidaat-lid en meeondertekend door het voordragende kunstenaar-lid of kunstlievend lid te worden ingeleverd bij het bureau.
3. In de eerstvolgende vergadering na het verstrijken van de termijn, als bedoeld in artikel 10, tweede lid van de statuten neem het bestuur een besluit. De secretaris draagt er zorg voor, dat betrokkenen terstond in kennis worden gesteld van dit besluit.
Artikel 9
Een door het bestuur niet als kunstlievend lid toegelaten persoon kan niet eerder dan na verloop van een door het bestuur te bepalen termijn van tenminste achttien maanden na kennisgeving van het besluit van het bestuur, waarbij de niet-toelating is uitgesproken, zich wederom voor kandidaatstelling doen voordragen..
SCHORSING LEDEN
Artikel 10
1. Indien de gronden, die aanleiding kunnen geven tot het nemen van een schorsingsmaatregel, als bedoeld in artikel 8, eerste lid of artikel 11, derde lid, van de statuten, gelegen zijn in gedragingen of handelingen van een lid in de sociëteit, gaat het bestuur niet tot schorsing over dan na inwinning van het advies van de sociëteitscommissie.
2. Indien het bestuur zulks nodig acht wordt het lid, tegenover wie een schorsingsmaatregel wordt overwogen, gehoord.
ONTZETTING LIDMAATSCHAP
Artikel 11
Personen, die uit het lidmaatschap zijn ontzet kunnen nadien niet als lid worden toegelaten, tenzij zich naar het oordeel van het bestuur een zodanig nieuw feit heeft voorgedaan dat aan deze bepaling in alle redelijkheid niet langer kan worden vast gehouden.
ENTREEGELD EN JAARLIJKE CONTRIBUTIE
Artikel 12
1. Leden zijn bij hun toelating een entreegeld verschuldigd, waarvan de hoogte jaarlijks wordt vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering.
2. Het kunstenaar-lid, dat op uitnodiging van het bestuur toetreedt, is geen entreegeld verschuldigd.
Artikel 13
Leden, die in de loop van een kalenderjaar zijn toegelaten betalen een evenredig gedeelte van de verschuldigde contributie, welk deel wordt bepaald aan de hand van de in dat jaar nog resterende maanden van het kalenderjaar. Hierbij geldt een gedeelte van een maand als een volledige maand.
Artikel 14
Het bestuur is bevoegd :
a. vrijstelling van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen aan in het buitenland verblijf houdende kunstenaar-leden van niet-Nederlandse nationaliteit, die op uitnodiging van het bestuur zijn toegelaten. Zij ontvangen uit dien hoofde ook geen van het Genootschap uitgaande post ;
b. geen entreegeld te heffen en afwijkende contributies vast te stellen voor bepaalde categorieën personen ter aanmoediging om als lid toe te treden. De afwijking wordt als regel aan een termijn gebonden, na verloop waarvan de volledige contributie verschuldigd is ;
c. bedrijven een lidmaatschap aan te bieden, op grond waarvan vijf personen binnen het bedrijf, bij voorkeur leden van directie en/of staf, als kunstlievend lid kunnen worden toegelaten. Aan het bedrijvenlidmaatschap kan het bestuur rechten en verplichtingen verbinden, die afwijken van die, welke gelden voor de kunstlievende leden. Het entreegeld en de jaarlijkse contributie voor het bedrijvenlidmaatschap worden vastgesteld door het bestuur, maar bedragen tenminste het vijfvoud van hetgeen een kunstlievend lid verschuldigde is.
Artikel 15
Het bestuur legt telken jare via een aparte paragraaf in het jaarverslag tegenover de Algemene Ledenvergadering verantwoording af van het gebruik van de bevoegdheden, toegekend in artikel 14 van dit reglement.
XXXXXXXXX BESTUURSLEDEN EN COMMISSARIS
Artikel 16
1. Bij de stemming over personen zijn blanco stemmen en stemmen, uitgebracht op een andere persoon dan voorgedragen door het bestuur of op rechtsgeldige wijze door het aantal daartoe bevoegde leden, ongeldig.
2. Behoudens in het geval van voorziening in een tussentijdse vacature gaan benoemingen in per 1 januari van het kalenderjaar volgend op de Algemene Ledenvergadering.
