Voorwaarden & Normen 2020-1, geldig vanaf 1 januari 2020
Voorwaarden &
Normen
2020-1
Voorwaarden & Normen 2020-1, geldig vanaf 1 januari 2020
1
Voorwaarden en normen 2020-1, geldig vanaf 1 januari 2020
INHOUDSOPGAVE
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR BORGTOCHT 2020-1 4
ARTIKEL A1 Reikwijdte borgtocht 6
ARTIKEL A2 Voorwaarden borgtocht 6
ARTIKEL A3 Borgtochtbepaling 7
ARTIKEL A4 Meldingsplicht geldverstrekker 7
ARTIKEL A5 Betaling borgtochtprovisie 8
ARTIKEL A7 Vergelijking gegevens 8
ARTIKEL A8 Uitwisseling gegevens 8
ARTIKEL B1 Ontslag uit aansprakelijkheid 9
ARTIKEL B2 Wijziging of vervanging lening 9
ARTIKEL B3 Geen vrijgeven zekerheid 9
ARTIKEL B4 Depotverplichting 9
ARTIKEL B5 Tijdelijke verhuur 10
ARTIKEL B6 Voorkomen verkoop c.q. verliesbeperking 10
ARTIKEL B7 Woonlastenfaciliteit (WLF); aanvullende borgtocht 10
ARTIKEL B8 Dreigende gedwongen verkoop met verlies 11
ARTIKEL B9 Onderhandse verkoop 11
ARTIKEL B9A Gedwongen onderhandse verkoop 11
ARTIKEL B10 Executoriale verkoop 11
ARTIKEL B11 Indiening verzoek tot betaling verlies 11
ARTIKEL B11A Inning (restant)vordering 11
ARTIKEL B12 Bepaling verlies 12
ARTIKEL B13 Melding algehele aflossing 12
ARTIKEL B14 Meldingsverplichtingen / toestemmingsvereisten 12
ARTIKEL B15 Verkoop binnen 6 maanden na aankoop 13
ARTIKEL B16 Contact door de stichting 13
ARTIKEL C1 Toepassing beheercriteria 14
ARTIKEL C3 Toegestane financieringslast 14
ARTIKEL C5 Overige financiële verplichtingen 14
ARTIKEL C6 Financieringslast 15
ARTIKEL D1 Mededeling normen, algemene voorwaarden voor borgtocht en algemene
voorwaarden inzake de uitwisseling van gegevens 16
ARTIKEL D2 Ingangsdatum/toepasselijkheid 16
1.6 Gemiddelde koopsom en kostengrenzen 18
1.10 Energiebesparende voorzieningen en energiebespaarbudget 20
2.2 Aankoop bestaande woning 22
2.3 Aankoop nieuwbouwwoning 23
2.4 Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw 23
2.6 Aankoop woonwagenstandplaats 24
3.1 Oversluiten van NHG naar NHG 25
3.2 Oversluiten van niet-NHG naar NHG 26
3.4 Toegestane kosten bij oversluiten of aanvullende lening 27
4.2 Omvang restschuldfinanciering 28
4.3 Toepassing restschuldfinanciering 28
4.4 Reikwijdte borgstelling 28
4.7 Melden restschuldfinanciering 28
5.4 Verplichte extra aflossing 29
6.1 Inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd op basis
van een werkgeversverklaring 30
6.2 Inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd op basis
van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst 30
6.3 Inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie 31
6.4 Inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf 31
6.5 Inkomen uit (sociale) uitkering 31
7.2 Belastingplichtig in het buitenland 33
7.3 Aftrek overige financiële verplichtingen 34
7.6 Financieringslast bij het treffen van energiebesparende voorzieningen 34
7.7 Niet fiscaal aftrekbare rente 35
7.9 Gewogen gemiddelde rente 35
7.10 Toetsing woonwagen en/of woonwagenstandplaats 35
8.1 Aankoop woning bij pensioen 36
8.2 Aankoop woning bij naderend pensioen 36
BIJLAGE 1 - FINANCIERINGSLASTTABELLEN BEHEERCRITERIA 37
BIJLAGE 2 - FINANCIERINGSLASTTABELLEN ACCEPTATIECRITERIA 59
BIJLAGE 3 – CHECKLIST DOSSIER 71
BIJLAGE 4 – MODEL - BOUWKUNDIG RAPPORT NATIONALE HYPOTHEEK GARANTIE 73
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR BORGTOCHT 2020-1 DEEL 1: DEFINITIES
a. Stichting:
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage.
b. Nationale Hypotheek Garantie:
publicitaire naam van de door de stichting verstrekte borgtocht.
c. Woning:
1. een in het Europese deel van Nederland gelegen voor permanente bewoning bestemd en geschikt of geschikt te maken en als hoofdverblijf dienend gebouw of een gedeelte daarvan, vrij van huur(koop) en/of (vrucht)gebruik van de woning;
2. de bij dat gebouw behorende grond;
3. een in het Europese deel van Nederland gelegen woonwagen voor permanente bewoning bestemd en geschikt of geschikt te maken en als hoofdverblijf dienend – niet zijnde een woonwagen met een eigen aandrijving of een woonwagen die ingevolge de Wegenverkeerswet zonder ontheffing over een weg mag worden voortbewogen – of woonwagenstandplaats die blijkens het bestemmingsplan is gelegen op een woonwagencentrum en dat niet is aangewezen om te worden opgeheven.
d. Verkrijgen in eigendom:
1. het verwerven van de eigendom;
2. het vergroten van een aandeel in de eigendom;
3. het verkrijgen van een recht van opstal, een recht van erfpacht of een appartementsrecht.
e. Kwaliteitsverbetering:
het treffen van voorzieningen in verband met herstel van achterstallig onderhoud, verbetering en/of uitbreiding van de woning, waarbij de voorzieningen volgens verkeersopvatting onderdeel gaan uitmaken van de woning of zodanig met de woning worden verbonden dat zij daarvan niet kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan de woning of de voorzieningen.
f. Energiebesparende voorzieningen:
een HR ketel, gevel-, dak-, leiding- vloerisolatie, HR++ (of hoger) beglazing, energiezuinige kozijnen en/of deuren en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen, energiezuinige ventilatie inclusief hoog rendement ventilatoren, een warmtepomp, warmteterugwinning, een zonneboiler, zonnecellen of een combinatie hiervan.
g. Energiebespaarbudget:
een budget voor het treffen van energiebesparende voorzieningen waarbij het op de datum bindend aanbod nog niet vast staat welke voorzieningen worden getroffen.
h. Nul-op-de-Meter-woning:
Een woning waarvan de ingaande en uitgaande energiestromen voor gebouwgebonden energie bij een normaal leefpatroon op jaarbasis gelijk zijn aan of lager zijn dan nul en met een additionele energieopwekkingscapaciteit voor gebruikersgebonden energie van ten minste:
1. 3.150 kWh indien het een vrijstaande of half vrijstaande woning betreft;
2. 2.700 kWh indien het een rijwoning betreft; of
3. 1.780 kWh indien het een appartement betreft.
i. Waarde van de woning:
1. bestaande woning:
de marktwaarde vrij van huur en gebruik (eventueel na verbouwing) blijkens het taxatierapport;
2. nieuwbouwwoning:
de koop-/aannemingssom dan wel de kosten volgens de begroting van een bouwkundig bedrijf, eventueel (indien en voor zover niet begrepen onder de koop-/aannemingssom) vermeerderd met:
a. de kosten van de grond;
b. de kosten van meerwerk en/of de kosten van energiebesparende voorzieningen;
c. bouwrente;
x. xxxxxxxxxxxx tijdens de bouwperiode;
e. de kosten van aansluiting op de nutsvoorzieningen;
f. de kosten van de bouw;
verminderd met de kosten van minderwerk.
j. Bestaande eigenwoningschuld:
de eigenwoningschuld van een geldnemer als bedoeld in artikel 10 bis 1 Wet IB 2001.
k. Aanvrager:
degene die om verstrekking van een Nationale Hypotheek Garantie verzoekt.
l. Geldnemer:
iedere natuurlijke persoon, ten behoeve van wie een borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW van de stichting tot stand is gekomen tot zekerheid voor de nakoming van zijn betalingsverplichtingen, voortvloeiend uit (een) lening(en).
m. Geldverstrekker:
degene met wie de stichting een standaardovereenkomst van borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW ter zake van leningen aan geldnemers heeft gesloten.
n. Aanvraagdatum:
datum waarop de aanvraag is ingediend.
o. Aanvraag:
Het verzoek aan de geldverstrekker tot het verstrekken van een lening. Uit de aanvraag dient in ieder geval te blijken:
naam, adres en woonplaats van de aanvrager(s);
het onderpand waarvoor de lening wordt aangevraagd; de naam van de geldverstrekker;
aanvraagdatum.
p. Datum bindend aanbod:
datum waarop het bindend aanbod van de lening aan de aanvrager(s) is uitgebracht.
q. Lening:
één (of meer) geldlening(en), waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, aangegaan door één (of meer) geldnemer(s) met een geldverstrekker.
r. Fiscale lening:
één (of meer) lening(en) waarvan de rente op grond van de Wet IB 2001 volledig fiscaal aftrekbaar is en waarvoor de stichting zich geen borg heeft gesteld.
s. Relatiebeëindiging:
echtscheiding, beëindiging van een geregistreerd partnerschap of beëindiging van een duurzaam samenwonen.
t. Statuten:
de statuten van de stichting.
u. Normen:
de uniforme en objectieve Normen als bedoeld in Artikel 8, lid 1, onder b. van de statuten.
v. Taxateur:
een persoon die als taxateur is ingeschreven in een door de stichting erkend register.
w. Borgtochtprovisie:
de door (een) geldnemer(s) aan de stichting verschuldigde vergoeding voor het verstrekken van een borgtocht.
x. Levensverzekering:
een overeenkomst van levensverzekering, waarvan de rechten door de verzekeringnemer aan de geldverstrekker zijn verpand tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van een geldnemer uit één (of meer) lening(en).
y. Beleggingsovereenkomst:
een overeenkomst op grond waarvan de geldnemer verplicht is beleggingen in aandelen, obligaties, beleggingsfondsen en/of andere effecten te doen en welke beleggingen zijn verpand aan de geldverstrekker tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van de geldnemer uit één (of meer) lening(en).
z. Spaarrekening Eigen Woning:
een spaarrekening conform de fiscale regeling op grond waarvan de geldnemer verplicht is te sparen en welke spaartegoeden zijn verpand aan de geldverstrekker tot zekerheid voor de nakoming van de verplichtingen van de geldnemer uit één (of meer) lening(en).
aa. Opbouwproduct
een tot zekerheid voor aflossing van de lening meeverbonden levensverzekering, beleggingsovereenkomst of Spaarrekening Xxxxx Xxxxxx.
bb. Gedwongen onderhandse verkoop:
een onderhandse verkoop van de woning vanwege tekortkoming(en) door de geldnemer(s) in de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van de lening;
cc. Executoriale verkoop:
een verkoop als bedoeld in Artikel 3:268 en/of in Artikel 3:248 van het Burgerlijk Wetboek. dd. Datum van verkoop:
1. bij een executoriale verkoop: de datum waarop bij de veiling de afslag plaatsvindt;
2. bij een (gedwongen) onderhandse verkoop: de datum waarop de notariële akte van levering wordt getekend. ee. Financieringslast:
het berekende bedrag aan rente en aflossing op basis van annuïteiten met een maandelijkse betaling achteraf, vermeerderd met het bedrag van de erfpachtcanon.
ff. Restantschuld:
de nog niet afgeloste hoofdsom van één (of meer) lening(en) verminderd met de (afkoop)waarde van het opbouwproduct.
gg. Maandlast:
Het bedrag aan rente en aflossing en/of de inleg van een opbouwproduct dat maandelijks verschuldigd is uit hoofde van de lening, vermeerderd met het bedrag van de erfpachtcanon. Indien de inleg van een opbouwproduct periodiek verschuldigd is over een langere termijn dan een maand, dient deze inleg te worden herberekend naar een maandelijks bedrag.
hh. Senior:
Iedere aanvrager die op de datum bindend aanbod de AOW-leeftijd heeft bereikt of deze binnen 10 jaar bereikt.
ARTIKEL A1 Reikwijdte borgtocht
1. De borgtocht in de zin van artikel 7:850 BW, strekt tot zekerheid voor de betaling van de vordering die de geldverstrekker uit hoofde van (een) lening(en) op de geldnemer heeft op de datum van verkoop van de woning, met dien verstande dat het bedrag dat de stichting onder de borgtocht aan de geldverstrekker zal betalen nooit meer zal zijn dan het verlies zoals bepaald krachtens Artikel B13.
2.a Het bedrag van de borgtocht ter zake van de hoofdsom van (een) lening(en) vermindert maandelijks. Deze vermindering is – ongeacht de leningsvorm – ten minste gelijk aan het bedrag aan aflossing, begrepen in de betaling van rente en aflossing van de lening(en) op basis van annuïteiten met betaling maandelijks achteraf, waarbij de lening(en) na maximaal dertig jaar geheel is (zijn) afgelost.
2.b Als rente voor de berekening van de annuïteit wordt gehanteerd de nominale rente(s), die de geldverstrekker en de geldnemer gedurende de looptijd daarvan voor de lening(en) zijn overeengekomen.
2.c Ontvangen betalingen worden toegewezen aan de oudste openstaande termijn.
Geen vermindering vindt meer plaats vanaf het moment dat de eerste volledige maandtermijn niet meer is voldaan, rekening houdende met het vorengestelde in dit lid.
3. Indien een borgtocht strekt tot zekerheid voor (een) lening(en), verstrekt aan eenzelfde geldnemer(s) en ten behoeve van dezelfde woning, bestemd ter algehele aflossing van (een) lening(en) waarvoor door de stichting reeds eerder een borgtocht was verleend, zoals bedoeld in Norm 3.1.2, dan:
a. wordt de maximale periode zoals bedoeld in lid 2a van dit artikel verminderd met de looptijd van de eerder verleende borgtocht; en
b. is het bedrag van de borgtocht voor de nieuwe lening niet hoger dan de restantschuld van de oorspronkelijke lening en eventueel vermeerderd met bijkomende kosten in verband met het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport, aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale xxxxxx(en) en/of financiering. Het bedrag van de borgtocht vermindert maandelijks. Deze vermindering is – ongeacht de leningsvorm – ten minste gelijk aan het bedrag aan aflossing, begrepen in de betaling van rente en aflossing van de lening(en) op basis van annuïteiten met betaling maandelijks achteraf. Hierbij is (zijn) de lening(en) na maximaal de periode als bepaald onder lid 3.a van dit Artikel afgelost, met dien verstande dat het verlies nooit meer zal bedragen dan het verlies zoals bepaald in Artikel B13.
4. Indien een lening is verstrekt, die mede was bestemd ter algehele aflossing van de bestaande hypothecaire lening(en) zoals bedoeld in Norm 3, is het gestelde in lid 2 a. tot en met c. van toepassing.
ARTIKEL A2 Voorwaarden borgtocht
De stichting is alleen borg indien:
1. een eerste hypotheek en/of eerste pandrecht ten behoeve van de geldverstrekker op de woning is gevestigd, onder de voorwaarde dat de opbrengst bij uitwinning in de eerste plaats wordt aangewend voor de betaling van al hetgeen de geldverstrekker uit hoofde van de lening(en) van de geldnemer te vorderen heeft;
2. ingeval op grond van de Normen of door overname van een door SVn reeds verstrekte Starterslening een aanvullende lening is verstrekt:
c. deze aanvullende lening is verstrekt door de geldverstrekker die schuldeiser is ten aanzien van de vordering(en) uit hoofde van de bestaande lening(en) onder verband van eerste hypotheek en/of eerste pandrecht op de woning;
b. een eerste dan wel tweede hypotheek en/of een eerste dan wel tweede pandrecht ten behoeve van de geldverstrekker op de woning is gevestigd, onder de voorwaarde dat de opbrengst bij uitwinning in de eerste plaats – behoudens hetgeen de geldverstrekker te vorderen heeft uit hoofde van de (restantschuld van de) lening(en), onder verband van eerste hypotheek en/of eerste pandrecht, die bestaat (bestaan) op het moment van offreren van de aanvullende lening – wordt aangewend voor de betaling van al hetgeen de geldverstrekker uit hoofde van de aanvullende lening van de geldnemer te vorderen heeft;
3. in de hypotheekakte respectievelijk pandakte bedongen is dat de woning niet mag worden verhuurd, niet in huurkoop mag worden verkocht of onder welke titel ook aan derden ter beschikking mag worden gesteld, tenzij met schriftelijke toestemming van de geldverstrekker;
4. de geldverstrekker de geldnemer er schriftelijk toe heeft verplicht dat de woning bij een verzekeringsmaatschappij die op grond van de Wet op het financieel toezicht in Nederland het schadeverzekeringsbedrijf mag uitoefenen, op basis van herbouwwaarde verzekerd wordt en blijft tegen brand- en stormschade en dat de premies van de verzekering stipt op tijd worden voldaan;
5. op de datum bindend aanbod is voldaan aan de Normen die van toepassing zijn op deze datum;
6. de xxxxxx luidt in euro’s.
ARTIKEL A3 Borgtochtbepaling
1. De geldverstrekker dient in de overeenkomst waarin de lening is vastgelegd clausules van de volgende strekking op te nemen:
a. a.“De lening is verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Dit betekent dat de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen, statutair gevestigd in ’s-Gravenhage, borg staat voor de terugbetaling van de lening van de geldnemer aan de geldverstrekker. Het gaat om een borgstelling in de zin van artikel 7:850 Burgerlijk Wetboek.“;
b. “Kan de klant de lening na verkoop van de woning niet aan de geldverstrekker terugbetalen? Dan betaalt de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen de lening als borg aan de geldverstrekker terug als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Daarnaast kan NHG onder opschortende voorwaarde(n) zijn verstrekt. Onder f. staat wat er dan voor de klant geldt.”;
c. "De klant is ervan op de hoogte dat de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen alle informatie en documenten krijgt van de geldverstrekker die met de lening en de daarvoor gestelde zekerheden te maken hebben. De klant heeft de privacyverklaring van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen gelezen. De privacyverklaring staat op xxx.xxx.xx/xxxxxxx."
d. “Heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen de lening of een deel van de lening als borg terugbetaald aan de geldverstrekker? Dan heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen een vordering op de klant op grond van artikel 7:866 Burgerlijk Wetboek. Dit houdt in dat de klant dit bedrag aan de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen moet terugbetalen.
De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen is in principe bereid om dit bedrag niet bij de klant op te eisen. Dit houdt in dat de klant het bedrag niet hoeft terug te betalen indien de klant naar het oordeel van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen voldoet aan alle voorwaarden die hieronder staan (de zogeheten kwijtscheldingsregeling):
1. de klant kon de lening echt niet betalen en de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen vindt de reden hiervan ‘te goeder trouw’; en
2. de klant heeft ‘volledig meegewerkt’ om de lening zo goed mogelijk terug te betalen en om tot een zo hoog mogelijke opbrengst van de woning te komen.
Heeft of had de klant genoeg inkomen, spaargeld of ander vermogen om de lening helemaal of voor een deel terug te betalen? Dan moet de klant meebetalen aan het bedrag dat de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen aan de geldverstrekker heeft betaald. De klant moet dat bedrag dan helemaal of voor een deel betalen aan de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen.”;
e. "Heeft de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen besloten dat de klant voldoet aan de voorwaarden die hierboven bij c. staan? En moet de klant nog een deel van de lening aan de geldverstrekker terugbetalen? Dan hoeft de klant het gedeelte van de vordering, die is ontstaan door één of meer van de situaties die hieronder staan, niet te betalen aan de geldverstrekker:
2. De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen heeft de geldverstrekker niet of niet volledig betaald, omdat de geldverstrekker een eigen risico van 10% heeft.
