Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Artikel 2. Dekking
2.1 Dekking in de woning
2.2 Dekking buiten de woning
2.3 Bijzondere vergoedingen
(alleen van toepassing als gevolg van een gedekte gebeurtenis)
Artikel 3. Uitsluitingen
3.1 Atoomkernreacties
3.2 Molest
3.3 Aardbeving en vulkanische uitbarsting
3.4 Overstroming
3.5 Milieuschade
3.6 Water-, stoom-, vorst- en neerslagschade
3.7 Schuld
3.8 Fouten, onderhoud e.d.
3.9 Ongeoorloofd pincodegebruik
3.10 Andere verzekering
3.11 Xxxxxxx, vermissing of verduistering
Artikel 4. Schade
4.1 Vaststelling van de schade
4.2 Schadeomvang
4.3 Herstelbare schade
4.4 Onderverzekering
4.5 Schadeafwikkelingstermijnen
Artikel 5. Garantie tegen onderverzekering
5.1 Vaststelling verzekerd bedrag
5.2 Geldigheidstermijnen
5.3 Tussentijdse aanpassing Artikel 6. Indexering
Artikel 7. Wijzigingen
7.1 Meldingsverplichting van verzekeringnemer
7.2 Beoordeling van premie/ voorwaarden na melding
7.3 Verhuizing
7.4 Gevolgen van niet of niet tijdig melden
7.5 Beperkte dekking bij aanbouw/verbouw
7.6 Dekking bij verhuizing en risicowijziging
7.7 Overgang verzekerd belang
Deze aanvullende voorwaarden zijn van toepassing:
- voor zover hiernaar in het polisblad is verwezen;
- als aanvulling op en met inachtneming van de Algemene voorwaarden of de Pakketvoorwaarden.
Aanvullende voorwaarden Inboedelverzekering Uitgebreid 2007
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
1.1 Bereddingskosten
De kosten van maatregelen die tijdens de geldigheidsduur van de verzekering door of vanwege verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor - indien gevallen - (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
1.2 Braak
Het zich wederrechtelijk toegang verschaffen tot de woning of de bijgebouwen door verbreking van afsluitingen, met zichtbare sporen aan de buitenkant van beschadiging daaraan.
1.3 Brand
Een door verbranding veroorzaakt en met vlammen gepaard gaand vuur buiten een haard, dat in staat is zich uit eigen kracht voort te planten. Zo is onder andere geen brand:
- zengen, schroeien, smelten, verkolen, broeien;
- doorbranden van elektrische apparaten en motoren;
- oververhitten, doorbranden, doorbreken van ovens en ketels.
1.4 Geld en geldswaardig papier
Gemunt geld en bankbiljetten, ongeacht de valuta, die dienen tot wettig betaalmiddel.
Geldswaardig papier is alle papier waaraan in het maatschappelijk verkeer een zekere geldswaarde wordt toegekend, zoals cheques, betaalkaarten, creditcards en elektronische betaalmiddelen zoals betaalpassen en chipknips.
1.5 Huurdersbelang
De voor rekening van verzekerde als huurder aangebrachte veranderingen, verbeteringen en uitbreidingen van de woning, zoals centrale verwarmings-, keuken- en sanitaire installaties, betimmeringen, vloeren, schuurtjes en schuttingen.
1.6 Inboedel
Alle roerende zaken en huurdersbelang behorende tot de particuliere huishouding van verzekerde en zijn gezin, met uitzondering van motorvoertuigen. Brom- en snorfietsen gelden wel als inboedel.
Voor ieder navolgend onderdeel geldt een maximale dekking van EUR 1.000,- per gebeurtenis, voor zover de schade niet elders wordt vergoed:
- geld en geldswaardig papier, mits aan alle voorschriften van de uitgevende instanties is voldaan;- voor privé-gebruik bestemde vaartuigen, aanhangwagens, losse onderdelen en accessoires van motorrijtuigen, caravans, aanhangwagens en vaartuigen, mits aanwezig in de woning;
- gereedschappen, materialen en bedrijfskleding die verzekerde onder zich heeft voor de uitoefening van zijn beroep of tot uitoefening van zijn bedrijf op het risicoadres.