3. Het bestuur stelt een rooster van aftreden op, dat aan de Algemene Ledenvergadering wordt medegedeeld.
ALGEMENE VERGADERINGEN
Artikel 17
1. De bijeenroeping van een Algemene Ledenvergadering, als bedoeld in artikel 22 van de statuten, en van een Gecombineerde Algemene vergadering, als bedoeld in artikel 24 van de statuten, gaat vergezeld van een agenda, waarop behalve de notulen van de vorige vergadering, alle voorstellen van het bestuur en - indien tijdig ingediend - van de leden worden vermeld, zo nodig voorzien van een toelichting.
2. Voorstellen van leden worden toegevoegd aan de agenda van :
x. xx Xxxxxxxx Ledenvergadering, indien deze door tenminste vijftien kunstenaar-leden zijn ondertekend ;
b. de Gecombineerde Algemene vergadering, indien deze door tenminste vijftien leden zijn ondertekend.
Artikel 18
1. Indien het bestuur niet tijdig een oproep voor een Algemene Ledenvergadering laat uitgaan in het geval, dat tenminste vijftien kunstenaar-leden daar om gevraagd hebben, zal de eerste ondertekenaar mede namens de andere ondertekenenden, de oproep doen uitgaan.
2. De vergadering wordt gehouden op kosten en in het gebouw van het Genootschap.
Artikel 19
1. De leden, aanwezig in de Algemene Ledenvergadering of de Gecombineerde Algemene vergadering, tekenen de presentielijst.
2. Bij de behandeling van de agenda tekent de voorzitter aan welke leden over het punt, dat aan de orde is, wensen te spreken en verleent ieder op zijn beurt het woord.
3. Bij de behandeling van het agendapunt "Rondvraag" kunnen de leden informatie over bepaalde onderwerpen vragen en wensen naar voren brengen. Besluiten kunnen niet worden genomen anders dan met algemene stemmen.
4. Geeft de voorzitter geen toestemming tot een bespreking, bedoeld in het derde lid, dan kan het desbetreffende lid een beroep doen op de vergadering.
5. Eenzelfde beroep is mogelijk indien tussen de voorzitter en een lid verschil rijst over de vraag of hetgeen het lid naar voren brengt betrekking heeft op het aan de orde zijnde punt van de agenda.
Artikel 20
1. Voordat tot een stemming wordt overgegaan zal de voorzitter duidelijk uiteen zetten en formuleren waarover de stemming gaat.
2. Over zaken kan bij handopsteken worden gestemd. Indien de voorzitter oordeelt, dat hoofdelijk moet worden gestemd geschiedt dit in volgorde van de presentielijst.
3. Bij schriftelijke stemming wijst de voorzitter drie leden aan, die aan de hand van de stembriefjes de uitslag voorleggen aan de vergadering. Blijkt het aantal stembriefjes groter dan het aantal stemgerechtigde aanwezigen volgens de presentielijst dan is de stemming nietig en wordt opnieuw gestemd.
KUNSTVERZAMELING
Artikel 21
1. Het bestuur heeft de zorg voor het onderhouden en uitbreiden van de kunstverzameling als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c van de statuten.
2. Het bestuur draagt zorg voor het bijhouden van een inventaris en controleert de verzameling periodiek op volledigheid en staat van onderhoud.
3. Van zijn activiteiten terzake doet het bestuur jaarlijks verslag aan de Algemene Ledenvergadering.
Artikel 22
Het afstoten van één of meerdere werken, die onderdeel uitmaken van de kunstverzameling, kan slechts plaats vinden met instemming van de Algemene Ledenvergadering.
TENTOONSTELLINGEN
Artikel 23
1. De tentoonstellingscommissie is belast met de voorbereiding en de uitvoering van de besluiten van het bestuur, de tentoonstellingen betreffende.
2. De commissie is verder verantwoordelijk voor de organisatie en de inrichting van de tentoonstellingen, zowel in de zalen van het Genootschap als daar buiten.
3. Indien een kunstenaar-lid een beroep doet op het bestuur medewerking te verlenen aan het exposeren buiten de zalen van het Genootschap, waaronder bij ondernemingen, treedt de commissie namens het bestuur ondersteunend en eventueel bemiddelend op.
Artikel 24
1. Gedurende de tijden, die voor de openstelling van de tentoonstellingen zijn aangewezen, kan aan de zalen geen andere bestemming worden gegeven.