3. De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen heeft de geldverstrekker niet of niet volledig betaald, omdat er een verschil is tussen de hypotheekvorm van de lening en een annuïteitenhypotheek waarbij de lening in 30 jaar wordt terugbetaald.”;
f. “De klant weet dat NHG onder opschortende voorwaarde(n) kan zijn verstrekt. Dit betekent dat NHG pas geldt vanaf het moment dat aan de opschortende voorwaarde(n) is (zijn) voldaan. De klant is zich ervan bewust dat de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen de lening niet aan de geldverstrekker terugbetaalt, zolang nog niet aan deze voorwaarde(n) is (zijn) voldaan. Is nog niet voldaan aan de opschortende voorwaarde(n)? Dan geldt niet wat hierboven bij d. en e. staat.”.
2. De Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen mag van de geldverstrekker eisen dat de geldverstrekker zich houdt aan wat hierboven bij 1. e. staat.
ARTIKEL A4 Meldingsplicht geldverstrekker
1. De geldverstrekker dient binnen 14 dagen na het verstrekken van een lening daarvan mededeling te doen aan de stichting.
2. De mededeling dient te geschieden overeenkomstig de door de stichting vastgestelde wijze zoals kenbaar gemaakt aan de geldverstrekker.
3. Als de financiering van een nieuwbouwwoning aan de stichting is gemeld onder vermelding van bouwplan en nummer in plaats van straatnaam en huisnummer, dient de geldverstrekker binnen 3 maanden na verhuizing van de aanvrager(s) naar de nieuwbouwwoning het definitieve adres door te geven aan de stichting.
ARTIKEL A5 Betaling borgtochtprovisie
1. De geldverstrekker draagt zorg voor de inning van de borgtochtprovisie uiterlijk op de dag van het verstrekken van de lening.
2. De geldverstrekker verleent de stichting machtiging tot incasso ten laste van een rekening bij een kredietinstelling in Nederland van een bedrag gelijk aan de bedoelde borgtochtprovisie.
3. Incasso door de stichting van het onder lid 2 bedoelde bedrag geldt als bevestiging van registratie van de borgtocht door de stichting.
ARTIKEL A6 Dossiervorming
1. De geldverstrekker is verplicht ten behoeve van iedere lening gedurende de looptijd van de lening een dossier aan te houden. In dat dossier dienen alle gegevens en bescheiden te worden opgenomen die van belang zijn voor de beoordeling door de stichting of de geldverstrekker de op de datum bindend aanbod van de lening geldende Normen en Algemene Voorwaarden voor Borgtocht in acht heeft genomen.
2. Het dossier dient in ieder geval de documenten conform Bijlage 2 te bevatten.
3. Indien de stichting zulks verzoekt, is de geldverstrekker verplicht het volledige dossier aan de stichting:
a. ter controle ter beschikking te stellen;
b. te verstrekken, indien de geldverstrekker de stichting verzoekt haar verplichtingen uit de borgtocht na te komen, xxxxx mede in verband met het regresrecht van de stichting.
ARTIKEL A7 Vergelijking gegevens
2. De gegevens van de geldverstrekker worden vergeleken met de gegevens van de stichting.
3. De geldverstrekker wordt binnen één maand geïnformeerd omtrent de uitkomst van de vergelijking van de gegevens.
4. De geldverstrekker is verplicht opvolging te geven aan de uitkomsten van de vergelijking van de gegevens om zodoende te borgen dat de stichting weer over juiste gegevens beschikt.
ARTIKEL A8 Uitwisseling gegevens
De Algemene voorwaarden inzake de uitwisseling van gegevens zijn van toepassing op alle gegevens die tussen geldverstrekker en de stichting in het kader van de overeenkomst van borgtocht worden uitgewisseld.
ARTIKEL B1 Ontslag uit aansprakelijkheid
1. Bij relatiebeëindiging is de geldverstrekker bevoegd, met behoud van de rechten uit de borgtocht, één van de geldnemers uit de aansprakelijkheid voor de lening te ontslaan onder uitdrukkelijke opschortende voorwaarde dat de ontslagen geldnemer geen (mede-)eigenaar (meer) is van de woning die als zekerheid verbonden is voor de lening waarop het ontslag betrekking heeft en dat de ontslagen geldnemer die woning duurzaam heeft verlaten.
2. Ontslag van één van de geldnemers uit de aansprakelijkheid voor de lening is uitsluitend toegestaan indien op het moment van toetsen geen sprake is van actuele betalingsachterstanden op de hypotheek en/of op overige financiële verplichtingen en het inkomen van de overblijvende geldnemer toereikend is om aan de op dat moment geldende Normen te voldoen (zie ook Artikel B7). In dit verband is de geldverstrekker verplicht conform Norm 1.13 een opgave van de geregistreerde kredieten op te vragen bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. Eventuele 2-codering(en) die blijkens de opgave van het BKR is/zijn hersteld of afgelost dient/dienen buiten beschouwing te worden gelaten.
Indien wel sprake is van actuele betalingsachterstanden op de hypotheek en/of op overige financiële verplichtingen is ontslag uit de aansprakelijkheid uitsluitend mogelijk na schriftelijke toestemming van de stichting.
3. Indien ontslag uit aansprakelijkheid zoals bedoeld in dit artikel niet mogelijk is, is het de geldverstrekker toegestaan een nieuwe geldnemer toe te voegen, mits wordt voldaan aan de op dat moment geldende Normenen de nieuwe geldnemer tevens eigenaar, hoofdelijk schuldenaar en bewoner wordt. Het gestelde in lid 2 is van overeenkomstige toepassing.
4. Het ontslag uit de aansprakelijkheid en/of de toevoeging van een nieuwe geldnemer dient binnen 30 dagen te worden gemeld aan de stichting; er is geen borgtochtprovisie verschuldigd.
5. Ontslag van één van de geldnemers uit de aansprakelijkheid van de lening, zonder dat er sprake is van het beëindigen van het duurzame samenlevingsverband in de woning, is uitsluitend toegestaan in verband met het ondernemerschap van de ontslagen geldnemer. Dit onder uitdrukkelijke opschortende voorwaarde dat de ontslagen geldnemer geen (mede-)eigenaar (meer) is van de woning die als zekerheid verbonden is voor de lening waarop het ontslag betrekking heeft. Daarnaast dient de geldverstrekker te waarborgen dat de ontslagen geldnemer geen gebruik kan maken van huurbescherming (of daarmee vergelijkbare bescherming) bij eventuele verkoop van de woning.
ARTIKEL B2 Wijziging of vervanging lening
1. De geldverstrekker is bevoegd met de geldnemer een wijziging van de voorwaarden van de lening of een vervanging van de lening overeen te komen.
2. Uitsluitend indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie definities van de Algemene Voorwaarden 2020-1) is het toegestaan tijdens de looptijd de lening(en) geheel dan wel gedeeltelijk aflossingsvrij te maken, met inachtneming van Artikel B3, onder de voorwaarde dat het totale aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de oorspronkelijke waarde van de woning. Het aflossingsvrije gedeelte mag uitsluitend betrekking hebben op het gedeelte van de bestaande eigenwoningschuld.
3. Het is de geldverstrekker toegestaan het opbouwproduct om te zetten indien dit leidt tot verbetering van de individuele klantsituatie. Indien noodzakelijk mag hierbij lid 2 van dit artikel buiten beschouwing worden gelaten.
4. Indien het vrijgeven van het opbouwproduct noodzakelijk is vanwege relatiebeëindiging geldt dat de opgebouwde waarde van het opbouwproduct wordt aangewend om de bestaande eigenwoningschuld te verlagen voordat de verdeling plaatsvindt.
5. Het is de geldverstrekker toegestaan de bestaande verplichte verpanding van de overlijdensrisicoverzekering te laten vervallen.
6. De borgtocht strekt niet verder dan de oorspronkelijke borgtocht.
7. De geldverstrekker is bevoegd aan de geldnemer aanvullende financieringen te verstrekken, mits hij daarbij rekening houdt met de belangen van de stichting. De geldverstrekker dient dat bij een verzoek tot betaling van een verlies aannemelijk te maken. Indien de aanvullende financiering heeft plaatsgevonden conform de reguliere normen ter zake van de desbetreffende geldverstrekker, wordt geacht hieraan te zijn voldaan.
8. Een melding aan de stichting is niet nodig; er is geen borgtochtprovisie verschuldigd.
ARTIKEL B3 Geen vrijgeven zekerheid
1. De geldverstrekker zal geen voor de lening verplicht bedongen zekerheid als bedoeld in Artikel A2, vrijwillig vrijgeven indien de vorderingen uit de lening niet volledig zijn voldaan, tenzij met voorafgaande schriftelijke toestemming van de stichting. De stichting kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
2. Het is de geldverstrekker toegestaan gedeeltelijk royement te verlenen onder de voorwaarde dat de lening wordt afgelost met het bedrag van de door een taxateur vastgestelde marktwaarde vrij van huur en gebruik van het te royeren gedeelte.
ARTIKEL B4 Depotverplichting
1. Indien sprake is van een depotverplichting in verband met nieuwbouw, kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen dan wel energiebespaarbudget, mag de geldverstrekker niet eerder overgaan tot uitbetaling van de gelden in depot dan dat op basis van nota’s waarvan de datum in ieder geval na de aanvraagdatum van de hypothecaire geldlening ligt, aannemelijk is gemaakt dat de kosten zijn gemaakt.
2. Indien na voltooiing van de woning c.q. werkzaamheden een saldo in depot overblijft, dient dit saldo te worden aangewend als extra aflossing op de lening.
ARTIKEL B5 Tijdelijke verhuur
1. Het is de geldverstrekker toegestaan tijdens de looptijd van de lening waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, toestemming te verlenen de woning tijdelijk te verhuren indien sprake is van:
a. tijdelijke tewerkstelling elders door de werkgever en een geldnemer die dientengevolge niet in staat is de woning zelf te bewonen, mits de huurovereenkomst niet langer wordt aangegaan dan de tewerkstelling duurt met een maximum van 36 maanden; of
b. dubbele woonlasten voortvloeiend uit de aankoop van een opvolgende woning en een eerdere woning die nog niet is verkocht mits de gemeente conform de Leegstandwet hiertoe een vergunning heeft verleend aan de geldnemer; of
c. samenwoning in de in eigendom zijnde woning van de partner mits de gemeente conform de Leegstandwet hiertoe een vergunning heeft verleend aan de geldnemer.
Zowel voor lid a., b. als voor lid c. geldt dat:
1. in de huurovereenkomst dient te zijn vastgelegd dat na afloop van de overeengekomen termijn de woning wordt ontruimd;
2. de verschuldigde huurpenningen worden verpand of gecedeerd aan de geldverstrekker;
3. de verschuldigde huurpenningen worden aangewend ter betaling van het bedrag dat maandelijks aan rente en aflossing verschuldigd is uit hoofde van de lening.
2. Bij opvolgende verzoeken tot tijdelijke verhuur van de woning of bij een andere reden voor tijdelijke verhuur dan vermeld in lid 1 van dit Artikel, is de voorafgaande toestemming van de stichting benodigd. De stichting kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
ARTIKEL B6 Voorkomen verkoop c.q. verliesbeperking
1. Indien – als gevolg van relatiebeëindiging, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en/of overlijden van de partner – sprake is van een dreigende verkoop, dient de geldverstrekker een toets uit te voeren om vast te stellen of de lening voor de geldnemer(s) betaalbaar is op basis van het (de) inkomen(s) en/of door inbreng van vermogen. De geldverstrekker dient de toets hiervoor uit te voeren met inachtneming van de Beheercriteria (zie Deel 4: Beheercriteria). Indien de uitkomst van de in lid 1 van dit artikel genoemde toets negatief is, meldt de geldverstrekker dit aan de stichting.
2. De stichting doet naar aanleiding van de in het vorige lid genoemde melding onderzoek naar de mogelijkheden tot woningbehoud en/of verliesbeperking aan de hand van door de stichting vast te stellen voorwaarden. De geldverstrekker dient medewerking te verlenen aan het door de stichting te verrichten onderzoek naar mogelijkheden tot woningbehoud en/of verliesbeperking.
3. De geldverstrekker dient zich maximaal en aantoonbaar in te spannen voor het voorkomen van een verkoop met verlies en het beperken van de schade.
ARTIKEL B7 Woonlastenfaciliteit (WLF); aanvullende borgtocht
1. Indien sprake is van een betalingsachterstand op een lening waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, kan de geldverstrekker van de stichting eenmalig een aanvullende borgtocht verkrijgen voor een betalingsachterstand op deze lening, onder de voorwaarden dat:
a. de betalingsachterstand op de lening het gevolg is van werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, relatiebeëindiging of overlijden van de partner;
b. de geldnemer(s) naar draagkracht een bijdrage lever(t)(en) aan de woonlasten. Deze bijdrage is minimaal gelijk aan de financieringslast welke behoort bij het op dat moment van toepassing zijnde toetsinkomen (zie financieringslasttabellen Beheercriteria). Overige betalingsverplichtingen, voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten, dienen in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast;
c. de eigen bijdrage van de geldnemer(s) in de financieringslast als eerste wordt aangewend ter betaling van de premie van de eventueel meeverbonden opbouwproduct;
d. het in de hypotheekakte vermelde totaalbedrag (van geldlening, rente, boete, kosten en overige vorderingen) voldoende ruimte biedt voor toepassing van de WLF;
e. de geldverstrekker de toepassing van WLF meldt met een code HY 5 bij het BKR.
2. Voor de aanvullende borgtocht geldt, dat:
a. het bedrag van de aanvullende borgtocht ter zake niet vermindert. Artikel A1 lid 2.a tot en met 2.c is in dit verband niet van toepassing;
b. de looptijd van de borgtocht gelijk is aan de restantlooptijd van de borgtocht voor de bestaande NHG-lening. Indien sprake is van meerdere leningen waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, geldt de langste restantlooptijd;
c. deze maximaal 9% van de NHG-lening bedraagt.
3. In bijzondere gevallen kan de stichting afwijkingen van de in dit Artikel genoemde voorwaarden toestaan (zie Norm 1.2).
4. De terugbetalingsregeling van de betalingsachterstand vindt plaats op basis van afspraken zoals deze worden vastgelegd tussen de geldverstrekker en geldnemer(s).
5. Bij een eventuele verliesdeclaratie worden de oorspronkelijke borgtocht en de aanvullende borgtocht afzonderlijk beoordeeld.
6. De geldverstrekker dient de toepassing van de WLF aan de stichting te melden binnen 30 dagen na toepassing. Voor de toepassing van de WLF is geen borgtochtprovisie verschuldigd.
ARTIKEL B8 Dreigende gedwongen verkoop met verlies
1. Indien sprake is van een dreigende gedwongen verkoop met verlies, dient de geldverstrekker zich maximaal en aantoonbaar in te spannen voor het voorkomen van deze verkoop en het beperken van het verlies en te handelen met inachtneming van de alsdan geldende Gedragslijn Intensief Beheer.
2. Indien sprake is van betalingsachterstand(en) van 3 volle maandtermijnen of meer is de geldverstrekker verplicht dit te melden conform de alsdan geldende Gedragslijn Intensief Beheer.
ARTIKEL B9 Onderhandse verkoop
1. Indien de geldverstrekker vaststelt dat de opbrengst van de woning bij een onderhandse verkoop onvoldoende is om daaruit de vorderingen uit hoofde van de lening te voldoen, dient vóór de verkoop van de woning de marktwaarde vrij van huur en gebruik te worden vastgesteld op basis van een taxatierapport dat is uitgebracht door tussenkomst van een gecertificeerd validatie-instituut (zie Norm 1.7).
2. Indien de opbrengst van de woning bij een onderhandse verkoop onvoldoende is om daaruit de vorderingen uit hoofde van de lening te voldoen en sprake is van een eindbod lager dan 95% van de marktwaarde vrij van huur en gebruik, mag de geldverstrekker pas tot acceptatie van het bod overgaan na toestemming van de stichting.
ARTIKEL B9A Gedwongen onderhandse verkoop
a. Indien sprake is van een gedwongen onderhandse verkoop met verlies dient de geldverstrekker zich maximaal en aantoonbaar in te spannen voor het beperken van het verlies en te handelen met inachtneming van de alsdan geldende Gedragslijn Intensief Beheer;
b. De geldverstrekker mag pas tot gedwongen onderhandse verkoop van de woning overgaan na schriftelijke toestemming van de stichting.
ARTIKEL B10 Executoriale verkoop
1. De geldverstrekker dient zich maximaal en aantoonbaar in te spannen voor het beperken van het verlies en te handelen met inachtneming van de alsdan geldende Gedragslijn Intensief Beheer.
2. De geldverstrekker mag pas tot executoriale verkoop van de woning overgaan na schriftelijke toestemming van de stichting.
ARTIKEL B11 Indiening verzoek tot betaling verlies
1. De geldverstrekker is verplicht binnen één maand na ontvangst van de opbrengst van de voor de terugbetaling van de lening gestelde zekerheden of van de gedwongen onderhandse verkoop van de woning schriftelijk een verzoek tot betaling van het verlies in te dienen bij de stichting. Het verzoek tot betaling dient te geschieden door indiening van het declaratieformulier via xxxx.xxx.xx, welke door de geldverstrekker volledig en naar waarheid is ingevuld alsmede de daarbij behorende documenten.
2. Mits de geldverstrekker aan de stichting tijdig alle voor de beoordeling van het verlies relevante informatie heeft verstrekt, zal de stichting binnen twee maanden na ontvangst van een verzoek tot betaling van het verlies overgaan. Bij betaling na twee maanden is de stichting over de periode vanaf het tijdstip liggende twee maanden na de datum van ontvangst van het verzoek tot betaling tot op de dag van betaling de wettelijke rente over het bedrag van het verlies verschuldigd, tenzij de oorzaak van de niet tijdige betaling aan de geldverstrekker is toe te rekenen.
3. De stichting is niet gehouden tot betaling van het (gehele) verlies indien de geldverstrekker de door de stichting vastgestelde Normen, die gelden op het moment van offreren c.q datum bindend aanbod van de lening(en) of de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht niet in acht heeft genomen tenzij niet-betaling onredelijk of onbillijk zou zijn jegens de geldverstrekker.
ARTIKEL B11A Inning (restant)vordering
1. Indien de geldverstrekker een verzoek tot betaling van verlies heeft ingediend bij de stichting, zal de stichting beslissen of naar haar oordeel de geldnemer wel of niet heeft voldaan aan de voorwaarden genoemd in Artikel A3 lid 1 sub c.
2. De stichting zal haar in lid 1 genoemde beslissing schriftelijk kenbaar maken aan de geldverstrekker.
3. Indien de geldnemer naar het oordeel van de stichting niet heeft voldaan aan de voorwaarden als genoemd in Artikel A3 lid 1 sub c., dan is de geldverstrekker gerechtigd over te gaan tot invordering van zijn (restant)vordering op de geldnemer overeenkomstig zijn eigen beleid ter zake.
4. Indien de geldnemer naar het oordeel van de stichting wel heeft voldaan aan de voorwaarden als genoemd in Artikel A3 lid 1 sub c., dan is de geldverstrekker niet gerechtigd over te gaan tot invordering van zijn (restant)vordering op de geldnemer, voor zover die (restant)vordering door de stichting niet aan de geldverstrekker is betaald, omdat:
a. de stichting daar krachtens Artikel B12 lid 3 niet toe is gehouden;
b. die betrekking heeft op het 10% eigen risico dat krachtens Artikel B13 lid 2 niet door de stichting aan de geldverstrekker wordt vergoed; en/of
c. die krachtens Artikel B13 lid 1 sub a. niet tot de restantschuld behoort.