1.7 Lijfsieraden
Sieraden, inclusief horloges, die dienen om op of aan het lichaam gedragen te worden en die geheel of ten dele bestaan uit (edel)metaal, gesteente, mineraal, ivoor, (bloed)koraal of andere dergelijke stoffen, alsmede parels.
1.8 Luchtvaartuigschade
Onder luchtvaartuigschade wordt verstaan de beschadiging van de verzekerde zaken doordat deze getroffen wordt door:
a. een vertrekkend, vliegend, landend of vallend lucht- of ruimtevaartuig;
b. een projectiel, ontploffingsmiddel of ander voorwerp dat was verbonden aan, losgeraakt van, geworpen uit of gevallen uit het eerder bedoeld lucht- of ruimtevaartuig;
c. een ander voorwerp dat is getroffen door een voorwerp dat onder a of b is genoemd.
1.9 Noodvoorzieningen
De voorlopige voorzieningen die bij of direct na een gedekte gebeurtenis worden aangebracht in afwachting van definitief herstel voor zover deze maatregelen noodzakelijk en doelmatig zijn.
1.10 Ontploffing
Een gehele of gedeeltelijke vernieling onmiddellijk veroorzaakt door een eensklaps verlopende hevige krachtsuiting van gassen of dampen, echter met inachtneming van het hierna bepaalde.
Is de ontploffing ontstaan binnen een al dan niet gesloten vat, dan is aan het vereiste van een eensklaps verlopende krachtsuiting voldaan, indien de wand van het vat onder de druk van de zich daarin bevindende gassen of dampen (onverschillig hoe deze gassen of dampen zijn ontstaan en onverschillig of zij al vóór de ontploffing aanwezig waren dan wel eerst tijdens deze ontwikkeld werden) een zodanige scheiding heeft ondergaan dat door het uitstromen van gas, damp of vloeistof uit de door de scheiding gevormde opening, de drukken binnen en buiten het vat eensklaps aan elkaar gelijk zijn geworden. Is dit niet het geval of is de ontploffing buiten een vat ontstaan, dan moet de eensklaps verlopende hevige krachtsuiting de onmiddellijke werking zijn geweest
xxx xxxxxx of dampen die door een scheikundige reactie van vaste, vloeibare, gas- of dampvormige stoffen, of een mengsel daarvan, zijn ontwikkeld of tot uitzetting gebracht.
In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van verzekerde zaken door ontploffing is tevens de schade aan de verzekerde zaken die als een gevolg van die vernieling moet worden aangemerkt gedekt. In het geval van gehele of gedeeltelijke vernieling van andere zaken door ontploffing is meegedekt de schade aan de verzekerde zaken die als een gevolg van de nabijheid van die vernieling moet worden aangemerkt.
Noot: de tekst van deze clausule en de daarbij behorende toelichting is door het Verbond van Verzekeraars, afdeling brand op 5 april 1982 onder nummer 275/82 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank in Utrecht gedeponeerd.
1.11 Onzeker voorval
Deze overeenkomst beantwoordt – tenzij partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen – aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voorzover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.
1.12 Opruimingskosten
Uitsluitend de niet reeds in de schadetaxatie begrepen kosten van het wegruimen en/of de afbraak van bovengronds aanwezige zaken op het risicoadres voor zover het wegruimen en/of de afbraak het noodzakelijke gevolg is van een door de verzekering gedekte schade.
1.13 Salvagekosten
De kosten die door of namens de Stichting Salvage bij of direct na een brand of ontploffing worden gemaakt voor het bieden van hulpverlening en het treffen van de eerste en meest noodzakelijke maatregelen om de schade te beperken.