2. In bijzondere gevallen kan het bestuur daarvan afwijken na overleg met de exposant.
3. Daartoe wordt in de met elke exposant te sluiten overeenkomst een bepaling opgenomen, waarin de voorwaarden waaronder de afwijking kan worden toegestaan, nader worden geregeld.
Artikel 25
1. Tenminste twee maal per jaar wordt er een zogenoemde ledententoonstelling gehouden. De tentoonstellingscommissie neemt hiertoe het initiatief en brengt de eisen en de voorwaarden, waaronder kan worden deelgenomen, tijdig ter kennis van de kunstenaar-leden.
2. Van elk kunstenaar-lid, die aan de tentoonstelling wil deelnemen, wordt tenminste één werk toegelaten, tenzij het bestuur op advies van de commissie beslist, dat geen enkel aangemeld werk voldoet aan de vooraf gestelde eisen en voorwaarden.
Artikel 26
Op de verkoopprijs van de kunstwerken wordt provisie ten gunste van het Genootschap ingehouden. Leden genieten bij aankoop een korting. De percentages worden door het bestuur vastgesteld. In het jaarverslag maakt het bestuur melding van zijn besluiten xxxxxxx.
Artikel 27
Van iedere verkoop wordt aantekening gehouden, waarbij de aard en de titel van het kunstwerk, de naam van de kunstenaar, naam en adres van de koper en de verkoopprijs worden vastgelegd.
TEKENZAAL
Artikel 28
1. Het Genootschap biedt in een tekenzaal gelegenheid tot het gemeenschappelijk werken naar levend model. Ook kunstlievende leden kunnen hiertoe worden toegelaten.
2. De commissaris over de tekenzalen is belast met de organisatie van het werken in de tekenzaal en verantwoordelijk voor de goede gang van zaken tijdens het werken.
3. Hij beslist over het al dan niet toelaten tot de tekenzaal, met dien verstande, dat kunstenaar-leden uitsluitend kunnen worden afgewezen op grond van het feit, dat de tekenzaal geen ruimte meer biedt voor verdere toelating.
4. Het bestuur kan op voorstel van de commissaris beslissen, dat een toegelaten deelnemer de verdere toegang tot de tekenzaal wordt ontzegd.
SOCIETEIT
Artikel 29
1. De sociëteit is uitsluitend toegankelijk voor de leden en hun introducés, alsmede voor leden van de Haagse Kunstkring, De kring, Amsterdam en de Maatschappij Arti et Amicitiae te Amsterdam.
2. Zij zijn verplicht op verzoek hun bewijs van lidmaatschap te tonen.
3. Elk lid heeft het recht één huisgenoot of partner voor te dragen als permanente introducé. De houders van een permanente introducékaart (partnerpas) hebben zonder introductie door een lid onbeperkt toegang tot de sociëteit. Zij zijn verplicht zichzelf in te schrijven in het daartoe bestemde register.
4. Een lid kan behalve de permanente introducé maximaal twee personen tegelijk introduceren. Voor het bij wijze van uitzondering gelijktijdige toelaten van meerdere introducés is vooraf toestemming nodig van de voorzitter van de sociëteitscommissie.
5. Het is leden niet toegestaan dezelfde persoon meer dan eenmaal per maand te introduceren.
6. De leden zijn verplicht de namen van hun introducés in te schrijven in het daartoe bestemde Register.
7. Geroyeerde of geschorste leden hebben geen toegang tot de sociëteit, ook niet als introducé.
Artikel 30
1. Leden zijn aansprakelijk voor overlast en schade van welke aard dan ook, die door henzelf of hun introducés zijn veroorzaakt.
2. Zij zijn tevens aansprakelijk voor de voldoening van het volle bedrag van de verteringen van hun introducés.
3. Leden of hun introducés, die inbreuk maken op de goede orde, kunnen na gewaarschuwd te zijn worden verwijderd door de voorzitter van de sociëteitscommissie, of – bij diens afwezigheid – door een lid van de sociëteitscommissie of een lid van het bestuur.
4. Bij herhaling kan het bestuur, gehoord de sociëteitscommissie, een lid of een introducé voor langere tijd, dan wel voor onbepaalde tijd de toegang ontzeggen.
Artikel 31
De sociëteitscommissie is, in overleg met de pachter, verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in de sociëteit en voor de organisatie van evenementen.
Aldus vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 2013.