5. Indien de geldverstrekker het niet eens is met de beslissing van de stichting, dan dient de geldverstrekker binnen zes weken na dagtekening (zie lid 2) zijn bezwaren kenbaar te maken aan de stichting.
ARTIKEL B12 Bepaling verlies
1. Tot het verlies worden gerekend:
a. de restantschuld te bepalen met inachtneming van het gestelde in Artikel A1;
b. de achterstallige rente;
c. de rente wegens te late betaling van rente en aflossing, over ten hoogste 12 maanden na het begin van het ontstaan van de betalingsachterstand;
d. door de geldverstrekker betaalde premies van verzekeringen tegen brand- en stormschade aan de woning indien de geldnemer in verzuim is met de betaling van dergelijke premies;
e. door de geldverstrekker bij dreigende gedwongen onderhandse of executoriale verkoop van de woning betaalde premies van een door de geldnemer gesloten opbouwproduct indien de geldnemer in verzuim is met de betaling van deze premies en voor zover betaling daarvan van belang is ter beperking van verhaalmogelijkheden en/of het verlies;
f. kosten van dringend onderhoud en herstel;
g. bij executoriale verkoop: de kosten, die zijn gemaakt voor de veilingbiljetten, het kadastraal onderzoek, de oproeper, de zaalhuur, de inzetpremie (onder welke benaming dan ook), griffierechten, procureurskosten;
h. eventuele andere kosten, die ertoe strekken een gedwongen onderhandse verkoop van de woning mogelijk te maken in geval van faillissement, surseance van betaling en bij een wettelijke schuldsaneringsregeling, indien daardoor een per saldo lager verlies is te verwachten dan bij executoriale verkoop en welke kosten niet de afkoop van vorderingen van derden betreffen;
i. de kosten van één taxatie, of, indien de president van de rechtbank tot een recenter opgemaakt taxatierapport heeft verplicht: de kosten van twee taxaties;
j. de kosten van het in de openbare registers doorhalen van de inschrijving van de hypotheek;
k. de gerechtskosten voor zover die rechtstreeks verband houden met de uitwinning;
l. de achterstallige bijdragen aan de Vereniging van Eigenaren met inachtneming van het gestelde in de alsdan geldende Gedragslijn Intensief Beheer;
m. de achterstallige canonverplichtingen;
n. de verschuldigde Onroerendezaakbelasting, Xxxxxxxxxxxx en Waterschapslasten;
o. overige kosten die worden gemaakt ter beperking van het verlies, voor zover de beperkende werking hiervan kan worden aangetoond overeenkomstig het vergoedingenoverzicht in de alsdan geldende Gedragslijn Intensief Beheer; en in het verlies is in geen geval begrepen de boete die eventueel verschuldigd is bij vervroegde algehele aflossing van de lening.
2. Op de som van lid 1 wordt 10% in mindering gebracht.
3. Indien de borgtocht waarop het verlies betrekking heeft, is gegeven krachtens Artikel B4 voor de aflossing van (een) (gezamenlijke) lening(en), mits voor (elk van) die (gezamenlijke) lening(en) vóór 1 januari 2014 de oorspronkelijke offerte is uitgebracht, is lid 2 niet van toepassing.
ARTIKEL B13 Melding algehele aflossing
1. De geldverstrekker is verplicht aan de stichting melding te maken van (een) gewaarborgde lening(en) die is (zijn) afgelost, binnen 3 maanden na aflossing van de lening(en).
2. De melding dient het bij de automatische incasso van de borgtochtprovisie toegekende garantienummer en de NAW-gegevens te bevatten.
ARTIKEL B14 Meldingsverplichtingen / toestemmingsvereisten
1. Indien bij het verzoek tot betaling van het verlies blijkt dat de geldverstrekker de in artikel A4, lid 1 en 2 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht verplichte melding niet heeft gedaan, zal de stichting het op basis van artikel B13 vastgestelde verlies niet uitkeren.
2. Indien bij het verzoek tot betaling van het verlies blijkt dat de geldverstrekker de in de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht en/of de in de Gedragslijn Intensief Beheer vastgelegde meldingsverplichtingen niet is nagekomen, vermindert de stichting het op basis van Artikel B13 vastgestelde verlies per niet nagekomen verplichting met een bedrag ter grootte van 10% van het door de stichting op basis van Artikel B13 vastgestelde verlies.
3. Indien bij het verzoek tot betaling van het verlies blijkt dat de geldverstrekker de in Artikel B12 lid 1 vastgelegde indieningstermijn heeft overschreden, vermindert de stichting het op basis van Artikel B13 vastgestelde verlies, voor elke maand dat deze termijn is overschreden, met een bedrag ter grootte van 10% van het door de stichting op basis van Artikel B13 vastgestelde verlies.
4. Indien bij het verzoek tot betaling van het verlies blijkt dat de geldverstrekker de in de artikelen X00, X00X en B11 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht vereiste toestemming niet heeft gekregen van de stichting, vermindert de stichting het op basis van artikel B13 vastgestelde verlies met een bedrag ter grootte van 10% van het door de stichting op basis van Artikel B13 vastgestelde verlies.
5. Het recht van de stichting om aanspraak te maken op boetes als vermeld in de leden 2, 3 en 4 van dit artikel, laat onverlet het recht van de stichting op vergoeding van de schade voor zover deze voormelde boete(s) te boven gaat.
ARTIKEL B15 Verkoop binnen 6 maanden na aankoop
1. De geldverstrekker is, in geval van verkoop van de woning binnen 6 maanden na aankoop, verplicht bij een onderhandse executoriale verkoop dan wel gedwongen onderhandse verkoop of openbare executoriale verkoop in de koopovereenkomst respectievelijk in de veilingvoorwaarden clausules van de volgende strekking op te (doen) nemen:
“Voor de berekening van de overdrachtsbelasting wordt een beroep gedaan op vermindering van de grondslagwaarde, omdat de verkoper of zijn rechtsvoorganger(s) het verkochte heeft verkregen binnen zes maanden voor de levering aan koper. Xxxxx keert aan verkoper het verschil uit tussen het bedrag dat aan overdrachtsbelasting verschuldigd zou zijn zonder vorenbedoelde vermindering en het werkelijke aan overdrachtsbelasting verschuldigd bedrag.”
ARTIKEL B16 Contact door de stichting
Het is de stichting toegestaan met de geldverstrekker en geldnemer in contact te treden indien de stichting dit in het kader van de door haar verstrekte borgtocht nuttig, wenselijk en/of noodzakelijk acht.
ARTIKEL C1 Toepassing beheercriteria
In situaties waarbij sprake is van een dreigende verkoop, zijn, ter beoordeling of de toegestane financieringslast voldoende is om de financieringslast te betalen, de beheercriteria in dit deel van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht van toepassing. De Normen 2020-1 zijn niet van toepassing tenzij hiernaar in dit deel van de Algemene voorwaarden voor Borgtocht wordt verwezen.
ARTIKEL C2 Toetsing
1. Beoordeeld wordt of de toegestane financieringslast voldoende is om de financieringslast te betalen.
2. De toegestane financieringslast en de financieringslast worden op maandbasis bepaald op de wijze zoals in de navolgende Artikelen gesteld.
ARTIKEL C3 Toegestane financieringslast
1. De toegestane financieringslast wordt vastgesteld aan de hand van het toetsinkomen en de bij het toetsinkomen behorende financieringslastpercentage Beheer. Norm 7.2 en/of Norm 7.7 zijn hierbij van toepassing.
2. Het toetsinkomen wordt vastgesteld conform Norm 6 met in achtneming van Artikel C4.
3. In beheersituaties dient de geldverstrekker het financieringslastpercentage uit de financieringslasttabellen Beheer voor de van toepassing zijnde situatie te hanteren. In geval van relatiebeëindiging dient de geldverstrekker uit te gaan van de situatie die van toepassing is na het effectueren van de relatiebeëindiging.
4. Indien sprake is van meerdere geldnemers met inkomen wordt rekening gehouden met het gezamenlijke inkomen en wordt het financieringslastpercentage uit de financieringslasttabellen Beheer gehanteerd dat behoort bij het totale gezamenlijke toetsinkomen na vermindering van de eventueel te betalen partneralimentatie.
5. Indien sprake is van een situatie waarbij sprake is van een huishouden met 2 kinderen met een (gezamenlijk) toetsinkomen tot € 25.000,- of een huishouden met 3 of meer kinderen met een (gezamenlijk) toetsinkomen tot
€ 30.000,- is het noodzakelijk om te bezien of voor de basisuitgaven van het gezin - naast de financieringslast(en) - voldoende financiële ruimte is, aangezien deze inkomensgroepen financieel extra kwetsbaar zijn.
ARTIKEL C4 Toetsinkomen
1. Het toetsinkomen dient te worden vastgesteld conform Norm 6 met inachtneming van het gestelde in dit Artikel en Artikel C2.
2. Indien sprake is van inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd met of zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, tenzij:
- de werkgever heeft aangekondigd dat het dienstverband niet wordt verlengd, of
- de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst minder dan 2 maanden bedraagt.
3. Indien het inkomen niet vastgesteld kan worden conform lid 2, dan mag het inkomen bepaald worden als of er sprake is van inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie en wordt als toetsinkomen gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tenzij het inkomen uit het laatste jaar hoger is dan het gemiddelde inkomen. In dat geval wordt het inkomen uit het laatste jaar als toetsinkomen gehanteerd.
4. Indien sprake is van een perspectiefverklaring mag, in afwijking van het gestelde onder lid 3, het inkomen wordengehanteerd conform Norm 6.3.5.
5. Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht en mits geen sprake is van een recente of te verwachten inkomensdaling. Indien sprake is van een recente of te verwachten inkomensstijging, kan het inkomen ook worden bepaald op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst, mits dit leidt tot woningbehoud.
6. Indien sprake is van inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf, dient het toetsinkomen te worden vastgesteld door middel van een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4.1.
7. Indien sprake is van inkomen uit een (sociale) uitkering die niet blijvend van aard is, wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd, mits voor minimaal 3 jaar zekerheid bestaat over de hoogte van de uitkering.
8. Indien sprake is van inkomen dat wordt verkregen uit partneralimentatie ten gunste van de aanvrager wordt dit inkomen als toetsinkomen gehanteerd mits de aanvrager nog minimaal 3 jaar recht heeft op de alimentatie. Voorwaarde hierbij is dat de alimentatieontvangst schriftelijk is overeengekomen.
9. Bij het vaststellen van het toetsinkomen geldt dat het inkomen uit naderend pensioen buiten beschouwing wordt gelaten, tenzij de geldnemer binnen 3 jaar de pensioengerechtigde leeftijd zal bereiken. In dat geval wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.
ARTIKEL C5 Overige financiële verplichtingen
De maandlast uit overige betalingsverplichtingen wordt in mindering gebracht op de toegestane financieringslast. Als maandlast wordt beschouwd de werkelijke betalingsverplichting op maandbasis uit de desbetreffende overeenkomst. Indien sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan dienen deze buiten beschouwing te worden gelaten, voor zover op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting.
ARTIKEL C6 Financieringslast
1. Bij de bepaling van de financieringslast dient rekening te worden gehouden met de maandlast bepaald op de wijze zoals in de navolgende Artikelen wordt gesteld.
2. Bij de bepaling van de maandlast uit hoofde van de lening dient te worden uitgegaan van de laagst mogelijke maandlast op basis van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Hierbij is Norm 5.1.4 van toepassing en indien dit noodzakelijk is voor de verlaging van de maandlast dient eventueel vermogen (zie Artikel C8) of de waarde van een opbouwproduct op de hoofdsom in mindering te worden gebracht.
3. Indien sprake is van subsidiebijdragen wordt het bedrag van de bijdrage in mindering gebracht op de maandlast volgens dit Artikel.
ARTIKEL C7 Toetsrente
1. Als toetsrente voor de bepaling van de maandlast(en) uit hoofde van de lening, wordt de van toepassing zijnde hypotheekrente gehanteerd mits de resterende rentevastperiode 3 jaar of langer is. Indien de resterende rentevastperiode korter is dan 3 jaar, dient te worden uitgegaan van de rente die door de geldverstrekker wordt gehanteerd bij NHG-leningen met een 3 jaar rentevastperiode tenzij de van toepassing zijnde rente hoger is. Indien de geldverstrekker ten aanzien van NHG-leningen geen 3 jaar vast rentepercentage hanteert, dient te worden gehanteerd de rente van de eerst volgende rentevastperiode van de geldverstrekker bij NHG-leningen tenzij de van toepassing zijnde rente hoger is.
2. Indien de hoofdsom van de lening bestaat uit meerdere leningdelen, dient van ieder leningdeel afzonderlijk de toetsrente, op basis van lid 1, te worden gehanteerd.
3. Indien de geldnemer personeelskorting krijgt op de hypotheekrente omdat de geldverstrekker tevens de werkgever is, dient rekening te worden gehouden met deze rentekorting.
ARTIKEL C8 Vermogen
1. Onder vermogen wordt verstaan de som van:
a. spaargelden;
b. beleggingen;
c. onroerende goederen (niet zijnde de hoofdwoning).
2. Bij de bepaling van het vermogen volgens lid 1 wordt 1,7% van de laatst bekende WOZ-waarde van de hoofdwoning buiten beschouwing gelaten vermeerderd met een bedrag van € 3.550,- per geldnemer.
ARTIKEL C9 Erfpachtcanon
1. Bij de bepaling van de financieringslast dient rekening te worden gehouden met de erfpachtcanon op maandbasis.
2. Indien sprake is van indexering of stijging van de erfpachtcanon binnen 3 jaar, dient rekening te worden gehouden met de hogere erfpachtcanon.
ARTIKEL C10 BKR-toets
De geldverstrekker is verplicht conform Norm 1.13 een opgave van de geregistreerde kredieten op te vragen bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel. Eventuele 2-codering(en) die blijkens de opgaven van het BKR is/zijn hersteld of afgelost dient/dienen buiten beschouwing te worden gelaten.
ARTIKEL D1 Mededeling normen, algemene voorwaarden voor borgtocht en algemene voorwaarden inzake de uitwisseling van gegevens
1. De stichting zal de geldverstrekkers met wie zij een standaardovereenkomst van borgtocht heeft gesloten, schriftelijk in kennis stellen van:
a. de Normen en wijzigingen daarvan;
b. de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht en wijzigingen daarvan;
c. de Gedragslijn Intensief Beheer en de wijzigingen daarvan;
d. de door de geldverstrekker te gebruiken formulieren;
e. de Algemene voorwaarden inzake de uitwisseling van gegevens en wijzigingen daarvan;
2. De stichting is gerechtigd de Normen, de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht, de Gedragslijn Intensief Beheer, formulieren en/of de Algemene voorwaarden inzake de uitwisseling van gegevens eenzijdig aan te passen en de geldverstrekker is daaraan gebonden, zij het dat aanpassingen die terugwerkende kracht hebben en/of betrekking hebben op borgtochten voor geldleningen waarvoor vóór de in Artikel D2 genoemde ingangsdatum de offerte of bindend aanbod is uitgebracht, beperkt zullen zijn tot aanpassing van Deel 4 (Beheercriteria) van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht.
3. Wijzigingen van de Normen, de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht, de Gedragslijn Intensief Beheer, de Gedragslijn Restantvorderingen en de formulieren treden niet eerder in werking dan op een datum die ten minste twee maanden later zal liggen dan i) de datum van toezending daarvan aan de geldverstrekkers, welke toezending ook per email kan geschieden of ii) de datum van de algemene aankondiging op de website van de stichting met daarbij vermeld de nieuwe Normen, Algemene Voorwaarden voor Borgtocht, Gedragslijn Intensief Beheer en/of Gedragslijn Restantvorderingen.
4. Wijzigingen of aanvullingen van de Algemene voorwaarden inzake de uitwisseling van gegevens treden in werking met ingang van de datum die vermeld staat in de daartoe strekkende kennisgeving.
ARTIKEL D2 Ingangsdatum/toepasselijkheid
Deze Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1 treden in werking op 1 januari 2020. De Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1 treden per genoemde datum in de plaats van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2018-2. De Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1 zijn van toepassing op borgtochten, waaronder borgtochten verleend onder (een) opschortende voorwaarde(n), voor geldleningen waarvoor vanaf 1 januari 2020 een bindend aanbod is uitgebracht. Dit geldt niet voor Deel 4 (Beheercriteria);Deel 4 is met ingang van 1 januari 2020 met terugwerkende kracht van toepassing en wordt geacht deel uit te maken van de overeenkomst tussen de geldverstrekker en de stichting en is van toepassing op alle borgtochten voor geldleningen welke voor 1 januari 2020 zijn verstrekt en op borgtochten voor geldleningen waarvoor vóór 1 januari 2020 het bindend aanbod is uitgebracht.
1. ALGEMEEN
1.1 Normen
1.1.1 In de Normen 2020-1 worden dezelfde definities gehanteerd als in de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1, tenzij anders is aangegeven.
1.1.2 Om in aanmerking te komen voor een Nationale Hypotheek Garantie dient:
a. De datum bindend aanbod voor de geldlening op of na 1 januari 2020 te liggen; en
b. op de datum bindend aanbod te zijn voldaan aan de Normen 2020-1.
1.1.3 Aan de geldverstrekkers met wie de stichting een standaardovereenkomst van borgtocht heeft afgesloten, verleent de stichting:
a. machtiging om op grond van de Normen 2020-1 namens de stichting beslissingen te nemen op aanvragen voor Nationale Hypotheek Garantie;
b. machtiging om namens de stichting de door geldnemers aan de stichting verschuldigde vergoedingen voor borgtochten (borgtochtprovisie) te innen.
De beslissingsbevoegde organen van genoemde geldverstrekkers zijn bevoegd van de onder a. respectievelijk onder b. verleende bevoegdheden, submachtiging te verlenen.
1.1.4 De geldverstrekker vergewist zich van de juistheid van de informatie en documentatie die benodigd is voor het verkrijgen van Nationale Hypotheek Garantie. Nadat de juistheid van de documenten is vastgesteld, is het de geldverstrekker toegestaan de documenten digitaal vast te leggen.
1.1.5 Daar waar een handtekening van de geldnemer(s) is/zijn benodigd is een digitale handtekening toegestaan.
1.1.6 De geldverstrekker is verantwoordelijk voor de toetsing of op de datum bindend aanbod is voldaan aan de Normen 2020-1.
1.1.7 Bij verstrekking van Nationale Hypotheek Garantie dienen in het bindend aanbod de volledige clausules van Artikel A3 lid 1 en 2 te zijn opgenomen.
1.1.8 Bij verstrekking van Nationale Hypotheek Garantie onder opschortende voorwaarde(n) dient (dienen) de van toepassing zijnde opschortende voorwaarde(n) te worden benoemd in het bindend aanbod;
1.2 Hardheidsclausule
1.2.1 De stichting kan in zeer uitzonderlijke gevallen afwijking toestaan van de Normen 2020-1 indien de gevolgen van handhaving ervan naar het oordeel van de stichting voor de aanvrager(s) onevenredige gevolgen zou hebben in verhouding tot het te dienen doel.
1.2.2 Een beroep op de hardheidsclausule kan door of namens de aanvrager(s) worden gedaan door middel van een gemotiveerd schriftelijk verzoek hiertoe, gericht aan de stichting.
1.3 Schuldenaarschap
1.3.1 Iedere aanvrager van wie het inkomen noodzakelijk is voor het verkrijgen van een Nationale Hypotheek Garantie, dient naast eigenaar-bewoner van de woning ook hoofdelijk schuldenaar te worden (zijn) van de lening.