1.14 Saneringskosten
De kosten verbonden aan grond- en watersanering van het in de polis omschreven risicoadres voor zover er sprake is van een verontreiniging in een concentratie die volgens milieuwet- en regelgeving ontoelaatbaar is.
1.15 Storm
Een windsnelheid van tenminste 14 meter per seconde.
1.16 Verzekerd bedrag
Het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag dat gebaseerd is op de nieuwwaarde van de inboedel
tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen.
1.17 Verzekerde
Degene die in geval van door hem geleden schade op grond van deze verzekering aanspraak kan maken op vergoeding.
1.18 Woning
Het op het polisblad onder risicoadres omschreven (deel van het) gebouw dat door de verzekerde bewoond wordt en de bij verzekerde in gebruik zijnde privé bergruimten en -bijgebouwen.
Artikel 2. Dekking
Belangrijk: Zie ook Artikel 3 Uitsluitingen en Artikel 7 Wijzigingen.
2.1 Dekking in de woning
Binnen de omschreven woning is de inboedel verzekerd tegen schade door:
a. brand en brandblussing;
b. blikseminslag;
c. overspanning of inductie door xxxxxxx;
d. ontploffing;
e. luchtvaartuigen;
f. storm;
g. neerslag (waaronder te verstaan regen, sneeuw, hagel of smeltwater):
g.1 onvoorzien de woning binnengedrongen als gevolg van lekkage of overlopen van daken, balkons en dakgoten of afvoerpijpen daarvan;
g.2 onvoorzien gestroomd uit binnen de woning aanwezige afvoerpijpen van daken, balkons en dakgoten;
h. water of stoom onvoorzien gestroomd uit een waterleiding-, centrale verwarming-, airconditioning- of sprinklerinstallatie of uit op deze installaties permanent aangesloten leidingen en/of toestellen, als gevolg van een defect hieraan, evenals water over- of uitgelopen uit genoemde installaties en/of toestellen. Onder leidingen worden in het kader van deze dekking uitdrukkelijk niet bedoeld flexibele slangen die, al dan niet permanent aangesloten tussen een waterkraan en een (centraal) verwarmingssysteem, dienen als vulmethode van dat verwarmingssysteem;
i. water, onvoorzien gestroomd uit een waterbed als
gevolg van een plotseling opgetreden defect daaraan;
j. water, onvoorzien gestroomd uit een aquarium als gevolg van een plotseling opgetreden defect of breuk daaraan. Onder deze dekking valt ook schade aan de inhoud van het aquarium;
k. olie onvoorzien gestroomd uit permanent op de schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallaties met bijbehorende leidingen en tanks;
l. rook en roet, plotseling uitgestoten door permanent op de schoorsteen aangesloten verwarmingsinstallaties;
m. diefstal, of een poging daartoe;
Voor diefstal van lijfsieraden wordt een maximale vergoeding verleend van EUR 2.500,- per gebeurtenis, tenzij uitdrukkelijk uit de polis blijkt, dat lijfsieraden voor een hoger bedrag zijn bijverzekerd. Als er andere inboedelverzekeringen zijn gesloten bedraagt de totale vergoeding maximaal EUR 2.500,-. De vergoeding geschiedt dan pro rata op basis van de totaal verzekerde bedragen voor inboedel;
n. vandalisme gepleegd door iemand die door middel van braak de woning is binnengedrongen;
o. gewelddadige beroving en afpersing;
p. aanrijding en aanvaring;
Mocht een van de hiervoor genoemde gebeurtenissen veroorzaakt zijn door de aard of een gebrek aan de verzekerde zaak zelf, dan tast dit de dekking niet aan.
Wijziging van belendingen tast de dekking niet aan.
