CAO voor werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.
CAO voor werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.
1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Collectieve Arbeidsovereenkomst DNB
De ondergetekenden,
De Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam, als partij ter ene zijde en
Vereniging van Werknemers van De Nederlandsche Bank N.V. te Amsterdam en FNV Finance (onderdeel van FNV) gevestigd te Utrecht, als partijen ter andere zijde.
zijn overeengekomen de collectieve arbeidsovereenkomst voor de periode met ingang van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 die door elk van de betrokken partijen voor akkoord is ondertekend en wordt aangemeld conform art. 4 Wetboek op de Loonvorming. Per 1 oktober 2022 is de cao in overeenstemming met betrokken partijen tussentijds aangepast.
0 6 0 9 2 0 2 2
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend,
De Nederlandsche Bank N.V. Naam
N.C. Stolk-Luyten
Handtekening Amsterdam, datum:
Vereniging van Werknemers
van De Nederlandsche Bank N.V. Naam
FNV Finance,
gevestigd te Utrecht Naam
B.H.J. Buitenkamp
Xxxxx Xxxxx
Handtekening Amsterdam, datum:
0 8 0 9 2 0 2 2
1 3 0 9 2 0 2 2
Handtekening Amsterdam, datum:
2
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Wat werken bij DNB waardevol maakt
Van DNB is er geen tweede
De Nederlandsche Bank (DNB) maakt zich sterk voor financiële stabiliteit en duurzame welvaart. Als onafhankelijke centrale bank, toezichthouder en resolutieautoriteit werkt DNB samen met Europese partners aan:
▪ prijsstabiliteit en een evenwichtige macro- economische ontwikkeling in Europa;
▪ een schokbestendig financieel systeem en een veilig, betrouwbaar en efficiënt betalingsverkeer;
▪ solide, integere en afwikkelbare financiële instellingen die hun verplichtingen en toezeggingen nakomen.
Als DNB-er ben je ambtenaar en leg je de eed of belofte van DNB af. De opdracht die DNB heeft brengt met zich mee dat wij “van nature” een grote maatschappelijke betrokkenheid hebben. Onze specialisten zijn mede bepalend in internationale en
nationale beleidsdiscussies. Zij hebben impact. Werken bij DNB betekent werken bij een unieke organisatie.
Van DNB is er geen tweede.
3
Uitdagend werk dat telt
Bij DNB werk je midden in de financiële en economische actualiteit. Het werk is uitdagend, inhoudelijk en van direct Nederlands en Europees belang. Werken bij DNB vraagt een hoge mate van professionaliteit. We geven je de ruimte en het vertrouwen om die professionaliteit naar eigen inzicht in te vullen en bij te dragen aan de missie en ambities van DNB. Debat en interactie zijn belangrijke elementen van je werkdag, want DNB is een kennisintensieve organisatie waar we kennis ontwikkelen en delen, en waar we elkaar graag scherp houden.
Samen met mede-professionals
Bij DNB werk je met betrokken en gedreven collega’s die er trots op zijn om voor DNB te werken. DNB-ers zijn hulpvaardig en betrouwbaar. Je kunt op hen bouwen. Wij selecteren kritisch. De kwaliteit van je collega’s is hoog. DNB-ers combineren een sterke inhoudelijke verdieping met uitstekende sociale vaardigheden. Ook zoeken wij actief de samenwerking op met partners binnen en buiten de bank. Alleen zo blijven we een autoriteit in al onze werkvelden.
DNB is ook zelf blijvend in ontwikkeling. Zo streven we naar meer diversiteit onder onze medewerkers. Ook groeien we naar een nog opener cultuur, waarin het geven en ontvangen van constructieve feedback
vanzelfsprekend is. Omdat we weten dat dit jou helpt om een nog betere professional te worden.
Volop kansen
Als DNB moeten we voortdurend inspelen op de veranderende eisen van onze omgeving. Voor jou biedt dat volop kansen. Kansen om je expertise verder te verdiepen en om nieuwe ervaringen op te doen. DNB vervult veel uiteenlopende taken, waardoor je binnen de bank van werkomgeving kunt wisselen. Bij DNB werk je in een internationale context. Dit biedt ook mogelijkheden om je carrière buiten Nederland in
te vullen. Aan je loopbaan geef je vooral zelf vorm; kansen zijn er om te grijpen. Uiteraard biedt DNB je ondersteuning bij het vormgeven van die loopbaan. Bij DNB kun je een jaar maar ook een hele carrière werken. Zolang je bij DNB werkt voeg je waarde toe aan DNB en voegt DNB waarde toe aan jouw loopbaan.
Wij geloven in de kracht van het ontwikkelen van je sterke punten, niet in het hameren op minder
sterke punten. DNB ondersteunt je daarbij door een uitstekend aanbod aan opleidingen, onder andere via onze eigen Academie. Bij ons ga je professioneel altijd rijker weg dan je komt. En omdat leren in de praktijk vruchtbaar en leuk is, stimuleren wij detacheringen, stages en maatschappelijke nevenfuncties. Zo delen
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
we niet alleen kennis binnen DNB, maar leveren we ook toegevoegde waarde buiten onze bank. Want wij zijn een kennisinstituut voor (financieel) talent en professionals met ambitie.
Een prima beloning
Wij zijn open over wat je bij ons verdient. Dat is een prima salaris, passend bij onze maatschappelijke rol. Onze arbeidsvoorwaarden worden meer en meer flexibel, zodat je eigen keuzes kunt maken voor die arbeidsvoorwaarden die voor jou het beste passen. Daarmee bieden we ruimte aan de behoeftes van alle generaties. Wij hechten aan een goede balans tussen werk en privé, een randvoorwaarde om in je werk
te kunnen excelleren. Je werkt daar waar je je werk het beste kan doen. DNB biedt veel tijd en budget voor professionele en persoonlijke ontwikkeling, bijvoorbeeld in de vorm van opleiding en studieverlof. Belonen is immers meer dan een goed salaris alleen.
Duurzame inzetbaarheid
Duurzame inzetbaarheid is in het belang van medewerker en werkgever. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Als medewerker neem je het initiatief om te werken aan je duurzame inzetbaarheid. De manager praat met de medewerker over zijn inzetbaarheid en mogelijkheden voor de toekomst zowel binnen als buiten DNB en faciliteert de gemaakte afspraken. Het doel is om medewerkers
competent, vitaal en gemotiveerd te houden, de pijlers van ons Blue Zone programma. Blue Zone is een meerjarig DNB-programma gericht op de
duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de medewerkers zelf verantwoordelijk zijn voor hun carrière en ontwikkeling. DNB faciliteert de medewerkers hier nadrukkelijk bij met arbeidsvoorwaarden, instrumenten en begeleiding vanuit het management. Centraal staat het goede gesprek hierover tussen medewerker en manager.
Een klimaat van inclusiviteit optimaliseert diversiteit DNB zet inclusiviteit in om de diversiteit binnen teams beter te benutten en de synergie tussen verschillende organisatieonderdelen te versterken. Een divers palet aan competenties en invalshoeken draagt bij aan het verrijken van inzichten en zorgvuldige besluitvorming. DNB hanteert streefcijfers voor de diversiteit van DNB als geheel en bij de samenstelling van teams. Daarbij werkt DNB vanuit een brede definitie van diversiteit, waaronder gender- en culturele diversiteit.
Bij de totstandkoming van de arbeidsvoorwaarden is gelijkheid en inclusiviteit van al haar medewerkers te allen tijde het uitgangspunt. Mochten bepalingen uit deze cao onverhoopt onvoldoende aansluiten bij niet traditionele gezinssamenstellingen, zal DNB in overleg met de medewerker kijken op welke manier gelijke behandeling kan worden bewerkstelligd.
Vakbonden en medezeggenschap
DNB, vakbonden en OR hechten aan een constructieve relatie. Er wordt overlegd met respect voor ieders belang en verantwoordelijkheid en vanuit de over- tuiging dat een brede afspiegeling van de organisatie bijdraagt aan een goede uitkomst van het overleg
met vakbonden en OR.
DNB, vakbonden en OR hechten aan een heldere verdeling van onderwerpen die DNB met hetzij de bonden hetzij de OR bespreekt. DNB en vakbonden voeren overleg over arbeidsvoorwaardelijke regelingen zoals de cao en het sociaal plan. Bonden vertegenwoordigen daarbij het individueel of collectief belang van hun leden. DNB betaalt jaarlijks in januari aan de vakbonden een bijdrage per werknemer
ter hoogte van de jaarlijks vastgestelde AWVN- werkgeversbijdrage. De bijdrage zal gelijk onder de aan de cao deelnemende bonden worden verdeeld.
Naast de wettelijke advies- en instemmingstrajecten wordt met de OR overleg gevoerd over cao-afspraken waarvan de uitwerking aan de OR is gedelegeerd en over algemene regelingen die eenzijdig door de directie worden vastgesteld. Deze regelingen en afspraken worden vastgelegd in de Personeelsgids. De OR opereert onafhankelijk in het belang van de organisatie en vanuit het collectief werknemersperspectief.
4
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Inhoud
Cao
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde
dienstverband
Begrippenlijst
Bijlagen
5
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
1.1.1 Duur, wijziging en opzegging
1.1.3 Interpretatie van de cao
1.2 Verplichtingen – van DNB en van jou
1.2.1 Gezamenlijke verplichting
1.4.3 Bepaalde tijd/onbepaalde tijd
G
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
1.1.1 Duur, wijziging en opzegging
a. Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023.
b. Deze cao wordt telkens stilzwijgend voor een jaar verlengd, tenzij DNB of een van de betrokken vakbonden uiterlijk drie maanden voor de
einddatum aangeeft de cao te willen beëindigen of een of meer bepalingen te willen wijzigen. Dit moet gebeuren per aangetekende brief.
c. Deze CAO wordt geacht te zijn opgezegd per ingangsdatum van een tussen partijen overeen- gekomen nieuwe (al dan niet opvolgende) CAO.
Deze cao geldt voor alle werknemers in dienst van De Nederlandsche Bank N.V.
1.1.3 Interpretatie van de cao
De interpretatie van de afspraken in deze cao is voorbehouden aan DNB en de vakbonden betrokken bij het afsluiten van deze cao. Als er onduidelijkheid ontstaat over de interpretatie van de cao, overleggen zij hierover.
Als DNB en de vakbonden het niet eens worden over de interpretatie van de cao, dan vragen zij om
bemiddeling van een cao-commissie. Deze commissie hoort de partijen en probeert in onderling overleg tot
7 een schikking te komen. Als zo’n schikking niet mogelijk
blijkt, geeft de commissie schriftelijk een oplossing aan. De oplossing van de commissie is bindend.
DNB en de vakbonden benoemen ieder een lid van de commissie. De twee gekozen leden benoemen vervolgens een derde lid van de commissie. Dit derde
lid is de onafhankelijk voorzitter. De commissie neemt beslissingen bij meerderheid van stemmen en regelt zelf haar werkwijze.
a. De arbeidsovereenkomst tussen DNB en jou mag geen afspraken bevatten die in strijd zijn met deze cao of de Personeelsgids. Afspraken in strijd met de cao of de Personeelsgids zijn nietig. De rest van de arbeidsovereenkomst en/of Personeelsgids blijft wel geldig.
b. DNB kan in jouw arbeidsovereenkomst in gunstige zin afwijken van deze cao.
c. Als DNB in gunstige zin wil afwijken voor een groep van werknemers, dan vraagt zij daarvoor vrijstelling aan de vakbonden betrokken bij het afsluiten van deze cao.
1.2 Verplichtingen – van DNB en van jou
1.2.1 Gezamenlijke verplichting
DNB en jij zijn samen verantwoordelijk voor een goede onderlinge verstandhouding binnen de onderneming en op de plaats waar de werkzaamheden worden verricht.
a. Beleid gewenste omgangsvormen
DNB voert een beleid om ongewenste omgangs- vormen te voorkomen. Onder ongewenste omgangsvormen vallen onder andere:
▪ seksuele intimidatie
▪ agressie en geweld
▪ pesten
▪ discriminatie
DNB zorgt voor procedures om klachten op een adequate manier te behandelen en heeft een klachtencommissie opgericht met een
externe voorzitter. DNB heeft interne en externe vertrouwenspersonen bij wie je terecht kunt als je slachtoffer of getuige bent van ongewenste omgangsvormen.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
b. Uitzendkrachten
DNB huurt alleen in de volgende situaties uitzendkrachten in:
▪ piekvorming in het werk
▪ opeenhoping van werk door ziekte, vakantie of vacatures
▪ overgangsfase in de organisatie door een structurele organisatorische wijziging
DNB let erop dat de inhuur van externe medewerkers niet ten koste gaat van ontwikkelings- en promotie- kansen van interne medewerkers.
a. DNB kan je verplichten tijdelijk andere werkzaam- heden te verrichten dan je normaal gesproken verricht, mits deze redelijkerwijs van je kunnen worden gevraagd.
b. Je mag geen financiële verplichtingen aangaan die niet in redelijke verhouding staan tot je inkomen en/of vermogen.
c. Je houdt je aan de DNB Gedragscode, deze vind je op het intranet van DNB.
a. Als je in dienst treedt verstrekt DNB je de volgende documenten, fysiek dan wel elektronisch:
8
- een individuele arbeidsovereenkomst
- een exemplaar van deze cao
- een exemplaar van de Personeelsgids
b. Als je arbeidsovereenkomst wijzigt, krijg je van DNB een bevestiging.
In je arbeidsovereenkomst wordt geen concurrentie- beding opgenomen, tenzij dit wegens de aard van je werkzaamheden noodzakelijk is.
1.4.3 Bepaalde tijd/onbepaalde tijd
a. Als je arbeidsovereenkomst onderdeel is van een reeks arbeidsovereenkomsten, dan gelden de beperkingen die de wet daaraan stelt.
b. Voor sommige arbeidsvoorwaarden is van belang hoelang je bij DNB werkt. Had je een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, maar is die omgezet in een arbeidsovereenkomst voor
onbepaalde tijd? Dan geldt het moment waarop je arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd inging als het moment waarop je bij DNB begon.
a. Gedurende de proeftijd kunnen zowel jij als DNB de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen.
b. Bij een arbeidsovereenkomst van G maanden of korter geldt geen proeftijd. In alle overige gevallen geldt een proeftijd van 2 maanden voor beide partijen.
a. Als je je niet houdt aan de interne voorschriften en regelgeving van DNB, dan kan DNB maatregelen nemen. Zoals een schriftelijke waarschuwing, een schorsing of zelfs ontslag.
b. Als DNB ernstige grond heeft om jou te verdenken van daden of gedrag die ontslag zouden recht- vaardigen, dan kan DNB jou schorsen terwijl er verder onderzoek plaatsvindt. Als de verdenkingen niet worden bevestigd, dan zal DNB je met een brief rehabiliteren als je hierom vraagt.
a. De termijn van opzegging van de arbeidsovereen- komst is voor jou twee maanden en voor DNB drie maanden. DNB en jij kunnen afspreken dat er een langere opzegtermijn voor jou geldt. In dat geval is de opzegtermijn van DNB het dubbele van jouw opzegtermijn.
b. De arbeidsovereenkomst kan alleen tegen het eind van de maand worden opgezegd. Bij opzegging eindigt je dienstverband op de laatste dag van de maand.
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
2.4 Vakantie-uren sparen, kopen, verkopen of verrekenen
2.3.2 Vakantie en arbeidsongeschiktheid
2.4.2 Vakantie-uren kopen/verkopen
2.4.3 Vakbondscontributie verrekenen met vakantie-uren
2.5.1 Calamiteiten- of kort verzuimverlof
2.5.3 Zwangerschaps- en bevallingsverlof
2.5.4 Adoptie- en pleegzorgverlof
9
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
De basisarbeidsduur bij DNB is maximaal 3G uur per week. Als jij met DNB afspreekt om een ander aantal uren per week te werken, dan worden jouw arbeidsvoorwaarden evenredig aangepast.
Je kan DNB vragen om minder dan 3G uur per week te werken. DNB willigt dit verzoek in, tenzij er zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn om dit niet te doen.
a. Jij kan DNB vragen om (tijdelijk) meer uren per week te werken. Dit tot een maximum van 3G uur per week.
b. Bij de beoordeling van jouw verzoek weegt DNB volgende zaken mee:
- Is er voldoende budget en/of formatieruimte?
- Is er voldoende werk?
- Past het extra werk bij je normale werkzaamheden?
c. Als je verzoek wordt afgewezen, wordt dit schriftelijk gemotiveerd.
Xxx spreekt met je manager af wat jouw werktijden en pauzes zijn.
10
Gebruikelijke werktijden:
▪ maandag t/m vrijdag tussen 7.00 en 21.00 uur
▪ zaterdag tussen 8.00 en 17.00 uur.
▪ je werkt maximaal 10 uur per dag.
Pauzetijd:
▪ tussen 11:30 uur en 14:30 uur
Indien je 5,5 uur werkt, bedraagt de pauze tenminste 30 minuten (conform Arbeidstijdenwet).
Voor bepaalde groepen werknemers gelden andere werktijden en pauzes.
a. Je hebt recht op 200 vakantie-uren per jaar bij een 3G-urig dienstverband.
b. Bij onbetaald verlof wordt jouw aantal vakantie-uren naar rato verminderd.
c. Wettelijke vakantie-uren vervallen een heel jaar na de laatste dag van het kalenderjaar waarin je ze hebt opgebouwd.
d. Per 1 januari 2022 verjaren bovenwettelijke vakantie-uren vijf jaar na de laatste dag van het
kalenderjaar waarin je ze hebt opgebouwd. Voor alle bovenwettelijke vakantie-uren opgebouwd voor
1 januari 2022 geldt géén verjaringstermijn.
e. Je moet minimaal 3 weken vakantie per jaar opnemen. Daarvan zijn minimaal 2 weken aaneen- gesloten. Je manager ziet erop toe dat je dit doet.
2.3.2 Vakantie en arbeidsongeschiktheid
Ben je door de bedrijfsarts (gedeeltelijk) arbeidsonge- schikt verklaard en heb je recht op doorbetaling van loon, dan verloopt de opbouw en opname van vakantie-uren hetzelfde als wanneer je arbeidsgeschikt zou zijn.
2.4 Vakantie-uren sparen, kopen, verkopen of verrekenen
Je kunt vakantie-uren en de compensatie-uren voor meerwerk sparen voor een extra periode van verlof tot maximaal 50 werkweken voor zo ver fiscaal is toegestaan. Bij een overschrijding van het maximum volgt uitbetaling van het meerdere; dit wordt afgerekend in januari van het volgend jaar.
Het doel van dit gespaarde verlof bepaal je zelf. Je neemt het verlof op in overleg met je manager.
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
2.4.2 Vakantie-uren kopen/verkopen
a. Het is mogelijk om bovenwettelijke vakantie-uren of meerwerk-uren te verkopen.
2.5.1 Calamiteiten- of kort verzuimverlof
Xxxxxx bij overlijden van een naaste
Wie overlijdt Xxxxx betaald verlof
b. Per kalenderjaar kun je maximaal 100 vakantie-uren bijkopen onder de navolgende voorwaarden:
- jouw vakantie- en meerwerksaldo is reeds besteed;
- je hebt een specifiek verlofdoel voor de extra bijgekochte uren in het lopende kalenderjaar.
- wanneer je de bijgekochte uren niet hebt opgenomen in het jaar van aankoop, dan worden deze in januari van het volgende jaar uitbetaald.
c. De verkoop van vakantie-uren mag niet leiden tot overschrijding van de voor jou geldende bezoldigingsnorm (zie toelichting artikel 3.5).
2.4.3 Vakbondscontributie verrekenen met vakantie-uren
Je kunt de contributie aan een vakbond fiscaal vriendelijk verrekenen door vakantie-uren te verkopen. De vakbondsleden moeten DNB machtigen de vakbondscontributie via de verkoop van uren te innen. DNB maakt de geïnde vakbondscontributie
vervolgens over naar de rekeningen van de betreffende vakbonden.
Je hebt recht op calamiteiten- of kort verzuimverlof:
▪ als je door zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden vrij moet nemen;
▪ als je door een onvoorziene omstandigheid het werk moet onderbreken;
▪ als je moet voldoen aan een door de wet of overheid opgelegde verplichting waarvoor geen geldelijke vergoeding is vastgesteld; of
▪ als je je actieve kiesrecht uitoefent, waarvan de vervulling niet in eigen tijd kan plaatsvinden.
In de volgende tabellen is terug te vinden welke gebeurtenissen in ieder geval onder persoonlijke omstandigheden vallen. Bij elke gebeurtenis lees je hoelang je betaald verlof krijgt indien je de gebeurtenis op een werkdag bijwoont.
Je verzoekt je manager vooraf, althans zo spoedig mogelijk, om het verlof. Je manager kan je vragen om aan te tonen dat je aan de voorwaarden voor verlof voldoet en beslist over het verzoek.
je partner of bloed- of aanverwanten in de eerste graad
bloed- of aanverwanten in de tweede graad
de dag van overlijden
t/m de dag van de uitvaart twee dagen
11
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
Gebeurtenis | Dagen betaald verlof | |
je gaat in ondertrouw | één dag | |
jouw huwelijk of geregistreerd partnerschap | drie dagen | |
jouw 25-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap van xxxxxx | één dag | |
jouw 40-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap van xxxxxx | twee dagen | |
jouw huwelijk of geregistreerd partnerschap van bloed- of aanverwanten tot in de tweede graad | één dag | |
jouw 25-, 40-, 50- en G0-jarig huwelijk of geregistreerd partnerschap van de (schoon-, pleeg- of stief)ouder(s) | één dag |
Xxxxxx bij een huwelijk
Xxxxxx bij overige persoonlijke omstandigheden
je recht op 10 weken bevallingsverlof. In totaal heb je recht op 1G weken verlof.
a. Als je zwangerschap- en bevallingsverlof hebt, dan ontvang je een uitkering van het UWV. DNB vult deze uitkering aan tot 100% van je salaris. Ook je pensioen- opbouw loopt op de gebruikelijke manier door.
b. Je hebt recht op aanvullend bevallingsverlof als je baby langer dan zeven dagen wordt opgenomen in het ziekenhuis. Dit aanvullend bevallingsverlof duurt maximaal tien weken.
c. Je hebt de mogelijkheid om het bevallingsverlof na zes weken in gedeelten op te nemen binnen een periode van dertig weken, tenzij sprake is van een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang.
Gebeurtenis | Dagen betaald verlof | |
jouw 20-, 30-, 40 of 50-jarig dienstjubileum | één dag | |
jouw verhuizing | twee dagen | |
je hebt examen/tentamen voor een opleidingen in het kader van de regeling Studiefaciliteiten | de dag van het examen/ tentamen. | |
vrijwilligerswerk voor relevante maatschappelijke doelen | maximaal één werkweek, je ontvangt voor deze week 70% van je salaris. |
d. Als de moeder (in dienst van DNB) overlijdt, dan gaan het bevallingsverlof en de uitkering waar zij nog recht op had naar de partner.
e. Voor aanspraak op en duur van de betaling van het zwangerschaps- en bevallingsverlof volgt DNB de beleidslijnen van het UWV.
Per kalenderjaar kan je twee dagen bijzonder verlof opnemen om een feestdag te vieren die past bij jouw levens- of geloofsovertuiging.