1.3.2 Iemand die (mede-)eigenaar van de woning wordt (is), dient ook hoofdelijk schuldenaar en bewoner te worden (zijn).
1.3.3 Indien iemand die geen eigenaar van de woning wordt (is), maar wel bewoner en geheel of gedeeltelijk schuldenaar wordt (is) voor de lening, wordt hiermee voor de beoordeling van de Nationale Hypotheek Garantie geen rekening gehouden, met uitzondering van Norm 1.13 en 1.14.
1.3.4 Een constructie waarbij een derde (geen eigenaar-bewoner) borg wil staan voor de lening of voor een gedeelte daarvan, is niet toegestaan.
1.4 Identiteitsbewijs
1.4.1 Iedere aanvrager dient een geldig identiteitsbewijs te overleggen waaruit de nationaliteit blijkt.
1.4.2 Een aanvrager wiens inkomen benodigd is voor het verkrijgen van een Nationale Hypotheek Garantie dient te beschikken over:
a. de Nederlandse nationaliteit; of
b. de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie of over de nationaliteit van Zwitserland,
IJsland, Noorwegen of Liechtenstein; of
c. een andere nationaliteit dan genoemd in Norm 1.4.2 a. of b. en blijkens een door de Immigratie- en Naturalisatiedienst afgegeven vreemdelingendocument of in het paspoort aangebrachte sticker, waaruit blijkt dat sprake is van:
- een verblijfsvergunning in Nederland voor onbepaalde tijd, of
- een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen , of
- een document “Duurzaam verblijf burgers van de Unie”, of
- een verblijfsvergunning in Nederland voor een verblijfsdoel dat niet tijdelijk is in de zin van artikel
3.5 van het Vreemdelingenbesluit.
1.4.3 Indien sprake is van meerdere aanvragers en één van de aanvragers voldoet niet aan Norm 1.4.2, dan kan deze mede-aanvrager die hieraan niet voldoet volstaan met een door de Immigratie- en Naturalisatiedienst afgegeven vreemdelingendocument of in het paspoort aangebrachte sticker waaruit blijkt dat sprake is van een verblijfsvergunning in Nederland voor bepaalde tijd indien:
a. de andere aanvrager volledig voldoet aan de Normen van de Nationale Hypotheek Garantie en
b. het inkomen van de mede-aanvrager die niet voldoet, niet benodigd is voor het verkrijgen van een Nationale Hypotheek Garantie.
1.5 Borgtochtprovisie
1.5.1 De door de geldnemer te betalen borgtochtprovisie bedraagt 0,7% van de lening.
1.5.2. Bij het (gedeeltelijk) vervallen van de borgtocht vindt geen (gedeeltelijke) restitutie van de betaalde borgtochtprovisie plaats.
1.5.3. Indien sprake is van opgebouwde waarde zoals bedoeld in Norm 7.4 ten behoeve van een meeverbonden opbouwproduct, die tegelijk met het afsluiten van de lening plaatsvindt, wordt de borgtochtprovisie berekend over de lening, verminderd met het bedrag van de opgebouwde waarde.
1.6 Gemiddelde koopsom en kostengrenzen
1.6.1 De gemiddelde koopsomen en kostengrenzen zijn als volgt vastgesteld:
a. De gemiddelde koopsom voor woningen bedraagt € 310.000,-;
b. De kostengrens voor bestaande woningen zonder energiebesparende voorzieningen bedraagt
€ 310.000,-;
c. De kostengrens voor bestaande woningen met energiebesparende voorzieningen bedraagt € 328.600,-;
d. De kostengrens voor nieuwbouwwoningen bedraagt € 310.000,-;
e. De kostengrens voor nieuwbouwwoningen met aanvullende energiebesparende voorzieningen bedraagt
€ 328.600,-;
1.6.2 De kostengrens voor woonwagens bedraagt € 140.000,-.
1.6.3 De kostengrens voor woonwagenstandplaatsen bedraagt € 51.000,-.
1.7 Taxatierapport
1.7.1 De marktwaarde vrij van huur en gebruik van een bestaande woning dient te blijken uit een taxatierapport dat is uitgebracht door tussenkomst van een gecertificeerd validatie-instituut. Indien sprake is van kwaliteitsverbetering (zie Norm 1.9) en/of het treffen van energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.10) aan de woning, dient tevens de marktwaarde vrij van huur en gebruik na verbouwing uit dit taxatierapport te blijken. De certificering van het validatie-instituut dient te zijn geregistreerd bij de Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs.
1.7.2 Het taxatierapport mag op de datum bindend aanbod van de lening niet ouder zijn dan 6 maanden gerekend vanaf de waardepeildatum.
1.7.3 Degene die het taxatierapport opmaakt, mag op geen enkele wijze direct of indirect betrokken zijn bij de koop, verkoop, bemiddeling of financiering met geldnemer/koper, verkoper, bemiddelaar of geldverstrekker.
1.7.4 De geldverstrekker dient zich op basis van de inhoud van het taxatierapport en de daarbij behorende bijlagen, te vergewissen van de juistheid van de voor de lening relevante gegevens.
1.7.5 De geldverstrekker is verplicht in het hypotheekdossier op te nemen:
a. een afschrift van het taxatierapport inclusief bijlagen; of
b. indien het taxatierapport digitaal wordt aangeleverd, het document waaruit de van toepassing zijnde unieke code blijkt.
1.7.6 Bij verkoop van een complex bestaande woningen (verkoop huurwoningen) mag een taxatierapport voor het gehele complex worden uitgebracht, onder de voorwaarde dat in het taxatierapport expliciet is aangegeven voor welke woningen het rapport geldt. Indien sprake is van verschillen in waarde dan wel verschillen in achterstallig onderhoud en/of kwaliteitsverbetering, dienen in het taxatierapport de in dit verband relevante gegevens per woning te zijn aangegeven.
1.7.7 Nationale Hypotheek Garantie is niet mogelijk indien uit het taxatierapport blijkt dat sprake is van een sloop-
/handhavenafweging.
1.8 Bouwkundig rapport
1.8.1 Bij aankoop van een bestaande woning dient een bouwkundig rapport te worden opgemaakt, indien uit het taxatierapport blijkt dat:
a. de kosten van direct noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud naar schatting meer bedragen dan 10% van de marktwaarde vrij van huur en gebruik; of
x. xxxxx xxxxxxxxxx onderzoek aanbeveling verdient.
1.8.2 Het bouwkundig rapport mag op de datum bindend aanbod van de lening niet ouder zijn dan 12 maanden.
1.8.3 De kosten van direct noodzakelijk herstel dienen – ook indien de werkzaamheden in eigen beheer plaats zullen vinden – te worden bepaald op basis van uitvoering door derden.
1.8.4 Het bouwkundig rapport dient te zijn opgemaakt door:
a. de gemeente; of
b. de Vereniging Eigen Huis; of
c. een bouwkundig bedrijf dat als zodanig is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, zoals een architectenbureau, een bouwkundig adviesbureau, een aannemingsbedrijf of een (bouwkundig) schade- expertisebureau.
1.8.5 Indien het bouwkundig rapport wordt opgemaakt door een bouwkundig bedrijf, dient het bouwkundig rapport te worden opgemaakt overeenkomstig het model-bouwkundig rapport Nationale Hypotheek Garantie (zie Bijlage 3).
1.8.6 Degene die het bouwkundig rapport opmaakt, mag op geen enkele wijze direct of indirect betrokken zijn bij de koop, verkoop, bemiddeling of financiering met geldnemer/koper, verkoper, bemiddelaar of geldverstrekker.
1.8.7 Indien sprake is van een verplichting tot het overleggen van een bouwkundig rapport, gelden de daarin vermelde kosten van direct noodzakelijk herstel van achterstallig onderhoud als (onderdeel van) kosten van kwaliteitsverbetering en is de aanvrager verplicht de werkzaamheden uit te (laten) voeren.
1.9 Kwaliteitsverbetering
1.9.1 De kosten van kwaliteitsverbetering dienen te blijken uit:
a. het taxatierapport; en/of
b. het bouwkundig rapport.
1.9.2 Indien uit het taxatierapport blijkt dat sprake is van een aanschrijving van de gemeente tot herstel van achterstallig onderhoud, wordt de aanschrijving van de gemeente gelijk gesteld aan een bouwkundig rapport en is Norm 1.8.7 van toepassing.
1.9.3 Ten aanzien van kwaliteitsverbetering geldt een depotverplichting voor het totale bedrag van de investering (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1).
1.10 Energiebesparende voorzieningen en energiebespaarbudget
1.10.1 De kosten voor het treffen van energiebesparende voorzieningen (zie deel 1: definities van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1) dienen te blijken uit het taxatierapport.
1.10.2 Wanneer er sprake is van aanvullende energiebesparende voorzieningen bij het fiancieren van een nieuwbouwwoning, dan dienen de aanvullende energiebesparende voorzieningen te blijken uit een meerwerkovereenkomst.
Indien er sprake is van een energieneutrale woning of een nul-op-de-meter woning, dan hoeft er geen aanvullende meerwerkovereenkomst aangeleverd te worden.
1.10.3 Indien op de datum van het bindend aanbod nog geen zekerheid bestaat over welke energiebesparende voorzieningen worden getroffen, is het de geldverstrekker toegestaan een energiebespaarbudget (zie deel 1: definities van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1) hiervoor te reserveren zonder dat de verbetering is opgenomen in het taxatierapport.
1.10.4 Ten aanzien van energiebesparende voorzieningen en het energiebespaarbudget geldt een depotverplichting voor het totale bedrag van de investering (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1).
1.11 Erfpachtovereenkomst
1.11.1 Uit de erfpachtovereenkomst dient de (resterende) duur van het recht van erfpacht te blijken.
1.11.2 Indien de erfpachtovereenkomst is gesloten voor 1 januari 1992, mag de (resterende) duur van het recht van erfpacht niet korter zijn dan de helft van de looptijd van de lening, tenzij in de overeenkomst is opgenomen dat het recht van erfpacht na de (resterende) duur onvoorwaardelijk wordt verlengd.
1.12 Opschortende voorwaarden
1.12.1 Nationale Hypotheek Garantie kan uitsluitend worden verstrekt onder opschortende voorwaarde(n) indien sprake is van één of meerdere van de navolgende situaties en voor het overige aan de Normen is voldaan. Het betreft de volgende situaties:
a. feitelijke bewoning van de aangekochte woning is nog niet mogelijk, bijvoorbeeld wanneer de aangekochte nieuwbouwwoning nog niet is opgeleverd;
b. ten behoeve van de financiering van een reeds in eigendom zijnde woning is een garantie (gemeentegarantie dan wel Nationale Hypotheek Garantie) verstrekt, of de financieringslasten van beide woningen tezamen vallen niet binnen de Normen;
c. een ((afkoop)waarde van een) bestaand opbouwproduct ter aflossing van de lening met Nationale Hypotheek Garantie kan ten tijde van het passeren nog niet worden verpand aan de lening omdat deze nog is verpand aan een andere lening;
x. xxxxxxxxx(s) is (zijn) in een echtscheidingsprocedure verwikkeld en de echtscheiding is wel uitgesproken, maar nog niet ingeschreven in de openbare registers;
e. aankoop van een woning ten behoeve van een voorgenomen samenvoeging met een andere woning en een daarmee samenhangende verbouwing tot één woning en de samenvoeging is nog niet gerealiseerd.
1.13 BKR-toets
1.13.1 De geldverstrekker dient van elke aanvrager een opgave van de geregistreerde kredieten op te vragen bij de Stichting Bureau Krediet Registratie (BKR) te Tiel.
1.13.2 Indien een aanvrager thans woonachtig is op Curaçao, Sint Maarten of Bonaire, of woonachtig is in en/of de nationaliteit heeft van België, Duitsland, Oostenrijk of Italië, dient de geldverstrekker tevens door tussenkomst van het BKR in het desbetreffende land een opgave van de geregistreerde kredieten op te vragen. Dit is voor Curaçao, Sint Maarten en Bonaire het Caribbean Credit Bureau (CCB-toetsing), voor België de Nationale Bank België (NBB-toetsing), voor Duitsland Schufa (Schufa-toetsing), voor Oostenrijk bureau KSV (KSV-toetsing), en voor Italië bureau CRIF (CRIF-toetsing).
1.13.3 Een Nationale Hypotheek Garantie wordt (met uitzondering van het gestelde in de Normen 1.13.4, 1.13.5 en 1.13.6) niet verleend indien:
a. uit de werkgeversverklaring of salarisstrook blijkt dat sprake is van loonbeslag en/of looncessie; of
b. uit de opgave van het BKR blijkt dat sprake is van:
- een code 1 tot en met 5; of
- een nog lopende schuldregeling (SR); of
- een A-registratie.
1.13.4 Geen belemmering voor de verstrekking van Nationale Hypotheek Garantie vormen A- of A1-registraties waarbij:
a. blijkens de opgave van het BKR een herstelcode (H) is vermeld;
b. blijkens de opgave van het BKR de desbetreffende lening is afgelost
x. xxxxxxxx een verklaring van de desbetreffende geldverstrekker de achterstanden zijn ingelopen of de lening is afgelost.
d. Lid b en c zijn niet van toepassing indien een hypothecaire geldlening is afgelost vanwege een restschuld op deze lening.
1.13.5 Geen belemmering voor de verstrekking van Nationale Hypotheek Garantie vormen code 2 tot en met 4 indien de betreffende code uiterlijk op de ingangsdatum van de lening door verjaring verdwijnt uit het BKR.
1.13.6 Geen belemmering voor de verstrekking van Nationale Hypotheek Garantie vormen HY 2-, HY 3-,
HYA-, HY A1-, HY A2- of HY A3-registraties met een praktisch laatste aflosdatum in het BKR, indien de aanvrager schriftelijk kan aantonen dat deze registratie het gevolg is van een finale kwijting van de vordering door de stichting (zie deel 1: definities van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1), zonder afkoop- of betalingsregeling.
1.14 SFH-toets
1.14.1 De geldverstrekker dient van elke aanvrager een opgave op te vragen bij de Stichting Fraudebestrijding Hypotheken (SFH).
1.14.2 Een Nationale Hypotheek Garantie wordt niet verleend indien een aanvrager is opgenomen in het SFH- systeem.
2.AANKOOP WONING
2.1 Koopsom
2.1.1 De koopsom of de koop-/aannemingssom van de woning dient te blijken uit een schriftelijke koopovereenkomst of koop-/aannemingsovereenkomst, die is ondertekend door de geldnemer(s)/koper(s) en de verkoper(s).
2.1.2 Indien de woning wordt gekocht op de veiling, dient zowel de koper als de koopsom te blijken uit de veilingakte (akte van gunning). Een acte de command is niet toegestaan.
2.2 Aankoop bestaande woning
2.2.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit:
a. het laagste bedrag van:
- de koopsom kosten koper (exclusief roerende zaken), of
- 97% van de koopsom vrij op naam indien de koopsom vrij op naam is, of
- de marktwaarde vrij van huur en gebruik blijkens een taxatierapport (zie Norm 1.7);
b. kosten van afkoop van toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening;
c. de kosten van kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.8.7, 1.9 en 1.10);
d. een blijkens de koopovereenkomst dan wel afzonderlijke overeenkomst overeengekomen eenmalige storting in een onderhoudsfonds ten behoeve van het (totale) toekomstig onderhoud van de woning;
e. maximaal 6% over de som van a. tot en met d. voor bijkomende kosten.
2.2.2 De uitkomst van Norm 2.2.1 a. mag niet meer bedragen dan de gemiddelde koopsom (zie Norm 1.6.1). De som van Norm 2.2.1 a. tot en met e., mag niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1).
2.2.3 Indien een aanvrager voornemens is de woning aan te kopen via de regioveiling, is het de geldverstrekker toegestaan een bindend aanbod uit te brengen op basis waarvan de notaris ten tijde van de veiling mag aannemen dat de financiële gegoedheid van de aanvrager onvoorwaardelijk is gegarandeerd. Het bindend aanbod mag worden uitgebracht onder de voorwaarde dat:
1. de geldverstrekker ten tijde van het bindend aanbod beschikt over een taxatierapport waaruit de marktwaarde vrij van huur en gebruik blijkt (zie Norm 1.7);
2. het taxatierapport een inpandige taxatie (geen geveltaxatie) is;
3. de zekerheid bestaat dat ten tijde van de veiling de woning leeg en vrij van huur en gebruik is;
4. de aanvrager zelf of namens hem de woning laat aankopen.
De kosten voor het verkrijgen in eigendom bestaan uit:
a. de koopsom conform de veilingakte (akte van gunning);
b. de bijkomende kosten van de veiling conform de van toepassing zijnde veilingvoorwaarden met dien verstande dat kosten van aanschrijving van de gemeente worden beschouwd als kosten voor kwaliteitsverbetering;
c. de kosten voor kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.8.7, 1.9 en 1.10);
d. de kosten voor het verkrijgen van de financiering.
2.2.4 De som van Norm 2.2.3 a. en b. mag niet meer bedragen dan de marktwaarde vrij van huur en gebruik. De som van Norm 2.2.3 a. tot en met d. mag niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1).
2.3 Aankoop nieuwbouwwoning
2.3.2 In de aanhef of titel van de koop-/aannemingsovereenkomst dient de garantie- en waarborgregeling van de instelling aan wie de Stichting GarantieWoning haar keurmerk heeft verleend te zijn opgenomen.
2.3.3 Indien de verkoper van de nieuwbouwwoning een woningcorporatie (zijnde een toegelaten instelling conform de Woningwet) is, kan in plaats van het waarborgcertificaat worden volstaan met een afbouwgarantie van de woningcorporatie, mits de afbouwgarantie is vastgelegd in de koop-
/aannemingsovereenkomst.
2.3.4 De kosten voor het verkrijgen in eigendom is gelijk aan de waarde van de woning (zie deel 1: definities).
2.3.5 De kosten voor het verkrijgen in eigendom mag niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1).
2.3.6 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-
/aannemingssom, dient de som van Norm 2.3.4 te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. De kosten voor de reeds verworven grond tellen uitsluitend mee voor de berekening van de kosten verkrijgen in eigendom en kunnen derhalve niet worden meegefinancierd in de nieuwe lening.
2.3.7 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen.
2.4 Aankoop nieuwbouwwoning gebouwd in eigen beheer of zelfbouw
2.4.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom is gelijk aan de waarde van de woning (zie deel 1: definities).
2.4.2 De kosten voor het verkrijgen in eigendom mogen niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens voor woningen (zie Norm 1.6.1).
2.4.3 Indien de grond reeds in eigendom is en de koopsom hiervan dus geen onderdeel uitmaakt van de koop-
/aannemingssom, dienen de kosten voor het verkrijgen in eigendom te worden vermeerderd met de toenmalige koopsom van de grond conform de notariële akte van levering. De kosten voor de reeds verworven grond tellen uitsluitend mee voor de berekening van de kosten verkrijgen in eigendom en kunnen derhalve niet worden meegefinancierd in de nieuwe lening.
2.4.4 Voor alle meegefinancierde kosten geldt een depotverplichting (zie Artikel B4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1). Indien sprake is van inbreng van eigen middelen, dienen deze als eerste te worden aangewend voor de betaling van de eerste termijnen.
2.4.5 Voor een nieuwbouwwoning die wordt gebouwd in eigen beheer of door middel van zelfbouw is een opschortende voorwaarde van toepassing (zie Norm 1.12.1, sub a).
2.5 Aankoop woonwagen
2.5.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom van een woonwagen bestaan uit:
a. het laagste bedrag van:
- de koopsom (exclusief roerende zaken) of
- aannemingssom, of
- de marktwaarde vrij van huur en gebruik blijkens een taxatierapport voor uitvoering van eventuele verbouwing(en);
b. de kosten van meerwerk of kwaliteitsverbetering (zie Norm 1.9);
c. de kosten van energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.10);
d. maximaal 6% over de som van a. tot en met c. voor bijkomende kosten.