2.2 Dekking buiten de woning
a. In trappenhuizen en gemeenschappelijke bergruimten is schade als gevolg van de onder 2.1 genoemde gebeurtenissen verzekerd, met dien verstande dat diefstal of een poging daartoe en vandalisme slechts gedekt zijn na braak aan de ruimte waarin de inboedel zich bevindt;
b. In andere gedeelten van de omschreven woning, aan de buitenkant van de woning, onder afdaken, carports en op het terrein van de woning is schade als gevolg van de onder 2.1 genoemde gebeurtenissen verzekerd, met uitzondering van storm, water, neerslag, diefstal of een poging daartoe en vandalisme, echter:
- zonweringen en inbraakbeveiligingsinstallaties aan het gebouw en (schotel)antennes aan de buitenkant van het gebouw of in de tuin zijn wel verzekerd tegen
xxxxx, diefstal of een poging daartoe en vandalisme, maar alleen indien deze meeverzekering uit de polis blijkt.
Huurdersbelang is op de genoemde plaatsen meeverzekerd tegen alle onder 2.1 genoemde gebeurtenissen met uitzondering van water, neerslag, diefstal of een poging daartoe en vandalisme. Bij schade door storm geldt hierbij een eigen risico van EUR 225,- per gebeurtenis.
Voor maximaal 3 maanden elders binnen Nederland verzekerd:
c. in andere gebouwen tegen alle onder 2.1 genoemde gebeurtenissen. Is het gebouw geen bewoonde woning, dan zijn diefstal of een poging daartoe en vandalisme alleen gedekt na braak;
d. op andere plaatsen, zoals in de open lucht, in tenten, strandhuisjes, bouwketen, voer- en vaartuigen, caravans en aanhangwagens tegen brand, brandblussing, blikseminslag, overspanning of inductie, ontploffing, luchtvaartuigen, gewelddadige beroving en afpersing;
e. in deugdelijk afgesloten auto´s tegen diefstal na braak aan de auto tot maximaal EUR 250,- per gebeurtenis. Deze dekking geldt, onder dezelfde voorwaarden, ook voor inboedels in auto´s in België, Luxemburg en Duitsland gedurende een trip vanuit Nederland van maximaal 24 uur. Voor dit onderdeel geldt geen eigen risico;
f. tijdens verhuizing of vervoer naar of van een herstel- of bewaarplaats is ook verzekerd schade aan de inboedel door een ongeval dat het vervoermiddel overkomt, het uit de strop schieten, het onklaar raken van hijsgerei of een ander hulpmiddel dat gebruikt wordt bij laden en lossen.
Voor maximaal 3 maanden buiten Nederland maar binnen Europa:
g. onverschillig waar de inboedel zich bevindt is deze verzekerd tegen brand, brandblussing, schroeien, blikseminslag, ontploffing en overspanning of inductie door xxxxxxx.
2.3 Bijzondere vergoedingen (alleen van toepassing als gevolg van een gedekte gebeurtenis)
Boven het verzekerd bedrag wordt zonder maximum vergoed:
a. bereddingskosten;
b. expertisekosten voor vaststelling van schade en kosten. De maatschappij betaalt aan de door de
verzekeringnemer benoemde deskundige(n) maximaal het bedrag dat de maatschappij aan de door haar benoemde deskundigen(n) vergoedt. De kosten van een eventuele derde deskundige worden volledig vergoed.
Alle hiervoor genoemde deskundigen komen alleen voor vergoeding in aanmerking indien zij zich hebben geconformeerd aan de Gedragscode Expertiseorganisaties;
c. salvagekosten. Voorwaarde voor vergoeding is dat de Stichting Salvage door de brandweer is ingeschakeld.