Deze diversiteitsdagen kunnen ingezet worden op
12 de datum waarop de gelegenheid zich voordoet.
Niet opgenomen diversiteitsdagen kunnen niet meegenomen worden naar een volgend kalenderjaar.
2.5.3 Zwangerschaps- en bevallingsverlof
Als je zwanger bent begint je zwangerschapsverlof op zijn vroegst G weken en op zijn laatst 4 weken voor de uitgerekende bevallingsdatum. Na de bevalling heb
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
2.5.4 Adoptie- en pleegzorgverlof
Adopteer je een of meer kinderen of neem je een of meer pleegkinderen op in je gezin? Dan krijg je max. zes weken verlof. Je mag dit verlof opnemen in een periode van 2G weken zoals bepaald in de Wet arbeid en zorg. Tijdens dit verlof vult DNB jouw uitkering van het UWV aan tot 100% van je salaris. Ook je pensioenopbouw loopt op de gebruikelijke manier door.
a. In aanvulling op het bevallings- en zwangerschaps- verlof heb je voor ieder (adoptie-, pleeg- of stief) kind jonger dan 8 jaar wettelijk recht op 2G werkweken (2G x de overeengekomen arbeidsduur per week) ouderschapsverlof. Uren ouderschapsverlof die je hebt opgenomen bij een vorige werkgever, worden hiervan afgetrokken. Dit ouderschapsverlof is deels betaald (zie artikel 2.5.5 (b) en 2.5.5. (c)), en voor het overige onbetaald.
b. Gedurende de eerste twee werkweken (2x de overeengekomen arbeidsduur per week) van het ouderschapsverlof betaalt DNB het salaris volledig door, tenzij je gebruik maakt van het partnerverlof (zie artikel 2.5.G. van deze cao).
c. In het eerste levensjaar van je kind heb je gedurende 9 van de 2G werkweken (9 x de overeengekomen arbeidsduur per week) recht op (deels) betaald ouderschapsverlof. Met inachtname van sub b, geldt
hierbij dat je de eerste twee weken 100% en de overige 7 weken 70% van je DNB maandsalaris ontvangt.
13
d. Je neemt je ouderschapsverlof op in overleg met je manager.
e. Als je ziek wordt, loopt je ouderschapsverlof door.
f. De eerste 13 werkwerken van je onbetaalde ouderschapsverlof loopt je pensioenopbouw door, de eventuele periode deels betaald ouderschapsverlof (70%) is in deze periode inbegrepen.
g. Bij onvoorziene omstandigheden kun je het ouder- schapsverlof tussentijds stopzetten. Dit vraag je aan bij je manager. Je manager stemt in met stopzetting van je ouderschapsverlof, tenzij er sprake is van een zwaarwegend bedrijfsbelang.
a. Als partner van de moeder heb je recht op G werk- weken partnerverlof.
b. Je bent de partner van de moeder:
▪ als je met haar getrouwd xxxx;
▪ als je haar geregistreerde partner xxxx;
▪ als je ongehuwd met haar samenwoont; of
▪ als je haar kind erkent.
c. Gedurende partnerverlof word je volledig doorbetaald.
d. Je neemt het verlof op in het eerste halfjaar na de geboorte van je kind.
e. Heb je jouw partnerverlof opgenomen en wil je (voor hetzelfde kind) daarna ouderschapsverlof opnemen, dan heb je tijdens dat ouderschapsverlof alleen recht op doorbetaling gedurende 9 werkweken van 70% van je DNB maandsalaris.
a. Kortdurend zorgverlof is bedoeld voor de nood- zakelijke verzorging in verband met de ziekte van de volgende personen:
▪ inwonend (pleeg)kind van jou of je partner
▪ de partner met wie je samenwoont
▪ je eigen ouder
▪ familielid in de tweede graad
▪ huisgenoot
▪ anderen met wie je een sociale relatie hebt. Voor- waarden zijn dat de zorg rechtstreeks voortvloeit uit deze relatie en dat jij de zorg redelijkerwijs moet verlenen.
b. Je kunt per jaar maximaal 2 werkweken betaald zorgverlof opnemen.
Voor de noodzakelijke verzorging van een (levens- bedreigend) zieke of hulpbehoevende kan je onder de volgende voorwaarden langdurend zorgverlof opnemen:
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
a. De te verzorgen persoon is:
▪ een eerste of tweede graads bloedverwant
▪ je partner
▪ een huisgenoot
▪ anderen met wie je een sociale relatie hebt. Voorwaarden zijn dat de zorg rechtstreeks voortvloeit uit deze relatie en dat jij de zorg redelijkerwijs moet verlenen.
b. Per periode van 12 kalendermaanden kun je maximaal G werkweken langdurend zorgverlof opnemen.
c. Als dit verlof tenminste 2 werkweken duurt, ontvang je de eerste werkweek 100% salaris.
d. Tijdens langdurig onbetaald zorgverlof blijft je pensioenopbouw 100%.
e. Om in aanmerking te komen voor het verlof dien je minimaal twee weken voorafgaande aan de ingangs-datum een onderbouwd verzoek in bij je manager.
Mantelzorgers worden door hun zorgtaken extra belast. DNB wil mantelzorgers tegemoetkomen in de tijd die zij besteden aan mantelzorg. Daar is soms maatwerk voor nodig. Er kan voor mantelzorgers in overleg met de manager in positieve zin afgeweken worden van de regeling voor langdurig zorgverlof.
Indien een verzoek om een positieve afwijking door de manager niet gehonoreerd wordt, kan de directie, met
14
advies van HR, het besluit heroverwegen.
De waarde van verlof voor mantelzorg wordt door partijen vastgesteld op maximaal 0,5% van de loonsom.
In de twee jaar voor je de pensioengerechtigde leeftijd heb je recht op 4 vier dagen betaald verlof als je een cursus volgt over je pensionering.
Als je lid bent van een vakbond die partij is bij deze cao, heb je recht op betaald verlof in de volgende situaties:
a. Je woont een vergadering van de vakbond bij. Als je in de kadergroep of het bestuur zit, geldt een maximum van 10 dagen per kalenderjaar. Als je niet in het bestuur of de kadergroep zit, geldt een
maximum van 4 dagen per kalenderjaar. Je moet het verlof op tijd aanvragen.
b. Je volgt een cursus of studiebijeenkomst die door of namens de vakbonden georganiseerd wordt. Als dit ook voor DNB van direct belang is, geldt een maximum van G dagen per kalenderjaar. Voorwaarde is dat je werkzaamheden dit toelaten en je het verlof op tijd aanvraagt.
c. In het kader van het overleg over een sociaal plan kan een vakbond met de directie van de werkgever nadere afspraken maken over overschrijding van het maximum van 10 dagen bijzonder verlof voor kadergroepleden die deelnemen aan overleggen in
verband met het sociaal plan. De totale faciliteit van gemiddeld 10 dagen per werknemer zal daarbij niet worden overschreden.
d. Bijeenkomsten in het kader van de Social Dialogue gelden als dienstreis. De ECB vergoedt de reis- en verblijfskosten. Van elke van de twee grootste vakbonden woont maximaal een persoon deze bijeenkomsten bij. Voor bijeenkomsten in het kader van het Standing Committee geldt het vakbondsverlof. Reis- en verblijfskosten worden door de betreffende vakbonden gedragen.
Je kunt DNB om onbetaald verlof verzoeken. Onbetaald verlof is geen (wettelijk) recht maar wordt in onderling overleg tussen jou en je manager overeengekomen onder de volgende voorwaarden:
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
a. Onbetaald verlof duurt minimaal 4 weken en maximaal een jaar, waarbij er sprake is van loopbaanonderbreking. Onbetaald verlof i.c.m. loopbaanaNreking bij DNB is vanwege afloop mogelijkheid opname levensloopverlof vanaf
1 september 2021 niet meer mogelijk.
b. Bij een verlof tot maximaal G maanden keer je terug op je oude functie. Bij een verlof van langer dan G maanden is terugkeer op je oude functie niet gegarandeerd en kan ook een passende functie aangeboden worden.
c. Deeltijd onbetaald verlof is ook mogelijk.
d. Je mag je onbetaald verlof combineren met andere vormen van verlof zoals vakantie.
e. Tijdens je onbetaald verlof bouw je gedurende de eerste 13 weken pensioen op tenzij je op basis van een andere regeling aanspraak maakt op voortzet- ting pensioenopbouw. Je betaalt gedurende de opbouw de eigen bijdrage in de pensioenpremie. Pensioenopbouw en risicodekking voor overlijden en arbeidsongeschiktheid blijft tijdens je onbetaald verlof gebaseerd op de pensioengrondslag direct voorafgaand aan je verlof.
15
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
3.13 Reiskosten woon-werkverkeer
3.13.1 Keuzemogelijkheid reiskosten woon-werkverkeer
3.4 Structurele loonontwikkeling
3.13.4 Elektrische fiets of elektrische scooter
3.18.3 Meerwerk dat niet aansluit op je dagelijkse werktijden
3.18.5 Vergoeding voor meerwerk
3.14 Collectieve ziektekostenverzekering
3.1G.1 Werkingssfeer 3.1G.2 Hoogte vergoeding
3.1G.3 Declareren werkelijke kosten
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/geloofsovertuiging
3.21.1 Vergoeding voor werken op feestdagen
1G
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
a. De functies die onder de DNB-cao vallen, zijn ingedeeld in carrièrelevels. Meer informatie hierover vind je in het Functieboek.
b. DNB is voornemens om per 1 januari 2022 een nieuw functiegebouw in gebruik te nemen. Per ingangsdatum van het nieuwe functiegebouw zal er worden gesproken over Carrièrelevels (i.p.v. functie- schalen/-niveau).
c. De actuele informatie over het Functiegebouw vind je op @DNB.
DNB kent 14 salarisschalen (1-13b), bij ieder carrièrelevel hoort een salarisschaal. Elke salarisschaal heeft een minimum en een maximum. De schalen gekoppeld aan de carrièrelevels vind je op het tarievenblad.
a. Je wordt ingedeeld in een salarisschaal die bij je functie hoort. Als je nog niet helemaal voldoet aan de functie-eisen, dan kan DNB je in een lagere salarisschaal inschalen (een aanloopschaal).
17
b. Als je bent ingedeeld in een aanloopschaal groei je in beginsel in maximaal twee volledige beoordelingsjaren door naar het salarisniveau van de functievolwassenschaal. Wanneer jouw
3.13 Reiskosten woon-werkverkeer |
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
ontwikkeling na de twee jaar onvoldoende aansluit bij het gewenste functieniveau, dan kan dit leiden tot aanpassing van je functieniveau/carrièrelevel.
3.4 Structurele loonontwikkeling
a. DNB verhoogt elk jaar op 1 juli de minima en maxima van alle salarisschalen en de individuele maandsalarissen.
b. Hoeveel je individuele maandsalaris stijgt, ligt aan je relatieve salarispositie (RSP):
- Als je een RSP tot en met 107% hebt, dan stijgt je maandsalaris met de contractloonstijging van de algemene markt.
- Als je RSP hoger is dan 107%, dan stijgt je maandsalaris evenveel als de prijsindexatie. Deze wijziging is niet hoger dan de contractloonstijging van de algemene markt en niet lager dan 0%
d. In een periode zonder cao (daar is sprake van als de cao is opgezegd) is DNB niet verplicht de jaarlijkse loonsverhoging per 1 juli door te voeren.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
e. Vanaf de invoering van een loonindexering conform de contractloonstijging van de algemene markt
in 2017 loopt de loonontwikkeling bij DNB niet gelijk met de daadwerkelijke loonontwikkeling van de algemene markt vanwege correcties op de voorlopige cijfers. Om toekomstige verschillen te
voorkomen is de loonindexatiemethode aangepast. De methode houdt nu rekening met deze correcties. (zie correctie van de loonstijging)
f. De verschillende uit voorgaande jaren worden als volgt gecorrigeerd:
- werknemers met een RSP tot en met 107% ontvangen in juli 2021 een aanvullende loonsverhoging van 0,G%.
- werknemers met een RSP hoger dan 107% ontvangen in juli 2021 een aanvullende loonsverhoging van 0,3%.
- in januari 2022 volgt nog een aanvullende loonsverhoging 0,2% voor de groep medewerkers met een RSP tot en met 107%.
g. De salarisschalen zijn per 1 juli 2021 met 2,9% verhoogd (inclusief correctie uit voorgaande jaren).
a. De bezoldiging van medewerkers in salarisschaal 13b is in 2019 gemaximeerd op EUR 223.100 (115% van de WNT-norm 2019). Dit wordt de bezoldigingsnorm genoemd. De bezoldigingsnorm wordt vanaf 2020
18
jaarlijks per 1 juli aangepast aan de contractloon- stijging algemene markt. Zie het tarievenblad voor het bedrag van de bezoldigingsnorm.
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
b. De bezoldiging van medewerkers tot en met salarisschaal 13a is vanaf 1 juli 2019 gemaximeerd op de geldende WNT-norm (zie tarievenblad). De WNT- norm volgt de jaarlijkse indexatie en/of verhoging van de WNT.
c. Overschrijding van de maximum bezoldiging vanwege een jubileum gratificatie is toegestaan.
d. De bezoldiging van medewerkers die in 2019 de voor hen geldende maximale bezoldiging overschrijden wordt nominaal bevroren op het bedrag van de totale bezoldiging over 2019. Deze bevriezing
geldt zo lang en voor zo ver de voor hen geldende maximum bezoldiging wordt overschreden.
e. Indien een individuele of collectieve salarisverhoging en/of toekenning of verhoging van een ander bezoldigingscomponent ertoe leidt dat de voor
de medewerker geldende maximum bezoldiging wordt overschreden, wordt een gedeelte van de bezoldiging van de medewerker ingehouden zodanig dat er geen sprake meer is van overschrijding van de bezoldigingsnorm.
f. De bezoldiging wordt gedurende het jaar gemonitord. Indien een correctie zoals bedoeld in lid e. te groot of te klein is geweest, wordt dit gecorrigeerd aan het einde van het kalenderjaar.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
De beoordelingssystematiek kent drie mogelijke beoordelingsuitkomsten en vier percentages voor individuele loonstijging.
Hoogte salarisgroei bij beoordeling
Individuele
3.4 Structurele loonontwikkeling |
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
a. Bij promotie naar een hogere salarisschaal verhoogt DNB je huidige maandsalaris met 4%.
b. Als je promotie samenvalt met een salarisverhoging vanwege je beoordeling, dan berekent DNB eerst
je beoordelingsverhoging. Dit gebeurt in je oude salarisschaal, waarbij het maximum van die schaal geldt. Daarna berekent DNB de promotieverhoging.
Beoordeling
Uitzonderlijk jaar
loonstijging Opmerking
G,5% Per divisie krijgt maximaal 10%1 van de managers en medewerkers de beoor- deling ‘uitzonderlijk jaar’.
c. De beoordelings- en promotieverhoging zijn samen maximaal 10%. Dit maximum kan alleen worden overschreden als het minimum van je nieuwe salarisschaal meer dan 10% hoger is dan je maandsalaris vóór de promotieverhoging.
Goed jaar 4,5%
d. In beginsel vindt promotie naar een hogere schaal
Behoeft verbetering
1% Indien vorige beoordeling 'goed jaar’ of hoger was
0% Indien vorige beoordeling ‘behoeft verbetering’ was.
plaats per januari.
Toezichthouders (functieniveau 9 en 10)2 die tijdelijk
De verdere uitwerking van de beoordelingssystematiek inclusief de koppeling met het verbetertraject is vastgelegd in de Personeelsgids.
als Head of Mission (bij grootbanken) werken, krijgen gedurende hun opdracht EUR 750 bruto per maand extra beloning. Dit bedrag maakt geen onderdeel uit van het pensioengevend salaris en is evenmin onderdeel van de grondslag voor andere beloningscomponenten.
19 1 Voor de beoordelingsjaren 2021 en 2022 is dit percentage bij uitzondering verhoogt naar 15%.
2 Na implementatie nieuw Functiegebouw: carrièrelevel G3b en G4a.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Je ontvangt elk jaar in december een dertiende maand. Deze uitkering is gelijk aan je maandsalaris inclusief de hieronder limitatief vermelde toeslagen waarop je in december van dat jaar recht hebt.
De volgende toeslagen tellen mee voor de berekening van je dertiende maand:
▪ BO toeslag voor het verrichten van ploegendiensten
▪ BO toeslag voor het verrichten van structureel meerwerk
▪ XX toeslag voor het structureel verrichten van werkzaamheden op verschoven werktijden
▪ BO suppletietoeslag zoals bedoeld in de regeling ploegendienst
▪ Toeslag voor tijdelijke waarneming van een zwaardere functie.
▪ De aNouw van bovengenoemde toeslagen
▪ Eventueel individueel overeengekomen toeslagen
3.13 Reiskosten woon-werkverkeer 3.14 Collectieve ziektekostenverzekering |
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
In april ontvang je vakantiegeld. Je vakantiegeld bedraagt 8% van je jaarsalaris, toeslagen en dertiende maand op 1 april.
a. Je krijgt een persoonlijk budget, dat je naar eigen inzicht kunt gebruiken, bijvoorbeeld om je duurzame inzetbaarheid te vergroten. Het persoonlijk budget is een percentage van je jaarsalaris, zie tabel.
b. Je kunt het persoonlijk budget gedurende het jaar flexibel (bijvoorbeeld maandelijks of per kwartaal) laten uitbetalen.
c. Heb je geen keuze gemaakt (of nog openstaand saldo), dan wordt je persoonlijk budget standaard in december uitgekeerd.
Hoogte persoonlijk budget
Salarisschaal | Percentage | |
1 t/m 11 medewerkers | 5,923% van je maandsalaris | |
9 en 10 managers | G,923% van je maandsalaris | |
12 medewerkers 11 en 12 managers | 8,923% van je maandsalaris | |
13a medewerkers 13a en 13b managers | 10,923% van je maandsalaris |
voor zover hierover ook de dertiende maand is overeengekomen.
Als je niet het gehele jaar daarvoor in dienst was, dan wordt je uitkering evenredig verminderd.
20
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
De invoering van het persoonlijk keuzebudget is uitgesteld (oorspronkelijke implementatiedatum
1 januari 2021). Zodra het persoonlijk keuzebudget is ingevoerd dan bestaat dit budget uit de dertiende maand, het vakantiegeld en het persoonlijk budget. Het persoonlijk keuzebudget is een percentage van je maandsalaris, zie tabel.
Het persoonlijk keuzebudget bouw je maandelijks op en kun je flexibel uit laten keren. Een openstaand budget wordt standaard in december uitgekeerd.
Je kunt het persoonlijk keuzebudget vrij besteden of gebruiken om in de benefitshop te besteden.
In de benefitshop kun je vakantie-uren kopen (vanaf 1 januari 2022 onder voorwaarden, zie artikel 2.4.2 van deze CAO). DNB zal op termijn de bestedingsmogelijkheden van de benefitshop verder uitbreiden.
Hoogte persoonlijk keuzebudget
In verband met de inrichting van het persoonlijk keuzebudget wordt het uitbetalingsmoment van het vakantiegeld over mei tot en met december over het jaar voorafgaand aan de ingangsdatum van het
3.15 Thuiswerkvergoeding 3.1G Representatiekosten |
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
persoonlijk keuzebudget aangepast. HR zal hier tijdig over communiceren.
Overschrijd je door het verschoven betaalmoment van het vakantiegeld de bezoldigingsnorm (zie artikel 3.5), dan blijft het huidige betaalmoment voor jou gelden. Dit betekent dat je jouw vakantiegeld uitgekeerd krijgt in april. Het Persoonlijk Budget (zie artikel 3.11) blijft dan van toepassing. Ook de 13e maand blijf je in dat geval separaat ontvangen (zie artikel 3.9) totdat
je bezoldiging ruimte biedt voor de invoering van het Persoonlijk Keuze Budget zonder overschrijding van de voor jou geldende maximale bezoldiging.
Mogelijk kan een gewijzigd uitbetalingsmoment bij invoering van het persoonlijk keuzebudget leiden tot een lagere huur- en/of zorgtoeslag. In dat geval zal DNB eventuele netto inkomensschade boven EUR 50,-
compenseren.
Salarisschaal | Percentage | |
1 t/m 11 medewerkers | ||
9-10 management | ||
12 medewerkers 11-12 management | ||
13a medewerkers 13a en 13b management |
DNB schakelt zo nodig een financieel adviseur in om de inkomensschade vast te stellen. Een verzoek tot compensatie dien je in bij de HR servicedesk binnen drie maanden nadat je toeslag definitief is vastgesteld.
De definitie van de pensioengrondslag zal per de ingangsdatum van het Persoonlijk Keuze Budget
21 budgetneutraal worden aangepast aan de nieuwe
inkomensdefinities.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
3.13 Reiskosten woon-werkverkeer
3.13.1 Keuzemogelijkheid reiskosten woon- werkverkeer
Je kan kiezen uit twee vergoedingen voor woon- werkverkeer:
a. een openbaar vervoerabonnement (ov-abonnement) op het woon-werktraject (2e klasse); of
b. een kilometervergoeding.
Dit geldt niet als je gebruik maakt van de leaseregeling uit de Personeelsgids.
Je komt in aanmerking voor een ov-abonnement (2e klasse) op het woon-werktraject als je minimaal drie dagen per week naar DNB reist. Je recht op een
ov-abonnement vervalt als je tenminste een maand, anders dan vanwege vakantie, afwezig bent. De verrekening hiervan heeft plaats in de maand volgend op de maand waarin niet is gewerkt.
Het is mogelijk om je ov-abonnement (2e klasse) te upgraden naar 1e klasse. De kosten hiervan worden maandelijks verrekend met je bruto loon.
Je ontvangt, voor de dagen dat je daadwerkelijk van huis naar je werk reist, EUR 0,19 per kilometer tot een maximum van 38 kilometer, enkele reis. De afstand woon-werkverkeer wordt berekend op basis van
de snelste route. Je ontvangt de tegemoetkoming
22 maandelijks tegelijk met je salaris.
3.13.4 (Elektrische) fiets of elektrische scooter
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
Als je een kilometervergoeding ontvangt, dan kun je een renteloze lening krijgen voor de aanschaf van een (elektrische) fiets of elektrische scooter. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
a. De lening heeft een maximale looptijd van drie jaar en wordt in gelijke maandtermijnen afgelost.
b. De hoogte van de lening is minimaal EUR 1000,- en maximaal EUR 2.000,-.
c. Je krijgt maximaal eens in de vijf jaar een renteloze lening.
d. Deze regeling eindigt op 30 juni 2023, dan wel zoveel eerder als de fiscale faciliteit voor een renteloze lening voor de aanschaf van een (elektrische) fiets of elektrische scooter eindigt.