2.5.2 De som van Norm 2.5.1 a. en c. bedraagt maximaal de marktwaarde vrij van huur en gebruik na uitvoering van de verbouwing(en), blijkens een taxatierapport zoals bedoeld in Norm 1.7.
2.5.3 De som van Norm 2.5.1 a. en c. bedraagt maximaal 106% van de marktwaarde vrij van huur en gebruik na uitvoering van de verbouwing(en), blijkens een taxatierapport zoals bedoeld in Norm 1.7.
2.5.4 De som van Norm 2.5.1 a. tot en met d. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woonwagens (zie Norm 1.6.2).
2.6 Aankoop woonwagenstandplaats
2.6.1 De kosten voor het verkrijgen in eigendom van een woonwagenstandplaats bestaan uit:
a. het laagste bedrag van:
- de koopsom (exclusief roerende zaken), of
- de marktwaarde vrij van huur en gebruik blijkens een taxatierapport;
b. maximaal 6% over de som van a. tot en met b. voor bijkomende kosten.
2.6.2 Norm 2.6.1 a. bedraagt maximaal de marktwaarde vrij van huur en gebruik blijkens een taxatierapport zoals bedoeld in Norm 1.7.
2.6.3 De som van Norm 2.6.1 a. en b. mag niet meer bedragen dan de kostengrens voor woonwagenstandplaatsen (zie Norm 1.6.3).
3. REEDS EIGENAAR-BEWONER
3.1 Oversluiten van NHG naar NHG
3.1.1 In de situatie dat de geldnemer in dezelfde woning blijft wonen en een nieuwe lening aanvraagt ter aflossing van de bestaande lening die is verstrekt door een andere geldverstrekker met een borgstelling in de zin van artikel 7:850 BW, kan een nieuwe borgstelling door een nieuwe geldverstrekker worden verkregen.
3.1.2 De nieuwe geldverstrekker kan de Normen 2020-1 buiten beschouwing laten, met uitzondering van Norm 3.1.3, 3.1.6, 5.1.3, 5.1.4 en 5.2, indien de hoofdsom van de nieuwe lening niet hoger is dan de som van:
a. het af te lossen bedrag van de bestaande lening met een borgstelling;
b. de kosten die verband houden met het afsluiten van de nieuwe lening; en
c. de kosten die verband houden met de aflossing van de bestaande lening.
Op het moment van toetsen mag er geen sprake zijn van actuele betalingsachterstanden op de hypotheek en/of overige financiële verplichtingen. Om dit te beoordelen is de geldverstrekker verplicht om conform Norm 1.13 een BKR-toets uit te voeren. Een eventuele 2-codering die volgens het BKR is hersteld of afgelost mag buiten beschouwing worden gelaten. Daarnaast dient een SFH-toets te worden uitgevoerd conform Norm 1.14. Indien de klant is opgenomen in het SFH-systeem, is het overnemen van de borgtocht niet toegestaan.
3.1.3 Wanneer de kosten, zoals genoemd in Norm 3.1.2 sub b en c, op de datum van het bindend aanbod van de lening niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
3.1.4 Indien de hoofdsom van de nieuwe lening hoger is dan in Norm 3.1.2 beschreven, of de looptijd van de lening verandert ten opzichte van de oorspronkelijke lening, moet worden voldaan aan de Normen 2020-1. De hogere hoofdsom van de nieuwe lening dient gebruikt te worden voor:
a. kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (Norm 3.4.1);
b. relatiebeëindiging of erfopvolging (Norm 3.4.2);
x. xxxxxx erfpacht of verkrijgen volle eigendom van de grond (Norm 3.4.3); of
d. het verbeteren van de individuele klantsituatie (Norm 3.4.4).
Indien sprake is van een nieuwe lening mede ter aflossing van een lening met een borgstelling in de zin van artikel 7:850 BW in combinatie met het aflossen van een hypothecaire- of fiscale lening zonder een borgstelling, dan mag de nieuwe lening betrekking hebben op beide af te lossen leningen.
3.1.5 Indien sprake is van een opbouwproduct (zie deel 1: definities) en de opgebouwde waarde hiervan wordt uiterlijk bij het passeren van de nieuwe lening afgelost op de hoofdsom, mag worden uitgegaan van de lagere hoofdsom.
3.1.6 De borgtochtprovisie wordt berekend over het verschil tussen de hoogte van de totale hoofdsom van de nieuwe lening en de restantschuld van de bestaande lening (zie deel 1: definities). Indien sprake is van een opgebouwde waarde (Norm 7.4) in een meeverbonden opbouwproduct (zie deel 1: definities) bij het afsluiten van de lening, dan hoeft er over de opgebouwde waarde geen borgtochtprovisie te worden betaald.
3.1.7 De totale hoofdsom van de lening mag niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens (zie Norm 1.6).
3.1.8 De totale hoofdsom van de lening mag niet meer bedragen dan het van toepassing zijnde percentage van de waarde van de woning (zie Norm 5.1.2).
3.2 Oversluiten van niet-NHG naar NHG
3.2.1 In de situatie dat de aanvrager in dezelfde woning blijft wonen en een nieuwe lening aanvraagt met een borgstelling in de zin van artikel 7:850 BW ter aflossing van de bestaande hypothecaire- of fiscale lening zonder een borgstelling die is verstrekt door een andere geldverstrekker, kan een borgstelling door een nieuwe geldverstrekker worden verkregen. De nieuwe lening dient gebruikt te worden voor:
a. het af te lossen bedrag van de bestaande lening zonder een borgstelling;
b. de kosten die verband houden met het afsluiten van de nieuwe lening;
c. de kosten die verband houden met de aflossing van de bestaande lening;
d. kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (Norm 3.4.1);
e. relatiebeëindiging of erfopvolging (Norm 3.4.2);
x. xxxxxx erfpacht of verkrijgen volle eigendom van de grond (Norm 3.4.3); en/of
g. het verbeteren van de individuele klantsituatie (Norm 3.4.4).
3.2.2 Indien sprake is van een opbouwproduct (zie deel 1: definities) en de opgebouwde waarde hiervan wordt uiterlijk bij het passeren van de nieuwe lening afgelost op de hoofdsom, mag worden uitgegaan van de lagere hoofdsom.
3.2.3 De borgtochtprovisie wordt berekend over de gehele lening. Indien sprake is van een opgebouwde waarde (Norm 7.4) in een meeverbonden opbouwproduct (zie deel 1: definities) bij het afsluiten van de lening, dan hoeft er over de opgebouwde waarde geen borgtochtprovisie te worden betaald.
3.2.4 De marktwaarde vrij van huur en gebruik volgens een taxatierapport (zie Norm 1.7) mag niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens (zie Norm 1.6). Indien sprake is van kwaliteitsverbetering
en/of energiebesparende voorzieningen mag de marktwaarde na uitvoering niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens (zie Norm 1.6).
3.2.5 De totale hoofdsom van de lening mag niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens (zie Norm 1.6).
3.2.6 De totale hoofdsom van de lening mag niet meer bedragen dan het van toepassing zijnde percentage van de waarde van de woning (zie Norm 5.1.2).
3.3 Aanvullende lening
3.3.1 Op een bestaande lening met of zonder borgstelling in de zin van artikel 7:850 BW kan een aanvullende lening met borgstelling worden verstrekt. Deze aanvullende lening is alleen mogelijk onder de voorwaarden dat:
a. deze wordt afgesloten bij de geldverstrekker van de bestaande lening;
b. tot zekerheid voor de vordering(en) die is (zijn) ontstaan uit de aanvullende lening een eerste dan wel tweede hypotheek en/of een eerste dan wel tweede pandrecht op de woning wordt gevestigd volgens Artikel A2, lid 2, van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1;
c. indien sprake is van het verkrijgen van volle eigendom van de grond door de erfpachter, dient het onder
b. genoemde recht te worden gevestigd op de woning en de bijbehorende grond.
3.3.2 De aanvullende lening dient gebruikt te worden voor:
a. kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (Norm 3.4.1);
b. relatiebeëindiging of erfopvolging (Norm 3.4.2);
x. xxxxxx erfpacht of verkrijgen volle eigendom van de grond (Norm 3.4.3); of
d. het aflossen van een reeds bestaande starterslening bij SVN (Norm 3.4.5).
3.3.3 De borgtochtprovisie wordt berekend over het verschil tussen de hoogte van de totale hoofdsom van de nieuwe lening en de restantschuld van de bestaande lening met borgstelling (zie deel 1: definities). Wanneer er geen sprake is van een reeds bestaande borgstelling, wordt de borgtochtprovisie over de gehele lening berekend.
3.3.4 Indien sprake is van een bestaande lening zonder borgstelling in de zin van artikel 7:850 BW, mag de marktwaarde vrij van huur en gebruik volgens een taxatierapport (zie Norm 1.7) niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens (zie Norm 1.6). Indien sprake is van kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen mag de marktwaarde na uitvoering niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens (zie Norm 1.6).
3.3.5 De totale hoofdsom van de lening mag niet meer bedragen dan de van toepassing zijnde kostengrens (zie Norm 1.6).
3.3.6 De totale hoofdsom van de lening mag niet meer bedragen dan het van toepassing zijnde percentage van de waarde van de woning (zie Norm 5.1.2).
3.3.7 In de toetsing dient conform Norm 7.9 rekening te worden gehouden met de som van de bestaande en de aanvullende lening.
Uitsluitend indien hoofdelijk ontslag volgens Artikel B1 wordt uitgevoerd en tegelijkertijd een aanvullende lening wordt afgesloten voor de kosten genoemd onder Norm 3.4.2 sub b, is het toegestaan om de gehele lening te toetsen volgens Artikel C3, mits:
a. financiering op basis van Norm 7.1.4 niet mogelijk is; en
b. deze afwijking in de specifieke situatie naar het oordeel van de geldverstrekker verantwoord is.
3.4 Toegestane kosten bij oversluiten of aanvullende lening
3.4.1 Indien sprake is van een lening in verband met kwaliteitsverbetering mag de lening uitsluitend betrekking hebben op:
a. de kosten zoals genoemd in Norm 3.1 en 3.2;
b. de kosten van kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.8.7, 1.9 en 1.10);
c. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
d. de kosten in verband met de aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
e. de kosten van financiering.
Wanneer de kosten, zoals genoemd in Norm 3.4.1 sub c, d en e op de datum van het bindend aanbod van de lening nog niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
3.4.2 Indien sprake is van een lening in verband met relatiebeëindiging of erfopvolging mag de xxxxxx uitsluitend betrekking hebben op:
a. de kosten zoals genoemd in Norm 3.1 en 3.2;
b. het bedrag dat door de aanvrager aan de vertrekkende partner of overige erfgenamen voor de woning moet worden vergoed volgens de notariële akte van levering om de verdeling uit te voeren;
c. de kosten van kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.8.7, 1.9 en 1.10);
d. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
e. de kosten in verband met de aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
f. de kosten van verwerving en financiering.
Wanneer de kosten, zoals genoemd in Norm 3.4.2 sub d, e en f, op de datum van het bindend aanbod van de lening nog niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
Indien de notariële akte van levering ter uitvoering van de verdeling al is ingeschreven in de openbare registers, is een lening in verband met relatiebeëindiging of erfopvolging niet mogelijk.
3.4.3 Indien sprake is van een lening in verband met afkoop erfpacht of verkrijgen volle eigendom van de grond mag de lening uitsluitend betrekking hebben op:
a. de kosten zoals genoemd in Norm 3.1 en 3.2;
b. de totale kosten van:
- de afkoop van de toekomstige erfpachtcanonverplichtingen, mits de afkooptermijn tenminste gelijk is aan de looptijd van de lening; of
- het verkrijgen van het recht van volle eigendom van de grond;
c. de kosten van kwaliteitsverbetering en/of energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.8.7, 1.9 en 1.10);
d. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
e. de kosten in verband met de aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
f. de kosten van verwerving en financiering.
Bij afkoop van de erfpachtcanonverplichtingen geldt dat het recht van erfpacht na afkoop van de erfpachtcanonverplichtingen gedurende de looptijd van de lening niet kan eindigen door:
- tijdsverloop; of
- opzegging zonder een passende vergoeding voor de waarde van de opstal.
Wanneer de kosten, zoals genoemd in Norm 3.4.3 sub d, e en f, op de datum van het bindend aanbod van de lening nog niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
3.4.4 Indien sprake is van een nieuwe lening mede ter aflossing van een bestaande lening in verband met het verbeteren van de individuele klantsituatie mag de lening uitsluitend betrekking hebben op:
a. de kosten zoals genoemd in Norm 3.1 en 3.2;
b. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
c. de kosten in verband met de aflossing van de bestaande hypothecaire en/of fiscale lening(en);
d. de kosten van financiering.
Wanneer de kosten, zoals genoemd in Norm 3.4.4 sub b, c en d, op de datum van het bindend aanbod van de lening nog niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
3.4.5 Indien sprake is van een aanvullende lening in verband met het aflossen van een reeds bestaande SVN Starterslening mag de lening uitsluitend betrekking hebben op:
a. de nog niet afgeloste hoofdsom van de bestaande hypothecaire SVN Starterslening inclusief het deel van de lening dat bestemd is voor aflossing;
b. de kosten van het taxatierapport en/of het bouwkundig rapport;
c. de kosten van financiering.
Wanneer de kosten, zoals genoemd in Norm 3.4.5 sub b en c, op de datum van het bindend aanbod van de lening nog niet exact bekend zijn, mogen deze worden bepaald op basis van een redelijke inschatting.
4.RESTSCHULDFINANCIERING
4.1 Definitie restschuld
4.1.1 Onder restschuld wordt verstaan de schuld die:
a. voortvloeit uit (een) lening(en) waarvoor de stichting zich borg heeft gesteld, en
b. het gevolg is van de verkoop van een woning door aanvrager(s), waarbij de opbrengst onvoldoende was om de vordering(en) uit hoofde van de lening onder lid a. te voldoen, en
c. niet geheel of gedeeltelijk bij de stichting is gedeclareerd.
4.2 Omvang restschuldfinanciering
4.2.1 De restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan de som van:
a. de nog niet afgeloste hoofdsom van de lening, onder de voorwaarde dat het eventueel meeverbonden opbouwproduct als zekerheid word(t)(en) verpand aan de nieuwe lening voor de aankoop van de opvolgende woning. Indien deze verpanding niet plaats zal vinden, dien(t)(en) de afkoopwaarde(s) van deze zekerhe(i)d(en) alsnog in mindering te worden gebracht op de restschuld;
b. de bedragen conform Artikel B13, lid b. tot en met o. van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1;
c. 2% over de som van lid a. en b. voor bijkomende kosten.
4.3 Toepassing restschuldfinanciering
4.3.1 Financiering van een restschuld is uitsluitend mogelijk indien:
x. xx xxxxxxxxxx betrekking heeft op de woning die de geldnemer(s) in eigendom had(den); en
b. de geldverstrekker voor de restschuld geen verliesdeclaratie heeft ingediend; en
c. de restschuld en de aankoop van de opvolgende koopwoning in één lening wordt opgenomen; en
d. de datum van het bindend aanbod van de lening voor de aan te kopen woning voor dan wel uiterlijk 1 jaar na ontstaan van de restschuld (datum transport van de woning) ligt.
4.4 Reikwijdte borgstelling
4.4.1 De borgstelling voor de lening voor de aankoop van de woning tezamen met de restschuldfinanciering reikt niet verder dan maximaal:
a. de van toepassing zijnde kostengrens voor woningen (Zie Norm 1.6.1). Indien sprake is van een woonwagen geldt de kostengrens voor woonwagens (Zie Norm 1.6.2);
b. indien vanwege de restschuldfinanciering de onder lid a. genoemde kostengrens wordt overschreden, dient de geldverstrekker de lasten die voortvloeien uit het gedeelte van de lening dat de kostengrens overschrijdt, in de toetsing te betrekken als overige financiële verplichting (zie Norm 7.3.1, lid d.) en is de borgstelling niet van toepassing.
4.5 Financieringslast
4.5.1 De financieringslast van de restschuldfinanciering en de financieringslast van de lening voor de aankoop van de woning dienen afzonderlijk te worden vastgesteld. De totale financieringslast mag niet meer bedragen dan de maximaal toegestane financieringslast (zie Norm 7.1). Indien de restschuld is ontstaan in 2017 (datum verkoop woning) wordt de financieringslast vastgesteld conform Norm 7.1.2. Indien de restschuldfinanciering is ontstaan in 2018 (datum verkoop woning) wordt de financieringslast vastgesteld conform Norm 7.7.
4.6 Aflosvorm
4.6.1 Het gedeelte van de lening dat de restschuld betreft, dient minimaal annuïtair en volledig te worden afgelost waarbij de geldverstrekker dient uit te gaan van de kortst mogelijke looptijd die past binnen de maximaal toegestane financieringslast van de geldnemer(s) en waarbij tevens geldt dat de looptijd van de restschuldfinanciering niet langer is dan de looptijd van het langstlopende leningdeel van de lening voor de aankoop van de opvolgende woning.
4.7 Melden restschuldfinanciering
4.7.1 Indien sprake is van een restschuld conform Norm 4.1 dient de geldverstrekker:
a. de restschuld binnen één maand na ontvangst van de opbrengst van de verkoop van de woning schriftelijk te melden aan de stichting onder vermelding van het garantienummer, de datum van de verkoop van de woning, de verkoopopbrengst van de woning en het bedrag van de restschuld;
b. de totale lening voor de aankoop van de opvolgende woning en de restschuld binnen één jaar, te rekenen vanaf de datum van het ontstaan van de restschuld, te verstrekken en conform Artikel A4 van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht te melden aan de stichting;
c. indien financiering van de restschuld niet binnen de gestelde termijn is gerealiseerd (zie Norm
4.3.1 lid d.) dient de geldverstrekker, conform Artikel B12, alsnog een verliesdeclaratie in te dienen.
5. LENING
5.1 Leningsvormen
5.1.1 Bij de aankoop van de woning mag de lening niet meer bedragen dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom. Indien tevens sprake is van een restschuldfinanciering mag de lening voor de kosten voor het verkrijgen in eigendom worden verhoogd met het bedrag van de restschuldfinanciering conform Norm 4.2.
5.1.2 De lening exclusief restschuldfinanciering mag niet meer bedragen dan 100% van de waarde van de woning. Voor zover sprake is van
a. energiebesparende voorzieningen, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning ná verbouwing.
b. een energiebespaarbudget, geldt dat de lening exclusief restschuldfinanciering niet meer mag bedragen dan 106% van de waarde van de woning vóór uitvoering van de energiebesparende voorzieningen.
De met energiebesparende voorzieningen of energiebespaarbudget gepaard gaande extra leenruimte mag uitsluitend worden besteed aan energiebesparende voorzieningen.
5.1.3 Een lening (exclusief de restschuldfinanciering) dient volledig te worden afgelost middels een annuïtair of lineair aflossingsschema met een maximale looptijd van 30 jaar.
5.1.4 Indien sprake is van een bestaande eigenwoningschuld (zie deel 1: definities van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1), is het toegestaan:
1. de lening (exclusief de restschuldfinanciering):
a. aflossingsvrij te verstrekken, met dien verstande dat het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedraagt dan 50% van de waarde van de woning;
b. aan het einde van de looptijd af te lossen met het opgebouwde kapitaal uit het opbouwproduct. Het bruto rendement (het rendement voor aftrek van alle kosten) dat bij de prognose van het eindkapitaal mag worden gehanteerd bedraagt maximaal 8%.