Tot maximaal 10% van de verzekerde som wordt voor ieder van de onderdelen 2.3.d tot en met 2.3.i afzonderlijk vergoed:
d. kosten van grond, bestrating en tuinbeplanting behorende bij de woning, tenzij de schade is veroorzaakt door storm, neerslag, diefstal en vandalisme;
e. noodzakelijke hotel- en pensionkosten;
f. kosten van vervoer en opslag van de inboedel;
g. opruimingskosten;
h. kosten van noodvoorzieningen;
i. saneringskosten als direct gevolg van een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden op het risicoadres van verzekerde en:
- deze gebeurtenis binnen de looptijd van deze verzekering heeft plaatsgehad, en
- de verontreiniging aanwezig is op het in de polis omschreven risicoadres, en
- de verontreiniging binnen 1 jaar na de schadegebeurtenis waardoor deze is ontstaan aan de maatschappij is gemeld;
j. kosten, voor zover deze voor rekening van verzekerde zijn, van herstel of vervanging van apparaten en/of installaties van openbare (nuts)bedrijven in de woning van verzekerde op dezelfde voorwaarden als de verzekerde zaken;
k. kosten, uitsluitend als verzekerde huurder is en de kosten voor zijn rekening dienen te komen van:
- herstel of vervanging van behang, witwerk, schilderwerk en betimmeringen van de woning als gevolg van schade door een gedekte gebeurtenis;
- herstel van schade aan de woning van verzekerde als gevolg van braak of een poging daartoe;
- opsporing en herstel van een defect aan een waterleiding-, centrale verwarming-, airconditioning- of sprinklerinstallatie of aan op deze installaties permanent aangesloten leidingen en/of toestellen, inclusief het daarmee verband houdende breek- en
herstelwerk aan de woning van verzekerde, indien dat defect is ontstaan door het springen door vorst en deze installaties en de daarop permanent aangesloten leidingen en/of toestellen door verzekerde als huurder zijn aangebracht. De in artikel 2.1.h genoemde omschrijving van leidingen is ook op dit artikel van toepassing.
Artikel 3 Uitsluitingen
3.1 Atoomkernreacties
De verzekering biedt geen dekking als de schade is veroorzaakt door, opgetreden bij of voortgevloeid uit atoomkernreacties, onverschillig hoe deze zijn ontstaan.
3.1.1 De uitsluiting onder artikel 3.1 geldt niet met betrekking tot schade veroorzaakt door radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en gebruikt worden of bestemd zijn om gebruikt te worden voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische, wetenschappelijke, onderwijskundige, of (niet-militaire) beveiligingsdoeleinden, mits er een door een overheid afgegeven vergunning (voor zover vereist) van kracht is voor vervaardiging, gebruik, opslag en het zich ontdoen van radio-actieve stoffen.
Onder kerninstallatie wordt verstaan een
kerninstallatie in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (Staatsblad 1979-225), evenals een kerninstallatie aan boord van een schip.
3.1.2 Artikel 3.1.1 is niet van toepassing als volgens een wet of een verdrag, een derde voor de geleden schade aansprakelijk is.
3.2 Molest
3.2.1 De verzekering biedt geen dekking voor schade veroorzaakt door of ontstaan uit gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij.
3.2.2 De maatschappij dient te bewijzen, dat de schade direct veroorzaakt is door of ontstaan is uit een van de onder artikel 3.2.1 genoemde oorzaken.
Noot. De zes genoemde vormen van molest, evenals de definities van deze vormen van molest, vormen een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ´s-Gravenhage is gedeponeerd.
3.3 Aardbeving en vulkanische uitbarsting De verzekering biedt geen dekking voor schade ontstaan, hetzij gedurende de tijd waarin, hetzij
gedurende 24 uur nadat in of nabij de plaats waar het risicoadres zich bevindt, de gevolgen van aardbeving of vulkanische uitbarsting zich hebben geopenbaard, tenzij verzekeringnemer bewijst dat de schade niet
aan een van de genoemde verschijnselen kan worden toegeschreven.
3.4 Overstroming
De verzekering biedt geen dekking voor schade door overstroming door het bezwijken of overlopen van dijken, kaden, sluizen of andere waterkeringen, onverschillig of de overstroming oorzaak dan wel gevolg is van een gebeurtenis waarvoor deze polis dekking biedt. Deze uitsluiting geldt niet voor brand of ontploffing veroorzaakt door overstroming.