3.14 Collectieve ziektekostenverzekering
a. DNB heeft een collectieve ziektekostenverzekering afgesloten. Hierdoor kan je gebruik maken van de collectiviteitskorting.
b. Je kunt voor de volgende personen een ziekte- kostenverzekering afsluiten:
- jijzelf
- je partner
- jouw (wettige stief-, pleeg- of adoptie-)kinderen tot 18 jaar en studerende kinderen van 18 tot 27 jaar
Sluit je onder dit collectieve contract ook een aanvullende verzekering af, dan ontvang je van
DNB een vergoeding van EUR 17,92 netto per maand.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
a. Zolang er sprake is van verplicht thuiswerken vanwege de Corona-maatregelen ontvangt iedere medewerker in dienst van DNB een thuiswerk- vergoeding van EUR 28,- netto per maand op basis van een fulltime dienstverband. Voor deze vergoeding wordt geen onderscheid gemaakt tussen al dan niet gebouw-gebonden functies, en/of een medewerker daadwerkelijk thuis heeft gewerkt of op kantoor.
b. De thuiswerkvergoeding wordt in juli en december uitgekeerd. Indien er gedeeltelijk verplicht wordt thuisgewerkt, wordt de vergoeding berekend naar rato van de verplichting.
c. De regeling is van toepassing gedurende de looptijd van deze CAO.
d. Deze afspraak is gemaakt o.b.v. de in 2021 geldende (fiscale) wetgeving. In geval van gewijzigde (fiscale) wetgeving voor 2022 of 2023 kan (in overleg met de vakbonden) de uitvoering van deze afspraak worden herzien.
Aan medewerkers vanaf salarisschaal 9 en hoger wordt een (bruto) representatiekostenvergoeding verstrekt.
Voor deze regeling zijn 3 groepen vastgesteld:
▪ groep 1: medewerkers en managers in salarisschalen
23 9 en 10
▪ groep 2: medewerkers en managers in salarisschalen 11 en 12
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
▪ groep 3:medewerkers in schaal 13a en managers in salarisschaal 13a en 13b.
De hoogte van de vergoeding bedraagt:
▪ Groep 1: EUR 100,- bruto per maand
▪ Groep 2: EUR 150,- bruto per maand
▪ Groep 3: EUR 200,- bruto per maand
3.1G.3 Declareren werkelijke kosten
Naast deze vergoeding van representatiekosten kunnen de medewerkers de werkelijk gemaakte kosten met een zakelijk karakter declareren.
Als je 20, 30, 40 of 50 jaren aaneengesloten in dienst van DNB bent, ontvang je een jubileumgratificatie conform onderstaande tabel.
De jubileumgratificatie wordt, conform de geldende belastingwetgeving, (gedeeltelijk) belastingvrij uitgekeerd.
In schrijnende situaties waar jij zelf geen invloed op hebt, kun je een verzoek bij HR indienen om je
jubileumgratificatie op basis van de cao-regeling 2017 te berekenen.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Hoogte jubileumgratificatie
Dienstjaren | Op de datum van je jubileum | |
20 | ||
30 | 5/52 van je jaarinkomen | |
40 | 7/52 van je jaarinkomen | |
50 | 9/52 van je jaarinkomen |
Als je in salarisschaal 1 tot en met 7 zit, dan geldt deze regeling voor jou.
a. Xxxxxxxx is werk dat je incidenteel in opdracht van je manager verricht en door je manager als zodanig is aangemerkt.
b. In bijzondere omstandigheden kan je manager je verplichten tot meerwerk. En alleen in uiterste
noodzaak op feestdagen. Hierbij moet je manager rekening houden met jouw zwaarwegende belangen.
c. Als je 55 jaar of ouder bent, dan kan DNB je niet verplichten tot meerwerk.
d. Je manager laat je zoveel als mogelijk van tevoren weten dat je meerwerk moet verrichten.
24
3.18.3 Meerwerk dat niet aansluit op je dagelijkse werktijden
3.4 Structurele loonontwikkeling |
3.14 Collectieve ziektekostenverzekering |
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
Het kan voorkomen dat je vanwege de Arbeidstijdenwet later dan gebruikelijk moet beginnen met je werkzaam- heden. In dat geval wordt de tijd tussen je gebruikelijke begintijd en je werkelijke begintijd als ‘geoorloofd verzuim’ aangemerkt.
3.18.5 Vergoeding voor meerwerk
a. De vergoeding voor meerwerk hangt af van het tijdstip waarop je dit meerwerk verricht:
maandag tot en met vrijdag:
van 00.00 tot 07.00 uur: uurloon + 100%
van 07.00 tot 21.00 uur: uurloon + 25%
van 21.00 tot 24.00 uur: uurloon + 50%
zaterdag:
van 00.00 tot 08.00 uur: uurloon + 100%
van 08.00 tot 17.00 uur: uurloon + 50%
van 17.00 tot 24.00 uur: uurloon + 100% zondag/feestdagen: uurloon + 100%
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
b. Het aantal uren dat je meerwerk verricht, boek je in MijnHR.
c. Het uurloon voor meerwerk is exclusief vakantiegeld. Voor de berekening van je uurloon voor meerwerk vermindert DNB daarom je uurloon met 8%.
Xxxx je aansluitend op je gebruikelijke werktijd langer dan 2 uur meerwerk verrichten? Dan kun je die dag tijdens de lunchpauze in het bedrijfsrestaurant een maaltijd gebruiken en de kosten hiervoor declareren bij DNB.
Consignatie houdt in dat je buiten je reguliere werktijd beschikbaar bent om werkzaamheden te verrichten. Jouw manager wijst jou aan voor consignatie.
Als je in salarisschaal 1 tot en met 10 zit, dan geldt deze regeling voor jou.
a. Een consignatiedienst duurt 24 uur per dag.
b. Je manager is verantwoordelijk voor het inroosteren van werknemers voor consignatiedienst.
25
c. Xxxxxxxxxxx in het rooster gebeuren in overleg tussen de manager en de werknemers.
3.13 Reiskosten woon-werkverkeer |
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
d. Je manager maakt nadere afspraken met je over je consignatie. Denk aan:
- reactietijd
- beschikbare hulpmiddelen
- urenverantwoording
- wijze van klachtenbehandeling
- registratie
Hierbij houdt je manager zich aan de Arbeidstijdenwet.
e. Je werktijd begint op het moment dat je wordt opgeroepen en eindigt op het moment dat je klaar bent met je werkzaamheden. Wordt je binnen een half uur daarna weer opgeroepen, dan is de tijd tussen deze twee oproepen werktijd.
f. Werktijd per oproep bedraagt tenminste een half uur.
De vergoeding voor consignatie vind je op het tarievenblad. De indexatie van deze vergoeding is gelijk aan de indexatie van de salarisschalen. Als je in schaal
1 t/m 7 bent ingedeeld is ook de regeling Meerwerk van toepassing. In dat geval schrijf je de werktijd als meerwerk uren in MijnHR. De vergoeding is geen onderdeel van je jaarinkomen en werkt niet door in andere regelingen.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/ geloofsovertuiging |
3.21 Vergoeding voor werken op feestdagen/geloofsovertuiging
3.21.1 Vergoeding voor werken op feestdagen
a. Als je op feestdagen werkt, dan ontvang je hiervoor een vergoeding. Welke vergoeding je krijgt, hangt af van je salarisschaal:
- Als je in salarisschaal 1 t/m 7 zit, dan ontvang je een vergoeding volgens de regeling Meerwerk
- Als je in salarisschaal 8 t/m 11 zit, dan vind je jouw vergoeding op het tarievenblad.
b. De indexatie van deze vergoeding is gelijk aan de indexatie van de salarisschalen.
DNB zal je niet verplichten te werken op een feestdag van jouw geloof, tenzij de bedrijfsvoering dit verlangt.
2G
Cao
Waardering
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Tijd
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
4.2 Persoonlijk ontwikkelverlof (POV)
27
Cao
Waardering
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Tijd
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
DNB heeft voor haar werknemers een regeling studiefaciliteiten getroffen. Deze regeling vind je in de Personeelsgids.
4.2 Persoonlijk ontwikkelverlof (POV)
Je krijgt per jaar 3 werkweken POV. Dit verlof kun je opnemen om je professioneel te ontwikkelen of om je in te zetten voor een maatschappelijk doel.
a. Tijdens dit verlof ontvang je 50% salaris en over deze 50% loopt de pensioenopbouw door.
b. Je kunt maximaal 5 jaar POV opsparen.
c. Je vindt de richtlijn met nadere uitwerking in de Personeelsgids.
d. Deze regeling is van toepassing voor de periode 1 juli 2018 tot 30 juni 2023. DNB en de vakbonden evalueren de regeling in 2022.
Deze regeling houdt in dat je 80% van je werkweek werkt. Je ontvangt 90% van je maandsalaris
en emolumenten zoals uitgewerkt in bijlage 8. Je pensioenopbouw blijft 100%.
a. Xxx je G2 jaar of ouder, dan kun je gebruikmaken van de 80-90-100-regeling.
28
b. DNB streeft ernaar om ouderen die door deze regeling minder gaan werken, te vervangen door jongeren.
c. Deze regeling geldt sinds 1 juli 2018 en loopt tot
30 juni 2023. Als je eenmaal gebruik maakt van deze regeling, dan mag je dat blijven doen tot aan je pensioenleeftijd.
Deze regeling is bedoeld als mogelijkheid om eerder te kunnen stoppen met werken, waarbij je aanspraak maakt op een compensatie .
a. Je kunt gebruik maken van deze regeling indien je uitdienstdatum maximaal 3G maanden voor je AOW-leeftijd ligt.
b. Je vind de volledige uitwerking van de regeling Bedrijfs-aow terug op in bijlage 9.
c. Deze regeling is binnen DNB beschikbaar vanaf 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2023.
a. Als je op eigen verzoek een functie met een lagere salarisschaal accepteert, dan deelt DNB je in die lagere functie- en salarisschaal in. DNB stelt je relatieve salarispositie (RSP) vast op basis van deze lagere salarisschaal.
b. Als je huidige maandsalaris hoger is dan het maximum van de lagere salarisschaal, dan krijg je een persoonlijke toeslag. Deze persoonlijke toeslag bestaat uit een percentage van het verschil tussen je huidige en vorige maandsalaris. De toeslag wordt volgens onderstaande tabel in vijf jaar afgebouwd.
c. De persoonlijke toeslag wijzigt niet als gevolg van Collectieve salarisverhoging, maar wel als gevolg van een vermindering van de arbeidstijd.
4.1 Studiefaciliteiten |
Toeslag carrièrewending
Xxxx | Xxxxxx toeslag (percentage van verschil tussen huidige en vorige salaris) | |
1 | 100% | |
2 | 80% | |
3 | G0% | |
4 | 40% | |
5 | 20% |
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
5.2 Salaris 1e en 2e ziektejaar
29
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Als je door arbeidsongeschiktheid niet kan werken, ben je verplicht om een aantal zaken te doen:
a. Je meldt dat je arbeidsongeschikt bent bij je manager én bij de arbodienst.
b. Zo nodig raadpleeg je jouw huisarts.
c. Je maakt verzuimbegeleiding mogelijk en doet niets wat je herstel in de weg staat.
d. Een nadere uitwerking van je verplichtingen bij arbeidsongeschiktheid vind je in de Personeelsgids.
5.2 Salaris 1e en 2e ziektejaar
Als je arbeidsongeschikt bent, dan ontvang je het eerste ziektejaar 100% van je laatst verdiende maandsalaris. In het tweede ziektejaar ontvang je 70% van je laatst verdiende maandsalaris.
In het tweede ziektejaar kun je in aanmerking komen voor een loonaanvulling tot maximaal 100% van je maandsalaris indien:
a. Je conform het plan van aanpak je werkzaamheden (gedeeltelijk) hervat;
b. Je conform het plan van aanpak een omscholingstraject volgt;
c. Re-integratie vanwege de aard van de ziekte niet meer te verwachten is.
30
Na een periode van twee jaar arbeidsongeschiktheid:
a. Wordt je arbeidsovereenkomst aangepast indien je in een andere functie bent geplaatst, in een andere salarisschaal bent ingedeeld, of je arbeidsduur is gewijzigd;
b. Als je je werk niet hebt hervat wordt je dienstverband beëindigd, tenzij de verwachting is dat je alsnog binnen afzienbare termijn (UWV-
richtlijn 2G weken) weer aan het werk kan gaan. In dat laatste geval worden afspraken gemaakt over een beperkte verlenging van het re-integratieplan.
c. Xxx je minstens 35% arbeidsongeschikt en heb je recht op een WIA-uitkering? Dan heb je recht op een arbeidsongeschiktheidspensioen. Dit is geregeld in de pensioenregeling DNB (bijlage 4 van de cao).
d. Bij (gedeeltelijke) beëindiging van het dienstverband wegens langdurige arbeidsongeschiktheid wordt de transitievergoeding betaald conform de wettelijke bepalingen.
e. Als je minder dan 35% arbeidsongeschikt bent en je hebt je werkzaamheden gedeeltelijk hervat, dan heb je recht op een salarisaanvulling. Deze
aanvulling is een percentage van het verschil tussen je maandsalaris direct voorafgaand aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid en je maandsalaris na de werkhervatting, volgens onderstaande staffel:
- in het 3e ziektejaar: 75% van het verschil;
- in het 4e ziektejaar: 50% van het verschil;
- in het 5e ziektejaar: 25% van het verschil.
In deze regeling verstaan we onder ongeval:
▪ een ongeval dat je overkomt in verband met je dienstverband; of
▪ een ongeval dat je overkomt tijdens woon- werkverkeer.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
a. Als je als gevolg van het ongeval binnen drie jaar overlijdt, dan ontvangen je nabestaanden
een uitkering. Deze uitkering is vijf maal het jaarinkomen.
c. De uitkering wordt tenminste gebaseerd op het maximum jaarinkomen van salarisschaal 5.
Deze bovenwettelijke aanspraken gelden niet bij ongevallen als gevolg van oorlog, terrorisme, atoomkernreacties of natuurrampen.
DNB mag deze regeling herzien als wijzigingen in de fiscale of sociale wetgeving daar redelijkerwijs aanleiding toe geven.
31
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Begrippenlijst
Tijd
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
Pensioen en einde dienstverband
G.7 Substitutie bij pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum pensioengevend loon
G Pensioen en einde dienstverband
G.8 Uitkering bij overlijden tijdens dienstverband
G.4.1 Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen
G.4.2 Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen
G.9 Uitkering bij einde dienstverband
G.9.1 Wanneer je een uitkering ontvangt
G.5 Bijdrage levensloopregeling
32
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Begrippenlijst
Tijd
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
Pensioen en einde dienstverband
De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op de laatste dag van het kalenderkwartaal waarin de werknemer de pensioenrichtleeftijd (G8 jaar) bereikt als bedoeld in het alsdan geldende pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds van DNB.
Als je na de pensioenrichtleeftijd wilt doorwerken, staat DNB hiervoor open. Dit is mogelijk als het past binnen de bedrijfsvoering. Als je met DNB overeenkomt dat je na de pensioenrichtleeftijd doorwerkt, gelden
de wettelijke bepalingen voor werknemers die doorwerken na hun AOW gerechtigde leeftijd in combinatie met het volgende DNB beleid.
▪ Je krijgt een nieuw contract voor bepaalde tijd.
▪ Je kan mogelijk een verlenging van het contract krijgen, passend binnen de bedrijfsvoering en de hiervoor geldende wetgeving.
▪ Je ontvangt 200 verlofuren per jaar bij een basisarbeidsduur.
▪ Je diensttijd bij DNB wordt geteld vanaf je oorspronkelijke startdatum bij DNB.
▪ Bij ziekte betaalt DNB je salaris door gedurende de periode zoals is afgesproken in de wet voor medewerkers die doorwerken na de AOW- gerechtigde leeftijd.
▪ Er bestaat geen aanspraak op een transitie- vergoeding bij einde dienstverband.
▪ De opzegtermijn voor beide partijen is een maand.
33
Omdat je ervoor kiest om te werken en nog niet (volledig) met pensioen te gaan, is een aantal cao-regelingen niet meer van toepassing zoals:
▪ Opbouw pensioen, pensioneringsverlof, onbetaald verlof, bijdrage levensloop, substitutieregeling,
00-00-000 regeling, bijdrage ziektekosten- verzekering en compensatie premiesparen.
▪ Met de ingang van het nieuwe contract zijn eventuele garantieregelingen niet meer van toepassing.
▪ Deze afspraken gelden tot 1 juli 2023. Na 1 juli 2022 zal de regeling worden geëvalueerd en besloten of deze vast onderdeel wordt van de cao.
De pensioenregeling van DNB is gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst. Je bent deelnemer als de volgende zaken op jou van toepassing zijn:
a. Je was op 1 januari 2021 in dienst van DNB of bent na 1 januari 2021 in dienst getreden.
b. Je valt niet onder de definitie van deelnemer zoals omschreven in de standaardpensioenovereenkomst directieleden DNB.
Deze pensioenregeling DNB ligt vast in een pensioen- overeenkomst die als Bijlage 4 bij deze cao is gevoegd. De pensioenovereenkomst is ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds van De Nederlandsche Bank N.V.
Je betaalt als werknemer G,39% van de pensioengrond- slag. De pensioengrondslag wordt jaarlijks op 1 januari, of latere datum in dienst, vastgesteld en geldt voor het hele jaar. De werknemersbijdrage stijgt vanaf 2020 in 10 jaar in 10 gelijke stappen naar 7,5G%. De werkgever heeft de ambitie om op termijn de werknemersbijdrage te laten groeien naar een verhouding 70% werkgevers- bijdrage en 30% werknemersbijdrage.
G.7 Substitutie bij pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum pensioengevend loon |
Als je in dienst was op 31 december 2014 geldt een overgangsregeling (zie Bijlage 3).
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Begrippenlijst
Tijd
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
Pensioen en einde dienstverband
G.4.1 Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen De Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen is gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst. Je bent deelnemer aan deze regeling als:
a. je op 1 januari 2021 in dienst bent van DNB of na 1 januari 2021 in dienst treedt; en
b. je niet op 1 januari 2021 door ziekte in de wachttijd in de zin van de WIA zit en na afloop van deze wachttijd recht krijgt op een WIA uitkering.
In het geval je na de wachttijd gedeeltelijk arbeidsongeschikt in de zin van de WIA wordt verklaard, en het dienstverband met DNB voor het arbeidsgeschikte deel wordt voortgezet, word je voor dit arbeidsgeschikte deel als deelnemer aan deze pensioenregeling beschouwd.
c. Samenloop van de einde dienstverband uitkering met de regeling Bedrijfs-aow is niet mogelijk.
De Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen wordt beschreven in Bijlage 5 bij deze cao. De pensioenovereenkomst is ondergebracht bij ASR
Schadeverzekering N.V., onder het merk Loyalis. Je bent voor deze regeling geen eigen bijdrage verschuldigd.
G.4.2 Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen
De Regeling nettoverzekering partner- en wezen- pensioen is gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst.
34 Je kunt deelnemer aan deze regeling worden als:
a. je op 1 januari 2021 in dienst bent van DNB of na 1 januari 2021 in dienst treedt; en
b. je een pensioengevend jaarloon hebt dat uitgaat boven het maximale bedrag dat op grond van artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 19G4 bij de berekening van een pensioenaanspraak in aanmerking mag worden genomen; en
x. xxxx gekozen voor deelname aan deze pensioenregeling en je hiervoor hebt aangemeld bij de werkgever.
De Regeling nettoverzekering partner- en wezen- pensioen wordt beschreven in Bijlage G bij deze cao. De pensioenovereenkomst is ondergebracht bij Allianz Nederland Levensverzekering.
Je betaalt als werknemer de volledige premie en administratiekosten.
G.5 Bijdrage levensloopregeling
DNB verstrekt jaarlijks een bijdrage in de levensloop- regeling van 0,5% van het maandinkomen, uit te keren in 12 maandelijkse termijnen.
NB. Deelname aan de levensloopregeling is vervallen met ingang van 1 januari 2012. Vanaf dat moment geldt een overgangsregeling levensloopregeling. De werkgeversbijdrage in de zin van dit artikel wordt voortgezet.
Opbouw van prepensioen wordt fiscaal niet meer ondersteund. In verband daarmee is de
G.7 Substitutie bij pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum pensioengevend loon |
pensioenregeling aangepast met ingang van 1 januari 200G. Om de kwaliteit van de op 31 december 2005 van toepassing zijnde pensioenregelingen onder de nieuwe wetgeving zo dicht mogelijk te benaderen, zijn tussen cao-partijen aanvullende maatregelen getroffen. Deze maatregelen, die zowel een beperking als een uitbreiding van de in artikel 1 tot en met artikel 4 genoemde rechten kunnen inhouden, zijn weergegeven als overgangsregelingen in bijlage 3 van deze cao.
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Begrippenlijst
Tijd
Inhoud
Voorwoord
Bijlagen
Pensioen en einde dienstverband
G.7 Substitutie bij pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum pensioengevend loon
Aan werknemers van wie de som van het vast pensioengevend inkomen en het variabele pensioen- gevend inkomen als omschreven in bijlage 4 bij
deze cao meer bedraagt dan het maximale bedrag (zie tarievenblad) dat op grond van artikel 18ga van
de Wet op de loonbelasting 19G4 bij de berekening van een pensioenaanspraak in aanmerking mag worden genomen, verstrekt de werkgever een substitutie.
Bij dienstbetrekkingen in deeltijd wordt het pensioengevende inkomen en het maximale bedrag verminderd overeenkomstig de deeltijdfactor.
De hoogte van de substitutie bedraagt 20,4% X
de som van het vaste pensioengevende en variabele pensioengevende inkomen boven het maximale bedrag als genoemd in artikel 18ga Wet op de loonbelasting 19G4. Het bedrag van de substitutie wordt in 12 gelijke maandelijkse termijnen uitbetaald.
De substitutie wordt opnieuw vastgesteld bij iedere wijziging van de som van het vaste pensioengevende inkomen en het variabele pensioengevende inkomen. Werknemers zijn vrij om het bedrag van de substi- tutie naar eigen inzicht te besteden. Het bedrag van de substitutie is niet pensioengevend en wordt niet meegenomen in de berekening van de pensioen- aanspraken zoals genoemd in bijlage 4 bij deze cao.
35
G.8 Uitkering bij overlijden tijdens dienstverband
Als je overlijdt tijdens je dienstverband ontvangen je nabestaanden een uitkering van drie maandinkomens van DNB. Het maandinkomen is het maandinkomen op de dag van overlijden. In deze uitkering is de wettelijke uitkering inbegrepen.
Als je nog een schuld had aan DNB, dan trekt DNB deze schuld af van de uitkering aan je nabestaanden.
G.9 Uitkering bij einde dienstverband
G.9.1 Wanneer je een uitkering ontvangt
a. Je ontvangt een uitkering bij einde dienstverband als je dienstverband bij DNB eindigt vanwege de volgende redenen:
- De DNB-pensioenregeling komt tot uitkering.
- Je ontvangt een volledig arbeidsongeschiktheids- pensioen op grond van de pensioenregeling
van DNB.
Hierbij geldt de volgende voorwaarde: je dienstverband heeft tenminste 20 jaar geduurd, tenzij de arbeidsover- eenkomst wordt beëindigd binnen een jaar na een jubileum als bedoeld in de regeling Jubileumgratificatie.
b. Als de werknemer overlijdt na uitdiensttreding maar voor DNB tot uitkering is overgegaan, ontvangen zijn/haar nabestaande(n) deze uitkering.
G.7 Substitutie bij pensioengevend inkomen boven het fiscaal maximum pensioengevend loon |
DNB berekent de uitkering bij einde dienstverband op de volgende manier: je jaarinkomen op je laatste werkdag x de factor die hoort bij het laatste jubileum x 1/7 voor elk volledig dienstjaar na je laatste jubileum (met een maximale factor van 7/7)
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Tijd
Inhoud
Bijlagen
Voorwoord
▪ Eerstegraads: schoonouders en partner van (stief- en pleeg)kinderen.