De som van a. en b. mag niet meer bedragen dan de bestaande eigenwoningschuld.
2. Het gedeelte van de lening dat de bestaande eigenwoningschuld overstijgt dient conform Norm 5.1.3 te worden afgelost. Een niet-fiscaal aflossingsvrij leningdeel is niet toegestaan.
5.1.5 Indien door toepassing van Norm 5.1.2 de lening (exclusief de restschuldfinanciering) lager is dan de kosten voor het verkrijgen in eigendom (zie Norm 2) of lager is dan de kosten waarop de lening betrekking heeft (zie Norm 3), dient de geldverstrekker zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de geldnemer het verschil kan betalen uit eigen middelen.
5.2 Personeelsfinanciering
5.2.1 Bij een lening die is verstrekt door de werkgever, mag de lening bij beëindiging van het dienstverband niet opeisbaar zijn.
5.2.2 Indien een eventuele rentekorting vervalt bij het beëindigen van het dienstverband, mag bij de toetsing met deze rentekorting geen rekening worden gehouden.
5.3 Betaling
5.3.1 Het bedrag aan rente en aflossing dient maandelijks vooraf dan wel achteraf in rekening te worden gebracht.
5.3.2 Er bestaat geen bezwaar tegen betaling voor een langere periode dan een maand, onder de voorwaarde dat sprake is van betaling vooraf.
5.4 Verplichte extra aflossing
5.4.1 In gevallen waarin de geldnemer door middel van extra aflossingen zijn financieringslast dient te verlagen, dienen de verschuldigde termijnen voor aflossingen in de maandtermijnen te worden opgenomen. Dit is niet van toepassing op extra aflossingen uit subsidiebijdragen.
5.4.2 Indien sprake is van een restschuldfinanciering en/of leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, dienen de verplichte extra aflossingen eerst te worden aangewend voor het extra aflossen van en in volgorde van de restschuldfinanciering en het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is.
6. INKOMEN
6.1 Inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd op basis van een werkgeversverklaring
6.1.1 Het inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd waarbij de proeftijd is verstreken, kan met inachtneming van Norm 6.7, voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken.
6.1.2 Uitgegaan mag worden van een in het vooruitzicht gestelde inkomensverhoging, indien:
a. het inkomen wordt genoten uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd waarvan de proeftijd is verstreken of uit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarvan de proeftijd is verstreken en waarbij sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4; en
b. deze verhoging ingaat binnen 6 maanden vanaf de datum bindend aanbod van de lening, en
c. blijkens een verklaring van de werkgever sprake is van een onvoorwaardelijke inkomensverhoging.
6.1.3 Uitgegaan mag worden van het inkomen uit toekomstig dienstverband, indien uit de arbeidsovereenkomst blijkt dat:
a. het een dienstverband betreft voor onbepaalde tijd zonder proeftijd; en
b. het dienstverband ingaat binnen 6 maanden vanaf de datum bindend aanbod van de lening.
6.1.4 Het inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarbij de proeftijd is verstreken, kan met inachtneming van Norm 6.7, voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken indien de volgende verklaring van de werkgever wordt overgelegd:
“Bij gelijkblijvend functioneren en ongewijzigde bedrijfsomstandigheden wordt de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij beëindiging daarvan opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.”
6.1.5 Indien het inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd wordt verkregen waarbij de proeftijd is verstreken zonder dat sprake is van een verklaring conform Norm 6.1.4, kan het inkomen, met inachtneming van Norm 6.7 voor de resterende duur van de looptijd van de arbeidsovereenkomst, rekenend vanaf de vermoedelijke ingangsdatum van de lening, in de toetsing worden betrokken.
6.1.6 Het inkomen uit arbeid dient te blijken uit een werkgeversverklaring die:
a. op de datum bindend aanbod van de desbetreffende lening niet ouder is dan 3 maanden;
b. is opgemaakt conform de model-werkgeversverklaring (zie xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx).
6.1.7 De geldverstrekker dient zich te vergewissen van de juistheid van de op de werkgeversverklaring vermelde gegevens aan de hand van een door de aanvrager te overleggen salarisstrook die op de datum bindend aanbod van de lening niet ouder mag zijn dan 3 maanden.
6.2 Inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst
6.2.1 Indien sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of bepaalde tijd (met of zonder een verklaring conform Norm 6.1.4) kan het inkomen, in plaats van op basis van een werkgeversverklaring (Norm 6.1), ook worden bepaald op de hierna aangegeven wijze. De Normen 6.1, 6.3, 6.8.1 en 6.8.2 zijn dan niet van toepassing.
6.2.2 Om het inkomen uit een arbeidsovereenkomst op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst te bepalen, worden het UWV verzekeringsbericht (in PDF formaat met een waarmerk) en de werknemersbijdrage pensioen van de aanvrager ingevoerd in de daarvoor bestemde rekentool. Deze rekentool is beschikbaar op: xxx.xxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx. De aan de rekentool ten grondslag liggende rekenregels zijn beschikbaar op: xxx.xxx.xx.
Dit inkomen kan, voor zover de geldverstrekker dit verantwoord acht, worden gehanteerd als het maximale inkomen voor de berekening van het toetsinkomen (Norm 6.8.3).
Dit inkomen kan voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken.
6.2.3 De geldverstrekker dient, bijvoorbeeld aan de hand van een door de aanvrager te overleggen salarisstrook of een arbeidsovereenkomst, het volgende te controleren:
a. de hoogte van de werknemersbijdrage pensioen; en
b. of de aanvrager nog in dienst is bij de werkgever.
6.2.4 Het UWV verzekeringsbericht en de salarisstrook mogen op de datum bindend aanbod van de lening niet ouder zijn dan 3 maanden.
6.3 Inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie
6.3.1 Van een flexibele en/of overige arbeidsrelatie is sprake indien het inkomen wordt genoten uit:
a. seizoenswerk;
b. uitzendwerk;
c. oproep- of invalwerk;
d. een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd waarbij geen verklaring overeenkomstig Norm 6.1.4 wordt afgegeven;
e. een arbeidsovereenkomst waarbij de proeftijd nog niet is verstreken;
f. een combinatie hiervan.
6.3.2 De flexibele en/of overige arbeidsrelatie dient te blijken uit een werkgeversverklaring conform Norm 6.1.6.
6.3.3 Als toetsinkomen wordt gehanteerd het gemiddelde jaarinkomen van de afgelopen 3 kalenderjaren, op basis van de jaaropgaven van het loon voor de loonbelasting en de jaaropgaven van eventuele loonvervangende uitkeringen, tot maximaal het jaarinkomen van het laatste kalenderjaar. Het aldus bepaalde inkomen kan voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken.
6.3.4 Indien op de datum bindend aanbod de jaaropgave van het voorgaande kalenderjaar niet beschikbaar is, mag voor de berekening van het gemiddelde jaarinkomen worden uitgegaan van het cumulatieve loon of de cumulatieve uitkering op de laatste loon- of uitkeringsstrook van het voorgaande kalenderjaar.
6.3.5 Indien sprake is van een perspectiefverklaring, mag in afwijking van het gestelde onder Norm 6.1.6, 6.3.3 en
6.3.4 het inkomen op de werkgeversverklaring behorend bij de perspectiefverklaring voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken. De geldverstrekker moet op de datum bindend aanbod zijn aangesloten bij de Stichting Perspectiefverklaring. De perspectiefverklaring en de daarbij horende werkgeversverklaring:
a. mogen op de datum bindend aanbod van de lening niet ouder zijn dan 6 maanden; en
b. moeten zijn afgegeven door een uitzendbureau dat ten tijde van de afgifte van de perspectiefverklaring is aangesloten bij de Stichting Perspectiefverklaring.
De aangesloten geldverstrekkers en uitzendbureaus staan vermeld op: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx
6.3.6 Indien een zorgverlener inkomen verkrijgt vanuit een persoonsgebonden budget (pgb), dan kan dit in de toetsing worden betrokken, indien:
a. de zorgverlener ingeschreven staat in de Kamer van Koophandel en een Inkomensverklaring Ondernemer conform Norm 6.4 is uitgebracht;
b. de zorgverlener structureel zorg verleent aan meerdere zorgontvangers; of
c. de zorgverlener structureel zorg verleent aan een naaste. Dit inkomen mag meegenomen worden totdat deze naaste de leeftijd van 77 jaar bereikt.
6.4 Inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf
6.4.1 Het inkomen uit een zelfstandig beroep of bedrijf kan in de toetsing worden betrokken, indien er een Inkomensverklaring Ondernemer is opgesteld op basis van de toetskaders Inkomensverklaring Ondernemer. De Inkomensverklaring Ondernemer:
a. mag op de datum van het bindend aanbod van de lening niet ouder zijn dan 6 maanden; en
b. moet zijn afgegeven door een rekenexpert welke is geaccepteerd door de stichting.
6.5 Inkomen uit (sociale) uitkering
6.5.1 Het inkomen uit een (sociale) uitkering kan voor de gehele looptijd van de lening in de toetsing worden betrokken indien sprake is van een niet-beperkte periode. De niet-beperkte periode dient te blijken uit:
a. een toekenningsbesluit; of
b. een schriftelijke verklaring van de uitkerende instantie.
6.5.2 Indien het een inkomen uit een (sociale) uitkering betreft die niet blijvend van aard is, kan het inkomen worden meegeteld voor de periode dat zekerheid bestaat over hoogte van de uitkering.
6.5.3 Vanaf het moment dat sprake is van een afname van het inkomen, kan voor het toetsinkomen rekening worden gehouden met het sociaal minimum (= huidige bijstandsuitkering) indien en voor zover het huishouden van de aanvrager hierop recht heeft.
6.6 Alimentatie
Het inkomen dat wordt verkregen uit alimentatie kan tot het toetsinkomen worden gerekend voor de periode die is vastgesteld, mits de alimentatie ten gunste is van de aanvrager (niet ten behoeve van de kinderen) en de alimentatie gebaseerd is op een rechterlijke uitspraak of is vastgelegd in de overeenkomst tot beëindiging van het geregistreerd partnerschap of is vastgelegd in een notariële akte.
6.7 Naderend pensioen
6.7.1 Indien de aanvrager binnen 10 jaar na datum bindend aanbod de van toepassing zijnde AOW-leeftijd bereikt, wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering als gevolg van pensioen en/of AOW bij het bereiken van de AOW-leeftijd met het daarbij behorende financieringslastpercentage.
6.7.2 Het toetsinkomen waarbij op de AOW-leeftijd rekening mee dient te worden gehouden, dient te blijken uit de laatste opgave van het te bereiken pensioen zoals jaarlijks door de uitkerende instantie wordt verstrekt of uit een afschrift van xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx dat op bindend aanbod maximaal 3 maanden oud is.
6.7.3 Uitgegaan mag worden van een in het vooruitzicht gesteld pensioeninkomen, indien het pensioeninkomen in gaat binnen 6 maanden vanaf de datum bindend aanbod van de lening.
6.7.4 Toekomstig inkomen uit een lijfrenteproduct mag ook tot het pensioeninkomen worden gerekend indien het een polis of Bankspaar-product betreft waarin een fiscale lijfrenteclausule is opgenomen en onder de voorwaarde dat:
1. Toekomstige premies uitsluitend mogen worden meegenomen voor zover het reguliere premies betreft welke minimaal een jaar voorafgaand aan de datum bindend aanbod ook reeds verschuldigd was; en
2. - de einddatum van de berekende uitkeringen ligt na de einddatum van de lening; of
- de einddatum van de berekende uitkeringen ligt na de einddatum van een leningdeel en na beëindiging van de lijfrente en het leningdeel, blijft de volledige lening betaalbaar.
3. de geldverstrekker dient het inkomen uit lijfrente te bepalen aan de hand van de volgende rekenregels:
- het prognoserendement bedraagt maximaal 4% of het historisch rendement indien dit lager is;
- de rekenrente bedraagt maximaal de Ultimate Forward Rate (UFR) zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank.
6.7.5 Indien de geldnemer het voornemen heeft eerder met pensioen te gaan wordt bij de berekening van het toetsinkomen rekening gehouden met de verwachte inkomensvermindering.
6.8 Toetsinkomen
6.8.1 Het toetsinkomen is de som van:
a. bruto jaarsalaris
b. vakantietoeslag: het daadwerkelijke bedrag aan vakantietoeslag of 100% van de waarde van de vakantiebonnen c.q. tijdspaarfonds;
x. xxxxxxxx-, AOW- of VUT-uitkering: de totale jaarlijkse uitkering uit pensioenfonds of -verzekering en/of AOW- (incl. vakantietoeslag) en/of VUT-uitkering (zie Norm 6.7);
d. (sociale) uitkering (zie Norm 6.5);
e. onregelmatigheidstoeslag, mits structureel: het bedrag over de laatste 12 maanden;
x. xxxxxxxx, mits structureel: het bedrag over de laatste 12 maanden;
x. xxxxxxxx, mits structureel: het bedrag over de laatste 12 maanden;
h. vaste 13e maand;
i. vaste eindejaarsuitkering, mits niet afhankelijk van bedrijfsresultaat;
j. overige inkomensbestanddelen: indien het inkomensbestanddeel vast en bestendig is.
k. inkomen uit een flexibele en/of overige arbeidsrelatie (zie Norm 6.3);
l. inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf (zie Norm 6.4);
m. alimentatie ten gunste van de aanvrager (zie Norm 6.6);
n. VEB-toelage;
o. vergoedingen voor een levensloopregeling,
verminderd met de alimentatie ten gunste van de ex-partner.
6.8.2 Onkostenvergoedingen, zoals reis- en representatiekostenvergoedingen alsmede vergoedingen voor een ziektekostenverzekering (bijvoorbeeld een interim-regeling voor ambtenaren) en/of pensioencompensatie maken geen deel uit van het toetsinkomen.
6.8.3 Indien het inkomen uit een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde of bepaalde tijd is vastgesteld op basis van de methodiek Inkomensbepaling Loondienst (Norm 6.2), is het toetsinkomen de som van:
a. het inkomen dat volgt uit Norm 6.2;
b. pensioen-, AOW- of VUT-uitkering: de totale jaarlijkse uitkering uit pensioenfonds of -verzekering en/of AOW- (incl. vakantietoeslag) en/of VUT-uitkering (zie Norm 6.7);
c. inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf (zie Norm 6.4);
d. alimentatie ten gunste van de aanvrager (zie Norm 6.6); verminderd met de alimentatie ten gunste van de ex-partner.
7. TOETSING
7.1 Financieringslast
7.1.1 De financieringslast van de lening dient per leningdeel te worden vastgesteld en indien van toepassing, met inachtneming van Norm 7.7.
7.1.2 Als financieringslast van ieder leningdeel geldt het berekende bedrag aan rente en aflossing op basis van annuïteiten met een maandelijkse betaling achteraf.
Hierbij geldt het volgende, met inachtneming van Norm 5.1:
a. de financieringslast van een annuïtair of lineair leningdeel wordt vastgesteld aan de hand van de restantschuld van het leningdeel en de resterende looptijd van dat leningdeel. Indien de geldverstrekker dit verantwoord acht, mag ook worden getoetst op 30 jaar;
b. de financieringslast van een aflossingsvrij leningdeel wordt vastgesteld aan de hand van de nog niet afgeloste hoofdsom van het leningdeel en de resterende looptijd van dat leningdeel met een maximum van 30 jaar. Indien de geldverstrekker dit verantwoord acht, mag ook worden getoetst op 30 jaar;
c. de financieringslast van een leningdeel met een opbouwcomponent (spaar-, leven- en/of beleggingspolis) wordt vastgesteld aan de hand de nog niet afgeloste hoofdsom van het leningdeel verminderd met de opgebouwde waarde van het meeverbonden opbouwproduct en de resterende looptijd van dat leningdeel. Indien de geldverstrekker het verantwoord acht, mag de financieringslast ook worden vastgesteld aan de hand van de nog niet afgeloste hoofdsom en een maximale looptijd van 30 jaar.
7.1.3 De som van de financieringslast per leningdeel vermeerderd met het bedrag van de erfpachtcanon en de financieringslast van de restschuldfinanciering mag niet hoger zijn dan de maximaal toegestane financieringslast.
7.1.4 De maximaal toegestane financieringslast wordt vastgesteld aan de hand van het toetsinkomen zoals bedoeld in Norm 6.8 (rekening houdende met Norm 7.1.5) en de bij het toetsinkomen behorende financieringslastpercentage (zie Financieringslasttabellen Acceptatiecriteria). na vermindering met de eventuele alimentatie. Het rentepercentage dat behoort bij het vaststellen van het financieringslastpercentage wordt bepaald aan de hand van Norm 7.9.
7.1.5 Indien sprake is van meerdere aanvragers met inkomen wordt rekening gehouden met het gezamenlijke toetsinkomen en wordt het financieringslastpercentage gehanteerd dat behoort bij het hoogste toetsinkomen vermeerderd met 80% van het lagere toetsinkomen, na vermindering met de eventuele alimentatie ten gunste van de ex-partner.
7.1.6 Het financieringslastpercentage mag met maximaal 3 procentpunten worden verhoogd indien sprake is van een alleenstaande aanvrager waarvan het toetsinkomen hoger is dan € 21.500,- en lager is dan € 31.000,-. Hierbij geldt wel dat het verhoogde financieringslastpercentage niet hoger mag zijn dan het financieringslastpercentage dat behoort bij een toetsinkomen van € 31.000,-
7.1.7 Indien sprake is van een oplopende canonverplichting, niet zijnde indexatie, dient in de toetsing rekening te worden gehouden met het gemiddelde bedrag dat betaald moet worden in de periode van de oplopende canonverplichting.
7.1.8 Indien de canon binnen 12 maanden na passeren wordt geïndexeerd, dient in de toetsing met de geïndexeerde canon (tevens) rekening te worden gehouden.
7.1.9 Indien sprake is van een fiscale lening - die de aanvrager(s) verkrijg(t)en van derden – met als specifiek doel het verkrijgen in eigendom van de woning, mag ten aanzien van de toetsing, met inachtneming van de overige Normen, de hoofdsom van de fiscale lening worden opgeteld bij de te verstrekken lening.
7.2 Belastingplichtig in het buitenland
7.2.1 Indien de aanvrager(s) in het buitenland belastingplichtig is (zijn), is het bij het (gezamenlijke) inkomen, na vaststelling conform Norm 7.1.5, behorende financieringslastpercentage voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de debet rente niet fiscaal aftrekbaar is (zie bijlage 1c en 1d) van toepassing.
7.2.2 Deze verlaging is niet van toepassing, indien:
a. blijkens een belastingverdrag sprake is van fiscale behandeling van de eigen woning in Nederland, of
b. een van beide aanvragers belastingplichtig is in Nederland onder de voorwaarde dat het inkomen van de in Nederland belastingplichtige het hoogste is.