3.5 Milieuschade
De verzekering biedt geen dekking voor schade als gevolg van de door de lucht getransporteerde verontreiniging en/of bederf veroorzakende stoffen van elders.
3.6 Water-, stoom-, vorst- en neerslagschade
De verzekering biedt geen dekking voor:
- schade door neerslag op andere wijze binnengedrongen, zoals via de begane grond, via de openbare weg of ondergronds;
- schade door riool- en grondwater;
- schade door neerslag of water de woning binnengedrongen via openstaande ramen, deuren en luiken;
- reparatiekosten van de daken, balkons, dakgoten en afvoerpijpen voor zover nodig om de oorzaak van de schade op te heffen;
- schade door vorst als de bevriezing te wijten is aan nalatigheid of onzorgvuldigheid in het treffen van voorzorgsmaatregelen.
3.7 Schuld
De verzekeraar vergoedt geen schade die een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt, ongeacht of die schade is veroorzaakt aan zijn eigen belang(en) of (ook) aan die van (een) andere verzekerde(n). Onder verzekerden wordt in dit verband mede verstaan de echtgenoot, geregistreerd partner, kinderen en huisgenoten, wiens/wier belang is meeverzekerd, ongeacht of zij in de polis als verzekerden worden aangemerkt.
3.8 Fouten, onderhoud e.d.
De verzekering biedt geen dekking voor schade als gevolg van bouw-, montage-, constructiefouten, slecht of achterstallig onderhoud, instorting, slijtage en in- of verzakking.
3.9 Ongeoorloofd pincodegebruik
De verzekering geeft geen dekking voor schade veroorzaakt door ongeoorloofd gebruik van de creditcard, pincode of andere toegangscode van elektronische betaalmiddelen.
3.10 Andere verzekering
Wanneer blijkt dat de gevolgen van een gebeurtenis
door een of meer elders gesloten verzekeringen geheel of gedeeltelijk zijn gedekt of zouden zijn gedekt, als deze verzekering niet bestond, is de maatschappij slechts tot uitkering verplicht, voor zover de schade het bedrag te boven gaat dat uit hoofde van de elders ten behoeve van de verzekeringnemer gesloten verzekeringen wordt uitgekeerd of zou zijn uitgekeerd als de onderhavige verzekering niet bestond.
3.11 Xxxxxxx, vermissing of verduistering
Van de dekking is uitgesloten schade door verlies, vermissing of verduistering.
Artikel 4 Schade
4.1 Vaststelling van de schade
De schade en kosten worden in onderling overleg met verzekeringnemer geregeld of door een door de maatschappij ingeschakelde deskundige vastgesteld. Indien verzekeringnemer voor de schadevaststelling de wens daartoe te kennen geeft, wordt de schade vastgesteld door twee deskundigen, waarvan één door verzekeringnemer en één door de maatschappij wordt benoemd.
Voor het geval deze beide deskundigen geen
overeenstemming kunnen bereiken benoemen zij samen vooraf een derde deskundige die binnen de grenzen van de taxaties van beiden, een bindende uitspraak zal doen. Alle hiervoor genoemde deskundigen moeten zich hebben geconformeerd aan de Gedragscode Expertiseorganisaties.
4.2 Schadeomvang
De omvang van de schade wordt vastgesteld op het verschil tussen de waarde van de inboedel onmiddellijk vóór en onmiddellijk na de gebeurtenis.
- Voor inboedel, niet zijnde kunst, antiek en verzamelingen, wordt daarbij uitgegaan van de nieuwwaarde;
- Voor kunst, antiek en verzamelingen wordt daarbij uitgegaan van de waarde die aan de betreffende zaken vanwege hun zeldzaamheid pleegt te worden toegekend.