▪ Tweedegraads: schoonzusters, zwagers, groot- ouders van de partner en partners van kleinkinderen.
Basisarbeidsduur
De basisarbeidsduur is gemiddeld 3G uur per week.
Het in een kalenderjaar genoten jaarsalaris en emolumenten zoals gedefinieerd in de Wet normering topinkomens.
▪ Eerstegraads: (stief- en pleeg)kinderen en (stief- en pleeg)ouders.
▪ Tweedegraads: (half-, stief- en pleeg)broers/zusters, kleinkinderen en eigen grootouders.
Contractloonstijging algemene markt
De procentuele stijging tussen het voorlopige3 index- cijfer (cao-uurloon, inclusief bijzondere beloning) van het huidige jaar (t) en het voorlopige indexcijfer van een jaar eerder (t-1). Deze indexcijfers zijn adomstig
van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), en terug te vinden op de website van het CBS. Peilmaand is mei en publicatiedatum is juni.
Correctie van de loonstijging
Wanneer de procentuele stijging tussen het definitieve4 indexcijfer (cao-uurloon, inclusief bijzondere beloning) van het vorige jaar (t-1) en het definitieve indexcijfer van een jaar eerder (t-2), anders is dan de toegekende loonstijging (t-1), dan volgt een correctie van het vorige jaar (t-1) in de loonstijging bij de eerstvolgende loonstijging (t). Deze correctie kan omhoog of omlaag zijn. De loonstijging inclusief correctie is niet lager dan 0%. De correctie van de loonstijging wordt bij de loonstijging van juli 2022 voor het eerst toegepast.
Als feestdagen worden aangemerkt:
▪ Nieuwjaarsdag
▪ Goede Vrijdag
▪ Eerste en Tweede Paasdag
▪ Koningsdag
▪ Hemelvaartsdag
▪ Eerste en Tweede Pinksterdag
▪ Eerste en Tweede Kerstdag
▪ 31 december vanaf 21.00 uur
Een kalendermaand. Een gedeelte van de kalendermaand wordt berekend op dagbasis.
3G 3 Op de website van het CBS vindt je de voorlopige indexcijfers onder de “Eerst-gepubliceerde” cijfers.
4 Op de website van het CBS vind je de definitieve indexcijfers onder de “Huidige' cijfers.
Cao
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Tijd
Inhoud
Bijlagen
Voorwoord
Maandinkomen
Je maandsalaris vermeerderd met eventuele toeslag(en), dertiende maand en vakantiegeld.
Voorbeeld:
Je hebt een maandsalaris van € 2.000 en ontvangt maandelijks een toeslag van € 50 die ook meetelt voor je dertiende maand. Je maandinkomen is (€ 2.000 + € 50) gedeeld door 12 maal 13 (dertiende maand) vermeerderd met 1,08 (vakantiegeld) = € 2.3)8,50
Je maandsalaris is het voor jou geldende schaal- maximum vermenigvuldigd met je relatieve salaris- positie (RSP) en je parttime factor gedeeld door 12.
Voorbeeld:
Je bent ingedeeld in schaal 6 met een RSP van 80% en je werkt 18 uur. Het schaalmaximum (fictief) is € 50.000. Jouw maandsalaris is 50.000 x 80% RSP = 40.000 x parttime factor 18/36 = 20.000/12 = € 1666,66
12 x je maandsalaris
12 x je maandinkomen
De jaarmutatie van de consumentenprijsindex alle categorieën van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Peilmaand is mei publicatiedatum is juni. Je vindt dit cijfer op de website van het CBS.
Relatieve salarispositie (RSP)
Je positie in je salarisschaal ten opzichte van het maximum van die schaal (=100%).
De werkweek verwijst naar het aantal uren dat je (gemiddeld) per week werkt op basis van je arbeidsovereenkomst.
37
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen
Bijlage 3: Overgangsmaatregelen
Bijlage 4: Pensioenregeling DNB
Bijlage 5: Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen
Bijlage 8: Uitwerking 00-00-000 regeling
Bijlage 7: Model arbeidsovereenkomsten
Bijlage 9: Regeling Bedrijfs-aow
Bijlage 10: Kwalitatieve cao-afspraken
38
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlagen
1. Regeling voor de ploegendienst
1. Onder ploegendienst wordt verstaan het werken in een dienstrooster dat volgens een vaste regeling het werken binnen of buiten de dagspiegel met zich meebrengt. Onder verschoven werktijden wordt verstaan werktijden die vaste afwijkingen vertonen ten opzichte van de gebruikelijke werktijden. Onder toeslag BO (toeslag voor bijzondere omstandigheden) wordt verstaan de
geldelijke toeslag ter compensatie van het werken in ploegendienst of verschoven werktijden.
2. Zowel bij ploegendienst als bij verschoven werkt- ijden dient het werken op afwijkende werktijden in een rooster te zijn vastgelegd en als zodanig uitdrukkelijk aan een functie te zijn verbonden. Bij instelling of wijziging van roosters voor ploegendienst of verschoven werktijden wordt zo
tijdig mogelijk overleg gepleegd met de betrokken werknemers. In beginsel worden roosters voor een periode van tenminste 3 maanden vastgelegd of zoveel langer als de roostercyclus dit nodig maakt.
39
3. In principe kan aan iedere werknemer in ploegen- dienst meerwerk worden opgedragen, in welk geval de regeling Meerwerk van toepassing is (artikel 3.18 onder hoofdstuk Waardering).
4. Bij dreigende verschuiving van de werktijden en daarmee samenhangende invalsdiensten zal betrokken werknemer zo tijdig mogelijk hierop worden geattendeerd.
5. Werknemers in de ploegendienst die vanuit de invalsdienst moeten invallen in de nacht- of avonddienst, ontvangen hiervoor een vergoeding op basis van de regeling Meerwerk. Daarenboven zal, in geval de wekelijkse werktijd die van de invalsdienst overschrijdt, de gewerkte tijd boven de werktijd van de invalsdienst worden aangemerkt als meerwerk, waarop de regeling Meerwerk van toepassing is.
G. Aan de betrokken werknemer wordt schriftelijk mededeling gedaan van:
- de functie en een korte omschrijving daarvan;
- het geldende rooster met de daarbij geldende toeslag BO.
2. Vaststelling toeslagen BO (bijzondere omstandigheden)
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
1. Indien bij verschoven werktijden of ploegendiensten (mede) buiten de dagspiegel wordt gewerkt, wordt een toeslag BO vastgesteld. De dagspiegel is van maandag tot en met vrijdag van 07.00 tot 21.00 uur en zaterdag van 08.00 tot 17.00 uur.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
2. Voor het wegen van de uren bij de berekening van BO-toeslagen wordt de volgende toeslagen-index gehanteerd:
maandag tot en met vrijdag
van 00.00 uur tot 07.00 uur = gewerkte uren + 75% van 07.00 uur tot 21.00 uur = gewerkte uren
van 21.00 uur tot 24.00 uur = gewerkte uren + 25%
zaterdag
van 00.00 uur tot 08.00 uur = gewerkte uren + 75% van 08.00 uur tot 17.00 uur = gewerkte uren + 25% van 17.00 uur tot 24.00 uur = gewerkte uren + 100%
van 00.00 uur tot 24.00 uur = gewerkte uren + 100%
Indien in aansluiting op het tijdvak van 0.00 uur tot
07.00 uur en op zaterdagochtend tot 08.00 uur, ook doorlopend op de uren gelegen tussen 07.00 en 09.00 uur in continudienst wordt gewerkt geldt voor deze uren een toeslag van 50%.
3. De BO-toeslag wordt als volgt berekend:
a. Op basis van het rooster wordt vastgesteld uit welke opeenvolgende diensten het rooster bestaat. Deze diensten worden na een bepaalde periode herhaald (bijvoorbeeld twee-weeksrooster of
zes-weeksrooster). Voor de berekening van de BO-toeslag worden alle diensten gedurende
40
één roosterperiode als uitgangspunt genomen (bijvoorbeeld twee weken of zes weken).
b. Aangenomen wordt dat de rustpauze 4,5 uur na de aanvang van de dienst wordt genoten. Een rustpauze buiten de dagspiegel geldt in de berekening van de BO-toeslag als werktijd.
c. Voor ieder gewerkt uur (of gedeelte van een uur) wordt vastgesteld welke toeslag volgens de
toeslagen-index geldt. Dit leidt tot een totaal aantal gewogen uren voor één roosterperiode.
d. Op basis van het totale aantal gewogen uren voor één roosterperiode wordt het gemiddelde aantal gewogen uren per week vastgesteld.
e. Op basis van het gemiddelde aantal gewogen uren per week wordt het aantal gewogen uren per jaar vastgesteld (gewogen uren per week x 52).
f. Voor gewerkte uren op feestdagen geldt een toeslag van 100%. Hiermede is in de stappen c t/m e nog geen rekening gehouden. Het aantal
gewogen uren per jaar, zoals vermeld onder e, moet derhalve worden verhoogd met het gemiddelde aantal gewogen uren dat volgens het rooster
op feestdagen wordt gewerkt. Hierbij moet onderscheid worden gemaakt tussen feestdagen op maandag t/m vrijdag en feestdagen op zaterdag.
Voor gewerkte uren op zondag geldt altijd al een toeslag van 100%.
g. Vastgesteld is dat in de periode 1992 t/m 1998 49,5 feestdagen op maandag tot en met vrijdag
Bijlage 4: Pensioenregeling DNB |
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
vallen, 5,5 feestdagen op zaterdag en 18,5 feestdagen op zondag. Het gemiddelde aantal feestdagen per jaar op maandag tot en met vrijdag is vastgesteld op 7,0714 dagen en het gemiddelde aantal feestdagen op zaterdag is 0,7897 dag. Vervolgens wordt vastgesteld wat de kans is dat een feestdag in het betreffende rooster valt.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
h. De bijtelling van gewogen uren in verband met werkdagen op feestdagen die op maandag t/m vrijdag vallen, wordt als volgt berekend:
het gemiddeld aantal ongewogen gewerkte uren voor maandag t/m vrijdag
X
het gemiddeld aantal feestdagen dat binnen het rooster op maandag t/m vrijdag valt
X
het verschil tussen de index 200 en de gemiddeld berekende toeslagen-index.
De bijtelling voor feestdagen die op zaterdag vallen wordt op dezelfde manier berekend.
i. Het totale aantal gewogen uren per jaar is de som van sub h en sub e.
j. Van het totale aantal gewogen uren per jaar wordt de gebruikelijke werktijd voor werknemers van de werkgever afgetrokken (52 x 3G uur = 1872 uur).
k. De uitkomst van sub j wordt vervolgens uitgedrukt in een percentage van 1872 uur.
l. De toeslag BO wordt vastgesteld op 50% van het onder sub k berekende percentage, met dien verstande dat het berekende percentage volgens
onderstaande systematiek wordt afgerond op één decimaal.
0,01 tot 0,24 wordt afgerond naar beneden op nul 0,25 tot 0,74 wordt afgerond op 0,5
0,75 tot 0,99 wordt afgerond naar boven op één.
41
m. Tegenover elke algemeen erkende feestdag, die wel in het dienstrooster is opgenomen en in roosterdienst is gewerkt, maar die niet op een zondag valt, staat een compensatie in de vorm van een vrije dag.
n. De in sub m opgenomen compensatiedag wordt aan de hand van een opgave van de Afdeling Beveiliging en transport - na de erkende feestdag - in het Tijdregistratiesysteem geadministreerd door de Afdeling Human Resources. De compensatie zal altijd 8 uur per feestdag bedragen.
4. BO-suppletie
Voor werknemers die voor de invoering van de
3G-urige werkweek (1 juli 199G) reeds werkzaam zijn in verschoven werktijden of ploegendienst zijn de toeslagen BO aangepast conform de regeling in de voorgaande paragraaf. Ten einde te voorkomen dat
zij – anders dan door een roosterwijziging – door deze aanpassing in inkomen achteruit gaan, is een toeslag op de nieuw vastgestelde BO-toeslag gegeven.
5. regeling afbouw toeslag BO en afbouw vergoeding structureel meerwerk
1. Onder werknemer wordt in deze paragraaf verstaan:
- de werknemer die een toeslag ontvangt voor het werken onder bijzondere omstandigheden (zie artikel 2 van deze regeling) en/of
- de werknemer die uit hoofde van zijn functie structureel meerwerk moet verrichten. Van
structureel meerwerk is sprake indien de ontvangen vergoeding in geld toegekend op grond van de regeling Meerwerk over de laatste drie jaren gemiddeld ten minste 10% heeft bedragen. Voor de berekening van het gemiddelde meerwerkpercentage wordt de
over een jaar ontvangen meerwerkvergoeding gerelateerd aan het individueel vastgestelde jaarsalaris vermeerderd met de toeslag bijzondere omstandigheden en/of de toeslag op grond
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
van demotie op eigen verzoek en de over die som gerekende dertiende maand over het desbetreffende jaar.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
2. De regeling is van toepassing:
- indien het werken onder bijzondere omstandig- heden, waarvoor de toeslag BO is toegekend, en/of het verrichten van structureel meerwerk niet door eigen toedoen van de werknemer, op initiatief van de werkgever moet worden beëindigd;
- indien het werken onder bijzondere omstandigheden, waarvoor de toeslag BO is toegekend en/of het verrichten van structureel meerwerk op medische en/of medisch-sociale indicatie, op advies van de bedrijfsarts van de werkgever moet worden beëindigd.
3. Aan de werknemer wordt een nominaal bedrag als toeslag op het salaris toegekend, overeenkomstig het in punt 5 bepaalde. Voordat dit bedrag wordt vastgesteld, wordt een eventuele toeslag BO, en/of vergoeding voor (structureel) meerwerk die de werknemer uit andere hoofde zal ontvangen,
in mindering gebracht.
100% bij een diensttijd van 30 jaar of meer 80% bij een diensttijd van 25 tot 30 jaar G0% bij een diensttijd van 20 tot 25 jaar 40% bij een diensttijd van 15 tot 20 jaar
30% bij een diensttijd van 10 tot 15 jaar
20% bij een diensttijd van 5 tot 10 jaar
0% bij een diensttijd van minder dan 5 jaar.
b. Onder diensttijd wordt in dit verband verstaan de tijd gedurende welke een toeslag werd toegekend
c.q. een functie is vervuld waarbij een vergoeding van structureel meerwerk werd toegekend.
Bijlage 3: Overgangsmaatregelen Bijlage 4: Pensioenregeling DNB |
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
c. Gedurende en na afloop van de onder 5 sub a genoemde zeven jaar zal de terugval in inkomen ingevolge deze regeling per jaar niet groter zijn dan 20% van de laatstgenoten toeslag BO en/ of van de laatste vergoeding voor structureel meerwerk.
d. In afwijking van het onder 5 sub b gestelde zal bij een diensttijd van minder dan 5 jaar de aNouw het volgende verloop hebben:
ANouw toeslag gedurende 4 achtereen- Diensttijd volgende perioden (in maanden) | |||||
80% | G0% | 40% | 20% | ||
Vanaf ½ jaar – tot ¾ jaar | 1 | 1 | 1 | 1 | |
Vanaf ¾ jaar – tot 1 jaar | 2 | 2 | 2 | 2 | |
Vanaf 1 jaar – tot 2 jaar | 3 | 3 | 3 | 3 | |
Vanaf 2 jaar – tot 3 jaar | 4 | 4 | 4 | 4 | |
Vanaf 3 jaar – tot 4 jaar | 5 | 5 | 5 | 5 | |
Vanaf 4 jaar – tot 5 jaar | G | G | G | G |
4. De in punt 3 bedoelde toeslag is mede basis voor de berekening van de vakantietoeslag en de dertiende
maand en maakt deel uit van de pensioengrondslag, indien en voor zover bij de beëindiging van het dienstverband recht op deze toeslag bestaat.
5. De toekenning bedraagt:
a. Met inachtneming van het onder punt 3 bepaalde wordt, uitgaande van het bedrag van de laatst- genoten toeslag BO en/of de vergoeding voor
42 structureel meerwerk gedurende maximaal zeven jaar een nominale toeslag toegekend van:
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
1. Medezeggenschap
De Ondernemingsraad (OR) is een zelfstandig orgaan van de werkgever, dat in het overleg met de werkgever alle werknemers vertegenwoordigt. De werkgever acht het goed functioneren van de OR zowel voor
de werkgever als voor de werknemers van belang. Daarom vindt zij het wenselijk dat de leden van de OR hun vertegenwoordigende functie naar behoren en op onafhankelijke wijze kunnen vervullen. In dat verband wordt OR-werk gezien als werk met eigen verantwoordelijkheid, dat gelijkwaardig is aan ander werk binnen de werkgever.
De werkgever onderkent dat kennis en ervaring opgedaan tijdens het OR-lidmaatschap van positieve invloed kunnen zijn op de verdere ontwikkeling van de loopbaan.
De positie van de OR-leden, met name in relatie tot de door hen te vervullen functie op de afdeling en het
tijdsbeslag van OR-werk, staat nader omschreven in de ‘Positieregeling OR-leden’.
43
2. Sociaal plan bij reorganisatie
1. Informatie
Voorgenomen besluiten van de werkgever tot belangrijke reorganisaties kunnen aanzienlijke gevolgen voor de werkgelegenheid met zich meebrengen. In dat geval zal de werkgever de werknemersorganisaties gelijktijdig met en op overeenkomstige wijze als de
OR informeren over de beweegredenen voor het besluit en de te verwachten sociale gevolgen voor de werknemers.
2. Geheimhouding
Door de werkgever, dan wel door een der werknemersorganisaties ter beschikking gestelde gegevens, zullen – indien de inbrenger in redelijkheid daar om verzoekt – onder geheimhouding worden behandeld. Publicatie naar buiten van deze gegevens kan op enig moment slechts met instemming van de betrokken partijen geschieden.
3. Sociaal Plan
Het totaal van maatregelen gericht op het in sociaal opzicht in goede banen leiden van de reorganisatie, waaronder de voorzieningen gericht op het (zoveel mogelijk) opvangen van de gevolgen van de binnen een bepaalde periode vallende voorgenomen besluiten als bedoeld onder 1 is vastgelegd in het Sociaal Plan van
de werkgever. Voor doelstellingen, werkingssfeer en werkingsduur wordt verwezen naar het Sociaal Plan.
4. Verantwoording
De werkgever zal er naar streven elk jaar verslag uit te brengen omtrent het gevoerde sociaal beleid. Aan de hand van dit verslag zal het gevoerde sociaal beleid jaarlijks onderwerp van bespreking zijn met de OR. De werknemersorganisaties, partij bij de cao, zullen eveneens dit verslag ontvangen.
5. Thuiswerken
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage 3: Overgangsmaatregelen
1. Jaarlijkse eenmalige uitkering voor werknemers in actieve dienst bij de Nederlandsche Bank op
31 december 2002
De premiespaarregeling is met ingang van 1 januari 2003 komen te vervallen. Aan werknemers die op
31 december 2002 in dienst waren van DNB (dus niet bij de PVK) wordt jaarlijks in december een (bruto) budget ter beschikking gesteld van EUR 500,-, zolang zij in actieve dienst van DNB zijn. Uit dit budget worden tevens de werkgeverslasten betaald. Het restant ad. EUR 472,- is een bruto uitkering die niet pensionabel is. Alleen werknemers die het gehele jaar voorafgaande aan het moment van uitkering in actieve dienst zijn geweest, ontvangen deze uitkering.
2. Compensatie prepensioen
Als gevolg van invoering van wetgeving die de verdere opbouw van pre-pensioen verbood is een reperatiemaatregel overeengekomen. De aanvullende
reparatie voor medewerkers geboren op of na 1 januari 1950 bestaat uit:
▪ Voor Pensioenregeling 2005 (overgangsregeling oud-PVK-medewerkers): een bijdrage in de levensloop van 2,8% per jaar.
▪ Voor Pensioenregeling 2003 (overgangsregeling medewerkers die vóór 1 januari 2003 in dienst waren van DNB):
44
a. continuering van de opbouw van het ouderdoms- pensioen voor de duur van 1½ jaar (medewerkers geboren in de jaren ’50, ’51, ’52, ’53 en ’54) of 2½ jaar (medewerkers geboren vanaf 1 januari 1955)
tijdens een periode van uitkering uit hoofde van de levensloop:
b. - direct voorafgaand aan het pensioen; of
- direct voorafgaand aan het vakantieverlof·
c. een bijdrage in de levensloop voor medewerkers jonger dan 45 jaar per 1-1-200G van 0% per jaar, maar op het moment dat zij 45 worden wordt de bijdrage 10%; een bijdrage voor de groep
45 jaar en ouder per 1-1-200G van 10% per jaar.
De bijdrage stopt op de datum van het bereiken van de oorspronkelijke datum dat het prepensioen of pensioen zou zijn ingegaan.
Er is een vangnet gecreëerd om die gevallen waarin medewerkers er in hun pensioenaanspraken op
G5-jarige leeftijd er meer dan 5% op achteruit zouden gaan op te vangen.
3. Pensioenpremie
Voor medewerkers die reeds in dienst zijn op
31 december 2014 geldt er een overgangsregeling. Voor deze medewerkers blijft de werknemersbijdrage als percentage in de periode 2015-2019 gelijk aan die van 2014 (5% van de pensioengrondslag). Vanaf 2020 gaat de werknemerspremie in 10 jaar in 10 gelijke stappen omhoog naar 7,5G%. De werkgever heeft de
ambitie om op termijn de werknemersbijdrage te laten groeien naar een verhouding 70% werkgeversbijdrage en 30% werknemersbijdrage.
4. Vakantieduur
De werknemer, die op 31 december 2004 in dienst is en voor wie een werktijdregeling geldt gebaseerd op een arbeidsduur van gemiddeld 3G uur per week heeft in het kalenderjaar recht op vakantie met behoud van salaris, die als volgt van de leeftijd en salarisschaal of functie afhankelijk is:
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Voor de bepaling van de leeftijd geldt de leeftijd die in de loop van het kalenderjaar wordt bereikt.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Op het moment van herindeling in een hogere/ lagere salarisschaal, waarbij een grotere/kleinere vakantieaanspraak ontstaat, wordt de vakantie- aanspraak opnieuw naar evenredigheid vastgesteld.
Voor werknemers met wie een arbeidsduur van minder of meer dan gemiddeld 3G uur per week is overeengekomen, zal de aanspraak naar evenredigheid
worden aangepast, waarbij naar boven wordt afgerond op een geheel aantal uren.
Groepsindeling
Groep I: werknemers ingedeeld in de salarisschalen 1 tot en met 7.
Groep II: werknemers ingedeeld in de salarisschalen 8 tot en met 11 en managers in salarisschalen 10 en 11.
Leeftijd (jaar) | 1G-24 | 25-30 | 31-40 | 41-44 | 45-49 | 50-54 | 55-59 | G0-Pensioenrichtleeftijd | ||||||||
Groep I | 195 | 202 | 202 | 209 | 224 | 231 | 245 | 245 | ||||||||
Groep II | 21G | 21G | 231 | 238 | 238 | 245 | 252 | 252 | ||||||||
Groep III | 245 | 245 | 245 | 245 | 245 | 252 | 252 | 2G0 |
Groep III: werknemers ingedeeld in de salarisschalen 12 tot en met 13a, managers in de salarisschalen 12 tot en met 13b en de secretaris van de vennootschap.