7.3 Aftrek overige financiële verplichtingen
7.3.1 Overige betalingsverplichtingen voortvloeiend uit geldleningen of andere vormen van kredieten (niet zijnde fiscale lening(en) conform Norm 7.1.9) dienen ter hoogte van 2% op maandbasis van het leningbedrag of kredietlimiet in mindering te worden gebracht op de toegestane financieringslast voor de looptijd van de desbetreffende betalingsverplichtingen, tenzij:
a. de financiële verplichting(en) uiterlijk op de datum van passeren van de lening word(t)(en) afgelost uit eigen middelen en het contract wordt opgeheven;
b. het een studiefinanciering betreft; in dat geval mag rekening worden gehouden met 0,75% op maandbasis van het oorspronkelijke leningbedrag dan wel 0,45% van het oorspronkelijke leningbedrag indien het een lening betreft conform de Wet studievoorschot. Indien uit correspondentie van DUO blijkt dat sprake is van een extra aflossing op het leningbedrag en op basis daarvan een nieuwe maandannuïteit is overeengekomen, mag worden uitgegaan van 0,75% respectievelijk 0,45% van de oorspronkelijke hoofdsomminus de extra aflossing;
c. uit de desbetreffende overeenkomst blijkt dat de werkelijke betalingsverplichting lager is dan 2% op maandbasis en deze tijdens de looptijd van de verplichting niet kan wijzigen; in dat geval mag rekening worden gehouden met de werkelijke betalingsverplichting;
d. het een lening betreft voor de restschuld van de verkoop van de woning; in dat geval mag rekening worden gehouden met de netto maandlast;
e. het een aanvullende lening betreft met als specifiek doel de maandelijkse lasten van de NHG-lening te verlagen; in dat geval mogen de lasten uit deze lening buiten beschouwing worden gelaten indien:
- er ten aanzien van de NHG-lening geen sprake is van een bestaande eigenwoningschuld;
- de rente van de aanvullende lening maximaal 1% hoger is dan de NHG-lening;
- de maandelijks op te nemen bedragen uit deze lening maximaal 50% van het bedrag van de maandelijkse aflossing van de NHG-lening bedragen;
- indien de aanvullende lening op een later tijdstip wordt afgesloten dan de NHG-lening, is het niet toegestaan om het reeds afgeloste deel van de NHG-lening alsnog op te nemen.
7.3.2 De geldverstrekker dient zich ervan te vergewissen (bijvoorbeeld door middel van een afschrift van een spaar- of beleggingsrekening) dat de aflossing plaatsvindt uit eigen middelen.
7.3.3 Indien bij toepassing van Norm 6.4 sprake is van zakelijke financiële verplichtingen, dan mogen deze buiten beschouwing worden gelaten, onder de voorwaarde dat op basis van de jaarrapporten of de tenaamstelling van de desbetreffende verplichting(en) aantoonbaar sprake is van een zakelijke financiële verplichting. De verplichtingen moeten vastgelegd zijn in de Inkomensverklaring Ondernemer.
7.4 Opgebouwde waarde
De opgebouwde waarde van een meeverbonden opbouwproduct, die tegelijk met het afsluiten van de lening plaatsvindt, kan voor de berekening van de financieringslast in mindering worden gebracht op het desbetreffende leningdeel (zie Norm 7.1.2. c).
7.5 Subsidiebijdrage(n)
Indien sprake is van eenmalige of periodieke bijdragen vanuit subsidie, kan voor de berekening van de financieringslast rekening worden gehouden met de lening verminderd met de eenmalige bijdrage dan wel de contante waarde van de periodieke bijdragen, mits het recht op de bijdragen is verpand aan de geldverstrekker. Ten aanzien van periodieke bijdragen op grond van de Wet bevordering eigenwoningbezit kan worden volstaan met stille verpanding.
7.6 Financieringslast bij het treffen van energiebesparende voorzieningen
7.6.1 De in de lening als kwaliteitsverbetering of extra meerwerk begrepen kosten voor het treffen van energiebesparende voorzieningen (zie Norm 1.10), mogen tot een bedrag van maximaal € 9.000,- buiten beschouwing gelaten worden voor de berekening van de financieringslast.
Het bedrag van € 9.000,- mag tevens buiten beschouwing worden gelaten indien het de aankoop van een woning betreft:
- waarvoor een door een gecertificeerde energielabeladviseur energielabel A++ of hoger is afgegeven voor 1 januari 2015; of
- een energie-index of energieprestatiecoëfficiënt van maximaal 0,6 is afgegeven.
7.6.2 Betreft het een lening voor een woning waarvoor een energie-index of een energie-coëfficiënt gelijk aan of lager dan nul is afgegeven, dan mag een bedrag van € 15.000 buiten beschouwing worden gelaten in de berekening van de financieringslast.
7.6.3 Indien het een lening betreft voor een Nul-op-de-Meter-woning (zie definities van de Algemene Voorwaarden voor Borgtocht 2020-1) en de geldnemer ten aanzien van de woning een energieprestatiegarantie van minimaal 10 jaar kan overleggen, mag een bedrag tot € 25.000,- buiten beschouwing worden gelaten in de berekening van de financieringslast.
7.6.4 Deze Norm is alleen van toepassing indien het toetsinkomen minimaal € 33.000,- bedraagt.
7.7 Niet fiscaal aftrekbare rente
De financieringslast van leningdelen waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt berekend op basis van de volgende formule:
(Ann x K) x F
FN
waarbij geldt:
Ann = annuïteitenfactor (= 1: an¬p) met een betaling maandelijks achteraf
K = de hoofdsom van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is
F = financieringslastpercentage voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de debetrente fiscaal aftrekbaar is (zie bijlage 1a en 1b)
FN = financieringslastpercentage voor gedeelten van het hypothecair krediet waarvan de debetrente niet fiscaal aftrekbaar is (zie bijlage 1c en 1d)
7.8 Afname inkomen
Indien op het moment van afname van het inkomen (zie Norm 6.1.5, 6.5, 6.6 en 6.7) op basis van de huidige Normen de toegestane financieringslast lager zal zijn dan de werkelijke financieringslast, dient door middel van extra aflossingen een zodanige financieringslast te worden bereikt, dat de overblijvende financieringslast de toegestane financieringslast niet overschrijdt.
7.9 Gewogen gemiddelde rente
7.9.1 Voor de vaststelling van het financieringslastpercentage dient van alle leningdelen de gemiddelde rente te worden gewogen op basis van de hoofdsom per leningdeel, het rentepercentage per leningdeel en de looptijd van het leningdeel.
7.9.2 Voor de toetsing wordt rekening gehouden met de rente per leningdeel zoals blijkt uit het bindend aanbod mits deze 10 jaar of langer vaststaat. Indien sprake is van een (resterende) rentevastperiode korter dan 10 jaar, dient te worden getoetst op basis van de door de Autoriteit Financiële Markten gepubliceerde toetsrente of de rente zoals blijkt uit het bindend aanbod indien die hoger is. Indien echter sprake is van een (resterende) rentevastperiode korter dan 10 jaar en het leningdeel aan het eind van de overeengekomen rentevastperiode is afgelost, mag rekening worden gehouden met de rente voor dat desbetreffende leningdeel zoals blijkt uit het bindend aanbod.
.
7.9.3 Het gewogen gemiddelde rentepercentage wordt berekend aan de hand van onderstaande formule:
(K1 x L1 x R1) + (K2 x L2 x R2) + + (Kn x Ln x Rn)
(K1 x L1) + (K2 x L2) + ... + (Kn x Ln)
waarbij geldt:
K = hoofdsom van het leningdeel
L = (resterende) looptijd van het leningdeel in maanden
R = toetsrente van het leningdeel 1, 2, ..., n = aantal leningdelen
7.9.4 De aldus berekende rente dient rekenkundig te worden afgerond op 3 decimalen.
7.9.5 Deze berekening kan ook plaatsvinden met behulp van een programma dat beschikbaar is op de website van de stichting (xxx.xxx.xx).
7.10 Toetsing woonwagen en/of woonwagenstandplaats
7.10.1 De toetsing ten aanzien van een woonwagen en/of woonwagenstandplaats dient plaats te vinden conform de procedure zoals gepubliceerd op de website van de stichting (xxx.xxx.xx).
7.10.2 Indien de woonwagenstandplaats wordt gehuurd, dient de huurprijs in de toetsing te worden betrokken als een overige financiële verplichting zoals bedoeld in Norm 7.3.
8.1 Aankoop woning bij pensioen
8.1.1 Indien bij de aankoop van de woning de financiering op basis van Norm 7.1.2 niet mogelijk is voor een senior die op de datum bindend aanbod de AOW-leeftijd heeft bereikt, dan mag de financieringslast die van toepassing is op het moment van het bereiken van de AOW-leeftijd worden vastgesteld op basis van de werkelijke lasten in plaats van annuïtaire lasten, mits:
a. de senior op de datum bindend aanbod al een woning in eigendom heeft en naar een andere woning verhuist die als hoofdverblijf dient;
b. de werkelijke maandlast van de aangevraagde lening gelijk of lager is dan de huidige werkelijke maandlast;
c. de werkelijke maandlast van de aangevraagde lening gelijk of lager is dan de toegestane financieringslast;
d. het bereiken van het einde van de looptijd van een eventueel aflossingsvrij leningdeel op zichzelf geen reden is om de lening op te eisen;
e. de rentevastperiode minimaal 20 jaar bedraagt;
f. een kortere rentevastperiode met een minimum van 10 jaar is toegestaan wanneer:
- de leeftijd van de jongste partner aan het einde van de rentevastperiode minimaal 85 jaar is; of
- de lening aan het einde van de rentevastperiode minder bedraagt dan 50% van de waarde van de woning. Om overkreditering te voorkomen dient de geldverstrekker zorg te dragen dat de klant het renterisico van een kortere rentevastperiode kan dragen.
g. een kortere rentevastperiode dan 20 jaar is toegestaan, indien het leningdeel aan het einde van de restevastperiode volledig is afgelost.
8.2 Aankoop woning bij naderend pensioen
8.2.1 Indien bij de aankoop van de woning de financiering op basis van Norm 7.1.2 niet mogelijk is voor een senior die op de datum bindend aanbod de AOW-leeftijd nog niet heeft bereikt, maar deze wel binnen 10 jaar bereikt, dan wordt de financieringslast tot de AOW-leeftijd vastgesteld op basis van Norm 7.1.2. Vanaf de van toepassing zijnde AOW-leeftijd wordt de financieringslast vastgesteld op basis van Norm
8.1.1, waarbij het reeds opgebouwde pensioen als pensioeninkomen wordt gehanteerd. Hierbij geldt dat de senior op de datum bindend aanbod al een woning in eigendom heeft en naar een andere woning verhuist die als hoofdverblijf dient.
8.2.2 In afwijking van Norm 6.7.3 mogen toekomstige lijfrentepremies niet worden meegenomen bij de berekening van het toekomstig inkomen uit een lijfrenteproduct.
BIJLAGE 1 - FINANCIERINGSLASTTABELLEN BEHEERCRITERIA
Bijlage 1a - Financieringslasttabel beheercriteria (echt)paar met werk (deel 1)
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 13,5% | 14,0% | 15,0% | 15,5% | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,5% |
21.500 | 13,5% | 14,0% | 15,0% | 15,5% | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,5% |
22.000 | 13,5% | 14,5% | 15,5% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,5% |
22.500 | 14,0% | 14,5% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% |
23.000 | 14,0% | 15,0% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,5% |
23.500 | 14,5% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% |
24.000 | 14,5% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 23,5% | 24,5% | 25,0% |
24.500 | 15,0% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% |
25.000 | 15,0% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 26,5% |
26.000 | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% |
27.000 | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 21,0% | 22,5% | 23,5% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% |
28.000 | 16,5% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
29.000 | 16,5% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
30.000 | 16,5% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
31.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
32.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
33.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
34.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
35.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
36.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
37.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
38.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
39.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
40.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
41.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
42.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
43.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
44.000 | 17,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
45.000 | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
46.000 | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
47.000 | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
48.000 | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
49.000 | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
50.000 | 17,5% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
51.000 | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
52.000 | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
53.000 | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 26,0% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% |
54.000 | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% |
55.000 | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 28,5% | 30,0% |
56.000 | 18,0% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% |
57.000 | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,0% | 30,0% |
58.000 | 18,5% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% |
59.000 | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% |
60.000 | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 27,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 31,0% |
61.000 | 19,0% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% |
62.000 | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% |
63.000 | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,0% |
64.000 | 19,5% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% |
65.000 | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 31,5% |
66.000 | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% |
67.000 | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 23,5% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,0% | 32,0% |
68.000 | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% |
69.000 | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,0% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% |
70.000 | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 32,5% |
71.000 | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% |
72.000 | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,5% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% |
73.000 | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% |
74.000 | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% |
75.000 | 20,5% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% |
76.000 | 20,5% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% |
77.000 | 20,5% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% |
78.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% |
79.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% |
80.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% |
81.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
82.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
83.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
84.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
85.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 33,0% | 34,0% | 35,0% |
86.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 30,5% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 35,0% |
87.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 35,0% |
88.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 35,0% |
89.000 | 21,5% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 35,0% |
90.000 | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 34,5% | 35,5% |
91.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% | 35,5% |
92.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% | 35,5% |
93.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% | 35,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
94.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% | 35,5% |
95.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 35,0% | 36,0% |
96.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,0% |
97.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,0% |
98.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,0% |
99.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,0% |
100.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% |
101.000 | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 36,5% |
102.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 36,5% |
103.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% |
104.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% |
105.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% |
106.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% |
107.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% |
108.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 37,0% |
109.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,0% |
110.000 | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 38,0% | 38,5% |
21.500 | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 38,0% | 38,5% |
22.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 38,5% | 39,0% |
22.500 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 38,5% | 39,5% |
23.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 39,5% |
23.500 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 40,0% |
24.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 40,0% |
24.500 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,0% |
25.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% |
26.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% |
27.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
28.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
29.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
30.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
31.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
32.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
33.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
34.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
35.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
36.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
37.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
38.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
39.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
40.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
41.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
42.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
43.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
44.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
45.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 37,0% | 38,0% | 39,5% | 41,0% |
46.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 41,0% |
47.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 41,0% |
48.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 38,5% | 39,5% | 41,0% |
49.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 38,5% | 40,0% | 41,0% |
50.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 37,5% | 38,5% | 40,0% | 41,0% |
51.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 39,0% | 40,0% | 41,0% |
52.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 39,0% | 40,0% | 41,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
53.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 40,0% | 41,5% |
54.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 40,5% | 41,5% |
55.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 40,5% | 41,5% |
56.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 41,5% |
57.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
58.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
59.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
60.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
61.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
62.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
63.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
64.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% |
65.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,0% | 39,5% | 41,0% | 42,0% |
66.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 41,0% | 42,0% |
67.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 41,0% | 42,0% |
68.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 41,0% | 42,0% |
69.000 | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 41,0% | 42,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 2,5% | 3,0% | 3,0% | 3,5% | 3,5% | 4,0% | 4,0% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 5,0% | 5,0% |
21.500 | 2,5% | 3,0% | 3,0% | 3,5% | 3,5% | 4,0% | 4,0% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 5,0% | 5,0% |
22.000 | 3,5% | 3,5% | 4,0% | 4,0% | 4,5% | 5,0% | 5,0% | 5,5% | 5,5% | 6,0% | 6,0% | 6,5% |
22.500 | 4,0% | 4,5% | 4,5% | 5,0% | 5,5% | 5,5% | 6,0% | 6,5% | 6,5% | 7,0% | 7,0% | 7,5% |
23.000 | 4,5% | 5,0% | 5,5% | 5,5% | 6,0% | 6,5% | 7,0% | 7,0% | 7,5% | 8,0% | 8,0% | 8,5% |
23.500 | 5,0% | 5,5% | 6,0% | 6,5% | 7,0% | 7,0% | 7,5% | 8,0% | 8,5% | 9,0% | 9,0% | 9,5% |
24.000 | 5,5% | 6,0% | 6,5% | 7,0% | 7,5% | 8,0% | 8,5% | 9,0% | 9,5% | 9,5% | 10,0% | 10,5% |
24.500 | 6,0% | 6,5% | 7,0% | 7,5% | 8,0% | 8,5% | 9,0% | 9,5% | 10,0% | 10,5% | 11,0% | 11,5% |
25.000 | 6,5% | 7,0% | 8,0% | 8,5% | 9,0% | 9,5% | 10,0% | 10,5% | 11,0% | 11,5% | 12,0% | 12,5% |
26.000 | 7,5% | 8,0% | 8,5% | 9,5% | 10,0% | 10,5% | 11,0% | 11,5% | 12,5% | 13,0% | 13,5% | 14,0% |
27.000 | 8,5% | 9,0% | 9,5% | 10,5% | 11,0% | 11,5% | 12,5% | 13,0% | 13,5% | 14,5% | 15,0% | 15,5% |
28.000 | 9,0% | 10,0% | 10,5% | 11,5% | 12,0% | 13,0% | 13,5% | 14,5% | 15,0% | 15,5% | 16,5% | 17,0% |
29.000 | 9,5% | 10,5% | 11,5% | 12,0% | 13,0% | 13,5% | 14,5% | 15,5% | 16,0% | 17,0% | 17,5% | 18,0% |
30.000 | 10,5% | 11,5% | 12,0% | 13,0% | 14,0% | 14,5% | 15,5% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% |
31.000 | 11,0% | 12,0% | 13,0% | 14,0% | 14,5% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 20,5% |
32.000 | 11,5% | 12,5% | 13,5% | 14,5% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 21,5% |
33.000 | 12,5% | 13,5% | 14,5% | 15,5% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 22,5% |
34.000 | 13,0% | 14,0% | 15,0% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 22,5% | 23,5% |
35.000 | 13,0% | 14,0% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,0% |
36.000 | 13,5% | 14,5% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,5% |
37.000 | 13,5% | 14,5% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 23,5% | 24,5% |
38.000 | 14,0% | 15,0% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 24,5% |
39.000 | 14,0% | 15,0% | 16,0% | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 24,5% |
40.000 | 14,5% | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 10,5% | 11,0% | 11,5% | 12,0% | 12,5% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,5% | 15,0% | 15,0% |
15.000 | 10,5% | 11,0% | 11,5% | 12,0% | 12,5% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,5% | 15,0% | 15,0% |
15.500 | 11,5% | 12,0% | 12,5% | 13,0% | 13,5% | 14,5% | 15,0% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 17,0% |
16.000 | 12,5% | 13,0% | 13,5% | 14,0% | 15,0% | 15,5% | 16,0% | 17,0% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% |
16.500 | 13,5% | 14,0% | 14,5% | 15,5% | 16,0% | 17,0% | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 20,0% |
17.000 | 14,0% | 15,0% | 15,5% | 16,5% | 17,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% |
17.500 | 15,0% | 16,0% | 16,5% | 17,5% | 18,0% | 19,0% | 19,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% |
18.000 | 15,5% | 16,5% | 17,5% | 18,5% | 19,0% | 20,0% | 20,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% |
18.500 | 16,5% | 17,5% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,5% | 25,0% |
19.000 | 17,0% | 18,0% | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 21,5% | 22,5% | 23,0% | 24,0% | 24,5% | 25,5% | 26,0% |
19.500 | 18,0% | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 27,0% |
20.000 | 18,5% | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 25,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% |
20.500 | 19,0% | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 25,5% | 26,5% | 27,0% | 28,0% | 28,5% |
21.000 | 19,5% | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,5% |
21.500 | 19,5% | 20,5% | 22,0% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 28,5% | 29,5% | 30,0% |
22.000 | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 23,5% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,0% | 31,0% |
22.500 | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 31,5% |
23.000 | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 30,5% | 31,5% | 32,0% |
23.500 | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% |
24.000 | 20,0% | 21,0% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 31,5% | 32,5% | 33,5% |
24.500 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% |
25.000 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,0% |
26.000 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
27.000 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
28.000 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
29.000 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
30.000 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
31.000 | 20,0% | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
32.000 | 20,0% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
33.000 | 20,0% | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
34.000 | 20,0% | 21,5% | 23,0% | 24,5% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
35.000 | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
36.000 | 20,5% | 21,5% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
37.000 | 20,5% | 22,0% | 23,0% | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
38.000 | 21,0% | 22,0% | 23,5% | 25,0% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
39.000 | 21,0% | 22,5% | 23,5% | 25,0% | 26,5% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 34,5% |
40.000 | 21,0% | 22,5% | 24,0% | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 33,0% | 34,0% | 35,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 15,5% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,0% |
21.500 | 15,5% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,0% |
22.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% |
22.500 | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 20,5% | 21,0% |
23.000 | 18,0% | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,0% |
23.500 | 19,0% | 19,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,0% | 23,5% |
24.000 | 19,5% | 20,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% |
24.500 | 19,5% | 20,5% | 21,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
25.000 | 20,0% | 20,5% | 21,5% | 22,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% |
26.000 | 20,0% | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% |
27.000 | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% |
28.000 | 20,5% | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% |
29.000 | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 25,5% | 26,5% | 27,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% |
30.000 | 21,0% | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% |
31.000 | 21,5% | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% |
32.000 | 21,5% | 22,5% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 28,5% | 29,5% | 30,0% | 31,0% | 31,5% |
33.000 | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 29,5% | 30,5% | 31,0% | 31,5% |
34.000 | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,5% | 27,5% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 30,5% | 31,5% | 32,0% |
35.000 | 21,5% | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,0% | 31,0% | 31,5% | 32,5% |
36.000 | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,0% | 32,0% | 32,5% |
37.000 | 22,0% | 23,0% | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,0% | 32,5% |
38.000 | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,0% | 33,0% |
39.000 | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% |
40.000 | 22,5% | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% |
41.000 | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% |
42.000 | 23,0% | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% |
43.000 | 23,5% | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 31,5% | 32,5% | 33,5% |
44.000 | 24,0% | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 33,5% |
45.000 | 24,0% | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 34,0% |
46.000 | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% | 34,0% | 34,5% |
47.000 | 24,0% | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 34,5% | 35,5% |
48.000 | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 32,5% | 33,5% | 34,0% | 35,0% | 36,0% |
49.000 | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% | 34,0% | 34,5% | 35,5% | 36,0% |
50.000 | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,0% | 33,5% | 34,5% | 35,0% | 36,0% | 36,5% |
51.000 | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 35,0% | 35,5% | 36,5% | 37,0% |
52.000 | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 34,5% | 35,5% | 36,0% | 37,0% | 37,5% |
53.000 | 24,5% | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 36,5% | 37,5% | 38,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
54.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,5% | 35,5% | 36,0% | 37,0% | 37,5% | 38,5% |
55.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,5% | 36,0% | 36,5% | 37,5% | 38,0% | 39,0% |
56.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,5% | 36,0% | 37,0% | 38,0% | 38,5% | 39,0% |
57.000 | 25,0% | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 38,0% | 39,0% | 39,5% |
58.000 | 25,0% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 38,5% | 39,5% | 40,0% |
59.000 | 25,0% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 39,5% | 40,5% |
60.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 40,0% | 40,5% |
61.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 40,5% | 41,0% |
62.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 40,5% | 41,5% |
63.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,5% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 40,5% | 41,5% |