Bij de vaststelling van de schade wordt slechts uitgegaan van de dagwaarde, indien het betreft:
a. zaken waarvan de dagwaarde minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
b. zaken die zijn onttrokken aan het gebruik waarvoor zijn waren bestemd;
c. zaken van derden die verzekerde op grond van een lease-, huur-, of huurkoopovereenkomst onder zich heeft;
d. brom- en snorfietsen, vaartuigen, aanhangwagens alsmede onderdelen en toebehoren daarvan. Wanneer wordt uitgegaan van de dagwaarde zal geen rekening worden gehouden met een eventuele van toepassing zijnde voortaxatie.
4.3 Herstelbare schade
In afwijking van artikel 4.2 zullen bij herstelbare schaden de herstelkosten en de eventueel na herstel niet opgeheven waardevermindering worden vergoed. De schadevergoeding zal echter nooit meer bedragen dan het verschil tussen de waarde van de beschadigde zaak onmiddellijk vóór de gebeurtenis en de restantwaarde daarvan onmiddellijk na de gebeurtenis.
4.4 Onderverzekering
Indien het verzekerde bedrag lager is dan de nieuwwaarde van de inboedel onmiddellijk vóór de gebeurtenis, is de schadevergoeding slechts naar evenredigheid verschuldigd, tenzij de garantie tegen onderverzekering, zoals omschreven in artikel 5 van toepassing is.
4.5 Schadeafwikkelingstermijn
De verschuldigde schadevergoeding zal worden voldaan binnen vier weken nadat de maatschappij alle gegevens heeft ontvangen die zij nodig heeft voor het beoordelen van de schadevergoedingsplicht en de grootte van de schade. De maatschappij zal niet eerder voor wettelijke rente of kosten kunnen worden aangesproken dan na vier weken na de dag waarop zij alle door haar benodigde gegevens heeft ontvangen.
Artikel 5 Garantie tegen onderverzekering (alleen van toepassing indien dit uitdrukkelijk uit de polis blijkt)
5.1 Vaststelling verzekerd bedrag
Garantie tegen onderverzekering geldt alleen als het verzekerde bedrag is vastgesteld op basis van een ingevulde en door de maatschappij geaccepteerde inboedelwaardemeter. Daarnaast dient indexering zoals omschreven in artikel 6 op deze verzekering van toepassing te zijn.
Bij schade wordt de schadeomvang vastgesteld zoals in artikel 4.2 en 4.3 vermeld is.
De garantie tegen onderverzekering geldt niet als het verzekerde bedrag te laag blijkt te zijn omdat de inboedelwaardemeter niet juist en/of onvolledig is ingevuld.
5.2 Geldigheidstermijn
De garantie tegen onderverzekering geldt voor een termijn van 5 jaar vanaf de waardebepaling. Na deze termijn komt de garantie tegen onderverzekering te vervallen. De garantie geldt opnieuw indien verzekeringnemer voor afloop van de eerdere garantietermijn het verzekerde bedrag opnieuw en op gelijke wijze zoals aangegeven in artikel 5.1 vaststelt, schriftelijk aan de maatschappij doorgeeft en deze opgave door de maatschappij wordt geaccepteerd.
De garantie tegen onderverzekering geldt vervolgens
opnieuw voor een termijn van 5 jaar.
5.3 Tussentijdse aanpassing
De maatschappij kan bij verhuizing of na schade eisen dat er een nieuwe inboedelwaardemeter wordt ingevuld. De garantie tegen onderverzekering blijft alleen van kracht indien verzekerde binnen 30 dagen na het verzoek de inboedelwaarde vaststelt, schriftelijk aan de maatschappij doorgeeft en deze opgave door de maatschappij wordt geaccepteerd.
Artikel 6 lndexering (van toepassing tenzij uitdrukkelijk uitgesloten van de polisdekking) Jaarlijks worden per de premievervaldatum het verzekerde bedrag en in evenredigheid daarmee de premie verhoogd of verlaagd overeenkomstig de door het Centraal Bureau voor de Statistiek vastgestelde waarde-index voor woninginboedels.