45
5. Uitkeringen bij arbeidsongeschiktheid voor medewerkers die vóór 1 januari 2004 arbeidsongeschikt zijn geworden
1. Werkingssfeer
a. De bepalingen van deze regeling gelden voor:
▪ volledig arbeidsongeschikte werknemers;
▪ werknemers die vóór 1 april 1993 gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren, maar na die datum volledig arbeidsongeschikt worden verklaard;
▪ werknemers die na 1 april 1993 gedeeltelijk arbeidsongeschikt zijn geworden.
b. Uitsluitend de in deze regeling opgenomen uitzonderingsbepalingen gelden voor werknemers die vóór 1 april 1993 gedeeltelijk arbeidsongeschikt waren en ook na deze datum gedeeltelijk arbeidsongeschikt blijven;
2. Uitkering gedurende het eerste jaar arbeidsongeschiktheid
a. Werknemers die geheel of gedeeltelijk arbeids- ongeschikt zijn, hebben aanspraak op een uitkering ter grootte van het netto inkomen, waaronder
wordt verstaan het inkomen dat de werknemer uit hoofde van de arbeidsovereenkomst met de werkgever gewoonlijk netto toekomt.
b. Oud-werknemers die arbeidsongeschikt zijn geworden voor beëindiging van het dienstverband, hebben aanspraak op een uitkering ter grootte van het netto inkomen, indien zij uit hoofde van hun dienstverband met de werkgever in aanmerking komen voor ziekengeld op grond van de Wet uitbreiding loondoorbetaling bij ziekte.
Bijlage 5: Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Bijlage 8: Uitwerking 00-00-000 regeling |
c. Deze uitkering heeft plaats zolang de arbeids- ongeschiktheid voortduurt, echter ten hoogste gedurende 52 weken.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
3. Uitkering gedurende het tweede en derde jaar arbeidsongeschiktheid
a. Werknemers van wie de arbeidsongeschiktheid geheel of gedeeltelijk voortduurt nadat 52 weken zijn verstreken, hebben aanspraak op een arbeids- ongeschiktheidsuitkering (arbo-uitkering) ter grootte van het netto-inkomen onder aftrek
van de uitkeringen ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) en de verplichte collectieve WAO-hiaatverzekering.
b. Deze uitkering heeft plaats tot de datum waarop na drie jaar arbeidsongeschiktheid een volledig of gedeeltelijk arbeidsongeschiktheidspensioen wordt toegekend.
4. Uitkering na drie jaar arbeidsongeschiktheid
a. Aan volledig arbeidsongeschikte werknemers wordt na drie aaneengesloten ziektejaren op basis van de Pensioenregeling een arbeidsongeschikt- heidspensioen toegekend. Voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers wordt na drie aaneengesloten ziektejaren, naast een gedeeltelijk arbeidsongeschiktheidspensioen op basis van de
Pensioenregeling, tevens een salaris vastgesteld voor dat deel dat de werknemer arbeid verricht bij de werkgever.
b. Werknemers aan wie een arbeidsongeschikt- heidspensioen is toegekend, hebben gedurende het vierde en vijfde jaar van arbeidsongeschiktheid
4G
aanspraak op een arbo-uitkering ter grootte van het verschil tussen het inkomen enerzijds en de som van het eventueel resterende inkomen uit arbeid, het arbeidsongeschiktheidspensioen en de bijbehorende toeslag, de wettelijke
arbeidsongeschiktheidsuitkeringen plus de uitkering op basis van de WAO-hiaatverzekering anderzijds.
c. Werknemers aan wie een arbeidsongeschiktheids- pensioen is toegekend, hebben gedurende het zesde en zevende jaar van arbeidsongeschiktheid aanspraak op een arbo-uitkering ter grootte van het verschil tussen 90% van het inkomen enerzijds en de som van het eventueel resterende inkomen uit arbeid, het arbeidsongeschiktheidspensioen
en de bijbehorende toeslag, de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen plus de uitkering op basis van de hiaatverzekering anderzijds. Deze verlaging van de arbo-uitkering in het zesde en zevende jaar van arbeidsongeschiktheid geldt
niet voor werknemers die vóór 2G januari 1993 arbeidsongeschikt zijn geworden.
d. Voor de berekening van de hoogte van de arbo- uitkering wordt uitgegaan van de betreffende bedragen die gelden op de datum waarop het arbeidsongeschiktheidspensioen is toegekend.
De arbo-uitkering wordt derhalve niet geïndexeerd.
x. Xx xxxx-uitkering heeft na toekenning van een arbeidsongeschiktheidspensioen plaats gedurende een periode van maximaal vier jaar voor zover de arbeidsongeschiktheid in die periode voortduurt,
maar uiterlijk tot de reglementaire ingangsdatum van het prepensioen.
x. Xx xxxx-uitkering wordt gelijktijdig met het arbeidsongeschiktheidspensioen in driemaandelijkse termijnen bij vooruitbetaling ter beschikking gesteld.
5. Beëindiging dienstverband
Na ten minste drie jaar volledige arbeidsongeschiktheid wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd met
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
ingang van de reglementaire ingangsdatum van het prepensioen.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
G. Arbeidsgeschiktverklaring
a. Indien de werknemer (gedeeltelijk) arbeidsgeschikt wordt verklaard, is de werkgever verplicht een passende functie voor hem te zoeken.
b. Bij wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de WAO geldt het volgende uitgangspunt. Het inkomen plus het eventueel resterende arbeidsongeschiktheidsinkomen5 moet ten
minste gelijk zijn aan de som van het inkomen, de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, het arbeidsongeschiktheidspensioen en de
bijbehorende toeslag, de uitkering op basis van de hiaatverzekering plus de eventueel nog resterende arbo-uitkering, welke zouden zijn ontvangen bij een ongewijzigde mate van arbeidsongeschiktheid.
c. Indien dit niet het geval is wordt op het moment van wijziging van de mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de WAO, door de werkgever (opnieuw) een aanvulling vastgesteld, de zogenaamde
garantie-uitkering. Deze inkomensgarantie geldt ook voor de periode dat na arbeidsgeschiktverklaring nog geen passende functie beschikbaar is. De garantie-uitkering wordt niet geïndexeerd.
d. De garantie-uitkering wordt beëindigd op het moment dat het inkomen plus het eventueel resterende arbeidsongeschiktheidsinkomen exclusief de relevante garantie-uitkering gelijk of hoger is dan het totaal van het inkomen uit arbeid, de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen,
het arbeidsongeschiktheidspensioen en de bijbehorende toeslag, de uitkering op basis van de hiaatverzekering en de eventueel nog resterende arbo-uitkering, dat zou zijn ontvangen bij voortdurende arbeidsongeschiktheid.
e. De garantie-uitkering wordt beëindigd op het moment dat de arbeidsovereenkomst wordt verbroken.
f. De garantie-uitkering wordt gelijktijdig met het arbeidsongeschiktheidspensioen in driemaandelijkse termijnen bij vooruitbetaling ter beschikking gesteld.
7. Vergoeding van reiskosten
In de Personeelsgids is een regeling Dienstreizen opgenomen.
8. Uitzonderingsbepalingen
Werknemers die vóór 1 april 1993 gedeeltelijk arbeids- ongeschikt waren en ook na deze datum gedeeltelijk arbeidsongeschikt blijven, hebben aanspraak op een uitkering ter grootte van het netto–inkomen, onder aftrek van de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en de uitkering op basis van de hiaatverzekering.
9. Slotbepalingen
a. Onverminderd het in deze regeling bepaalde inzake de WAO-uitkering, kunnen uitkeringen van overheidswege van gelijke strekking in mindering worden gebracht op een uitkering op basis van deze regeling.
b. Indien het arbeidsongeschiktheidsinkomen lager is dan het wettelijke minimumloon, verhoogd met de vakantietoeslag, zal de arbo-uitkering hieraan worden aangepast.
7. Structurele loonontwikkeling voor medewerkers in lagere functie op grond van het sociaal plan (vóór 1 januari 2017)
Voor medewerkers die vóór 1 januari 2017 – op grond van het sociaal plan – een functie één niveau lager hebben geaccepteerd, wordt in het kader van de structurele loonontwikkeling bij de bepaling van de relatieve salarispositie, de salarisschaal gehanteerd van vóór de acceptatie van de lagere functie (dus
de voormalige hogere schaal, mits op grond van het sociaal plan).
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Bijlage 9: Regeling Bedrijfs-aow |
47 5 Het arbeidsongeschiktheidsinkomen is het totaal van het arbeidsongeschiktheidspensioen en eventuele toeslagen daarop, de wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, de uitkering op basis van de hiaatverzekering, plus eventuele arbo- en/of garantie-uitkeringen.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage 4: Pensioenregeling DNB
§1 Begripsbepaling
Definities
1.1 Deelnemer
Deelnemer aan deze pensioenregeling die gebaseerd is op een uitkeringsovereenkomst, is de werknemer die
a. op 1 januari 2021 in dienst is van de werkgever of na 1 januari 2021 in dienst treedt; en
b. niet valt onder de definitie van deelnemer zoals omschreven in de standaard pensioenovereenkomst directieleden DNB.
1.2 Gewezen deelnemer
De persoon met aanspraak op pensioen wiens deelnemerschap is beëindigd anders dan door het ingaan van ouderdomspensioen of door overlijden en die op basis van deze pensioenregeling jegens het fonds aanspraak op pensioen heeft behouden.
1.3 Gepensioneerde
De persoon die deelnemer is geweest in een pensioen- regeling van het fonds en van wie het pensioen is ingegaan.
1.4 Het fonds
Stichting Pensioenfonds van De Nederlandsche Bank NV.
48
1.5 Het bestuur
Het bestuur van het fonds. Deelneming
1.G Aanvang deelneming
De deelneming vangt aan op 1 januari 2021 of de latere datum van indiensttreding.
1.7 Einde deelneming
1. De deelneming eindigt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 1.17:
a. op de overlijdensdatum indien het dienstverband eindigt door overlijden;
b. op de dag waarop het dienstverband eindigt ten gevolge van pensionering;
c. op de dag waarop het dienstverband anders dan ten gevolge van overlijden of pensionering eindigt;
d. op de dag waarop de definitie van deelnemer zoals omschreven in de standaard
pensioenovereenkomst directieleden DNB van toepassing is.
2. In afwijking van het gesteld in lid 1 onder c eindigt de deelneming niet
a. indien de deelnemer tijdens de deelneming arbeidsongeschikt wordt, voor zolang de pensioenopbouw op grond van het bepaalde in
§4 wordt voortgezet;
b. indien en voor zolang de deelnemer na beëindiging van het dienstverband een uitkering geniet op grond van een sociaal plan.
1.8 Pensioendatum
De eerste van de maand volgend op de maand waarin de (gewezen) deelnemer G8 jaar wordt.
1.9 Pensioenrichtleeftijd
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
G8 jaar.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Pensioen bepalende salaris en diensttijd gegevens
1.10 Algemene salarisverhoging over enig kalenderjaar
De algemene salarisverhoging over enig kalenderjaar is het percentage waarmee de salarisschalen volgens
de cao bij de werkgever, die gelden op 31 december van het betreffende kalenderjaar, zijn gestegen ten opzichte van de salarisschalen geldend op 1 januari van het betreffende kalenderjaar. Indien in enig kalenderjaar een salarisverhoging wordt toegekend met terug- werkende kracht tot in het vorige kalenderjaar, wordt deze verhoging niet geacht begrepen te zijn in de op 1 januari van het kalenderjaar, waarin de salarisverhoging is bekend gemaakt, geldende salarisschalen.
1.11 Vast pensioengevend inkomen
1. Het vast pensioengevend inkomen in enig kalender- jaar is gelijk aan het op basis van voltijd vastgestelde jaarsalaris (zie hoofdstuk 8 Begripsomschrijvingen) op 1 januari van dat kalenderjaar, vermeerderd met de dertiende maand en de vakantietoeslag over
dat salaris. Indien het in de vorige volzin bedoelde jaarsalaris gedurende het kalenderjaar wordt verlaagd, en deze verlaging is niet het gevolg van arbeidsongeschiktheid, wordt het pensioengevend inkomen aangepast vanaf het moment dat de verlaging zich voordoet voor de resterende maanden van het kalenderjaar. Een gedurende het kalenderjaar doorgevoerde verhoging van het
jaarsalaris leidt niet tot tussentijdse aanpassing van
49 het pensioengevend inkomen.
2. Als de deelneming in de loop van een kalenderjaar aanvangt, wordt het jaarsalaris zoals bedoeld in het vorige lid bepaald aan de hand van de salarisschalen zoals die op 1 januari van het betreffende jaar golden en de RSP bij indiensttreding.
3. Voor deelnemers waarvan de deelneming op grond van artikel 1.7 lid 2 sub a of b wordt voortgezet, wordt het vast pensioengevend inkomen, zoals
dat geldt op de 1e januari gelegen in het eerste ziektejaar dan wel zoals dat laatstelijk tijdens het dienstverband is vastgesteld, nadien elk jaar op 1 januari verhoogd met de algemene
salarisverhoging over het voorafgaande kalender- jaar. Uitzondering geldt evenwel voor deelnemers waarvan de deelneming op grond van artikel 1.7 lid 2 sub a wordt voortgezet en die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WIA.
Voor hen, is het vast pensioengevend inkomen gelijk aan het jaarsalaris zoals dat is vastgesteld op basis van lid 1 van dit artikel, rekening houdend
met de salarisaanvulling als bedoeld in artikel 2 van hoofdstuk IV van de cao.
4. Voor deelnemers waarvan de deelneming op grond van artikel 1.7 lid 2 sub c wordt voortgezet, is het vast pensioengevend inkomen ten hoogste gelijk aan het laatstelijk tijdens het dienstverband of voorafgaand aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid vastgestelde pensioengevend inkomen. Daarbij worden de eisen zoals opgenomen in artikel 10a lid 1 sub c van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 19G5 in acht genomen.
1.12 Variabel pensioengevend inkomen
1. Het variabel pensioengevend inkomen in enig kalenderjaar is gelijk aan het totaal van de in dat kalenderjaar feitelijk ontvangen (aNouw) toeslagen wegens het verrichten van werkzaamheden onder bijzondere omstandigheden (BO-toeslag) met inbegrip van de in dat kalender jaar ontvangen dertiende maand en vakantietoeslag die betrekking hebben op de BO-toeslag en andere toeslagen en toelagen indien schriftelijk tussen de werkgever
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
en werknemer is overeengekomen dat deze pensioengevend zijn.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
2. Voor deelnemers waarvan de deelneming op grond van artikel 1.7 lid 2 sub a of b wordt voortgezet en die in aanmerking kwamen voor een (aNouw) BO- toeslag, wordt als variabel pensioengevend inkomen in aanmerking genomen 12 maal de (aNouw)
BO-toeslag zoals die laatstelijk op 1 januari tijdens het dienstverband of voorafgaand aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid was vastgesteld, verhoogd met de dertiende maand uitkering en vakantietoeslag over die BO-toeslag.
De toeslag wordt afgebouwd overeenkomstig de regeling aNouw BO-toeslag. Voor zover al sprake was van aNouw wordt deze volgens het
aNouwschema gecontinueerd. Het aldus bepaalde bedrag wordt elk jaar op 1 januari verhoogd met de algemene salarisverhoging over het voorafgaande kalenderjaar.
3. Voor deelnemers waarvan de deelneming op grond van artikel 1.7 lid 2 sub c wordt voortgezet en die
in aanmerking kwamen voor een (aNouw) BO- toeslag, is het variabel pensioengevend inkomen ten hoogste gelijk aan 12 maal de (aNouw) BO-toeslag zoals die laatstelijk voorafgaand aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid was vastgesteld, verhoogd met de dertiende maand uitkering en vakantietoeslag over die BO-toeslag.
1.13 Franchise
1. De franchise in enig kalenderjaar is het deel van de som van het vast pensioengevend inkomen en het
50
variabel pensioengevend inkomen waarover geen aanspraak op pensioen wordt toegekend.
2. De franchise bedraagt per 1 januari 2021 EUR 14.544,-. De franchise wordt elk jaar op 1 januari aangepast conform artikel 18a lid 7 Wet op de loonbelasting 19G4.
1.14 Pensioengrondslag
Het totale pensioengevend inkomen in enig kalenderjaar is de som van het vast pensioengevend inkomen vermenigvuldigd met de deeltijdfactor en het variabel pensioengevend inkomen en bedraagt maximaal het bedrag dat is bedoeld in artikel 18ga van de Wet op de loonbelasting 19G4 (2021: EUR 112.189). Dit maximum wordt jaarlijks op 1 januari aangepast conform artikel 18ga Wet op de loonbelasting 19G4.
Bij dienstbetrekkingen in deeltijd wordt dit maximale bedrag vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.
Indien sprake is van een deeltijdfactor groter dan 1 en daardoor de som van het vaste pensioengevend inkomen vermenigvuldigd met deze deeltijdfactor en
het variabel pensioengevend inkomen meer bedraagt dan het hiervoor bedoelde maximum bedrag, wordt het resultaat van de genoemde vermenigvuldiging tot dit maximum bedrag beperkt.
Voor de vaststelling van de pensioengrondslag wordt, rekening houdend met de hiervoor vermelde fiscale maximering van het pensioengevend inkomen, vervol- gens het totaal pensioengevend inkomen verminderd met de franchise zoals die geldt in het betreffende
kalenderjaar. Bij dienstbetrekkingen in deeltijd wordt de franchise vermenigvuldigd met de deeltijdfactor.
1.15 Deeltijdpercentage
1. Een op enig tijdstip geldend deeltijdpercentage is de individueel overeengekomen arbeidsduur per week op dat tijdstip, gedeeld door de basisarbeidsduur per week van 3G uur.
2. Indien op enig tijdstip de som van het vaste pensioen- gevend inkomen en het variabel pensioengevend inkomen meer bedraagt dan het maximum pensioengevend inkomen dat op grond van artikel
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
1.14 voor de pensioengrondslag in aanmerking wordt genomen, wordt het deeltijdpercentage gemaximeerd op 1.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
3. Het deeltijdpercentage gedurende periodes van het dienstverband waarin geen arbeid wordt verricht en geen inkomen wordt genoten is 0.
4. In afwijking van het bepaalde in lid 3 zal een periode van het dienstverband waarin geen arbeid wordt verricht:
a. ten gevolge van calamiteiten- en kort verzuim- verlof, zwangerschaps- en bevallingsverlof, adoptie- en pleegzorgverlof, ouderschapsverlof,
partnerverlof, kortdurend of langdurend zorgverlof, mantelzorg, persoonlijk ontwikkelverlof, de
80-90-100-regeling, prepensioneringsverlof of vakbondsverlof in de zin van de cao wel in
aanmerking worden genomen op basis van het deeltijdpercentage dat gold direct voorafgaand aan bedoeld verlof of regeling;
b. ten gevolge van onbetaald verlof of levensloop- verlof (tot 01-01-2022) voor zover dat niet direct voorafgaat aan pensionering, gedurende maximaal 13 weken wel in aanmerking worden genomen op basis van het deeltijdpercentage dat gold direct voorafgaand aan bedoeld verlof. De in de vorige volzin genoemde periode kan langer zijn indien de overgangsregeling zoals bedoeld in onderdeel 3 van bijlage 9.3 van de cao van toepassing is.
5. Het opnemen van onbetaald verlof is tot een periode van maximaal 18 maanden niet van invloed op het partnerpensioen, waardoor gedurende deze periode een partnerpensioen verzekerd is op basis van het deeltijdpercentage dat gold direct voorafgaand aan
51 bedoeld verlof.
1.1G Deeltijdfactor
1. De deeltijdfactor in enig kalenderjaar is gelijk aan het naar tijdsduur gewogen gemiddelde van de gedurende dat kalenderjaar voor de deelnemer gegolden hebbende deeltijdpercentages. Indien het dienstverband slecht een gedeelte van het kalenderjaar heeft bestaan wordt de gemiddelde deeltijdfactor bepaald over die kortere periode.
2. Indien de werknemer extra uren gewerkt heeft boven de overeen gekomen arbeidsduur per week en daarover geen meeruren toeslag heeft ontvangen, wordt de in lid 1 bedoelde factor verhoogd met een breuk waarvan:
a. de teller gevormd wordt door het aantal extra gewerkte uren dat uitbetaald is in het
kalenderjaar, voor zover de werkweek daarbij een gemiddelde van 3G uur niet overschrijdt, en
b. de noemer gevormd wordt door het totaal aantal uren in het kalenderjaar bij een basis arbeidsduur van 3G uur per week.
1.17 Opgebouwde en bereikbare deelnemingstijd
1. De opgebouwde deelnemingstijd op enig tijdstip is het aantal jaren dat de deelneming op dat tijdstip heeft bestaan, waarbij elk kalenderjaar, of elk deel van een kalenderjaar als de deelneming in een kalenderjaar maar een deel heeft bestaan, meetelt. In geval van voortgezette pensioenopbouw wordt de opgebouwde deelnemingstijd meegeteld naar de mate waarin de deelneming dat (deel van het) kalenderjaar is voortgezet.
2. De deelnemingstijd wordt in jaren en maanden berekend met afronding in hele maanden waarbij tot en met de 15e van de maand naar de eerste van deze maand wordt afgerond en vanaf de 1Ge van de maand naar de eerste van de volgende maand wordt afgerond.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
3. Als bij de berekening van een pensioen toekomstige pensioenjaren in aanmerking worden genomen, dan wel in geval van voortzetting van de deelneming op grond van artikel 1.7 lid 2, dan geldt bij het bepalen van de pensioengrondslag voor die periode het laatste van toepassing zijnde deeltijdpercentage.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Aanspraken
1.18 Aanspraken
Het deelnemerschap geeft aanspraak op:
a. Ouderdomspensioen voor de (gewezen) deelnemer.
b. Partnerpensioen ten behoeve van de partners van de deelnemer.
c. Tijdelijk partnerpensioen ten behoeve van de partner van de deelnemer en de gepensioneerde.
d. Wezenpensioen ten behoeve van de wezen van de deelnemer.
e. Premie vrije voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid voor de deelnemer.
1.19 Keuzerechten
Het is mogelijk met inachtneming van de wettelijke bepalingen ter zake (een deel van) het
ouderdomspensioen om te zetten in partnerpensioen, (een deel van) het partnerpensioen om te zetten
in ouderdomspensioen, de pensioentermijnen in hoogte te laten variëren, en de ingang van het ouderdomspensioen te vervroegen of uit te stellen, in welk geval de betreffende pensioenen op actuariële grondslagen herrekend worden.
§2 Ouderdomspensioen
2.1 Opbouw van aanspraken
1. Voor elk kalenderjaar van de deelneming verwerft de deelnemer een aanspraak op een jaarlijks
52 ouderdomspensioen. Het opbouwpercentage wordt
jaarlijks door het bestuur vastgesteld, op basis van de in § 7 beschreven financiering in dat betreffende jaar, waarbij het opbouwpercentage nooit hoger kan zijn dan het in het betreffende jaar geldende fiscaal maximale opbouwpercentage. Voor het jaar 2021 geldt een opbouwpercentage van 1,875%. Voor de jaren erna kan dit lager uitvallen.