64.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 40,5% | 42,0% |
65.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 38,0% | 39,0% | 40,5% | 42,5% |
66.000 | 25,5% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 38,0% | 39,0% | 40,5% | 42,5% |
67.000 | 26,0% | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,5% |
68.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,5% |
69.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,5% | 39,5% | 41,0% | 42,5% |
70.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,5% | 40,0% | 41,0% | 42,5% |
71.000 | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 42,5% |
72.000 | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 42,5% |
73.000 | 26,5% | 28,0% | 29,5% | 31,0% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% |
74.000 | 26,5% | 28,0% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% |
75.000 | 26,5% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% |
76.000 | 26,5% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 40,0% | 41,5% | 43,0% |
77.000 | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 36,0% | 37,5% | 39,0% | 40,5% | 41,5% | 43,0% |
78.000 | 27,0% | 28,5% | 30,0% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 39,0% | 40,5% | 41,5% | 43,0% |
79.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 40,5% | 41,5% | 43,0% |
80.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,0% | 40,5% | 42,0% | 43,0% |
81.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 33,5% | 35,0% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% | 43,0% |
82.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 36,5% | 38,0% | 39,5% | 40,5% | 42,0% | 43,0% |
83.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,0% | 39,5% | 41,0% | 42,0% | 43,5% |
84.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 41,0% | 42,0% | 43,5% |
85.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,0% | 42,5% | 43,5% |
86.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,0% | 42,5% | 43,5% |
87.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 42,5% | 43,5% |
88.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 42,5% | 44,0% |
89.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 42,5% | 44,0% |
90.000 | 27,0% | 28,5% | 30,5% | 32,0% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
91.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
92.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
93.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
94.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
95.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
96.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
97.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
98.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
99.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
100.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% |
101.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
102.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
103.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
104.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
105.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
106.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
107.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
108.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
109.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
110.000 | 27,5% | 28,5% | 30,5% | 32,5% | 34,0% | 35,5% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% |
15.500 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% |
16.000 | 22,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% |
16.500 | 23,5% | 24,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% |
17.000 | 24,0% | 25,0% | 25,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
17.500 | 24,5% | 25,5% | 26,5% | 27,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% |
18.000 | 25,0% | 26,0% | 27,0% | 27,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,5% | 31,5% |
18.500 | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,5% | 32,0% | 32,0% | 32,5% |
19.000 | 25,5% | 26,5% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,0% | 31,0% | 31,5% | 32,0% | 32,5% | 33,0% | 33,0% |
19.500 | 25,5% | 27,0% | 28,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,0% | 32,0% | 32,5% | 33,0% | 33,5% | 33,5% |
20.000 | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 30,5% | 31,5% | 32,0% | 33,0% | 33,5% | 34,0% | 34,0% |
20.500 | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 31,5% | 32,5% | 33,0% | 33,5% | 34,0% | 34,5% |
21.000 | 26,0% | 27,0% | 28,0% | 29,0% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 32,5% | 33,0% | 34,0% | 34,5% | 35,0% |
21.500 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,0% | 32,0% | 32,5% | 33,5% | 34,0% | 34,5% | 35,0% |
22.000 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,0% | 33,0% | 33,5% | 34,5% | 35,0% | 35,5% |
22.500 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,0% | 34,0% | 34,5% | 35,0% | 35,5% |
23.000 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 31,5% | 32,5% | 33,0% | 34,0% | 34,5% | 35,0% | 36,0% |
23.500 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 32,5% | 33,5% | 34,0% | 35,0% | 35,5% | 36,0% |
24.000 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 33,5% | 34,5% | 35,0% | 35,5% | 36,0% |
24.500 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 34,5% | 35,0% | 36,0% | 36,5% |
25.000 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 35,0% | 35,5% | 36,0% | 36,5% |
26.000 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% | 35,5% | 36,0% | 36,5% | 37,0% |
27.000 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,5% | 33,5% | 34,5% | 35,5% | 36,5% | 37,0% | 37,5% |
28.000 | 26,0% | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 37,0% | 37,5% | 38,0% |
29.000 | 26,0% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,5% | 32,5% | 34,0% | 35,0% | 36,0% | 37,0% | 38,0% | 38,5% |
30.000 | 26,5% | 27,5% | 29,0% | 30,0% | 31,5% | 33,0% | 34,0% | 35,0% | 36,0% | 37,0% | 38,0% | 39,0% |
31.000 | 27,0% | 28,0% | 29,5% | 30,5% | 32,0% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% | 37,5% | 38,5% | 39,5% |
32.000 | 27,0% | 28,5% | 29,5% | 30,5% | 32,0% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% | 37,5% | 38,5% | 39,5% |
33.000 | 27,5% | 28,5% | 30,0% | 31,0% | 32,0% | 33,5% | 34,5% | 35,5% | 36,5% | 37,5% | 38,5% | 39,5% |
34.000 | 27,5% | 29,0% | 30,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 35,0% | 36,0% | 37,0% | 38,0% | 39,0% | 40,0% |
35.000 | 27,5% | 29,5% | 31,0% | 32,0% | 33,0% | 34,0% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 38,5% | 39,5% | 40,5% |
36.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 32,5% | 33,5% | 34,5% | 36,0% | 37,0% | 38,0% | 39,0% | 40,0% | 41,0% |
37.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 34,5% | 35,5% | 36,5% | 37,5% | 38,5% | 39,5% | 40,5% | 41,5% |
38.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 36,0% | 37,0% | 38,0% | 39,0% | 40,0% | 41,0% | 42,0% |
39.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 36,5% | 37,5% | 38,5% | 39,5% | 40,5% | 41,5% | 42,0% |
40.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,0% | 39,0% | 39,5% | 40,5% | 41,5% | 42,5% |
41.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 40,0% | 41,0% | 42,0% | 43,0% |
42.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 39,5% | 40,5% | 41,5% | 42,5% | 43,0% |
43.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,0% | 42,0% | 42,5% | 43,5% |
44.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 42,5% | 43,0% | 44,0% |
45.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 42,5% | 43,5% | 44,5% |
46.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,0% | 44,0% | 44,5% |
47.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,5% | 44,0% | 45,0% |
48.000 | 27,5% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,5% | 44,5% | 45,5% |
49.000 | 28,0% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,5% | 45,0% | 45,5% |
50.000 | 28,0% | 29,5% | 31,5% | 33,0% | 35,0% | 37,0% | 38,5% | 40,0% | 41,5% | 43,5% | 45,0% | 46,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 13,0% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 14,5% | 15,0% |
21.500 | 13,0% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 14,5% | 15,0% |
22.000 | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,0% | 15,0% |
22.500 | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 15,5% |
23.000 | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% |
23.500 | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,0% | 16,5% |
24.000 | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 16,5% |
24.500 | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% |
25.000 | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,0% | 17,5% |
26.000 | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 17,5% | 18,0% |
27.000 | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% |
28.000 | 16,0% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 18,5% |
29.000 | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 18,5% | 19,0% |
30.000 | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 18,5% | 19,0% |
31.000 | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% |
32.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
33.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
34.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
35.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
36.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
37.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
38.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
39.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
40.000 | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% |
41.000 | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% |
42.000 | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% |
43.000 | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 19,5% |
44.000 | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% |
45.000 | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 19,5% | 20,0% |
46.000 | 17,0% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% |
47.000 | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% |
48.000 | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,0% |
49.000 | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% |
50.000 | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% |
51.000 | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,0% | 20,5% |
52.000 | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
53.000 | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% |
54.000 | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 20,5% |
55.000 | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 20,5% |
56.000 | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 20,5% | 21,0% |
57.000 | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,0% |
58.000 | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% |
59.000 | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% |
60.000 | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% |
61.000 | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 21,5% | 22,0% |
62.000 | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% |
63.000 | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% |
64.000 | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% |
65.000 | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% |
66.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% |
67.000 | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% |
68.000 | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% |
69.000 | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% |
70.000 | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,0% | 23,5% |
71.000 | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% |
72.000 | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% |
73.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% |
74.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% |
75.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% |
76.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% |
77.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% |
78.000 | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% |
79.000 | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% |
80.000 | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,0% |
81.000 | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% |
82.000 | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% |
83.000 | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% |
84.000 | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% |
85.000 | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% |
86.000 | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% |
87.000 | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% |
88.000 | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% |
89.000 | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
90.000 | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 24,5% |
91.000 | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
92.000 | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
93.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
94.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
95.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
96.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
97.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
98.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
99.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
100.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
101.000 | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,0% |
102.000 | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% |
103.000 | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% |
104.000 | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% |
105.000 | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% |
106.000 | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% |
107.000 | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% |
108.000 | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% |
109.000 | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% |
110.000 | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
21.500 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
22.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
22.500 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
23.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
23.500 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
24.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
24.500 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
25.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
26.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
27.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
28.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
29.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
30.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
31.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
32.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
33.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
34.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
35.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
36.000 | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
37.000 | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
38.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
39.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% |
40.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% |
41.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% |
42.000 | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% |
43.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% |
44.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% |
45.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% |
46.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,0% |
47.000 | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% |
48.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% |
49.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% |
50.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
51.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
52.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
53.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
54.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
55.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
56.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
57.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
58.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
59.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
60.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
61.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% |
62.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
63.000 | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
64.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
65.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
66.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% |
67.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% |
68.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,0% |
69.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% |
21.500 | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 2,5% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% | 3,0% |
22.000 | 3,0% | 3,0% | 3,5% | 3,5% | 3,5% | 3,5% | 3,5% | 3,5% | 3,5% | 3,5% | 3,5% | 3,5% |
22.500 | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,0% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 4,5% |
23.000 | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 4,5% | 5,0% | 5,0% | 5,0% | 5,0% | 5,0% | 5,0% |
23.500 | 5,0% | 5,0% | 5,0% | 5,0% | 5,5% | 5,5% | 5,5% | 5,5% | 5,5% | 5,5% | 5,5% | 5,5% |
24.000 | 5,5% | 5,5% | 5,5% | 5,5% | 6,0% | 6,0% | 6,0% | 6,0% | 6,0% | 6,0% | 6,0% | 6,5% |
24.500 | 6,0% | 6,0% | 6,0% | 6,5% | 6,5% | 6,5% | 6,5% | 6,5% | 6,5% | 7,0% | 7,0% | 7,0% |
25.000 | 6,5% | 6,5% | 6,5% | 7,0% | 7,0% | 7,0% | 7,0% | 7,0% | 7,0% | 7,5% | 7,5% | 7,5% |
26.000 | 7,5% | 7,5% | 7,5% | 7,5% | 8,0% | 8,0% | 8,0% | 8,0% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 8,5% |
27.000 | 8,0% | 8,5% | 8,5% | 8,5% | 9,0% | 9,0% | 9,0% | 9,0% | 9,0% | 9,5% | 9,5% | 9,5% |
28.000 | 9,0% | 9,0% | 9,5% | 9,5% | 9,5% | 9,5% | 10,0% | 10,0% | 10,0% | 10,0% | 10,5% | 10,5% |
29.000 | 9,5% | 10,0% | 10,0% | 10,0% | 10,5% | 10,5% | 10,5% | 11,0% | 11,0% | 11,0% | 11,0% | 11,0% |
30.000 | 10,5% | 10,5% | 11,0% | 11,0% | 11,0% | 11,5% | 11,5% | 11,5% | 11,5% | 12,0% | 12,0% | 12,0% |
31.000 | 11,0% | 11,5% | 11,5% | 11,5% | 12,0% | 12,0% | 12,0% | 12,5% | 12,5% | 12,5% | 12,5% | 13,0% |
32.000 | 11,5% | 12,0% | 12,0% | 12,5% | 12,5% | 12,5% | 13,0% | 13,0% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 13,5% |
33.000 | 12,0% | 12,5% | 12,5% | 13,0% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,0% |
34.000 | 13,0% | 13,0% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 14,5% | 15,0% |
35.000 | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,0% | 15,0% |
36.000 | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 15,5% |
37.000 | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 15,5% | 16,0% |
38.000 | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,0% |
39.000 | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% |
40.000 | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 16,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 10,0% | 10,0% | 10,5% | 10,5% | 10,5% | 10,5% | 11,0% | 11,0% | 11,0% | 11,0% | 11,5% | 11,5% |
15.000 | 10,0% | 10,0% | 10,5% | 10,5% | 10,5% | 10,5% | 11,0% | 11,0% | 11,0% | 11,0% | 11,5% | 11,5% |
15.500 | 11,0% | 11,5% | 11,5% | 11,5% | 12,0% | 12,0% | 12,0% | 12,5% | 12,5% | 12,5% | 12,5% | 13,0% |
16.000 | 12,0% | 12,5% | 12,5% | 13,0% | 13,0% | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,0% |
16.500 | 13,0% | 13,5% | 13,5% | 14,0% | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,0% |
17.000 | 14,0% | 14,0% | 14,5% | 14,5% | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,0% |
17.500 | 15,0% | 15,0% | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,0% |
18.000 | 15,5% | 16,0% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% |
18.500 | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 18,5% | 19,0% |
19.000 | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 19,5% |
19.500 | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% |
20.000 | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,0% |
20.500 | 18,5% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% |
21.000 | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 21,5% | 22,0% |
21.500 | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% |
22.000 | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,0% |
22.500 | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% |
23.000 | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,0% | 22,5% |
23.500 | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% |
24.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% |
24.500 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
25.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
26.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
27.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
28.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
29.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
30.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
31.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 22,5% |
32.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% |
33.000 | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% |
34.000 | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% |
35.000 | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,0% | 23,5% |
36.000 | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% |
37.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% |
38.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% |
39.000 | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% |
40.000 | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 17,5% | 18,0% |
21.500 | 15,5% | 15,5% | 16,0% | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,0% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 17,5% | 18,0% |
22.000 | 16,5% | 16,5% | 17,0% | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% |
22.500 | 17,5% | 17,5% | 18,0% | 18,5% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% |
23.000 | 18,0% | 18,5% | 19,0% | 19,0% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% |
23.500 | 19,0% | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% |
24.000 | 19,5% | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% |
24.500 | 19,5% | 20,0% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% |
25.000 | 19,5% | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% |
26.000 | 20,0% | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,0% |
27.000 | 20,5% | 21,0% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% |
28.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% |
29.000 | 20,5% | 21,0% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% |
30.000 | 21,0% | 21,5% | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% |
31.000 | 21,5% | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
32.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
33.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
34.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
35.000 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% |
36.000 | 22,0% | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% |
37.000 | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% |
38.000 | 22,0% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% |
39.000 | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,0% |
40.000 | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% |
41.000 | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 26,5% |
42.000 | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% |
43.000 | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% |
44.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% |
45.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% |
46.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% |
47.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% |
48.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% |
49.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% |
50.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% |
51.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% |
52.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% |
53.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% |
Toetsrente in percentages | ||||||||||||
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
54.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% |
55.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% |
56.000 | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
57.000 | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
58.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% |
59.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% |
60.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% |
61.000 | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% |
62.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% |
63.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% |
64.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,0% |
65.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% |
66.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% |
67.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
68.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% |
69.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
70.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% |
71.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,0% |
72.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% |
73.000 | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% |
74.000 | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 30,5% |
75.000 | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% |
76.000 | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% |
77.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
78.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
79.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
80.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
81.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,5% |
82.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,5% |
83.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,5% |
84.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,0% | 31,5% |
85.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,0% | 31,5% |
86.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,0% | 31,5% |
87.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,0% | 31,5% |
88.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,0% | 30,5% | 31,0% | 31,0% | 31,5% |
89.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% | 31,5% |
90.000 | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% | 31,5% |
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
91.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
92.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
93.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
94.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
95.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
96.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
97.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
98.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
99.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
100.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
101.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
102.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
103.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
104.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
105.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
106.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
107.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
108.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
109.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
110.000 | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 30,0% | 30,5% | 30,5% | 31,0% | 31,0% |
Bruto inkomen in euro's | <=1,000 | 1,001- 1,500 | 1,501- 2,000 | 2,001- 2,500 | 2,501- 3,000 | 3,001- 3,500 | 3,501- 4,000 | 4,001- 4,500 | 4,501- 5,000 | 5,001- 5,500 | 5,501- 6,000 | >=6,001 |
- | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
15.500 | 21,5% | 22,0% | 22,5% | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% |
16.000 | 22,5% | 23,0% | 23,5% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,0% |
16.500 | 23,0% | 23,5% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% |
17.000 | 24,0% | 24,0% | 24,5% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% |
17.500 | 24,5% | 25,0% | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% |
18.000 | 25,0% | 25,5% | 26,0% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 28,5% |
18.500 | 25,5% | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,0% |
19.000 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% |
19.500 | 25,5% | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 28,0% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% |
20.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
20.500 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
21.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
21.500 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
22.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
22.500 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
23.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
23.500 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
24.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
24.500 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
25.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
26.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
27.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% | 27,5% | 27,5% | 28,0% | 28,5% | 29,0% | 29,0% | 29,5% | 29,5% | 30,0% |
28.000 | 26,0% | 26,5% | 27,0% |