Indien bij schade blijkt dat de waarde van de inboedel hoger is dan het op de laatste premievervaldatum overeenkomstig het indexcijfer vastgestelde verzekerde bedrag, dan wordt voor regeling van de schade het verzekerde bedrag verhoogd met maximaal 25%. Dit geldt niet indien uit de polis blijkt dat er garantie tegen onderverzekering is.
Artikel 7 Wijzigingen
7.1 Meldingsverplichting van verzekeringnemer Verzekeringnemer dient de maatschappij zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 2 maanden, op de hoogte te brengen van verhuizing en wijziging van de bestemming van de omschreven inboedel en van de bestemming, gebruik, bewoning, bouwaard en dakbedekking van het omschreven gebouw.
7.2 Beoordeling van premie/voorwaarden na melding
Na ontvangst van een melding van verzekeringnemer zoals genoemd onder artikel 7.1. zal de dekking ongewijzigd worden voortgezet, tenzij de maatschappij te kennen geeft de verzekering niet te willen voortzetten of de premie en/of de voorwaarden ten nadele van de verzekeringnemer te zullen wijzigen.
Als de maatschappij de premie en/of de voorwaarden ten nadele van de verzekeringnemer aanpast, heeft verzekeringnemer het recht om de overeenkomst op te zeggen tegen de dag waarop de wijziging ingaat, maar in elk geval gedurende één maand nadat de wijziging hem is meegedeeld.
Als de maatschappij te kennen geeft de verzekering niet te willen voortzetten, eindigt de verzekering door opzegging door de maatschappij of de verzekeringnemer met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden.
7.3 Verhuizing
De premie wordt berekend naar de regio waarin het risicoadres is gelegen. De maatschappij heeft het recht per de datum van wijziging de premie aan te passen al naar gelang de dan geldende regio.
7.4 Gevolgen van niet of niet tijdig melden Verzuimt de verzekeringnemer tijdig kennis te geven van de risicowijzigingen genoemd onder artikel 7.1 dan vervalt elk recht op schadevergoeding 2 maanden na de datum van de risicowijziging, tenzij de verzekering ook na de kennisgeving ongewijzigd zou zijn gecontinueerd.
Als de maatschappij de verzekering slechts tegen een hogere premie zou hebben voortgezet, wordt een eventuele schade vergoed in dezelfde verhouding als de voor het optreden van de wijziging geldende premie staat tot de nieuw te noteren premie. Het gestelde onder artikel 7.2 blijft van kracht.
7.5 Beperkte dekking bij aanbouw/verbouw
Zolang de woning of een gedeelte daarvan tijdens aanbouw/verbouw niet glasdicht is, niet van definitieve dakbedekking of niet van sloten is voorzien, is de dekking beperkt tot schade als gevolg van brand, storm, ontploffing, blikseminslag en luchtvaartuigen, tenzij verzekeringnemer aannemelijk maakt dat de schade in geen verband staat met de aanbouw/verbouw.
7.6 Dekking bij verhuizing en risicowijziging
Bij verhuizing naar een ander gebouw in Nederland blijft de dekking nog 2 maanden van kracht, daarna alleen indien de maatschappij ingestemd heeft met de voorzetting, met uitzondering van hetgeen gesteld is onder artikel 7.2 t/m 7.4.
Na verhuizing blijft verzekeringnemer - ook als geen opgaaf is gedaan - gehouden tot betaling van de verschuldigde premie, kosten en assurantiebelasting. Risicowijzigingen die blijven binnen de grenzen van de polisomschrijving hebben geen gevolgen voor de dekking, met uitzondering van hetgeen gesteld is onder artikel 7.2 t/m 7.4.
7.7 Overgang verzekerd belang
Bij overgang van het verzekerde belang eindigt de dekking op de eerstvolgende premievervaldag om
0.00 uur, tenzij de maatschappij met de nieuwe belanghebbende overeenkomt de verzekering ongewijzigd voort te zetten. De dekking eindigt zoveel eerder op het moment dat de nieuwe belanghebbende de inboedel zelf elders verzekert.