Het jaarlijks ouderdomspensioen is gelijk aan het vastgestelde opbouwpercentage, vermenigvuldigd met de pensioengrondslag in het betreffende kalenderjaar. Het ouderdomspensioen bedraagt de som van de over elk kalenderjaar vastgestelde jaarlijkse ouderdomspensioenen, verhoogd met de
jaarlijkse voorwaardelijke toeslagen zoals vermeld in artikel G.1.
2. Indien de deelneming slechts een gedeelte van een kalenderjaar bestaat, wordt het in lid 1 bedoelde ouderdomspensioen vastgesteld naar rato van de deelnemingstijd in dat jaar, rekening houdend met het bepaalde in artikel 1.17 lid 2.
2.2 Aanspraken bij einde deelneming
De gewezen deelnemer behoudt aanspraak op het tot het einde van de deelneming, overeenkomstig het gestelde in artikel 2.1, opgebouwde ouderdoms- pensioen. Deze aanspraak is lager indien de gewezen deelnemer bij uitdiensttreding heeft gekozen voor
omzetting van een deel van het ouderdomspensioen in een aanspraak op partner- en wezenpensioen conform het bepaalde in artikel 3.3.
De aanspraak op ouderdomspensioen wordt aangepast overeenkomstig het gestelde in §G.
§3 Partner- en wezenpensioenen
3.1 Aanspraken deelnemer
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
1. Na overlijden van de deelnemer heeft de partner van de deelnemer recht op een jaarlijks partnerpensioen. Het partnerpensioen wordt met ingang van 2021, over elk kalenderjaar vanaf 1 januari 2020 of de latere datum van indiensttreding vastgesteld als 1,3125% vermenigvuldigd met de pensioengrondslag in het betreffende kalenderjaar, rekening houdend met het bepaalde in artikel 1.17. Het partnerpensioen bedraagt de som van de over elk kalenderjaar
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
vastgestelde jaarlijkse partnerpensioenen, en gaat in op de dag volgend op die waarop de deelnemer overlijdt.
Bij de berekening van het jaarlijkse partnerpensioen wordt rekening gehouden met de voor het jaarlijks partnerpensioen meetellende deelnemingstijd, zijnde enerzijds de doorgebrachte deelnemingstijd in een pensioenregeling van het fonds vanaf 1 januari 2020 of de latere datum van indiensttreding tot
de overlijdensdatum en anderzijds het jaarlijkse partnerpensioen dat, als de deelnemer niet zou zijn overleden, op basis van de nog te bereiken deelnemingstijd onder dit Pensioenreglement 2021 toegekend had kunnen worden vanaf de overlijdensdatum tot de pensioendatum.
Het berekende jaarlijkse partnerpensioen voor zover dat betrekking heeft op de op 1 juli van enig kalenderjaar opgebouwde deelnemingstijd wordt jaarlijks op 1 juli verhoogd met het percentage van de per 1 juli toegekende voorwaardelijke toeslag als bedoeld in artikel G.1.
2. De wezen jonger dan 21 jaar en studerende wezen jonger dan 27 jaar hebben na overlijden van de deelnemer recht op een jaarlijks wezenpensioen ter grootte van 0,2G25% vermenigvuldigd met de pensioengrondslag in het betreffende kalenderjaar, rekening houdend met het bepaalde in artikel 1.17.
Het wezenpensioen bedraagt de som van de over elk kalenderjaar vastgestelde jaarlijkse wezenpensioenen. Het wezenpensioen wordt
53 verdubbeld als beide ouders zijn overleden.
Bij de berekening van het jaarlijkse wezenpensioen wordt rekening gehouden met de voor het jaarlijks wezenpensioen meetellende deelnemingstijd, zijnde enerzijds de doorgebrachte deelnemingstijd in
een pensioenregeling van het fonds vanaf 1 januari 2020 of de latere datum van indiensttreding tot de overlijdensdatum en anderzijds het jaarlijkse wezenpensioen dat, als de deelnemer niet zou
zijn overleden, op basis van de nog te bereiken deelnemingstijd onder dit Pensioenreglement 2021 toegekend had kunnen worden vanaf de overlijdensdatum tot de pensioendatum.
Het berekende jaarlijkse wezenpensioen voor zover dat betrekking heeft op de op 1 juli van enig kalenderjaar opgebouwde deelnemingstijd wordt jaarlijks op 1 juli verhoogd met het percentage van de per 1 juli toegekende voorwaardelijke toeslag als bedoeld in artikel G.1.
3. Na overlijden van de deelnemer heeft de partner van de deelnemer die jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd voorts recht op een tijdelijk partnerpensioen, dat in gaat op de dag volgend op die waarop de deelnemer overlijdt.
Het tijdelijke partnerpensioen is gelijk aan het product van:
a. 1,875% van de franchise in het overlijdensjaar, en
b. de som van de bij overlijden opgebouwde deel- nemingstijd tot de overlijdensdatum en de deelnemingstijd die vanaf de overlijdensdatum tot de pensioenrichtleeftijd nog opgebouwd had
kunnen worden, ware de deelnemer niet overleden.
3.2 Aanspraken gepensioneerde
1. Na overlijden van de gepensioneerde heeft de partner van de gepensioneerde geen recht op een jaarlijks partnerpensioen, tenzij:
a. de gepensioneerde op grond van het bepaalde in artikel 3.3 sub 3 bij het einde van de deelneming heeft gekozen voor omzetting van een deel
van de aanspraak op ouderdomspensioen in een aanspraak op partner- en wezenpensioen, waarbij in geval van overlijden op of na 1 januari 2022 het partnerpensioen ingaat op de dag volgend op die waarop de gepensioneerde overlijdt. In geval van overlijden vóór 1 januari 2022 gaat het partnerpensioen in op de eerste
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
dag van de maand volgend op het overlijden van
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
de gepensioneerde. In beide gevallen zullen de pensioenen actuarieel herrekend worden; of
b. de gepensioneerde op de daadwerkelijke ingangsdatum van het ouderdomspensioen heeft gekozen voor omzetting van een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen in een aanspraak op partner- en wezenpensioen,
waarbij in geval van overlijden op of na 1 januari 2022 het partnerpensioen ingaat op de dag volgend op die waarop de gepensioneerde overlijdt. In geval van overlijden vóór 1 januari 2022 gaat het partnerpensioen in op de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de gepensioneerde. In beide gevallen zullen de pensioenen actuarieel herrekend worden.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
2. De wezen jonger dan 21 jaar en studerende wezen jonger dan 27 jaar hebben na overlijden van de gepensioneerde geen recht op een wezenpensioen, tenzij:
a. de gepensioneerde op grond van het bepaalde in artikel 3.3 sub 3 bij het einde van de deelneming heeft gekozen voor omzetting van een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen in een aanspraak op partner- en wezenpensioen. In dat geval zullen de pensioenen actuarieel herrekend worden; of
b. de gepensioneerde op de daadwerkelijke ingangsdatum van het ouderdomspensioen heeft gekozen voor omzetting van een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen in
54 een aanspraak op partner- en wezenpensioen.
In dat geval zullen de pensioenen actuarieel herrekend worden.
Het wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders zijn overleden.
3. Na overlijden van de gepensioneerde die vanuit een actief dienstverband met pensioen is gegaan, heeft de partner van die gepensioneerde deelnemer die jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd voorts recht op een tijdelijk partnerpensioen, dat in geval van overlijden op of na 1 januari 2022 in gaat op
de dag volgend op die waarop de gepensioneerde deelnemer overlijdt. In geval van overlijden vóór
1 januari 2022 gaat het tijdelijk partnerpensioen in op de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de gepensioneerde deelnemer.
Het tijdelijk partnerpensioen is gelijk aan het product van:
a. 1,875% van de franchise in het overlijdensjaar en
b. de op de pensioendatum opgebouwde deelnemingstijd.
3.3 Aanspraken gewezen deelnemer
1. Na overlijden van de gewezen deelnemer hebben de partner respectievelijk de wezen van de gewezen deelnemer, behoudens het bepaalde in lid 2 en behoudens bij gebruikmaking van het recht op omzetting als bedoeld in lid 3 van dit artikel, geen recht op partnerpensioen respectievelijk wezenpensioen.
2. Na overlijden van de gewezen deelnemer die na beëindiging van de deelneming recht heeft gekregen op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en die op het moment van overlijden nog uitkeringen ontving op grond van dat recht, heeft de partner recht op een partnerpensioen, dat in geval van overlijden op of na 1 januari 2022 in gaat op de dag volgend op die waarop de gewezen deelnemer overlijdt. In geval van overlijden vóór 1 januari 2022 gaat het partnerpensioen in op de eerste dag van de maand volgend op het overlijden van de gewezen deelnemer. De hoogte van dit partnerpensioen wordt vastgesteld alsof het partnerpensioen op opbouwbasis zou zijn overeengekomen.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
3. De gewezen deelnemer heeft het recht om bij het einde van de deelneming een deel van de aanspraak op ouderdomspensioen om te zetten in een aanspraak op partner- en wezenpensioen, waarbij het partner- en wezenpensioen in geval
van overlijden op of na 1 januari 2022 ingaan op de dag volgend op die waarop de gewezen deelnemer overlijdt. In geval van overlijden vóór 1 januari 2022 gaan het partner- en wezenpensioen in op de eerste dag van de maand volgend op de dag van overlijden. In beide gevallen zullen de pensioenen actuarieel herrekend worden.
3.4 Aanpassing ingegane partner- en wezen- pensioenen
Een ingegaan partner- of wezenpensioen wordt aangepast overeenkomstig het gestelde in §G.
§4 Pensioenopbouw bij arbeids- ongeschiktheid
4.1 (Gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers waarvoor de WIA van toepassing is en die 35% of meer arbeidsongeschikt zijn.
1. Voor de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemer die ten minste 35% arbeidsongeschikt is in de zin van de WIA wordt de deelneming voortgezet op grond van artikel 1.7 lid 2, zolang de deelnemer aanspraak houdt op een WGA of IVA-uitkering doch uiterlijk tot de pensioendatum, naar de mate als bedoeld in lid 3
55 van dit artikel.
2. De opbouw van de pensioenen wordt gedurende deze periode van voortzetting bepaald op basis van de pensioengrondslag die is vastgesteld met inachtneming van het gestelde in artikel 1.11 lid 3 en 1.12 lid 2.
3. De in lid 1 bedoelde deelneming wordt:
a. voor arbeidsongeschikte deelnemer met een WGA-uitkering voortgezet naar de mate van arbeidsongeschiktheid;
b. voor arbeidsongeschikte deelnemer met een IVA-uitkering volledig voortgezet.
4. De gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemer in de zin van de WIA die voor (een gedeelte van) zijn resterende verdiencapaciteit in dienst is gebleven van de werkgever wordt voor het gedeelte dat hij in dienst is gebleven aangemerkt als deelnemer.
De pensioenopbouw vindt plaats overeenkomstig de bepalingen die gelden voor deelnemers en rekening houdend met een deeltijdpercentage dat berekend wordt aan de hand van het overeengekomen aantal uren per week waarin nog arbeid wordt verricht.
4.2 Gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn in de zin van de WIA.
De deelnemer die tijdens de deelneming voor minder dan 35% arbeidsongeschikt is geworden in de zin van de WIA en die voor (een gedeelte van) zijn resterende verdiencapaciteit in dienst blijft van de werkgever wordt voor het gedeelte dat hij in dienst
blijft aangemerkt als deelnemer. De pensioenopbouw
vindt plaats overeenkomstig de bepalingen die gelden voor deelnemers op basis van de pensioengrondslag die is vastgesteld met inachtneming van artikel 1.11
lid 3, laatste twee volzinnen en 1.12 lid 2 en een deeltijdpercentage dat berekend wordt aan de hand van het overeengekomen aantal uren per week waarin nog arbeid wordt verricht.
4.3 (Gedeeltelijk) arbeidsongeschikte deelnemers die aanspraak hebben op een uitkering op grond van de WAO.
1. Voor de deelnemer die tijdens de deelneming aan een van de tot 1 januari 200G geldende
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
pensioenregelingen (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is geworden in de zin van de WAO, wordt de
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
deelneming voortgezet op grond van artikel 1.7 lid 2 zolang de deelnemer een WAO-uitkering geniet doch uiterlijk tot de pensioendatum, naar de mate van arbeidsongeschiktheid op basis van de in lid 3 van dit artikel opgenomen tabel.
2. De opbouw van de pensioenen wordt gedurende de periode van voortzetting bepaald op basis van de pensioengrondslag die is vastgesteld met
inachtneming van het gestelde in artikel 1.11 lid 3 en
1.12 lid 2.
3. De in lid 1 bedoelde mate van voortzetting van de pensioenopbouw is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt
- bij een arbeidsongeschiktheid van 25 tot 35% 30%
- bij een arbeidsongeschiktheid van 35 tot 45% 40%
- bij een arbeidsongeschiktheid van 45 tot 55% 50%
- bij een arbeidsongeschiktheid van 55 tot G5% G0%
- bij een arbeidsongeschiktheid van G5 tot 80% 80%
- bij een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100% 100%
4. De gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemer in de zin van de WAO die voor (een gedeelte van) zijn resterende verdiencapaciteit in dienst is gebleven van de werkgever wordt voor het gedeelte dat hij in dienst is gebleven aangemerkt als deelnemer.
De pensioenopbouw vindt plaats overeenkomstig de bepalingen die gelden voor deelnemers en rekening houdend met een deeltijdpercentage dat berekend wordt aan de hand van het overeengekomen aantal uren per week waarin nog arbeid wordt verricht.
5G
4.4 Wijziging mate van arbeidsongeschiktheid
1. Indien de mate van arbeidsongeschiktheid tijdens de (voortgezette) deelneming wijzigt worden de op te bouwen pensioenaanspraken vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in de voorgaande leden rekening houdend met de gewijzigde mate van arbeidsongeschiktheid.
2. Een wijziging wordt geacht in te gaan op de eerste van de maand volgend op de ingangsdatum van de wijziging.
3. Een reeds beëindigde (voortgezette) deelneming herleeft niet indien de mate van arbeidsongeschiktheid na de beëindiging van de deelneming wijzigt, tenzij het bestuur anders bepaalt.
§5 Arbeidsongeschiktheidspensioenen
Met ingang van 2021 worden de arbeidsongeschiktheids- pensioenen niet meer door het fonds uitgevoerd, behoudens voor zieke deelnemers die onder het uitlooprisico van de dekking vallen. De uitkering van:
- voor die datum reeds ingegane arbeidsongeschikt- heidspensioenen voor (gedeeltelijk) arbeids- ongeschikte deelnemers die aanspraak hebben op een uitkering op grond van de WIA; en
- voor die datum reeds ingegane arbeidsongeschikt- heidspensioenen voor (gedeeltelijk) arbeids- ongeschikte deelnemers die aanspraak hebben op een uitkering op grond van de WAO: en
- voor die datum reeds ingegane WAO-hiaatpensioenen; wordt wel door het fonds uitgevoerd onder de voor- waarden zoals die golden tot 2021.
§G Voorwaardelijke toeslagverlening
G.1 Voorwaardelijk streven tot toeslagverlening
1. Het streven is de op 30 juni van enig jaar opgebouwde pensioenaanspraken en de ingegane pensioenuitkeringen aan te passen door het jaarlijks, op 1 juli verlenen van een toeslag op deze pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
2. Maatstaf voor de toekenning van de toeslag in enig jaar is de procentuele wijziging van de
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
consumentenprijsindex voor alle bestedingen in het betreffende jaar (meetperiode april- april, waarmee wordt bedoeld de stand van de consumentenprijsindex per 31 maart van het voorafgaande kalenderjaar en de stand van dezelfde prijsindex per 31 maart in het jaar van voorwaardelijke toekenning).
3. Het streven tot toeslagverlening is voorwaardelijk; er is geen recht op toeslagverlening en het is niet zeker of en in hoeverre het bestuur van het fonds in de toekomst toeslagen verleent. Het fonds zal geen reserve vormen voor toekomstige toeslagverlening. De realisatie van de toeslagambitie is afhankelijk van de financiële positie van het fonds.
4. Indien de consumentenprijsindex op enig moment gedaald is, zullen de pensioenen niet verlaagd worden, met dien verstande dat een stijging van de index nadien pas zal leiden tot toeslagverlening
nadat de daling van de index gecompenseerd is door die latere stijging.
5. Een toeslag wordt slechts toegekend indien en voor zover het vermogen van het fonds dat toelaat.
G. Indien in enig jaar de toeslagen niet volledig worden toegekend en een achterstand is ontstaan in het toekennen van toeslagen, bestaat geen recht op het inhalen van deze achterstand in latere jaren. Niettemin kan het bestuur als de vermogenspositie dat toelaat besluiten een verhoogde toeslag toe te kennen aan de deelnemers, gewezen deelnemers of pensioengerechtigden die een achterstand hebben
57
opgelopen in de toeslagverlening. Daarbij wordt het bepaalde in artikel 8.8 in acht genomen.
§7 Financiering
7.1 Maximum premie en pensioenopbouw
De premie is gemaximeerd op 27,4% van de ongemaxi- meerde loonsom2 (zie ook ‘vaststelling premie’). Indien de kostendekkende premie voor de inkoop van de pensioenregeling hoger is dan 27,4% van de loonsom, zal het overeenkomstig artikel 2.1 bedoelde opbouw- percentage ten behoeve van toekomstige pensioen- opbouw van medewerkers, lager zijn dan 1,875%. Deze lagere pensioenopbouw kan in een later jaar worden gerepareerd, volgens het bepaalde in artikel 7.4.
7.2 Vaststelling premie
De premie voor de nieuwe pensioenregeling bestaat uit twee elementen:
a. de basis is de kostendekkende premie op basis van maximaal verwacht rendement verhoogd met een opslag voor inflatie, met een minimum van een kostendekkende premie op basis
van een 12-maandsmiddeling van de DNB rentetermijnstructuur met een solvabiliteitsopslag ter grootte van het MVEV (2020: 104,3%) voor
de inkoop van het nominale pensioen. Met de verschuldigde premie vindt de financiering van de pensioenen plaats. Voor het ouderdomspensioen (inclusief opslag voor premievrijstelling bij
arbeidsongeschiktheid) geldt daarbij dat, indien en voor zover daarvoor na aanwending van de risicopremies voor het nabestaandenpensioen
(inclusief opslag voor premievrijstelling bij arbeids- ongeschiktheid) voldoende middelen aanwezig zijn, een inkoop van een nominaal ouderdomspensioen van maximaal 1,875% gefinancierd wordt; plus
b. een vaste opslag van 4,4%-punt van de ongemaxi- meerde loonsom vanwege de overgangsregeling uit het verleden.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
De totale premie die DNB betaalt aan het fonds is in enig jaar maximaal 27,4% van de ongemaximeerde loonsom.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
▪ Als in enig jaar de kostendekkende premie zoals hiervoor onder a. bedoeld 23% van de ongemaximeerde loonsom bedraagt of minder,
wordt de inkoop van de nominale reglementaire pensioenopbouw voor het betreffende jaar gefinancierd met de voor het betreffende jaar vastgestelde kostendekkende premie en vindt er daarnaast een dotatie plaats van de 4,4%-opslag van de ongemaximeerde loonsom aan de algemene middelen van het fonds.
▪ Als in enig jaar de kostendekkende premie zoals hiervoor onder a. bedoeld hoger is dan 23%, maar lager is dan 27,4% van de ongemaximeerde loonsom, wordt de inkoop van de nominale reglementaire pensioenopbouw voor het betreffende jaar gefinancierd met de voor het betreffende jaar vastgestelde kostendekkende premie en vindt er daarnaast een dotatie plaats aan de algemene middelen van het fonds, ter grootte van het verschil tussen de in dat jaar kostendekkende premie en de maximale premie van 27,4%.
▪ Als in enig jaar de kostendekkende premie zoals hiervoor onder a. bedoeld hoger is dan de maximale premie van 27,4%, wordt de maximale premie aangewend voor de inkoop van de nominale reglementaire pensioenopbouw, eventueel aangevuld met een onttrekking aan het in 7.3 genoemde premie-egalisatiedepot indien en voor zover dat depot voldoende middelen heeft.
58
Als er in het depot onvoldoende middelen zijn om de volledige nominale reglementaire pensioenopbouw te kunnen inkopen, dan wordt het overeenkomstig artikel 2.1 bedoelde opbouwpercentage van de medewerker in dat jaar, lager dan 1,875%. Dit korten
van de nominale pensioenopbouw gebeurt feitelijk dus pas als de kostendekkende premie voor de inkoop van de nominale reglementaire pensioenopbouw hoger wordt dan 27,4% van de loonsom (namelijk de hiervoor genoemde 23% en de in een bepaald jaar te betalen vaste 4,4%-opslag) en er onvoldoende middelen zitten in het premie-egalisatiedepot.
7.3 Premie-egalisatiedepot
De pensioenregeling kent een depot: een premie- egalisatiedepot. Met ingang van 1 januari 2021 worden er geen nieuwe middelen meer aan dit depot
toegevoegd. De reeds in het depot aanwezige middelen blijven beschikbaar voor de actieve deelnemers. Zodra het premie-egalisatiedepot leeg is, wordt het depot opgeheven.
Peildatum voor de berekening van de onttrekking van middelen uit het depot in een bepaald kalenderjaar
is 30 september van het voorgaande jaar. Deze onttrekking vindt vervolgens jaarlijks per 1 januari van het betreffende jaar op de volgende wijze en in de genoemde volgorde plaats:
1. Indien wordt vastgesteld dat de totale premie die DNB betaalt in het betreffende kalenderjaar
niet voldoende is om een opbouwpercentage van 1,875% te realiseren, vindt onttrekking aan het premie-egalisatiedepot plaats. De hoogte van
de onttrekking is zodanig dat de korting op de jaarinkoop zoals bedoeld in de artikelen 7.1 en 7.2 kan worden voorkomen of zo veel mogelijk wordt beperkt met als maximum het dan geldende saldo van het premie-egalisatiedepot.
2. Indien er sprake is van een korting op de opgebouwde pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen als bedoeld in artikel 134 dan wel 140 Pensioenwet, vindt onttrekking aan het premie-egalisatiedepot plaats. De hoogte van de onttrekking is zodanig dat de korting kan worden voorkomen of beperkt met als maximum de dan geldende waarde van het premie-egalisatiedepot.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
3. Vanaf 1 januari 201G wordt aan het premieegalisatiedepot het rendement toegevoegd zoals dat door het bestuur, gehoord de actuaris, wordt vastgesteld.
7.5 Deelnemersbijdrage
De werknemers die deelnemen in het fonds en diegenen waarvoor de deelneming op grond van het gestelde in artikel 1.7 lid 2 onder b en c wordt voortgezet, zijn een bijdrage verschuldigd in de kosten van de pensioenregeling.
De werknemersbijdrage in 2021 bedraagt voor medewerkers in dienst vanaf 1 januari 2015 G,39% van de pensioengrondslag.
Voor de komende jaren (tot 2029) wordt de stijging van de werknemersbijdrage gebaseerd op een kosten- dekkende premie van 20% van de ongemaximeerde salarissom. In 2029 betalen alle medewerkers
daarom een werknemersbijdrage van 7,5G% van de pensioengrondslag.
Het ingroeipad naar 7,5G% van de pensioengrondslag ziet er voor medewerkers in dienst voor 1 januari 2015 als volgt uit:
59
Jaar | Deelnemersbijdrage als % van PG | |
2019 | 5,00% | |
2020 | 5,2G% | |
2021 | 5,51% | |
2022 | 5,77% | |
2023 | G,02% | |
2024 | G,28% | |
2025 | G,54% | |
202G | G,79% | |
2027 | 7,05% | |
2028 | 7,30% | |
2029 | 7,5G% |
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Bijlage 8: Uitwerking 00-00-000 regeling |
Het ingroeipad naar 7,5G% van de pensioengrondslag ziet er voor medewerkers in dienst vanaf 1 januari 2015 als volgt uit:
Jaar | Deelnemersbijdrage als % van PG |
2019 | G,10% |
2020 | G,25% |
2021 | G,39% |
2022 | G,54% |
2023 | G,G8% |
2024 | G,83% |
2025 | G,98% |
202G | 7,12% |
2027 | 7,27% |
2028 | 7,41% |
2029 | 7,5G% |
De werkgever heeft de ambitie om op termijn de werknemersbijdrage te laten groeien naar 30% van de kostendekkende premie.
7.G Looptijd
Deze pensioenregeling is per 1 januari 2021 afgesproken voor een periode van 4 jaar.
§8 Overige bepalingen
8.1 Opgebouwde aanspraken op grond van deelname aan eerdere pensioenregelingen DNB
1. De door (gewezen) deelnemers opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen in de pensioenregeling met een pensioenrichtleeftijd
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
van G7 jaar, die gold vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2017, zijn per 31 december 2017 omgezet naar aanspraken op ouderdomspensioen op basis van een pensioenrichtleeftijd van G8
jaar en als zodanig ingebracht in de onderhavige pensioenregeling.
Door toepassing van het bepaalde in de vorige volzin wijzigt de hoogte van de opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen toegekend
krachtens de tot en met 31 december 2017 geldende pensioenregeling niet. Ook deze partner- en wezenpensioenen zijn als zodanig per 31 december 2017 ingebracht in de onderhavige pensioenregeling.
2. De door (gewezen) deelnemers onder eerdere pensioenreglementen van het fonds opgebouwde aanspraken op levenslang ouderdomspensioen op basis van een andere pensioenrichtleeftijd dan G7 of G8 jaar zijn per 31 december 2019 omgezet naar aanspraken op levenslang ouderdomspensioen op
basis van een pensioenrichtleeftijd van G8 jaar en als zodanig ingebracht in onderhavige pensioenregeling.
Door toepassing van het bepaalde in de vorige volzin wijzigt de hoogte van de aan deze ouderdomspensioenen verbonden opgebouwde aanspraken op partner- en wezenpensioen die onder deze eerdere pensioenreglementen van het fonds zijn toegekend niet. Ook deze partner- en wezenpensioenen worden als zodanig per
31 december 2019 ingebracht in de onderhavige pensioenregeling.
G0
3. Het tot en met 31 december 2019 opgebouwde levenslang partnerpensioen dat uitkeert bij overlijden na pensionering is – na instemming van de deelnemer - per 31 december 2019 geconverteerd naar een opgebouwd levenslang partnerpensioen dat uitkeert bij overlijden voor en na pensionering. Het nieuwe opgebouwde levenslang partner- pensioen is actuarieel gelijkwaardig, maar als nominaal bedrag lager dan het oude opgebouwde levenslang partnerpensioen. Ook deze opgebouwde levenslange partnerpensioenen zijn als zodanig per 31 december 2019 ingebracht in de onderhavige pensioenregeling.
Het verschil tussen het opgebouwd levenslang partnerpensioen voor en na deze conversie wordt voor (actieve) deelnemers en hun partners die instemmen met deze omzetting, indien en zolang er sprake is van deelnemerschap als bedoeld in artikel 2 van Pensioenreglement 2020, op risicobasis bijverzekerd. Dit verschil is eenmalig per 1 januari 2020 vastgesteld en wordt vervolgens jaarlijks
per 1 juli verhoogd met hetzelfde percentage als waarmee de opgebouwde aanspraken en rechten op grond van artikel G.1 jaarlijks wordt verhoogd. De berekening van de jaarlijkse verhoging vindt verder plaats overeenkomstig artikel G.1. Voor het bepalen van de hoogte van het op risicobasis te verzekeren aanvullend levenslang partnerpensioen wordt
een eventueel bijzonder partnerpensioen buiten beschouwing gelaten.
4. De door (gewezen) deelnemers opgebouwde aanspraken op tijdelijk ouderdomspensioen, prepensioen dan wel ongehuwdenpensioen zijn – na instemming van de (gewezen) deelnemer – per 31 december 2019 omgezet naar aanspraken op levenslang ouderdomspensioen op basis van een pensioenrichtleeftijd van G8 jaar en als zodanig ingebracht in onderhavige pensioenregeling.
5. Eventuele aanwezige kapitalen bij leven dan wel overlijden op basis van oude pensioenregelingen kunnen na individuele instemming van de (gewezen) deelnemer worden afgekocht.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
G. Behoudens wetswijzigingen die hiervoor andere regels invoeren, zullen reeds opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen in de
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
toekomst automatisch omgezet worden als de fiscale pensioenrichtleeftijd verhoogd is en de pensioenrichtleeftijd in de pensioenregeling dan of daarna verhoogd wordt.
8.2 Waardeoverdracht
1. Bij individuele indiensttreding heeft de deelnemer het recht de waarde van de pensioenaanspraken die elders zijn opgebouwd uit hoofde van het dienstverband met vorige werkgevers over te dragen aan het fonds.
2. Bij individuele beëindiging van de deelneming heeft de gewezen deelnemer het recht de waarde van de opgebouwde aanspraken op pensioen over te
dragen aan de pensioenuitvoerder van een volgende werkgever.
3. Bij de waardeoverdracht zullen de bepalingen betreffende wettelijk recht op waardeoverdracht in aanmerking worden genomen.
8.3 Pensioenverdeling bij beëindiging partnerrelatie Xxxxxxx van beëindiging van het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de samenleving
zullen de pensioenen verdeeld of verevend worden overeenkomstig de wettelijke bepalingen ter zake, tenzij partijen afwijkende afspraken maken met inachtneming van de daarvoor gestelde vormvereisten.
G1
8.4 Individuele pensioenaanvulling
Het is niet mogelijk om op individuele basis en voor eigen rekening een aanvullende pensioenverzekering bij het fonds te sluiten.
8.5 Voorbehoud werkgever
1. De werkgever behoudt zich het recht voor de werkgeversbijdrage in de premie te verminderen of te beëindigen ingeval van ingrijpende wijziging van omstandigheden.
2. De werkgever behoudt zich het recht voor de pensioenovereenkomst eenzijdig te wijzigen indien er sprake is van een zodanig zwaarwegend belang van werkgever, dat het belang van de werknemers dat door de wijziging wordt geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
8.G Uitbetaling pensioenen
De pensioenen worden in kalendermaandtermijnen uitbetaald op een door de rechthebbende aan te wijzen bankrekening. Tot en met 31 december 2022 vindt deze uitbetaling plaats rond de 1e dag van de maand. Vanaf
1 januari 2023 vindt deze uitbetaling plaats rond de 23e dag van de maand.
8.7 Nadere uitwerking door het fonds
Het fonds zal met betrekking tot het gestelde in deze overeenkomst nadere regels stellen.
8.8 Fiscale grenzen
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
De werkgever ziet erop toe dat het fonds bij de uitvoering van het gestelde in of op basis van deze overeenkomst de grenzen van hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 19G4 uitdrukkelijk in acht neemt.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage 5: Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen
Artikel 1 - Omschrijving Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen
Deze bijlage bevat een algemene omschrijving van de Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen. Het pensioenreglement inzake de Regeling
Arbeidsongeschiktheidspensioen bevat meer details en is leidend.
Artikel 2 - Deelnemerschap
Deelnemer aan deze pensioenregeling die gebaseerd is op een uitkeringsovereenkomst, is de werknemer die
a. op 1 januari 2021 in dienst is van de werkgever of na 1 januari 2021 in dienst treedt; en
b. zich niet op 1 januari 2021 door ziekte in de wachttijd in de zin van de WIA bevindt en na afloop van deze wachttijd recht krijgt op een WIA uitkering. In het geval de werknemer na de wachttijd gedeeltelijk arbeidsongeschikt in de zin van de WIA wordt verklaard, en het dienstverband met de werkgever voor het arbeidsgeschikte deel wordt voortgezet, wordt de werknemer voor dit arbeidsgeschikte
deel als deelnemer aan deze pensioenregeling beschouwd.
G2
Artikel 3 - Aanvang deelneming
De deelneming vangt aan op 1 januari 2021 of de latere datum van indiensttreding, of indien de werknemer die op 31 december 2020 door ziekte in de wachttijd in de zin van de WIA bevindt en voor een periode
van 28 dagen weer volledig hersteld is, vangt het deelnemerschap aan op het moment dat er weer sprake is van 28 dagen volledig herstel.
Artikel 4 - Einde deelneming
1. De deelneming eindigt:
a. op de overlijdensdatum indien het dienstverband eindigt door overlijden;
b. op de dag waarop het dienstverband eindigt ten gevolge van pensionering;
c. op de dag waarop het dienstverband anders dan ten gevolge van overlijden of pensionering eindigt.
Artikel 5 - Aanspraken
Het deelnemerschap geeft aanspraak op: Arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van de deelnemer.
Artikel G - Hoogte Arbeidsongeschiktheidspensioen
Aanspraken deelnemer
1. De deelnemer die tijdens de deelneming aanspraak heeft gekregen op een uitkering op grond van de WIA, heeft recht op een
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Arbeidsongeschiktheidspensioen. Het pensioen gaat in op de dag waarop de UWV beschikking met betrekking tot de uitkering op grond van de WIA is toegekend en wordt uitgekeerd zolang de deelnemer aanspraak heeft op deze uitkering, en eindigt op de eerste dag waarop de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, bij eerder overlijden of zodra de WIA-uitkering eindigt.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Uitkeringspercentage Arbeidsongeschiktheidsklassen | Uitkeringspercentage | |
80%-100% | 70% | |
G5%-80% | 50,75% | |
55%-G5% | 42% | |
45%-55% | 35% | |
35%-45% | 28% |
2. Het arbeidsongeschiktheidspensioen bedraagt:
Aanvulling op de IVA-uitkering
- Indien de deelnemer recht heeft op een IVA- uitkering in het kader van de WIA, bedraagt het arbeidsongeschiktheidspensioen 5% van het totaal verzekerd jaarinkomen.
- Wanneer het verzekerd jaarinkomen hoger is dan het maximum uitkeringsloon
Artikel 8 - Financiering
De premie wordt afgedragen door de werkgever. De deelnemer is voor deze pensioenregeling geen eigen bijdrage verschuldigd.
Overige bepalingen
Artikel 9 - Voorbehoud werkgever
Sociale Verzekeringen heeft de deelnemer tevens recht op een aanvullend
arbeidsongeschiktheidspensioen van 75% van het verschil tussen het verzekerd jaarinkomen en het maximum uitkeringsloon Sociale Verzekeringen.
Aanvulling op de WGA-uitkering
- Indien de deelnemer recht heeft op een WGA- uitkering in het kader van de WIA, bedraagt het arbeidsongeschiktheidspensioen 10% van het totaal verzekerd jaarinkomen vermenigvuldigd met het uitkeringspercentage conform onderstaande tabel gedeeld door 70%.
- Wanneer het verzekerd jaarinkomen hoger is dan het maximum uitkeringsloon Sociale
Verzekeringen tevens recht op een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen ter grootte van het verschil van het verzekerd jaarinkomen en het maximum uitkeringsloon Sociale Verzekeringen vermenigvuldigd met het uitkeringspercentage conform onderstaande tabel.
G3
3. De in dit artikel bedoelde uitkeringen van arbeids- ongeschiktheidspensioen zullen worden gedaan op basis van de wettelijke normen die golden ten tijde van de eerste arbeidsongeschiktheidsdag.
4. Het voor deze berekeningen gebruikte jaarinkomen is het verzekerde jaarinkomen zoals vastgesteld op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag.
Artikel 7 - Toeslagverlening
De ingegane arbeidsongeschiktheidspensioen- uitkeringen worden jaarlijks aangepast conform hetgeen hierover is bepaald in het pensioenreglement inzake de Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
1. De werkgever behoudt zich het recht voor de werkgeversbijdrage in de premie te verminderen of te beëindigen ingeval van ingrijpende wijziging van omstandigheden.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
2. De werkgever behoudt zich het recht voor de pensioenovereenkomst eenzijdig te wijzigen indien er sprake is van een zodanig zwaarwegend belang van werkgever, dat het belang van de werknemers dat door de wijziging wordt geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
Artikel 10 - Uitbetaling pensioenen
De pensioenen worden in kalendermaandtermijnen vooruit uitbetaald op een door de rechthebbende aan te wijzen bankrekening.
Artikel 11 - Fiscale grenzen
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
De werkgever ziet erop toe dat de uitvoerder bij de uitvoering van het gestelde in of op basis van deze overeenkomst de grenzen van hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 19G4 uitdrukkelijk in acht neemt.
G4
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen
Artikel 1 - Omschrijving Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen
Deze bijlage bevat een algemene omschrijving van de Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen. Het pensioenreglement inzake de Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen bevat meer details en is leidend.
Artikel 2 - Deelnemerschap
Deelneming aan deze pensioenregeling is op vrijwillige basis en is mogelijk indien aan de voorwaarden voor deelnemerschap is voldaan.
Deelnemer aan deze pensioenregeling die gebaseerd is op een uitkeringsovereenkomst, is de werknemer die
▪ op 1 januari 2021 in dienst is van de werkgever of na 1 januari 2021 in dienst treedt; en
▪ een pensioengevend jaarloon heeft dat uitgaat boven de franchise Netto pensioen; en
▪ heeft gekozen voor deelneming aan deze pensioenregeling en heeft zich hiervoor aangemeld bij de werkgever.
G5
Artikel 3 - Aanvang deelneming
De deelneming vangt aan op 1 januari 2021 of de latere datum van indiensttreding, doch niet eerder dan de dag waarop de werknemer aan de voorwaarden voor deelnemerschap voldoet.
Artikel 4 - Einde deelneming
1. De deelneming eindigt:
a. op de overlijdensdatum indien het dienstverband eindigt door overlijden;
b. op de dag waarop het dienstverband eindigt ten gevolge van pensionering;
c. op de dag waarop het dienstverband anders dan ten gevolge van overlijden of pensionering eindigt;
d. op dag dat de deelnemer ervoor heeft gekozen om niet langer deel te nemen aan deze pensioenregeling en dit aan de werkgever heeft medegedeeld;
2. In afwijking van het gesteld in lid 1 onder c eindigt de deelneming niet indien de deelnemer tijdens de deelneming arbeidsongeschikt wordt, voor zolang de pensioenopbouw wordt voortgezet.
Artikel 5 - Aanspraken
Het deelnemerschap geeft aanspraak op:
a. Netto partnerpensioen ten behoeve van de partners van de deelnemer.
b. Netto wezenpensioen ten behoeve van de wezen van de deelnemer.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
c. Premie vrije voortzetting van de nettoverzekering partner- en wezenpensioen bij arbeidsongeschikt- heid voor de deelnemer.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Artikel G - Hoogte Netto partner- en wezenpensioen
Aanspraken deelnemer
1. Na overlijden van de deelnemer heeft de partner van de deelnemer recht op een jaarlijks Netto partnerpensioen.
2. Het Netto partnerpensioen bedraagt met ingang van 2021, 0,G3% vermenigvuldigd met de in het betreffende jaar geldende pensioengrondslag, vermenigvuldigd met de bijbehorende deeltijdfactor, vermenigvuldigd met de som van alle toekomstige dienstjaren en alle doorgebrachte dienstjaren vanaf 1 januari 2021 of het latere moment van aanvang van het deelnemerschap.
Voor werknemers die op 1 januari 2021 in dienst waren, worden de in dienst van DNB doorgebrachte dienstjaren tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2021 ook als doorgebrachte dienstjaren in de zin van deze Regeling beschouwd voor zover en vanaf het moment dat de werknemer ook reeds deelnemer was in de tot 1 januari 2021 geldende Netto partnerpensioenregeling van DNB, waarbij de laatst op 1 januari 2021 vastgestelde pensioengrondslag voor deze doorgebrachte dienstjaren geldt.
3. De wezen jonger dan 21 jaar en wezen jonger dan 27 jaar, die studeren in de zin van de Wet studiefinanciering 2000 en/of arbeidsongeschikt zijn en een uitkering ontvangen ingevolge
GG
de Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wet Wajong) hebben na overlijden van de deelnemer recht op een jaarlijks Netto wezenpensioen.
4. Het Netto wezenpensioen bedraagt met ingang van 2021, 0,12G% vermenigvuldigd met de in het betreffende jaar geldende pensioengrondslag,
vermenigvuldigd met de bijbehorende deeltijdfactor, vermenigvuldigd met de som van alle toekomstige dienstjaren en alle doorgebrachte dienstjaren vanaf 1 januari 2021 of het latere moment van aanvang van het deelnemerschap.
Voor werknemers die op 1 januari 2021 in dienst waren, worden de in dienst van DNB doorgebrachte dienstjaren tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2021 ook als doorgebrachte dienstjaren in de zin van deze Regeling beschouwd voor zover en vanaf het moment dat de werknemer ook reeds deelnemer was in de tot 1 januari 2021 geldende Netto wezenpensioenregeling van DNB, waarbij de laatst op 1 januari 2021 vastgestelde pensioengrondslag voor deze doorgebrachte dienstjaren geldt.
Het Netto wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders zijn overleden.
Aanspraken gewezen deelnemer
1. Na overlijden van de gewezen deelnemer hebben de partner respectievelijk de wezen van de gewezen deelnemer, behoudens het bepaalde in lid 2 van
dit artikel, geen recht op Netto partnerpensioen respectievelijk Netto wezenpensioen.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
2. Na overlijden van de gewezen deelnemer die na beëindiging van de deelneming recht heeft gekregen op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en die op het moment van overlijden nog uitkeringen ontving op grond van dat recht, heeft de partner recht op een Netto partnerpensioen.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Artikel 7 - Toeslagverlening
De ingegane uitkeringen van Netto partner- en wezenpensioen worden jaarlijks aangepast conform hetgeen hierover is bepaald in het pensioenreglement inzake de Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen.
Artikel 8 - Financiering
De premie wordt gerekend over het verzekerde bedrag. De deelnemer betaalt de volledige premie en administratiekosten.
Overige bepalingen
Artikel 9 - Voorbehoud werkgever
1. De werkgever behoudt zich het recht voor de werkgeversbijdrage in de premie te verminderen of te beëindigen ingeval van ingrijpende wijziging van omstandigheden.
2. De werkgever behoudt zich het recht voor de pensioenovereenkomst eenzijdig te wijzigen indien er sprake is van een zodanig zwaarwegend belang van werkgever, dat het belang van de werknemers dat door de wijziging wordt geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
G7
Artikel 10 - Uitbetaling pensioenen
De pensioenen worden in kalendermaandtermijnen vooruit uitbetaald op een door de rechthebbende aan te wijzen bankrekening.
Artikel 11 - Fiscale grenzen
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
De werkgever ziet erop toe dat de uitvoerder bij de uitvoering van het gestelde in of op basis van deze overeenkomst de grenzen van hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 19G4 uitdrukkelijk in acht neemt.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage 7: Model arbeidsovereenkomsten
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD
De ondergetekenden:
De Nederlandsche Bank N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen ‘DNB’
en
[Voornamen, Xxxxxxxxxx] geboren op [dag maand jaar]
wonende aan [adres] te [postcode woonplaats], hierna te noemen ‘de werknemer’
komen overeen als volgt:
1 AANGAAN VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
De werknemer treedt met ingang van [datum] in dienst van DNB bij afdeling [naam afdeling], in
functiefamilie [naam functiefamilie], expertisegebied [naam expertisegebied] (carrièrelevel [carrièrelevel]). Per [datum] eindigt de arbeidsovereenkomst van rechtswege met inachtneming van de wettelijke aanzegtermijn.
G8
Beide partijen zijn bevoegd de arbeidsovereenkomst tussentijds te beëindigen door schriftelijke opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden voor de werknemer en drie maanden voor DNB. De opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te vinden.
De procedure voor beëindiging van een arbeidsovereenkomst is wettelijk geregeld in Titel 7.10. van het Burgerlijk Wetboek en dan met name in de artikelen 7:GG7 BW t/m 7:G8Ga BW.
2 WETTELIJKE PROEFTIJD
Uw proeftijd eindigt op [dag maand jaar]. Deze periode geldt als wettelijke proeftijd gedurende welke zowel DNB als de werknemer gerechtigd is deze arbeidsovereenkomst op ieder tijdstip te beëindigen.
De wettelijke voorwaarden inzake de proeftijd zijn geregeld in Titel 7.10. van het Burgerlijk Wetboek en dan met name in de artikelen 7:G52 BW en 7:G7G BW. De duur van de proeftijd bij DNB is bepaald in de ‘CAO voor werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.’
3 PLAATS WAAR DE WERKZAAMHEDEN WORDEN VERRICHT
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
De werkzaamheden worden verricht te (Amsterdam/ Haarlem/Zeist). De werknemer is bereid deze werk- zaamheden op eerste verzoek van DNB ook op een andere dan de aangegeven locatie(s) uit te voeren, waarbij -indien van toepassing en in overleg met medewerker - een locatie in het buitenland tot de mogelijkheden behoort.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
4 SALARIS
De werknemer heeft bij indiensttreding recht op de volgende bedragen:
Individueel vastgestelde jaarsalaris, vermeerderd met dertiende maand en vakantietoeslag | EUR |
Individueel vastgestelde jaarsalaris (12-maandsalaris) | EUR |
Maandsalaris | EUR |
Dit komt overeen met salarisschaal x van het vigerende salarissysteem.
Uw Relatieve SalarisPositie bedraagt xx%.
De genoemde bedragen zijn bruto bedragen op basis van 3G uur per week en de salarisschalen per [dag maand jaar].
5 ARBEIDSTIJD
De overeengekomen arbeidstijd voor de werknemer bedraagt gemiddeld 3G uur per week. De dagen waarop en de uren gedurende welke de werkzaamheden moeten worden verricht, worden na overleg met de werknemer door DNB vastgesteld.
G9
G OVERIGE ARBEIDSVOORWAARDEN
In de toepassing van de overige arbeidsvoorwaarden wordt rekening gehouden met de overeengekomen arbeidstijd.
7 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
De arbeidsvoorwaarden en overige bepalingen, zoals opgenomen in de ‘CAO voor werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.’, de ‘Personeelsgids voor
werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.’ en de daarin genoemde Integriteitsregelingen en Gedragscodes zijn in het bezit van de werknemer gesteld. Met het in bezit stellen wordt gelijkgesteld de mogelijkheid voor de werknemer om via elektronische hulpmiddelen kennis
te nemen van de bepalingen. De genoemde publicaties, zoals deze nu luiden en in de toekomst worden gewijzigd en/of aangevuld, maken deel uit van deze arbeidsovereenkomst.
8 EED OF BELOFTE
Door indiensttreding bij DNB wordt de werknemer ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet 2017. De werknemer is verplicht bij indiensttreding de eed of belofte van DNB af te leggen.
9 GEHEIMHOUDINGSVERKLARING
De geheimhoudingsverklaring die aan deze arbeids- overeenkomst is toegevoegd, maakt deel uit van deze arbeidsovereenkomst.
[OPTIONEEL: OPSCHORTENDE VOORWAARDE MET BETREKKING TOT DE ARBEIDSOVEREENKOMST
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Deze arbeidsovereenkomst wordt eerst van kracht indien en zodra is gebleken, dat de uitslag van de lopende screening een indiensttreding bij DNB niet in de weg staat.]
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
10 OVERIGE AFSPRAKEN
[OPTIONEEL:
- Overname studieschuld vorige werkgever:
DNB en de werknemer zijn overeengekomen dat DNB bereid is de studieschuld van de werknemer die hij/zij heeft opgebouwd bij zijn/haar vorige werkgever ad. EUR xxxx over te nemen. De werknemer overhandigt DNB een door de vorige werkgever afgegeven verklaring of een gespecificeerde factuur, waaruit de omvang van de studieschuld blijkt.
De werknemer gaat er mee akkoord dat op de overname studieschuld een terugbetalingsregeling van toepassing is. Hiervoor wordt gelijktijdig met deze arbeidsovereenkomst een Overeenkomst terugbetalingsregeling overname studiekosten opgesteld en door werknemer en DNB ondertekend.
- Intentieverklaring:
DNB spreekt de intentie uit dat deze arbeidsovereen- komst bij goed functioneren naar het oordeel van DNB en onveranderde (organisatorische) omstandigheden wordt voortgezet. Evaluatie vindt plaats 2 maanden voor het aflopen van dit contract.]
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Amsterdam, d.d. [dag maand jaar]
De Nederlandsche Bank N.V.
70
Amsterdam, d.d. ………………………
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Meneer/Mevrouw [Voorletters Achternaam]
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR ONBEPAALDE TIJD
De ondergetekenden:
De Nederlandsche Bank N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen ‘DNB’
en
[Voornamen Xxxxxxxxxx] geboren op [dag maand jaar]
wonende aan [adres] te [postcode woonplaats], hierna te noemen ‘de werknemer’
komen overeen als volgt:
1 AANGAAN VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST
De werknemer treedt met ingang van [datum] voor onbepaalde tijd in dienst van DNB bij afdeling
[naam afdeling], in functiefamilie [naam functiefamilie], expertisegebied [naam expertisegebied] (carrièrelevel [carrièrelevel]).
2 WETTELIJKE PROEFTIJD
De proeftijd eindigt op [dag maand jaar]. Deze periode geldt als wettelijke proeftijd gedurende welke zowel DNB als de werknemer gerechtigd is deze
71 arbeidsovereenkomst op ieder tijdstip te beëindigen.
De wettelijke voorwaarden inzake de proeftijd zijn geregeld in Titel 7.10. van het Burgerlijk Wetboek en dan met name in de artikelen 7:G52 BW en 7:G7G BW. De duur van de proeftijd bij DNB is bepaald in de ‘CAO voor werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.’
3 PLAATS WAAR DE WERKZAAMHEDEN WORDEN VERRICHT
De werkzaamheden worden verricht te (Amsterdam/ Haarlem/Zeist). De werknemer is bereid deze werkzaam- heden op eerste verzoek van DNB ook op een andere dan de aangegeven locatie(s) uit te voeren, waarbij -indien van toepassing en in overleg met medewerker - een locatie in het buitenland tot de mogelijkheden behoort.
4 SALARIS
De werknemer heeft bij indiensttreding recht op de volgende bedragen:
Individueel vastgestelde jaarsalaris, vermeerderd met dertiende maand en vakantietoeslag | EUR |
Individueel vastgestelde jaarsalaris (12-maandsalaris) | EUR |
Maandsalaris | EUR |
Dit komt overeen met salarisschaal van het vigerende salarissysteem.
Uw Relatieve SalarisPositie bedraagt xx%.
De genoemde bedragen zijn bruto bedragen op basis van 3G uur per week en de salarisschalen per [dag maand jaar].
5 ARBEIDSTIJD
De overeengekomen arbeidstijd voor de werknemer bedraagt gemiddeld 3G uur per week. De dagen waarop en de uren gedurende welke de werkzaamheden moeten worden verricht, worden na overleg met de werknemer door DNB vastgesteld.
G OVERIGE ARBEIDSVOORWAARDEN
Bijlage 3: Overgangsmaatregelen Bijlage 4: Pensioenregeling DNB Bijlage 5: Regeling Arbeidsongeschiktheidspensioen Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
In de toepassing van de overige arbeidsvoorwaarden
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
wordt rekening gehouden met de overeengekomen arbeidstijd.
7 EINDE ARBEIDSOVEREENKOMST
7.1 Beide partijen zijn bevoegd de arbeidsovereenkomst te beëindigen door schriftelijke opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden voor de werknemer en drie maanden voor DNB. De opzegging dient tegen het einde van een kalendermaand plaats te vinden.
De procedure voor beëindiging van een arbeidsovereenkomst is wettelijk geregeld in Titel 7.10. van het Burgerlijk Wetboek en dan met name in de artikelen 7:GG7 BW t/m 7:G8Ga BW.
7.2 Behoudens het bepaalde in artikel 1 eindigt deze arbeidsovereenkomst op de laatste dag van het kalenderkwartaal waarin de werknemer de pensioenrichtleeftijd bereikt als bedoeld in het
alsdan geldende pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds van DNB.
8 EED OF BELOFTE
Door indiensttreding bij DNB wordt de werknemer ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet 2017. De werknemer is verplicht bij indiensttreding de eed of belofte van DNB af te leggen.
72
9 COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST
De arbeidsvoorwaarden en overige bepalingen, zoals opgenomen in de ‘CAO voor werknemers van De
Nederlandsche Bank N.V.’, de ‘Personeelsgids voor werknemers van De Nederlandsche Bank N.V.’ en de daarin genoemde Integriteitsregelingen en Gedragscodes zijn in het bezit van de werknemer gesteld. Met het in bezit stellen wordt gelijkgesteld de mogelijkheid voor de werknemer om
via elektronische hulpmiddelen kennis te nemen van de bepalingen. De genoemde publicaties, zoals deze nu luiden en in de toekomst worden gewijzigd en/of aangevuld, maken deel uit van deze arbeidsovereenkomst.
10 GEHEIMHOUDINGSVERKLARING
De geheimhoudingsverklaring die aan deze arbeids- overeenkomst is toegevoegd, maakt deel uit van deze arbeidsovereenkomst.
11 OVERIGE AFSPRAKEN [OPTIONEEL:
- Overname studieschuld vorige werkgever:
DNB en de werknemer zijn overeengekomen dat DNB bereid is de studieschuld van de werknemer die hij/zij heeft opgebouwd bij zijn/haar vorige werkgever ad. EUR xxxx over te nemen. De werknemer overhandigt DNB een door de vorige werkgever afgegeven verklaring of een gespecificeerde factuur, waaruit de omvang van de studieschuld blijkt.
De werknemer gaat er mee akkoord dat op de overname studieschuld een terugbetalingsregeling van toepassing is. Hiervoor wordt gelijktijdig met deze arbeidsovereenkomst een Overeenkomst terugbetalingsregeling overname studiekosten opgesteld en door werknemer en DNB ondertekend.]
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Amsterdam, d.d. [dag maand jaar]
De Nederlandsche Bank N.V.
Amsterdam, d.d. ………………………
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Meneer/Mevrouw [Voorletters Achternaam]
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
GEHEIMHOUDINGSVERKLARING
Deze geheimhoudingsverklaring maakt deel uit van de arbeidsovereenkomst tussen De Nederlandsche Bank
N.V. (DNB) en <naam medewerker>.
Ondergetekende, <naam medewerker>,
geboren <datum>, verklaart hierbij het volgende.
1. Ondergetekende verplicht zich, zowel tijdens de duur als ook na beëindiging van de werkzaamheden voor DNB, tot volstrekte geheimhouding jegens derden omtrent zowel de opdrachten zelf als omtrent
alle vertrouwelijke zaken die ondergetekende vanwege DNB uit hoofde van of in verband met de werkzaamheden ter kennis zijn, worden of zullen worden gebracht, behalve voor zover het voor de juiste vervulling van de taak noodzakelijk is.
2. Ondergetekende zal deze geheimhoudingsplicht niet slechts tegenover derden in acht nemen, maar ook tegenover werknemers van DNB, behalve voor zover het voor de juiste vervulling van de taak noodzakelijk is.
3. Ondergetekende verplicht zich bij het eindigen van de werkzaamheden voor DNB alle vertrouwelijke gegevens en documenten, op welke wijze dan
ook vastgelegd, schriftelijk of middels andere informatiedragers als USB-sticks en dergelijke, tekeningen en/of andere bescheiden en goederen,
73
die ondergetekende zijn verstrekt of welke op het werk betrekking hebben onmiddellijk aan DNB te doen toekomen, met alle daarvan gemaakte kopieën en aantekeningen.
4. Ondergetekende erkent, dat de geheimhoudings- plicht ook wordt geschonden indien ondergetekende in het kader van de werkzaamheden voor DNB, zonder toestemming van DNB, delen daarvan
door derden doet of laat verrichten. Genoemde toestemming dient vooraf, schriftelijk, voor ieder geval afzonderlijk, te zijn verkregen.
5. Onder de geheimhoudingsverplichting vallen niet gegevens die algemeen bekend zijn of door DNB openbaar gemaakt zijn, alsmede het doen van mededelingen welke – zoals bepaald hierboven onder de punten 1 en 2 – voor de juiste vervulling van de taak van ondergetekende noodzakelijk zijn. In geval van twijfel zal ondergetekende conform het bepaalde in punt 7 hieronder, contact opnemen met DNB.
G. Ondergetekende zal zich steeds gedragen naar de regels voor privé-beleggingen zoals deze nu en in de toekomst door de directie van DNB zullen worden vastgesteld.
7. Ondergetekende is zich ervan bewust dat hij/
zij een terstond, zonder nadere ingebrekestelling
of rechterlijke tussenkomst opeisbare boete van tienduizend euro (EUR 10.000) per
overtreding aan DNB is verschuldigd bij schending van de verplichtingen uit hoofde van deze geheimhoudingsverklaring en een boete van
€ 500,- voor iedere dag dat deze overtreding voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van DNB is om nakoming van de verplichtingen
uit hoofde van de geheimhoudingsverklaring te vorderen en/of om de overeenkomst op grond waarvan de Werkzaamheden worden
verricht met onmiddellijke ingang te beëindigen. In plaats van de boete(s), kan DNB ook overgaan tot het vorderen van een schadevergoeding op
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
grond van de wet. Ondergetekende is er tevens mee
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
bekend, dat schending van de verplichtingen uit hoofde van de geheimhoudingsverklaring kan leiden tot strafrechtelijke sancties door de wet daarop gesteld.
8. In geval van twijfel over de toepasselijkheid en/of de uitleg van het hier bepaalde, zal ondergetekende terstond en uit eigen beweging overleg met DNB voeren, evenals in het geval dat ondergetekende
op enigerlei wijze in een (gerechtelijke) procedure wordt betrokken – al dan niet gedurende het dienstverband met DNB – waarin informatie als bedoeld in deze verklaring aan de orde kan komen.
9. Deze verklaring, hoewel deel uitmakend van de arbeidsovereenkomst met DNB, geldt geheel onafhankelijk van deze overeenkomst. Beëindiging op welke wijze dan ook van de arbeidsovereenkomst zal op geen enkele wijze verandering kunnen brengen in de rechtsgeldigheid en het voortduren van de gebondenheid aan deze verklaring.
74
Aldus opgemaakt en ondertekend in tweevoud te
Amsterdam, d.d. ………………………
(handtekening)
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
<naam medewerker>
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage 8: Uitwerking 00-00-000 regeling
Een medewerker die op of na 1 juli 2018 en voor 1 juli 2023 de leeftijd van G2 jaar bereikt of bereikt heeft, kan van de 00-00-000 regeling gebruik maken. De medewerker die full time (3G uur) werkt en van de regeling gebruik maakt, gaat dan 80% (28,8 uur) werken, krijgt 90%
van het voltijds inkomen en heeft 100% (op basis van voltijdsinkomen) pensioenopbouw. Voor medewerkers die in deeltijd werken, geldt deze regeling naar rato.
Medewerkers die binnen de looptijd van de regeling gebruik gaan maken van de regeling, mogen van
de regeling gebruik blijven maken tot aan hun pensionering.
De regeling wordt als volgt toegepast.
1. Tijd
80% werken
Indien de medewerker aan de 00-00-000 regeling deel gaat nemen wordt de werkweek 80% van de tot dan geldende werkweek. Deze nieuwe werkweek geldt
per week met inachtneming van de huidige flexibiliteit in werktijden. De medewerker kan niet structureel meer uren dan de nieuwe werkweek gaan werken met als doel om het verschil op te sparen en later op te nemen. De bestaande mogelijkheid om + / - uren te compenseren blijft bestaan.
75
Vanwege fiscale wetgeving mag de vermindering van het aantal contracturen niet meer bedragen dan 50% van het aantal uren in het kalenderjaar
voorafgaand aan de deelname van de regeling. Voorts mag de 00-00-000 regeling er niet toe leiden dat het aantal contract uren lager is dan 50% van het aantal contracturen in het kalenderjaar voorafgaand aan de datum 10 jaar voor de pensioenrichtleeftijd.
Rooster- en ploegendienst
Opbouw vakantie-uren
De medewerker bouwt 80% van het voltijdsrecht aan vakantie-uren op. Hierdoor behoudt de medewerker hetzelfde aantal weken aan vrije dagen.
2. Inkomen
Xxxxxxx, dertiende maand, vakantietoeslag, persoonlijk budget, substitutieregeling en bijdrage levensloop Indien de medewerker aan de 00-00-000 regeling deelneemt, ontvangt de medewerker 90% van het tot dan geldende inkomen. Onder inkomen wordt verstaan: het maandsalaris, het vakantiegeld, de
dertiende maand, het persoonlijk budget,
de substitutieregeling en de bijdrage levensloop.
Meerwerk
Bij gebruikmaking van de 00-00-000 regeling wordt meerwerk toeslag vergoed op basis van de meerwerkregeling. Deze vergoeding is gerelateerd aan het (ongewijzigde) uurloon.
BO toeslag
De medewerker ontvangt 90% van de voltijds BO toeslag.
ANouw onregelmatigheidstoeslag
Bijlage 3: Overgangsmaatregelen |
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
De aNouw van onregelmatigheidstoeslagen betreft nominale bedragen. Indien de medewerker gebruik
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
maakt van de 00-00-000 regeling worden de afgesproken aNouwbedragen niet aangepast.
Carrièrewending
De aNouw van salaris in het kader van een carrière- wending betreft nominale bedragen. Indien de medewerker gebruik maakt van de 00-00-000 regeling worden de afgesproken aNouwbedragen niet aangepast.
Ziekte
De medewerker die gebruikmaakt van de 00-00-000 regeling en ziek wordt, ontvangt in het eerste jaar van arbeidsgeschiktheid hetzelfde inkomen alsof de medewerker (gebruik makend van de 00-00-000 regeling) arbeidsgeschikt zou zijn. Bij het tweede jaar van ziekte wordt het inkomen van de medewerker, conform het huidige beleid, naar rato gekort.
Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid tijdens re-integratie geldt naar rato hetzelfde.
Jubileumuitkering
Indien de medewerker van de 00-00-000 regeling gebruik maakt, wordt de jubileumuitkering gebaseerd op het feitelijk genoten inkomen (90%) ten tijde van de jubileumdatum.
Einde dienstverband uitkering, uitkering bij overlijden en uitkering bij ongevallen.
Indien een medewerker gebruik maakt van de
00-00-000 regeling wordt de einde dienstverband
7G uitkering, uitkering bij overlijden of uitkering bij
ongevallen gebaseerd op het feitelijk inkomen (90%) op de betreffende peildatum. Bij de uitkering bij ongevallen blijft de minimum drempel ongewijzigd.
3. Pensioenopbouw
Indien de medewerker gebruik maakt van de
00-00-000 regeling blijft de pensioenopbouw gelijk aan de opbouw direct voorafgaand aan het ingaan van de 00-00-000 regeling. In het tweede jaar van arbeidsongeschiktheid wordt de pensioenopbouw aangepast conform het kortingspercentage op het salaris. (Dit is gelijk aan de situatie voor medewerkers die niet van de 00-00-000 regeling gebruik maken.)
Eigen bijdrage pensioen
De eigen pensioenbijdrage voor de medewerker bedraagt 100% van de voltijdsbijdrage.
4. Aanvulling regeling met tijd of geld
De medewerker die gebruik maakt van de 00-00-000 regeling kan de gewerkte tijd verder inkorten door gespaarde verlof uren op te nemen. Het opnemen van dit verlof gaat in overleg met de manager.
De medewerker die van de 00-00-000 regeling gebruik maakt kan binnen de bestaande regeling vakantie-uren verkopen te verdere aanvulling van het inkomen.
De medewerker die gebruik maakt van de 00-00-000 regeling en pre pensioenrechten heeft, is verplicht het pre pensioen uit te laten keren voor het percentage
van het aantal uren dat de medewerker feitelijk minder werkt.
5. Algemeen
Bij kennelijke onredelijke uitwerking van de regeling kan van het bovenstaande, binnen de geldende (belasting)wetgeving afgeweken worden.
De regeling wordt conform het bovenstaande uitgevoerd zolang de regeling voldoet aan
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
de belastingwetgeving. Bij wijziging van de belastingwetgeving treden partijen in overleg over de wijze waarop de regeling wordt aangepast.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage 9: Regeling Bedrijfs-aow
Inleiding
In verband met een tijdelijke vrijstelling op grond van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen,
betalen werkgevers geen heffing over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) tot een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW. Voorwaarde hiervoor is dat uitdiensttreding plaatsvindt in de
drie jaar direct voorafgaande aan de AOW-leeftijd.
Artikel 2 - Uitdiensttreding
2.1 Werknemer geeft aan zijn manager aan dat hij/ zij gebruik wil maken van de Regeling Bedrijfs- aow. Werkgever verstrekt aan Werknemer de standaard vaststellingsovereenkomst waarin Werknemer verklaart dat het initiatief tot
het opzeggen van het dienstverband bij de Werknemer ligt.
2.2 De Uitdiensttredingsdatum ligt op of na 1 januari
Artikel 3 - Compensatie
3.1 De hoogte van de totale (cumulatieve) compensatie (hierna: RVU-uitkering) hangt af van de lengte van de periode vanaf het moment van uitdiensttreding tot de AOW-datum, met een maximum van 3G maanden.
3.2 Het totaalbedrag wordt vastgesteld op basis van het alsdan geldende bedrag aan AOWG x het
Werknemers krijgen bij vervroegde uitdiensttreding zo 2022 en voor 1 juli 2023 en maximaal 3G maanden
als het ware eerder AOW, die wordt betaald door de werkgever. De versoepeling van de RVU heeft als doel werknemers die niet langer kunnen doorwerken tot aan de AOW-leeftijd tijdelijk de mogelijkheid te bieden om eerder te stoppen met werken. DNB is in de cao 2021-2023 met de vakbonden overeengekomen dat deze mogelijkheid per 1 januari 2022 tot en met 30 juni 2023 wordt opengesteld voor haar medewerkers.
Daarbij gelden de navolgende voorwaarden en is deelname op basis van vrijwilligheid.
Voorwaarden
Artikel 1 - Looptijd
Deze regeling gaat in op 1 januari 2022 en loopt tot en met 30 juni 2023, dat wil zeggen dat bij gebruikmaking van de regeling, het dienstverband van de werknemer moet eindigen op of na 1 januari 2022 en voor 1 juli 2023.
77 De uiterste AOW-ingangsdatum is derhalve 30 juni 202G.
voor de voor de werknemer geldende AOW- leeftijd.
2.3 Uitdiensttreding in combinatie met de Regeling Bedrijfs-aow kan alleen per de 1e (eerste) of de 15e (vijftiende) van de maand.
2.4 De regeling dient als compensatie voor eerder stoppen met werken, de werknemer zal na uitdiensttreding dan ook niet elders in loondienst gaan, in ieder geval tot aan het bereiken van de voor hem/haar geldende AOW-leeftijd.
2.5 Om in aanmerking te komen voor de Regeling Bedrijfs-aow dient werknemer minimaal vijf jaar in dienst van DNB te zijn.
2.G Werknemers van wie de uitdienstdatum vóór 1 januari 2022 ligt en van wie de
uitdiensttredingsdatum ook al is aangevraagd én aanvaard kunnen géén aanspraak maken op de regeling.
G In 2021 is het bedrag vastgesteld op €1.847 per maand (€ 22.1G4 bruto per jaar). Dit bedrag (RVU-drempelvrijstelling) wordt jaarlijks bekendgemaakt via de bijstellingsregeling directe belastingen die eind december gepubliceerd wordt in de Staatscourant. Bij de berekening wordt telkens uitgegaan van de
RVU-drempelvrijstelling geldend op het moment van uitdiensttreding, danwel
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
-indien dat bedrag op het moment van berekening nog niet bekend is- het bedrag geldend op het moment waarop de berekening aan medewerker wordt verstrekt.
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
aantal maanden van uitdiensttreding tot aan de AOW-datum en bedraagt nooit meer dan is toegestaan onder de vrijstellingsregeling.
3.3 Het netto equivalent van de totale vergoeding wordt binnen twee maanden na de einddatum van het dienstverband in één keer op het bij DNB bekende bankrekeningnummer van werknemer gestort.
3.4 De hoogte van de RVU-uitkering is onafhankelijk van de deeltijdfactor van de werknemer.
Artikel 4 - Samenloop en onvoorzien
4.1 Samenloop van de RVU-uitkering met andere beëindigingsvergoedingen7 en/of een WW- uitkering is niet mogelijk.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
Bijlage 7: Model arbeidsovereenkomsten |
4.2 Het is niet mogelijk om voorafgaand aan de uitdiensttredingsdatum met gebruikmaking van de Bedrijfs-aow een periode met onbetaald verlof te gaan.
4.3 Over bijzondere situaties waarin deze regeling niet voorziet, beslist het afdelingshoofd HR.
7 Met uitzondering van de uitkering bij einde dienstverband zoals beschreven in artikel G.9 van de DNB CAO.
78
Tijd
Waardering
Duurzame inzetbaarheid
Gezondheid
Pensioen en einde dienstverband
Begrippenlijst
Voorwoord
Inhoud
Bijlagen
Bijlage 10: Kwalitatieve cao-afspraken (bij cao 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023)
Aandacht van DNB voor toegenomen werkdruk DNB en de vakbonden signaleren een toegenomen werkdruk en hiervoor is aandacht binnen DNB. DNB zal naar aanleiding van de uitkomsten uit het
Medewerkers onderzoek 2021 een plan schrijven voor te nemen maatregelen om de werkdruk te reguleren om zo afdelingen en divisies in staat te stellen om gericht verbeteringen door te voeren.
Bijlage G: Regeling nettoverzekering partner- en wezenpensioen |
79